Arbeid en dagbesteding in DEAL-BMW gemeenten In voor Zorg-traject 2013-2015
Auteurs: Klik hier als u tekst wilt invoeren.
Inhoudsopgave 1
2
3
4
5
Visie op school, arbeid, dagbesteding en welzijn ..........................................................3 1.1
Van 18 tot 67 naar 0 tot 100 .............................................................................3
1.2
Smal of brede definitie van arbeid en dagbesteding ................................................4
1.3
Uitgangspunten, randvoorwaarden en inkoopkader .................................................5
1.4
Samenwerkingspartners en doelgroep .................................................................7
Bouwstenen ........................................................................................................9 2.1
Bijdrage aan maatschappelijk opgave .................................................................9
2.2
Bouwstenen ............................................................................................... 11
2.3
Doelmatig, doeltreffend en klantgericht ............................................................ 12
Voorzieningen en dienstverlening nu en straks ........................................................... 13 3.1
Voorzieningen rond arbeid en dagbesteding in beeld ............................................. 13
3.2
Dienstverlening nu en straks .......................................................................... 15
Aanzet tot een maatschappelijke businesscase (mBC) .................................................. 18 4.1
Wat verstaan we onder een mBC? .................................................................... 18
4.2
MBC arbeid en dagbesteding Delfzijl ................................................................. 18
Agenda voor de toekomst ..................................................................................... 21 5.1
Foresight participatie en sociale cohesie ........................................................... 21
5.2
Planning met mijlpalen ................................................................................. 25
5.3
Wie doet wat ............................................................................................. 25
Bijlage 1 Literatuur en andere bronnen ........................................................................ 26 Bijlage 2 Bestaande samenwerkingsverbanden geïnventariseerd (mei 2014) ............................. 27
2
1 1.1
Visie op school, arbeid, dagbesteding en welzijn Van 18 tot 67 naar 0 tot 100
Maatschappelijke participatie heeft in elke levensfase een andere inhoud en wordt gestimuleerd door de eigen interesses, de eigen sociale omgeving en de verwachtingen die de samenleving stelt aan mensen in een verschillende leeftijdsfase. Maatschappelijke participatie vraagt om een stimulerende, uitdagende en toegankelijke samenleving en individuele inspanning. Het individu zal moeite moeten doen om zich toegang te verwerven en de samenleving zal zich collectief moeten inspannen om toegang te verschaffen. In de dorp- en wijkgerichte aanpak zijn vraagstukken van burgers tijdig in beeld en zijn er toegankelijke mogelijkheden om mee te doen. Verbinding met CJG voor jongeren, dagopvang en ontmoeting voor ouderen, waarbij vrijwilligers kunnen ondersteunen, zo kan vraag en aanbod met elkaar in contact komen. Kunnen participeren in de samenleving is een cruciaal onderdeel van sociale cohesie. Om deze participatie te bevorderen onderscheiden we 3 leeftijdscategorieën. Leeftijdscategorie
Doel
Resultaat
0 tot 18 jaar
school en voorbereiding beroep
behoud van onderwijs in de regio
18 tot 67 jaar
arbeid en participatie
(beschut) werk, terugverdiencapaciteit
67 tot 100 jaar
welzijn en participatie
dagopvang
Uitgaande van de visie dat iedereen mee kan doen en mee doet. Eigen regie, aanpassingsvermogen en toegankelijkheid van individu en samenleving worden bevorderd. Welzijns- en zorgpartijen, ISD en sociale werkplaats werken samen om voor de levensfase van 16 tot 67 jaar de beschutte dagbesteding, de opleiding, bemiddeling en toeleiding naar betaalde arbeid, de branchegerichte werkplaatsen en de wijkgerichte arbeid (al dan niet tegen een vergoeding) in te richten en te verbinden waar mogelijk aan meerwaarde voor de samenleving. Voor burgers is een gunstig leefklimaat belangrijk. Het actief mee kunnen doen, is hierbij een belangrijke sleutel. Niet alleen omdat we iedereen hard nodig hebben. Meedoen is ook belangrijk voor mensen zelf: voor ontwikkeling en ontplooiing. Daarom willen we ook de komende jaren blijven inzetten op het stimuleren van de maatschappelijke participatie. En dit moet opleveren dat: Meer mensen in DEAL zich vrijwillig inzetten; Meer mensen met een uitkering (Wajong, bijstandsgerechtigden) zijn maatschappelijk actief zijn; Mensen met een beperking mee kunnen (blijven) doen in DEAL; Mensen met de mogelijkheid om een eigen inkomen te verwerven hierop aangesproken worden en hierin worden toegeleid naar arbeid. Voor de leefbaarheid is voldoende toegang tot werk en voldoende werk in de woonomgeving essentieel. Arbeid en welbevinden hangen nauw met elkaar samen. In een regio met lage sociaaleconomische scores is het zaak om voldoende arbeid voor handen te hebben voor in het bijzonder mensen met een lage opleiding. Die kunnen werk vinden in het MKB en bij de aanwezige productiebedrijven. De koppeling met de arbeidsmarkt vanuit het onderwijs is essentieel voor een
3
succesvolle aanpak van meedoen en meewerken in de maatschappij voor iedereen in de Eemsdelta. Dit vraagt van het bedrijfsleven, de gemeenten en vooral van het onderwijs extra aandacht. 1.2
Smal of brede definitie van arbeid en dagbesteding
Dagactiviteiten vallen per 1 januari 2015 onder de Wmo functie Begeleiding. De begeleiding is gericht op het bevorderen, behouden of compenseren van de zelfredzaamheid en zijn bedoeld om opname in een instelling of verwaarlozing te voorkomen. De activiteiten bestaan uit: Ondersteunen bij of oefenen met vaardigheden of handelingen; Ondersteunen bij of oefenen met het aanbrengen van structuur of het voeren van regie; Overnemen van toezicht op de verzekerde. Definities van soorten dagbesteding De dimensie waarop arbeidsmatige dagbesteding zich met name onderscheidt van niet arbeidsmatige dagbesteding is de aard van de activiteiten. Arbeidsmatige activiteiten richten zich primair op het maken van producten voor de verkoop of het leveren van diensten. Nietarbeidsmatige activiteiten richten zich primair op recreatie en/of educatie. 1. Niet-arbeidsmatige dagbesteding Activiteiten die primair gericht zijn op recreatie en educatie. Doel van de activiteiten is de cliënten een zinvolle dagbesteding te bieden gericht op behoud of ontwikkeling van vaardigheden. Indien bijvoorbeeld door cliënten producten worden gemaakt, zijn deze niet voor de verkoop en worden hieraan geen kwalitatieve of kwantitatieve eisen gesteld. Voorbeelden hiervan zijn creatieve activiteiten, sport en spel, kookgroep en ‘snoezelen’. 2. Meer vrijblijvende vormen van arbeidsmatige dagbesteding Deze activiteiten zijn gericht op het maken van producten voor de verkoop of het leveren van diensten. Bij de meer vrijblijvende vormen van arbeidsmatige dagbesteding worden geen kwantitatieve productie-eisen gesteld, kwalitatieve productie-eisen zijn wel mogelijk. Er is geheel geen tijdsdruk, cliënten kunnen bijvoorbeeld vaak pauze nemen. Er zijn wel afspraken over de aard van de activiteiten en de dagdelen en tijdstippen waarop de activiteiten worden uitgevoerd, maar er zijn geen consequenties aan verbonden als de cliënt de afspraken niet nakomt. 3. Niet vrijblijvende arbeidsmatige dagbesteding Deze activiteiten zijn gericht op het maken van producten voor de verkoop of het leveren van diensten. Bij arbeidsmatige dagbesteding worden (beperkte) kwalitatieve en kwantitatieve productie-eisen gesteld. De kwantitatieve eisen liggen wel onder de eisen die worden gesteld bij de sociale werkvoorziening. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat een groep een target heeft die per dag gehaald moet worden, waarbij alle deelnemers worden verwacht een bijdrage te leveren. Wel kan de individuele bijdrage per dag verschillen. Bij het niet nakomen van afspraken (over de activiteiten, dagdelen en tijdstippen) kunnen daar consequenties aan verbonden zijn (bijv. overplaatsing naar een andere groep, geen onkostenvergoeding). 4. Toeleiding naar arbeid Het doel van de activiteiten is primair toeleiding naar (reguliere) arbeid. De activiteiten zijn eveneens gericht op het maken van producten voor de verkoop of het leveren van diensten (aan derden of ten behoeve van het activiteitencentrum, zorgboerderij of werkproject). Er zijn afspraken over de termijn waarbinnen de toeleiding naar arbeid plaats moet vinden. Aan de
4
activiteiten worden (beperkte) kwalitatieve en kwantitatieve productie-eisen gesteld. Bij het niet nakomen van afspraken (over de activiteiten, dagdelen en tijdstippen) kunnen daar consequenties aan zijn verbonden. 1.3
Uitgangspunten, randvoorwaarden en inkoopkader
Uitgangspunten Arbeid, aan: 1. 2. 3. 4.
(arbeidsmatige) dagbesteding, beschut werk en maatschappelijke participatie dragen bij
Meer inwoners met een uitkering zijn aan het werk en/of actief als vrijwilliger. Meer jongeren voelen zich betrokken en dragen bij de samenleving. Meer mensen doen in een later stadium een beroep op zorg en ondersteuning. Er zijn meer initiatieven op het terrein van welzijn en zorg van samenwerkende private en/of publieke (rechts)personen. 5. De jeugdoverlast neemt af. 6. Inwoners met een ondersteuningsvraag worden adequaat geholpen. 7. Inwoners met lichte en/of tijdelijke beperking zijn in toenemende mate in staat zelf of met behulp van collectieve voorzieningen, zelfstandig deel te nemen aan de maatschappij.
Uitdaging is het betrekken van ondernemers, een financiële besparing van tenminste 25%, ketensamenwerking, minimale vervoersbewegingen, kanteling, lokaal, voor alle doelgroepen van de 3 decentralisaties en voor alle burgers. De ambitie is Dagbesteding horizontaal organiseren. Daarmee wordt de dagbesteding toegankelijk op basis van persoonlijke talenten en mogelijkheden; De zelfredzaamheidsmatrix geeft een schaal van mate van zelfredzaamheid. Het aanbod arbeidsmatige dagbesteding gaat uit van: Op iedereen wordt een beroep gedaan om maximaal te participeren en de zelfredzaamheid maximaal te benutten en te ontwikkelen inclusief het benutten van het eigen sociaal netwerk en de mogelijkheden in de gemeenten DEAL om mee te doen en een bijdrage te leveren. De lichtst mogelijke en minst kostbare vorm van ondersteuning. Toename van participatie en toename van zelfredzaamheid. Mogelijkheden voor participeren op de menselijke maat dus aansluitend bij de zelfredzaamheid en de participatie nu gericht op een haalbare ontwikkeling van beiden.
Te komen tot een doorgaande ontwikkellijn (stijging op de Participatieladder) voor de inwoner gericht op maximale ontplooiing en participatie, waar mogelijk richting (betaald) werk.
5
Participatieladder Randvoorwaarden De basis, dat zijn de inwoners zelf. De eigen kracht en verantwoordelijkheid van mensen en hun omgeving staan daarom centraal. Waar nodig worden mensen ondersteunt om mee te doen. Daarbij zijn maatwerk en voorzieningen, voor mensen die het niet op eigen kracht redden, beschikbaar en toegankelijk. Er wordt gewerkt aan stijging op de trede van de participatieladder en groei in de zelfredzaamheidsmatrix. Er wordt ook een inspanning van mensen zelf gevraagd, zij worden gestimuleerd om hun talenten en capaciteiten benutten. Iedereen kan (onbetaald) iets bijdragen aan de samenleving. Mensen hebben soms beperkingen, maar altijd talenten en mogelijkheden. De DEAL gemeenten zorgen voor een goed ontwikkelde basisinfrastructuur van organisaties, en benutten zoveel mogelijk de kracht van deze structuur. De gemeenten DEAL ondersteunt en faciliteert deze organisaties optimaal, zodat zij activiteiten kunnen ontwikkelen of beschikbaar kunnen stellen. Inkoopkader Het participatiebudget wordt per 1 januari 2015 integraal onderdeel van het ‘sociaal deelfonds’. In dit deelfonds worden de middelen voor participatie, de Jeugdwet en de nieuwe middelen voor de Wmo 2105 samengevoegd en integraal verdeeld. De voorlopige budgetten voor het inkomensdeel worden jaarlijks in september bekendgemaakt. Dat blijft ook zo met de inwerkingtreding van de Participatiewet per 1 januari 2015. Voor meer informatie over de financiering en het project om te komen tot een nieuw verdeelmodel voor het inkomensdeel, verwijzen wij u naar http://www.gemeenteloket.minszw.nl/dossiers/financieel/financiering/nieuwsberichten De regionale arbeidsmarktsituatie is minder gunstig in de DEAL-BMW gemeenten dan elders in het land. Zowel de huidige als de toekomstige verdeling van de middelen in het Participatiebudget houdt rekening met regionale verschillen. De verdeelsystematiek voor middelen van de Participatiewet houdt (net als de WWB) rekening met regionale verschillen in: de lokale/regionale arbeidsmarkt, waaronder de opname capaciteit; de samenstelling van de gemeentelijke doelgroep; en de samenstelling van het werknemersbestand Wsw. Dit betekent bijvoorbeeld dat gemeenten met een ongunstige arbeidsmarktsituatie met weinig bereikbare banen of met een meer dan gemiddeld aantal bijstandsgerechtigden, verhoudingsgewijs meer middelen uit het Participatiebudget krijgen. Bij de verdeling van de macrobedrag voor de Wsw
6
wordt nauw aangesloten bij het feitelijke aantal arbeidsplaatsen in de gemeente. Het benodigde aantal Sw-arbeidsplaatsen in de loop van de tijd zal worden berekend op basis van de samenstelling van het zittende bestand per gemeente. Deze berekening wordt jaarlijks geactualiseerd. De eerste peildatum is 1 januari 2013 en vastgelegd in de nulmeting die in 2014 is afgenomen door het UWV. Het UWV gaat bijhouden hoeveel banen er voor de doelgroep bij zijn gekomen en benut hiervoor de informatie van het doelgroepregister gekoppeld aan de polisadministratie. in 2016 vindt de eerste beoordeling plaats over het jaar 2015. 1.4
Samenwerkingspartners en doelgroep
Lentis, ’s Heerenloo, NOVO, de Zijlen, ASWA, Fivelingo, WerkPro, de Noorderbrug en ISD Noordoost werken in de DEAL-BMW gemeenten samen aan een toekomstbestendige arbeid en dagbesteding. Vanuit een breed perspectief wordt er samen naar nieuwe oplossingen gezocht om een mix van doelgroepen te kunnen bedienen, zoals: Werkzoekenden met een WWB uitkering. Wajongers. Mensen met een psychiatrische, lichamelijke of verstandelijke beperking. Mensen met een SW-indicatie, die nu ‘beschut werken’ bij een sociale werkplaats. Vrijwilligers en stagiaires beroepsopleidingen Daarnaast blijft er specifiek aanbod nodig voor bijvoorbeeld verslaafden, dak- en thuislozen en mensen met een verstandelijke/ zintuigelijke/ lichamelijke beperking. Doel samenwerking: - Afname van diensten en producten - Benutten van bestaande ruimtes - Vergroten instroom, doorstroom en uitstroom (onbetaald werk (regulier of met jobcoach) betaald werk (regulier of met jobcoach) Visschedijk: schoonmaak
PGB
Vertisol
Fivelingo gemeenten DAL : doeteams
A.J. van de Werf: groen 2011
Taxi van Dijk: chauffeurs en ruimte
Novo
7
Novo
Lentis
'sHeerenloo: Op Maat
Novo
Fivelingo
Lentis Fivelingo
Fivelstee
Novo PGB
Zorgboerde rijen: werk en dagbesteding
De Factor: DAL gemeenten
Werpro
Noorder -
Fivelingo
poort
ISD Noord
Jobber werkervaring
ISD Noord
De Inzet
SWD
De Hoven
ASWA
(bron: notitie bestaande samenwerkingsverbanden tav arbeid en dagbesteding, R. Bakker, mei 2014)
8
2
Bouwstenen
2.1
Bijdrage aan maatschappelijk opgave
De verschillende bouwstenen worden in een werksessie besproken en hieronder kort bechreven: klantsegmenten, waardepropisitie, kanalen, klantrelaties, inkomstenstroom, hulpbronnen en kostenstructuur. Klantsegmenten Al in beeld Mensen die een uitkering krijgen ( deels niet actief vanwege hulptraject) Geindiceerde ouderen ( Somatisch, psychogeriatrisch) Geindiceerde Psychiatrie en VG cliënten dagbesteding Aantallen bij team 92 Niet geindiceerde dagopvang OGGZ clienten Opsporen (L)VG zorgmijders Ouderen met problematiek die nog niet in beeld zijn Mensen die ( nog ) niet aan de maatschappij deelnemen Jongeren ( dakloos/ geen uitkering/ vaak schulden)
tientallen ? tientallen groeiende groep
*De groep dementerende ouderen komt in veel gesprekken naar voren. In de gesprekken tafelgesprekken hebben ook andere zorgpartijen (buurtzorg en de Hoven) hun zorg uitgesproken voor deze groep. Nu dus ook ZHGN. Denk hierbij eventueel in gecombineerde voorziening met de doelgroep van de Noorderbrug. *De groep stuurloze jongeren van 16-28. Het gaat soms om jongeren die wel willen, die bij de balie van Fivelingo vragen om een baantje ( soms wel 10 per week ). Zij willen wel, maar kunnen niet op eigen kracht. Daarnaast is er een groeiende groep dakloze jongeren die zich bij de ASWA/Jimmy’s meldt. Deze groep krijgt via via onderdak, heeft schulden en geen uitkering. Voor deze groep is er aanbod verdwenen. Hier liggen kansen voor preventief werk. * Aandachtspunt is ook de groep die bij Fivelingo op de nominatie staat om buiten geplaatst te worden. Krijgen zij een vervolgcontract. Of moet je straks weer helemaal overnieuw beginnen met deze mensen. Betreft op korte termijn zo’n 50 personen.
Welke groep kan gecombineerd in welke setting? ( Basis idee zo weinig mogelijk kosten voor vervoer, huisvesting en werken met combinaties van personeel)
Waardeproposities (L)VG: mensen het gevoel geven; je bent wel belangrijk; je hoort erbij ( vergroten van zelfwaardering) Aanbieden structuur en een zinvolle daginvulling ( zachte drang en dwang helpt wel) Contactmogelijkheden vergroten en het vergroten van iemands netwerk Stimulering tot bijdrage aan de maatschappij ( wijk, buurt) Stimuleren competenties;kennis en kunde Ondersteunen bij levensvragen Voorkoming eenszaamheid. Dit ligt collectief op de loer; de angst voor eenzaamheid. Leer van de inzet: laagdrempelig, echt contact, gewoon doen.
Door een goede dagopvang voor zowel somatische als psychogeriatrische problematiek, e.a. Wordt de mantelzorg ontlast en lukt het om opname (WLZ ) te voorkomen of uit te stellen.
9
Door het vergroten van de sociale cohesie kan niet alleen de eigen kracht, maar ook de samenzorg worden bevorderd.
Kanalen Doe teams/ wijkteams Huisarts, POH ISD Via bezorgde bewoners-> mede gevolg van topwierde project ASWA gebouw Onderwijs Corporaties sluiten meer aan bij OGGZ Het is toch zo dat er delen van de oude routes komen te vervallen; de nieuwe routes zullen helder moeten worden ( ontwerpvraag). Politiek heeft hierop veel invloed. In Appingedam begint het te lopen in Loppersum en Delfzijl moet dit beter. Bijzonder is dat bij de niet geindiceerde dagopvang, de wijkverpleegkundige even langs komt en bloeddruk meet waar nodig, de fysio komt langs en ook worden er aan neuromotorische training gedaan. Gewoon doen wat nodig is. Ook als het gaat om de financiën op orde te krijgen,e.d -
Een goede toegang krijg je ook doordat je van elkaar weet wat je doet. Dat weet men nu globaal, maar dit kan beter. Werkleerbedrijf ( breng diverse groepen samen, stimuleer vakmanschap) ICT kan ondersteunend zijn; denk aan signaleringsystemen.
Klantrelaties (l)vg, zorgmijders dit zijn eerst intensieve,persoonlijke trajecten. ( persoonlijk ophalen; je hoort erbij) Uiteindelijk kun je steeds meer loslaten. Denk hier aan het voorbeeld dat iemand 10-15 jaar uit de roulatie is, maar wel aangeeft thuis de aardappels te schillen. Ok dan kun je ook bij ons appels voor appels voor appelmoes komen schillen. Als iemand daar de omgeving op zich in laat werken en merkt dat hij/zij er bij hoort dan wordt iemand vanzelf nieuwschierig naar de rest van het proces. Soms kan dit sneller, soms gaat dit in erg kleine stapjes. Belangrijk is altijd: heeft degene die begeleidt een klik met de doelgroep. -
Sluit aan bij interesses interesses en mogelijkheden van de klant. Attitude; sta naast de klant en er niet boven Wat spreek je met elkaar af; kun je iemand een duwtje in de goede richting geven bijvoorbeeld door hem/haar op te halen van huis. Flexibiliteit is belangrijk is moet iemand soms weer van de clientrol naar de burgerrol Lotgenoten en ervaringsdeskundigen kunnen heel goed helpen Samenzorg/ vrijwilligers Denk hierbij ook weer aan ICT mogelijkheden; skype e.d.
Aandachtspunten bij het samenvoegen van groepen: Is de omgeving veilig genoeg voor de AwBZ-cliënten Verschillende financiering- is verschillende regels. Inkomstenstroom Gemeenten ( jeugdwet, Wmo en participatiewet) Maak nuttig gebruik van alles wat er is. Dagbesteding ’s Heerenloo kopieerservice in ASWA gaat budgetneutraal. Slim schakelen met middelen. Eigen bijdrages, waar mogelijk
10
-
Slimmer samen inkopen, recyclen Wijkbedrijf; verdienmodel ( circulare economie) Rotery’s, sponsering ondernemers, middelen in natura
-
Aandachtspunt voor de overheid is dat er nog een verplichting rust op bepaalde zorginzet. Aan de andere kant wil je meer investeren in de preventie kant. Dit geeft een tijdelijke financiele hobbel, waarbij de overheid misschien wel enigszins zal bijspringen maar waarbij wij zelf ook creatief moeten zijn met het zoeken naar externe financiering. Ook al zijn wij bereid actief naar andere financieringsbronnen te zoeken, toch moet er om de continuiteit te kunnen garanderen een bepaalde basis fin. middelen aanwezig zijn.
-
Hulpbronnen Kennis delen, van elkaar weten wie wat doet. Van elkaars service gebruik maken Collectieve voorzieningen ( gebouwenen personeel delen, vervoer slim regelen) Jobcarving Apps: we helpen/ vraag elkaar Kaart met 5% korting kleine ondernemers; lokale kapper, de was bij Fivelingo, etc Niet alleen richten op de clienten/ ook op andere burgers die belangstelling hebben. Professionalisteren van vrijwilligers Kostenstructuur Huisvesting, personeel en vervoer zijn de hoofdkostenplaatsen Het is voor de gemeente lastig hoe ga je het budget inzetten doe je dit per wijk een populatiefinanciering of werk je met een resultaatfinanciering. Hierbij leert de ervaring dat het soms erg lastig is vast te stellen waardoor een doel al dan niet behaald is. Of doe je P*Q. P*Q is het laatste wat je zou willen. Foutieve prikkels dienen te voorkomen en waar aanwezig te worden uitgebannen. Van invloed op de kostenstructuur zijn: de kwaliteitskaders waarbinnen gewerkt moet worden. Soms zijn wij hierin in Nederland behoorlijk doorgeschoten. Vaak wordt er voorbij gegaan aan de perceptie van de ‘clienten zelf’. 2.2
Bouw steen 1a 1b
Bouwstenen
Participatieladder: trede Voortraject/ eerste contact
1c 1d 2 3
Geïsoleerd => contacten buitenshuis Contacten buitenshuis => deelname georganiseerde
Interventie/ kernactiviteit en vorm Opsporen Informatie, advisering, toeleiding. Gedifferentieerd: bv sociaal team/ werkleer coach/ eloket Triage: diagnostiek en hulpvraagverduidelijking Indicatie Individuele begeleiding, activering Zinvolle arbeid en persoonlijke ontwikkeling: Beschut werk op een beschermde locatie met begeleiding door betaalde
Uitwerken per bouwsteen: Klantsegmenten: Belangrijkste doelgroepen: Welke gemeenschappelijke behoeften en gedragingen delen ze? Welke behoeften vereisen een afzonderlijk aanbod? Waardepropositie: Welke waarde of welk voordeel leveren we aan de klant? Welke problemen van onze klanten helpen we oplossen? Welke bundels van producten en diensten bieden we aan elk klantsegment? Kanalen: Hoe bereiken we doelgroepen? Hoe integreren we ze met klantroutines? Klantrelaties: Wat voor soort klantrelatie is vereist per doelgroep/ bouwsteen?
11
4
5a
activiteiten deelname georganiseerde activiteiten => onbetaald werk Onbetaald werk =>
Betaald werk met ondersteuning 5b
6
Betaald werk met ondersteuning => Betaald werk
kracht. Zinvolle arbeid, persoonlijke ontwikkeling en maatschappelijke bijdrage: Begeleid werk op locaties in de gemeenten DEAL Traject 1: Werkervaringsplaatsen voor mensen met grote afstand tot de arbeidsmarkt gericht op uitstroom naar loondienst. Variant op eigen locatie en op locaties in de gemeenten DEAL Traject 2: Werkervaringsplaatsen voor mensen met grote afstand tot de arbeidsmarkt gericht op uitstroom naar zelfstandig ondernemerschap. Werkplekken eventueel met subsidie op loonkosten
Bijvoorbeeld: Persoonlijke hulp, self service/ geautomatiseerde diensten, collectief, communities van en of voor gebruikers: gebruikers wisselen kennis uit, helpen elkaars problemen op te lossen. Inkomstenstromen: Wie betaald? Welk prijszettingsmechanisme wordt afgesproken: vaste prijs vooraf bepaald of dynamisch afhankelijk van de marktvoorwaarden? Welke hulpbronnen zijn nodig zijn om de bouwsteen te bieden en te leveren: Fysiek: gebouwen, voertuigen, machines, systemen, distributienetwerken. Intellectueel: kennis, partnerschappen, klantendatabases. Human resources: mensen. Financieel: € Wat zijn de Kernactiviteiten waarmee de bouwsteen geleverd wordt. Productie: ontwerpen, maken en leveren van producten. Probleemoplossing: aandragen van nieuwe oplossingen voor individuele klantproblemen. Platform/ netwerk: bv ontwikkelen en bijhouden van een website, een transactieplatform Key partners: Wie zijn de key partners in deze bouwsteen (later beantwoorden)? Kostenstructuur: Wat zijn de belangrijkste kosten in deze bouwsteen? Welke vaste/ variabele kosten? Welke schaalvoordelen? Welke scopevoordelen? Welke onderdelen zijn goedkoop, welke zijn duur? Kostenbeheersing: hoe worden de totale kosten beheerst?
R. Bakker, juni 2014, nog los van wie wat doet 2.3
Doelmatig, doeltreffend en klantgericht
Een van de uitgangspunten van de transformatie van arbeid en dagbesteding is gericht op deze 3 doelen: doelmatig, doeltreffend en klantgericht. Dit is van belang mee te nemen in het verder uitwerken van de mBC, zie hoofdstuk 4.
12
3 3.1
Voorzieningen en dienstverlening nu en straks Voorzieningen rond arbeid en dagbesteding in beeld
Voorzieningen in Appingedam en Delfzijl ten aanzien van arbeid en dagbesteding
Arbeid en Dagbestedingsplekken in Appingedam, 2014
13
Arbeid en Dagbestedingsplekken in Delfzijl, 2014 Bespreken van de kaart van Delfzijl Met alle betrokken partijen wordt de kaart van Delfzijl besproken. Wij kijken naar de Bernhardlaan (rode cirkel), en welke functies er in dit gebouw zijn. Lentis zou het gebouw wel willen afstoten. Zij beslissen dit in de eerste helft van het komende jaar. Lentis geeft aan dat de functies die daar nu zijn wellicht ook op een andere plaats kunnen komen, denk aan de inloop en de activiteiten. Op dit moment is er echter wel een doorgaande lijn in dit gebouw, doordat Fivelingo daar de wasserij bij aan heeft gebouwd. Het is bij de Bernhardlaan nog lastig de wijk binnen te halen. Het gebouw zou zich er voor lenen, maar aanwezige partijen hebben geen ervaring met het binnenhalen van mensen uit de wijk. Aan de andere kant is er ook de brede school. Een gebouw met veel leegstand. In basis niet uitnodigend, maar hier wordt aan gewerkt. Het is de bedoeling dat de gemeente units verhuurd waar bedrijvigheid kan ontstaan. De vraag die hier opkomt is direct. Dan zijn de zorgorganisaties weer geld kwijt aan huur, dit willen wij juist voorkomen. De vraag is waar doet de gemeente goed aan om de ruimte in de brede school optimaal te benutten. WerkPro is gehuisvest in een huis van Acanthus, in ruil voor huisvesting leveren zij 7000 uren in groenonderhoud en klussen in huis. De vraag is, is het handig de deelnemers aan het groen te centraliseren in Delfzijl of kun je toch beter kleinere locaties houden in de wijk.
14
Er zijn verschillende wijkbedrijven in Delfzijl, dus in die zin gebeurd er al het een en ander. Het voorbeeld van Rotterdam. www.tantecorry.nl blijft toch ook als mogelijkheid in beeld. Het is dan juist de bedoeling een soort van netwerk met kleine bedrijven te vormen die zich bekommeren om de kwetsbare mensen. Denk ik hier aan een kapper e.a. Kleine ZZP’ers kunnen zich zo mobiliseren. De opbouwwerkers merken op dat er in het proces dagbesteding nog niet met cliënten/bewoners wordt gesproken. Zij adviseren de bewoners er zo snel mogelijk bij te betrekken. In Appingedam is De Inzet. Hierbij geldt ook dat er geen financiering meer bij komt, maar er komen wel aanmeldingen bij. Heeft de brede school dezelfde potentie als ASWA en wat voor functies komen er in het huis in de buurt van de ZHGN. De uitkomst van vandaag is dat het handig is een business case te maken. Het lijkt handig om hiervoor centraal de ordeningsprincipes te bepalen. In de 7 gemeenten zou dan op een vergelijkbare manier gekeken kunnen worden naar dagbesteding. Het lijkt goed om daar juist op lokaal niveau naar te kijken, omdat 90% van de dagbesteding lokaal plaats gaat vinden. Bij de overstijgende 10% kun je wel de verbinding zoeken.
3.2
Dienstverlening nu en straks
Diensterlening nu Globaal bestaat het aanbod uit de volgende onderdelen: Zinvolle arbeid en persoonlijke ontwikkeling: beschut werk op een beschermde locatie met begeleiding door betaalde kracht. Zinvolle arbeid, persoonlijke ontwikkeling en maatschappelijke bijdrage: Begeleid werk op locaties in de gemeenten DEAL Traject: Werkervaringsplaatsen voor mensen met grote afstand tot de arbeidsmarkt gericht op uitstroom naar loondienst. Variant op eigen locatie en op locaties in de gemeenten DEAL Traject: Werkervaringsplaatsen voor mensen met grote afstand tot de arbeidsmarkt gericht op uitstroom naar zelfstandig ondernemerschap. Individuele begeleiding Diagnostiek en hulpvraagverduidelijking Informatie en advisering
Voorbeelden (al dan niet tegen een vergoeding) zijn:
Buurtconciërges, het ondersteunen van beheer van een ontmoetingscentrum, activiteiten m.b.t. veiligheid in de buurt. Beheer: speeltuinen en andere accommodaties in de wijk Werk in de groenvoorzieningen: tuinonderhoud rondom scholen, buurthuizen, speeltuinen, voor particulieren, Hortus etc. zwerfvuil, onkruid, voetbalclub, sportverenigingen, sneeuw ruimen, plein schoonvegen, in gemeente taken, gemeente post, pakjes wegbrengen, vaste route, onderhoud kerkhof Klussen: eenvoudige klussen en onderhoud in en om het huis en in de tuin voor scholen, buurtcentra, particulieren Boodschappendienst: voor ouderen, gehandicapten in de wijk. Huishoudelijk werk: schoonmaak voor scholen, buurtcentra, particulieren, verzorgingshuis
15
Veiligheid en leefbaarheid in de wijk: zwerfvuil opruimen, opdrachten corporaties Verkooppunten kleding uit kringloopwinkels Wijkrestaurants: voor wijkbewoners, afhaalpunten Ondersteuning bij sportverenigingen Trajecten richting regulier werk: Samen met onderwijsinstellingen en werkgeversorganisaties aan uitstroommogelijkheden werken met burgers die toe zijn aan een volgende stap richting reguliere arbeidsmarkt. Werkzaamheden bij ondernemers, bloemen wegbrengen, jumbo, fietsenzaak, andere winkels Werkzaamheden in een verzorgingshuis (rolstoelers verplaatsen, post, catering, andere taken, Icare, andere organisatie zoals scholen Repair café, rolstoelspreekuur Dorpshuis verder ontwikkelen: buurtsuper, bibliotheek, servicepunt gemeente, een ontmoetingsruimte, een kapper, servicewinkel (Kulturhus-gedachte), kinderopvang, buitenschoolse opvang, huiswerkbegeleiding, welzijnsactiviteiten Fietsenzaak of fietsenstalling Ondersteuning bij collectieve voorliggende voorzieningen: was- en strijkservice, haal- en brengdiensten.
Dienstverlening straks Door in gesprek te gaan met de diverse aanbieders is er nu meer zicht op wie wat waar doet als het gaat om dagbesteding. Het aanbod is in een overzichtsplaat in beeld gebracht en wordt toegelicht. In bijlage 3 is deze sheet met de onderliggende gegevens in tabelvorm weergegeven. Gegevens van enkele aanbieders zijn nog niet in beeld gebracht. Bezinn is gevraagd om ook aan te geven, welke zorgboer wat, waar in regio Appingedam/Delfzijl doet aan dagbesteding. De gemeente wil in plaats van inidividuele begeleiding kijken of er meer begeleiding mogelijk is met de groep. Delfzijl beschikt over 350 unieke cliënten; dit kan zowel individule begeleiding, groepsbegeleiding of beide zijn. Behouden en uitbreiden Meer met en in de samenleving. De samenwerking met mensen in de buurt. Er wordt nu al vaker zo gewerkt dat er niet direct professionele begeleiding aanwezig is met bepaalde dagbestedings projecten, maar dat de professional volgens afspraak af en toe aanwezig is en oproepbaar is bij calamiteiten. Dit werkt prima. De samenwerking op het gebied van arbeidsmatige dagbesteding zoals deze is vormgegeven in Delfzijl. Het is goed als cliënten kunnen stijgen op de participatieladder, maar ook een plek hebben als het even minder goed gaat. Meer de welzijnsmanier van werken. Aanhaken bij de niet geïndiceerde dagbesteding zoals deze wordt vormgegeven door ASWA. Meer gecombineerde voorzieningen. Aandachtspunt blijft dat er goede groepsdynamica moet zijn. Er moet gekeken worden naar welke groepen kun je wel goed mengen, maar ook naar wie niet. Samenwerking ook op het gebied van de vrijwilligers. Eigen financiële bijdrage vragen aan cliënten. Combineer de groepen (l)VG, GGZ en SW en WWB. Goed benutten van schaarse middelen. Verdeel de schaarste.
16
Afbouwen Er is een verkooppunt van Novo in Appingedam, destijds bedoeld om een rotte kies (leegstaand pand) op te vullen. Geprobeerd wordt nog in samenwerking met 4 ondernemers dit project overeind te houden. De gemeente moet hier nog een beslissing in nemen. Hoe waardevol het project voor een deelnemer kan zijn blijkt uit het feit dat iemand eerst depressief was en nauwelijks in staat was uit bed te komen en dat deze persoon nu enthousiast werkzaam is in de winkel. Er ligt nog een vraag bij de gemeente: maar ook hier is de verdiencapaciteit tot nu toe niet groot genoeg geweest. Aantal dagdelen dagbesteding die een klant heeft. Dit kan soms best wel wat terug. Misschien moeten wij bedenken dat bepaalde plaatsen te klein zijn voor een eigen dagbesteding. Dus niet standaard altijd dagbesteding in alle dorpshuizen. Keuzes maken waar houden wij dagbesteding, de rest moet worden afgebouwd dat hoort bij krimp. Conclusie De tijd begint te dringen, de middelen nemen af en er zijn in de regio nog geen concrete keuzes gemaakt en oplossingen gevonden rondom dagbesteding. Hier is overigens drie jaar geleden ook al eens een poging gedaan ordening in aan te brengen. De druk is nu verhoogd om tot optimalae allocatie over te gaan. Aanbieders proberen momenteel de dienstverlening vanuit samenwerking zo goed mogelijk overeind te houden, doch moeten vanuit krimpende financiële tot keuzes overgaan.Vastgoed vormt daarbij een relevant onderdeel. Huidige locaties zijn niet heilig. Ook hier dienen desinvesteringen zo veel mogelijk te worden beperkt. Natuurlijk moeten wij blijven kijken naar welke dagbestedingsomgeving de cliënt nodig heeft, maar als het enigszins mogelijk is moeten wij dat meer met de samenleving op een welzijnsachtige manier vormgeven. Er is nu geen noodzaak meer een duidelijke scheiding aan te brengen. De financiering zal vaak bij de gemeente liggen. Het moet helder worden wat wij met elkaar overeind willen houden. Als dit dan een desinvestering betekent, moeten wij kijken hoe wij hier mee omgaan.
17
4 4.1
Aanzet tot een maatschappelijke businesscase (mBC) Wat verstaan we onder een mBC?
Een mBC is een gestructureerde kosten-baten afweging waarin het economische én het maatschappelijke nut samenkomen. De mBC kijkt meerdere jaren vooruit naar een volwassen situatie. Hierbij wordt het eventuele financieringstekort afgezet tegen de te verwachten maatschappelijke baten. Deze baten worden geschat en gekwantificeerd door te werken met verschillende bronnen. Het verschil tussen een gewone business case puur op getallen georiënteerd en een maatschappelijke business case is dat je bij de MBC ook de maatschappelijke meerwaarde probeert mee te nemen. Vrij vertaald wat kost het de maatschappij als iemand niet werkt, verslaafd is en er veel sprake is van huiselijk geweld. Dit afgewogen tegenover het feit dat als iemand dagbesteding krijgt en het thuis rustiger is. Het is lastig om het totaal mee te laten wegen en het is ook niet gebruikelijk in overeenkomsten met de gemeente en de zorgaanbieder om dit mee te laten wegen. Dat is ook bij schuldhulpverlening bijvoorbeeld nog niet gebruikelijk. Het feit dat het gezin zonder schuld waarschijnlijk beter draait dan daarvoor, wordt niet meegenomen in de overeenkomst met de Sociale Verzekeringsbank. Maar alleen op financiering sturen is in deze context ook te beperkt. Er bestaan verschillende modellen om een MBC te maken, we hebben gekeken naar model van Transitieprogramma, mBC Maatschappelijk leerwerkplaatsen (2010), KPMG Idealisme met een businesscase (2011) en KPMG – Plexus Zelfsturende teams (2013). Juist een combinatie van deze modellen zou wel eens het innoverende model kunnen opleveren voor arbeid en dagbesteding in Nederland. De tijd van transformatie, vraagt om een andere benadering. Wij proberen een model te bouwen waar je op andere plekken ook mee uit de voeten kunt. Het is goed om te kijken wat je doel is. Het doel is in basis om de kosten naar beneden te brengen of je opbrengsten te verhogen. Dit kan door afbouw gebouwen, afbouw vervoer enof door afbouw mensen. Of meer opbrengsten op te leveren door andere verdienmodellen te introduceren. Het gaat er om dat wij met elkaar bedenken wat het slimste is om te doen. Waarschijnlijk gebouwen sluiten. Waar gaat het om. Het gaat er om dat je de behoefte van de inwoners van Delfzijl voor arbeidsmatige dagbesteding goed in beeld hebt. 4.2
MBC arbeid en dagbesteding Delfzijl
In de DEAL-BMW gemeenten is gekozen om eerst de mBC arbeid en dagbesteding voor de plaats Delfzijl uit te werken, om deze vingeroefening daarna te benutten voor de hele regio. Het gaat bij dagbesteding in Delfzijl om een redelijk stabiel aantal cliënten. Wie is de doelgroep: Het gaat om inwoners van de gemeente Delfzijl (woonplaats beginsel) Het gaat om inwoners van 18/64 jaar Het gaat om de groep op de participatie ladder 2 tot en met 5. Functie arbeid en dagbesteding (gerelateerd aan de participatieladder): Ontmoeten Dagritme
18
-
Training Werkervaring
In een werksessie zijn de onderstaande gegevens bij elkaar gebracht en in een logische ‘model’ beschreven. De vraag en mogelijkheden van clienten op de participatieladder bepaalt voor een groot deel de mate en intensiteit van de begeleiding (aantal fte). De interventies die nodig zijn om clienten te ondersteunen bij het opklimmen van de participatieladder en de kosten te reduceren zijn in de kolommen interventies en opbrengst beschreven (voor zover nu bekend). Kosten van gebouwen en vervoer moeten nog preciezer uitgewerkt worden. Dit is een eerste aanzet. In put tbv MBC arbeid en dagbesteding Delfzijl (plaats) Cliënten Delfzijl
Fte
Interventies
Opbrengst
ISD: 175 cliënten (25 nieuw)
3
Combineren van groepen (trede 2,3) en (trede 4,5) Investeren in kort traject 5, zodat deze trede 2,3,4 mensen helpt. Iets terug doen. 28% korting op WMO dagbesteding ‘Talentendag’, koppeling aan bestaande projecten in de wijk
Minder begeleiding inzetten
Gemeente: 72 beg. groep WMO 125 beg. ind. WMO
Minder begeleiding inzetten
Fivelingo: 45 cliënten, 28 SW 17 arbeidsmatige dagbesteding
44
VG, GGZ combinatiegroepen Wasserij ook exploiteren voor andere groepen
Novo: 20 cliënten, waarvan 12 bij Lentis (8 WLZ en 4 WMO) en 8 WMO bij Julsinghatehuis
1,3
Sociale Ondernemingen (max 4) Uitgangspunt Novo dagbesteding niet op betaalde vierkante meters Ondernemers nemen taak op zich, bellen als iemand niet komt fitnessen. Fitness en ontbijt
Minder kosten voor Novo, meer opbrengst voor Fivelingo uitbreiding
SW&D Niet geïndiceerde zorg 26, allemaal 65 plus
3
‘Grip op Fit’ Vrijwillige vacaturebank ouderen Vrijwilligers begeleiden / Welzijnsbudget
?
? ? 18,5% korting 2015 ?
? ? ?
Noorderbrug? WerkPro? Lentis 32 clienten AC
32
Gebouwen /vervoer Vierkante meters en exploitatiekoste n boekwaarde ntb
26a-141.000 p/jaar 26-1700 p/mnd vervoer op eigen gelegenheid Minder kosten dan 1400 nu (Lentisgebouw)/ geen kosten vervoertaxi Julsinghatehuis binnen afspraken ntb
26-130.000 p/jaar geen vervoerskosten
NB: Er is een overlap van begeleiding groep en individueel en er is een overlap waarschijnlijk van ongeveer 25% van de ISD en de gemeente als het gaat om aantal cliënten. Aandachtspunten voor verder uitwerking van de mBC zijn:
19
Het zou helder moeten zijn wat de taakstelling van de Wlz is en wat de taakstelling Participatie is. Het is onduidelijk hoe dit loopt. De beweging is dat men zoveel mogelijk mensen in de Wlz wil hebben, omdat daar minder gekort wordt. Uiteindelijk is dit een beweging waar het zorgkantoor niet blij van wordt. Belangrijk om eenduidig te zijn over of Fte met of zonder overheadskosten gerekend wordt (bv Novo 1,2 zonder en 1, 55 met overhead). Vraag is of je de boekwaarde van de gebouwen ook moet meenemen. Ja, is het antwoord, dat creëert duidelijkheid op desinvesteringen Welke zaken zijn verder van belang: financiën, leeftijd, begeleiding, competentie. Dit moet nog 2 slagen dieper. De gemeente krijgt hier de komende tijd meer zicht op. Mensen maken nu nog gebruik van het overgangsrecht. In de loop van het jaar vinden gesprekken plaats en krijg je ook zicht of de indicatie terecht is vastgesteld. Er moet een onderscheid komen op het perspectief van mensen. Hebben zij langdurige begeleiding nodig of kunnen zij ook middels een kort traject naar een hogere trede worden gebracht. Trend is dat vrijwilligers steeds meer gaan begeleiden. Overschat dit niet. Zij hebben vaak ook wel weer een aanspreekpunt nodig. Verder zie je meer dat als iemand gegroeid is naar trede 5, dan kan deze persoon anderen van 2,3,4, weer erg goed helpen. Iets terugdoen. Bij de Prins Bernhardlaan maakt Novo de keuze niet voor huur te betalen. Fivelingo krijgt meer opbrengst uit de wasserij en kan iets meer vierkante meters gebruiken. Het pand van Lentis is echter groot. Hoe gaan wij hier mee om. De gebouwen moeten beter in kaart worden gebracht. Kosten, bezettingsgraad, vierkante meters.
20
5 5.1
Agenda voor de toekomst Foresight participatie en sociale cohesie
In een brede groep van 23 mensen is naar het jaar 2020 gekeken en hoe participatie en sociale cohesie er dan voorstaan. Hoe willen wij samenleven? Daarnaast proberen we een aantal concrete zaken uit te werken voor 2015-2016. Er werd in groepen gediscussieerd over de volgende onderwerpen stenen, personeel, participatie en sociale cohesie. Er werd een keer van groep gewisseld, waarbij er een persoon achterbleef die de mensen meenam in het gedachtengoed van de voorgaande groep. We laten hier de uitkomsten de revue passeren. Stenen - Wat is er nodig; wens inwoners staat centraal - Zorg zo veel mogelijk in kleinere eenheden in de buurt, ook de KDO functie in de buurt - Er is een steunpunt in de wijk; hier vinden allerlei activiteiten plaats, er kan informatie worden gegeven. Er is een sociale restaurantfunctie om samen te eten, dat verbind. Hiervoor is geen vaste vorm. De opzet is per plaats verschillend. Hangt af van de wens van de bewoners. - Inclusie van doelgroepen / multifunctionele doelgroepen - Wederkerigheid en economisch belang - Gebiedsfinanciering/populatiefinanciering is wellicht een goed alternatief voor de diverse financieringsstromen die er nu nog steeds zijn. - Continuïteit bieden
‘Zorg in kleinere eenheden in de buurt’. Opzet is afhankelijk van wensen en zorgvraag inwoners. Hoe gaan we de decentralisatie vormgeven? Vrijwilligers – sociaal team – in de wijk Faciliteren wij stenen of zijn wij aanjagers “Huisvesting zou moeten worden gefinancierd door de mensen die een aandeel er in hebben en er wat voor willen doen.” Naar voorbeeld van het zwembad dat dicht moest.
21
Personeel “Hebben we eigenlijk nog wel personeel in 2020? Of hebben we pools met specialisten en generalisten die samen met vrijwilligers en mantelzorgers/mensen in de wijk werken?” Het tendeert naar een mix van personeel, wel met alle mensen op een plek in de wijk. Uitgaande van 1 coördinator en professionals op dagbesteding, 24-uurs zorg, sociaal/welzijn en vrijwilligers ed. Dat maakt het makkelijk om personeel uit te ruilen en het goed samen te regelen. In een instelling is er een vaste kleine kern is en daarom heen zzp-ers die met een duidelijke opdracht en tijdspad hun werk doen. Voldoen ze niet dan vliegen ze er uit, ze moeten zich wel committeren aan de visie. Intramuraal- samenleving, burgers, vrijwilligers - extramuraal
Ook gemixte intramurale groepen. Onder een coördinator verschillende partijen actief. Wat is wens en wat is toekomst? Knelpunt wordt verwacht bij niveau 1 en 2. Dit was betaald werk, wordt overgenomen door vrijwilligers en mantelzorgers Participatie Tot nu toe was er de driehoek van overheid, zorgorganisaties en burgers. Er is een duidelijke beweging richting de burger. Er wordt een actievere rol van de burger verwacht, de rol van overheid en zorginstellingen veranderd hiermee ook. Een faciliterende rol daar waar er genoeg kracht zit bij de bewoners een rol van aanjager en ondersteuner als er minder kracht zit bij de bewoners.
22
Participatie: een actievere rol van de burger. De rol van zorgaanbieders en overheid veranderen hiermee ook. Slogans zijn - hele kleine schaal: begeleid wonen en werkzoekende actieve rol geven in maatschappij - intrinsiek motivatie/ houding om te participeren moet veranderen / noodgedwongen mentaliteitsverandering - rol overheid – belangrijk dat zij blijven faciliteren zodat burgers in beweging komen - gevaar voor grotere tweedeling nu pijn – euro’s en hart Huis van de wijk Men verwacht een verschuiving van toename zwaardere problematiek (van 5% naar 10%) en een verschuiving van onderkant van mensen die langer thuis blijven wonen omdat signalering, preventie beter wordt (van 80 naar 85%). Het is belangrijk dat er een prikkel georganiseerd wordt zodat uitruil normaal wordt. Sociale cohesie Gaat met name om verbindingen - met kerk en andere vrijwilligersorganisaties met rest van het dorp - principe van vlam aansteken en vlammetje brandend houden - focus op de zwakke plekken, daar waar de vlammen nog niet zijn - mensen die alleen zijn: netwerkcursus geven Verhoudingen veranderen - van aanbieder en gemeente die bepaalt naar - burger die bepaalt
23
- In de basis is veiligheid nodig: bed brood en bad Wijkeconomie - Ondernemers verbinden - Burgers verbinden - Samen optrekken, een voorbeeld is dat een vermogende burger ‘stenen’ financiert om actieve vrijwilligers te kunnen huisvesten in de wijk / civic economy – crowd funding
Sociale cohesie: verbinden van burger en lokale ondernemers, civic economy Stimuleer het kijken buiten eigen dorpskring. Soms kun je met meerdere dorpen samen activiteiten wel overeind houden De overheid en zorginstellingen moeten zichzelf de vraag stellen: waar ben ik voor Conclusie en praktische aanwijzingen 2015/2016 Burger staat steeds meer centraal: rol van de overheid en zorgpartijen verandert. Het lijkt of wij steeds meer op kleine schaal gaan denken. Wat is nodig in een bepaald gebied staat centraal. Dit hoeft niet haaks te staan op het WLP. Je kunt aansluiten bij het WLP. Sociale cohesie kijk waar de vlammetjes zelf gaan branden. Stimuleer dit op plaatsen waar dit niet het geval is. Financiering is nog steeds gefragmenteerd. De uitgangspunten van de WLZ geeft ook mogelijkheden om meer vraaggericht te werken. Het is belangrijk dat er een voorzieningenstructuur overeind blijft. De structuur die wij straks hebben is anders van opzet: civic economy Steunpunten in het dorp/ in de wijk, deze verschillend opgezet. Opzet is afhankelijk van behoefte in de buurt. Samendoen ontstaat wanneer er een sense of urgency wordt gevoeld. Verder is het afhankelijk van de bewoners. Hebben een aantal bewoners de capaciteit om overkoepelend te kijken en te stimuleren. Eerst was er de slag van introvert naar extravert. Nu is er de slag naar samendoen
24
( overheid, zorgpartijen en de samenleving) De toekomst gaat over verbinden. Dat vraagt om uitwisselingen van ideeën en denkbeelden. Burgers, ondernemers, zorgpartijen en overheid. Vragen: Krijgen wij straks vouchers voor vrijwilligerswerk dat wij hebben gedaan? Kunnen wij de financiering en regels nog verder vereenvoudigen?
- planning met tijdspad en mijlpalen; waarbij gemeente en zorgkantoor in de rol van opdrachtgever en regievoeren. 5.2
Planning met mijlpalen
Planning met tijdspad en mijlpalen vloeit voort uit de mBC; waarbij gemeente en zorgkantoor in de rol van opdrachtgever en regievoeren. En het sectoroverleg dienst doet als klankbordgroep. 5.3
Wie doet wat
DB van het sectoroverleg komt op korte termijn met voorstellen over hoe er verder gegaan wordt met de uitkomsten van het In voor zorg-traject en met name met het vervolg op het maken van de mBC voor arbeid en dagbesteding. Advies vanuit In voor zorg coach is - Werk de mBC arbeid en dagbesteding verder uit, specifiek op doelgroepen (niet alleen aantal maar ook typering) en begeleidingsbehoefte (trede op participatieladder) en type ondersteuning (niet alleen fte maar ook niveau van begeleiding en kosten); en ga alle gebouwen na op huur/koop voor welke termijn en wat betekent dit voor de kostenreductie op korte en lange termijn; - Betrek de uitgangspunten bij de uitwerking van de mBC door bv investering in ondersteuning op locatie ook daadwerkelijk te vertalen naar de praktijk (wat betekent dit dan voor een invulling in Delfzijl Noord).
25
Bijlage 1 Literatuur en andere bronnen Arbeidsmatige dagbesteding, beschut werk en arbeid. Gedeelde visie (15 mei 2014). Arbeidsmatige dagbesteding, Research voor Beleid (2006). Bakker, R. (mei 2014), Bestaande samenwerkingsverbanden arbeid en dagbesteding. Bakker, R. (2014), Bouwstenen in relatie tot participatietrede en benodigde interventies. Gebiedsatlas 2012 hoofdstuk 7, Zorg en Welzijn. Kadernota 2015-2018, Gemeente De Marne, Op koers in een bewegende samenleving. Overzicht voorzieningen (arbeidsmatige) dagbesteding van alle partijen in de regio DEAL-BMW. Verslagen overleg (arbeidsmatige) dagbesteding in de regio (2014). Vilans & Movisie (2013) Dagbesteding, Vernieuwing in arbeidsmatige dagbesteding. Vilans & Movisie (2013) Toekomstbestendige dagactiviteiten in groepsverband, inspiratiewijzer voor de transitie van AWBZ naar Wmo. Vragen en antwoorden Participatiewet, Baanafspraak en Quotumwet (2014). Websites -
http://www.zelfredzaamheidmatrix.nl/zrm.aspx
-
26
Bijlage 2 Bestaande samenwerkingsverbanden geïnventariseerd (mei 2014)
In september 2012 hebben NOVO en Fivelingo een overeenkomst opgesteld die moet leiden tot samenwerking en/of afname van diensten en producten onderling. In de overeenkomst is een uitgebreide beschrijving opgenomen van de werkzaamheden van beide stichtingen. De eerste stap die inmiddels gezet is, betreft het gebruik van NOVO van ruimte van Fivelingo in Delfzijl ten behoeve van ambulante cliënten en dagbesteding. Het beoogde doel is het vergroten van de instroom, doorstroom bij beide organisaties, alsmede uitstroom naar arbeid op betaalde en onbetaalde plekken in de samenleving, conform de vereisten van de nieuwe WMO. Tevens is de wens om de samenwerkingsvorm tot een gezamenlijk coördinatiepunt voor vrijwilligers, mantelzorgers, netwerkers e.d. te maken dat WMO bestendig is en dat naast de onderlinge samenwerking ook met andere partijen samenwerkt. Het is de intentie om klein te beginnen, laagdrempelig te zijn en zichtbaar voor nieuwe klanten. Van daaruit kan de ambitie verder worden uitgewerkt. De inzet: De Inzet is in 2008 gestart als een pilot. Het is een samenwerking tussen de ASWA, SW&D, de Noorderpoort en de ISD Noordoost om mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt toe te leiden naar passend vrijwilligerswerk voor minimaal 4 uur in de week. De Inzet zet lokale krachten in, legt contacten tussen mensen onderling, zorgt voor levendigheid in de wijken en dorpen en gaat uit van het samen doen. Samen bedenken wat mogelijk is en hoe het te organiseren of te ondernemen. Vanuit De Inzet wordt een gedegen vorm van begeleiding geboden, gebaseerd op het niveau van de deelnemer en met vaste contactpersonen. Het ambitieniveau van De Inzet is hoog: voor gemeenten de uitvoeringsen samenwerkingspartner zijn voor de Participatiewet en de WMO, daar waar het gaat om activering van burgers met een uitkering richting vrijwilligerswerk en daarmee een bijdrage te leveren aan de samenleving. Maar ook vraag en aanbod van het vrijwilligerswerk vanuit de lokale situatie organiseren en aansluiten op de bestaande lokale initiatieven. Veerkracht en doe-teams: (bron notulen gemeenteraad: In het project ‘Veerkracht’ werken de gemeenten Appingedam, Delfzijl en Loppersum samen aan het vormgeven van ‘participatie’ en ‘eigen kracht’ van inwoners. Decentralisatie en bezuinigingen dwingen gemeenten zaken af te stoten en deze aan inwoners over te laten. Binnen Veerkracht experimenteren professionals van dertien in de regio werkzame organisaties met praktijkgevallen. In 2014 zijn 4 doe-teams gestart. In 2010 is Fivelingo samen met NOVO een winkel gestart in de Dijkstraat in Appingedam. In de winkel worden artikelen verkocht die gemaakt zijn door NOVO en Fivelingo. Ook wordt er herstelwerk en verstelwerk uitgevoerd van gordijnen en kleding. De bezetting van de winkel bestaat uit medewerkers van Fivelingo en cliënten van NOVO. De leiding wordt wisselend uitgeoefend door een medewerker van Fivelingo en NOVO. Gemiddeld zijn 3 a 4 medewerkers van Fivelingo en 1 medewerker en 4 cliënten van NOVO actief. In aanvulling op de tekst over de samenwerking van Fivelingo en NOVO in Delfzijl kan worden opgemerkt dat al sinds 1998 door Fivelingo wordt samengewerkt met Lentis, ’s Heerenloo Opmaat en PGB’s. Ook door de Hoven en ISD Noordoost is samengewerkt in Delfzijl met Fivelingo binnen de afdeling Jobber Werkervaring. In 2011 zijn met 2 groenbedrijven zgn. sociale joint ventures gestart. Het betreft groenvoorziening A. J. van der Werf uit Bedum en Vertisol omgevingsbeheer uit Wagenborgen. De doelstelling van deze joint ventures is om medewerkers van Fivelingo via detachering of begeleid werken te plaatsen in regulier werk bij deze ondernemers. De dagelijkse leiding berust bij de bedrijven en Fivelingo zorgt voor de begeleiding van
27
werkgever en werknemer. Momenteel zijn gemiddeld 32 medewerkers van Fivelingo actief binnen deze sociale joint venture. In 2013 hebben Fivelingo en schoonmaakbedrijf Visschedijk uit Hengelo een sociale joint venture afgesloten. De doelstelling is hetzelfde als bij de groenbedrijven. Visschedijk heeft de gunning gekregen van de schoonmaak van de gemeentelijke gebouwen van de DALgemeenten. Fivelingo is momenteel bezig met de voorbereiding van een sociale joint venture met Taxi van Dijk. Momenteel zijn 6 medewerkers gedetacheerd bij Taxi van Dijk als chauffeur. Daarnaast huurt Taxi van Dijk vanaf 1 maart 2014 kantoor en bedrijfsruimte bij Fivelingo. Lentis heeft samenwerkingsverbanden op het gebied van werk en dagbesteding met een aantal zorgboerderijen en werkprojecten. Dit is vooral voor cliënten met een AWBZindicatie Begeleiding Groep die zowel bij Lentis als bij een andere instelling hun dagbesteding genieten. We werken dan samen als hoofd- en onderaannemer. In de DALgemeenten werken we samen met: Jobber/Fivelingo, Novo, DeFactor, Fivelstee en WerkPro.
28
www.invoorzorg.nl
29