18-11-2014 (vermeld op NVLF website onder Nieuws) 15 MILJOEN KORTING OP LOGOPEDIE IS ONVERANTWOORD NVLF: Contracteerproces moet op de helling om inkoopmacht zorgverzekeraars aan banden te leggen Woerden – 18 november 2014 Logopedisten roepen de Tweede Kamer op om de structurele bezuiniging van 15 miljoen euro op logopedie tegen te gaan. Het ministerie van VWS heeft deze korting vanaf volgend jaar ingeboekt omdat zorgverzekeraars logopedische zorg 25 procent onder het officiële NZa-tarief inkopen. Maar volgens de Nederlandse Vereniging voor Logopedie en Foniatrie (NVLF) dwingen zorgverzekeraars een te lage vergoeding af die niet verantwoord is. Logopedisten zien dat patiënten de dupe worden omdat de kwaliteit van zorg onder de lage tarieven te lijden heeft. Woensdag wordt in de Tweede Kamer de begroting van het ministerie van VWS behandeld. In de begroting van VWS wordt voorgesteld om vanaf 2015 structureel 15 miljoen euro te bezuinigen op logopedische zorg. Dit wordt gedaan omdat er al een aantal jaren minder aan logopedie wordt uitgegeven dan begroot. De zorgverzekeraars kopen namelijk logopedische zorg in tegen veel lagere tarieven, is de verklaring die VWS bij de cijfers geeft. De NVLF heeft Kamerleden per brief laten weten zéér ongerust te zijn over de toekomst van zorg aan kinderen met een spraak-/taalstoornis of ouderen met een afasie. NVLF-voorzitter Theo de Koning: “De zorgwekkende verhalen van logopedisten kom ik overal in het land tegen. De zorg is op deze manier niet vol te houden. Innoveren en werken aan kwaliteit wordt nagenoeg onmogelijk. Logopedisten worden dubbel gepakt door de lage tarieven van zorgverzekeraars en de bezuiniging op het budget. Ik roep de Kamerleden op om in te grijpen in het contracteerproces. De NZa moet echt de rol gaan krijgen van waakhond en opkomen voor het belang van goede en toegankelijke zorg. De nadruk op betaalbaarheid slaat nu door in excessen, doordat zorgverzekeraars wordt toegestaan alleen op prijs in te kopen.” TEGENSTRIJDIG BELEID De NVLF constateert twee niet met elkaar te verenigen tegenstrijdigheden:
• •
De NZa heeft na een uitgebreid kostenonderzoek vastgesteld dat de tarieven voor logopedie in 2015 omhoog moeten om goede logopedische zorg voor patiënten mogelijk te maken en in de toekomst mogelijk te houden. VWS boekt een bezuiniging in omdat zorgverzekeraars niet tegen hogere tarieven inkopen, zoals de NZa aanbeveelt, maar juist tegen wurgtarieven. Theo de Koning: “VWS staat deze scheve verhouding in het contracteersysteem niet alleen oogluikend toe, maar maakt zelfs dankbaar gebruik van de inkoopmacht en contracteerpraktijken van zorgverzekeraars. Die leiden ertoe dat zonder adequate mogelijkheid tot onderhandeling bodemprijzen worden afgedwongen. Er wordt niet of nauwelijks gecontracteerd op kwaliteit. Dit is tegen het advies van de NZa om redelijke tarieven te hanteren in, maar de NZa staat erbij, kijkt ernaar maar grijpt niet in.” Iedereen is het ermee eens dat de zorgkosten moeten dalen en iedereen wil zo min mogelijk premie betalen. De keerzijde is dat logopedisten klem zitten en alleen kunnen ‘tekenen bij het kruisje’. Patiënten zijn de dupe, want praktijken kunnen niet investeren of leven op de rand van een economisch gezond bestaan. Van betere zorg in de buurt komt weinig terecht. ONDERZOEK NAAR INKOOPMACHT De NZa gaat nu onderzoek doen naar de inkoopmacht van de vier grote zorgverzekeraars naar aanleiding van de noodkreten van logopedisten en andere (para)medici. Theo de Koning: “Dat is hard nodig en wordt de hoogste tijd. Dan is het wel van belang dat de NZa de juiste vragen stelt: ‘Hoe kunnen we het inkoopproces zo verbeteren dat goede zorg voor mensen duurzaam houdbaar is?’ en ‘Welke rol zou de NZa hierin moeten vervullen als marktmeester?’ en ‘Hoe stimuleren we zorgverzekeraars niet alleen op prijs, maar op kwaliteit in te laten kopen?’ Ik wil binnenkort met VWS, de NZa en de zorgverzekeraars om tafel voor afspraken hoe we de kwaliteit van zorg transparanter kunnen maken.”
Voor aanvullende informatie klik hier 1
19-11-2014 (vermeld op NVLF website onder Nieuws) NZA WIL DEREGULERING: WAT BETEKENEN VRIJE PRIJZEN VOOR DE LOGOPEDIE Begin deze week bracht de NZa het rapport Signalering deregulering eerstelijns zorgmarkten uit. Hierin kondigt de NZa aan om te willen dereguleren in de eerstelijn. Per beroepsgroep wordt geanalyseerd hoe deregulering kan plaatsvinden. Ook de logopedie wordt genoemd. Wat betekent deregulering? Deregulering is het verminderen van officiële regelingen, wetten en bemoeienissen van overheidswege zoals het ministerie van VWS en de NZa. De NZa wil op korte termijn (mogelijk al per 2016) het tarief voor logopedie vrijgeven en een facultatieve prestatie toevoegen. Wat is een facultatieve prestatie? Een facultatieve prestatie is een nieuwe prestatie die zorgaanbieders en zorgverzekeraars samen afspreken. Zij sturen deze prestatie voor een korte controle naar de NZa. Als aan de voorwaarden is voldaan, voegt de NZa de prestatie toe aan de prestatiebeschikking. Vanaf dat moment kunnen ook andere zorgaanbieders deze prestatie leveren. Waar komt dit voornemen van de NZa vandaan? In de bestaande zorgmarkt contracteren zorgverzekeraars al ruim onder het huidige maximumtarief. Patiënten kunnen kiezen tussen een groot aantal aanbieders in hun regio. In deze markt kopen zorgverzekeraars scherp in, ruim onder het maximum tarief. Dit is de belangrijkste reden voor de NZa om vrije prijzen voor de logopedie in te voeren. Wat is het voordeel van deregulering? Op dit moment ziet de NVLF geen voordeel in vrije prijzen. Aangezien de zorgverzekeraars onder de maximum tarieven kunnen contracteren –en dit ook ruimschoots doen-, ervaren logopedisten al enkele jaren negatieve gevolgen. Zonder maximum tarief wordt het ondoorzichtig waaruit het tarief voor een logopedische behandeling opgebouwd moet zijn. Is er ruimte voor inbreng in het proces? De NZa zegt met de beroepsvereniging te zullen spreken over de mogelijkheden en effecten van volledig vrije tariefregulering. Een uitnodiging voor gesprek is 19 november ontvangen. De voors en tegens zullen we goed op een rij zetten. Uiteindelijk zal het ministerie van VWS de vrije prijzen moeten goedkeuren. Betekent vrije prijzen dat logopedie uit het basispakket gaat? Nee, tariefregulering staat los van de aanspraak verzekerde zorg basisverzekering. Bij invoering vrije prijzen gaat het over de vergoeding logopedie aan de logopedist. Het gaat niet over de aanspraak die de patiënt kan maken op de verzekerende zorg wat onder de basisverzekering van de zorgverzekeringswet valt. Wanneer gaat de NVLF aan de slag? In de jaarplannen 2015 heeft de NVLF rekening gehouden met veranderingen rond de prijzen voor logopedie. In de NZa-monitor zorginkoop beschreef de NZa al het voornemen om logopedie langs de meetlat te leggen om te bekijken of vrije prijzen voor logopedie een optie kan zijn.
2
27-11-2014 (vermeld op NVLF website onder Nieuws) RISICO-INVENTARISATIE EN –EVALUATIE VOOR LOGOPEDIE GOEDGEKEURD De NVLF heeft een risico-inventarisatie en –evaluatie (RI&E) methodiek voor haar leden ontwikkeld. De RI&E logopedie is erkend voor de toetsingsvrijstelling. Bedrijven met 25 medewerkers of minder die gebruik maken van dit instrument en onder deze branche vallen, hoeven de RI&E niet te laten toetsen Iedere werkgever is verplicht een RI&E uit te voeren ongeacht de omvang van het bedrijf. Daarnaast moet een werkgever een Plan van Aanpak opstellen. Met een RI&E worden risico’s in kaart gebracht die te maken hebben met de arbeidsomstandigheden van werknemers. Hoewel in eerste instantie bedoeld voor het personeel in loondienst, kan je de RI&E ook betrekken op de overige werkzame personen binnen de praktijk. De RI&E richt zich niet op patiënten. Voor erkenning van de RI&E was goedkeuring door de werknemerspartijen in de branche nodig. Om de RI&E te kunnen beoordelen vroegen de vakbonden een advies van een derde partij. De NVLF heeft hiervoor de RI&E logopedie met positief resultaat laten beoordelen door een adviesbureau. Het Landelijk Steunpunt heeft dit advies overgenomen. Dankzij deze erkende RI&E voor logopedisten ondersteunt de NVLF de leden bij het maken van de RI&E. Dit scheelt tijd en geld. De RI&E logopedie vindt u op de NVLF-site en op http://www.rie.nl/rie-instrumenten/logopedisten
09-12-2014 (vermeld op NVLF website onder Nieuws) HERZIENE BEROEPSCODE VOOR LOGOPEDISTEN De NVLF heeft de beroepscode voor logopedisten herzien. Zo zijn er wijzigingen aangebracht op basis van veranderingen in onder andere wet- en regelgeving. Ook zijn er aanpassingen gedaan waar de tekst eerst onduidelijk was. De herziening is uitgevoerd in samenwerking met het Nederlands Paramedisch instituut (NPi) onder verantwoordelijkheid van werkgroep van zes logopedisten uit verschillende werkvelden, een vertegenwoordiging vanuit het Studierichting overleg Logopedie (SRO-L) en het College van Toezicht. De nieuwe tekst is eveneens voorgelegd aan een gezondheidsjurist. De beroepscode bestaat uit 18 artikelen. Deze artikelen zijn onderverdeeld in de volgende hoofdstukken: definities, beroepsuitoefening, behandeling van cliënten, collegialiteit, stagiaires, publiciteit. Door te beschikken over een beroepscode geven de beoefenaren als beroepsgroep hun professie gestalte en wordt een nadere invulling gegeven aan de wettelijke bepalingen. Logopedisten laten via de beroepscode blijken tot een speciale groep te behoren met eigen normen voor het gedrag, met een eigen traditie en eigen groepsbewustzijn. Zij laten daarmee zien wie zij willen zijn en wat anderen van hen mogen verwachten. Bovendien is de beroepscode voor logopedisten een onderdeel van het verenigingsbrede kwaliteitsbeleid, omdat de beroepscode gebruikt wordt als toetsingsnorm. De NVLF beoogt hiermee de kwaliteit van de beroepsuitoefening te waarborgen en te bewaken. Logopedisten kunnen met collega’s of in de kwaliteitskring aan de hand van (onderdelen van) de beroepscode hun eigen handelen toetsen. De beroepscode is te downloaden op de website www.ikbenlogopedist.nl onder het kopje Kwaliteit.
3
16-12-2014 (vermeld op NVLF website onder Nieuws) NVLF ZET METEN KLANTERVARING CENTRAAL MET COLLECTIEF CONTRACT VOOR LEDEN Kennis over klantervaring vormt een belangrijke bron van informatie om de logopedische zorg en praktijkvoering te verbeteren. Als onderdeel van het NVLFkwaliteitsbeleid heeft de NVLF in het kader van het project “Werken vanuit patiëntenperspectief” in 2008 vragenlijsten voor het meten van de klantervaring onder kinderen, jongeren en volwassenen ontwikkeld en aan de leden beschikbaar gesteld. Aangezien de NVLF het meten van klantervaringen uit kwaliteitsoogpunt belangrijk vindt, is dit najaar de toezegging gedaan om de leden een aantrekkelijk aanbod te doen om klantervaringsonderzoek (KEO) uit te (laten) voeren. Dit aanbod zet de NVLF in om de kwaliteit van de logopedie verder te versterken. Afhankelijk van de praktijksituatie en wensen van de logopedist doet de NVLF een gedifferentieerd aanbod. Uit de volgende opties kan gekozen worden: OPTIE 1. VAN TOEPASSING OP CONTRACTEN MET ZORGVERZEKERAARS ZONDER EEN APART KEO-TARIEF: Voor deze leden wordt een collectief contract met CTO-logo afgesloten. Zij kunnen in 2015 op kosten van de NVLF een KEO laten uitvoeren bij CTO-logo. De NVLF kan beschikken over de geanonimiseerde gegevens. OPTIE 2.VAN TOEPASSING OP UITSLUITEND ACHMEA-CONTRACT MET KEUZE VOOR KEO-TARIEF: Hiervoor is de basisovereenkomst getekend; het meetbureau naar keuze moet voor 31 december bekend gemaakt zijn bij Achmea. Dit zijn MediQuest en Qualizorg. Logopedisten krijgen in 2015 van de NVLF een bedrag van 30 euro per deelnemende werknemer die tevens lid van de NVLF is. OPTIE 3. VOOR LOGOPEDISTEN WERKZAAM IN HET ONDERWIJS EN IN INSTELLINGEN: Voor NVLF-leden, werkzaam in het onderwijs, instellingen en preventieve logopedie, die willen deelnemen aan klantervaringsonderzoek zal de NVLF in 2015 vragenlijsten ontwikkelen. Zij kunnen dan in 2015 starten met het verzamelen van patiëntervaringen.Is er geen gelegenheid om binnen de eigen werksetting een KEO uit te voeren, dan is het alternatief om, tegen gereduceerd tarief, de training Klaar voor de markt te volgen of aanwezig te zijn op het NVLF congres 2015. Op deze manier wil de NVLF alle leden steunen door te investeren in kennis en kwaliteit. EEN COLLECTIEF CONTRACT AAN DE BASIS VOOR KWALITEIT VAN ZORG De afgelopen jaren hebben logopedisten op vrijwillige basis klantervaringsonderzoek laten verrichten. Hetzij door zelf de vragenlijsten te gebruiken, hetzij met behulp van CTO-logo en -in mindere mate- met Qualizorg en MediQuest. Deze drie meetbureaus hebben een offerte uitgebracht voor een collectief contract 2015 met de NVLF. Als voorwaarde was een contractperiode van 1 jaar gesteld. Behalve een goede prijs-kwaliteitverhouding wil de NVLF vrij kunnen beschikken over de branche-data. Deze gegevens zijn immers van grote waarde om te anticiperen op ontwikkelingen binnen de zorg. Uit de beoordeling bleek dat CTO-logo prijstechnisch de voorkeur heeft, het duurst is Qualizorg. Op basis van deze beoordeling zal de NVLF voor 2015 een collectief contract afsluiten met CTO-logo, waar de leden gebruik van kunnen maken (optie 1). Daarnaast zal de NVLF volgend jaar met meerdere partijen afspraken maken over het continu verzamelen van logopedische data. WAT SPEELT ER OP DE ACHTERGROND MEE? Dit jaar doet het Klantervaringsonderzoek (KEO) zijn intrede in de contracten. Achmea biedt hiervoor een opslag van 1 euro boven op de standaardovereenkomst voor logopedie indien de vragenlijst via een online systeem wordt uitgezet en verwerkt. Al met al heeft het langer geduurd voordat we de leden over KEO kunnen berichten dan
4
aanvankelijk de bedoeling was. Het NVLF-bestuur betreurt deze gang van zaken aangezien er aan het onderwerp veel waarde wordt gehecht. De NVLF wil de leden graag hiermee van dienst zijn. Een aantal zaken ligt hieraan ten grondslag: KEO EN ACHMEA Met Achmea is in meerdere overlegstadia over KEO gesproken. Waar het aanvankelijk nog toekomstmuziek leek, was klantervaringsonderzoek na de zomer ineens een serieuze optie. De sterke indruk bestond dat Achmea alleen met Qualizorg zaken wilde doen. Niet acceptabel voor de NVLF omdat logopedisten dan geen keus zouden hebben uit meerdere meetbureaus. Het is uiteindelijk gelukt om ook MediQuest en CTO-logo in beeld te brengen. Het resultaat is dat Achmea MediQuest wel accepteert als meetbureau, maar CTO-logo niet, hoewel deze laatste op 31 oktober een officiële certificering ontving. Een deel van de ca. 140 logopedisten die van CTO-logo gebruik maken wordt nu gedwongen naar een ander duurder meetbureau over te stappen als zij van Achmea een hoger tarief willen ontvangen. Een ongewenste, maar voor 2015 onvermijdelijk gevolg. Om KEO-gegevens op uniforme wijze vast te leggen heeft de NVLF zelf een branchebrede vragenlijst opgesteld die voor de patiënt, logopedist, beroepsvereniging en zorgverzekeraars van belang zijn. Deze vragenlijst wordt aan alle zorgverzekeraars beschikbaar gesteld, die op basis van KEO hogere tarieven willen aanbieden. Tot op heden weigert Achmea deze lijst – die in overleg met hen en de meetbureaus tot stand kwam- te erkennen. De verzekeraar wil exclusief met de vragenlijst van meetbureau Qualizorg werken. Hierdoor krijgt dit meetbureau het alleenrecht op de vragenlijst en zou de NVLF, bij gebruik ervan, een fors bedrag moeten betalen. Dit is niet acceptabel voor de NVLF: een reden te meer om het verrichten van klantervaringsonderzoek bij meerdere partijen onder te brengen teneinde het monopoliseren van dataverzameling tegen te gaan.
16-12-2014 (vermeld op NVLF website onder Nieuws) NZA-ONDERZOEK CONTRACTERING ZORGVERZEKERAARS De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) krijgt veel klachten over het contracteerproces, onder andere ook van logopedisten. Daarom zal de NZa de uitkomsten van de zorgcontractering 2015 onderzoeken. Zo zullen zorgverzekeraars moeten laten zien met welke zorgaanbieders zij in 2014 en 2015 een contract hebben gesloten. Per zorgverzekering wordt daarmee het zorgaanbod in kaart gebracht en kan worden bepaald of er voldoende zorg is gecontracteerd in verband met de zorgplicht. De NZa wil dit onderzoek specifiek uitvoeren voor logopedie, fysiotherapie, verloskunde en de GGZ. Vorige week hebben de betrokken partijen, waaronder de NVLF, met de NZa gesproken over de invulling van het onderzoek dat start in december. De eerste resultaten zijn naar verwachting in februari 2015 bekend. Dit is het eerste onderzoek in een reeks van onderzoeken naar de werking van het zorgstelsel, dat de NZa de komende periode gaat uitvoeren. In 2015 wordt ook onderzoek gedaan naar het selectief contracteren door zorgverzekeraars en de inkoopmacht van zorgverzekeraars. Daarnaast heeft de minister van VWS de NZa verzocht om de toegankelijkheid en de werking van het stelsel (acceptatieplicht verzekeraars/voorkomen risicoselectie door zorgverzekeraars) te onderzoeken. De NVLF wordt ook hierbij betrokken. Klik hier voor het bericht van ministerie van VWS.
15 januari 2015 Tweede Kamer Binnenhof Gesprek met Brigitte van der Burg. (VVD)
signalering spraaktaalstoornissen stroomschema 2015.pdf
5
Namens de NVLF: Lisa Boekel, Monique de Kruijf, Theo de Koning Mevrouw Van der Burg is geïnteresseerd in de logopedie vanwege het project Taalvaardigheid dat zij samen met de Kamerleden Malik Arzami, Karin Strauss en Anne Mulder heeft geïnitieerd. Van der Burg is niet enthousiast over de VVE, maar wel over initiatieven als voorleesacties. Het is niet mogelijk om als NVLF te participeren in / mee te werken aan het project Taalvaardigheid van de VVD Zij vraagt om haar op de hoogte te brengen van relevante ontwikkelingen en adviseert: • contact zoeken met gemeenten; het mag dan zo zijn dat onze ervaring is dat gemeenten hebben bezuinigd op preventieve logopedie, maar volgens haar is het tij aan het keren o.a. vanwege de toedeling van de financiën aan de gemeenten en de participatiewet. • de waarde van de logopedie weer bij gemeenten onder de aandacht te brengen. Immers, indien de gemeenten zien dat ze vanwege de prev. Logopedie minder uit hoeven te geven in het vervolgtraject, dan zit daar een financiële prikkel. • best practices portal jeugdzorg. • update maken van rapport De Waarde van de Logopedie eind 2015 (transitie) • Kamerleden uitnodigen voor bedrijfsbezoek; niet algemene uitnodiging, maar gerelateerd aan specifiek onderdeel dat op dat moment in de politieke schijnwerper staat. • aandacht voor CJG en JGZ en samenwerkingsverbanden passend onderwijs. • Praktijkondersteuner huisartsen (POH).
19-01-2015 (vermeld op NVLF website onder Nieuws) NVLF AANWEZIG BIJ ZORGDEBAT OVER ROL ZORGVERZEKERAARS Vanmorgen debatteren de Tweede Kamerleden Bruins Slot (CDA), Dijkstra (D66) en Ellemeet (GroenLinks) met vertegenwoordigers uit de zorg over de rol van de zorgverzekeraars. NVLF-voorzitter Theo de Koning woont namens de logopedisten het debat bij. Vorige week stuurde de NVLF een brief aan de Kamerleden naar aanleiding van het ongenoegen over de contracten met de zorgverzekeraars. Hieronder de tekst van de brief.
Geachte mevrouw Bruins Slot, Dijkstra en Ellemeet, Op de eerste plaats wil ik u danken voor het initiatief om een rondetafelgesprek te organiseren met een brede vertegenwoordiging uit de zorg van zorgaanbieders, patiënten en zorgverzekeraars. Met elkaar maken deze 3 geledingen het zorgstelsel. Daarin zijn ze onderling gelijkwaardig en evenredig verantwoordelijk voor een doelmatige en kwaliteitsbewuste uitvoering van afspraken die horen bij het zorgproces dat primair gericht is op het beter maken van mensen met een gezondheidsklacht. De rol van de zorgverzekeraars, als één van de drie partijen, heeft in dit zorgstelsel de afgelopen jaren een te dominante plek gekregen. De noodzaak tot kostenbeheersing die hiertoe aanleiding gaf, is weliswaar een politieke keuze voor een maatschappelijk dilemma om zorg ook op de langere termijn toegankelijk en betaalbaar te houden, maar de effecten van dit beleid op de zorgaanbieders zijn niet langer in lijn met het beoogde doel. De kritiek van de NVLF, de beroepsvereniging van logopedisten, op de zorgverzekeraars is u niet onbekend. U heeft meerdere malen in debatten met de minister van VWS, mevrouw Schippers, onze uiterst benarde positie als gevolg van de opstelling van zorgverzekeraars naar voren gebracht. Evenwel is tijdens de afgelopen contracteerronde feitelijk niets veranderd aan de opstelling, ondanks eerdere bezwaren die de NVLF kenbaar maakte bij de NZa. Een rondgang langs onze leden leert dat 90% een (zware) onvoldoende geeft voor de waardering over het contracteerproces. Tweederde laat weten dat er geen contact mogelijk is met zorgverzekeraars. Logopedisten die wel contact zoeken zijn uitermate ontevreden over de openheid: 45% noemt de gesloten sfeer als negatieve factor op het contracteerproces. De mogelijkheid om tot dialoog te komen met zorgverzekeraars is dramatisch laag: 84% geeft aan dat er geen inbreng is voor eigen wensen.
6
Ruim 90 % is ontevreden over de reacties van zorgverzekeraars op essentiële vragen die te maken hebben met de tarieven, contractvoorwaarden of zaken van procedurele aard. In tegenstelling tot dit grote ongenoegen sluit toch een meerderheid van de logopedisten (ruim 90%) een contract, maar ervaren dat dit gebeurt onder druk en dwang. De conclusie is dat dit zorgstelsel geen enkel perspectief geeft, noch bedrijfseconomisch, noch zorginhoudelijk, zodat logopedisten zich richten op kwalitatief goede zorg voor de patiënt. Het is de beroepsethiek van de logopedist die hem of haar ervan weerhoudt dat de patiënt de dupe wordt. Dit laatste is misschien nog wel het meest wrange en tegelijk ook het meest onzichtbare probleem waar dit zorgstelsel aan lijdt. Zorgverleners werken door tot ze er bij neervallen. Omdat ze begaan zijn met de patiënt en hulp willen bieden zolang het kan. De positie van de beroepsgroep staat hierdoor onder grote druk, niet alleen vanwege de lage tarieven. Het is vooral de gevoelde onmacht en de toenemende tijdsdruk om aan eisen te voldoen die eenzijdig worden opgelegd. De weg uit deze neerwaartse spiraal is als zorgaanbieders, patiënten en zorgverzekeraars de intentie hebben om te erkennen dat er grenzen zijn aan wat gevraagd, gedaan en betaald kan worden. Wat er vervolgens wel gevraagd, gedaan en betaald wordt is in overeenstemming met de waarde van (herstelde) gezondheid als factor om te kunnen bijdragen aan de maatschappij. De samenhang tussen kosten en baten (en waar de kosten worden neergelegd) zal uiteindelijk voor een meer gedragen visie op een ander zorgstelsel kunnen zorgen.
28-01-2015 (vermeld op NVLF website onder Nieuws) TWEEDE KAMER BIJEEN IN BIJZONDERE PROCEDURE OVER ROL ZORGVERZEKERAARS Onderhandelingsruimte voor de beroepsvereniging is zeer gewenst. Op initiatief van Kamerleden Corinne Ellemeet (GroenLinks), Hanke Bruins Slot (CDA) en Pia Dijkstra (D66) organiseerde de Tweede Kamer op 19 januari een rondetafelgesprek. Uitgenodigd waren deskundigen, zorgverzekeraars en vertegenwoordigers van patiënten en artsen om te praten over het zorgstelsel en de rol van zorgverzekeraars. De NVLF, in de persoon van de voorzitter Theo de Koning, was bij de bijzondere procedure van de Kamer aanwezig. De Kamerleden Ellemeet, Bruins Slot en Dijkstra wilden van de diverse sprekers weten hoe zij erover dachten de rol van zorgverzekeraars aan te passen. Het functioneren van zorgverzekeraars meer in dienst van de patiënt, zoals het in de uitnodiging zo mooi stond. Deze benadering van het majeure probleem dat de eenzijdige zorgmacht met zich meebrengt, stond haaks op de grieven van de NVLF. Voor logopedisten staat de verhouding tot de zorgverzekeraars gelijk aan: tekenen bij het kruisje, te lage tarieven, geen reële mogelijkheid om te onderhandelen over tarieven, geen transparantie. Samengevat: overgeleverd zijn aan de zorgverzekeraars. Dat de NVLF daar niet alleen in staat bleek al direct bij aanvang. Ella Kalsbeek noemde namens de huisartsenvereniging LHV dit ook. De NVLF had dezelfde ergernissen tevoren al schriftelijk ingebracht bij de drie Kamerleden. Al was dat niet hèt onderwerp waar de Kamerleden het over wilden hebben, het werd maar weer eens onder de aandacht gebracht wat leidde tot de opmerking dat de contracteerproblemen bekend zijn en de NZa al begonnen is met een onderzoek naar de verhouding inkoop- en verkoopmacht. Bouwen op vertrouwen Waar het dan wel over ging? Over de wijze waarop de rol van zorgverzekeraars kan worden aangepast en verbeterd zodat zij meer in dienst van de patiënt gaan functioneren. Een aantal deskundigen mocht zijn visie geven: huisartsen, paramedici, wetenschappers (Erasmus), ziekenhuizen, patiënten/consumentenvereniging en ook enkele zorgverzekeraars. Het woordje vertrouwen werd vaak genoemd. Kwaliteit moet leidend zijn terwijl nu vooral ‘de prijs’ bepalend lijkt. Solidariteit versus marktwering, het grote aantal polissen, de juridische onduidelijkheid over het minimumbedrag dat zorgverzekeraars moeten vergoeden, risicoselectie en ga zo maar door. Naarmate de klachtenlijst langer werd des te meer werd er duidelijk dat we met z’n allen verstrikt zijn in de regels. Of zoals Chris Oomen (DSW en altijd de luis in de pels van de zorgverzekeraars) het stelde; verstikt in
7
regelgeving. Zijn pleidooi was dan ook zorgverzekeraars zich moeten beperken tot uitvoering in de geest van de wet en niet regeltje op regeltje stapelen met uitzonderingen met weer meer regels tot gevolg. Hij heeft natuurlijk gelijk, al kan de Kamer daar ook niet zoveel mee. Af van verstikkend regels, onderhandelingsruimte voor de beroepsgroep De patiënten, de zorgaanbieders, zelfs de zorgverzekeraars hebben last van die regels. Dat geeft dan wel weer hoop. Die verstikkende regels vereisen een andere samenwerking en een aangepast zorgstelsel. Achmea sprak uit er voorstander van te zijn om collectieve afspraken met de beroepsgroepen te maken. Dat hebben we gehoord en genoteerd. Net zo goed als we onlangs in een gesprek met de directie van VGZ vernamen dat ze berichtgeving aan logopedisten niet juist hadden gedaan. Zien we hier tekenen van een verandering om uit de huidige systeemstarheid te komen? Wat mij betreft wel. Graag voeg ik daar maar meteen een andere zeer gewenste aanpassing aan toe: onderhandelingsruimte voor de beroepsvereniging.
8
29-01-2015
TWEEDE KAMER
DER
STATEN-GENERAAL
2
Vergaderjaar 2014-2015 29 689
Herziening Zorgstelsel
Nr. NADER GEWIJZIGDE*)
MOTIE VAN DE LEDEN LEIJTEN EN DIKDIK-FABER Ter vervanging van die gedrukt onder nr. 568 Voorgesteld De Kamer, gehoord de beraadslaging, overwegende dat er bij de inkoop van huisartsenzorg conflicten zijn ontstaan tussen huisartsen en zorgverzekeraars, waarbij huisartsen zich in verband met de Mededingingswet niet mochten verenigen; Verzoekt de regering te onderzoeken of er voor de eerste lijn een uitzondering op de Mededingingswet mogelijk is – zoals ook is vormgegeven in de beleidsregel Mededinging en Duurzaamheid – zodat het patiëntbelang gediend wordt. en gaat over tot de orde van de dag. Leijten *) i.v.m. wijziging dictum Dik-Faber 9
05-02-1015 – (vermeld op NVLF website onder Nieuws) KAMER STEUNT MOTIE OM WERKING MEDEDINGINGSWETGEVING EERSTELIJNSZORG TE ONDERZOEKEN NVLF is verheugd. De Tweede Kamer heeft dinsdag 3 februari een motie van SP/ChristenUnie aangenomen, waarin het Kabinet wordt verzocht te onderzoeken of er voor de eerstelijnszorg een uitzondering op de Mededingingswet mogelijk is. De NVLF is hier zeer verheugd over, na jarenlang aandringen bij het ministerie van VWS en de Tweede Kamer dat er een oplossing nodig is voor de belemmeringen in de Mededingingswet met betrekking tot de onderhandelingspositie. Naar aanleiding van het 30-ledendebat (29 januari) over de rol van zorgverzekeraars is de motie Van Leijten/Dik-Faber dan nu door de Kamer aangenomen. De overwegingen luiden: "overwegende dat er bij de inkoop van huisartsenzorg conflicten zijn ontstaan tussen huisartsen en zorgverzekeraars, waarbij huisartsen zich in verband met de Mededingingswet niet mochten verenigen; Verzoekt de regering te onderzoeken of er voor de eerste lijn een uitzondering op de Mededingingswet mogelijk is – zoals ook is vormgegeven in de beleidsregel Mededinging en Duurzaamheid – zodat het patiëntbelang gediend wordt." De motie is ingediend naar aanleiding van de antwoorden op Kamervragen die de SP heeft gesteld over het inkoopproces van huisartszorg. De huisartsen beklaagden zich erover dat ze, net als logopedisten, niet collectief mogen onderhandelen op grond van de Mededingingswet. Samen onderhandelen, bijvoorbeeld via de beroepsvereniging, zou leiden tot kartelvorming. Dit is in strijd met marktwerking en concurrentie in de zorg. Het alternatief zou zijn dat zorgverleners individueel onderhandelen met de zorgverzekeraars, maar die beginnen daar niet aan. Te bewerkelijk, teveel administratie. Daarom worden er contracten opgesteld waarover niet te onderhandelen valt: tekenen bij het kruisje. De motie levert op dat er gezocht wordt om het onderhandelingsproces in de eerstelijn te verbeteren. Dit gebeurt samen met de ACM. De minister van VWS staat hiervoor open. De vraag blijft of de NVLF als beroepsvereniging de rol van onderhandelaar kan innemen of dat er naar andere vormen van collectieve onderhandeling gezocht zal worden.
11-02-2015 - (vermeld op NVLF website onder Nieuws) NVLF informeert Kamerleden over belang preventieve logopedie Pedagogische kwaliteit VVE-groepen verschilt nauwelijks van kwaliteit reguliere groepen. De vaste commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid besprak 5 februari het rapport Pedagogische kwaliteit van de opvang voor 2-4 jarigen in peuterspeelzalen in 2013. Voorafgaand aan dit overleg stuurde de NVLF onderstaande reactie aan enkele Kamerleden. De NVLF, de beroepsvereniging van logopedisten, heeft dit rapport met grote interesse gelezen. Een van de conclusies is dat de pedagogische kwaliteit in de VVE-groepen (aangeboden in peuterspeelzalen) nauwelijks verschilt van de kwaliteit in de dagopvang (de reguliere groepen). Dit is om de volgende reden zorgwekkend. Uit onderzoek blijkt dat minimaal 5-15% van alle peuters en kleuters problemen heeft met hun taal en/of spraak. Taalontwikkelingsstoornissen zijn daarmee één van de meest voorkomende aandoeningen. Bij de groep meertalige kinderen komen taalachterstanden in het Nederlands op jonge leeftijd nog frequenter voor. Binnen de preventieve logopedie onderzoeken logopedisten kinderen in de leeftijd 0-4 jaar op logopedische spreekuren en screenen logopedisten de taalontwikkeling van kinderen op 5 jarige leeftijd in het kader van de Jeugdgezondheidszorg. Deze zorgvoorziening wordt aangeboden via GGD’en, door gemeenten die logopedisten in dienst hebben of via onderwijsadviesdiensten. De preventieve logopedie geeft ouders/verzorgers, consultatiebureaus, kinderdagverblijven, voorscholen, peuterspeelzalen en scholen adviezen over het stimuleren van de spraaktaalontwikkeling.
10
Preventieve logopedie is onmisbaar bij het tijdig signaleren en voorkomen van problemen op het gebied van de spraak- en taalontwikkeling bij jonge kinderen. De logopedist is deskundig in het maken van onderscheid tussen spraaktaalachterstanden en spraaktaalstoornissen. Tijdig signaleren van spraaktaalstoornissen voorkomt: • uitstroom naar het speciaal onderwijs • voortijdige schooluitval • gedragsproblemen • criminaliteit Verbetering taalvaardigheid pedagogisch medewerkers VVE In Zaanstad wordt het taalbeleid binnen de VVE-groepen sinds eind 2013 o.a. via coaching on the job van de pedagogisch medewerkers versterkt. Deze training wordt verzorgd door de logopedisten van de GGD. Het programma Taal en VVE is ontwikkeld en gelicencieerd door ABC (St. Advies- en BegeleidingsCentrum) in Amsterdam. Het traject van 6 maanden bevat onder andere observatie op de groep van de pedagogisch medewerkers en individuele coaching. Het resultaat is dat pedagogisch medewerkers bewuster taal aanbieden en uitlokken, waardoor zij beter aansluiten op het taalniveau van individuele kinderen. Dit is slechts 1 voorbeeld van de effectieve samenwerking tussen logopedie en aanbieders van VVE-programma’s. Om de aanpak van VVE landelijk uniform te maken, verzoekt de NVLF u om in de behandeling van het bovengenoemde rapport het belang te betrekken van de toegevoegde waarde van de preventieve logopedie.
Ons nieuwsbericht n.a.v. de brief aan Kamerleden vaste commissie Sociale Zaken (kwaliteit kinderopvang) is door diverse (online) media overgenomen. Als laatste kwam heden via Twitter vakblad Vroeg voorbij. http://www.vakbladvroeg.nl/nieuws/artikel/863/ http://www.nationaleonderwijsgids.nl/kinderopvang/nieuws/26445-logopedie-vergroot-effect-van-vroeg-en-voorschoolse-educatie.html https://onzetaal.nl/nieuws/logopedie-kan-effect-van-vroeg-en-voorschoolse-educatie-vergroten?utm_source=dlvr.it&utm_medium=twitter
12-02-2015 - (vermeld op NVLF website onder Nieuws) AANGEPAST ZORGPLAN VWS WERKT MEER MACHT ZORGVERZEKERAARS IN DE HAND Onduidelijkheid en twijfel over haalbaarheid bij oppositiepartijen. Het aangepaste zorgplan dat minister Edith Schippers (VWS) vorige week aan de Tweede Kamer presenteerde, wordt met vragen van de oppositie in twijfel getrokken. Kritische geluiden uit de oppositie noemden de voorstellen gisteren ingewikkeld en onhaalbaar. De coalitiepartijen hebben er alle vertrouwen in dat de plannen goed zullen uitpakken. De minister wil met de voorgestelde maatregelen de kwaliteit en de prestaties van het zorgstelsel verbeteren en bovendien 1 miljard bezuinigen. Volgens Schippers kan langs de weg van kwaliteitsverbetering een aanzienlijk besparing op de zorgkosten worden gerealiseerd. De minister kwam met haar alternatieve plan nadat eind december 2014 het wetsvoorstel artikel 13 door de Eerste Kamer was verworpen. Op hoofdlijnen zien de maatregelen er als volgt uit: • De mogelijkheid voor verzekeraars om hun verzekerden een korting op het eigen risico te
11
geven wanneer deze naar gecontracteerde zorgaanbieders gaan, wordt gestimuleerd. • De compensatie voor verzekeraars wordt zo veranderd dat het lonend wordt dat zij zich met goede zorg juist op chronisch zieken en ouderen richten. • Verzekeraars gaan zorg inkopen aan de hand van vastgestelde kwaliteitseisen. • Op kwaliteit en prijs gecontracteerde zorgaanbieders worden zo min mogelijk achteraf aangeslagen voor de overschrijdingen van niet-gecontracteerde zorgverleners, waardoor het sluiten van een contract loont. • Er komen scherpere kwaliteitseisen, vooral ook voor de GGZ-sector. • Verzekerden krijgen meer invloed op het beleid van hun verzekeraar. • Er komt scherper toezicht op fusies. Samenklontering van zorgaanbieders wordt tegengegaan. Klik hier voor de brief aan de Tweede Kamer. De voorgestelde plannen moeten de komende periode nog nader worden uitgewerkt. De NVLF vreest echter dat met deze plannen de macht van zorgverzekeraars bij de contractering nog meer zal toenemen. Wij volgen het verloop op de voet en zullen naar de minister reageren als daar aanleiding voor is.
12