De nieuwe moudawana Voor flyer in het Nederlands: klik hier. Voor flyer in het Frans: klik hier. Veranderingen van de Moudawana: het einde van schrijnende toestanden ? De historiek en impact van de Marokkaanse familiewetgeving (de Moudawana) op vrouwen in België Inleiding Dit artikel vertrekt vanuit een historisch schets van de strijd om een betere juridische positie voor vrouwen in Marokko. Deze strijd situeerde zich oorspronkelijk vooral binnen de vrouwenbeweging in Marokko. Geleidelijk aan werd dit item overal ter wereld op de politieke agenda geplaatst door vrouwen. De ruime impact op vrouwen van deze vrouwonvriendelijke wetgeving, zorgt er mede voor dat de Marokkaanse overheid in 2003 besluit om de Moudawana aan verandering te onderwerpen. De belangrijkste pijnpunten van deze wetgeving worden toegelicht aan de hand van een aantal concrete casussen. Hierbij wordt al snel duidelijk dat slachtoffers niet alleen Marokkaanse vrouwen, maar ook Belgische meisjes en vrouwen (kunnen) zijn, die in het huwelijk treden met een Marokkaanse jongen of man. Vervolgens biedt het artikel een overzicht van de belangrijkste wijzigingen, die Koning Mohamed VI heeft doorgevoerd in oktober 2004. We bieden vervolgens een eerste zicht op de reacties op deze veranderingen zowel in Marokko als in België. Het laatste deel van het artikel zal ik ingaan op de leemtes die wij in België constateren op vlak van adequate (juridische) hulpverlening inzake deze materie. Om af te ronden geven we een aantal handvaten mee aan hulpverleners die in aanraking komen met deze problematiek. De positie van vrouwen in Marokko Hoewel de economische activiteitsgraad van de Marokkaanse vrouw veruit de hoogste is uit de landen van de Maghreb lijkt deze ogenschijnlijk economische onafhankelijkheid niet tot een ontvoogding van de vrouwen op andere domeinen te leiden. Dat Marokko op de 125e positie blijft nahinken in het Human Development Index klassement is vooral te wijten aan de zeer hoge graad van analfabetisme: slechts 1 vrouw op drie kan lezen en schrijven. Binnen het gezin krijgt de vrouw echter een cruciale positie toegewezen. Zeker op het platteland heeft zij een belangrijke rol te vervullen m.b.t de werkzaamheden op het veld en de verzorging van dieren. Toch wordt ze vaak niet betrokken bij beslissingen m.b.t het familiale en maatschappelijke leven. Daarnaast verkeert zij in een zeer precaire juridische positie inzake het familierecht. Maar ook op cultureel vlak krijgt de vrouw geen gelijkwaardige behandeling. Verschillende auteurs beschrijven hoe de vrouw in de Arabische landen als draagster van de ‘fitna’ of chaos wordt gezien, haar een grote seksuele drift wordt toegekend die moet worden ingedijkt. De vrouw is listig, duivels en moet bijgevolg in toom worden gehouden. Bovendien wordt haar seksuele deugdelijkheid geassocieerd met de eer van de familie, wat wordt geïllustreerd in de maagdelijkheidcultus die rond het ongehuwd meisje heerst. Nawal El Saadawi beschrijft hoe de Arabische samenlevingen doordrongen zijn met twee logica’s betreffende de seksualiteit: één voor de vrouwen – die strak wordt gereguleerd, een andere voor de mannen die van een onbeperkte seksuele vrijheid genieten. De vrouwen zijn niet enkel listig, ze zijn bovendien ook vaak onrein. De vrouwenbewegingen in Marokko De troonrede van de vorst Mohamed V op 2 april 1947, toen Marokko nog onder een Frans protectoraat viel, is niet ongemerkt de geschiedenis ingegaan. Niet alleen verklaarde de koning publiekelijk en zeer expliciet dat Marokko rijp was voor een onafhankelijkheid, maar wat ook en vooral opviel was de aanwezigheid van zijn kinderen, Moulay Hassan – de latere Koning Hassan II – en zijn dochter Lalla Aïcha die voor de eerste keer geen sluier droeg maar enkel een witte hoofddoek over haar haren had geslagen. In haar rede verwees ze naar vernieuwers in het islamitisch denken, exegeten als Mohammed Abdu, Rachid Rida, Jamal Eddine el Afghani en verklaard: “Notre sultan, que Dieu le glorifie attend de toutes les femmes marocaines qu’elles persévèrent dans la voie de l’enseignement. Elles sont le baromètre de notre renaissance et l’élément moteur de la réalisation du programme de réformes” . Met deze rede en de inzet van vrouwelijke activisten tegen de Franse bezetter werden de eerste manifestaties van een vrouwenactivisme dat met de jaren een exponentiële groei zal kennen ingeluid. Onmiddellijk na de onafhankelijkheid kenden vrouwenbewegingen een zeer schuchtere ontwikkeling. Naast een mislukte pogingen vanuit het syndicaal veld, het UPFM , en het conservatieve UNFM was er immers niet veel meer dan individuele loopbanen van vrouwen uit de bourgeoisie met een zekere intellectuele en economische onafhankelijkheid die een nieuw model propageerden onder de elite. De overige ‘feministen’ waren voornamelijk actief in linkse marxistisch geïnspireerde politieke partijen zoals de PPS en UNFP die de positie van de vrouw toeschreven aan het onderdrukkend kapitalistisch systeem. In de vroege jaren was het merendeel van het vrouwenactivisme dan ook vooral in de politieke partijen gelokaliseerd. Men moest tot in 1985 wachten om de eerste autonome vrouwenbewegingen te zien opduiken, i.c. het Association Démocratique des femmes marocaines en Solidarité Féminine. Tijdens de jaren tachtig en negentig komen er steeds meer NGO’s bij deze tak van de vrouwenbeweging, sommige al wat kritischer dan anderen tegenover het heersend beleid – zeker wat betreft het slechte juridisch statuut van vrouwen. Grosso modo kunnen we de vrouwenbeweging in het Midden-Oosten en ook in Marokko, indelen in drie stromingen. De twee uiterste groeperingen zijn de islamistische vrouwen (ook wel genderactivisten genaamd) enerzijds en de seculiere feministen, ook vaak linkse activisten genaamd – daar ze allen tot organisaties behoren die zich vooral vanuit het linkse gedachtegoed inspireren of zelfs politieke affiliaties met deze linkse politieke beweging vertonen anderzijds. Voor de eerste groep is de Islam meer dan een religie; het is een doel op zich. Het feminisme wordt beschouwd als een westers concept dat zij afwijzen. Zij zoeken alle antwoorden van het leven in de Koran en beschouwen vrouwenonderdrukking als een gevolg van het niet leven volgens de principes van de Koran. Deze islamistische beweging is op zich zeer heterogeen en intern verdeeld waardoor men niet van één islamisme maar meerdere islamismen kan spreken. Wat ze wel allen gemeen hebben is een streven naar een islamitische staat die gereguleerd wordt door de shari’a. Wat is de shari’a ? De Shari’a is het geheel van regels/voorschriften over hoe de moslim moet leven. Letterlijk vertaald betekent het:’het pad dat naar het water leidt, het pad dat gevolgd moet worden’. De shari’a is de goddelijke wet en bestaat uit geboden en verboden die Allah door midden van zijn openbaring heeft bekend gemaakt. De shari’a betreft vnl. voorschriften i.v.m. de eredienst en algemene ethische normen, maar bevat ook een resem praktische voorschriften i.v.m. het familie- en erfrecht., strafrecht en omgang met niet-moslims. De Moudawana is gebaseerd op deze voorschriften inzake familie- en erfrecht.
De seculiere feministen vormen de tegenpool van de islamisten. Deze kleine groep bestaat vaak uit de meer gegoede vrouwen en zij betogen dat religie en vrouwenstrijd op geen enkele manier samengaan. Deze groep vrouwen vinden dat cultureel relativisme de vrouwenstrijd in de weg staat. De universele mensenrechten zijn voor hen het kader waarbinnen voor vrouwenrechten moet gevochten worden en zij zoeken hiervoor steun bij de feministische bewegingen in het westen. In het midden van de vrouwenbeweging bevindt zich de groep die zich vaak moslimfeministen noemt. Voor hen is de Koran een belangrijk instrument voor de emancipatie van de vrouw. Maar er zijn daarnaast ook andere inspiratiebronnen mogelijk om de gelijkwaardigheid tussen man en vrouw na te streven. Doch is het voor hen belangrijk dat de vrouwenemancipatie ingebed wordt in de religie, gezien dit een cruciaal onderdeel vormt van het dagelijkse leven van vrouwen in het Midden-Oosten. Deze groep pleit ook voor een herinterpretatie van de van de Koran. Tot op heden is dit enkel het werk van mannen geweest; deze patriarchale perceptie van de vrouw is de oorzaak van de onderdrukking van de vrouw en niet de heilige geschriften zelf. Opmerkelijk is dat de diverse vrouwenbewegingen in Marokko allen gelijkaardige strategieën hanteren voor de verbetering van positie van de Marokkaanse vrouw en het in sé eens dat er heel wat veranderingen dienen te gebeuren in de Marokkaanse samenleving om de positie van vrouwen te verbeteren. De wederzijdse vooroordelen die er heersen, maken het echter onmogelijk om in dialoog te gaan met elkaar. Het Nationaal actieplan voor de integratie en ontwikkeling van de vrouw In de afgelopen vier decennia hebben heel wat Marokkaanse vrouwenverenigingen, mensenrechtenorganisaties en andere belangengroepen zich ingezet voor de positieverbetering van de Marokkaanse vrouw; een lange strijd die naast het streven naar de bevordering van de participatie van vrouwen in o.m het onderwijs en op de arbeidsmarkt, vooral gericht was op de verbetering van de rechtspositie van de vrouw in de Marokkaanse samenleving. Ondersteund door internationale druk op de Marokkaanse regering, heeft de jarenlange inzet van diverse belangengroepen een discussie over de (rechts)positie van de vrouw op gang gebracht. Mede omwille van een nieuw politiek landschap en de nieuwe Koning Mohammed VI, werd een langdurig overleg tussen de Marokkaanse overheid, de politieke partijen, vrouwen – en mensenrechtenorganisatie opgezet met als resultaat het Nationaal actieplan voor de integratie en ontwikkeling van de vrouw. In de regeringsverklaring van maart 1998 kondigde de eerste minister Abderrahmane Youssoufi aan dat de situatie van de vrouw een prioriteit voor beleidsactie was. In maart 1999 stelde dezelfde minister het nationaal actieplan voor de integratie en ontwikkeling van de vrouw voor. Dit document bevat een samenvatting van de drempels die de verbetering van de situatie van de vrouw in Marokko in de weg staan en bevat tevens ook een hele resem van aanbevelingen en maatregels om haar positie te verbeteren. Deze maatregels worden onderverdeeld in vier domeinen, namelijk educatie (formeel en informeel), gezondheidszorg, economische positie en de juridische positie van vrouwen. Wat betreft de educatie is het hoofddoel om zoveel mogelijk vrouwen te alfabetiseren, zowel preventief via het onderwijs voor meisjes als via informele educatie voor vrouwen. Het programma is vrij ambitieus opgezet. In de praktijk wordt dit luik gerealiseerd in samenwerking met diverse lokale actoren en ngo’s, vnl. vrouwenorganisaties. Wat betreft de gezondheidszorg, wordt een nationale politiek nagestreefd die gericht is op het sensibiliseren en het informeren van de burgers i.v.m reproductieve gezondheid / familiale planning. Wat betreft de economische positie van de vrouw, worden acties gepland die zich in eerste instantie richten tot vrouwen in armoede. Er worden ook specifieke maatregelen uitgewerkt voor vrouwen op het platteland, vrouwen met een handicap en huisvrouwen. Het uitvoeren van maatregelen met het oog op de verbetering van de juridische positie van vrouwen heeft, in tegenstelling tot de vorige 3 domeinen, tot heftige discussies geleid met zowat alle betrokken actoren. Deze discussie vloeit voort uit het feit dat de voorgestelde maatregelen ijveren voor een grondige herziening van de Moudawana, het Marokkaanse wetboek inzake personen-, familie- en erfrecht. Dit wetboek wordt echter door tal van actoren als onaanraakbaar beschouwd, omwille van het feit dat deze gebaseerd is op de sharia’a (de Islamitische wetgeving). De vrouwenbeweging wil deze Moudawana echter herinterpreteren op basis van de huidige maatschappelijke realiteit en vertrekkend vanuit de gelijkheid van mannen en vrouwen. Concreet betreft het hier tal van maatregelen waarbij de ondergeschiktheid van de vrouw aan de man wordt gewijzigd, waar we verder in het artikel dieper op ingaan (bv. éénzijdige verstoting, voogdijschap voor het voltrekken van het huwelijk voor een vrouw, de scheiding van goederen bij echtscheiding,…). De discussie omtrent het actieplan en meer specifiek de juridische positie van de Marokkaanse vrouw, werd een strijd die de hele Marokkaanse bevolking raakte, zelfs tot ver buiten de landsgrenzen. Niet in het minst, omdat deze wetgeving ook haar impact heeft op Marokkaanse vrouwen die leven in het buitenland. Een opvallende rol was hierbij weggelegd voor de Minister van Islamitische Zaken. Hoewel hij in de ministerraad voor de uitvoering van het actieplan stemde, mobiliseerde hij o.a. via moskeeën de reactionaire krachten om tegen het hervormingsplan in beweging te komen. De felle discussie tussen voor- en tegenstanders werd ook in diverse Europese landen gevoerd, waarbij petities de ronde deden tégen het plan en tevens voorstanders van het plan sensibiliseringsacties opzetten om duidelijk te maken dat dit plan niet tégen de Islam is, maar wel vertrekt vanuit het streven naar een democratisch Marokko waar de gelijkheid tussen vrouwen en mannen wordt gerespecteerd. Deze discussies leiden tot 2 massabetogingen op 12 maart 2000; de ene betoging (Casablanca) was georganiseerd door de fundamentalistische moslims die tegen het actieplan zijn en de andere betoging (Rabat) werd gecoördineerd door diverse vrouwenverenigingen. De betrouwbaarste bronnen spreken over zo’n 130.000 betogers in Casablanca ten opzicht van zo’n 80.000 betogers in Rabat. Staatssecretaris voor sociale bescherming en familiezaken en initiatiefnemer van het actieplan, Dhr. Said Saadi geeft zich echter niet gewonnen en duidt dat dit enkel aangeeft dat de situatie van de Marokkaanse vrouw eindelijk een belangrijk punt is geworden op de politieke agenda, maar ook in de ruimere samenleving. “Men praat erover in alle partijen, in ongeveer alle huishoudens, tot in de bergen praat men erover. Dat is op zich al positief. Het helpt de geesten rijpen.” (Said Saadi ). Hij beklemtoont ook dat de hervormingen niet in strijd zijn met de Islam, zoals de fundamentalisten beweren. Op geen van de punten die de hervormingen beogen, is de Islam eenduidig. Sommige worden niet eens behandeld, terwijl andere punten meerdere lezingen mogelijk maken. Voor polygamie bijvoorbeeld moeten volgens de koran zoveel voorwaarden zijn vervuld dat de deur wordt opengezet voor een verbod. Uiteindelijk werd beslist een commissie van oulema’s, sociologen en rechtsgeleerden op te richten. Deze commissie, bestaande uit 13 mannen en 3 vrouwen en samengesteld door de koning, moet tot een consensus komen over de hervormingsplannen i.v.m de Moudawana en vervolgens een rapport voorleggen aan de koning. Als ‘Commandant des croyans’ moet de koning de eindbeslissing nemen m.b.t. de hervormingen. De werkmethode van de commissie grijpt terug op de methode die oulema’s in de geschiedenis van de islam altijd hebben gehanteerd als er een nieuw probleem opdook dat niet geregeld was in de heilige teksten. Deze methode heet Ijtihad; een herlezing van de teksten in het licht van de maatschappelijke evoluties. Op 12 september 2003 werd door de commissie een uitgebreid rapport gepresenteerd aan de Koning, waarin de diverse standpunten t.a.v. de hervormingen werden geformuleerd, maar waar bij diverse punten (waaronder polygamie) de commissie niet tot een consensus is gekomen. De definitieve knopen dienen dus doorgehakt te worden door de Koning. En dan breekt de grote dag aan … Op 10 oktober 2003 wijt de koning een groot deel van zijn inaugurale rede voor de opening van het parlementair jaar aan de hervormingen van de Moudawana ter verbetering van de positie van de Marokkaanse vrouw. Hij geeft aan dat er werk dient gemaakt te worden van diverse hervormingen (zoals voorgesteld door de vrouwenorganisaties) van de Moudawana. Reacties op de veranderingen hier en ginder
Hoewel de gemoederen vaak hoog oplaaiden bij de discussie over de heroveringen van de Moudawana, lijken de meeste partijen in Marokko zich verzoent te hebben met de nieuwe wetgeving. De vrouwenbeweging in Marokko roept vooralsnog op om waakzaam te blijven. Zij kaarten ook de resterende ongelijkheden aan die verder blijven bestaan, ook in de nieuwe Moudawana, zij het dan in beperktere mate (bv. verstoting en polygamie). Ook in Vlaanderen stuiten de veranderingen oorspronkelijk op veel kritiek binnen bepaalde moslimkringen. De strijd is hier echter op geen enkel moment zo fel gevoerd als in Marokko. Binnen de Marokkaanse gemeenschap zijn veel vrouwen er zich niet echt van bewust dat deze veranderingen in Marokko eveneens een grote impact hebben op hun leven hier. Ook de Marokkaanse overheid bekommert zich niet onmiddellijk om zijn Marokkaanse onderdanen die permanent in het buitenland wonen. Consulaten geven aan veel te weinig geïnformeerd te worden, wat hen belet de Marokkaanse gemeenschap hier correct en degelijk te informeren. Zowel in Marokko als hier laat de overheid het over aan het middenveld om mensen te informeren. “Ik weet er eerlijk gezegd niets van. Ik kijk nochtans naar de Marokkaanse televisie en volg het nieuws op. In feite zouden we via het consulaat of organisatie op de hoogte moeten worden gebracht! Ik hoor geruchten dat de er wat veranderd is maar wat juist, weet ik niet.” (straatinterview met Marokkaanse vrouw in Molenbeek, augustus 2004) “Ja, ik ervan gehoord. Het is om de rechten van de vrouwen te verdedigen. Dat is zeer goed. Zeer goed voor de vrouwen. Die veranderingen zijn goed voor de vrouwen. Enkel voor de vrouwen ? Ja. Het is enkel bedoeld voor de vrouwen. Het is een wet voor de vrouwen. Er zijn mannen die verveeld zitten met deze hervormingen. Maar nu moeten de mannen verder denken dan hun broek.” (straatinterview met Marokkaanse man in Molenbeek, augustus 2004) Uit de gesprekken met mensen uit het werkveld en de Marokkaanse gemeenschap; kunnen we (voorzichtig) afleiden dat de meeste Marokkanen die leven in België slechts vaag op de hoogte zijn van de hervormingen van de Moudawana. De meesten hebben er vaag iets over gehoord via de Marokkaanse media, maar zijn zicht er niet van bewust dat dit voor hen gevolgen heeft. Slechts enkelen hebben inzicht in de hervormingen en wat deze betekenen in de praktijk. Marokkaanse vrouwen in België: de praktijk Er wonen meer dan 100.000 Marokkaanse vrouwen in België. Nog steeds zijn deze vrouwen de dupe van twee familiewetgevingen die voor hen van toepassing zijn. Gezien de meeste Marokkanen die leven in het buitenland ook de Marokkaanse nationaliteit behouden, naast bv. de Belgische nationaliteit, vallen zij onder 2 rechtssystemen, namelijk die van het land waar ze wonen én het Marokkaans rechtssysteem. Het hoeft geen betoog dat het Marokkaans familierecht (de Moudawana) niet de gelijke rechten biedt aan vrouwen als het Belgische familierecht. Dit maakt ook dat deze vrouwen (en mannen) voor ingewikkelde procedures staan en dat Marokkaans(-Belgische) vrouwen vaak slachtoffer worden van de gerechtelijke uitspraken in Marokko. Deze complexe en fragiele juridische positie van Marokkaanse vrouwen leidt nog steeds tot schrijnende situaties door hun band met het moederland waar polygamie, éénzijdige verstoting, gedwongen huwelijken tot voor kort ook wettelijk mogelijk waren. Hieronder zal ik een aantal fictieve casussen uit de doeken doen, die wel gebaseerd zijn op reële problemen waarmee het SAMV vaak in aanraking komt. Vervolgens worden kort een aantal belangrijke aandachtspunten vermeld die zowel met het juridische als met het culturele aspect te maken hebben. Uiteraard zijn deze niet volledig en dient op maat van iedere probleemsituatie een analyse gemaakt te worden van de situatie en achtergrond van de cliënt. De cases hieronder dienen enkel om een eerste inzicht te geven in de mogelijke problematieken en oplossingen. Case 1 Leila, 58 jaar. Is op jonge leeftijd naar België gekomen om haar man te vergezellen (in het kader van gezinshereniging). Zonder haar medeweten, huwt haar man, tijdens een verblijf in Marokko, met een 18-jarige meisje (Dounia). Hij sluit een huwelijksakte af in Marokko en zal het meisje via gezinshereniging een verblijfsstatuut in België bezorgen. Hiervoor verstoot hij eerst zijn huidige vrouw, Leila, die hiervan niet op de hoogte is. Hij laat zijn verstotingsakte erkennen in België, zodat hij ook hier officieel gescheiden is. Daarbovenop worden de eigendommen die Leila samen met haar man vergaard heeft, op naam van de nieuwe echtgenote gezet. Leila is alles kwijt. Enkele aandachtspunten Binnen de nieuwe wetgeving, kan de man zijn vrouw niet meer éénzijdig verstoten, zonder haar medeweten. Beide partijen moeten voor de rechtbank verschijnen en worden gehoord. Nieuw is ook dat de vrouw, wanneer ze toch verstoten wordt, een schadevergoeding kan opeisen en er ook een verdeling van de goederen wordt besproken via de rechter. Ook in België zijn stappen ondernomen om gelijkvormige regels uit te schrijven omtrent de erkenning van de verstotingsakte (deze zijn echter nog niet rond). Wanneer een vrouw met dergelijk probleem komt aankloppen bij de hulpverlening, is het belangrijk haar in eerste instantie (ev. via doorverwijzing) op de hoogte te brengen van haar nieuwe rechten en de juridische stappen te ondernemen die haar het recht geven op min. behoud van goederen. Belangrijk is ook dat zij kan opgevangen worden in familiale kring, wanneer ze ev. het huis uit moet. Case 2 Aicha, 38 jaar, woont reeds 15 jaar in België met haar Belgo-Marokkaanse man. Ze hebben 3 kinderen. Ze gaan samen op reis naar Marokko. Haar man vindt dat zijn kinderen een islamitische opvoeding moeten genieten en hij en besluit haar en de kinderen achter te laten in Marokko bij zijn familie. Bij zijn vertrek terug naar België worden haar papieren afgepakt en door zijn familie bewaard. Aicha krijgt de taak voortaan het huishouden te doen van haar schoonfamilie in Marokko. Ze komt er ook achter dat haar man reeds geruime tijd een 2e vrouw heeft in Marokko. Enkele aandachtspunten Zij moet eerst en vooral de Belgische ambassade in Marokko trachten te contacteren. Wanneer zij de Belgische nationaliteit heeft kan zij zonder meer een ‘laisser-passer’ krijgen. Er kan ook contact opgenomen worden met de politie om ter plaatse te komen vaststellen. Wanneer zij enkel de Marokkaanse nationaliteit heeft, moet zij verlies van documenten melden bij politie of parket ter plaatse en kan ze een terugkeer visum aanvragen. De ambassade kan contact opnemen met het Marokkaans consulaat in Brussel en deze kunnen onderhandelen om haar de nodige papieren te bezorgen. Wanneer er vermoedens zijn vooraf, kan ze best een aantal mensen verwittigen (o.a. lokale politie) en een kopie van identiteitskaart of verblijfdocumenten achterlaten in België. Als hulpverlener, kan je ook alarm slaan bij een verdacht lang wegblijven. Wat betreft polygamie is de wetgeving verstrengt en moet de man duidelijk argumenteren voor de rechter waarom hij een 2e vrouw wil. Hij moet ook kunnen aantonen dat hij en gelijk zal kunnen behandelen (financieel). Gehoopt wordt dat deze omslachtige procedure mannen zal afschrikken een 2e vrouw te nemen.
Case 3 Sichem, 16 jaar, woont reeds heel haar leven in België. Haar ouders hebben haar op 6-jarige leeftijd beloofd aan een neef uit het dorp. Die zomer gaat ze met haar ouders op vakantie naar Marokko, waar ze onder druk wordt gezet om een huwelijksakte te ondertekenen. Eens terug in België, is ze helemaal in paniek, want ze wil onder geen beding de rest van haar leven met de man doorbrengen. Enkele aandachtspunten Binnen de nieuwe Moudawana moeten ook meisjes de leeftijd van 18 jaar bereikt hebben alvorens te mogen trouwen. Op die leeftijd kunnen meisjes iets makkelijker dan meisjes van 15 jaar weigeren en ingaan tegen de druk van familie. Desalniettemin is het vooral de (familiale) druk die zorgt voor ongelukkige huwelijken. Belangrijk in deze situatie is dat het meisje, wanneer ze vermoedens heeft dat ze onder druk zal gezet worden, reeds vooraf het gesprek met haar ouders aangaat. Ze zoekt hiervoor best medestanders binnen de familie of de gemeenschap die bij haar ouders hoog aangeschreven staan. Meisjes kunnen ook beroep doen op hun islamitische rechten, waarbij ze passages uit de Koran kunnen halen die duiden dat een huwelijk enkel kan plaatsvinden als beide partners ermee instemmen. Weglopen van thuis kan met zich meebrengen dat de gesprekken met de ouders en familie zeer moeilijk worden. Maar uiteraard moet de afweging gemaakt worden of het meisjes thuis veilig is en dient haar veiligheid eerst en vooral gegarandeerd te worden. Het meisje kan ook aankloppen bij de cel schijnhuwelijken en op die manier tegengaan dat haar man uit Marokko overkomt. Zij kan van hieruit een annulatie van het huwelijk starten. Hieronder vindt u de tien belangrijkste veranderingen op een rijtje, die aangeven dat er toch een hele reeks wettelijke maatregelen zijn getroffen die bovenstaande wantoestanden onmogelijk moeten maken. 1. De voorwaarden voor het sluiten van een huwelijk buiten Marokko Een huwelijk sluiten in het buitenland wordt eenvoudiger: voortaan kunnen Marokkanen die in het buitenland wonen, trouwen volgens de procedures die in hun nieuwe land gelden, als er twee islamitische getuigen bij aanwezig zijn. De huwelijksakte wordt daarna op het consulaat bijgeschreven. 2. De huwelijksleeftijd van meisjes in Marokko De huwbare leeftijd van meisjes wordt verhoogd van vijftien naar achttien jaar. Voor jongens was het al achttien jaar? In uitzonderlijke gevallen, bijvoorbeeld wanneer het meisje zwanger is, kan de rechter toestemming geven om jonger te trouwen. 3. De voogdijschap over het meisje i.v.m. het sluiten van een huwelijk Voortaan kan enkel het meisjes zelf beslissen of zij wil huwen. Ieder meisje mag vanaf haar achttien jaar zelf haar huwelijkspartner kiezen. De wilaya, het voogdijschap, voor meisjes en vrouwen wordt afgeschaft. Tot nu toe had ieder meisje een wali nodig, iemand die haar te n huwelijk gaf, meestal de vader of een broer. 4. Verdeling van de rechten en plichten binnen het huwelijk Voortaan zijn man én vrouw in gelijke mate verantwoordelijk voor het gezin en voor elkaar. Dit is een revolutionaire omslag en de belangrijkste wijziging die Koning Mohamed VI heeft aangekondigd. Tot nu toe was de man het hoofd van het gezin en de vrouw ondergeschikt aan de man. Twee belangrijke begrippen verdwijnen uit het familie- en personenrecht; het recht van de man op niqah, seksuele gemeenschap en de plicht tot taâa, gehoorzaamheid, van de vrouw inruil voor haar onderhoud door de man. 5. Strengere maatregelen i.v.m. polygamie (het recht van de man om meerdere vrouwen te huwen) De polygamie wordt formeel niet afgeschaft, maarfeitelijk bijna onmogelijk gemaakt. Ook al is slechts één op honderd mannen met meer dan één vrouw getrouwd, polygamie blijft een heikel punt en ook een principieel strijdpunt van de Marokkaanse vrouwenbeweging. Voortaan moet de rechter toestemming geven aan de man wanneer hij een tweede (of derde of vierde) echtgenote wil nemen. De man moet dan in staat zijn al zijn echtgenotes en hun kinderen in gelijke mate te onderhouden. In de huidige wetgeving kan een vrouwe bepalingen laten opnemen in haar huwelijkscontract dat zij zal scheiden van haar man in dien hij een tweede echtgenote neemt, maar in de praktijk maken (nog) niet veel vrouwen gebruik van dit recht. In de gewijzigde wet moet de eerste echtgenote toestemming geven aan de man, en de tweede echtgenote moet ook van tevoren weten dat er al een eerste echtgenote is. 6. Veranderingen m.b.t. echtscheiding Een man kan niet meer van zijn vrouw scheiden door haar te verstoten; hij moet een echtscheiding bij de rechter aanvragen. Vroeger kon de man tijdens de îdda, de periode van drie maanden en tien dagen tussen de eerste en de tweede verstoting (de verstoting was rechtsgeldig bij de derde keer dat de man zei: ‘je bent verstoten’), beslissen om zijn vrouw weer terug te nemen, en haar zelfs dwingen terug te keren (bite attaà, het huis van de gehoorzaamheid). Nu mag de vrouw zelf beslissen. Als een vrouw de echtscheiding aanvraagt binnen de huidige wetgeving, dan moet zij de rechter overtuigen van de reden daarvoor. Wordt zij mishandeld door haar echtgenoot ? Is hij langer dan vier maanden afwezig zonder teken van leven ? Of onderhoudt hij haar niet ? Voortaan is het mogelijk uit elkaar te gaan met wederzijdse instemming, als de rechter daarvoor toestemming geeft. Het woord geschil litige in het Frans) is in de nieuwe tekst opgenomen. De vrouw kan een echtscheiding aanvragen vanwege een geschil met haar man. De rechter onderneemt twee pogingen tot verzoening. Wanneer deze mislukken, wordt de scheiding toegestaan. 7. Verdeling van goederen bij een echtscheiding In de nieuwe tekst wordt aangedrongen op een clausule in het huwelijkscontract over de inboedel. Het is bij echtscheiding niet vanzelfsprekend dat gezamenlijke bezittingen gelijk verdeeld worden. De nieuwe tekst introduceert ook de mogelijkheid boor beide echtgenoten om zich akkoord te verklaren in een document, los van de huwelijksakte, om een kader te creëren voor het beheer en gebruik van de goederen, verworven tijdens het huwelijk. De rechter bemiddelt voortaan om toegang tot de woning te krijgen wanneer een van beide echtgenoten de woning is ontvlucht, of door de ander de woning is uitgezet. Tot nu toe was diegene die vertrok zijn of haar bezitting en in de echtelijke woning kwijt. Daarnaast mogen voortaan de gerechtelijke procedures niet langer duren dan zes maanden, en zijn de beslissingen van de rechters niet herroepbar. Op deze manier moet vel tijd en moeite gespaard worden. De Marokkaanse minister van Justitie zegt over huwelijkscontracten die afgesloten zijn voor deze wijzigingen: ‘Alle echtparen kunnen een apart contract opstelen aangehaakt bij hun huwelijkscontract, waarin staat wat van wie is in het gezamenlijke huishouden ene wie wat heeft bijgedragen. 8. Het voogdijschap over de kinderen bij echtscheiding Een belangrijke wijziging is dat de vrouw haar voogdij over haar kinderen behoudt, ook wanneer ze hertrouwt. Bovendien mag zij met de kinderen wonen waar ze wil. Als zij in het buitenland wil wonen, bemiddelt de rechter bij haar ex-man. Tot nu toe verbleven de kinderen na een echtscheiding van de ouders, bij de moeder; een meisje tot haar vijftiende en een jongen tot zijn twaalfde. Dit wordt nu voor allebei vijftien jaar. De vaders worden bij een scheiding aangespoord om hun verantwoordelijkheid voor de kinderen te blijven dragen en bij te dragen in hun huisvesting en onderhoud. Dat kan duren tot hun 25ste, als ze tot dan studeren, of voor meisjes totdat zij trouwen.
9. Nationaliteitsverwerving Volgens artikel 6 van de Marokkaanse nationaliteitswet uit 1958 zijn kinderen van een Marokkaanse vader automatisch Marokkaan, ook als ze in België worden geboren en een Belgische moeder hebben. Is dit laatste het geval, dan bezitten ze ook het Belgische staatsburgerschap. Wanneer een moeder met de Marokkaanse nationaliteit ongehuwd is en de vader van haar kind wettelijk onbekend, dan is haar zoon of dochter Marokkaans. 10. Bepalingen i.v.m buitenechtelijke kinderen Marokko heeft eindelijk de bepalingen van het VN-verdrag voor de rechten van het kind opgenomen in de familie- en personenwetgeving. Voortaan worden de buitenechtelijke kinderen erkend, de procedures daartoe worden versimpeld. Tot nu toe konden buitenechtelijke kinderen niet ingeschreven worden bij de burgerlijke stand, waardoor ze formeel niet bestonden en dus ook niet naar school konden.
Hoe kan de hulpverlening in België hier adequaat op inspelen ? Door de geringe informatiestroom vanuit de overheid en het gebrek aan deskundigen inzake deze problematiek, dient er, ons inziens, dringend geïnvesteerd worden in informatiesessies en opleiding voor hulpverleners en andere intermediairen. Deze laatsten (waaronder bv. leerkrachten, CLB medewerkers, jeugdwerkers, …) kunnen allochtone meisjes en vrouwen preventief informeren over hun nieuwe rechten en hierdoor schrijnende toestanden vermijden. Leerkrachten vormen vaak een vertrouwenspersoon die buiten de gemeenschap staat. Scholen vormen een veilig kader waarbinnen discussie over man-vrouw verhoudingen, relaties en seksualiteit op een serene manier kunnen gevoerd worden. Hierbij kan vanuit een ruimere context ook specificiteiten m.b.t. allochtone gemeenschappen aangekaart worden (gedwongen huwelijken, maagdelijkheid). Ook autochtone jongeren hebben hierover vaak een mening en het bespreekbaar maken van taboethema’s binnen een veilig kader, is de beste preventie. Als hulpverlener of intermediair is het niet evident om steeds adequaat te reageren op deze vaak complexe problemen. Als hulpverlener dien je niet de hele complexe juridische context te kennen van het probleem, maar is het wel belangrijk om minimale inzichten te hebben in de (culturele) achtergrond van de cliënt. Enkel op die manier kan een hulpverlening op maat geboden worden, die de cliënt binnen haar eigen kader kan verder helpen. Allochtone vrouwen maken vaak gebruik van indirecte strategieën. De meeste meisjes en vrouwen zijn zich echter niet (meer) bewust dat deze strategieën worden gehanteerd en kunnen het effect ervan ook niet inschatten. Als hulpverleenster is het belangrijk om de verschillende (keuze) mogelijkheden met hen overlopen en de haalbaarheid en ook de gevolgen ervan bepalen. Je kan hierbij de vrouw zelf telken laten nadenken over de mogelijke consequenties als ze een bepaalde stap zet. Daarnaast zijn allochtone vrouwen gesocialiseerd in een cultuur waarin bevelshouding en indirecte communicatie als communicatiestijlen worden gehanteerd. Een (té) directe communicatievorm kan vrouwen afschrikken en tot wederzijds onbegrip leiden. Om af te sluiten geven we nog graag mee dat de juridische diensten in België en voor advocaten, magistraten, politie e.a. beroepen die deze vrouwen raadplegen in geval van problemen dringen bijscholing dienen te krijgen over deze materie. Er wordt door heel wat vrouwen aangeklaagd dat hun dossiers (zeer) lang aanslepen en naderhand blijkt dat de advocaat niet op de hoogte is van de complexiteit van de zaak (niet vertrouwd met de Marokkaanse wetgeving en de mogelijke gevolgen voor de vrouw in België). Het SAMV ijvert ook voor duidelijke richtlijnen mbt o.a. verstoting in het nieuwe Internationaal Privaat Recht. Wij zijn voorstander van een domiciliëringswetgeving (wetgeving toepassen van de plaats waar men verblijft, voor allochtone vrouwen die resideren in België, ongeacht hun nationaliteit, is dit dus de Belgische wetgeving) Zoals u hierboven in één van de cases kon lezen, heerst er nog steeds heel wat onduidelijkheid over de al dan niet erkenning van Marokkaanse verstotingsakten door de Belgische instanties. In principe zou een verstotingsakte enkel maar erkend kunnen worden indien het gaat om twee mensen die enkel de Marokkaanse nationaliteit bezitten en de rechten van verdediging van de vrouw gerespecteerd werden. In de praktijk blijkt dat hieromtrent geen éénduidigheid heerst. Door toepassing van een domiciliëringswetgeving, is sowieso de Belgische wetgeving van toepassing en zijn de problemen met betrekking tot erkenning van Marokkaanse echtscheidings/verstotingsvonissen van de baan; er is dan immers enkel maar een Belgische rechter bevoegd. Marokkaanse vrouwen die in België verblijven met al dan niet de dubbele nationaliteit zijn ook Belgische onderdanen en moeten dus ook als dusdanig door de Belgische wetgeving beschermd worden. Een samenspel van een geïnformeerde juridische hulp- en dienstverlening en een uitgewerkt preventief aanbod naar de Marokkaanse gemeenschap kan van deze nieuwe wetgeving een hefboom maken voor een evenwichtiger man-vrouwverhouding en meer gelijkwaardigheid tussen partners. Literatuurlijst Onderstaande lijst geeft een overzicht van interessant achtergrondliteratuur inzake “Marokkaanse meisjes en vrouwen hier en in Marokko”. Alle boeken die hier opgenomen zijn, kan u raadplegen in het documentatiecentrum van het Steunpunt allochtone meisjes en vrouwen. § Al-Tahtâwî R., L’émancipation de la femme musulmane, Parijs , Al Bouraq, 2000. Abdus Sattar S., De positie van de vrouw in de Islam, Den Haag, Uitgeverij§ Oase, 1993. Babazia N., Perneel J., Gezinshereniging, Vragen en antwoorden§ m.b.t. gezinshereniging in België, , Brussel, Steunpunt allochtone meisjes en vrouwen2003. Dalil, pour l’égalité dans la famille au Maghreb, Editions§ Collectif 95, Rabat, 2003. Daoud Z., Féminisme et politique au maghreb,§ Casablanca, EDDIF 1996. Dochters van Marrakech, map + video, uitgave van§ Forum Nederland. Guide de la femme avertie, Mariage et divorce (Maroc),§ Brussel, La voix des femmes, 2001. Jordens-Cotran L., Het Marokkaanse§ familierecht en de Nederlandse rechtspraktijk Utrecht, FORUM Nederland, 2000. Het Marokkaans huwelijksrecht en zijn toepassingen in België, Antwerpen,§ Federatie Marokkaanse Verenigingen, Verslag van studiedag op 15 mei 1999. § Babazia N., Perneel J., Huwelijk en echtscheiding, vragen en antwoorden m.b.t. huwelijksrecht in Marokko en België, Brussel, Steunpunt allochtone meisjes en vrouwen, 2003. Babazia N., Perneel J., Vakantieliefdes, (on)verwachte§ trouwpartijen & familiebemoeienissen ..., Brussel, Steunpunt allochtone meisjes en vrouwen, 2004. Buskens L., Islamitisch recht en§ familiebetrekkingen in Marokko, Amsterdam, Uitgeverij Bulaaq, 1999.
De§ Hart B., Onbezonnen vrouwen, gemengde relaties in het nationaliteitsrecht en het vreemdelingenrecht, Amsterdam, Aksant, 2003. Ech-Channa A., Miseria,§ Témoignages, Casablanca, Editions Le Fennec, 2000. Fadil N.,§ Vrouwenrechten of Islamitische rechten, ongepubliceerde thesis, KUL, 2001. § Familierecht en personen met een vreemde nationaliteit in België, Brussel, Centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding, 2003. § Filali-ansary A., Réformer l’Islam, une introduction aux débats contemporains, , Parijs, Edition la découverte2003. Foblets M., Marokkaanse§ migrantenvrouwen: wat zijn passende juridische oplossingen ? Antwerpen, Maklu, 1998. Gezinshereniging, welke prijs betaalt de vrouw ? Brussel, Verslag§ van het colloquium van 14 maart 2002, Nederlandstalige Vrouwenraad, 2002. § Hooghiemstra E., Trouwen over de grens, Achtergronden van partnerkeuze van Turken en Marokkanen in Nederland, Den Haag, Sociaal en Cultureel Planbureau, 2003. Reproductieve gezondheid en rechten van de vrouw in Marokko, Verslag§ van de studiereis van de Belgische Parlementaire Groep voor Bevolking 25-31 mei 2002, Gent, Uitgave van CGSO Gent, 2002. Van Bommel A., Islam, liefde en§ seksualiteit, Amsterdam, Bulaaq, 2003. Van Oujd§a naar Casablanca Zwarte, migranten-en vluchtelingenvrouwen uit Nederland op studiereis in Marokko, 2-9 december 1998 , Utrecht, Uitgave van E-quality, 1998. Vrouwen in de Islam,§ Werkdocument van het Europees Parlement, 1996. Wessels A., De koran§ verstaan, Kampen, Uitgeverij Kok, 1996.
Door Judith Perneel, coördinator Steunpunt allochtone meisjes en vrouwen. Met dank aan Nadia Fadil en Nadia Babazia.
Bron : http://www.samv.be