Typ hier om tekst in te voeren
Iedereen fietst mee Gemeentelijke stimulering van het fietsgebruik onder mensen met weinig bestedingsruimte
Iedereen fietst mee
Titel
2
Iedereen fietst mee
Auteur Astrid Töpfer Jaartal Juli 2012
De Fietsersbond komt op voor de belangen van fietsers in Nederland en zet zich in voor meer en betere mogelijkheden om te fietsen. Dat kan dankzij de steun van onze leden. De Fietsersbond heeft 35.000 leden, 150 afdelingen en 1500 actieve vrijwilligers, verspreid over heel Nederland.
Copyright Fietsersbond [2012] Overname van teksten is toegestaan met bronvermelding.
Iedereen fietst mee
3
Inleiding In April 2012 heeft de Fietsersbond een enquête uitgezet onder de Nederlandse gemeenten. De enquête is uitgezet via Agentschap NL en de G30. Hieraan hebben 35 gemeenten meegedaan en hiervoor willen wij hen hartelijk bedanken. De Fietsersbond is een onderzoek gestart naar de manier waarop gemeenten binnen hun beleid en voorzieningen de fiets op nemen. Met dit onderzoek wil de Fietsersbond een beeld krijgen hoe gemeenten met de mogelijkheden omgaan. De enquête is door 34 gemeenten ingevuld. 50% van de gemeenten geven aan dat zij de fiets via een van de voorzieningen aanbieden. Op de vraag, waarom zij de fiets niet in het gemeentelijke beleid hebben opgenomen (14 antwoorden) zegt maar één gemeente niet voldoende middelen beschikbaar te hebben om een fiets/fietsvoorzieningen aan te bieden. Eén gemeente weet niet waarom het niet is opgenomen, een andere heeft de fiets niet expliciet in het minimabeleid opgenomen, maar indien noodzakelijk (WerkSchool) kan op individuele gronden vanuit de bijzondere bijstand een fiets worden verstrekt. Een antwoord is ook dat een fiets uit de norm (reeds toegekende uitkering) betaald moet worden.
De situatie Het aanbod met betrekking tot de doelgroep en toegankelijkheid tot de voorziening verschilt per gemeente. Over het algemeen leveren gemeenten maatwerk. Hierop kan bij twee groepen een uitzondering worden gemaakt; bij ouderen/gehandicapten en chronisch zieken en bij gezinnen met kinderen. Beide groepen kunnen in aanmerking komen voor de zogenoemde categoriale bijzondere bijstand. Dit houdt in dat de gerechtigden jaarlijks een tegemoetkoming krijgen. Gemeenten zijn niet verplicht om categoriale bijstand te geven. Er zijn een aantal voorwaarden, waaraan de bijstandsgerechtigden 1 moeten voldoen, zie: de nieuwe Wet werk en bijstand. Aan gezinnen met kinderen kunnen op basis van “deelname aan maatschappelijke activiteiten” door de gemeente bijzondere bijstand worden verleend. Bovendien bestaat de mogelijkheid van het verstrekken van een fiets binnen de bijzondere bijstand, wanneer kinderen voor het eerst naar het voortgezet onderwijs gaan. De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) regelt dat mensen met een beperking de voorzieningen, hulp en ondersteuning krijgen die ze nodig hebben. Dit valt onder de verantwoordelijkheid van de gemeenten. Een ‘gewone’ fiets kan niet binnen de Wmo worden vergoed, omdat het bezit ervan ‘algemeen gebruikelijk’ is. In Nederland is het algemeen gebruikelijk om een fiets te hebben. Wel is het mogelijk om via de Wmo een vergoeding te krijgen voor fietsen die niet algemeen gebruikelijk zijn: Duofiets, Tweelingfiets, Side-by-side-fiets, Rolstoelfiets, Bedbrancardfiets, Driewielfiets of –tandem. In het kader van een re-integratietraject is het ook mogelijk om op basis van kosten voor de afstand naar school/werk een fiets te verstrekken. Deze tegemoetkoming wordt altijd individueel toegekend.
Uitkomsten De enquête geeft geen eenduidige uitkomst. Het is moeilijk om via websites van gemeenten op een eenvoudige manier te achterhalen of een gemeente Minima en Wmo-gerechtigden tegemoet komt bij de aanschaf van een fiets. Bij het zoeken naar het onderwerp ‘fiets’ komt men op een gemeentelijke website over het algemeen terecht op de link voor toerisme of het verkeersbeleid. De fiets als vervoermiddel voor kwetsbare groepen lijkt te worden onderschat.
1
http://www.rijksoverheid.nl/bestanden/documenten-en-publicaties/brochures/2011/12/23/de-nieuwe- wet-werk-en-bijstand/defwwb-januari-2012.pdf
Iedereen fietst mee
4
Het zal niet zo zeer de bedoeling zijn dat gemeenten standaard een nieuwe fiets verstrekken, maar er zijn een aantal mogelijkheden voor gemeenten om de fiets serieus op te nemen in het beleid. Vier gemeenten bieden de fiets in het minimabeleid aan. De gemeente Leeuwarden biedt het zogenoemde stipejild in de minimaregeling aan. Het stipejild wordt verstrekt op basis van mogelijke meerkosten bij een re-integratietraject. Drie gemeenten geven aan dat zij de fiets in een voorziening aanbieden. De gemeente Helmond schrijft: “Een fiets is in het kader van de Wmo een algemeen gebruikelijke voorziening. Daar waar een burger beperkingen heeft, kan een vervoermiddel aan de orde zijn in de vorm van een bijzondere fiets.” Drie gemeenten geven aan de fiets te hebben opgenomen in de bijzondere bijstand. Vijf gemeenten bieden de fiets aan in verband met trajectkosten voor scholing en werk. In de gemeente Smallingerland kan een persoon in het kader van een re-integratietraject een fiets krijgen, indien de reisafstand meer dan 10 kilometer is. In de gemeente Arnhem kan in het kader van leerwerktrajecten ook een fiets worden verstrekt. Onder voorwaarden is dat kosteloos. De vraag of er binnen de verschillende regelingen een tegemoetkoming voor het OV wordt verstrekt, hebben 19 gemeenten beantwoord. 5 hiervan bieden geen tegemoetkoming kosten met het OV aan. De andere gemeenten wel. De 8 gemeenten, die de fiets niet aanbieden geven wel een tegemoetkoming voor het OV. Dit gebeurt op verschillende manieren. Bij de gemeente Woerden worden reiskostenvergoedingen verstrekt voor verschillende doeleinden onder meer in verband met re-integratie of inburgeringstrajecten. Ook kunnen reiskosten voor deelname aan welzijnsactiviteiten binnen het budget van € 185 per persoon per jaar worden vergoed. OV
Ja, in de fiets bijstand 0 Nee Ja, in de bijstand 1 Ja, in de 1 bijzondere bijstand Ja, o.b.v. het 0 minimabeleid Ja, in de WMO 0 Ja, i.v.m. trajectkosten 2 richting scholing/werk Ja, binnen een 1 andere regeling
Ja, in de bijzondere bijstand 5 0
Ja, o.b.v. het minimabelei Ja, in de d WMO 0 2 0 1
Ja, binnen een andere regeling 2 0
percentage 38,9% 5,6%
aantal 7 1
0
0
1
1
11,1%
2
0
1
1
2
16,7%
3
0
0
0
1
5,6%
1
0
0
3
2
22,2%
4
3
1
2
4
50,0%
9
18 Tabel: aanbod van de fiets tegenover tegemoetkoming reiskosten
18
Iedereen fietst mee
5
Enkele voorbeelden van gemeenten: De gemeente Arnhem geeft aan dat huur van een fiets door scholen in verband met het verkeersexamen als kinderen geen fiets hebben mogelijk is. Onder de vlag van Arnhemse Jeugd doet mee krijgen kinderen in de leeftijd van 4-18 een fiets - als dat gekoppeld is aan een activiteit (school, sport of cultuur). De fietsen (gevonden in de stad of beschikbaar gesteld door particulieren) worden opgeknapt door de sociale werkplaats Sara. Ook worden ze binnenkort opgeknapt door 2switch in het kader van een leerwerktraject. De fietsen worden verstrekt via de stichting Leergeld. Ook zijn er fietsenmakers die meewerken door fietsen te verstrekken. De gemeente Súdwest-Fryslân heeft binnen twee werk-leer projecten een faciliteit ingebouwd betreffende de reparatie en verstrekking van fietsen (werkzaamheden in het kader van re-integratie). Deze fietsen worden aan mensen met een minimuminkomen ten behoeve van werk of participatie aangeboden. Fietsen worden dus in natura aangeboden en vallen niet onder een specifieke financiële regeling, waardoor een fiets kan worden aangeschaft buiten de twee projecten. Ook is deze gemeente momenteel in de onderzoeksfase om de schoolgaande kinderen binnen minimagezinnen, die na de zomer naar het voorgezet onderwijs gaan, een fiets aan te bieden. Die kinderen gaan elke dag van hun (woon)dorp naar de stad waar het onderwijs wordt aangeboden. Specifiek voor deze groep kinderen wordt nu bekeken hoe de gemeente dit kan faciliteren. De gemeente Hillegom geeft al jaren een fietscursus aan allochtone mensen die graag willen leren fietsen. Tijdens de cursus verwijzen de docenten hen naar de Meerwinkel waar wekelijks een rijtje opgeknapte fietsen in de verkoop staat voor gemiddeld € 50. 2
De gemeente Amsterdam heeft een folder (Amsterdam helpt!) uitgebracht. Ten eerste geeft deze folder een overzicht van mogelijke voorzieningen waarvan mensen met een laag inkomen gebruik van kunnen maken. Ten tweede is ook duidelijk waar mensen terecht kunnen als zij vragen hebben. Onder het punt ‘Extra geld voor ouderen’ is ook de fiets genoemd.
Aanbevelingen voor gemeenten 1. Zet de fiets prominent neer als een serieus vervoermiddel en als snel en goedkoop alternatief voor het openbaar vervoer. Openbaar vervoer kost de gemeente meer geld dan eenmalig een bijdrage voor de aanschaf van een (tweedehands) fiets. In de Wmo wordt bijvoorbeeld een fiets (driewieler) als mogelijkheid genoemd, als de persoon niet meer in staat is om met het openbaar vervoer te gaan. Een driewielfiets is duur, maar een goedkoper alternatief voor de gemeente is om de fietsen in bruikleen te geven. 2. Als er een tegemoetkoming bestaat wordt het aangegeven als ‘aanschaf (brom)fiets’. Een bromfiets is veel duurder dan een fiets en levert geen bijdrage aan de gezondheidsbevordering van de gerechtigde. Een mogelijk alternatief voor lange afstanden; ook voor senioren die onder deze regeling vallen, is een elektrische fiets. 3. Binnen het jeugdbeleid is het mogelijk om kinderen op basis van participatieoogpunten, maar ook met betrekking tot preventie van obesitas, aan een fiets te helpen. Vaak doen gemeenten dit, maar pas voor oudere kinderen (vanaf de brugklas). Dit bergt het gevaar dat deze kinderen tot die tijd niet voldoende ervaring opbouwen met het fietsen. Hiermee hangt samen dat als de ouders niet fietsen, de kinderen ook niet op de juiste manier leren fietsen. Daarom adviseren wij een heel gezin te helpen met de aanschaf van fietsen. 4. Maak een flyer met alle mogelijkheden voor mensen met weinig geld. Het is niet wenselijk dat mensen met weinig bestedingsruimte hulp mislopen omdat de informatie hen niet bereikt.
2
http://www.amsterdam.nl/werk-inkomen/inhoud-werk-inkomen/brochures/brochures/folders/amsterdam-helpt!/
Iedereen fietst mee
6
5. Een aantal gemeenten bieden fietslessen aan. Mensen met weinig geld hebben over het algemeen geen auto en zijn aangewezen op het openbaar vervoer. Dit kost geld. Als deze mensen leren fietsen vergroot dit hun actieradius. Hierdoor is het mogelijk dat zij weer actiever aan het leven deel kunnen nemen.