Typ hier uw tekst pag. 1 foto s optimaliseren in Camera Raw CC Robert Stox

Typ hier uw tekst

pag. 1

foto’s optimaliseren in Camera Raw CC

Robert Stox

INHOUDSTABEL: Inleiding 01 ZOOMgereedschap 02 Handje 03 WITBALANSPIPET 04 KLEURENPIPET 05 AANPASSINGSGEREEDSCHAP 06 UITSNIJGEREEDSCHAP 07 RECHTTREKKEN 08 VLEKKEN VERWIJDEREN 09 RODE OGEN VERWIJDEREN 10 AANPASSINFPENSEEL 11 GEGRADUEERFILTER 12 RADIAALFILTER 13 VOORKEURENVENSTER 14 LINKSVERDRAAIEN 15 RECHTSVERDRAAIEN 16 SCHERMMODUS 17 WEERGAVE VOOR en NA 18 WORKFLOWOPTIES 19 HET HISTOGRAM 20 CAMERA RAW TABBLADEN 21 WITBALANS 22 KLEURTINTCURVE 23 DETAILS 24 KVL/GRIJSWAARDEN 25 GESPLITSTE TINTEN 26 LENSCORRECTIES 27 EFFECTEN 28 CAMERACALIBRATIE 29 VOORINSTELLINGEN 30 MOMENTOPNAMEN 31 AFBEELDINGEN OPENEN….. 32 DE VERBORGEN MENUUTJES 33 WORKFLOW

pag. 2


Robert Stox

Foto’s optimaliseren in CAMERA RAW CC

Een goede stielman moet eerst zijn gereedschappen leren kennen als ook de manieren waarop hij ze kan gebruiken. Dit geldt evenzeer voor de fotograaf of de beeldbewerker. Bedoeling van dit document en ook van de bijhorende uiteenzetting is om de mogelijkheden te overlopen en te bespreken die Camera Raw biedt om een foto genomen in RAW te optimaliseren. Dit document tracht een overzichtelijke weergave te brengen van de mogelijkheden van de verschillende gereedschappen en tabbladen in Camera RAW CC 2015

pag. 3


Robert Stox

01- ZOOM-gereedschap

1. 2. 3. 4. 5. 6.

pag. 4

Linkermuisknop en slepen Rechtsklikken en percentage kiezen Linksonder in de balk klikken op + of – teken Terug naar weergavescherm = Ctrl 0 Voor 100 % weergave dubbelklikken op het zoomgereedschap Terug uitzoomen Alt-toets + klikken met linkermuisknop in de foto


Robert Stox

02 – Handje

Wordt gebruikt om de foto te verschuiven (in ingezoomde toestand) 1. Op het icoontje klikken en de muisaanwijzer wordt een handje en je kan nu de afbeelding verschuiven 2. Dubbelkikken op het handje en je gaat naar schermvullend 3. Ctrl + linksklikken geeft vergroting in trappen 4. Alt + linksklikken geeft verkleining in trappen

pag. 5


Robert Stox

03 – WITBALANSPIPET

Dit pipetje wordt gebruikt om de witbalans automatisch aan te passen. Hiervoor moet je klikken op een plaats die wit moet zijn of neutraal grijs. Om een juiste plaats te kiezen kan je eventueel inzoomen door Ctrl + te gebruiken. Uitzoomen gebeurt dan weer door Ctrl -

pag. 6


Robert Stox

04-KLEURENPIPET

Een nogal vrij ingewikkeld en weinig gebruikt gereedschap. Het bepaalt de juiste RGB waarden op een exact aangeduid punt. Het wordt wel eens gebruikt bij productfotografie om de juiste kleuren te bepalen. Als je een kleurenpipet wilt verwijderen, klikt je op het kleurenpipet terwijl je de Alt-toets ingedrukt houdt. Als je de kleurenpipetten wilt wissen, klikt dan op Pipetten wissen. Opmerking: Je kan het Kleurenpipet gebruiken om maximaal negen kleurenpipetten in de voorvertoning te plaatsen. De RGB-waarden worden weergegeven boven de voorvertoning

pag. 7


Robert Stox

05- AANPASSINGSGEREEDSCHAP

Dit is in feite een eenvoudige methode om zowel de 1. Parametrische curve = S-curve aan te passen 2. De kleurtoon aan te passen 3. De kleurverzadiging aan te passen 4. De kleurluminantie aan te passen 5. De Grijswaardenmix aan te passen. De eerste vind je terug als de kleurtintcurve. De laatste 4 vind je terug in het palet KVL/Grijswaarde van de RAW-convertor. Werkwijze: klik het gereedschap aan. Je krijgt dan een kruisje met een rondje. Op het gereedschap zie je een klein driehoekje. Je klikt hier op en dan zie je het uitrolmenu met de verschillende opties. Hiervan kies je er één. Je klikt in de afbeelding op een bepaalde plaats die je wil aanpassen. Je kan zowel links of rechts schuiven ofwel beneden of boven. Het effect is hetzelfde. -

In de modus parametrische curve trek je zo de curve op dat bepaald punt naar boven en maakt zo de foto lichter of trek je naar onder en wordt de foto donkerder. - Dezelfde werking geldt voor de kleurtoon, kleurverzadiging, kleurluminantie en grijswaardemix maar dan op hun specifieke functie. Je kan snel van de ene optie naar de andere overschakelen door rechts te klikken en dan een keuze te maken tussen de 5 verschillende mogelijkheden. Opmerking: wanneer je in de grijswaardenmix zit moet je eerst boven aan het palet het vakje omzetten in grijswaarden uitvinken om terug naar de kleurafbeelding te gaan

pag. 8


Robert Stox

06- UITSNIJGEREEDSCHAP Bij dit gereedschap vind je weer het kleine driehoekje dat toegang geeft tot verschillende opties. Wanneer je op het driehoekje klikt dan verschijnt er een venstertje met de verschillende uitsnijmogelijkheden. Je kiest een optie, klikt dan in het afbeeldingsvenster en sleept met de muis. Automatisch wordt een kader getrokken met de gekozen optie. Sleep je horizontaal dan krijg je een landschapsuitsnede, sleep je verticaal dan krijg je een portret uitsnede. Indien je het uitsnijgereedschap geselecteerd hebt kan je ook rechts klikken op de foto en dan verschijnt het zelfde venstertje: -

Normaal: gewoon klikken op de foto en slepen naar de gewenste uitsnede. 1 tot 1: vierkante uitsnede De 5 andere spreken voor zich zelf. Opmerking 9 t/m 16 komt overeen met het formaat voor de VLF wedstrijden Digitaal - Eigen: hier kan je zelf vb. een veel gebruikte uitsnede bepalen - Beperken tot afbeelding: …….. - Bedekking tonen: Interessant is ook te weten dat dan de lijnen voor de regel van derden worden weergegeven. Na de uitsnede te hebben bepaald wordt het te verwijderen gedeelte in licht grijs weergegeven. Om nu de uitsnede volledig in het weergave venster te zien klik je gewoon op een ander gereedschap (vb. handje). Nb. Als je uitsnede hebt bepaald kan je deze altijd wijzigen door aan de hoekhendeltjes te slepen. De uitsnede behoudt haar verhouding behalve bij normaal. Indien je sleept aan één hoekhendeltje veranderd de grootte aan één zijde (verhouding blijft). Gebruik je gelijktijdig de Alt-toets dan wijzigt de grootte van de uitsnede verhoudingsgewijs naar alle kanten. Ook de uitsnede kan verdraaid worden door de muisaanwijzer iets buiten de uitsnede te plaatsen, men krijgt dan een pijltje te zien waarna je kan draaien. Opmerking: Goed om weten is dat zo lang je in de RAW-bewerker blijft er niets van de foto wordt verwijderd. Je kan terugkeren naar het origineel door te klikken op: - uitsnede wissen - instellen op oorspronkelijke uitsnijding : dan ga je terug naar de beginfoto.

pag. 9


Robert Stox

07- RECHTTREKKEN

Met het rechttrekgereedschap zorg je ervoor dat de foto ofwel goed horizontaal of verticaal komt te staan. Indien je op het icoontje klikt en naar de foto gaat, krijg je een hoekje te zien. Om een foto goed horizontaal uit te lijnen, bijv. een horizon, klik je met het hoekje aan één zijde van de horizon en sleep je naar de andere kant van de horizon. Je laat de muis los en de foto staat mooi horizontaal. Gelijktijdig wordt de foto uitgesneden naargelang de verhouding die je ingesteld hebt in het uitsnijgereedschap. Gewoon klikken op een ander icoontje van het gereedschap en de foto komt in het venster recht te staan en tevens in de gewenste verhouding. Indien je alles wil wissen, gewoon naar het uitsnijgereedschap gaan en klikken op uitsnijden wissen.

pag. 10


Robert Stox

08- VLEKKEN VERWIJDEREN

Dit gereedschap wordt meestal gebruikt om sensorstofjes te verwijderen. Je kan dit echter ook in Photoshop doen. Je selecteert het gereedschap en aan de rechterzijde van het scherm krijg je dan een nieuw bewerkingsscherm te zien: Hier kan je de grootte van het penseel instellen alsook de doezelaar en de dekking. De grootte van het penseel kan je ook instellen door rechts te klikken in de cirkel en dan naar links (kleiner) of naar rechts(groter) te slepen. Indien je de shift-toets indrukt kan je zo ook de grootte van de doezelaar regelen. Om de grootte van de cirkel te bepalen kan je ook met de muisaanwijzer op de rand van de cirkel gaan staan en dan slepen naar links of rechts. Indien je het vakje “vlekken visualiseren” aanklikt dan krijg je een zwart/wit afbeelding waarin je beter de eventuele stofjes of vlekjes kan opspeuren. Met de schuifregelaar kan je het zwart/wit contrast nog regelen. Uitrolmenu Type: hier kan je kiezen uit Retoucheren: de structuur en de kleur van de cirkels worden gemengd zodat de retouche onzichtbaar wordt Klonen: hier ga je geen mengeling krijgen en krijg je werkelijk de structuur en kleur van de doelcirkel Werkwijze Dus indien je vlekjes wil verwijderen selecteer je het gereedschap, bepaal de grootte van het penseel, de doezelaar en dan klik je op het vlekje en automatisch zoekt het programma een plaats met de zelfde structuur en grootte en vervangt het te verwijderen vlekje. Indien je dit niet goed vindt dan kan je het doelcirkeltje verplaatsen. Wil je een object verwijderen dan kan je ook slepen met het vlekkenpenseel, dit werkt op hetzelfde principe.

Indien je op vele foto’s dezelfde sensorstofjes hebt dan kan je alle aangebrachte retouches ook automatisch op andere foto’s toepassen, dit doe je door te synchroniseren, zo kan je in RAW snel een hele reeks foto’s bewerken.

pag. 11


Robert Stox

09- Het rode ogen- gereedschap

Met dit gereedschap kan je automatisch rode ogen verwijderen als ook dierenogen aanpassen. 1. Geef de afbeelding weer met een zoompercentage van minimaal 100%. 2. Selecteer op de werkbalk Rode ogen verwijderen). 3. In het rechtervenster selecteert je in het pop-upmenu Rode ogen of Dierenogen. Je krijgt telkens een ander aanpassingsmenu. 4.

Sleep in de foto een selectie rond het betreffende oog. Camera Raw past de grootte van de selectie aan de pupil aan. Sleep de randen van de selectie om de grootte ervan te wijzigen.

5. In de opties voor gereedschap onder het histogram kunt je de regelaar voor Pupilgrootte naar rechts verschuiven als je het gecorrigeerde gebied groter wil maken. 6. Voor dierenogen: Selecteer indien nodig Lichtpunt toevoegen. Een lichtpunt biedt een spiegelend hooglicht in de afbeelding van een oog. 7. Voor rode ogen in foto's van personen: Sleep de schuifregelaar Donkerder naar rechts om het pupilgebied binnen de selectie en de iris buiten de selectie donkerder te maken. 8. Schakel Bedekking tonen uit om de selectie uit te schakelen en uw correctie te bekijken.

pag. 12


Robert Stox

10- AANPASSINGSPENSEEL

1. Selecteer Aanpassingspenseel Camera Raw opent automatisch de opties voor het Aanpassingspenseel onder het histogram en stelt de maskeringsmodus in op Nieuw. 2. Selecteer bij de opties voor het Aanpassingspenseel het type aanpassing dat u wilt maken. Je moet minimum één optie veranderen om het aanpassingspenseel te kunnen gebruiken. Indien je een nieuw aanpassingspenseel actief maakt dan klik je op de + of – van een optie. Deze verandert de aangeklikte optie en al de andere opties worden op nul geplaatst. Dubbelklikken op de schuifregelaar zet de waarde van die bepaalde optie op nul. Natuurlijk worden al de geselecteerde opties alleen toegepast op het gedeelte dat door het aanpassingspenseel wordt gedekt. Temperatuur: Hiermee pas je de kleurtemperatuur van een gedeelte van de afbeelding aan om het gedeelte warmer of kouder te maken Kleur: Hiermee kan je een groene of magentakleurige kleurzweem compenseren. Belichting: Hiermee stel je de algehele helderheid van de afbeelding in. Als je een lokale belichtingscorrectie toepast, kan je resultaten behalen die vergelijkbaar zijn met doordrukken en branden in traditionele fotografie. Hooglichten: Hiermee herstel je de details in overbelichte afbeeldingsgedeelten.

pag. 13


Robert Stox

Schaduwen: Hiermee herstel je de details in onderbelichten afbeeldingsgedeelten. Witte tinten: De witte punten in een foto aanpassen Zwarte tinten: De zwarte punten in een foto aanpassen Helderheid: Hiermee kan je de helderheid van de afbeelding aanpassen, met meer effect in de middentonen. Contrast: Hiermee kan je het contrast van de afbeelding aanpassen, met meer effect in de middentonen. Verzadiging: Hiermee wordt de scherpte of de zuiverheid van de kleur gewijzigd. Lokaal contrast: Hiermee voeg je diepte aan een afbeelding toe door het lokale contrast te verhogen. Nevel verwijderen: Hiermee versterkt of verzwak je de bestaande nevel in een foto Scherpte: Hiermee verbeter je de definitie van randen, zodat details in een foto meer in het oog springen. Met een negatieve waarde worden details vager. Ruisreductie: Hiermee verminder je luminantieruis, die kan optreden als schaduwgedeelten lichter worden. Moiréreductie: Hiermee verwijder je moiré-artefacten. Rand verwijderen: Hiermee verwijder je kleuren langs de randen. Kleur: Hiermee pas je een kleurtint toe op het geselecteerde gebied. Selecteer de kleurtoon door op het vak met het kleurmonster rechts van de effectnaam te klikken.

3. Geef de penseelopties op: Grootte: Hiermee geef je de diameter van de penseelpunt op in pixels. Doezelaar: Hiermee regel je de hardheid van de penseelstreek. Stroom: Hiermee regel je de toepassingsgraad voor de aanpassing. Dichtheid: Hiermee regel je de hoeveelheid transparantie van de penseelstreek. Automatische maskering: Hiermee beperk je de penseelstreken tot gebieden met dezelfde kleur. Maskering weergeven: Hiermee schakel je de zichtbaarheid van de maskerbedekking in het afbeeldingsvoorbeeld in of uit. Penseelgrootte kan je ook instellen door op de afbeelding rechts te slepen. Wanneer je de Shiftknop indrukt dan verander je de doezelaar. 4. Beweeg het Aanpassingspenseel over de afbeelding. Het dradenkruis geeft het toepassingspunt aan. Een dichte cirkel geeft de penseelgrootte aan. De zwart-wit gestreepte cirkel geeft de hoeveelheid voor de doezelaar aan.

pag. 14


Robert Stox

5. Teken met het gereedschap Aanpassingspenseel in het gebied van de afbeelding

dat je wil aanpassen. Als je de muisknop loslaat, verschijnt er een speldpictogram op het toepassingspunt. In de opties voor het Aanpassingspenseel verandert de maskeringsmodus in Toevoegen.

6. Verfijn de aanpassing op een van de volgende manieren: 

Sleep de gewenste schuifregelaars in de opties voor het Aanpassingspenseel om het bijbehorende effect in de afbeelding aan te passen.



Druk op V om het speldpictogram weer te geven of te verbergen.



Je kan de zichtbaarheid van de maskerbedekking in- of uitschakelen via de optie Maskering weergeven, door op Y te drukken of door de muisaanwijzer op het speldpictogram te plaatsen. Als je de kleur van de maskerbedekking wil aanpassen, klik dan op de kleurstaal naast de optie Maskering weergeven. Kies vervolgens een nieuwe kleur uit de Kleurkiezer.



Als je een deel van de aanpassingen wil ongedaan maken, klik dan op Wissen bij de opties voor het Aanpassingspenseel en strijk met het penseel over de aanpassing.



Je kan de aanpassing volledig verwijderen door de speld te selecteren en op Verwijderen te drukken.



Klik op Alles wissen onder aan de opties voor het gereedschap om alle aanpassingen van het Aanpassingspenseel te verwijderen en de maskeringsmodus in te stellen op Nieuw.

Opmerking: Als je met meerdere aanpassingen voor het Aanpassingspenseel werkt, moet je in de modus “Toevoegen” werken om te kunnen schakelen tussen de verschillende aanpassingen. Klik op een spelpictogram om de bijbehorende aanpassing te selecteren en deze te verfijnen.

pag. 15


Robert Stox

11- GEGRADUEERD FILTER

Met deze filter kan je verlopen maken op je foto. Je vindt er dezelfde opties als bij het aanpassingspenseel. De werking is dus ook gelijkaardig. Altijd eerst een optie aanpassen voordat je een verloop kan trekken. Toepassen: je selecteert het verloopgereedschap en je klikt links op de foto op het punt waar je het verloop wil beginnen. Vervolgens trek je het verloop naar het punt waar je het verloop wil eindigen. Het beginpunt van het verloop wordt met een groen bolletje aangeduid, het eindpunt met een rood bolletje. Je kan het verloop wijzigen door ofwel op het groene of het rode bolletje te klikken en te slepen of te draaien. Alles wat voor het groene bolletje ligt krijgt de ingestelde optiewaarde, alles wat na het rode bolletje ligt behoudt de originele waarde. Tussen de lijnen van het groene en het rode bolletje krijg je dus een verloop tussen de ingestelde optie en de originele waarde. Eenmaal het verloop gemaakt kan je alle opties aanpassen en wijzig je dus de opties van het verloop. Klik je buiten het aangebrachte verloop dan maak je een nieuw verloop. Dus je kan zoveel verlopen maken als je wil. Begin je het verloop te verslepen met ingehouden Shifttoets dan versleep ofwel verticaal of horizontaal. Om een verloop te wissen klik je rechts op het rode of groene bolletje en kies voor verwijderen. Zo kan je ook kiezen voor dupliceren. Zo verdubbel je het effect van het verloop of kan je een nieuw verloop maken met dezelfde instellingen. Wil je alle verlopen wissen dan kies je logischerwijze voor de knop “alles wissen”. Je kan ook zoals bij het aanpassingspenseel het masker zichtbaar maken en kiezen voor bedekking. Je kan eventueel het gebruikte verloop opslaan om eventueel later bij een andere afbeelding ook te gebruiken. Dit doe je door op het kleine driehoekje te klikken naast de titel onder het histogram. Je kiest dan in het nieuwe schermpje voor ”nieuwe lokale correctie-instelling” en dan kan je je verloop een naam geven.

pag. 16


Robert Stox

12- RADIAALFILTEER

Met de radiaalfilter kan je sommige delen van de foto benadrukken door bijv. op te lichten, de kleur wat te wijzigen, de belichting aan te passen enz.……. . De werking is gelijkaardig aan deze van het aanpassingspenseel en de gegradueerd filter Het radiaalfilter pas je toe door het gereedschap te selecteren, in de foto te klikken en te slepen. Je krijgt dan een ovale vorm waarin de gekozen optie wordt toegepast bijv. de belichting. Indien je sleept met de shift-toets ingedrukt krijg je een ronde vorm i.p.v. een ovaal. Eenmaal de vorm bepaald kan je nog altijd alle opties wijzigen en aanpassen. Je kan ook kiezen of de wijzigingen binnen of buiten het gemaakte radiaalverloop worden toegepast. Je kan radiaalfilters ook: dupliceren - kiezen voor een nieuw radiaalfilter - één radiaal wissen of allemaal wissen. Zoals eerder gezegd komt dit in grote mate overeen met het gegradueerd filter.

pag. 17


Robert Stox

13- VENSTER VOOR VOORKEUREN

Dit venster en ook de uitleg “Wat is Camera RAW” is voor een andere presentatie die dieper naar de kern gaat van RAW.

pag. 18


Robert Stox

14 + 15- LINKS EN RECHTS VERDRAAIEN

Deze twee gereedschappen spreken voor zichzelf. Hiermee verdraai je de foto telkens van 90° in de gewenste richting. Je hoeft alleen maar op het gereedschap te klikken. Eenvoudiger is nog te kiezen voor de letters R (voor rechts) en L (voor links).

pag. 19


Robert Stox

16- SCHERMMODUS

Hiermee kan je naar de volledig schermgrootte gaan of naar de verkleinde modus.

pag. 20


Robert Stox

17- WEERGAVE VOOR EN NA

Hiermee kan je de LAATST aangebrachte veranderingen vergelijken met de vorige toestand. Je hebt de keuze tussen enkele voorvertoningen:

1. eerste icoontje. Hiermee doorloop je de verschillende voorvertoningen en zie je de wijziging die op de afbeelding zijn toegepast 2. Voor/Na-instellingen worden toegepast op de linker- en rechterafbeelding 3. Voor/Na-instellingen worden toegepast op de hele afbeelding en worden naast elkaar weergegeven 4. Voor/Na-instellingen worden toegepast op de bovenste en onderste afbeelding 5. Voor/Na-instellingen worden toegepast op de hele afbeelding en verticaal weergegeven

pag. 21


Robert Stox

18- WORKFLOWOPTIES

Beneden, onder het beeldscherm van de Camera RAWconvertor zie je een blauwe, onderlijnde snelkoppeling. Indien je hier op klikt verschijnt er een nieuw venster waarin je verschillende aanpassingen kan doen. Dit zijn de workflowopties. Met Workflowopties bepaalt u hoe Photoshop deze bestanden moet openen, maar deze opties hebben geen invloed op de Camera Raw-gegevens zelf. Dit is wel een belangrijk gegeven in de uitvoer naar photoshop. We vinden er de volgende invulvakjes. -

-

pag. 22

Ruimte: Hiermee geef je het doelkleurprofiel op. Indien je in RAW fotografeert, fotografeer je zonder kleurruimte. Je kiest best voor de grootst mogelijk kleurruimte en dit is ProPhotoRGB. De meeste kleuren passen binnen deze kleurruimte. Dus je hebt een goede garantie dat de kleuren in je foto zo goed mogelijk behouden blijven. Dit geldt ook voor een Jpeg die je opent in Camera Raw. Zo blijft de grootst mogelijk speling in de kleurruimte gegarandeerd. Diepte: Hier kan je kiezen voor 8 of 16 bit. Kies steeds voor 16 bit zo heb je meer manoeuvreerruimte ter beschikking. Grootte: Hiermee geef je de pixelafmetingen van de afbeelding op als deze wordt geïmporteerd in Photoshop. De standaardpixelafmetingen zijn de afmetingen die zijn gebruikt om de afbeelding te fotograferen.


Robert Stox

-

-

Resolutie: Hiermee wordt de resolutie opgegeven waarmee de afbeelding wordt afgedrukt. Als resolutie kies je best voor pixels/inch, dit wordt het meest gebruikt in de grafische sector. Uitvoer Verscherpen: Hiermee kan je de uitvoer-verscherping toepassen voor op Scherm, Mat papier of Glanzend papier. Als hoeveelheid kan je instellen op Laag, Hoog of Standaard. In de meeste gevallen kunt u de instelling “Scherm en Standaard” laten staan. De uiteindelijke eindverscherping gebeurt toch in Photoshop. Openen in Photoshop als slim object: Kies deze optie om Camera Raw-afbeeldingen als een laag met een slim object te openen in Photoshop in plaats van als een achtergrondlaag Hierdoor kan je in Photoshop allerlei bewerkingen op je foto uitvoeren zonder dat je originele foto beschadigd wordt. Houd Shift ingedrukt als u op Openen klikt om deze voorkeur voor geselecteerde afbeeldingen te overschrijven.

OPGELET: Indien je voor uitvoeropties kiest voor 16 bit, ADOBE RGB1998 of ProPhotoRGB en je hebt daarna je foto verder in Photoshop aangepast EN je wil die omzetten naar Jpg. Dan zet je ze best in photoshop om in 8 bit en ADOBE sRGB. Dit gebeurt voor de BIT in het menu Afbeelding/Modus/8bit en voor de omzetting in kleurruimte door Bewerken/Omzetten in profiel – doelruimte sRGB.

Anders ga je verkeerd kleurweergave krijgen als je bijv. via E-mail gaat versturen of via Internet de foto op het scherm gaat openen.

pag. 23


Robert Stox

19- Het Histogram

Rechtsboven zie je het histogram. Het histogram toont het verloop van de helderheden en/of de kleurtinten in je foto. De linkerzijde toont de donkere tinten, rechts de heldere tinten. Het ideale histogram sluit zowel links als rechts aan op het nulpunt en benut het volledige toonbereik. Een histogram waarbij geen gebruik wordt gemaakt van het volledige toonbereik, geeft een matte afbeelding met minder contrast. Een histogram bestaat uit drie kleurlagen die de rode, groene en blauwe kleurkanalen weergeven. Als de drie kanalen elkaar overlappen, wordt wit weergegeven. Geel, magenta en cyaan worden weergegeven als twee van de RGB-kanalen elkaar overlappen (geel is gelijk aan de som van de rode en de groene kanalen, magenta is gelijk aan de som van de rode en de blauwe kanalen en cyaan is gelijk aan de som van de groene en de blauwe kanalen). De RGB-waarden van de pixel onder de aanwijzer (in de voorvertoning) worden onder het histogram weergegeven. In de linker- en rechterbovenhoek van het histogram staan pijltjes. Deze pijltjes kan je in- en uitschakelen door er op te klikken. Wanneer er een wit kadertje rond het icoontje verschijnt zijn ze ingeschakeld. Aan de linkerkant wordt weergegeven of de schaduwpartijen “dicht gelopen” zijn. Aan de rechterkant zie je of er “uitgebeten” hooglichten zijn. Wanneer de pijltjes ingeschakeld zijn zie je ook in de foto zelf waarschuwingen verschijnen: - rode vlakken wijzen op uitgebeten hooglichten (er zit geen kleurinformatie meer in). - blauwe vlakken wijzen op dichtgelopen schaduwen (er zit geen doortekening meer in) Je kan ook met schortcuts werken: om dichtgelopen schaduwen te zien klik je op U en om uitgebeten hooglichten te zien klik je op O

pag. 24


Robert Stox

20- DE CAMERA RAW TABBLADEN

De Camera Raw-tabbladen voor aanpassen van afbeeldingen zijn van links naar rechts 1. Standaard : Hiermee worden de witbalans, de kleurverzadiging en de tonaliteit aangepast. 2. Kleurtintcurve : Hiermee wordt de tonaliteit nauwkeurig afgesteld met behulp van een parameter- en een puntcurve. 3. Details : Hiermee worden afbeeldingen verscherpt of wordt ruis verminderd. 4. HSL / Grijswaarden : Hiermee worden de kleuren nauwkeurig afgesteld door de kleurtoon, de verzadiging en de luminantie aan te passen. Of om een afbeelding om te zetten in grijswaarden 5. Gesplitste tinten : Hiermee worden zwart-witafbeeldingen gekleurd of speciale effecten gemaakt met kleurafbeeldingen. 6. Lenscorrecties : Hiermee worden de kleurafwijking, geometrische vervorming en de vignettering die door de cameralens worden veroorzaakt, gecompenseerd. Er is eveneens een upright-functie die automatisch de afbeelding tracht horizontaal en/of verticaal uit te ljnen. 7. Effecten : Nevel verwijderen of korreligheid op de film simuleren of na het bijsnijden een vignet toepassen. 8. Camerakalibratie : Hiermee pas je cameraprofielen toe op Raw-afbeeldingen om kleurzweem te corrigeren en niet-neutrale kleuren aan te passen ter compensatie van de werking van de afbeeldingssensor van de camera. 9. Voorinstellingen : Hiermee kan je sets van afbeeldingsaanpassingen opslaan en toepassen als voorinstellingen. 10. Momentopnamen : Hiermee maak je versies van een foto waarin de status van de foto op verschillende punten tijdens het bewerkingsproces wordt vastgelegd. Indien je een tabblad selecteert dan verandert de naam in het vakje onder de tabbladen in de naam van het gebruikte tabblad bijv. van standaard naar effecten.

pag. 25


Robert Stox

21- HET STANDAARD TABBLAD 21-1 : WITBALANS Hier kan je vrij nauwkeurig de witbalans regelen. Dit kan gebeuren via de schuivertjes Temperatuur en kleur. De temperatuur wordt uitgedrukt in graden Kelvin. Het bereik gaat van 2000 (koele kleur) tot 50.000 (warme kleur). Indien je de juiste Kelvinwaarde kent dan kan je deze ingeven in het invulvakje. Anders kan je het hendeltje verschuiven. Je kan eventueel ook met de muisaanwijzer naast het woord temperatuur gaan staan en dan links klikken en verschuiven. Wil je vlug terug naar de originele waarde dan kan je dubbelklikken op het hendeltje. Je kan ook kiezen voor het afrolmenu: Dit zijn de instellingen zoals je ze ook kan kiezen in het fototoestel. Je kan deze waarden altijd corrigeren of finetunen met de schuivertjes. Op te merken valt dat in Camera Raw de beginstand van de witbalans deze is die je ingesteld had in je fototoestel. Daarom kan je ook in het afrolmenu kiezen voor “als opname”.

Goed om weten : Voor JPEG- of TIFF-bestanden probeert Camera Raw een andere kleurtemperatuur of witbalans te benaderen. Omdat de oorspronkelijke waarde al is gebruikt voor het wijzigen van de pixelgegevens in het bestand, levert Camera Raw niet de ware Kelvin-temperatuurschaal. In deze gevallen wordt bij benadering een schaal van -100 tot 100 gebruikt in plaats van de temperatuurschaal. Kleur: Hiermee stel je de witbalans in ter compensatie van een groene of een magenta kleur. Stel een lagere kleurwaarde in om groen aan de afbeelding toe te voegen. Stel een hogere kleurwaarde in om magenta toe te voegen

pag. 26


Robert Stox

21-2. BELICHTING

Onder het gedeelte om de witbalans vind je de regelaars om de belichting aan te passen. Dit kan je ook automatisch door het programma laten uitvoeren of je kan dit met de schuivers doen. Indien je kiest voor AUTOMATISCH dan zal Camera Raw de afbeelding analyseren en worden er automatisch aanpassingen aangebracht in de schuifregelaars. Hierna kan je alle schuivertjes nog individueel aanpassen. Je keert terug naar de originele toestand door op STANDAARD te klikken Indien je handmatig aanpassingen wil aanbrengen kan dit met de schuifregelaars. Dit is de functie van deze regelaars: Belichting: Hiermee pas je de algehele helderheid van de afbeelding aan. De belichtingswaarden worden aangepast in stappen die overeenkomen met de waarden voor de lensopening (f-stops) op een camera. Een aanpassing van +1,00 komt overeen met het vergroten van de lensopening met 1 stop en omgekeerd. Contrast: Hiermee wordt het afbeeldingscontrast verhoogd of verlaagd. Dit heeft hoofdzakelijk invloed op de middentonen. Hooglichten: Hiermee pas je de heldere gedeelten van de afbeelding aan. Sleep de schuifregelaar naar links om hooglichten donkerder te maken en verwijderde details van hooglichten te herstellen. Sleep de schuifregelaar naar rechts om de hooglichten helderder te maken. Schaduwen: Hiermee pas je de donkere gedeelten van de afbeelding aan. Sleep de schuifregelaar naar links om de schaduwen donkerder te maken en het bijsnijden te minimaliseren. Sleep de schuifregelaar naar rechts om de schaduwen helderder te maken en schaduwdetails te herstellen. Witte tinten: Hiermee pas je het witpunt op het histogram aan. Dit kan door te dubbelkikken met ingedrukte Shift-toets op het hendeltje. Zwarte tinten: Hiermee pas je het zwartpunt op het histogram aan. Dit kan ook door te dubbelkikken met ingedrukte Shift-toets op het hendeltje.

pag. 27


Robert Stox

Lokaal contrast: versterkt of verzacht het contrast bij details. Dit kan resulteren in een betere of slechtere detailweergave. Met een negatieve waarde kan je bijvoorbeeld de huid van een model verzachten. Met een positieve waarde kan je zeer kleine details in een foto beter doen uitkomen. Overdrijving zal de foto snel een onnatuurlijk uitzicht geven. Levendigheid: versterkt of verzwakt de zwakste kleuren in je foto. De sterke (verzadigde) kleuren worden niet of nauwelijks beïnvloed. Verzadiging: versterkt of verzwakt alle kleuren in je foto (= de verzadiging aanpassen).

Goed om weten: -

-

pag. 28

Indien je bij het schuiven bij de regelaars voor belichting – hooglichten – schaduwen – witte tinten – zwarte tinten – de ALTtoets indrukt kan je dadelijk vaststellen wanneer je clipping hebt in de hooglichten of detailverlies in de zwarttinten. Het beeld wordt voor de hooglichten volledig zwart en je begint clipping te krijgen wanneer je witte puntjes te zien zijn krijgt. Voor de schaduwen of zwarte tinten is dit het omgekeerde. Je krijgt een wit scherm te zien en je zal het juiste zwartpunt bereiken wanneer je een zwarte aftekening krijgt. Indien je dubbelklikt op en hendeltje dan herstelt zich die bepaalde schuifregelaar naar de begintoestand. Een methode die de Franse fotograaf Serge Ramelli toepast is: Hij past eerst de belichting aan op zicht. Vervolgens verlaagt hij volledig de schuifregelaar voor de hooglichten naar – 100 (uiterst links). Hiermee brengt hij meer detail en doortekening in de hooglichten. Vervolgens sleept hij de schuifregelaar van de Schaduwen volledig naar + 100 (volledig rechts). Hiermee brengt hij meer detail in de schaduwen. Vervolgens bepaalt hij het witpunt en het zwartpunt door met ingedrukte ALT-toets te slepen tot er zwarte of witte details komen in het beeld


Robert Stox

22- KLEURTINTCURVE In dit venster kan je belichtingscorrecties uitvoeren met behulp van een curve die de verschillende helderheden weergeeft. Curven laten een zeer nauwkeurige en gedetailleerde correctie toe. Onder de naam “Kleurtintcurve” staan nog twee tabbladen: “Parametrisch” en “Punt”. “Parametrisch” Met de drie pijlvormige schuivertjes onder het curvevenster kan je instellen welke gebieden hoofdzakelijk door de schuivers zullen beïnvloed worden. Oorspronkelijk wordt er gewerkt met kwarttonen: van 0 tot 25% voor schaduwen, van 25 tot 50% voor donkere tinten, van 50 tot 75% voor de lichte tinten en van 75 tot 100% voor de hooglichten. Door aan de hendeltjes juist onder de curve te schuiven kan je deze waarden wijzigen. De curve zelf en dus ook de helderheden in de foto, kan je aanpassen door aan de hendeltjes van de schuifregelaars te slepen. Indien je terug naar een nulstand wil gaan dan dubbelklik je op het hendeltje van die bepaalde schuifregelaar.

“Punt” Een tweede regelmogelijkheid is te werken met punten. Je kiest logischerwijze het onderwerp “punt” en hier vind je een uitrolmenu met een drietal voorinstellingen. De Tintcurve wordt automatisch aangepast aan het gekozen menu. De curve en de punten op de curve kan je aanpassen door met de muis op de curve te gaan staan, links te klikken en het muisteken verandert dan in een kruisje waarmee je de curve dan kan verslepen. Een punt verwijder je door het punt buiten het venster te slepen. OPMERKING: je kan hiervoor ook het gereedschap “aanpassingsgereedschap” gebruiken

pag. 29


Robert Stox

23- DETAILS

Het derde Tabblad is “Details” en hieronder vind je 2 onderdelen namelijk verscherpen en ruisreductie Verscherpen Verscherpen doe je best op een zoompercentage van 100 %. Om te verscherpen maak je gebruik van de volgende schuifregelaars: -

-

-

pag. 30

Hoeveelheid: Dit is een variant van het onscherp masker. Je bepaalt hoe sterk de verscherping zal worden door een randcontrast toe te passen. De juiste hoeveelheid wordt bepaald door de resolutie van de foto en de details in de foto op basis van het cameramodel, de ISO-waarde en de belichtingscompensatie. Straal: bepaalt over hoeveel pixels de verscherping wordt toegepast. Hoe groter de straal, hoe duidelijker de verscherping zichtbaar wordt, tot ze als onnatuurlijk overkomt. Doorgaans kunt u voor foto's met fijne details het beste een lage instelling gebruiken. Een grotere straal is geschikt voor foto's met grovere details Details: Bij een lagere instelling worden vooral de randen verscherpt om vervaging te verwijderen. Hogere waarden zijn vooral nuttig als u structuren in de afbeelding meer in het oog wilt doen springen.


Robert Stox

-

Masker: bij nul wordt de hele foto verscherpt, bij 100 zullen alleen bepaalde gebieden met scherpe randen beïnvloed worden. Om dit effect het best te zien houd je de Alt-toets ingedrukt bij het slepen.

Ruisreductie Afbeeldingsruis bestaat uit luminantieruis (grijswaarden), die een afbeelding korrelig maakt, en chromaruis (kleurruis), die de vorm heeft van gekleurde artefacten in de afbeelding. Dit wordt voornamelijk duidelijk bij hoge ISO waarden. De ruisgevoeligheid hangt o.a. ook af van de digitale camera. Hoe groter de sensor hoe minder hij ruis vertoond. Zoals bij het verscherpen bewerk je en beoordeel je de ruis met een zoompercentage van min. 100%. Ruis verwijder je met de volgende schuifregelaars : -

-

-

-

Luminantie: dit zijn kleine verschillen in de helderheid van naburige pixels. Op een donkere achtergrond zie je luminantieruis als een patroon van lichtere pixels. Het doet een beetje denken aan de vroegere korrel in de analoge fotografie. Met deze schuiver verminder je vooral de ruis in de donkere gedeelten van de foto (schaduwpartijen). Luminantiedetail: Hogere waarden behouden meer details, maar de resultaten kunnen meer ruis bevatten. Lagere waarden geven resultaten met minder ruis, maar verwijderen ook details Luminantiecontrast: Hogere waarden behouden het contrast, maar kunnen vlekken met ruis veroorzaken. Lagere waarden geven resultaten met minder ruis, maar normaliter ook minder contrast Kleur: Vergelijkbaar met de luminantieruis behalve dat je nu gekleurde vlekjes krijgt. De twee andere schuifregelaars hebben ongeveer dezelfde impact als de luminantieruis.

Opmerking De hier voorheen al vernoemde Franse Fotograaf Serge Remalli gebruikt altijd de volgende regel: -

Inzoomen op 100 % Dan de luminantieruis verminderen tot je op de afbeelding geen ruis meer hebt. Hierdoor vervaag je een beetje de foto. - Dit wordt dan opgelost door dan de scherpte te verhogen met een waarde berekent als het volgt : 100 – de gebruikte luminantieruis vb 100- 25= 75. - Dan het masker toepassen op de randen (Alt-toets gebruiken). Dit werkt meestal vrij goed en is zuiver experimenteel vastgesteld en is niet technisch of wetenschappelijk onderbouwd.

pag. 31


Robert Stox

24- KVL/GRIJSWAARDEN KVL (kleurtoon/verzadiging/luminantie) In dit tabblad kan je precieze kleurcorrecties uit voeren. Je kan dit doen via drie aparte tabbladen. Kleurtoon: Je kan per kleurtint de “zuiverheid” van de kleur aanpassen. Verzadiging: Je kan per kleurtint de verzadiging verlagen of verhogen. Luminantie: Je kan per kleurtint de helderheid van de kleur aanpassen. Als je alle aanpassingen ongedaan wil maken, klik je per item op het blauwgekleurde en onderlijnde snelkoppeling “Standaard”.

GRIJSWAARDEN Je foto wordt naar zwart-wit omgezet door een vinkje te plaatsen naast “omzetten in grijswaarden”, dit is niet destructief!. Indien je op de blauwe snelkoppeling “automatisch” klikt zal het programma een zo goed mogelijke conversie uitvoeren. Je kan ook zelf aanpassingen uitvoeren, Je boots dan na van welke filter je zou gebruiken in de analoge zwartwitfotografie. Als je de aanpassingen ongedaan wil maken klik je op de blauwe snelkoppeling Standaard Opgelet: Indien je de foto dan naar Photoshop brengt staat ze in modus “Grijswaarden”. Om verder te werken met alle Photoshopmogelijkheden moet je deze modus omzetten naar RGB-kleur via Afbeelding/modus/RGB-kleur

pag. 32


Robert Stox

25- GESPLITSTE TINTEN

Met het tabblad “Gesplitste tinten” kan je een grijswaardenafbeelding inkleuren. Je kunt - één kleur toevoegen, zoals vb. voor een sepiaweergave. - of een gesplitst-tintresultaat maken, waarin een verschillende kleur wordt gebruikt voor de schaduwen en de hooglichten. - De uiterste schaduwen en hooglichten blijven zwart en wit.

Hooglichten Kleurtoon: hiermee bepaal je welke kleurtoon in de heldere gedeelten van je foto moet overheersen. Verzadiging: pas je de sterkte van die kleurtoon aan.

Schaduwen Kleurtoon: hiermee bepaal je welke kleurtoon in de donkere gedeelten van je foto moeten overheersen. Verzadiging: pas je de sterkte van die kleurtoon aan.

Balans hiermee bepaal je welke kleurtoon je de overhand zal laten nemen, de Hooglichten of de Schaduwen. Door telkens te dubbelklikken op de hendeltjes van de schuifregelaars ga je terug naar de nul-stand

pag. 33


Robert Stox

26- LENSCORRECTIES Bij cameralenzen kunnen verschillende fouten optreden zoals -

Tonvorming: de rechte lijnen schijnen naar buiten te buigen Speldenkussenvervorming: waar de rechte lijnen buigen naar binnen Vignettering: de uiterste hoeken zijn donkerder dan het midden van de foto Kleurafwijking: bijv. paarse randen rond de randen van de afbeeldingen (chromatische aberratie) In Camera Raw kan je dit oplossen via het Tabblad “Lenscorrecties”. Het Tabblad Lenscorrecties bestaat uit 3 sub tabbladen namelijk Profiel – Kleur – handmatig.

Profiel : Als Camera Raw niet automatisch een geschikt profiel vindt, selecteert u een merk, model en profiel. Zo nodig kan je het profiel nog handmatig corrigeren via de schuifregelaars vervorming en vignetten. Opmerking: Sommige camera's hebben slechts één lens en sommige lenzen hebben maar één profiel. Afhankelijk van of u een Raw-bestand of een bestand met andere indeling aanpast, worden verschillende beschikbare lenzen weergegeven

Kleur: De meest eenvoudige correctie is het vakje naast “Kleurafwijking verwijderen” aan te vinken. Dit voldoet in meeste gevallen. Er wordt aangeraden dit altijd aan te vinken Indien er dan nog kleurafwijkingen zijn aan de rand dan kan je handmatig bij corrigeren. Zoom hiervoor liefst in op 100% Rode/cyaan rand corrigeren : Hiermee wijzigt u de grootte van het rode kanaal ten opzichte van het groene kanaal. Blauwe/gele rand corrigeren : Hiermee wijzigt u de grootte van het blauwe kanaal ten opzichte van het groene kanaal.

pag. 34


Robert Stox

Handmatig : Upright: Voor je dit tabblad toepast is het aangeraden eerst de lenscorrectie toe te passen. - Automatisch: Hiermee pas je een perspectiefcorrecties toe waarmee getracht wordt de afbeelding zowel horizontaal als verticaal goed te zetten. - Vlakte: Hiermee pas je een perspectiefcorrectie toe om ervoor te zorgen dat de afbeelding horizontaal geplaatst wordt. - Verticaal: Hiermee pas je een verticale correcties toe. - Volledig: Hiermee pas je vlakteverticale en horizontale correcties toe op de afbeelding. - Met het eerste vakje schakel je de toegepaste Upright weer uit. Transformatie: Hiermee kan je de aangebrachte Upright-correctie nog aanpassen of ga je handmatig perspectiefcorrecties toepassen. Hetgeen er gebeurt staat voor en na de schuifregelaars aangegeven. Lensvignetering: Hiermee kan je bijkomend nog vignettering verwijderen Raster tonen : Door dit aan te vinken kan je een rasterplaatsen als hulpmiddel bij de perspectiefcorrecties. De grootte van de vakjes kan je aanpassen via het schuivertje.

pag. 35


Robert Stox

27- EFFECTEN Nevel Verwijderen: Hiermee kan je nevel of mist verwijderen of toevoegen Korrel : Hiermee kan je filmkorrel simuleren - Hoeveelheid : Hiermee bepaal je de hoeveelheid korrel die wordt toegepast op de afbeelding. - Grootte : Hiermee bepaal je de grootte van de korrel. Opgepast dit kan vervaging veroorzaken. - Ruwheid : Hiermee bepaal je de regelmaat van de korrel.

Vignettering: Hiermee breng je op de afbeelding een vignet aan. Stijl : te kiezen in het uitrolmenu. -

Prioriteit hooglichten : het contrast van de hooglichten blijft behouden waardoor er kleurverschuivingen kunnen plaatsvinden in de donkere gedeelten van een afbeelding. Geschikt voor afbeeldingen met gedeelten waarin de hooglichten belangrijk zijn. Kleurprioriteit: de kleurtinten blijven behouden waardoor er details in heldere hooglichten verloren kunnen gaan. - Verfbedekking : de oorspronkelijke afbeeldingskleuren laat je overvloeien met zwart of wit. Geschikt voor het toepassen van een zacht effect, maar vermindert mogelijk het contrast van hooglichten. De schuifregelaars -

-

pag. 36

Hoeveelheid : Bij positieve waarden worden de hoeken lichter, bij negatieve worden ze donkerder. Middelpunt : Bij hogere waarden wordt de aanpassing beperkt tot het gebied dichter bij de hoeken, bij lagere waarden wordt de aanpassing toegepast op een groter gebied buiten de hoeken. Ronding : Bij positieve waarden is het effect meer cirkelvormig, bij negatieve waarden is het effect ovaler. Doezelaar : Bij hogere waarden wordt meer verzachting toegepast tussen het effect en de omringende pixels, bij lagere waarden minder. Hooglichten : (Beschikbaar voor Prioriteit hooglichten of Kleurprioriteit als Hoeveelheid een negatieve waarde heeft.) Hiermee bepaalt u de hooglichten in heldere gedeelten van een afbeelding, zoals straatverlichting of een andere heldere lichtbron


Robert Stox

28- CAMERAKALIBRATIE Dit tabblad heeft de bedoeling om de mogelijke kleurafwijkingen in de camera te neutraliseren. Dus dit is afhankelijk van de camera waarmee de foto werd genomen. In Camera Raw worden voor elk ondersteund cameramodel kleurprofielen gebruikt om Rawafbeeldingen te verwerken. Deze profielen ontstaan wanneer kleurdoelen worden gefotografeerd onder gestandaardiseerde belichtingsvoorwaarden. Adobe Standard: de standaardprofielen bieden in vergelijking met eerdere Adobecameraprofielen een aanzienlijke verbetering voor het genereren van kleuren, vooral in warme tinten, zoals rood, geel en oranje. Er bestaan gespecialiseerde websites waar je cameraprofielen voor verschillende camera’s kan afhalen. Wil je zelf cameraprofielen maken moet je over een goed Kalibratietoestel beschik. Voor hoe dit allemaal dient te gebeuren verwijs ik graag naar de website van Marc Cielen waarop je hierover een uitvoerige uitleg vindt. -

pag. 37

http://www.marc-en-ciel.be/KBH_SVS_PDF/deel4C.pdf Je kan ook zelf kleine kleurcorrecties uitvoeren als je weet welke de afwijkingen zijn voor jouw camera-lenscombinatie. Kleurbeheer is natuurlijk heel essentieel in de digitale fotografie en/of bewerking. Wil je zeer goed werken dan moet alles gekalibreerd zijn of worden: fototoestel, scherm enz.………


Robert Stox

29- VOORINSTELLINGEN (PRESETS) Je kan in Camera Raw ook presets of voorinstellingen gebruiken.

Je kan deze presets downloaden van gespecialiseerde sites. Daar lees je ook waar en hoe je ze moet installeren.

Je kan echter ook zelf voorinstellingen maken. je maakt al je aanpassingen zoals je wil dat de afbeelding er uit ziet. Je gaat dan naar het tabblad voorinstellingen. Je klikt beneden op het klein wit vierkantje met geplooide hoek. Er verschijnt dan een nieuw menuvenster. Je vult hier een naam in voor je preset, je klikt alle aanpassingen aan die je wil dat ze in de preset zitten en je klikt op opslaan en de naam van je preset verschijnt dan in het venster. Wanneer je nu een nieuwe foto opent dan zit deze preset ingesloten. Je klikt op deze preset en de foto wordt automatisch aangepast. Wil je de (of een) voorinstelling verwijderen dan selecteer je deze en je klikt op het vuilbakje.

pag. 38


Robert Stox

30- MOMENTOPNAMEN Een nadeel van Camera Raw ten opzichte van Lightroom is dat je de reeds aangepaste afbeelding niet eenvoudig kan vergelijken met de begintoestand. Camera Raw vergelijkt altijd met de juist daarvoor uitgevoerde aanpassing. Je kan hieraan verhelpen door momentopnamen te maken. Hoe doe je dat: Vb je opent je RAW afbeelding, je gaat naar het venster momentopname, je klikt op het witte vierkantje met omgeplooide hoek. Je geeft je momentopname een naam en klik OK. Deze toestand verschijnt dan in het venster. Zo maak je zoveel verschillende momenten als je wil. Dit maakt dat je toch op eenvoudige wijze met vorige aanpassingen kan vergelijken. Een momentopname kan je verwijderen door ze te selecteren en op het vuilbalkje te klikken. Momentopnamen zijn ook gebonden aan de afbeelding en moet je herhalen voor elke andere foto die je bewerkt.

pag. 39


Robert Stox

31 – Afbeeldingen openen…

Als je alle nodige aanpassingen hebt gedaan heb je drie mogelijkheden om je foto verder te behandelen: -

-

-

pag. 40

ANNULEREN: spreekt voor zichzelf. Je verwijderd de foto uit Camera Raw en de aanpassingen worden genegeerd. Druk je gelijktijdig op de Alt-toets dan verandert de knop in “Herstellen”, hiermee stel je alle correcties terug in op hun standaardwaarde en verlaat je Camera RAW niet. GEREED : Camera RAW wordt afgesloten. De aangepaste RAW-foto wordt opgeslagen. De foto wordt niet geopend in Photoshop. Alle uitgevoerde correcties worden in een apart XMPbestanden ingesloten. Indien je werkt in “DNG” dan zitten de correcties in het DNG-bestand ingesloten. AFBEELDING OPENEN: de foto wordt geopend in Photoshop. o Druk je de Alt-toets in, dan verandert de knop in “Kopie openen”, als je nu met ingedrukte Alt-toets op de knop klikt wordt de foto in Photoshop geopend zonder de metagegevens aan te passen, de correcties worden wel toegepast. o Druk je de Shift-toets in, dan verandert de knop in “Object openen”, als je nu met ingedrukte Shift-toets op de knop klikt, dan wordt de foto als slim object in Photoshop geopend


Robert Stox

32 – DE VERBORGEN MENUUTJES

Je moet goed kijken of er naar zoeken maar op sommige plaatsen zie je een klein driehoekje met enkele lijntjes er voor. Je vindt dit bijv. onder “aanpassingsgereedschap” – “ Uitsnijden” . Maar ook rechts waar de naam van het gebruikte tabblad staat (bijv. Standaard) vindt je dit teken. Indien je daar op klikt verschijnt er een nieuw menuvenster met toch wel enkele belangrijke aanduidingen die vooral belangrijk zijn voor eventuele ontwikkelingsinstellingen - Afbeeldingsinstellingen: je zet alle instellingen terug naar hun oorspronkelijk waarden. De uitgevoerde aanpassingen worden ongedaan gemaakt. - Standaardinstellingen Camera RAW: je zet alle instellingen terug zoals ze oorspronkelijk in Camera RAW waren. - Vorige omzetting: als je eerder een foto bewerkt hebt, kan je hiermee een volgende foto met één klik corrigeren volgens de laatst toegepaste instellingen. - Aangepaste instellingen: deze optie wordt automatisch geselecteerd zodra je iets verandert aan één van de instellingen. - Instellingen voorinstelling: staat oorspronkelijk grijs, wat betekent dat je ze niet kan selecteren. Zodra je voorinstellingen hebt opgeslagen (via de optie “Instellingen opslaan...” wordt de naam van de opgeslagen instellingen hier getoond. Zie ook Tabblad “Voorinstellingen” - Voorinstelling toepassen: Als er meerdere voorinstellingen werden opgeslagen kan je hier meteen één van de opgeslagen instellingen selecteren naast het pijltje.

pag. 41


Robert Stox

- Momentopname toepassen: je kan van elke aanpassing een momentopname maken en opslaan, zodat je later eventueel terug kan naar een vorige situatie (een soort geschiedenis). Als er momentopnames werden opgeslagen kan je deze selecteren naast het pijltje. Zie ook het Tabblad “Momentopnamen” - Geïmporteerde instellingen wissen: via de optie “Instellingen Laden...” kan je eerder gemaakte aanpassingen ophalen of importeren. Om deze instellingen uit de lijst te wissen gebruik je deze optie. - Instellingen exporteren naar XMP: met deze optie sla je alle gemaakte aanpassingen voor deze foto op in een XMP-bestand. - DNG-voorvertoning bijwerken: als je een DNG-bestand bewerkt in Camera-RAW en er werd een jpg-voorvertoning in het DNG-bestand ingesloten, dan kan het nodig zijn om deze voorvertoning bij te werken, zodat andere programma’s het bijgewerkte bestand ook op de juiste manier weergeven. - Instellingen laden...: hiermee kan je eerder opgeslagen instellingen ophalen, deze instellingen kunnen zelfs van een andere computer of fotograaf komen. - Instellingen opslaan...: hiermee kan je alle gemaakte aanpassingen opslaan. Het XMP-bestand kan je dan later terug ophalen via de optie: “Instellingen laden” of je kan het naar een andere computer overbrengen of aan een collega fotograaf doorgeven. Dat is vooral nuttig wanneer meerdere fotografen opnames maken onder dezelfde omstandigheden (bijvoorbeeld: schoolfotografie). - Nieuwe standaardinstellingen Camera Raw opslaan: hiermee kan je instellingen en aanpassingen die je vaak gebruikt als standaardinstellingen opslaan. De volgende keer dat je een foto opent zullen deze instellingen al meteen toegepast worden. - Standaardinstellingen Camera Raw opnieuw instellen: hiermee zet je alle instellingen van Camera Raw terug naar hun oorspronkelijke waarden.

De meeste instellingen vragen een meer grondigere uitleg die niet past in het tijdsbestek van deze lezing. Maar het is wel belangrijk te weten dat ze bestaan en waar je ze kan terugvinden.

pag. 42


Robert Stox

33 – WORKFLOW In de inleiding werd er verwezen naar de stielman die, voor hij aan het werk kan, zijn gereedschappen moet leren kennen en gebruiken. Zo zal hij ook een bepaalde werkmethode moeten aanleren en toepassen. Een schrijnwerker zal logischerwijze niet eerst alles fijn opschuren om daarna er met de ruwe schaaf over te gaan. Zo zal de fotograaf en fotobewerker ook een bepaalde werkwijze toepassen, men noemt dit de WORKFLOW De aangewezen Workflow voor Camera RAW CC 2015 is de volgende: 1. CAMERACALLIBRATIE: Het eerst pas je best de Camerakalibratie toe. Je kiest liefst de laatste processor (2012). Als Cameraprofiel kies je ofwel “Adobe standaard” of een aangepast cameraprofiel. Zie hoofdstuk 28 2. LENSCORRECTIE: Dan ga je via de lenscorrectie de vervormingen wegwerken. Dit doe je door het juiste lensprofiel in te voeren en eventueel een perspectiefcorrectie uit te voeren. Zie hoofdstuk 26 3. UITSNIJDEN: Vervolgens ga je uitsnijden naar de voor jouw gewenste grootte. Je kan steeds naar de originele afmetingen terug gaan. Uitsnijden in Camera RAW is niet destructief. Zie hoofdstuk 06 4. BELICHTINGSCORRECTIE: Via het tabblad “Standaard” kan je dan de afbeelding gaan aanpassen naar de gewenste belichting (witbalans-hooglichten-schaduwen-…………) Zie hoofdstuk 21 5. RUIS en VERSCHERPEN. Ruis zie je meestal goed in de donkere gedeelten. Na de juist gewenste belichting te hebben toegepast kan je best oordelen over de ruis. Denk er aan in te zoomen naar 100%. Na het verwijderen van de ruis kan je gaan (voor)verscherpen. Zie hoofdstuk 23 6. FINE TUNING : Als laatste stap voor het openen in Photoshop of het opslaan op de harde schijf ga je de foto meer in detail afwerken. Hierbij heb je een heel gamma van gereedschappen en tabbladen zoals: gegradueer filter, aanpassingspenseel, KVL, Effecten……. Zie hiervoor de gepaste hoofdstukken 7. Als laatste ga je de foto nog in detail bekijken en eventueel het wit en zwartpunt nog bijkomend aanpassen. In de Photoshop filters staat nu ook de filter Camera RAW-filter waar je altijd gebruik kan van maken. Is het volgen van deze workflow een must? NEEN, het is een richtlijn en je past de workflow toe aan je eigen werkwijze. __________________________________________________________________________________ Ik hoop je een beetje wegwijs te hebben gemaakt in het gebruik van de aanpassingsmogelijkheden om “FOTO’S TE OPTIMALISEREN IN CAMERA RAW CC 2015”.

Om dit document op te stellen heb ik gebruik gemaakt van de eigen ondervinding, de gegevens van “helpx.adobe” en van het document “werken met camera raw 5-4” van Marc Cielen.

pag. 43


Robert Stox

Typ hier uw tekst pag. 1 foto s optimaliseren in Camera Raw CC Robert Stox

Recommend Documents