LRCH magazine 2
Uitgave van de Land Rover Club Holland 24e jaargang l mrt/apr 2012
tekst QAndrea Dijkstra | beeld QJeroen van Loon Reisverhaal
Mooi maar pijnlijk Israël, revolutionair maar chaotisch Egypte Journaliste Andrea Dijkstra en fotograaf Jeroen van Loon trekken met hun Land Rover Defender ‘Sandy’ meer dan een jaar door het Midden-Oosten en Afrika om onderweg mooie achtergrondverhalen te maken. In LRCH magazine vertellen ze over hun belevenissen, dit keer in Israël en Egypte.
‘Please unpack your whole car,’ is het vriendelijke, doch dwingende verzoek van de Israëlische grensbewaker die ons staat op te wachten. Even slikken we, maar beginnen dan braaf al onze pannetjes, lampjes, krukjes en ga zo maar door, op de band van de metaaldetector te stouwen. De meeste overlanders gaan per boot van Jordanië naar Egypte en slaan zo Israël met zijn beruchte grensovergangen en gedoe met stempels over. Van bevriende overlanders horen wij echter dat de stempels nauwelijks nog problemen opleveren, mits je ze in een tweede paspoort of los velletje laat stempelen, vinden wij de boottickets nogal prijzen en lijkt Israël ons bovenal een super interessant land. En tsja, die douane, dat is gewoon even bikkelen. Na de drie uur durende check rijden we opgelucht Eilat binnen, waar we even met onze ogen moeten knipperen als we boodschappen willen gaan doen. Door de westerse winkels wandelen westers geklede mensen die vervolgens in hun Europese auto’s stappen. Na maanden van viezige Arabische straten vol rommelige winkeltjes is dit een surrealistische gewaarwording. Juichend kopen we een ‘Nederlands’ bruin brood dat we eigenhandig door de snijmachine halen. Fijn is het om even niet meer ‘toerist’ te zijn. Tegelijk voelt het ongemakkelijk om door iedereen in het Hebreeuws te worden aangesproken omdat we blijkbaar zo op Israëliërs lijken. Dit ‘op Israëliërs lijken’ wordt nog verder versterkt door onze auto die grote gelijkenissen blijkt te vertonen met één van de wagens van het Israëlische leger. En laat het kenteken nou
34 | LRCH magazine Qmrt/apr 2012 | nummer 2
ook nog geel met een blauw vlakje met IL in plaats van NL zijn. Palestijnse militairen op de Westelijke Jordaanoever aarzelen hierdoor ons door te laten naar Jericho, vrezend dat mensen ons voor Israëlische militairen zullen aanzien. Dit valt uiteindelijk mee, helemaal als we Sandy parkeren en de Palestijnen uitleggen wie we zijn. Enkele dagen later gaat het echter wel bijna mis als we fout rijden en opeens in een ieniemienie dorpje terecht komen. Als jongetjes stenen van de grond beginnen op te rapen, draaien we snel onze raampjes open en roepen ‘Salam Aleikum’, tourists Holandi’. Gelukkig verstaan enkele volwassenen ons en X
nummer 2 | mrt/apr 2012 QLRCH magazine | 35
manen de jongens de stenen terug te leggen. En enkele dagen later komen Jeroen’s ouders ons opzoeken die op ons verzoek Nederlandse vlaggetjes hebben meegebracht die we aan de zijkanten van de auto bevestigen. Dit blijkt goed te werken. Bij een tweede bezoek aan Jericho gaan de duimpjes omhoog en roept iedereen ‘‘Welcome in Palestine’. Uiteraard brengen we een bezoek aan Jeruzalem, waar we in de wirwar van verlaten steegjes in het Joodse kwartier van de Oude Stad onverwachts op een orthodoxe jongensschool stuiten. Leerlingen spelen er tikkertje terwijl hun pijpenkrulletjes in de wind fladderen en ze hun zwarte keppeltjes met de hand op hun plek houden. Een gek gezicht. Na het passeren van een metaaldetector, lopen we het plein van de Klaagmuur op waar voor de tientallen meters hoge muur mannen in zwarte pakken, spierwitte overhemden, hoge hoeden en cilindervormige bontmutsen met hun lichaam heen en weer wiegend, staan te bidden. Vloekend constateer ik dat ook in het Jodendom mannen en vrouwen gescheiden worden en wandel ik naar het vrouwen gedeelte waar dames in lange rokken en met pruiken prevelend gebedenboeken tegen hun mond houden en anderen hun vlakke hand minutenlang tegen de muur houden of een briefje met smeekbedes tussen de gleuven drukken waarna ze uit eerbied voor Gods aanwezigheid niet hun rug naar de muur draaien, maar achteruit naar buiten lopen. Jeroen is ondertussen naar het mannen gedeelte waar hij binnen in het ‘overdekte deel’ van de muur prachtige foto’s maakt van orthodoxe joden. In het christelijke kwartier verbazen we ons over de honderden uit alle windstreken afkomstige pelgrims die elkaar verdringen om alles wat los en vast zit en iets met Jezus te maken heeft, zoveel mogelijk te kussen. Persoonlijk vinden we het een beetje onhygiënisch. Maar tegelijkertijd doet het ons beseffen hoe belangrijk Jerusalem eigenlijk ook voor het christendom is (terwijl je daar eigenlijk veel minder over hoort). De volgende dag lijkt het of de bussen vol Nigerianen ons door de checkpoints naar Bethlehem zijn gevolgd. Want wederom wanhopig verdringen ze elkaar voor de gouden ster waar de kribbe van het kindeke Jezus moet hebben gestaan en storten zich verderop tegen de grond waar ze in een luidruchtig gebed verzinken met de handenpalmen naar de hemel gericht. En het is hetzelfde verhaal in Nazareth…
Het door de Westbank en Israël reizen valt verder ontzettend mee. De Israëlische militairen bij de checkpoints doen nauwelijks moeilijk, hoewel we soms even op onze lip moeten bijten als ze arrogante opmerkingen over Palestijnen maken. De onderlinge haat en de onderdrukking is op veel plekken voelbaar. Zo is het gruwelijk om te zien hoe de afscheidingsmuur de mensen in het eerder redelijk welvarende Bethlehem volledig insluit en de belangrijkste hoofdstraat is veranderd in kleine doodlopende stegen waar winkeliers nauwelijks nog klandizie hebben. Ook brengen we een paar dagen door bij bedoeïenen in de Negev woestijn, die door de Israëlische overheid van hun land worden gejaagd om in steden te gaan wonen. We slapen een nachtje bij een familie die inmiddels op het kerkhof woont, de enige plek van hun dorp dat de Israëlische bulldozers nog ongemoeid hebben gelaten, en klappen onze daktent naast de graven open. We slapen er overigens prima. Veel bewondering hebben we voor de Palestijnse familie Khoury die de eerste bierbrouwerij op de Westelijke Jordaanoever heeft opgezet. Onder het genot van een door hem zelf ontwikkeld donker Taybeh biertje geeft eigenaar Nadim Khoury ons een rondleiding en vertelt tegen wat voor uitdagingen hij aanloopt. Zo moeten de bierfusten, voor het tientallen kilometers verderop gelegen Jerusalem, per vrachtwagen naar het honderden kilometers zuidelijker gelegen checkpoint waar ze stuk voor stuk door een scanner moeten, waarna ze op een andere vrachtwagen weer tweehonderd kilometer terug naar Jerusalem moeten. Ook mogen ze als Palestijn geen gebruik maken van Israëlische luchthavens en moeten via tijdrovende checkpoints naar de luchthaven in Jordanië. Ondanks de tegenwerking lukt het de brouwer om in steeds meer landen voet aan de grond te krijgen. Zo zijn ze succesvol in Japan en verkopen in steeds meer Europese landen waaronder België. Nadim is er heilig van overtuigd dat alleen economische ontwikkeling Palestina zal redden.
Gek is het om tegelijk in bijvoorbeeld Tel Aviv helemaal niets van spanningen of de bezetting te merken. De stad lijkt op verschillende plekken zelfs een beetje op de Amsterdamse Pijp met gezellige terrasjes waar hip geklede mensen aan een cappuccino of wijntje nippen en overal ons fietsers passeren. Grappig is het om te merken hoe Israëliërs zelf ook helemaal gek zijn van offroad rijden. Door het hele land liggen prachtige 4x4-wegen waar we gretig van gebruik maken. Wil je hier meer over lezen, koop dan het april nummer van 4WD Magazine waarin een reisreportage van ons wordt gepubliceerd. X
Op veel plekken in Israël wordt je geconfronteerd met de vele oorlogen die het land heeft gevoerd of waar het nog steeds in verwikkeld is. Zo passeren we in de Negev woestijn, die qua natuurschoon niet onderdoet voor Wadi Rum in Jordanië, een autokerkhof vol verroeste karkassen van legertrucks en tanks. In de betwiste Golanhoogvlakte, die met zijn groene bergen en langharige koeien sterk aan Zwitserland doet denken, zien we elke paar kilometer een blubberig oefenterrein waar Israëlische tieners leren manoeuvreren in tanks. En als we op een avond aan het wildkamperen zijn in een bos vlakbij de Westelijke Jordaanoever horen we plotseling het luchtalarm . De volgende dag blijkt dat vanuit de Gazastrook raketten richting Israëlisch gebied waren afgevuurd.
36 | LRCH magazine Qmrt/apr 2012 | nummer 2
nummer 2 | mrt/apr 2012 QLRCH magazine | 37
38 | LRCH magazine Qmrt/apr 2012 | nummer 2
nummer 2 | mrt/apr 2012 QLRCH magazine | 39
Na al het natuurschoon in Israël en de relaxte sfeer in Dahab, moeten we even wennen aan alle chaos en drukte van Cairo. Bizar is het om met onze auto over het beroemde Tahrir plein te rijden, dat op rustige dagen gewoon een hele grote rotonde blijkt te zijn! Maar Cairo blijkt duidelijk geen autostad en Sandy krijgt daarom een plekje in een parkeergarage midden in het centrum, vlakbij ons hostel. We brengen een bezoekje aan de kerken in Koptisch Cairo en verdwalen in de spannende straatjes vol minaretten in Islamitisch Cairo. Vanwege ons werk bewaren we een bezoekje aan de piramides voor later. Enkele dagen na onze aankomst verandert het Tahrir plein namelijk weer in een kolkende mensenmassa die viert dat een jaar geleden de revolutie uitbrak. De hele dag praten we met mensen op het plein. Bijzonder, maar tegelijkertijd spannend, want het is duidelijk dat veel mensen evenmin tevreden zijn dat de militaire raad nog altijd de touwtjes in handen heeft. Inmiddels hebben we in Cairo een journalistenvisum voor Libië geregeld waar we nu zijn. Maar meer daarover in het volgende LRCH Magazine!
Na Israël is het de beurt aan Egypte, waar we aan de grens weer worden geconfronteerd met het bureaucratische geharrewar met bonnetjes, belastingen en een verplichte verzekering. De check van onze auto is gelukkig oppervlakkig waarna Sandy wordt voorzien van Arabische nummerplaten. Kerst en oud & nieuw brengen we door in hippiebadplaats Dahab aan de Rode Zee, waar we even relaxen, een paar ochtenden snorkelen, een aantal verhalen uitwerken en voor Dagblad De Pers een verhaal maken over de situatie van de bedoeïenen. Met één van de bedoeïenenfamilies trekken we een dag de prachtige Sinaï in waar de vrouwen brood voor ons bakken in het zand van de woestijn. Bijzonder is het om te zien dat deze mensen zich hier midden in de woestijn eigenlijk beter op hun gemak voelen dan in het inmiddels ook al wat drukker wordende Dahab. Op weg naar Cairo wildkamperen we één nachtje in de Sinai waar we ’s avonds opeens een rare geur ruiken, die nog het meeste aan een dode kat doet denken. In het pik donker hebben we echter niet zo’n zin om op onderzoek uit te gaan en na een half uurtje waait het gelukkig over. ‘Hé, is dat geen dode kameel’, roept Jeroen echter de volgende ochtend
40 | LRCH magazine Qmrt/apr 2012 | nummer 2
Wil je meer over ons lezen, kijk dan op onze website www.compassmedia.nl
als hij op het roofrack staat om de daktent weer in te klappen. Op nog geen dertig meter van onze auto ligt het dier dat door zijn zandkleur bijna niet te onderscheiden is van de omgeving. Zijn geur verraadt hem echter, en met dichtgeknepen neus maken we snel wat foto’s en maken ons dan snel uit de voeten.
nummer 2 | mrt/apr 2012 QLRCH magazine | 41