Vraag 1 Module Basis Toetsterm 2a.1 Eenvoudige berekeningen maken. Uitrekenen van enkelvoudige interestberekeningen, die opstellen m.b.t. verschillende producten of belastingen en zeer eenvoudige berekeningen van samengestelde interest correct uitvoeren. Kandidaat gebruikt zonodig een rekenmachine, tabellen, etc.
Casus Mark (27 jaar) is vrijgezel. Hij heeft een inkomen uit arbeid van € 33.000,- per jaar. Mark heeft een eigen woning met een WOZ-waarde van € 200.000,-. Op deze woning rust een hypotheek van € 100.000,- en de rente bedraagt 5%. De rente is volledig aftrekbaar voor de inkomstenbelasting. Mark heeft nog een tweede huis; dat huis verhuurt hij aan zijn ex-vriendin. De WOZ-waarde van deze woning is € 100.000,- en de huurinkomsten bedragen dit jaar € 6.060,-. Verder • • •
heeft Mark de volgende bezittingen: Aandelenpakket € 10.000,- waarover € 400,- dividend is ontvangen. Spaarrekening € 5.000,-, rente 1,5% Betaalrekening € 1.500,-, rente 1%
Algemene gegevens Inkomstenbelasting Tarief in Box I Belastbaar inkomen meer dan:
Maar niet meer dan:
Tarief:
---
€ 15.000,-
33%
€15.001,-
€ 30.000,-
42%
Over Meerdere
44%
Eigen woning forfait bedraagt
0.8%
Algemene heffingskorting
€ 2.000,-
Arbeidskorting
€ 1.400,-
Box III Heffingsvrij vermogen
€ 20.000,-
Vraag Vul de juiste bedragen in, in de onderstaande tekst. Het belastbaar inkomen uit arbeid en de eigen woning van Mark bedraagt €
.
En de te betalen belasting in box 1 is daardoor €
.
Antwoord Het belastbaar inkomen uit arbeid en de eigen woning van Mark bedraagt € 29.600,en de te betalen belasting in box 1 daardoor € 11.082. Feedback Mark heeft een inkomen uit arbeid van € 33.000,- per jaar. Het inkomen uit de eigen woning ( eigen woning forfait) bedraagt € 1.600,- en de aftrekbare hypotheek rente bedraagt € 5.000,-. Inkomen € 33.000,- plus € 1.600,- minus € 5.000,-- is € 29.600,-. Van het totale inkomen wordt € 15.000,- tegen 33% belast is € 4.950,-- en het meerdere is € 14.600,-tegen 42% is € 6.132,-. Totaal dus € 11.082,-.
Vraag 2 Module Basis Toetsterm 2a.1 Eenvoudige berekeningen maken. Uitrekenen van enkelvoudige interestberekeningen, die opstellen m.b.t. verschillende producten of belastingen en zeer eenvoudige berekeningen van samengestelde interest correct uitvoeren. Kandidaat gebruikt zonodig een rekenmachine, tabellen, etc.
Casus Mark (27 jaar) is vrijgezel. Hij heeft een inkomen uit arbeid van € 33.000,- per jaar. Mark heeft een eigen woning met een WOZ-waarde van € 200.000,-. Op deze woning rust een hypotheek van € 100.000,- en de rente bedraagt 5%. De rente is volledig aftrekbaar voor de inkomstenbelasting. Mark heeft nog een tweede huis; dat huis verhuurt hij aan zijn ex-vriendin. De WOZ-waarde van deze woning is € 100.000,- en de huurinkomsten bedragen dit jaar € 6.060,-. Verder • • •
heeft Mark de volgende bezittingen: Aandelenpakket € 10.000,- waarover € 400,- dividend is ontvangen. Spaarrekening € 5.000,-, rente 1,5% Betaalrekening € 1.500,-, rente 1%
Algemene gegevens Inkomstenbelasting Tarief in Box I Belastbaar inkomen meer dan:
Maar niet meer dan:
Tarief:
---
€ 15.000,-
33%
€15.001,-
€ 30.000,-
42%
Over Meerdere
44%
Eigen woning forfait bedraagt
0.8%
Algemene heffingskorting
€ 2.000,-
Arbeidskorting
€ 1.400,-
Box III Heffingsvrij vermogen
€ 20.000,-
Vraag Vul de juiste bedragen in, in de onderstaande tekst. Het belastbare vermogen in box 3 is in totaal € dus €
en de te betalen belasting in box 3 bedraagt
.
Antwoord Het belastbare vermogen in box 3 is totaal € 96.500 en de te betalen belasting in box 3 bedraagt dus €1.158 Feedback De totale waarde van het te belasten vermogen in box 3 is de waarde van de woning € 100.000 plus de waarde van de aandelen € 10.000, plus de bedragen op de spaarrekening € 5.000 en betaalrekening €1.500 is €116.500. Dit bedrag wordt belast minus het heffingsvrijvermogen van € 20.000. Te belasten vermogen in box 3 is derhalve € 96.500. Over € 96.500 (is het fictieve rendement 4% en over dit rendement moet 30% belasting betaald worden) 1,2 % is € 1.158.
Vraag 3 Module Schade Particulier Toetsterm 4a.1 Fraudesignalen onderkennen en daarop handelen. Norm / Resultaat / Prestatie-indicator: De kandidaat beoordeelt documenten op echtheid. De kandidaat geeft op adequate wijze opvolging aan een fraudesignaal.
Casus Erik (31 jaar) heeft een huis gekocht. Hij wil een woonhuis-, inboedel- en aansprakelijkheidsverzekering geregeld hebben. Op het aanvraagformulier voor een AVP-pakketverzekering heeft Erik op de vraag of hij in de afgelopen acht jaar strafrechtelijk veroordeeld is ‘neen’ ingevuld. Zijn adviseur Rico weet dat dat niet naar waarheid is. Erik en hij zijn namelijk ook kennissen en tijdens het uitgaan heeft Erik wel eens verteld dat hij zes jaar geleden strafrechtelijk veroordeeld is omdat hij een aantal malen brand heeft gesticht. Erik kreeg toen één jaar gevangenisstraf en daarnaast een verplichte behandeling van drie jaar door een psychiater. De adviseur weet ook dat het de afgelopen jaren heel goed gaat het met Erik. Vraag Wat moet de adviseur doen in het belang van Erik? Antwoord A. Aan Erik uitleggen wat de gevolgen voor Erik kunnen zijn als hij de aanvraag op deze wijze indient en voorstellen om samen een nieuw aanvraagformulier in te vullen. B. Erik vertellen dat hij met hem geen zaken kan doen en Erik adviseren om contact op te nemen met Rialto om daar zijn verzekeringen onder te brengen. C. Het aanvraagformulier ongewijzigd naar de verzekeraar doorsturen en in een aparte brief bij het aanvraagformulier aangeven dat hij weet dat Erik strafrechtelijk veroordeeld is geweest. (N.B. De antwoordvolgorde kan per examen verschillen) Juiste antwoord Aan Erik uitleggen wat de gevolgen voor Erik kunnen zijn als hij de aanvraag op deze wijze indient en voorstellen om samen een nieuw aanvraagformulier in te vullen. Feedback Dit is het beste wat Rico in het belang voor Erik kan doen. Mogelijk heeft Erik het belang van de vraag in het aanvraagformulier niet ingezien. Wellicht omdat de veroordeling vijf jaar geleden is of omdat hij zich schaamt voor het hele gebeuren. Rico heeft Erik ook niet geholpen bij het invullen van het formulier. Erik uitleggen wat de gevolgen voor hem kunnen zijn en voorstellen een nieuw aanvraagformulier in te vullen, is in deze situatie dan ook de beste reactie.
Vraag 4 Module Basis Toetsterm 3c De persoon demonstreert en/of bewijst dat hij klachten van klanten kan behandelen. Casus Peter heeft bij een bank een spaarrekening geopend. Als Peter de stukken thuis gestuurd krijgt, blijkt dat het spaargeld voor 2 jaar in plaats van 1 jaar zoals afgesproken vast te staan. En de rente is niet de afgesproken 1,50% maar slechts 1,30%. Peter belt naar de bank en een medewerkster belooft een en ander te corrigeren. Als Peter de volgende dag de stukken thuisgestuurd krijgt, blijkt de medewerkster de rekening gewijzigd te hebben in een gewone betaalrekening. Peter belt weer met de bank en men belooft het onmiddellijk te corrigeren. De volgende dag ontvangt Peter een verzoek van de bank om een rekeningnummer door te geven waarop het saldo van de op verzoek van Peter opgeheven rekening overgemaakt kan worden.
Peter verliest nu zijn geduld en belt boos met de bank. Een medewerker snapt het allemaal niet en belooft het uit te zoeken. Een paar uur later belt hij Peter terug en zegt, dat uit het dossier toch echt blijkt, dat Peter zelf gevraagd heeft om de rekening op te heffen. Nu wordt Peter erg boos en zegt dat hij een klacht in wil dienen. De medewerkster legt uit, dat de bank daar een klachtenprocedure voor heeft en dat Peter op de website moet kijken hoe hij die klacht moet indienen. Peter kijkt op de website en vindt daar inderdaad de klachtenprocedure. Hij moet een formulier downloaden, invullen en opsturen aan de bank. Dat wil Peter niet. Peter wil, dat zijn klacht gehoord wordt en het probleem gewoon opgelost wordt. Peter is echt kwaad en gaat naar de bank. U moet 1 2 3 4 5 6 (N.B.
Peter te woord staan. Hieronder staan zes stappen. In het kort uitleggen hoe de klachtenprocedure bij de bank werkt. Luisteren naar de klacht, de klacht samenvatten en er een notitie van maken. Luisteren naar Peter, een inschatting maken of de klacht gegrond is en de conclusie direct aan Peter mededelen. Peter geruststellen en uitleggen dat u de klacht doorgeeft aan de degene die binnen de bank de externe klachten behandelt. Peter uitleggen dat de bank is aangesloten bij Kifid en dat hij een klacht in moet dienen bij Kifid. Proberen Peter gerust te stellen door uit te leggen, dat de klacht behandeld gaat worden, maar dat hij daarvoor naar de klachtenprocedure op de website moet kijken. de volgorde van deze stappen kan per examen verschillen)
Welke drie van deze stappen zijn de beste? Vul de nummers in de juiste volgorde in, beginnend met de beste stap. Antwoord
Juiste -
antwoordvolgorde Luisteren naar de klacht, de klacht samenvatten en er een notitie van maken. In het kort uitleggen hoe de klachtenprocedure bij de bank werkt. Peter geruststellen en uitleggen dat u de klacht doorgeeft aan de degene die binnen de bank de externe klachten behandelt.
Feedback U kunt tijdens het gesprek het beste eerst luisteren naar de klacht, de klacht samenvatten en er een notitie van maken. Dan in het kort uitleggen hoe de klachtenprocedure bij de bank werkt. Daarna Peter geruststellen en uitleggen dat u de klacht doorgeeft aan de degene die binnen de bank de externe klachten behandelt.
Vraag 5 Module Schade Particulier Toetsterm 3a.1 De gegevens voor het klantprofiel inventariseren. Kritische kenmerken van de situatie: De gegevens zijn administratief volledig en in één keer goed. De genomen preventiemaatregelen zijn goed geïnventariseerd. Het schadeverleden van de klant is goed uitgewerkt, zodat een adequaat schadebeeld ontstaat. De kandidaat vraagt door in bijzondere situaties en wanneer klantgegevens onvolledig of mogelijk onjuist zijn, zodat hij/zij een passende dekking kan adviseren. Bijvoorbeeld voor niet-ingezetene of Nederlander die langdurig in buitenland woont en/of werkt. De kandidaat vraagt in het geval van verkeersobjecten door naar de specifieke kenmerken. Jan loopt het kantoor van Kees (een schadeadviseur Particulieren) binnen om te praten over een aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren (AVP). Jan geeft direct aan, dat hij geen andere verzekeringen heeft en eigenlijk ook niet wil hebben. Vrienden van Jan hebben Kees aanbevolen.
Kees krijgt maar heel weinig informatie van Jan, het is een moeizaam gesprek. Jan geeft korte antwoorden op de gestelde vragen en vertelt niets uit zichzelf. Kees vraagt naar zijn gezinssituatie en Jan geeft aan dat hij kort geleden is gescheiden en dat hij geen kinderen heeft. Jan en zijn ex vrouw Mariette hebben wel samen een hond. In het echtscheidingsconvenant is vastgelegd, dat de hond gemeenschappelijk bezit is en dat de hond de ene week bij Jan en de andere week bij Mariette is. In het convenant is ook vast gelegd, dat Mariette de bestaande verzekeringen overneemt en op haar naam voortzet. Op een vraag van Kees antwoordt Jan, enigszins bitter, dat hij alleen woont en uitdrukkelijk alleen wenst te blijven wonen. Hij gaat echt niet meer samenwonen en/of trouwen, hij heeft voldoende aan zijn deeltijdhond. Kees legt Jan globaal uit wat een aansprakelijkheidsverzekering is en waarom hij er een nodig heeft. Jan geeft uiteindelijk toe maar wil wel de laagst mogelijke premie. Kees vult het aanvraagformulier in, stelt verder geen vragen aan Jan en laat Jan een handtekening onder het aanvraagformulier zetten. Vraag Welke van onderstaande vragen had Kees in ieder geval aan Jan moeten stellen om een goed klantprofiel op te stellen en daarbij passend advies te kunnen geven? Let op: meerdere antwoorden zijn juist. Antwoord A. Hoe groot hij de kans acht op een nieuwe relatie. B. Hoe groot hij de kans acht op het ontstaan van schade waarvoor hij aansprakelijk is. C. Hoe hij aankijkt tegen het risico van hoge claims door derden. D. Hoe hij de hond wil meeverzekeren. E. Hoe hij staat tegenover een vrijwillig eigen risico (kinderen). F. Of hij in de afgelopen 8 jaar strafrechtelijk veroordeeld is. G. Wat hij belangrijker vindt een hoger verzekerd bedrag of een lagere premie. H. Welke andere werkzaamheden hij doet die het risico op schade kunnen vergroten, zoals vrijwilligerswerk. (N.B. de antwoordvolgorde kan per examen verschillen) Juiste -
antwoorden Hoe groot hij de kans acht op het ontstaan van schade waarvoor hij aansprakelijk is. Hoe hij staat tegenover een vrijwillig eigen risico (kinderen). Of hij in de afgelopen 8 jaar strafrechtelijk veroordeeld is. Wat hij belangrijker vindt een hoger verzekerd bedrag of een lagere premie.
Feedback A is niet juist omdat het voor de dekking of de premie van de verzekering niet uitmaakt of Jan een relatie heeft, dat zou alleen het geval zijn als hij zou gaan samenwonen en dat gaat hij niet doen heeft hij aangegeven. B is juist; omdat dit iets zegt over de moraliteit van de kandidaat verzekeringnemer. Hij kan zelf invloed uitoefenen op de kans op het ontstaan van schade en daar moet de adviseur wel op letten. C is niet juist; het is niet relevant voor de aanvraag om dit te weten. D is niet juist omdat het voor de dekking of de premie van de verzekering niet uitmaakt of hij (een of meerdere) huisdieren heeft. Op de polis is dekking voor de schades waarvoor Jan aansprakelijk is. Jan is als medebezitter van de hond (risico-) aansprakelijk en zijn aansprakelijkheid is gedekt op de AVP. E is juist; de premie wordt lager als er gekozen wordt voor een vrijwillig eigen risico. En Jan wil de laagst mogelijke premie. F is juist; deze vraag moet Jan zelf beantwoorden. Dit is een van de vragen die gesteld wordt in het aanvraagformulier. Op grond van de mededelingsplicht dient Jan deze vraag (zelf) te beantwoorden. G is juist; want Jan zal wel kiezen voor het laagste te verzekeren bedrag omdat daarvoor de premie het laagst is, maar het is wel goed om dat met Jan te bespreken.
H is niet juist; omdat het voor de dekking of de premie van de verzekering niet uitmaakt of Jan vrijwilligerswerk doet, standaard is schade waarvoor een verzekerde aansprakelijk is veroorzaakt tijdens vrijwilligerswerk meeverzekerd.
Vraag 6 Module Consumptief krediet Toetsterm 2a.2: mondeling communiceren Norm/resultaat/prestatie-indicator: De informatie en toelichting zijn correct, duidelijk en niet-misleidend en afgestemd op het begripsniveau van de klant. Casus Christine en Wouter hebben een gesprek met een kredietadviseur. Ze komen stilletjes met bedrukte gezichten bij het kantoor van de adviseur binnen. Na het aanbieden van een kop koffie en een praatje over het weer vertelt Wouter dat hun auto kapot is. Later in het gesprek blijkt dat Christine de auto total loss heeft gereden. De auto is niet meer te repareren. Met een zucht vertelt Christine dat ze niet zonder auto kunnen en geen geld hebben voor een andere auto. Hun spaargeld is opgegaan aan hun recente verbouwing. Christine en Wouter vinden het bijzonder vervelend dat ze daarom een lening moeten komen vragen. Ze gaan altijd zorgvuldig met hun geld om en dachten alles goed geregeld te hebben. Risico’s nemen ze niet. Ze betalen altijd keurig netjes hun rekeningen, geven geen onnodig geld uit en doen geen rare dingen. Dus ja, voegt Wouter toe: we schamen ons nu dat we moeten lenen. Vraag Hieronder staan vier mogelijke reacties. Welke reactie past het best als eerste reactie van de kredietadviseur? Antwoord A. Ik snap dat het vervelend is dat u nu geld moet lenen. Maar ik ga voor u kijken hoe we dit het beste kunnen oplossen. B. Laat Wouter voortaan maar achter het stuur zitten, Christine. Natuurlijk is dit een grapje. Maar het komt helemaal goed. C. U bent bij ons aan het juiste adres. Wij zijn altijd op zoek naar de laagste rentetarieven zodat u goedkoop kunt lenen. D. U hoeft zich niet te schamen, half Nederland heeft een lening lopen. Dus het is tegenwoordig helemaal niet vreemd te lenen. (N.B. antwoordvolgorde kan per examen verschillen) Juiste antwoord Ik snap dat het vervelend is dat u nu geld moet lenen. Maar ik ga voor u kijken hoe we dit het beste kunnen oplossen Feedback De kredietadviseur doet er goed aan begrip te tonen door te zeggen dat hij/zij zijn klanten begrijpt. En hen aan te geven dat hij hen gaat helpen met een krediet waar ze ook zo snel mogelijk weer vanaf zijn. Antwoord B is onjuist. Grapjes kunnen verkeerd opgepakt worden, een adviseur moet daarmee dus voorzichtig zijn. Antwoord C is onjuist. Adviseur betrekt zijn reactie vooral op zichzelf. Dit kan beter door begrip te tonen. Antwoord D is onjuist. Hier hebben Christine en Wouter geen boodschap aan. Zij zijn niet half Nederland.
Vraag 7 Module Consumptief krediet Toetsterm 3d.1: De klant informeren in geval van afwijzing van de financiering Casus U werkt bij Bank X als kredietadviseur. Wilbert en Sylvia zijn al jaren klant bij Bank X. Ze hebben daar hun betaalrekeningen lopen. Wilbert en Sylvia komen voor een krediet om een tweede auto te kopen. Uit het dossier van Wilbert en Sylvia blijkt het volgende: • Wilbert en Sylvia wonen samen. • Sylvia heeft een vaste baan bij een transportbedrijf waar zij op de administratie werkt. • Wilbert werkt als zelfstandig marketingconsultant. Hij drijft zijn onderneming in de vorm van een eenmanszaak. U heeft Wilbert en Sylvia zo juist gesproken. Uit dit gesprek kwam het volgende: • De auto van Sylvia is kapot en ze wil een andere auto kopen. Sylvia heeft haar oog al laten vallen op een bepaalde auto. Ze is van deze auto heel enthousiast. • De afstand woon- werkverkeer van Sylvia is twintig kilometer. • De jaarcijfers van Wilbert geven aan dat hij de laatste jaren een prima inkomen verdiende. Momenteel zit hij even zonder opdrachten. Wilbert vertrouwt erop dat hij weer snel een opdracht heeft. • Wilbert heeft ook een auto. Deze auto heeft hij nodig om bij zijn acquisitiegesprekken te komen voor eventuele nieuwe opdrachten. • Het inkomen van Sylvia is voor hen beiden voldoende om van te leven, ook al is dat erg krap. • Hun geld zit in een tweetal levensverzekeringen en de auto van Wilbert. Zij hebben geen geld dat vrij opneembaar is. • Sylvia en Wilbert wonen in een huurwoning. • Wilbert is dol op golfen. Dit doet hij drie keer per week. Volgens Wilbert is dit goed voor je relaties. • De vraag is: een klein krediet om de auto voor Sylvia aan te kopen. U besluit op basis van de bovenstaande informatie Wilbert en Sylvia geen krediet te verstrekken. U zal dit moeten vertellen aan Wilbert en Sylvia. U voelt al aan dat met name Sylvia hiervan (nog zachtjes uitgedrukt) niet blij wordt. Ze kijkt erg uit naar een eigen auto. Vraag Hoe kunt u de boodschap dat u geen lening verstrekt het beste beginnen bij Wilbert en Sylvia? Antwoord A. Aangeven dat een krediet niet nodig is omdat Sylvia met het openbaar vervoer naar haar werk kan of dat Wilbert haar op haar werk kan brengen en halen. B. Aangeven dat u twijfelt aan de discipline van Wilbert en Sylvia om de lasten van het krediet op te kunnen brengen. C. Alvast proberen de vermoedelijke reactie van Sylvia te temperen door te zeggen dat zij niet boos moet worden. D. Uitleggen dat u geen zekerheid heeft of Wilbert snel een opdracht en dus inkomen zal hebben. E. Verder doorvragen naar de hobby van Wilbert, golfen, om een betere sfeer in het gesprek te krijgen. F. Vertellen dat u geen krediet verleent doordat het niet zeker is of Wilbert snel een opdracht zal hebben. G. Vragen waarom ze in het verleden niet meer gespaard hebben toen Wilbert nog wel opdrachten had. (N.B. antwoordvolgorde kan per examen verschillen) Juiste antwoord Vertellen dat u geen krediet verleent doordat het niet zeker is of Wilbert snel een opdracht zal hebben Feedback Het gaat hierom een slecht nieuwsgesprek. Hierbij is het beste om eerst ‘ de klap uit te delen’. Dit wil zeggen dat u het beste direct kan zeggen waar het op staat. In dit geval wil dit dus zeggen dat u direct zegt dat u geen lening gaat verstrekken.
Vraag 8 Module Consumptief krediet Toetsterm 3d.1: De klant informeren in geval van afwijzing van de financiering Casus U werkt bij Bank X als kredietadviseur. Wilbert en Sylvia zijn al jaren klant bij Bank X. Ze hebben daar hun betaalrekeningen lopen. Wilbert en Sylvia komen voor een krediet om een tweede auto te kopen. Uit het dossier van Wilbert en Sylvia blijkt het volgende: • Wilbert en Sylvia wonen samen. • Sylvia heeft een vaste baan bij een transportbedrijf waar zij op de administratie werkt. • Wilbert werkt als zelfstandig marketingconsultant. Hij drijft zijn onderneming in de vorm van een eenmanszaak. U heeft Wilbert en Sylvia zo juist gesproken. Uit dit gesprek kwam het volgende: • De auto van Sylvia is kapot en ze wil een andere auto kopen. Sylvia heeft haar oog al laten vallen op een bepaalde auto. Ze is van deze auto heel enthousiast. • De afstand woon- werkverkeer van Sylvia is twintig kilometer. • De jaarcijfers van Wilbert geven aan dat hij de laatste jaren een prima inkomen verdiende. Momenteel zit hij even zonder opdrachten. Wilbert vertrouwt erop dat hij weer snel een opdracht heeft. • Wilbert heeft ook een auto. Deze auto heeft hij nodig om bij zijn acquisitiegesprekken te komen voor eventuele nieuwe opdrachten. • Het inkomen van Sylvia is voor hen beiden voldoende om van te leven, ook al is dat erg krap. • Hun geld zit in een tweetal levensverzekeringen en de auto van Wilbert. Zij hebben geen geld dat vrij opneembaar is. • Sylvia en Wilbert wonen in een huurwoning. • Wilbert is dol op golfen. Dit doet hij drie keer per week. Volgens Wilbert is dit goed voor je relaties. • De vraag is: een klein krediet om de auto voor Sylvia aan te kopen. U besluit op basis van de bovenstaande informatie Wilbert en Sylvia geen krediet te verstrekken. U zal dit moeten vertellen aan Wilbert en Sylvia. U voelt al aan dat met name Sylvia hiervan (nog zachtjes uitgedrukt) niet blij wordt. Ze kijkt erg uit naar een eigen auto. Sylvia reageert behoorlijk geëmotioneerd als u vertelt dat u hen geen lening wil verstrekken. Ze roept met verheven stem die een keer overslaat: "Heb ik dit weer? Hoe is dat nou mogelijk?" Vraag Wat is de beste vervolgstap in dit gesprek met Wilbert en Sylvia? Antwoord A. Aangeven dat een krediet niet nodig is omdat Sylvia met het openbaar vervoer naar haar werk kan of dat Wilbert haar op haar werk kan brengen en halen. B. Aangeven dat u de teleurstelling van Sylvia begrijpt omdat zij het erg prettig had gevonden een eigen auto te rijden. C. Aangeven dat u het ook liever anders wil regelen, maar dat dit nu eenmaal het verstandigste voor hen is. D. Aangeven dat u twijfelt aan de discipline van Wilbert en Sylvia om de lasten van het krediet op te kunnen brengen. E. Verder doorvragen naar de hobby van Wilbert, golfen, om een betere sfeer in het gesprek te krijgen. F. Vragen waarom ze in het verleden niet meer gespaard hebben toen Wilbert nog wel opdrachten had. Vertellen dat u geen krediet verleent doordat het niet zeker is of Wilbert snel een opdracht zal hebben. (N.B. De antwoordvolgorde kan per examen verschillen) Juiste antwoord Aangeven dat u de teleurstelling van Sylvia begrijpt omdat zij het erg prettig had gevonden een eigen auto te rijden.
Feedback Het gaat hierom een slecht nieuwsgesprek. Nadat de klap is uitgedeeld en de klant (in dit geval Sylvia) emotioneel reageert, kunt u het beste eerst de emoties opvangen door tegen Sylvia te zeggen dat u haar begrijpt. Inhoudelijke uitleg heeft in deze fase van het gesprek geen nut. Het doorvragen waarom in het verleden niet gespaard is, had de adviseur eerder moeten doen. Het is ook geen geschikt moment om nu sfeer te gaan maken door verder te vragen naar de hobby van Wilbert.
Vraag 9 Module Inkomen Toetsterm 3b.2 De gegevens interpreteren en verwerken Toetsterm 3b.3 Risicoanalyse opstellen. Toetsterm 3b.5 Belanghebbenden informeren. Casus Inkomensadviseur Toon krijgt per mail het verzoek van Willem om een inkomensverzekering te regelen. Willem is 28 jaar en vrijgezel. Willem meldt, dat hij sinds kort niet meer in loondienst werkt als timmerman, bij het plaatselijke bouwbedrijf, maar dat hij een tijdje geleden als timmerman als ZZP-er is gaan werken. Verder geeft hij aan, dat zijn accountant heeft gezegd, dat het goed is om het risico van inkomensverlies bij ziekte of ongeval af te dekken omdat Willem reumapatiënt is. Toon neemt direct contact met Willem op om Willem een paar vragen te stellen. Vraag Hieronder volgt een aantal vragen die Toon zou kunnen stellen. Welke twee vragen zijn het belangrijkst om in eerste instantie te stellen? Let op: er zijn dus twee antwoorden juist. Antwoord A. Heeft Willem een uitkering uit de WW of ZW ontvangen toen hij in loondienst was? B. Hoelang geleden c.q. per wanneer is Willem gestart als ZZP-er? C. Wat is het (geschatte) jaarinkomen van Willem als ZZP-er? D. Wat was het jaarinkomen van Willem in loondienst? E. Werkt Willem voor meerdere opdrachtgevers? (N.B. De antwoordvolgorde kan per examen verschillen) Juiste antwoorden • Hoelang geleden c.q. per wanneer is Willem gestart als ZZP-er? • Wat is het (geschatte) jaarinkomen van Willem als ZZP-er?
Feedback De belangrijkste vraag is hoelang geleden c.q. wanneer Willem als ZZP-er gestart is, want dan kan beoordeeld worden of hij nog in aanmerking komt voor vrijwillige voortzetting van ZW en WIA bij het UWV (aanmelding binnen 3 maanden) en/of voor de vangnet AOV ( binnen 15 maanden). Daarna is het van belang om te weten wat het geschatte jaarinkomen is om te beoordelen of Willem wel een AOV nodig heeft en als hij kan kiezen uit vrijwillige voortzetting of een vangnet AOV welk dan het beste voor Willem is.
Vraag 10 Module Vermogen Toetsterm 2i.4 Het verloop van de beleggingsportefeuille en of –oplossing bespreken. Norm-Resultaat/Prestatie-indicator: De klant begrijpt op welke wijze de portefeuille of beleggingsoplossing aansluit bij zijn risicoprofiel en zijn beleggingsdoelstellingen. De economische ontwikkelingen, die van invloed zijn geweest op de performance van de portefeuille, worden besproken. De kandidaat waarschuwt actief bij bepaalde situaties.
Casus Bekijk onderstaande video. [Video Gesprek vermogensadviseur met mevrouw Jansen] Vraag Hoe reageert de vermogensadviseur het beste op deze vraag van mevrouw Jansen? Antwoord A. Aangeven dat het niet is te voorspellen hoe de beurs zich zal ontwikkelen. Informatie geven over de verwachtingen op basis van markteconomische en politieke ontwikkelingen. B. Door mevrouw Jansen een uitgebreid beeld van de verwachtingen in de politiek, economie en de effecten hiervan op het beursklimaat te geven. Zo krijgt zij een duidelijk beeld wat de verwachtingen zijn van de ontwikkeling op de beleggingsbeurs en van haar beleggingen. Daarnaast aangeven welk rendement zij kan verwachten, zodat mevrouw Jansen weet waar zij aan toe is. C. Mevrouw Jansen vragen wat zij zelf verwacht van de ontwikkelingen van de aandelenfondsen die zij bezit en haar vervolgens overzichten laten zien van rendementen uit het verleden, en dan het rendement voorrekenen door in de toekomst en laat zien wat ze dan heeft. (N.B. De antwoordvolgorde kan per examen verschillen) Juiste antwoord Aangeven dat het niet is te voorspellen hoe de beurs zich zal ontwikkelen. Informatie geven over de verwachtingen op basis van markteconomische en politieke ontwikkelingen. Feedback Het is gevaarlijk om harde uitspraken te doen over het rendement dat een klant kan verwachten. De ontwikkeling van een aandelenbelegging is afhankelijk van zoveel factoren. Het is het beste dit heel duidelijk tegen de klant te zeggen als hij of zij een vraagt stelt over de toekomstige ontwikkelingen op de beurs en de eigen aandelenbelegging.
Vraag 11 Module Vermogen Toetsterm 2i.3 Vaardigheid: gestructureerd interviewen. Norm-Resultaat/Prestatie-indicator: De kandidaat werkt gestructureerd en is onbevooroordeeld. Interviewtechniek en vraagpunten van het onderzoek zijn goed uitgewerkt en worden goed uitgevoerd. De kandidaat stelt de juiste en relevante vragen. De interviewtechniek is gebaseerd op de onderdelen: luisteren, doorvragen, confronteren en inleven in de klant. Doel van de vraag → confronteren Casus Bekijk onderstaande video. [Video waarin mw. Jansen vertelt dat ze geen pensioenopbouw heeft.] Vraag Welke van de onderstaande reacties is nu het belangrijkste en meest passend voor de vermogensadviseur om te geven? Antwoord
A.
Ik begrijp het helemaal. Maar hoe verwacht u dat uw uitgaven zich de komende tijd zullen ontwikkelen? B. U geeft aan dat u € 1.500 per maand uitgeeft aan shoppen. Dat is wel veel. Kunt u misschien op deze uitgaven minderen? C. U heeft aangegeven dat het belangrijk is voor u om per maand € 1.500 uit te geven aan shoppen. Waarom is dit zo belangrijk voor u? (N.B. De antwoordvolgorde kan per examen verschillen) Juiste antwoord U heeft aangegeven dat het belangrijk is voor u om per maand € 1.500 uit te geven aan shoppen. Waarom is dit zo belangrijk voor u? Feedback Het is belangrijk het motief van mevrouw Jansen te achterhalen waarom ze zoveel wil shoppen (en zo hard wil werken). Het kan zijn dat ze het belangrijk vindt hoe ze over komt op mensen. Ze verkeert in een wereldje waar alles top is. Het is dus nodig om kleding en schoenen en dergelijke van de juiste merken te kopen. In die zin is het “nodig” om zich prettig te voelen in haar sociale kring. Het gaat dus om status. De typologie van deze persoon wordt ook zo geschetst in dit filmpje, deze persoon zal zelf niet uitspreken dat zij vooral uit is op status. Eerder iets in de trend van: “Het is gewoon erg belangrijk om er verzorgd en representatief uit te zien. Dat brengt mijn functie nu eenmaal met zich mee.“ Door te vragen waarom het shoppen zo belangrijk is, komt de adviseur erachter met wat voor soort klant hij te maken heeft. Vervolgens kan de adviseur bespreekbaar maken dat het verstandig is voor mevrouw Jansen minder te shoppen en daarbij goed het belang van de status . De vraag over het ontwikkelen van de lasten is minder relevant. Mevrouw Jansen heeft al aangegeven hoe haar uitgaven zich de komende tijd zullen ontwikkelen. Haar vaste lasten blijven zoals deze nu zijn. Voorlopig wil zij blijven shoppen. Deze vraag stellen heeft weinig toegevoegde waarde. De € 1.500 is geld dat zij over heeft nadat zij alle vaste lasten heeft betaald. Het is de bedoeling dat u onbevooroordeeld naar de motieven van de klant kijkt. In antwoord B ligt een duidelijk waardeoordeel opgesloten, wat dus niet de bedoeling is.
Vraag 12 Module Vermogen Toetsterm 2i.3 Vaardigheid: gestructureerd interviewen. Norm-Resultaat/Prestatie-indicator: De kandidaat werkt gestructureerd en is onbevooroordeeld. Interviewtechniek en vraagpunten van het onderzoek zijn goed uitgewerkt en worden goed uitgevoerd. De kandidaat stelt de juiste en relevante vragen. De interviewtechniek is gebaseerd op de onderdelen: luisteren, doorvragen, confronteren en inleven in de klant. Doel van de vraag → luisteren en eventueel doorvragen Casus Deze vraag gaat verder op de casus van mevrouw Jansen. Vraag De vermogensadviseur wil onder andere voor mevrouw Jansen berekenen of zij recht heeft op lijfrenteaftrek over het jaar 2013. Heeft de vermogensadviseur nog aanvullende informatie nodig van mevrouw Jansen om deze berekening te kunnen maken? Het moet hier dus om informatie gaan die de vermogensadviseur nog niet heeft gekregen in voorgaande fragmenten en gegeven informatie uit het klantdossier. Kies één of meer antwoorden uit onderstaande mogelijkheden. Antwoord A. Nee, alle informatie is aanwezig. B. Ja, informatie over al eerdere lijfrente-inleg. C. Ja, informatie over de pensioenaanwas. D. Ja, informatie over de bijtelling van de auto van de zaak.
E. Ja, informatie over alimentatie hoogte en duur. F. Ja, informatie over haar bruto jaarsalaris. G. Ja, informatie over eventueel aanvullende inkomsten. (N.B. De antwoordvolgorde kan per examen verschillen) Juiste antwoord Nee, alle informatie is aanwezig Feedback Alle informatie voor de berekening van de jaarruimte kan de vermogensadviseur halen uit de stukken die mevrouw Jansen nog brengt en de verkregen informatie. Als de examenkandidaat goed opgelet heeft en weet welke informatie hij uit belastingaangiften en pensioenoverzichten kan halen weet hij/zij dat er voldoende informatie aanwezig is voor het maken van een berekening van de jaar- en reserveringsruimte. Verder doorvragen voor aanvullende informatie is dus niet noodzakelijk. Dit is inefficiënt en kan leiden tot onnodige irritatie bij mevrouw Jansen.
Vraag 13 Module Vermogen Toetsterm 2i.3 Vaardigheid: gestructureerd interviewen. Norm-Resultaat/Prestatie-indicator: De kandidaat werkt gestructureerd en is onbevooroordeeld. Interviewtechniek en vraagpunten van het onderzoek zijn goed uitgewerkt en worden goed uitgevoerd. De kandidaat stelt de juiste en relevante vragen. De interviewtechniek is gebaseerd op de onderdelen: luisteren, doorvragen, confronteren en inleven in de klant. Doel van de vraag → inleven in de klant Casus Bekijk onderstaande video. [Video waarin mevrouw Jansen feedback geeft over het gesprek] Welke reactie en/of vraag van de vermogensadviseur past het beste na deze laatste reactie van mevrouw Jansen? Antwoord A. Fijn dat u het een goed gesprek vond. Kent u nog andere personen die ook gebaat zullen zijn met mijn werkwijze en advies? B. Vond u alles aan het gesprek goed? C. Wanneer schikt het u om af te spreken (adviseur geeft vervolgens keuze mogelijkheid uit twee data plus tijdstippen)? (N.B. De antwoordvolgorde kan per examen verschillen) Juiste antwoord Vond u alles aan het gesprek goed?
Feedback Aan de houding van mevrouw Jansen is af te lezen dat haar iets nog niet lekker zit. Dit moet de adviseur zien te achterhalen voor dat hij/zij echt het gehele gesprek afrondt. Een manier om dit te doen is te vragen of er ook zaken onprettig waren. De adviseur mag hier niet overheen stappen en direct een vervolgafspraak maken of vragen naar andere klanten.
Vraag 14 Module Pensioen Toetsterm 2c.2 De informatie controleren en vastleggen. De kandidaat verifieert de tijdens de inventarisatiefase van de klant verkregen informatie op juistheid, volledigheid en tegenstrijdigheden. Norm/resultaat/prestatie-indicator: De kandidaat legt de gegevens duidelijk vast. Bij het ontbreken van gegevens vraagt de kandidaat de ontbrekende gegevens bij de klant op. De kandidaat heeft uiteindelijk goed inzicht in de gestelde wensen, eisen en prioriteiten en alle benodigde gegevens voor het beoordelen van een juist en passend advies. Casus Bekijk onderstaande video. Hiernaast treft u drie delen van klantdossiers aan waarin de informatie uit voorgaande fragmenten is vastgelegd. Het klantdossier is in werkelijkheid groter. De niet besproken informatie in de voorgaande fragmenten is in een ander deel van de dossiers opgenomen en hierover gaat de onderstaande vraag dan ook niet. Vraag Welke van deze drie delen van de dossiers geeft de meest juiste en complete informatie over de fragmenten die u zag? A.
Financiële informatie: • Liquide middelen niet ruim. Ook investering van machine gewenst. (zie ook jaarrekeningen) • Totaal 8 personeelsleden inclusief mevrouw Dijkstra; leeftijd 20-30 jaar; hooggeschoold • Chantal en Dirk (belangrijke werknemers van Easyway BV) willen salarisverhoging en pensioentoezegging • Verloop: afgelopen aantal personeelsleden vertrokken • Toekomst: uitgroei tot 20 personeelsleden • Budget is zeer beperkt → er is gesproken over zo’n € 10.000 • Eigen bijdrage → Wellicht een mogelijkheid Wensen: • Zekerheid pensioenuitkeringen; niet afhankelijk van beleggingsrendement • Extra tegenvallende kosten of minder dan beraamde opbrengsten zijn funest voor het bedrijf. • Opbouw bij voorkeur maximaal • Partnerpensioen voor gehuwden toezeggen → voor samenwonende niet noodzakelijk • Partnerpensioen bij voorkeur ook maximaal
B.
Financiële informatie: • Easyway bevindt zich in de groeifase. • Totaal 8 personeelsleden inclusief mevrouw Dijkstra; leeftijd 20-30 jaar; hooggeschoold • Verloop: afgelopen aantal personeelsleden vertrokken • Toekomst: uitgroei tot 20 personeelsleden • Het is belangrijk dat er een goede toezegging komt. Chantal en Dirk de twee voornaamste medewerkers dwingen dit min of meer af. • Budget → moeten we uitkomen gezien de mogelijkheden om een lager pensioen aan te bieden dan het maximale of/en te gaan werken met een eigen bijdrage. Wellicht nog onderhandelen met mevrouw Dijkstra erover → is er echt niet meer beschikbaar? Wensen: • Zekerheid pensioenuitkeringen; niet afhankelijk van beleggingsrendement • Opbouw bij voorkeur maximaal • Partnerpensioen voor gehuwden toezeggen → voor samenwonende niet noodzakelijk • Partnerpensioen bij voorkeur ook maximaal
C.
Financiële informatie: • Liquide middelen niet ruim. Ook investering van machine gewenst. (zie ook jaarrekeningen) • Totaal 8 personeelsleden inclusief mevrouw Dijkstra; leeftijd 20-30 jaar; hooggeschoold
• • •
Chantal en Dirk (belangrijke werknemers van Easyway BV) willen salarisverhoging en pensioentoezegging Budget is zeer beperkt → er is gesproken over zo’n € 10.000 Eigen bijdrage → Wellicht een mogelijkheid
Wensen: • Voorkeur voor middelloonregeling → zekerheid pensioenuitkeringen • Opbouw bij voorkeur maximaal → niet haalbaar door krap budget • Partnerpensioen voor gehuwden toezeggen → voor samenwonende niet noodzakelijk • Partnerpensioen bij voorkeur ook maximaal (N.B. De antwoordvolgorde kan per examen verschillen) Juiste antwoord Financiële informatie: • Liquide middelen niet ruim. Ook investering van machine gewenst. (zie ook jaarrekeningen) • Totaal 8 personeelsleden inclusief mevrouw Dijkstra; leeftijd 20-30 jaar; hooggeschoold • Chantal en Dirk (belangrijke werknemers van Easyway BV) willen salarisverhoging en pensioentoezegging • Verloop: afgelopen aantal personeelsleden vertrokken • Toekomst: uitgroei tot 20 personeelsleden • Budget is zeer beperkt → er is gesproken over zo’n € 10.000 • Eigen bijdrage → Wellicht een mogelijkheid Wensen: • Zekerheid pensioenuitkeringen; niet afhankelijk van beleggingsrendement • Extra tegenvallende kosten of minder dan beraamde opbrengsten zijn funest voor het bedrijf. • Opbouw bij voorkeur maximaal
Feedback Dossier 1: geeft alle informatie. De informatie klopt en is neutraal. Dossier 2: Budget → moeten we uitkomen gezien de mogelijkheden om een lager pensioen aan te bieden dan het maximale of/en te gaan werken met een eigen bijdrage. Wellicht nog onderhandelen met mevrouw Dijkstra erover → is er echt niet meer beschikbaar? In dit dossier ontbreekt dat het bedrijf ook nog een noodzakelijke investering moet doen. Dit legt zijn beslag op de financiële middelen van het bedrijf. Uit het verhaal moet nog maar blijken of het haalbaar is een hoger budget te hanteren. In dit dossier wordt hier makkelijk overeen gestapt, er wordt gesproken over onderhandelen. Het is verstandiger om mevrouw Dijkstra erop te wijzen dat de lasten van een goede pensioenregeling hoog zijn en in de toekomst verder zullen stijgen omdat haar personeelsbestand groeit. Onderhandelen over de hoogte van de pensioenpremie is niet passend op dit moment met deze informatie. Dossier 3: Groei naar 20 personeelsleden ontbreekt. Dit is toch hele essentiële informatie. Daarnaast is gelijk gerefereerd aan een middelloonregeling. Is dit wat mevrouw Dijkstra daadwerkelijk wenst en is het dus een passend advies? Easyway BV zit niet te wachten op bijbetaling van oude personeelsleden. Extra tegenvallende kosten zijn namelijk funest voor het bedrijf.
Vraag 15 Module Pensioen Toetsterm 2c.2 De informatie controleren en vastleggen. De kandidaat verifieert de tijdens de inventarisatiefase van de klant verkregen informatie op juistheid, volledigheid en tegenstrijdigheden.
Norm/resultaat/prestatie-indicator: De kandidaat legt de gegevens duidelijk vast. Bij het ontbreken van gegevens vraagt de kandidaat de ontbrekende gegevens bij de klant op. De kandidaat heeft uiteindelijk goed inzicht in de gestelde wensen, eisen en prioriteiten en alle benodigde gegevens voor het beoordelen van een juist en passend advies.
Casus Deze vraag gaat verder op de casus van Easyway. Vraag Welke van de onderstaande vragen/opmerkingen zijn relevant bij de analyse van het pensioenadvies voor Easyway BV? Let op: er zijn meerdere antwoorden juist. Antwoord A. Alleen een toezegging voor gehuwden is niet mogelijk. Hoe staat u dan tegen over een toezegging van het partnerpensioen? B. Alleen een eigen bijdrage voor bepaalde personeelsleden is niet mogelijk. Hoe staat u dan tegenover een eigen bijdrage? C. U geeft aan dat er binnen nu en vijf jaar twintig personeelsleden zijn. Hoe zal de samenstelling van het personeelsbestand zich ontwikkelen? D. Stel dat het mogelijk is alleen een pensioentoezegging te doen voor Chantal en Dirk. Hoe staat u hier dan tegenover? E. U geeft aan dat u een beschikbaar budget heeft van € 10.000. Hoe zal dit budget zich in de toekomst ontwikkelen? F. Stel dat u uw personeelsleden uitlegt dat zij om financiële redenen nog moeten wachten op een toezegging. Hoe zullen zij dan reageren? (N.B. de antwoordvolgorde kan per examen verschillen) Juiste antwoorden • Alleen een eigen bijdrage voor bepaalde personeelsleden is niet mogelijk. Hoe staat u dan tegenover een eigen bijdrage? • U geeft aan dat er binnen nu en vijf jaar twintig personeelsleden zijn. Hoe zal de samenstelling van het personeelsbestand zich ontwikkelen? • U geeft aan dat u een beschikbaar budget heeft van € 10.000. Hoe zal dit budget zich in de toekomst ontwikkelen? • Stel dat u uw personeelsleden uitlegt dat zij om financiële redenen nog moeten wachten op een toezegging. Hoe zullen zij dan reageren?
Feedback Eigen bijdrage kan niet alleen voor Hendrik. Dit moet besproken worden. Toezegging partnerpensioen kan ook alleen voor gehuwden. Dit hoeft dus niet verder besproken te worden. Het is belangrijk om te vragen hoe het beschikbare budget zich ontwikkeld. Er is namelijk een aanzienlijke personeelsgroei de komende jaren te verwachten. De kosten voor het pensioen zullen daardoor stijgen. Het beschikbare budget voor het pensioen moet dus ook stijgen. De samenstelling van het personeelsbestand is ook belangrijk. Jonge hoog opgeleide mensen → stijging salarissen is te verwachten. Oude laag opgeleide → geen of beperkte stijging van salaris te verwachten. Het is belangrijk te achterhalen hoe het personeel reageert als mevrouw Dijkstra uitlegt dat er voorlopig geen toezegging is op pensioen. Wellicht is het verstandiger om de invoering van het pensioen uit te stellen gezien de huidige financiële situatie. De adviseur moet dit bespreekbaar maken om dit te achterhalen. Het is niet mogelijk om alleen Chantal en Dirk een pensioentoezegging te doen. Deze vraag is dan ook niet relevant.
Vraag 16 Module Schadeverzekering Zakelijk Toetsterm 2g.2 Juistheid van het standpunt van de verzekeraar beoordelen en de mogelijke hoogte en samenstelling van de schadevergoeding berekenen. Toetsterm 2g.7 Ingeval er sprake is van een aansprakelijkheidsclaim analyseren wie de betrokken partijen zijn en in welke situatie sprake is van bijvoorbeeld persoonlijke, kwalitatieve of contractuele aansprakelijkheid. Toetsterm 3e.1 De klant begeleiden bij het schadeproces Toetsterm 3e.2 Een schade beoordelen op de afgesloten verzekering-(en). Toetsterm 3e.3 Van een schade beoordelen of de schade op de afgesloten motorrijtuigenverzekeringen geclaimd kan of moet worden en of verhaal op derden mogelijk is. Casus Maarten (32 jaar) werkt 15 jaar in loondienst als cv installateur bij installatiebedrijf de Kraan. Maarten rijdt in de bestelbus van de Kraan naar een klant en als hij in de straat van de klant stapvoets rijdt op zoek naar het juiste huis, komt er plotseling een kind tussen twee geparkeerde auto’s uit gerend. Ondanks dat Maarten stapvoets rijdt en hij uit alle macht remt, rijdt hij het 5-jarige kind toch aan. Het kind heeft een gebroken been en een hersenschudding. Maarten valt met zijn voortanden op het stuur van de auto; de tanden breken af. Maarten heeft geen tandartskostenverzekering. Maarten meldt de gebeurtenis bij zijn werkgever en vertelt er niet bij dat de politie erbij geweest is en dat de politie ontdekte dat Maarten géén geldig rijbewijs heeft; Maarten heeft zijn rijbewijs 4 jaar geleden laten verlopen en is gewoon auto (privé en voor zijn werkgever) blijven rijden. Een paar weken na de aanrijding krijgt de werkgever van Maarten twee brieven. Een brief van de WA en casco verzekeraar van de bestelbus waarin staat de cascoschade aan de auto niet vergoed wordt en dat er nog een opgave komt van de uitbetaalde WA schade zodat de werkgever dat bedrag terug kan betalen aan de verzekeraar. De bij de autoverzekering gesloten schadeverzekering voor inzittenden verzekering (SVI) blijkt de tandartskosten van Maarten ook niet te vergoeden. De andere brief is van de advocaat van Maarten; een verzoek aan de werkgever om de tandartskosten van Maarten te vergoeden. De werkgever van Maarten is verbijsterd; hij snap er helemaal niets van. De werkgever belt kwaad naar zijn schade adviseur Bert en vraagt aan Bert om dit onmiddellijk te laten corrigeren. Een en ander kan toch niet juist zijn. Bert belooft een en ander uit te zoeken die middag nog langs te komen om het uit leggen. Vraag Hieronder staan tien elementen. Welke van de deze elementen dienen opgenomen te zijn in de uitleg van Bert aan de werkgever zodat de uitleg compleet en juist is? Antwoord A. Bert weet zeker, dat hij de schade aan de auto kan verhalen op de ouders van het kind omdat er sprake van overmacht voor Maarten. B. Bert zal eerst moeten vertellen dat het grootste deel van het probleem veroorzaakt wordt door het feit, dat Maarten geen geldig rijbewijs blijkt te hebben. C. De autoverzekeraar hoeft de cascoschade aan de auto niet te vergoeden omdat Maarten geen geldig rijbewijs heeft; de werkgever kan zich er niet op beroepen, dat hij niet wist of kon weten dat Maarten geen geldig rijbewijs heeft. D. De SVI verzekeraar hoeft de schade aan de tanden van Maarten niet te vergoeden omdat Maarten geen geldig rijbewijs heeft. E. De SVI verzekeraar zal de tandartskosten van Maarten niet vergoeden omdat Maarten de bestuurder van het motorrijtuig is. F. De verzekeraar zal de cascoschade wel moeten vergoeden en kan de uitbetaalde cascoschade dan verhalen op Maarten omdat Maarten geen geldig rijbewijs heeft.
G. De WA verzekeraar is verplicht om de letselschade van het kind aan de ouders voor 100% te vergoeden. H. De WA verzekeraar mag de schade niet verhalen op de werkgever van Maarten omdat de werkgever niet wist en niet kon weten dat Maarten geen geldig rijbewijs had. I. De werkgever moet zelf de tandartskosten van Maarten aan Maarten vergoeden. J. De zorgverzekeraar van het kind kan de uitbetaalde schade voor 100% verhalen op de WA verzekeraar van de werkgever. (N.B. de antwoordvolgorde kan per examen verschillen) Juiste antwoorden • • • • • •
Bert zal eerst moeten vertellen dat het grootste deel van het probleem veroorzaakt wordt door het feit, dat Maarten geen geldig rijbewijs blijkt te hebben. De SVI verzekeraar hoeft de schade aan de tanden van Maarten niet te vergoeden omdat Maarten geen geldig rijbewijs heeft. De verzekeraar zal de cascoschade wel moeten vergoeden en kan de uitbetaalde cascoschade dan verhalen op Maarten omdat Maarten geen geldig rijbewijs heeft. De WA verzekeraar is verplicht om de letselschade van het kind aan de ouders voor 100% te vergoeden De WA verzekeraar mag de schade niet verhalen op de werkgever van Maarten omdat de werkgever niet wist en niet kon weten dat Maarten geen geldig rijbewijs had. De werkgever moet zelf de tandartskosten van Maarten aan Maarten vergoeden
Feedback De WA verzekeraar is verplicht om de letselschade van het kind aan de ouders voor 100% te vergoeden. Dit juist omdat de werkgever van Maarten als eigenaar van het motorrijtuig aansprakelijk is op grond van art. 185 WVW en omdat het gaat om schade aan een kind jonger dan 14 jaar geldt de 100% regel en zal de werkgever c.q. de WA verzekeraar 100% van de schade moeten vergoeden. De verzekeraar zal de cascoschade wel moeten vergoeden en kan de uitbetaalde cascoschade dan verhalen op Maarten omdat Maarten geen geldig rijbewijs heeft. Dit is juist omdat in de polis een zogenaamde ontsnappingsclausule is opgenomen waarin in staat dat de schade wel aan de verzekeringnemer ( de werkgever) vergoed zal worden als hij niet wist of niet kon weten dat de uitsluiting aan de orde was. De WA verzekeraar mag de schade niet verhalen op de werkgever van Maarten omdat de werkgever niet wist en niet kon weten dat Maarten geen geldig rijbewijs had. Dit is juist omdat in de polis een zogenaamde ontsnappingsclausule is opgenomen waarin in staat dat de schade wel aan de verzekeringnemer ( de werkgever) vergoed zal worden als hij niet wist of niet kon weten dat de uitsluiting aan de orde was. De SVI verzekeraar hoeft de schade aan de tanden van Maarten niet te vergoeden omdat Maarten geen geldig rijbewijs heeft. Dit is juist omdat in de polis een uitsluiting is opgenomen iets in de stijl van als aan de wettelijke bepalingen is voldaan of als de bestuurder geen geldig rijbewijs heeft. De zorgverzekeraar van het kind kan de uitbetaalde schade voor 100% verhalen op de WA verzekeraar van de werkgever. Dit is niet juist, want de 100% regel volgens jurisprudentie art. 185 WVW geldt niet voor verhaalzoekende instanties zoals de zorgverzekeraar. Bert zal eerst moeten vertellen dat het grootste deel van het probleem veroorzaakt wordt door het feit, dat Maarten geen geldig rijbewijs blijkt te hebben. Dit is juist want kennelijk weet de werkgever dit niet en dat is inderdaad wat het grootste probleem is. De autoverzekeraar hoeft de cascoschade aan de auto niet te vergoeden omdat Maarten geen geldig rijbewijs heeft; de werkgever kan zich er niet op beroepen, dat hij niet wist of kon weten dat Maarten geen geldig rijbewijs heeft. Dit is niet juist; de werkgever wist niet en kon niet weten dat Maarten geen rijbewijs had en dus kan de werkgever zich wel op de ontsnappingsclausule beroepen.
Bert weet zeker, dat hij de schade aan de auto kan verhalen op de ouders van het kind omdat er sprake van overmacht voor Maarten. Dit is niet juist, want de schade is misschien wel te verhalen voor een deel, maar dat is maar de vraag is, is er wel sprake van eigen schuld van het kind en maar Maarten moet volledig schuldloos hebben gereden om de schade 100% te verhalen. De SVI verzekeraar zal de tandartskosten van Maarten niet vergoeden omdat Maarten de bestuurder van het motorrijtuig is. Dit is niet juist; schade aan de bestuurder valt ook onder de dekking van SVI. Er is waarschijnlijk geen dekking omdat in de polis een uitsluiting is opgenomen iets in de stijl van als aan de wettelijke bepalingen is voldaan of als de bestuurder geen geldig rijbewijs heeft. De werkgever moet zelf de tandartskosten van Maarten aan Maarten vergoeden. Dit is juist; de werkgever is op basis van art. 7:611 BW schadevergoedingsplichtig voor de schade die een ondergeschikte in verband met het werk heeft opgelopen.
Vraag 17 Module Pensioen Toetsterm 2h.1: De kandidaat kan een pensioenbrief opstellen voor wat betreft het verzekerde deel en kan de door de verzekeraar verstrekte pensioenbrief controleren. Norm/resultaat/prestatie-indicator: Stelt een pensioenbrief op die pensioentechnisch, civiel-juridisch en fiscaal juist is. De pensioenbrief is tevens correct en begrijpelijk geformuleerd. Casus Bekijk onderstaande video. [Video gesprek pensioenadviseur en dhr. Kok] Vraag Hieronder staat delen van de pensioenbrief. In deze delen van de pensioenbrief zitten vijf fouten. Deze fouten kunnen pensioentechnisch, civiel-juridisch of fiscaal van aard zijn. Wijs de zaken aan die niet passend zijn bij het advies, door met de muis op de fout te klikken. Klik met de rechtermuisknop op een pijltje om, de mogelijkheid te krijgen, dit pijltje te verwijderen. Juiste antwoord Zie rode tekst.
Artikel 1 Definities a. Pensioendatum: de eerste dag van de maand waarin werknemer de 65-jarige leeftijd bereikt b.
Partner: de persoon waarmee werknemer is gehuwd (echtgenoot).
c.
Kind: het eigen kind of pleegkind van werknemer dat de leeftijd van 27 jaar nog niet heeft bereikt.
d.
Franchise: 100/70 van de uitkeringen voor een gehuwde persoon als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel b, en zesde lid, onderdeel a, van de Algemene Ouderdomswet, vermeerderd met de vakantie-uitkering.
Artikel 2 Pensioenaanspraken a. Ouderdomspensioen Werknemer heeft aanspraak op een levenslang ouderdomspensioen dat ingaat op pensioendatum. b.
Partnerpensioen Werknemer heeft ten behoeve van zijn partner aanspraak op een partnerpensioen dat ingaat direct na het overlijden van werknemer. Er bestaat slechts aanspraak op partnerpensioen indien er tijdens de dienstbetrekking met werkgever daadwerkelijk een persoon is die voldoet aan de in artikel 1, onderdeel b, opgenomen omschrijving van een partner. Het partnerpensioen wordt uitgekeerd tot de datum van overlijden van de partner.
c.
Wezenpensioen Werknemer heeft ten behoeve van ieder van zijn kinderen aanspraak op een wezenpensioen dat ingaat direct na het overlijden van werknemer. Er bestaat slechts aanspraak op wezenpensioen voor tijdens de dienstbetrekking met werkgever daadwerkelijk aanwezige kinderen die voldoen aan de in artikel 1, onderdeel c, opgenomen omschrijving van een kind. Het wezenpensioen eindigt op de 30ste verjaardag van het kind of bij eerder overlijden van het kind.
Artikel 3 Pensioengrondslag Voor de opbouw van de pensioenaanspraken wordt uitgegaan van de pensioengrondslag. Bij het vaststellen van de pensioengrondslag wordt ook rekening gehouden met loonbestanddelen in natura. De pensioengrondslag is samengesteld uit de basispensioengrondslag. a.
Basispensioengrondslag De basispensioengrondslag is gelijk aan het pensioengevend loon van werknemer verminderd met de franchise zoals van toepassing op het moment dat de pensioengrondslag wordt vastgesteld. De basispensioengrondslag wordt vastgesteld op de ingangsdatum van deze overeenkomst en daarna per 1 januari van elk kalenderjaar. Onder pensioengevend loon wordt verstaan 12 maal het vaste maandloon zoals van toepassing op het moment dat de pensioengrondslag wordt vastgesteld, vermeerderd met vakantietoeslag, de forfaitaire Zorgverzekeringswetvergoeding en het schriftelijk met werkgever overeengekomen variabele tantième.
Artikel 5 Omvang van de pensioenen a.
Omvang van het ouderdomspensioen Over de laatst vastgestelde basispensioengrondslag bouwt werknemer op basis van het eindloonstelsel een ouderdomspensioen op ter grootte van: het aantal dienstjaren dat op basis van de artikelen 4, 16 en 17 voor de pensioenopbouw in aanmerking kan worden genomen vermenigvuldigd met 2,25%. Het jaarlijks uit te keren ouderdomspensioen is gelijk aan het over de basispensioengrondslag opgebouwde ouderdomspensioen. Het ouderdomspensioen bedraagt maximaal 100% van het pensioengevend loon.
Feedback Fout 1: Gehuwde persoon als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel b → er is pensioenopbouw in eigen beheer dus ongehuwde persoon als bedoeld in artikel 9, eerste lid onderdeel a. Fout 2: Het wezenpensioen eindigt op de 30ste verjaardag van het kind of bij eerder overlijden van het kind → in het gesprek kwam naar voren dat het wezenpensioen tot leeftijd 27 jaar moest uitkeren en niet tot leeftijd 30 jaar. Fout 3: Bij het vaststellen van de pensioengrondslag wordt ook rekening gehouden met loonbestanddelen in natura → er is pensioenopbouw in eigen beheer, er mag niet worden opgebouwd over inkomsten uit natura. Het woord ‘ook’ moet ‘geen’ zijn. Fout 4: Onder pensioengevend loon wordt verstaan 12 maal het vaste maandloon zoals van toepassing op het moment dat de pensioengrondslag wordt vastgesteld, vermeerderd met vakantietoeslag, de forfaitaire Zorgverzekeringswetvergoeding en het schriftelijk met werkgever overeengekomen variabele tantième. → in het gesprek kwam naar voren dat de heer Kok ook pensioen wil opbouwen over de variabele tantièmes. Dit kan alleen niet onder een eindloonregeling. Er moet een aparte passage in de pensioenovereenkomst worden opgenomen waarin staat dat er over de variabele tantièmes pensioen kan worden opgebouwd op basis van middelloon. Daarnaast moet bij de pensioengrondslag dan naast de basispensioengrondslag de variabele pensioengrondslag worden genoemd. Ook moet dit weer terugkomen bij de omvang van het pensioen.
Fout 5: Over de laatst vastgestelde basispensioengrondslag bouwt werknemer op basis van het eindloonstelsel een ouderdomspensioen op ter grootte van: het aantal dienstjaren dat op basis van de artikelen 4, 16 en 17 voor de pensioenopbouw in aanmerking kan worden genomen vermenigvuldigd met 2,25%. → bij een eindloonregeling is het maximale opbouwpercentage 2%.
Vraag 18 Module Hypothecair krediet Toetsterm 2e.2 De kandidaat kan adviesverantwoordelijkheid nemen. Norm / Resultaat / Prestatie-indicator: De kandidaat formuleert zijn advies en motiveert dit. De kandidaat bespreekt het advies en de motivering met de klant, waarbij hij de klant duidelijk maakt hoe het advies aansluit bij zijn profiel. Casus Guus en Marlies (beide 29 jaar) willen verhuizen vanuit hun huidige huurwoning naar een koopwoning. Marlies is zwanger en de huurwoning is te klein. Ze hebben al een koopwoning bezichtigd. Met name Marlies is erg gecharmeerd van deze woning. Ze praat erover alsof het al haar woning is. Guus en Marlies hebben een inventarisatiegesprek met een hypotheekadviseur. De video valt midden in het inventarisatiegesprek. Vraag Hieronder staan drie mogelijke reacties van de hypotheekadviseur op de geuite wens van Guus en Marlies voor een variabele rente. Zet de reacties in de volgorde van meest geschikte reactie naar minst geschikte reactie. Antwoord A. Ik begrijp dat u een lagere maandlast wenst. U kunt wel kiezen voor een variabele rente, maar het effect daarvan is minimaal bij een hypotheek op basis van annuïteiten. Het heeft dus geen enkele zin om te kiezen voor zo’n rente, per saldo drukt het uw lasten helemaal niet. B. Ik begrijp dat u graag een lagere maandlast wenst. Maar hiertegenover staat het risico dat de rente kan stijgen. De kans zit erin dat de rente dan nog hoger wordt dan bijvoorbeeld de rente bij een tienjaarsrentevaste periode. Hoe staat u daar dan tegenover? C. Ik begrijp dat u graag een lagere maandlast wenst. Uw budget is al krap. Stel dat de rente zal gaan stijgen. Dan kan u in de problemen komen. Ik wil niet dat dit uitdraait op een gedwongen verkoop bij een rentestijging en dat u mij daar later op aanspreekt. (N.B. de antwoordvolgorde kan per examen verschillen) Juiste antwoordvolgorde • Ik begrijp dat u graag een lagere maandlast wenst. Maar hiertegenover staat het risico dat de rente kan stijgen. De kans zit erin dat de rente dan nog hoger wordt dan bijvoorbeeld de rente bij een tienjaarsrentevaste periode. Hoe staat u daar dan tegenover? • Ik begrijp dat u graag een lagere maandlast wenst. Uw budget is al krap. Stel dat de rente zal gaan stijgen. Dan kan u in de problemen komen. Ik wil niet dat dit uitdraait op een gedwongen verkoop bij een rentestijging en dat u mij daar later op aanspreekt. • Ik begrijp dat u een lagere maandlast wenst. U kunt wel kiezen voor een variabele rente, maar het effect daarvan is minimaal bij een hypotheek op basis van annuïteiten. Het heeft dus geen enkele zin om te kiezen voor zo’n rente, per saldo drukt het uw lasten helemaal niet.
Feedback Een variabele rente past niet bij het klantprofiel. Er is weinig financiële ruimte en daarom is een variabele rente niet verstandig. De adviseur moet Guus en Marlies hiervan bewust maken. Hij doet er dan ook verstandig aan de klant zelf te laten nadenken hierover. Dit doet hij met antwoord B.
Bij antwoord C betrekt de adviseur zaken op zich zelf. Daarnaast komt hij belerend over. Antwoord A klopt inhoudelijk niet. Een variabele lagere rente zorgt ook bij een hypotheek op basis van annuïteiten voor een lagere netto maandlast. Vanuit het oogpunt van Guus en Marlies om lagere lasten te hebben, sluit de variabele rente dus wel aan.