SCHRIFTELIJKE VRAAG
nr. 68 van KATRIEN SCHRYVERS datum: 17 oktober 2014
aan HILDE CREVITS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS
Studentenhuisvesting – Stand van zaken Elk jaar trekken weer duizenden studenten naar een andere stad om daar aan een universiteit of hogeschool een studie aan te vangen of verder te zetten. Velen van hen huren een kot dichtbij de onderwijsinstelling. Tijdens de vorige legislatuur peilde ik bij de toenmalige minister naar de stand van zaken met betrekking tot de studentenhuisvesting (schriftelijke vraag nr. 382 van 6 maart 2013). Uit het antwoord van de minister bleek toen dat studenten in Antwerpen, Gent en Hasselt geen problemen zouden mogen ondervinden met het vinden van een kot. Er werd zelfs gesproken over een bescheiden overaanbod. Het aanbod van betaalbare kwalitatieve kamers die flexibel verhuurd worden - interessant voor internationale studenten die slechts een aantal maanden in Vlaanderen verblijven - ,was veeleer beperkt. In Brussel en Leuven was er sprake van ernstige tekorten. De minister stelde toen dat er in Leuven tegen 2016 3500 studentenwoongelegenheden zouden moeten bijkomen en op de VUB-campus in Etterbeek plande men tegen 2016 270 nieuwe kamers. In Kortrijk was er sprake van een bijkomende residentie voor 90 studenten. Eind juli 2014 berichtten de kranten over een duidelijk overschot aan koten in de studentensteden Leuven, Gent en Antwerpen, waar respectievelijk 1000, 500 en 3000 koten zouden leegstaan. 1.
Kan de minister een stand van zaken geven met betrekking tot de bijkomende studentenwoongelegenheden in de diverse studentensteden (uitvoering van de uitbreidingen zoals gemeld in antwoord op schriftelijke vraag nr. 382 van 6 maart 2013)?
2.
Heeft de minister thans zicht op een eventueel tekort studentenhuisvesting in de verschillende studentensteden?
3.
Acht de minister bijkomende initiatieven noodzakelijk met betrekking tot deze tekorten of overschotten? Acht de minister initiatieven noodzakelijk voor internationale studenten die slechts een aantal maanden in een Vlaamse studentenstad verblijven?
of
overschot
aan
ANTWOORD 1. Op basis van een rondvraag bij de universiteiten via de werkgroep van de VLIR meldt mijn administratie de volgende stand van zaken:
In Leuven is de capaciteit aan kamers effectief opgedreven via een partnerschap tussen de universiteit, de stad en de private sector. De KU Leuven realiseerde de afgelopen jaren reeds 750 kamers. Daarnaast zorgen privéontwikkelaars voor nog eens 2.000 kamers en ze kunnen daarvoor een samenwerkingsovereenkomst met de KU Leuven afsluiten. Bij projecten waarbij een samenwerkingsovereenkomst is afgesloten, worden de privéontwikkelaars door de stad Leuven ontheven van een aantal lasten en de parkeernorm – het aantal parkeerplaatsen dat ze moeten voorzien – wordt minder zwaar. Projecten werden daardoor sneller haalbaar. Bovendien zal de universiteit het kameraanbod promoten via haar kanalen en kan ze ondersteuning bieden bij ontwikkeling en beheer. Tegenover die voordelen staan echter ook een aantal plichten voor de projectontwikkelaar. Er moet voldoende aandacht zijn voor collectieve voorzieningen, zoals een ontmoetingsruimte of extra fietsenstallingen, en een aantal kamers moet voorbehouden worden voor internationale studenten, onderzoekers en lesgevers aan Leuvense hogeschoolinstellingen uit de Associatie KU Leuven. Een vijfde van de koten moet tegen een gereduceerde huurprijs verhuurd worden aan studenten uit gezinnen met een lager gezinsinkomen. Aan de VUB zal zoals aangekondigd in het antwoord op uw vraag van 6 maart 2013, in juni 2015 begonnen worden met nieuwbouw met een extra capaciteit van 270 kamers (650 kamers ter vervanging van de bestaande 380 kamers). Vanaf september 2016 hoopt de VUB een gedeelte van de nieuwe kamers in gebruik te kunnen nemen. In Antwerpen zijn het in de eerste plaats privé-investeerders en bouwpromotoren die bouwplannen hebben en stedenbouwkundige aanvragen indienen. De residentie in Kortrijk waarvan in het antwoord op uw vraag van 6 maart 2013 sprake was, is zoals voorzien in september 2014 in gebruik genomen. Er zijn 77 enkele en 18 dubbele studentenkamers. Deze residentie werd gerealiseerd ondanks een licht overschot op de Kortrijkse kamermarkt. De kamers worden immers ook per semester verhuurd, zowel aan inkomende buitenlandse studenten, als aan Vlaamse studenten, die gelet op de flexibilisering en stageperiodes ook steeds meer voor een half academiejaar onderdak zoeken. De privémarkt gaat op deze vraag vooralsnog niet (voldoende) in. De dubbele kamers zijn voor bepaalde studenten interessant omdat ze per student goedkoper zijn. De studentenvoorzieningen van de hogeschool VIVES sloten een lange termijn huurcontract met een private investeerder en staan in voor de exploitatie. 2. Er is in Vlaanderen globaal genomen geen sprake (meer) van tekorten. Acute tekorten zijn er wel nog in Brussel. Een gedetailleerde bespreking per studentenstad is beschikbaar als bijlage, opgesteld door mijn administratie na rondvraag bij de VLIR-werkgroep. 3. Uit de gegevens omtrent studentenhuisvesting die in mijn antwoord op vragen 1 en 2 aan bod kwamen, blijkt dat de hoger onderwijsinstellingen al dan niet in een samenwerkingsverband met de steden en met de private sector de tekorten uit het verleden efficiënt hebben aangepakt en weggewerkt. Bijkomende initiatieven vanuit de Vlaamse overheid lijken mij op dit moment niet aan de orde. Op het vlak van de huisvesting van internationale studenten plan ik momenteel geen specifieke initiatieven. Ik volg echter de initiatieven die door de hoger onderwijsinstellingen genomen worden en zullen worden van nabij op. Meer informatie is tevens opgenomen als bijlage, op basis van de input die mijn administratie verzamelde bij de VLIR-werkgroep.
BIJLAGE
SV 68 (input van de VLIR-werkgroep, verzameld door de administratie)
Schriftelijke vraag 68 – bijlage (input van de VLIR-werkgroep, verzameld door de administratie) Op dit ogenblik staan er op Kotwijs, de website van de Huisvestingsdienst van de KU Leuven die meer dan 80% van de studentenkoten in het Leuvense bevat, nog 340 koten te huur. Dat zijn er 140 meer dan op hetzelfde ogenblik vorig jaar. De kamermarkt is ruimer dan de vorige jaren en het acute kamertekort, waarbij het voor studenten moeilijk was om nog een kamer te vinden in september, is er niet meer. In Antwerpen is er een licht overschot. Vooral de duurdere studentenhuisvesting en de huisvesting met mindere prijs-kwaliteitsverhouding blijft onverhuurd. Dit was de afgelopen jaren ook zo. Er worden daarnaast de voorbije jaren ook geen significante prijsstijgingen of –dalingen opgemeten vanuit Kotweb, de referentiedatabase studentenhuisvesting in Antwerpen. Wel een trend in Antwerpen is dat de periode van verhuur aansleept aan en verlaat: studenten sluiten pas in augustus/september een huurcontract af. Voor Gent zijn geen exacte gegevens beschikbaar over het totaal aantal studenten dat op kot gaat en over het beschikbare aanbod. Geschat wordt dat momenteel zo’n 30.000 studenten in een kot, studio of appartement resideren. Het aanbod lijkt momenteel de vraag te kunnen beantwoorden. Begin academiejaar 2014 – 2015 werd in een persartikel door mevrouw Hilde Reynvoet, diensthoofd Dienst Wonen Stad Gent, gesteld dat er op dat ogenblik nog een (beperkte) leegstand was op de markt van de studentenkamers. Voor de stad Gent betekent dit echter niet dat er geen behoefte zou zijn aan bijkomende capaciteit. Co-housing, waarbij studenten gezinswoningen innemen, kent veel succes en het is net die trend die de stad in haar Studentenhuisvestingsbeleidsplan (goedgekeurd in de Gemeenteraad) wil terugdraaien. Hiervoor zou bijkomende studentenhuisvesting nodig zijn. Om de transitie te kunnen maken van wonen in gezinswoningen naar wonen in erkende kamerwoningen en studentencomplexen, wil de stad Gent dat op korte termijn extra capaciteit gerealiseerd zou worden. De Universiteit Gent heeft momenteel echter geen nieuwe bouwplannen. Recent heeft de universiteit 656 nieuwe studentenverblijven gerealiseerd op site Kantienberg. Sinds de aanpassing van het Algemeen Bouwreglement van de stad Gent, dat sinds 1 oktober 2010 de mogelijkheid voorziet voor private ondernemers tot het bouwen van grootschalige studentenhuisvesting, werden verschillende nieuwbouwprojecten voor (grootschalige) studentenhuisvesting vergund: (2010) 275 units in 3 projecten, (2011) 485 units in 6 projecten, (2012) 296 units in 5 projecten, (2013) 478 units in 8 projecten, en (2014) 704 units in 7 projecten (tot op heden). De huisvestingsdiensten van de UHasselt, Hogeschool PXL en Katholieke Hogeschool Limburg beheren een gezamenlijk kamerbestand in Diepenbeek/Genk/Hasselt, waartoe privé-kamereigenaars worden uitgenodigd om toe te treden. Voor academiejaar 2014-2015 staan 2992 studentenkamers in dit kamerbestand geregistreerd, waarvan momenteel nog 339 onverhuurd zijn. Aangezien niet alle kamereigenaars in Limburg in het Kamerbestand zijn opgenomen en de privéeigenaars ook zelf verantwoordelijk zijn voor de aanpassing van hun aantal beschikbare kamers in de database, moeten deze cijfers met de nodige terughoudendheid gebruikt worden. Noch de Universiteit Hasselt, de hogeschool PXL en de Katholieke Hogeschool Limburg hebben plannen tot uitbreiding van hun kamerbestanden in eigen beheer. De Stad Hasselt wil echter met het oog op de toekomst investeren in de bouw van een groot aantal nieuwe studentenkamers in de buurt van de universiteit en hogescholen. Recent werd een vergunning bekomen voor een eerste studentenblok met 74 studentenkamers en een conciërgewoning. In een latere fase zal er een 2de en 3de gelijkaardig volume voorzien worden. Streefdatum voor de oplevering is academiejaar
2016-2017. Te Diepenbeek zijn 8 bouwprojecten van privé-investeerders voor nieuwe studentenhomes gepland. Bovendien zullen diverse bestaande studentenhomes uitgebreid worden, waardoor er in totaliteit ongeveer 200 studentenkamers bij zullen komen. Twee van de nieuwe studentenhuizen zullen normaliter september 2015 af zijn. De overige projecten kunnen ten vroegste in september 2016 in gebruik genomen worden. In het academiejaar 2012-2013 telde Kortrijk 9.308 studenten verdeeld over de universiteit KULAK en de hogescholen VIVES en HOWEST. Een kwart van hen of dus zowat 2.300 studenten zitten op kot. Recent werden diverse grote projecten voor nieuwe studentenkamers opgestart. Als alles zal zijn afgewerkt, komen er in Kortrijk 253 studentenhuizen beschikbaar waarin maar liefst 2.923 studenten terecht kunnen. Er dreigt dus een ernstig overaanbod. Daarom voert het stadsbestuur in samenspraak met VIVES, KULAK en HOWEST nu een tijdelijke bouwstop, een moratorium, in. Dat is nodig om leegstand en verkrotting van oude studentenhuizen te vermijden, terwijl er ook plaats moet zijn in de binnenstad voor betaalbare gezinswoningen. Er zijn wel uitzonderingen. Bestaande studentenhuizen kunnen binnen bepaalde voorwaarden met maximaal 20% kamers uitbreiden. Ook het inrichten van kleinschalige ‘kotmadam huizen’ met maximum drie kamers blijft mogelijk. Bijkomende studentenkamers kunnen ook boven handelszaken in het winkelwandelgebied omdat het de leefbaarheid in hartje Kortrijk vergroot. De tijdelijke maatregel zal telkens in december, voor het eerst in 2014, geëvalueerd worden aan de hand van de nieuwste cijfers over kotstudenten. In de voorbije jaren heeft het Brugs stadsbestuur ingezet op het voorzien van een voldoende groot, hedendaags en kwalitatief studentenhuisvestingsaanbod. Na monitoring van het gerealiseerde en vergunde aanbod wordt vastgesteld dat er voldoende studentenkamers in alle prijscategorieën aanwezig zijn om te voldoen aan de huidige noden van de studenten en aan de voorziene uitbreiding van opleidingen door de verhuis van de hogeschool vanuit Oostende naar Brugge in 2016. Daarom wil de schepen de doelgroep die toegang krijgt tot studentenkamers, gaan uitbreiden met leerlingen die een 7de specialisatiejaar (middelbaar onderwijs) volgen. Ook wie overdag lessen volgt bij Syntra West, een kort- of langlopende stage of tweedekansonderwijs volgt, zou in de toekomst in Brugge ook als ‘kotstudent’ beschouwd worden. Het stadsbestuur besliste eveneens dat afgestudeerde studenten nog 3 jaar na het afstuderen op hun kot mogen blijven wonen, met dien verstande dat het gaat over het kot waar ze tijdens hun laatste jaar als student verbleven. Hiermee wil men afgestudeerden helpen om hun leven in Brugge uit te bouwen. Hogeschool West-Vlaanderen heeft tevens een bijkomende samenwerkingsovereenkomst afgesloten met een private investeerder in studentenkamers. Hierdoor zullen studenten van de hogeschool gemakkelijker terechtkunnen in een “basiskot” met gemeenschappelijke voorzieningen aan democratische prijzen. Het betreft een uitbreiding van het bestaande aanbod met 40 koten (vanaf 1/02/2015). In Brussel blijft er in de eerste plaats een nijpend tekort aan betaalbare koten. De kamers waarvan Br(ik het beheer heeft, bezettingsgraad en zijn elk jaar overbevraagd.
hebben
een
100%
procent
In de sector van de privéstudentenkoten waarvoor Br(ik bemiddelt, zijn er midden oktober 2014 op een totaal van 4300 units nog steeds een 200-tal koten beschikbaar. Het segment van de studentenkamers onder de 350 euro is echter volkomen ontoereikend. Van de nog amper 90 beschikbare studentenwoningen te Brussel (een maand na de start van het academiejaar, rekening houdend met opzeggingen in het
begin van het academiejaar), zijn er bv. rond de campus van de VUB geen meer te vinden onder de €350. Meer dan de helft van de nu nog vrije wooneenheden heeft een maandelijkse huurprijs van boven de €450.De laatste jaren hebben verschillende grotere projectontwikkelaars de lucratieve Brusselse markt ontdekt. Zij richten zich echter hoofdzakelijk op een kapitaalkrachtig publiek, met een minimale prijszetting van ruim boven de €450 (+kosten). Dure studentenhuisvesting treft in het bijzonder studenten met een financiële nood. Deze groep is groot aan de VUB en de Erasmushogeschool. Vooral de situatie in Brussel baart zorgen. De situatie omtrent huisvesting van studenten in Brussel kan echter niet los bekeken worden van de grootstedelijke context en de aanwezigheid van zowel Nederlandstalig en Franstalig Hoger Onderwijs. Er moet gezocht worden naar globale oplossingen over de ‘taalgrenzen’ heen, waarin alle Brusselse actoren worden betrokken. Dit gebeurt ook. Collega Christos Doulkeridis, Staatssecretaris van het Brussels Gewest, bevoegd voor Huisvesting, organiseerde de afgelopen jaren een aantal Rondetafels over de problematiek van studentenhuisvesting in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, waarin alle stakeholders aan hebben deelgenomen. Deze Rondetafels resulteerden in april 2013 in een rapport met vaststellingen en aanbevelingen. Hierin wordt onder meer het capaciteitstekort aan studentenkoten in Brussel geschat op 7000 units. Aanvullend legde het Brussels Studies Institute in april van dit jaar een synthesenota neer over het hoger onderwijs in Brussel met daarin een luik over de studentenhuisvesting. In juli 2014 volgde een enquête over het Brussels studentenleven door het Brussels Agentschap voor Territoriale Ontwikkeling (ATO). Hierin kwam nogmaals de huisvestingsproblematiek van studenten ruim aan bod. Ten gevolge van dit alles heeft de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bij haar aantreden een aparte bevoegdheid ‘studentenzaken’ gecreëerd. Die bevoegdheid wordt gedeeld door de voorzitter van het college van de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, door gemeenschap en gewest dus. Dit stemt hoopvol. Vanuit de Vlaamse Regering wordt deze evolutie nauwgezet opgevolgd door collega Sven Gatz, Vlaams minister bevoegd voor Brussel. Internationale studenten De internationale studenten vonden bij de start van dit academiejaar vlot een kamer in Leuven, zowel in de universitaire residenties als op de private markt. Welk effect deze ruimere kamermarkt heeft en zal hebben op het aanbod van de verhuur voor korte termijn ( 3 - 6 maanden) voor buitenlandse studenten is momenteel nog moeilijk in te schatten, maar de verwachting is dat ook dit gunstig zal evolueren. Internationale studenten en gasten in Gent hebben minder kansen om een geschikt verblijf te vinden dan de doorsnee student. De realiteit is dat velen onder hen slechts een tijdelijk verblijf zoeken (minder dan een jaar) of tijdens het academiejaar instromen (en niet bij de start), waardoor verhuurders terughoudender zijn om hen te huisvesten. Niet alleen financiële overwegingen maar vermoedelijk ook culturele verschillen en obstakels, maken het voor hen vaak moeilijker. Daarom ook dat de Universiteit Gent bijna een derde van haar totale studentenhuisvestingspatrimonium ter beschikking stelt aan de internationale instroom van buitenlandse studenten, onderzoekers en gasten. Het is, in het kader van internationalisering, de bedoeling van de Universiteit Gent om de instroom van buitenlandse studenten en gasten verder te laten groeien. Om deze instroom op te vangen zal de markt meer flexibele voorwaarden moeten hanteren, waarbij samenwerkingsverbanden met de hoger onderwijsinstellingen, om risico’s te spreiden, eventueel tot de mogelijkheden behoren. De huisvestingsdienst van de UHasselt merkt eveneens op dat privaat-eigenaars in Diepenbeek en Hasselt terughoudend zijn in het verhuren van studentenkamers voor een korte periode aan internationale studenten. In samenwerking met Hogeschool PXL en Katholieke Hogeschool Limburg wil de UHasselt onderzoeken welke initiatieven genomen kunnen worden om internationale studenten effectiever te begeleiden in hun zoektocht naar een geschikte kamer. Men denkt eraan om privé-verhuurders via een goede
informatieverstrekking en sensibilisering aansporen om ook aan internationale studenten te verhuren. Wat Kortrijk betreft werpt het beleid inzake studentenhuisvesting zijn vruchten af, ook voor de internationale studenten. Oude kamers die niet langer beantwoorden aan de wettelijke normen worden geweerd en er is voldoende aanbod (zowel privé als door de onderwijsinstellingen) om te vermijden dat de prijzen de pan uit rijzen. Specifiek voor internationale studenten (maar zoals gezegd, ook voor Vlaamse studenten) die een korte periode wensen te huren, biedt de recent geopende eigen residentie een afdoend antwoord. Bovendien hebben zowel HOWEST als VIVES mee geïnvesteerd in de nieuwe jeugdherberg in Kortrijk, waardoor ook daar studenten aan een betaalbaar tarief onderdak kunnen vinden. Dit is een bijzonder samenwerkingsverband, gelet op het feit dat de periodes van enerzijds een academiejaar en anderzijds het jeugdtoerisme grotendeels complementair zijn. De diensten voor studentenvoorzieningen in Kortrijk zien in de overeenkomst met de jeugdherberg vooral een oplossing voor studenten die voor een korte periode – pakweg van één week tot een maand – een kamer nodig hebben. Het merendeel van de kotbazen in Antwerpen en Brussel houdt vast aan jaarcontracten. Hierdoor blijven internationale studenten, die voor een kortere termijn verblijven, moeilijkheden hebben om een geschikt kot te vinden. Het aanbod van betaalbare kwalitatieve kamers die flexibel kunnen verhuurd worden (kortere termijnen van 1 tot 6 maanden) aan internationale studenten van de VUB is zeer problematisch.