ANS REDT Algemeen Nijmeegs Studentenblad / maart 2012
Vooraf Tekst: Redactie P. 02
commentaar Nederland verkeert officieel in een recessie. De media hadden de afgelopen weken weer materiaal te over en het onderwerp werd professioneel uitgemolken. Geheel zoals het hoort werden mensen die het woord ‘recessie’ niet kenden belachelijk gemaakt en uitgelachen. Normaal lachen wij hier hard om mee. Echter, tijdens een vox populi van het weerzinwekkende televisieprogramma Vandaag de Dag werd een man gevraagd naar de betekenis van het woord. Overtuigd zei hij: ‘Dat we allemaal weer wat liever voor elkaar moeten zijn. Zoals we nu met elkaar omgaan, dat vind ik recessie.’ Op de één of andere manier had die man in al zijn hemelse onwetendheid iets overtuigends. Voorbij de plaatsvervangende schaamte voor de simpele ziel en de irritatie om de air van Eva Jinek raakte hij aan een gapend gat in de hedendaagse maatschappij: een beetje liefde. Het huidige kabinet veinst heel veel liefde. Liefde voor dieren, waardoor we animal cops verkiezen boven investeringen in zorg, kunst en onderwijs. Liefde voor onze verontwaardigde medemens, waardoor we Wilders niet terugroepen als hij een meldpunt Midden- en Oost-Europeanen in het leven roept. Verder veel liefde voor troetelpremier Mark Rutte, want hij lacht zo leuk. Ook in onze eigen levens lijkt er steeds minder ruimte voor wat ouderwetse affectie. Onlangs nog werd ons in de wandelgangen rond het kantoor vermanend verteld dat verliefdheid meer iets voor pubers is en romantiek hebben we ver in de achttiende eeuw weggestopt. Daarom lijkt het ons tijd voor een oproep tot rebbellie. Geen loze kreten als ‘het is stom’ meer, maar participerend protest. Wil je dit kabinet echt op haar zwakke punt raken, heb dan lief. Zoen je wederhelft weer eens vol op de mond in de kroeg, wees niet bang voor een wandeling waarbij je iemands hand vasthoudt en koop op de kermis nog eens een suikerspin voor elkaar. Om het goede voorbeeld te geven, werd het deze maand tijd voor een liefdevol nummer. Spinvis omschrijft zijn liefde voor zijn werk, medewerkers van de dierenambulance vertellen over hun gevoel voor dieren en Brenno de Winter toont zijn hart voor de goede zaak door wild om zich heen te hacken. Gaat heen en verspreid de liefde.
DEZE ANS
04 Rendement van de ivoren toren Massaonderwijs, multiple choice tentamens en strenge straffen op nuttige uitloop. Het rendementsdenken zet universitair onderwijs onder druk. Wat is het academisch klimaat en waarom is het van belang dit te behouden? 07 Spinvis Tien jaar na zijn debuutalbum vertelt Erik de Jong nog altijd met dromerige stem raadselachtige verhalen. ‘Het hoeft geen verhaal van A naar B te zijn, flarden van teksten vind ik mooi.’ 14 Eigen worst eerst Wie tegenwoordig een rondje door de supermarkt maakt, kan zijn hart ophalen aan allerhande Hollandse producten. Reclamebureaus maken steeds vaker gretig gebruik van de Nederlandse identiteit om hun waren aan te prijzen. Is de opkomst van de klompencommercie nog te stoppen? 18 024 redt een dier Ze waren de tijd van animal cops ver vooruit. De vrijwilligers van Dierenambulance Nijmegen schrapen dieren van de weg, redden gewonde duiven en verzorgen thuisloze hamsters. ‘Mensen bellen over wandelende vuilniszakken in een tijd waarin egeltjes overal naar eten zoeken.’ 05 06 21 22 26 28 30 31 32
Wanssumse wind Het laatste oordeel De graadmeter Interview Brenno de Winter Het issue: bindend sport advies Rangorde of Wanorde Colofon Crypto Plaats Delict
De hoofdredactie
14
21
22
26
Tekst: Redactie/ Illustratie: Madelon van der Avoort ANS-Online.nl P. 03
niet Vuistgevecht om een voetnoot Arme Johannes. Je zou je dagen maar vullen met het afspeuren van het internet om te kijken of iemand een zuur plasje achterlaat over Arnon Grunberg en een groepje studenten daarbij niet onder de duim krijgen. De Deense Dog van De Joodse Messias daagt ons uit om ouderwets te duelleren. ANS publiceert namelijk ‘leugenachtig vuil’ over Grunbergs Eerste Secretaris. Johannes is boos en had gehoopt dat we hem met rust zouden laten nadat hij onze hoofdredactie schoffeerde. Dat bleek niet te werken, dus grijpt Johannes naar een uitnodiging voor een ordinaire knokpartij: ‘Woorden zijn niet aan jullie besteed, maar misschien de vuist wel? Bij dezen daag ik een vertegenwoordiger van jullie redactie uit voor een vuistgevecht.’ Oke, zien we je vrijdag na de bel op het schoolplein? Wordt ongetwijfeld vervolgd. USR-lid weinig accuraat Dat menige Reftermaaltijd qua smaak en aanblik beter thuis hoort in de kliko dan op je bord, heeft iedere student inmiddels wel begrepen. Toen bij het schrijven van onze januarireportage over voedselverspilling echter bleek dat daadwerkelijk bakkenvol voedsel van de universitaire vreetschuur in de vuilnisbak belandden, bleek de universiteit te klein. Met name voor onze buren van AKKUraatd. Witheet en geschokt over de verkwistingen pende lid Mensink meteen een serie scherpe vragen op papier om de rector de eerstvolgende vergadering het vuur aan de schenen te leggen. Blinde razernij, zo bleek later. De roodbroek was in allerijl even vergeten het artikel in ANS te lezen en had met willekeurige percentages om het hoofd van de rector geslagen. Wij adviseren: beter lezen, Mensink. Het is immers bekend dat de rector graag zwelgt in een fout van ANS. we hopen dat een derde keer ‘ANS spreekt ook niet altijd de waarheid’ ons bespaard blijft. Illustratoren gezocht Op het gebied van pennenvruchten heeft ANS een traditie. Natuurlijk in het geschreven woord, maar ook enkele illustratoren hebben een legendarische status bereikt. Zo is er Mark
Retera, die in zijn beginjaren zijn Dirkjan-strip in ANS publiceerde, Patrice van der Linden, die al zijn grofheid kwijt kon in de cartoons die hij voor ons maakte, en inmiddels Erik Molkenboer, die wekelijks zijn woordgrappen spuit op ANS-Online.nl. Heb jij ook een meesterlijk doch grappig brein en het nodige tekentalent? Dan zijn wij op zoek naar jou! Mail naar
[email protected] of kom een keer langs op ons kantoor onder het Gymnasion. Omdat internet heel gevaarlijk is In maart verschijnt op ANS-Online een interview met Hans Boupelier over onveiligheidsgevoelens en vertrouwen in de rechtsstaat. De publieke moraal is het terugkerende thema in de academische carrière van de bijzonder hoogleraar Veiligheid en Burgerschap. Lees meer over hem in ‘De Raad der Wijzen’. Niet alleen internet is heel gevaarlijk, ook de wetenschap kent risico’s. Komende maand lees je over levensbedreigend onderzoek naar bijvoorbeeld het vogelgriepvirus. Van 7 tot en met 15 maart vindt de Ragweek plaats. Na naakte besturen op een kalender en de boekverkoop bij Sociale Wetenschappen zijn er in deze week diverse activiteiten die twee goede doelen moeten ondersteunen. Kijk voor uitgebreide verslaggeving en wat het bestuur wil bereiken op ANS-Online. Daarnaast gaan we op zoek naar Nijmeegse kunstwerken en monumenten en stellen we de vraag of ze niet beter de prullenbak in kunnen. ANS Kijk voor uitgebreidere berichtgeving en dagelijks nieuws op ANS-Online.nl
Het Algemeen Nijmeegs Studentenblad is een onafhankelijk maandblad dat gratis in de binnenstad en op de Radboud Universiteit Nijmegen wordt verspreid. Het verschijnt 10 keer per jaar in de maanden september t/m juni. De uitgave van ANS wordt mede mogelijk gemaakt door:
Het academisch klimaat Tekst: Tim Ficheroux en Eline Huisman P. 04
Rendement van ivoren toren Universitair onderwijs staat onder druk. Doorgeslagen rendementsdenken lijkt van de vrijplaats voor kritische geesten een beroepsgerichte school te maken. Wat is het academisch klimaat en waarom moeten we dit behouden? Voor zo min mogelijk geld in hoog tempo studenten klaarstomen voor de arbeidsmarkt, in overvolle collegezalen waar kant en klare kennis wordt geserveerd. Dit schrikbeeld van doorgeschoten managementdenken voedt de aanzwellende roep om universiteiten terug te laten keren naar een doodgewaand academisch klimaat. Hoe ziet de ideale academie eruit en waarom botst dat beeld met efficiëntiemaatregelen? Een pleidooi voor een gezonde balans tussen rendement en academische vrijheid.
bijdrage te leveren aan de maatschappij moet je uit kunnen leggen waarom zo’n initiatief moreel onverantwoord dan wel noodzakelijk is. Op een heel andere schaal moet je kunnen zien dat de woorden ‘dermatologisch getest’ op een shampoofles een lege huls zijn. Het is de taak van een universiteit om studenten te leren van een afstand en zo objectief mogelijk kritiek te leveren. Dat voorkomt dat de maatschappij vervalt in onwetende oppervlakkigheid.
Efficiëntie en ontplooiing De universiteit beoogt van oudsher een instituut te zijn waar onafhankelijk van kerk en staat wordt onderzocht en onderwezen. Sinds de jaren tachtig ontstond er steeds meer inmenging van politiek en bedrijfsleven. Dat beleid kwam destijds tot stand om de hoge uitgaven te controleren en de universiteit meer bij de samenleving te betrekken. Efficiëntiedenken staat op gespannen voet met de universiteit waar creativiteit en inventiviteit kunnen floreren. Tegenwoordig is de zoektocht naar een gezond evenwicht volop actueel. Forse bezuinigingen en toenemende studentenaantallen hebben geleid tot schools massaonderwijs. De balans schiet door in het voordeel van maatregelen die studierendement moeten bevorderen, waardoor de academische vrijheid ondersneeuwt. We moeten juist de creativiteit en intrinsieke motivatie die de vrijplaats kenmerken beschermen om de waarde van de universiteit te behouden. Voor het waarborgen van het academisch klimaat zijn in het onderwijs drie aandachtspunten van belang: een kritische blik op de samenleving, dialoog tussen student en docent en oog voor de fundamentele principes van een vakgebied.
Grens van het weten Het klassieke ideaalbeeld van de universiteit als wandelgang waar de bebaarde filosoof in gesprek gaat met enkele studenten is in de huidige samenleving een utopie. De gedachte achter dit romantische beeld geeft echter aanwijzingen voor wat ook een hedendaags academisch klimaat moet kenmerken. In het universitair onderwijs moet de door nieuwsgierigheid gedreven wisselwerking tussen docent en student een centrale rol spelen. Onderwijs is meer dan acht weken braaf meepennen met een dicterende docent om na een lijstje meerkeuzevragen een vak van de lijst te kunnen afstrepen. Door dialoog en kritisch reflecteren dragen student en docent bij aan het opdoen van kennis en het verder brengen van het vakgebied. Een universiteit werkt voortdurend aan de grens van het weten om nieuwe inzichten op te doen. Academisch onderwijs is daarom geen eenzijdige overdracht van bestaande kennis, maar een proces waarbij docent en student zich samen langs die grens begeven en deze proberen te verleggen. Studenten zijn geen consumenten van hapklare kennisbrokken, maar moeten actief en geïnteresseerd participeren in het onderwijs.
Buiten de waan van de dag om Universiteiten moeten niet buiten de samenleving staan, maar studenten leren om met een zekere afstand kritisch te reflecteren op die wereld. Wetenschappelijk onderwijs dient om te ontsnappen aan de waan van de dag en maatschappelijke ontwikkelingen in een breder perspectief te zien. Wanneer er een meldpunt wordt opgericht om te klagen over Polen en Roemenen moet een student meer kunnen dan daar enkel om lachen. Om een constructieve
Kennis in context Academische scholing moet verder gaan dan het opleiden van deskundigen in een afgebakend vakgebied. Begrip van een bredere context rondom specialismen is noodzakelijk om opgedane kennis te gebruiken in het dagelijks leven en de maatschappij. Zo moet een rechtenstudent niet alleen een wet interpreteren, maar ook begrijpen wat het morele streven naar rechtvaardigheid betekent. Alleen dan kan hij het toepassen van recht betekenisvol maken. Een
an de
Wanssumse wind P. 05
Wanssumse wind De één schrijft een masterscriptie over het VNbeleid inzake Rwanda, de ander over de rigiditeit van de Brillouin zone. Bij mij ging het over de fanfare van Wanssum.
celbioloog kan bij het knutselen met celwanden niet zonder kennis van Darwin om het belang van zijn experiment te begrijpen. In de communicatie tussen docent en student wordt niet alleen nieuwe kennis opgedaan, maar leer je ook de fundamentele principes van een vakgebied te begrijpen. Zo kan een academicus ook zelfstandig reflecteren op het belang van zijn handelen. Wanneer enkel het snel en zo goedkoop mogelijk halen van een diploma richtinggevend is, staat de relatie tussen student en docent onder druk. Ook het vermogen om de context te begrijpen en kritisch en creatief te reflecteren op de samenleving komen dan in het gedrang. Met tentamens die niet veel meer zijn dan een invuloefening, onderwerpen voor bachelorscripties die vooraf afgebakend zijn en steeds minder mogelijkheden om je buiten het curriculum te ontplooien, lijkt het academisch klimaat weg te zakken in een modderpoel van maatregelen die studierendement heet. Natuurlijk moet een universiteit geen speeltuin zijn waar iedereen naar eigen plezier tien jaar lang studeert. De spreekwoordelijke ivoren toren die mijlenver boven de samenleving uitsteekt en alle contact met de werkelijkheid is verloren komt de maatschappij ook niet ten goede. Doordat steeds meer sancties en beloningen gekoppeld zijn aan de afstudeersnelheid, wordt de motivatie bepaald door negatieve externe prikkels. Het afstraffen van uitloop maakt het aantrekkelijker om je te beperken tot het hoogst noodzakelijke voor het behalen van een bul dan om een academicus in de bredere zin van het woord te worden. Een rendementsmaatregel kan nuttig zijn, maar de onderscheidende waarde van een universiteit mag niet worden opgeofferd. Het is noodzakelijk dat docenten het vertrouwen en de vrijheid hebben om de dialoog aan te gaan. Studenten moeten serieus genomen worden door nieuwsgierigheid en participatie van hen te verwachten en dit te stimuleren. ANS Dit artikel is tot stand gekomen na raadpleging van Jan Bransen, Wouter Sanderse, Ed Vosselman, Leon Wecke en Ron Welters.
Een koude donderdag in Wanssum. Ik had de auto van mijn ouders geparkeerd bij de kleine jachthaven, aangelegd in de gouden jaren zestig. Ik zat achter het stuur en las een boek. Het was rustig buiten. Drie uur moest ik zien te overbruggen. Piet, mijn belangrijkste contactpersoon ter plaatse, kreeg om vier uur bezoek en het oud-fanfarelid dat ik wilde interviewen kon alleen ’s avonds. Het ging snel met het boek. Het was dan ook een goed verhaal. Er liepen twee oude dames langs de auto. ‘Kijk, die is aan het lezen’, hoorde ik. Ik was bij Piet in huis geweest. In de woonkamer had hij me fotoalbums laten zien. Zijn vrouw kwam even gedag zeggen en verdween weer achter in het huis. Later bracht ze koffie. Ik zei niet dat ik liever thee dronk. Ik nam flinke slokken. Toen ik naar de wc moest, zag ik dat ze in de keuken zat te breien. Piet gaf me een scheldwoordenboek van de regio. ‘Die mag je hebben’, zei hij. Ik bladerde het door. ‘Er staat in hoe wij in Wanssum door mensen uit de andere dorpen worden genoemd: Wanssumse wiend. Dat betekent dat we ons verheven zouden voelen.’ ‘En klopt dat?’ vroeg ik. Piet lachte. ‘Een beetje. We zijn gewoon trots op wie we zijn. Daar is toch niks mis mee?’ Ik begreep waarom ik welkom was in Wanssum. Ze dachten vast dat het een mooi, positief verhaal zou worden. Maar mijn scriptie werd een rise and fall. In de jaren tachtig ging het slecht met de fanfare. Veel leden lieten zich niet meer zien bij repetities en andere activiteiten. Negen jongeren stopten tegelijkertijd. ‘De zaak is ernstig, maar we moeten niet in paniek raken’, zo stond in de notulen van een jaarvergadering. Voor ik naar het oud-lid ging, at ik in de enige Wanssumse cafetaria. Ze hadden shoarma en dat leek me wel wat. Maar er stonden Nederlanders achter de toonbank; het smaakte nergens naar. Het oud-lid was een zwijgzame man. Ik had de voicerecorder aan staan, maar er vielen veel stiltes. Ik zag al voor me hoe ik later het bandje steeds door moest spoelen. Hij was destijds gestopt vanwege zijn studie. ‘En ik had andere interesses. Meer is er niet over te zeggen.’ Toen hij me uitliet, vroeg hij: ‘Schrijf je echt een scriptie over de fanfare?’
Het laatste oordeel Tekst: Erik van Rein en Jozien Wijkhuijs/ Foto: Tim Ficheroux P. 06
het laat ste oor deel
studie: Rechten college: Strafrecht 30 januari, 8.45u - 10.30u, CC 5 docent: Videoscherm uitstraling: Weinig inspirerende vlakte met kleurtjes publiek: Temperatuurtechnici met testosteron inhoud: Bioscoopbezoekers zonder popcorn eindcijfer: 1
Duffe opsommingen of ultiem entertainment? Iedere maand verschanst ANS zich in de collegebanken om een genadeloos oordeel te vellen over het onderwijs aan de RU. In het donkere lokaal wacht het scherm in stilte op de binnendruppelende toehoorders. De groep studenten die de weg naar de zaal heeft weten te vinden is divers. In het midden zit een jongen met een fascinatie voor Facebook, links een groepje jongens dat komt ontbijten en achterin een meisje met een indrukwekkende stapel boeken van een ander vak. Stipt op tijd begint het scherm met het college, zonder acht te slaan op de mensen die nog binnenkomen. Als het eerste halfuur van het betoog is verstreken, gaat voor de laatste keer de deur open en loopt een jongen verward en slaperig de zaal binnen. Het brengt het totale aantal fysiek aanwezigen op tien. Door de grote studentenaantallen bij onder andere Psychologie en Rechten zijn studenten genoodzaakt om een videocollege te volgen. Het College van Bestuur is er geen voorstander van en heeft dit meermalen aangekaart bij de faculteiten. Helaas wordt er door hen geen actie ondernomen totdat het nieuwe Grotiusgebouw is geopend, waardoor niet iedere student persoonlijk onderwijs geniet. Deze eerste bijeenkomst van de cursus moet een licht werpen op de rijke wereld van het strafrecht. In één adem worden voetbalhooligans, Law and Order en lokhoeren met elkaar verbonden. ‘Zolang ik maffe voorbeelden blijf geven, onthoudt u het misschien,’ licht de stem van de docent op het scherm toe. Zijn enthousiasme in de zaal van de opname komt slecht tot uiting in de videozaal. Af en toe is hij moeilijk te verstaan door geroezemoes op de plek waar het onderwijs ter plaatse wordt gegeven. Strafrecht werkt niet met de kruisverhoren en spectaculaire rechtszaken zoals in de Amerikaanse hitseries, maar dat maakt het volgens de doorratelende man op de pixelplaat niet minder interessant. ‘Misschien bent u er zelf wel eens mee in aanraking gekomen toen u tijdens voetbalrellen in de bosjes rondom het stadion van N.E.C. lag.’ Het lukt de beamerreflector niet om het ongeïnteresseerde publiek te motiveren tot enige vorm van interactie. Ook als studenten uitdagend met hun telefoons beginnen te spelen en hardop het weekend bespreken grijpt het beeld niet in. De docent die op de muur wordt geprojecteerd loopt meerdere malen het beeld uit. Dat het moeilijkste onderwerp de apotheose van het college moet vormen komt de concentratie niet ten goede. De vijf man die na de pauze de moeite hebben genomen om terug te keren, zakken verder weg in hun lome maandagochtendroes. De materie van het legaliteitsbeginsel gaat dan ook aan de meesten voorbij. Een jongen die net zijn ontbijt heeft verorberd is de eerste die de handdoek in de ring gooit. Hij legt zijn hoofd neer en sluit de ogen. Het hele college lang blijft het scherm op dezelfde plek staan. Statisch en onvermoeibaar slaat het vakkundig iedere vorm van inspiratie uit de aanwezige studenten. Om kwart over tien is het gelukt om zelfs de meest actieve student zonder Facebook te vellen. Ook zij geeft de strijd tegen haar zware oogleden op. Het Laatste Oordeel der Studenten Niemand die gedoemd was tot het scherm in CC5 levert enige kritiek. De aanwezige studenten zijn murw geslagen door de inactieve manier van het volgen van onderwijs. Ze slapen, hebben de zaal al verlaten of zijn gewoon ongeïnteresseerd. Dit videocollege is alleen geschikt voor mensen die liever op internet surfen en zijdelings iets opvangen. Volgen van onderwijs is meer dan alleen aanhoren van een praatje, maar het vierkante voorkomen van het scherm leidt niet tot interactieve kennisoverdracht. Normaal gesproken wordt het dan ook gebruikt voor passief entertainment in bioscopen en daar kan het beter bij blijven. ANS
Leef, woon, werk, feest... met ANS P. 7
‘De mens heeft niet genoeg aan zichzelf’
Alle vier stapten ze ooit na de nodige aarzeling het De regeringsonderhandelingen in België dukantoor van ans binnen.steevast alle vieruit namen ze plaats Zijn concerten verkopen en het nieuwein ren op 1 februari dagen. Niemand weet waar de ANS-redactie om 232 vervolgens hun vleugels uit Na te album wordt met groot enthousiasme ontvangen. of wanneer deze gesprekken eindigen. Jan Jambon, slaan. hun werk ligt lichtjaren uit elkaar, maar meerdere theatertours en jaren van samenwerfractievoorzitter van de Nieuw-Vlaamse Allianhetmet mediawereldje verlieten ze geen terug van allen. king diverse artiesten is Spinvis met een tie, en Olivier Deleuze, fractievoorzitter van het plaat vol persoonlijke teksten. ‘Je kunt wel alles Waalse Ecolo, over de toekomst van hun land. wegstileren, maar dan zeg je eigenlijk niets meer.’
Interview Spinvis Tekst: Sofie Mulders en Adrianne Tuk/ Foto’s: Ewoud Rooks P. 08
‘Als je twintig bent, probeer je te klinken als je helden. Als je wat ouder bent, kun je alleen maar klinken als jezelf.’ Dat was wat Erik ‘Spinvis’ de Jong, toen 41 jaar, tien jaar geleden zei toen ANS hem sprak naar aanleiding van zijn debuutalbum. Nu is Spinvis terug met een nieuwe plaat, tot ziens, Justine Keller. De afgelopen maanden toerde hij met zijn band door Nederland en België om zijn album te promoten dat louter positief wordt ontvangen in de media. De Jong lijkt zijn geluk niet op te kunnen: ‘Het is fantastisch, feest, geweldig, maar ik ben me er wel van bewust dat het niet altijd zo goed zal blijven gaan.’ Het blijkt dat er in tien jaar tijd weinig is veranderd aan de totstandkoming van zijn cd’s. Terwijl zijn band op de achtergrond soundcheckt, vertelt De Jong over zijn nog altijd opmerkelijke werkwijze, zijn nieuwe album en de ontwikkelingen sinds het uitkomen van zijn debuut. Tien jaar terug kwam uw titelloze debuutalbum uit dat met groot enthousiasme werd ontvangen in de Nederlandse muziekwereld. Hoe kijkt u zelf terug op uw oude werk? ‘Het duurde lang voordat ik er met een bepaalde afstand naar kon luisteren. Nadat het album uitkwam, hoorde ik alleen maar dingen die niet goed waren of die anders hadden gekund. Toen dacht ik dat ik er langer aan had moeten werken, ik kon het niet horen zoals een ander dat deed. Onlangs heb ik er weer eens naar geluisterd. Ik begrijp nu waarom het zo is geworden en waarom mensen er zo positief over waren. Niet dat ik het zelf zo geweldig vind, maar het is een goede foto van de tijd waarin het is gemaakt. Het album is veel persoonlijker dan ik toen besefte. Ik maak mezelf wijs dat mensen het mooi vinden, omdat er een soort eerlijkheid in zit, een soort onbevangenheid. Dat is erg naïef: het is een man van veertig die niet kan zingen en alles zelf speelt. Waar haalt hij het vandaan, wat denkt hij nou wel? En toch doet ‘ie het.’
‘Het is mijn taak de balans te vinden tussen het verhaal dat moet worden verteld en de band.’
In het gesprek dat ANS in 2002 met u voerde naar aanleiding van dit debuut zei u dat ‘Spinvis een zeer persoonlijke en individuele vorm van popmuziek is’. Is dat inmiddels veranderd? ‘Nee. Wat ik maak, maak ik zelf. Ik bedenk nummers als een schrijver, ik maak mijn boek. Pas als ik het geheel heb uitgedacht en vormgegeven en de melodie af is, voer ik het met de band op het podium uit. Optreden is als het verfilmen van het boek.’
U speelt live wel met een band. Hebben zij invloed op het vormingsproces van het album? ‘Wat ik in de studio maak is persoonlijk, ik kan het pas aan de band geven als het helemaal klaar is. Als we de liedjes vervolgens live spelen krijgt het heel anders vorm dan op de cd. Er is geen vaste formule voor een nummer, er kunnen bijvoorbeeld coupletten toegevoegd worden. ‘Het mooie van optreden is het publiek. Beeldend kunstenaars en fotografen maken iets en hebben geen idee wie ernaar kijkt, het hangt maar in een museum. Bij het spelen voor een zaal komt dat directe contact met de luisteraars er wel bij. Het gevoel dat een publiek je geeft, is met niets te vergelijken.’ Vindt u het moeilijk om uw werk op het podium uit handen te geven? ‘Het is mijn taak om de balans te vinden tussen het verhaal dat moet worden verteld en de band. Ik probeer de bandleden vrij te laten, hen te laten doen waar ze het beste in zijn. Het is net als met relaties: pas als je iemand vrijheid geeft, krijg je het beste uit de ander. Iedere keer moet je een afweging maken tussen het verhaal en de muzikale vrijheid.’ Is de Spinvis die we op het podium zien anders dan de man die hier nu zit? ‘Je kunt onmogelijk op een podium staan en jezelf zijn, maar ik probeer het wel. Als ik een artiest zie die acteert en bij elk liedje een andere pose aanneemt, dan vind ik dat niet mooi. Er mag geen acteur tussen mij en het liedje staan. Ik denk veel na over dit fenomeen: wat speel je nu en wat is echt? Ik probeer voor mezelf te zoeken waar de grens ligt. Acteren is onvermijdelijk, want erover nadenken is al acteren, begrijp je?’ Hoewel er vele jaren overheen zijn gegaan, is ook op zijn nieuwe plaat tot ziens, Justine Keller het herkenbare Spinvis-geluid bewaard gebleven. Nog altijd vertelt hij met dromerige stem raadselachtige verhalen. Nieuw is het samenwerkingsverband met Hanco Kolk, die een beeldverhaal tekende bij elk liedje. Hoe is die samenwerking tot stand gekomen? ‘Dat had wel wat voeten in aarde. Ik ontmoette Hanco jaren terug bij toeval op een avond waar tekenaars en muzikanten samenkwamen. Hanco maakte een strip bij het nummer Voor ik vergeet en die tekening had iets heel poëtisch. Terwijl ik bezig was met dit album vroeg ik hem het hoesje te tekenen, maar hij wilde bij elk liedje een strip maken. Ik zei: “Te gek, maar hoe gaan we dat in godsnaam doen?” Ik had de teksten nog niet klaar, maar had wel voor ogen waar het over ging toen Hanco begon met tekenen.’ Hebben zijn illustraties u beïnvloed in het schrijfproces? ‘Nee, als ik een tekst maak, heb ik beelden in mijn hoofd.
ANS-Online P. 09
Op het moment dat Hanco ging tekenen, was dat de verbeelding van zijn fantasie op papier. Het is zijn interpretatie van mijn tekst en die moet ook echt van hem blijven. Sommige tekeningen komen treffend overeen met het beeld dat ik had, andere juist helemaal niet en dat is precies goed.’
‘Mijn liedjes gaan allemaal over een manier om niet te zijn wie je wilt zijn.’ De teksten op het album gaan opvallend vaak over het thema alcohol. In Oostende zingt De Jong: ‘Begin de dag met tequila, dan is het randje eraf en doet het niet meteen zo’n zeer.’ Begint u zelf de dag met drank? ‘Nee. Het zijn allemaal personages op mijn album. Alcohol is natuurlijk heel mooi, zelf drink ik ook dolgraag. De mens heeft de behoefte zich te onthechten door iets te gebruiken waardoor hij zichzelf niet is. Blijkbaar hebben we niet genoeg aan onszelf en dat vind ik bijzonder. Het viel mij op dat ik daar vaak over schreef. In elk liedje zat de geest van een vrouw, Justine. Zij is een roes, zoals ook alcohol en drugs een roes zijn. Alles is een roes.
Toen ik liedjes voor mijn album ging selecteren, vond ik deze nummers qua gevoel bij elkaar passen. Ze gaan allemaal over een manier om niet te zijn wie je wilt zijn. Dat werd het thema.’ Is ‘tot ziens, Justine Keller’ net zo persoonlijk als uw debuut? ‘Dat zijn mijn albums altijd, want als ze dat niet zijn dan werkt het niet. De tekstregels waar ik me voor schaam, zijn de beste regels en die staan er natuurlijk ook op. Je kunt alles wegschaven en het net zo lang mooi maken tot het superglad is, maar dan zeg je niets meer. Als je blijft stileren, dan wordt het teveel een mooi popliedje, een product. Een nummer dat ik te ver had afgemaakt kwam dus niet op de plaat.’ Zijn uw teksten daarom zo cryptisch? ‘Dat vind ik gewoon mooi. Ik luister veel naar chansons en Franse popmuziek. In de Franse traditie is het helemaal niet vreemd als je willekeurige beelden aan elkaar knoopt, want de luisteraar begrijpt wel ongeveer wat je bedoelt. Weet je, het hoeft geen verhaal van A naar B te zijn, flarden van teksten vind ik mooi. In het Nederlands gebeurt dit niet zoveel, maar dat is niet mijn schuld. Ik voel me niet verplicht me aan deze traditie te houden.’ Vijf jaar geleden stond De Jong nog in het Cultuurcafé
Leef, woon, werk, feest... met ANS ANS-Online.nl P.P.10 10
op de campus van de RU, afgelopen maand trad hij twee avonden op in een uitverkocht Doornroosje. Na een reeks kleinere zalen en theaters slaat Spinvis dit jaar een nieuw pad in met een clubtour. Waarom kiest u nu voor poppodia in plaats van theaters? ‘Ik kies voor afwisseling. In theaters spelen is heel leuk, je kunt met een muisstil publiek heel precies muziek maken. De mensen zitten op een stoel van een afstand naar je te kijken, vaak in het donker. Dat maakt je tegelijkertijd een beetje alleen. Het is dan een verademing om weer op een festival of in een club te spelen. Dat mensen over het podium hangen, met bier gooien en “huuhuuh” schreeuwen. Dat heeft ook effect op de band, iedereen gaat er in mee. Ik heb niet echt een voorkeur voor het een of het ander. Je moet proberen beide in ere te houden. Als je in het theater staat moet je niet een unplugged toer doen, maar iets theatraals met beelden en dans. Dat is iets wat in clubs juist weer niet kan. ‘Ik mag me verheugen dat Spinvis in die twee werelden kan bestaan. Het is geen gemakkelijke tijd, het gaat niet allemaal vanzelf. Als je dan clubs en theaters kunt doen, is dat rijkdom.’ Wat doet dit succes met u? ‘Als je achttien bent en succesvol, kan ik me voorstellen dat je daar echt in gaat geloven en dat je er ook je identiteit aan gaat ontlenen. Als je zo oud bent als ik, is het alleen maar een cadeautje. Het is ontzettend leuk dat alles zo goed gaat, maar ik ben me ervan bewust dat het niet altijd zo goed zal blijven gaan. Dan moet ik ook
gewoon mijn muziek blijven maken, want dat is wat ik doe. Het is geen hobby, het is wie ik ben. Ik ga door tot ik dood ben.’ Is dit uw hoogtepunt? ‘Ik weet het niet, wat noem je een hoogtepunt? Je kunt dat op veel manieren bereiken. Ik zou nog wel graag in het buitenland willen spelen, maar mijn muziek is Nederlandstalig. Ik heb plannen om mijn teksten te vertalen naar het Frans, maar dat is een verre droom.’ Heeft u nog andere toekomstplannen? ‘Natuurlijk, ik heb een miljoen plannen. Een man zonder plan is geen man. Ik ben bezig met een opera over mannen en vrouwen en ik wil nu meer met Spinvisliedjes gaan doen. Als ik een paar dagen vrij heb sleutel ik aan de nummers die het album nu niet hebben gehaald. De volgende plaat gaat dus niet weer zo lang duren.’ ANS
Adverteren? Leef, woon, werk, Kijk op feest... ANS-Online.nl met ANS P.P.11 11
ansjes
Een Ansje mag maximaal 35 woorden bevatten en kost 5 euro voor studenten en 10 euro voor externen. De waarde van de aangeboden goederen mag de 900 euro niet te boven gaan. Mail naar
[email protected] Vrijwilligerswerk in het buitenland? Wil je met straatkinderen werken in Azië, Afrika of Zuid-Amerika? Kom naar ons informatieweekend van 23-25 maart 2012. Voor informatie en aanmelding: www.samen.org Uniek vrijwilligerswerk in het buitenland met internationale groepen, 2-4 weken, lage kosten. Kijk op www.ibo-nederland.org of kom naar een infodag: zaterdag 24 maart in Nijmegen of zaterdag 7 april in Utrecht. Volgens de Belastingdienst lopen werkende jongeren en studenten twee- tot driehonderd euro per persoon mis. Dit levert de schatkist jaarlijks minimaal 52 tot 78 miljoen euro op! Hoeveel krijg jij terug? Kijk gratis op: hoeveelkrijgjij.nl Ben jij een mannelijke student, hou je van volleybal en gezelligheid? Dan is Studentenvolleybalvereniging Heyendaal perfect voor jou. NSVV Heyendaal is namelijk op zoek naar mannen (Géén wachtlijst)! Mail naar
[email protected] of kijk op www.nsvvheyendaal.nl! Wil je graag je kennis delen? En heb je zin om op kamp te gaan in de meivakantie? Kijk op www.anderwijs.nl!
Adverteren? Kijk op ANS-Online.nl P. 12
ANS-Online.nl Verhollandisering van de reclame Tekst: Pieter Hengst en Mickey Steijaert/ Illustratie: Erik Molkenboer P. 14
Eigen worst eerst De Nederlandse eigenheid straalt tegenwoordig van veel producten af. Consumenten worden om de oren geslagen met Hollandse kazen, worsten en soepen. Is de opkomst van de klompencommercie nog te stoppen? ‘U denkt misschien dat alle melk hetzelfde is. Toch wordt steeds meer melk uit het buitenland gehaald’, spreekt een verontruste veehouder in een scène uit de nieuwste reclame van Campina. In de televisiecommercial schudt een blonde boer de ene na de andere nationalistische oneliner uit zijn mouw. ‘100 procent Nederlandse verse kwaliteitsmelk’ is, als we de reclame mogen geloven, het enige wat verantwoorde vaders hun kinderen voorschotelen. Een doorsnee reclameblok op de Nederlandse televisie staat bol van de opgeklopte vaderlandsliefde. Aan producten die door consumenten in beginsel nergens mee in verband worden gebracht, wordt een Hollands label gehangen. Neem rookworst, in essentie een nietszeggend stuk vlees, maar door Unox in de loop der jaren gebombardeerd tot rots in de branding van de snertminnende Nederlander. Marketeers maken handig gebruik van het feit dat consumenten zich onbewust laten beïnvloeden. De associatie met het vaderland is tegenwoordig een veelgebruikte methode om de koper te prikkelen. Adverteerders koketteren met de Nederlandse identiteit omdat de klant hierdoor sneller geneigd zou zijn het lekkers in het winkelwagentje te gooien. Is ‘Hollands’ de kreten ‘vers’ en ‘groen’ aan het verdringen als populaire term om producten aan te prijzen? VOC-thee De vraag is in hoeverre de Hollandisering al is doorgedrongen tot de winkelschappen. Een tocht door de supermarkt levert een keur aan producten op voorzien van een nationalistisch stempel. Voor de kieskeurige consument is er op elke afdeling wel een product te vinden dat oudhollands dan wel uitsluitend van Nederlandse bodem is. Zo is er een serie ontbijtgranen met een verpakking in de kleuren van de Nederlandse vlag, Goeie Grutten. De tekst op het karton benadrukt dat er enkel producten van Hollandse bodem in de muesli zijn verwerkt. Daarvoor hanteert ze een even korte als heldere argumentatie: ‘Wat je van dichtbij haalt, is lekkerder!’ Daarnaast is er het soeppoeder van Honig, dat door het leven ging als Franse Aspergesoep maar op miraculeuze wijze transformeerde in een Limburgse variant. De fabrikant
voerde voor de ommezwaai een ‘verandering in receptuur’ aan. De Dutch Tea Blend van Pickwick maakt het wel erg bont. Het merk flirt met de Nederlandse historie door op hun website te verwijzen naar de VOC-geschiedenis, waarin de Hollanders als eersten thee dronken - ‘en dus niet de Engelsen, zoals je misschien zou denken’, aldus de site. Dit gebeurt niet alleen bij etenswaren. De Nederlandse Energie Maatschappij is een lichtend voorbeeld in deze. De firma, die de Nederlandse identiteit in haar naam heeft besloten, raakte in opspraak vanwege een televisiecommercial. Daarin wees het bedrijf de consument op het feit dat concurrent Essent door het Duitse RWE was overgenomen. De televisiekijker werd verontrustende cijfers getoond met de waarschuwing dat de oosterburen het overnamebedrag natuurlijk wilden terugverdienen, over de rug van de klant heen. De boodschap was duidelijk: koop je Nederlandse energie bij de Nederlandse Energie Maatschappij. Een bejaard Zeeuws Meisje Dutch Branding is de term die Paul Ketelaar, docent Communicatiewetenschap aan de RU, binnen luttele seconden voor het fenomeen bedenkt. Of het een nieuwe ontwikkeling is durft hij niet te zeggen: ‘Ik heb het idee dat reclames gebaseerd op de Nederlandse identiteit al veel langer bestaan.’ Ketelaar noemt als voorbeeld de margarine van Zeeuws Meisje, die al meer dan een eeuw bestaat. ‘Wel wordt er prominenter gebruik gemaakt van deze marketingtechniek. Dat komt omdat het in de hedendaagse reclamewereld steeds moeilijker is om op te vallen. Merken die zich willen profileren doen dat uitgesprokener dan voorheen.’ Er zijn twee manieren om je merk een vaderlandse lading te geven, legt Ketelaar uit. ‘Enerzijds kun je inspelen op de gevoelsbeleving van mensen, je zorgt dat ze een emotie met een bepaald product associëren. Denk aan Unox, dat probeert het gevoel bij een Hollandse winteravond te binden aan haar blikken erwtensoep. Anderzijds beroepen sommige bedrijven zich op hun autoriteit op een bepaald gebied. Nederlanders houden zich al eeuwen bezig met de haringvangst. Daarom is het voordelig je vis te verkopen als ‘Hol-
Leef, woon, werk, feest... ANS-Online.nl met ANS P.P.15 15
landse nieuwe’, ook al is die vis niet noodzakelijk door Nederlanders gevangen.’ Soms heeft een bepaald product geen enkele profilering nodig om Hollandse associaties op te roepen. ‘Kaas is een goed voorbeeld. Nederlanders staan niet voor niets bekend als kaaskoppen. Je hoeft zo’n product geen oranje schwung mee te geven omdat het al een intrinsieke Nederlandse waarde heeft.’ Bij een product als elektriciteit ligt dat volgens Ketelaar logischerwijs anders. ‘Er is geen verschil tussen Nederlandse of Duitse elektriciteit. Dan moet je als producent iets gaan bedenken.’ Er is een Hollands hitje Waarom kiezen consumenten eigenlijk voor producten met een vaderlands tintje? Marcel Lubbers, universitair hoofddocent in de Sociologie aan de RU, is voorzichtig met het beantwoorden van deze vraag. Hij deed onderzoek naar euroscepticisme en het effect daarvan op de populariteit van Nederlandse cultuurproducten. ‘We bekeken de Nederlandse hitlijsten vanaf de jaren zestig en merkten op dat die sinds de jaren negentig steeds meer gevuld raakten met muziek van Nederlandse artiesten.’ Tegelijkertijd kende Nederland de grootste groei in euroscepticisme van Europa. Lubbers ziet samenhang tussen de angst om een Europese provincie te worden en een voorliefde voor Hollandse hits. Hij interviewde verschillende productiehuizen. Zij zagen de kentering naar Nederlandse muziek niet aankomen maar sprongen enthousiast op de trend in. Volgens Lubbers zorgt deze reactie ervoor dat de populariteit van Nederlandse mu-
ziek hand over hand toeneemt. Hij gaat uit van een verband, maar houdt nog wel een slag om de arm. ‘Tot dusver kunnen we nog niet verwerpen dat er een samenhang is,’ stelt hij voorzichtig. Goeie Grutten deed in een reactie uit de doeken waarom zij kozen voor een oerhollandse insteek. Het bedrijf miste een Nederlands product in het onbijtgranengamma dat ‘erg druk en Amerikaans aandoet’. Dit lijkt te stroken met de constatering van Lubbers dat angst voor buitenlandse invloeden greep krijgt op de markt. Blijkbaar is er in de samenleving een toenemende behoefte aan puur Hollandse producten wanneer mensen denken dat de Nederlandse identiteit in het gedrang komt. Dit volkssentiment zou een verklaring kunnen zijn voor de tendens in de Hollandse commercie. Als de kritische houding jegens Europa en de rest van de wereld blijft toenemen gaan liefhebbers van Oost-Duitse rookworsten het nog zwaar krijgen. ANS
Mirjam vissers
www.ans-online.nl. Tekst: De redactiekarikaturen / colofon en nog veel meer voor tal van bladen, kranten en boeken. tekent al jaren (politieke) cartoons, P. 16 Kijk voor meer informatie over deze kunstenaar op ANS-Online.nl.
Ans deze maand P. 17
Dieren in het nauw Tekst: Rik van Hulst en Esther Jongejan/ Illustratie: Alex Kup P. 18
Meelopers Iedere maand loopt ANS een dag mee in de schaduw van een zonderling. Deze maand: benauwde beestjes bevrijden
024 redt een dier
Overreden katten, bevroren honden en opgezwollen hamsters. Bij de Dierenambulance Nijmegen maak je het allemaal mee. ‘In de opvang bloeit nu de liefde tussen twee zwanen op, geweldig. Het is hier net All you need is love.’
Het heeft geijzeld in Nijmegen. De medewerkers van stichting Dierenambulance Nijmegen (DAN) kunnen de weg nog niet op. Terwijl ze wachten tot de dooi inzet, controleren de dierenverzorgers de gestreste meeuwen, verzwakte duiven en een met teken bedekt egeltje in de opvang. Twee buizerds liggen in een afgedekte kooi en worden gedwongen te eten. In de ruimte ernaast klinkt het gejammer van een kat met oormijt. Ondertussen komt een beer van een vent de oprit opgelopen. In zijn hand heeft hij een geïmproviseerde knapzak. ‘Normaal zou ik hem niet meenemen, maar deze doodgereden kater lag pal voor een basisschool. Dat vond ik toch wel cru.’ Een van de werknemers legt de kat in een plastic bak en zet hem bij de andere overleden dieren in de koelcel. Veri, die als centralist de oproepen beantwoordt, legt uit: ‘Wij spreken liever niet over kadavers of dood, maar over “negatief ”. Anders wordt het zo’n somber gedoe.’ Iedereen verzamelt in de koffiekamer, waar een huiselijke sfeer hangt. Het team bestaat deze ochtend uit twee chauffeurs met elk een bijrijder die kaart leest en de bestuurder ondersteunt, twee centralisten en vier verzorgers. Allen werken hier vrijwillig. Onder het genot van een bak koffie en een peuk vliegen de eerste anekdotes over tafel. Ambulancebijrijder Frans, nu drie jaar werkzaam bij de DAN, is al snel op dreef: ‘Afgelopen zomer moest ik een negatieve kat van de weg halen, die al uren in de zon had gelegen. Het beest zat vol met maden, iets waar ik eigenlijk niet zo van opkeek. Toen ik hem oppakte, het lijf bleef liggen en ik slechts vier pootjes in mijn handen had, kon ik het niet meer aan. Mijn collega en ik gingen vervolgens achter de ambulance over onze nek.’ Voordat hij verder kan praten, komt Veri de eerste oproepen doorgeven: ‘Jongens, jullie kunnen zo rijden. Twee zwerfkatten.’
Dierenromances In de 27 jaar dat de DAN bestaat, groeide het takenpakket van het bedrijf uit tot meer dan het vervoeren en opvangen van dierlijke slachtoffers. Petra, die vandaag ambulancedienst heeft, legt uit dat de ondergebrachte dieren hier worden verzorgd totdat zij voldoende zijn aangesterkt en kunnen worden uitgezet. ‘Dat is een van de mooiste kanten van dit werk, maar die zijn er meer.’ Een lieflijk voorbeeld is achter de vogelopvang tussen de grote volières te vinden. In een van de kooien bloeit de liefde op tussen twee pas geredde zwanen. ‘Het is bijzonder dat de twee elkaar hebben gevonden, want in tegenstelling tot de meeste diersoorten is de zwaan monogaam. Duiven en mussen nemen het niet zo nauw, maar deze twee zullen nooit van twee walletjes eten,’ lacht Petra. Aangrijpende taken behoren ook tot het werk van de vrijwilliger. Veri meldt dat de eigenaren van de vorige week omgekomen Jack Russel vanmiddag afscheid komen nemen. Mies, ambulancechauffeur van de middagploeg en binnen de DAN de meest ervarene op dit gebied, neemt de taak op zich. Voordat het afscheid zal plaatsvinden, wordt het beestje uit de koelcel gehaald om hem netjes op te baren in het mortuarium. Mies weet de dieren weer enigszins toonbaar te maken. ‘Ik heb eens een Chihuahua moeten opbaren die overreden was door een auto. Het was akelig om te zien hoe alles uit het hoofdje was geperst. Ik heb hem toen gevuld met watten, het missende oog weer teruggeduwd en het hondje in de koelcel gelegd zodat alles bleef zitten.’ 144 redt geen dier Dieren die niet worden uitgezet of niet binnen veertien dagen worden opgehaald, plaatst de DAN zo mogelijk
ANS-Online.nl P. 19
bij een geschikte eigenaar. Hiervoor vraagt de stichting een passende vergoeding, maar deze zijn slechts kostendekkend. Adjunct-directeur Jacqueline legt uit dat ze het toch vooral moeten hebben van vrijwillige bijdragen. ‘Helaas is het steeds moeilijker geld op te halen tijdens collecten, omdat mensen tegenwoordig minder kleingeld op zak hebben. De gemeente heeft door middel van een zakelijke overeenkomst haar zorgplicht voor dieren aan ons uitbesteed, wat ons enige financiële zekerheid geeft.’ Het nieuw landelijk meldnummer voor dierenmishandeling 144 komt daarentegen niet zonder zorgen. Jacqueline noemt het idee an sich goed, maar er zijn wat aanloopproblemen. ‘De politiek verwacht dat de samenwerking binnen enkele maanden soepel zal verlopen, maar dat is lastig op zo’n korte termijn. De koepelorganisaties gaan daarom met elkaar om tafel om het initiatief te laten slagen.’ Opgezwollen hamster De duizenden telefoontjes per jaar zijn niet allemaal van ernstige aard. Mensen bellen voor wandelende vuilniszakken in een periode waarin egeltjes overal naar eten zoeken of voor een duif die het balkon niet durft te verlaten. De grote onwetendheid van ongeruste burgers zorgt regelmatig voor komische verhalen in de koffiekamer. Jacqueline: ‘Tijdens een centraledienst kreeg ik een paniekerige vrouw aan de lijn. Ze was bang dat haar hamster op sterven lag, omdat de wangen opgezwollen waren. Ik vroeg de vrouw of zij wist wat hamsters met hun eten doen. Toen viel het kwartje.’ Frans memoreert hoe hij gisteren met stomheid was geslagen: ‘Mijn bijrijder en ik moesten een negatieve
kat ophalen die de melder bij een bepaald huis had neergelegd. Een kat zag ik nergens, wel lag op de beschreven locatie een konijn. Ongelooflijk dat die vent het verschil niet had gezien.’ Op pad Het team van de DAN staat 24 uur per dag klaar om dieren in nood te helpen. Afgelopen nacht kwamen weinig dieren in moeilijkheden, slechts één duif was het haasje. Hij werd voor de nacht in een apart hok gezet om de volgende dag onderzocht te worden. Tijdens het werk op de ambulance kom je soms in ongewone situaties terecht. ‘Je bent hulpverlener en krijgt te maken met mensen en emoties. Die lopen soms hoog op’, stelt Jacqueline. Zo heeft ze eens een hond op moeten halen waarvan de eigenaar met spoed naar het ziekenhuis werd gebracht. ‘Ons werd verzocht het dier tijdelijk op te vangen. In de ogen van de man werd het enige waar hij nog voor leefde toen van hem weggenomen. Toen de man werd weggedragen, kreeg ik een stortvloed van scheldwoorden over me heen.’ ‘Voor dit werk moet je een behoorlijke olifantenhuid hebben,’ vult Petra aan. Aan het einde van de dag, tijdens de laatste rondgang door de opvang, blijkt dat het katje en een van de buizerds het niet hebben overleefd. De poes werd naar het asiel gebracht, waar bleek dat de aandoening zo ernstig was dat de dierenarts haar heeft laten inslapen. Wanneer de eigenaar zich niet binnen veertien dagen meldt, zal het dier met talloze lotgenoten worden opgehaald voor verbranding. De buizerd daarentegen zal opgezet schitteren in een museum. ANS
Universitaire Studentenraad Onderwijsintensivering Rector Bas Kortmann wil het onderwijs op de RU intensiveren. Het onderwijs moet voor elke opleiding ook in het tweede en derde jaar ten minste vijftien contacturen in de week tellen. Meer contact tussen student en docent vindt de USR geen slecht idee. Dit moet echter wel constructief worden vormgegeven. Het ‘ophokken’ van studenten moet worden voorkomen. Mede met het oog op de toenemende druk op collegezalen houdt de USR dit proces goed in de gaten.
Van 19 tot en met 23 maart organiseert de Universitaire Studentenraad in samenwerking met het SNUF de ‘Week van het Studentenbestuur’. Cartoonist Erik Molkenboer maakte voor ons zijn impressie van de competenties van studentbestuurders.
Week van het Studentenbestuur In de week van 19 tot en met 23 maart zal de hele universiteit in het teken staan van de studentenbesturen! De studentenbesturen houden het studentenleven draaiende in Nijmegen en het is tijd om hen in het zonnetje te zetten. Studentenbesturen hebben het immers steeds moeilijker om opvolging te vinden. Door de vele overheidsmaatregelen en rendementsmaatregelen van onze eigen universiteit wordt het studenten lastiger gemaakt (voor meer informatie ga naar watzijndeplannen.info). Gevolg? Veel negatieve publiciteit voor de studentenbesturen. Wat onderbelicht blijft is dat een jaar een bestuursfunctie vervullen een geweldige verrijking is voor je studie, je persoonlijke ontwikkeling en je kansen op de arbeidsmarkt! Je leert organiseren, overzicht houden, leiding geven, strategie uitzetten en samenwerken. Competenties die later zeer goed van pas komen. Bovendien is het in veel gevallen goed mogelijk om te blijven studeren naast het besturen. In de Week van het Studentenbestuur willen de USR en het SNUF studenten bewust maken van alle mogelijkheden door het organiseren van verschillende activiteiten. Zo zal er woensdag 21 maart een ‘open-dag’ zijn en kun je langs alle verenigingskamers. Tevens zal er op donderdag 22 maart voor alle geïnteresseerden een algemene voorlichting zijn over studentenbesturen.
(Advertentie)
Internationalisering Internationalisering is een hot topic op onze universiteit en toch leeft het niet onder studenten. De USR heeft OLC’s en FSR’en geënquêteerd en komt met de volgende conclusies. Allereerst schort het aan duidelijke communicatie zoals: wie is de contactpersoon, wat zijn de mogelijkheden en wat moet er allemaal geregeld worden? Daarnaast blijven wij als USR sturen op geclusterde vrije ruimtes en het verkrijgen van EC’s voor je buitenlandervaring. Na een mooie USR-notitie is nu het College aan zet. Osiris In december is Osiris voor studenten ingevoerd. Er bestaan hierover veel vragen en zorgen: zo zouden resultaten zijn verdwenen, werkgroepen onvindbaar en tentamenlocaties niet zichtbaar. De USR heeft hierover navraag gedaan bij het projectteam van Osiris, dat heeft aangegeven dat deze zaken vooraf duidelijk waren en op korte termijn verholpen worden. Studenten kunnen met vragen over Osiris altijd terecht bij de helpdesk:
[email protected]. Mailen naar de USR kan natuurlijk ook. De Universitaire Studentenraad komt op voor de belangen van alle studenten aan de Radboud Universiteit. Mail ons:
[email protected].
Tekst: Rianne van den Bosch en Inge Widdershoven/ Foto’s: Nout van Deijck/ Illustraties: Joost Dekkers De graadmeter P. 21
De graadmeter Twintig kebabzaken, talloze bijbaantjes en tien soorten glijmiddel. Om de keuzestress te reduceren treedt ANS elke maand op als keuringsdienst van studentenwaren. Welke optie doet de graadmeter het hoogst uitslaan en wat kun je beter links laten liggen? Deze keer: originele ontwaakmethoden
Wat: vliegende wekker Prijs: 12 euro Waar: www.centralpoint.nl Resultaat: absolute chaos
Wat: Talk O’clock Prijs: kosten mobiele telefoon Waar: www.talkoclock.com Resultaat: verward, maar wakker
Wat: Philips Wake-up light Prijs: 59 euro Waar: elektronicazaak Resultaat: vroege vogels
Het bijzondere van deze wekker zit in de naam besloten. Een luchtalarm gaat door merg en been, waarna een propeller de lucht in schiet. Om de herrie te stoppen moet het proefkonijn het bed verlaten en het weggevlogen deel achterna springen. Dit is makkelijker gezegd dan gedaan. Eenmaal uit bed volgt een zoektocht vol irritatie en gevloek achter de kledingkast. Als het essentiële onderdeel na te veel beweging op de vroege morgen eindelijk terug op het lanceerplatform is geplaatst, keert de rust terug. De innerlijke rust daarentegen is ver te zoeken. De proefpersonen beoordeelden deze methode als geslaagd, omdat de slaap ruw doch effectief wordt beëindigd. Door een gebrek aan technische vaardigheden van de testers werd het startklaar maken van het apparaat een nachtmerrie. Houd daarnaast rekening met een terugkerende extra last, want de wekker slurpt batterijen.
Met Talk O’clock slaat de slaper twee vliegen in één klap. Je wordt niet alleen wakker, maar vervult ook de ongetwijfeld langgekoesterde wens om je internationale vriendenkring uit te breiden. Bij deze wekservice worden slaapkoppen uit hun warme bed gebeld door wildvreemden van over de hele wereld. Op de site van Talk O’clock kan iedereen zich gratis aanmelden en onbeperkt tijden invullen om wakker gebeld te worden. De voornamelijk mannelijke bellers houden een klungelig Engelstalig praatje. De Indiër aan de lijn werd iets te enthousiast van de gedachte aan een vrouwelijke proefpersoon in bed. Deze wimpelde hem geschrokken af, maar was meteen wakker. Wanneer niemand bereid is je uit bed te bellen, komt er een vriendelijke robot aan de lijn: ‘Goodmorning, this is your friendly robot wake-up call. The world needs you! So come on, and get out of your bed.’
Dit technische hoogstandje gebruikt een lichtbron om het ontwaken aangenaam te maken. Op deze manier wakker worden heeft volgens Philips namelijk een positief effect op energiehormonen. De lamp wordt feller naarmate de tijd verstrijkt en wanneer de intensiteit een hoogtepunt bereikt, klinkt het alarm. Voor velen is dit de perfecte manier om ontspannen op te staan. De proefpersoon had daarentegen andere ervaringen en waande zich door het vogelgetjilp een moment in een volière. Toch deed dit geluid de ogen openen en niet de nagebootste zonsopgang. Nadat de natuurgeluiden waren uitgezet had de schone slaapster ook geen last meer van het schijnsel, waardoor ze bijna terug in dromenland was. Deze wekker zou zorgen voor verlicht opstaan, maar dat was nu niet het geval. Een klein fortuin is deze wekker niet waard, al is het wel fijn dat het Wake-up light ook als nachtlampje te gebruiken is. ANS
Interview Sylvia Witteman Tekst: Valerie Rutjes en Eva-Marijn de Vries/ Foto’s: Martijn Wehrens P. 22
Hacken en Lekken
Het leven van Brenno de Winter leest als een jongensboek, maar dan wel een met veel ingewikkelde, technische termen. De ICT-journalist verschijnt regelmatig in de media wegens hacks van de OV-chipkaart en onlangs nog KPN. ‘Ik veroorzaakte een groot bloedbad voor de overheid.’
Tekst: Jasmijn Lobik en Joeri Pisart/ Foto’s: Joeri Pisart Interview Brenno de Winter P. 23
Met een mond vol tagliatelle grijnst Brenno de Winter (40): ‘Stoer hè?’ Om de haverklap grijpt hij naar zijn smartphone om de NOS en GeenStijl te woord te staan over de malaise bij KPN. Over luttele minuten spreekt hij bij het ANSdebat in LUX, op exact hetzelfde moment verschijnt hij op het achtuurjournaal. De Winter heeft namelijk binnen een paar uur voor elkaar gekregen wat een team van honderd man in twee weken niet lukte: de hackers van KPN achterhalen en met ze spreken. ‘KPN moest een gigantisch team 24 uur per dag aan het werk zetten om het lek te kunnen dichten, terwijl het in feite slechts een grapje van een stel jonge hackers was.’ Dat De Winter hen wel te pakken kreeg, was geen kwestie van dom geluk. Mysterieus glimlachend: ‘Ik bewandel andere wegen dan politie en justitie.’ Zelf maakt De Winter ook furore als hacker. Vanuit journalistiek oogpunt toont hij het gemak waarmee overheidsgegevens kunnen worden gestolen en veranderd. Begin 2011 stond heel Nederland op zijn kop omdat hij de OV-chipkaart kraakte, waar hij strafrechtelijk voor werd vervolgd. Vervolgens wees de journalist op het gevaar van slecht beveiligde certificaten, waardoor persoonsgegevens van onder andere DigiD en de Belastingdienst praktisch op straat lagen. De leek snapte niets van de details, maar begreep dat er iets goed mis was. In de Tweede Kamer heerste het idee dat beroerde beveiliging slechts incidenteel voorkwam, daarom zette De Winter Lektober in gang. Dit hield in dat hij afgelopen oktober samen met de redactie van ICT-site Webwereld.nl dagelijks een digitaal lek aan het licht bracht. Nietsvermoedende overheidsinstanties vielen ten prooi aan de journalist. Vanwege zijn toewijding en strijdvaardigheid in dergelijke kwesties werd hij onlangs verkozen tot Journalist van het Jaar.
doen deze er niet toe, privacy wel. Dit besef kwam voor mij na 11 september.’
Had u verwacht dat u deze prijs zou winnen? ‘Niet bepaald, ik was er niet eens mee bezig. Opeens werd ik gebeld door Villamedia met het goede nieuws. Ik heb wel keihard gewerkt en oprecht geprobeerd technische zaken van maatschappelijk belang in het publieke debat te plaatsen. Toch verraste het me, want het was de eerste keer dat de titel naar een ICT-journalist ging. Dat betekent dat mijn vakgebied niet meer vies, maar mainstream is. We vinden geld belangrijk, we vinden olie belangrijk en nu vinden we ook eindelijk technologie belangrijk. In mijn ogen is dit niet meer dan terecht.’
U pleegde een strafbaar feit, dus die zaak zal u niet hebben verbaasd. Ontsteld: ‘Jawel.’
Wat is uw mening over de huidige ICT-journalistiek? ‘Het is nog altijd de industrie van de fanboys, dat is af en toe jammer. Men is voor of tegen Apple en meer niet. Wel is er de laatste jaren een nieuwe lichting journalisten opgekomen. De kwaliteit van verslaggeving stijgt, toch worden niet alle aspecten van de ICT belicht. Vanuit Webwereld.nl kijken we ook naar de sociaal-maatschappelijke kanten, andere media beschrijven vooral het technische verhaal.’ Van nature is De Winter een rasechte nerd. Hij ontwierp software, gaf projectleiding, testte computersystemen en voerde beveiligingsaudits uit, maar stond niet stil bij de impact die technologie kan hebben. Met bijna religieuze overtuiging hield hij zich bezig met futiliteiten als de strijd tussen Windows en Linux. ‘Op een gegeven moment besefte ik me dat dit achterhoedegevechten zijn. In de samenleving
Wat voor rol speelden de aanslagen op 11 september? ‘Als gevolg hiervan werd in Amerika de Patriot Act er doorheen gejaagd. Die wetgeving had tot doel terreur te bestrijden, maar perkte massaal burgerrechten in. Onder minister van Justitie Donner en daarna Hirsch Ballin klonken ook hier geluiden voor zulke enge wetgeving. Journalisten hebben de taak daar kritische vragen bij te stellen. Het viel me op dat de ICT-journalistiek op dat moment maatschappelijk niets bereikte. Daar wilde ik verandering in brengen. Sindsdien probeer ik de feiten boven water te krijgen en aan te tonen wat er niet deugt. Mijn rol daarin raakte in een stroomversnelling na het herhaaldelijk hacken van de OV-chipkaart.’ Wordt uw kritiek op de OV-chipkaart serieus genomen? ‘Totaal niet. De directie van Trans Link Systems, het bedrijf dat de kaart ontwikkelt, luistert naar niemand. Niet naar vervoersbedrijven, niet naar klanten, niet naar journalistiek, niet eens naar kritiek vanuit de overheid. Als een rapport over de beveiligingsproblemen van de kaart tegenvalt, wordt slechts de helft gepubliceerd. De andere helft blijft zelfs voor het ministerie geheim. Abonnementshouders, waaronder studenten, zijn daarvan de dupe. Het omaatje dat af en toe reist wordt aan alle kanten genomen, ondertussen staat het bedrijf met vingers in de oren hard “lalala, er is niets aan de hand” te schreeuwen. Dat vind ik verschrikkelijk. Toen ik deze praktijken aan de kaak stelde door de kaart te hacken, werd ik zelfs strafrechtelijk vervolgd.’
Waarom? Plotseling geagiteerd: ‘Nou, ik had niet verwacht dat ze een zaak met zo’n lage slagingskans zouden doorzetten. Dat de directie puur om haar eigen ego te strelen een compleet ambtelijk apparaat op een journalist afstuurt. Een rechercheteam heeft vijf maanden onderzoek naar mijn werk gedaan. Dat bracht enorme kosten met zich mee voor de belastingbetaler, puur omdat de reputatie van Trans Link Systems belangrijker werd geacht dan het oplossen van problemen. Hoe asociaal ben je dan?’ U kreeg naar aanleiding van het proces veel bijval. ‘Ik kreeg idioot veel bijval’, lacht De Winter. ‘Tijdens die strafzaak voelde ik me erg alleen, het was fijn om te merken dat er mensen achter me stonden. Om de juridische kosten te betalen startten NU.nl, GeenStijl, Webwereld en PC-Active een inzamelingsactie. Binnen een uur was – pats, boem – de benodigde 2.500 euro binnen, dat bedrag steeg tot 7.500 euro.’ Deze overweldigende steun sterkte De Winter in het idee dat zijn ‘criminele’ acties noodzakelijk waren. Bij de kwestie rondom de certificaten van DigiNotar heerste het idee dat slechte beveiliging slechts incidenteel voorkwam. Toen besloot de journalist dat dit het juiste moment was om aan te tonen wat
ANS-Online.nl P. 24
voor puinhoop het in Nederland was door 31 dagen lang digitale lekken te publiceren. Lektober was geboren. ‘Het werd natuurlijk een groot bloedbad voor de overheid. DigiD werd afgesloten en complete sites van gemeentes werden uit de lucht gehaald.’ Wanneer De Winter praat over het hacken, klinkt hij als een ondeugend schooljongetje dat trots zijn kattenkwaad opbiecht: ‘Een enkele gemeente bleef glashard ontkennen dat ze waren gehackt. We hebben ze drie keer gepakt, pas toen we een bericht eindigden met “en morgen publiceren we de e-mail van de gemeente Horst aan de Maas” gaven ze toe.’
‘Ik was optimistisch en dacht dat alles meteen ten goede zou veranderen. Daarin ben ik zeer pessimistisch geworden. Er spelen nu zaken die pas over vijf jaar een probleem vormen en daarom geen aandacht krijgen, terwijl ze belangrijk zijn voor alle burgers. Een datalek is nu geen ramp, dat wordt het pas als iemand met die data aan de haal gaat. Ondertussen gaat de overheid maar door met het verzamelen van gegevens, terwijl we weten dat zij deze niet kunnen beheren. Vingerafdrukken worden opgeslagen, als deze worden gestolen en misbruikt is de schade onherstelbaar. Je kunt de overheid niet om nieuwe vragen.’
Wat vindt u van die stelligheid? ‘Onbegrijpelijk. Het is bijna alsof ik bij de wethouder en burgemeester de onderbroek naar beneden moest trekken. Het is simpel, zij beheren onze data, wij hebben het recht dat de beveiliging ervan adequaat gebeurt. Als gemeentes dit nalaten, moet die puinhoop zichtbaar worden gemaakt.’
Wat is uw doemscenario? ‘Dat er een regime aan de macht komt dat deze data gaat misbruiken, waardoor Nederland vervalt tot een staat die dicht schuurt tegen een dictatuur. De digitale infrastructuur en juridische constructies waarmee kritiek kan worden gesmoord hebben we inmiddels al gebouwd. Nu is het een kwestie van wachten tot er een partij opstaat die zich keert tegen zijn eigen volk.’
Toch blijft het fout gaan. Hoe kan dat? ‘Waarom zouden organisaties hun best doen? Dat kost geld en moeite terwijl ze toch niet worden gepakt. Bij problemen met de beveiliging krijgen ze boetes die dermate laag zijn dat deze niet serieus worden genomen. Het College bescherming persoonsgegevens is een tandeloze tijger van tachtig medewerkers die hele bedrijven moet doorlichten. Zet dat af tegen vijfhonderd animal cops en het is meteen duidelijk hoe serieus de regering privacy neemt. No one gives a fuck.’ De overheid neemt te weinig verantwoordelijkheid. ‘Helaas is dat het geval, daarom blijf ik strijden voor openbaarheid van bestuur. Als iemand kritisch is, schieten overheden meteen in een stuip. Doordat bijvoorbeeld gemeentes problemen blijven ontkennen, raken we in een negatieve spiraal. Ze verbeteren niets, worden minder transparant en bekritiseren mij. Terwijl ik slechts mijn werk doe.’ Staat u door de defensieve houding van de overheid anders in de journalistiek dan toen u begon?
Is dat gevaar niet erg hypothetisch? ‘Nee hoor, het misbruiken van gemeenteadministraties door de nazi’s is helemaal niet hypothetisch. In mijn ogen toont de registratie van reisgegevens met de OV-chipkaart veel gelijkenis met de Stasi, die controleerde wie er allemaal met de bus reisde. Dat gebeurde ook zeer grondig, systematisch en op dat moment vanuit een geldig regime. Het was gunstig als je bij de goede kant hoorde. Als je aan de verkeerde kant zat, zoals mijn familie, was dat dodelijk. Mijn vader is getraumatiseerd door de Tweede Wereldoorlog, dat is een belangrijke reden waarom ik dit doe. Het moet niet nogmaals gebeuren.’ Wat hoopt u dat er verandert? ‘Ik wil dat Nederland een land wordt dat zich bewust is van de risico’s van ICT. Tevens moeten mensen in gelijke mate toegang hebben tot technologie, waardoor zij zich even goed kunnen ontwikkelen. Nu kan het gebeuren dat de PvdA letterlijk aangeeft niet te weten wat Tor is, maar wel dat het verboden moet worden. Daar hoort iedere journalist van wakker te schrikken.’ ANS
Grief Vroeger met Wiskunde zat hij tegenover me. Linksachter bij Nederlands, en naast me bij Engels. Ik kende elk detail van hem, maar het was z’n rug bij Wiskunde die me het meeste deed. Breed, met puntige sleutelbenen. Als hij zich voorover boog over parabolen, afgeleiden en vierkantswortels, kwamen soms z’n schouderbladen naar buiten. Z’n shirt spande zich dan strak over z’n schouders, en net boven de boord werd de bovenste nekwervel zichtbaar. Soms streek hij met z’n handen door z’n haar, die dan in z’n nek in elkaar haakten, terwijl hij met z’n ellebogen op tafel steunde. Meestal wanneer hij omkeek, zag ik twinkelingen. Altijd karakteriseerde ik die als verzonnen. Nooit dacht ik dat ze voor mij bedoeld waren. Af en toe hoopte ik het. Het was niet ordinair. Niet bij gym of bij het stappen. Het was bij Engels dat ik het mooiste in hem zag. Het meeste nog bij kijk- en luistertoetsen. Hij keek diep van onder z’n wenkbrauwen naar de stereo. Er vormden zich rimpels op het midden van z’n voorhoofd, en als hij het doorhad glimlachte hij met één mondhoek. Z’n rechter. Ordinair was het bij het stappen. Ordinair was het met vrouwen. Eén meisje eigenlijk. M’n vriendin was dat. Met veel plezier werd ik dronken van haar ogen, en tripte ik door het vlees dat ze in die staat van bewustzijn vertegenwoordigde. Wat je moest doen, voelen, denken, willen of dromen om homo te zijn werd me steeds onduidelijker. Wat ik wist was dat het niks met homoseksualiteit te maken had. Het was een dromerige blik. Een stille glimlach als hij zich omdraaide. Het was een verlangen naar. Mijn god. Het was een fase. Het was het stof dat opwaaide als de docent de borstel uitsloeg op het bord. Het gekras van het krijt. Het was het kraken van de stoel als hij rechtop ging zitten. Het was de schrik. Het was de angst. Iedere keer als ik keek. Iedere keer wanneer m’n hart zich even overstrekte. Het was een zoektocht van een paar maanden, die een leven lang z’n sporen naliet. Zonder veel moeite liet ik het doodbloeden, als het al ooit levend was geweest. Doorlopen en niet, nooit meer omkijken. Af en toe zie ik hem nog, in de kroeg, thuis. Dan proosten we op vroeger.
Het issue Tekst: Erik van Rein en Laura van der Vet/ Illustratie: Joost Dekkers P. 26
het issue In deze rubriek staat iedere maand een ander issue centraal, waarover de meningen sterk zijn verdeeld. Deze maand: sporten voor studiepunten
Bindend Sport Advies Overgewicht is een uitdijend probleem, ook onder studenten. Dispuutsdames knappen uit hun blousjes en de bierbuiken van corpsknapen groeien gestaag. Vet eten, drinken als een tempelier en stoppen met bewegen maakt dat ze al in de eerste drie maanden van het studentenleven ruim twee kilo aankomen, zo concludeerden onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen. In vergelijking met internationale collega’s doen Nederlandse universiteiten weinig om de fysieke gezondheid van hun studenten te stimuleren. Aan een aantal Franse en Oost-Europese universiteiten is sporten een verplicht onderdeel van het curriculum en ontvangt de student studiepunten voor sportactiviteiten. In Nederland wordt voornamelijk nadruk gelegd op de geestelijke gezondheid. Zo is er aan de RU een gratis studentenpsycholoog en kan je tegen een kleine bijdrage deelnemen aan therapiegroepen. Een gezonde geest kan echter niet zonder een gezond lichaam. Veel beweging leidt tot de aanmaak van hersencellen in de hippocampus, wat zorgt voor een goed geheugen. Aan de RU stijgt de prijs van de studentensportkaart de laatste jaren gestaag. Zo hangt er aan lichamelijk welzijn een prijskaartje. Wordt het niet tijd dat de universiteit meer op beweging focust en sport verplicht, zodat er een gezond studieklimaat wordt gecreeërd voor de student?
De stelling van deze maand: sport moet een verplicht studieonderdeel worden op de universiteit Paul de Knop, hoogleraar Lichamelijke Opvoeding en rector van de Vrije Universiteit Brussel ‘Ik ben voorstander van een opleidingsonderdeel dat erop is gericht om studenten te laten inzien wat gezondheid nu eigenlijk is. Wat is de relatie tussen sport en gezondheid en hoe kun je ervoor zorgen dat je bewust beweegt en de beste voeding kiest? Wanneer een universiteit dat aanbiedt, kunnen studenten zelf besluiten of ze bewuster willen leven. ‘Sport wordt omringd door negatieve aspecten. Het doel van sport is niet het leiden van een gezond leven, het draagt er alleen aan bij. Er moet veel meer worden gekeken naar de relatie tussen voeding en beweging. Bovendien heb je door sport een bovengemiddelde kans op kwetsuren en is het enorm gecommercialiseerd. Doordat merken als McDonalds en Coca-Cola hun naam aan sportevenementen lenen, wordt sport niet per definitie neergezet als een gezonde manier van leven. ‘In onze liberale samenleving kan sport niet verplicht worden gesteld. Wanneer je lichaamsbeweging voorschrijft aan universiteiten moet je dat doortrekken naar de gehele maatschappij. Als men daaraan begint, vertoont de samenleving trekken van een totalitaire staat als China.’
Hanneke Heldens, voorzitter van de Nijmeegse Studenten Sport Raad ‘Door sommige onderzoekers is aangetoond dat sport een positief effect heeft op studieprestaties, maar vooralsnog is dit bewijs niet stellig genoeg om aan te nemen dat beweging verplicht moet zijn voor de student. ‘Het Amerikaanse systeem, waarbij studenten studiepunten kunnen krijgen bij het beoefenen van bepaalde sporten, zou ook hier ingevoerd kunnen worden. Dan zou een universiteit dat ook bij het bespelen van een muziekinstrument of andere activiteiten moeten doen. Bovendien is het niet aangetoond dat sporten leidt tot betere studieprestaties is als je lichaamsbeweging verafschuwt. Plezier moet de drijfveer zijn om te gaan sporten. ‘De universiteit zou wel veel meer aan voorlichting kunnen doen, met name wat betreft sport in relatie tot het studieresultaat. Als je gestrest bent voor een tentamen is het namelijk veel beter om een uur te gaan sporten dan een uur voor de televisie te gaan hangen. ‘Uiteindelijk is het goed om als universiteit te stimuleren dat studenten hun referentiekader verbreden, bijvoorbeeld door te sporten, maar als je dit verplicht vormt het een te grote inbreuk op het privéleven van de student.’
ANS-Online.nl P. 27
Rob Cuppen, directeur van het USC Nijmegen ‘Het USC ziet het als zijn taak om zoveel mogelijk studenten aan het bewegen te krijgen en daarmee een tegenwicht te geven voor alle bedreigingen die het studentenleven met zich meebrengt. Denk aan het zittende bestaan, het onregelmatige leven, slechte eet- en vooral drinkgewoonten en stress. Het wil een actieve leefstijl stimuleren en bijdragen aan een aangename leefomgeving op de campus. Een leefstijl opleggen werkt echter niet en de woorden “verplicht” en “aangenaam” staan op gespannen voet met elkaar. Dit blijkt ook als de stelling in Europees perspectief wordt geplaatst. In veel voormalige Oostbloklanden is sport nog een verplicht onderdeel van de studie. In Europees verband zoeken deze universiteiten naar hulp om dit verplichte systeem om te zetten naar een systeem van vrijwillige deelname. Zij hebben ervaren dat verplichting elk enthousiasme van studenten doodslaat, maar zijn bang om te veranderen. Studenten daar beseffen onvoldoende dat sporten gewoon leuk kan zijn. Daarom vrezen ze een complete uittocht bij een systeemverandering. ‘Ik geloof in een inspirerend en laagdrempelig sportaanbod met voor elk wat wils en in de impact die het kan hebben als het College van Bestuur en College van Decanen het belang van sporten voor studenten en medewerkers van de RU actief uitdragen. Wie heeft er dan nog een verplichting nodig?’ ANS
Om een glas bier (110 kcal) te verbranden moet je volgens het Voedingscentrum flink bewegen. Je kunt twintig minuten fietsen, maar acht minuten hardlopen is ook genoeg om de calorieën kwijt te raken. Door te sporten maakt de hippocampus hersencellen aan. Dit gedeelte van de grijze kwab zorgt voor de opslag en het ophalen van informatie en is dus voor studenten heel belangrijk. Tevens is sport een goed middel tegen stress. Tijdens een rondje hardlopen wordt namelijk endorfine aangemaakt. Dit hormoon zorgt ervoor dat je ontspant en dat komt de studieprestaties weer ten goede. Kijk voor meer reacties op ans-online.nl
Rangorde of Wanorde Tekst: Silke Spierings en Daryo Verouden/ Foto’s: Ceriel Gerrits P. 28
Rangorde of wanorde
Van links naar rechts: Alannah, Laura, Sanne, Jakelijn, Janne, Vivian.
Van schoonmaker tot nachtbraker, achter iedere studentikoze voordeur huizen stereotype studenten. ANS schuift een avond aan en inventariseert de huiselijke hiërarchie.
Deze maand: Tutten en dutten met de VaneSsa’s
Het lijkt alsof er een neushoorn de trap af komt gedenderd. De deur van het dispuutshuis wordt echter geopend door de elegante Vivian (19), tweedejaars Rechten. Bovenaan de trap hangt een ingedeukte motorkap waarop de goudgele hoorn van damesdispuut D.I.A.N.A. is afgebeeld. Derdejaars Rechten Jakelijn (21), vertelt: ‘We hebben hem teruggekregen nadat we onze auto hadden gedoneerd aan herendispuut Olifant. Ze hadden hem nodig om mee te doen aan de welbekende Durendal rally.’ Tijdens de rondleiding toont Jakelijn vol trots de wc-muur, waar behalve posters van schaarsgeklede mannen ook een collectie foto’s van prinses Diana schittert. In Jakelijns kamer staan de stoelen in een kring opgesteld en de chips en chocolaatjes liggen keurig op een schaal klaar. ‘Ranja of thee?’ vraagt zesdejaars juriste in opleiding Laura (24). Het favoriete hopdrankje van menig student behoort kennelijk niet tot de keuzemogelijkheden. Hoewel het luidruchtige gegiechel anders doet vermoeden, wordt het ’t Van S huis, onderdeel van Carolus Magnushuizen, slechts bewoond door vijf van de achttien leden van D.I.A.N.A. ‘De rest van de meiden hecht meer waarde
aan hun privacy en aan andere vrienden,’ verklaart Sanne (20), derdejaars Pedagogische Wetenschappen. De vijf bewoonsters noemen zichzelf de ‘VaneSsa’s’ en zien alleen maar voordelen in het bewonen van hun stulpje. ‘Toen ik een half jaar geleden lid werd van het clubje, heb ik deze kamer meteen gekregen. Hierdoor was ik snel in de groep geïntegreerd’, vertelt aspirant Allanah (18), eerstejaars Rechten. Janne (21), vierdejaarsstudent, ook al bezig met een Rechtenstudie, vult aan: ‘Je hoort de ins en outs eerder dan de rest van de leden en de sfeer is fijn, op wat gekibbel na komt ruzie nauwelijks voor.’ Ondanks deze pluspunten zijn de bewoners ervan overtuigd dat hun band met andere dispuutsgenoten net zo goed is als met elkaar. De relatie met hun buren is minder vreedzaam, met het naastgelegen Oviaanse mannenhuis woedde een jarenlange vete. De hevigste strijd is inmiddels gestreden. Toch blijft het motto ‘Beter een verre vriend dan een goede buur’ favoriet. De akkefietjes van tegenwoordig blijven beperkt tot het gooien van meloenen in het hof van de heren. Sanne grinnikt: ‘Ik had geen zin om ze weg te gooien, dan maar in hun tuin.’ ANS
ANS-Online.nl P. 29
Huisgenoten in hokjes IJdeltuit – Sloddervos Alannah wordt unaniem verkozen tot het prinsesje onder de VaneSsa’s. Voor haar make-upsessies trekt ze minstens een half uur uit. Lachend geeft ze toe: ‘Het maakt niet zoveel uit of ik naar een feestje of college ga, het duurt altijd even lang.’ Niet alle dispuutsmeisjes zijn in deze mate gehecht aan hun spiegelbeeld, bewijst Janne met haar au naturelle voorkomen. ‘Make-up? Wat is dat?’ grapt ze. Onlangs was de gemakzuchtigste van het stel veroordeeld tot een dag tutten ter voorbereiding van een gala. ‘Uiteindelijk wist ik dit te beperken tot vijf minuten, maar daarmee vestigde ik wel een persoonlijk record.’ Vroege Vogel – Schone Slaapster ‘Sanne is duidelijk het ochtendmens hier’, meent Vivian. Sanne: ‘Ik sta inderdaad steevast vroeg op, anders heb je niets aan je dag.’ ‘Bah’, roept Janne, ‘dat zegt mijn oma ook altijd.’ Ook de rest van de huisgenoten geeft de voorkeur aan uitslapen. Jakelijn is verreweg de grootste luilak van het stel. Bij een interne kamerruil verhuisde ze bewust eerst haar bed om te voorkomen dat ze zou gaan slapen tijdens het inpakken. ‘Dat briljante plan mislukte jammerlijk, na een half uurtje lag ik plat op de bank.’ Verwend - Verwaarloosd De uitspraak van het Gooische meisje Pauline, ‘liever verwend dan verwaarloosd’, is bekend onder de dames. Er wordt echter geen enkele dame verweten overdreven vertroeteld te worden. ‘Iedereen smeert zijn eigen boterham in dit huis’, beweert Vivian. ‘De enige die hier wordt verwaarloosd is mijn hamster Döner’, bekent Jakelijn. Het knaagdier wordt vooral gezien als extra schoonmaakklus. Haar vorige hamster Kebab ontsnapte uit zijn kooitje en stierf een wrede dood. ‘Een huisgenootje zag hem aan voor een muis en had roze gifkorrels gestrooid. Hij werd langzaam van binnen uitgehold.’ Theeleut - Cafeïnejunk Jakelijn geeft toe niet zonder het bruine goedje te kunnen. ‘Ik ben flink chagrijnig zonder mijn dagelijks shot cafeïne,’ moppert ze. De anderen doen er nog een schepje bovenop, volgens hen is Jakelijn ook met koffie lang niet altijd te genieten. ‘Je kan dan wel eens fel uit de hoek komen,’ meent Laura. Jakelijn reageert onverschillig: ‘Ik zeg gewoon altijd wat ik denk.’ Sanne en Alannah zijn duidelijk de theemutsen van de groep. Alannah: ‘Alleen theedrinken is al leuk, maar samen is het nog veel toffer. Tijdens onze theekransjes kletsen we heel wat af.’ Sjansbal - Heilige Maagd De mannenversierster van de groep houdt zich wijselijk
stil. ‘Vief, sowieso Vief!’ gilt Jakelijn. De anderen knikken instemmend en Vivian loopt inmiddels rood aan. ‘In vergelijking met de anderen ben ik misschien de grootste sjansbal, maar dat komt omdat de rest zo heilig is. Bijna iedereen hier heeft al eeuwen een vriendje!’ Toch zijn de meiden volgens Jakelijn allesbehalve saai. ‘We zijn erg sociaal en gaan allemaal met kerels om. Dit blijft echter bij lekker ouwehoeren en drankjes doen.’ ANS
Primo Gradu Als langst inwonende trekt Jakelijn overduidelijk de meeste aandacht naar zich toe. Ze gebruikt haar spreektijd echter niet voor persoonlijke anekdotes, waardoor alleen het verhaal over de hamsters blijft hangen. De andere meisjes voelen zich niet geroepen om in discussie te gaan over onbenullige hokjes. Wanneer ook verhalen over wilde nachten uitblijven, is het duidelijk: het beruchte imago van Carolus Magnus is in dit dispuutshuis ver te zoeken.
Colofon P. 30
Restaurant
Ankara
Al 30 jaar het adres voor Turkse specialiteiten Vleesgerechten vegetarische gerechten pizza's
Afhalen mogelijk Iedere dag geopend vanaf 17.00 uur
Burg.v.d.Berghstraat 144 Nijmegen 024-3228108
Elke dag getijdengebed Elke maandag: vastenmaaltijd Elke woensdag: Taizéviering 6 maart: Leven met sterven 8/22 maart: Roze Lunch 12 maart: Filosoferen 14 maart: Crossroads 29 maart: Omgaan met rouw en verdriet
www.ru.nl/studentenkerk
www.restaurantankara.nl
26e jaargang
Medewerkers
Foto’s
Oplage 10.000 stuks
Rianne van den Bosch
Nout van Deijck
Columnisten
Esther Jongejan
Tim Ficheroux
Wouter van Acker
Marloes de Laat en
Aan deze ANS
Pieter Hengst
Ceriel Gerrits
Willem Claassen
Roel Vaessen
werkten mee:
Rik van Hulst
Joeri Pisart
Kiki Kolman
Ewoud Rooks
Uitgave,
Lay-out
abonnementen en
Eline Huisman Jozien Wijkhuijs
Hoofdredactie
Jasmijn Lobik
Eline Huisman
Jip Mennen
Eindredactie
advertentieacquisitie
Jozien Wijkhuijs
Sofie Mulders
Amber Lammers
Stichting MultiMedia
Ontwerp
Silke Spierings
Timo Pisart
stichtingmultimedia @
Redactieadres
Webredacteur
Daryo Verouden
Rob Ramaker
gmail.com
Heyendaalseweg 141
Tim Ficheroux
Laura van der Vet
Valerie Rutjes
Inge Widdershoven
Henk Strikkers
Dagelijks bestuur
024-3612176
Mart Waterval
Pieter Hengst
redactie @ ans-online.nl
Martijn Wehrens
Amber Lammers
Redactie Joeri Pisart
Illustraties
Erik van Rein
Madelon van der Avoort
Mickey Steijaert
Joost Dekkers
Crypto
Adrianne Tuk
Alex Kup
Dirk van den Brand
6525 AJ Nijmegen
Daniel Polman Druk Drukkerij Offsetservice
Erik Molkenboer Voorpagina Ewoud Rooks
Valkenswaard
Ans deze maand Crypto P.P.31 31
CRYPTO
De koude wintermaanden liggen achter ons, de elfstedentocht ging gelukkig niet door. Vier de lente en win die kaartjes voor Merleyn.
Horizontaal 1. Niet van jou is deze houten plant (7), 4. In deze gemoedstoestand lijkt alles van een leien dakje te gaan (3), 6. Deze activiteit zit duidelijk binnen het erfelijk materiaal (6), 7. Wanneer je vakantie hebt is er extra veel tijd voor deze plezierige bezigheid (5), 13. Bevindt zich pro de zomer (8), 14. In combinatie met 2 verticaal een kinderlijk verhaal over seks (10), 15. Gelukkig kan je jas uitblijven, helaas worden we niet rijker (6), 16. Harde muziek laat blote benen van meisjes zien (5), 19. Deze warmtebron is om door te geven (8), 20. Huldig de kleur roze (10), 22. Claim gezalfden (10), 24. Ik ben zeker niet contra het stekken, integendeel (13), 26. Columbus had het goed gekookt (2), 27. Een hiervan maakt nog geen zomer (6), 28. Bloemen doen het, evenals Brabanders wanneer ze zich in hun vinger snijden (7). Verticaal 2. Je kan er in happen, maar het wordt niks zonder de 14 horizontaal (6), 3. Dit is zeker niet een beginstadium (5), 5. Deze goudgele geit heeft een broertje dat in de herfst geschonken wordt (9), 7. Op seks gerichte bazaar (8), 8. Het maakt niet uit, al bevindt deze vrijer zich aan de andere kant van de wereld (8), 9. Kleine vinger van een marionet in Limburg (7), 10. Je kan het zowel met ei als met snode plannen doen (7), 11. Feest voor het opperhoofd van de bijen (13), 12. In deze, met pannen volgepropte, ruimte versier jij een meisje (9), 17. Tweemaal een lokmiddel in de naam van dit konijn (8), 18. Dit dode lichaam is immer blij (6), 21. Tijd van het jaar, kust het legsel van een kip (7), 23. Zacht en donzig, maar niet fijn na een avond doorzakken (3), 25. Hiermee modelleer je je haar, maar je lijkt ook kleiner (5), 27. Zet de gasbol aan (3). OPLOSSING crypto Februari Horizontaal: 1. Ringbaan, 7. Trucker, 10. Logistiek, 11. Kanaal, 14. Infrastructuur, 16. Vrachtwagen, 19. Metro, 21. Fiets, 23. Vervoeren, 28. Spoor, 29. Vaartuig, 30. Goederen Verticaal: 2. Bestelbusje, 3. Wiel, 4. Sluis, 5. Asfalt, 6. Schiphol, 8. Viaduct, 9. Overslag, 12. File, 13. Auto, 15. Tram, 17. Rotterdam, 18. Tol, 20. Transport, 22. Snelweg, 24. Verkeer, 25. Opslag,
26. Trein, 27. Haven winnaaR Winnaars van de vorige crypto zijn Sophie Kirkels, Maike van Raam, Marjolein Vloet-Coenen, Louanna Luteijn en Dick Tanis. Wil jij kaarten voor The Samuel Jackson Five winnen? Stuur je oplossing van de ANS-crypto voor 20 maart onder vermelding van naam, adres en bank-/gironummer naar de redactie of naar
[email protected].
www.ans-online.nl. Tekst: De redactie / colofon P. 32
Tekst: Kiki Kolman en Jip Mennen Foto: Joeri Pisart
Frederik (24), zesdejaars Natuurkunde Locatie: Universitair Sportcentrum
voor de belangen van de sportende student. Die functie is pas dit jaar in het leven geroepen en houdt in dat ik het contact tussen de RU, HAN en gemeenteraad onderhoud. Ik ben er trots op dat ik deze functie mag vervullen, hij is me
Hoe ben je het harnas in gejaagd?
op het lijf geschreven.’
‘Het was nooit mijn wens ridder te worden, totdat ik een keer bijzonder boos was op iemand. De daaropvolgende nacht had ik een vreemde droom waarin
Ben jij een prins op het witte paard?
ik deze persoon met een zwaard te lijf ging. De volgende ochtend was ik van al
‘Ik sta altijd klaar voor mijn vrienden en gedraag me galant in het dagelijks
mijn frustraties verlost. Later kwam ik een vereniging tegen om de middel-
leven. Daarnaast ben ik graag een redder in nood, zo heb ik laatst een huis-
eeuwse krijgskunst in het echt te beoefenen.’
genootje gered van een muis in haar kamer. Toch kent mijn prinselijke gedrag grenzen. Sommige exen willen geen woord meer met me wisselen, hen zou ik
Heb je met je zwaardkunsten al veel meisjes geschaakt?
met mijn zwaard soms wel tot een gesprek willen forceren.’
‘Niet zozeer met mijn zwaardkunsten, daarmee verleid ik niet het soort deernes dat ik begeer. Voor de jonkvrouw van mijn dromen ben ik gewapend met ande-
Waar ben je buiten het sportcentrum nog te vinden?
re technieken. Mijn versiertruc is er een uit het boekje: de eerste paar minuten
‘Ik ben graag in het zwembad, waar ik waterpolo speel om vetjes te voorko-
gedraag ik me als een eikel, vervolgens ben ik mezelf en spontaan. De sport is
men. Sinds kort rijd ik paard, waarbij ik ook mijn middeleeuwse vaardigheden
om nooit voor makkelijke meisjes te gaan, het moet een uitdaging zijn om ze te
kan toepassen. Bij demonstraties ter promotie van de sport gebruiken we
krijgen. Bij de lelijke dames is het een kunst om van ze af te komen.’
harnassen en lansen. Aan rollenspelen doet onze vereniging gelukkig niet. LARP’ers sla ik het liefst kapot met mijn zwaard. Om tot rust te komen naast
Vecht jij voor de goede zaak?
al mijn sportieve activiteiten trek ik mij graag in mijn eentje terug met mijn
‘Als Politiek Commissaris van de Nijmeegse Studenten Sport Raad strijd ik
natuurkundesommen.’ ANS