ANS PEINST Algemeen Nijmeegs Studentenblad / oktober 2014
Vooraf Tekst: Redactie P. 2
commentaar ANS peinst. En hard ook. Onder onze hersenpan beuken de impulsen als het ware hun weg door de neuronen, om vervolgens de synapsen te verlaten met de snelheid van drie corpsballen op de vlucht voor een fles shampoo. Ook deze maand hebben onze hersenkronkels blauwe plekken veroorzaakt op de hersenschors. Van zelfs de meest banale vraagstukken maken wij een filosofisch dilemma, neem het reftermenu. ‘Als ik basismenu 1 lees wil ik gaan huilen, maar 2 is ook niet bepaald favoriet’, weerklonk het tijdens onze dagelijks portie hersentraining. Wat kies je dan? Bogen Stephen Hawking en consorten daar het hoofd maar eens over. Zet jezelf eens aan het denken. Laat de raderen even draaien, de hersenspinsels knallen en kriebel de cortex met zaken die er niet toe doen. Gelukkig zijn er ook nog mensen die over echt belangrijke zaken peinzen. Muzikanten, als het olijke duo Tangarine dat de voorkant siert, die werkelijk nadenken over hun songteksten in plaats van hersenloze drab aan te bieden als popmuziek. Wetenschappers, die het menselijk brein proberen te vangen in een computersimulatie. Het gaat ons eigenlijk boven de pet. De meer simpele gedachten komen vanzelf, laat het eens ratelen in je kop tijdens dat oersaaie college. Hier een goed opstapje: welke kutgrappen kun je maken met de naam Engelen, nu rector magnificus Bas oh-zijn-tijd-was-zo-Kortmann het stokje aan hem doorgeeft? Laat die hersenen maar kraken, peinzen mag. Dan buigen wij ons nog even over basismenu 1.
De hoofdredactie
12
16
deze ANS 06 Zelf de zweep erover Als je avond na avond in de kroeg staat terwijl je eigenlijk nog drie papers moet schrijven, ontbreekt het je misschien aan zelfdiscipline. ANS onderzocht het begrip en geeft handige tips om dit te kunnen verbeteren. 12 Interview Tangarine De tweelingbroers Arnout en Sander Brinks zijn de folkartiesten van het moment, toch was hun succes niet altijd vanzelfsprekend. ‘Niemand wilde onze platen.’ 18 Het genot van gruwelen In deze Halloween-maand kan horror niet ontbreken. Waarom kijken wij voor ons plezier naar films met psychopaten, liters bloed en kettingzagen? 22 Hersenen op je harddisk? Neurowetenschapper Paul Tiesinga werkt mee aan het Human Brain Project. Is het in de toekomst echt mogelijk je brein in een computer te stoppen? 04 05 11 16 21 26 28 30 31 32
18
Achterstand uit het buitenland Binnenstebuiten Laatste Oordeel Zoek Basje Graadmeter Enerzijds Anderzijds Stamgasten Colofon Crypto Gevonden Voorwerp
21
Tekst: Redactie/ Illustratie: Tekst: Rens van Vliet ANS-Online.nl Redactie ANS-Online.nl P. 03 P. 3
niet De wereld redden met buttons Ach AKKU. Wij moedigen protest aan, zeker tegen het leenstelsel, maar buttons? Bij de opening van het academisch jaar kon je, wanneer je goed keek, een paar AKKU’ers een heuse anti-leenstelselbutton zien dragen. Is dit niet de kleinste vorm van actie voeren die er bestaat? Met een Facebookpagina over het leenstelsel ga je de Nijmeegse student overigens ook niet uit de schulden helpen, hier is meer voor nodig dan een paar likes. Laat in het vervolg ‘keiharde acties’ getuigen van enig protest en bezet op z’n minst het Erasmusgebouw. Alvast bedankt. Rooksignalen Leuk, voor het interview met de hipsterbroers van Tangarine een sfeerbeeldje scheppen van de heren die een peuk opsteken. Volgens de manager van het stel krijgen de vriendinnen van de heren deze ANS beter niet in handen. Zij zijn er namelijk niet van op de hoogte dat deze MUZIKANTEN roken. Euh. Juist ja. English, please Nee, mevrouw van het International Office. Leuk geprobeerd, maar wij gaan de ANS niet deels uitgeven in het Engels om integratie van de buitenlandse student te bevorderen. Voor je het weet krijg je Pleekrant-achtige taferelen. Tenzij de Nijmeegse student graag titels voorbij ziet komen als ‘Better English speakers teachers’, slaan wij even over. Anoniempje Wil de anonieme schrijver van de brief getiteld ‘Het witte vlaggetjes vredesplan’ zich a.u.b eens goed achter de oren krabben. Met handgeschreven post over ‘positieve circulering’ hoeft je bij ons niet aan te komen. Niet alleen stonden zinnen als ‘We vertegenwoordigen met z’n alle de planeet Aarde’ ons op zijn zachts gezegd een beetje tegen, ook werden we van de honderdduizend spelfouten niet bepaald gelukkig. ANS
ans Een tijdschrift maken is prachtig, maar af en toe ook lastig. Wat doe je als het sociaal leenstelsel plotseling in strijd zou zijn met een internationaal verdrag en dit te laat is voor een blad dat drie weken later uitkomt? Dan zoek je uit hoe de vork in de steel zit en ga je snel naar het internet. Soms gebeuren er simpelweg dingen in studentenland die de papieren ANS niet halen: op de website houden we alles met argusogen in de gaten. Hier een kleine greep uit het online nieuws. Dag, Kortmann Op 17 oktober krijgt de RU een andere rector. Deze wisseling van de wacht, kan ANS niet zomaar voorbij laten gaan. Bas Kortmann zal aan de tand worden gevoeld over zijn regeerperiode aan de universiteit en van de officiële overdracht in de Sint Stevenskerk wordt verslag gedaan. Gelukkig hebben we de foto’s nog, een prachtige fotoserie van de bijna oud-opperbaas die zich in een Radboudhoodie wurmt, kun je zien op onze Facebookpagina. Grotiusgebouw in gebruik Sinds deze zomer hebben de rechtenstudenten onder ons een nieuw onderkomen, het Grotiusgebouw. De opening van dit gebouw werd groots gevierd met hoge piefen uit de juridische wereld en onbeperkt bier, wijn en cocktails. Het evenement laat meteen zien waar het geld zit op deze universiteit, het ontbreekt aan niets tijdens dit spektakel. Het is niet een en al feest want tijdens het eerste college in de grootste collegezaal van de RU, bleek de zaal al te klein. Het glazen paleis is kennelijk niet op de groei gebouwd. De ‘toekomst’ van het hoger onderwijs Op de toekomstvisie van het hoger onderwijs is geen peil te trekken, deze lijkt wekelijks te veranderen. Zo blijft het vooruitzicht van het sociaal leenstelsel onzeker en begint minister Bussemaker deze maand met de HO-tour. Hiermee wil ze de visie van studenten, docenten en bestuurders inwinnen voor een nieuw strategisch plan. Al deze ontwikkelingen zullen door ANS-online nauwlettend in de gaten worden gehouden. ANS Op de hoogte blijven van al het studentennieuws? Check dan www.ans-online.nl, volg ons op Twitter (twitter.com/ANS_Online) of like de ANS-pagina op Facebook (facebook.com/ANSnijmegen).
Importeren onder niveau Tekst: Janna Gerrits/ Illustratie: Sascha Wijnhoven P. 4
Achterstand uit het buitenland Ook dit jaar zijn er veel uitwisselingsstudenten aan de RU, elk met hun eigen niveau en vaardigheden. Als dit niveau ondermaats blijkt kunnen moeilijkheden ontstaan. Is dit een probleem en laat de RU te makkelijk Erasmusstudenten toe? Steeds meer mensen komen een paar maanden naar Nijmegen dankzij onder andere de Erasmusbeurs, die studeren binnen de EU betaalbaar maakt. Mensen uit een ander land kunnen met ideeën en initiatieven komen waar je zelf niet snel aan denkt, maar er zit ook een keerzijde aan. Zo kan er irritatie ontstaan binnen projectgroepen die voor een deel bestaan uit studenten die moeizaam Engels spreken en onverstaanbare presentaties geven. Kan iedereen zomaar een beurs krijgen? Zorgt diversiteit aan de RU voor ergernis tijdens colleges of juist niet? Lost in translation Zoek op internet naar ‘niveau Engels Erasmusstudenten’ en je vindt aardig wat voorbeelden van studenten die maar moeilijk konden communiceren met buitenlanders aan hun universiteit. Hoe zit dat hier? Marcel Wissenburg, hoogleraar Politieke Theorie aan de RU, heeft wisselende ervaringen met uitwisselingsstudenten: ‘Sommige van hen spreken slecht Engels, anderen perfect. Een deel heeft moeite met het schrijven van papers omdat ze een andere manier van werken gewend zijn. Ook zijn er verschillen in vakkennis. Een Aziatische student zal weinig weten van de EU.’ Chinezen zijn trouwens een categorie apart, aldus Wissenburg. ‘Ik heb ooit lesgegeven aan een groepje van vier studenten uit China die allemaal hun toets Engels hadden gehaald. Toch konden drie van hen helemaal geen Engels en hoorde ik de vierde zachtjes vertalen tijdens college.’ Een RU-student die liever anoniem wil blijven stuitte op problemen tijdens het schrijven van een groepsopdracht met onder andere een Spaanse en Italiaanse Erasmusstudent. ‘Hun Engels was bedroevend, alle communicatie moest in Jip-en-Janneke-taal. Gesprekken over de chat verliepen soepeler, maar ik had heel erg het idee dat ze alles eerst door een vertaalmachine gooiden. Hun deel van het essay was ook niet om over naar huis te schrijven: een dag voor het inleveren kwamen we erachter dat ze geen idee
hadden wat bronvermelding was en dat ze grote lappen tekst letterlijk van Wikipedia hadden overgenomen. Het probleem ligt niet aan Erasmusstudenten op zich, want een Engelse jongen in dezelfde groep heeft het essay uiteindelijk goed helpen verbeteren.’ Ook al is niet elke buitenlandse student hetzelfde, door bovenstaande voorbeelden wordt wel duidelijk dat niet alle uitwisselingsstudenten op het gewenste niveau voor Nijmegen zitten. Marian Janssen, hoofd van het International Office aan de RU, zegt over dit soort Babylonische spraakverwarring dat er wel programma’s zijn waarbij mensen een taalbuddy krijgen. Ook zijn er deels gesubsidieerde cursussen Nederlands zodat buitenlandse studenten ook in de taal van het gastland een beetje mee kunnen komen. Toch zou in ieder geval het Engels bij aankomst in Nederland al van een redelijk niveau moeten zijn. Steenkolenengels De vorige voorbeelden zijn misschien extreem, maar ze komen wel degelijk voor. Hoe kan het gebeuren dat een buitenlandse student hier niet goed mee kan draaien? Volgens een procesbeschrijving die gemaakt is in opdracht van de RU gaan er gemiddeld maar liefst 145 dagen overheen voordat iemand die zich heeft aangemeld voor een Erasmusbeurs arriveert in Nijmegen en zijn of haar studentkaart ontvangt. Je zou bij zo’n tijdspanne verwachten dat er flink wordt geselecteerd. Toch is dit lange traject volgens Janssen niet gemaakt als ontmoediging voor de kandidaten: ‘Bijna iedere student die zich aanmeldt en de selectie doorstaat komt ook daadwerkelijk hier studeren. De faculteit kijkt bij de aanmelding zorgvuldig naar het niveau van de Erasmusstudent en naar het lespakket.’ Toch blijft de vraag hoe zorgvuldig de toelatingsprocedure werkelijk is. Toekomstige uitwisselingsstudenten moeten wel bewijzen dat hun Engels op niveau is door het aanleveren van een certificaat. Dit kan bijvoorbeeld een diploma van
Column Manu Compen P. 5
Binnenstebuiten ‘Zo’n sterke jongeman als jij kan gewoon werken’, zei de strenge, door het leven getekende grootvader in mij. Omdat mijn studie al mijn tijd opslokte, heb ik de afgelopen twee jaar geen bijbaan meer gehad. De laatste tijd had ik echter geen rooie cent en door een aangeboren sober karakter weigerde ik mijn lening bij DUO omhoog te gooien. Toch moest er echt meer geld binnenstromen. Ik gaf gehoor aan mijn innerlijke opa en zette onwetend mijn eerste babystapjes in de leuke wereld van de jongerenbijbaantjes.
het Cambridge-instituut zijn, maar ook een cursus Engels aan een universiteit. Het resultaat hiervan moet uiteraard wel voldoende zijn, de minimale scores om op uitwisseling te mogen zijn echter vrij laag. Zo is het mogelijk om de niveautoets Engels te doorstaan met een score die goed is voor beperkte werkeisen, aldus de site van een van de betreffende tests. Verder wordt bij de bovengenoemde cursus Engels aan een universiteit niet duidelijk van welk niveau die lessen moeten zijn. Dat niveau kan aan de betreffende instelling hoger zijn dan hier, maar ook lager. Het is dus moeilijk in te schatten hoe goed buitenlandse studenten het uiteindelijk zullen doen met deze taaleisen. Ondanks het eerder genoemde voorval daarmee vindt Wissenburg uitwisselingsstudenten niet vervelend. ‘Problemen kunnen er uiteraard zijn, maar toch vind ik het waardevol om verschillende perspectieven bij elkaar te hebben. Een buitenlandse student kan iets in een heel ander licht zien en zo nieuwe inzichten genereren over zaken die in Nederland als vaststaand worden beschouwd. Zo word ik als docent ook gedwongen anders na te denken over mijn stof, en dat is alleen maar positief’. Erasmusstudenten kunnen dankzij hun verschillende culturele perspectieven dus nuttige bijdragen leveren aan een college. Toch vormt taal daarbij in sommige gevallen een barrière. Wellicht moeten daarom op zijn minst de eisen voor Engels aangescherpt worden. Als iemand niet voldoende kan communiceren en ook de academische vaardigheden niet op peil zijn, moet strenger worden gekeken naar de toelating van die persoon. Alleen als het basisniveau van uitwisselingsstudenten wordt gewaarborgd kan diversiteit een verrijking zijn. ANS
Want alles was daar ‘leuk’ en ‘gezellig’. Op elke site kwam ik rare zinnen tegen als ‘Leuk promotiewerk in het gezelligste team van Nederland’ en ‘Kom werken in het gezelligste callcenter van Nederland’. Ik beeldde me een kamer vol giechelende telefonisten in, die bij kaarslicht op gezellige banken tussen de pauzes in met een leuk aanbod hun favoriete klanten belden. Ze dronken bier en wijn en aten Franse kaas. Dat zou een gezellig callcenter zijn. Opa schudde me wakker. Want diep van binnen wist ik natuurlijk dat een of andere Chantal van Communicatie deze vacature geschreven had met als doel mij naar een afgelegen industrieterrein te lokken en mij daar in de schaduw van haar zweep een contract te laten tekenen. Maar ik keek nog eens naar mijn bankrekening en besloot te reageren op een vacature. In mijn mailbox verscheen een geautomatiseerd mailtje waarin stond dat ik naar het lelijkste stukje Utrecht was gelokt voor een groepssollicitatie. Superleukgezellig. Een paar weken later stond ik op een niet leuk industrieterrein niet midden in Utrecht. Ik melde me bij een balie waar een meisje zat dat niet veel ouder dan ik kon zijn. Ik was te laat en geërgerd (‘Oh-oh-oh’ had ze gezegd) leidde ze me naar een zaal waar minstens veertig jongeren gebiologeerd naar een hoogblonde jonge vrouw luisterden. In haar praatje hadden de woorden ‘leuk’ en ‘gezellig’ inmiddels plaatsgemaakt voor ‘targets’ en ‘sales-gericht’. Na haar toespraak moesten we één voor één voor haar klasje komen om iets over onszelf te vertellen. Bij elkaar duurde het anderhalf uur. In de trein terug viel ik in slaap en had ik een nachtmerrie. Ik droomde dat een Chantal me had aangenomen.
Jezelf disciplineren kun je leren Tekst: Daan van Acht/ Illustratie: Josse Blase P. 6
Zelf de Zweep erover Twee verschillende bachelors volgen in een jaar, een bestuurs- en medezeggenschapsfunctie vervullen en ook nog tijd vinden om drie keer per week een bezoekje te brengen aan het Sportcentrum. Voor de een is dat geen enkel probleem, terwijl het voor de ander lastiger is voldoende discipline op te brengen om überhaupt de studie succesvol af te ronden. Niet zonder reden is er voldoende aanbod aan studentpsychologen en trainingscentra om de ongedisciplineerde student van hulp te voorzien. Hoe valt het gebrek aan zelfdiscipline van studenten te verklaren en welke factoren spelen hierbij een rol?
‘Zelfdiscipline kun je trainen als een spier’ Net als een spier Het ontrafelen van het concept zelfdiscipline is een veelbesproken onderwerp onder psychologen, met name wanneer het wordt gekoppeld aan studenten. Roos Vonk, hoogleraar psychologie aan de RU en auteur van Je bent wat je doet: Van zelfkennis naar gedragsverandering wijst op de psychologische definitie van zelfdiscipline. Beheersing en doorzettingsvermogen, door Vonk betiteld als ‘zelfregulatie’, worden ingezet om een lange termijndoel te vervullen. In de praktijk vertaalt zich dit naar een student die sterk opziet tegen het studeren voor een moeilijk tentamen, maar er evengoed aan begint. Vonk vergelijkt daarnaast de werking van zelfdiscipline met die van een spier: zoals je een spier kunt trainen, kan een student ook zelfdiscipline trainen. Robert Haringsma, psycholoog bij het Instituut voor Positieve Psychologie, sluit zich bij Vonk aan. ‘Hoe vaker je een beroep doet op je zelfdiscipline, des te beter deze zal worden.’ Net als in het geval van een spier, is het volgens Haringsma echter niet verstandig zelfdiscipline te over-
Komt die scriptie maar niet af? Zit je liever op je eigen bank dan in de collegebanken? Grote kans dat het een en ander schort aan je zelfdiscipline. Wat houdt de term in en hoe kun je zelfdiscipline vergroten?
belasten. Met andere woorden, doe pas een beroep op je zelfdiscipline wanneer je echt iets niet wil doen of tegen een deadline aanloopt. Liever Game of Thrones Vonk stipt invloeden van buitenaf aan als een belangrijke factor binnen de ontwikkeling van zelfdiscipline. ‘Je wordt niet geboren met zelfdiscipline. Discipline wordt voornamelijk door ouders bijgebracht tijdens de opvoeding.’ Wanneer ouders bij hun kind hameren op zelfdiscipline, zal deze zich logischerwijs beter ontwikkelen. Externe invloeden kunnen daarentegen ook de ontwikkeling van zelfdiscipline verstoren. Deze wordt flink beperkt door een omgeving met veel verleidingen, zoals die nieuwe aflevering van Game of Thrones of een dispuutsavond die niet kan worden gemist. Hermanja Hage-Kok, studentenpsycholoog bij Studentrum, een organisatie die studenten uit het hoger onderwijs professionele studiebegeleiding aanbiedt, erkent de grote rol van opvoeding, maar merkt op dat genetische aanleg wel degelijk van invloed is op de zelfdiscipline. HageKok ziet dat studenten die van nature zorgvuldig zijn aangelegd en een groter verantwoordelijkheidsgevoel hebben, beter in staat zijn om discipline op te brengen en taken minder snel uitstellen. ‘Aan de andere kant leiden interne factoren zoals depressiviteit en besluiteloosheid tot minder zelfdiscipline.’ Dit verklaart onder andere het verschil in gedisciplineerdheid tussen studenten. Hage-Kok noemt daarnaast omgevingsfactoren – voor de hand liggend maar daarom niet minder belangrijk – als mogelijke stoorzender: ‘Een overgang van ouderlijk huis naar studentenhuis, met veel afleidingen en lawaai, kan een enorme impact hebben op de zelfdiscipline.’ Vastgebonden In februari van dit jaar gaf filosoof Marli Huijer een lezing over een toenemende disciplinering vanuit de
ANS-Online.nl P. 7 Leef, woon, werk, feest... met ANS P. 7
universiteit. Ze noemt het bindend studieadvies, de aanwezigheidsplicht en wekelijks te volbrengen opdrachten als middelen om de (lakse) student te disciplineren. De vraag is of deze toenemende invloed een positieve uitwerking heeft op de zelfdiscipline van studenten. Hage-Kok benadrukt het onderscheid tussen zelfdiscipline, discipline en motivatie. De grote invloed van de universiteit op de studiehouding draagt vooral bij aan de discipline en minder aan de zelfdiscipline, omdat er minder initiatief
Motivatie en interesse hebben plaatsgemaakt voor voldoen aan een verplichting vanuit de student hoeft te komen. Hage-Kok: ‘De regels van de universiteit stimuleren je om te doen wat je moet doen.’ Dit betekent echter niet dat de student uit zichzelf sneller actie onderneemt. De motivatie en interesse die vanuit de student komen om colleges bij te wonen en studiepunten te behalen, hebben plaatsgemaakt voor het voldoen aan een
opgelegde verplichting. Ook Vonk spreekt van een afname van de intrinsieke motivatie, de motivatie die uit jezelf komt. Anticiperen is het devies ANSVolgens Haringsma vormt de hoeveelheid motivatie van de Online.nl student de leidraad in het gebruik van zelfdiscipline. ‘Als er al sprake is van enige motivatie, is er minder discipline nodig.’ Het vinden van motivatie lijkt dus essentieel voor het uitvoeren van taken waar je tegenop ziet. Haringsma noemt het stellen van duidelijke persoonlijke doelen als belangrijke factor in het verbeteren van de motivatie. Wat als er totaal geen sprake is van enige motivatie? ‘Probeer in dat geval je doelen te koppelen aan een overkoepelende motivatie. In het geval van een student: koppel je gebrek aan wilskracht voor een bepaald vak aan de motivatie voor het succesvol willen afronden van je studie.’ Is motivatie het belangrijkste middel in de strijd tegen deadlines en tentamens? Vonk vindt van niet en ziet het niet als een garantie voor het succesvol volbrengen van een doelstelling. ‘De sterkte van de motivatie geeft geen zekerheid dat je in je doel slaagt.’ Het anticiperen op eventuele
Jezelf disciplineren kun je leren Tekst: Daan van Acht/ Illustratie: Josse Blase P. 8
Tips en trucs 1. Zorg voor goede leervaardigheden. Weet wat voor jou de beste manier is om te studeren. Dit is vaak een onderschat probleem. 2. Tackle je negatieve gedachten. Denk niet dat het je niet gaat lukken of dat je te laat begonnen bent. Het zijn slechts gedachten, geen feiten. 3. Voer eerst de stomme taken uit waar meer zelfdiscipline voor nodig is. 4. Deel je lange termijndoel op in korte termijndoelen. Doordat deze dichterbij liggen, begin je vanzelf sneller aan je taak.
valkuilen en het concretiseren van te vervullen taken zijn volgens Vonk belangrijker wanneer het aankomt op het trainen van zelfdiscipline. Ze verwijst hiermee naar de eerdergenoemde verleidingen van buitenaf die je moet zien te omzeilen. ‘Je moet jezelf afvragen: wat staat er tussen mij en mijn doel in? Je komt niet tot actie als taken te algemeen blijven.’ Hopen dat de te volbrengen opdracht uiteindelijk leuk wordt, is volgens Haringsma een verkeerde benadering. ‘Vraag jezelf niet af waarom een taak niet leuk is en of je
hier eventueel verandering in kan brengen.’ Hage-Kok sluit zich hier bij aan. ‘Bij een positief verwachtingspatroon loop je het risico dat je teleurgesteld raakt.’ Hoe het dan wel moet, lijkt een open deur: ‘Soms moet je gewoon zeggen: ik ga het nu doen, no matter what. Maak een start, van daaruit ontstaat eventueel een goed gevoel.’ Psychologische trucs Niet alleen invloeden van buitenaf zoals verleidingen en omgevingslawaai verminderen zelfdiscipline. Uit een onderzoek dat afgelopen maand verscheen in het Journal of Consumer Research, blijkt dat ook psychologische trucs een invloed hebben op je zelfdiscipline – en het daarmee gepaard gaande uitstelgedrag. Volgens het onderzoek beginnen studenten eerder aan een nog te volbrengen taak als de deadline gevoelsmatig dichterbij ligt. Een voorbeeld: een student heeft twee weken de tijd voor het inleveren van een verslag. Wanneer een deadline de maandgrens overschrijdt – de opdracht wordt opgegeven in september maar hoeft pas te worden ingeleverd in oktober – is de zelfdiscipline minder en is de kans op uitstelgedrag groter, aangezien oktober nog relatief ver weg voelt. Valt de deadline nog binnen dezelfde maand, ook al is de inlevertijd hetzelfde, dan begint de student eerder aan de opdracht. De reden dat studenten eerder beginnen aan een taak als de deadline dichterbij lijkt, hangt samen met Vonks eerdergenoemde concreet stellen van de te volbrengen doelen. Hoe dichterbij de uit te voeren taak lijkt, des te concreter deze wordt en des te eerder je er daadwerkelijk aan begint. Het aanbod aan trainingen en tips van psychologen om de zelfdiscipline te trainen is niet verrassend. Een eindeloze hoeveelheid afleidingen, valkuilen en motivatieproblemen staan zelfdiscipline in de weg. Het klinkt ontzettend simpel, maar het daadwerkelijk beginnen aan een taak lijkt volgens de psychologen een sterk onderschatte benadering om de zelfdiscipline te trainen. ANS
Adverteren? Kijkfeest... op ANS-Online.nl Leef, woon, werk, met ANS 10 P.P.10
ansjes Een Ansje mag maximaal 35 woorden bevatten en kost 5 euro voor studenten en 10 euro voor externen. De waarde van de aangeboden goederen mag de 900 euro niet te boven gaan. Mail naar:
[email protected] Geld verdienen? Doe mee aan onze taalonderzoeken! Kijk voor meer informatie op www.mpi.nl/doemee, of schrijf je direct in via www.mpi.nl/ppreg. Het Max Planck Instituut is gelegen op
N.D.F. Argus, een uniek samenwerkingsverband tussen disputen voor een unieke studententijd. Nog niet overtuigd? Kijk snel op www.ndfargus.nl. Muzikanten gezocht Zin in een muzikale uitdaging? Het Noviomagum Wind Orchestra heeft ruimte voor gevorderde muzikanten. Kom kijken/meespelen tijdens de repetitie op maandag om 19.45, Kopseweg 7 Nijmegen. Meer informatie: www.nmwo.nl of
[email protected] Op 29 november ontmoeten muziek en literatuur elkaar tijdens het Wintertuinfestival in Doornroosje. Heb je zin om een bijdrage te leveren aan deze avond als artiestenbegeleider, zaalwacht of gastvrouw in de artiestenfoyer? Mail dan naar vrijwilligers@ wintertuin.nl.
Tekst: Anne van Veen/ Foto: Marit Willemsen Laatste oordeel Leef, woon, werk, feest... met ANS P. 11 P. 11
het laat ste oor deel
Studie: Natuurkunde, Wiskunde, Scheikunde en Science College: Mechanica, 9 september 8.45 – 10.30 uur, LIN 3 Docent: Prof. dr. Gerard Meijer Uitstraling: Klassieke professor Publiek: Slaperige slimmeriken Inhoud: Vectoren en versnellingen Eindcijfer: 8,5
Duffe opsommingen of ultiem entertainment? Iedere maand verschanst ANS zich in de collegebanken om een genadeloos oordeel te vellen over het onderwijs aan de RU.
Gerard Meijer vervult de taak van voorzitter van het College van Bestuur aan de RU. Voor twee uurtjes in de week knoopt hij echter zijn stropdas los en doet hij een poging een groep eerstejaars de fundamenten van de mechanica bij te brengen. Meijer opent het college met een waarschuwing: ‘Vorige week zei iemand dat de stof van vwo-niveau was. Koester dit, het zal niet vaak meer voorkomen.’ Uit de zaal volgt aarzelend gelach. Meijer vervolgt zijn verhaal met een uitleg over vectoren, terwijl een ijdele student nog rustig haar haren aan het kammen is. Met heftige armgebaren probeert de docent te laten zien hoe de krachten A en B ten opzichte van elkaar bewegen. De zaal is muisstil en de studenten luisteren aandachtig. Meijer gaat vlot door de stof heen, maar door zijn nette handschrift en duidelijke uitleg lijkt iedereen het goed te kunnen volgen. Halverwege de eerste helft merkt een wijsneus terecht op dat de hoogleraar ergens een ‘t’ vergeten is. Meijer pakt heel het publiek direct terug: ‘Goed dat jullie op spelfouten letten, vanaf nu zal ik hier bij de inleveropdrachten ook extra aandacht aan besteden.’ Na deze onderbreking gaan de studenten verder met het overpennen van de aantekeningen op het bord: ‘In de fysica is er een groot verschil tussen massa en gewicht. De eenheid van massa is kilogram, gewicht is echter een kracht. De eenheid van gewicht is natuurlijk Newton.’ Al snel staan vier krijtborden vol met berekeningen en na drie kwartier intensief geluisterd te hebben, beginnen de studenten meer en meer te fluisteren. Gelukkig luidt Meijer stipt om half 10 de pauze in en kunnen de studenten de zaal verlaten om de koffieautomaat te plunderen. De docent opent de tweede helft, ondanks zijn waarschuwing eerder in het college, met een mededeling dat dit deel zal bestaan uit herhaling van de middelbare school: snelheden en versnellingen. Deze bewegingen legt Meijer voornamelijk uit door middel van formules, die hij netjes onder elkaar opschrijft. Dat de stof voor enkelen geen hoge moeilijkheidsgraad heeft, blijkt uit de studenten die hier en daar hun hoofden even te rusten leggen op de tafels voor een dutje. Zodra het college ten einde loopt, heeft Meijer geen enkel plekje op de krijtborden ongebruikt gelaten. Na de laatste vragen te hebben beantwoord, sluit de hoogleraar het college af door ten overvloede te vragen of iedereen de stof heeft begrepen. De studenten knikken eenstemmig en verlaten vervolgens tevreden de collegezaal. Het Laatste Oordeel der Studenten Het publiek beoordeelt het college van dr. Meijer louter positief. ‘De docent is een zachtmoedige man die zijn best doet ons zo veel mogelijk te leren’ vermeldt een student. Complimenten zijn er voor de structuur en het tempo van het college en de meeste studenten hebben hun aandacht goed bij het college kunnen houden: ‘Hij brengt de stof op een interessante manier, door bekende voorbeelden te geven.’ Ook zijn nette schrijfwijze blijft niet onopgemerkt en wordt veel geprezen. Zo merkt een oplettende student op: ‘Hoe kan het dat zijn handschrift zo duidelijk is en dat van andere docenten zo beroerd?’ANS
Interview Tangarine Tekst: Marit Willemsen/ Foto’s: Pleunie de Wild P. 13
Zwaar Gelukkig Op 17 oktober zullen de folk-vocalen van muziekduo Tangarine in het nieuwe Doornroosje weerklinken. Hun nieuwste cd Move On is een ode aan een fantastisch jaar en vormt de vrolijke noot die in het vorige album vol zware nummers grotendeels ontbrak. ‘Wij zijn eigenlijk helemaal niet zo serieus.’ Je wordt gewoon aan het werk gezet man’, lacht Sander naar een journalist die wat onhandig aan komt zetten met twee koppen koffie voor hemzelf en Sander. De persdag van Tangarine, een vrolijk en excentriek uitziend duo bestaande uit de tweelingbroers Arnout en Sander Brinks, is druk bezocht. Het duo blijft er rustig onder, drinkt buiten in het zonnetje hun bakkie troost en steekt in de ‘pauze’ even een peuk op. Een paar jaar geleden was er van enig management, laat staan interviews, geen sprake. ‘Niemand wilde onze muziek’, vertelt Arnout. De tweeling richtte hun eigen maatschappij op en regelde zelf hun optredens, toen bleek dat niemand interesse had in de demo’s van hun eerste cd Between the lines (2008). Echt rouwig zijn de broers daar achteraf niet om. ‘Ik vind onze eerste plaat absoluut niet goed. Hij staat ook niet online en dat is prima’, aldus Sander. Vijf cd’s en jaren van hard werken later, keerde in 2013 het tij, toen het duo doorbrak met Seek & sigh. Toen zij voorgesteld werden als huisband van De Wereld Draait Door maakten de krullenbollen pas echt furore. Als kers op de taart werd in augustus van dit jaar de vrolijke plaat Move On uitgebracht, een ode aan een geweldige tijd voor het duo. ‘We denken soms, fack man, wat hebben we het toch goed’, grijnst Arnout. De gebroeders Brinks groeiden op in Assen, binnen een strenggelovige gemeenschap. ‘We komen uit vrij gesloten omgeving en heel veel muziek werd er niet gedraaid’, vertelt Arnout. ‘Het was een hele kleine wereld.’ Dit bleek achteraf een grote impact te hebben gehad op de muziekstijl die Tangarine nu zo uniek
maakt, namelijk folk. De broers ontbrak het door hun strenge opvoeding aan de vele invloeden van buitenaf en moderne muziek die anderen wel te horen kregen. ‘Veel muzikanten die we kennen zijn opgegroeid met heel veel muziek en een vader met kasten vol lp’s en wij hadden dat gewoon niet’, verklaart Arnout. ‘Af en toe luisterden we radio, dat was het’, valt Sander in. De tweeling begon opvallend genoeg juist in die tijd met eigen liedjes schrijven.
‘Ik vind onze eerste plaat absoluut niet goed’ Hoe kan het dat jullie toen zijn begonnen met muziek maken? Arnout: ‘We zijn begonnen uit een soort onwetendheid. Op de christelijke camping waar we altijd kwamen was een oudere jongen die zijn eigen teksten schreef, wij waren dertien en hij was zeventien. Dat vond ik erg stoer en ik ben dat toen na gaan doen. Sander begon in die tijd met gitaar spelen, want dat deed ook iemand daar.’ Sander: ‘Ik kende drie akkoordjes op de gitaar, en maakte liedjes bij de teksten die Arnout schreef.’ Arnout: ‘Toen ik net begon met liedjes schrijven, pakte ik een cd’tje van Diana Ross en ben ik die teksten over gaan nemen. Ik liet het zien aan Sander, “kijk eens wat ik heb gemaakt!”.’ Sander: ‘Die teksten gingen allemaal over hoe erg hij van mannen hield, en het Engels was ook niet bepaald super. Ik dacht echt: “Gast, wat doe je?”.’
Interview Tangarine P. 14
‘Platenmaatschappijen dachten dat we veertig waren’ Waren de meeste liederen die jullie toen leerden spelen niet juist religieus van aard? Arnout: ‘Niet per se, het waren ook best veel traditionals, hele oude folk-liedjes en dergelijke. Folkmuziek is wel gebaseerd op religie. Het is hele makkelijke muziek, maar wel mooi en oprecht. Ik kan dat nog steeds waarderen. Dat we nu folk maken komt deels daardoor denk ik.’ Tangarine wordt door hun muziekstijl vaak in één adem genoemd met folk-duo’s ‘van toen’, zoals Simon and Garfunkel of The Everly Brothers. ‘Daar ben ik het zelf echt niet mee eens hoor’, reageert Arnout stellig. ‘Ik las laatst een recensie waarin we met dertien verschillende artiesten werden vergeleken. Elke keer worden er weer andere artiesten bijgehaald en in totaal zijn het er wel
vijftig, dus eigenlijk probeert iedereen gewoon te zeggen dat onze muziek origineel is.’ Aan het vergelijkingsmateriaal te zien, worden jullie wel vaak in het hokje ‘ouderwetse’ muziek geduwd. Sander: Je hebt natuurlijk een stempel, mensen gaan je altijd benaderen op een manier die ze kennen. Dat jaren zestig geluid daar doe je niets aan, omdat je nu eenmaal op een bepaalde manier klinkt. We kiezen bewust voor bepaalde instrumentaria bijvoorbeeld. Arnout: We kregen dat vroeger al te horen toen we demo’s opstuurden. De platenmaatschappijen dachten dat we veertig waren, in werkelijkheid waren we twintig. In de jaren zestig en zeventig was alle muziek gewoon heel puur en daar houden wij van.’ Is moderne muziek dan niet puur? Arnout: (lachend) ‘Laatst speelden we op 3FM, en daar moet je een liedje coveren uit de top 50. Dan ga je dat doorluisteren en dan denk je echt: “shit man”. Soms
ANS-Online.nl Leef, woon, werk, feest... met ANS 15 P.P.15
‘We hadden nog af te rekenen met dingen uit het verleden’, zo verklaart Sander de zware kost. ‘Dit ging heel diep, maar het heeft ons enorm geholpen bepaalde dingen te verwerken.’ ‘We speelden op deze manier voor eigen psycholoog’, beaamt zijn broer. Welke vroegere ervaringen de broers achter zich moeten laten, vertellen ze liever niet. ‘We leven in een tijd waarin mensen zich niet echt interesseren voor teksten, dus al die vragen van de pers over ons verleden hadden we niet verwacht’, bekent Arnout. ‘Ik vind ook niet dat we dat moeten uitleggen, vooral goede teksten moet je soms gewoon aan de luisteraar overlaten.’ Inspiratie voor teksten vindt het diepe duo vooral in zichzelf, maar ook anderen zetten de broers aan het nadenken. Zo schreven zij een protestlied voor de onterecht veroordeelde Lucia de Berk. ‘We meenden niet dat we er iets mee konden bereiken, want we waren niet bekend, het verhaal raakte ons gewoon’, aldus Arnout.
staan er goede dingen tussen, maar er zijn heel veel nummers waar ik niet zoveel mee kan. Dat ligt vooral aan de insteek van de muziek. Het heeft geen inhoud, maar het moet wel dansbaar zijn.’ Sander: ‘Tekstueel is het vaak ook heel plat, heel makkelijk. Enige creativiteit lijkt te ontbreken.’ Dat de tweeling erg serieus is wanneer het aankomt op songteksten schrijven, blijkt vooral uit de nummers op het album Seek & sigh. Een fragment uit het gelijknamige nummer illustreert de leidraad van deze cd: zware teksten en verdrietige songs. Leave me in the shade So I can hide away From the saints and the sin From the loss and the win Cause they expected me to be like them From the cradle to the grave Leave me in the shade So I can hide away
Met de nieuwste plaat Move On laat het duo, zoals de titel het al weggeeft, alle ellende en verdriet achter zich door middel van vrolijke, luchtige nummers. De clip van het lied It’s allright, illustreert dit prachtig. De jongens dansen minuten lang op een komische en ietwat spastische manier in het rond. ‘We hebben een fantastisch jaar gehad en dat zie je echt aan deze plaat. Aan de buitenkant zijn wij ook veel meer de jongens die je in It’s allright ziet dan de jongens die heel zwaar zijn’, aldus Arnout. ‘Zwaar?’ Lacht Sander, terwijl hij naar zijn magere evenbeeld kijkt. ‘Oké, depressief dan. Wie denkt dat het duo na Move On ook echt ‘klaar’ is, heeft het mis. De broers denken serieus aan een ‘experiment’ om solo te gaan. Of dit gaat werken? ‘Natuurlijk wel!’ Arnout lijkt een totaal andere weg inslaan bovendien geen gek idee. ‘Ach, wie weet maken we nog wel een rockplaat.’ ANS
www.ans-online.nl. Tekst: De redactie / colofon P. 16
Illustratie: Rens van Vliet
Zoek basje De rector magnificus draagt deze maand het stokje over aan Theo Engelen, een Ans deze maand P. 17 de pleziertje met zowel de korte man als zijn opvolger vind je hier. Geef je ogen goed kost en zoek beiden!
Hiep hiep horror Tekst: Kim Saris en Saskia Verheijden/ Illustratie: Laurens de Vos P. 18
Het genot van Een intense spanning die je bloed doet stollen, smerige beelden van afgehakte ledematen en hartstochtelijk gekrijs; je moet er maar van houden. Waarin schuilt de aantrekkingskracht van horrorfilms?
Aan het eind van oktober is het weer griezelen geblazen, want Halloween staat voor de deur. Als je geen bloederig huisfeest op de agenda hebt staan, is de kans groot dat je besluit een horrorfilm te kijken. Zonder afgezaagde ledematen en kleine dode meisjes is dit genre niet compleet. Waarom vinden we Hollywoods hak-en-zaagwerk zo interessant? Angstaanjagende drug Of je nu in een levensgevaarlijke situatie terechtkomt of naar een horrorfilm kijkt, je lichaam reageert op precies dezelfde wijze. ‘Zweethandjes, een verhoogde hartslag en verwijde pupillen zijn hier symptomen van,’ legt Erno Hermans, medewerker van het Donders Instituut, uit. ‘Adrenaline zorgt ervoor dat het lichaam zich klaarmaakt om te vechten of te vluchten: je hartslag gaat omhoog en energiereserves komen vrij. Noradrenaline zorgt er vervolgens voor dat de hersenen in een alerte staat komen.’ In je hersenen heeft het kijken van horrorfilms een effect dat vergelijkbaar is met het innemen van drugs. Net als na een shot heroïne of, minder gevaarlijk, een reepje chocola, wordt de aanmaak van dopamine in je hersenen
Het kijken van horrorfilms heeft hetzelfde effect als het innemen van drugs verhoogd. Dit stofje heeft een verslavende werking, waardoor je de stopknop niet meer weet te vinden wanneer je een horrorfilm kijkt. ‘Op dit biologisch niveau maakt het lichaam geen onderscheid tussen positieve en negatieve ervaringen,’ verklaart Hermans. ‘Je lichaam streeft naar opwindende belevenissen en is allang blij dat er iets spannends
gebeurt.’ Bloederig beeldmateriaal roepen je gruwelijkste doodsangsten op, maar tegelijkertijd krijg je van diezelfde beelden een ongelooflijke kick.
ANS-Online.nl P. 19
an gruwelen Angstige zekerheid ‘Horrorfilms vergroten kinderlijke angsten over de dood uit,’ vertelt Rob van Gerwen, docent Wijsbegeerte aan de Universiteit van Utrecht. ‘We krijgen bij een horrorfilm controle over onze ergste angsten, omdat we weten dat het fictie is. Dit is te vergelijken met een bungeejumper die op het punt staat een diepe val te maken, maar ervan verzekerd is de sprong te overleven.’ In zinderende zombiecinema is de moraal ver te zoeken. ‘In horrorfilms zijn de redenen waarom mensen worden afgeslacht zo banaal dat een gruwelijke dood ieder willekeurig persoon kan overkomen.’ Hierdoor identificeer je je met de slachtoffers in deze films.
De personages waarmee je je niet kunt vergelijken zijn de koelbloedige moordenaars, die vaak psychopaten blijken te zijn. ‘Een psychopaat handelt niet moreel verantwoordelijk en het is daarom interessant om te zien waartoe zo’n persoon in staat is,’ zegt Van Gerwen. ‘Een psychopaat belichaamt een soort oerdrift die in zijn vernietigingsdrang vele slachtoffers maakt. Aan de ene kant walg je van de rondglibberende ingewanden, aan de andere kant ben je gefascineerd door de spanning van het dreigende gevaar.’
‘Een psychopaat belichaamt een oerdrift’ Gewelddadig gruwelijk Wreedheid, geweld en dood hebben een bepaalde aantrekkingskracht. Dit bewijzen de onthoofdingsfilmpjes van de Islamitische Staat eens te meer, die keer op keer op honderdduizenden views kunnen rekenen. ‘Vanuit sociale conventies weten we wat slecht is en eigenlijk zouden we geweld moeten verafschuwen,’ vertelt Olivier Hekster, hoogleraar Oude Geschiedenis. ‘De drang naar geweld en sensatie blijft echter aanwezig en het kijken naar wrede horror stilt dit verlangen. Beestachtig geweld, zoals gladiatorengevechten en openbare executies, is in onze tijd niet meer aanvaardbaar.’ Door horrorfilms kunnen we dit soort geweld in een light versie toch meemaken. Als kijker proef je van het sensationele gevoel van geweld, maar de ongelukkige afloop blijft jou bespaard. Een zekere opluchting overvalt je: ‘Zij gaan dood en wij niet,’ aldus Hekster. De echte aantrekkingskracht van horror is dat dit genre inspeelt op de drang naar geweld en sensatie. Met een kussen in de aanslag en je vingers in je oren verlaat je, ondanks de tergende spanning, toch niet je plek voor de tv. We willen nu eenmaal weten hoe het horrorsprookje zal eindigen. ANS
Universitaire Studentenraad Nieuwe rector magnificus Per 17 oktober neemt prof. Engelen het stokje over van prof. Kortmann en wordt hij de nieuwe rector magnificus van onze universiteit. Als USR zien wij erg uit naar de samenwerking met dhr. Engelen. De USR bedankt dhr. Kortmann voor de goede samenwerking.
USR: wie zijn wij? Op 1 september is de 18e Universitaire Studentenraad (USR) geïnstalleerd. De USR is een groep van veertien studenten die de belangen van studenten vertegenwoordigt binnen de universiteit; van dit veertiental zijn er acht verkozen en afkomstig uit de partijen AKKUraatd en asap. De overige zes leden zijn benoemd en afkomstig van de koepels BOS (gezelligheidsverenigingen), CHECK (charitatieve en culturele verenigingen), NSSR (sportverenigingen), CSN (christelijke studentenverenigingen), SOFv (studieverenigingen) en ISON (internationale studentenverenigingen). De USR overlegt op regelmatige basis met de medezeggenschapsraad van het personeel, de OR, en met het College van Bestuur. In deze vergaderingen worden veel zaken die studenten aangaan besproken, zoals het realiseren van een supermarkt op de campus, de kwaliteit van het Honoursprogramma, de werkplekken op de campus en de nieuwbouwplannen van de universiteit. Buiten deze formele vergaderingen heeft de USR ook eigen werkgroepen opgericht waarin eigen initiatieven worden uitgewerkt. Zo is er een werkgroep begonnen die gaat onderzoeken hoe er binnen het onderwijs meer en goed gebruik kan worden gemaakt van digitale middelen. Daarnaast wil de USR kijken of actieve studenten geholpen kunnen worden om hun extra-curriculaire activiteiten beter te combineren met (werk)colleges. Verder wil de USR eenzaamheid op de campus in beeld gaan brengen.
(Advertentie)
Digitalisering De USR wil dit jaar hoog inzetten op digitalisering van het onderwijs. Hiervoor heeft de USR een werkgroep opgezet die zich zal richten op drie hoofdtaken. Allereerst inventariseren wat er gedaan is aan digitalisering op de campus en wat er allemaal nog wenselijk is. Vervolgens het opstellen van een visiedocument over wat we willen met digitalisering in het onderwijs. Daarbij komen onderwerpen aan bod als elektronische leeromgeving, digitaal cursusmateriaal en toegang tot en gebruiksvriendelijkheid van de studentenportal. Ten derde zal de werkgroep knelpunten bepalen als het gaat om o.a. Péage, Eduroam en de website. NU!Medezeggenschap Wil je een beter beeld krijgen van wat de medezeggenschap het hele jaar door doet? NU!Medezeggenschap is dé plek om die informatie te krijgen. Je vindt hier wat de USR doet, maar kan ook zien wat er speelt op jouw faculteit. Like ons op Facebook, volg ons op Twitter en bezoek onze website. Op die manier ben je altijd op de hoogte. Via deze kanalen kun je ook tips en opmerkingen bij ons kwijt.
Website: www.numedezeggenschap.nl, Twitter: @NUMedezeggensch, Facebook: www.facebook.com/NUmedezeggenschap, E-mail:
[email protected].
Tekst: Sascha Wijnhoven en Marit Willemsen/ Foto’s: Annemarie Verschragen en Marit Willemsen/ Illustraties: Joost Dekkers De graadmeter P. 21
De graadmeter
In het studentenleven zijn de mogelijkheden niet te overzien. Waar kun je het beste wildkamperen, wat is het hipste kapsel en hoe scoor je het snelst een bedpartner? In De Graadmeter onderzoekt ANS elke maand de opties. Deze keer: Effectief ontstressen
Wat: Ontspannende amateurmassage Benodigdheden: Massageolie Ontstressfactor: Orgastisch relaxt
Wat: Lunchmeditatie in de Studentenkerk Benodigdheden: Zin in zen Ontstressfactor: Oase van rust
Wat: Tai Chi in het bos Heumensoord Benodigdheden: Een kunstheup Ontstressfactor: Wanneer je naar huis kunt
Wat is er beter dan een spierontspannende massage voor wie stijf staat van de stress? Neem een flesje olie, kijk wat masseertechnieken af van YouTube en de kneedpartij kan beginnen. Kijken naar een filmpje en tegelijkertijd de strakke spieren met blote handen te lijf gaan blijkt een grote uitdaging, waardoor het gewrijf niet tot zijn recht komt. De amateuristische aanrakingen zijn desalniettemin prettig en dankzij de olie loopt alles enigszins gesmeerd. Hoewel verleidelijk, is het niet per se verstandig om de wederhelft in te zetten voor het duwen wrijfwerk. Omdat er glibberige halfnaakte lichamen in het spel zijn, belanden de handen al snel onder het handdoekje. Na een tijdje worden de masseerbewegingen zelfs afgeraffeld om snel door te kunnen gaan naar de happy ending.
De meditatieruimte van de Studentenkerk staat in schril contrast met de doorgaans hectische campus, zelfs de meest luidruchtige brulbal zal hier overgaan op fluistertoon. Op kousenvoeten begeeft het testpanel zich naar de meditatiebankjes, die onder de billen moet worden geschoven terwijl je op je knieën zit. Voor de stijve harken zijn er gelukkig ook normale stoelen. De ‘les’ richt zich op een goede ademhaling, die de bloedsomloop stimuleert en een staat van rust teweegbrengt. Dit lijkt zweverig geklets, maar het resultaat mag er zijn. De zoetgevooisde stem van de pastor leidt je door de ademhalingsoefening heen en voor je het weet denk je een halfuur lang even niet aan die scriptie of bomvolle agenda. Het tijdstip van het meditatiemoment is bovendien ideaal, zelfs de grootste stresskikker kan de pauze gebruiken om zijn hartslag wat te temperen.
Elke donderdagochtend wordt op een veldje bij het Heumensoord de Chinese bewegingstechniek Tai Chi beoefend. Bij aankomst blijkt al snel dat ons panel de gemiddelde leeftijd van de aanwezigen behoorlijk omlaag brengt. De oefeningen zelf lijken dan ook op bejaardenyoga, een uur lang moeten de cursisten tergend langzaam lopen vanuit ‘hun centrum’. Het klasje lijkt vrij simpele zwaaibewegingen niet te begrijpen, waardoor elk moment van stilte onderbroken wordt door een vragenvuur. De ervaren instructeur lijkt als een van de weinigen in de zone te komen, na drie minuten vraagt hij geschrokken hoeveel tijd er al verstreken is. Zijn ellelange instructies zijn voor de Tai Chi-liefhebber interessant, maar doen het panel vooral verlangen naar de collegebanken. De fietstocht terug naar de universiteit heeft al met al een meer ontstressend effect.ANS Kijk voor meer manieren om de stress van je af te schudden op http://bit.ly/effectief-ontstressen
Hersenen op je harddisk? Het Human Brain Project wil een computersimulatie maken van het menselijk brein. Is dit de eerste stap naar het uploaden van de mens of blijft het bij eerste stappen in energiebesparing en het oplossen van ziektes als dementie? ANS onderwerpt Paul Tiesinga, een van de neurowetenschappers achter het project, aan een ondervraging.
Tekst: Annemarie Verschragen/ Foto’s: Ilja van Hoek Interview Paul Tiesinga P. 23
‘In de film Transcendence is te zien hoe het met hersenonderzoek te proberen maken van een menselijke supercomputer uitloopt in het uploaden van het bewustzijn van de wetenschapper zelf. De computer waarmee gecommuniceerd kan worden neemt op deze manier ineens de plaats in van een mens. ‘We zijn gescooped’, grapt Paul Tiesinga (44), hoogleraar Neuroinformatica aan de RU, terwijl hij ANS de trailer van de film toont. De wetenschapper neemt deel aan het Europese Human Brain Project, wat als doel heeft om een supercomputer te bouwen die de menselijke hersenen simuleert. ‘Transcendence laat een angst zien die mensen hebben, dit is niet de bedoeling van ons project’, aldus Tiesinga. Toch lijkt dit stukje sciencefiction minder ver weg nu de Europese Unie een miljard euro heeft toegezegd aan het ambitieuze project. Zorgen hoeven we ons volgens Tiesinga helemaal niet te maken. Het niveau van de kennis om een algemeen model te bouwen, wordt door hem omschreven als een baby die bollen gebruikt om een blokkendoos te bouwen en zo leert dat het niet werkt. Een algemeen model, dat zal bestaan uit een brein met verbindingen gebaseerd op statistische wetmatigheden, is dus nog best ver weg. Te weten komen hoe de hersenen werken wordt niet gemakkelijk. Honderden Europese wetenschappers verdeeld over verschillende wetenschapsgebieden moeten samenwerken in een gebied waar nog weinig over bekend is. De hersenen bestaan uit zo’n honderd miljard neuronen met duizend tot tienduizend keer zoveel verbindingen. Tot nu toe is het slechts mogelijk van een klein aantal cellen te meten hoe ze verbonden zijn, weet men niet welke van deze verbindingen belangrijk zijn en is de techniek voor de supercomputer nog niet ontwikkeld. Dit heeft als gevolg dat terwijl het aantal hersenziektes als dementie toeneemt, de farmaceutische industrie stopt met investeren in de medicijnen. De benodigde kennis
over het brein vergaren om de medicijnen goed te laten werken, blijkt te ingewikkeld.
‘Op dit moment zitten de neurowetenschappen vast’ Onbesproken is het project niet, een petitie van bijna achthonderd wetenschappers is naar de EU gestuurd, om zo te proberen de eerste evaluatie te beïnvloeden. De ondertekenaars willen voorkomen dat het hele miljard wordt verspeeld door dit te ambitieuze project waarvan de focus veel te veel op technologie zou liggen. ANS spreekt met Tiesinga over de stand van zaken. Wat houdt het project precies in, waarom is meer kennis over het brein zo belangrijk en is er een kans dat we per ongeluk het uploaden van ons brein mogelijk maken? Wat is nu het grote gezamenlijke doel van het Human Brain Project? ‘Het doel is het integreren van de vele data over de hersenen in één model. Je kunt je een simulatie van het brein voorstellen waarin je patronen hebt die met rood en blauw aangeven welke neuronen wel en niet actief zijn. Als dat enigszins lijkt op wat in de hersenen gebeurt bij het geven van een bepaalde taak, ben ik tevreden. Op het moment zitten we vast in de neurowetenschappen, al sinds de jaren vijftig gebeurt er hetzelfde. We vergelijken bijvoorbeeld mensen op basis van DNA. Een verschil op dat kleine niveau kan de reden zijn dat mensen schizofrenie hebben. Het hogere level, de link tussen welke elektrische patronen de hersenen produceren en het gedrag dat daaruit voorkomt, is onbegrepen. Door het bouwen van een model kun je veel efficiënter meten omdat je
Interview Paul Tiesinga P. 24
kunt zien wat er mist. Op deze manier kunnen we de vraag hoe de hersenen werken gefocust oplossen. Door de verbindingen in de hersenstructuur in beeld te krijgen kunnen we namelijk achter de dynamiek komen.’
‘We beginnen bij een fruitvlieg en werken op naar het menselijk brein’ Als er nog zoveel over de hersenen onbekend is, hoe is het dan mogelijk een model te maken en te controleren of dit klopt? ‘Je bouwt een huis en als het instort heb je een foutje gemaakt. Dat is de manier: vaak een huis bouwen, het laten instorten en weer opnieuw beginnen. Een computermodel maakt dit mogelijk. Je presenteert dan een bepaalde stimulus om bijvoorbeeld een arm te laten bewegen. Als dit niet gebeurt, is er verkeerd geschakeld. We beginnen door bij iets kleins als een fruitvlieg de activiteit van elke neuron te meten en werken zo op naar het menselijke brein. De technologie om deze metingen mogelijk te maken is echter nog in ontwikkeling. Ook moeten we nog meten hoeveel cellen er in bepaalde plekken in de cortex zitten. Als we een model willen bouwen is het belangrijk dat we die getallen precies weten. Tevens is het de bedoeling dat de gevonden data op één virtuele plek beschikbaar wordt. Pas dan kunnen we gaan vergelijken en vinden wat het precieze verband is tussen een bepaald hersengebied en bepaald gedrag.’ Wat heeft een dergelijk model voor implicaties? ‘Het maakt mogelijk om hypotheses over verbanden tussen gedrag en neuronen daadwerkelijk te testen. We kunnen dan meten op het niveau van een cel en op dat van het hele brein en de relatie tussen de cel-activiteit en de hele hersenactiviteit onderzoeken. Door een lichaam te simuleren kunnen we dan bijvoorbeeld zien wat er mis is als de arm niet beweegt. Praktisch gezien is er door van de werkingen van de hersenen gebruik te maken veel winst te behalen op bijvoorbeeld het gebied van energie. Een simulatie van de hersenen gaat 10 gigawatt (een biljoen watt) kosten. Het menselijk brein heeft maar 20 watt nodig. Ook zijn er een hoop dingen die onze hersenen wel kunnen en onze computers nog niet. Neem het herkennen van een dier dat qua kleur matcht met de achtergrond.’ In films als Transcendence eindigen pogingen tot het simuleren van het brein in het overbrengen van het bewustzijn in een computer. Is dat in de toekomst mogelijk? ‘Ja, waarom niet? Ik denk niet dat er een fundamenteel
probleem is om dat voor elkaar te krijgen. Ons afvragen of we dat willen, hoeven we nu niet omdat het nog niet kan. We gaan de verbindingen tussen hersencellen nu invullen met statistische wetmatigheden. Hier zijn er miljarden van mogelijk. Eén van deze mogelijkheden zit in jouw unieke hersenen. We komen er dus niet aan toe om iemands brein te reproduceren omdat we geen gedetailleerde informatie hebben.’ Bent u niet bang voor het openen van een doos van Pandora en zo het per ongeluk ontwikkelen van een concept als de kernbom? ‘Op het moment dat een concept bestaat, kun je het niet meer ongedaan maken, slechts hopen dat men verstandig genoeg is er niets mee te doen. We moeten uitkijken, maar dat is met virussen ook het geval. Wat ik belangrijk vind is om te kijken naar wat de mensen op straat bezighoudt, bijvoorbeeld hun dementerende oma. We kunnen er misschien achter gaan komen of we aangetaste hersengebieden kunnen laten opvangen door andere gebieden. Op deze manier zouden we hersenafwijkingen kunnen oplossen.‘
‘Ons brein heeft maar 20 watt nodig, een simulatie 10 gigawatt’ Aan het project werken honderden wetenschappers vanuit verschillende subdisciplines mee. Zijn jullie met de geringe kennis die er is het dan wel eens over fundamentele zaken als meetmethodes? ‘Het probleem van de huidige wetenschap is dat iedereen in zijn eigen kantoortje metingen doet. We creëren een hoop verschillende, niet-stapelbare resultaten. Het Human Brain Project heeft een gezamenlijk werkprogramma dat aangeeft welke stappen we nodig hebben, wie welk kleine onderdeel doet en waar het onderdeel in moet passen. Verder hebben we een hoop overleg. Het is lastig, het blijven eigenwijze wetenschappers, maar je moet goed weten wat iedereen moet doen en open staan voor verandering als dat slimmer blijkt.’ Hoewel het Human Brain Project een nobele doelstelling heeft, houdt het de gemoederen bezig. Een petitie tegen het project is al door bijna achthonderd wetenschappers getekend. Zij stellen onder andere dat het doel van het project te ambitieus zou zijn voor het huidige niveau van kennis. De focus zou op meer fundamentele dingen moeten liggen. Dit zou betekenen dat het project zijn doelen niet waar kan maken en er een miljard subsidie verloren zou gaan. De ondertekenaars zijn bang dat dit niet alleen verspilling is, maar ook het imago van de neurowetenschappen zal verslechteren.
ANS-Online.nl P. 25
Verder stellen zij dat de aanpak van het project te veel bottom-up zijn omdat het gebaseerd is op het meten van cellen en verbindingen, terwijl de cognitieve wetenschappers niet worden betrokken. Betekent het feit dat er een werkprogramma is opgesteld niet dat er wordt gewerkt op basis van een consensus over meetmethodes, terwijl daar wellicht door de onduidelijkheden nog onenigheid over is met andere neurowetenschappers? ‘Consensus over hoe het brein zou moeten werken is er in ieder geval al niet. Maar de vraag is, gaan we door met hoe we nu werken, met allemaal niet vergelijkbare resultaten, of is het tijd om te proberen te integreren? Ik denk van wel.‘ Bent u door de hoeveelheid kritiek niet bang dat het uiteindelijke resultaat niet wordt geaccepteerd? ‘Het is het plan van de EU om er een miljard in te steken. Op het moment hebben we pas 50 of 60 miljoen gekregen. Dit wordt hopelijk meer na de eerste evaluatie. Een
miljard is het echter niet, zo moeten we de helft zelf voor elkaar zien te krijgen bij lokale overheden. Voor de mensen die in een eigen lab zelf bezig willen zijn, is het project wel een bedreiging, ze realiseren zich echter niet dat dit eigenlijk een ICT-project is. De subsidie betekent juist extra geld voor de neurowetenschappen, iets wat anders in bijvoorbeeld een robotproject was gegaan. Ik denk dat als we uiteindelijk een model hebben en iedereen daar gebruik van kan maken, het wel geaccepteerd zal worden. Je kan dan informatie opzoeken en vergelijken met eigen data. Daar heeft iedereen wat aan.’ Het project is ondertussen al een jaar onderweg en Tiesinga acht de periode van tien jaar nog steeds mogelijk. ‘Zolang er genoeg geld is om mensen aan het werk te houden, lijkt me een model dat aangeeft waar neuronen wel en niet actief zijn haalbaar.’ Zeker is dit echter niet, de wetenschappers zijn afhankelijk van doorbraken. Deze kunnen binnen vier jaar plaatsvinden, maar het kan ook nog negen jaar duren voordat deze grote hersenkraker wordt opgelost.’ ANS
Enerzijds Anderzijds Tekst: Lotte Coenen en Saskia Verheijden/ Illustraties: Anders Hoendervanger P. 26
enerzijds In 2003 heeft de overheid ruim 340 miljoen euro gepompt in het aantrekken van bètastudenten, vanwege een dreigend tekort aan technici. Met dit aanzienlijke bedrag is het Platform Bèta en Techniek opgericht. Door middel van voorlichting op middelbare scholen en het bezoeken van bedrijven wil dit platform laten zien wat de mogelijkheden zijn na het volgen van een bètastudie. Elf jaar later wordt er nog steeds ontzettend veel aandacht gestoken in het promoten van deze studies. Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap hoopt dat in de toekomst veertig procent van de afgestudeerden een bètaopleiding heeft gevolgd. Alfastudies daarentegen worden helemaal niet zo sterk toegejuicht. Draaft de overheid door in al deze bètapromotie?
Beatrice Boots, plaatsver vangend directeur en woordvoerder van Platform Bèta en Techniek ‘Bètatechnici zijn erg van belang voor Nederland, meer dan 27 procent van het Nederlands bruto nationaal product ontstaat door export waar technische ontwikkelingen mee gemoeid zijn. Over het algemeen zijn daar mensen voor nodig met een bèta-achtergrond. In de toekomst zal voor steeds meer banen technische kennis een vereiste zijn. Kijk bijvoorbeeld naar de zorgsector, daar wordt steeds meer gebruik gemaakt van apparaten en robots. Hiervoor zijn experts nodig die deze kunnen bedienen en beheren. Het is daarom belangrijk dat bètastudies worden gepromoot. ‘Het is voor iedereen goed om meer technische
kennis te hebben. In de toekomst zullen er problemen op ons afkomen waar bepaalde vaardigheden voor nodig zijn die alfastudenten niet beheersen. Ik denk dat bètastudenten flexibel en breed inzetbaar zijn. De alfastudenten richten zich juist op een klein vakgebied, bijvoorbeeld geschiedenis of filosofie. Dit is wel nuttig, maar dit heb je niet per se nodig. In de praktijk zie je dat veel bèta’s in andere sectoren gaan werken. Andersom zie ik dit een stuk minder, ik heb nog nooit een taalwetenschapper opeens technisch werk zien doen. ‘Door meer voorlichting te geven hopen we dat in de toekomst vier op de tien mensen een technische achtergrond zal hebben. Dit percentage ligt nu veel lager, namelijk twee op de tien. Daarom is veel voorlichting en promotie geen overbodige luxe.’
anderzijds
ANS-Online.nl P. 27
De stelling van deze maand:
Bètastudies verdienen meer promotie dan alfastudies
Frans Wijsen, Vice-decaan Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ‘De promotie van alfastudies is zeker net zo belangrijk als die van bètastudies. We hebben een enorme wetenschappelijke vooruitgang geboekt op het gebied van de bètawetenschappen in de twintigste eeuw. Deze technische ontwikkelingen hebben een enorme impact gehad op het welzijn van de mensheid. Hierdoor komen ook andere vragen aan bod die bètawetenschappers niet kunnen oplossen, zoals: ‘Wat is wetenschap?’ ‘Waartoe dient wetenschap?’ en ‘Waarom doen we dit nou eigenlijk?’ Je kunt technisch heel goed weten hoe iets moet, maar met alleen wiskundige formules kom je er niet. Wetenschap brengt ethische problemen met zich mee. Kijk bijvoorbeeld naar de medische wereld. We kunnen tegenwoordig heel veel, maar moeten we dat ook allemaal willen? Het is prachtig dat mensen eindeloos worden doorbehandeld, maar is dat nog menswaardig? Voor zulke
ethische dilemma’s heb je alfawetenschappers nodig. ‘Ik denk dat de wereld er een stuk slechter uit zou zien zonder de alfawetenschappen. Kijk maar naar samenlevingen zoals de communistische Sovjet Unie, die alleen op wetenschappelijke rationaliteit gebaseerd waren, deze stonden niet bekend om rechtvaardigheid en menslievendheid. Daarbij kan ik geen wetenschappelijke doorbraak bedenken waar geen ethisch of levensbeschouwelijk aspect aan zit. ‘In onderzoek van de bètawetenschappen wordt veel geld gestoken, maar dit mag niet ten koste gaan van de alfawetenschappen. Het is daarom belangrijk om ook op het gebied van alfa-onderzoek meer geld te investeren, zodat hiervan de maatschappelijke relevantie duidelijker wordt. De alfastudies verdienen ook promotie. Alleen zo kunnen wij er voor zorgen dat we niet worden ondergesneeuwd door bètawetenschappers.’ ANS
Stamgasten Tekst: Daan van Acht en Bas Dikmans/ Foto’s: Freyr van den Assem/ Illustratie: Josse Blase P. 28
Stamgasten
Vlnr: Bart, Inge, Iris, Anne, Simone, Dirk.
Lallende disputen, vage figuren aan de bar of uitbundige dansers, elke kroeg heeft zijn eigen publiek. ANS duikt iedere maand de vaste stek van een groep studenten in, velt haar oordeel over het café en test de kennis van de trouwe gasten. Deze maand: studenten zwem- en waterpolovereniging Hydrofiel in Café Jos. Al meer dan twintig jaar komen de leden van Hydrofiel na de training samen in hun vaste stek Café Jos. Volgens Iris (20), derdejaars Sociaal Pedagogische Hulpverlening, is het aantal aanwezigen op de vaste borrelavond wel minder geworden. Dit komt doordat de vereniging onlangs naar een zwembad is verhuisd dat verder van Jos ligt. Over de sfeer in de bruine kroeg zijn de Hydrofiel-leden zeer te spreken. ‘Het is gewoon lekker om hier na de training rustig dingen te bespreken en een biertje te drinken’, zegt Bart (20), derdejaars Geneeskunde. Simone (20), tweedejaars Psychologie, is het met Bart eens, maar mist af en toe een achtergrondmuziekje. Haar oplossing volgt snel. ‘Jongens, volgende week gaan we allemaal uit!’ Volgens Bart kennen mensen Hydrofiel voornamelijk van hun opvallende slogan ‘hard en nat’. Anne (22), vierdejaars Communicatie- en Informatiewetenschappen, vult aan dat toen de vereniging nog een duiktak had, de
slogan ‘hard, nat en diep’ was. Dat de leden inderdaad hard en nat zijn, blijkt uit de jaarlijkse integratiebokaal. Hierbij verdien je punten als je leden zoent van een andere vereniging en er een foto van maakt. Twee jaar geleden won Hydrofiel de bokaal. De meeste zwemmers beschikken over hun A, B en C, al zegt Anne dat zwemdiploma’s er niet veel toe doen. ‘Zolang je blijft drijven, kom je er wel’, lacht ze. Of deze mentaliteit ook effectief werkt in de praktijk, is maar de vraag. Op landelijk niveau is Hydrofiel wel vaak nat, maar gaat het nog niet zo hard. De zwemvereniging bevindt zich in de middenmoot van de nationale studentencompetitie. Iris: ‘Dat komt ook door de man-vrouwverhouding. Er zijn veel meer vrouwen dan mannen lid van de vereniging.’ Ze krijgt bijval van Inge (19), tweedejaars Logopedie en Dirk (22), vierdejaars geneeskunde. ‘We zijn heel blij met nieuwe mannen, ze worden met open armen ontvangen.’ANS
ANS-Online.nl P. 29
Anne: ‘Dan kun je beter 25 doen, want dan zit je zowel dicht bij de twintig als bij de dertig kilometer.’
kroegpraat Wie graag een rijke keuze wil aan bier, is bij Meesterschenkerij Café Jos aan het goede adres. Het bekijken van de menukaart is een literatuurstudie op zich, Jos staat niet voor niets op nummer 21 in de landelijke Café Top 100 van dit jaar. De kroeg kenmerkt zich door borrelende veertigers en een
aantal einzelgängers aan de bar. Het feestje moet vanavond duidelijk van Hydrofiel komen.
De pubquiz Over hard en nat gesproken, met hoeveel mannen had Lisa Sparxxx seks op een dag en is daarmee wereldrecordhoudster? Anne: ‘Het waren er moeilijk veel.’ Dirk: ‘Ongeveer tweehonderd?’ Anne: ‘Op een dag? Ik dacht iets van zeshonderd.’ Iedereen: ‘Zeshonderd?’ Bart: ‘Maar dan is het ook gewoon erin en eruit en de volgende.’ Simone: ‘Beetje flauw dat je bij zulke brave verenigingsmensen met porno aankomt.’ Bart: ‘We gaan voor 469.’ De Hydrofiel-leden overschatten Lisa Sparxxx een beetje in haar hard- en natheid en zitten er ruim tweehonderd mannen naast. Ze deelde namelijk met ‘slechts’ 250 mannen de lakens, dat is 24 uur lang elke zes minuten een nieuwe piemel. Hoeveel kilometer moet je zwemmen als je, via de kortst mogelijke route, vanaf het vasteland van Europa het Verenigd Koninkrijk wil bereiken? Jullie mogen er vijf kilometer naast zitten. Anne: ‘Oh shit, dat is best bekend, omdat veel mensen dat doen. 34 kilometer?’ Bart: ‘Nee, volgens mij is het minder. Dan denk ik eerder aan twintig kilometer.’ Anne: ‘Doe dan dertig kilometer.’ Bart: ’23!’
De zwemmers hadden beter naar Anne’s eerste ingeving kunnen luisteren, aangezien het smalste stuk van het kanaal, van Calais naar Dover, 34 kilometer lang is. De waterratten hebben nog geen biertje verdiend. Wat zat er in het water dat studenten van Unitas in 2007 moesten drinken tijdens hun ontgroening? Anne: ‘Goudvissen!’ In een keer goed. In 2007 kreeg de Groningse studentenvereniging het door deze actie zelfs aan de stok met de Partij voor de Dieren, aangezien de goudvissen doorgeslikt moesten worden. Het eerste biertje is hierbij verdiend. Wat is de Griekse benaming voor waterhoofd? We geven het eerste deel cadeau: hydro… Bart: ‘Wie heeft er Grieks gehad?’ Dirk: ‘Ik durf nu geen ja meer te zeggen.’ Na een korte stilte. ‘Hydrocefalus!’ Bingo. Dirk heeft geen enkele reden om aan zijn kennis van de Griekse taal te twijfelen en scoort hiermee razendsnel het tweede biertje. Waarom wordt de videoclip ‘Boys’ van Sabrina tot op de dag van vandaag nog steeds goed bekeken op YouTube? Dirk: ‘Is dat niet ‘Boys, boys, boys?’ Simone: ‘Ik ken dat hele nummer niet.’ Bart: ‘Door wie wordt het veel bekeken dan? Jongens?’ Dirk: Volgens mij is dat een van de meest populaire liedjes in de gay scene.’ Bart: ‘Kun je haar tieten zien in de clip?’ Simone: ‘Jongens willen graag beter leren dansen door naar de clip te kijken.’ Helaas kiest de groep niet voor Barts antwoord. Sabrina’s borsten vallen inderdaad meerdere keren uit haar strapless bikini, waardoor de clip uit de jaren tachtig tot op heden al ruim 2,5 miljoen keer is bekeken.
De Afrekening
Het gebrek aan jongens verklaart wellicht de onwetendheid over Lisa Sparxxx en Sabrina. Twee snelle antwoorden leveren twee biertjes op. Gelukkig ontvangt Hydrofiel nog een bonusbiertje voor de leuke kroeg, waardoor ze uiteindelijk op drie biertjes uitkomen.
Colofon P. 30
29e jaargang/ Colofon: Hoofdredactie Evy van der A a, marit willemsen Redactie Daan van acht, saskia verheijden en annemarie verschragen Medewerkers Lotte coenen, Bas dikmans, janna gerrits, Dennis van der pligt, Kim Saris, Anne van veen en Sascha Wijnhoven
Illustraties Josse Blase, Joost Dekkers, anders hoendervanger, rens van vliet, Laurens de Vos, Sascha wijn-
hoven, Foto’s Freyr van den assem, anders hoendervanger, Annemarie Verschragen, Pleunie de wild en marit willemsen Col umnist manu compen Eindredactie Pieter Hengst, Aniek hikspoors, Anders Hoendervanger, Ronald peeters, erik van rein, tijs sikma, Mickey Steijaert, Loes de veth, margot vreuls, jan ham westerdiep Voorpagina pleunie de wild Crypto cecile vermaas Ontwerp Marloes de Laat en Roel Vaessen Lay-out Marit Willemsen Dagelijks bestuur jules hameleers, michiel van lokven en cecile vermaas druk MediaCenter Rotterdam
Het Algemeen Nijmeegs Studentenblad is een onafhankelijk maandblad dat gratis in de binnenstad en op de Radboud Universiteit Nijmegen wordt verspreid. Het verschijnt 10 keer per jaar in de maanden september t/m juni. De uitgave van ANS wordt mede mogelijk gemaakt door:
Ans deze maand Crypto P.P.31 31
CRYPTO
Of je er nog in de tijd van het Kreatief Aktiviteiten Sentrum hasj haalde, stuiterde op DJ Tiësto of het gekleurde gebouw helemaal nooit aanschouwde, deze maand een crypto over Nijmeegs schone slaapster. 1 6
2
3
4 5 6
8
7
9 10 6 11 12 13 14
15
16 17
19
18
20
Horizontaal: 4. Haar vertrek naar het biologische bos (15) 7. Ook online betalen (7) 8. Pas de uitdroging van je Engelse reis aan (7) 9. De god van de aarde lijdt aan vele vissen (12) 10. Nee tegen de moderniteit! (6) 12. Karpe Noktem in Griekenland (11) 13. Belasting is niet voor jou (8) 14. Muziek komt tot hem (9) 16. Mijn dood rust gezond in Italië (8) 17. Plutonium wint de landswedstrijd (4) 18. Ik drink de misleiding warm (8) 19. Een Gelders schot in het busje (14) 20. Koffie voor ons (4). Verticaal: 1. Een lijn in zee (7) 2. Een Teletubbie gedraagt zich dubieus (6) 3. Het geladen ontmoetingspunt van de stad (13) 5. Godverdomme, het spel is niet ver (5) 6. Planten worden gefinancierd (12) 11. Chique licht (3) 15. Haar wattige voeten (5). ANTWOORDEN VAN DE intro-CRYPTO ANTWOORDEN VAN DE INTRO-CRYPTO HORIZONTAAL: 2. KLAS, 4. PESTEN, 10. BRUGPIEPER, 12. CIJFER, 13. LOKAAL, 15. SHUTTLE RUN, 17. CORVEE, 18. CKV, 21. AULA, 22. ATHENEUM, 23. STRAFWERK, 24. FRANS, 27. SPIEKEN. VERTICAAL: 1. RECTOR, 3. LYCEUM, 5. NABLIJVEN, 6. VRIJ, 7. TUSSENUUR, 8. NEDERLANDS, 9. HAVO, 11. PAUZE, 12. CONCIERGE, 14. LERAAR, 16. TOETS, 19. VAK, 20. KAFT, 25. SO, 26. LES. De winnaar van de vorige crypto is Britt Vergeer. Geheel in lijn met de grootse opening van het vernieuwde Doornroosje in oktober, geeft ANS deze maand het boek WE DO MUSIC: 40 Jaar Doornroosje weg. Hierin vind je een overzicht van de rijke geschiedenis van het Nijmeegse poppodium. Wil jij kans maken op dit leuke leesvoer? Mail dan voor 14 oktober je oplossingen naar
[email protected].
www.ans-online.nl. Tekst: De redactie / colofon P. 32
Tekst: Dennis van der Pligt en Annemarie Verschragen Foto: Anders Hoendervanger
Wie: Bram (23), vijfdejaars Griekse en Latijnse Taal en Cultuur Voorwerp: Stadsfiets
Je hebt bijna elk dorp in Nederland afgefietst voor een goed doel. Hoe kom je op dit idee? ‘Aanvankelijk bezocht ik alle dorpen in Brabant met de fiets vanwege een weddenschap. Als dat me binnen een jaar zou lukken, zou ik onder andere een bitch slap mogen uitdelen aan een vriend van me voor het oog van de hele school. Omdat ik de weddenschappen altijd won, was dit op een gegeven moment niet meer interessant, Bij de vijfde provincie, Groningen in 2011, bedacht ik iets beters: ik kon een klein bedrag vragen, dat ik kon doneren aan de provinciale milieufederatie. Inmiddels heb ik acht provincies gehad. In Utrecht heeft mijn project Bram Fietst zelfs duizend euro opgehaald.’ Waarom heb je voor het milieu gekozen als goed doel? ‘Ik ben milieubewust opgevoed. De duurzame fiets is daarom een ideaal vervoersmiddel. Ik hoop mensen aan te sporen wat vaker de fiets te pakken. Twee keer heb ik een tocht van meer dan driehonderd kilometer gemaakt. Dat heeft trekjes van sadisme, want ik moest er een week van herstellen. Doorgaans zijn mijn tochten ongeveer honderd kilometer lang.’
Hoe houd je het fietsen leuk als je de hele dag bezig bent? ‘Fietsen is voor mij een doel op zich. Onderweg filosofeer ik en luister naar muziek. Vroeger vond ik het eerlijk gezegd vreselijk, tegenwoordig is het een verslaving. Ik ging enkel met mijn ouders mee als we naar een café zouden gaan. Om aan de stress van de proefwerkweek te ontsnappen, stapte ik op de fiets en nu ben ik een mooi-weer-fietser: ik fiets voor mijn plezier en vaak niet efficiënt. In Gelderland had ik 26 tochten nodig voor 352 dorpen en steden. Alleen langs provinciale wegen rijden is saai, dus fiets ik om, zo kan ik iets van de natuur zien. Inmiddels heb ik voor de provincies al 15.159 kilometer gemaakt. Beleef je onderweg bijzondere dingen? ‘Dat valt mee. Ik fiets, fotografeer plaatsnaamborden en ga weer door. Als ik met anderen fiets, pakken we nog wel eens een terrasje. Ik vind het grappig om door kleine, nietszeggende dorpen te fietsen. Soms kom je hele bijzondere namen tegen, zoals ‘Poepershoek’. In het rijke Bloemendaal vond ik dat de inwoners nogal arrogant overkwamen. Tot vijf keer toe begroette ik mensen en kreeg alleen maar een rare blik terug, alsof ze wilden zeggen: ‘Waarom praat je tegen mij?’ Decadentie ten top. Ook minder leuk zijn lekke banden. Gelukkig heb ik er daarvan slechts twee gehad. In Utrecht moest ik huizen langs om te vragen of iemand mijn band wilde plakken. Ironisch genoeg kan ik dat na al die kilometers nog niet zelf.’ ANS