Anders kijken Doe-activiteit waarin de omgeving onder de loep wordt genomen
Voorbereiding
Geschikte plek zoeken waar veel te zien is. Bedenk goed wat je voor middelen hebt, hoeveel tijd en wat het niveau van de deelnemers is.
Materiaal
Pen Papier Tekenmateriaal (digitale) fotocamera Computer met programma Photoshop.
Locatie
In het park, maar kan ook in een straat of een plein.
Aantal deelnemers
Individueel
Uitleg 1) De deelnemers gaat zitten of staan en kijkt rustig om zich heen. Er kan gekeken worden naar hoe lijnen lopen, welke kleuren er zijn en welke vormen er te zien zijn. Staan er beelden, borden, bomen? Wat is mooi / lelijk? 2) De deelnemers schrijft op wat opvalt, of maakt een tekening of een foto. 3) Daarna sluit de deelnemer zijn ogen en denkt aan iets wat hij of zij mooi vindt. Hoe zie jij dingen graag? Fantaseer er maar op los! 4) Hierna mag de deelnemer de ogen weer open doen dat laagje leggen over wat er daadwerkelijk is. Dit kan in het hoofd, met (overtrek)papier maar ook met Photoshop. 5) Geef de omgeving een make-over. Lukt het niet? Ga dan eerst op zoek naar mooie plaatjes. Als dit met verschillende deelnemers plaatsvindt is het leuk om elkaar de verschillen te laten zien. Begeleiding
Het is lastig dus een vaste begeleider per groep is aan te raden. Met jonge kinderen meer begeleiding.
Variatie
eigen straat, strand, achtertuin, vakantie camping etc.
Handboek versie aug. 2007
Hoofdstuk 8 Avonturen: Anders kijken
Bladskelet Experiment om een prachtig bladskelet te verkrijgen
Voorbereiding
Benodigde materialen verzamelen en klaarzetten
Materiaal
Bladeren Soda in concentratie van 40 gram per liter Pincet Penseel
Locatie
Binnen
Aantal deelnemers
Individueel
Uitleg 1) Verhit het soda mengsel tot het bijna kookt 2) Haal de pan van het vuur en laat de bladeren er een half uur in liggen 3) Haal de bladeren met het pincet voorzichtig uit de pan en spoel ze af onder de kraan. 4) De zachte delen zullen eruit vallen en je houdt een prachtig skelet over. Begeleiding
Uitleggen hoe het werkt bij jongere kinderen erbij blijven
Handboek versie aug. 2007
Hoofdstuk 8 Avonturen: Bladskelete
De bollen brigade Planten van bollen in verschillende vormen
Voorbereiding
Benodigde materialen verzamelen en klaar zetten. Zoek een plek om de bollen te planten (waar niet te vroeg gemaaid wordt, geen hondenpoep ligt en / of waar gevoetbald wordt).
Materiaal
Bloembollen (liefst biologisch) Schepjes Werkhandschoenen Lint / touw Papier Potloden.
Locatie
Buiten
Aantal deelnemers
Minimaal 2
Uitleg 1) De deelnemers bepalen gezamenlijk op welke plaats ze de bollen willen planten en in welke vorm (bloem, groepjes, letter, etc.). 2) Met oudere deelnemers kan eerst een wandeling gemaakt worden door het gebied met de opdracht te kijken naar plaatsen die wel een beetje mogen worden opgefleurd. Grasvelden worden vaak gemaaid. Om te voorkomen dat de planten afgemaaid worden voordat ze kunnen opkomen, plant dan aan de randen of onder een boom. 3) Het is mogelijk de deelnemers eerst een uitgebreid ontwerp te laten maken, met de kleuren van de bloemen erbij. 4) Ga naar buiten en plant de figuren Begeleiding
Afhankelijk van leeftijd. Jonge kinderen constant begeleiden.
Handboek versie aug. 2007
Hoofdstuk 8 Avonturen: De bollen brigade
Een WILDe familie Groepen maken door middel van “familie spel”
Voorbereiding
Materialen maken
Materiaal
Kaartjes met familie namen
Locatie
Binnen
Aantal deelnemers
Minimaal 6
Uitleg 1) De spelleider heeft vooraf een serie (familie) kaartjes gemaakt afhankelijk van het aantal groepen dat gevormd moet worden 2) Willekeurig in de ruimte worden stoelen geplaatst 3) Elke deelnemer pakt een kaartje 4) De deelnemers die vaders zijn gaan zitten 5) De andere gezinsleden moeten zich vervolgens bij vader voegen. Elke serie (familie) heeft een aantal gezinsleden afhankelijk van de grootte van de groepen. Denk aan vader Jansen, moeder Jansen, zoon Jansen, dochter Jansen etc. Welke familie is het eerst compleet? Begeleiding
Uitleg spel en begeleiding
Handboek versie aug. 2007
Hoofdstuk 8 Avonturen: Een Wilde familie
Het spinnenweb Gezamenlijk kennismakingsspel, geschikt wanneer de deelnemers elkaar bij naam willen kennen.
Voorbereiding
Materiaal klaar leggen.
Materiaal
Bolletje wol
Locatie
Binnen/ alle buiten locaties
Aantal deelnemers
5 - 35
Uitleg 1) De deelnemers staan met zijn allen met tussenruimte bij elkaar. 2) De spelleider begint, noemt zijn naam en gooit het bolletje wol naar een ander persoon. 3) Het uiteinde van de wol houdt de spelleider vast. 4) De tweede persoon vangt de bal, noemt zijn of haar naam, houdt het touwtje vast en gooit de bol naar de volgende persoon. 5) Zo gaat dit door tot men bij de laatste persoon is aangekomen. Deze gooit de bal weer in tegengestelde richting en noemt de naam van de persoon waarheen de bal gaat. 6) Doel is om de bol weer netjes op te rollen en de namen te noemen. Begeleiding
Zorg dat de deelnemers op hun plek blijven staan en niet aan het touw gaan trekken in welke richting dan ook.
Variaties
In een kring staan of dwars door elkaar heen staan. De tussenruimtes kunnen vergroot worden.
Handboek versie aug. 2007
Hoofdstuk 8 Avonturen: Het spinnenweb
Interactief natuurverhaal Verhalen vertellen over de natuur in interactie met kinderen aan de hand van een aantal voorwerpen.
Voorbereiding
Verzamelen van objecten waar een verhaal bij zit of waar kinderen een verhaal bij zouden kunnen hebben. Paraat hebben van verschillende verhalen.
Materiaal
Zitplek voor de kinderen en de verhalenverteller en verhalen. Objecten (opgezette dieren/valletjes/huiden/ vruchten/ blaadjes etc. etc.)
Locatie
Binnen/ alle buitenlocaties
Aantal deelnemers
Max. 30 kinderen
Uitleg Door middel van het vertellen van een verhaal met de daarbij behorende objecten, kinderen laten nadenken over allerlei zaken m.b.t. natuur en het kringloopverhaal. Vooral de interactie, het vragen stellen aan de kinderen en het door hen beantwoorden van de vragen, geeft meerwaarde aan het verhaal. Het is vooral niet de bedoeling dat het een droge opsomming wordt van feiten. Verhalen moeten dicht bij de belevingswereld liggen van het kind. Laat ze vertellen over wat ze hebben meegemaakt, stimuleer ze. Zorg er vooral voor dat het voor de groep duidelijk is dat iedereen plezier moet hebben. Respect voor elkaars verhaal en geen geklier. Openheid van het kind is de sleutel tot het succes van zo’n verhaal. Begeleiding
1-2 personen die goed met kinderen overweg kunnen. Interactie is erg belangrijk. Verhalen moeten leuk verteld kunnen worden. Groep moet kort gehouden kunnen worden wanneer noodzakelijk. Een pre is het als je de items waar je over gaat vertellen zelf hebt verzameld. Zo kun je vanuit je eigen beleving en enthousiasme vertellen. Zorg voor een goede sfeer en voldoende drinken en warmte
Variaties
Standaard verhalen bij het kampvuur of haardvuur of voorlezen uit (natuur)boekjes
Handboek versie aug. 2007 Hoofdstuk 8 Avonturen: Interactief natuurverhaal
Kringloop van het leven 5-tallen samenstellen uit een grote groep
Voorbereiding
Voldoende kaarten met kringloop onderdelen maken, materialen klaar leggen
Materiaal
5 kaarten met symbool per kringloop
Locatie
Binnen/ alle buitenlocaties
Aantal Deelnemers
Veelvoud van 5
Uitleg 1) De deelnemers pakken blind een kaart. Het principe van de kringloop kan gebruikt worden om groepen te maken. 2) Iedere speler heeft een symbool (op de kaart) gekregen dat een onderdeel (1/5) is van de kringloop. 3) De opdracht is om de kringloop compleet (5 bij elkaar) te krijgen, gesloten dus. Er zijn zoveel verschillende kringlopen in omloop als er groepen zijn. 4) Een gesloten kringloop is een groepje Voorbeelden van kringlopen: Van elk kringlooponderdeel maak je een apart kaartje. Er zijn dus kringlopen met meer en minder onderdelen. -water: wolken, regen/sneeuw, bronnen/grondwater, meren/oceanen en verdamping -leven: bevruchting, geboorte, groei, sterfte, afbraak. -planten en bomen: bloem, bevruchting, vrucht, plukken/afvallen en groei (plant of boom) -vlinders: eileg, ei uitkomst, larven, poppen en vlinders -energie: zonlicht, bomen groei, bomen kap, verbranding boom Begeleiding
Uitleggen en begeleiding
Variatie
Als je minder onderdelen per kringloop maakt kan je kleinere groepje maken.
Handboek versie aug. 2007 Hoofdstuk 8 Avonturen: Kringloop van het leven
Kunst uit afval & afvalrace Vuil verzamelen en eventueel kunst maken
Voorbereiding
Verzamelen van materialen op voorhand of tijdens afvalrace.
Materiaal
Afval Bevestigingsmaterialen (lijm, spijkers etc). Afvalknijpers Werkhandschoenen Vuilniszakken Weegschaal.
Locatie
Binnen / buiten
Aantal deelnemers
Geen minimum
Uitleg Iets zonder waarde wordt meestal weggegooid. Met een beetje fantasie kan van afval weer iets moois gemaakt worden. Oude kleding kun je versieren, een glazen potje kun je beschilderen, van afval kun je zelfs huizen bouwen (probeer tijdens een inleidend verhaal voorbeelden te laten zien). Voor sommigen is het lastig om iets te verzinnen. Help ze een eindje op weg of laat deelnemers in kleine groepjes aan "hun creatie" werken. 1) Deelnemers nemen van huis oude spullen mee of gaan rotzooi verzamelen in de natuur 2) De deelnemers maken er iets moois van Voor de afvalrace 1) De deelnemers worden verdeeld in kleinere groepen (afhankelijk van aantal begeleiders). 2) Iedereen krijgt iets in zijn handen om mee te werken 3) Op het signaal van de spelleider gaan de groepen op weg om vuil te verzamelen 4) Na een bepaalde tijd (zelf in te vullen) verzamelen, wegen van het afval en de prijsuitreiking. Bespreek eventueel wat voor afval je vooral tegenkomt, hoe je dat soort afval kunt voorkomen (verpakkingsmateriaal) en wat je ermee zou kunnen doen.
Handboek versie aug. 2007
Hoofdstuk 8 Avonturen: Kunst uit afval
Begeleiding
Met jongere kinderen goede begeleiding in verband met het oprapen van zeer vies afval. Zeker op het strand kunnen sommige dingen beter niet worden opgepakt.
Variatie
Van huis meegenomen afval zoals kurken, glazen potjes, blikjes, oude cd’s etc. Dit kan ook goed op het strand of andere plekken.
Handboek versie aug. 2007
Hoofdstuk 8 Avonturen: Kunst uit afval
Mijn lievelingsdier is een….. Kennismaking spel voor groepen.
Voorbereiding
Geen
Materiaal
Geen
Locatie
Binnen
Aantal deelnemers
Minimaal 10
Uitleg 1) De spelers zitten in een stoelen kring. 2) Een speler staat op om een uitspraak te doen bijvoorbeeld: “ik houd van de natuur”. Iedereen die ook van de natuur houdt moet dan opstaan of als men een beetje van de natuur houdt een half opstaan. 3) Er kan voor gekozen worden om iedere speler 5 uitspraken te laten doen of minder. Dit spel zorgt ervoor dat mensen elkaar leren kennen en niet per definitie bij naam Begeleiding
Uitleggen en meedoen
Variatie
In plaats van staan kunnen spelers ook hun hand opsteken. Speler kunnen ook voordat ze een uitspraak doen even hun naam noemen.
Handboek versie aug. 2007
Hoofdstuk 8 Avonturen: Mijn lievelingsdier…
Naamduel Competitief kennismakingsspel, geschikt wanneer de deelnemers elkaar al een beetje bij naam kennen
Voorbereiding
Benodigde materialen verzamelen. Let op; variatie is zonder materiaal.
Materiaal
Laken (of een grote vlag) 2 hoeden
Locatie
Binnen/ alle buiten locaties
Aantal deelnemers
10 - 35
Uitleg 1) De deelnemers worden in twee groepen verdeeld. 2) De twee begeleiders (of één begeleider en één deelnemer) houden een laken zo hoog mogelijk tussen de twee groepen. 3) Uit elke groep komt iemand voor het laken staan. Deze personen zetten een hoed op. 4) Als het laken valt, proberen de personen met de hoed zo snel mogelijk de naam te zeggen van de andere persoon met de hoed. Wie het eerst is met het noemen van de juiste naam verdient een punt voor zijn/ haar groep. 5) Het spel wordt verschillende keren gespeeld. Elke keer zet iemand anders de hoed op. Begeleiding
Let er op dat telkens iemand anders de hoed krijgt, zodat zoveel mogelijk verschillende deelnemers aan het spel mee doen. Bij een drukke groep kun je de spelregel toepassen dat alleen degene met de hoed op mag spreken.
Variaties
Zonder laken en hoeden. De twee personen zitten rug aan rug en kunnen elkaar niet zien. De andere groepsleden beschrijven wie er aan de andere kant zit, zonder de naam van deze persoon te noemen. Degene die het eerst de goede naam roept is winnaar en verdient een punt voor zijn/haar groep.
Handboek versie aug. 2007
Hoofdstuk 8 Avonturen: Naamduel
Namen met gebaren Kennismaking spel voor groepen van maximaal 15 personen.
Voorbereiding
Planning
Materiaal
Geen
Locatie
Alle locaties
Aantal deelnemers
Maximaal 15
Uitleg 1) De deelnemers gaan in een kring staan, niet te dicht bij elkaar 2) Iedere deelnemers moet nadenken welke gebaar of uitbeelding bij hem of haar past. 3) Een voor een stappen zij in het midden van de kring en beelden iets uit. Bijv: Mascha heeft als hobby dansen. Zij kan dan naar voren lopen en een draai doen. Een voetballer kan een schop beweging maken etc. Begeleiding
Uitleggen en meedoen
Variatie
Wanneer iedereen geweest is kan de begeleider een naam noemen waarop iedereen naar voren loopt en die beweging doet. Ook kan een speler een beweging voordoen waarop de spelers de persoon moeten raden.
Handboek versie aug. 2007
Hoofdstuk 8 Avonturen: Namen met gebaren
Natuur naambal Kennismaking spel voor groepen van maximaal 15 personen.
Voorbereiding
Benodigde materialen verzamelen en klaar zetten
Materiaal
Bal
Locatie
Alle buitenlocaties
Aantal deelnemers
Maximaal 15
Uitleg 1) De deelnemers gaan in een kring staan niet te dicht bij elkaar. 2) Deelnemer 1 begint en noemt een dier. 3) Vervolgens noemt de deelnemer de naam van de deelnemer naar wie hij of zij de bal gooit en gooit vervolgens de bal naar die andere speler. 4) Die speler moet voor het vangen een nieuw dier noemen met de laatste letter van het daarvoor genoemde dier. 5) Daarna weer hetzelfde als na persoon 1. Begeleiding
Uitleggen en meedoen
Variatie
Dit kan met allerlei soorten ballen. Hoe kleiner de bal hoe moeilijker omdat de concentratie naar het vangen gaat. Het gooien kan ook met natuurlijke objecten. Spelelement van afvallen kan hierin verwerkt worden, maar let er op dat het een naam herkenningspel is.
Handboek versie aug. 2007
Hoofdstuk 8 Avonturen: Natuur naambal
Natuurbeheer en natuurbouw Werken in de natuur
Voorbereiding
Contact leggen met lokale (natuur)beheerders (gemeente, Natuurmonumenten, IVN, KNNV etc.). Verzamelen materialen. Vertel de deelnemers stevige schoenen en kleding die vies mag worden aan te trekken.
Materiaal
Snoeigereedschap Werkhandschoenen Sisaltouw
Locatie
Buiten
Aantal deelnemers
Afhankelijk van hoeveelheid begeleiders.
Uitleg Natuurbeheer is nodig om een natuurbeeld in stand te houden. Hierbij komt veel materiaal vrij, dat meestal wordt versnipperd. Soms wordt het tot takkenrillen verwerkt, zodat dieren er beschutting kunnen vinden. Je kunt er echter ook speelhuisjes voor kinderen van maken. Het makkelijkste ontwerp lijkt op een wigwam, wilgenhout werkt het beste. 1) Maak een aantal gaten in de grond en steek hier de grootste takken in. 2) Bind de dunnere takken aan de bovenkant samen. Vlecht kleinere takken door de staken. 3) Je kunt de speelhut laten begroeien met klimplanten zoals klimop, stokbonen of siererwten. Begeleiding
Vanwege het omgaan met gevaarlijke werktuigen dient iedereen beschermde kleding te dragen (handschoenen minimaal). Streng op treden wanneer dit niet het geval is. Adequate en strakke begeleiding.
Variatie
Bomen, planten, tuintjes et.
Handboek versie aug. 2007 Hoofdstuk 8 Avonturen: Natuurbeheer- en bouw
Schors tekening Doe-activiteit; afdruk maken van boomschors
Voorbereiding
Benodigde materialen verzamelen en klaarzetten
Materiaal
Vel dun papier Goed klevend plakband of touwtjes Waskrijtje
Locatie
Buiten
Aantal deelnemers
Individueel
Uitleg 1) De deelnemer bevestigt het papier op een interessant droog deel van de schors van een boom, liefst zonder mos of andere begroeiing. 2) Het papier moet goed vast gemaakt worden met behulp van een touwtje of stevig plakband, zodat het niet gaat bewegen als ze gaan wrijven. 3) Met de zijkant van het krijtje moet zacht en met constante druk gewreven worden liefst in een vaste richting 4) Het krijt zal het reliëf van de schors onder het vel papier kleuren en de tekening zal de textuur ervan weergeven. Zo kan er een leuke verzameling gemaakt worden Begeleiding
Uitleggen hoe het werkt.
Variatie
Verschillende kleuren per boomsoort. Of verschillende kleuren door elkaar in een tekening.
Handboek versie aug. 2007
Hoofdstuk 8 Avonturen: Schors tekening
Schud elkaar de hand 4 groepen vormen door middel van spel
Voorbereiding
Materialen klaarzetten
Materiaal
Kaarten met nummers 1-4
Locatie
Binnen/ alle buitenlocaties
Aantal deelnemers
Veelvoud van 4
Uitleg 1) De deelnemers pakken blind een kaart met een nummer variërend van 1-4. 2) Deelnemers met hetzelfde getal vormen een groep 3) Om erachter te komen welke deelnemers dezelfde getallen hebben gaan ze elkaar zoeken 4) De deelnemers moeten de handen schudden van degene die ze tegen komen, net zo vaak als het getal dat op het kaartje staat 5) Deelnemers die even vaak hun handen schudden horen bij 1 groep. Begeleiding
Uitleggen en begeleiding
Variatie
Dit kan ook als je meer groepen wilt maken, voeg dan kaartjes met 5, 6, 7 enzovoorts toe. Minimaal 4 groepen anders wordt het saai. Je kan in plaats van papieren blaadjes met een getal, boombladeren gebruiken of iets anders natuurlijks.
Handboek versie aug. 2007
Hoofdstuk 8 Avonturen: Schud elkaar de hand
Stamschijfje zagen Voorbereiding op een kennismakingsspel. Het stamschijfje is tevens een leuk souvenir.
Voorbereiding
Benodigde materialen verzamelen en klaar zetten
Materiaal
1 voorbeeld schijfje Takken (berken)hout van ong. 10 cm doorsnede Houtzagen Zaagbok Handschoenen (veiligheid) Brandmerk (evt.) Boormachine Bolletje touw Stiften
Locatie
Alle buitenlocaties
Aantal deelnemers
2-30 per keer
Uitleg 1) De deelnemers gaan per tweetal twee schijfjes hout zagen. Voor elke deelnemer één. 2) Elke deelnemer laat door het gezaagde schijfje hout een gaatje boren door een begeleider (en evt. brandmerken). 3) De deelnemers binden er een touwtje doorheen, zodat het schijfje om zijn/haar nek gehangen kan worden en schrijven hun naam op het schijfje. Op het schijfje kan een brandmerk worden gezet (indien brander aanwezig is). Begeleiding
Leg voor aanvang van de activiteit aan de hand van het eindvoorbeeld uit wat er gaat gebeuren. Benadruk de veiligheidseisen (o.a. werkhandschoenen). Leg het (berken)hout op de zaagbok. Laat 2 kinderen met de houtzaag een schijfje hout van ongeveer 3-4 cm dikte afzagen. Tijdens het zagen moet een ander tweetal het hout stevig op zijn plaats vasthouden. Nadat er twee schijfjes hout gezaagd zijn kan de zaag worden doorgegeven aan het volgende tweetal.
Handboek versie aug. 2007
Hoofdstuk 8 Avonturen: Stamschijfje zagen
Spinnenweb Vastleggen van een mooi spinnenweb
Voorbereiding
Klaarzetten van materiaal, zoeken van een droog onbewoond web
Materiaal
Spinnenweb Stuk krant Spuitbus wit/zwart Haarlak/fixeermiddel Karton in contrasterende kleur t.o.v. verf Schaar
Locatie
Buiten
Aantal deelnemers
Individueel
Uitleg 1) Zoek een web een houd de krant erachter. 2) Spuit vanaf ongeveer 40 cm de verf dan licht en gelijkmatig aan beide kanten over het web heen. 3) Laat het even drogen en spuit er dan nog een laagje overheen. 4) Wacht weer even en als het droog is spuit je een beide kanten fixeermiddel of haarlak erop zodat het web plakt. 5) Voordat dit droog is houd je het karton voorzichtig achter het web en duw dan zachtjes ertegenaan. Dit moet je voorzichtig doen anders lukt het niet en wordt het een zooi. Mogelijk kan je dit met zijn tweeën doen. 6) Knip de steundraden van het web weg met een schaar en haal je karton met web weg. 7) Spuit hier van een afstandje nog een laagje fixeermiddel overheen zodat het goed blijft zitten. Begeleiding
Goede uitleg van wat je moet doen
Variatie
Er kunnen allerlei kleuren worden gebruikt zolang er contrast is tussen verf en karton
Handboek versie aug. 2007
Hoofdstuk 8 Avonturen: Spinnenweb
Sporenafdrukken Experiment over paddenstoelen sporen
Voorbereiding
Benodigde materialen verzamelen en klaarzetten
Materiaal
Paddenstoel of zwam Scherp mes Stuk zwart karton Een kom die over de paddestoel past Haarlak/fixeermiddel
Locatie
Buiten / binnen
Aantal deelnemers
Individueel
Uitleg 1) De deelnemer neemt een paddestoel van buiten mee van een plek war er nog veel meer stonden. 2) De steel moet net onder de hoed worden doorgesneden 3) De hoed mag niet beschadigen dus er moet voorzichtig mee om worden gegaan 4) Vervolgens moet de hoed met zijn lamellen naar beneden op het karton worden gelegd met daaroverheen een kom zodat luchtverplaatsing het experiment niet verpest. 5) Het geheel moet een dag blijven staan en dan kan heel voorzichtig de kom eraf worden gehaald 6) Als het goed is, is er nu een patroon van de lamellen of poriën gemaakt door de miljoenen sporen die zijn blijven liggen. 7) Spuit er wat haarlak of fixeermiddel overheen om het te bewaren. Begeleiding
Uitleggen hoe het werkt.
Handboek versie aug. 2007
Hoofdstuk 8 Avonturen: Sporenafdrukken
Speuren naar sporen Een natuur speurtocht waarbij de deelnemers beter leren kijken naar natuursporen. Met behulp van een posten systeem
Voorbereiding
Uitdenken en uitzetten van een route, vergaren van materialen en opdrachten
Materiaal
Diverse materialen afhankelijk van duur tocht, locatie, thema etc.
Locatie
Binnen/ alle buitenlocaties
Aantal deelnemers
15 - 30
Uitleg 1) Start met het maken van 5 verschillende groepjes. 2) Laat elke groep om de paar minuten vertrekken afhankelijk van de totale tijdsduur van het parcour 3) Zorg voor begeleiding bij elke post en mogelijk begeleider per groepje 4) Houd een tijdsplanning aan Begeleiding
Houd de tijd scherp in de gaten.
Toelichting
Zorg tussendoor voor iets te eten/ drinken 10 minuten om te verplaatsen van post naar post (als de posten dicht bij elkaar liggen is de wisseltijd uiteraard korter) Bij 5 posten is de totale activiteitentijd: 5x 20 min. plus 4x 10 min. voor het wisselen; 2 uur en 20 minuten.
Variaties
Verschillende soorten posten Verschillende manieren om op een post uit te komen
Handboek versie aug. 2007
Hoofdstuk 8 Avonturen: Speuren naar sporen
Tastbaar licht Experiment wat gezamenlijk of thuis kan worden gedaan
Voorbereiding
Benodigde materialen verzamelen en klaarzetten
Materiaal
Een kamerplant die wat blaadjes mag missen Paar velletjes zwart plastic (vuilniszak)/ aluminiumfolie Paar knijpers 2 petrischaaltjes/ schoteltjes Spiritus Jodiumoplossing Hittebestendige beker Pannetje Pincet
Locatie
Binnen (eventueel buiten)
Aantal deelnemers
Individueel
Uitleg 1) Wikkel een paar bladeren van de boom of plant in het plastic of folie zodat er geen licht door heen kan. 2) Laat de plant twee dagen staan. 3) Neem na twee dagen een blad dat geen en een blad dat wel licht heeft gehad. 4) Doe wat spiritus in de beker, zet die in een pan met water en verhit dit tot de spiritus kookt. 5) Neem de pan van het vuur en doop met je pincet de beide bladeren een minuut in het hete water en dan in de spiritus tot ze bijna wit zijn. 6) Leg de bladeren vervolgens op een petri-schaal of schoteltje en voeg wat jodium toe. 7) Kijk wat er gebeurt. Alleen het blad waar licht op is gevallen zou blauw/zwart moeten worden wat aangeeft dat er zetmeel in zit en er dus fotosynthese is geweest. Begeleiding
Uitleggen hoe het werkt en bij jongere kinderen begeleiding, vooral bij het verhitting gedeelte met de pan.
Variatie
Dit kan ook met bladeren van bomen buiten
Handboek versie aug. 2007
Hoofdstuk 8 Avonturen: Tastbaar licht
Touwtje trekken Snel 2-tallen vormen
Voorbereiding
Materialen maken en klaar leggen
Materiaal
Touwtjes van ongeveer 40 cm
Locatie
Binnen/ alle buitenlocaties
Aantal deelnemers
Minimaal 4
Uitleg 1) De spelleider pakt voor de helft van het aantal deelnemers een touwtje van ongeveer 40 cm. 2) De spelleider houdt alle touwtjes in een hand samen en dubbel, zo dat alle uiteinden onder de hand bungelen. 3) Iedere speler pakt vervolgens een touwtje vast 4) De spelleider laat daarna de touwtjes los en het wordt duidelijk wie aan wie “vast” zit. Zo kun je tweetallen vormen. Begeleiding
Speluitleg en uitvoering
Handboek versie aug. 2007
Hoofdstuk 8 Avonturen: Touwtje trekken
Vlierbessen limonade Maken van limonade van bloemen van de vlierbes
Voorbereiding
Benodigde materialen verzamelen
Materiaal
10-12 bloemschermen van de vlier 2 citroenen Halve kilo suiker Plasticfolie 2 pannen Mes Zeef of theedoek Afsluitbare lege flessen
Locatie
Binnen, of bij mooi weer buiten
Aantal deelnemers
1-meer
Uitleg 1) Van de vlier moeten 10-12 bloemschermen worden geknipt. 2) Daarna moeten ze goed gewassen worden en in een grote pan gelegd worden met daarbij een liter water. Alle bloemen moeten nu onder water liggen. 3) De citroen moet in stukjes gesneden worden en in de pan erbij gedaan worden 4) Daarna het plasticfolie over de pan doen en hem twee dagen laten staan. 5) Na twee dagen moet het sap door de zeef (of theedoek) afgegoten worden en kunnen de bloemen weggegooid worden 6) Het sap kan in de pan en opgewarmd worden 7) Dan wordt suiker toegevoegd en het geheel moet een paar minuten koken. Hierna wordt de pan van het vuur gehaald de fles gevuld met de warme siroop. 8) Het eindproduct is nu aanmaak siroop dus dat werkt het zelfde als ranja. De siroop kan in een glas en water worden toegevoegd….Lekker! Begeleiding
Let op bij het verwarmen van het sap.
Handboek versie aug. 2007
Hoofdstuk 8 Avonturen: Vlierbessen limonade
Voedselketen Spel als levend stratego met dieren kaartjes
Voorbereiding
Maken van kaartjes en klaar leggen van de materialen
Materiaal
Kaartjes van dieren Overzicht wie wat eet
Locatie
Alle buitenlocaties
Aantal Deelnemers
Minimaal 15
Uitleg Dit spel is gebaseerd op stratego. Een aantal dieren van een voedselketen doen mee. Het doel is je tegenstander op te eten (tikken) en het kaartje vervolgens bij je eigen post in te leveren. De groep met de meeste punten is de winnaar. De dieren die in het spel zitten zijn: 1) Plankton (1 punt, 40 keer) 2) Sardientjes (2 punten, 30 keer) 3) Makreel (3 punten, 20 keer) 4) Zalm (4 punten, 10 keer) 5) Zeehond (10 punten, 6 keer) 6) Zeehonden vergif (7 punten, 6 keer) De deelnemers kunnen elkaars kaartje krijgen door elkaar te tikken, maar let op: niet iedereen kan elkaar opeten. Plankton kan zeehonden vergif eten en alleen gegeten worden door sardientjes. Sardientjes kunnen gegeten worden door Makreel en door Zalm. Makreel en Zalm kunnen gegeten worden door zeehonden. Zeehonden lijken heel sterk maar kunnen niet tegen zeehondenvergif. De grootste vijand van iedereen is de mens. Hij kan alle kaartjes afpakken. Een deelnemer mag nooit meer dan 1 kaartje verzamelen, dus als hij 1 kaartje van de andere groep heeft, dan moet dit zo snel mogelijk ingeleverd worden op de eigen post. Alle kaarten moeten in de hand worden gehouden, het eigen kaartje en het eventueel verzamelde kaartje. Als de deelnemer terug loopt naar de eigen post, met een kaartje van de andere groep kan hij of zij getikt worden. De deelnemer moet dan het eigen kaartje laten zien, net als de tikker. Indien dat kaartje hoger is dan de tikker, mag zijn/haar kaartje ook ingenomen worden. Is het eigen kaartje lager dan moet
Handboek versie aug. 2007Hoofdstuk 8 Avonturen: Voedselketen
het eigen kaartje afgegeven worden. Het al verzamelde kaartje van de andere groep mag naar de eigen post gebracht worden. Alleen in deze situatie mag een deelnemer dus 2 (of meer) kaartjes van de andere groep naar de eigen post brengen. In alle andere situaties is het vals spelen. Begeleiding
1
Uitleggen en begeleiding en “mens” spelen
2
3
4
10
7
Handboek versie aug. 2007Hoofdstuk 8 Avonturen: Voedselketen
Vogelnest Het zelf bouwen van een vogelnestje
Voorbereiding
Benodigde materialen verzamelen en klaarzetten
Materiaal
Twijgjes Kleine takjes Modder Vulling voor je nest zoals gras, hooi, haar, bladeren of mos etc etc.
Locatie
Binnen/buiten
Aantal deelnemers
Individueel
Uitleg 1) Maak een basis voor je vogelnestje. Dat doe je door een aantal takjes rond te buigen en daar binnen over de lengte takjes te laten lopen. 2) Als je een redelijk basis hebt van takjes kan je die gaan opvullen met modder. Smeer dit gewoon over je takjes heen. 3) Als je dit hebt kan je langzaam maar zeker naar boven je randen opbouwen. Doe dit met wat grotere takjes, modder maar ook met zachtere materialen. 4) Zorg ervoor dat de binnen kant zacht wordt om eventuele eitjes te beschermen maar dat de rand ook sterk wordt. 5) Wanneer je nestje droog en klaar is kan je hem op een mooie plek bijvoorbeeld in een heg in je tuin neerleggen. Begeleiding
Uitleggen hoe het werkt
Handboek versie aug. 2007
Hoofdstuk 8 Avonturen: Vogelnest
Voorspel WILDweer Knutsel maken van een barometer
Voorbereiding
Benodigde materialen verzamelen en klaarzetten
Materiaal
Grote lege glazen pot Ballon Elastiekje Rietje Stuk karton (25 x 5 cm) Plankje (20 x 10 cm) Lijm Stift Schaar
Locatie
Binnen/buiten
Aantal deelnemers
Max. 5 per begeleider
Uitleg 1) Knip uit de ballon een zo groot mogelijke cirkel. 2) Trek hem over de opening van de glazen pot en zet het vast met een rietje. 3) Knip vervolgens een schuin puntje van je rietje af en lijn dat vast in het midden van de ballon op de pot. 4) Vouw een stukje karton om een lijm die kant op het plankje. Zo staat je karton omhoog. 5) Zet de pot naast het stuk karton op het plankje en lijm het vast als je wilt. Zorg ervoor dat je rietje naar het karton wijst (bijna er tegen aan). Schrijf op het karton boven het rietje “mooi weer” of een zonnetje en onder het rietje “slecht weer” of een wolkje. De barometer is nu klaar. Als het slecht weer wordt zal het rietje omlaag gaan, bij goed weer omhoog. Begeleiding
Uitleggen hoe de barometer werkt, helpen bij het maken (en uitleg van de luchtdruktheorie erachter).
Opmerking
Dit knutselexperiment past goed in het thema ‘Het weer’
Handboek versie aug. 2007
Hoofdstuk 8 Avonturen: Voorspel WILDweer
Waar is mijn laars? Met behulp van kleding groepen maken van diverse grootte
Voorbereiding
Geen
Materiaal
De linker schoen, laars of sok van iedere deelnemer
Locatie
Binnen/ alle buitenlocaties
Aantal deelnemers
Minimaal 4
Uitleg 1) De spelleider vraagt van iedere deelnemer de linker schoen, laars of sok. 2) Uit de hele berg haalt de spelleider willekeurig een schoen, laars of sok en verdeelt deze over het gewenste aantal groepjes. 3) De deelnemers zoeken hun schoen, laars of sok op en komen er zo achter met wie ze in een groep zitten. Begeleiding
Speluitleg en begeleiding
Variatie
Rechter schoen, laars, sok
Handboek versie aug. 2007
Hoofdstuk 8 Avonturen: Waar is mijn laars?
WILD waterklok Knutsel maken van een waterklok
Voorbereiding
Benodigde materialen verzamelen en klaarzetten
Materiaal
2 even grote blikjes Plankje (40 x 15 cm) Dun spijkertje Watervaste stift Watervast plakband Meetlint Gietertje met water Horloge
Locatie
Binnen/buiten
Aantal deelnemers
Individueel
Uitleg 1) Sla in de bodem van een van de blikjes een klein gaatje. 2) Maak met je watervaste stift en met behulp van het meetlint in het andere blikje een schaalverdeling. 3) Plak beide blikjes met het plakband goed vast aan de plank. Het blikje met het gaatje boven en 10 cm daaronder het blikje met de schaalverdeling. Beide met de opening naar boven. 4) Houd nu het gaatje dicht met je vinger en vul het bovenste blikje tot aan de rand. 5) Haal dan je vinger van het gaatje en meet hoe lang het duurt voordat het water de maatstreepjes in het onderste blikje heeft bereikt. 6) Schrijf eventueel als het onderste blik weer droog is de tijd bij elke streepje. Je waterklok is klaar. Begeleiding
Uitleggen hoe het werkt begeleiden bij maken.
Handboek versie aug. 2007
Hoofdstuk 8 Avonturen: WILD waterklok
WILD geheugen Kennismaking spel voor groepen van maximaal 15 personen.
Voorbereiding
Materiaal met namen erop (bv stamschijfje)
Materiaal
Geen
Locatie
Binnen
Aantal deelnemers
Maximaal 15
Uitleg Aansluitend op het stamschijven zagen kan dit memorie spel gespeeld worden. 1) Alle deelnemers leggen hun stamschijfjes op zijn kop neer op de tafel. 2) Speler 1 pakt een schijfje kijkt welke naam erop staat en wijst de persoon aan met die naam. Indien dit goed is mag de speler de schijf (tijdelijk) houden en een volgende pakken. Is het fout dan moet de schijf terug worden gelegd en door de stapel worden gehusseld. Ook moet de persoon wiens naam erop stond zich even laten zien. 3) De volgende in de rij is aan de beurt en of diegene die aangewezen wordt door de begeleider. 4) De speler ie aan het eind de meeste stamschijfjes heeft verzameld is de winnaar. Begeleiding
Uitleggen en begeleiden
Variatie
Dit kan met stamschijfjes maar ook met papiertjes. Het is echter wel het leukste om alles met natuurlijke materialen te doen.
Handboek versie aug. 2007
Hoofdstuk 8 Avonturen: WILD geheugen
WILD kokkerellen Het koken op een kampvuur
Voorbereiding
Benodigde materialen verzamelen en klaarzetten vuur maken
Materiaal
Sinaasappel Eitje Peper en zout Aardappels Aluminiumfolie Appels Mesje Kaneel Suiker Rozijntjes Goed klevend plakband of touwtjes Waskrijtje
Locatie
Buiten
Aantal deelnemers
Minimaal 10
Uitleg In de warme as van een kampvuur kun je verschillende lekkere dingen klaarmaken. Zorg eerst dat je het vuur flink opstookt en dat alle takken e.d. opgebrand zijn. Zorg dat er alleen nog hete as ligt en er geen echte vlammen meer zijn. 1) Hol een sinaasappel uit en eet het vruchtvlees lekker op. Tik nu een eitje kapot en vul beide helften met het ei. Zet nu je sinaasappel-pannetje in de gloeiend hete as. Na ongeveer 5 minuutjes is je eitje klaar en met wat peper en zout heerlijk te eten. 2) Neem een aantal middelgrote aardappelen en schrob de schil goed schoon. Haal NIET de schil eraf. Prik wat gaatjes in de schil en rol de aardappelen daarna stuk voor stuk in aluminiumfolie. Leg ze vervolgens een kwartiertje tot een half uur in de hete as. Haal het geheel dan voorzichtig uit het vuur en lepel de gepofte aardappel lekker uit.
Handboek versie aug. 2007
Hoofdstuk 8 Avonturen: WILD kokkerellen
3) Steek het klokhuis uit de appel. Zet de appel op een stuk aluminiumfolie en vul het gat met rozijntjes, kaneel en suiker. Vouw het folie er helemaal omheen en leg hem in de as. Afhankelijk van de temperatuur is je appel ongeveer met 30 minuutjes klaar. Eet smakelijk! Begeleiding
Uitleggen hoe alles werkt, Let op! Strakke begeleiding i.v.m. vuur en hete as.
Variatie
Kan natuurlijk ook voor ontbijt, lunch of avondeten
Handboek versie aug. 2007
Hoofdstuk 8 Avonturen: WILD kokkerellen
WILDe kwartet Natuur gericht en educatief kwartet spel
Voorbereiding
Materiaal klaarleggen
Materiaal
Dik papier Plakband Pen/potlood
Locatie
Binnen en buiten
Aantal deelnemers
Minimaal 5
Uitleg Dit kwartet spel is educatief en leuk.. 1) Alle deelnemers gaan erop uit om een x aantal bladeren of bloemen te verzamelen, één van iedere soort 2) De deelnemers benoemen en categoriseren ze en plakken ze met plakband op een papiertje 3) Categorieën kunnen zijn “bomen”, “grassen”, “bloemen” enzovoorts 3) De papiertjes worden dicht en willekeurig neergelegd. 4) Kwartet kan beginnen. Begeleiding
Uitleggen en begeleiden
Variatie
Om het moeilijker te maken kan je de categorieën moeilijker maken; denk aan een aantal planten binnen een bepaalde familie
Handboek versie aug. 2007
Hoofdstuk 8 Avonturen: WILDe kwartet
WILDe Pannenkoekentaart Bakken van pannenkoeken met natuurlijke ingrediënten
Voorbereiding
Benodigde materialen verzamelen
Materiaal
2-3 kopjes met jonge brandnetel blaadjes 125 gram meel 2 eieren Kwart liter melk Zout Zonnebloemolie Boter Mes Snijplank Garde Grote pan Koekenpan Houten schepje om pannenkoeken te keren
Locatie
Binnen, of bij mooi weer buiten
Aantal deelnemers
Minimaal 10
Uitleg 1) Doe het meel in een bak. 2) Doe steeds een scheutje melk bij de bloem en roer ondertussen goed met de garde zodat er een glad papje ontstaat. 3) Voeg dan de eieren toe en roer die goed door het mengsel. 4) Doe wat zout erdoor (niet te veel) en laat het beslag een half uurtje staan. 5) Snij nu de brandnetelblaadjes klein. Roer de brandnetels door het beslag heen. 6) Doe olie in de pan en schep er wat beslag in. 7) Bak de pannenkoek aan beide kanten bruin. 8) Is de pannenkoek klaar leg hem dan op een bord en smeer er wat boter op. 9) De volgende pannenkoeken komen hier steeds met wat boter erop ertussen 10) Als je klaar bent met bakken is je taart klaar en kan je er een puntje van af snijden. Eet smakelijk!
Handboek versie aug. 2007Hoofdstuk 8 Avonturen: WILDe pannenkoekentaart
Begeleiding
Eventueel begeleiden.
Variatie
I.p.v. boter kun je er natuurlijk ook jam, chocoladepasta of iets anders tussen smeren.
Handboek versie aug. 2007Hoofdstuk 8 Avonturen: WILDe pannenkoekentaart
WILD geluiden mysterie Groepen verdelen in verschillende grootte door middel van geluidspel
Voorbereiding
Maak evenzoveel filmdoosjes klaar als dat er deelnemers zijn. Vul de doosjes met verschillende materialen zoals steentjes, lucifers, zand, niets, water, zout etc. Vul meerdere doosjes met hetzelfde materiaal.
Materiaal
Filmdoosjes Steentjes Zand Water Lucifers (etc.)
Locatie
Binnen/ alle buitenlocaties
Aantal deelnemers
4 - meer
Uitleg 1) De begeleider vertelt dat het belangrijk is om als WILDzoeker goed te kunnen luisteren. 2) Elke deelnemer ontvangt een filmdoosje. 3) De begeleider vertelt: “We zijn geluidsdetectives. Maak een groepje met deelnemers die dezelfde stof in hun filmdoosje hebben. Je mag de doosjes niet openmaken, je mag er alleen mee schudden.” 3) Door met het doosje te schudden zoekt elke deelnemer naar de anderen van zijn groepje met het doosje dat hetzelfde geluid maakt. Begeleiding
Spel uitleg en begeleiding
Handboek versie aug. 2007 Hoofdstuk 8 Avonturen: WILD geluiden mysterie
WILDe aanval Bal spel doen met grote groep
Voorbereiding
Klaarzetten materialen uitzetten veld
Materiaal
Bal(len) Lintjes voor de teams
Locatie
Alle buitenlocaties
Aantal Deelnemers
Minimaal 12
Uitleg Het spel speelt zich af op een veldje of een stukje strand wat als volgt is ingedeeld: een doelgebied aan het ene eind van het veld, over de hele breedte en aan de andere kant twee startgebieden waar het recht van aanval kan worden gehaald. Het ene startgebied is voor de ene partij, de andere voor de andere partij. In het startgebied mag slechts één persoon van die partij staan, alle anderen blijven er buiten. Nadat er twee ongeveer gelijkwaardige partijen zijn gevormd, wordt de bal door de scheidsrechter in het veld gegooid. De partij die de bal vangt brengt de bal eerst naar hun startplaats. Zo gauw dit gelukt is mogen ze proberen te door de bal over te gooien naar hun teamgenoten om te gaan scoren. Om te scoren moet de bal dus naar de andere kant van het speelveld. Omdat er niet gelopen mag worden met de bal, moet dit dus gebeuren door overgooien. Voordat er gescoord kan worden, moet de bal eerst door drie teamgenoten overgespeeld worden. Het is alleen een doelpunt als de bal achter de doellijn wordt gevangen. Als er een doelpunt gemaakt wordt, krijgt de tegenpartij de bal en mag uitgooien vanuit het startgebied. Als de bal niet gevangen wordt, de grond raakt of de tegenpartij vangt de bal, dan moet eerst weer opnieuw het recht van aanval gehaald worden. De bal mag door de tegenpartij gevangen worden, maar niet uit de handen geslagen worden. Twee/drie scheidsrechters houden het spelverloop in de gaten. Begeleiding
1 scheidsrechter en wat ballen halers
Handboek versie aug. 2007
Hoofdstuk 8 Avonturen: WILDe aanval
WILDe bingo Een kennismakingsspel waarbij de deelnemers door middel van een bingospel met elkaar kennismaken.
Voorbereiding
Materialen klaarzetten
Materiaal
Pen/ potlood Bingokaart (eigenschappen)
Locatie
Binnen/ alle buitenlocaties
Aantal deelnemers
12-35
Uitleg 1) Elke deelnemer krijgt een bingokaart en een pen/ potlood. 2) De deelnemer moet andere deelnemers zoeken die een bepaalde eigenschap hebben die op de bingokaart staat. 3) Als de deelnemer iemand gevonden heeft, schrijft hij of zij de naam van die persoon in het vakje met de eigenschap. 4) Als er vijf namen op rij staan; horizontaal, verticaal of diagonaal, roep je “Bingo!” Ga daarna door tot een tweede ‘Bingo’ is gemaakt enzovoort. Begeleiding
Om het spel af te ronden roept de begeleider hard “Bingo!”. Wie de meeste bingo’s heeft, is de winnaar.
Toelichting
De Bingokaarten kunnen natuurlijk aangepast worden aan de interesses/ belevingswereld van de deelnemers.
Variaties
De deelnemers worden verdeeld in groepjes van 3 à 4 personen. Zoek gedurende 2 minuten naar 5 gemeenschappelijke kenmerken. Wie klaar is roept “Bingo!” Om het moeilijker te maken kun je ervoor kiezen om deelnemers maximaal 2 keer aan dezelfde persoon een eigenschap te vragen. Ook kun je ervoor kiezen om per eigenschap maximaal 2 keer een persoon te vragen. Dit kan niet met de jongste kinderen en ook niet met een erg grote groep.
Handboek versie aug. 2007
Hoofdstuk 8 Avonturen: WILDe bingo
WILDe diergeluiden maken 2-tallen vormen door middel van imitatie spel
Voorbereiding
Materialen klaar leggen
Materiaal
Kaartje met dierennaam Blinddoek (eventueel)
Locatie
Binnen/ alle buitenlocaties
Aantal deelnemers
Minimaal 4
Uitleg 1) Iedere deelnemer trekt een kaartje waarop een dierennaam staat. Van elke dier zijn twee kaartjes en van elkaar weet je niet welk dier je hebt. 2) Op het teken van de spelleider maakt iedereen het geluid van het dier dat op het kaartje staat. Een goudvis is bijvoorbeeld “blub….blub”, een muis “ piep…..piep”. 3) Muizen zorgen ervoor andere muizen te vinden 4) Zo worden tweetallen gevormd Als het donker is volstaat het uitdoen van het licht. Overdag kan ervoor gekozen worden om met blinddoeken te werken (theedoek) Begeleiding
Spel uitleggen en begeleiden
Variatie
Je kan dit ook met gebaren doen i.p.v. geluiden.
Handboek versie aug. 2007
Hoofdstuk 8 Avonturen: WILDe diergeluiden
WILDe foto Kennismakingsspel voor groepen die elkaar al kennen.
Voorbereiding
Geen
Materiaal
Geen
Locatie
Binnen/ alle buitenlocaties
Aantal deelnemers
12-35 per keer
Uitleg 1) De deelnemers maken een opstelling zoals voor een groepsfoto. 2) De begeleider vraagt één vrijwilliger om fotograaf te zijn. 3) Als één deelnemer zich meldt legt de begeleider het spel uit. ‘Kijk goed naar de groep en maak een foto die je opslaat in je geheugen. Als je klaar bent, ga je naar buiten/loop je even weg. Als je daarna terug komt, zoek je de drie personen die op een andere plaats staan en de persoon die verdwenen is.’ 4) De fotograaf kijkt hoe de groep staat en gaat weg als de ‘foto’ opgeslagen is. 5) Drie personen gaan op een andere plaats staan/ zitten, één persoon verstopt zich ergens. 6) De fotograaf komt weer binnen en zoekt de verschillen en wie er is verdwenen. Begeleiding
Speel het spel een paar keer achtereen, telkens met een andere fotograaf. Let erop dat niet meer dan drie personen van plaats wisselen, anders is het te moeilijk voor de fotograaf.
Toelichting
Gezellig spel om creatief met elkaar in contact te komen.
Variaties
Speel het spel met twee groepen tegen elkaar. Eén groep vormt de groepsfoto. Drie deelnemers uit de andere groep zijn de fotograven.
Handboek versie aug. 2007
Hoofdstuk 8 Avonturen: WILDe fotoe
WILDegroei Experiment over de groeirichting van een wortel
Voorbereiding
Benodigde materialen verzamelen en klaarzetten
Materiaal
Jampot met deksel Steun van ijzerdraad Een boon Lijm Watten
Locatie
Binnen
Aantal deelnemers
Individueel
Uitleg 1) Lijm het ijzerdraad op de bodem van de pot vast. 2) Leg de boon op het draad en prop vervolgens vochtige watten in de pot zodat die redelijk gevuld is. 3) Schroef vervolgens de deksel erop. 4) Nu moet je enkele dagen wachten totdat de boon een scheut en een wortel heeft gemaakt. 5) Kijk goed in welke richting de wortel groeit. 6) Zet dan de pot op zijn kop in het donker. 7) Als je dan weer na enkele tijd kijkt zie je dat de wortel weer naar beneden aan het groeien is. 8) Als je dit herhaalt zie je dat de wortel altijd naar beneden groeit, met of zonder licht. Begeleiding
Uitleggen hoe het werkt.
Variatie
Licht of donker
Handboek versie aug. 2007
Hoofdstuk 8 Avonturen: WILDegroei
WILDe herinnering Een snel spel waarbij de deelnemer geprikkeld wordt goed te observeren
Voorbereiding
Benodigde materialen verzamelen en klaar zetten
Materiaal
Bakje (thee)doek Verschillende materialen uit de natuur zoals een schelp, blad, kastanje, bloem, etc. verschillende voorwerpen die niet uit de natuur komen
Locatie
Binnen / alle buitenlocaties
Aantal deelnemers
2-5 per keer
Uitleg 1) De deelnemers mogen 2 minuten goed kijken naar de verzamelde natuur objecten in het bakje. 2) Nadat de kijktijd verstreken is, legt de begeleider een doek over het bakje zodat alle objecten niet meer zichtbaar zijn. 3) Om en om mogen de deelnemers zeggen wat ze hebben gezien. 4) Het groepje dat de meeste objecten kan noemen is winnaar. Begeleiding
Leg voordat je de objecten laat zien de bedoeling van het spel uit.
Variatie
Laat de deelnemers 2 minuten kijken. Neem, zonder dat ze het kunnen zien, 2 of 3 objecten weg uit het bakje. Wie weet wat er mist?
Handboek versie aug. 2007
Hoofdstuk 8 Avonturen: WILDe herinnering
WILDe memorie Natuur gericht en educatief memorie spel
Voorbereiding
Materiaal klaarleggen
Materiaal
Dik papier Plakband Pen/potlood
Locatie
Binnen en buiten
Aantal deelnemers
Minimaal 5
Uitleg Dit memorie spel is educatief en leuk. De uitleg hieronder is uitgegaan van bloemplanten. 1) Alle deelnemers gaan erop uit om een x aantal bloemen te verzamelen, twee van iedere soort 2) De deelnemers benoemen die en plakken ze met plakband op een papiertje 3) De papiertjes worden dicht en willekeurig neergelegd. 4) Memorie kan beginnen. Begeleiding
Uitleggen en begeleiden
Variatie
De jongere deelnemers hoeven niet te benoemen Bloemen (planten en bomen) Bladeren (planten en bomen) Schors Plantennamen en bloemen
Handboek versie aug. 2007
Hoofdstuk 8 Avonturen: WILDe memorie
WILDe natuur Groepen maken met behulp van kennis van de natuur
Voorbereiding
Materialen maken
Materiaal
Kaartjes met naam en of tekening van bomen en struiken
Locatie
Bos
Aantal deelnemers
Minimaal 4
Uitleg 1) De deelnemer pakt een kaartje met daarop de naam en of tekening van bomen en of struiken die op die plaats in het bos zijn. 2) Elke speler mag 1 kaartje trekken. 3) Op het teken van de spelleider gaat iedere speler bij “zijn” boom of struik staan. 4) Vervolgens gaan alle spelers van dezelfde struik of boom bij elkaar in de groep. Begeleiding
Speluitleg en begeleiding
Variatie
Je kan ook de kinderen zelf kaartjes laten maken dit valt dan onder het spel. Hoe meer verschillende bomen of struiken, hoe meer groepen
Handboek versie aug. 2007
Hoofdstuk 8 Avonturen: WILDe natuur
WILDe plakkers Groepen maken op willekeurige basis
Voorbereiding
Materiaal verzamelen en klaar zetten
Materiaal
Gekleurde vellen papier en of stickers
Locatie
Binnen
Aantal deelnemers
Minimaal 4
Uitleg 1) Onder elke stoel zijn gekleurde stippen aangebracht door de spelleider. Net zoveel verschillende kleuren als groepen. 2) De spelers mogen gaan zitten zonder te kijken 3) Op teken van de spelleider kijken de deelnemers, kleur bij kleur is een groep Begeleiding
Speluitleg en begeleiding
Handboek versie aug. 2007
Hoofdstuk 8 Avonturen: WILDe plakkers
WILDe puzzel Verschillend aantal en verschillend groepsgrootte maken
Voorbereiding
Voldoende puzzelkaarten maken
Materiaal
Ansichtkaarten Schaar
Locatie
Binnen/ alle buitenlocaties
Aantal deelnemers
Minimaal 4
Uitleg 1) De begeleider verknipt net zoveel ansichtkaarten als dat er groepjes gevormd moeten worden. 2) Elke ansichtkaart is in zoveel stukjes geknipt als dat er deelnemers per groepje zijn. Voorbeeld: je wilt 4 groepjes van elk 5 deelnemers krijgen. Dan verknip je 4 ansichtkaarten, elk in 5 stukjes. 3) De verknipte stukken worden willekeurig uitgedeeld aan de deelnemers. 4) De deelnemers zoeken degene op met de andere puzzelstukken 5) De deelnemers vinden de andere personen van hun groepje door de puzzel (ansichtkaart) weer heel te maken. Begeleiding
Uitleg en uitvoer spel
Variatie
Dit kan ook met kleuren vellen voor de allerjongsten
Handboek versie aug. 2007
Hoofdstuk 8 Avonturen: WILDe puzzel
WILDe waterkijker Fabriceren van een tool om onder water te kijken
Voorbereiding
Benodigde materialen verzamelen en kaarzetten.
Materiaal
IJsbak met goed sluitende deksel Schaar en of mes Watervaste stift/verf zwart Plakfolie/ helder cellofaan
Locatie
Binnen (naar buiten)
Aantal deelnemers
Individueel
Uitleg 1) Snij de bodem uit de ijsbak en het midden uit de deksel. 2) Schilder de binnenkant van de bak zwart zodat de schitteringen van het water worden tegengegaan. 3) Span het folie over de bak heen en zet de deksel erop zodat de folie wordt vastgehouden. 4) Duw de folie tegen het water oppervlak en kijk! Begeleiding
Uitleggen en helpen maken van de kijker
Variatie
Spelelement kan worden toegevoegd door dit zo snel mogelijk te doen en vervolgens onder water te kijken wat voor figuren er op de bodem liggen die zonder deze kijker niet te zien zijn. Zonder spelelement kan er gewoon gekeken worden naar wat er allemaal te zien is.
Handboek versie aug. 2007
Hoofdstuk 8 Avonturen: WILDe waterkijker
WILDe wormenwedstrijd Vangen van vormen op verschillende manieren
Voorbereiding
Verzamelen van materialen.
Materiaal
Gieter Riek
Locatie
Buiten
Aantal deelnemers
Minimaal 3
Uitleg De grond onder je voeten zit vol met leven. De regenworm is bij iedereen wel bekend, maar krijgt niet vaak de waardering die het verdiend. De wormenwedstrijd is een korte activiteit om het thema wormen en bodemleven te introduceren. 1) Zoek een grasveld 2) Deelnemers worden in drie groepen verdeeld 3) Zet drie vierkante meters af 4) Elke groep krijgt drie minuten om zoveel mogelijk wormen te lokken. Groep 1 met een riek (in de grond steken op meerdere plaatsen en de steel bewegen). Groep 2 door het vak te besproeien met water. Groep 3 door op de grond te trappelen. Let op hoopjes wormenpoep en molshopen. Je kunt de deelnemers hier ook zelf naar laten zoeken.. Probeer er achter te komen wat het beste werkt en de verschillen te verklaren (hoe gaat het in de natuur) Begeleiding
Zorg voor goede begeleiding omdat er o.a. wordt gewerkt met een riek.
Variatie
De gevangen wormen kunnen eventueel bekeken worden. Je kunt dit proberen op verschillende typen grond. Of in je achtertuin.. de compost hoop etc.
Handboek versie aug. 2007 Hoofdstuk 8 Avonturen: WILDe wormenwedstrijd
WILDe zeeslag Bal spel doen met grote groep
Voorbereiding
Geschikte locatie zoeken en gereedmaken
Materiaal
Zachte bal Palen en een net Laken(s) Lint of pionnen om veld aan te geven
Locatie
Alle buitenlocaties
Aantal Deelnemers
Minimaal 16
Uitleg Twee teams spelen tegen elkaar. Elke team heeft bommenwerpers en slagschepen, verhouding 1:3. Ze kunnen elkaar niet zien. 1) Bommenwerpers mogen lopen, de schepen moeten op de grond blijven liggen/staan (naar keuze & afhankelijk van het weer). De schepen mogen niet verplaatsen of bewegen als de tegenpartij gaat gooien. 2) Bommenwerpers van team A gooien de bal over het net naar team B. Als een schip geraakt wordt zinkt deze en de deelnemer moet achter het eigen veld gaan staan en doet niet meer mee. 3) Als een bommenwerper van team A de gegooide bal van team B raakt voordat deze de grond raakt is hij/zij af. Bommenwerpers moeten dus weglopen voor de bal. 4) Als alle schepen van een team gezonken zijn dan is het spel afgelopen. De rollen van de schepen en bommenwerpers kunnen eventueel wisselen. Begeleiding
1 scheidsrechter en wat ballen halers
Handboek versie aug. 2007
Hoofdstuk 8 Avonturen: WILDe zeeslag
WILDekleuren Experiment over transport van vocht in een plant/bloem
Voorbereiding
Benodigde materialen verzamelen en klaarzetten
Materiaal
2 glazen Paar druppels levensmiddelenkleurstof Een lichtgekleurde bloem met een lange stengel Een scherp mes/schaar Plakband
Locatie
Binnen
Aantal deelnemers
Individueel
Uitleg 1) Vul de twee glazen met water en doe in een ervan kleurstof. 2) Splits vervolgens de steel van de bloem over de lengte tot ongeveer halverwege. 3) Wind wat plakband om de steel om te voorkomen dat hij verder splijt. 4) Zet elke helft van de gespleten steel in een glas. Zet het geheel neer en wacht een paar uur. 5) Hoe zonnigere hoe sneller (ook boven de kachel). Als je gaat kijken na een paar uur zie je dat de ene helft van het bloemetje licht is gebleven en de andere helft gekleurd is geworden. Begeleiding
Uitleggen hoe het werkt.
Variatie
Gehele bloem in gekleurd water
Handboek versie aug. 2007
Hoofdstuk 8 Avonturen: WILDe kleuren
WILDerige bingo Bingo spel voor meerdere deelnemers
Voorbereiding
Bedenken opdrachten verzamelen materialen.
Materiaal
Dobbelsteen Pen/papier Opdrachtblad
Locatie
Alle buitenlocaties
Aantal Deelnemers
4-15
Uitleg 1 2 3 4
5 6
Iedere deelnemer schrijft de getallen 1 t/m 6 in willekeurige volgorde op, onder elkaar. Elk getal mag maar 1 keer voorkomen. De spelleider gooit met één dobbelsteen. De kinderen die het gegooide getal bovenaan hun lijstje hebben staan, staan op. Deze kinderen krijgen een opdracht van de spelleider. Het kind dat als eerste aan de opdracht voldoet, mag het getal wegstrepen. De verliezende kinderen strepen het getal ook door, maar zetten hetzelfde getal weer onderaan hun lijstje. Het kind dat als eerste al zijn getallen heeft weggestreept, heeft gewonnen. Kinderen die een antwoord voorzeggen, krijgen er een getal bij.
Voorbeeld opdrachten: 1. Breng een vies en een vuil kledingstuk van jezelf 2. Breng 2 niet-natuurlijke materialen van buiten 3. Maak een zo lang mogelijke materialenketting binnen 3 minuten 4. Schrijf zoveel mogelijk woorden op die beginnen met de letter ……… in 2 minuten 5. Schrijf zoveel mogelijk meisjesnamen op die beginnen met de letter ……… in 2 minuten 6. Schrijf zoveel mogelijk dierennamen op die beginnen met de letter ……… in 2 minuten 7. Schrijf een zo lang mogelijke woordenketting op in 2 minuten, zie voor een categorie hierboven. 8. Breng je tandenborstel met tandpasta hierop. Begeleiding
Uitleggen en begeleiding
Handboek versie aug. 2007
Hoofdstuk 8 Avonturen: WILDerige bingo
WILDportret Individueel kennismakingsspel. Geschikt wanneer de deelnemers elkaar bij naam willen kennen en meer
Voorbereiding
Materiaal verzamelen en klaarleggen.
Materiaal
Flap papier Pen/potlood/stiften Eventueel magazines Schaar Lijm
Locatie
Binnen
Aantal deelnemers
2 - meer
Uitleg 1) Iedere deelnemer werkt aan zijn eigen presentatie onder het motto “dat ben ik”. 2) Op een flap papier, voor iedereen even groot, moet het worden gedaan. Teksten en tekeningen illustreren wie en wat de deelnemer is. Bijvoorbeeld naam en adres, hobby’s, huisdieren, duim, hand of schoenafdruk, lichaamsgrootte etc. 3) Als het werkstuk klaar is wordt het tentoongesteld. Iedereen kan ernaar kijken. Begeleiding
Help de deelnemers daar waar ze er niet uit komen. Stimuleer hun bezigheid en geef ze vooral de vrije hand. Probeer niet voor te zeggen hoe het eruit moet zien maar moedig ze aan vooral erop te zetten wat ze belangrijke vinden.
Variaties
Eventueel met knipsels en plaksels. Mogelijk hierna een spelvorm aan vast plakken. Kinderen de tentoonstelling laten checken en daarna een hobby opnoemen. Spelers moeten dan de juiste bijbehorende persoon noemen. Dat kan ook andersom, noem een persoon en vraag naar de hobby’s.
Handboek versie aug. 2007
Hoofdstuk 8 Avonturen: WILDportret
Zeep boot Experiment beweging door oppervlakte spanning
Voorbereiding
Benodigde materialen verzamelen en klaarzetten
Materiaal
Papier Schaar Zeep blok Kom water
Locatie
Binnen
Aantal deelnemers
Individueel
Uitleg 1) Knip wat kleine figuurtje uit je papier. Een driehoek werkt het best maar een bootjesvorm is ook prima. 2) Haal wat zeep van het blok af door van je af te strijken met een schaar of een mes. 3) Leg een stukje zeep op je papier zodat er een deel op het papier ligt en een deel van de zeep uitsteekt. 4) Leg het geheel voorzichtig in het water. 5) Als het goed is gaat je bootje nu bewegen door de kracht van de oppervlakte spanning. De zeepkant is nu de achterkant van je boot. Begeleiding
Uitleggen hoe het werkt. Oppervlaktespanning van het water.
Variatie
Grapje met een paperclip. Leg een paperclip voorzichtig op het water. De paperclip zal zinken. Geen verrassing. Leg de paperclip nu op een blaadje papier en breng het blaadje papier langzaam onder water. De paperclip zal door de veranderde oppervlakte spanning van het water blijven drijven.
Handboek versie aug. 2007
Hoofdstuk 8 Avonturen: Zeep boot
Zuurstof productie Experiment zuurstof productie met waterplanten
Voorbereiding
Benodigde materialen verzamelen en klaarzetten
Materiaal
Glazen pot Wier of waterplanten Plastic trechter Reageerbuisje Lamp Aquariumbak
Locatie
Binnen / buiten
Aantal deelnemers
Individueel
Uitleg 1) Vul het aquarium en de glazenpot met water. 2) Vul de glazen pot vervolgens met waterplanten. 3) Doe de pot in het aquarium en doe de trechter er ondersteboven op. Het grootste deel van de trechter moet onder water zitten anders werkt het niet. De waterplanten moeten geheel onder water zijn. 4) Vul het reageerbuisje met water uit het aquarium en doe het buisje ondersteboven op de trechter. Zorg dat het buisje gevuld blijft met water als je dit doet. 5) Plaats het geheel op een zonnige plek of zet er een felle lamp op. Nu is het een kwestie van wachten. 6) Na een tijd beginnen er zich kleine bubbels te vormen die opstijgen en zich in het reageerbuisje verzamelen. Dit is zuurstof. 7) Dit kun je testen door een lucifer aan te steken en zo uit te blazen dat ie alleen nog gloeit. Haal het buisje uit de opstelling gooi snel het water eruit en steek nog sneller je lucifer erin. Als de lucifer weer gaat branden heb je zuurstof! Begeleiding
Uitleggen hoe het werkt. Hoe ontstaat zuurstof in het water? Begeleiden
Handboek versie aug. 2007
Hoofdstuk 8 Avonturen: Zuurstof productie