Analyse Vijfde Groep Onderzoek
VOORBEELD Naam School Groep 5/5a/5b Schooljaar 2014-2015
Inleiding VGO en HGW Het analyseren van het VGO vormt een goede basis om de onderwijsbehoeften van groep 5 in kaart te brengen en leerlingen te clusteren met vergelijkbare onderwijsbehoeften. Bij het analyseren van de VGO-resultaten wordt de nieuwe HGW-cyclus van Noëlle Pameijer gevolgd (2015). In deze cyclus ligt de nadruk op het signaleren en analyseren op groepsniveau. Als de onderwijsbehoeften op groepsniveau in kaart zijn gebracht, kan vervolgens aandacht besteed worden aan individuele leerlingen die andere of extra ondersteuning nodig hebben. De onderwijsbehoeften van deze specifieke leerlingen worden gevormd en kunnen eventueel geclusterd worden. Mede op basis van deze onderwijsbehoeften kan het groepsplan opgesteld worden.
Noëlle Pameijer, 2015
Opbrengst en opbouw van de bespreking: Er hebben … leerlingen uit groep 5/5a/5b deelgenomen aan het VGO. De bespreking van de VGO resultaten zal zich vooral richten op stap 1 tot en met 4 van de HGW cyclus. De resultaten worden per onderdeel op groepsniveau bekeken, waarbij de opvallende punten en de onderwijsbehoeften van de groep naar voren komen. Vervolgens is er de ruimte om individuele leerlingen te bespreken die extra ondersteuning nodig hebben. Bij de analyse van de Cito-resultaten kunnen de opgestelde onderwijsbehoeften een bijdrage leveren aan de gewenste groei. De resultaten kunnen een aanzet geven op het opstellen van of een aanvulling zijn op het groepsplan. Voordat de resultaten van de groep besproken worden, is het nuttig om na te denken over de opbrengst en opbouw van de bespreking. Wanneer is de bespreking voor jullie zinvol geweest? Wat wil je dat het VGO je oplevert? Heb je als leerkracht specifieke vragen over de groep? Welke leerlingen wil je in ieder geval individueel bespreken?
2
Stap 1: Analyse van de VGO-scores op groepsniveau 1. Plaatjes Ordenen Het onderdeel Plaatjes Ordenen doet een beroep op het oorzaak-gevolg redeneren met betrekking tot sociale situaties en plannen. De leerling bepaalt de juiste volgorde in een serie van vier tot vijf plaatjes, zodat er een logisch verhaal ontstaat. Leerlingen die laag scoren op dit onderdeel kunnen moeite hebben met het overzien van sociale situaties of moeite hebben met plannen of het overzien van de lesstof en opdrachten. Ook kan het zo zijn dat er zich problemen voordoen met betrekking tot het talig redeneren (bijvoorbeeld veroorzaakt door een beperkte woordenschat). Onderstaande handelingsadviezen werken tevens preventief in relatie tot begrijpend lezen.
Plaatjes ordenen 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
groeps gemiddelde
gemiddelde
Legenda: 1-2: zwak; 3: beneden gemiddeld; 4-7: gemiddeld; 8: bovengemiddeld; 9-10: hoog.
Analyse van de scores: De groep behaalt een beneden gemiddelde/ gemiddelde/ bovengemiddelde groepsscore. In de verdeling van de scores valt op dat (bv: de zwakke scores sterk zijn vertegenwoordigd). De verdeling is als volgt: •
… leerlingen scoren beneden gemiddeld
•
… leerlingen scoren gemiddeld
•
… leerlingen scoren boven gemiddeld
Mogelijke onderwijsbehoeften van leerlingen zwakke scores: Behoefte aan structuur: Extra structuur in de onderwijsomgeving, taakaanpak, handelen van de leerkracht etc.
3
Oorzaak-gevolg redeneren: Stap-voor-stap uitleggen, hardop denken bij oorzaak-gevolgrelaties, hardop denken de verschillende stappen voordoen, opdrachten stap voor stap aanbieden. Talige redeneren: een lage score kan ook veroorzaakt worden door moeilijkheden in het talig redeneren. Vergroting van de woordenschat lijkt dan noodzakelijk: hier dagelijks en intensief mee bezig zijn. Mogelijke onderwijsbehoeften van leerlingen met hoge scores: Leerlingen die hoog scoren op dit onderdeel hebben behoefte aan verkorte instructie en mogelijk ook uitdagende leerstof.
4
2. Woordanalogieën Dit onderdeel doet een beroep op het verbaal inductief redeneren. Inductief redeneren is een centraal kenmerk van de cognitieve ontwikkeling van een kind en speelt een rol in algemene denkprocessen en in leren. De leerling krijgt twee woorden aangeboden die op een bepaalde manier bij elkaar horen. Vervolgens moet de leerling bij een derde woord een woord zoeken dat daar op dezelfde manier bij hoort (bed-liggen; stoel-zitten). De leerling kan kiezen uit vier antwoordmogelijkheden. Leerlingen met een lage score kunnen moeite hebben met het leggen van verbanden of het koppelen van beheerste/geleerde stof aan nieuwe of anders weergegeven stof.
Woordanalogieën 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
groeps gemiddelde
gemiddelde
Legenda: 1-2: zwak; 3: beneden gemiddeld; 4-7: gemiddeld; 8: bovengemiddeld; 9-10: hoog.
Analyse van de scores: De groep behaalt een beneden gemiddelde/ gemiddelde/ bovengemiddelde groepsscore. In de verdeling van de scores valt op dat (bv: de zwakke scores sterk zijn vertegenwoordigd). De verdeling is als volgt: •
… leerlingen scoren beneden gemiddeld
•
… leerlingen scoren gemiddeld
•
… leerlingen scoren boven gemiddeld
Mogelijke onderwijsbehoeften van leerlingen met zwakke scores: Verlengde Instructie: Herhaalde en verlengde instructie, instructie en opdrachten die verdeeld zijn in stapjes, stapsgewijze aanbieden. Tijdens de verlengde instructie kunt u werken volgens het principe: voordoen - samen doen - nadoen. Leerstrategieën: Specifieke en procesgerichte feedback gericht op de taakaanpak van de leerling. Structuur in instructie en opdrachten: Eenduidige, overzichtelijke taakomschrijving. 5
Mogelijke onderwijsbehoeften van leerlingen met hoge scores: Verkorte instructie: Leerlingen met een hoge score zullen instructies snel begrijpen. Uitdagende, nieuwe, onbekende lesstof. Mogelijk hebben deze leerlingen behoefte aan ‘Compacten’ van de lesstof. Toetsen kunnen bijvoorbeeld voorafgaand aan het blok worden afgenomen, zodat de leerling alleen de stof hoeft te doen die nog niet beheerst wordt.
6
3. Matrixen Het onderdeel Matrixen doet een beroep op het logisch redeneren, een belangrijk kenmerk van de non-verbale cognitieve capaciteiten van een leerling en een voorspeller van toekomstig schoolsucces. De leerling krijgt bij iedere opgave een plaatje te zien waaruit een stuk ontbreekt. De leerling kiest uit zes antwoordmogelijkheden het juiste ontbrekende stukje.
Matrixen 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
groeps gemiddelde
gemiddelde
Legenda: 1-2: zwak; 3: beneden gemiddeld; 4-7: gemiddeld; 8: bovengemiddeld; 9-10: hoog.
Analyse van de scores: De groep behaalt een beneden gemiddelde/ gemiddelde/ bovengemiddelde groepsscore. In de verdeling van de scores valt op dat (bv: de zwakke scores sterk zijn vertegenwoordigd). De verdeling is als volgt: •
… leerlingen scoren beneden gemiddeld
•
… leerlingen scoren gemiddeld
•
… leerlingen scoren boven gemiddeld
Mogelijke onderwijsbehoeften van leerlingen met zwakke scores: Verlengde instructie: behoefte aan verlengde, herhaalde instructie. Tijdens de les kunt u werken volgens het principe: voordoen - samen doen - nadoen. Wanneer een groot deel van de groep laag scoort op dit onderdeel, lijkt het noodzakelijk tijdens de groepsinstructie al volgens dit principe te werken. Materialen: Maak langdurig gebruik van concrete materialen bij het aanleren. Stap niet te snel over op het abstracte stadium (bv kale sommen). Mogelijke onderwijsbehoeften van leerlingen met hoge scores:
7
Verkorte instructie: Groepen die hoog scoren op dit onderdeel hebben behoefte aan verkorte instructie, ‘Compacten’ van de leerstof, uitbreiding/verdieping van de leerstof en uitdagende doelen en werkvormen.
8
4. Getalreeksen Het onderdeel Getalreeksen doet een beroep op het numeriek inzicht. Dit is gericht op het logisch kunnen toepassen van rekenregels en rekenoperatoren op een rij getallen. De leerling krijgt een reeks getallen te zien, waarna het volgende getal in de reeks moet worden aangegeven. Het kennen en kunnen toepassen van de vier hoofdbewerkingen (optellen, aftrekken, delen en vermenigvuldigen) is een voorwaarde voor het kunnen oplossen van de opgaven. Ook het inductief redeneren speelt een rol bij dit onderdeel. Omdat het volgende getal in de rij te bedenken, moet eerst achterhaald worden welke regel er moet worden toegepast.
Getalreeksen 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
groeps gemiddelde
gemiddelde
Legenda: 1-2: zwak; 3: beneden gemiddeld; 4-7: gemiddeld; 8: bovengemiddeld; 9-10: hoog.
Analyse van de scores: De groep behaalt een beneden gemiddelde/ gemiddelde/ bovengemiddelde groepsscore. In de verdeling van de scores valt op dat (bv: de zwakke scores sterk zijn vertegenwoordigd). De verdeling is als volgt: •
… leerlingen scoren beneden gemiddeld
•
… leerlingen scoren gemiddeld
•
… leerlingen scoren boven gemiddeld
Mogelijke onderwijsbehoeften van leerlingen met zwakke scores: Hoofdbewerkingen: Extra oefening bij het automatiseren van de vier hoofdbewerkingen. Rekenregels: Extra oefening bij de toepassing van rekenregels en rekenoperatoren. Verlengde instructie: Verlengde rekeninstructie en/of behoefte aan een duidelijke probleemomschrijving bij rekenopgaven. In stapjes: Stapsgewijze instructie bij het oplossen van rekenopgaven, zoals voordoensamendoen-nadoen. 9
Feedback: Directe feedback op de rekenprestaties en rekenstrategieën. Mogelijke onderwijsbehoeften van leerlingen met hoge scores: Verkorte instructie: verkorte rekeninstructie. Aangepaste lesstof: eventueel is er behoefte aan Compacten van de lesstof en/of uitdagende, onbekende rekenstof. Rekentoetsen kunnen bijvoorbeeld voorafgaan aan het blok worden afgenomen, zodat leerlingen alleen de stof hoeven te doen die nog niet beheerst wordt.
10
5. Aandacht Dit onderdeel richt zich op het kunnen onderscheiden van specifieke visuele informatie van andere visuele informatie en het kunnen richten van aandacht gedurende een bepaalde periode. De leerling moet zo snel mogelijk en zoveel mogelijk de letter ‘p’ vinden tussen de letters ‘q’, ‘d’ en ‘b’. De uitkomst van dit onderdeel kan informatie geven over de werkhouding gen de taakaanpak van de leerling.
Aandacht 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
groeps gemiddelde
gemiddelde
Legenda: 1-2: zwak; 3: beneden gemiddeld; 4-7: gemiddeld; 8: bovengemiddeld; 9-10: hoog.
Analyse van de scores: De groep behaalt een beneden gemiddelde/ gemiddelde/ bovengemiddelde groepsscore. In de verdeling van de scores valt op dat (bv: de zwakke scores sterk zijn vertegenwoordigd). De verdeling is als volgt: •
… leerlingen scoren beneden gemiddeld
•
… leerlingen scoren gemiddeld
•
… leerlingen scoren boven gemiddeld
Mogelijke onderwijsbehoeften van leerlingen met zwakke scores: Kortdurende, enkelvoudige opdrachten: Wanneer de meerderheid van de groep een lage score behaalt, is er behoefte aan het opdelen van de les in kortdurende, enkelvoudige opdrachten met beperkte verwerkingstijd. Tussenliggend een korte aanvullende instructie geven om nogmaals helder te maken wat in de deelopdracht de bedoeling is. Eis hierbij absolute stilte tijdens de zelfstandige verwerking. Materialen ter ondersteuning: Werk met een timetimer/kleurenklok (op digibord), zodat helder is hoeveel tijd beschikbaar is voor de deelopdracht en het kind zich aangespoord voelt om door te werken. 11
‘Beertjesmethode’: Werk met de zelfinstructiemethode van Meichenbaum (Berenaanpak - Kaat Timmermans). Hierdoor leren leerlingen wat ze moeten doen voordat ze starten met een taak, tijdens de uitvoering en nadat ze klaar zijn. Help als leerkracht de strategie inslijpen, door er steeds weer aandacht aan te besteden. Visueel overzicht: Leerlingen met een zwakkere aandacht worden vaak gemakkelijk afgeleid door plaatjes op werkbladen of onoverzichtelijke indeling. Wanneer de leerkracht zelf een werkblad ontwikkelt, maak dit dan zo overzichtelijk mogelijk. Mogelijke onderwijsbehoeften van leerlingen met hoge scores: Aandacht: Leerlingen die hoog scoren op dit onderdeel hebben waarschijnlijk een goede werkhouding. Deze leerlingen kunnen misschien meer werk aan, indien zij eerder klaar zijn met hun werk.
12
HART (Handelingsgerichte Reken Automatiseringstoets) Als scholen niet voor de HART gekozen hebben: grafieken en onderwijsbehoeften weghalen, maar onderstaande tekst laten staan: U heeft er voor gekozen om niet aan de HART deel te nemen. De HART kan optioneel bij het VGO worden afgenomen. Deze rekentoets geeft meer informatie over de rekenautomatisering van de vier hoofdbewerkingen (optellen, aftrekken, keer en delen) bij leerlingen. Als scholen wel voor de HART gekozen hebben: bovenstaande weghalen in onderstaande laten staan + grafiek invoegen: De HART doet een beroep op de rekenautomatisering van de vier hoofdbewerkingen. De resultaten zijn geclusterd in de indexen A, B & C. Index A doet een beroep op de plus- en minsommen t/m 100 zónder tientaloverschrijding (werkbladen 1, 3, 5 en 7). Index B doet een beroep op de plus- en minsommen t/m 100 mét tientaloverschrijding (werkbladen 2, 4, 6 en 8). Index C bestaat uit keer- en deeltafels (werkbladen 9 en 10). De score op de HART is het aantal juist gemaakte sommen per werkblad/index. Per werkblad is er een maximale tijd (1 of 2 minuten). Onderstaande grafieken geven een beeld van de resultaten van de groep op deze drie indexen.
Automatiseren plus- en minsommen zonder tientaloverschrijding 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
groeps gemiddelde
gemiddelde
Legenda: 1-2: zwak; 3: beneden gemiddeld; 4-7: gemiddeld; 8: bovengemiddeld; 9-10: hoog.
Analyse van de scores: De groep behaalt een beneden gemiddelde/ gemiddelde/ bovengemiddelde groepsscore. In de verdeling van de scores valt op dat (bv: de zwakke scores sterk zijn vertegenwoordigd). De verdeling is als volgt: •
… leerlingen scoren beneden gemiddeld
•
… leerlingen scoren gemiddeld 13
•
… leerlingen scoren boven gemiddeld
Automatiseren plus- en minsommen met tientaloverschrijding 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
groeps gemiddelde
gemiddelde
Legenda: 1-2: zwak; 3: beneden gemiddeld; 4-7: gemiddeld; 8: bovengemiddeld; 9-10: hoog.
Analyse van de scores: De groep behaalt een beneden gemiddelde/ gemiddelde/ bovengemiddelde groepsscore. In de verdeling van de scores valt op dat (bv: de zwakke scores sterk zijn vertegenwoordigd). De verdeling is als volgt: •
… leerlingen scoren beneden gemiddeld
•
… leerlingen scoren gemiddeld
•
… leerlingen scoren boven gemiddeld
14
Keer- en deeltafels 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
groeps gemiddelde
gemiddelde
Legenda: 1-2: zwak; 3: beneden gemiddeld; 4-7: gemiddeld; 8: bovengemiddeld; 9-10: hoog.
Analyse van de scores: De groep behaalt een beneden gemiddelde/ gemiddelde/ bovengemiddelde groepsscore. In de verdeling van de scores valt op dat (bv: de zwakke scores sterk zijn vertegenwoordigd). De verdeling is als volgt: •
… leerlingen scoren beneden gemiddeld
•
… leerlingen scoren gemiddeld
•
… leerlingen scoren boven gemiddeld
Onderwijsbehoeften groep: Voorbeeld: Mijn voorstel is om in deze groep aandacht te besteden aan plus- en minsommen met tientalpassering. Het aanleren van de rijgstrategie (57+16=57+10=67+3+3) verdient hierbij de voorkeur. Het gaat om het heel laten van het eerste getal. Specifieke leerlingen die opvallen: Leerlingen die op één of meerdere indexen uitvallen (deciel 1 of 2) dienen in de loop van het jaar extra begeleid te worden, zodat voorkomen wordt dat deze leerlingen, als gevolg ene een automatiseringstekort, onvoldoende profiteren van het rekenonderwijs in de bovenbouw. Naast de indexscores, is het goed om bij leerlingen die een zwakke score behalen te kijken of er grote verschillen zijn in de scores op de samenstellende werkbladen. Voordat geremedieerd wordt is het nuttig om een diagnostisch gesprek met het kind te voeren, om meer zicht te krijgen op de aard van de problematiek.
15
Stap 2: Analyse van de CITO gegevens op groepsniveau. Midden 4: aantal leerlingen…… Cito-toets: I
II
Score: III
IV
V
Rekenen
%
%
%
%
%
DMT
%
%
%
%
%
Spelling
%
%
%
%
%
Leestempo
%
%
%
%
%
Woordenschat
%
%
%
%
%
Begrijpend Lezen
%
%
%
%
%
Midden 5: aantal leerlingen…… Cito-toets: I
II
Score: III
IV
V
Rekenen
%
%
%
%
%
DMT
%
%
%
%
%
Spelling
%
%
%
%
%
Leestempo
%
%
%
%
%
Woordenschat
%
%
%
%
%
Begrijpend Lezen
%
%
%
%
%
Opvallende punten: -
Voorbeeld: De niveaus IV en V zijn in deze klas oververtegenwoordigd. Elk niveau zou ongeveer 20% van de leerlingen dienen te bevatten.
Bespreekpunten: -
Wat valt er op als je naar de verdeling bij M4 en M5 kijkt?
-
Voldoen de resultaten aan hetgeen je wilt bereiken?
-
Waar heb je de laatste tijd op ingezet?
-
Waar wil je de komende tijd op inzetten? En, welke groei verwacht je hierbij?
-
Wat is daarin jouw rol als leerkracht?
-
Wat heb je als leerkracht nodig en van wie?
Mogelijke onderwijsbehoeften groep Weghalen wat niet van toepassing is voor deze groep + aanvullen wat nodig is. Veel aandacht besteden aan begrijpend lezen: Veel aandacht besteden aan het vergroten van de woordenschat: Leerkrachtgedrag: Veel hardop denken om de woordenschat te vergroten. Activiteiten; Voorlezen, talige spelletjes (bv Ik ga op reis en neem mee… (in allerlei varianten: dierentuin, supermarkt, ziekenhuis, camping, strand…), Ik zie ik zie wat jij
16
niet ziet, Raadspelletje: Leerkracht neemt iets in zijn hoofd, lln stellen vragen waarop lkr alleen ja/nee kan antwoorden). Van plaatjes naar woordjes: spelvormen, TV-programma’s (ZAPP), visueel ondersteunen (bv les beginnen met kort filmpje over onderwerp dat behandeld wordt). Veel aandacht besteden aan de rekenvaardigheden: Leerkrachtgedrag: hardop voor doen welke stappen er worden genomen bij het uitrekenen van een som. Activiteiten: Rekenspelletjes, oefeningen op de computer, spelletjes om thuis te oefenen met rekenen (met dobbelstenen). Spellingniveau blijft achter in de groep. Achterhalen welke categorieën nog niet worden beheerst. Hoe wordt het nu aangeboden in de klas? Kan er meer geoefend worden op de computer, visueel maken in de klas of met werkbladen.
17
Stap 3: Analyse van de groep m.b.t. de sociaal-emotionele onderdelen Vragenlijst CBL De Competentie Belevings- Lijst geeft informatie over de manier waarop de leerling tegen zichzelf, de school en de leerkracht aankijkt. De vragen zijn verdeeld over zes verschillende schalen: Beeld van Lees- en spellingbekwaamheid, Beeld van Algemene Bekwaamheid, Beeld van Rekenbekwaamheid, Plezier op School, Ervaren Leerkrachtondersteuning en Sociale Wenselijkheid.
Vragenlijst CBL 100%
0
0
0
0
3
90%
3 0
7
80%
11
70% 14
60%
5
10
50%
1 1
6
1 4
6
0
1
2
10%
6
6
LS
AB
3
4 11
20%
8 tussen 4 en 7
40% 30%
9 of 10
1 of 2
8 5
5
RB
PS
0% LO
SW
Legenda: 1-2: laag; 3: beneden gemiddeld; 4-7: gemiddeld; 8: bovengemiddeld; 9-10: hoog.
Opvallende punten op groepsniveau: Kort omschrijven welke opvallende punten naar voren komen. Scoren er veel leerlingen laag of juist hoog op een bepaalde schaal, hoe is de verdeling? Het is van belang om de resultaten van de leerlingen te vergelijken met de schoolprestaties om meer inzicht te krijgen of de leerlingen hun competentie veel lager inschatten dan hun daadwerkelijke prestaties Enkele Voorbeelden: •
Vier leerlingen (de helft van de groep) geef aan weinig plezier te beleven aan het naar school gaan. De andere leerlingen presteren goed.
•
De helft van de leerlingen is negatief over de mate waarin de leerkracht beschikbaar is voor hulp en ondersteuning. Mogelijk moeten deze leerlingen wennen aan het feit dat ze in een combinatieklas zitten en de leerkracht zich ook richt op instructies aan de leerlingen van de andere groep.
•
Etc.
18
Mogelijke onderwijsbehoeften groep: Om de ervaren leerkrachtondersteuning te verhogen kan mogelijk strikter gewerkt worden met de instructietafel en hulprondes in de groep. De leerlingen aan de instructietafel kunnen een verlengde instructie krijgen, waarna de leerkracht een opdracht opgeeft en tijd heeft om een hulpronde te lopen door de klas. Vervolgens kunnen de leerlingen aan de instructietafel weer verder geholpen worden door de leerkracht.
Optioneel: Tekeningen Indien afgenomen kunnen de menstekeningen van de groep besproken worden. Opvallende punten op groepsniveau: Wat valt op over de gehele groep. Hoe is het niveau? In de handleiding staan aandachtspunten voor het analyseren van de tekeningen (blz. …).
19
Stap 4: Individuele analyse Overzicht leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften -
Welke leerling valt op bij het analyseren van het VGO, de CITO gegevens, de sociaalemotionele vragenlijst en/of de tekeningen. Kruis aan op welke onderdelen de leerling opvalt. Zet eventueel in de opmerkingen waarom deze leerling opvalt (bv. veel overgeslagen, lage scores en veel ‘verdrietig’ ingevuld).
Kies de juiste tabel: met HART of zonder HART. Naam leerling
Naam leerling
VGO
VGO
CITO
CITO
SE
SE
TK
TK
Opmerkingen
HART
Opmerkingen
20
Stap 5: Concrete afspraken en doelen op groeps- en individueel niveau Doelen op groepsniveau
Afspraken op groepsniveau
Wie?
Wanneer?
Wie?
Wanneer?
Doelen op individueel niveau
Afspraken op individueel niveau
Follow up op: Aanwezigen: ____________________________
21