MARIEKE
BORREN
Amor mundi of amor hominum? Recensie van: MARIJKE VERHOEVEN (2003) Boreling en beginnen Maraiiteit bij Hannah Arendt Zoetermeer, Boekenccntrum.
84
Krisis 2005 | 3 Ritmsk
Zes jaar na de beëindiging van. het Derde Rijk verscheen The origins oftotalitaranismr waarin Hannah Arendt (19061975) de existentiële consequenties van het totalitarisme onderzoekt. Wat het totalitarisme volgens haar een volstrekt nieuw politiek systeem maakt, is dat het de menselijke ervaring zélf op het spel zet. In. tandem vernietigen terreur en. ideologie, de twee elementen van elk totalitair systeem, de menselijke vrijheid en diversiteit, 'het feit dat mensen, niet de Mens, de wereld bewonen'. Totalitarisme doet een aanslag op de verschillen tussen, mensen en de pluraliteit aan visies op de werkelijkheid door hen als het ware samen te persen met een 'ijzeren band', met als gevolg dat 'het is alsof hun pluraliteit is opgegaan in Eén. Mens van enorme afmetingen'. Daardoor vernietigt het niet alleen de pluraliteit aan visies op de werkelijkheid, maar ook het vermogen überhaupt tot het ervaren van. de werkelijkheid en uiteindelijk de gemeenschappelijke wereld zelf Hoe grimmig deze analyse ook is, toch eindigt Arendt hoopvol De slot-
zinnen van The origins of totalitaranism luiden: 'Elk einde In de geschiedenis bevat noodzakelijkerwijs een nieuw begin; dit begin is de belofte, de enige boodschap die het einde ooit kan voortbrengen. Beginnen is, voordat het een historische gebeurtenis wordt, het hoogste vermogen van de mens; politiek gezien is het identiek met de vrijheid van de mens. Imtiurn ut esset homo creatus est, "opdat er een begin kwam., werd de mens geschapen", zei Augustinus. Dit beginnen wordt gegarandeerd door iedere nieuwe geboorte; het is inderdaad ieder mens/ Elders noemt Arendt het 'wonderlijke' menselijke vermogen nieuwe verrassende processen in gang te zetten in de wereld, 'nataliteit'. Dit principe maakt volgens haar de kern van. de menselijke vrijheid uit. Vanwege de menselijke conditie van. pluraliteit heeft elk. handelen, en elk spreken ditzelfde onvoorspelbare karakter van. 'iets nieuws' laten gebeuren. De pluraliteit van de gemeenschappelijke wereld impliceert
namelijk dat zodra een handeling geïnitieerd wordt, ze ingevoegd wordt in een intermenselijk netwerk. 'Aangezien, wij altijd handelen in. een web van relaties, zijn de gevolgen van elke daad grenzeloos: elke daad brengt (...) een kettingreactie teweeg, en eik proces is de oorzaak van onvoorspelbare nieuwe processen/ Vrijheid verwijst voor Arendt dus niet naar keuze- of wilsvrijheid, maar naar de inherente spontaniteit en onvoorspclbaarbaarhcid van het handelen en spreken, die inhouden datje nooit weet wat je teweegbrengt nietje woorden en je daden, vanwege de pluraliteit van de wereld.
Amor homiuum In haar oorspronkelijk als dissertatie geschreven studie poogt Marijke Verhoeven niet alleen, mét, maar ook tégen Arendts begrip van. nataliteit te denken. Enerzijds reconstrueert ze de genealogie van dit begrip in Arendts werk en onderschrijft ze Arendts kritiek op de metafysische obsessie met sterfelijkheid. Vrijwel altijd wordt in de filosofische traditie de mortaliteit en eindigheid van mensen centraal gesteld, maar zelden nataliteit: de mens is in de filosofie een sterveling, in plaats van 'boreling' en 'beginner'. Arendt stelt dan ook dat waar mortaliteit de centrale categorie van de filosofie is, nataliteit dat is voor het politieke. Anderzijds ondergaat nataliteit bij Verhoeven een belangrijke betekenisverschuiving. Ze positioneert zich
binnen de feministische filosofie door dit begrip uit te bouwen met betekenissen als lichamelijkheid, (seksuele) differentie en de symbolische en existentiële rol van de moeder. Het is maar de vraag of ze daarmee recht doet aan de inzet van Arendts denken, én in hoeverre ze daarmee een vruchtbare feministische strategie heeft ontwikkeld. Waar nataliteit bij Arendt betrekking heeft op de 'tweede geboorte' - het verschijnen ais persoon in de gemeenschappelijke wereld door handelen en spreken. - en daarmee een expliciet politieke betekenis heeft, verschuift Verhoeven de aandacht naar de 'eerste', feitelijke geboorte en fundeert ze het samenleven in de gemeenschappelijke wereld in een meer 'oorspronkelijke' relatie: de lichamelijke band van de moeder met het ongeboren, kind. Deze zorgrelatie bereidt het kind, zowel vóór als na de geboorte, voor op de pluraliteit van de wereld; het gaat hier dus feitelijk om een prepolitieke relatie. Deze nadruk op de verbondenheid met de moeder stelt Verhoeven in staat een oorspronkelijk 'wij' (relationaliteit) voorafgaand aan het 'ik' (individualiteit) te postuleren als wezen, van de mens. Ze ziet Arendts reflecties over nataliteit dan ook vooral als een waardevolle bijdrage aan de wijsgerige antropologie en een daarop gebaseerde ethiek. De paradigmawisseling van het. memento mori naar een memento nasd, impliceert voor Verhoeven tevens dat het gedenken van. de eenzaamheid van de dood wordt vervangen door de opdracht het lichamelijke begin, uit de moeder en dus de relationaliteit van het bestaan te herinneren. Daarmee wordt de grondstem-
os
o
73 73
m Z
> 3 o —i
3 c CL
3 o -<s 3" O
3 C
3
85
Krisis 20^05 f 3 Recensie
86
Krisls 2005 I 3 Recemïe
ming van angst voor de dood vervangen door een dankbaarheid voor het leven, en komt het menselijke leven in het teken te staan van een 'wij* in plaats van het'ik'. Verhoeven trekt vervolgens ethische consequenties uit deze verschuiving. De centrale notie van haar ethiek is het 'op je nemen van de verantwoordelijkheid voor je eerste geboorte'. Het gaat hier om een. primair morele verantwoordelijkheid: de zorg voor 'mensen-in-meervoud', ofwel amor kominum. Om aan. nataliteit een antropologische en ethische draai te geven, moet Verhoeven wel afstand nemen van het onderscheid tussen de private en de publieke sfeer dat Arendt maakt. Nataliteit heeft volgens haar Immers betrekking op de eerste, 'feitelijke' geboorte die als 'natuurlijke" gebeurtenis bij Arendt tot de privé-sfeer behoort. Voor Arendt kan pluraliteit alleen in de wereld, de publieke ruimte bestaan, en. in strikte zin kan er daarom alleen in deze sfeer sprake zijn van handelen en van vrijheid. Het privé-domein van gezin en hulshouding is voor Arendt de sfeer van de noodzaak, waar in de "natuurlijke' behoeften van het menselijke lichaam wordt voorzien. Omdat mensen op dit niveau, voor Arendt In feite allemaal 'hetzelfde' zijn, kan de pluraliteit van mensen er niet verschijnen en Is handelen er dus uitgesloten. Ook Arendts opvatting over de verhouding tussen politiek en ethiek moet het ontgelden bij Verhoeven: Arendt zou een te strikt onderscheid maken tussen. deze twee domeinen en er een te smalle opvatting van ethiek op nahouden.
Amor mundi De filosofische benadering van Verhoeven staat op gespannen voet met het wantrouwen dat Arendt koesterde ten aanzien van metafysica, de filosofische antropologie, de ethiek en zelfs ten aanzien van de politieke filosofie. De eigenzinnige nieuwe concepten die Arendt in haar werk heeft ontwikkeld en In de filosofie geïntroduceerd - zoals nataliteit en pluraliteit - hebben elk. een uitgesproken politiek karakter. In met name The human condition (1958) en het onvoltooide project The life of the mind (1978) heeft Arendt de spanning tussen filosofie en het politieke onderzocht en geproblematiseerd. In het eerste werk deed ze dat door de vita contemplativa, het beschouwelijke leven, te confronteren met de menselijke ervaringen. In The life of the mmd betoogt ze dat denken, willen en oordelen als weliswaar mentale vermogen, een protopolitiek karakter hebben. De inzet van Arendts werk is een herwaardering van het politieke moment in het menselijke samenleven en het engagement met de gemeenschappelijke wereld - wat Arendt handelen noemt - niet in de laatste plaats door het op de filosofische agenda te zetten en het daarbinnen een. volwaardige, eigen plaats toe te kennen. De metafysica heeft zichzelf sinds Plato steeds hartstochtelijk bekend tot de vita contemplativa en 'professionele denkers' aangemoedigd zich terug te trekken in een ivoren toren om zich ver van het gewoel van de 'menselijke aangelegenheden' over te geven aan beschouwingen over het Eeuwige, Ware en Ene. De
wijsgerige antropologie maakt de mens zélf tot onderwerp van deze reflectie door het vaststellen van 'existentialen' of'transcedentalcn', onvervreemdbare wezenskenmerken van de 'mens. De vita activa, het actieve leven, dat zich juist midden in de wereld afspeelt, staat binnen de filosofie in laag aanzien. Dit verwijst volgens Arendt naar een vijandigheid ten aanzien van pluraliteit, die het politieke leven tot iets onbeheersbaars maakt, maar er tegelijkertijd de belangrijkste voorwaarde voor is. Een cruciale implicatie van Arendts rehabilitatie van de menselijke pluraliteit is dat ze de wereld, en. niet de mens het primaat toekent. In tegenstelling tot Verhoeven vat Arendt verantwoordelijkheid niet op als een morele maar als een politieke aangelegenheid, namelijk de zorg of liefde voor de wereld. Amor mundi heeft voorrang boven amor hoiiiinum. Arendts primaire Inzet is dan, ook de oproep tot het aangaan van het 'waagstuk van de openbaarheid', tot engagement met de wereld. Dit is wat het politieke bij haar ten diepste betekent: het handelen en spreken binnen, en vervolgens beschermen van, de pluraliteit van de gemeenschappelijke menselijke wereld en daarmee van de menselijke vrijheid. In deze brede opvatting omvat het politieke, als het domein van pluraliteit, bij Arendt juist ook de intersubjectieve en relationele dimensie van het menselijke samenleven. Het gaat haar daarbij echter om de 'onnatuurlijkheid'' van de betrekkingen in de gemeenschappelijke, publieke wereld, omdat alleen daar de verscheidenheid van visies op de werkelijkheid kunnen ontstaan en behouden blijven.
In de intimiteit tussen ouders en kinderen ontbreekt letterlijk de afstand die daarvoor een. vereiste is; processen van identificatie wissen er ai snel verschillen uit. Arendt was daarentegen wel zeer geïnteresseerd in het klassieke model van politieke vriendschap, zoals Aristotel.es dat onder meer beschrijft. De verbondenheid, van vrienden is niet geworteld in natuurlijke verwantschap en. biedt daarmee meer ruimte voor onderlinge verschillen. De kern van vriendschap is voor Arendt 'het gesprek dat geen conclusie nodig heeft'.
m O 73 73
> 3 o —% 3 c
3 CL
3 o zr O
3 3° C
Het waagstuk van de openbaarheid Door in Arendts werk een antropologische van een politieke dimensie te isoleren en de eerste vervolgens ethisch te funderen, depolitiseert Verhoeven het begrip nataliteit en verwijdert ze zich doelbewust - van Arendt. Deze ontrouw is op zichzelf genomen natuurlijk geen probleem.. Toch. vind ik deze antropologisering en ethisering jammer. Van nataliteit als de conditie die ervoor zorgt dat het menselijke leven en handelen een fundamenteel open - spontane, creatieve, meervoudige én ongewisse - aangelegenheid is, maakt Verhoeven een kenmerk van de menselijke natuur. Omdat het handelen, het actieve leven en het politieke haar lief waren, heeft Arendt zich altijd verzet tegen een dergelijke wijsgerige antropologie. Ze beschouwde ledere definitie van dé Mens als een metafysische illusie die onrecht doet aan de menselijke pluraliteit. In plaats daarvan richt ze haar analyse op de manier waarop de mense-
3
87
Krisis 2005 j 3 Rgcfasie
lijke ervaring, het leven van mensen, vorm krijgt door een aantal 'menselijke condities' die daar onvermijdelijk op inwerken, zoals pluraliteit en nataliteit. Arendt is dus radicaler dan Verhoeven in haar kritiek op het metafysische denken, waaronder de wijsgerige antropologie; mijns inziens ligt precies daarin haar bijdrage aan het herformuleren ervan. Vergelijkbaar met haar isolatie van een. antropologische dimensie uit Arendts denken, trekt Verhoeven het ethische element los uit Arendts denken. Dit is strijdig met de door en door politieke Inzet daarvan. Bovendien is haar opvatting van politiek eerder esthetisch dan ethisch, gekleurd: politiek doet een. beroep op de verbeeldingskracht als het vermogen dat ons In staat stelt verschillende mogelijke perspectieven van anderen voor onszelf te representeren, Daarnaast zou ik het verwijt aan Arendt dat ze ethiek te eng zou hebben opgevat, willen omkeren: Verhoeven lijkt zich er onvoldoende rekenschap van te geven dat het politieke bij Arendt een veel. grotere reikwijdte
88
Krisis 20-05 I 3 Recensie
heeft dan gebruikelijk. Het omvat ook de relationele en. Intersubjectieve aspecten van. het menselijke samenleven, maar deze relationalitcit verwijst naar de pluraliteit van de wereld en niet naar het oorspronkelijke 'wij' van de prenatale verbondenheid. Engagement a Ia Arendt komt voort uit de liefde voor de wereld, niet voor de mens. In het handelen, en. spreken ontstaat de wereld die mensen met elkaar delen. ïk. denk dat zeker ook het feminisme, als activistische beweging en academische discipline, gezien haar kritische politieke inspiratie, haar voordeel kan doen met een dergelijk ruim begrip van politiek engagement. Vrouwen zijn eeuwenlang met lichamelijkheid geïdentificeerd, en op basis daarvan in meer of mindere mate uitgesloten van de openbaarheid. Arendts opvatting van politiek engagement is daarom, aansprekend, omdat ze wijst op de 'onnatuurlijke', dat wil zeggen de politieke, aspecten van het menselijke samenleven, die zowel mannen als vrouwen aanmoedigen het 'waagstuk van de openbaarheid' aan te gaan.