Basispartnerbegrip in beginsel voor alle fiscale wetten en Awir Echtgenoten en geregistreerde partners zijn automatisch elkaars partner, behalve indien: – een echtscheidingsverzoek dan wel verzoek tot scheiding van tafel en bed is ingediend – een persoon en zijn (voormalige) partner in de basisregistratie personen niet meer op hetzelfde adres staan ingeschreven Meerderjarige partners met notariële samenlevings-overeenkomst en in basisregistratie personen op hetzelfde adres staan ingeschreven
Partners in de Wet IB 2001 • • •
Slechts één partner (geen keuze mogelijk) Indien voor een deel van het jaar partner, dan voor het gehele jaar partner Ongehuwd samenwonenden die staan ingeschreven in basisregistratie personen op het zelfde adres: – met gezamenlijk kind – één van beide het kind van de andere heeft erkend – is aangemeld als partner op de pensioenregeling – met gezamenlijke eigen woning die hoofdverblijf is – samenwonend met partner en diens minderjarig kind – partners voorafgaand kalenderjaar
Vrije toerekening bepaalde inkomensbestanddelen en gezamenlijke rendementsgrondslag sparen en beleggen Meewerkaftrek voor ondernemer Terbeschikkingstellingsregeling Eigenwoningregeling: slechts één hoofdverblijf partners Aanwezigheid van een aanmerkelijk belang Omvang van in aanmerking te nemen niet-periodieke giften Specifieke zorgkosten op basis van gezamenlijk inkomen Uitbetaling algemene heffingskorting aan niet verdienende partner Voor toepassing IB geldt aanverwantschap ook voor samenwonenden partners
3 februari 2015
Eigen woningregeling Echtscheidingsregeling (art. 3.111, lid 4 Wet IB 2001) • Een woning wordt voor ten hoogste twee jaren na het tijdstip waarop de woning de belastingplichtige niet langer anders dan tijdelijk als hoofdverblijf ter beschikking staat mede aangemerkt als eigen woning indien de belastingplichtige aannemelijk maakt dat gedurende die periode de woning zijn gewezen partner anders dan tijdelijk als hoofdverblijf ter beschikking staat. Voor de toepassing van dit lid en het achtste lid wordt onder gewezen partner mede verstaan de duurzaam gescheiden levende echtgenoot. Keuzeregeling meerder hoofdverblijven (art. 3.111, lid 8 Wet IB 2001) • Bij een belastingplichtige en zijn partner tezamen wordt niet meer dan een hoofdverblijf in aanmerking genomen. Indien partners meer dan een woning hebben die als hoofdverblijf kan worden aangemerkt, kunnen zij kiezen. 6
Voorwaarden ongehuwde partners SW • •
3 februari 2015
• • • •
•
Beiden meerderjarig Gezamenlijke huishouding, blijkend uit inschrijving op hetzelfde adres in basisregistratie personen Notariële samenlevingsovereenkomst met wederzijdse zorgverplichting Geen bloedverwanten in de rechte lijn Niet met een ander aan de genoemde voorwaarden voldoen Voorwaarde notariële samenlevingsovereenkomst geldt niet als voorafgaande aan de schenking of het overlijden gedurende een onafgebroken periode van ten minste vijf jaar een gezamenlijke huishouding bestond Bij mantelzorg: de ongehuwd samenwonende die bloedverwanten zijn in de rechte lijn
7
Erfrecht & defiscalisering box 3 (Quasi) wettelijke verdeling en OBV • Defiscalisering (art. 5.4 IB) van de overbedelingsvorderingen en –schulden • Legitieme vordering • Na uitoefening blooteigendomswilsrecht De defiscalisering geldt sinds 2012 ook bij: • Keuzelegaat tegen inbreng, waarbij de inbreng schuldig is gebleven aan de kinderen • Vruchtgebruiktestament, mits langstlevende echtgenoot vruchtgebruik en (stief)kind van ouder bloot eigendom krijgt
• Onder echtgenoot valt ook samenwonende partner voor SW!
Omvang gemeenschap art. 1:94 BW •
Eigen schuld van de schuldenaar: – Quasi-legaten (overneming- en verblijvingsbeding), – Schenkingen ter zake des doods
Voorbeeld schulden uit quasi-legaten •
•
Echtelieden zijn gehuwd in gemeenschap van goederen en ze hebben 1 dochter. Tijdens het huwelijk schenkt hij aan zijn dochter bij notariële akte onder schuldigerkenning bedragen. Bij zijn overlijden bestaat het totale vermogen van de echtelieden uit € 300.000, waarvan woning van € 350.000 en het saldo op de bankrekening van € 50.000 en een schuld aan zijn dochter van € 100.000 o.g.v. deze schenkingen. Erfgenamen zijn de langstlevende en de dochter.
•
Hoeveel krijgt ieder erfgenaam?
Art. 1:96a BW (sommenverzekering) •
Art. 1:96a BW: indien een echtgenoot door een begunstiging bij een door zijn overlijden tot uitkering komende sommenverzekering een gift aan een derde heeft gedaan en ten laste van de gemeenschap premies voor die verzekering zijn gekomen, is de echtgenoot gehouden tot vergoeding aan de gemeenschap. De vergoeding is het deel van de waarde van de uitkering, evenredig aan de uit de gemeenschap afkomstige aandeel in de premies.
•
Voorkoming werking art. 1:96a BW: voorafgaande instemming andere echtgenoot
•
Afwijking beleggingsleer is mogelijk art. 1:96b BW
Art. 13 SW •
Levensverzekering, ongevallenverzekering, 3e beding
•
Begunstigde heeft zelfstandig recht t.o.v. verzekeraar
•
Bij 3e beding valt uitkering niet in nalatenschap – Is verzekeringnemer ook begunstigde, dan behoort voorwaardelijk recht tot zijn vermogen (of gem.v.goederen)
•
Uitkeringen zijn belast – tenzij niets is onttrokken aan vermogen van erflater
Invloed art. 1:96a BW Voorbeeld: M & V gehuwd in gem. v. goederen. M sluit levensverzekering af, waarbij 3e begunstigde is. Premies van € 100.000 betaald uit g.v.g. Bij overlijden man keert verzekering € 200.000 uit. De gemeenschap van goederen is € 500.000. Vraag: 1. Hoe groot is de nalatenschap? 2. Is art. 13 SW van toepassing op uitkering?
Eigen bijdrage AWBZ-Instelling • Bijdrageplichtig inkomen: inkomen - /- belasting • Bijdrageplichtig vermogen: verzamelinkomen box 1, 2 en 3 • Vermogensinkomensbijtelling van 8% van box 3 vermogen • Defiscalisatie geldschulden kinderen (art. 5.4 IB 2001) • Peiljaar is het 2e kalenderjaar voorafgaand aan jaar waarin verzekerde aanspraak maakt op zorg • Giften in 2013 verminderen grondslag 2015 • Papieren schenking / schenkingswens levenstestament • Maximale eigen bijdrage € 2,189,20 per maand • Bezwaar mogelijk tegen vaststelling eigen bijdrage CAK
14
Erven of schenking woning & woz • • •
Waardering woning t.b.v. SW o.g.v. WOZ-waarde jaar van de verkrijging Dat is peildatum 1 januari van het jaar voor de verkrijging Keuze voor peildatum 1 januari jaar van de verkrijging!
•
Wat te doen als verkoopprijs lager is dan WOZ-waarde?
•
Gift als verkoopprijs aan kind lager is dan WOZ-waarde?
Van 1-10-2013 tot 1-1-2015: tijdelijke vrijstelling tot € 100.000 – 180 dagenregeling (NB schenking onder opschortende voorwaarde) – Uitsluitingsclausule – Vergoedingsrecht art. 1:87 BW – Fiscaal geen relevant belang in goed (OFM 2014: art. 5e AWR) – Schuld voor eigen woning tussen partners – Eigenwoningreserve na rato gerechtigdheid