Alternatief plan museumkwartier Rhenen (versie 2.1 20-02-2013)
alternatief plan Museumkwartier Rhenen
1. Inhoudsopgave 1.
Inhoudsopgave....................................................................................................................2
2.
Verantwoording : Waarom een alternatief plan ....................................................................3
3.
Inleiding...............................................................................................................................5
4.
Totaalplan ...........................................................................................................................7
5.
Het Oude Raadhuis .............................................................................................................8
6.
HET “Rondeel” en andere woonprojecten ..........................................................................13
7.
(Financiële) vergelijking van de plannen............................................................................14
8.
Conclusies ........................................................................................................................15
2
alternatief plan Museumkwartier Rhenen
2. Verantwoording : Waarom een alternatief plan De leegstand van het Oude Raadhuis, de behoefte aan een toeristische impuls voor Rhenen en een versterking van het museum het Rondeel hebben geleid tot de planvorming “museumkwartier”. Dit plan is enerzijds gericht op het realiseren van een personele reorganisatie van het museum en anderzijds op het tot stand brengen van een substantiële verbouwing van het pand waarin het museum thans is gevestigd. Exploitatie van het Oude Raadhuis met horeca zou het geheel vanuit financieel economisch perspectief haalbaar moeten maken. In eerste instantie zou er sprake zijn van grootschalige horeca waarbij alle zalen van het Oude Raadhuis een functie kregen van privat-dining tot feestzaal in de voormalige raadszaal. Nadat hier tevens vanuit de buurt veel weerstand ontstond is de gemeente met een aanpassing gekomen op haar initiële plan. Het uitgangspunt van dit aangepaste plan blijft hetzelfde. De exploitatie van het museum moet grotendeels worden bekostigd uit de opbrengsten van het Oude Raadhuis, echter de invulling van de aanvankelijk beoogde grootschalige horeca voor het Oude Raadhuis wordt van een heel ander karakter. In het Oude Raadhuis zou een stadshotel met zes slaapkamers op de bovenetages moeten komen en in de gewelven van de kelder een restaurant voor maximaal 40 à 50 personen. Volgens dit plan wordt de keuken van het restaurant gesitueerd op de plaats waar nu de VVV is gehuisvest en in de hal van het Oude Raadhuis wordt de entree van zowel hotel als restaurant. De trouwfaciliteiten in de trouwzaal blijven bestaan. Het aangepaste plan roept bij ons als buurtbewoners echter nog zodanige vragen op dat de uitdrukking “beter ten halve gekeerd dan ten volle gedwaald” het serieus beoordelen van een alternatief uit de buurt zou rechtvaardigen. 1 Argwaan financiële onderbouwing & omvang horeca Het lijkt een leuk plan maar weinig realistisch. Een eerste globale doorrekening (zie bijlage 1) van deze plannen met kengetallen van horeca Nederland laat zien dat geschetste exploitatie van het Oude Raadhuis niet tot een positief bedrijfsresultaat kan leiden. Om de beoogde huuropbrengst te halen is een veel grotere omzet nodig dan de geschetste horeca inrichting kan opbrengen. Bij navraag wil de gemeente geen verdere inzichten verstrekken om hun onderhandelingspositie met horeca exploitanten niet in gevaar te brengen. Ook over de vragen naar de toekomstige parkeervoorziening blijft de gemeente vaag en onvolledig. Waar de gemeente veronderstelt dat een loopafstand van parkeerplaats tot horeca gelegenheid 500 meter bedraagt, blijkt deze afstand slechts 240 meter te bedragen (brochure 7 van parkeerbeleid naar mobiliteit uitgave van het RCOW).
3
alternatief plan Museumkwartier Rhenen Op onze vragen geeft de gemeente in eerste instantie aan dat de benodigde investeringen om het plan te realiseren (slechts) €500.000 zouden bedragen (zie bijlage 2A). In het raadsvoorstel “van collectie tot connectie” communiceert de gemeente echter dat de investeringen in het museum minimaal €840.000 zullen bedragen en dat er voor de verbouwing van het Oude Raadhuis tot een stadshotel een bedrag van €200.000 is geraamd. Hiermee komt de investering ruim boven een miljoen euro en kan worden vastgesteld dat er een factor twee zit tussen de in eerste instantie gecommuniceerde gegevens en de antwoorden waarmee de gemeente ons op een later tijdstip heeft voorzien. Dit gegeven wekt weinig vertrouwen. Want betekent dit dan ook dat horeca, parkeerdruk etc allemaal twee maal zo groot worden. Wat wij eigenlijk vrezen is dat de plannen een dermate hoog ambitie niveau hebben dat er op de bekostiging daarvan (o.a. de horecaexploitatie van het Oude Raadhuis) een enorme financiële druk komt te liggen . Met alle gevolgen van dien. 2. Verdere ontwikkeling van het plan De planvorming “Museumkwartier” is gefaseerd opgezet. In het voorliggende plan wordt in de huidige fase slechts gekeken naar de horeca in het Oude Raadhuis en de realisatie van het museum “nieuwe stijl”. Om pas in de volgende tranche te kijken naar de verdere bebouwing van de open ruimte. Zowel op de plaats van het Rode Kruis gebouw, langs de Rijnstraat en in het tuintje naast het Oude Raadhuis is bebouwing gepland. Zelfs de herbouw van een Waaggebouw wordt nog mee overwogen. In de eerdere plannen van de gemeente werd het Waaggebouw horeca bestemming genoemd, om zo een leuk horecapleintje te maken in het centrum. Dit is overigens in tegenspraak met inhoud van het visie document (visie centrumgebied Rhenen, seinpost 2009) waarop de plannen zouden zijn gebaseerd. In dit visiedocument wordt juist gestuurd op de versterking en concentratie van de horeca aan de noordzijde van de Frederik van de Paltshof en een cultureel aantrekkelijke invulling van de benedenstad.
4
alternatief plan Museumkwartier Rhenen
3. Inleiding Het bewonerscomité van de benedenstad wil graag meedenken over de ontwikkelingen van het zogenaamde museumkwartier. Wij onderschrijven de uitgangspunten die zijn geformuleerd in diverse visiedocumenten, waaronder de “stedenbouwkundige structuurvisie” en het document “visie centrumgebied Rhenen” (seinpost 2009). Voor wat betreft de visie op de benedenstad richt deze zich vooral het op verbeteren van de toeristische exploratie van de aanwezige historische monumenten. Onder de historische monumenten worden verstaan: de Cunerakerk, het Oude Raadhuis, de oude stadsmuur, het museum, de (na) oorlogse wederopbouwarchitectuur en natuurlijk het stadspanorama van Rhenen als stad aan de rivier.
Naast activiteiten in de kerk en incidentele evenementen waarbij de oude monumenten vooral als decor dienen is er weinig focus op dit gedeelte van Rhenen. Waardoor ook het museum niet de aanloop heeft die wenselijk is. Door dit gebrek aan toeristische aandacht worden de monumentale pleinen nu vooral gebruikt al parkeerplaats. Het directe gevolg is dat de toeristische aantrekkelijkheid verder afneemt en de vicieuze cirkel rond is. Een factor bemoeilijkt de aanpak van dit probleem. De monumenten liggen namelijk niet in het fysieke winkelhart van Rhenen maar midden in een rustige woonwijk, een wijkje zonder winkels, horeca of andere voorzieningen. Dit betekent dat bij de planvorming gezocht moet worden naar enerzijds een ontsluiting van de attractieve, historische monumenten en anderzijds een bescherming van het woonkarakter van de wijk. Op een aantal punten hoeft dit niet te bijten. Het bezoeken van historische bezienswaardigheden is vooral een dagactiviteit en hoeft daardoor geen nadelige invloed te hebben op de avondrust in de wijk. Ook leveren (grote) groepen wandelende bezoekers geen overlast voor bewoners. Echter door het nog aanwezige middeleeuwse stratenplan is er maar beperkte parkeergelegenheid aanwezig. Bij een grote toestroom aan bezoekers zal er gezocht moeten worden naar een parkeerregulering.
5
alternatief plan Museumkwartier Rhenen Doordat de woonwijk direct naast het winkelcentrum ligt, is er sprake van duaal gebruik van de parkeerruimte. Overdag worden parkeerplaatsen gebruikt door bezoekers van het centrum en medewerkers van de lokale middenstand. En in de avond wordt de parkeerruimte benut door de bewoners die terug komen van hun werk. Zolang het accent van de activiteiten in de benedenstad, ligt op dagactiviteiten is er sprake van een balans. Wanneer er juist in de avond activiteiten georganiseerd gaan worden ontstaat er een verstoring van deze balans.
6
alternatief plan Museumkwartier Rhenen
4. Totaalplan In het alternatieve plan is gezocht naar een symbiose van de culturele toeristische aantrekkelijkheid van Rhenen en het woonkarakter van de buurt. Door de ruimte voor alle culturele, toeristische en horeca attracties te beperken tot het Oude Raadhuis kunnen de verschillende functionaliteiten elkaar maximaal versterken en wordt de woonomgeving niet aangetast of kan zelfs versterkt worden. Natuurlijk blijven zaken als parkeerbeleid en inrichting van de horeca, onderwerpen waar goede afspraken over moeten worden gemaakt. Ook voorziet het plan in een schets van het totale gebied. Hierbij wordt ingegaan op hoe de vrijgekomen ruimte kan worden ingevuld op een economisch en stedenbouwkundig aantrekkelijke wijze. Het Oude Raadhuis krijgt een multifunctionele bestemming. Verdeeld over kelder en de aanbouw komt een restaurant. Op de begane grond blijven de hal en de trouwzaal onder meer bruikbaar voor bruiloften. De VVV en de ingang van het museum komen op de plaats van de huidge VVV, echter de ruimte wordt doorbroken tot en met de gang in het Oude Raadhuis. Hierdoor wordt de entree gelijkvloers en toegankelijk voor bijvoorbeeld rolstoelen.
Op de bovenetages komen de tentoonstellingsruimtes, een documentatie centrum en een ruimte voor educatieve doeleinden en/of wisseltentoonstellingen. Het huidige musem wordt verbouwd tot twee appartementen met inpandige garage en één winkelpand met een oppervlak van ongeveer 80 vierkante meter. Tussen het het huidige museum en het Oude Raadhuis komen twee stadswoningen met de gevel naar de Kerkstraat waarbij de gevel klassiek is zodat het goed aansluit op het Oude Raadhuis. Beide huizen hebben een stadstuin aan de kant van de Rijnstraat en hebben parkeergelegenheid op eigen grond. 7
alternatief plan Museumkwartier Rhenen
5. Het Oude Raadhuis Eigenlijk al sinds de oorlog heeft de gemeente geen duidelijke bestemming kunnen vinden voor het middeleeuwse Oude Raadhuis. In de jaren zeventig is het door een duidelijke impuls van de gemeente behouden voor verval. Na deze verbouwing heeft het twintig jaar dienst gedaan als onderkomen van de gemeenteraad. In het Oude Raadhuis bevonden zich de raadszaal en de fractieruimtes. Toen duidelijk werd dat het bestuurlijk apparaat zou gaan verhuizen naar de huidige locatie aan de Nieuwe Veenendaalseweg werd het plan opgevat het huidige museum het Rondeel te verhuizen naar het Oude Raadhuis. De toenmalige conservator de heer Michel Sijnesael heeft zich hard gemaakt voor deze verhuizing. In 1998 heeft de gemeenteraad hiertoe een principe besluit genomen. In deze plannen zou het volledige Oude Raadhuis worden verbouwd tot museum. Pas in 2002 is er een raming gemaakt van de verbouwingskosten. In bijlage 3 is dit rapport toegevoegd. In deze plannen werd tevens voorzien in een totaal nieuwe lift installatie die alle etages zouden kunnen bereiken en het aanbrengen van een nieuwe gevel in het huidige VVV gebouw. Echter, de hoge kosten in combinatie met het gevonden asbest alsmede de toenmalige politieke wil is het plan in de ijskast beland. Zonder nieuwe lift, gevelverandering en asbestverwijdering (reeds uitgevoerd), zullen de kosten veel lager uitvallen. De begroting uit 2002 geeft een goede financiële indicatie voor aanpassingen van het Oude Raadhuis tot museum. De plannen beschrijven we in de volgende twee paragrafen. De eerste paragraaf betreft het museum, VVV en historische vereniging. In de tweede pargraaf gaan we in op de horeca in het pand.
8
alternatief plan Museumkwartier Rhenen Museum, VVV en Historische vereniging De ingang van het museum en de balie van de VVV komen beide op de huidige locatie van de VVV. Hierdoor wordt de toegang voor minder valide bezoekers mogelijk. Door het geheel door te breken ontstaat een ruimte van 60 à 70 vierkante meter en een directe doorgang naar de gang, het trappenhuis en de lift. Vanuit de entree is er ook een directe doorgang naar de hal van het Oude Raadhuis. Dit betekent dat ook de hal dienst kan doen bij bijvoorbeeld tijdelijke exposities, openingen etc.
Begane grond (VVV, entree) 1
Op de eerste etage via lift en trappenhuis bereikbaar bevinden zich twee ruimtes. Wanneer enkele wanden worden doorgebroken gaat het hier om ruimtes tussen 60 en 70 vierkante meter. Eén van de ruimtes kan dienst doen als documentatie centrum voor de historische vereniging. De andere ruimte is geschikt als presentatie/educatie ruimte of voor de inrichting van tijdelijke tentoonstellingen.
1e etage (documentatie,educatie) 1
De tweede etage ook bereikbaar via trap en lift bevat ook twee ruimtes, wanneer deze optimaal worden door gebroken gaat het om een ruimte van respectievelijk 130 en 70 vierkante meter. In deze ruimtes kan de permanente opstelling van het museum komen. De zolder blijft bruikbaar voor opslag, misschien iets van werkplaats of eventueel een klein kantoortje. Maar wordt niet toegankelijk voor publiek. 9
alternatief plan Museumkwartier Rhenen
2e etage Permanente collectie 1
De geschetste plannen komen voor wat betreft het ruimtebeslag overeen met de uitgangspunten geformuleerd in het rapport “Van collectie tot connectie” (zie bijlage 4). Hieronder een impressie van de VVV-balie/entree en van de grote zaal op de tweede etage
Enkele opmerkingen bij de plannen Sanitair:
De begane grond is makkelijk te voorzien van sanitaire voorzieningen. Hier zijn mogelijkheden zowel in de balie ruimte als eventueel in de nieuw te realiseren aanbouw.
Klimaatbeheersing:
Museale klimaatbeheersing is al lange tijd onderwerp van discussie. In de oorspronkelijke plannen waren de aanpassingen op dit vlak begroot op ongeveer €50.000. Een bedrag dat was gebaseerd op de toen geldende normen die voorzagen in klimaatbeheersing van het hele gebouw inclusief depotruimte. Echter de inzichten over klimaatbeheersing zijn in de laatste 15 jaar sterk veranderd. Alleen voor de ruimten waarin de collectie wordt gepresenteerd is klimaatbeheersing noodzakelijk waardoor de kosten een fractie zullen bedragen van hetgeen eerder werd geraamd. Zie hiervoor de bijlage 4 (“Klimatiseren van een (overwegend) gesloten museum”; promotie onderzoek van Marco Mertens bij de onderzoeksgroep Bouwfysica van Monumenten; faculteit Bouwkunde TU Eindhoven). Met name de visie dat er geen uniforme klimaatbeheersing aanwezig moet zijn, maar dat de klimaatbeheersing moet worden afgestemd op de collectie kan leiden tot hele grote besparingen. Het verdient dan ook zeker sterke aanbeveling om advies uit te laten brengen door een expert op dit gebied. 10
alternatief plan Museumkwartier Rhenen Horeca (Art and Dinner)
Voor de horeca in het gebouw zijn twee plekken bedacht. In de eerste plaats de gewelven kelder. Hier is ruimte voor het restaurant met eventueel ook in de laag gelegen kelder de keuken.
Daarnaast is een ruimte in de nieuw te bouwen aanbouw, boven de tuin. Ook in deze ruimte is plek voor een aantal tafeltjes. Alternatieven zouden kunnen zijn dat in deze ruimte de keuken komt met een beperkter aantal tafeltjes zodat de ruimte in de kleder groter wordt. De omvang van het restaurant blijft vergelijkbaar met de geschetste plannen van de gemeente. Het restaurant is bereikbaar via de tuin, uiteraard via de hal en via een hellingbaan van de tuin naar de gang in de kelder, zodat de kelder ook bereikbaar wordt voor karretjes of rolstoelen.
11
alternatief plan Museumkwartier Rhenen
De tuin voor de uitbouw kan dan dienstdoen als theetuin of terras. De aantrekkelijkheid van deze horeca moet hem zitten in de synergie tussen het museum, de trouwlocatie en het restaurant. De doelgroep voor dit restaurant is breed. Hierin kunnen we de aantal groepen onderscheiden: Huwelijken
Na het huwelijk is er ruimte voor een receptie en een maaltijd. Maar door de aanwezigheid van het museum, kunnen de huwelijksbezoekers misschien ook verleid worden tot een bezoek aan het museum. Zeker als dit als een all inclusive onderdeel wordt aangeboden bij de huwelijksarrangementen. Net zoals het maken van een (huwelijks)fotoreportage in het Oude Raadhuis (museum) tot de mogelijkheden moet horen.
Zakelijke lunch
De exclusiviteit van de combinatie van restaurant met museum, een combinatie die in de weide omtrek niet aanwezig is, kan een sterk wervend karakter hebben. Waarbij de bezoekers van het restaurant bijna automatisch ook bezoeker worden van het museum.
Museumbezoek: Ook de museumbezoeker zal na het bezoek aan het museum iets gebruiken in het restaurant of de theetuin. Evenementen
Door de loctatie en de beschikbare ruimte is het Oude Raadhuis ook uitermate geschikt voor lezingen, kamermuziek en andere kleinschalige culturele manifestaties. Hiervoor kan de horeca de catering de verzorgen.
12
alternatief plan Museumkwartier Rhenen
6. HET “Rondeel” en andere woonprojecten Door de verplaatsing van het museum en de historische vereniging naar het Oude Raadhuis en de verhuizing van het Rode Kruis komt er een flinke ruimte vrij. Alle mensen die hier naar hebben gekeken bevestigen de visie dat de wand van huidige museum in stijl moet worden doorgetrokken tot aan het Oude Raadhuis zodat hier tussen de kerk en deze gebouwen in een plein ontstaat met een “middeleeuwse” uitstraling. Dit is ook het plein waar het museum en de VVV de ingang hebben. Zoals ook in het advies van het visie plan van Seinpost staat zou het mooi zijn wanneer hier een concentratie zou kunnen komen van kleine culturele en of oud ambachtelijke winkeltjes. Maar heel reëel is dit niet. Vandaar dat ondanks de stagnatie in de woningmarkt beter overwogen kan worden om hier te kiezen voor attractieve woningbouw. De unieke locatie maakt deze plek onderscheidend ten opzichte van het reguliere woning aanbod. Gezien het volume van de ruimte is er plek voor vier woningen en één winkel.
In de voormalige brandweer kazerne kunnen twee appartementen worden gerealiseerd. Op de kopse kant een appartement op de eerste en tweede verdieping met de mogelijkheden van een grote vliering met een oppervlak van 100 m2 tot 125 m2 . Om de hoek een appartement met ruimtes op de begane grond, eerste etage en zolder etage ook hier gaat het om een oppervlak van zo’n 125 m2 . Door het huidige binnenterrein te overkappen creëer je een ruime berging en parkeerplaatsen voor deze appartementen. De overkapping doet tevens dienst als dakterras of beter stadstuin. Verder is er beneden ruimte voor een winkelpand met een oppervlak van ongeveer 70 m2 en bergruimte. Juist een extra winkel of andere dienstverlening op deze plek is heel aantrekkelijk om het zuidelijk gedeelte van de Van de Paltshof te verruimen met locatie “achter de poort”. Heel misschien zou dit ook een locatie kunnen zijn voor Martino zodat de plannen met het Van de Paltshof zijn te realiseren.
Tussen het Oude Raadhuis en het huidige museum is ruimte voor twee comfortabele stadswoningen. Met aan de achterzijde een stadstuin en de mogelijkheid van parkeren op eigen grond. De woningen over drie etages hebben ongeveer een woonoppervlak van 135 m2. Aan de gevel van de woningen moeten hele hoge eisen worden gesteld om deze de schakel te laten vormen tussen het Oude Raadhuis en het huidige museum. 13
alternatief plan Museumkwartier Rhenen
7. (Financiële) vergelijking van de plannen In onderstaande matrix zijn het plan van de gemeente en het alternatief plan uit de buurt in financiële termen naast elkaar gezet. Uit de vergelijking blijkt dat het plan van de gemeente in totaliteit een bedrag van 665.000 euro kost en het alternatieve plan 85.000 euro oplevert. Daarnaast zullen de jaarlijkse onderhoudskosten in het alternatieve plan 25.000 euro minder bedragen dan het plan van de gemeente. Het terugverdienen van deze extra kosten zal door middel van verhuur van 5 à 6 kamers in het stadshotel onmogelijk zijn.
Investeringen
Herbouw museum Inrichting museum Verbouwing OR Aanbouw OR Totaal
A Plan Gemeente X €1000
B Alternatief plan X €1000
Verschil A -B
Opmerkingen
X €1000
600 (350) 240 200 0 1040
0 240 250 100 590
600 (350) 0 -50 -100 450
300 75 0 375
300 0 350 650
0 75 -350 -275
-665 (-415)
60
750 (465)
60 24
60 0
0 24
Gemeente geeft aan minder te willen investeren dan in plan (bijlage 2b)
Resultaat afstoting Onroerend Goed Rode Kruis gebouw Tuin naast OR Rondeel Totaal
Resultaat Investering
Grondprijs is lager. (op basis grondprijs)
Onderhoudskosten per jaar OR Rondeel
Totaal
85
60
Bijlage 2b
25
14
alternatief plan Museumkwartier Rhenen
8.
Conclusies
1. Een grove berekening leert dat binnen het alternatieve plan totale financieringsbehoefte aanmerkelijk lager is dan bij de plannen van de gemeente. En tevens gaan de vaste jaar lasten fors omlaag omdat er één gebouw minder te onderhouden is. 2. Dit betekent dat binnen het budget voor het museumplan ruimte is voor een veel kleinschaliger vorm van horeca. De huur kan meer dan een factor twee naar beneden. Dit betekent dat ook de afhankelijkheid voor jaarlijkse bekostiging veel minder afhankelijk wordt van de resultaten van de horecaondernemer. Het financiële risico wordt dus kleiner. 3. Door de minder grote afhankelijkheid wordt de handhaving van de in de vergunning gemaakte afspreken wordt sterk vereenvoudigd. 4. De omvang van de horeca kan veel kleinschaliger waardoor ook de overlast in de woonwijk navenant zal afnemen. 5. Het Oude Raadhuis blijft als monument behouden voor de bewoners. Hier kan de stad trots haar rijke geschiedenis vertellen.
15
alternatief plan Museumkwartier Rhenen (Bijlagen)
9. Bijlagen Bijlage 1: Quickscan financiële haalbaarheid Om het Oude Raadhuis te transformeren in een stadshotel/restaurant geeft de gemeente aan dat er een initiële investering van € 200.000 nodig is. Wij zijn echter van mening de hoogte van dit bedrag volstrekt ontoereikend is en schatten eerder het dubbele in. Een initiële investering van € 350.000 lijkt ons realistischer (= € 70.000 afschrijving en rente per jaar ten laste van exploitant). Een quickscan op basis van actuele ervaringscijfers en uitgangspunten van bedrijfsschap Horeca en Catering (http://www.kenniscentrumhoreca.nl/) geeft een duidelijk beeld van structureel negatief rendement. Wij denken dan ook dat een ‘hoog segment’ stadshotel/ restaurant met veel risico is omgeven. Hieronder treft u hiervan een onderbouwing aan. In termen van financiële haalbaarheid geloven wij niet in deze, op het eerste gezicht aardig ogende bestemming en wij verwachten dan ook dat u om die reden het inzetten van plan B zult legitimeren (afstoting Oude Raadhuis of volbouwen tuin Rijnstraat).
Uitgangspunten Restaurant: capaciteit 50 personen, bezetting 60%, 5 dagen p/wk open, € 40,- p/couvert ex BTW. Hotel: 6 kamers, € 150 ex BTW per kamer, 365 dagen per jaar open, bezettingsgraad 70%.
alternatief plan Museumkwartier Rhenen (Bijlagen) Bijlage 2A: Reactie brief klankbordgroep Museumkwartier
Reactie brief klankbordgroep Museumkwartier
Beste klankbordgroepleden van Museumkwartier, In uw brief van 18 november reageert u op het eerdere klankbordgroepoverleg van 25 oktober 2012 en de verslaglegging hiervan. Hierin stelt u een aantal aspecten ter discussie. Graag wil ik hierbij op een aantal van de punten uit de brief ingaan om onjuistheden te voorkomen met het oog op een voorspoedig en helder vervolgoverleg. Visie Ten grondslag van alle ruimtelijke plannen bij de gemeente ligt de ‘Stedenbouwkundig structuurvisie Rhenen’. Gezamenlijk met de ‘Visie en inrichtingsschets openbare ruimte kernwinkelgebied Rhenen’ vormt dit de basis voor het project. In het Schetsplan Museumkwartier wordt het plan naast een architectonische uitwerking ook met een stedenbouwkundig ontwerp onderbouwd. Voor een onderbouwing van de organisatorische verandering van het museum bestaat het beleidstuk ‘Collectie naar connectie’. Hierin worden verschillende organisatorische varianten tegen elkaar afgewogen. Inhoud U meld in de aanhef van uw reactie dat de gemeente voorlopig afziet van bebouwing van de tuin naast het oude Raadhuis. Dit is niet juist. Er wordt niet afgezien van het benutten van deze grond naast het oude Raadhuis. Deze overweging zal pas in een latere fase van dit project aan de orde zijn, evenals overige ontwikkelingen (m.u.v. van het Waaggebouw). Eerst wordt gericht op de ontwikkeling van het museum en het oude Raadhuis, maar het totale plan blijft het uitgangspunt. De discussie over wel of geen horeca is niet meer aan de orde. Het staat vast dat het oude Raadhuis beschikbaar gesteld wordt voor horeca en dat grootschalige horeca uitgesloten is. De exacte invulling ervan is dus nog onzeker. Horeca beleid en handhaving In uw reactie pleit u voor blijvende medezeggenschap over de verhuur en mogelijk verandering van (horeca)functionaliteit van het oude Raadhuis. Zoals burgermeester van Oostrum tijdens het overleg heeft toegelicht, heeft de gemeente in deze situatie een publieke en een private rol. De gemeente verhuurt als private partij het oude Raadhuis. Hierbij heeft de gemeente, net als een andere ondernemer, het recht om het pand naar eigen inzicht te verhuren, zolang passend is binnen het gemeentelijk horecabeleid en het bestemmingsplan. Bij verandering van functionaliteit dat niet passend is binnen het bestemmingsplan, zal de reguliere weg moeten volgen van een bestemmingsplanwijziging. Hierbinnen wordt de gelegenheid geboden aan belanghebbenden om bezwaar te maken. Kostenaspecten De kosten van de bouwkundige verbouwing van het museum en het oude Raadhuis gezamenlijk wordt geraamd op circa €500.000 a €600.000. Hierbij kunnen subsidies en bijdragen uit provinciale fondsen helpen. In het eerste jaar zal de jaarlast met €100.000 afnemen door huuropbrengsten en de vermindering van de exploitatiekosten van het oude Raadhuis. Na verzelfstandiging van het museum zal de exploitatielast verder afnemen tot een maximale jaarlast van €100.000. Verdere financiële informatie zal op dit moment niet openbaar gemaakt worden.
alternatief plan Museumkwartier Rhenen (Bijlagen) Parkeerdruk Uit onderzoek van VIA verkeersadvisering en de gemeentelijke verkeerskundige zal de parkeerbehoefte vanuit het museumkwartier 20 tot 30 parkeerplaatsen omvatten. Hierbij is de totale vraag vanuit de VVV, het restaurant/hotel, en het museum meegenomen. Het onderzoek stelt vast dat een loopafstand tot 500 meter aanvaardbaar is. De omliggende parkeergelegenheden in totaal kunnen deze vraag opvangen. In het verslag staat de Doelenwal foutief vermeld als één van de locaties. Dit moet de parkeergelegenheid aan de Buitenomme zijn, zoals besproken tijden het overleg. Aanvullend is het mogelijk om de nieuwe parkeergarage onder de toekomstige Albert Heijn in Binnenstad oost tijdens de avond open te stellen voor bijzondere gelegenheden. Dit kan bijzondere piekmomenten opvangen. Een parkeervergunningsysteem kan parkeergebruik in de oude binnenstad door uitsluitend bewoners mogelijk maken. Het kan hierbij de angst weg te nemen voor bezetting van het beperkte parkeergelegenheid door bezoekers. Een parkeervergunningsysteem is niet eerder binnen de gemeenteraad behandeld. Rol van de klankbordgroep / informatieavond aan bewoners Tijdens het voorgaande overleg werden de stand van zaken gepresenteerd. Dit diende om u te informeren over de voortgang van het project en om hierover een reactie te geven. Voordat het gemeenteraad op de hoogte wordt gebracht van de inbreng van de klankbordgroep zal eerst nog verdere afstemming worden gezocht. Dit betreft in het bijzonder de aanpak van de algehele stedenbouwkundige visie, het gebruik/inrichting van het oude Raadhuis en museum en de parkeer/verkeersdruk. In het voorgaande overleg waren verdeelde meningen over deze punten. De klankbordgroep heeft als rol om de belangen en wensen van de omwonenden te vertegenwoordigen en vanuit dat perspectief hierover mee te praten. Beslissingen over het project blijven echter bij de gemeente. Hoewel gezocht wordt naar nauwe afstemming tussen de gemeentelijke plannen en de omgeving is daarmee niet vastgelegd dat de gemeente zal instemmen met alle wensen van de omwonenden. Op een later moment in dit project zullen de omwonenden op de hoogte gesteld worden tijdens een informatiebijeenkomst. Dit als eerste reactie. Voor verder overleg over de plannen van het Museumkwartier is er dinsdag 11 december voldoende gelegenheid.
alternatief plan Museumkwartier Rhenen (Bijlagen) Bijlage 2B: (financiële paragraaf uit “Naar een versterkt museum)
alternatief plan Museumkwartier Rhenen (Bijlagen) Bijlage 3: Investeringskosten raming verbouwing Oude Raadhuis tot Museum (2002)
alternatief plan Museumkwartier Rhenen (Bijlagen)
alternatief plan Museumkwartier Rhenen (Bijlagen)
alternatief plan Museumkwartier Rhenen (Bijlagen)
alternatief plan Museumkwartier Rhenen (Bijlagen)
alternatief plan Museumkwartier Rhenen (Bijlagen)
alternatief plan Museumkwartier Rhenen (Bijlagen)
alternatief plan Museumkwartier Rhenen (Bijlagen)
alternatief plan Museumkwartier Rhenen (Bijlagen)
alternatief plan Museumkwartier Rhenen (Bijlagen)
alternatief plan Museumkwartier Rhenen (Bijlagen)
alternatief plan Museumkwartier Rhenen (Bijlagen) Bijlage 4: Ruimtebeslag – versterkt museum (incl gezamenlijke ruimte HVR en VVV). (bron: Rapportage “Van collectie tot connectie”)
Basis ruimtebeslag voor te ontwikkelen varianten profiel toerisme / onderwijs Vaste presentatie min 210 m² Uitgaande van huidige ruimte voor vaste presentatie van 140m2 + uitbreiding met 50%. Combinatie van Wisseltentoonstelling toerisme (zomer) Werkruimte onderwijs (winter) 50 m² Documentatie (museumbibliotheek, leeszaal in combinatie met Historische Ver. en/of gehoorzaaltje) 50 m² Balie + winkel (samen met VVV), toilet, garderobe, koffiehoek 60 m² Quarantaineruimte 2 m² Kantoor conservator Tevens vergaderruimte 25 m² Kantoor overige staf (deeltijders delen ruimte) 15 m² Werkplaats + Bergruimte Beperken tot de aanwezige kelder, overige werkzaamheden elders uitvoeren. Circa 20 m2 - gemeentehuis Depot (met klimaatbeheersing) Strekkende meters stelling Variabele diepte 200 m Door verplaatsing van depot naar gemeentehuis kan deze ruimte gespaard worden in museumkwartier.
alternatief plan Museumkwartier Rhenen (Bijlagen)
Het klimatiseren van een (overwegend)gesloten museum Bijlage 5:
alternatief plan Museumkwartier Rhenen (Bijlagen)
- Marco Marlens Directeur van Martens Klimaatadvies
ONDERLIGGEND ONDERZOEK Het gebrek aan kennis van het ideale klimaat in de Nederlandse musea, gecombineerd met twijfels over het nut van de almaar strakker wordende eisen aan het museale binnenkli maat leidde tot een grondig onderzoek door de Technische Universiteit Eindhoven. Van 2005 tot en met 2010 hebben studenten bouw fysica 21 musea in Nederland en Vlaanderen uitgebreid bemeten. Van al deze musea is de collectie in kaart gebracht en de bouwkundige situatie is geanalyseerd. Tevens is de door elk museum gevolgde klimaatstrategie daarbij vastgesteld. Parallel hieraan is een literatuuron derzoek uitgevoerd naar de gevoeligheid van enkele goed gedefinieerde museale voorwer pen: papier, paneelschilderijen, meubels en houten beelden. Hierbij is naar biologische, chemische en mechanische degradatie door het binnenklimaat onderzoek gedaan.
De laatste jaren zijn de richtlijnen voor het museale. binnenklimaat drastisch veranderd. Aan de trend van steeds strakker geregelde binnenklimatèn is nu definitief een einde gekomen. Het kijken naar wat een collectie en een gebouw werkelijk nodig hebben is daarbij steeds belangrijker geworden, ook met het oog op energiegebruik en kosten.
maat is onderzocht hoe de risico's verande ren wanneer een andere klimaatstrategie zou worden gevolgd. Ook de invloed van deze strategieën op het energiegebruik is daarbij bepaald. Nu de risico's in kaart zijn gebracht blijkt er ruimte te zijn voor minder strakke klimaatei sen. Dat schept kansen die we gezamenlijk moeten grijpen.
OPEN OF GESLOTEN? Wanneer een museum open is en er dus bezoekers in het museum zijn, komt de vraag naar thermisch comfort bovendrijven. Al snel wordt er gestreefd naar een temperatuur die om en nabij de 20°C ligt. Dit vereist al een complexe klimaatinstallatie, omdat bij deze
'Het moge duidelijk zijn dat een klimaatinstallatie geen Het belangrijkste resultaat is dat, wanneer wondermiddel is'
het binnenklimaat gedurende minimaal één kalenderjaar gemeten is, de risico's voor de drie degradatiemechanismen voorspeld kunnen worden voor elk van de onderzochte objecten. De responstijd van de objecten speelt hierbij een belangrijke rol: hoe snel kan een object reageren op veranderingen in de relatieve vochtigheid van de ruimte? Een snel reagerend object (een vel papier bijvoor beeld) ervaart namelijk een heel ander klimaat dan een langzaam reagerend object (zoals een massiefhouten beeld met een laklaag). Figuur 1. Met computersimulaties van het binnenkli-
temperatuur in de winter de binnenlucht veel te droog en 's zomers juist veel te vochtig wordt. Het bijbehorende energiegebruik is vaak fors. Maar is die 20°C voor onze bezoekers wel nodig? 's Winters kleden mensen zich warmer waardoor misschien l8°C al comfortabel genoeg is. 's Zomers zijn bezoekers luchtiger gekleed waardoor ze het misschien veel te koud vinden in het museale binnenklimaat en het liever 24oe zouden hebben. Door een aanpassing aan de seizoenen kan vaak tot 25%
bespaard worden op de stook- en koelkasten. Bovendien nemen de collectierisico's door een dergelijke seizoensaanpassing eerder af dan toe. Een museumgebouw is meer uren per etmaal gesloten dan geopend: menselijk comfort is dan geen issue. Ook de hoeveelheid ventila tie kan flink worden teruggebracht; in een oud gebouw is vaak al meer ventilatie door kieren en gaten dan er eigenlijk nodig is. Het is dus niet noodzakelijk - en vaak zelfs compleet overbodig - om extra buitenlucht in te blazen. Met eenvoudige middelen, bijvoorbeeld een radiatorenverwarming, kan al een klimaat met zeer weinig risico's voor het gebouw en de collectie worden gecreëerd. Minimaal stoken om een te vochtig klimaat te voorkomen is vaak al genoeg; eventueel kan de verwarming door een hygrostaat worden aangestuurd zodat daarmee de relatieve luchtvochtigheid tussen bepaalde grenzen wordt gehouden: zogenaamd hygrostatisch verwarmen .
BRUIKLEENVERKEER Thch zijn veel conservatoren nog niet overtuigd en blijven vooral de bruikleeneisen onaangepast. Naar buiten toe zijn museum directies vaak nogal gesloten als het op hun eigen binnenklimaat aankomt. Dat wordt gro tendeels veroorzaakt door de gangbare bruik leenvoorwaarden. Musea eisen van elkaar een strikt binnenklimaat om risico's aan uit te lenen objecten uit te sluiten. Maar vaak heeft hun eigen museum niet het klimaat dat ze van
alternatief plan Museumkwartier Rhenen (Bijlagen)
-Relatieve Vochtigheid in een ongeklimatiseerd museum01-Jan-2004 - 01-Jan-2005
(fig.l)
80 75 "0
70
"" 85 eo
8!
55
er kan weinig aan het heersende klimaat veranderd worden dus zal het klimaat wel verkeerd zijn (figuur Z). Door dit besef staan de meest gevoelige objecten vaak al in vitrines, wordt door de medewerkers zonlicht actief geweerd en gaat de verwarming 's winters een paar graadjes omlaag. Dat dit een klimaat oplevert dat veel minder risico's oplevert dan de situatie in een museum waar iedereen op de installatie vertrouwt, is vaak niet bekend.
50
45
Jan2004
J
JLl
L-
--
Jun2004
----
Jul2004
Aug2004
WAAR LIGGEN DE KANSEN? Wanneer Sep2004
datum [maand jaar] - Klimaat in een ongeklimatiseerd museum 0 l-Jan-2004 - 0 l-Jan-2005
(fig.Z)
Figuur 1 Gemeten relatieve
luchtvochtigheid in een on geklimatiseerd museum en ervaren RV voor een snel reagerend object (papier) en een traag reagerend object (houten beeld met een laklaag).
Figuur Z Gemeten binnen
1L>_ -, _· 0 ..",."..,.........,.,...
--Wil.-
*
ZDrnlr--
"
klimaat in een ongeklima tiseerd museum , weerge geven in een zogenaamd Mollierdiagram (tempera tuur versus absoluut vocht gehalte; de curven stellen deRVvoor).
Aboolu ut Vochtgohofte (glkg(
de bruikleennemer eisen. Daarom zwijgen ze vaak over hun eigen binnenklimaat en daarmee ook over het al dan niet goed functi oneren van hun eigen klimaatinstallatie. Facility reports worden minder eerlijk ingevuld en dat is jammer, want dat houdt ook in dat elk museum opnieuw het wiel moet uitvinden bij het kiezen voor een installatie en het verhelpen van de welhaast onvermijdelijke kinderziektes vlak na de oplevering daarvan. 1
regeld is, waardoor bepaalde plekken in het museum grote afwijkingen van het ingestelde klimaat vertonen. Ook is bij uitval van een deel van de installatie ineens een heel ander klimaat dan het gewenste ontstaan. En soms worden er in extreme situaties (zoals een hete, vochtige dag) verkeerde beslissingen genomen door onwetendheid van de installatiebeheerder. Tel daar nog bij op dat er vaak geen duidelijke
'De voorheen gebruikte strikte richtlijnen voor het binnenklimaat De grootste tegenstelling die binnen het hebben hun langste tijd gehad' VALS GEVOEL VAN (ON)VEILIG HEID
onderzoek is aangetroffen bestaat tussen de klimaatrisico's en het gevoel van veiligheid. In een museum met een uitgebreide klimaatin stallatie die in een strikt binnenklimaat voorziet, hebben de medewerkers vaak het gevoel dat het daarmee wel goed zit de installatie regelt immers het klimaat. Toch treden hier vaak grote veiligheidsrisico's op. Uit het onderzoek blijkt dat soms een installatie niet goed inge-
signalering of doormelding van problemen (zoals een sms of e-mailalarm) is opgenomen en het moge duidelijk zijn dat een klimaatin stallatie geen wondermiddel is. Omgekeerd bestaat in musea met een eenvou dige installatie vaak het gevoel van onmacht;
een museum op het punt staat aan een verbouwing te beginnen, bestaat de kans om het klimaatsysteem eens grondig te heroverwegen. Hierbij gaat het vooral over het inschatten en afwegen van risico's en de bijbehorende kosten. Denk daarbij aan het aanschaffen van goede vitrines (bijvoorbeeld luchtdicht met buffer) voor de meest gevoelige objecten versus het nastreven van een klimaat met minder fluctuaties in het hele museum. Of het onderbrengen van de gevoelige objecten in de meest stabiele ruimte in plaats van verspreid over het hele museum. Wanneer een museum al een installatie heeft, dan is het wellicht mogelijk om met kleine veranderingen in de regeling (bijvoorbeeld een streefwaarde voor zowel temperatuur als relatieve vochtigheid die afhangt van het bui tenklimaat) te zorgen dat de installatie het gemakkelijker heeft, er minder capaciteit nodig is en er daardoor energie bespaard kan worden.
CONCLUSIES De voorheen gebruikte strikte richtlijnen voor het binnenklimaat hebben hun langste tijd gehad. De bijbehorende hoeveelheid benodigde installaties, het inpassen daarvan in het gebouw en de hoge energiekosten zijn niet meer van deze tijd. Wanneer gebouw, collectie en klimaat goed op elkaar worden afgestemd, dan is het mogelijk om zowel de risico's als de energiekosten in de hand te houden. Deze nieuwe inzichten zijn ook opgenomen in de nieuwe Museumnorm van het Museumregister Nederland. De kansen die dit de musea biedt, zouden van ganser harte omarmd moeten worden. In april 2012 promoveerde Marco aan de Technische Universiteit Eindhoven op het onderwerp 'Climate risk assessment in museums'. Download het proefschrift op www.
martensklimaatadvies.nl •
1 Zie ook Leon Smets, 'Collectiebeheer en collectiemobiliteit. Nieuwe klimaatrichtlijnen en het EU-project Colleetiens Mobility' Museumpeil 34, najaar 2010.