ALS OUDERS GAAN SCHEIDEN. BILOCATIE ALS KANS ? Visie van de vereniging Bemiddeling vzw*
Wanneer ouders bij een scheiding conflicten hebben, dan heeft dat vaak grote gevolgen voor de ontwikkeling van de kinderen. Om dat te voorkomen is het belangrijk dat ouders verantwoordelijkheid nemen en goede afspraken maken over de kinderen. Bemiddeling kan hierbij helpen, niet alleen als methode, maar ook als structurele omkadering vanuit en met een duidelijke visie op bemiddeling als emancipatorisch, ontwikkelingsgericht, contextueel-relationeel, toekomstgericht en innovatief proces (cfr. Visietekst op bemiddeling van de vereniging te vinden op de site) Familie- en jeugdrecht kennen het probleem dat ouders kunnen belanden in een conflictspiraal om de zeggenschap over of de omgang met de kinderen. Over dit probleem wordt nu gelukkig vanuit fundamentele principes nagedacht, vanuit een meta-denken, vanuit een bovenpositie, en niet langer vanuit de ‘goede bedoelingen’., en los van juridische, psychologische en opvoedkundige connotaties. Nieuwe benaderingen in de psychologie en de therapie brengen nieuwe en bredere inzichten. De problematiek van ontwrichte levens waarin echtscheiding ernstige gevolgen blijkt te hebben voor het welzijn en functioneren van ex-partners en hun kinderen wordt maatschappelijk als onaanvaardbaar gezien, getuige de stroom van overheidsinitiatieven gericht op verbetering van deze situatie. Vorig jaar was er de wet op bemiddeling. Vandaag ligt de wet op de bilocatieregeling voor. Het belang bij het aanreiken van oplossingen voor het (conflictspiraal-)probleem lijkt (voor de wetgever) duidelijk te liggen bij het intact laten van de partijautonomie als cybernetisch principe. ‘Cyber’ staat voor ‘cybernetisch’, ofwel de wetenschap van zelfsturende systemen (samenwerkingsvormen waarin zelfsturing, eigen verantwoordelijkheid en ‘checks and balances’ centraal staan). Gezien vanuit de visie op bemiddeling kan dit alleen maar worden toegejuicht. Bilocatie, of de gelijkmatig verdeelde huisvesting, wordt duidelijk als ‘kans’ (door de wetgever) neergezet. De kans ligt erin dat partijen zelf en met elkaar een regeling treffen. Hierin ligt duidelijk het bemiddelingsprincipe, met het openbaar ministerie als bewaker van het geheel (over de partijautonomie en het belang van de kinderen). I.
Kans of principe ?
De wet op het verblijfs-co-ouderschap werkt duidelijk ondersteunend en uitnodigend. De wet maakt het voor de ouders mogelijk, creëert de ruimte, om als ouder verantwoordelijkheid op te nemen bij het vinden van een oplossing, bij het invullen van het voortzetten van het ouderschap. Er wordt de ouders een kans geboden
De term bilocatie wordt vermeden, omdat deze volgens het Van Dale Groot Woordenboek van de Nederlandse Taal “gelijktijdige aanwezigheid van een lichaam op twee plaatsen” betekent, “hetgeen hier helemaal niet bedoeld wordt” zoals Prof. P. Senaeve (nochtans tot dan toe een regelmatig gebruiker van het woord “bilocatie”) terecht opmerkt, o.a. in het Echtscheidingsjournaal 2006/8-9, blz. 124, punt 25. *
verantwoordelijkheid en zelfsturing op te nemen door het overleggen van een eigen invulling, het vinden van een eigen model voor hun probleem. De wet voorziet immers als uitgangspunt dat bij akkoord van de ouders over een huisvestingsregeling – behoudens de strijdigheid met het belang van het kind – de rechter dit akkoord homologeert. Op die manier geformuleerd wordt een gelijkmatig verdeelde huisvesting niet als principe geponeerd, maar als een directe en duidelijke kans die aan de ouders wordt gelaten tot gesprek, overleg en bemiddeling. De kans dat partijen zelf en met elkaar een regeling treffen. Echtscheiding ontbindt weliswaar het partnerschap, maar het ouderschap loopt verder. Ouders moeten de mogelijkheid worden gelaten met elkaar het ouderschap blijvend op te nemen. Die mogelijkheid die ouders wordt gelaten dit engagement op te nemen is een duidelijke ‘kans’ die via de nieuwe wet nu een publiek karakter heeft gekregen. Pas bij gebrek aan akkoord tussen de ouders, onderzoekt de rechter op vraag van minstens één van de ouders bij voorrang de mogelijkheid om de huisvesting van het kind op een gelijkmatige manier tussen de ouders vast te leggen. De rechter kan vervolgens beslissen tot een gelijk of ongelijk verdeeld verblijf, waaruit volgt dat een verblijfs-co-ouderschap niet automatisch als uitgangspunt zal gelden. Een afwijkende regeling, anders dan het gelijkmatig verdeelde verblijf blijft mogelijk. De wetgever vertrekt duidelijk van het principe van een gelijkwaardig ouderschap, waarbij ouders de vorm kunnen kiezen met een voorkeur voor verblijfsco-ouderschap wanneer één van de ouders dit wenst, zonder dat verblijfs-co-ouderschap automatisch de regel wordt.
II.
Maatschappelijke gewijzigde opvatting
Het (voornoemde) gelijkwaardig ouderschap als principe en model is een duidelijk antwoord op de maatschappelijk onverantwoorde conflictspiraal . Het model wordt een expliciet signaal van en voor de samenleving, over hoe ouderschap na scheiding vorm kan worden gegeven vanuit het belang van beide ouders en van de kinderen. Het wetgevende werk is de weergave van een visie die op een bepaald tijdstip in grote mate gedragen wordt door de meerderheid van de samenleving. De wetgever gaat er thans van uit dat de ouders allebei in gelijke mate de opvoeders zijn en dat ze in gelijke mate de zorg voor de opvoeding van hun kinderen dienen op te nemen, ook na een scheiding. Een duidelijk gewijzigde maatschappelijke opvatting ligt hieraan ten grondslag. Gedaan met de negatieve vooringenomenheid ten aanzien van de vaders, die ook een voor het kind zeer belangrijke rol moeten spelen opdat het zich harmonisch en volledig zou kunnen ontwikkelen. Hiertoe moet elk van de ouders verantwoordelijkheid en zorg opnemen bij de opvoeding van de kinderen, vertrekkend vanuit de behoeften van het kind, een geloof in zijn eigen mogelijkheden en in deze van de andere ouder.
Ook de bemiddelaar als exponent van de huidige samenleving deelt deze visie van de waarde van gelijkwaardig ouderschap en erkent het evenwaardige ouderschap als uitgangsprincipe zolang zijn cliënten het niet over iets anders eens zijn. De wet stimuleert deze maatschappelijke verandering. Uiteraard zal het tijd vragen om de gewijzigde maatschappelijke opvatting doorstroming en ingang te laten vinden in alle lagen van de maatschappij. Bemiddelaars kunnen ouders hierbij helpen om die mogelijkheid van verblijfs-co-ouderschap grondig te overwegen en desgewenst praktisch uit te werken.
III.
Principes en visie
Ouderschapsbemiddeling biedt ouders een forum om over hun ouderschap met elkaar te praten, om de reorganisatie van hun ouderschap binnen een nieuwe context (van scheiding) vorm te geven en elkaars ouderschap te erkennen. Structureel omkaderd vanuit het aanbod van bemiddeling, wordt het verblijfs-co-ouderschap gedragen en gekenmerkt door een aantal (sturende) bemiddelingsprincipes, te weten: -
het principe van gelijkwaardig ouderschap
-
het principe van zelfbeschikking
-
het principe van belang van het kind (en ouders)
-
het principe van maatwerk
o
het principe van gelijkwaardig ouderschap
Echtscheiding ontbindt het partnerschap, het ouderschap loopt verder. Verblijfs-co-ouderschap gaat uit van een visie van evenwaardig ouderschap. Ouders zijn allebei in gelijke mate de opvoeders en dienen in gelijke mate de zorg voor de opvoeding van hun kinderen op te nemen. Het principe van gelijkwaardig ouderschap gaat daarom uit van een duurzaam, gelijkwaardig ,geëngageerd en verantwoordelijk ouderschap ten opzichte van de kinderen.
o
het principe van zelfbeschikking
Ouders worden uitgedaagd en gestimuleerd in het vinden van een omgang met elkaar in overleg en bemiddeling. Ouders worden uitgedaagd toekomst- en ouderschapsgericht te denken. Ouders dienen bewust te worden van de maakbaarheid van hun eigen oplossing. De ideale oplossing lijkt het gelijkwaardig verdeeld ouderschap, maar kan in overleg ook een andere regeling zijn.
o
het principe van belang van het kind (en ouders)
In de uit te werken regeling staan de belangen van de kinderen maximaal centraal, zonder deze te reduceren. De ouder-kind relatie is een fundamenteel gegeven voor kinderen. Loyaal kunnen zijn en blijven aan beide ouders, goede en veelvuldige contacten met beide ouders, de dagdagelijkse demonstratie van betrouwbaar vader- en moederschap is voor elk kind en voor een kind van gescheiden ouders van bijzonder belang voor zijn/haar welzijn. Tijdens de ouderschapsbemiddeling bespreken ouders samen hoe hun opvoedingsproject er gaat uitzien in de komende jaren en hoe zij beiden hierin hun plaats kunnen innemen vertrekkende vanuit de belangen van hun kinderen.
o
het principe van maatwerk
Ouders stimuleren in het afleveren van maakwerk. Gegeven een bepaalde situatie kan elke oplossing gepast zijn in mate zij tot stand is gekomen na overleg en bemiddeling. Het gaat om een principiële keuze van de beide ouders, naargelang de kinderen en de ouders zelf, de situatie anders te vertalen, en met een eigen oplossing te komen. Maatwerk ipv. een van buitenaf opgelegde oplossing.
Besluit •
Verblijfs-co-ouderschap als kans is de vanzelfsprekende verderzetting van het gezamenlijke en gedeelde ouderschap tijdens de samenlevingsperiode van de ouders. Verblijfs-co-ouderschap doet een krachtige oproep aan de ouders om verantwoordelijke ouders te zijn.
•
Verblijfs-co-ouderschap als kans wil ouders uitdagen en stimuleren in overleg met elkaar of via bemiddeling een model uit te werken dat zoveel mogelijk tegemoetkomt aan de belangen van de kinderen en de mogelijkheden van de ouders.
•
Verblijfs-co-ouderschap daagt uit en stimuleert, verplicht ouders om hun verschillen met elkaar uit te klaren en in overleg tot een oplossing te komen in het belang van hun kinderen.
Verblijfsco-ouderschap wordt zo gezien als kans-model, waarbij ouders verwacht worden dat ze verder met elkaar in overleg zouden blijven gaan. Dit kan gebeuren via bemiddelingssessies: zo kunnen onnodige procedures en aanslepende conflicten worden voorkomen. Alle partijen zijn gebaat bij bemiddelingspogingen. Ouders kunnen dan samen met de bemiddelaar de obstakels die een gedeeld ouderschap in de weg staan opruimen. Ouders kunnen afstemmen op elkaar en afspraken maken rond hun ouderschap zodat ze een voor hun werkbaar model vinden. Vanuit de bemiddelingsprincipes wordt de partijautonomie waarin ieders belangen (meerzijdig partijdige positie) aan bod komen gestimuleerd: die van de kinderen, die van de moeder en die van de vader. Vanuit een nieuw duidelijk gewijzigde maatschappelijke opvatting, worden ouders uitgedaagd tot het doen tot stand komen van een samenwerkingsvorm waarin zelfsturing, eigen verantwoordelijkheid en ‘checks and balances’ centraal staan. Ouders dragen op die manier bij tot het vormen van maatwerk, en maakbaarheid van hun eigen kader, waarbij de maakbaarheid van de (betere) maatschappij zonder conflict als idee niet veraf is. * * *