ALGEMENE VORMING DEELTIJDS BEROEPSSECUNDAIR ONDERWIJS
PROJECT ALGEMENE VAKKEN MODERNE VREEMDE TALEN NIVEAU TWEEDE GRAAD
PROJECT ALGEMENE VAKKEN NIVEAU DERDE GRAAD NIVEAU DERDE LEERJAAR DERDE GRAAD
LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS
VVKSO-BRUSSEL D/2010/7841/087 september 2010 (D/2010/7841/087 vervangt D/2009/7841/018 vanaf 1 september 2010)
Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel
Inhoud 1
Inleiding...................................................................................................................5
2
Leerlijn algemene vorming in dbso..........................................................................7
3
Leerplandoelen niveau tweede graad ...................................................................17
4
Leerplandoelen niveau derde graad......................................................................22
5
Leerplandoelen niveau derde leerjaar derde graad...............................................26
6
Minimale materiële vereisten.................................................................................29
6.1 6.2
Infrastructuur .....................................................................................................................................29 Uitrusting ...........................................................................................................................................29
7
Eindtermen Project Algemene Vakken..................................................................31
7.1 7.2 7.3
Eindtermen PAV tweede graad.........................................................................................................31 Eindtermen PAV derde graad: eerste en tweede leerjaar ................................................................33 Eindtermen PAV derde graad: derde leerjaar...................................................................................35
8
Eindtermen moderne vreemde talen Frans of Engels ...........................................38
8.1
Eindtermen moderne vreemde talen Frans of Engels tweede graad ...............................................38
Algemene Vorming deeltijds beroepssecundair onderwijs niveau tweede graad niveau derde graad niveau derde leerjaar derde graad
3 D/2010/7841/087
1
Inleiding
Een jongere kan in het dbso worden ingeschreven als hij niet meer onderworpen is aan de voltijdse leerplicht en tot de leeftijd van 25 jaar. Door het uiteenlopende schoolverleden van de jongeren is de groep heel verscheiden. In het dbso bestaan geen jaren en geen graden. In de praktijk zitten jongeren uit de verschillende niveaus doorgaans in eenzelfde groep algemene vorming. In het dbso bestaan eveneens geen vakken. Project Algemene Vakken en één moderne vreemde taal kaderen binnen de algemene vorming van de jongeren. Ze hebben als doel hen voor te bereiden op de maatschappij en vorming te bieden die de jongeren in staat stelt een toekomst uit te bouwen waarin leren en werken belangrijk zijn. Daarom wordt ervoor geopteerd om de moderne vreemde taal geïntegreerd aan te bieden. Naast de brede vorming die voor iedere jongere wordt beoogd, werd dit leerplan eveneens ontwikkeld in functie van het toekennen van de rechtmatige studiebewijzen uitgereikt via dbso, in casu voor deze jongeren die in aanmerking komen voor het behalen van het getuigschrift van de tweede graad van het secundair onderwijs, het studiegetuigschrift van het tweede leerjaar van de derde graad secundair onderwijs en het diploma secundair onderwijs. Iedere leraar-begeleider zal er dan ook naar streven om de jongeren voldoende leeruitdagingen te bieden en hen zo ver mogelijk te begeleiden in hun groeiproces. Op die manier krijgt iedere jongere maximale kansen om op eigen tempo een rechtmatig studiebewijs te behalen. In dit leerplan werden de eindtermen PAV en MVT in de leerplandoelstellingen opgenomen. De nummers van deze eindtermen staan tussen haakjes. (in doelstellingen per graad, hoofdstukken 3, 4 en 5). Vooraf (in hoofdstuk 2) geven wij de leerlijn algemene vorming over de verschillende graden. De attitudes werden gemerkt met een * met het oog op doorlichting door de onderwijsinspectie. Situering van Project Algemene Vakken binnen de algemene vorming de jongeren Project Algemene Vakken wordt projectmatig-thematisch opgebouwd. Dit leerplan legt noch thema’s noch inhouden op. De thema’s en de inhouden zijn een middel om de leerplandoelen geïntegreerd aan bod te laten komen voor zover ze functioneel zijn. Daardoor kan de leraar-begeleider maximaal inspelen op de actualiteit en op de belangstelling, de noden en de verwachtingen van de groep en van de individuele jongere. Zelfredzaamheid van de jongeren is een prioritair doel. Het is de vrijheid en de verantwoordelijkheid van de leraar-begeleider om steeds opnieuw na te gaan waar het zwaartepunt van zijn aandacht zal liggen. Soms zal hij voorrang geven aan de behoeften van het individu of van de groep, soms zal hij ervoor kiezen om die behoeften te verruimen. Om tegemoet te komen aan de heterogeniteit van de groep kan de leraar-begeleider verschillende accenten leggen wat betreft de leerinhouden, de snelheid van verwerking, de mate van zelfstandigheid die van de jongere wordt gevraagd, de aard en de complexiteit van de opdrachten … Situering van de moderne vreemde taal binnen de algemene vorming de jongeren Het cdo bepaalt de keuze voor Frans of Engels of kan beide aanbieden zodat de keuze aan de jongere zelf wordt toevertrouwd. Bij het aanleren van een moderne vreemde taal staan communicatie en zelfredzaamheid centraal. Het hoofddoel is niet wat jongeren over taal weten, maar wat ze ermee kunnen doen. De leerplandoelen moderne vreemde taal situeren zich op niveau A1 van het Europees Referentiekader voor moderne vreemde talen. Dit betekent dat de jongeren zich als basisgebruiker in een moderne vreemde taal uit de slag kunnen trekken. Zij kunnen vertrouwde dagelijkse uitdrukkingen en basiszinnen begrijpen en gebruiken. Zij kunnen zichzelf aan anderen voorstellen, over persoonlijke gegevens vragen stellen en vragen op een eenvoudige manier beantwoorden. De jongeren kunnen op een eenvoudige manier reageren indien de gesprekspartner langzaam en duidelijk praat en bereid is om hen te helpen.
Algemene Vorming deeltijds beroepssecundair onderwijs niveau tweede graad niveau derde graad niveau derde leerjaar derde graad
5 D/2010/7841/087
Op het niveau van de tweede graad leren de jongeren omgaan met informatieve en prescriptieve teksten. Met het woord tekst bedoelt men elke boodschap die ze produceren of ontvangen, zowel mondeling als schriftelijk.
Verwerkingsniveau, tekstsoorten en tekstkenmerken in een moderne vreemde taal luisteren
lezen
mondelinge interactie
verwerkingsniveau Kopiërend:
schrijven
kopïerend
de boodschap letterlijk weergeven
Beschrijvend:
beschrijvend
beschrijvend
beschrijvend
informatief
informatief
informatief
prescriptief
prescriptief
prescriptief
concreet eigen leefwereld zeer vertrouwd met veel visuele ondersteuning
concreet eigen leefwereld zeer vertrouwd met veel visuele ondersteuning met non-verbale signalen korte enkelvoudige zinnen elementaire structuur korte teksten verstaanbaar
de boodschap begrijpen en/of weergeven met eventueel kleine veranderingen
tekstsoorten Informatief: overbrengen van informatie
Prescriptief: handelingen van de ontvanger sturen
tekstkenmerken Onderwerp concreet Gebruikssituatie
Structuur
Uitspraak, articulatie en intonatie Tempo Woordenschat
6 D/2010/7841/087
eigen leefwereld zeer vertrouwd met veel visuele ondersteuning
korte enkelvoudige zinnen elementaire structuur korte teksten heldere uitspraak, articulatie natuurlijke intonatie standaardtaal langzaam gesproken met pauzes veel voorkomende woorden standaarduitdrukkingen standaardtaal informeel en formeel
korte enkelvoudige zinnen elementaire structuur korte teksten
veel voorkomende woorden standaarduitdrukkingen standaardtaal informeel en formeel
met herhalingen met onderbrekingen veel voorkomende woorden standaarduitdrukkingen standaardtaal informeel en formeel
Algemene Vorming deeltijds beroepssecundair onderwijs niveau tweede graad niveau derde graad niveau derde leerjaar derde graad
Leerlijn algemene vorming in dbso AV 2de graad dbso 1. Onder begeleiding en in concrete situaties in eenvoudige gesproken en geschreven teksten in een vreemde taal het onderwerp bepalen.
INFORMATIEVERWERVING- EN VERWERKING
Algemene Vorming deeltijds beroepssecundair onderwijs niveau tweede graad – niveau derde graad – niveau derde leerjaar derde graad
2
2. Onder begeleiding en in concrete situaties relevante en toegankelijke informatie vinden en selecteren uit: - gesproken teksten; - eenvoudige gesproken teksten in een vreemde taal; - geschreven teksten; - eenvoudige geschreven teksten in een vreemde taal; - ICT-bronnen; - tabellen, grafieken, diagrammen en kaarten.
AV 3de graad dbso 1. Zelfstandig en in concrete situaties relevante en toegankelijke informatie vinden en selecteren uit: - gesproken teksten; - geschreven teksten; - beeldmateriaal; - ICT-bronnen; - tabellen, grafieken, diagrammen en kaarten. 2. Over de gevonden informatie reflecteren met informatie uit: - gesproken teksten; - geschreven teksten; - beeldmateriaal; - ICT-bronnen; - tabellen, grafieken, diagrammen en kaarten. 3. De gevonden informatie evalueren met informatie uit: - gesproken teksten; - geschreven teksten; - beeldmateriaal; - ICT-bronnen; - tabellen, grafieken, diagrammen en kaarten.
7
D/2010/7841/087
AV 3de leerjaar 3de graad dbso 1. Zelfstandig en in concrete situaties maatschappelijk relevante informatie vinden en selecteren uit: - diverse tekstsoorten; - beeldmateriaal; - ICT-bronnen en ICT-toepassingen; - kwantitatieve gegevens uit tabellen, grafieken, diagrammen en kaarten. 2. Zelfstandig en in concrete situaties maatschappelijk relevante informatie kritisch beoordelen: - essentie uit schriftelijk materiaal; - essentie uit mondeling materiaal; - essentie uit beeldmateriaal; - essentie uit ICT-bronnen; - kwantitatieve gegevens uit tabellen, grafieken, diagrammen en kaarten. 3. Zelfstandig en in concrete situaties maatschappelijk relevante informatie vergelijken en integreren: - essentie uit schriftelijk materiaal; - essentie uit mondeling materiaal; - essentie uit beeldmateriaal; - essentie uit ICT-bronnen; - essentie uit twee of meer computerprogramma’s; - kwantitatieve gegevens uit tabellen, grafieken, diagrammen en kaarten.
Algemene Vorming deeltijds beroepssecundair onderwijs niveau tweede graad – niveau derde graad – niveau derde leerjaar derde graad
INFORMATIEVERWERVING- EN VERWERKING
8
D/2010/7841/087
AV 2de graad dbso 3. Onder begeleiding en in concrete situaties relevante en toegankelijke informatie gebruiken: - concrete informatie uit gesproken teksten; - concrete informatie uit geschreven teksten; - concrete informatie uit ICT-bronnen; - concrete informatie uit tabellen, grafieken, diagrammen en kaarten.
AV 3de graad dbso 4. Zelfstandig en in concrete situaties relevante en toegankelijke informatie mondeling en schriftelijk gebruiken: - essentie uit gesproken teksten; - essentie uit geschreven teksten; - essentie uit beeldmateriaal; - essentie uit ICT-bronnen; - concrete informatie uit tabellen, grafieken, diagrammen en kaarten.
AV 3de leerjaar 3de graad dbso 4. Zelfstandig en in concrete situaties maatschappelijk relevante informatie efficiënt toepassen en gebruiken: - essentie uit schriftelijk materiaal; - essentie uit mondeling materiaal; - essentie uit beeldmateriaal; - essentie uit ICT-bronnen; - kwantitatieve gegevens uit tabellen, grafieken, diagrammen en kaarten.
4. Onder begeleiding en in concrete situaties mondeling en schriftelijk informatie inwinnen en meedelen: - formele informatie; - informele informatie.
5. Zelfstandig en in concrete situaties mondeling en schriftelijk informatie inwinnen en meedelen: - formele informatie; - informele informatie.
5. Zelfstandig en in concrete situaties beknopt en duidelijk rapporteren: - mondeling; - schriftelijk; - grafisch.
5. Onder begeleiding, analoge of digitale hulpmiddelen gebruiken om de communicatie en het taalvaardig handelen in het Nederlands en in een vreemde taal te verbeteren en te optimaliseren zoals: - een verklarend woordenboek; - een eenvoudig vertalend woordenboek; - een woordenlijst; - een spellingwijzer; - een schrijfkader; - een spreekkader; - software; - aangeboden ondersteunend visueel materiaal; - lay-out.
6. Zelfstandig hulpmiddelen gebruiken om het taalvaardig handelen en de communicatie te verbeteren en te optimaliseren, zoals - een woordenboek; - een spellingwijzer; - een schrijfkader; - een spreekkader; - software; -…
* 6. Bij het verwerven en verwerken van informatie rekening houden met ethische en deontologische principes: - auteursrecht; - het recht op privacy; - de beveiliging van ICT-bronnen; - de publicatie van cijfergegevens.
INFORMATIEVERWERVING- EN VERWERKING
Algemene Vorming deeltijds beroepssecundair onderwijs niveau tweede graad – niveau derde graad – niveau derde leerjaar derde graad
AV 2de graad dbso
9
D/2010/7841/087
6. Bij het luisteren en het lezen in een vreemde taal, indien nodig en onder begeleiding, volgende strategieën inzetten: - zeggen dat men iets niet begrijpt; - vragen wat iets betekent; - gebruik maken van aangeboden beeldmateriaal; - gebruik maken van de context; - vragen om langzamer te spreken; - vragen om iets aan te wijzen; - vragen om iets te herhalen; - het leesdoel bepalen; - onduidelijke passages opnieuw lezen; - de vermoedelijke betekenis van transparante woorden afleiden; - de vermoedelijke betekenis van onbekende woorden uit de context afleiden. 7. Onder begeleiding en op niveau van de jongere, in een vreemde taal volgende ondersteunende functionele taalelementen inzetten: - vorm, betekenis en reëel gebruik van woorden en woordcombinaties in verband met persoonlijke gegevens, het dagelijks leven en de relatie tot anderen; - reeds in de les gebruikte vormen en structuren in nieuwe contexten; - belangrijke grammaticale constructies, eventueel met behulp van schema’s en overzichten; - het eigene van de tekstsoort die aan bod komt. *8. Zich bij het lezen en luisteren blijven concentreren ondanks het feit dat men niet alles begrijpt.
AV 3de graad dbso
AV 3de leerjaar 3de graad dbso
Algemene Vorming deeltijds beroepssecundair onderwijs niveau tweede graad – niveau derde graad – niveau derde leerjaar derde graad
PROBLEEMOPLOSSEND DENKEN
10
D/2010/7841/087
AV 2de graad dbso *9 Bereid zijn om eigen teksten na te kijken.
AV 3de graad dbso
AV 3de leerjaar 3de graad dbso
10. Onder begeleiding en in relevante concrete situaties, wiskundige technieken en denkmethoden, met behulp van elektronische hulpmiddelen, toepassen: - de regel van drieën; - schematische voorstellingen; - ordeningsmodellen; - procentrekenen; - de schaal. 11. Onder begeleiding en in relevante concrete situaties, grootheden schatten, meten en berekenen.
7. Zelfstandig en in relevante concrete situaties, wiskundige technieken en denkmethoden, met behulp van elektronische hulpmiddelen, toepassen: - de regel van drieën; - schematische voorstellingen; - ordeningsmodellen; - procentrekenen; - de schaal. 8. Zelfstandig en in relevante concrete situaties, metingen en berekeningen uitvoeren.
7. Zelfstandig een probleem onderkennen en omschrijven.
8. Zelfstandig een probleem analyseren: - beïnvloedende factoren achterhalen; - beïnvloedende factoren volgens belangrijkheid rangschikken; - relaties tussen de factoren aangeven. 9. Een gepaste oplossingsstrategie kiezen, plannen en uitvoeren. 10. De uitvoering, het proces en het resultaat van de gevolgde oplossingsstrategie evalueren, bijsturen en optimaliseren.
* 12. Ingesteld zijn op: - het inschatten van resultaten; - het controleren van bewerkingen en resultaten; - het vergelijken van oplossingen.
* 9. Zelfstandig en in relevante concrete situaties, spontaan kwantitatieve gegevens controleren.
11. Bij het oplossen van een probleem, rekening houden met maatschappelijke en ethische normen zoals: - comfort; - veiligheid; - hygiëne; - privacy; - solidariteit; - respect.
INDIVIDUEEL WERK EN GROEPSWERK
Algemene Vorming deeltijds beroepssecundair onderwijs niveau tweede graad – niveau derde graad – niveau derde leerjaar derde graad
AV 2de graad dbso 13. Onder begeleiding, opdrachten van beperkte omvang en van relatief korte duur individueel realiseren: - de organisatie; - de uitvoering; - de reflectie; - de bijsturing. 14. Onder begeleiding, opdrachten van beperkte omvang en van relatief korte duur in groep realiseren: - het overleg; - de organisatie; - de uitvoering; - de reflectie; - de bijsturing.
AV 3de graad dbso 10. Zelfstandig opdrachten individueel realiseren: - de planning; - de organisatie; - de uitvoering; - de evaluatie; - de bijsturing. 11. Zelfstandig opdrachten in groep realiseren: - het overleg; - de organisatie; - de uitvoering; - de reflectie; - de bijsturing.
AV 3de leerjaar 3de graad dbso
12. Om een doel te bereiken, met een team overleggen en onderhandelen over: - aanpak; - taakverdeling; - verantwoordelijkheid. 13. Als teamlid de eigen taken volgens afspraak realiseren. 14. Over eigen bijdrage, teamwerking, interactievaardigheden en groepsresultaat reflecteren. 15. De eigen bijdrage, de teamwerking, de interactievaardigheden en het groepsresultaat evalueren en bijsturen. 16. Over eigen bijdrage, teamwerking, interactievaardigheden en groepsresultaat verslag uitbrengen. *17. Bij het werken in team empathie, loyauteit en wederzijds respect tonen.
11
D/2010/7841/087
Algemene Vorming deeltijds beroepssecundair onderwijs niveau tweede graad – niveau derde graad – niveau derde leerjaar derde graad
MAATSCHAPPELIJKE PARTICIPATIE
12
D/2010/7841/087
AV 2de graad dbso 15. De eigen mening en gevoelens uiten.
AV 3de graad dbso 12. Mondeling argumenteren.
16. Gepast ageren: - verantwoorde keuzes maken; - sociale en maatschappelijke leefregels, normen en gedrag respecteren; - formele en informele afspraken, regels en procedures volgen; - gepast taalgebruik hanteren; - hulp inroepen. 17. In concrete situaties in een eenvoudig gesprek in een vreemde taal: - standaarduitdrukkingen en beleefdheidsconventies en - formele en informele taalregisters gebruiken.
*13. In dagelijkse situaties spontaan een veilige houding aannemen.
18. Onder begeleiding en in concrete situaties in een eenvoudig gesprek in een vreemde taal informatie vragen of geven.
AV 3de leerjaar 3de graad dbso * 18. Een eigen standpunt innemen, nuanceren en beargumenteren.
MAATSCHAPPELIJKE PARTICIPATIE
Algemene Vorming deeltijds beroepssecundair onderwijs niveau tweede graad – niveau derde graad – niveau derde leerjaar derde graad
AV 2de graad dbso
AV 3de graad dbso
19. Bij mondelinge interactie in een vreemde taal, indien nodig en onder begeleiding, volgende strategieën inzetten: - gebruik maken van non-verbaal gedrag; - zeggen dat men iets niet begrijpt; - vragen om langzamer te spreken; - vragen om iets te herhalen; - iets aanwijzen om na te gaan of men de gesprekspartner begrepen heeft; - eenvoudige technieken om een kort gesprek te beginnen, gaande te houden of te beëindigen. 20. Bij het schrijven in een vreemde taal, indien nodig en onder begeleiding, volgende strategieën inzetten: - gebruik maken van een model; - gebruik maken van een in de les behandelde tekst. 21. Het eigen dagelijkse leven organiseren.
13
D/2010/7841/087
22. Kunnen solliciteren volgens de gangbare procedures. 23. Onder begeleiding maatschappelijk relevante formulieren lezen, invullen en controleren. 24. Onder begeleiding op maatschappelijk relevante formulieren in een vreemde taal persoonlijke gegevens invullen zoals: - naam; - adres; - nationaliteit.
14. Relevante aspecten van de sociale wetgeving en het arbeidsrecht kennen. 15. Kunnen solliciteren volgens de gangbare procedures. 16. Zelfstandig maatschappelijk relevante formulieren lezen, invullen en controleren.
AV 3de leerjaar 3de graad dbso
Algemene Vorming deeltijds beroepssecundair onderwijs niveau tweede graad – niveau derde graad – niveau derde leerjaar derde graad
MAATSCHAPPELIJKE PARTICIPATIE
14
D/2010/7841/087
AV 2de graad dbso 25. Onder begeleiding en in concrete situaties standaarduitdrukkingen en standaardzinnen in een vreemde taal letterlijk overnemen. 26. Het eigen budget beheren: - verantwoord consumentengedrag; - bankieren.
AV 3de graad dbso
AV 3de leerjaar 3de graad dbso
17. Het eigen budget beheren: - verantwoord consumentengedrag; - bankieren; - een gezinsbudget.
27. Zich situeren, oriënteren en verplaatsen door gebruik te maken van gepaste informatie. 28. De belangrijkste maatschappelijke voorzieningen en instellingen in de eigen regio situeren.
18. De belangrijkste maatschappelijke voorzieningen, instellingen en mechanismen in de eigen regio gebruiken. 19. De mogelijkheden van culturele vrijetijdsbesteding verkennen.
29. De grote lijnen van maatschappelijke structuren en mechanismen die het leven beheersen of beïnvloeden kennen.
20. Reflecteren om de maatschappelijke weerbaarheid te verhogen: - bewuste en verantwoorde keuzes maken; - bewust en verantwoord consumentengedrag; - verantwoorde seksualiteit; - verschillende relatievormen; - eigen gezondheid en veiligheid en die van anderen; - kritische benadering van de media.
19. Cultuur leren waarderen.
MAATSCHAPPELIJKE PARTICIAPTIE
Algemene Vorming deeltijds beroepssecundair onderwijs niveau tweede graad – niveau derde graad – niveau derde leerjaar derde graad
AV 2de graad dbso 30. Illustreren dat het dagelijkse leven ingebed ligt tussen verleden en toekomst: - vanuit de actualiteit; - op basis van eigen ervaringen. 31. Onder begeleiding aspecten van het dagelijkse leven van mensen uit een andere tijd of op een andere plaats met het eigen leven vergelijken. 32. Belangrijke wereldproblemen bondig omschrijven.
AV 3de graad dbso 21. Illustreren dat er verbanden bestaan tussen verleden, heden en toekomst: - vanuit de actualiteit; - op basis van eigen ervaringen. 22. Positief omgaan met culturele verschillen.
AV 3de leerjaar 3de graad dbso
23. Belangrijke wereldproblemen herkennen en bespreken.
*33. Respect opbrengen voor: - het leefmilieu; - het historisch-culturele erfgoed; - verschillen en gelijkenissen in leefwijze; waarden en normen tussen de eigen cultuur en de cultuur van de streek waar de vreemde taal wordt gesproken. *34. Belangstelling tonen voor de aanwezigheid van vreemde talen in de eigen leefwereld. *35. Durf tonen en bereid zijn om in een vreemde taal: - te luisteren, te spreken, gesprekken te voeren en te schrijven; - het taalgebruik te verzorgen.
15
D/2010/7841/087
24. Mogelijkheden tot levenslang leren verkennen in functie van: - persoonlijke ontwikkeling; - beroepsmogelijkheden en beroepsvervolmaking; - omscholing.
20. Mogelijkheden tot levenslang leren verkennen in functie van: - persoonlijke ontwikkeling; - beroepsmogelijkheden en beroepsvervolmaking; - omscholing.
3
Leerplandoelen niveau tweede graad
Informatieverwerving en -verwerking
1
Onder begeleiding en in concrete situaties in eenvoudige gesproken en geschreven teksten in een vreemde taal het onderwerp bepalen.
(MVT 1, 4) 2 Onder begeleiding en in concrete situaties relevante en toegankelijke informatie vinden en selecteren uit: - gesproken teksten; - eenvoudige gesproken teksten in een vreemde taal; - geschreven teksten; - eenvoudige geschreven teksten in een vreemde taal; - ICT-bronnen; - tabellen, grafieken, diagrammen en kaarten. (PAV 3, 4, 14, 17, 18, 19) (MVT 2, 5) 3 Onder begeleiding en in concrete situaties relevante en toegankelijke informatie gebruiken: - concrete informatie uit gesproken teksten; - concrete informatie uit geschreven teksten; - concrete informatie uit ICT-bronnen; - concrete informatie uit tabellen, grafieken, diagrammen en kaarten. (PAV 4, 14, 17,18, 19) 4 Onder begeleiding en in concrete situaties mondeling en schriftelijk informatie inwinnen en meedelen: - formele informati; - informele informatie. (PAV 2, 3, 4, 6, 19, 25, 26) 5 Onder begeleiding analoge of digitale hulpmiddelen gebruiken om de communicatie en het taalvaardig handelen in het Nederlands en in een vreemde taal te verbeteren en te optimaliseren, zoals: - een verklarend woordenboek; - een eenvoudig vertalend woordenboek; - een woordenlijst; - een spellingwijzer; - een schrijfkader; - een spreekkader; - software; - aangeboden ondersteunend visueel materiaal; - lay-out. (PAV 7, 19) (MVT 6, 12)
Algemene Vorming deeltijds beroepssecundair onderwijs niveau tweede graad niveau derde graad niveau derde leerjaar derde graad
17 D/2010/7841/087
Bij het luisteren en het lezen in een vreemde taal, indien nodig en onder begeleiding, volgende strategieën inzetten: - zeggen dat men iets niet begrijpt; - vragen wat iets betekent; - gebruik maken van aangeboden beeldmateriaal; - gebruik maken van de context; - vragen om langzamer te spreken; - vragen om iets aan te wijzen; - vragen om iets te herhalen; - het leesdoel bepalen; - onduidelijke passages opnieuw lezen; - de vermoedelijke betekenis van transparante woorden afleiden; - de vermoedelijke betekenis van onbekende woorden uit de context afleiden.
Informatieverwerving en -verwerking
6
Probleemoplossend denken
(MVT 3, 6) 7 Onder begeleiding en op niveau van de jongere in een vreemde taal volgende ondersteunende functionele taalelementen inzetten: - vorm, betekenis en reëel gebruik van woorden en woordcombinaties in verband met persoonlijke gegevens, het dagelijks leven en de relatie tot anderen; - reeds in de les gebruikte vormen en structuren in nieuwe contexten; - belangrijke grammaticale constructies, eventueel met behulp van schema’s en overzichten; - het eigene van de tekstsoort die aan bod komt. (MVT 13, 14, 15, 17) 8 *Zich bij het lezen en luisteren blijven concentreren, ondanks het feit dat men niet alles begrijpt. (MVT 3, 6) 9 * Bereid zijn om eigen teksten na te kijken. (MVT 12) 10 Onder begeleiding en in relevante concrete situaties, wiskundige technieken en denkmethoden met behulp van elektronische hulpmiddelen toepassen: - de regel van drieën; - schematische voorstellingen; - ordeningsmodellen; - procentrekenen; - de schaal. (PAV 8, 9, 12, 13, 14, 15, 19) 11 Onder begeleiding en in relevante concrete situaties grootheden schatten, meten en berekenen. (PAV 9, 10, 11, 15, 19) 12 * Ingesteld zijn op: - het inschatten van resultaten; - het controleren van bewerkingen en resultaten; - het vergelijken van oplossingen. (PAV 16)
18 niveau tweede graad niveau derde graad niveau derde leerjaar derde graad
Algemene Vorming deeltijds beroepssecundair onderwijs D/2010/7841/087
Individueel werk en groepswerk
13 Onder begeleiding opdrachten van beperkte omvang en van relatief korte duur individueel realiseren: - de organisatie; - de uitvoering; - de reflectie; - de bijsturing. (PAV 1, 3, 6, 7, 19, 21, 25) 14 Onder begeleiding opdrachten van beperkte omvang van relatief korte duur in groep realiseren: - het overleg; - de organisatie; - de uitvoering; - de reflectie; - de bijsturing.
Maatschappelijke participatie
(PAV 2, 5, 6, 7, 22, 23, 25) 15 De eigen mening en gevoelens uiten. (PAV 5) 16 Gepast ageren: - bewuste keuzes maken; - sociale en maatschappelijke leefregels, normen en gedrag respecteren; - formele en informele afspraken, regels en procedures volgen; - gepast taalgebruik hanteren; - hulp inroepen. (PAV 2, 3, 5, 6, 23, 25, 26) 17 In concrete situaties in een eenvoudig gesprek in een vreemde taal - standaarduitdrukkingen en beleefdheidsconventies; - formele en informele taalregisters gebruiken. (MVT 7, 16) 18 Onder begeleiding en in concrete situaties in een eenvoudig gesprek in een vreemde taal informatie vragen of geven. (MVT 8) 19 Bij mondelinge interactie in een vreemde taal, indien nodig en onder begeleiding, volgende strategieën inzetten: - gebruik maken van non-verbaal gedrag; - zeggen dat men iets niet begrijpt; - vragen om langzamer te spreken; - vragen om iets te herhalen; - iets aanwijzen om na te gaan of men de gesprekspartner begrepen heeft; - eenvoudige technieken om een kort gesprek te beginnen, gaande te houden of te beëindigen. (MVT 9)
Algemene Vorming deeltijds beroepssecundair onderwijs niveau tweede graad niveau derde graad niveau derde leerjaar derde graad
19 D/2010/7841/087
20 Bij het schrijven in een vreemde taal indien nodig en onder begeleiding volgende strategieën inzetten: - gebruik maken van een model; - gebruik maken van een in de les behandelde tekst. (MVT 12) 21 Het eigen dagelijkse leven organiseren. (PAV 20, 23, 26) 22 Kunnen solliciteren volgens de gangbare procedures.
Maatschappelijke participatie
(PAV 1, 2, 3, 4, 6, 7, 17, 18, 19, 23, 32) 23 Onder begeleiding maatschappelijk relevante formulieren lezen, invullen en controleren. (PAV 1, 4, 7, 17, 18, 19) 24 Onder begeleiding op maatschappelijk relevante formulieren in een vreemde taal persoonlijke gegevens invullen zoals - naam; - adres; - nationaliteit. (MVT 11, 13) 25 Onder begeleiding en in concrete situaties standaarduitdrukkingen en standaardzinnen in een vreemde taal letterlijk overnemen. (MVT 10) 26 Het eigen budget beheren: - verantwoord consumentengedrag; - bankieren. (PAV 10, 15, 19, 24) 27 Zich situeren, oriënteren en verplaatsen door gebruik te maken van gepaste informatie. (PAV 1, 3, 12, 14, 19, 32) 28 De belangrijkste maatschappelijke voorzieningen en instellingen in de eigen regio situeren. (PAV 20, 28) 29 De grote lijnen van maatschappelijke structuren en mechanismen die het leven beheersen of beïnvloeden kennen. (PAV 27)
20 niveau tweede graad niveau derde graad niveau derde leerjaar derde graad
Algemene Vorming deeltijds beroepssecundair onderwijs D/2010/7841/087
Maatschappelijke participatie
30 Illustreren dat het dagelijkse leven ingebed ligt tussen verleden en toekomst: - vanuit de actualiteit; - op basis van eigen ervaringen. (PAV 29) 31 Onder begeleiding aspecten van het dagelijkse leven van mensen uit een andere tijd of op een andere plaats met het eigen leven vergelijken. (PAV 30) 32 Belangrijke wereldproblemen bondig omschrijven. (PAV 31) 33 *Respect opbrengen voor: - het leefmilieu; - het cultureel-historisch erfgoed: - verschillen en gelijkenissen in leefwijze, waarden en normen tussen de eigen cultuur en de cultuur van de streek waar de vreemde taal wordt gesproken. (PAV 33, 34) (MVT 21) 34 * Belangstelling tonen voor de aanwezigheid van vreemde talen in de eigen leefwereld. (MVT 20) 35 * Durf tonen en bereid zijn om in een vreemde taal: - te luisteren, te spreken, gesprekken te voeren en te schrijven;, - het taalgebruik te verzorgen. (MVT 18, 19)
Algemene Vorming deeltijds beroepssecundair onderwijs niveau tweede graad niveau derde graad niveau derde leerjaar derde graad
21 D/2010/7841/087
4
Leerplandoelen niveau derde graad
Informatieverwerving en - verwerking
1. Zelfstandig en in concrete situaties relevante en toegankelijke informatie vinden en selecteren uit: - gesproken teksten; - geschreven teksten; - beeldmateriaal; - ICT-bronnen; - tabellen, grafieken, diagrammen en kaarten. (PAV 1, 11, 13) 2. Over de gevonden informatie reflecteren met informatie uit: - gesproken teksten; - geschreven teksten; - beeldmateriaal; - ICT-bronnen; - tabellen, grafieken, diagrammen en kaarten. (PAV 2) 3. De gevonden informatie evalueren met informatie uit : - gesproken teksten; - geschreven teksten; - beeldmateriaal; - ICT-bronnen; - tabellen, grafieken, diagrammen en kaarten. (PAV 2) 4. Zelfstandig en in concrete situaties relevante en toegankelijke informatie mondeling en schriftelijk gebruiken: - essentie uit gesproken teksten; - essentie uit geschreven teksten; - essentie uit beeldmateriaa;, - essentie uit ICT-bronnen; - concrete informatie uit tabellen, grafieken, diagrammen en kaarten. (PAV 1, 3, 5, 6, 11, 12) 5. Zelfstandig en in concrete situaties mondeling en schriftelijk informatie inwinnen en meedelen: - formele informatie; - informele informatie.
(PAV 3, 5, 6, 11, 13, 23)
22 niveau tweede graad niveau derde graad niveau derde leerjaar derde graad
Algemene Vorming deeltijds beroepssecundair onderwijs D/2010/7841/087
Individueel werk en groepswerk
Probleemoplossend denken
6. Zelfstandig hulpmiddelen gebruiken om het taalvaardig handelen en de communicatie te verbeteren en te optimaliseren, zoals: - een woordenboek; - een spellingwijzer; - een schrijfkade; - een spreekkader; - software; -… (PAV 5, 6, 11, 13) 7. Zelfstandig en in relevante concrete situaties, wiskundige technieken en denkmethoden, met behulp van elektronische hulpmiddelen, toepassen: - de regel van drieën; - schematische voorstellingen; - ordeningsmodellen; - procentrekenen; - de schaal. (PAV 7, 8) 8. Zelfstandig en in relevante concrete situaties metingen en berekeningen uitvoeren. (PAV 9) * 9. Zelfstandig en in relevante concrete situaties spontaan kwantitatieve gegevens controleren. (PAV 10) 10. Zelfstandig opdrachten individueel realiseren: - de planning; - de organisatie; - de uitvoering; - de evaluatie; - de bijsturing. (PAV 15) 11. Zelfstandig opdrachten in groep realiseren: - het overleg; - de organisatie; - de uitvoering; - de reflectie; - de bijsturing. (PAV 6, 16)
Algemene Vorming deeltijds beroepssecundair onderwijs niveau tweede graad niveau derde graad niveau derde leerjaar derde graad
23 D/2010/7841/087
12. Mondeling argumenteren. (PAV 4, 6) * 13. In dagelijkse situaties spontaan een veilige houding aannemen. (PAV 32) 14. Relevante aspecten van de sociale wetgeving en het arbeidsrecht kennen. (PAV 25) 15. Kunnen solliciteren volgens de gangbare procedures.
Maatschappelijke participatie
(PAV 14, 20, 22, 24) 16. Zelfstandig maatschappelijk relevante formulieren lezen, invullen, controleren en gebruiken. (PAV 22, 23) 17. Het eigen budget beheren: - verantwoord consumentengedrag; - bankieren; - een gezinsbudget. (PAV 14, 26, 27, 29) 18. De belangrijkste maatschappelijke voorzieningen, instellingen en mechanismen in de eigen regio gebruiken. (PAV 13, 18, 21, 23, 24) 19. De mogelijkheden van culturele vrijetijdsbesteding verkennen. (PAV 13, 14, 18) * 20. Reflecteren om de maatschappelijke weerbaarheid te verhogen: - bewuste en verantwoorde keuzes maken: - bewust en verantwoord consumentengedrag; - verantwoorde seksualiteit; - verschillende relatievormen; - zorg voor gezondheid en veiligheid van anderen; - verantwoordelijk verkeersgedrag. (PAV 14, 29, 30, 31, 32) 21. Illustreren dat er verbanden bestaan tussen verleden, heden en toekomst: - vanuit de actualiteit; - op basis van eigen ervaringen. (PAV 17) 22. Positief omgaan met culturele verschillen. (PAV 17)
24 niveau tweede graad niveau derde graad niveau derde leerjaar derde graad
Algemene Vorming deeltijds beroepssecundair onderwijs D/2010/7841/087
Maatschappelijke participatie
23. Belangrijke wereldproblemen herkennen en bespreken. (PAV 19) 24. Mogelijkheden tot levenslang leren verkennen in functie van - persoonlijke ontwikkeling; - beroepsmogelijkheden en beroepsvervolmaking; - omscholing. (PAV 28)
Algemene Vorming deeltijds beroepssecundair onderwijs niveau tweede graad niveau derde graad niveau derde leerjaar derde graad
25 D/2010/7841/087
5
Leerplandoelen niveau derde leerjaar derde graad
Informatieverwerving en -verwerking
1. Zelfstandig en in concrete situaties maatschappelijk relevante informatie vinden en selecteren uit: - diverse tekstsoorten; - beeldmateriaal; - ICT-bronnen en ICT-toepassingen; - kwantitatieve gegevens uit tabellen, grafieken, diagrammen en kaarten. (PAV 1, 7, 8, 13, 14, 15, 16) 2. Zelfstandig en in concrete situaties maatschappelijk relevante informatie kritisch beoordelen: - essentie uit schriftelijk materiaal; - essentie uit mondeling materiaal; - essentie uit beeldmateriaal; - essentie uit ICT-bronnen; - kwantitatieve gegevens uit tabellen, grafieken, diagrammen en kaarten. (PAV 5, 11, 16, 17) 3. Zelfstandig en in concrete situaties maatschappelijk relevante informatie vergelijken en integreren: - essentie uit schriftelijk materiaal; - essentie uit mondeling materiaal; - essentie uit beeldmateriaal; - essentie uit ICT-bronnen; - essentie uit twee of meer computerprogramma’s; - kwantitatieve gegevens uit tabellen, grafieken, diagrammen en kaarten. (PAV 2, 8, 9, 10, 14, 15, 16) 4. Zelfstandig en in concrete situaties maatschappelijk relevante informatie efficiënt toepassen en gebruiken: - essentie uit schriftelijk materiaal; - essentie uit mondeling materiaal; - essentie uit beeldmateriaal; - essentie uit ICT-bronnen; - kwantitatieve gegevens uit tabellen, grafieken, diagrammen en kaarten. (PAV 4, 8, 9, 10, 16) 5. Beknopt en duidelijk rapporteren: - mondeling; - schriftelijk; - grafisch. (PAV 3, 8, 9)
26 niveau tweede graad niveau derde graad niveau derde leerjaar derde graad
Algemene Vorming deeltijds beroepssecundair onderwijs D/2010/7841/087
* 6. Bij het verwerven en verwerken van informatie rekening houden met ethische en deontologische principes: - auteursrecht; - het recht op privacy; - de beveiliging van ICT-bronnen; - de publicatie van cijfergegevens.
Individueel werk en groepswerk
Probleemoplossend denken
(PAV 6, 12, 18) 7. Zelfstandig een probleem onderkennen en omschrijven. (PAV 19) 8. Zelfstandig een probleem analyseren: - beïnvloedende factoren achterhalen; - beïnvloedende factoren volgens belangrijkheid rangschikken; - relaties tussen de factoren aangeven. (PAV 20) 9. Een gepaste oplossingsstrategie kiezen, plannen en uitvoeren. (PAV 21, 22) 10. De uitvoering, het proces en het resultaat van de gevolgde oplossingsstrategie evalueren, bijsturen en optimaliseren. (PAV 23, 24) 11. Bij het oplossen van een probleem rekening houden met maatschappelijke en ethische normen zoals: - comfort; - veiligheid; - hygiëne; - privacy; - solidariteit; - respect; -… (PAV 25 ) 12. Om een doel te bereiken, met een team overleggen en onderhandelen over - aanpak; - taakverdeling; - verantwoordelijkheid. (PAV 26, 27) 13. Als teamlid de eigen taken volgens afspraak realiseren. (PAV 27, 28 ) 14. Over eigen bijdrage, teamwerking, interactievaardigheden en groepsresultaat reflecteren. (PAV 27, 29 ) 15. De eigen bijdrage, de teamwerking, de interactievaardigheden en het groepsresultaat evalueren en bijsturen. (PAV 27, 29 ) Algemene Vorming deeltijds beroepssecundair onderwijs niveau tweede graad niveau derde graad niveau derde leerjaar derde graad
27 D/2010/7841/087
16. Over eigen bijdrage, teamwerking, interactievaardigheden en groepsresultaat verslag uitbrengen. (PAV 30, 31) * 17. Bij het werken in team empathie, loyauteit en wederzijds respect tonen.
Maatschappelijke participatie
(PAV 32) * 18. Een eigen standpunt innemen, nuanceren en beargumenteren. (PAV 6, 12) 19. Cultuur leren waarderen.
20. Mogelijkheden tot levenslang leren verkennen in functie van - persoonlijke ontwikkeling; - beroepsmogelijkheden en beroepsvervolmaking; - omscholing.
28 niveau tweede graad niveau derde graad niveau derde leerjaar derde graad
Algemene Vorming deeltijds beroepssecundair onderwijs D/2010/7841/087
6
Minimale materiële vereisten
Het is wenselijk een groeipad uit te tekenen voor de minimale materiële vereisten in het kader van een optimale realisatie van de leerplannen algemene vorming in dbso.
6.1
Infrastructuur
noodzakelijk De uren algemene vorming worden gegeven in een degelijk uitgerust lokaal. Dit lokaal heeft: •
verplaatsbare tafels en stoelen;
•
een witbord met stiften of een krijtbord met krijt;
•
een magneetbord of prikbord van voldoende grootte;
•
afsluitbare opbergkasten. Daarin bevindt zich materiaal waarover de jongeren voortdurend moeten kunnen beschikken, zoals hun eigen werkmateriaal.
6.2
Uitrusting
noodzakelijk Het lokaal is voorzien van: •
eenvoudige kaarten van België, Europa en de wereld: deze kaarten hangen permanent in het lokaal;
•
een tijdsband van voldoende grootte;
•
wiskundig-didactisch basisinstrumentarium voor de leraar-begeleider: lat, tekendriehoek, passer;
•
een wereldbol;
•
een goed zichtbare klok;
•
up-to-date multimediacomputers (één per 3 à 4 jongeren) met de noodzakelijke software en internetverbinding;
•
een beamer;
•
een overheadprojector;
•
een printer;
•
een recente atlas per jongere;
•
een woordenboek per jongere;
•
een eenvoudig vertalend woordenboek per jongere;
•
een eenvoudige zakrekenmachine per jongere;
•
zinvolle naslagwerken;
•
knutselmateriaal (scharen, stiften, lijm, plakband, kleurpotloden…);
•
perforator en nietjesmachine.
Algemene Vorming deeltijds beroepssecundair onderwijs niveau tweede graad niveau derde graad niveau derde leerjaar derde graad
29 D/2010/7841/087
iedere leraar-begeleider kan vrij en in voldoende mate beschikken over: •
een video-/cd-/dvd-speler en tv met aansluiting;
•
up-to-date multimediacomputers (1 per jongere) met de noodzakelijke software, hardware en internetverbinding;
•
een beamer;
•
een overheadprojector;
•
een printer;
•
abonnementen op kranten en tijdschriften;
•
een digitaal fototoestel en een digitale fotocamera;
30 niveau tweede graad niveau derde graad niveau derde leerjaar derde graad
Algemene Vorming deeltijds beroepssecundair onderwijs D/2010/7841/087
7
Eindtermen Project Algemene Vakken
Met het oog op de controle door de inspectie werden de attitudes met een * aangeduid in de kantlijn.
7.1
Eindtermen PAV tweede graad
7.1.1
Functionele taalvaardigheid
De JONGEREN: 1. kunnen informatief luisteren en lezen; 2. kunnen luisteren in interactie met anderen; 3. zijn mondeling assertief: ze kunnen informatie inwinnen, samenvatten en meedelen; 4. kunnen schriftelijk informatie aanvragen en meedelen in herkenbare en concrete situaties; 5. kunnen hun eigen mening en gevoelens uiten; 6. hanteren gepaste taal en omgangsvormen; 7. kunnen hulpmiddelen gebruiken om taalvaardig te handelen en hun communicatie te verbeteren.
7.1.2
Functionele rekenvaardigheid
De JONGEREN: 8. kunnen de regel van drieën functioneel toepassen; 9. kunnen het begrip percent functioneel gebruiken; 10. kunnen rekenen met geld in functionele situaties; 11. kunnen grootheden schatten, meten en berekenen in functionele situaties; 12. kunnen de schaal functioneel gebruiken; 13. verwerven wiskundige denkmethoden (o.a. ordenen, schematiseren, structureren) om probleemoplossend te redeneren en problemen uit het dagelijks leven op te lossen; 14. kunnen een schematische voorstelling lezen en interpreteren; 15. kunnen elektronische hulpmiddelen gebruiken om berekeningen uit te voeren; *16. zijn ingesteld op het inschatten van de grootteorde van resultaten, het controleren van bewerkingen en resultaten, het vergelijken van oplossingen bevorderen.
Algemene Vorming deeltijds beroepssecundair onderwijs niveau tweede graad niveau derde graad niveau derde leerjaar derde graad
31 D/2010/7841/087
7.1.3
Functionele informatieverwerving en -verwerking
De JONGEREN 17. kunnen onder begeleiding relevante en voor hen toegankelijke informatie in herkenbare concrete situaties vinden, selecteren en gebruiken; 18. kunnen informatie uit uiteenlopend voor hen bestemd tekstmateriaal en voor hen bestemde formulieren selecteren en gebruiken; 19. kunnen onder begeleiding gebruikmaken van informatie- en communicatietechnologie (ICT).
7.1.4
Organisatiebekwaamheid
De JONGEREN 20. kunnen hun dagelijks leven organiseren; 21. kunnen individuele opdrachten van beperkte omvang onder begeleiding organiseren, uitvoeren en evalueren; 22. kunnen bij groepsopdrachten onder begeleiding: − overleggen en actief deelnemen, − instructies uitvoeren, − reflecteren; 23. kunnen omgaan met formele en informele afspraken, regels en procedures; 24. kunnen hun zakgeld beheren; 25. kunnen hulp inroepen; 26. kunnen een beroep doen op diensten of instellingen waar ze met eventuele vragen, klachten of meldingen terecht kunnen.
7.1.5
Tijd- en ruimtebewustzijn
De JONGEREN: 27. kennen de grote lijnen van maatschappelijke structuren en mechanismen die hun leven beheersen of beïnvloeden; 28. kunnen in hun eigen regio de belangrijkste maatschappelijke voorzieningen situeren; 29. kunnen op grond van de actualiteit en eigen ervaringen illustreren dat hun leven ingebed ligt tussen verleden en toekomst; 30. kunnen onder begeleiding aspecten van het dagelijks leven van mensen in een andere tijd of een andere 32 niveau tweede graad niveau derde graad niveau derde leerjaar derde graad
Algemene Vorming deeltijds beroepssecundair onderwijs D/2010/7841/087
plaats met hun eigen leven vergelijken; 31. kunnen belangrijke wereldproblemen bondig omschrijven; 32. kunnen zich situeren, oriënteren en verplaatsen door het gebruik van gepaste informatie; *33. respecteren het historisch-cultureel erfgoed; *34 respecteren het leefmilieu.
7.2
Eindtermen PAV derde graad: eerste en tweede leerjaar
7.2.1
Functionele taalvaardigheid
De leerlingen kunnen: 1. uit mondelinge en schriftelijke informatie de essentie halen; 2. over die informatie reflecteren en ze evalueren; 3. ingewonnen informatie mondeling gebruiken; 4. mondeling argumenteren; 5. eenvoudige informatie schriftelijk formuleren; 6. zich mondeling duidelijk uiten.
7.2.2
Functionele rekenvaardigheid
De leerlingen kunnen: 7. evenredigheden functioneel toepassen met o.a.: - het principe van de regel van drieën, - percentrekenen, - schaalgebruik; 8. in praktische situaties de verworven wiskundige denkmethodes uit de tweede graad zelfstandig toepassen (o.a. ordenen, schematiseren, structureren); 9. in functionele situaties op adequate wijze spontaan en zelfstandig metingen uitvoeren; 10*. spontaan en zelfstandig metingen, rekeningen en bewerkingen controleren.
7.2.3
Functionele informatieverwerving en -verwerking
De leerlingen kunnen:
Algemene Vorming deeltijds beroepssecundair onderwijs niveau tweede graad niveau derde graad niveau derde leerjaar derde graad
33 D/2010/7841/087
11. relevante informatie in concrete situaties vinden, selecteren en gebruiken; 12. informatie uit uiteenlopend tekstmateriaal begrijpen en gebruiken; 13*. spontaan gebruik maken van voor hen relevante informatie- en communicatietechnologie (ICT).
7.2.4
Organisatiebekwaamheid
De leerlingen: 14. zien in dat ze keuzes moeten maken om hun leven adequaat te organiseren; 15. kunnen opdrachten zelfstandig plannen, organiseren, uitvoeren, evalueren en indien nodig bijsturen; 16. kunnen bij groepsopdrachten: - overleggen en actief deelnemen, - in teamverband instructies uitvoeren, - reflecteren en bijsturen.
7.2.5
Tijd- en ruimtebewustzijn
De leerlingen: 17. zien in op grond van de actualiteit en eigen ervaringen: - dat er een verband bestaat tussen verleden, heden en toekomst, - dat er culturele verschillen zijn in het dagelijks leven van mensen; 18. kennen relevante facetten van hun eigen streek; 19. kunnen belangrijke wereldproblemen herkennen en bespreken.
7.2.6
Maatschappelijk en ethisch bewustzijn, weerbaarheid en verantwoordelijkheid
De leerlingen: 20. kunnen solliciteren; 21. kennen in hun eigen regio de dienstverlening van de belangrijkste maatschappelijke instellingen en kunnen er gebruik van maken; 22. zien het belang in van maatschappelijk relevante formulieren en procedures; 23. kunnen maatschappelijk relevante formulieren lezen, invullen en controleren; 24. kunnen maatschappelijk relevante procedures toepassen; 25. kennen de voor hen relevante aspecten van de sociale wetgeving en het arbeidsrecht; 34 niveau tweede graad niveau derde graad niveau derde leerjaar derde graad
Algemene Vorming deeltijds beroepssecundair onderwijs D/2010/7841/087
26. kunnen geld beheren en bankieren; 27 kunnen een gezinsbudget opmaken en reflecteren over het beheer ervan; 28. zien het belang in van levenslang leren; 29*. zijn ingesteld op een bewust en verantwoord consumentengedrag; 30*. zijn verkeersverantwoordelijk; 31*. zijn gemotiveerd om te zorgen voor de eigen gezondheid en het eigen welzijn en dat van anderen; 32*. nemen spontaan een veilige houding aan in dagelijkse situaties.
7.3
Eindtermen PAV derde graad: derde leerjaar
7.3.1
Functionele tekstgeletterdheid
De leerlingen kunnen: 1. uit diverse tekstsoorten relevante informatie selecteren; 2. voor een specifieke opdracht uit verschillende soorten teksten informatie vergelijken en integreren; 3. beknopt en duidelijk schriftelijk rapporteren; 4. maatschappelijk relevante tekstinformatie praktisch aanwenden; 5. maatschappelijk relevante tekstinformatie kritisch beoordelen; 6*. over maatschappelijke relevante tekstinformatie een eigen standpunt innemen, rekening houdend met ethische principes.
7.3.2
Functionele kwantitatieve geletterdheid
De leerlingen kunnen: 7. uit tabellen, grafieken, diagrammen of kaarten, relevante informatie selecteren; 8. voor een specifieke opdracht kwantitatieve gegevens selecteren en bewerken; 9. voor twee variabelen, informatie in een aangepaste grafische vorm weergeven; 10. maatschappelijk relevante kwantitatieve informatie praktisch aanwenden; 11. maatschappelijk relevante kwantitatieve informatie kritisch beoordelen; 12*. over maatschappelijke relevante kwantitatieve informatie een eigen standpunt innemen, rekening houdend met ethische principes.
Algemene Vorming deeltijds beroepssecundair onderwijs niveau tweede graad niveau derde graad niveau derde leerjaar derde graad
35 D/2010/7841/087
7.3.3
Functionele ICT-geletterdheid
De leerlingen kunnen: 13. bij algemeen gebruik van de computer structurerend en efficiënt werken; 14. voor een specifieke opdracht twee of meer programma’s selecteren en gebruiken en de resultaten ervan integreren tot één product; 15. informatie selecteren uit twee verschillende of gelijke ICT-bronnen en deze informatie integreren; 16. maatschappelijk relevante ICT-toepassingen gebruiken; 17. maatschappelijk relevante informatie, met behulp van ict ingewonnen, kritisch beoordelen; 18*. over maatschappelijk relevante informatie ingewonnen met behulp van ict, een eigen standpunt innemen rekening houdend met enerzijds ethische principes en anderzijds deontologische principes met betrekking tot auteursrecht, privacy, beveiliging.
7.3.4
Problemen oplossen
De leerlingen kunnen: 19. zelfstandig de essentie van een probleem vatten en omschrijven; 20. bij een probleem beïnvloedende factoren achterhalen, ze vervolgens volgens belangrijkheid rangschikken en de relaties ertussen aangeven; 21. voor een probleemstelling de meest geschikte oplossingsstrategie kiezen; 22. een planning opmaken en ze uitvoeren; 23. bij elke stap de gevolgde strategie evalueren en eventueel bijsturen; 24. het resultaat van het proces evalueren en de gevolgde strategie optimaliseren; 25. bij het oplossen van problemen rekening houden met comfort, veiligheid en hygiëne.
7.3.5
Werken in teamverband
De leerlingen kunnen: 26. met het oog op een te bereiken doel over de aanpak, de taakverdeling en de verantwoordelijkheden van een groepsopdracht overleggen en onderhandelen; 27. zich bij een groepsopdracht constructief aansluiten bij een in team genomen beslissing; 28. de eigen taken van een groepsopdracht volgens afspraken uitvoeren; 29. de eigen bijdrage, zowel qua proces als qua product, tussentijds evalueren en eventueel bijsturen; 36 niveau tweede graad niveau derde graad niveau derde leerjaar derde graad
Algemene Vorming deeltijds beroepssecundair onderwijs D/2010/7841/087
30. over de eigen bijdrage aan een groepsopdracht beknopt verslag uitbrengen en erover communiceren; 31. het groepsresultaat en de teamwerking bespreken met het oog op conclusies over de eigen interactievaardigheden; 32*. empathie, loyauteit en wederzijds respect tonen.
Algemene Vorming deeltijds beroepssecundair onderwijs niveau tweede graad niveau derde graad niveau derde leerjaar derde graad
37 D/2010/7841/087
8
Eindtermen moderne vreemde talen Frans of Engels
8.1
Eindtermen moderne vreemde talen Frans of Engels tweede graad
Taaltaken, verwerkingsniveaus, tekstsoorten, tekstkenmerken en strategieën
8.1.1
Luisteren
In teksten met de volgende kenmerken Onderwerp • concreet • eigen leefwereld • zeer vertrouwd Taalgebruiksituatie • met veel visuele ondersteuning Structuur/ Samenhang/ Lengte • korte enkelvoudige zinnen • zeer elementaire tekststructuur • korte teksten Uitspraak, articulatie, intonatie • heldere uitspraak • zeer zorgvuldige articulatie • duidelijke, natuurlijke intonatie • standaardtaal Tempo en vlotheid • langzaam tempo met pauzes Woordenschat en taalvariëteit • hoogfrequente woorden • standaarduitdrukkingen • standaardtaal • informeel en formeel kunnen de leerlingen volgende taken beschrijvend uitvoeren: 1 het onderwerp bepalen in informatieve en prescriptieve teksten; 2 informatie achterhalen in informatieve en prescriptieve teksten. 3 Indien nodig passen de leerlingen volgende strategieën toe: - zich blijven concentreren ondanks het feit dat ze niet alles begrijpen; - zeggen dat ze iets niet begrijpen en vragen wat iets betekent; - gebruik maken van aangeboden beeldmateriaal en context; - vragen om langzamer te spreken, iets te herhalen, iets aan te wijzen; - de vermoedelijke betekenis van transparante woorden afleiden.
38 niveau tweede graad niveau derde graad niveau derde leerjaar derde graad
Algemene Vorming deeltijds beroepssecundair onderwijs D/2010/7841/087
8.1.2
Lezen
In teksten met de volgende kenmerken Onderwerp • concreet • eigen leefwereld • zeer vertrouwd Taalgebruiksituatie • met veel visuele ondersteuning Structuur/ Samenhang/ Lengte • korte enkelvoudige zinnen • zeer elementaire tekststructuur • korte teksten Woordenschat en taalvariëteit • hoogfrequente woorden • standaarduitdrukkingen • standaardtaal • informeel en formeel kunnen de leerlingen volgende taken beschrijvend uitvoeren: 4 het onderwerp bepalen in informatieve en prescriptieve teksten; 5 informatie achterhalen in informatieve en prescriptieve teksten. 6 Indien nodig passen de leerlingen volgende strategieën toe: - zich blijven concentreren ondanks het feit dat ze niet alles begrijpen; - onduidelijke passages herlezen; - het leesdoel bepalen; - een eenvoudig woordenboek of woordenlijst raadplegen; - de vermoedelijke betekenis van transparante woorden afleiden; - de vermoedelijke betekenis van onbekende woorden afleiden uit de context; - gebruik maken van aangeboden ondersteunend visueel materiaal en van lay-out.
8.1.3
Mondelinge interactie
In teksten met de volgende kenmerken Onderwerp • concreet • eigen leefwereld • zeer vertrouwd Taalgebruiksituatie • met en zonder visuele ondersteuning, met inbegrip van non-verbale signalen
Algemene Vorming deeltijds beroepssecundair onderwijs niveau tweede graad niveau derde graad niveau derde leerjaar derde graad
39 D/2010/7841/087
Structuur/ Samenhang/ Lengte • korte enkelvoudige zinnen • zeer elementaire tekststructuur • korte teksten Uitspraak, articulatie, intonatie • uitspraak die het begrip niet in de weg staat Tempo en vlotheid • met eventuele herhalingen en onderbrekingen Woordenschat en taalvariëteit • hoogfrequente woorden • standaarduitdrukkingen • standaardtaal • informeel en formeel kunnen de leerlingen volgende taken kopiërend uitvoeren: 7 standaarduitdrukkingen en beleefdheidsconventies gebruiken. kunnen de leerlingen volgende taken beschrijvend uitvoeren: 8 informatie vragen of geven in informatieve en prescriptieve teksten. 9 Indien nodig passen de leerlingen volgende strategieën toe: - gebruik maken van non-verbaal gedrag; - zeggen dat ze iets niet begrijpen; - vragen om langzamer te spreken, iets te herhalen; - iets aanwijzen om na te gaan of ze de gesprekspartner begrepen hebben; - eenvoudige technieken toepassen om een kort gesprek te beginnen, gaande te houden of te beëindigen.
8.1.4
Schrijven
In teksten met de volgende kenmerken Voor taken op kopiërend niveau worden geen tekstkenmerken bepaald. kunnen de leerlingen volgende taken kopiërend uitvoeren: 10 standaarduitdrukkingen en vaste frasen overnemen; 11 inlichtingen verstrekken op eenvoudige formulieren. 12 Indien nodig passen de leerlingen volgende strategieën toe: - gebruik maken van een model of van een in de klas behandelde tekst; - de eigen tekst nakijken; - een eenvoudig woordenboek of woordenlijst gebruiken.
40 niveau tweede graad niveau derde graad niveau derde leerjaar derde graad
Algemene Vorming deeltijds beroepssecundair onderwijs D/2010/7841/087
8.1.5
Kennis
Om de bovenvermelde taaltaken uit te voeren kunnen de leerlingen op hun niveau functionele beheersing van volgende taalelementen inzetten: 13 vorm, betekenis en reëel gebruik in context van frequente woorden en woordcombinaties uit volgende domeinen: - persoonlijke gegevens, - dagelijks leven, - relatie tot anderen. 14 belangrijke grammaticale constructies, eventueel met behulp van schema’s en overzichten, 15 reeds in de klas gebruikte vormen en structuren herkennen en inzetten in nieuwe contexten, 16 de spreektaal: kennis van verschillende taalregisters (informeel, formeel), 17 het eigene van de tekstsoorten die aan bod komen.
8.1.6
Attitudes
De leerlingen werken aan volgende attitudes: 18* tonen bereidheid en durf om te luisteren, te lezen, te spreken, gesprekken te voeren en te schrijven in de doeltaal; 19* tonen bereidheid tot taalverzorging, 20* tonen belangstelling voor de aanwezigheid van vreemde talen in hun leefwereld, ook buiten de school, 21* staan open voor verschillen en gelijkenissen in leefwijze, waarden en normen tussen de eigen cultuur en de cultuur van de streek waar de doeltaal gesproken wordt.
Algemene Vorming deeltijds beroepssecundair onderwijs niveau tweede graad niveau derde graad niveau derde leerjaar derde graad
41 D/2010/7841/087