Algemeen toezichtrapport over de zorg aan asielzoekers met psychiatrische problematiek in de Intensief Begeleidende Opvang (IBO) in Schalkhaar
Utrecht, september 2015
Documentnummer: 2015-1212478
Algemeen toezichtrapport over de zorg aan asielzoekers met psychiatrische problematiek in de Intensief Begeleidende Opvang (IBO) in Schalkhaar │ september 2015
Inhoud
Samenvatting 5 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Inleiding 7 Aanleiding en belang 7 Zorg en begeleiding in de IBO 7 Onderzoeksvragen 10 Onderzoeksmethode en periode 10 Toetsingskader 11
2 2.1
Conclusies 13 Belangrijke randvoorwaarden voor verantwoorde geestelijke gezondheidszorg aan asielzoekers met psychiatrische problematiek onvoldoende aanwezig in de IBO 13 Toegeleiding naar geestelijke gezondheidszorg in de IBO onvoldoende toegesneden op de doelgroep 13 Geestelijke gezondheidszorg in de IBO voldoet deels aan de normen 13 Onvoldoende patientveiligheid in de IBO bemoeilijkt het bieden van geestelijke gezondheidszorg 14
2.2 2.3 2.4
3 3.1 3.2 3.3
Handhaving 15 Maatregelen 15 Aanbevelingen 15 Vervolgacties inspectie 16
4 4.1 4.2 4.3
Resultaten inspectiebezoek 17 Beantwoording deelvraag 1 17 Beantwoording deelvraag 2 19 Beantwoording deelvraag 3 24
Pagina 3 van 26
Algemeen toezichtrapport over de zorg aan asielzoekers met psychiatrische problematiek in de Intensief Begeleidende Opvang (IBO) in Schalkhaar │ september 2015
Samenvatting
De Inspectie voor de Gezondheidszorg (hierna: inspectie) heeft onderzoek gedaan naar de zorg aan asielzoekers met psychiatrische problematiek in de Intensief Begeleidende Opvang (IBO) voor asielzoekers in Schalkhaar. Op basis van dit onderzoek concludeert de inspectie dat belangrijke randvoorwaarden om verantwoorde geestelijke gezondheidszorg aan asielzoekers met psychiatrische problematiek te verlenen onvoldoende aanwezig zijn in de IBO. Dit betreft de toegeleiding naar de geestelijke gezondheidszorg vanuit de IBO en de patiëntveiligheid in de IBO. Deze randvoorwaarden zijn onvoldoende toegesneden op de complexe doelgroep van asielzoekers met psychiatrische problematiek in de IBO. Mede hierdoor komt verantwoorde geestelijke gezondheidszorg onvoldoende tot stand. De inspectie acht op een aantal specifieke punten verbeteringen in de zorg voor asielzoekers met psychiatrische problematiek noodzakelijk. De inspectie doet hiervoor een aantal aanbevelingen aan de ketenpartners en legt Dimence een aantal verbetermaatregelen op: De inspectie adviseert de ketenpartners: het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA), het Gezondheidscentrum Asielzoekers (GCA) en Dimence om de randvoorwaarden voor verantwoorde geestelijke gezondheidszorg aan asielzoekers met psychiatrische problematiek op de IBO te verbeteren door de samenwerkingsafspraken over de toegeleiding naar geestelijke gezondheidszorg aan te passen en de patiëntveiligheid voor de bewoners van de IBO te verbeteren. De inspectie verzoekt het COA om hierbij de regie te nemen. De inspectie legt Dimence een aantal maatregelen op. Deze verbetermaatregelen hebben betrekking op risicotaxaties, de informatie over de diagnose en behandeling aan het GCA, dossiervoering en deskundigheidsbevordering, toegespitst op de doelgroep van asielzoekers met psychiatrische problematiek in de IBO. De inspectie ziet toe op de uitvoering van de aanbevelingen en maatregelen.
Pagina 5 van 26
Algemeen toezichtrapport over de zorg aan asielzoekers met psychiatrische problematiek in de Intensief Begeleidende Opvang (IBO) in Schalkhaar │ september 2015
1
Inleiding
1.1
Aanleiding en belang De Inspectie voor de Gezondheidszorg (hierna: inspectie) heeft onderzoek gedaan naar de zorg aan asielzoekers met psychiatrische problematiek in de Intensief Begeleidende Opvang (IBO) in Schalkhaar. Asielzoekers worden in Nederland opgevangen onder de verantwoordelijkheid van de rijksoverheid. De rijksoverheid is verantwoordelijk voor de randvoorwaarden voor een goede medische zorg aan deze kwetsbare doelgroep. De inspectie heeft onder andere als taak toezicht te houden op de zorg aan kwetsbare groepen. Het belang van dit onderzoek is gelegen in het feit dat asielzoekers vanwege de verschillende taal en cultuur, de vaak slechtere gezondheidstoestand en de onzekere positie waarin ze verkeren, een kwetsbare groep zijn in de gezondheidszorg. Asielzoekers waarbij tevens psychiatrische problematiek aan de orde is zijn hierdoor extra kwetsbaar. Door hun overplaatsing naar de IBO beschikken zij bovendien niet of nauwelijks meer over een sociaal netwerk. Om bovengenoemde redenen wilde de inspectie weten of er sprake was van verantwoorde geestelijke gezondheidszorg aan asielzoekers met psychiatrische problematiek in de IBO. De inspectie had niet eerder onderzoek gedaan naar de zorg aan asielzoekers met psychiatrische problematiek in de IBO. Wel was in 2014 een calamiteit aan de inspectie gemeld die had plaatsgevonden in de IBO. Deze calamiteit was conform de Leidraad Meldingen van de Inspectie voor de Gezondheidszorg onderzocht.
1.2
Zorg en begeleiding in de IBO
1.2.1
Organisatie van de opvang van asielzoekers in Nederland Het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) is een zelfstandig bestuursorgaan en valt onder de politieke verantwoordelijkheid van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. Het COA is verantwoordelijk voor het beschikbaar stellen van de gezondheidszorg aan asielzoekers. Het COA heeft de curatieve zorg voor asielzoekers geregeld via een contract met zorgverzekeraar Menzis. Menzis heeft hiervoor Menzis Coa Administratie BV (MCA) opgericht, die de zorg organiseert en contracteert. MCA heeft voor de huisartsenzorg het Gezondheidscentrum Asielzoekers (GCA) opgericht. Asielzoekers maken (net als iedere andere Nederlander) gebruik van reguliere zorg. Het COA ondersteunt dit onder meer door de asielzoeker wegwijs te maken in de organisatie van de gezondheidszorg in Nederland. Dit is de ‘niet-medische gidsfunctie’ van het COA. Op elke opvanglocatie voor asielzoekers is een locatiemanager van het COA verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding op deze locatie. De zorgprofessionals (bijvoorbeeld de huisarts of psychiater) die werkzaam zijn op een opvanglocatie vallen niet onder de leiding van de locatiemanager van het COA, maar onder de verantwoordelijkheid van de eigen zorginstelling, bijvoorbeeld het GCA of Dimence. De inspectie houdt geen toezicht op het COA, maar omdat de rol van het COA essentieel is bij o.a. de toegeleiding van asielzoekers naar de gezondheidszorg heeft de inspectie het COA ook meeegenomen in dit onderzoek. De inspectie kan niet handhaven op het COA, maar kan wel aanbevelingen doen. Pagina 7 van 26
Inspectie voor de Gezondheidszorg
1.2.2
Positionering van de IBO binnen de opvang van asielzoekers in Nederland Het asielzoekerscentrum (AZC) in Schalkhaar (550 opvangplaatsen) heeft een aparte afdeling voor asielzoekers die intensieve begeleiding krijgen van COAmedewerkers: de IBO (50 opvangplaatsen). Bewoners van de IBO verblijven in twee aparte gebouwen. Er is sprake van 24-uurs toezicht en begeleiding vanuit het team COA/IBO, gedurende 7 dagen per week. Op de website van het COA staat de functie van de IBO als volgt omschreven: “In de IBO vangt het COA bewoners op die gedrag vertonen dat binnen de reguliere opvang tot problemen leidt voor medewerkers en/of medebewoners. De overlastgevende bewoner verhuist tijdelijk naar een speciale opvanglocatie waar hij intensieve begeleiding krijgt. Deze bestaat onder meer uit het aanleren van vaardigheden en gedrag waarmee zijn zelfredzaamheid toeneemt en hij beter kan functioneren binnen de opvang. Plaatsing binnen de IBO heeft altijd tot doel de bewoner terug te laten keren naar de reguliere opvang.”1 Het verblijf in de IBO duurt in principe maximaal 3 maanden, maar kan door het COA verlengd worden. De IBO in Schalkhaar is op dit moment de enige opvanglocatie in Nederland waar asielzoekers die elders dusdanig gedrag vertonen dat dit binnen de reguliere opvang tot problemen leidt, intensieve begeleiding krijgen vanuit het COA. Binnen de IBO maakt het COA onderscheid in twee doelgroepen: asielzoekers met onbegrepen, onaangepast/niet hanteerbaar gedrag; asielzoekers met psychiatrische problematiek die geestelijke gezondheidszorg krijgen. Deze doelgroepen wonen door elkaar. In december 2014 waren er ongeveer 20 - 25 bewoners in de IBO. Binnen het COA speelt al enige tijd de vraag tot waar de grenzen en de mogelijkheden van de IBO reiken en wat nog tot de verantwoordelijkheid van het COA gerekend kan worden als het gaat om de opvang van asielzoekers met psychiatrische problematiek. De IBO is oorspronkelijk niet opgezet voor verblijf van asielzoekers met psychiatrische problematiek, maar bij gebrek aan alternatieve mogelijkheden vangt het COA deze doelgroep wel op in de IBO. Zolang er onvoldoende alternatieven zijn, beschouwt het COA de IBO als de ‘minst slechte’ oplossing voor asielzoekers met psychiatrische problematiek die niet in de reguliere opvang kunnen blijven, maar die wel intensieve begeleiding nodig hebben. Tegelijkertijd werkt het COA aan versterking van de (ambulante) geestelijke gezondheidszorg bij de reguliere opvanglocaties. Ook is het COA in gesprek met het Forensisch Psychiatrisch Centrum Veldzicht in Balkbrug om te zoeken naar alternatieven voor de opvang en zorg van de asielzoekers met psychiatrische problematiek. De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie schrijft op 5 november 2013 in een brief aan de Tweede Kamer hierover: “Ook de vreemdelingen met ernstige psychische of gedragsstoornissen die door het COA worden opgevangen, zullen in Veldzicht kunnen worden behandeld. Naar verwachting zal de in Veldzicht aanwezige specialistische zorg op hoog niveau aanzienlijk betere resultaten kunnen bereiken. Zo wil ik de opvang van deze voor de reguliere vreemdelingenketen zeer lastige groep op een substantieel hoger niveau brengen. Om het COA in staat te stellen asielzoekers met ernstige 1 https://www.coa.nl/nl/asielzoekers/wonen-op-een-azc/begeleiding-en-voorlichting Pagina 8 van 26
Algemeen toezichtrapport over de zorg aan asielzoekers met psychiatrische problematiek in de Intensief Begeleidende Opvang (IBO) in Schalkhaar │ september 2015
psychische en gedragsproblemen vaker en sneller door te plaatsen naar deze locatie, is uitgegaan van een groeiscenario. Op termijn zal voor deze groep een capaciteit beschikbaar zijn van 80 tot 100 bedden.” De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie schrijft op 23 mei 2014 in een brief aan de Tweede Kamer: “Ook kent het COA de intensief begeleide opvang (IBO). In de IBO komen mensen terecht die overlastgevend gedrag vertonen, mogelijk als gevolg van psychische problematiek, en die daardoor niet te handhaven zijn op reguliere COA-locaties. De IBO biedt echter zelf geen medische behandeling. In de toekomst zal Forensisch Psychiatrisch Centrum Veldzicht voor de vreemdelingenketen een belangrijke aanvulling vormen op de bestaande voorzieningen voor vreemdelingen met een psychische en psychiatrische problematiek. Forensisch Psychiatrisch Centrum Veldzicht zou een locatie kunnen zijn waar een veilige en stabiele behandelomgeving wordt gecreëerd voor een deel van deze groep vreemdelingen. Vreemdelingen komen in dat geval terecht in een klinische behandelsetting waar tegelijk aansluiting blijft bestaan met het vreemdelingrechtelijk traject, dat ook werken aan terugkeer kan inhouden.” Op de website van Veldzicht staat: “Veldzicht is volop in ontwikkeling om te veranderen van een louter tbs-kliniek naar een psychiatrisch ziekenhuis in 2016. Dit psychiatrisch en forensisch centrum (P&FC) richt zich naast een kleine groep tbs-patiënten ook op andere doelgroepen, zoals vreemdelingen. Een belangrijke stap die Veldzicht in deze transitie maakt is de intentie om samen te werken met het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA).” Begin 2015 was er nog geen sprake van opvang in Veldzicht van asielzoekers met psychiatrische problematiek die niet op de reguliere opvanglocaties konden blijven. 1.2.3
Rol van het Gezondheidscentrum Asielzoekers in de IBO Het GCA is een door MCA landelijk opgezette huisartsenpraktijk met locaties op alle opvangcentra voor asielzoekers. Alle asielzoekers worden ingeschreven bij het GCA en aan een huisarts toegewezen. Het GCA is het eerste aanspreekpunt voor de medische zorg aan asielzoekers. De huisarts zorgt waar nodig voor doorverwijzing naar een medisch specialist. De bereikbaarheid en beschikbaarheid van huisartsenzorg is geborgd via de GCA Praktijklijn. Dit is een medisch callcenter waar asielzoekers 7 dagen per week, 24 uur per dag met vragen over hun gezondheid terecht kunnen. Tijdens avond, nacht of weekend kan de GCA Praktijklijn zo nodig de regionale huisartsenpost inschakelen. Het GCA maakt op alle opvanglocaties en bij de GCA-Praktijklijn gebruik van hetzelfde HuisartsenInformatieSysteem; het HIS zorgdossier. Het GCA Schalkhaar biedt huisartsenzorg aan de bewoners van het AZC in Schalkhaar en aan de bewoners van de IBO. Op het AZC in Schalkhaar zijn regelmatig (inloop)spreekuren waar bewoners terecht kunnen bij een praktijkverpleegkundige, doktersassistente, huisarts of consulent GGZ. De consulent GGZ biedt eerstelijns geestelijke gezondheidszorg.
1.2.4
Rol van Dimence in de IBO Asielzoekers die verblijven in een opvanglocatie van het COA kunnen – na verwijzing door het GCA - ambulante geestelijke gezondheidszorg ontvangen van een GGZPagina 9 van 26
Inspectie voor de Gezondheidszorg
instelling. In het AZC in Schalkhaar biedt Dimence de ambulante geestelijke gezondheidszorg aan asielzoekers. De geestelijke gezondheidszorg in de IBO wordt geboden door het team COA/Dimence, bestaande uit een psychiater, een arts en enkele (senior) psychiatrisch verpleegkundigen, allround vakbegeleiders en een teamleider (totaal ongeveer 4 FTE). Het team COA/Dimence biedt ambulante geestelijke gezondheidszorg en behandeling aan de bewoners van de IBO die door het GCA zijn doorverwezen.2 In december 2014 waren er 18 bewoners in zorg bij het team COA/Dimence. Tijdens kantooruren is er altijd minimaal één medewerker van het team COA/Dimence aanwezig in de IBO. Buiten kantoortijden kunnen medewerkers van het COA via de GCA-Praktijklijn de crisisdienst van Dimence inschakelen. De GCAPraktijklijn maakt de inschatting of beoordeling door de crisisdienst nodig is. 1.3
Onderzoeksvragen De inspectie toetste in dit onderzoek in hoeverre de zorg aan asielzoekers met psychiatrische problematiek in de IBO voldoet aan de gangbare normen voor verantwoorde zorg aan mensen met psychiatrische problematiek en welke risico’s er eventueel bestaan. Hiervoor formuleerde de inspectie onderstaande hoofd- en deelvragen. Vanwege de bijzondere situatie waarin bewoners verkeren in de IBO en omdat het thema veiligheid steeds terugkwam in de gesprekken die de inspectie voerde in het kader van dit onderzoek, nam de inspectie het onderwerp patiëntveiligheid in de IBO mee in haar onderzoek. Hoofdvraag: In hoeverre zijn de randvoorwaarden aanwezig om verantwoorde geestelijke gezondheidszorg aan asielzoekers met psychiatrische problematiek in de IBO te verlenen? Deelvragen: 1. Is de toegeleiding naar geestelijke gezondheidszorg van asielzoekers met psychiatrische problematiek in en naar de IBO op verantwoorde wijze geregeld? 2. In hoeverre is er sprake van verantwoorde geestelijke gezondheidszorg voor asielzoekers met psychiatrische problematiek in de IBO? 3. In hoeverre is er in de IBO sprake van voldoende patiëntveiligheid, waarbij het mogelijk is geestelijke gezondheidszorg op verantwoorde wijze aan asielzoekers met psychiatrische problematiek te leveren?
1.4
Onderzoeksmethode en periode De inspectie heeft in december 2014 allereerst een oriënterend bezoek gebracht aan de IBO in Schalkhaar. Het doel van dit bezoek was om een beeld te krijgen van de specifieke doelgroep en de werkprocessen in de IBO. Tijdens dit bezoek heeft de inspectie een rondleiding gekregen in de IBO en drie gesprekken gevoerd met: - COA-medewerkers (intaker IBO, medewerker IBO en locatiemanager IBO) - GCA-medewerkers (huisarts, praktijkverpleegkundige en GGZ-consulent) - team COA/Dimence (teamleider, senior verpleegkundige, psychiater en arts). In januari 2015 heeft de inspectie een oriënterend gesprek gevoerd met beleidsregisseurs van het COA in Rijswijk (beleidsregisseur bijzondere opvang en
2 Als aanvuling hierop heeft Dimence aangegeven: Er zijn afspraken gemaakt met IBO-Schalkhaar dat op indicatie er ook andere, ambulante behandeling kan worden geboden (bv. EMDR). Hiervoor moet toestemming van het IBO zijn, omdat dan veelal het verblijf op het IBO verlengd moet worden. Pagina 10 van 26
Algemeen toezichtrapport over de zorg aan asielzoekers met psychiatrische problematiek in de Intensief Begeleidende Opvang (IBO) in Schalkhaar │ september 2015
beleidsregisseur zorg). Doel van dit gesprek was om een beeld te krijgen van de visie op en het beleid van het COA inzake de IBO. In februari 2015 heeft de inspectie een bezoek gebracht aan de IBO waarbij de focus lag op de psychiatrische zorg die het team COA/Dimence aan de bewoners van de IBO verleent. Tijdens dit inspectiebezoek heeft de inspectie: individuele gesprekken gevoerd met twee bewoners van de IBO die in zorg waren bij team COA/Dimence; met toestemming van beide bewoners onderzoek gedaan naar de inhoud van hun dossiers; een gesprek gevoerd met de psychiater van het team COA/Dimence; een gesprek gevoerd met 2 verpleegkundigen van het team COA/Dimence; de opslag van medicijnen getoetst; een gesprek gevoerd met de directeur Zorg van Dimence van de regio Hanzestreek en met de waarnemend manager circuit Spoed van Dimence. Van de gesprekken met de medewerkers van Dimence zijn gespreksverslagen gemaakt. De concept gespreksverslagen zijn voor correctie van feitelijke onjuistheden voorgelegd aan de gesprekspartners. Daarna hebben de gesprekspartners de definitieve gespreksverslagen ontvangen. In dit rapport zijn de bevindingen van het oriënterend bezoek aan de IBO in december 2014, het oriënterend gesprek met de beleidsregisseurs van het COA in januari 2015 en het inspectiebezoek aan de IBO in februari 2015 opgenomen. Het conceptrapport met de bevindingen is in mei 2015 voor correctie van feitelijke onjuistheden voorgelegd aan de bij het onderzoek betrokken medewerkers van COA, GCA en Dimence. In juni ontving de inspectie de reacties, deze zijn verwerkt in het definitieve rapport. Daarna heeft de inspectie de conclusies en de aanbevelingen en maatregelen geformuleerd. 1.5
Toetsingskader De inspectie gebruikte voor dit onderzoek de relevante onderwerpen uit het toetsingskader (kerninstrument GGZ) dat de inspectie gebruikt bij het toezicht op de GGZ, aangevuld met onderdelen uit de samenwerkingsafspraken tussen het COA, Dimence en GCA betreffende de IBO.3 De samenwerkingsafspraken zijn begin 2015 geformaliseerd en worden driemaandelijks geëvalueerd door de drie betrokken partijen; team COA/Dimence, GCA en team COA/IBO. Bij de toetsing van de patiëntveiligheid heeft de inspectie gebruik gemaakt van de Handreiking Veiligheidscultuur van GGZ Nederland.4
3 Samenwerkingsafspraken tussen het COA, Dimence en het GCA over de IBO (werkdocument, versie 6 van oktober 2014) 4 Handreiking Veiligheidscultuur, GGZ Nederland, oktober 2012 Pagina 11 van 26
Algemeen toezichtrapport over de zorg aan asielzoekers met psychiatrische problematiek in de Intensief Begeleidende Opvang (IBO) in Schalkhaar │ september 2015
2
Conclusies
2.1
Belangrijke randvoorwaarden voor verantwoorde geestelijke gezondheidszorg aan asielzoekers met psychiatrische problematiek onvoldoende aanwezig in de IBO Beantwoording hoofdvraag: In hoeverre zijn de randvoorwaarden aanwezig om verantwoorde geestelijke gezondheidszorg aan asielzoekers met psychiatrische problematiek in de IBO te verlenen? De inspectie is van oordeel dat belangrijke randvoorwaarden om verantwoorde geestelijke gezondheidszorg aan asielzoekers met psychiatrische problematiek te verlenen onvoldoende aanwezig zijn in de IBO. Dit betreft de toegeleiding naar de geestelijke gezondheidszorg en de patiëntveiligheid in de IBO. Deze randvoorwaarden zijn onvoldoende toegesneden op de complexe doelgroep van asielzoekers met psychiatrische problematiek in de IBO. Mede hierdoor komt verantwoorde geestelijke gezondheidszorg onvoldoende tot stand.
2.2
Toegeleiding naar geestelijke gezondheidszorg in de IBO onvoldoende toegesneden op de doelgroep Beantwoording deelvraag 1: Is de toegeleiding naar geestelijke gezondheidszorg van asielzoekers met psychiatrische problematiek in en naar de IBO op verantwoorde wijze geregeld? De inspectie constateert dat de samenwerkingsafpraken tussen COA, Dimence en het GCA voor de IBO over de toegeleiding uitgaan van een verwijzing door het GCA voordat de geestelijke gezondheidszorg wordt betrokken bij een asielzoeker met mogelijke psychiatrische problematiek in de IBO. Asielzoekers die in het sturend centrum nog geen 2e lijns geestelijke gezondheidszorg kregen, moesten zich eerst melden voor het spreekuur van het GCA waar zij doorverwezen konden worden naar Dimence. De inspectie is van oordeel dat de afspraken over toegeleiding onvoldoende zijn toegesneden op de doelgroep in de IBO. Bij deze doelgroep komen zorgmijdend gedrag en communicatieproblemen veelvuldig voor. Hierdoor is het risico dat asielzoekers met psychiatrische problematiek in de IBO niet (tijdig) geestelijke gezondheidszorg ontvangen.
2.3
Geestelijke gezondheidszorg in de IBO voldoet deels aan de normen Beantwoording deelvraag 2: In hoeverre is er sprake van verantwoorde geestelijke gezondheidszorg voor asielzoekers met psychiatrische problematiek in de IBO? De inspectie concludeert dat de geestelijke gezondheidszorg in de IBO minimaal is en dat deze maar voor een deel voldoet aan de normen die gebruikelijk gesteld mogen worden aan de ambulante geestelijke gezondheidszorg. De inspectie is van mening dat het uitvoeren van risicotaxaties en het opstellen van behandeldoelen Pagina 13 van 26
Inspectie voor de Gezondheidszorg
onvoldoende is. Ook acht de inspectie de deskundigheid binnen het team COA/Dimence op het gebied van transculturele psychiatrie niet voldoende. Een opleidingsbeleid, toegespitst op de doelgroep asielzoekers met psychiatrische problematiek ontbrak. Daarnaast bleek de dossiervoering op enkele onderdelen onvoldoende evenals de informatie over de diagnose en behandeling naar het GCA . Aan andere normen, zoals bijvoorbeeld diagnosestelling, instemming met het behandelplan, goede bereikbaarheid van de medewerkers en eindverantwoordelijkheid werd voldaan. 2.4
Onvoldoende patientveiligheid in de IBO bemoeilijkt het bieden van geestelijke gezondheidszorg Beantwoording deelvraag 3: In hoeverre is er in de IBO sprake van voldoende patiëntveiligheid, waarbij het mogelijk is geestelijke gezondheidszorg op verantwoorde wijze aan asielzoekers met psychiatrische problematiek te leveren? De inspectie concludeert dat er in de IBO onvoldoende sprake is van patiëntveiligheid, waardoor het bieden van verantwoorde geestelijke gezondheidszorg aan asielzoekers met psychiatrische problematiek wordt bemoeilijkt. De inspectie is van mening dat de patiëntveiligheid negatief beïnvloed wordt door: het door elkaar wonen van twee doelgroepen, te weten asielzoekers met onbegrepen, onaangepast/niet hanteerbaar gedrag en asielzoekers met psychiatrische problematiek; de onzekerheid en de onduidelijkheid voor de asielzoekers over het verblijf in de IBO; de incidenten in de IBO; het werken met twee teams, team COA/IBO en team COA/Dimence die ieder werken met een eigen begeleidings-/behandelplan.
Pagina 14 van 26
Algemeen toezichtrapport over de zorg aan asielzoekers met psychiatrische problematiek in de Intensief Begeleidende Opvang (IBO) in Schalkhaar │ september 2015
3
Handhaving
3.1
Maatregelen De inspectie legt de volgende verbetermaatregelen op aan Dimence: Bij elke bewoner dient een risicotaxatie uitgevoerd te worden volgens een vaste methodiek. In het behandelplan dienen waar relevant medicamenteuze, somatische, psychiatrische en sociale behandeldoelen geformuleerd te zijn. De diagnose en behandeling dient standaard aan het GCA gerapporteerd te worden. De dossiervoering dient verbeterd te worden op de onderdelen: o vastleggen van de uitkomst van de risicotaxatie; o vastleggen wie verantwoordelijk is voor de verschillende onderdelen van de zorgverlening; o verantwoording over wel/niet aanwezigheid van signaleringsplannen; o vastlegging van bespreking over bewoners met team COA/IBO. Een opleidingsplan dat is toegespitst op de doelgroep dient opgesteld te worden voor de medewerkers van Dimence op de IBO. De inspectie verzoekt Dimence om binnen vier weken na ontvangst van dit rapport een plan van aanpak te sturen naar de inspectie. De inspectie verzoekt Dimence om de gevraagde maatregelen zo spoedig mogelijk uit te voeren, dit met een interne audit te toetsen en de rapportage hiervan binnen 6 maanden na ontvangst van dit rapport naar de inspectie te sturen.
3.2
Aanbevelingen De inspectie adviseert de ketenpartners COA, GCA en Dimence om de randvoorwaarden voor verantwoorde geestelijke gezondheidszorg aan asielzoekers met psychiatrische problematiek op de IBO te verbeteren door: De samenwerkingsafspraken over de toegeleiding van asielzoekers met (mogelijke) psychiatrische problematiek naar de geestelijke gezondheidszorg aan te passen. De werkwijze bij de toegeleiding moet aansluiten bij deze complexe en vaak zorgmijdende doelgroep. De samenwerkingsafspraken moeten ertoe leiden dat asielzoekers met psychiatrische problematiek in de IBO (tijdig) geestelijke gezondheidszorg ontvangen. De patiëntveiligheid voor de bewoners van de IBO te verbeteren door: o duidelijkheid te bieden over het doel van het verblijf van asielzoekers met psychiatrische problematiek in de IBO; o pro-actief beleid te voeren om incidenten in de IBO te voorkomen en het aantal te verminderen; o zorg te dragen voor een integrale aanpak in de zorg, behandeling en begeleiding van asielzoekers met psychiatrische problematiek in de IBO. De inspectie verzoekt de ketenpartners COA, GCA en Dimence om deze aanbevelingen uit te voeren en de inspectie binnen 6 maanden na ontvangst van dit rapport te informeren over de wijze waarop de aanbevelingen zijn uitgevoerd. De inspectie verzoekt het COA om hierbij de regie te nemen.
Pagina 15 van 26
Inspectie voor de Gezondheidszorg
3.3
Vervolgacties inspectie De inspectie zal: De ketenpartners COA, GCA en Dimence uitnodigen voor een bijeenkomst bij de inspectie om het rapport en de verbeteracties te bespreken. Tijdens deze bijeenkomst verwacht de inspectie van de ketenpartners dat zij aangeven hoe zij uitvoering gaan geven aan de aanbevelingen van de inspectie. De rapportage van Dimence beoordelen en een besluit nemen over eventuele vervolgacties, bijvoorbeeld een onaangekondigd inspectiebezoek. De rapportage van de ketenpartners (COA, GCA en Dimence) beoordelen en een besluit nemen over eventuele vervolgacties.
Pagina 16 van 26
Algemeen toezichtrapport over de zorg aan asielzoekers met psychiatrische problematiek in de Intensief Begeleidende Opvang (IBO) in Schalkhaar │ september 2015
4
Resultaten inspectiebezoek
4.1
Beantwoording deelvraag 1 Deelvraag 1 Is de toegeleiding naar geestelijke gezondheidszorg van asielzoekers met psychiatrische problematiek in en naar de IBO op verantwoorde wijze geregeld?
4.1.1
Toegeleiding naar geestelijke gezondheidszorg in de IBO De toegeleiding naar geestelijke gezondheidszorg van asielzoekers met psychiatrische problematiek in de IBO is in de samenwerkingsafspraken als volgt beschreven: Als de asielzoeker in het sturend centrum 2e lijns geestelijke gezondheidszorg krijgt: informeert het GCA van het sturend centrum de GGZ-instelling dat de asielzoeker overgeplaatst wordt naar de IBO; sluit de GGZ-instelling de behandeling af en rapporteert aan het GCA van het sturend centrum; verwijst het GCA van het sturend centrum de asielzoeker voor verdere behandeling naar GGZ Dimence in de IBO en maakt daarbij gebruik van de rapportage van de GGZ-instelling; draagt het GCA van het sturend centrum de asielzoeker over naar het GCA van het AZC in Schalkhaar. Als de asielzoeker in het sturend centrum géén 2e lijns geestelijke gezondheidszorg krijgt: draagt het GCA van het sturend centrum de asielzoeker over naar het GCA van AZC Schalkhaar; beoordeelt het GCA van AZC in Schalkhaar in een intakegesprek of verwijzing naar de geestelijke gezondheidszorg noodzakelijk is. Indien dit het geval is verwijst het GCA de asielzoeker naar GGZ Dimence. Uit de gesprekken die de inspectie voerde bleek dat sommige stappen in het plaatsings- en intakeproces ten tijde van de inspectiebezoeken anders verliepen dan in de samenwerkingsafspraken vermeld stond. Zo verliep de verwijzing naar het team COA/Dimence meestal via het GCA van het AZC Schalkhaar en niet via het GCA van het sturend centrum. Verder zaten er soms twee weken tussen de aankomst van de asielzoeker in de IBO en de aanmelding van de asielzoeker bij het team COA/Dimence. Informatie over eerdere behandeling door de 2e lijns geestelijke gezondheidszorg was in veel gevallen niet beschikbaar bij de start van de intake door team COA/Dimence. In die gevallen vroeg team COA/Dimence dan zelf informatie op bij de vorige 2e lijns geestelijke gezondheidszorg.
4.1.2
Knelpunten in de toegeleiding naar geestelijke gezondheidszorg in de IBO Uit de gesprekken die de inspectie voerde kwamen de volgende knelpunten naar voren in de toegeleiding naar geestelijke gezondheidszorg in de IBO: Het team COA/Dimence ervoer als knelpunt dat asielzoekers die nog geen geestelijke gezondheidszorg ontvingen, pas in zorg kwamen bij het team COA/Dimence na een verwijzing door het GCA. Asielzoekers moesten zich eerst melden voor het spreekuur van het GCA, waarna het GCA besliste of de Pagina 17 van 26
Inspectie voor de Gezondheidszorg
asielzoeker doorverwezen moest worden naar Dimence. Hierdoor was er een risico dat asielzoekers met psychiatrische problematiek niet of niet snel genoeg in zorg kwamen bij Dimence. Medewerkers van team COA/Dimence gaven aan dat zij bij sommige asielzoekers in de IBO psychiatrische problematiek vermoedden, die niet in zorg waren bij team COA/Dimence. Team COA/Dimence kon deze asielzoekers geen zorg bieden, alleen de problematiek signaleren bij het COA of het GCA. De medewerkers van team COA/Dimence zouden graag betrokken willen zijn bij de aanmelding van nieuwe bewoners. Medewerkers van het COA, het GCA en Dimence signaleerden als knelpunt het niet volgen van de procedure bij de crisisplaatsingen in de IBO. Bij een crisisplaatsing werd een asielzoeker acuut in de IBO geplaatst zonder dat de vastgestelde procedure voor plaatsing was doorlopen. Hierdoor had er niet of nauwelijks informatie uitwisseling plaatsgevonden tussen de betrokken organisaties en was er geen voorinformatie over de asielzoeker beschikbaar bij medewerkers van het GCA en het team COA/Dimence in de IBO. Een extra complicerende factor vormden crisisplaatsingen op vrijdagmiddag.
Pagina 18 van 26
Algemeen toezichtrapport over de zorg aan asielzoekers met psychiatrische problematiek in de Intensief Begeleidende Opvang (IBO) in Schalkhaar │ september 2015
4.2
Beantwoording deelvraag 2
Deelvraag 2 In hoeverre is er sprake van verantwoorde geestelijke gezondheidszorg voor asielzoekers met psychiatrische problematiek in de IBO? 4.2.1
Resultaten toetsing geestelijke gezondheidszorg Dossier Norm (grondslag)
Bevindingen op basis van inzage in twee dossiers De diagnose bestaat uit een In één van de twee dossiers was het diagnostische classificatie (DSM) of intakeverslag van de arts terug te International Classification of vinden, in het andere dossier niet. Diseases en uit een beschrijvende N.B. Dit bleek later wel aanwezig, conclusie (structuurdiagnose) op maar op een andere plaats in het grond van alle verzamelde dossier opgeslagen. gegevens. Ten slotte wordt op In beide dossiers was een diagnose grond van de diagnose, de toestand en zorgplan aanwezig. van de patiënt en de vraagstelling van patiënt en verwijzer een behandelplan geformuleerd en met de patiënt besproken. Somatische problemen worden In beide dossiers was geen herkend en er wordt volgens informatie opgenomen over protocol gehandeld. De psychiater somatische problemen. Er was geen dient geïnformeerd te zijn over de informatie bekend van het GCA en lichamelijke gezondheidstoestand geen eigen onderzoek verricht. van de patiënt. Ook dient de Eén bewoner weigerde psychiater na te gaan of er laboratoriumonderzoek. Bij de lichamelijke afwijkingen of andere bewoner, die sinds een aandoeningen aanwezig zijn die in maand psychofarmaca gebruikte, (causaal) verband kunnen staan bevatte het dossier geen verslag met de psychiatrische van somatisch onderzoek of verschijnselen. In welke mate de uitslagen van psychiater zelf (delen van) het laboratoriumonderzoek. lichamelijk onderzoek verricht, zal Het algemene beleid is dat het GCA afhangen van diens bekwaamheid verantwoordelijk is voor de in het uitvoeren en evalueren van somatische zorg. Indien de lichamelijk onderzoek, van de psychiater somatische problemen behandelsetting en van de aard van vermoedt wordt de bewoner de behandelrelatie. Een psychiater verwezen naar de huisarts of moet in staat zijn om een verricht de psychiater of arts zelf oriënterend lichamelijk (inclusief het lichamelijk onderzoek. neurologisch) onderzoek zelf te In geval van gebruik van antiverrichten. psychotica is somatische screening vereist, dit is niet bij alle psychofarmaca het geval. In de poliklinische zorg wordt voorafgaand aan de behandeling met een antidepressivum geen somatische screening verricht tenzij daar een speciale indicatie voor is. Uit het dossier blijkt eenduidig wie Uit de dossiers bleek dat de de inhoudelijke (eind) psychiater voor beide bewoners verantwoordelijkheid heeft. inhoudelijk eindverantwoordelijk was.
Voldeed wel/ niet aan de norm Voldeed wel aan de norm
Voldeed wel aan de norm
Voldeed wel aan de norm
Pagina 19 van 26
Inspectie voor de Gezondheidszorg
Norm (grondslag) Een actueel (volledig en uniek) medicatieoverzicht is bij elk contact beschikbaar.
In het dossier is vastgelegd welke discipline met welke verantwoordelijkheden zijn betrokken bij de verschillende onderdelen van de zorgverlening.
In het dossier is vastgelegd dat risicotaxaties uitgevoerd zijn (ook als er uit kwam dat er geen risico is). De doelen in het behandelplan zijn passend bij de risicotaxaties. De patiënt (of zijn wettelijk vertegenwoordiger) is aantoonbaar betrokken bij het opstellen van en heeft aantoonbaar ingestemd met het behandelplan. Het is aantoonbaar dat de patiënt al dan niet instemt met (onderdelen van) het behandelplan. Er is afgewogen of een signaleringsplan nodig is om risico’s te verminderen/voorkomen.
Er vindt een periodieke evaluatie plaats van het behandelplan. Medicamenteuze, somatische, psychiatrische en sociale behandeldoelen (indien van toepassing) zijn geformuleerd en aantoonbaar weergegeven in het behandelplan.
Pagina 20 van 26
Bevindingen op basis van inzage in twee dossiers In beide dossiers ontbrak een actueel en volledig medicatie overzicht, omdat Ezis een BSN vereist wat asielzoekers niet hebben. Hierdoor kan dit niet in het EPD ingevoerd worden. Van alle bewoners in zorg was een actueel en volledig medicatieoverzicht aanwezig in de medicijnklapper in de medicijnkast. Medicatiewijzigingen werden gerapporteerd in het EPD. Er was een procedure Medicatieverstrekking team COA/Dimence aanwezig De psychiater was hoofdbehandelaar en supervisor, de arts voerde de behandeling uit. Verpleegkundige taken gebeurden door de verpleging en de allround vakbegeleiders richtten zich op de activerende begeleiding. In beide dossiers was niet vastgelegd welke disciplines met welke verantwoordelijkheden waren betrokken bij de verschillende onderdelen van de behandeling. In beide dossiers waren geen risicotaxaties opgenomen. Wel was in het eerste gesprek naar suïcidaliteit gevraagd. Dit was zichtbaar in het dossier. In één van de twee dossiers ontbraken de behandeldoelen. In beide dossiers was zichtbaar dat de bewoners betrokken waren bij het opstellen van het behandelplan.
Voldeed wel/ niet aan de norm Voldeed wel aan de norm
In beide dossiers was zichtbaar in hoeverre de bewoners instemden met het behandelplan. In beide dossiers waren geen signaleringsplannen opgenomen. Er wordt per bewoner overwogen of een signaleringsplan noodzakelijk is. Deze afweging was niet genoteerd in de dossiers. Bij de ene bewoner was de laatste evaluatie in november 2014. Bij de andere bewoner had periodieke evaluatie plaatsgevonden. In beide dossiers waren geen medicamenteuze en psychiatrische behandeldoelen omschreven. Een groot deel van de bewoners in de IBO vertoonde zorgmijdend gedrag en was moeilijk te motiveren voor activiteiten en behandeling. In het zorgplan was niet zichtbaar dat de gekozen aanpak gericht was op zorgmijdend gedrag.
Voldeed wel aan de norm
Voldeed niet aan de norm
Voldeed niet aan de norm
Voldeed niet aan de norm Voldeed wel aan de norm
Voldeed niet aan de norm
Voldeed aan de norm Voldeed niet aan de norm
Algemeen toezichtrapport over de zorg aan asielzoekers met psychiatrische problematiek in de Intensief Begeleidende Opvang (IBO) in Schalkhaar │ september 2015
Norm (grondslag) MDO en Mentoroverleg: Uiterlijk na 6 weken is er een MDO binnen team COA/Dimence waarbij diagnose en behandeling worden afgesproken en vastgelegd. Hieropvolgend is er een Mentoroverleg. Hierbij is het team COA/Dimence aanwezig en GCA op uitnodiging aanwezig. In het mentoroverleg worden de aandachtspunten en afspraken van het behandelplan met betrekking tot begeleiding in het begeleidingsplan verwerkt.
Bevindingen op basis van inzage in twee dossiers Ongeveer 1 x per 3 maanden werden bewoners besproken in het MDO van team COA/Dimence. Er was regelmatig overleg met het team COA/IBO, waarbij team COA/Dimence mondelinge input voor het begeleidingsplan van het COA gaf. Dit was echter niet terug te vinden in het dossier. Eens per 2 weken was er overleg tussen de IBO en het GCA. Daarbij werden gegevens over diagnose en medicatie vanwege privacy niet gedeeld met het COA.
Voldeed wel/ niet aan de norm Voldeed niet aan de norm
Bevindingen op basis van gesprekken De bewoners werden mondeling geïnformeerd over het gebruik van de medicatie. Uitleg over de werking en bijwerkingen van medicatie verliep vaak moeizaam door taal- en cultuurproblemen, maar ook omdat het veel tijd kostte om het vertrouwen van de bewoners te krijgen.
Voldeed wel/ niet aan de norm
Bevindingen op basis van gesprekken Direct bij ontslag uit de IBO werd via een overdrachtsformulier teruggekoppeld naar de huisarts en zo nodig naar de vervolg GGZinstelling waarnaar de bewoner werd verwezen.
Voldeed wel/niet aan de norm Voldeed wel aan de norm
Bevindingen op basis van gesprekken Op grond van anamnese en beschikbare gegevens werden in het multidisciplinaire overleg binnen team COA/Dimence nieuwe bewoners besproken. Sinds januari 2015 werden risicotaxaties uitgevoerd. De risicotaxaties kwamen niet tot stand volgens de daartoe beschikbare instrumenten. Voor iedere bewoner werd een behandelplan opgesteld.
Voldeed wel/ niet aan de norm Voldeed niet aan de norm
Medicatieveiligheid Norm (grondslag) De patiënt en/of vertegenwoordiger zijn mondeling en schriftelijk geïnformeerd over het veilig gebruik, de risico’s en de mogelijke bijwerkingen van medicatie.
Voldeed wel aan de norm. De informatie werd mondeling gegeven, omdat schriftelijke informatie in de juiste taal meestal ontbreekt.
Somatische comorbiditeit Norm (grondslag) De psychiater koppelt (direct bij ontslag) de psychiatrische en somatische gegevens van de patiënt (met toestemming) aan de somatisch arts/huisarts terug.
Professioneel handelen Norm (grondslag) De beroepsbeoefenaar voert bij elke patiënt een risicotaxatie uit.
De beroepsbeoefenaar stelt voor elke patiënt een behandelplan op.
Voldeed wel aan de norm
Pagina 21 van 26
Inspectie voor de Gezondheidszorg
Norm (grondslag) De beroepsbeoefenaar informeert de patiënt over en betrekt de patiënt bij het verloop van de behandeling (evalueren).
De beroepsbeoefenaar heeft samenwerkingsafspraken met ketenpartners en geeft informatie aan verwijzers.
De beroepsbeoefenaar zorgt voor een goede bereikbaarheid en toegankelijkheid van zijn praktijk.
Bevindingen op basis van gesprekken De bewoner werd door de psychiater, de arts of de verpleegkundige geïnformeerd over de behandeling. De bewoners wisten welke arts en welke verpleegkundige verantwoordelijk waren voor de behandeling. De bewoners zeiden te weten waar de behandeling uit bestond, maar konden alleen de medicamenteuze behandeling benoemen. Een deel van de behandeling bestond uit activiteiten. De bewoners ervoeren deze activiteiten als vrijblijvend. Aan beide bewoners waren activiteiten aangeboden waar één bewoner geen gebruik van maakte en de ander maar zeer beperkt. Er waren sinds kort samenwerkingafspraken tussen Team COA/Dimence en het GCA. Team COA/Dimence informeerde niet standaard het GCA over de diagnose en behandeling van bewoners die naar team COA/Dimence waren verwezen door het GCA. De bewoners wisten hoe zij de medewerkers van team COA/Dimence konden bereiken. De bewoners ervoeren geen problemen met betrekking tot de bereikbaarheid van het team COA/Dimence.
Voldeed wel/ niet aan de norm Voldeed aan de norm
Bevindingen op basis van gesprekken De medewerkers van team COA/Dimence maakten gebruik van de algemene werkinstructies voor ambulante teams van team COA/Dimence. Er waren geen specifieke richtlijnen, protocollen en werkinstructies voor de IBO, alleen organisatorische afspraken. De medewerkers waren zich bewust van de grenzen van hun vakgebied. Zo nodig schakelden zij andere professionals in, bijv. gezinsondersteuning.
Voldeed wel/ niet aan de norm Voldeed niet aan de norm
Voldeed niet aan de norm
Voldeed wel aan de norm
Personeel Norm (grondslag) Medewerkers weten met welke richtlijnen, protocollen en werkinstructies er voor die specifieke afdeling (bijv. opnameafdeling) of doelgroep gewerkt moet worden, waarom die nodig zijn en hoe ze gebruikt moeten worden. Medewerkers kennen de grenzen van hun vakgebied.
Pagina 22 van 26
Voldeed wel aan de norm
Algemeen toezichtrapport over de zorg aan asielzoekers met psychiatrische problematiek in de Intensief Begeleidende Opvang (IBO) in Schalkhaar │ september 2015
Norm (grondslag) Indien zorgzwaarte van de bewoner aanleiding geeft, is er 24 uur per dag contact met een verpleegkundige/psychiater mogelijk.
Medewerkers hebben voldoende kennis van en vaardigheden voor de doelgroep van patiënten. Medewerkers werken op een verantwoorde manier met relevante richtlijnen, protocollen en/of werkinstructies.
Een opleidingsplan is beschikbaar (passend scholingsbeleid om de benodigde deskundigheid te kunnen leveren). Er is organisatiebreed een passend beleid rondom scholing van doelgroepspecifieke kennis, bejegening en gezondheidsrisico’s.
Bevindingen op basis van gesprekken De psychiater was 8 uur per week voor de IBO beschikbaar. Hiervan was de psychiater 6 uur aanwezig op de IBO en 2 uur telefonisch beschikbaar. Daar buiten was zij telefonisch bereikbaar tijdens haar werkuren elders bij team COA/Dimence. In de avond en in het weekend was de bereikbaarheid geregeld via de crisisdienst van team COA/Dimence. Als er een risico bij een bewoner werd ingeschat werd er een vooraankondiging gedaan bij de crisisdienst. Bij bewoners die in zorg waren bij team COA/Dimence konden de IBO-medewerkers buiten kantooruren direct contact met de crisisdienst opnemen. De crisisdienst werd gemiddeld twee keer per week opgeroepen. ’s Avonds en in het weekend werd de medicatie gedeeld door een medewerker van team COA/Dimence die niet op de IBO werkzaam was. Er waren geen afspraken gemaakt wie signaleerde wanneer medicatie niet verstrekt werd wanneer een bewoner afwezig was. De medewerkers voelden zich voldoende geschoold, maar niet voldoende deskundig op het terrein van de transculturele zorg. De psychiater was geen transcultureel specialist. De artsassistent had geen ervaring in de psychiatrie. De psychiater vond de verpleegkundigen toegewijd en deskundig. Er was een opleidingsplan van team COA/Dimence beschikbaar. De medewerkers werden o.a. geschoold in Agressiehantering en sociale veiligheid (ASV)-training en suïcidepreventie. Het opleidingsbeleid van team COA/Dimence was niet specifiek gericht op de doelgroep van de IBO en op transculturele zorg.5
Voldeed wel/ niet aan de norm Voldeed wel aan de norm
Voldeed niet aan de norm
Voldeed wel aan de norm
Voldeed niet aan de norm
5 Dimence heeft als aanvulling hierop aangegeven: Naast het algemene opleidingsbeleid is er –beperkt- ook ruimte om doelgroepspecifieke scholing op te doen. Daarnaast is er ook ruimte voor het bezoeken van symposia en congressen .
Pagina 23 van 26
Inspectie voor de Gezondheidszorg
Governance Norm (grondslag) (Bijna) fouten worden systematisch en structureel gemeld, verzameld, geanalyseerd en gebruikt voor verbeteracties.
4.3
Bevindingen op basis van gesprekken Incidenten, maar ook medicatiefouten worden in het team besproken en gemeld bij de VIMcommissie. Het was voor de medewerkers onduidelijk wat er wel en niet gemeld moest worden. Echte verbetermaatregelen vloeiden zelden voort uit de meldingen.6
Voldeed wel/ niet aan de norm Voldeed niet aan de norm
Beantwoording deelvraag 3 Deelvraag 3 In hoeverre is er in de IBO sprake van voldoende patiëntveiligheid, waarbij het mogelijk is geestelijke gezondheidszorg op verantwoorde wijze aan asielzoekers met psychiatrische problematiek te leveren?
4.3.1
Patiëntveiligheid Patiëntveiligheid is een belangrijke randvoorwaarde voor verantwoorde geestelijke gezondheidszorg, dit geldt in het bijzonder voor asielzoekers met psychiatrische problematiek in de IBO. In de Handreiking Veiligheidscultuur van GGZ Nederland wordt de volgende definitie van veiligheidscultuur gehanteerd: “Veiligheidscultuur kan omschreven worden als een geïntegreerd patroon van individueel en organisatorisch gedrag, gebaseerd op gedeelde waarden en overtuigingen, waarbij voortdurend getracht wordt om risico’s te beheersen, eventuele schade voor de patiënt en medewerkers in het zorgproces zoveel mogelijk te beperken en te leren van (on)veilig handelen.” Met betrekking tot de patiëntveiligheid in de IBO zijn de bevindingen van de inspectie als volgt: Twee doelgroepen en dubbele aansturing In de IBO woonden twee doelgroepen door elkaar: asielzoekers met onbegrepen, onaangepast/niet hanteerbaar gedrag; asielzoekers met ernstige psychiatrische problematiek. Elke bewoner van de IBO had een mentor vanuit het team COA/IBO. Deze was het eerste aanspreekpunt voor de bewoner. De mentor stelde een observatie- en begeleidingsplan op en besprak dit met de bewoner. Een deel van de bewoners was in zorg bij het team COA/Dimence. Medewerkers van dit team stelden een eigen behandelplan op voor iedere asielzoeker met psychiatrische poblematiek en bespraken dit met de bewoner. Hierdoor was het mogelijk dat medewerkers van het team COA/IBO en team COA/Dimence andere doelen stelden voor een bewoner, waardoor deze te maken kreeg met verschillen in aanpak en benadering vanuit beide teams. De medewerkers van team COA/Dimence gaven op basis van het behandelplan wel advies aan de mentor van het COA, bijvoorbeeld over de omgang met bewoners of de uitvoering van het begeleidingsplan, maar dit advies was vrijblijvend. 6 Dimence heeft als aanvulling hierop gegeven: Incidenten, maar ook medicatiefouten worden in het team besproken en gemeld bij de VIM-commissie. Verbetermaatregelen zijn niet altijd te nemen. Veiligheid voor medewerkers / patienten en agressiehantering zijn een belangrijk item in het team. Pagina 24 van 26
Algemeen toezichtrapport over de zorg aan asielzoekers met psychiatrische problematiek in de Intensief Begeleidende Opvang (IBO) in Schalkhaar │ september 2015
Er was geen sprake van één integraal behandel- en begeleidingsplan. De verpleegkundigen van het team COA/Dimence zouden willen dat de kennis van de collega’s van het team COA/IBO over het omgaan met psychiatrische patiënten werd vergroot, zodat hun adviezen beter opgevolgd werden door de medewerkers van team COA/IBO. Onzekerheid en onduidelijkheid over het verblijf Bij beide bewoners die de inspectie sprak, overheerste het beeld van onzekerheid over hun verblijf en over hun toekomst. Onzekerheid over de toekomst is een belangrijk kenmerk bij alle asielzoekers; zij zijn in onzekerheid over de vraag of hun asielaanvraag zal worden gehonoreerd en of zij in Nederland kunnen blijven. Voor de bewoners in de IBO kwam hier de onduidelijkheid over de duur en het doel van hun verblijf in de IBO nog bij. Beide bewoners die de inspectie sprak konden niet aangeven waarom zij waren overgeplaatst naar de IBO, hoe lang zij nog in de IBO zouden moeten blijven en wat er zou moeten veranderen in hun gedrag of gezondheid om terug te kunnen naar een AZC. Het feit dat zij hier geen zicht op hadden was voor beide bewoners frustrerend. Zij gaven aan dat deze onduidelijkheid ertoe bijdroeg dat zij weinig gemotiveerd waren voor de behandeling. Ook voor de medewerkers van het team COA/Dimence was niet altijd duidelijk waarom iemand in de IBO verbleef, hoe lang dit verblijf zou zijn en welke doelen bereikt moesten worden om terug te kunnen keren naar een reguliere opvanglocatie. De verpleegkundigen van het team COA/Dimence gaven aan dat het doel van de plaatsing op de IBO beter geformuleerd zou moeten worden door het sturend centrum. Daarnaast waren zij van mening dat het doel van de plaatsing binnen het IBO niet altijd overeenkwam met het doel dat het team COA/IBO voor ogen had. Hun indruk was soms dat mensen werden “gedumpt”, of dat sprake was van overplaatsing als “straf”. Volgens de verpleegkundigen ervoeren sommige bewoners hun verblijf in de IBO niet als vrijwillig, maar als gedwongen. In de gesprekken die de inspectie voerde met twee bewoners in de IBO kwam o.a. de relatie met de mentor en de behandelaar aan de orde. Hieruit bleek dat één bewoner wist wie de mentor van het COA was en de andere bewoner niet. Eén bewoner gaf aan vertrouwen te hebben in de behandelaar, de andere bewoner niet. De reden hiervan werd niet duidelijk. De medewerkers van team COA/Dimence gaven aan dat het contact met de bewoners niet eenvoudig was. Taal- en cultuurverschillen speelden een belangrijke rol. Het kostte de medewerkers van team COA/Dimence veel tijd om het vertrouwen van bewoners te winnen. Medewerkers van team COA/Dimence waren van mening dat een goede en adequate behandeling van de psychiatrische problematiek ernstig bemoeilijkt werd door deze onzekerheid, onduidelijkheid en cultuurverschillen. Incidenten In de gesprekken die de inspectie voerde met twee bewoners in de IBO is o.a. het thema veiligheid aan de orde geweest. Eén asielzoeker gaf aan zich in de IBO niet veilig en bedreigd te voelen. Uit het gesprek met de COA-medewerkers en met de medewerkers van team COA/Dimence in de IBO bleek dat er regelmatig geweldsincidenten waren op de opvanglocatie. De politie was regelmatig (wekelijks) op het terrein vanwege ongeregeldheden. De medewerkers vonden dit een zorgelijke ontwikkeling, gezien de risico’s voor de veiligheid van bewoners en medewerkers. Pagina 25 van 26
Inspectie voor de Gezondheidszorg
Incidenten werden geregistreerd door de COA-medewerkers en waren bekend bij het COA in Rijswijk. Medewerkers gaven aan weinig terug te horen van de gemelde incidenten. De beleidsregisseur van het COA in Rijswijk noemde het aantal incidenten niet zorgelijk, maar wel een aandachtspunt.
Pagina 26 van 26