(Te) gekke buren: mensen met psychiatrische problematiek in de spotlight
HANDREIKING VOOR BELEID EN UITVOERING IN DE LOKALE PRAKTIJK
INHOUDSOPGAVE: 4
BELANG VAN DEZE PUBLICATIE, JUIST NU!
6
MEETELLEN EN MEEDOEN: GEEN TWIJFEL AAN
7
MENSEN VAN VLEES EN BLOED
8
PORTRETTEN
16
OOG VOOR DE BEPERKINGEN IN HET DAGELIJKSE LEVEN
16
AANDACHTSPUNTEN EN TIPS VOOR BELEID EN UITVOERING
18
GGZ FACTS & FIGURES
2 (TE) GEKKE BUREN
(Te) gekke buren: mensen met psychiatrische problematiek in de spotlight
HANDREIKING VOOR BELEID EN UITVOERING IN DE LOKALE PRAKTIJK
“TE GEKKE BUREN” Wist u dat 1 op de 4 Nederlanders te maken heeft met psychische klachten? Wie weet zijn het Toos en Henk van de overkant. Of misschien u zelf. Te Gekke Buren brengt mensen in contact om, in buurt en wijk, meer begrip voor elkaar te krijgen.
Huis voor de Zorg en Provinciaal Platform GGz & OGGz Zorgvragers Limburg
BELANG VAN DEZE PUBLICATIE, JUIST NU! Ieder mens kan te maken krijgen met psychiatrische problematiek: van jong tot oud, van relatief lichte problematiek tot een complexe aandoening, voor een kortere of langere periode. In die gevallen waarin sprake is van ernstige ziektebeelden die inzet vragen vanuit de GGz (geestelijke gezondheidszorg), spreken we van psychiatrische problematiek. Ook in de GGz is sprake van vermaatschappelijking: mensen met psychiatrische problematiek leven en wonen zo veel en zo lang mogelijk thuis: in de wijk, het dorp, net als ieder ander. Maar, degenen die zorg of ondersteuning nodig hebben, krijgen in die situatie te maken met ingrijpende ontwikkelingen: grotere verantwoordelijkheden van de gemeenten onder meer door de verwachte overdracht van de AWBZ-functie Begeleiding, de Kanteling van de Wmo waarbij burgers primair worden aangesproken op hun eigen kracht en hun sociale netwerken, de afslanking van de AWBZ tot een voorziening voor mensen met een brede, levenslange zorgvraag, bezuinigingen op de GGz en ga zo maar door. Zeker is dat het gemeentelijke niveau steeds belangrijker wordt voor mensen met psychiatrische problematiek. Zeker is ook dat die doelgroep nog tamelijk onbekend is bij bestuurders en ambtenaren van gemeenten, adviesorganen, welzijns- en zorgorganisaties die op gemeentelijk niveau actief zijn. Deze publicatie
4 (TE) GEKKE BUREN
probeert hier iets aan te doen: niet door een opsomming van feiten of een schets van actuele beleidsontwikkelingen, maar door te laten zien dat het gaat om mensen van vlees en bloed, die knokken voor een goede kwaliteit van leven, die daarbij zo weinig mogelijk afhankelijk willen zijn. Want vergeet niet: ‘het kan ons ook zo maar overkomen!’ De GGz omvat een brede doelgroep. Hiertoe behoren ook de OGGz en Jeugd-GGz. Omdat de ontwikkelingen per doelgroep verschillend zijn, beperkt deze publicatie zich tot de doelgroep van volwassenen met psychiatrische problematiek, waarmee de gemeenten met name ook door de verwachte overgang van de AWBZ-functie begeleiding en de vermaatschappelijking steeds meer mee te maken krijgen.
OGGZ Openbare geestelijke gezondheidszorg (OGGz) omvat preventieve zorg voor de gehele bevolking, preventieve zorg voor risicogroepen en zorg voor kwetsbare personen die zelf geen hulp zoeken zoals dak- en thuislozen en zorgschuw geworden mensen (de zogenaamde zorgwekkende ‘zorgmijders’). De OGGz wordt gedefinieerd als alle activiteiten op het terrein van de geestelijke gezondheid die niet worden voorafgegaan door een vrijwillige, individuele hulpvraag van een cliënt. In de wet wordt de OGGz omschreven als: - het signaleren en bestrijden van risicofactoren op het gebied van de OGGz, - het bereiken en begeleiden van kwetsbare personen en risicogroepen, - het functioneren als meldpunt voor signalen van crisis of dreiging van crisis bij kwetsbare groepen en risicogroepen, - het bieden van psychosociale hulp bij rampen, - het tot stand brengen van afspraken tussen betrokken organisaties over de uitvoering van de openbare geestelijke gezondheidszorg.
JEUGD-GGZ Jeugd-GGz is geestelijke gezondheidszorg voor kinderen tot en met 17 jaar. Alleen kinderen met symptomen die duiden op een ernstige psychische stoornis komen in aanmerking voor de specialistische jeugd-GGz. De behandeling van complexe psychische stoornissen of van een combinatie van psychische en lichamelijke problemen gebeurt onder meer door psychiaters, gz-psychologen en verpleegkundigen. Zij hebben kennis van psychische aandoeningen die het gevolg zijn van biologische of psychologische factoren dan wel van omgevingsfactoren. De behandelaars zijn gespecialiseerd in de psychische ontwikkeling van kinderen en de samenhang met opvoedings- en gedragsproblemen. De hulpverleners uit de GGz zijn ook actief in de samenwerking met jeugdzorgorganisaties en het onderwijs. Zij adviseren over omgaan met psychische stoornissen en het aanleren van een psychisch gezonde leefstijl. De GGz betrekt ook ouders bij de behandeling. De verwachting is dat de Jeugd-GGz in het kader van de actuele transities vanaf 2015 ook onder verantwoordelijkheid van de gemeenten gaat vallen.
De OGGz wordt met name regionaal opgepakt. Dit beleid is beschreven in het Regionaal Kompas (op te vragen bij de regiogemeente).
(TE) GEKKE BUREN 5
MEETELLEN EN MEEDOEN: GEEN TWIJFEL AAN ‘Een normaal leven leiden’, mensen met psychiatrische problematiek willen niets liever. ‘Meetellen en meedoen’, als volwaardig burgers net als ieder ander. In de praktijk is dit nogal eens gemakkelijker gezegd dan gedaan. Nog altijd kampen mensen met psychiatrische problematiek met negatieve beeldvorming. Dit, terwijl ieder mens met psychiatrische problematiek te maken kan krijgen: nogmaals ‘het kan ons ook zo maar overkomen’. Je ziet vaak niet aan mensen met psychiatrische problematiek dat er iets met hen aan de hand is. Laatst zei iemand: ‘ik had nog liever een been af, dan zien mensen dat er iets met je aan de hand is’. In het kader van het VWSprogramma Aandacht voor Iedereen worden in Limburg conferenties ‘Kijken met de ogen van de burgers’ georganiseerd met cliënten in de hoofdrol. Daarbij is eens te meer gebleken dat de doelgroep bij beleidsmakers en –uitvoerders op lokaal niveau nogal onbekend is. Zorgwekkend nu de verantwoordelijkheid voor de participatie,
6 (TE) GEKKE BUREN
en straks ook de begeleiding van mensen met psychiatrische problematiek meer en meer naar de gemeenten verschuift. Het is niet voor niets dat het Huis voor de Zorg zich richt op het actief burgerschap, óók van mensen met psychiatrische problematiek. De kracht van mensen en de vergroting van die kracht (‘empowerment’) staan daarbij centraal. Ingezet wordt op zelfregie en sociale stijging. Zelf bepalen hoe je leven eruit zou moeten zien en daar stappen in zetten. Klimmen op de participatieladder: geen isolement maar ontmoeting, meedoen aan maatschappelijk relevante activiteiten, zelfs de stap naar werk. Steun vanuit de informele zorg (mantelzorg, vrijwilligerszorg en lotgenotencontact) is daarbij van groot belang. Inbreng van mensen met psychiatrische problematiek in de vorm van burgerinitiatieven is ook een belangrijke stap. Sluitstuk moet te allen tijde zijn: ondersteuning en begeleiding op maat met oog voor ieders individuele situatie.
MENSEN VAN VLEES EN BLOED Het Ministerie van VWS (Transitiebureau) heeft de cliëntgroepen in het kader van de extramurale AWBZ-begeleiding grondig uitgewerkt: onder meer de aard van de problematiek, de mogelijkheden van de cliënten en de begeleiding die de cliënten krijgen (aard, omvang, beoogd resultaat). Uiteraard komen daarbij mensen met psychiatrische problematiek uitvoerig aan bod. Bij het lezen van documentatie hierover, kost het soms moeite om je te realiseren dat het gaat om mensen van vlees en bloed, mensen met een gezicht en een stem. Tijdens miniconferenties ‘Kijken met de ogen van de burgers’ (in het kader van het landelijke programma ‘Aandacht voor Iedereen’) maken de authentieke levensverhalen
van burgers, óók van mensen met psychiatrische problematiek, grote indruk. Echte eyeopeners die onherroepelijk de kijk op beleid en uitvoering aanscherpen. Niet abstraheren, niet generaliseren maar oog hebben voor het individu. Oog voor het maatwerk dat nodig is om iemands kwaliteit van leven op peil te houden. In deze publicatie zijn vier portretten van ‘mensen van vlees en bloed’ opgenomen. De eigen kracht en de talenten van mensen met psychiatrische problematiek blijven nog wel eens onderbelicht. Juist in deze tijd vormt het actief burgerschap van mensen met psychiatrische problematiek onder meer als ervaringsdeskundige een grote maatschappelijke waarde.
(TE) GEKKE BUREN 7
Wie ben je? Mijn naam is Frenk van den Berg. Ik ben 51 jaar oud en ik woon in ’t Eikske in Landgraaf samen met mijn hond, mijn grootste vriend Berrie. Ik zit in de WAO, ik werk niet meer.
Wil je iets vertellen over de problematiek waarmee je te maken hebt? Ik heb een moeilijke jeugd gehad. Ik ben thuis lichamelijk en geestelijk mishandeld. Alcoholmisbruik was aan de orde van de dag. De enige periode dat ik het fijn had, was toen ik een poos bij mijn opa en oma mocht wonen. Op mijn 15e moest ik van de rechter en de Kinderbescherming het ouderlijk huis uit. Ik ben toen in een Huis van Bewaring beland, omdat er in een internaat geen plaats was. Toen ik eindelijk weer naar huis mocht, ging het nog even slecht en ben ik definitief vertrokken en ben ik gaan werken in de bouw.
FRENK VAN DEN BERG 8 (TE) GEKKE BUREN
PROFIEL FRENK VAN DEN BERG
Hoe heeft problematiek je leven beïnvloed?
Hoe zie je je toekomst?
Mijn jeugd heeft een grote impact gehad op mijn leven. Niemand begrijpt mij, ik ben een vreemde eend in de bijt. Ik heb eigenlijk nergens meer vertrouwen in. Ik heb mijn toevlucht gezocht in alcohol en drugs. Dit heeft gezorgd voor relatieproblemen en het verlies van mijn werk. Toen is de GGz in beeld gekomen en heb ik hulp gekregen. Volgens mij weten ze zelf ook niet goed wat ze met me aanmoeten. Ik heb ook geen echte diagnose, men heeft me geen etiket opgeplakt. Ben veel kwijt geraakt ook in mijn sociale leven. Ik ben blij dat ik nu in een leuke buurt woon waar mensen op een gewone manier met me omgaan.
Ik zou het beter willen doen, maar dat is niet gemakkelijk. Mijn situatie zou stabieler moeten worden. Vooral mijn gezondheid baart me zorgen. Ik ben wel bewust van de situatie en heb er echt veel voor over om die te verbeteren. Ontmoeting met andere mensen is voor mij erg belangrijk. Hier in de buurt is er helemaal niks voor mensen van mijn leeftijd. Wel veel voor ouderen, maar daar voel ik me niet goed thuis.
Hoe gaat het nu met je? Mijn situatie is bepaald niet optimaal. Ik woon leuk met Berrie maar verder valt het beslist niet mee. Lichamelijke klachten, psychische problemen, eenzaamheid, financiële problemen, toch nog steeds verslaafd.
Wat zou je bestuurders/beleidsmakers willen meegeven? De gemeente moet beter luisteren. Als je een leuke baan zoekt, komen ze met vrijwilligerswerk aan. Men heeft wel goede bedoelingen, maar het blijft vaak bij mooie woorden. Ik heb in mijn situatie gewoon maatwerk nodig. De gemeente moet uit de ivoren toren en het contact met de burgers zoeken.
Is er nog iets dat je graag kwijt wilt? Ik wil graag nog eens pleiten voor ontmoetingsactiviteiten voor mensen van mijn leeftijd of jonger. Het is goed dat er veel aandacht is voor de ouderen maar men mag de andere doelgroepen niet vergeten.
(TE) GEKKE BUREN 9
PROFIEL ANGELIQUE BÖMERS
Wie ben je?
Hoe gaat het nu met je?
Ik ben Angelique, 41 jaar oud, uit Roermond.
Na jarenlang bezig te zijn geweest met mijn herstel, heb ik een weg gevonden om met mijn aandoening om te gaan. Vooral door het opbouwen van een sociaal netwerk en voor mij zinvolle dagbesteding. Ik denk in termen van groeien en zelfontwikkeling/ zelfontplooiing. Op dit moment volg ik een opleiding tot ervaringsdeskundige.
Wil je iets vertellen over de problematiek waarmee je te maken hebt? Door gebeurtenissen in mijn jeugd was ik anders dan de meeste van mijn leeftijdsgenootjes. Op mijn 16e kwam ik in aanraking met jeugdhulpverlening. Op mijn 18de werd ik voor het eerst opgenomen. Ik kreeg de diagnose obsessief compulsieve stoornis, een angststoornis.
Hoe heeft problematiek je leven beïnvloed? Eerst volgde het verzet, het niet kunnen accepteren dat ik ‘ziek’ was, daarna volgde een jarenlang zelf gekozen isolement om te vluchten uit een maatschappij die mij niet begreep. Hier kwam verandering in door mijn hulpverlener bij RiaggZuid. Ik kreeg niet alleen behandeling en medicatie, maar hij zorgde er ook voor dat ik via het dagactiviteitencentrum weer onder de mensen kwam. Een plek waar je lotgenoten leert kennen, mensen die je begrijpen, her- en erkenning. Dit is voor mij heel waardevol gebleken. Ik ben actief geworden in de cliëntenmedezeggenschap van RiaggZuid en later in Wmo raad Roermond.
10 (TE) GEKKE BUREN
Hoe zie je je toekomst? Mijn belangrijkste doel is om mijn ervaringen in te zetten voor anderen. Niet alleen op cliëntniveau, maar ook om bij te dragen aan goed beleid. Omdat ik merk dat er nog veel onbegrip is voor mensen met psychiatrische problematiek, iets wat trouwens iedereen kan overkomen, zou ik graag bij willen dragen aan verbetering van de beeldvorming, anti-stigmatisering.
Wat zou je bestuurders/beleidsmakers willen meegeven? Dat GGz cliënten naast cliënt ook gewoon burgers zijn, waarvan dadelijk verwacht wordt dat ze meer gaan participeren in de wijk. In een wijk die nog vaak niet klaar is om met deze doelgroep om te gaan. Samenwerking van organisaties die binnen een wijk actief zijn, is hierbij zeer belangrijk. Ervaringsdeskundigen kunnen hier ook een belangrijke rol in spelen. Als bruggenbouwer, maar ik denk ook aan bijvoorbeeld aanwezig zijn bij een keukentafelgesprek.
Is er nog iets dat je graag kwijt wilt? Luister naar mensen. Kijk naar hun krachten en niet alleen naar hun beperkingen. Geef hun de tijd en kans om zich te ontwikkelen. Dit kan zijn van zinvolle dagbesteding tot werk.
ANGELIQUE BÖMERS (TE) GEKKE BUREN 11
Wie ben je? Ik ben Jan Verhaegh, ik ben 67 jaar oud, woon met mijn vrouw Marietje in Valkenburg.
Wil je iets vertellen over de problematiek waarmee je te maken hebt? Als kind had ik grote problemen in mijn functioneren. Mijn moeder is daarom naar het Medisch Opvoedkundig Bureau gegaan. De dokters deden onderzoek en concludeerden dat ze te maken hadden met een intelligent kind dat niet wilde gehoorzamen. Dat zouden ze mij dus wel eens gaan leren. Ze hebben zware maatregelen uit de kast gehaald om me te corrigeren. Zo ben ik op de kostschool beland. Ik ben daardoor echt getraumatiseerd, ben zwaar ziek geworden, depressief. Uiteindelijk ben ik in de GGz beland. Pas toen ik 62 jaar was is -door toedoen van mijn dochter die mij herkende in de verhalen uit haar studie- de goede diagnose gesteld: Asperger, iets waarmee ik geboren ben. Autisme bij mensen met een normale begaafdheid is heel lang niet onderkend: er moeten veel ouderen zijn die daarmee te kampen hebben.
JAN VERHAEGH 12 (TE) GEKKE BUREN
PROFIEL JAN VERHAEGH
Hoe heeft problematiek je leven beïnvloed? Ik zeg wel eens: ik heb een leven vol hobbels geleid, met veel communicatiestoornissen en daardoor ook de nodige conflicten. Tegelijkertijd heb ik twee academische studies kunnen voltooien, één in mijn jeugd en één pas geleden tot master in de filosofie van de psychiatrie. Wat jammer is, is dat ik door mijn problematiek geen bestendige arbeidsloopbaan heb kunnen opbouwen. Daar staat tegenover dat ik veel vrijwilligerswerk heb gedaan, óók in de cliëntenbeweging.
Hoe gaat het nu met je? Asperger heeft een grote impact op je leven. Er is altijd wel iets, er zijn altijd obstakels en problemen. Communiceren lijkt een onderwerp apart. Ik heb moeite met organiseren, structureren, plannen. Sommige praktische dingen krijg ik maar niet onder de knie. Ik ben blij dat ik goede begeleiding heb gevonden -een expert die écht verstand heeft van autisme- en dat mijn vrouw me goed begrijpt en me helpt in mijn dagdagelijkse functioneren.
Wat zou je bestuurders/beleidsmakers willen meegeven? De gemeenten moeten zich niet laten wijsmaken dat mensen met een psychiatrische aandoening een hersenziekte hebben. De problemen waarmee wij te maken hebben zijn primair sociaal. Je kunt er wél wat aan doen. Sociale interventies zijn -zo is uit recent wetenschappelijk onderzoek gebleken- ook goed voor de hersens van mensen. Richting gemeenten wil ik zeggen: leer de mensen kennen, ontmoet hen, bespaar de mensen onnodige bureaucratie. Het is soms te gek om los te lopen wat je aan onnodige ballast op je bord krijgt.
Is er nog iets dat je graag kwijt wilt? Preventie is heel belangrijk. Ik denk dat er nog heel veel geld te besparen valt. Tot slot wil ik iedereen aanbevelen om de film ‘de regels van Matthijs’ te bekijken. Voor die jongen kwam hulp te laat, maar we kunnen er veel van leren. (Zie Uitzending gemist voor: NCRV Dokument ‘De regels van Matthijs, uitgezonden op 8 oktober 2012.
Hoe zie je je toekomst? Door mijn goede begeleiding heb ik meer zelfvertrouwen gekregen en functioneer ik beter. Al met al blijft het wel kwetsbaar. Op mijn leeftijd heb ik geen grootste plannen meer, gewoon doorgaan en aandacht hebben voor de dingen die echt belangrijk zijn.
(TE) GEKKE BUREN 13
PROFIEL MARION VERLINDEN
Wie ben je?
Hoe gaat het nu met je?
Ik ben Marion Verlinden, 43 jaar oud, ik woon in Venray. Ik ben alleenstaand, maar ik houd van leven om me heen. Het is bij mij dan ook een lekkere beestenboel: honden, poes, vogels, vissen.
Heel erg goed, ik voel me bij wijze van spreken elke dag groeien. Ik heb mijn levensverhaal verteld tijdens een conferentie. Dat zou ik eerder niet hebben gedurfd. Ik ben heel erg actief: voor mijn eigen ontplooiing, maar óók om iets te betekenen voor anderen. Ik doe vrijwilligerswerk en volg cursussen die ik daarna ook kan geven. Ik heb goed contact met mijn ouders en verdere familie: er is nu openheid, er is een last van mijn schouders afgevallen.
Wil je iets vertellen over de problematiek waarmee je te maken hebt? Ik wil daar wel open over zijn. Ik ben in mijn tienerjaren seksueel misbruikt. Ook ben ik heel erg gepest op school. Mijn verdriet heb ik in die tijd voor mezelf gehouden, ik zag het leven al vroeg niet meer zitten. Ik ben om een nieuwe toekomst te bouwen vroeg getrouwd en heb met mijn man vier kinderen gekregen. En toen kwamen de depressies en ben ik uiteindelijk opgenomen. Toen kwamen ook de diagnoses: borderline, stemmingsstoornis en persoonlijkheidsstoornis.
Hoe heeft problematiek je leven beïnvloed? Ik ben jarenlang weggeweest uit de maatschappij, op de gesloten afdeling van de GGz. Het betekende het einde van mijn huwelijk. Ik heb sindsdien geen contact meer met mijn kinderen, een heel groot gemis. Via een tussenstap ben ik nu weer terug in de maatschappij. Heerlijk om weer zelfstandig te wonen. Ik word begeleid door het FACT-team en ik kan 24 uur per dag bellen als ik iemand nodig heb. Wel moet ik iedere dag medicijnen nemen.
14 (TE) GEKKE BUREN
Hoe zie je je toekomst? Als het zo doorgaat zie ik mijn toekomst vol vertrouwen tegemoet. Ik wil gaan studeren voor ervaringswerker: ik denk dat ik veel kan betekenen voor lotgenoten die nog niet zo ver zijn als ik. Ik heb nog één hele grote wens: dat het contact met mijn kinderen wordt hersteld. Ik wil niets liever dan hun laten zien wie hun moeder écht is.
Wat zou je bestuurders/beleidsmakers willen meegeven? De bezuinigingen slaan echt nergens op. Mensen met psychiatrische problematiek hebben structuur en dagbesteding nodig. Als dit wegvalt betaal je straks dubbel. En waar moeten de mensen naar toe? Toch niet de straat op? Er is goede voorlichting voor ambtenaren nodig. Zij moeten goed luisteren, dieper graven, er is veel vraagverlegenheid.
Is er nog iets dat je graag kwijt wilt? Iedereen heeft talenten en mogelijkheden. Zie de potentie van mensen en benut hun kracht. Dat is voor henzelf goed maar ook voor de maatschappij.
MARION VERLINDEN (TE) GEKKE BUREN 15
OOG VOOR DE BEPERKINGEN IN HET DAGELIJKSE LEVEN Dé mens met psychiatrische problematiek bestaat niet. Indien je het hebt over de problemen in het dagelijkse leven kun je niet generaliseren: ieder mens is uniek. Toch vallen uit de gesprekken met mensen met psychiatrische problematiek en uit publicaties wel ‘typeringen’ te destilleren: - er is sprake van ‘goede’ en ‘minder goede’ dagen; - de communicatie (zenden én ontvangen) loopt niet altijd goed, misverstanden liggen op de loer; - gebrek aan structuur en ritme komt vaker voor, afspraken willen wel eens mis lopen, financiële en administratieve taken schieten er wel eens bij in; - men voelt zich niet geaccepteerd door de gemeenschap en trekt zich dan terug; dit kan leiden tot isolement en eenzaamheid; - de sociale redzaamheid kan beperkt zijn, hetgeen aan de oppervlakte komt in relaties maar ook in de dagdagelijkse contacten; er is sprake van ‘hoge drempels’ om mee te doen aan bepaalde activiteiten; - ‘instanties’ kunnen angst inboezemen en kunnen daarom worden gemeden; men maakt als gevolg daarvan minder gebruik van beschikbare voorzieningen en regelingen; - Het gedrag loopt erg uiteen: initiatiefloos en passief maar ook ongeremd en vol emoties of dwangmatig en destructief.
16 (TE) GEKKE BUREN
AANDACHTSPUNTEN EN Gemeenten voeren inclusief beleid, voor alle burgers. Doelgroepenbeleid is niet meer aan de orde. Dit betekent niet dat je alle situaties en alle mensen over één kam scheert. Het gaat er veel meer om dat je scherp observeert en oog hebt voor die situaties, die mensen die om een bijzondere benadering vragen. In het kader van de Kanteling van de Wmo is ‘maatwerk’ juist het parool.
Aandachtspunten en tips
1 O ntmoet mensen met psychiatrische problematiek, luister naar hen, praat met hen: dit werkt beter dan het lezen van cliëntenprofielen en verbetert de kwaliteit van beleid én uitvoering.
2 D e ervaring van mensen met psychiatrische problematiek is van grote meerwaarde in de werkpraktijk binnen maatschappelijke domeinen als zorg, welzijn en wonen: schakel ervaringsdeskundigen in, waardeer en beloon hen naar behoren.
3 E r valt nog veel te verbeteren aan de beeldvorming van mensen met psychiatrische problematiek. Investeer in integratie en participatie door goede voorlichting, onder meer op scholen (‘kwartiermaken’).
TIPS VOOR BELEID EN UITVOERING 4 Veel mensen met psychiatrische problematiek verkeren in de marge van de maatschappij. Ontdek en benut hun mogelijkheden, versterk hun zelfregie.
9 Kostenbeheersing is belangrijk. Maar, plaats de kwaliteit van leven van mensen met psychiatrische problematiek voorop, bepaal samen wat er nodig is en organiseer dit zó dat de budgettaire kaders worden gehandhaafd.
5 Zorg voor goede deskundigheidsbevordering voor de frontlinie- en loketmedewerkers, scherp hun competenties aan in het werken met mensen met psychiatrische problematiek (kennis, attitude, vaardigheden).
6 O utreachend werken is van groot belang. Bouw voort op de goede ervaringen met de (F)ACT-teams en de ADV-aanpak (‘achter de voordeur’). Samenwerking van professionals van verschillende achtergronden heeft hierbij een meerwaarde.
10 H andhaving van het bestaande is geen doel op zich, maar vernieuwing óók niet. Behoud het goede én innoveer, maar zodanig dat (ook) de mens met psychiatrische problematiek centraal staat: het gaat om de kwaliteit van diens leven.
11 Benut de expertise en de ervaring van het Provinciaal Platform GGz & OGGz Zorgvragers Limburg. zie: www.ggz-zorgvragers.nl voor actuele ontwikkelingen en verwijzingen naar websites, beleidsdocumenten.
7 Door de actuele transities goed met elkaar te verknopen kunnen nieuwe kansen voor mensen met psychiatrische problematiek ontstaan: hoger op de participatieladder, sociale stijging, waarbij ‘werk’ niet per se het hoogste goed hoeft te zijn.
8 Investeer aan de voorkant. Neem de tijd voor een goed, wederkerig gesprek, waarbij de mensen met psychiatrische problematiek worden bijgestaan door familie of ervaringsdeskundigen.
(TE) GEKKE BUREN 17
GGZ FACTS & FIGURES Aandoeningen Één op de tien Nederlanders heeft psychische klachten. Vier procent van deze groep kampt met ernstige psychische problemen of is chronisch psychiatrisch cliënt. De meest voorkomende aandoeningen met blijvende beperkingen zijn: - stemmingsstoornissen, zoals depressies; - angststoornissen, zoals een paniekstoornis of specifieke fobieën; - middelenstoornissen, bijvoorbeeld alcohol- of drugsmisbruik en alcohol- of drugsafhankelijkheid. - aandachtstekort- of gedragsstoornissen zoals ADHD; - psychotische stoornissen (wanneer de cliënt het normale contact met de werkelijkheid geheel of gedeeltelijk kwijt is), bijvoorbeeld schizofrenie. Er is in praktijk vaak sprake van een combinatie van ziektebeelden.
Zorgaanbod Zorg en ondersteuning worden onder andere geboden door instellingen binnen de GGz. Deze instellingen richten zich op vier zaken: - het voorkomen van psychiatrische aandoeningen; - het behandelen van psychiatrische aandoeningen; - het zo goed mogelijk laten deelnemen van mensen met een chronische psychische aandoening aan de samenleving; - het bieden van (ongevraagde) hulp aan mensen die ernstig verward en/of verslaafd zijn en die uit zichzelf geen hulp zoeken.
18 (TE) GEKKE BUREN
De zorg is georganiseerd in een eerste- en een tweedelijn. In de eerstelijn komen vooral mensen met lichte klachten terecht. De zorg in de eerstelijn is onder meer een taak van de huisarts, het maatschappelijk werk en de eerstelijnspsychologen. Binnen de huisartsenpraktijk zijn soms ook sociaal-psychiatrisch verpleegkundigen uit de tweedelijn gedetacheerd. De eerstelijnszorg is generalistisch en gemakkelijk toegankelijk. De eerstelijnshulpverleners kunnen advies inwinnen bij gespecialiseerde GGz-instellingen. Is meer specialistische behandeling noodzakelijk of is sprake van een lange(re) behandelduur, dan verwijst de huisarts de cliënt door naar de tweede lijn, de gespecialiseerde GGz. GGz-instellingen hebben vaak aparte circuits voor volwassenen (18-65 jaar), ouderen en kinderen en jeugd. Er kunnen vier soorten zorg worden onderscheiden, namelijk ambulante zorg, deeltijdzorg, gemengd residentiële zorg en residentiële zorg. Bijna 90% van de cliënten wordt ambulant behandeld. Dat betekent dat de cliënt tijdens de behandeling thuis blijft wonen. Is er meer zorg nodig, dan kan iemand voor kortere of langere tijd deeltijdbehandeling krijgen. In dat geval gaat een cliënt een aantal dagdelen per week naar de GGz-instelling toe. Een klein deel van de cliënten ontvangt gemengd residentiële zorg, een combinatie van klinische en ambulante behandeling. Ten slotte bestaat er nog residentiële zorg. Hierbij gaat het om klinische behandeling of het wonen in een beschermde woonomgeving.
COLOFON Deze publicatie is een coproductie van het Provinciaal Platform GGz & OGGz Zorgvragers Limburg en het Huis voor de Zorg met ondersteuning van Arthur Jansen (adviseur Aandacht voor Iedereen). Fotografie Sacha Ruland Fotografie Vormgeving en druk Ars Grafisch De cartoon van Toos en Henk is geplaatst met toestemming van Mondriaan.