ALGEMEEN REGLEMENT DEEL II | REGELS VOOR OPTIE 2 EN OPTIE 1 MULTI-SITES MET QMS NEDERLANDSE VERSIE 4.0 (in geval van twijfel geldt de Engelse versie) EDITIE 4.0-2_MAR2013 GELDIG VANAF: MAART 2013 VERPLICHT VANAF: JUNI 2013
Vertaald door: Agrolingua, Nederland Gecorrigeerd door: NTWG Nederland
INHOUDSOPGAVE 1. EISEN VOOR MULTI-SITES MET QMS EN PRODUCENTENGROEPEN ....................................... 3 1.1
JURIDISCHE GRONDSLAG, ADMINISTRATIE EN STRUCTUUR ...................................... 3
1.2
MANAGEMENT EN ORGANISATIE ...................................................................................... 4
1.3
BEHEER VAN DOCUMENTEN ............................................................................................. 5
1.4
KLACHTENAFHANDELING .................................................................................................. 6
1.5
INTERNE AUDIT VAN HET KWALITEITSMANAGEMENTSYSTEEM ................................. 6
1.6
INTERNE INSPECTIES VAN PRODUCENT EN PRODUCTION MANAGEMENT UNIT (PMU) ..................................................................................................................................... 7
1.7
AFWIJKINGEN, CORRIGERENDE MAATREGELEN EN SANCTIES.................................. 7
1.8
PRODUCTTRACEERBAARHEID EN SCHEIDING............................................................... 8
1.9
TERUGHALEN VAN PRODUCT ........................................................................................... 8
1.10
ONDERAANNEMERS ........................................................................................................... 8
1.11
REGISTRATIE VAN EXTRA PRODUCENTEN OF PMU'S OP HET CERTIFICAAT ........... 8
BIJLAGE II.1 KWALIFICATIES EN VERANTWOORDELIJKHEDEN VAN INTERNE AUDITOREN EN INSPECTEURS ............................................................................................................................... 10 1. HOOFDTAKEN ............................................................................................................................. 10 2. VAKBEKWAAMHEIDS-/OPLEIDINGSEISEN .............................................................................. 10
130529_gg_gr_part_ii_v4_0-2_nl
BIJLAGE II.2 DEFINITIES VAN GLOBALG.A.P.-STATUSSEN VOOR LEDEN VAN PRODUCENTENGROEPEN ................................................................................................................. 12
Coderef.: GR V4.0_March11; Editie: Deel II 4.0-2; Nederlandse Versie In geval van twijfel geldt de Engelse versie. Pag.: 2 van 14
Vertaald door: Agrolingua, Nederland Gecorrigeerd door: NTWG Nederland
In dit onderdeel worden de eisen vastgesteld waaraan producentengroepen en producenten met multi-sites (waar een QMS geïmplementeerd is) moeten voldoen om gecertificeerd te kunnen worden. Voldoening aan deze eisen moet intern en extern beoordeeld worden via de QMS-checklist van GLOBALG.A.P. om volledigheid en doeltreffendheid zeker te stellen.
1. EISEN VOOR MULTI-SITES MET QMS EN PRODUCENTENGROEPEN 1.1
Juridische grondslag, administratie en structuur 1.1.1 Juridische grondslag a) Er dient documentatie te zijn waarin duidelijk wordt aangetoond dat de aanvrager een juridische entiteit is. b) De juridische entiteit moet het wettelijke recht verkregen hebben om agrarische productie en/of handel uit te voeren en in staat zijn een wettelijke overeenkomst aan te gaan met en op te treden als vertegenwoordiger van de groepsleden en productielocaties. c) De juridische entiteit gaat een overeenkomst met GLOBALG.A.P. aan door de Sublicentieen Certificeringsovereenkomst voor GLOBALG.A.P. aan te gaan met een door GLOBALG.A.P. erkende CI en wordt de enige houder van het GLOBALG.A.P.-certificaat. d) Eén juridische entiteit kan slechts volgens één QMS per teelt per land werken. Alleen een juridische entiteit die gecertificeerd kan worden onder Optie 1 mag zich aansluiten bij een groep voor certificering onder Optie 2. Indien een groep of een multi-site zich aansluit bij een andere groep of een andere multi-site, gaan de twee kwaliteitsmanagementsystemen samen tot één systeem dat beheerd wordt door één juridische entiteit die de certificaathouder is.
130529_gg_gr_part_ii_v4_0-2_nl
1.1.2
Producenten en Productielocaties 1.1.2.1 Vereisten voor producentengroepen (i) Er dienen getekende overeenkomsten van kracht te zijn tussen elke lidproducent en de juridische entiteit. De overeenkomst dient de volgende elementen te omvatten: a) naam producentengroep en juridische identificatie; b) naam en/of juridische identificatie van de producent; c) contactadres van producent; d) gegevens over de individuele productielocaties en eventuele production management units (PMU), waaronder begrepen zowel gecertificeerde als nietgecertificeerde producten; e) gegevens over areaal (gewassen) of hoeveelheid (tonnage); f) De toezegging van de producent de eisen van de GLOBALG.A.P.-standaard te zullen naleven, hetgeen wordt aangetoond door de productaanvaardingsstatus in de database van GLOBALG.A.P.; g) de verbintenis van de producent te zullen voldoen aan de gedocumenteerde procedures, het beleid en, waar voorzien, het technische advies van de groep; h) sancties die kunnen worden opgelegd indien niet wordt voldaan aan de GLOBALG.A.P.-eisen en andere interne eisen; i) handtekeningen van de producent en groepsvertegenwoordigers. (ii) De geregistreerde leden van de producentengroep moeten juridisch verantwoordelijk zijn voor hun desbetreffende productielocaties (en eventueel opgegeven PMU's), hoewel hierop het gemeenschappelijke QMS van de groep van toepassing is. (iii) De producent kan eigen producten die onder de groepsoptie gecertificeerd zijn alleen via de groep verkopen. 1.1.2.2 Vereisten voor multi-sites (i) Alle PMU's moeten eigendom zijn van of gehuurd door en onder het directe beheer staan van de juridische entiteit. (ii) Voor PMU's waarvan de juridische entiteit niet de eigenaar is, moeten er schriftelijke overeenkomsten van kracht zijn tussen de eigenaar van elke PMU en de juridische entiteit. In de overeenkomsten dienen de volgende elementen voor te komen:
Coderef.: GR V4.0_March11; Editie: Deel II 4.0-2; Nederlandse Versie In geval van twijfel geldt de Engelse versie. Pag.: 3 van 14
Vertaald door: Agrolingua, Nederland Gecorrigeerd door: NTWG Nederland
a) b) c) d) e)
naam certificaathouder en juridische identificatie; naam en/of juridische identificatie van de eigenaar van de locatie; contactadres van de eigenaar van de locatie; details van de individuele PMU's; een duidelijke vermelding dat de eigenaar van de locatie geen verantwoordelijkheid, inbreng of beslissingsbevoegdheid heeft ten aanzien van de productieactiviteiten op de verhuurde locatie; f) handtekeningen van vertegenwoordigers van beide partijen. (iii) De certificaathouder is juridisch verantwoordelijk voor alle geregistreerde productie, waaronder begrepen het in de handel brengen van het product. 1.1.3 Intern register van producent en locatie i) Er dient een register te worden bijgehouden van alle producenten die lid zijn van de groep waarmee een overeenkomst is gesloten en van alle desbetreffende locaties waar productie plaatsvindt volgens de GLOBALG.A.P.-standaard.
130529_gg_gr_part_ii_v4_0-2_nl
1.1.3.1 Vereisten voor producentengroepen (i) Alle producenten in het interne register van de producentengroep moeten individueel geregistreerd worden in de GLOBALG.A.P.-database volgens de vereisten van Deel I van het Algemeen Reglement, Bijlage 2 (ii) Het register dient ten minste de volgende informatie voor elke producent te bevatten: a) naam van de producent; b) naam van de contactpersoon; c) volledig adres (bezoekadres en postadres); d) contactgegevens (telefoonnummer en e-mailadres en/of faxnummer); e) overige juridische identiteitsinformatie (BTW-nummer, ILN, UAID etc.) waar nodig voor het land van productie, zoals vermeld in Bijlage I.2; f) geregistreerd product; g) teelt-/productieareaal en/of hoeveelheid voor elk geregistreerd product; h) certificerende instelling(en) indien een producent gebruikmaakt van meer dan 1 CI; i) GLOBALG.A.P.-status. (iii) De producenten van de juridische entiteit die geen aanvraag doen voor opname in de groepscertificering volgens GLOBALG.A.P. moeten afzonderlijk vermeld worden en hoeven niet geregistreerd te worden in de GLOBALG.A.P.-database (tenzij ze een aanvraag hebben ingediend voor een gebenchmarkte optie of een andere GLOBALG.A.P.-standaard). Deze lijst is bestemd voor managementdoeleinden binnen de producentengroep en bekendmaking van de inhoud ervan naar derden is niet vereist, tenzij dit nodig is voor het ophelderen van problemen die zich hebben voorgedaan, bijvoorbeeld ten aanzien van de doeltreffendheid van het kwaliteitsmanagementsysteem (QMS) van de producentengroep. De aanvullende regels voor Parallelle Productie en Eigendom zijn niet van toepassing op deze gevallen. Alle regels inzake gegevensbescherming moeten gepubliceerd en in acht genomen worden. 1.1.3.2 Vereisten voor multi-sites (i) Bovendien dient het register ten minste de volgende informatie voor elke locatie te bevatten: a) relatie van de juridische entiteit met de production management unit (eigendom, gehuurd etc.); b) locatie van de PMU; c) geregistreerd product; d) teelt-/productieareaal en/of hoeveelheid voor elk geregistreerd product
1.2 a)
Management en organisatie Het QMS moet robuust zijn en moet aantonen dat de geregistreerde leden of PMU's van de groep op uniforme wijze voldoen aan de eisen van de GLOBALG.A.P.-standaard.
Coderef.: GR V4.0_March11; Editie: Deel II 4.0-2; Nederlandse Versie In geval van twijfel geldt de Engelse versie. Pag.: 4 van 14
Vertaald door: Agrolingua, Nederland Gecorrigeerd door: NTWG Nederland
1.2.1 Structuur a) De structuur moet geschikt zijn voor de passende implementatie van een kwaliteitsmanagementsysteem (QMS) bij alle geregistreerde lidproducenten of PMU's. b) De aanvrager dient te beschikken over een managementstructuur en adequaat getraind personeel om op doeltreffende wijze te waarborgen dat alle producenten en alle PMU's voldoen aan de eisen van GLOBALG.A.P. c) De organisatiestructuur moet gedocumenteerd zijn en moet aangeven welke personen verantwoordelijk zijn voor: (i) het beheren van de implementatie van GLOBALG.A.P.; (ii) het beheren van het QMS; (iii) de jaarlijkse interne inspecties bij elke lidproducent en/of PMU (d.w.z. interne inspecteur(s)); (iv) de interne audit van het kwaliteitsmanagementsysteem en het controleren van de interne inspecties (d.w.z. interne auditor); (v) technisch advies aan de groep (afhankelijk van de scope van de groep). Dit zou dezelfde persoon kunnen zijn als vermeld in (i) hierboven.
130529_gg_gr_part_ii_v4_0-2_nl
1.2.2 Vakbekwaamheid en opleiding van personeel a) De vakbekwaamheid, opleiding en kwalificaties voor personeel op sleutelposities (zoals genoemd in 1.2.1, maar ook ander geïdentificeerd personeel) dienen te worden gedocumenteerd en moeten voldoen aan alle vakbekwaamheids-/opleidingseisen zoals beschreven in de GLOBALG.A.P.-standaard. b) Het management dient erop toe te zien dat al het personeel dat verantwoordelijkheid draagt voor het naleven van de GLOBALG.A.P.-standaard voldoende opgeleid is en aan de beschreven vakbekwaamheids-/opleidingseisen voldoet. (i) De vakbekwaamheid van interne auditoren (zoals beschreven in Bijlage II.1) moet door het management gecontroleerd worden. (ii) De vakbekwaamheid van interne inspecteurs (zoals beschreven in Bijlage II.1) moet door de interne auditor gecontroleerd worden. (iii) Daar waar de interne auditor niet de noodzakelijke voedselveiligheids- en G.A.P.training heeft gevolgd, maar alleen beschikt over training/ervaring op het gebied van QMS, dient een andere persoon met deze kwalificaties (die geïdentificeerd wordt in het QMS) onderdeel uit te maken van het “auditteam” dat de bedrijfsinspecties goedkeurt. c) Dossiers van opleidingen en trainingen dienen bijgehouden te worden om de bekwaamheid aan te tonen van al het personeel op sleutelposities (managers, auditoren, inspecteurs etc.) dat betrokken is bij het naleven van de GLOBALG.A.P.-eisen. d) Er moeten voor alle interne inspecteurs/auditoren dossiers worden bijgehouden van afgeronde online trainingen en afgelegde examens die door GLOBALG.A.P. zijn aangeboden. e) Indien er meer dan één interne auditor of inspecteur is, moeten zij opleidingen volgen en beoordeeld worden met het oog op een consistente benadering en interpretatie van de standaard (bijv. door gedocumenteerde schaduwaudits/-inspecties). f) Er dient een systematiek te zijn waaruit blijkt dat het personeel op sleutelposities bekend is met en geïnformeerd over ontwikkelingen, aandachtspunten en wetswijzigingen die van belang zijn voor het naleven van de GLOBALG.A.P.-standaard.
1.3
Beheer van documenten
a)
Alle documentatie die van belang is voor het functioneren van het QMS voor naleving van de GLOBALG.A.P.-standaard dient naar behoren te worden bijgehouden. Deze documentatie moet onder andere het volgende omvatten: (i) het kwaliteitshandboek; (ii) bedrijfsprocedures voor GLOBALG.A.P.; (iii) werkinstructies; (iv) registratieformulieren; (v) relevante externe standaarden, bijv. de actuele normatieve documenten van GLOBALG.A.P.
Coderef.: GR V4.0_March11; Editie: Deel II 4.0-2; Nederlandse Versie In geval van twijfel geldt de Engelse versie. Pag.: 5 van 14
Vertaald door: Agrolingua, Nederland Gecorrigeerd door: NTWG Nederland
b)
c) d)
Het beleid en de procedures dienen voldoende gedetailleerd te worden beschreven om aan te tonen dat er controles zijn uitgevoerd van naleving van de eisen van de GLOBALG.A.P.standaard. Er moeten procedures en beleidsdocumenten beschikbaar zijn voor geregistreerde leden van een producentengroep en het desbetreffende personeel. De inhoud van het kwaliteitshandboek dient periodiek te worden beoordeeld en herzien om te zorgen dat dit aan de eisen van de GLOBALG.A.P.-standaard en die van de aanvrager blijft voldoen. Elke relevante aanpassing van de GLOBALG.A.P.-standaard of gepubliceerde richtlijnen die van kracht wordt, moet binnen de door GLOBALG.A.P. aangegeven periode in het kwaliteitshandboek worden opgenomen. 1.3.1 Eisen aan documentbeheer a) Er dient een schriftelijke procedure te zijn die het beheer van documenten beschrijft. b) Alle documenten dienen te worden beoordeeld en goedgekeurd door geautoriseerde medewerkers alvorens ze uit te geven en te distribueren. c) Alle beheerde documenten dienen te worden voorzien van een versienummer, versie/beheerdatum en een goede paginering. d) Alle wijzigingen in deze documenten dienen te worden beoordeeld en goedgekeurd door daartoe geautoriseerde medewerkers voordat distributie plaatsvindt. Waar mogelijk dient een toelichting op de reden en de aard van de veranderingen te worden gegeven. e) Een kopie van alle relevante documentatie dient beschikbaar te zijn op elke locatie waar het QMS wordt beheerd. f) Er dient een systeem te zijn om ervoor te zorgen dat documentatie wordt herzien en dat volgend op de uitgave van nieuwe documenten verouderde documenten effectief opgeheven worden 1.3.2 Documenten/dossiers a) Er moeten documenten/dossiers zijn die aantonen dat het QMS effectief beheerd en geïmplementeerd wordt en dat aan de eisen van de GLOBALG.A.P.-standaard wordt voldaan. b) Deze documenten/dossiers moeten ten minste 2 jaar bewaard worden. c) Documenten/dossiers dienen authentiek en leesbaar te zijn, onder goede omstandigheden gearchiveerd en bewaard te worden en waar nodig toegankelijk te zijn voor inspectie. d) Documenten/dossiers die online of elektronisch bewaard worden, zijn geldig. Als een handtekening nodig is, dan kan dit een wachtwoord of elektronische handtekening zijn die de unieke referentie en autorisatie van de persoon die ondertekent zeker stelt. Als een schriftelijke handtekening van de verantwoordelijke persoon nodig is, dan moet deze aanwezig zijn. De elektronische documenten/dossiers moet beschikbaar zijn tijdens de inspecties door de CI. Back-ups moeten altijd voor controle beschikbaar zijn.
1.4
Klachtenafhandeling
a)
De aanvrager dient te beschikken over een systeem om klachten van klanten doeltreffend te behandelen en het desbetreffende gedeelte van het klachtensysteem moet beschikbaar zijn voor de lidproducenten. Er dient een gedocumenteerde procedure te zijn waarin staat hoe klachten worden ontvangen, geregistreerd, geïdentificeerd, onderzocht, opgevolgd en beoordeeld. De procedure dient op verzoek beschikbaar te zijn voor klanten. De procedure heeft betrekking op zowel klachten tegen de aanvrager als tegen individuele producenten of locaties.
b)
130529_gg_gr_part_ii_v4_0-2_nl
c) d)
1.5
Interne audit van het kwaliteitsmanagementsysteem
a) b) c)
Het QMS voor het GLOBALG.A.P.-programma moet ten minste jaarlijks worden geaudit. Interne auditoren moeten voldoen aan de vereisten van Bijlage II.1 Interne auditoren moeten onafhankelijk zijn van het gebied dat wordt geaudit. (i) Het is toegestaan dat een en dezelfde persoon het QMS in eerste instantie ontwikkelt en vervolgens de vereiste jaarlijkse QMS-audit uitvoert, maar het is de persoon die verantwoordelijk is voor het dagelijkse management van het QMS niet toegestaan om de interne QMS-audits af te nemen.
Coderef.: GR V4.0_March11; Editie: Deel II 4.0-2; Nederlandse Versie In geval van twijfel geldt de Engelse versie. Pag.: 6 van 14
Vertaald door: Agrolingua, Nederland Gecorrigeerd door: NTWG Nederland
d)
e) f)
1.6
Interne inspecties van producent en production management unit (PMU)
a)
Er zullen tenminste één keer per jaar inspecties uitgevoerd worden bij elke geregistreerde producent (en de desbetreffende productielocaties) of PMU op alle relevante beheerspunten en vereisten van GLOBALG.A.P. Interne inspecteurs moeten voldoen aan de vereisten van Bijlage II.1 Interne inspecteurs moeten onafhankelijk zijn van het gebied dat wordt geaudit. Interne inspecteurs mogen niet hun dagelijkse werk inspecteren. Nieuwe leden van de groep en nieuwe PMU's moeten altijd intern geïnspecteerd en goedgekeurd worden voorafgaand aan opname in het interne register voor GLOBALG.A.P. De originele inspectieverslagen en aantekeningen moeten bewaard worden en beschikbaar zijn voor de CI-inspectie. Het inspectieverslag moet de volgende informatie bevatten: (i) identificatie van geregistreerd producent en/of productielocatie(s); (ii) handtekening van de geregistreerde producent of de verantwoordelijke voor de PMU; (iii) datum; (iv) naam van de inspecteur; (v) geregistreerde producten; (vi) evaluatieresultaat voor elk GLOBALG.A.P.-beheerspunt; (vii) het onderdeel Opmerkingen van de checklist moet informatie bevatten voor de 1. Major Must-beheerspunten waaraan voldaan blijkt te zijn, 2. Major en Minor Must-beheerspunten waaraan niet voldaan blijkt te zijn, en 3. Major en Minor Must-beheerspunten die niet van toepassing blijken te zijn, tenzij GLOBALG.A.P. een checklist opstelt waarin wordt vastgelegd voor welke beheerspunten en vereisten een opmerking moet worden opgenomen. Dit is nodig om achteraf inzicht te krijgen hoe de audit is uitgevoerd; (viii) details van alle geïdentificeerde afwijkingen en de tijdsduur voor de corrigerende maatregelen; (ix) inspectieresultaat met berekening van de mate van naleving; (x) duur van de inspectie; (xi) naam van de interne auditor die de checklist heeft goedgekeurd. De interne auditor (of het auditteam; zie bijlage III.2) beoordeelt en neemt op basis van de inspectieverslagen die worden overgelegd door de interne inspecteur de beslissing of de producent of locatie voldoet aan de eisen van GLOBALG.A.P. Indien er slechts één interne auditor is die ook de interne inspecties uitvoert, moet een andere persoon, bijv. de in het QMS geïdentificeerde vertegenwoordiger van het management, de interne inspecties goedkeuren. Indien de interne inspecties plaatsvinden gedurende een periode van 12 maanden, moet daarvoor een vooraf gedefinieerde planning op worden toegepast.
b) c) d) e) f)
g)
h)
i)
130529_gg_gr_part_ii_v4_0-2_nl
Documenten/dossiers van het interne auditplan, de auditbevindingen en de opvolging van corrigerende maatregelen die volgen op een audit dienen te worden bewaard en beschikbaar te zijn. De ingevulde QMS-checklist met opmerkingen voor elk QMS-beheerspunt moet op de locatie beschikbaar zijn zodat de auditor dit tijdens de externe audit kan beoordelen. Indien de interne audit niet op één dag wordt uitgevoerd, maar doorlopend gedurende een periode van 12 maanden, moet er vooraf een planning worden opgesteld.
1.7
Afwijkingen, corrigerende maatregelen en sancties
a)
Er dient een procedure te zijn die aangeeft hoe te handelen bij afwijkingen en corrigerende maatregelen die het gevolg kunnen zijn van interne of externe audits en/of inspecties, klachten van klanten of gebreken in het QMS. Er dienen gedocumenteerde procedures te zijn voor de identificatie en beoordeling van tekortkomingen en afwijkingen ten opzichte van het QMS door de groep of respectievelijk door haar leden. Corrigerende maatregelen die volgen op afwijkingen dienen te worden geëvalueerd en er dient een periode te worden bepaald waarin de maatregelen uitgevoerd dienen te worden. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van en het oplossen van de corrigerende maatregelen dient te worden beschreven.
b)
c) d)
Coderef.: GR V4.0_March11; Editie: Deel II 4.0-2; Nederlandse Versie In geval van twijfel geldt de Engelse versie. Pag.: 7 van 14
Vertaald door: Agrolingua, Nederland Gecorrigeerd door: NTWG Nederland
e)
f)
g)
Er moet een systeem van sancties en tekortkomingen gebruikt worden bij producenten of PMU's die voldoen aan de in Deel I van het Algemeen Reglement van GLOBALG.A.P. vastgelegde eisen. Er moeten procedures geïmplementeerd zijn om de door GLOBALG.A.P. erkende certificerende instelling onmiddellijk op de hoogte te stellen van schorsingen of beëindigingen van geregistreerde producenten of PMU's. Van alle sancties dienen documenten/dossiers te worden bewaard, inclusief bewijs van de daaropvolgende corrigerende maatregelen en besluitvormingsprocessen.
1.8
Producttraceerbaarheid en scheiding
a)
Een product dat voldoet aan de eisen van de GLOBALG.A.P.-standaard en als zodanig op de markt wordt gebracht, dient traceerbaar te zijn en zodanig te worden behandeld dat vermenging met producten die niet aan de GLOBALG.A.P.-standaard voldoen wordt voorkomen. Er dient een gedocumenteerde procedure te zijn voor de identificatie van geregistreerde producten en om traceerbaarheid van alle, al dan niet afwijkende, producten naar de desbetreffende productielocatie mogelijk te maken. Er moet een massabalans worden uitgevoerd om naleving binnen de rechtspersoon aan te tonen. Er dienen effectieve systemen en procedures aanwezig te zijn om het risico van het verkeerd etiketteren of het vermengen van volgens GLOBALG.A.P. geregistreerde producten met niet volgens GLOBALG.A.P. gecertificeerde producten uit te sluiten. Indien een lid van de groep zich laat registreren voor Parallele Productie, zijn de beheerspunten voor Traceerbaarheid en Scheiding (AF.12) van toepassing voor dat lid. .Voor het certificeren voor de scope Groenten en Fruit: op de productbewerkingslocatie dient te worden gewerkt volgens procedures die het mogelijk maken het geregistreerde product te identificeren en te traceren vanaf ontvangst tot behandeling, opslag en verzending.
b)
c)
d) e)
1.9
Terughalen van product
a)
Er dienen gedocumenteerde procedures te zijn om het terughalen van geregistreerde producten effectief te sturen. De procedures dienen aan te geven welke soorten gevallen kunnen leiden tot het terughalen van het product, welke personen verantwoordelijk zijn voor het nemen van beslissingen over het mogelijk terughalen van het product, welke procedures er zijn om de klanten en de door GLOBALG.A.P. erkende certificerende instelling op de hoogte te stellen en welke methodes worden gebruikt voor het aanpassen van de voorraad. De procedure dient op elk moment toegepast te kunnen worden. De procedure dient ten minste één keer per jaar op een passende manier op zijn effectiviteit te worden getest en de testrapporten dienen bewaard te worden.
b)
c) d)
1.10 Onderaannemers a)
b) c)
Indien diensten worden uitbesteed aan derden, moeten er procedures bestaan om erop toe te zien dat deze werkzaamheden in overeenstemming met de eisen van de GLOBALG.A.P.standaard worden verricht (zie het beheerspunt Module Alle Agrarische Bedrijven AF 4.1). Er dienen documenten/dossiers bijgehouden te worden die aantonen dat de vakbekwaamheid van elke onderaannemer is beoordeeld en dat deze voldoet aan de eisen van de standaard. Onderaannemers dienen conform het QMS en de desbetreffende procedures van de groep te werken en dit dient te worden gespecificeerd in SLA's (overeenkomsten inzake het serviceniveau).
130529_gg_gr_part_ii_v4_0-2_nl
1.11 Registratie van extra producenten of PMU's op het certificaat
a)
Er mogen nieuwe producenten en locaties worden toegevoegd aan een bestaand certificaat (mits voldaan wordt aan interne goedkeuringsprocedures). Het is de verantwoordelijkheid van de certificaathouder (groep of multi-site) om de CI onmiddellijk op de hoogte te brengen van iedere locatie die wordt toegevoegd aan of verwijderd wordt van de lijst met geregistreerde producenten. Er mag maximaal 10% nieuwe locaties van producenten binnen één jaar aan de goedgekeurde lijst worden toegevoegd door die producentlocaties te registreren bij de door GLOBALG.A.P. erkende certificerende instelling zonder dat nadere verificatie door de certificerende instelling nodig is.
Coderef.: GR V4.0_March11; Editie: Deel II 4.0-2; Nederlandse Versie In geval van twijfel geldt de Engelse versie. Pag.: 8 van 14
Vertaald door: Agrolingua, Nederland Gecorrigeerd door: NTWG Nederland
b)
130529_gg_gr_part_ii_v4_0-2_nl
c)
Indien het aantal erkende geregistreerde locaties van producenten met meer dan 10% per jaar toeneemt, kunnen nadere externe steekproefsgewijze inspecties (het minimum is de vierkantswortel van de nieuwe producenten of locaties) van de nieuw toegevoegde producenten of locaties en eventueel een audit van het QMS gedurende dat jaar vereist worden, voordat aanvullende producenten aan de goedgekeurde lijst kunnen worden toegevoegd. Ongeacht het percentage waarmee het aantal erkende geregistreerde locaties van producenten per jaar toeneemt, is de regel dat indien door de nieuw erkende geregistreerde bedrijven het areaal of het aantal dieren van eerder erkende geregistreerde producten met meer dan 10% per jaar toeneemt, of indien er een verandering van 10% optreedt van het aantal producenten, nadere externe steekproefsgewijze inspecties (het minimum is de vierkantswortel van de nieuwe producenten of locaties) van de nieuw toegevoegde bedrijven of producenten en eventueel een audit van de kwaliteitsmanagementsystemen gedurende dat jaar vereist is, voordat nieuwe bedrijven of producenten aan de goedgekeurde lijst kunnen worden toegevoegd.
Coderef.: GR V4.0_March11; Editie: Deel II 4.0-2; Nederlandse Versie In geval van twijfel geldt de Engelse versie. Pag.: 9 van 14
Vertaald door: Agrolingua, Nederland Gecorrigeerd door: NTWG Nederland
BIJLAGE II.1 KWALIFICATIES EN VERANTWOORDELIJKHEDEN VAN INTERNE AUDITOREN EN INSPECTEURS 1. Hoofdtaken 1.1 Inspecteurs: a) Mogen inspecties uitvoeren van bedrijven (PMU's binnen een multi-site of van leden van een producentengroep) om te beoordelen of aan de certificeringseisen voldaan wordt. b) Mogen geen taken van auditoren uitvoeren. c) Dienen binnen de gestelde termijn accurate rapporten over die inspecties op te stellen.
1.2 Auditoren: a) Auditen het QMS van de producentengroep of van de multi-site om te beoordelen of aan de certificeringseisen voldaan wordt. b) Verlenen goedkeuring voor de leden van de groep of van de PMU's van een multi-site, op basis van inspectieverslagen van de interne inspecteur. Indien een interne auditor de inspectie verricht, kan hij/zij dat inspectieverslag niet goedkeuren. c) Stellen binnen de gestelde termijn accurate verslagen van de audits op.
2. Vakbekwaamheids-/opleidingseisen 2.1 Formele opleidingseisen 2.1.1 Inspecteur: (i) Een diploma volgend op het middelbareschooldiploma in een discipline gerelateerd aan de te certificeren scope (Plantaardige productie en/of Dierlijke productie en/of Aquacultuur) of een diploma van een hogere agrarische opleiding met 2 jaar ervaring in de desbetreffende subscope na afstuderen. 2.1.2 Auditor:
(i)
Een diploma volgend op het middelbareschooldiploma in een discipline gerelateerd aan de te certificeren scope (Plantaardige productie en/of Dierlijke productie en/of Aquacultuur) of een diploma van een hogere agrarische opleiding met 2 jaar ervaring in de desbetreffende subscope na afstuderen of 2 jaar ervaring met kwaliteitsmanagementsystemen met 2 jaar ervaring in de desbetreffende subscope na afstuderen.
2.2 Technische vaardigheden en kwalificaties 2.2.1 Training voor inspecteur (i) Een praktische eendaagse inspectiecursus waarin de basisprincipes van inspectie worden uiteengezet. (ii) Twee bijwoningsinspecties (eventueel volgens GLOBALG.A.P.) of 2 schaduwaudits door de CI.
130529_gg_gr_part_ii_v4_0-2_nl
2.2.2 Training voor auditor (i) Praktijkkennis van kwaliteitsmanagementsystemen. (ii) Het afronden van een interne cursus/opleiding tot auditor, gerelateerd aan het QMS (min. 16 uur). 2.2.3 Training op het gebied van voedselveiligheid en G.A.P. (i) Training in HACCP-uitgangspunten, hetzij als onderdeel van de formele opleiding van de auditor, hetzij door het met succes afsluiten van een formele cursus op basis van de uitgangspunten van de Codex Alimentarius of training op het gebied van ISO 22000.
Coderef.: GR V4.0_March11; Editie: Deel II 4.0-2; Nederlandse Versie In geval van twijfel geldt de Engelse versie. Pag.: 10 van 14
Vertaald door: Agrolingua, Nederland Gecorrigeerd door: NTWG Nederland
(ii)
Training op het gebied van voedselhygiëne, hetzij als onderdeel van de formele opleiding van de auditor, hetzij door het met succes afsluiten van een formele cursus. (iii) Voor de scope Plantaardige productie: training op het gebied van gewasbescherming, bemesting en IPM, hetzij als onderdeel van de formele opleiding, hetzij door het met succes afsluiten van een formele cursus. (iv) Voor de scopes Dierlijke productie en Aquacultuur: Basistraining diergeneeskunde en veehouderijschap inclusief diergezondheiden welzijnsonderwerpen.
2.3 Communicatieve vaardigheden a) Kennis van “vakterminologie” in de eigen taal. De taalvaardigheid dient ook de gespecialiseerde terminologie te omvatten die lokaal gebruikt wordt. b) Uitzonderingen op deze regel dienen vooraf overlegd te worden met het GLOBALG.A.P.secretariaat.
130529_gg_gr_part_ii_v4_0-2_nl
OPMERKING: De desbetreffende CI dient te beschikken over een volledige en actuele lijst van alle interne inspecteurs en auditoren van de producentengroep. Deze interne inspecteurs dienen tijdens de externe inspecties door de CI’s goedgekeurd te worden.
Coderef.: GR V4.0_March11; Editie: Deel II 4.0-2; Nederlandse Versie In geval van twijfel geldt de Engelse versie. Pag.: 11 van 14
Vertaald door: Agrolingua, Nederland Gecorrigeerd door: NTWG Nederland
BIJLAGE II.2 DEFINITIES VAN GLOBALG.A.P.-STATUSSEN VOOR LEDEN VAN PRODUCENTENGROEPEN GLOBALG.A.P. kent 2 typen statussen: 1. Producentenstatussen (gekoppeld aan de juridische entiteit van een lid van een producentengroep) 2. Productstatussen (gekoppeld aan de producten van een lid van een producentengroep) 1. Producentenstatussen De volgende statussen verwijzen naar de leden van een producentengroep. De definities van de statussen voor producenten die individueel gecertificeerd zijn en voor producentengroepen worden uitgelegd in Bijlage III.3. 1.1 Producentenstatus: “Not confirmed” (Niet bevestigd) De leden van producentengroepen met de status “Not Confirmed” zijn de leden waarvan de registratiegegevens zijn vastgelegd in de database en gekoppeld zijn aan een bedrijfsvertegenwoordiger (CI/derde). De registratie-informatie is nog niet bevestigd of herbevestigd door de bedrijfsvertegenwoordiger. De registratievergoeding hoeft nog niet te worden betaald door het lid van de producentengroep met deze status. 1.2 Producentenstatus: “Registered” (Geregistreerd) Producenten of producentengroepen met de status “Registered” zijn gekoppeld aan een bedrijfsvertegenwoordiger. De producentenstatus “Registered” is een voorwaarde voor productaanvaarding en -certificering. De status “Registered” kan alleen worden ingesteld door een bedrijfsvertegenwoordiger. 1.3 Producentenstatus: “CB/PG Accepted” (CI/PG geaccepteerd) De producentenstatus “Registered” voor leden van een producentengroep wordt veranderd in “CB/PG Accepted”, zodra de productstatus voor een of meer producten is “Accepted”. Leden van een producentengroep met de status “CB/PG Accepted” registratievergoeding aan de bedrijfsvertegenwoordiger betalen, overeenkomstig vergoedingentabel die gepubliceerd is op www.globalgap.org.
automatisch ingesteld op moeten de de actuele
1.4 Producentenstatus: “Annulled” (niet-actief) De leden van een producentengroep met de status “Annulled” zijn nog altijd geregistreerd in de database (ze hebben nog steeds een geldig GGN), maar zijn niet meer gekoppeld aan een certificerende instelling of een producentengroep. Alle registratie-informatie wordt ten minste 5 jaar in de database bewaard en kan te allen tijde opnieuw geactiveerd worden. De leden van een producentengroep met deze status hoeven de registratievergoeding niet te betalen.
130529_gg_gr_part_ii_v4_0-2_nl
2. Productstatussen Productstatussen binnen GLOBALG.A.P.-certificering verwijzen naar de status van het productieproces van het product in kwestie. De producent kan alleen gecertificeerd worden met betrekking tot één of meer productieprocessen van het product of de producten. Hoewel de term “productstatus” gebruikt wordt, verwijst deze term alleen naar de status van het productieproces van het product waaruit het product geleverd wordt en niet naar de status van het product op zich. 2.1 Productstatus: “Not confirmed” (Niet bevestigd) Zodra een lid van een producentengroep producten in de database registreert, worden deze producten op de status “Not confirmed” gesteld. Aanvullende producten kunnen te allen tijde worden ingevoerd als het lid van de producentengroep de status “Not confirmed”, “Registered” of “CB/PG Accepted” heeft. Als een productcertificaat niet verlengd wordt, wordt de productstatus automatisch ingesteld op “Not confirmed”. Er kunnen geen nieuwe producten worden geregistreerd als de producent de status “Annulled” heeft.
Coderef.: GR V4.0_March11; Editie: Deel II 4.0-2; Nederlandse Versie In geval van twijfel geldt de Engelse versie. Pag.: 12 van 14
Vertaald door: Agrolingua, Nederland Gecorrigeerd door: NTWG Nederland
2.2 Productstatus: "Accepted" (Geaccepteerd) De producentengroep stelt zelf de productstatus “Accepted” in voor de lidproducenten van de groep. Alle producten van leden van producentengroepen moeten worden ingesteld op de productstatus “Accepted” alvorens te kunnen worden ingesteld op de status “Internally Approved” en aan het certificaat van de producentengroep gekoppeld te kunnen worden. Deze status is de trigger voor de registratievergoeding. Producten met de status “Self-declared suspension” of “Suspension” kunnen niet opnieuw geaccepteerd worden. Producthoeveelheden/teeltgebieden moeten worden ingevuld voor lidproducenten van de producentengroep. De producthoeveelheden van de groep worden bij elkaar opgeteld op basis van de informatie van de groepsleden. 2.3 Productstatus “Internally Approved”(Intern goedgekeurd) Zodra de producentengroep de productstatus voor één of meer producten van het lid van de producentengroep instelt op “Internally Approved”, gaat de producent deel uitmaken van het groepscertificaat en krijgt hij de algehele productstatus binnen het groepscertificaat en verschijnt hij in de Bijlage. De producent of producentengroep dient nu de licentievergoeding voor het certificaat aan de CI te betalen volgens de vergoedingentabel voor GLOBALG.A.P. op www.globalgap.org. Aanvullende producten die door de CI op groepsniveau al zijn goedgekeurd kunnen later worden toegevoegd door de productstatus van deze producten te veranderen in “Internally Approved” en doordat de CI een bijgewerkt certificaat afgeeft, zonder de geldigheid van het certificaat te veranderen. 2.4 Productstatus “Self-declared suspension” (Zelf aangevraagde schorsing) Een lid van een producentengroep kan de producentengroep om een vrijwillige schorsing van een product verzoeken.
130529_gg_gr_part_ii_v4_0-2_nl
2.5 Productstatus: “Product Suspended” (Product geschorst) Het product van leden van de producentengroep wordt geschorst van het certificaat van de groep indien een lid van de producentengroep geen bewijs overlegt van corrigerende maatregelen waardoor een tekortkoming wordt opgeheven nadat een waarschuwing is afgegeven. De desbetreffende producentengroep moet de desbetreffende producten instellen op de status “Product Suspended”. De desbetreffende producentengroep moet de schorsing opheffen.
Coderef.: GR V4.0_March11; Editie: Deel II 4.0-2; Nederlandse Versie In geval van twijfel geldt de Engelse versie. Pag.: 13 van 14
Vertaald door: Agrolingua, Nederland Gecorrigeerd door: NTWG Nederland
WIJZIGINGSREGISTER
Nieuw document
Vervangen document
Publicatiedatum
Beschrijving van wijzigingen
120417_gg_gr_part_II _v4_0-1_nl
110729_GG_IFA_GR 17 april 2012 _PART_II_DUT_Fina l_V4
Wijziging van GLOBALG.A.P naar GLOBALG.A.P.; 1.1.3.1 (i) , 1.10 – verwijzing gecorrigeerd; Bijlage II.1 – Hoofdtaken c) verwijzing weggehaald
130529_gg_gr_part_II_v4_ 0-2_nl
120417_gg_gr_part_I 29 mei 2013 I _v4_0-1_nl
Bijlage II.1 – 2.2.4 verwijderd
Indien u meer informatie wilt ontvangen over de wijzigingen in dit document, nodigen wij u uit contact op te nemen met het GLOBALG.A.P.-secretariaat mailto:
[email protected].
130529_gg_gr_part_ii_v4_0-2_nl
Indien de aanpassingen geen gevolgen hebben voor de accreditatie van de norm, dan blijft de versie “4.0” en zal de nieuwe versie aangeduid worden met “4.0.-x”. Indien de aanpassingen wel gevolgen hebben voor de accreditatie van de norm, verandert de versienaam in “4.x”.
Coderef.: GR V4.0_March11; Editie: Deel II 4.0-2; Nederlandse Versie In geval van twijfel geldt de Engelse versie. Pag.: 14 van 14