Algemeen Inleiding De laatste jaren neemt de populariteit van de kat als huisdier steeds meer toe. Hierdoor is ook de kennis over voeding, verzorging en ziektekunde bij de kat enorm toegenomen. In het verleden werd de kat nog al eens gezien als een kleine hond en zodanig behandeld. Tegenwoordig weten we dat katten hun eigen specifieke wensen hebben. Om een aantal voorbeelden te noemen: *een kat die alleen hondenvoer eet zal een tekort ontwikkelen aan bepaalde voedingsstoffen en te weinig eiwit binnen krijgen, *een kat doet het liefst zijn behoefte op een schone kattenbak, terwijl een hond er geen moeite mee heeft zijn behoefte op een met drollen bezaaid uitlaatveldje te doen, • sommige medicijnen die bij honden probleemloos gebruikt kunnen worden, kunnen voor een kat dodelijk zijn, terwijl andere medicijnen juist in een hogere dosering aan katten gegeven dienen te worden dan aan honden.
Rassen Er zijn inmiddels meer dan 70 verschillende kattenrassen. De in Nederland meest gangbare kat is de Europese Korthaar. Hiervan worden in voorjaar en najaar talloze nestjes aangeboden. U kunt ook kiezen voor een echte raskat. Ieder ras heeft weer andere eigenschappen. Zo zijn de Oosterse Kortharen erg speels en actief, zijn de Ragdolls wat rustiger en hebben de Persen wat meer verzorging nodig. Het is dus erg belangrijk om van tevoren goed te informeren welk ras bij U past. Maine coon kittens
De aanschaf
Let bij de aanschaf van een kitten op dat het diertje niet te vroeg bij de moeder weggehaald wordt, omdat het dan sociaal nog niet helemaal ontwikkeld is. Een goede leeftijd is vanaf 8 weken. Let er op dat het kitten levendig en schoon is. Vraag na of de fokker de kittens al ontwormd heeft. Haalt u een dier uit het asiel, dan is het vaak al gechipt en gecastreerd of gesteriliseerd. Ook vaccineren de meeste asiels de katten. Helaas hebben veel asielkatten wel de nodige parasieten bij zich. Denk daarbij aan vlooien, wormen en oormijten. In alle geval is het altijd verstandig om een nieuw aangeschaft dier door uw dierenarts te laten nakijken.
Identificatie Als uw kat vrij naar buiten mag, is het aan te raden hem of haar door uw dierenarts te laten chippen. Hierbij wordt op eenvoudige wijze een identificatiechip met een magneetcode onder de huid aangebracht. Dit gebeurt door middel van een injectienaald waar de chip zich in bevindt.Deze code wordt centraal geregistreerd en gekoppeld aan uw adres en/of telefoonnummer. Zodoende kan van een gevonden kat snel de eigenaar opgespoord worden. Dit is m.n. erg belangrijk als uw kat b.v. ziek of aangereden op straat gevonden is en door de dierenambulance bij een dierenarts gebracht wordt. Deze kan dan snel met u overleggen over de beste behandeling. Ook voor binnenkatten kan een identificatie-chip handig zijn, b.v. na weglopen. Als U de kat meeneemt naar het buitenland dan is identificatie door een chip ook verplicht, en de kat moet een officieel europees dierenpaspoort hebben. Chippen Een chip is een klein stukje elektronica dat onder de huid wordt ingebracht via een injectienaald. De chip wordt afgelezen via een 'reader'. Voordelen: •
Wereldwijd herkenbare identificatiecode
•
Diervriendelijk, want snel en pijnloos in te brengen
•
Vrijwel onbeperkte levensduur
•
Makkelijk afleesbaar met een ISO-afleesapparaat
•
Geschikt voor vrijwel alle diersoorten
•
Fraudebestendig; de code kan niet worden veranderd
•
Niet ontsierend (onzichtbaar!)
Werking Een chip zit samen met een antenne (spoeltje) goed verpakt in een glazen buisje van bioglas, samen een transponder genoemd. Als de spoel in een magnetisch veld wordt gehouden zal hierin een kleine inductiestroom ontstaan. Deze
stroom is voldoende om de chip te activeren. Het enige wat de chip doet is een code uitzenden. Deze code is altijd hetzelfde en bestaat uit 15 cijfers die niet veranderd kunnen worden. De eerste drie cijfers van de chip geven de landcode (528 voor Nederland) of de fabrikantencode (968). De volgende 3 cijfers geven aan welke categorie dieren het betreft (bijv. gezelschapsdier). Dan blijven er nog 9 cijfers over (dus 10 miljard verschillende nummers!) om voor elk dier een unieke herkenbaarheid te garanderen. Chip plaatsen De transponder bevind zich in een steriele holle naald en wordt onderhuids ingebracht. Het inbrengen is te vergelijken met een eenvoudige injectie. Vrijwel pijnloos dus! Binnen enkele uren raakt de de chip ingekapseld in het omliggende weefsel en komt dan niet meer van zijn plaats. Aflezen Iedereen die beschikt over een chipreader kan chips over de hele wereld aflezen. In Nederland zijn het de dierenartsen die het initiatief hebben genomen om huisdieren te chippen. Deze beschikken dan ook allemaal over een reader. Ook dierenambulances en asielen zijn in het bezit van zo'n reader. Registratie Een snelle en handige manier van opvragen is het internet. Via http://www.petbase.eu worden al onze patiënten aangemeld met hun chip. Op deze site kunt u links vinden naar alle databanken voor gezelschapsdieren in Nederland. De website http://www.chipnummer.nl is een site waarop alle online databases van de wereld gelinkt zijn. Daarmee is in principe gewaarborgd dat van een in Nederland "gechipt" dier de gegevens van dit dier (en zijn eigenaar) vanuit iedere plek over de wereld terug te vinden zijn. Snel teruggevonden De Databank slaat de gegevens op in een computersysteem en koppelt daaraan het nummer van de chip. Door dit nummer kunnen in een fractie van een seconde de ingebrachte gegevens opgevraagd worden. Een chip zorgt er dus voor dat huisdieren die vermist of verwond zijn weer snel bij de eigenaar terugbezorgd kunnen worden. Daarnaast kunnen gestolen dieren ook makkelijker opgespoord worden (het bewijs van eigendom is in het dier aanwezig!). Verschuiven Mede door de toepassing van speciaal bioglas en een coating gebeurt het zelden dat er iets fout gaat. Het zogenaamde "wandelen" van de chip komt in de praktijk zelden voor. Als de chip al wat verschuift is het slechts enkele
centimeters. Dit heeft geen nadelige effecten voor het dier.
Zindelijkheid De meeste kittens zijn al zindelijk als ze op 8 weken leeftijd naar een nieuwe eigenaar gaan. Gebruik in eerste instantie liefst dezelfde kattenbakvulling als de fokker van het kitten. Stimuleer uw kitten om de kattenbak te gebruiken door hem er na iedere maaltijd en als hij wakker wordt in te zetten.
Voeding Kittens tot een leeftijd van 1 jaar kunt u het beste voeren met een kittenvoer van goede kwaliteit. Dit voer bevat oa. meer eiwit, energie en calcium voor een optimale groei. Hoewel veel katten blikvoer erg smakelijk vinden, adviseren wij droogvoer als hoofdmaaltijd. De voordelen van droogvoer zijn talrijk: het is goedkoper, hygiënischer en beter voor het gebit. Tegenwoordig is er een grote variatie aan droogvoer speciaal voor de kat beschikbaar. Sommige soorten bevatten bestanddelen die bv de vorming van haarballen of van tandsteen voorkomen. Vraag gerust advies bij uw ons, wij kunnen u deskundig advies geven welk voer het beste bij uw kat past. Gezonde volwassen katten kunnen het best gevoerd worden met droogvoer dat op de leeftijd en de activiteit van uw kat afgestemd is. Ook hierin zitten vaak toevoegingen om veelvoorkomende problemen te voorkomen. Geef een volwassen kat nooit gewone melk, want dit kan diarree veroorzaken. Speciale kattenmelk wordt wel goed verdragen. Hoewel veel katten het prettig vinden als er de hele dag eten voor ze klaarstaat, kunnen ze ook prima gewend worden aan 2 of 3 maaltijden per dag. Het voordeel hiervan is dat er een veel beter controle is op wat het dier daadwerkelijk binnenkrijgt. Eventueel overgewicht is zo beter te voorkomen. Bent U zelf vegetarisch? Uw kat heeft wel degelijk dierlijke eiwitten nodig. Een vegetarisch dieet zal bij de kat onherroepelijk tot gezondheidsproblemen leiden. Zorg er in ieder geval ook voor dat er dagelijks vers water voor uw kat klaarstaat. Plaats de voer- en waterbakjes niet vlak bij de kattenbak. Dit is erg onnatuurlijk voor een kat en kan ertoe leiden dat uw kat geen gebruik meer wil maken van de kattenbak.
Verzorging
Veel werkende mensen geven tegenwoordig de voorkeur aan een kat boven een hond, omdat een kat minder verzorging nodig heeft. Toch heeft een kat ook op zijn tijd aandacht nodig. Bij een kat die binnenshuis gehouden wordt, zult u de lichaamsbeweging een beetje moeten stimuleren met bv spelletjes of speelgoed. Bij katten die buiten komen is vooral een goede parasietenbestrijding belangrijk (zie parasieten). Voor alle binnen- en buitenkatten is het aan te bevelen om minimaal een kattenbak per kat binnen neer te zetten. Katten geven de voorkeur aan een schone bak zonder deksel, op een rustig plekje. Stoor uw kat ook nooit als hij of zij op de bak zit. Zorg dat de bak groot genoeg is en dat de instap niet te hoog is. De kattenbakvulling dient goed geurtjes te absorberen, niet te stoffen en niet scherp te zijn aan de pootjes. Veel katten zijn erg gehecht aan hun eigen merk kattenbakvulling! Ook vachtverzorging is belangrijk, met name bij de langharige rassen. Maar ook bij kortharige katten kan het borstelen van de vacht voorkomen dat er teveel haarballen ontstaan (zie haarballen). Wen een kitten al jong aan kammen en borstelen. Klitten zijn in een vroeg stadium vaak nog wel te verwijderen, maar als de vacht gaat vervilten rest vaak alleen nog de tondeuse. Let bij het verzorgen van de vacht ook op de aanwezigheid van vlooien, vlooienpoepjes, schilfers of korstjes en wondjes.
Gedrag Katten zijn dieren die graag op zichzelf zijn. Veel katten vinden het prima om een maatje te hebben, als ze zich maar op zijn tijd even terug kunnen trekken. Bij meer dan 2 katten in een huishouden is er een risico dat er veel stress ontstaat voor een of meerdere katten. Stress is niet altijd even duidelijk aan een kat te zien. Er zijn zelfs lichamelijke problemen die door stress veroorzaakt kunnen worden. Tekenen van stress kunnen zijn: vluchtgedrag, onzindelijkheid voor zowel urine als ontlasting, blaasontsteking (zelfs met bloederige urine), niet eten of drinken, vraatzucht, meer drinken en zichzelf veel krabben aan kop en hals. Om stress zoveel mogelijk te beperken is het raadzaam om op meerdere plaatsen in huis kattenbakken neer te zetten. Ook is het verstandig om iedere kat apart eten te geven. Bij uw ons zijn ook sprays, verdampers en voedingssupplementen verkrijgbaar die de stress kunnen verminderen.
Sproeien Sproeien is een manier voor uw kat om zijn of haar territorium af te bakenen. Een sproeiende kat plast staand, d.w.z. een horizontale straal urine,met de staart vaak trillend en kaarsrecht omhoog, tegen verticale oppervlakten. Zowel poezen als katers kunnen sproeien. Meestal beginnen ze daarmee in de
puberteit o.i.v. de geslachtshormonen. Dit gedrag is moeilijk af te leren en kan het best voorkomen worden door de poes of kater op 6 maanden leeftijd te laten castreren (zie voortplanting). Ten gevolge van stress kunnen gecastreerde katers of poezen toch weer gaan sproeien. Bijvoorbeeld als er een nieuwe kat in uw tuin komt. Ook kan het voorkomen dat bij lichamelijke klachten uw kat gaat sproeien. Gaat uw gecastreerde kat zonder duidelijke oorzaak sproeien, laat dan de urine van uw kat nakijken op ontstekingsverschijnselen en/of blaasgruis.