Generated by Foxit PDF Creator © Foxit Software http://www.foxitsoftware.com For evaluation only.
Provincie West-Vlaanderen GEMEENTE KNOKKE-HEIST
Stedenbouwkundige voorschriften Ontwerp
BPA NR. R-02 SASSTRAAT
De ontwerper West-Vlaamse Intercommunale – dienstverlenende vereniging Baron Ruzettelaan 35 8310 Brugge tel. (050)36 71 71 fax (050)35 68 49
Algemeen directeur
Afdelingshoofd
Geert Sanders
Mark Geldof
Wijzigingen
Ruimtelijk planner
Jan Van Coillie
opgemaakt op 06.04.2005 Aangepast aan opmerkingen geformuleerd op de plenaire vergadering, n.a.v. adviezen van betrokken besturen, n.a.v. bezwaren ingediend tijdens het openbaar onderzoek (van 22 april 2003 t.e.m. 21 mei 2003 en van 19 januari t.e.m. 17 februari 2004), aan opmerkingen geformuleerd door de gecoro en cf. beslissing Gemeenteraad. Aangepast n.a.v. bezwaren ingediend tijdens het openbaar onderzoek (van 18 oktober t.e.m. 16 november 2004), aan opmerkingen geformuleerd door de gecoro en cf. beslissing Gemeenteraad.
Generated by Foxit PDF Creator © Foxit Software http://www.foxitsoftware.com For evaluation only.
Algemene stedenbouwkundige voorschriften A1. Architecturaal voorkomen en materialen: de architectuur in al zijn onderdelen (zowel van gevels, inkom, garage, dakuitbouwen, schrijnwerk, …) dient te getuigen van kwaliteit zowel in vormgeving als materiaalgebruik. De architectuurtypologie moet gekenmerkt worden door een aantal contextuele karakteristieken, die eigen zijn aan de lokale landelijke architectuur in traditionele of innoverende architectuurtaal. Renovatiewerken en/of verbouwingswerken dienen een architecturale meerwaarde te geven aan de bebouwing, kaderend binnen het landschap. A2. Gebouwen en/of constructies dienstig voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut worden in elke bebouwingszone toegelaten voor zover de bouwkarakteristieken (inplanting, grootte, bouwhoogte, materiaalgebruik...) ervan voldoen aan de voorschriften van de betreffende zone en mits ze in hun exploitatie en/of gebruik geen fundamentele afbreuk doen aan de kwaliteit van de betreffende bestemmingszone. A3. Ontvangst- of zendmasten en/of paraboolantennes, zichtbaar vanaf de openbare weg mogen niet opgericht worden. Het plaatsen van masten en pylonen is verboden. Het plaatsen van windmolens is verboden. A4. Het plaatsen van reclamevoorzieningen - uitgangborden dient te beantwoorden aan het gemeentelijk reglement en dient dermate opgevat dat ze een architecturale consistentie vertonen met de bijhorende gevel. Het plaatsen van neonverlichting, lichtbakken en reclamepylonen is verboden. Enkel het plaatsen van kleinschalige reclamevoorzieningen is toegelaten. Reclamevoorzieningen – uitgangborden kunnen enkel geplaatst worden i.f.v. de activiteiten ter plaatse. A5. Gebouwen die regelmatig vergund zijn, kunnen qua inplanting, bezetting, bestemming, materiaalgebruik en numerieke voorschriften gehandhaafd blijven, dit is eveneens het geval bij overmacht. A6. Werken aan en onderhoud van de bestaande en nieuwe ondergrondse leidingen van onder meer Aquafin, GWKH, Fluxys en Statoil moet, ongeacht de bestemmingszone, steeds mogelijk zijn. Dit in overleg met betrokken besturen. Uit de erfdienstbaarheid van de ondergrondse gasleidingen vloeit voort dat binnen een strook grond, die zich over de ganse lengte van de installaties uitstrekt, volgende bepalingen in acht dienen genomen te worden: x Binnen een strook van 15 meter aan weerszijden van elke installatie, mag behoudens voorafgaandelijke instemming van Fluxys niet overgegaan worden tot het oprichten van gebouwen of gesloten lokalen. Dit geldt ook voor de Zeepipe gasleiding van Statoil Belgium. x Binnen een strook van 5 meter aan weerszijden van elke installatie, mag in geen geval worden overgaan tot: o Het oprichten van gebouwen, gesloten lokalen, tuinhuisjes, enz. o Het aanleggen van terrassen, vijvers, zwembaden, sportterreinen, enz. o Het opstapelen van goederen of materiaal. o Het heien van palen, piketten en/of damplanken. o Het verkeer van zwaar rollend materieel. o Het gebruik van mechanische graaftuigen of nivelleringstuigen. o Het wijzigen van het bodemniveau. o Het plan van bomen en struiken andere dan deze vermeld op de bijgevoegde lijst.
Generated by Foxit PDF Creator © Foxit Software http://www.foxitsoftware.com For evaluation only.
A7. Binnen het plangebied, ongeacht de bestemmingszone, is het mogelijk, in overleg met betrokken besturen, nieuwe ondergrondse leidingen aan te brengen, voor zover het bovenliggende terrein in zijn oorspronkelijke staat wordt hersteld. Kleinschalige nutinfrastructuur i.f.v. bijvoorbeeld controle en toegang kan bovengronds geplaatst worden voor zover deze zich landschappelijke en architecturaal inkaderen in de omgeving. Nieuwe ondergrondse leidingen dienen ofwel zoveel mogelijk gebundeld te worden ter hoogte van bestaande ondergrondse leidingen, ofwel geplaatst onder openbare wegenis (bijvoorbeeld nieuwe leidingen van GWKH) of in de directe nabijheid ervan. A8. Binnen het plangebied, ongeacht de bestemmingszone, kunnen aanpassingen i.f.v. de waterbeheersing en waterhuishouding worden uitgevoerd (bijvoorbeeld het plaatsen van pompinstallatie t.h.v. de monding van de Noordwatergang, de verbreding van de bermsloot van het Leopoldkanaal vanaf de monding van de Noordwatergang …), dit in overleg met de bevoegde besturen waaronder AMINAL afdeling natuur. Voor alle waterlopen (3de categorie en polderwaterlopen) dient het normale onderhoud (maaiwerken en ruimingwerken) steeds te kunnen gebeuren (zoals voorzien in de wet op de waterlopen dd. 28.12.1967). A9. In de bestemmingszone 1 en de bestemmingszone 4 is de natuurvergunningplicht voor het wijzigen van vegetaties en van kleine landschapselementen van toepassing, overeenkomstig de bepalingen van respectievelijk artikel 9 en artikel 11van het besluit van de Vlaamse regering van 23 juli 1998 tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu. A10. De actieve inrichting als buffer voor de haven kan enkel bestaan uit : x Het plaatsen van kleine landschapselementen rond bestaande bebouwing. x Een inrichting als buffer tegen de haven in de zone naast de bestaande oostelijke berm van het Leopoldkanaal, dit op een landschappelijk verantwoorde wijze en zonder hierbij havenactiviteiten te voorzien.
3
Generated by Foxit PDF Creator © Foxit Software http://www.foxitsoftware.com For evaluation only.
ZONE 1 BUFFERZONE MET BESTAANDE AGRARISCHE ACTIVITEITEN In dit buffergebied met bestaande agrarische activiteiten zijn nieuwe woningen, landbouw- of andere bedrijfsvestigingen niet toegelaten. Intensieve agrarische gebruiksvormen zoals tuinbouwbedrijvigheid, plantenkwekerij, fruitteelt, niet grondgebonden veeteelt, e.d.m. zijn in deze zone niet toegelaten. Geen ander grondgebruik is toegelaten dan : x Weiland en/of hooiland. Weiland en hooiland kan niet omgezet worden in akkerland. x Rurale beplantingen t.t.z. bomenrijen, houtkanten en perceelsrandbeplantingen waarbij slechts streekeigen soorten mogen aangewend worden. x Het behoud van bestaande teelt van landbouwgewassen in open lucht. x Inrichting als buffer tegen de haven in de zone naast de bestaande oostelijke berm van het Leopoldkanaal, dit op een landschappelijk verantwoorde wijze en zonder hierbij havenactiviteiten te voorzien. Verboden is : x Het oprichten van om het even welk bouwwerk, als constructie en het plaatsen of aanwezig laten van caravans, keten of enige inrichting voor tijdelijk verblijf. x Het storten of achterlaten van vervuild ruimingspecie. x Het dempen van grachten en poelen, het verharden van oevers met harde materialen. x Het aanplanten van bos behoudens het streekeigen groenscherm voorzien bij bestaande bebouwing. x Het plaatsen van niet levende afsluitingen, behalve palen met draad of wijdmazig gaas zonder onderplaat en met maximum hoogte van 1.30 meter. Met uitsluiting van geplastificeerde kruisdraad. x Werken of activiteiten die leiden tot grondwaterstanddalingen die nadelig kunnen zijn voor de natuurwaarde van vochtige gebieden. Het onderhoud en vervangen van bestaande draineerbuizen blijft toegelaten. x Het ophogen van gronden, het opvullen van afwateringsgrachten, het wijzigen van het landschapskarakter, het verrichten van opgravingen, boringen, aanmerkelijke reliëfwijzigingen, de ontginning van materialen, het aanvoeren van grond en het aanleggen van opspuitterreinen is verboden, dit alles behoudens : o i.f.v. nieuwe of bestaande ondergrondse leidingen; o i.f.v. het behoud of herstel van de specifieke aard en de natuurfunctie van het gebied is het (her)graven van afwateringslaantjes toegestaan; o i.f.v. een inrichting als buffer tegen de haven in de zone naast de bestaande oostelijke berm van het Leopoldkanaal, dit op een landschappelijk verantwoorde wijze en zonder hierbij havenactiviteiten te voorzien; x Om het even welke activiteit die de rust en de stilte in het gebied zou kunnen verstoren, inzonderheid het houden van testen, oefenritten en wedstrijden met mechanische voertuigen, het gebruik van vaartuigen met hulpmotor, het kleiduifschieten, het gebruik van modelvliegtuigen met afstandsbediening, het houden van manifestaties. x Het aanleggen van een vuilnisbelt of het achterlaten van afval. x Het aanbrengen van alleenstaande reclamepanelen in het open landschap. De aanduiding van agrarisch bedrijf met nabestemming houdt het volgende in : x Bij de bestaande agrarische bedrijfsvestiging kunnen - indien dit voor de exploitatie van het landbouwbedrijf noodzakelijk blijkt - bijkomende bedrijfsgebouwen worden toegelaten, binnen de bebouwingszones aangeduid met stippellijn op het bestemmingsplan. Dit enkel indien de opvolging van het bedrijf verzekerd is. x De bestaande bedrijfswoning kan uitgebreid, herbouwd of verbouwd worden tot een maximum volume van 1000 m3. x Bij de bestaande agrarische bedrijfsvestiging is het verkoop van hoeveproducten toegelaten als nevenactiviteit bij de landbouwactiviteit. x Hoevetoerisme is toegelaten in nevenbestemming bij de beroepslandbouwbedrijven en binnen de bestaande gebouwen. De omvang van de voorzieningen dient beperkt te worden tot maximum 200 m2: maximum 4 verblijven van maximum 50 m2. Gemeenschappelijke ruimten (vb eetplaats en keuken) dienen voorzien binnen het bestaande volume. Beperkte functionele uitbreidingen, bijvoorbeeld onder de vorm van dakkapellen, i.f.v. het hoevetoerisme zijn toegelaten.
4
Generated by Foxit PDF Creator © Foxit Software http://www.foxitsoftware.com For evaluation only.
Na beëindiging van de agrarische activiteit kan functiewijziging van de bedrijfswoning naar ééngezinswoning (dit enkel voor de bestaande bedrijfswoning en niet voor de overige bedrijfsgebouwen) worden toegelaten, mits volgende voorwaarden : x De bestaande woning kan uitgebreid, herbouwd of verbouwd worden met maximum 20% en tot een maximum volume van 700 m3. De bestaande woning kan herbouwd worden op dezelfde plaats (= minimum 75% van de bestaande bebouwde oppervlakte overbouwen). x De bij de woning horende bijgebouwen kunnen worden in stand gehouden, grondig gesaneerd, herbouwd (enkel binnen de aangeduide bebouwingszones op het bestemmingsplan) en gerenoveerd worden. Het totale volume van deze bijgebouwen mag niet toenemen. Deze bijgebouwen kunnen enkel gebruikt worden i.f.v. de landbouw of i.f.v. berging of opslag in functie van het wonen. x Ter hoogte van de bebouwing met cultuurhistorisch en architecturaal waarde (= de boerderij beschermd als monument) is eveneens plattelandstoerisme toegelaten, na stopzetting van de bestaande landbouwactiviteit. I.f.v. het plattelandstoerisme zijn beperkte functionele uitbreidingen toegelaten. De aanduiding met ééngezinswoning houdt het volgende in : x De bestaande woning kan uitgebreid, herbouwd of verbouwd worden met maximum 20% en tot een maximum volume van 700 m3. De bestaande woning kan herbouwd worden op dezelfde plaats (= minimum 75% van de bestaande bebouwde oppervlakte overbouwen). x Voor de woningen is de bestemming ééngezinswoningen. x De bij de woning horende bijgebouwen kunnen worden in stand gehouden, grondig gesaneerd, herbouwd (enkel binnen de aangeduide bebouwingszones op het bestemmingsplan) en gerenoveerd worden. Het totale volume van deze bijgebouwen mag niet toenemen. Deze bijgebouwen kunnen enkel gebruikt worden i.f.v. de landbouw of i.f.v. berging of opslag in functie van het wonen. De aanduiding met horeca : x Het bestaande restaurant/café kan uitgebreid, herbouwd of verbouwd worden. De uitbreiding wordt beperkt tot maximaal 20% van het volume van alle bestaande gebouwen, op het ogenblik van de opmaak van de bestaande toestand. De uitbreiding kan enkel indien de continuïteit van de functie verzekerd is. x De nabestemming is ééngezinswoning bij de aangeduide horecazaak. Bij realisatie van deze nabestemming moeten alle overblijvende constructies i.f.v. de horeca functie worden afgebroken. Peilaanduiding waterloop Deze waterloop (de Noordwatergang) is belangrijk voor de afwatering binnen het poldergebied. In het kader van het blijven garanderen van deze afwatering kunnen ten allen tijde werken worden uitgevoerd, waaronder het ruimen van slib en het verbreden van de waterloop. Dit dient te gebeuren in overleg met de bevoegde besturen waaronder AMINAL afdeling natuur. De waterlopen en hun oevers dienen op een ecologisch verantwoorde wijze beheerd te worden. Dit betekent o.a. dat het met harde materialen zoals beton verstevigen van de oevers moet uitgesloten worden. Oeverversterkingen d.m.v. palen en planken en de aanleg van een zgn. getrapt profiel is toegelaten. Algemeen x De bestaande private ontsluitingswegenis tot bestaande gebouwen dient behouden te worden. x Bij elke bouwaanvraag dient een beplantingsplan toegevoegd te worden. Er kan enkel gebruik gemaakt worden van streekeigen struik- en boomsoorten: Veldiep (Ulmus minor), Gewone es (Fraxinus excelsior), Sleedoorn (Prunus spinosa), Eenstijlige meidoorn (Crataegus monogyna), Gewone vlier (Sambucus nigra), … x Nieuwe gebouwen kunnen enkel ingeplant worden binnen de aangeduide bebouwingszones op het bestemmingsplan en dienen vanuit landschapsvisueel en architectonisch (vormgeving, detaillering, materiaalgebruik…) oogpunt geïntegreerd te worden t.a.v. de bestaande bebouwing en omgevende landschap. x Afsluitingen kunnen enkel bestaan uit streekeigen beplanting eventueel ondersteund door palen en draad.
5
Generated by Foxit PDF Creator © Foxit Software http://www.foxitsoftware.com For evaluation only.
ZONE 2 LANDELIJKE WOONKORREL IN DE DIRECTE NABIJHEID VAN DE HAVEN EN IN EEN BUFFERZONE TEGEN DE HAVEN Het betreft een historisch gegroeide woonkorrel langs de Sasstraat bestaande uit woningen, ambachtelijke bedrijvigheid en op horeca georiënteerde activiteiten. Deze woonkorrel situeert zich als uitloper van de kern van Ramskapelle westelijk van Ramskapelle en oostelijk van het havengebied van Zeebrugge. 1 BESTEMMINGSVOORSCHRIFTEN De gronden zijn bestemd voor ééngezinswoningen met inbegrip van alle ruimtegebruik horend bij een ééngezinswoning. Binnen het dakvolume worden woonvertrekken toegelaten. In ondergeschikte orde zijn toegelaten: kantoren, diensten en vrije beroepen mits zij voor de woonbestemming niet hinderlijk zijn. Deze nevenbestemming dient kleinschalig te zijn en ondergeschikt aan de woonfunctie. Aanduiding bestaande bedrijvigheid Ter hoogte van bestaande bedrijvigheid aangeduid op het bestemmingsplan zijn volgende bestemmingen toegelaten: ééngezinswoning, horeca, kantoren, diensten, vrije beroepen en ambachtelijke bedrijvigheid. Dit voorzover deze niet storend zijn voor de woonomgeving. Ter hoogte van voormalige landbouwbedrijven is eveneens plattelandstoerisme toegelaten. 2 INRICHTINGSVOORSCHRIFTEN Het herbouwen, verbouwen of uitbreiden van de bestaande constructies is toegelaten, dit binnen onderhavige modaliteiten. De bestaande gebouwen kunnen op een andere plaats ingeplant worden, evenwel binnen de contouren van de betrokken bestemmingszone. 2.1 Inplanting Plaatsing t.o.v. de rooilijn : de bestaande toestand is richtinggevend bij verbouwing of herbouw van het bestaande woonhuis. De plaatsing van de aanpalende bebouwing is richtinggevend in geval van nieuwbouw. Belangrijk is dat een volwaardig straatbeeld gecreëerd wordt bestaande uit bouwwerken en/of muurwanden en/of groenaanplantingen. Inplanting achteraan op percelen is bijgevolg niet toegelaten. Plaatsing t.o.v. de zij- en achterperceelsgrenzen (indien niet palend aan zone 1) : ofwel 0.00 meter ofwel minimum 2 meter, behoudens de bestaande toestand. Plaatsing t.o.v. de zij- en achterperceelsgrenzen palend aan zone 1 : minimum 3 meter, behoudens de bestaande toestand. 2.2 Terreinbezetting (binnen de betrokken bestemmingszone) De maximale terreinbezetting, met inbegrip van hoofd- en bijgebouwen van toepassing: 40% Voor gebouwen aangeduid als bestaande bedrijven op het bestemmingsplan kan de bezetting 60% bedragen (bij bestaande bedrijvigheid wordt de bezetting berekend op basis van de locatie van de bestaande bedrijvigheid hetgeen kan inhouden dat dit meerdere kadastrale percelen zijn).
6
Generated by Foxit PDF Creator © Foxit Software http://www.foxitsoftware.com For evaluation only.
2.3 Volume: bouwhoogte en bouwdiepte 2.3.1 Bouwhoogte De minimum inwendige bouwhoogte (hoogte tussen vloer en plafond) bedraagt 2.40 meter. De kroonlijsten nokhoogte van het gebouw wordt gemeten vanaf het peil gelijkvloers. Maximum 2 bouwlagen: x Maximum kroonlijsthoogte: 5.50 meter boven het referentiepeil. x Maximum nokhoogte: 10.50 meter t.a.v. het peil gelijkvloers. Voor gebouwen aangeduid als bestaande bedrijven op het bestemmingsplan is de bouwhoogte beperkt tot maximum 1 bouwlaag: maximum kroonlijsthoogte 4 meter en maximum nokhoogte 10.50 meter. Bij nieuwbouw kan de vermeerdering van de nieuwe bedrijfsgebouwen niet groter zijn dan 10% in meer t.a.v. het bestaande grondoppervlak. 2.3.2 Bouwdiepte Voor gesloten en halfopen bebouwing bedraagt de toegelaten bouwdiepte van het hoofdgebouw op het gelijkvloers maximum 20 meter en op de verdieping maximum 12 meter. Voor open bebouwing bedraagt de bouwdiepte op de verdieping maximum 15 meter en op het gelijkvloers maximum 20 meter. Deze bepaling is niet van toepassing voor gebouwen aangeduid als bestaande bedrijven op het bestemmingsplan. 2.4 Dakvorm Minimum 80% van het verticaal geprojecteerde dakoppervlakte moet hellend zijn (met volwaardige nok). De dakhelling van het hoofdgebouw is bepaald tussen de 30° en 60°. Behoudens de bestaande toestand. 2.5 Terreinaanleg en afsluitingen Onder de term ‘tuinzone’ dient verstaan de oppervlakte van het perceel welke overblijft na aftrek van de effectieve bebouwde oppervlakte (bovengronds). Deze tuinzone is hoofdzakelijk bestemd voor een degelijk onderhouden groenaanleg onder de vorm van grasperken en streekeigen hoog- en laagstammige beplantingen. Maximum 30% van de oppervlakte van de tuinzone mag verhard worden. Afsluitingen kunnen enkel bestaan uit streekeigen hagen eventueel versterkt met palen en draad. Ter hoogte van de rooilijn zijn lagere vaste constructies in metselwerk toegelaten evenals afsluitpoorten (maximum 1 meter hoogte voor muren, maximum 1.80 meter voor pilasters). Ter hoogte van de zij- en achterperceelsgrenzen palend aan zone 1 dient een landschappelijke afwerking bewerkstelligd te worden als overgang naar het open landschap: deze dient te bestaan uit streekeigen beplanting en open draad afsluitingen (geen houten panelen of andere gesloten afsluitingen). Hierbij dient de visuele dubbele relatie namelijk zicht vanuit de bebouwing op het landschap en zicht vanuit het landschap op de bebouwing, op een kwalitatieve wijze vorm gegeven te worden. 2.6 Afzonderlijke bijgebouwen - garages Afzonderlijke bijgebouwen - garages kunnen opgenomen worden in het hoofdgebouw zelf, ofwel door schakelbouw (hetzij met bouwvolumes of met muurwanden) er één architecturaal geheel mee uitmaken. Indien de garage opgenomen wordt in het hoofdgebouw dient aangetoond dat de woonkwaliteit niet in het gedrang wordt gebracht Afzonderlijke bijgebouwen - garages kunnen bestaan uit maximum 1 bouwlaag met dak. Ten opzichte van de zij- en achterperceelsgrenzen (indien niet palend aan zone 1) moet een afstand van ofwel 0.00 meter (indien koppeling mogelijk is), ofwel minimum 2 meter vrijgehouden te worden. Ter opzichte van de zij- en achterperceelsgrenzen palend aan zone 1 moet een afstand van minimum 3 meter vrijgehouden te worden.
7
Generated by Foxit PDF Creator © Foxit Software http://www.foxitsoftware.com For evaluation only.
3 VOORSCHRIFTEN M.B.T. ARCHITECTURALE EN RUIMTELIJKE KWALITEIT De hoogte en de diepte, de dakvorm en het dakvolume van de gebouwen moeten in harmonie zijn met de aanpalende gebouwen en met het straatbeeld waarbij de verticale geleding dient te primeren. De gevelopbouw en de gevelgeleding, de bedaking, de aard, de toepassing en de kleur van de gevelmaterialen, de dakbedekking, de schrijnwerken, de beglazing en de buitenschilderingen moeten in harmonie zijn met het straatbeeld. Alle van de straat af zichtbaar blijvende gevels, de van de straat af, volgens het bestemmingsplan zichtbaar blijvende gedeelten der scheidingsmuren, alsmede de schoorstenen, enz moeten afgewerkt worden met materialen gebruikt voor de voorgevel en de dakbedekking. Gevels: er zijn uitsluitend kleinschalige materialen, zoals baksteen, natuursteen, e.d. toegelaten (met uitsluiting van gevelvlakken in betonstenen, betonplaten zoals bijvoorbeeld gebruikt bij industriële hangaars). Het wit bepleisteren en wit schilderen of kaleien van de gevel is eveneens toegelaten. In ondergeschikte orde is het gebruik van hout en andere volwaardige materialen toegelaten. Daken: de hellende dakvlakken dienen in hoofdzaak afgewerkt d.m.v. gebakken aarde pannen of tegelpannen. Andere materialen kunnen in ondergeschikt belang worden toegepast. Dakvlakramen/of glazen serre-elementen kunnen worden opgenomen in het dakvlak, voor zover ze in een evenwichtig patroon zijn voorgesteld en de totale oppervlakte ervan niet meer bedraagt dan 15% van de desbetreffende dakoppervlakte. Bij het bouwaanvraagdossier dient een gekleurd bijlageplan omtrent de gevels gevoegd.
ZONE 3 WATERZUIVERINGSSTATION Zone met als bestemming waterzuiveringsstation. Alle nodige infrastructuur i.f.v. de waterzuivering is toegelaten. Nieuwe infrastructuur mag geen afbreuk doen aan de landschappelijke waarden van het omgevende polderlandschap. De infrastructuur mag geen abnormale geur en lawaai hinder teweegbrengen voor de omwonenden. Inzake afsluitingen kan enkel gebruik gemaakt worden van streekeigen struik- en boomsoorten en/of palen met draad. Palen met draad mogen niet zichtbaar zijn vanuit het open landschap, behoudens de bestaande toestand. Behoudens de bestaande toestand en t.h.v. de toegangsweg, dient ter hoogte van het open landschap van zone 1 bij bestaande en nieuwe infrastructuur een groene landschappelijke overgang van minimum 5 meter breedte gerealiseerd te worden bestaande uit streekeigen beplanting en met aarden berm.
ZONE 4 LANDELIJKE WEG Deze zone betreft een landelijke weg voor plaatselijk verkeer van lokale aard, eveneens voorzieningen voor het normaal functioneren van het verkeer en de boven- en ondergrondse leidingen, straatmeubilair en groenvoorzieningen. Op deze gronden is het verboden afgedankte goederen, wrakken, containers, grondstoffen en verkoopsgoederen te plaatsen. Over de volle lengte van de bestemmingszone is een verharde rijstrook met breedte van maximum 5 meter toegelaten. De aard van de verharding is vrij maar dient te kaderen binnen de landelijke context.
8