Algemeen beleidsprogramma Stad Torhout 2007-2012
Een aantal werkwoorden stad in beweging - in werking zetten – naar een transparante werking - samenwerking en kruisbestuiving aan elkaar sluiten: gemeenschapsvorming – doel – toekomst: waar wil Torhout staan anno 2012 ?
Michiel Mestdagh – het strategisch beleidsplan van de stad Torhout – 2007-2012 – gemeenteraadszitting 17 december 2007
1
Inhoudstafel Inleiding Het proces Missie Strategieën 1. 2. 3. 4.
De stad als organisatie De stad als veilige en geordende omgeving De stad als omgeving voor mensen De stad als goede huisvader
p.6 p.14 p.24 p.36
1 De stad als organisatie Strategie 1 – Een efficiënt werkende interne organisatie p.6 1.1 Zich als organisatie toespitsen op de kerntaken van een stadsbestuur 1.2 Welzijn op het werk laten doordringen in alle geledingen van de organisatie als een vanzelfsprekend deelaspect van elke taak 1.3 “Strategie en planning”: werken op basis van strategische planning 1.4 Leiderschap’: meer duidelijkheid en planmatige sturing van zowel de politiek leidinggevenden als de administratief leidinggevenden 1.5 ‘Human resources management’: ontwikkelen en introduceren van een personeelsbeleid dat meer is dan enkel administratie en meer gericht op competenties en diversiteit 1.6 Management van de processen’: verankeren van de kennis en optimaliseren van alle werkprocessen 1.7 ‘Resultaten’: meten is weten. “Meten is weten” wordt vaak gezegd. Het meten van prestaties is eigenlijk een stap in de beleidscyclus nadat er een beleid, strategie en doelstellingen zijn bepaald 1.8 Formuleren van een antwoord op de huisvestingsproblematiek van de gemeentelijke diensten en politie 1.9 ICT ( informatie- en communicatietechnologie)
Strategie 2 – Een betere vraaggerichte en professionele dienstverlening voor de burger
p.11
2.1 Aangepaste huisvesting in functie van klantgerichte dienstverlening. Cf. 1.6 2.2 Het evolueren naar een nieuw dienstverleningsconcept 2.3 Uitbouwen van een klantenbeheersysteem en een efficiënt doorverwijsbeleid 2.4 Administratief vereenvoudigen waar mogelijk 2.5 Streven naar een maximale bereikbaarheid van de gemeentelijke diensten 2.6 Klantvriendelijker communiceren 2.7 Werken aan een modern en hedendaags archief
Michiel Mestdagh – het strategisch beleidsplan van de stad Torhout – 2007-2012 – gemeenteraadszitting 17 december 2007
2
2 De stad als veilige en geordende omgeving Strategie 3 –Investeren in verkeersleefbaarheid, verkeersveiligheid en wegen
p. 14
3.1. Mobiliteit 3.2. Wegen- en waterinfrastructuur
Strategie 4 – Aangenaam wonen en duurzame gemeente
p.17
4.1 Leefmilieu 4.2 Stads- en dorpskernen aantrekkelijker maken 4.3 Begraafplaatsen goed onderhouden en uitbreiden waar nodig 4.4 Land- en tuinbouwsector ondersteunen 4.5 Een veilige gemeente: politie, brandweer en samenwerking
Strategie 5 – Een actievere rol van de lokale overheid in de ruimtelijke ontwikkeling van de stad p.23 5.1 Het Ruimtelijk Structuurplan 5.2 Opmaken van gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP’s) 5.3 Planningsinitiatieven 5.4 Overlegorganen en netwerken
3. De stad als omgeving voor mensen: solidair en zorgzaam Strategie 6 – Werken aan een zorgzame en solidaire gemeente
p.24
6.1 Een toegankelijke sociale dienstverlening zo dicht mogelijk bij de mensen 6.2 Huisvesting 6.3 Gezondheid 6.4 Bijdragen tot de optimale participatie, ontplooiing en ontwikkeling van senioren en ouderen 6.5 Ontwikkelen van een kansenbeleid : een meer toegankelijke gemeente voor personen met een beperking 6.6 Kinderopvang 6.7 Dienstverlening van de lokale werkwinkel verder uitbouwen
Michiel Mestdagh – het strategisch beleidsplan van de stad Torhout – 2007-2012 – gemeenteraadszitting 17 december 2007
3
6.8 Inwoners aanzetten tot internationale solidariteit door hen kennis en inzicht bij te brengen over de leefsituatie voornamelijk in het Zuiden
Strategie 7 - Werken aan werk : ondernemen in Torhout
p.28
Strategie 8 – Behouden van een hoogwaardig vrijetijdsaanbod voor alle inwoners , opgebouwd en verzorgd door het stadsbestuur en het verenigingsleven
p.29
8.1 Het culturele aanbod stimuleren en verrijken door het leveren van een eigen specifieke bijdrage dat een regionale uitstraling heeft 8.2 Zoveel mogelijk inwoners stimuleren tot sporten en gezonde lichaamsbeweging door het voeren van een complementair sportbeleid 8.3 Behouden van een hoogstaand vrijetijdsaanbod voor kinderen en jongeren 8.4 Werking van de Kinderboerderij activeren 8.5 Het bestaande vrijetijdsaanbod beter op elkaar afstemmen en het ontwikkelen van een gemeentelijk vrijetijdsbeleid en een geïntegreerd vrijetijdsaanbod 8.6 De troeven die Torhout heeft, meer promoten en uitspelen. Torhout als toeristische en feestende stad
Strategie 9– Een creatieve communicatie en betere participatiemogelijkheden voor inwoners
p.35
9.1 De externe communicatie wordt verder geoptimaliseerd 9.2 De externe communicatie zal maximaal digitaal worden uitgebouwd 9.3 Betere inspraak en participatie van inwoners bij de werking van de gemeente 9.4 Nieuwe inwoners meer betrekken bij het sociale leven
4. De stad als goede huisvader Strategie 10 – Een zorgvuldig beheer van de financiële middelen
p.36
10.1 De lokale belastingen op een aanvaardbaar niveau houden 10.2 Bepaalde gemeentebelastingen rechtvaardiger maken 10.3 Een positieve cashflow behouden
Michiel Mestdagh – het strategisch beleidsplan van de stad Torhout – 2007-2012 – gemeenteraadszitting 17 december 2007
4
Inleiding Voor u ligt het algemeen beleidsprogramma ‘2008-2012’. In dit beleidsprogramma zijn de (nieuwe) beleidsmatige kaders voor de komende jaren voor de stad Torhout geformuleerd. Dit document is de vrucht van het vele denkwerk en het brede overleg van en tussen vele mensen en actoren die betrokken zijn bij het gemeentelijk beleid in deze stad. We zijn ervan overtuigd dat we hiermee een ambitieuze, gedurfde, haalbare en betaalbare strategische beleidsnota opgemaakt hebben. Een consistent, moedig en betrouwbaar bestuur zal er nodig zijn om deze woorden om te zetten in daden. Doch Torhout wil dit: zeker als het de ambitie heeft de stad in de regio te blijven.
Het proces Bij het opstellen van dit algemeen beleidsprogramma zijn nieuwe wegen bewandeld. Deze tekst is tot stand gekomen met ruime inbreng van de gemeentelijke administratie. De diensthoofden formuleerden in januari 2007 hun beleidsprioriteiten voor de nieuwe legislatuur en overhandigden dit document aan het bestuur. Door het college van burgemeester en schepenen werden de absolute prioriteiten bepaald en keuzes gemaakt rekeninghoudend met de budgettaire ruimte. Dit is de neerslag van dit proces. Dit document heeft een dynamisch karakter. Dit document heeft ook niet de pretentie om volledig te zijn. Nieuwe opportuniteiten of uitdagingen kunnen zich gedurende deze legislatuur opdringen, verder onderzoek of nieuwe elementen kunnen een ander en juister inzicht geven op bepaalde zaken of budgettaire redenen kunnen er voor zorgen dat dit algemeen beleidsprogramma ‘2008-2012’ zal worden bijgestuurd. Verfijning, verdieping en actualisatie zullen nodig zijn. Jaarlijks zal dit beleidsprogramma dan ook worden geëvalueerd en bijgestuurd waar nodig. We hopen dat door de positieve inzet van vele mensen deze meerjarenplanning gedragen wordt.
Missie Het is de missie van de stad Torhout als kleinstedelijk gebied op provinciaal niveau een beleid te voeren dicht bij de mensen, een vraaggerichte en professionele dienstverlening te verstrekken en zich te profileren als een stad met een eigen identiteit en uitstraling waar het aangenaam is om te wonen, te leven en te werken. De handel, het onderwijs en de diensten hebben een lokale en bovenlokale uitstraling en spelen een belangrijke rol in het verhaal van de stad.
Strategieën De belangrijkste speerpunten of strategieën uit het algemeen beleidsprogramma 2008-2012 omvatten in het kort: 1 een efficiënt werkende interne organisatie; 2 een professionele dienstverlening die afgesteld is op de vraag van de burger; 3 uitgesproken en langdurig investeren in verkeersleefbaarheid, verkeersveiligheid en wegen; 4 aangenaam wonen in een duurzame gemeente;
Michiel Mestdagh – het strategisch beleidsplan van de stad Torhout – 2007-2012 – gemeenteraadszitting 17 december 2007
5
5 een actievere rol van de lokale overheid in de ruimtelijke ontwikkeling van onze gemeente; 6 werken aan een zorgzame en solidaire gemeente; 7 behouden van een hoogwaardig vrijetijdsaanbod voor alle inwoners, verzorgd door het verenigingsleven en het lokaal bestuur; 8 een creatieve communicatie en betere participatiemogelijkheden voor inwoners; 9 Een zorgvuldig beheer van de financiële middelen
1. De stad als organisatie 1 EEN EFFICIËNT WERKENDE INTERNE ORGANISATIE Aangezien het personeel de motor van de gemeente is, moet het personeel de eigen competenties ten volle kunnen ontwikkelen, zodat een professionele en flexibele werking in een nieuwe stimulerende omgeving mogelijk is. De bouw van een stadskantoor is dan ook een must en moet prioritair gerealiseerd worden. Personeel is het belangrijkste kapitaal binnen een gemeentewerking. Goed opgeleide, gemotiveerde personeelsleden, binnen een aangenaam werkkader, functioneren beter en zorgen voor een betere dienstverlening. 1.1 Zich als organisatie toespitsen op de kerntaken van een gemeentebestuur De kerntaken waar het gemeentebestuur zich wenst op te focussen, komen tot uiting in deze strategische nota. 1.1.1 Een doorlichting van de gemeentelijke organisatie moet onderzoeken welke de gewenste bezetting en organisatie van de verschillende diensten zou moeten zijn binnen de bestaande structuur en formatie om de klemtonen en doelstellingen van deze strategische beleidsnota te kunnen waarmaken. De personeelsformatie moet met de door het beleid geformuleerde doelstellingen in overeenstemming worden gebracht cf. met een verwijzing naar een ruimer mogelijk personeelseffectenrapport. 1.1.2 Het bepalen welke taken tot de kerntaken van het stadsbestuur behoren m.a.w. duidelijk vastleggen welke opdrachten de stad (nog verder) zelf moet doen. Hierin kadert o.m. de afweging van wat de stad zelf moet doen en wat ze moet uitbesteden. 1.1.3 Uitwerking kader rechtspositieregeling gemeentepersoneel (herziening administratief en geldelijk statuut, ..)
1.2 Welzijn op het werk laten doordringen in alle geledingen van de organisatie als een vanzelfsprekend deelaspect van elke taak 1.2.1 Streven naar optimale arbeidsomstandigheden waardoor de veiligheid en de gezondheid van het personeel worden gewaarborgd en het welzijn wordt bevorderd. 1.2.2 Het verder uitbouwen van een risicobeheersingsysteem in samenwerking met de interne en externe preventiedienst, waarbij volgens prioriteit van risico voor verschillende werkposten, bij taken in de verschillende domeinen m.b.t. welzijn op het werk een risicoanalyse wordt opgesteld.
Michiel Mestdagh – het strategisch beleidsplan van de stad Torhout – 2007-2012 – gemeenteraadszitting 17 december 2007
6
1.2.3 Aan de hand van de risicoanalyse en –evaluatie worden maatregelen vooropgesteld die het welzijn op het werk bevorderen. Hierbij wordt rekening gehouden met de prioriteit van de maatregelen (hiërarchie) en financiële haalbaarheid en wordt gestreefd naar een spreiding van de maatregelen voor verschillende en/of zo ruim mogelijke groepen personeelsleden. 1.2.4 Het welzijnsbeleid is er o.m. op gericht het aantal arbeidsongevallen maximaal te voorkomen. Wanneer een medewerker toch een arbeidsongeval voorheeft, moeten zijn of haar rechten worden verduidelijkt. De procesbeschrijvingen hieromtrent worden uitgeschreven en gecommuniceerd naar het personeel.
1.3 ‘Strategie en planning’: werken op basis van strategische planning 1.3.1 De strategische beleidsplanning voldoet minstens aan de bepalingen van het gemeentedecreet en zorgt voor afstemming van de diverse beleidskeuzes op elkaar. Een meerjarenplan met een strategische en financiële nota wordt opgemaakt en bevat strategische doelstellingen die jaarlijks worden vertaald in het budget. Deze strategische beleidsplanning wordt gedragen door zowel de politiek als de administratie, kenbaar gemaakt aan alle medewerkers en op regelmatige basis opgevolgd, geëvalueerd en bijgestuurd. 1.3.2 Alle sectorale of dienstgebonden beleidsplannen die worden opgemaakt, worden geïntegreerd en gekaderd binnen de algemene beleidslijnen. Het managementteam heeft hierbij een werk - waakfunctie. Het voorontwerp van alle sectorale beleidsplannen wordt besproken. Het managementteam gaat hierbij na of het voorontwerp van beleidsplan alle betrokken diensten heeft geraadpleegd en is afgestemd op het gemeentelijk beleidsplan. 1.3.3 In alle beleidsvoorstellen voor college en gemeenteraad wordt verwezen naar de hogere doelstelling(en) opgenomen in het beleidsplan en het budget of meerjarenplan. 1.3.4 Het managementteam krijgt in het gemeentedecreet de uitgesproken opdracht om de coördinatie van de gemeentelijke diensten bij de beleidsvoorbereiding, beleidsuitvoering en –evaluatie te ondersteunen. 1.4 ‘Leiderschap’: meer duidelijkheid en planmatige sturing van zowel de politiek leidinggevenden als de administratief leidinggevenden 1.4.1 Werken op basis van strategische planning: beleidsplanning, beleidsuitvoering, -opvolging, -evaluatie en bijsturing. Planning en het volgen van de planning geeft duidelijkheid, zowel naar het beleid, als naar het personeel en de bevolking. 1.4.2 Organiseren van opleidingen voor leidinggevenden en het maken van duidelijke afspraken opdat leidinggevenden hun competenties inzake coachen van medewerkers, leidinggeven en aansturen van een dienst nog beter kunnen ontwikkelen. 1.4.3 De organisatiestructuur zoals deze nu bestaat moet worden geëvalueerd en afgestemd op de strategieën en resultaten die we wensen te bereiken, geformuleerd in deze strategische nota. 1.4.4 Een betere afstemming en samenwerking tussen de gemeentelijke diensten. Projectmanagement wordt geïntroduceerd. Om de diensthoofden en leidinggevenden hiermee vertrouwd te maken wordt voorzien in een interne opleiding en/of coaching. Het managementteam is verantwoordelijk voor de opvolging en bewaking van de organisatieontwikkelingsprojecten, het managementoverleg voor de sectoroverschrijdende projecten en het diensthoofd voor de interne projecten. Projectgroepen bestaan uit medewerkers van verschillende diensten die allen het thema aanbelangen en hebben een duidelijke doelstelling, begin- en eindpunt, een duidelijke planning en timing. Er wordt een systeem uitgewerkt waarbij in elk beleidsvoorstel van een dienst een luik consequenties
Michiel Mestdagh – het strategisch beleidsplan van de stad Torhout – 2007-2012 – gemeenteraadszitting 17 december 2007
7
(financieel, personeel, ICT en communicatie) wordt toegevoegd. Dit om de reflex aan te leren vlugger de betrokken diensten te betrekken bij de planning en uitwerking van een actie of project. 1.4.5 Een goede interne communicatie is uitermate belangrijk. Het hebben van een goede interne communicatiestructuur waarbij elke medewerker voldoende geïnformeerd wordt voor het goed kunnen functioneren van de dienst en organisatie. 1.4.5.1 Het opmaken van een afsprakennota tussen het bestuur en de administratie maakt de onderlinge verwachtingen, verhoudingen en de wederzijdse verantwoordelijkheden uitgesproken en duidelijk. 1.4.5.2 De interne communicatieplatformen managementoverleg, diensthoofdenoverleg en het intern dienstoverleg binnen de diensten worden ingericht, geëvalueerd en bijgestuurd waar nodig. 1.4.5.3 Op regelmatige basis wordt een personeelsvergadering georganiseerd. Zo worden personeelsleden geïnformeerd over en betrokken bij organisatiewijzigingen of acties.
1.5 ‘Human Resources Management’: ontwikkelen en introduceren van een personeelsbeleid dat meer is dan enkel administratie en meer gericht op competenties en diversiteit. Het uitgangspunt van ‘personeelsbeleid’ of ‘human resources management’ is dat medewerkers de kern zijn van een organisatie en dat een optimaal gebruik van het menselijk potentieel cruciaal is voor het goed functioneren en presteren van een organisatie. Personeelsbeleid bestaat uit verschillende onderdelen: rekrutering, selectie, onthaal, opleiding en begeleiding, prestatie- en functioneringsmanagement, loopbaanontwikkeling, … In elk van deze onderdelen zullen inspanningen gebeuren met de personeelsdienst als coördinator, trekker en ondersteuner. 1.5.1 Een doelgericht en concreet stappenplan rond het ‘personeelsbeleid’ met de gepaste methodiek om op een zo efficiënt en snel mogelijke manier zaken te realiseren. 1.5.2 Een onthaalbeleid voor nieuwe medewerkers wordt uitgewerkt. 1.5.3 Het aanwervings - en selectiebeleid wordt verder op een objectieve en neutrale wijze gevoerd en verbeterd waar mogelijk. Nog meer wordt bij selecties de nadruk gelegd op de competenties nodig voor de functie. 1.5.4 De mogelijkheden voor een ruimere interne mobiliteit worden in het kader van het competentiemanagement onderzocht. Hierbij wordt gezocht naar een systeem op basis waarvan in de toekomst een keuze kan worden gemaakt of bepaalde vacatures via een interne dan wel via een externe procedure zullen worden ingevuld. 1.5.5 Deze competenties moeten dan ook geweten zijn en opgenomen worden in duidelijk omschreven en resultaatsgerichte functiebeschrijvingen en competentiegerichte profielen. Er wordt gestreefd naar een evenwicht tussen vaardigheden en kennis. 1.5.6 Deze resultaatsgerichte functiebeschrijvingen zijn de basis voor het kunnen voeren van goede functionerings - en evaluatiegesprekken. Hierbij moet de personeelsdienst de leidinggevenden ondersteunen en stimuleren in hun verantwoordelijkheid voor het motiveren van zijn of haar medewerkers en het voeren van goede functionerings - en evaluatiegesprekken. Een betere spreiding over het jaar moet toelaten dat meer aandacht kan worden geschonken aan deze gesprekken in vergelijking met het verleden. 1.5.7 Een strategisch vormingsbeleid waarbij medewerkers ten volle de kans krijgen om de noodzakelijke deskundigheid verder te ontwikkelen.
Michiel Mestdagh – het strategisch beleidsplan van de stad Torhout – 2007-2012 – gemeenteraadszitting 17 december 2007
8
Hierbij zal gewerkt worden op drie niveaus: -
organisatieniveau: opleiding gericht op de ontwikkeling van de volledige organisatie dienstniveau: specifieke opleiding van belang voor de goede werking van de dienst (kennis en vaardigheden) het niveau van het individu: opleiding gericht op de ontwikkeling van het individuele personeelslid. Hierbij wordt gewerkt met het instrument van de persoonlijke ontwikkelingsplannen (POP’s) en zal dit worden geïntegreerd bij de functionerings- en evaluatiegesprekken.
Er wordt bij elke nieuwe taak/opdracht nagegaan of bij de medewerkers de competentie aanwezig is om deze succesvol in te vullen. Waar nodig ondersteunt het vormingsbeleid deze invulling. Om dit vormingsbeleid gestalte te geven wordt een vormingsadviesraad opgericht met vertegenwoordigers uit de verschillende koepels. Vanuit dit orgaan worden voorstellen geformuleerd omtrent het aanbieden van vorming op organisatieniveau en worden criteria opgesteld en bewaakt m.b.t. de invulling van vorming op dienstniveau en op het niveau van het individuele personeelslid. Dit moet resulteren in een aangepast vormingsreglement (in overeenstemming met de nieuwe rechtspositieregeling) 1.5.8 Herwerken van het evaluatiereglement in het kader van de nieuwe rechtspositieregeling en gericht op het bevorderen van de competenties en motivatie van de medewerkers (betrokkenheid, engagement, etc.) 1.5.9 Diverse mogelijkheden van maatregelen ter bevordering van de intrinsieke motivatie van de medewerkers worden onderzocht. 1.6 ‘Management van de processen’: verankeren van de kennis en optimaliseren van alle werkprocessen. Elke organisatie werkt volgens eigen bepaalde gangbare afspraken, gewoonten en processen die zelden geformaliseerd of gecentraliseerd blijken te zijn. De kennis en knowhow zijn verspreid over de gehele organisatie en worden nauwelijks of niet bijgehouden. Omdat ook in onze gemeentelijke organisatie heel weinig of geen zicht is op de gangbare werkafspraken, gewoonten en processen, is alles veel minder zichtbaar en zijn deze afspraken, gewoonten en processen ook niet onderhevig aan permanente opvolging, verbetering en toetsing. Om de dienstverlening van onze organisatie, zowel de dienstverlening aan de burger als de interne dienstverlening te kunnen verbeteren moeten we eerst zicht krijgen op deze bestaande processen. De daaropvolgende procesanalyse zal de sterke en zwakke punten aanwijzen en leiden tot het formuleren van aanbevelingen om het proces waar nodig te verbeteren. 1.6.1 Het in kaart brengen van werkprocessen en deze optimaliseren waar mogelijk vanuit het oogpunt efficiëntie, vraaggerichtheid en administratieve vereenvoudiging. De bestaande werkwijze van in kaart brengen en analyseren van werkprocessen en methodieken wordt geëvalueerd en bijgestuurd waar nodig. 1.6.2 Het maken van duidelijke afspraken rond archivering van documenten en dossiers. Het beheren van onze papieren en digitale documenten, dossiers, en dergelijke meer vraagt om een goede en duidelijke aanpak. 1.6.3 De interne controle, zoals voorgeschreven in het gemeentedecreet, wordt o.m. gerealiseerd door het maken van duidelijke werkafspraken en het uittekenen van werkprocessen. 1.7 ‘Resultaten’: meten is weten. ‘Meten is weten’ wordt vaak gezegd. Het meten van prestaties is eigenlijk een stap in de beleidscyclus nadat er een beleid, strategie en doelstellingen zijn bepaald. 1.7.1 Bij elke actie en indien mogelijk bij operationele doelstellingen worden indicatoren bepaald. Deze indicatoren worden op een systematische manier opgevolgd en jaarlijks ter voorbereiding van de budgetbesprekingen getoetst aan de vooraf bepaalde norm. 1.7.2 Halverwege de legislatuur wordt een tevredenheidsonderzoek georganiseerd.
Michiel Mestdagh – het strategisch beleidsplan van de stad Torhout – 2007-2012 – gemeenteraadszitting 17 december 2007
9
1.8 Het formuleren van een antwoord op de huisvestingsproblematiek van de gemeentelijke diensten en politie. Vaststelling: volgende problematiek werd duidelijk vastgelegd: -
plaatsgebrek in het stadhuis met annex Huis Bekaert: nu 39 personen, in 1994: 19 personen; plaatstekort ICT (servers); plaatstekort secretariaat; plaatstekort archivaris en archiveringsruimte; geen personeelsvoorzieningen (keuken, refter); regelmatig tekort vergaderlokalen; geen degelijke ruimte schepenen en gemeenteraadsleden; wat langere termijn: nieuw dienstverleningsconcept: loketten, evolutie personeelsbestand; plaatsgebrek bij jeugddienst – uitleendienst: huisvesting, erbarmelijke toestand, ruimte te beperkt, zowel bureauruimte als opslagruimte, ruimte voor jeugdactiviteiten beperkt
Sociaal huis: in het kader van de samenwerking tussen de stad en het OCMW in de nabije toekomst werd de rol van het Sociaal Huis duidelijk vastgelegd in het Lokaal Sociaal Beleidsplan. Het wordt een belangrijk strategisch uitgangspunt. Op basis van deze vaststellingen wordt gestreefd naar een geïntegreerde aanpak voor deze huisvestingsproblemen op korte en lange termijn. De opstart van het dossier gebeurde in juli 2007 met de studieopdracht voor een mogelijke inplanting van een nieuw administratief centrum / stadskantoor. Resultaten voor de besluitvorming worden verwacht begin 2008. De voornaamste criteria op basis waarvan een keuze voor een locatie zal worden gemaakt zijn: 1. centralisatie van diensten (beperken van doorverwijzingen, bundelen van personeel en middelen, eenvoud in signalisatie, …) 2. goede bereikbaarheid (invalswegen, zorgeloos parkeren, …) 3. moduleerbaarheid (herindeling/uitbreiding lokalen in functie van toekomstige behoeften) 4. benutten / herconditioneren/verkoop (waarde) van thans in gebruik zijnde gebouwen - verweving van functies (nabijheid andere dienstverlenende besturen/instellingen/organisaties) De realisatie van een nieuw stadskantoor is gericht op een verbetering van de dienstverlening voor de bevolking.
1.9 ICT (informatie- en communicatietechnologie) Alle werkpunten rond ICT streven hetzelfde doel na: automatisering, verhogen van het gebruiksgemak en vereenvoudiging voor de gebruiker. Als gevolg van dit doel moet de service aan de burger verhogen ondermeer door de invoering van het e-loket. Om dit alles te realiseren is een intensieve procesanalyse nodig (zie gemeentedecreet en 1.6 management van de processen). 1.9.1
Pc en randapparatuur verder op één lijn brengen (merk- en modelsgewijs). Hierbij wordt continue vernieuwing en innovatie nagestreefd. Door de frequentie waarmee de pc’s vervangen worden, worden technische onderbrekingen (falen van hard- en software) tot een minimum herleid en verhoogt het gebruiksgemak voor de gebruikers.
1.9.2
Verdere automatisering van ICT taken. Zowel op serverniveau (beheer en onderhoud) als op clientniveau (installatie, beheer en onderhoud). Software wordt geïnstalleerd om monitoring en beheer automatisch te laten gebeuren, hierdoor is er minder manuele interventie nodig en kunnen mogelijke problemen reeds in een zeer vroeg stadium
Michiel Mestdagh – het strategisch beleidsplan van de stad Torhout – 2007-2012 – gemeenteraadszitting 17 december 2007
10
opgemerkt en verholpen worden. Het doel hiervan is weerom onderbrekingen voor de gebruikers minimaliseren en het gebruiksgemak verhogen. 1.9.3
Algemene communicatie optimaliseren door implementatie van diverse systemen. Het betreft hier communicatie zowel met de burger, leveranciers als interne communicatie. De systemen omvatten onder meer: - telefonie optimaliseren (nu reeds voor ongeveer 90% geoptimaliseerd via WAN en nieuwe telefooncentrale) - e-mail optimaal activeren : overschakelen op een nieuw groupware platform zoals Microsoft Exchange of concurrerend product. Het betreft hier niet enkel e-mail maar ook gedeelde agenda’s, instant messaging, documenten delen en uitwisselen,... - intranet en extranet systeem: aanvullend op de nieuwe internetsite zou een intranet (voor de ambtenaren, toegang enkel van binnen organisatie) en een extranet (voor mandatarissen en ambtenaren, beveiligde toegang van buitenaf) uitgewerkt moeten worden. Beide systemen dienen om informatie en documenten gemakkelijker te verspreiden en om bv. verlofaanvragen, onkosten,... via webformulieren te doen in plaats van de huidige papieren kaarten en Worddocumentjes op het netwerk. Ook opslaan van bestanden zou aan dit systeem gekoppeld kunnen worden en minder via de huidige onoverzichtelijke en onbeheersbare netwerkschijven en –mappen. - centraliseren en samenbrengen van huidige opgeslagen gegevens. Hierbij betreft het vooral het koppelen van persoonsgegevens (burgers, leveranciers, mandatarissen,...) en dossiergegevens aan persoonsgegevens uit het lokaal bevolkingsbestand. Op dit ogenblik heeft zo ongeveer elke dienst zijn eigen adressenbestand met (soms) gekoppelde dossiers. Het gevolg is dat informatie over één persoon in meerdere adressenbestanden voorkomt (redundantie). Bij wijzigingen moeten alle adressenbestanden apart aangepast worden, meestal gebeurt dit niet correct en zo krijgt men op bepaalde diensten incorrecte gegevens. Een centraal adressenbestand gekoppeld aan dossiers vraagt aanpassingen aan de huidige applicaties of zelfs overstappen op andere applicaties. Hiervoor worden wijzigingen op maat van het stadsbestuur noodzakelijk.
2
EEN BETERE VRAAGGERICHTE EN PROFESSIONELE DIENSTVERLENING VOOR DE BURGER
Het beeld dat de overheid een doolhof is waar men van het kastje naar de muur wordt gestuurd, lang moet wachten en niet altijd op de meest klantvriendelijke manier wordt behandeld, wil het bestuur in Torhout voorgoed kwijt. We streven naar een vraaggerichte en professionele dienstverlening waarbij we garant staan voor een deskundige aanmaak, een vriendelijke aflevering en een goede communicatie rond de diensten die we als gemeentelijke organisatie aanbieden. ‘Kwaliteit’ betekent het aanbieden van een goed product, op de afgesproken termijn, met een goede dienstverlening en voor een correcte prijs. De administratieve verplichtingen wensen we, rekeninghoudend met de hogere wetgeving, om te vormen tot soepelere, eenvormige en administratief eenvoudigere procedures zodat de burger zo weinig mogelijk naar het stadhuis moet komen. Als de burger dan toch moet of wenst te komen wordt hij op een correcte, vriendelijke en snelle manier geholpen.
Michiel Mestdagh – het strategisch beleidsplan van de stad Torhout – 2007-2012 – gemeenteraadszitting 17 december 2007
11
2.1 Aangepaste huisvesting in functie van klantgerichte dienstverlening. Cf. 1.6 Op basis van de studie voor de meest geschikte locatie voor het Stadskantoor, dient in een intern begeleide studie een keuze gemaakt te worden hoe er in de toekomst gewerkt zal worden binnen de stadsdiensten. Dit zal een belangrijk werkitem voor 2008-2009 worden: heel wat keuzes zoals snelloket, infobalie, front- en backoffice, e-loket, vrijetijdsloket,.. dienen hierin opgenomen te worden. Om een zo goed mogelijke vraaggerichte dienstverlening te kunnen garanderen is er eerst zicht nodig op alle werkprocessen en producten die de gemeentelijke organisatie aanbiedt. De werkprocessen worden één voor één in kaart gebracht, geanalyseerd vanuit het oogpunt efficiëntie, vraaggerichtheid en administratieve vereenvoudiging en geoptimaliseerd indien mogelijk. 2.2. Het evolueren naar een nieuw dienstverleningsconcept betekent dat er loketmedewerkers worden opgeleid en ondersteund die een uitgebreider pakket van producten en diensten kennen en kunnen afleveren. Een productencatalogus met alle nodige informatie en procesbeschrijving per product wordt uitgewerkt ter ondersteuning van de loketbedienden. In een eerste fase geldt dit voor de producten en loketten van de dienst Burgerzaken. Gelijktijdig wordt in het kader van het lokaal sociaal beleid een ‘sociaal loket’ uitgebouwd. De loketfunctie van het sociaal huis wordt gerealiseerd door het minimaal tot stand brengen van een gezamenlijk loket dat op een geïntegreerde wijze toegang verschaft tot de sociale dienstverlening van het lokaal bestuur. Dit impliceert dat de burger aan minimum één loket terecht kan waarbij hij/zij zowel informatie kan bekomen over de sociale dienstverlening en opvang- en hulpvormen van OCMW, stad en andere actoren en waarbij hij/zij gericht wordt doorverwezen voor die vragen die niet ter plaatse kunnen opgelost worden. Gezien de stedelijke administratie niet over een uitgebouwde eigen welzijnsdienst beschikt, lijkt het aangewezen dat de sociale dienst van het OCMW qua personeelsbezetting (8 maatschappelijk assistenten en 1 jurist) beter uitgerust is om de informatiefunctie, de vraagverhelderingsfunctie en de doorverwijsfunctie die aan het loket verbonden zijn, adequaat te vervullen. In een verdere fase wordt gekeken of producten van andere gemeentelijke diensten volgens het één -loketprincipe kunnen worden aangeboden en geïntegreerd. Dezelfde redenering en keuze wordt gemaakt voor land- en tuinbouwers met een land- en tuinbouwloket én zelfstandigen en ondernemers met een KMO - loket. Land- en tuinbouwers die in Torhout gevestigd zijn of er zich willen vestigen kunnen er terecht voor eerstelijnsvragen en –hulp, advies en efficiënte doorverwijzing naar andere bevoegde personen of instanties. Ondernemers, handelaars of zelfstandigen die in Torhout gevestigd zijn of zij die er zich willen vestigen, kunnen zich tot één administratief aanspreekpunt wenden, het KMO -loket. Ook zij kunnen er terecht voor eerstelijnsvragen en –hulp, advies en efficiënte doorverwijzing naar andere bevoegde personen of instanties. 2. 3 Introduceren van een klantenbeheersysteem en een efficiënt doorverwijsbeleid Vraaggerichte dienstverlening betekent dat de dienstverlening niet vanuit het oogpunt van de diensten, maar vanuit het oogpunt van de burger wordt georganiseerd. Naast het ter beschikking stellen van onze diensten, wordt indien nodig ook meer informatie gegeven over en doorverwezen naar andere bevoegde diensten die niet tot de gemeentelijke bevoegdheid horen. 2.3.1 Een klantenbeheersysteem biedt de mogelijkheid om contacten, brieven, telefoons, vragen gesteld door burgers te beheren en op te volgen. Alle klantencontacten binnen de gemeentelijke diensten worden zo in één systeem opgevolgd. 2.3.2 Bovendien organiseert de stad zich zodanig dat de burger die een vraag stelt, iets wil melden, een klacht wenst te uiten, een bezwaarschrift, verzoekschrift of petitie wenst in te dienen, een antwoord ontvangt binnen een redelijke termijn.
Michiel Mestdagh – het strategisch beleidsplan van de stad Torhout – 2007-2012 – gemeenteraadszitting 17 december 2007
12
2.4 Administratief vereenvoudigen waar mogelijk. 2.4.1 Werkprocessen worden in kaart gebracht en geanalyseerd vanuit o.a. het oogpunt van administratieve vereenvoudiging en vereenvoudigd indien mogelijk. Op deze manier wordt op een systematische manier gewerkt aan administratieve vereenvoudiging. 2.4.2 Alle formulieren die aan een burger ter beschikking worden gesteld, digitaal of op papier, worden gescreend op vlak van administratieve vereenvoudiging en worden vereenvoudigd waar mogelijk. 2.4.3 De gemeentelijke premies, belastingen en retributies worden gescreend op vlak van administratieve vereenvoudiging en worden vereenvoudigd waar mogelijk. 2.5 Streven naar een optimale bereikbaarheid van de gemeentelijke diensten 2.5.1 Bereikbaarheid is een belangrijk gegeven in dit dienstverleningsverhaal. Daarom worden openingsuren zorgvuldig bestudeerd en opgenomen in de context van het nieuwe Stadskantoor. 2.5.2 De bestaande digitale dienstverlening wordt geëvalueerd, geoptimaliseerd en uitgebreid waar mogelijk. De elektronische identiteitskaart wordt, waar mogelijk maximaal geïntegreerd. In 2009 zal elke inwoner een elektronische identiteitskaart hebben. 2.5.3 De toegankelijkheid van gemeentelijke infrastructuur wordt voor rolstoelgebruikers, kinderwagens en mensen met een visuele of auditieve handicap aangepast waar mogelijk. Hiervoor wordt een jaarlijks budget vastgelegd. Het huidige stadhuis wordt aangepast conform de opmerkingen geformuleerd in het rapport van het ‘Adviesbureau Toegankelijke Omgeving’. Voor de andere gemeentelijke gebouwen wordt een overzicht en planning opgemaakt rekening houdend met het beschikbare budget en nodige aanpassingen in het kader van de toegankelijkheid voor rolstoelgebruikers, kinderwagens en mensen met een visuele en auditieve handicap. 2.5.4 Nieuwe gemeentelijke en publiek toegankelijke gebouwen zijn betreedbaar en optimaal bruikbaar voor personen met een beperking en hebben een toilet toegankelijk voor personen met een beperking. 2.5.5 Alle publiek toegankelijke gebouwen hebben een duidelijke bewegwijzering. 2.6 Klantvriendelijker communiceren 2.6.1 Een positieve en vriendelijke ingesteldheid, actief en effectief luisteren, informatie geven die de klant of burger kan begrijpen, positief formuleren van informatie, een negatieve boodschap op een respectvolle en correcte manier verwoorden, vragen naar meer duidelijkheid, ... het zijn allemaal vaardigheden die medewerkers moeten hebben, verwerven en oefenen. 2.6.2 Op het vlak van klantvriendelijk telefoneren, spreken, brieven schrijven en e-mails sturen worden kwaliteitseisen voor de gehele organisatie bepaald. Alle communicatie naar de burger gebeurt op een eenvoudige en verstaanbare manier. 2.6.3 De selectievoorwaarden en functiebeschrijvingen voor loketbedienden worden aangepast en uitgebreid. Een sterkere klemtoon zal liggen op de competentie klantvriendelijk communiceren. 2.6.4 Duidelijk, herkenbaar, klantgericht en eenvoudig communiceren neemt een centrale plaats in de gemeentelijke organisatie in. De stad wil hiervan een belangrijke opdracht maken: het ontwikkelen van een huisstijl met dezelfde kernwoorden moet de dienstverlening ondersteunen.
Michiel Mestdagh – het strategisch beleidsplan van de stad Torhout – 2007-2012 – gemeenteraadszitting 17 december 2007
13
2.7 De stad werkt aan een modern en hedendaags archief dat beantwoordt aan de huidige normen. In eerste instantie wordt actief gezocht naar een ruimere locatie die voldoende mogelijkheden biedt voor het huidige en toekomstige archief. Belangrijk is de inzet op de inventarisatie van het ‘oude’ archief, het restauratie- en preservatiebeleid en het optimaliseren van het automatische archiefbeleid. Bijzondere aandacht gaat naar het ontsluiten van het archief voor het bredere publiek..
2. De stad als veilige en geordende omgeving 3 INVESTEREN IN VERKEERSLEEFBAARHEID, –VEILIGHEID EN WEGEN 3.1 Mobiliteit Een beleid waarbij in functie van de verkeersveiligheid gestreefd wordt naar een gedragswijziging van de weggebruikers is gebaseerd op drie sporen: informeren en sensibiliseren, waar nodig aanpassingen doorvoeren aan de infrastructuur en tenslotte handhaven voor zij die hardleers zijn. Met de goedkeuring in 2003 van het Gemeentelijk Mobiliteitsplan werd duidelijk welke oplossingen Torhout aan het mobiliteitvraagstuk wou geven. Sindsdien hebben heel wat mobiliteit- en verkeersproblemen een oplossing gekregen. Andere problemen krijgen binnenkort een oplossing. Zo wordt vanaf het voorjaar van 2008 in alle woonwijken de bebouwde kom ingevoerd. De invoering gebeurt gefaseerd, gespreid over enkele maanden. Iedere fase gaat gepaard met een informatie- en sensibilisatiecampagne zodat de weggebruikers zich aan de nieuwe situatie kunnen aanpassen. Pas in een latere fase wordt ook daadwerkelijk opgetreden tegen hardrijders. Aan mobiliteit en verkeer worden echter steeds hogere eisen gesteld. Voor de komende legislatuur wordt daarom vooreerst een evaluatie en mogelijks een bijsturing van het Gemeentelijk Mobiliteitsplan gepland. 3.1.1 Stimuleren van het fietsgebruik door meer te investeren in fietspaden en fietsinfrastructuur en zo het autogebruik zoveel mogelijk proberen terug te dringen De veiligheid van de zwakke weggebruiker staat centraal. Geregelde snelheidscontroles door politie moet dit ondersteunen en versterken. 3.1.1.1 Om het fietsen te bevorderen en de veiligheid van de fietser te garanderen wordt samen met het provinciebestuur uitvoering gegeven aan het Provinciaal fietsroutenetwerk. Dit is een netwerk in functie van het woon/werk en woon/school fietsverkeer dat over geheel de provincie wordt aangelegd. Gescheiden fietspaden krijgen de voorkeur op aanliggende fietspaden. Waar de ruimte beschikbaar is, komt een dubbelrichtingsfietspad. Regelmatig nazicht en degelijk onderhoud van fietspaden dient opgevolgd. De oversteekbaarheid van gevaarlijke kruispunten langs de verschillende trajecten wordt verbeterd. Dat is ondermeer het geval voor het kruispunt van de Noordlaan met de Industrielaan. Voor een aantal van voorgaande werken kunnen we rekenen op de financiële en logistieke medewerking van de Vlaamse en Provinciale Overheid. 3.1.1.2 Het gemeentelijk fietsroutenetwerk wordt verder uitgebreid en het netwerk van de trage wegen in de gemeente wordt geherwaardeerd. De opmaak van een inventaris en de selectie van trage wegen die in een netwerk worden opgenomen, komen daarbij eerst aan bod. Daarna zullen de geselecteerde wegen waar nodig hersteld of heraangelegd worden, en zullen de ontbrekende schakels waar mogelijk worden ingevuld. Niet interessante officiële voetwegen kunnen worden afgeschaft.
Michiel Mestdagh – het strategisch beleidsplan van de stad Torhout – 2007-2012 – gemeenteraadszitting 17 december 2007
14
3.1.1.3 Betere en veiligere fietsenstallingen voorzien op zichtbare plaatsen. In het mobiliteitsplan wordt een streefplan voor te realiseren fietsstallingen opgenomen. Op basis van deze planning en het jaarlijks budget dat hiervoor is vrijgemaakt, kunnen er betere en meer fietsenstallingen worden voorzien waar nodig. 3.1.2 Stimuleren van het voetgangersverkeer door verder te investeren in voetpaden en zo het autogebruik zoveel mogelijk proberen terug te dringen. Jaarlijks wordt een aanzienlijk bedrag voorzien op de begroting voor de heraanleg van de voetpaden in de wijken en in het stadscentrum. Woonstraten met een verbindingsfunctie worden bij nieuwe woonwijken of bij heraanleg voorzien van goed aangelegde voetpaden. Bij heraanleg of nieuwe voetpaden wordt voldoende aandacht geschonken aan de gebruiksvriendelijkheid voor personen met een beperking en personen met kinderwagens. Voetpaden worden voorzien van oversteekfaciliteiten voor deze doelgroep, oversteekplaatsen worden geaccentueerd en storende obstakels op oversteekplaatsen of die het voetpad versperren (bv. fietsen, vuilnisbakken, …) worden weggewerkt. Niet overal worden voetpaden voorzien. Ook kunnen bermen of verhoogde bermen worden ingezaaid met gras, bijvoorbeeld bij doodlopende straten bij nieuwe woonwijken of bij heraanleg. 3.1.3 Openbaar vervoer verder uitbouwen en stimuleren en zo het autogebruik zoveel mogelijk proberen terug te dringen. Ook de gebruikers van het openbaar vervoer worden niet vergeten. De invoering van extra mogelijkheden om gratis of tegen fel gereduceerde tarieven met de trein of bus te reizen worden verder overwogen. De financiële haalbaarheid ervan wordt onderzocht. Bepaalde bushaltes (met mogelijke uitbouw van nieuwe locaties) worden uitgebreid waar nodig met een stadsplattegrond, vuilbakken, zitbanken en fietsenstallingen. Bij wegenwerken wordt de halteplaats en –uitrusting geïntegreerd in het ontwerp. 3.1.4 Ontwikkelen van een globaal bewegwijzeringsplan, circulatieplan en parkeerbeleid. Verzekeren van een vlot en veilig verkeer op alle wegen, in het bijzonder verkeersveilige dorpskernen en schoolomgevingen Om de bereikbaarheid van diverse functies en overheidsgebouwen te verbeteren, wordt een globaal bewegwijzeringplan en een verkeerscirculatieplan opgemaakt. Parkeerroutes zullen de kortste weg naar de gratis parkeerplaatsen voor lang parkeren vanaf de ring aanduiden. De uitbreiding van de capaciteit voor lang parkeren in of nabij het centrum, waarbij ook de mogelijkheid wordt onderzocht om een ondergrondse parkeergarage aan te leggen, en een uitbreiding van de carpoolparking aan de rotonde in de Keibergstraat, worden voorzien. Om tegemoet te komen aan herhaalde vragen vanuit de wijken om maatregelen te nemen tegen het parkeren van vrachtwagens binnen de woonwijken, wordt gezocht naar mogelijkheden om op een aantal locaties parkeerfaciliteiten voor vrachtwagens aan te leggen. 3.1.4.1 Het gemeentelijk bewegwijzeringsplan wordt geconcretiseerd in een actieplan voor de komende jaren. Prioritair is het realiseren van bewegwijzering naar de bedrijvenzones, vrijetijdsinfrastructuur en hoofdbestemmingen. In de loop van deze legislatuur zullen alle hoofdbestemmingen binnen en rond de stad Torhout correct bewegwijzerd zijn. 3.1.4.2 Permanente aandacht gaat naar vlot en veilig verkeer in het bijzonder op die wegen die het doorgaand verkeer verzekeren en op omleggingswegen ten gevolge van wegeniswerken. Bovendien gaat meer aandacht naar de veiligheid van de zwakke weggebruiker. 3.1.4.3 Projectmatig en doelgericht worden verkeersacties uitgevoerd afgestemd op de verwachtingen van de bevolking en de gekozen beleidsopties vervat in het zonaal veiligheidsplan.
Michiel Mestdagh – het strategisch beleidsplan van de stad Torhout – 2007-2012 – gemeenteraadszitting 17 december 2007
15
3.1.5 De realisatie van deze beleidsdoelstellingen vergen een goede afstemming en integratie van het beleidsdomein mobiliteit met de beleidsdomeinen openbare werken en ruimtelijke planning en het bevorderen van de interne en externe communicatie. Er moeten dus niet alleen goede afspraken gemaakt worden met de vervoersmaatschappijen De Lijn en NMBS en met de Vlaamse en Provinciale Overheid, maar ook met de politie en de overige instanties die bevoegd zijn te ‘handhaven’ (parkeerwachters). Tenslotte wordt ook de herstructurering van en een betere taakomschrijving voor de Gemeentelijke Verkeerscommissie en een nieuwe samenstelling van de Gemeentelijke Begeleidingscommissie in het vooruitzicht gesteld. Beide commissies vervullen immers elk een specifieke taak bij de totstandkoming van beleidsplannen en kunnen het stadsbestuur op deskundige wijze adviseren. 3.2 Wegen- en waterinfrastructuur Op gebied van wegeninfrastructuur zal er blijvend specifieke aandacht gaan naar het veiligheidsgevoel op straat voor alle weggebruikers. Bij elke investering staan mobiliteit, veiligheid en duurzaamheid centraal. Hoe het bestuur een project wenst aan te pakken, wordt in een eerste fase duidelijk en open gecommuniceerd naar de bevolking via infobrieven, website en publicaties in de stadskrant, regionale kranten en waar nodig hoorzitting en informatievergaderingen. Duurzaamheid tekent zich vooral af in de keuze van materialen, in de wijze van onderhoud van het wegennet en het beheer van het stadspatrimonium. Ook qua aanplantingen ligt de nadruk op milieuvriendelijke en onderhoudsarme aanplantingen. De hoeveelheid verhardingen per project en de keuze voor een waterdoorlatende verharding worden nauwgezet opgevolgd en de mogelijkheid tot infiltratie of buffering van oppervlaktewater dient overwogen in het kader van de beperking van de wateroverlast. 3.2.1 Wegen Waar tijdens de vorige legislatuur, wat de gewestwegen betreft, het accent vooral werd gelegd op de heraanleg van de Vredelaan, een werk dat momenteel in uitvoering is en wordt afgerond tegen 2010, zal in de komende legislatuur de aandacht vooral gaan naar de overige gewestwegen en naar de provinciewegen op het gemeentelijke grondgebied. In functie van de veiligheid van deze wegen worden verbeterings- en aanpassingswerken vooropgesteld aan de Roeselaarseweg, de Bruggestraat, de Rijksweg en de Oostendestraat. Naast de gewest- en provinciewegen zullen ook een aantal gemeentewegen en kruispunten in uitvoering van het Gemeentelijk Mobiliteitsplan aangepast worden, nl. de Rijselstraat en de Paleputstraat . Volgens de noodwendigheid zullen nog op diverse andere locaties minder ingrijpende aanpassingswerken aan de wegen en kruispunten uitgevoerd worden. Primordiaal en in samenwerking met De Lijn en de NMBS Holding worden overeenkomsten gesloten om de heraanleg van het Stationsplein optimaal in te richten naar mobiliteit toe. De locaties voor busopstapplaatsen, fietsstallingen en parkeergelegenheid worden grondig afgewogen, in een logische samenhang met de garantie op veiligheid ten opzichte van de schoolomgeving. 3.2.1.1 De aanwezige wegen- en rioleringsinfrastructuur wordt degelijk onderhouden. Hiervoor wordt een herstelploeg ingezet. Jaarlijks wordt een budget voorzien voor het herstel van gebroken en verzakte betonvakken, voor het vervangen van toplagen van KWS -verhardingen, voor herstellingen aan kleinschalige materialen van greppels, boordstenen, parkeerstroken, voetpaden, fietspaden en voor herstellingen aan rioleringen, huisaansluitingen en straatkolken. Verder wordt het materiaal en materieel op peil gehouden, dienstig voor een goed werkende technische dienst (wegen, gebouwen en groen) inclusief de verdere uitbouw van het magazijn (stedelijke werkplaatsen) op de site Oude Gentweg. 3.2.1.2 Een inventaris met alle openbare verlichtingspalen in slechte staat dient als basis voor het vervangen en/of herstellen van openbare verlichtingspalen in slechte staat. Er komt een globale aanpak bij de vernieuwing
Michiel Mestdagh – het strategisch beleidsplan van de stad Torhout – 2007-2012 – gemeenteraadszitting 17 december 2007
16
van de oude verlichtingspalen en –armaturen, in samenwerking met de intercommunale. Er gebeurt een gerichte aankoop van armaturen, afgestemd op de locatie en rekening houdend met het energiezuinig aspect. 3.2.1.3 De voorbije jaren investeerde de stad in de renovatie van haar invalswegen. Deze intentie wordt voortgezet met name de aanleg van het laatste deel van de Rijselstraat. In de Kortemarkstraat wordt de laatste 2,2 km van de rijweg naar Kortemark hersteld en uitgebreid met een nieuw fietspad. De Keibergstraat wordt heringericht waardoor een ontradend effect gecreëerd wordt voor doorgaand verkeer.
3.2.2 Waterbeleid : het verbeteren van de kwaliteit van het oppervlakte - en grondwater en het voorkomen van wateroverlast Het stadsbestuur zal oog hebben voor de verdere optimalisering van het waterbeleid op verschillende fronten: drinkwater, oppervlaktewater, hemelwater en grondwater. De sensibilisatie rond spaarzaam gebruik van leidingwater en het gebruik van regenwater wordt via gerichte acties en premies verder gezet (bv. betoelaging van regenwaterputten, verdeling stortbakregelaars,…). Nieuwe projecten worden via hoorzittingen en informatieavonden aan de bevolking kenbaar gemaakt. Via verschillende rioleringsprojecten, afgeleid uit het zoneringsplan, wordt gestreefd naar een kwaliteitsverbetering van het oppervlaktewater. De projecten staan in voor de verdere inzameling van vuil water en de afkoppeling van regenwater uit de riolen. Deze projecten gaan gepaard met de heraanleg van sommige wegen: in Wijnendale (kleine zuiveringsinstallatie), in Maria Assumpta, de Goede Herder, Driekoningen enz… De diverse lozingen van woningen in het buitengebied zullen via een controlesysteem door het bestuur opgevolgd worden. Hierbij bieden ondermeer individuele behandelingsinstallaties voor afvalwater een oplossing aan de bestaande vervuiling van grachten en beekstelsels. De inventarisatie van grondwaterwinningen (sinds mei 1999 een onderdeel van de Vlarem Milieuwetgeving) wordt verder gezet. Een goede voorlichting aan de bevolking inzake de controles en de Vlaremvoorwaarden voor buitengebruikstelling van de mazouttanks, draagt bij tot een betere grondwaterkwaliteit. 3.2.2.1 Om de wateroverlast maximaal in te dijken wordt op het terrein specifieke aandacht besteed aan het onderhoud van grachten en waterlopen van derde categorie. Vooral de grachten die bij hevige regenval op korte termijn een groot debiet aan water vervoeren, zullen nauwlettend in het oog gehouden worden en geruimd of versterkt worden. Concrete locaties voor de realisatie van bufferbekkens zijn momenteel onderwerp van studie. 3.2.2.2 Waterstromen leiden vaak tot modderstromen, het gevolg van erosie in hellende gebieden. Met kleine ingrepen op korte termijn kan erosie beperkt worden. Via de opmaak van een gemeentelijk erosiebestrijdingsplan wenst het stadsbestuur hier een oplossing aan te bieden. Burgers, in het bijzonder landbouwers die met dergelijk probleem geconfronteerd worden, zullen worden ingelicht over de mogelijke oplossingen en ondersteund worden: - organisatie van informatieavonden naar de burgers toe - aanbrengen van taludbescherming om verder inspoelen tegen te gaan.
4 AANGENAAM WONEN IN EEN DUURZAME GEMEENTE 4.1 Leefmilieu is voor het stadsbestuur het beleidsterrein bij uitstek om een begeleidende, ondersteunende en coördinerende rol te spelen naar de gezinnen, de scholen, verenigingen en de bedrijven toe. Zo is de opbouw van een gemeentelijke milieudatabank (met gegevens over alle vroegere en huidige milieu -,
Michiel Mestdagh – het strategisch beleidsplan van de stad Torhout – 2007-2012 – gemeenteraadszitting 17 december 2007
17
lozing - en grondwatervergunningen) niet enkel noodzakelijk voor de milieudienst, maar zal deze ook een ondersteunend element zijn voor de bedrijven (bv. voor het mededelen van vergunningen die vervallen). De stad ondertekende reeds vier milieuconvenanten met de Vlaamse Regering, namelijk de milieuconvenanten 1992-1996, 1997-1999, het verlengd milieuconvenant 2000-2002 en de samenwerkingsovereenkomst “Milieu als opstap naar duurzame ontwikkeling 2002-2007”. In de nabije toekomst wordt de tekst van een nieuwe samenwerkingsovereenkomst verwacht. Deze milieuconvenanten en hun opties vormden en vormen nog steeds de basis voor het stedelijk milieubeleid. Wij denken daarbij aan de uitbouw van het recyclagepark, het functioneren van de milieudienst, de interne milieuzorg bij de stadsdiensten, de werking van de milieuraad, de organisatie van de gescheiden huis-aan-huisophalingen, het waterbeleid en de bekommernis om onze natuurlijke entiteiten (groen, kleine landschapselementen, bermen Groenhovebos, parken en landschappen). 4.1.1 Meer groen: groenvoorziening In het verstedelijkte Vlaanderen zullen de gemeentelijke groene zones en parken en de privétuinen wellicht de natuurreservaten van de toekomst vormen. Het stadsbestuur wil dat Torhout effectief het groene centrum van het Houtland blijft. Door zijn lidmaatschap van de Vereniging voor Openbaar Groen, het Regionaal Landschap Houtland en de Bosgroep Houtland en de samenwerking met het Agentschap voor Natuur en Bos en de Provincie West-Vlaanderen heeft Torhout daarbij de nodige troeven gekregen om dit doel te bereiken. Activiteiten zoals de Boomplantdag (maart), de Dag van het Park (mei), de Week van het Bos (oktober) en de Dag van de Natuur (november) raken stilaan bekend bij de bevolking en zullen verder gestimuleerd worden. 4.1.1.1 Openbaar groen Waar liggen de groenzones? actualisatie inventaris van de stedelijke groenzones die gebruikt zal worden als een werkinstrument voor efficiënte planning en degelijk onderhoud Wie doet het onderhoud? - uitvoeren van een personeelsplan met volgende krachtlijnen : aanstellen van vaste wijkverantwoordelijken, verantwoordelijken voor het grasmaaien en het zwerfvuil en verantwoordelijken voor kwetsbare zones (begraafplaatsen, park Ravenhof) - de mobiliteit van het personeel zal geoptimaliseerd worden Hoe gebeurt het onderhoud? - voorkeur voor inheemse beplantingen die weinig onderhoud vergen - de mogelijkheid zal bekeken worden om bestaande graszones die nu veel onderhoud vergen, om te zetten in onderhoudsvriendelijke zones met bv. bodembedekkers - er zal verder gezorgd worden voor een deskundige vorming en bijscholing van het onderhoudspersoneel, inzonderheid wat het snoeien en sproeien betreft Welke materialen? - inzet van de tweede hakselaar in groenzones om ter plaatse het gehakseld hout aan te wenden tegen onkruid - er zullen gerichte aankopen gebeuren in functie van de noodzaken die blijken uit de inventaris - het personeel zal via cursussen de nodige bijscholing krijgen om met nieuwe materialen om te gaan. 4.1.1.2 Privaat groen - verdere stimulatie van de aanplant of aanleg van kleine landschapselementen door particulieren (hagenrijen, bomenrijen en poelen) via betoelaging en advies milieudienst - nagaan van de mogelijkheid of bepaalde geïsoleerde kleine groenzones door de aangelanden kunnen worden - toelagereglement voor het onderhoud van knotbomen
Michiel Mestdagh – het strategisch beleidsplan van de stad Torhout – 2007-2012 – gemeenteraadszitting 17 december 2007
18
4.1.2 Natuurontwikkeling Het Gemeentelijk NatuurOntwikkelings Plan (GNOP) werd in 1996 goedgekeurd door de gemeenteraad en door AMINAL Brussel. Een actualisatie dringt zich momenteel op. Voor de verdere uitvoering van de actieplanning rond het GNOP (beekvalleien en Groenhovebos) zal samengewerkt worden met de milieuraad, het Regionaal Landschap Houtland, de Bosgroep Houtland, het Agentschap voor Natuur en Bos en het Provinciebestuur WestVlaanderen. 4.1.2.1 Groenhovebos Het uitvoeren van het uitgebreid duurzaam bosbeheerplan 2007-2027 in samenwerking met het Agentschap voor Natuur en Bos en de Bosgroep Houtland : stimulering natuurlijke verjonging, bevorderen van inheemse boomsoorten en behoud en herstel van de natuurlijke fauna (levendbarende hagedis) en flora (orchideeën, heide). Er wordt actief gezocht naar een locatie voor de inplanting van een speelbos voor kinderen en jongeren in de toekomst. 4.1.2.2 Bermbeheer - het bermbeheer ecologisch optimaliseren met het bermbeheerplan - aankoop van een slagmaaier voor het bermbeheer 4.1.2.3 Andere waardevolle natuurelementen - inventarisatie van waardevolle poelen en instandhouding - nagaan of bepaalde waardevolle natuurelementen kunnen aangekocht worden door de stad 4.1.3 Sensibilisatie Met het nog steeds actuele spreekwoord “jong geleerd is oud gedaan” in het achterhoofd, wil het stadsbestuur zich inzonderheid tot de scholen richten om aan milieuopvoeding te gaan doen. Via diverse projecten zoals het MOP, spreekbeurten en rondleidingen in het recyclagepark, Groenhovebos en het Park Ravenhof wordt geprobeerd dit doel te bereiken. Ook de volwassenen kunnen een beroep doen op een milieuloket waar tientallen brochures verkrijgbaar zijn, terwijl inspraak gegarandeerd wordt via de milieuraad. 4.1.4 Afval Volgens het Afvalstoffendecreet van 1981, het Uitvoeringsplan Huishoudelijke Afvalstoffen 2003-2007 van OVAM en de Samenwerkingsovereenkomst 2002-2007, vervult de stad een belangrijke coördinerende en ondersteunende taak voor de afvalinzameling op zijn grondgebied. Initiatieven voor preventie, recyclage en verwerking van huishoudelijk afval en KMO- bedrijfsafval moeten gesteund en op elkaar afgestemd worden, dit samen met de 11 andere gemeenten die deel uitmaken van de intercommunale MIROM ROESELARE en de 3 gemeenten die deel uitmaken van MIROM MENEN. Zo wordt gestreefd naar een uniform afvalbeleid naar de bevolking toe. 4.1.5 Lucht De beleidsmaatregelen die m.b.t. het thema lucht worden voorgesteld situeren zich op 3 vlakken : reductie van de industriële emissies, voorkomen van afvalverbranding door bedrijven en gezinnen en reductie van de emissies door verwarming van particuliere woningen.
Michiel Mestdagh – het strategisch beleidsplan van de stad Torhout – 2007-2012 – gemeenteraadszitting 17 december 2007
19
Er worden bijzondere inspanningen gedaan om de kwaliteit van de lucht te verbeteren. De strijd tegen het fijn stof staat hierbij voorop. Hierbij ondersteunt het stadsbestuur de maatregelen van de Vlaamse regering en probeert de stad zelf een steentje bij te dragen bij deze grensoverschrijdende problematiek, dit door het organiseren van autoluwe initiatieven zoals o.a. het stimuleren van fietspools, het stimuleren van het eigen personeel om met de fiets naar het werk te gaan, het organiseren van een autoluwe week met alle scholen. Op verschillende plaatsen worden borden geplaatst ‘Motor stilleggen bij wachten’. Er wordt onderzocht in welke mate het gemeentebestuur kan optreden tegen de dreigende wildgroei van masten op hoogte. 4.1.6 Geluid Geluid is één van de weinige materies waar de stad nog ruim reglementerend kan optreden. Voor concrete geluidsproblemen kan de gemeente immers desgevallend een gemeentelijke politieverordening uitvaardigen. Voor bedrijven voorziet Vlarem II uitgebreide algemene en sectorale voorwaarden, die door de stad als vergunningverlenende overheid voor de klasse 2-inrichtingen door bijzondere voorwaarden kunnen worden verstrengd. 4.1.7 Interne milieuzorg Het stadsbestuur heeft een voorbeeldfunctie naar de bevolking toe. Daarom wordt ook binnen de gemeentelijke diensten aan afvalpreventie gedaan. Afval wordt gesorteerd en er wordt aan energiebesparing gedaan. Waterverbruik wordt opgevolgd. 4.1.8 Energie Energiezorg is één van de pijlers van een vooruitstrevend milieubeleid. Minder energieverbruik betekent minder CO²-uitstoot, minder emissie van verzurende stoffen, minder luchtverontreiniging en minder radioactief afval. Energiezorg levert ook centen op. Door het energieverbruik op te volgen via een energieboekhouding en door het structureel implementeren van rendabele energiebesparende maatregelen kunnen de jaarlijkse energiekosten aanzienlijk verminderd worden. 4.1.9 Inwoners worden aangezet om bewust om te gaan met bestrijdingsmiddelen. Hierbij geeft het gemeentebestuur zelf het goede voorbeeld door bestrijdingsmiddelen te gebruiken in overeenstemming met het pesticidenreductieplan.
4.2 Stads- en dorpskernen aantrekkelijker maken 4.2.1. Het onderhoud van het openbaar domein is een duidelijke kerntaak van de gemeente. Iedereen hecht veel belang aan de kwaliteit van ‘zijn’ voetpad, fietspad, straat, pleintje of park… Via sensibilisatie wil de stad de bevolking stimuleren mee zorg te dragen voor het openbaar domein: dit kan ondermeer door het werken met zgn. zwerfvuilmeesters, peter- en meterschappen,… 4.2.2 Het Marktproject en aanpak van de binnenstad. De herinrichting van de Markt. De heraanleg van de markt is een project dat een doordachte aanpak vereist. Binnen de cultuurbeleidsplanning werd sedert 2006 gewerkt aan een gefaseerd onderzoek om vragen en mogelijkheden in kaart te brengen. Eind 2008 wordt een volledige portfolio verwacht die zal dienen voor de verdere studie en planning. De stap naar de herinrichting zal gezet worden samen met de belangengroepen en belangenbehartigers van deze grote open ruimte in de stad.
Michiel Mestdagh – het strategisch beleidsplan van de stad Torhout – 2007-2012 – gemeenteraadszitting 17 december 2007
20
4.2.3.Via het organiseren van bebloemingsacties willen we inwoners stimuleren mee de stads- en dorpskernen op te fleuren door bloem- en plantenbakken of hangkorven aan te brengen. 4.2.3. Sluikstorten wordt zwaarder beboet en de pakkans bij sluikstorten wensen we gevoelig te verhogen. Hierbij worden zowel de stadswachten, politie, alle gemeentelijke diensten als de burger ingeschakeld om sluikstorten en zwerfvuil te voorkomen en aan te pakken. 4.3 Begraafplaatsen goed onderhouden en uitbreiden waar nodig 4.3.1 Op korte termijn wil de stad overgaan tot de sluiting van de begraafplaats Bruggestraat, wat betekent dat er geen begrafenissen meer zullen plaats hebben. Er dienen modaliteiten vastgelegd voor het overbrengen van de stoffelijke resten en na 10 jaar kan overgegaan worden tot ontruiming . Voor deze site wordt een reconversieproject vooropgesteld waarbij o.a. volgende elementen in aanmerking komen: het behoud van de waardevolle grafmonumenten; groen -en recreatieve voorzieningen en parkeermogelijkheden. Grootschalige bebouwing kan geen deel uitmaken van het reconversieprogramma. Een beperkte uitbreiding van de aanwezige jeugdlokalen is evenwel mogelijk. 4.3.2 Op de begraafplaats “ De Warande “ wensen we het gebruik van uniforme graftekens maximaal te behouden. Vanaf heden is een urnenveld beschikbaar. Het paviljoen wordt geschikt gemaakt voor burgerlijke afscheidsplechtigheden. De heraanleg van de paden (opnieuw asfalteren en boordstenen aanpassen), de paden tussen de zerken toegankelijker maken en vooral de verruiming van de begraafsite ‘de Warande’ (inclusief de inbreiding van het bestaande kerkhof) staan hoog op de agenda. De begraafplaats Wijnendalepark is gesloten en wordt ontruimd. De vrijgekomen ruimte krijgt als nabestemming sport en recreatie. 4.3.3 Begraafplaatsen worden goed onderhouden 4.4 Land- en tuinbouwsector ondersteunen 4.4.1 De land- en tuinbouwbedrijven die vandaag nog actief zijn verdienen duidelijkheid wat betreft de vestigingsplaats voor land- en tuinbouw. Hierbij moet rekening worden gehouden met de invulling van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan en het gemeentelijk natuurontwikkelingsplan dat de basis is voor het behoud en verdere ontwikkeling van de natuur in de gemeente. - Bedrijfszekerheid garanderen. Eerst gevestigde bedrijven laten primeren. - Vergunningen: ondersteuning bij hernieuwen, verwittigen bij einde termijn. - Zorg voor kleine landschapselementen aanmoedigen via extra -ondersteuning van beheersovereenkomsten met de Vlaamse Landmaatschappij. - Bouwdossier: - vlotte afhandeling, met aandacht voor integratie van de gebouwen in de omgeving via aangepaste architectuur; - wachttijden wegwerken 4.4.2. Land- en tuinbouwers zijn de grootste beheerders van de natuur in onze gemeente. Initiatieven die de land- en tuinbouwsector promoten worden ondersteund. Landbouwers met een globaal plan voor beplanting worden gestimuleerd via het afsluiten van beheersovereenkomsten met de Vlaamse Landmaatschappij (VLM). Initiatief wordt ondernomen voor volgende zaken: - inkleding en begroening van de bedrijven aanmoedigen, via landschapsbedrijvenplannen en hulp bij onderhoud; - ondersteunen van het poelenproject (Regionaal Landschap Houtland); - sluikstorten en zwerfvuil (langs wegen en in grachten…) voorkomen en ontraden door toezicht
Michiel Mestdagh – het strategisch beleidsplan van de stad Torhout – 2007-2012 – gemeenteraadszitting 17 december 2007
21
4.4.3. Zoals hoger opgenomen wordt ter ondersteuning van de land - en tuinbouwers een land - en tuinbouwloket uitgebouwd. Land - en tuinbouwers die in Torhout gevestigd zijn of er zich willen vestigen kunnen er terecht voor eerstelijnsvragen en – hulp, advies en efficiënte doorverwijzing naar andere bevoegde personen of instanties. 4.4.4 Naar infrastructuur toe worden volgende elementen op de agenda gezet: 4.4.4.1 Landelijke wegen: - onderhoudsplan opmaken en tijdig uitvoeren; - aandacht voor uitwijkstroken, aansluitend bij op- / afrit of recht tegenover (grote draaicirkel); - sluikverkeer bannen 4.4.4.2 Wegbermen: - onderhouden met aandacht voor de verkeersveiligheid 4.4.4.3 Afwatering: - onderhoudsplan opmaken en uitvoeren (opdelen in sectoren); - onderhoud van duikers en waterdoorvoeren meenemen; - waterbuffers plannen en inrichten; - werking van de Waterschappen opvolgen / aansturen met oog voor bescherming van patrimonium en goederen; - opsporen van bodemerosie knelpunten + gericht aanpakken (bufferstrook); - wateroverlast voorkomen: meer en bredere open grachten. - Extra aandacht voor het reiten ( het wegnemen van de begroeiing) van de grachten.
4.5 Een veilige gemeente 4.5.1 Politie De zonale veiligheidsraad bereidt dit zonaal veiligheidsplan voor cf. de Wet op de Geïntegreerde Politie (WPG), de politiezones stellen in 2008 hun zonaal veiligheidsplan voor en leggen dit aan de lokale en federale overheden ter goedkeuring voor. Een zonaal veiligheidsplan voor de politiezone Kouter wordt dus in 2008 opgemaakt voor 2009-2012. De zonale veiligheidsraad komt tweejaarlijks samen om de resultaten van de veiligheidsacties en eventuele aanpassingen die noodzakelijk zullen zijn, te kunnen uitvoeren. De evenementen, manifestaties en fuiven worden besproken in ad hoc vergaderingen met de organisatoren. Afspraken rond opvolging en evaluatie worden gemaakt in deze vergaderingen. 4.5.2. Een betere samenwerking en afstemming tussen de politiediensten, gemeentelijke en OCMW-diensten. De politiediensten, gemeentediensten en OCMW – diensten moeten nog beter met elkaar samenwerken. 4.5.3 Brandweer De op stapel staande brandweerhervorming heeft tot gevolg dat taken die vroeger strikt gemeentelijk georganiseerd werden naar een breder kader overgeplaatst worden. Deze schaalvergroting biedt voordelen. De nakende brandweerhervorming zal in deze legislatuur ongetwijfeld invloed hebben op de werking en organisatie van de veiligheidsbeleid van de gemeente. Het principe van ‘de snelste adequate hulp’ houdt in dat op Torhouts grondgebied ook andere korpsen zullen interveniëren en dat in de regio die traditioneel door de Torhoutse brandweer bediend werd er nu 5 korpsen actief zullen zijn. De verplichting om binnen de vijf minuten uit te rukken, zal intern een reorganisatie van de werking vragen.
Michiel Mestdagh – het strategisch beleidsplan van de stad Torhout – 2007-2012 – gemeenteraadszitting 17 december 2007
22
Het is voor de stad aangewezen om actief te participeren op de hogere niveaus om via de eigen invulling van het begrip veiligheid bij te kunnen dragen tot een goede organisatie en werking van de veiligheidsdiensten, meer specifiek de brandweerdiensten. In afwachting van de definitieve zonevorming blijft het stadsbestuur wel investeren in de noodzakelijke uitrusting van het brandweerkorps zodat de bevolking steeds mag rekenen op een efficiënte en adequate hulpverlening. 4.5.4 Veiligheidscel Er wordt werk gemaakt van een gemeentelijke veiligheidscel. Deze staat in voor de opmaak van een “Algemeen Nood- en Interventieplan en waar nodig van Bijzondere Nood- en Interventieplannen voor evenementen. Het opmaken van een risico- inventarisatie en risicoanalyse en het organiseren van jaarlijkse oefeningen.
5 EEN ACTIEVERE ROL VAN DE LOKALE OVERHEID IN DE RUIMTELIJKE ONTWIKKELING VAN ONZE STAD. Nieuwe uitdagingen voor de realisatie van een leefbare stad en een kwaliteitsvolle open ruimte 5.1 Nu Torhout over een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk structuurplan beschikt, groeit het aantal uitdagingen. De stad krijgt de kans, mits aan vijf voorwaarden wordt voldaan, om ontvoogd te worden. Ontvoogd zijn houdt in dat de stad zonder tussenkomst van de Hogere Overheid bouw- en verkavelingsvergunningen mag afleveren. Vooraleer we aan deze voorwaarden kunnen voldoen moeten nog een aantal stappen ondernomen worden. Vooreerst moet minstens één stedenbouwkundig ambtenaar aangesteld worden. Daarnaast moeten drie registers worden opgemaakt en ter inzage van het publiek worden gelegd: het plannenregister, het vergunningenregister en het register van de onbebouwde percelen. De ontvoogding is een enorme uitdaging voor de komende legislatuur. 5.1.1.1 Doorlooptijd van de aanvragen stedenbouwkundige vergunning moeten waar mogelijk verder beperkt worden. Door aan de vijf voorwaarden zoals hierboven vermeld te voldoen, heeft het stadsbestuur een grotere autonomie. De doorlooptijd van een dossier kan hierdoor nog verder worden beperkt. 5.1.2. Via een stedenbouwkundige verordening wil de stad aanvullende voorwaarden opleggen om zo de ruimtelijke kwaliteit te verbeteren en de gevolgen van verstedelijking te reglementeren. Bij de beoordeling van een stedenbouwkundige vergunning en een verkavelingsaanvraag steunt de gemeente enerzijds op de stedenbouwkundige voorschriften die zijn opgenomen in de gewestplannen, BPA’s (bijzondere plannen van aanleg), RUP’s (ruimtelijke uitvoeringsplannen) of stedenbouwkundige verordeningen. Zo kan de gemeente in een stedenbouwkundige vergunning of verkavelingsvergunning aanvullende voorwaarden opleggen. Zo kan bijvoorbeeld bij meergezinswoningen de verplichting worden ingebouwd om garages te voorzien achter de bebouwing of ondergronds. Er komt een koppeling van de inventaris op het onroerend erfgoed aan de regelgeving m.b.t. de stedenbouwkundige verordening. De permanente aandacht voor het onroerend erfgoed gebeurt in samenspraak met de eigenaar met het oog op de bewaring en de vergroting van de kwaliteit van het gebruik. 5.1.3. Steekproefsgewijs wordt het naleven van verleende stedenbouwkundige vergunningen gecontroleerd. De herstelvordering wordt consequent ingesteld als er geen regularisatievergunningen kunnen worden afgeleverd.
5.2. Opmaken van gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP’s) . De stad zal de visies en doelstellingen opgenomen in haar goedgekeurd Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ook moeten vertalen in ruimtelijke uitvoeringsplannen en gemeentelijke verordeningen en op die wijze het juridische kader creëren dat gebruikt zal worden bij de beoordeling van bouw- en verkavelingsaanvragen. Doch
Michiel Mestdagh – het strategisch beleidsplan van de stad Torhout – 2007-2012 – gemeenteraadszitting 17 december 2007
23
vooreerst zal een beeldkwaliteitsplan voor de stedelijke kern worden opgemaakt. Dat plan zal zowel de bebouwde omgeving als de publieke ruimte omvatten. Het moet richtinggevend zijn voor de opmaak van ruimtelijke uitvoeringsplannen en voor de afgifte van stedenbouwkundige vergunningen. De visie voor het strategisch stedelijk projectgebied ‘stationsomgeving’ wordt verder uitgewerkt. Er worden nieuwe mogelijkheden gezocht voor de invulling van de site van het recyclagepark nadat dit is overgeplaatst naar het nieuwe lokale bedrijventerrein in de Ambachtstraat. Daarnaast willen we een maatregelenbundel opmaken om kleinschalige inbreiding- en renovatieprojecten te bevorderen en de leefkwaliteit in de woonwijken te verbeteren. Via de opmaak en uitvoering van een strategisch plan voor het stedelijk groen en het verderzetten van de herinrichting van de publieke ruimte willen we zelf een inbreng hebben in de verbetering van de leefomgeving. Ook voor de meer landelijke gebieden voorziet de stad maatregelen ter bescherming van de landschappelijke en ecologisch waardevolle gebieden via de opmaak van een inventaris van de waardevolle natuurlijke elementen. Deze inventaris zal als referentie- en toetsingskader dienst doen bij de afweging van stedenbouwkundige vergunningen. De dienstverlening naar de burger toe willen we verbeteren o.m. door de termijnen waarbinnen vergunningen worden afgeleverd tot het absolute minimum te beperken. Ook de toegankelijkheid tot stedenbouwkundige informatie moet verbeterd worden. Daartoe wordt een geografisch informatiesysteem of GPS-systeem uitgebouwd dat zal toelaten stedenbouwkundige informatie via e-loket op te vragen. Ook het gebruik van e-mail bij de behandeling van stedenbouwkundige vergunningsaanvragen wordt onderzocht. 5.3 Proactief nadenken over, het ontwikkelen van een eigen visie en een actieve rol spelen in de bovengemeentelijke overlegorganen en netwerken m.b.t. het bovengemeentelijk ruimtelijk beleid
3 De stad als omgeving voor mensen: solidair en zorgzaam 6 WERKEN AAN EEN ZORGZAME EN SOLIDAIRE GEMEENTE Het stadsbestuur bouwt samen met het OCMW aan een stad met speciale aandacht voor mensen en groepen die ondersteuning en begeleiding nodig hebben. Het lokaal sociaal beleidsplan beschrijft het geheel van beleidsbepalingen en acties van het lokaal bestuur, het OCMW en de lokale actoren, met het oog op het garanderen van de toegang van elke burger tot de rechten vastgelegd in artikel 23 en artikel 24§3 van de grondwet: recht op een menswaardig leven, arbeid, sociale zekerheid, huisvesting, culturele en maatschappelijke ontplooiing en onderwijs. Het lokaal sociaal beleid richt zich tot elke burger met welzijnsvragen maar geeft ook bijzondere aandacht voor burgers die door persoonsgebonden en/of door maatschappelijke factoren extra ondersteuning en kansen nodig hebben. Op basis van de omgevingsanalyse zijn doelstellingen geformuleerd die een plaats krijgen in het lokaal sociaal beleidsplan. Naast het gemeentelijk beleidsplan wordt door het OCMW ook een meerjarenplan 2008-2012 uitgewerkt. Hun doelstellingen vinden vooral hun plaats binnen deze gemeentelijke strategie.
Michiel Mestdagh – het strategisch beleidsplan van de stad Torhout – 2007-2012 – gemeenteraadszitting 17 december 2007
24
6.1 Een toegankelijke sociale dienstverlening zo dicht mogelijk bij de mensen 6.1.1 De graad waarin aandacht en zorg wordt besteed aan de meest zwakke groepen is één van de parameters waaraan we de kwaliteit van de gemeenschap kunnen aflezen. Om die kwaliteit nog te verhogen zal de stad samen met het OCMW instaan voor het uittekenen van het lokaal sociaal beleid. Op basis van het lokaal sociaal beleidsplan zal een Sociaal Huis uitgebouwd worden als aanspreekpunt voor alle sociale aangelegenheden. De stad en het OCMW gaan nauwer samenwerken om hun gezamenlijke info- en verwijsfunctie zo goed mogelijk op te nemen. 6.1.2 Een belangrijke opdracht van het OCMW, met name de seniorenzorg, zal in het licht van de voortschrijdende vergrijzing alleen nog maar in belang toenemen. Voor de activiteiten die het OCMW in overleg met alle betrokken actoren daaromtrent ontwikkelt, worden de nodige middelen voorzien. Vooral de verdere uitbouw van het modern en kwaliteitsvol woon- en zorgcentrum met een dagverzorgingscentrum is een prioriteit voor deze legislatuur. 6.1.3 Het stadsbestuur voorziet in de jaarlijkse dotatie aan het OCMW voldoende financiële middelen om het OCMW in staat te stellen haar wettelijke opdracht op vlak van kansarmoedebestrijding naar behoren te vervullen. Ook in Torhout is er op vandaag nog heel wat, veelal verdoken achterstelling. Deze achterstelling is niet louter van financiële aard, maar komt ook voor op het vlak van opvoeding, opleiding, huisvesting, tewerkstelling, sociale en culturele integratie. 6.1.4 Van de vele thema’s wordt het meest belang gehecht aan kinderopvang, drugpreventie, sociale tewerkstelling, sociale huisvesting en hulp aan de zorgbehoevende senioren en chronische zieken. Het stadsbestuur zal deze beleidsdomeinen met grote aandacht volgen en ondersteunen zoals vastgelegd in het lokaal sociaal beleidsplan.
6.2 Huisvesting Een kwalitatieve woning aan een betaalbare prijs, gelegen in een veilige en gezellige woonomgeving, is dat niet waar iedereen van droomt? Toch kunnen ook in Torhout nog heel wat mensen deze droom niet waarmaken. Door hun financiële, sociale of fysieke achterstand zijn ze genoodzaakt met minder genoegen te nemen. Soms moeten ze tevreden zijn met het minste van het minste. Het stadsbestuur wil hieraan tegemoet komen door een gedifferentieerd huisvestingsbeleid te voeren naar de verschillende doelgroepen toe en gericht oplossingen aan te bieden, zodat iedereen, arm of rijk, aan bod kan komen. 6.2.1 De stad wil de motor zijn voor de realisatie van woonprojecten door kansen te creëren en door op te treden als regisseur. De stad wil de regisseursfunctie concretiseren door de opmaak van een woonplan, de oprichting van een lokale woonraad en de invoering van specifieke tegemoetkomingen voor projectontwikkelaars en particulieren. Daarnaast wil de stad ook een actieve rol spelen bij de realisatie van haar doelstellingen o.m. door het voeren van een actief grond- en pandenbeleid, door gronden en panden ter beschikking te stellen voor sociale woonprojecten, en door het opwaarderen van de kwaliteit van de bestaande huurwoningen via een beleid op drie sporen: via kwaliteitsbewaking en de invoering van bijkomende gemeentelijke normen bovenop de normen vastgelegd in de Vlaamse Wooncode, via het stimuleren van renovatieprojecten en via krachtdadiger handhaving zodat deze kwaliteit ook op het terrein zichtbaar wordt. 6.2.2 Voor nieuwe woonprojecten gaat de voorkeur uit naar kwalitatieve verdichtingprojecten en inbreidingen renovatieprojecten in de binnenstad en in de kernen van het buitengebied. Dergelijke projecten krijgen de voorkeur op nieuwe verkavelingen. Dit hoeft niet te betekenen dat nieuwe verkavelingen niet langer mogelijk zijn. Integendeel. Maar verkavelbare gronden worden schaars en dus duur. Bovendien is de aanleg van nieuwe wegen dikwijls nodig. Omdat deze wegen in de toekomst moeten worden onderhouden, creëren ze bijkomende lasten voor het stadsbestuur. Middelen die wellicht beter besteed kunnen worden om de kwaliteit van het bestaande patrimonium en de bestaande woonomgeving te verbeteren. De stad zal inspanningen leveren om het aanbod aan betaalbare bouwkavels te verhogen.
Michiel Mestdagh – het strategisch beleidsplan van de stad Torhout – 2007-2012 – gemeenteraadszitting 17 december 2007
25
6.2.3 Om de toegankelijkheid tot informatie die verband houdt met huisvesting voor de burger te verbeteren wordt de mogelijkheid onderzocht om de bestaande initiatieven van de stad (huisvestingsdienst), het O.C.M.W. (sociaal verhuurkantoor), de sociale bouwmaatschappijen (koop- en huursector) en andere mogelijke partners op dezelfde locatie onder te brengen. De invoering van dit éénhuis / éénloket systeem bevordert de kennisoverdracht tussen de verschillende partners die in een woonbeleid betrokken zijn, en verbetert tezelfdertijd de toegankelijkheid tot en de beschikbaarheid van informatie. Bovendien wordt onnodig heen- en - weergeloop voor de informatiezoekers ermee voorkomen.
6.3 Gezondheid Enerzijds willen we het behoud van gezondheid stimuleren en “ziekte” voorkomen door preventief te werken, ook bij de sociale doelgroepen. Anderzijds willen we de aanwezigheid van “ziekte” behandelen, verplegen en verzorgen door de toegang tot de bestaande curatieve gezondheidsdiensten te vergroten (drempelverlagend werken) en de dienstverlening op zich uit te breiden en af te stemmen op de behoeften van de sociale groepen. 6.3.1
Toegang tot de bestaande diensten rond lichamelijke, geestelijke en psychosociale gezondheid verruimen (bekendheid van de diensten onder mekaar verhogen, de bekendheid van de diensten bij de bevolking en bij de sociale doelgroepen verhogen= drempelverlagend werken)
6.3.2
Preventief werken, ook bij sociale doelgroepen, om het behoud van gezondheid te stimuleren en ziekte te voorkomen (bestaande initiatieven en samenwerkingsverbanden verder zetten en blijven onderhouden i.s.m. CGG, LOGO, SIT, provincie WestVlaanderen : drugbeleid, griepvaccinaties, prostaatkanker, tabakspreventie, gezonde voeding, vroegtijdige opsporing borstkanker, valpreventie, preventie van infectieziekten, dementie,…)
6.3.3
Beweging activeren
6.3.4
Verder preventief werken rond verslavende middelen met de jeugd- en preventiewerker, de scholen, de CAW’s, de ziekenhuizen, de politie in een drugoverlegplatform. De stad Torhout wenst verder te investeren in de opmaak van een drugbeleidsplan zodat de bevolking bewust kan omgaan met alcohol en drugs en dat vroegtijdige hulp wordt geboden bij problemen als gevolg van drugsgebruik. De stad wil drugsgebruik ontraden, het bewustmakingsproces begeleiden en structurele maatregelen aanreiken om misbruik te voorkomen en te verhelpen. Daarvoor wil de stad de bevolking permanent informeren en de info voor de bevolking coördineren. De stad stimuleert de uitbouw en/of coördinatie van de hulpverlening in Torhout en zorgen voor effectieve preventie voor jongeren en volwassenen.
6.3.5
De dienst voor ambulante drukhulpverlening ‘Keerpunt’ blijft financieel verder ondersteund totdat deze een RIZIV-erkenning heeft.
6.3.6
Sturen van een verjaardagskaart met vaccinatieschema naar alle 1-jarigen.
6.4 Bijdragen tot de optimale participatie, ontplooiing en ontwikkeling van de senioren en ouderen Op dit ogenblik is 28 procent of bijna 1 op 4 van de Torhoutse bevolking 60 jaar of ouder. Net zoals het jeugdbeleid een doelgroep benadert, zal in kader van het lokaal sociaal beleid een beleid worden ontwikkeld
Michiel Mestdagh – het strategisch beleidsplan van de stad Torhout – 2007-2012 – gemeenteraadszitting 17 december 2007
26
gericht op de noden, behoeften en belangen van senioren en ouderen, rekening houdend met de grote diversiteit binnen deze groep. Een 60-jarige is en kan nauwelijks worden vergeleken met een 90-jarige. In deze strategische nota hebben alle strategieën betrekking op alle leeftijdsgroepen, dus ook op de groep senioren of ouderen. De gemeente voert een inclusief beleid. Dit is een beleid dat op alle beleidsdomeinen zoveel mogelijk rekening houdt met alle leeftijdsgroepen. Dienstverlening en voorzieningen moeten toegankelijk zijn voor iedereen. Dit betekent dan ook geen aparte dienstverlening of voorzieningen voor ouderen voorzien waar dit niet nodig is. Een ouderenbeleidsplan wordt niet opgemaakt. Het seniorenbeleid krijgt zijn plaats en wordt uitgewerkt binnen het lokaal sociaal beleid. 6.4.1 Voorkomen en bestrijden van eenzaamheid door het aanmoedigen van sociaal contact. Ouder worden kan in sommige situaties gepaard gaan met vermindering van sociale relaties: werkrelaties vallen weg, partner en/of vrienden overlijden, ziekte of afnemende mobiliteit bemoeilijken deelname aan sociale en culturele verenigingen. Volhouden van de inspanningen voor voldoende aangepaste opvang voor hulpbehoevende gehandicapten. 6.4.2 Activiteiten die georganiseerd worden voor senioren en ouderen worden nog beter bekend gemaakt. Samen met de seniorenverenigingen organiseren van computer-, internet-, gsm-opleidingen en Mobi+. Aangepaste ondersteuning voor de seniorenverenigingen. 6.4.3 De basismobiliteit voor senioren dient verzekerd te worden door een goede dienstverlening vanuit het openbaar vervoer en een betere bekendmaking van de werking van de mindermobielencentrale. 6.4.4 Aanbieden van kwaliteitsvolle informatie voor senioren. Centraal aanspreekpunt met aparte ruimte met verhoogde mogelijkheid op privacy. 6.4.5 Het bestaande aanbod aan activiteiten en hulp voor senioren wordt beter bekendgemaakt. Lage drempels. 6.4.6 Bovendien wordt elke 65-jarige via het OCMW actief maar vrijblijvend geïnformeerd over zijn of haar sociale rechten en de bestaande sociale dienstverlening. 6.4.7 De beleidsparticipatie van senioren in diverse beleidsdomeinen wordt nagestreefd zodat hun belangen mee in rekening worden gebracht. De seniorenraad wordt verder ondersteund. 6.4.8 Bejaarden hebben behoefte aan aangepaste huisvestingsvormen: kleinere woningen en serviceflats die op loopafstand van voorzieningen zijn gelegen, moeten gerealiseerd worden.
6.5 Ontwikkelen van een kansenbeleid: een meer toegankelijke gemeente voor personen met een beperking 6.5.1 Een overleg met personen met een beperking wordt georganiseerd: een stedelijke adviesraad voor personen met een handicap wordt opgericht. Zo worden personen met een beperking meer bij het beleid betrokken. 6.5.2 Gemeentelijke infrastructuur en openbare gebouwen zijn bereikbaar, betreedbaar en bruikbaar voor personen met een beperking. Hierbij wordt de richtlijnen van het Provinciaal Steunpunt voor Toegankelijkheid West- Vlaanderen met betrekking tot de toegankelijkheid voor personen met een beperking gerealiseerd. Zoals in de richtlijnen opgenomen zijn alle nieuwe gemeentelijke en publiek toegankelijke gebouwen betreedbaar en optimaal bruikbaar voor personen met een beperking en hebben een toilet toegankelijk voor een persoon met een beperking. De bestaande gemeentelijke en publiek toegankelijke gebouwen worden aangepast waar mogelijk. Hiernaast hebben alle publiek toegankelijke gebouwen een duidelijke bewegwijzering. 6.5.3 De initiatieven op vlak van verkeersinfrastructuur zijn in deze strategische nota opgenomen onder deel 2 . Bij het aanleggen van parkeerplaatsen zorgt de stad dat er voldoende ruimte voorzien wordt voor
Michiel Mestdagh – het strategisch beleidsplan van de stad Torhout – 2007-2012 – gemeenteraadszitting 17 december 2007
27
parkeerplaatsen voor personen met een handicap. Bij onterecht gebruik van parkeerplaatsen voor mensen met een beperking wordt strenger opgetreden. Ook het aanpassen van de opstap van voetpaden staat op de agenda. 6.5.4 Verder integreren van personen met een handicap (rolstoelgebruikers, doven, slechtzienden, …) en aandacht schenken voor een goede dienstverlening zoals bv. een basisopleiding gebarentaal voor enkele baliebedienden, .. 6.5.5 In het stadspatrimonium openbare toiletten voorzien voor personen met een handicap 6.6 Kinderopvang De stad wil betaalbare en kwalitatieve kinderopvang voor alle kinderen ondersteunen en waar nodig uitbouwen. Ze legt de nadruk op een veilige en pedagogisch verantwoorde opvang door rekening te houden met kinderen, ouders, middelen, personeel en omgeving. Een bijzondere rol is weggelegd voor het lokaal overleg kinderopvang en het CKO- project (centrum voor kinderopvang), dat het opname- en coördinatiebeleid, de toegankelijkheid ook voor kansarmen en de informatieen participatiemomenten zal bewaken. 6.7 Dienstverlening van de lokale werkwinkel verder uitbouwen Recht op werk is een sociaal grondrecht. De gemeente wil vanuit haar regiefunctie het partnerschap met de VDAB, OCMW, andere overheden en alle relevante actoren op vlak van werkgelegenheid verder uitbouwen. Dit wordt uitvoerig beschreven in de conclusies van het Lokaal Sociaal Beleidsplan. Operationeel is er de lokale werkwinkel. De werkwinkel schenkt meer aandacht en biedt een betere dienstverlening naar werkgevers en ondernemers. In samenwerking met de adviesraad wordt overleg met bedrijven georganiseerd. De stad blijft ook verder investeren in de WIS –computer. 6.8 Inwoners aanzetten tot internationale solidariteit door hen kennis en inzicht bij te brengen over de leefsituatie voornamelijk in het Zuiden. Torhout is een stad die openstaat voor diversiteit en die de bevolking wil sensibiliseren wat de Noord- Zuidwereldverhouding betreft. Bij ontwikkelingssamenwerking ziet de stad TROSSO (raad voor ontwikkelingssamenwerking en samenwerkingsontwikkeling) als belangrijkste motor voor het opstarten van sensibilisatieacties en het verdelen van project- en verenigingssubsidies en subsidies voor noodhulp. De stad wil de bestaande subsidies verhogen en wil meer werk maken van een duurzaam aankoopbeleid.
7
WERKEN AAN WERK: ONDERNEMEN IN TORHOUT
Een stad moet aantrekkelijk zijn voor ondernemers. Ondernemingen zorgen voor extra dynamiek. Bovendien verschaffen ze werk. Torhout wil haar centrumfunctie voor handel en bedrijvigheid versterken en verder uitbouwen. Daarom krijgen ondernemers nieuwe kansen aangeboden via een specifiek beleid gericht op de (klein)handel, het toerisme en bedrijvigheid.
Michiel Mestdagh – het strategisch beleidsplan van de stad Torhout – 2007-2012 – gemeenteraadszitting 17 december 2007
28
7.7.1 De oprichting van een raad voor lokale economie is een eerste stap. In overleg met deze raad zal een beleidsplan lokale economie worden opgemaakt waarbij naar een verregaande integratie wordt gestreefd van het beleidsdomein lokale economie met alle andere beleidsdomeinen. Begin 2008 wordt een eerste Algemene Vergadering georganiseerd waar alle handelaars, bedrijfsleiders en zelfstandig ondernemers van Torhout op uitgenodigd worden. Daarmee wordt de eerste stap voor de oprichting van de raad voor lokale economie gezet. 7.7.2 Naast de aanleg door de stad, van een nieuw lokaal bedrijventerrein met ruimte voor een 20-tal kleine bedrijven in de Ambachtstraat, wordt met de provincie verder onderhandeld voor de aanleg van een regionaal bedrijventerrein met een oppervlakte van circa 15 ha langs de Roeselaarseweg. Het regionaal bedrijventerrein moet ook grotere bedrijven toelaten om zich in Torhout te komen vestigen. Beide terreinen zouden vóór het einde van komende legislatuur in gebruik moeten zijn. Zonevreemde bedrijven zullen rechtszekerheid krijgen via de opmaak van een ruimtelijk uitvoeringsplan. Waar ruimtelijk aanvaardbaar, zullen de zonevreemde bedrijven ook mogen uitbreiden. 7.7.3 De opmaak van een strategisch commercieel plan voor de stad met specifieke doelstellingen en ontwikkelingskansen voor de handelsvestigingen in de landelijke wijken en de dorpen Wijnendale en SintHenricus staat eveneens op het programma. Dat plan moet garant staan voor de leefbaarheid van de handel in het centrum, de dorpen en de buitenwijken. 7.7.4 Een betere bewegwijzering naar en op de bedrijventerreinen moet de bereikbaarheid vanaf het hoofdwegennet naar de terreinen en de er gevestigde bedrijven waarborgen. 7.7.5 De ambtenaar lokale economie is verantwoordelijk voor de uitbouw van een dienst lokale economie en de organisatie van een specifiek KMO -loket waar handelaars, bedrijfsleiders en zelfstandig ondernemers met al hun vragen terecht kunnen.
8 BEHOUDEN VAN EEN HOOGWAARDIG VRIJETIJDSAANBOD VOOR ALLE INWONERS VERZORGD DOOR HET VERENIGINGSLEVEN EN HET LOKAAL BESTUUR De stad Torhout kiest voor een vernieuwend en sensibiliserend vrijetijdsaanbod. De verenigingen en de gemeente zijn structurele partners in het te voeren vrijetijdsbeleid. De vrijetijdssector streeft naar de verdere uitbouw van een geïntegreerde en vraaggerichte dienstverlening waardoor nieuwe (ontmoetings-) mogelijkheden worden gecreëerd. De gemeente draagt zorg voor het behoud, beheer en onderhoud van het cultureel erfgoed en voor het maximaal ontsluiten ervan voor de brede bevolking. 8.1 Het culturele aanbod stimuleren en verrijken door het leveren van een eigen specifieke bijdrage die een regionale uitstraling heeft. Het Cultuurcentrum en de bibliotheek hebben 6 jaar geleden als gemeentelijke cultuurhuizen hun eigen beleidsplan uitgewerkt. Deze beleidsplannen lopen dit jaar ten einde. In 2007 wordt voor de laatste keer door het Cultuurcentrum en de bibliotheek een jaaractieplan en jaarverslag opgemaakt. Het Cultuurcentrum, de bibliotheek en het Cultuurpunt werkten samen in 2007 een afgestemd beleidsplan 20082013 uit, geënt op deze strategische nota, waarbij het Cultuurcentrum en de bibliotheek als partners in het gemeentelijk cultuurbeleid samen met de cultuurraad willen bijdragen tot de ontwikkeling van een culturele dynamiek en de regio. De werkingsmiddelen voor het Cultuurcentrum en de bibliotheek worden net zoals voor sport bestendigd.
Michiel Mestdagh – het strategisch beleidsplan van de stad Torhout – 2007-2012 – gemeenteraadszitting 17 december 2007
29
8.1.1 Bevestigen en verfijnen van het cultuurbeleid De stad kiest voor een eigen kwalitatief vrijetijdsbeleid en creëert tegelijk de randvoorwaarden voor de maximale ontplooiing van het lokale verenigingsleven. Het cultuurbeleid is en wordt uitgetekend in overleg en samenwerking met de adviesraden, verenigingen en particulieren. De gemeente moet bij de uitbouw van het vrijetijdsaanbod uitgaan van een duidelijk profiel en een duidelijke visie. Deze visie is neergeschreven in het beleidsplan voor cultuur, welke reeds goedgekeurd werd in de gemeenteraad eind oktober 2007. Het stadsbestuur wil dat de bestaande culturele programmering in stand wordt gehouden. Het huidig uitgebreid en gevarieerd aanbod moet gehandhaafd worden en uitgebreid naar hedendaagse beeldende kunst en literatuur. Bij dit alles wordt cultuur gezien als een motor voor gemeenschapsvorming. Het cultuurbeleid wil de aanwezige sterktes en potenties in de stad verder ontwikkelen en ontwikkelingskansen bieden: het historisch patrimonium, de aanwezigheid van een groot potentieel publiek, de aanwezigheid van dynamische culturele actoren, en dit alles binnen een jeugdig en dynamisch profiel van de stad. De stad wil een dynamisch cultureel leven ontwikkelen, o.a. door het bewaken van een transparante en efficiënte werking van de diensten van de stad, subsidiair aan de werking van het culturele werkveld. Dat houdt in dat het stadsbestuur een eigen kwalitatief vrijetijdsbeleid uitbouwt, dat vernieuwend en sensibiliserend is en dat als aanvulling op en stimulering van het verenigingsleven een voortrekkersrol op zich neemt. In de eigen programmering houdt de gemeente in de mate van het mogelijke rekening met de initiatieven van de lokale verenigingen. Zowel in de eigen programmering als in de ondersteuning van de verenigingen zullen keuzes moeten worden gemaakt tussen projectmanagement en langdurige evenementen De stad wil naar verenigingen en culturele partners een voorwaardenscheppend beleid voeren en het sociaalcultureel vormingswerk ondersteunen: in Torhout bestaat er een uitgebreid en sterk ontwikkeld verenigingsleven. Deze verenigingen maken een belangrijk deel uit van het sociale weefsel in de stad. Dit doen zij met hun eigen aanbod aan activiteiten. De gemeentelijke verenigingen krijgen hiervoor vlot toegang tot de gemeentelijke infrastructuur voor het inrichten van hun activiteiten. Het gemeentebestuur versterkt de banden met de verenigingen en geeft hen maximale kansen voor verdere ontwikkeling. Samenwerking en wisselwerking zijn hierbij eveneens belangrijke aspecten. De stad zal blijvend materiële, financiële en promotionele middelen inzetten om het gemeentelijk verenigingsleven te ondersteunen. De gemeente mag daarbij rekenen op een grotere zichtbaarheid van de gemeentelijke inbreng bij de verenigingen. Deze ambities willen we waarmaken langs diverse kanalen: 8.1.2 Wat betreft het algemeen cultuurbeleid •
De stad wil door een brede dialoog met het werkveld en alle betrokkenen het cultuurbeleid verlevendigen en verscherpen. De stad wil op alle gebied stimuleren en duidelijke initiatieven nemen. Netwerken en mensen worden gestimuleerd om mee te gaan in het verhaal en het aanbod: het proces wordt belangrijk. Gemeenschapsvorming is en blijft een uitgangspunt. De rol van het cultuurbeleid ligt erin de gemeenschappen, groepen, verenigingen,.. die aanwezig zijn in de stad, te verbinden en te versterken. Er is een belangrijke rol weggelegd voor de wijken: deze worden uitdrukkelijk meegenomen in het algemene verhaal. Er wordt altijd vertrokken vanuit een aanvullend denken: concurreren is geen werkwoord in dit verhaal.
•
De stad werkt verder aan een leervriendelijk beleid met een maximale deelname aan en interesse voor het bestaande aanbod. De stad wil van leren een basisgegeven voor iedereen maken. Het levenslang en levensbreed leren moet worden uitgebouwd en gestimuleerd. Hierin spelen diverse partners een belangrijke rol. De muziekschool, waar het stadsbestuur opteert om er een academie van te maken, de bibliotheek, TIC, Minnestreel….. Ook hier moet aandacht zijn voor doelgroepen aan wie dat proces van levenslang leren te vaak voorbijgaat.
Michiel Mestdagh – het strategisch beleidsplan van de stad Torhout – 2007-2012 – gemeenteraadszitting 17 december 2007
30
•
De erfgoedwerking van de stad wordt verder verankerd in het cultuurbeleid en wordt een belangrijk element van het participatie- en gemeenschapsvormend verhaal. De stad draagt zorg voor het behoud, beheer en onderhoud van het cultureel erfgoed en voor het maximaal ontsluiten ervan voor de brede bevolking. De stad streeft ernaar het cultureel erfgoed in het toeristische aanbod op te nemen. Er wordt actief gezocht naar mogelijkheden om de troeven die de gemeente op dit vlak heeft (kastelen en kasteelparken, bossen, historisch waardevolle gebouwen, beschermde landschappen,…) ten volle uit te spelen. Belangrijkste aandachtspunt tijdens de komende legislatuur is de restauratie van het voormalige hospitaal Ten Walle in de Bruggestraat. De stad organiseert zelf activiteiten (bijvoorbeeld ZigZag, straatlopers, ….. ) maar maakt ook gebruik van andere manifestaties en bestaande initiatieven (Erfgoeddag, Open Monumentendag,…) om het publiek kennis te laten maken met het cultureel erfgoed van de gemeente. Naast het erfgoed zal er ook blijvend aandacht geschonken worden aan de ‘kunst in de stad’ in de brede betekenis van het woord. Er zal ingezet worden op tijdelijke openluchttentoonstellingen en op het plaatsen van beelden in de stad maar tevens zal er aandacht zijn voor esthetiek en verfraaiing van de stad. Ook andere kunstvormen moeten hun rechten krijgen.
•
Ten slotte wil de stad ook de interne werking van de vrijetijdsdiensten optimaliseren cf. strategie 1.
8.1.3 Wat betreft het Cultuurcentrum de Brouckere •
Het Cultuurcentrum de Brouckere waarborgt een breed, eigentijds en kwaliteitsvol cultuurspreidingsaanbod gericht op de Torhoutse bevolking en de ruime regio. Het eigen kunstaanbod wordt gerealiseerd op maat van de stad en verzorgingsgebied, binnen het niveau van een cultuurcentrum categorie C.
•
Het Cultuurcentrum de Brouckere werkt aan gemeenschapsvorming, -opbouw en -versterking en draagt zo bij tot een grotere samenhang van de lokale gemeenschap.
•
Cultuurcentrum de Brouckere werkt aan de verhoging en verbreding van de cultuurparticipatie om een zo ruim en divers mogelijk publiek te bereiken. Het CC voert een actief doelgroepenbeleid naar families, jongeren, senioren en maatschappelijk kwetsbare groepen
•
Cultuurcentrum de Brouckere investeert blijvend in een effectieve, efficiënte en klantvriendelijke werking. De ontwikkeling van de nieuwe interactieve website zal hier een belangrijke stimulans betekenen.
8.1.4 Wat betreft de bibliotheek •
Op vlak van ‘Info en kennis’ wil de bib het informatieaanbod vergroten en de informatiekloof verkleinen. Iedereen moet de kans krijgen om die informatie te vinden die hij/zij zoekt.
•
Verder zal de bib initiatieven ontwikkelen waardoor levenslang leren voor steeds meer mensen een tweede natuur kan worden.
•
Niet in het minst wil de bibliotheek ook de ontspanningsfunctie van de burger behartigen. Het aanbod wordt dus ook afgestemd op de vraag van de lezer. De bib zal ook inspanningen doen om meer mensen te laten participeren aan cultuur. Daartoe zal het zijn doelgroepenbeleid verderzetten.
•
De bib wil ook een ontmoetingsplaats zijn voor de hele bevolking. Het moet een plaats zijn waar mensen contact kunnen leggen met elkaar.
Michiel Mestdagh – het strategisch beleidsplan van de stad Torhout – 2007-2012 – gemeenteraadszitting 17 december 2007
31
8.2 Zoveel mogelijk inwoners stimuleren tot sporten en gezonde lichaamsbeweging door het voeren van een complementair sportbeleid Sporten en bewegen is uitermate bevorderlijk voor zowel de sociale, psychische als fysische gezondheid. Het sportbeleidsplan voor de stad Torhout is in de gemeenteraad van november 2007 goedgekeurd. De stad wenst hierbij haar huidige sportieve uitstraling te behouden en alle inwoners van Torhout optimale kansen bieden om ieder op zijn niveau, al dan niet in georganiseerd verband, de oeroude maar nog steeds geldende slogan ‘mens sana in corpore sano’ voor zichzelf waar te maken. Het stadsbestuur van Torhout wil een positief klimaat creëren waarin sportbeoefening en engagement in het sportverenigingsleven gestimuleerd worden, waar mensen zin krijgen om deel uit te maken van het sportgebeuren in de stad. Enerzijds wil Torhout het sport–voor-allen beleid onderschrijven door zoveel mogelijk mensen van alle leeftijdsgroepen aan te zetten tot sporten in kwaliteitsvolle omstandigheden. Daarbij gaat bijzondere aandacht naar kansarmen en mensen met beperkingen. Zo wil de stad een toename van de fitheid, gezondheid, sociale integratie, culturele bewustwording en de zelfontplooiing van de bevolking. Ze zal dit doen door het voeren van promotieacties en het ontwikkelen van een sportaanbod, aanvullend op en in samenwerking met het verenigingsleven, het onderwijs en het commercieel initiatief. Anderzijds wil de stad alle sportbeoefenaars kansen bieden om op een veilige, comfortabele en kwaliteitsvolle manier te kunnen sporten. Ze wil sportaccommodaties en structuren aanbieden die beantwoorden aan de huidige eisen van sportbeoefening op recreatief en competitief vlak. Ze wil sportbeoefenaars, organisatoren, sportverenigingen en schoolsportbeoefening ondersteunen en hen maximale kansen bieden op gebied van infrastructuur, informatie, logistieke en/of financiële ondersteuning, opleiding en begeleiding. 8.3 Behouden van een hoogstaand vrijetijdsaanbod voor kinderen en jongeren. Het jeugdbeleidsplan was midden 2007 klaar. Jeugdbeleid is meer dan vrijetijdsbeleid. Torhout is een stad waar jongeren zich goed voelen en waar ze zich optimaal kunnen ontplooien. Het bloeiende jeugdwerk in Torhout verdient maximale ondersteuning. De stad wil de bestaande ondersteuningsvormen verder optimaal uitvoeren en indien nodig bijsturen. Ook het jeugdhuis en de speelpleinwerking zijn daarbij belangrijk. Jeugdverenigingen moeten hun werking uitbouwen in lokalen die uitgerust zijn aan de huidige noden. De stad kiest ervoor dat de verenigingen zoveel mogelijk zelf instaan voor het beheer van hun lokaal, maar ondersteunt op praktisch en financieel vlak. Bijzondere aandacht gaat naar kinderen en jongeren uit kansarme gezinnen of kinderen en jongeren met een handicap. Zij moeten kunnen aansluiten bij het reguliere jeugdwerk of waar nodig worden er doelgroepspecifieke werkingen uitgebouwd. De stad wil haar jeugdbeleid verder uitbouwen in samenwerking met de verenigingen. (interactief bestuur). Een stevig uitgebouwde jeugddienst is belangrijk voor de uitbouw van een algemeen jeugdbeleid. Die staat in voor voldoende vormende en culturele activiteiten voor jongeren en voor de vrijwaring van de jeugdruimte, met bijzondere aandacht naar verkeersveiligheid bij jongeren. We leggen hierbij ook de nadruk op jeugdinformatie, die we op maat van jongeren willen aanreiken. Het bestaande vrijetijdsaanbod voor kinderen en jongeren wordt behouden. 8.4 Werking van de Kinderboerderij activeren De stad wil de Oude Smelterij uitbouwen tot een belangrijk gegeven inzake landbouweducatie naar kinderen en jongeren De integratie naar de stadsdiensten biedt heel wat kansen inzake de verdere uitbouw, ook naar volwasseneneducatie en activiteiten in de vrije tijd. De infrastructuur wordt gedurende de volgende jaren op punt
Michiel Mestdagh – het strategisch beleidsplan van de stad Torhout – 2007-2012 – gemeenteraadszitting 17 december 2007
32
gezet ten einde een werkbaar en comfortabel geheel te verkrijgen. Binnen de werking worden de kansen voor de jeugd nagegaan: educatie en ontspanning zijn de twee uitgangspunten. Daaraan gekoppeld wordt het aanbod van de lespakketten verruimd, is er aandacht voor meer toezicht, wordt gewerkt aan een breder netwerk en de uitbouw van een provinciaal steunpunt en niet in het minst wordt de kinderboerderij een belangrijke ontmoetingsplaats in Torhout. Ook de werking voor volwassenen wordt gestoeld op de organisatie van cursussen en activiteiten en, ten slotte, wordt het Moereveldpad volwaardig uitgebouwd. 8.5 Het bestaande vrijetijdsaanbod beter op elkaar afstemmen – het ontwikkelen van een gemeentelijk vrijetijdsbeleid en een geïntegreerd vrijetijdsaanbod 8.5.1. Zowel op vlak van cultuur, sport als jeugd worden doorheen het jaar allerlei activiteiten georganiseerd voor allerhande doelgroepen door de verschillende gemeentelijke vrijetijdsdiensten. Hierbij moet het aanbod beter op elkaar worden afgestemd en moet het mogelijk zijn om aan kinderen in de vakantieperiodes een volledig dagprogramma aan te bieden tegen een haalbare prijs. 8.5.2. De stad voorziet een goede samenwerking en maximaal overleg tussen de vrijetijdsdiensten en alle scholen voor wat betreft sportmanifestaties, cultuur, tentoonstellingen, bibliotheekbezoek, auteurlezingen, etc. 8.6. De troeven die Torhout heeft meer promoten en uitspelen. Torhout als toeristische en feestende stad 8.6.1 Toeristisch product uitbouwen Om een toeristisch-recreatieve meerwaarde voor de stad te betekenen dient het toeristisch product optimaal ontwikkeld te worden. Hierbij denken we concreet aan het uitbouwen van een kwalitatief wandelnetwerk. Hierbij verwijzen we naar de samenwerking met Westtoer, door het realiseren van de Wijnendaleboswandelroute. Daarnaast dienen tevens nieuwe wandelingen gerealiseerd te worden voor de individuele bezoeker die op eigen houtje de binnenstad, maar tevens de ruimere omgeving van de stad wenst te verkennen. Dit geldt tevens voor het fietstoerisme. Een volgend item is het uitbouwen van stadsarrangementen. Inmiddels is een eerste aanzet gegeven met het uitwerken van vijf stadsarrangementen, waarbij samengewerkt wordt met diverse actoren. Dit zijn zowel interne diensten, als organisaties uit de non-profitsector alsook private actoren. Het toeristische product kan pas aanzetten tot herhaalbezoek als er voldoende ruimte is voor wisselende thematentoonstellingen, waarbij ook de marketing betrokken wordt. 8.6.2
Hefboomproject Wijnendale blijvend realiseren
De site kasteel Wijnendale dient te fungeren als een hefboomproject voor de stad Torhout, die Torhout versterkt op toeristisch-recreatieve kaart met een sterke imago-uitstraling. Dit kan door gerichte acties die de bezoeker van het Kasteel aanzetten om de binnenstad te verkennen. Blijvende innovatie is hierbij noodzakelijk. Om de bezoeker van het Kasteel Wijnendale aan te zetten om de binnenstad te verkennen dienen er voldoende linken te zijn in het bezoekerscentrum. Er dienen teasers aanwezig te zijn om het publiek aan te zetten tot een bezoek aan het Museum voor Torhouts Aardewerk, te flaneren in de binnenstad, de horecazaken een bezoekje te brengen. Hierbij kunnen tevens voldoende linken aangereikt worden naar de streekproducten die identiteitsversterkend kunnen werken voor Torhout. Het bezoekerscentrum dient verder ontwikkeld te worden om die hefboomfunctie waar te kunnen maken 8.6.3
Samenwerking
Samenwerking tussen verschillende partners is cruciaal voor het welslagen van het toeristisch beleid van een stad. Hierbij verwijzen we naar de samenwerking met Westtoer, en meer specifiek de regio Brugs Ommeland die de stad bijstaat in het praktische werkvlak en de promotie. Voor 2008 staat de deelname van de voordeelpas op de agenda.
Michiel Mestdagh – het strategisch beleidsplan van de stad Torhout – 2007-2012 – gemeenteraadszitting 17 december 2007
33
Tevens is het belangrijk om deel te kunnen nemen aan overkoepelende initiatieven. Samenwerkingen op lokaal vlak zijn echter van even groot belang. Hierbij denken we aan samenwerking tussen het museum voor Torhouts Aardewerk, Kasteel Wijnendale, Mosterdmuseum, maar ook het Cultuurpunt en eventueel andere partners uit de koepel vrije tijd, de horecauitbaters en logiesverstrekkers. 8.6.4
Marketing en promotie
Om van het toerisme een succesverhaal te maken dient blijvend aandacht geschonken te worden aan de kredieten die voorzien worden voor promotie en marketing. Dit om het imago van de stad uit te dragen in de regionale omgeving, door een jaarlijks aangepaste brochure en flyers van de stad te realiseren. Investeren in de geschreven pers is tevens een belangrijke opdracht om gericht verschillende doelgroepen te bereiken. Marketingacties, alsook promomateriaal dienen voldoende bekend gemaakt te worden langs diverse kanalen. Deze zijn o.a. verantwoordelijk voor naambekendheid en het stimuleren van herhaalbezoek. Hierbij dienen we ons ook te richten naar e-marketing die steeds een belangrijker plaats inneemt. Het is belangrijk voldoende gegevens te verzamelen om op een snelle efficiënte manier het publiek te bereiken. Tevens, hebben we hiervoor een aantrekkelijk, makkelijk te beheren toeristische website nodig. Aansluiting op de website van het Brugse Ommeland (BOL) is hierbij wenselijk. 8.6.5
Investeren in mensen
Om van het toerisme een waar succesverhaal te kunnen maken, dient gestreefd te worden naar een verdere professionalisering en structurering van de toeristische dienst. Dit betekent dat er voldoende, gekwalificeerd personeel dient aanwezig te zijn. Men dient open te staan voor verandering en nieuwe initiatieven passend in de huidige samenleving waarbij het digitale verhaal steeds belangrijker wordt. Efficiëntie, effectiviteit, betrokkenheid en enthousiasme vormen hierbij de sleutelwoorden. Bijscholingen kunnen hiertoe een belangrijke bijdrage leveren. Investeren in opleiding van gidsen is tevens van belang daar zij het visitekaartje zijn van het toeristisch imago van de stad. 8.6.6
Torhout als keramiekstad
Het museum voor Torhouts aardewerk wordt verder uitgebouwd tot een centrum voor hedendaagse keramiek. We behouden het huidige aankoopbeleid, zorgen voor een optimale inventarisatie en werken de jaarlijkse wisseltentoonstellingen verder uit. 8.6.7
Torhout als feestende stad
De stad streeft ernaar binnen de snel veranderende maatschappij ook binnen het festiviteitenaanbod op die constante evolutie in te spelen. Deze trend naar vernieuwing en het bijsturen van het bestaande aanbod houdt rekening met de inbreng van adviesraden, verenigingen en particulieren. Een duidelijke visie en profiel op het feestbeleid dient daarbij als vertrekpunt te dienen. Uitgangspunten bij deze visiebepaling zijn de eigen historie, de stedelijke troeven en kenmerken en zijn tradities. Het bestaande feestaanbod dient dan ook kritisch te worden geëvalueerd en zonodig aangepast. De stad moet bij het uittekenen van dit feestbeleid een voortrekkersrol opnemen. De stad en de verenigingen moeten structurele partners zijn in het voeren van het feestbeleid. De stad werkt zoveel als mogelijk samen met de plaatselijke verenigingen en comités en de lokale middenstand. Op die manier verhoogt de betrokkenheid van de inwoners, de verenigingen en de ondernemers. Om maximaal tegemoet te komen aan deze dienstverlening moet de stad extra aandacht besteden aan een verdere coördinatie en bundeling van alle festiviteiten die op haar grondgebied plaatsvinden. 8.6.7.1 Daarbij beoogt de stad tevens een voor alle actoren aanvaarbare spreiding in de loop van het jaar en zoekt daarbij naar een zo groot mogelijk werkveld en de meest geschikte locaties.
Michiel Mestdagh – het strategisch beleidsplan van de stad Torhout – 2007-2012 – gemeenteraadszitting 17 december 2007
34
8.6.7.2 Een vooraanstaande rol wordt toebedeeld aan de Koninklijke Stedelijke Feestcommissie die verschillende taken op zich neemt. De K.S.F.C. organiseert een aantal festiviteiten, zij heeft daarnaast een adviserende en coördinerende bevoegdheid en werkt daadwerkelijk mee aan festiviteiten en evenementen die door de stad of verenigingen worden georganiseerd. Overleg met de culturele en toeristische sector van de stad is belangrijk. Er wordt gedacht aan nieuwe activiteiten die het imago van de stad nog verhogen zoals de organisatie van een pottenbakkersmarkt en activiteiten rond het paard. 8.6.2.3 Bij elk evenement wordt steeds gemikt op een regio-overstijgend publiek 8.6.2.4 Op korte termijn dient geïnvesteerd in een basisuitrusting om de festiviteiten beter te kunnen organiseren. Daarbij gaat vooral aandacht naar een voldoende groot mobiel podium, diverse kleine overdekte podia en een tribune.
9 EEN CREATIEVE COMMUNICATIE EN BETERE PARTICIPATIEMOGELIJKHEDEN VOOR INWONERS De stad Torhout is een moderne stad waar elke Torhoutse inwoner makkelijk zijn weg tot de nodige informatie vindt. We werken aan de ontwikkeling van een nieuwe huisstijl en hebben bijzondere aandacht voor de opmars van digitale informatie, waarbij we de uitbouw van een toegankelijke website met e-loket voor ogen hebben. De inspraakkanalen moeten in stand gehouden worden en waar nodig uitgebreid. 9.1 De externe communicatie wordt verder geoptimaliseerd Het op een gestructureerde, actieve en permanente wijze informeren van inwoners staat voorop. Er wordt nagegaan hoe de bestaande externe communicatiekanalen en publicaties nog aantrekkelijker kunnen worden gemaakt om tot een grotere informatiedoorstroming te komen met de bevolking. Zie ook 2.6.4 omtrent het belang van de ontwikkeling van de huisstijl. 9.2 De externe communicatie zal maximaal digitaal worden uitgebouwd De gemeentelijke website wordt verder uitgebouwd en vernieuwd . Publieksgerichte communicatie wordt zoveel als mogelijk digitaal aangeboden aan de burger. 9.3 Betere inspraak en participatie van inwoners bij de werking van de gemeente. 9.3.1 Rol van de adviesraden blijven waarderen. 9.3.1.1 Streven naar meer vernieuwing en deskundigheid van de adviezen en werking van de adviesraden. Er wordt gezocht naar een formule waarbij meer dynamiek en diversiteit in samenstelling van adviesraden mogelijk wordt. Realisme en efficiëntie zijn belangrijke aandachtspunten. 9.3.1.2 Vrijwilligerswerk is uitermate belangrijk. Verenigingen en vrijwilligers worden betrokken. 9.3.1.3 Informatie- en inspraakvergaderingen , o.a. in het kader van openbare werken (heraanleg straten, …) en ruimtelijke ordening, worden nog meer als inspraakmedium gebruikt. 9.3.1.4 De vormen van participatie die het nieuwe gemeentedecreet voorziet worden verder geïmplementeerd en gecommuniceerd naar de burger.
Michiel Mestdagh – het strategisch beleidsplan van de stad Torhout – 2007-2012 – gemeenteraadszitting 17 december 2007
35
9.3.1.5. De stad streeft naar een vernieuwde en transparante werking van de gemeenteraad. Er wordt naar gestreefd om, naar de filosofie van het gemeentedecreet, de debatten in de gemeenteraad te concentreren op de krachtlijnen en de grote oriëntaties van het beleid. 9.4 Nieuwe inwoners meer betrekken bij het sociaal leven 9.4.1 Het infomoment voor nieuwe inwoners wordt geëvalueerd en bijgestuurd waar nodig. 9.4.2 Ook de infomap die nieuwe inwoners krijgen, wordt geëvalueerd en aangevuld waar nodig. 9.4.3 Verenigingen worden beter bekendgemaakt bij nieuwe inwoners. 9.4.4 Verenigingen worden gestimuleerd om nieuwe inwoners te laten participeren aan het verenigingsleven.
4. De stad als goeie huisvader 10. EEN ZORGVULDIG BEHEER VAN DE FINANCIËLE MIDDELEN Het gemeentebestuur wil een financieel gezonde gemeente blijven en wil een realistisch financieel beleid voeren in het licht van de grote uitdagingen waar het bestuur wil voor gaan. De beschikbare middelen moeten als een goede huisvader worden beheerd en op een juiste en efficiënte manier worden ingezet. De financiële weerslag of vertaling van de doelstellingen in deze nota verwoord, moeten getoetst worden op de financiële draagkracht van de gemeente. Deze oefening zal ondermeer worden gemaakt bij de opmaak van het financieel meerjarenplan en jaarlijks bij de opmaak van het budget. De gemeentefinanciën nemen een speciale plaats binnen de gemeentelijke werking in. Zij vormen zowel het uitgangspunt als het sluitstuk van de invulling van de gemeentelijke opdracht. De realiteit is dat de inkomsten in de komende jaren slechts in heel beperkte mate zullen stijgen. De liberalisering van de energiemarkt laat zich sterk gevoelen voor wat de dividenden betreft. De inkomsten zullen aanzienlijk dalen. Daartegenover staat de stijging in de uitgaven (energie, personeel, infrastructuurkosten, werkingskosten). Dit maakt dat de stadsfinanciën de komende jaren steeds meer onder druk zullen komen te staan. Bij simulaties en de opmaak van het budget moeten de personeelskosten en werkingskosten realistisch worden geraamd. De realisatie van allerhande projecten, initiatieven en acties opgenomen in deze strategische nota vraagt een grotere inzet van personeel en zal bijkomende vaste kosten genereren. Het stadsbestuur heeft de intentie om indien mogelijk de belastingaanslagvoeten op hetzelfde peil te behouden. Wel wordt gestreefd om meer inkomsten in het gemeentefonds te verkrijgen. Dit zorgt voor een aantal financiële beperkingen, waardoor het bestuur duidelijke prioriteiten moet stellen. De kosten zullen per project steeds goed en realistisch afgewogen worden. De financiële middelen zijn de basis van het gemeentelijk beleid en moeten als zodanig op een transparante en evenredige wijze verworven worden om de beleidsdoelstellingen op een realistische en verantwoorde manier te realiseren. De responsabilisering van de ambtenaren door middel van het budgethouderschap kan daarin kansen bieden. Het is dan ook de opdracht om de nodige financiële middelen voor de uitvoering ervan op een aangepaste manier te verwerven met daarbij aandacht voor de mogelijkheden op het vlak van financiële technieken die de regelgeving ons aanreikt.
Michiel Mestdagh – het strategisch beleidsplan van de stad Torhout – 2007-2012 – gemeenteraadszitting 17 december 2007
36
9.1. De lokale belastingen moeten op een aanvaardbaar niveau gehouden worden om de komende jaren een financieel gezonde gemeente te blijven. Het college gaat actief op zoek naar mogelijke concrete bezuinigingsmaatregelen in werking en dienstverlening. 9.2. Bepaalde gemeentebelastingen willen we rechtvaardiger maken. Gemeentelijke subsidies, premies en belastingsreglementen zijn in principe mogelijke sturingselementen die moeten passen binnen het beleid dat de gemeente wenst te voeren. Zij worden gescreend, geëvalueerd en aangepast waar nodig. 9.3 We wensen een positieve cashflow en een lage schuldgraad te behouden. De financiële lasten moeten op een evenredige manier over de Torhoutse bevolking worden gespreid, rekening houdend met haar financiële draagkracht. Ook al hebben heffingen als uitgangspunt het verwerven van financiële middelen, toch zullen selectieve heffingen ingevoerd worden om zo een duurzaam beleid met als principe ‘de vervuiler betaalt’ te helpen bevorderen. Het algemeen beleidsplan blijft een dynamisch gegeven zodat een constante financiële opvolging en jaarlijkse bijsturing noodzakelijk zal zijn.
Michiel Mestdagh – het strategisch beleidsplan van de stad Torhout – 2007-2012 – gemeenteraadszitting 17 december 2007
37