Gemeente Asse
ALGEMEEN BELEIDSPROGRAMMA
2007 – 2012
Inleiding In afwachting van de afkondiging van de uitvoeringsbesluiten van het gemeentedecreet, m.b.t. de strategische meerjarenplanning, draagt de Vlaamse Overheid het gemeentebestuur op om een algemeen beleidsprogramma op te stellen, zoals voorzien in de (oude) gemeentewet (art. 242 bis). Deze beleidsverklaring bevat de doelstellingen die het bestuur tijdens de legislatuur (2007-2012) wil realiseren en geeft aan in grote lijnen met welke middelen deze doelstellingen zullen gerealiseerd worden. Het plan is opgedeeld in 10 rubrieken, in overeenstemming met de opbouw van het softwareprogramma dat de toekomstige strategische meerjarenplanning zal uittekenen. Het gemeentebestuur wil een open en klantvriendelijke organisatie zijn die voor de (toekomstige) inwoners de kwaliteit van het leven en samenleven duurzaam verbetert. De uitbouw van een veilige, propere en Vlaamse gemeente en het benaarstigen van een zo groot mogelijk welzijn voor elkeen zijn het uiteindelijke oogmerk. Onze centrale ligging in Vlaams Brabant, vormt, mede door de goede verkeersontsluitingen via weg en openbaar vervoer, een belangrijke troef om werken, wonen en ontspannen, in een toch nog landelijke omgeving, harmonieus te laten geschieden. Het is daarnaast de ambitie van het bestuur om een kwaliteitsvolle dienstverlening aan te bieden door de inzet van bekwaam personeel, met de vereiste materiële hulpmiddelen. Het gemeentebestuur gaat ervan uit dat een beleidsnota als dusdanig niet definitief is omdat een beleid dynamisch moet zijn en de dialectiek ervan de motor is. Niet alles zal kunnen gerealiseerd worden. Beperkingen of hinderpalen van financiële, administratieve, wettelijke en soms van technische aard zijn vaak onvermijdbaar. Externe factoren zijn vaak sterker dan de politieke wil of de ambtelijke inzet. Het bestuur neemt zich alleszins voor om de beschikbare middelen zuinig te beheren en een maximaal rendement te behalen.
Uit naam van het College van Burgemeester en Schepenen : De Gemeentesecretaris,
De Burgemeester,
L. De Proost
K. Van Elsen
2
Rubrieken 0.
Algemene financiering
4
1.
Algemeen bestuur
10
2.
Mobiliteit en verkeer
25
3.
Milieu en natuur
30
4.
Openbare orde en veiligheid
41
5.
Economie – toerisme en werkgelegenheid
62
6.
Ruimtelijke ordening - huisvesting en gemeenschapsvoorzieningen
67
7.
Cultuur – recreatie – sport en jeugd
83
8.
Onderwijs en vorming
99
9.
Welzijn – gezondheid en sociale zaken
108
3
0.
ALGEMENE FINANCIERING
4
0.1. FINANCIËLE UITDAGINGEN Sedert vele jaren staan de gemeenten in het brandpunt van een aantal hervormingen, die niet alleen een impact hebben op hun beleid maar ook op hun financiële situatie. Of het nu gaat om veiligheid, sociale bijstand, huisvesting, mobiliteit of werkgelegenheid, de gemeenten worden, doordat ze dicht bij de bevolking staan, door de overheid steeds meer actief betrokken bij het oplossen van grote maatschappelijke problemen die de burgers aanbelangen. De gemeente als instelling en haar bestuurders zijn dus verplicht om zich voortdurend aan de grondig veranderde omgeving aan te passen. De gemeentelijk bestuursperiode 2000-2006 was in dit opzicht uiterst druk voor de gemeentemandatarissen, met onder meer de uitvoering van de politiehervorming, de hervorming van de personenbelasting en de liberalisering van de energiesector. De nieuwe bestuursperiode begint overigens in een overgangsfase, die tegelijk gekenmerkt wordt door de invoering van een nieuw organiek recht voor de gemeenten op initiatief van de gewesten (Gemeentedecreet) en door nieuwe hervormingen , die een weerslag hebben op de gemeentefinanciën. Met die hervormingen in het vooruitzicht zal de nieuwe bestuursploeg rekening moeten houden. Het schetst de financiële uitdagingen van de nieuwe bestuursperiode waarin men als gemeentebestuurder met een steeds complexer begrotingskader te maken krijgt. Volgende hervormingen en wijzigingen van de sociaal economische context zullen hun invloed hebben op de gemeentefinanciën van onze gemeente : De vergrijzing van de bevolking. De financiën van de lokale overheden worden op termijn ernstig bedreigd door de vergrijzing van de bevolking. Aan de ene kant zullen immers de belastingontvangsten in relatieve termen dalen door de minder hoge inkomsten van de oudere bevolkingsgroepen en anderzijds is het onvermijdelijk dat de uitgaven oplopen als gevolg van de toenemende vergrijzing, onder meer de uitgaven voor sociale opvang in rusthuizen en serviceflats. De sectorale akkoorden voor het personeel van de lokale sector. Elke gemeente beschikt over eigen personeel om haar administratieve taken en specifieke opdrachten uit te voeren. De gemeente is bevoegd om een eigen personeelsbeleid te voeren. Het is de gemeenteraad die immers de taak heeft om het kader, de voorwaarden van aanwerving en bevordering, en het financieel statuut van de ambtenaren vast te stellen. Deze gemeentelijke autonomie moet echter rekening houden met specifieke bepalingen rond toezicht, tuchtregeling, en met omzendbrieven en sectorovereenkomsten.
5
De sectorale akkoorden voor het personeel van het lokaal openbaar ambt worden op gewestelijk vlak uitgewerkt na onderhandelingen in het Comité C tussen de gewestregering enerzijds en de vakbondsorganisaties anderzijds. Bij de invoering van de sectorakkoorden en het referentiestatuut voor de ambtenaren van de lokale overheden moet de gemeente rekening houden met haar financiële toestand, zodat de toepassing van de bepalingen – op maat van elke gemeente – gespreid wordt in de tijd. Gelet op het al dan niet dwingende karakter van al deze bepalingen en de snelheid waarmee elke gemeente ze toepast, is het moeilijk om de financiële impact van elke maatregel in te schatten. De personeelsuitgaven vertegenwoordigen een niet te verwaarlozen gedeelte van de gemeentebegroting, omdat ze alleen al bijna 51% van het budget opeisen (in de rekening 2005 bedroegen de totale personeelsuitgaven 16.570.713,82 euro waarvan 5.751.246,54 ten laste van het onderwijzend personeel). De sectorale akkoorden die gelden voor het OCMW of de politiezone kunnen een onrechtstreekse weerslag hebben op de gemeentebegroting via de gemeentetoelage die aan het OCMW en de politiezone wordt toegekend. Indien het sectorale akkoord het financieel evenwicht van het OCMW of de politiezone in het gedrang zou brengen, is de gemeente immers verplicht om het tekort via een toelage bij te passen. De pensioenen van de lokale ambtenaren. De pensioenfinanciering voor de contractuele ambtenaren behoort tot de strikte sociale zekerheid. Voor de statutaire ambtenaren (de “vastbenoemden”) daarentegen, dienen de lokale overheden zelf in te staan voor de pensioenfinanciering. Hiertoe hebben de meeste besturen zich aangesloten bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de Provinciale en Plaatselijke Overheidsdiensten (RSZPPO). De pensioenproblematiek hangt samen met twee zaken : de financieringsmethode en het aanwervingsstatuut. De financieringsmethode van het pensioenstelsel is gebaseerd op het repartitieprincipe : de bijdragen op de lonen van de actieve statutaire ambtenaren dienen om de lopende pensioenen te betalen. Wat het aanwervingsstatuut betreft, maakt de statutaire tewerkstelling al jarenlang meer en meer plaats voor contractuele tewerkstelling, waardoor de financieringsbasis verkleint. In de komende jaren zullen bovendien heel wat statutairen met pensioen gaan, wat tegelijk de pensioenlasten doet toenemen en de financieringsbasis ervoor verder verkleint. De levensverwachting neemt ook toe, waardoor de “natuurlijke” afname van het aantal gepensioneerden afgeremd wordt. Dit maakt de problematiek tot een blijvend gegeven.
6
De hervorming van de brandweer. Vooral de gemeenten die brandweerkorpsen hebben, doen uitgaven voor hun werking (lonen, verzekering, brandstof, verkeer enz.), hun uitrusting (aankoop en onderhoud van voertuigen, allerhande materiaal enz.) en hun kazerne (gebouw,verwarming,meubilair enz.). Alle gemeenten zijn in feite verplicht om een gedeelte van de “aanvaardbare kosten” van de brandweerdiensten te dragen. Deze kosten worden opgemaakt op basis van volgende criteria: de reële kosten die brandweerdiensten tijdens het voorbije jaar hebben gemaakt, inclusief rentelasten en aflossingen van leningen. Elk jaar bepaalt de gouverneur de jaarlijkse bijdrage die de gemeenten verschuldigd zijn op basis van volgende criteria: het laatste kadastraal inkomen van elke gemeente voor bebouwde en onbebouwde terreinen, de bevolking en de aanvaardbare kosten van de brandweerdiensten van de groepscentrumgemeenten van de provincie. De invoering van een hervorming houdt uiteraard in dat er nieuwe financiële middelen worden vrijgemaakt. De twee vragen die hierbij rijzen hebben te maken met het bedrag ervan en de financieringwijze. De commissie Paulus formuleerde twee aanbevelingen rond het financiële aspect : -
-
de noodzaak “om onverwijld een instrument te ontwikkelen waarmee de financiële impact van de hervorming of bepaalde aspecten ervan correct kan worden gemeten op basis van de aanvankelijke evaluatie”; een grotere bijdrage van de federale regering in de kosten van de brandweerdiensten. Momenteel dragen de gemeenten ongeveer 90% van de kosten, terwijl de federale regering 10% voor haar rekening neemt. De gemeenten zijn vragende partij om de balans recht te trekken en tot een 50/50regeling te komen. “De bijkomende kosten, d.w.z. de kosten die momenteel niet ten laste van de gemeenten komen, moeten door de federale overheid worden gefinancierd”. De federale regering heeft deze verbintenis2 bevestigd in haar beleidsverklaring van 17 oktober 2006.
Er moet echter een onderscheid worden gemaakt tussen wat neutraal is voor de begroting van de hele gemeentelijk sector en voor elke gemeente afzonderlijk. Deze kosten verschillen momenteel immers sterk van gemeente tot gemeente. Gezien de commissie het principe vooropstelt van gelijke veiligheid, zou men er kunnen van uitgaan dat dit principe zou moeten neerkomen op een gelijke bijdrage van elke burger in de financiële inspanning die noodzakelijk is om deze ideale dekking van de risico’s te verwezenlijken.
2
De regering verbindt zich ertoe dat de steden en gemeenten enkel hun huidige bijdrage in de kosten voor civiele veiligheid moeten voorzien en dat de eventuele extra kosten in de toekomst via andere inkomstenbronnen worden geregeld. Wil de gemeente Asse de bovenvermelde uitdagingen aangaan en haar opdrachten naar best vermogen vervullen dan is het noodzakelijk dat de er met de (beperkte) beschikbare financiële middelen zeer zuinig wordt omgesprongen.
7
Milieuproblematiek – waterzuivering. Onder druk van de Europese normen inzake waterzuivering zullen de gemeenten de komende jaren nog zwaar moeten investeren in de aanleg (en onderhoud en vernieuwing) van rioolinfrastructuur. Er zullen extra middelen nodig zijn voor de waterzuivering op het niveau te brengen van de Europese verplichtingen (we maken daarbij dan nog abstractie van het feit dat aanleg van riolering meestal gepaard gaat met andere wegenwerken (de zogenaamde combinatiewerken) die ook veel gemeentelijke middelen zullen vereisen. BTW – plicht lokale besturen wordt ruimer. Door de goedgekeurde programmawet werd het btw-wetboek op een aantal punten aangepast aan de Europese regelgeving. Deze hervorming, die van kracht wordt op 1 juli 2007, is voor gemeente en OCMW’s allesbehalve neutraal. Traditioneel worden de staat, de gemeenschappen, de gewesten, de provincies, de agglomeraties, de gemeenten en de openbare instellingen niet als belastingplichtige aangemerkt voor werkzaamheden of handelingen die zij als overheid verrichten. (Vrijgestelde) belastingplichtigen zullen vanaf 01/01/2008 btw moeten afdragen op de werken in onroerende staat die zijzelf uitvoeren voor eigen behoeften. Deze verplichting geldt niet voor niet-belastingplichtigen. De overgang voor de gemeente van een niet-belastingplichtige rechtspersoon naar een vrijgestelde of gemengde btw-plichtige, zal trouwens niet alleen de btw-kosten doen toenemen. Het bestuur zal ook te maken krijgen met allerlei formele verplichtingen op het vlak van boekhouding en btw-rapportering. Wil de gemeente Asse de bovenvermelde uitdagingen aangaan en haar opdrachten naar best vermogen vervullen dan is het noodzakelijk dat de er met de (beperkte) beschikbare financiële middelen zeer zuinig wordt omgesprongen.
8
0.2. MEERJARIG FINANCIEEL BELEIDSPLAN In een afzonderlijk deel wordt het beleidsprogramma vertaald in een meerjarig financieel beleidsplan. Het beleidsplan omvat : -
de financiële toestand van de gemeente op het ogenblik van het begin van de planning de vermoedelijke ontwikkeling van de ontvangsten en uitgaven, rekening houdend met de volgende elementen : a. het eigen gemeentebeleid b. de weerslag van de buitengewone begroting op de gewone dienst c. externe factoren
-
de planning van de buitengewone uitgaven, de voorgenomen fianncieringswijze ervan en de weerslag op de gewone dienst
9
1.
ALGEMEEN BESTUUR
10
1.1. INFORMATIE EN COMMUNICATIE Het gemeentebestuur beoogt de verdere uitbouw en de professionalisering van de gemeentelijke communicatie. Op deze wijze willen we komen tot een ‘interactief bestuur’. Dit houdt in dat het bestuur de dialoog niet mijdt, maar wel goed luistert en overlegt. Daartoe beschouwt men zowel ambtenaren, burgers, maatschappelijke groepen en andere besturen als partners van het beleid. Enkel op deze wijze komen wij tot een transparant bestuur. Goede informatie naar iedereen die in Asse werkt, woont en ontspant, schept een goede leefsfeer en nodigt mensen uit om mee te doen. Op het vlak van communicatie en inspraak zal gewerkt worden aan: -
Een interne informatiestructuur Men kan moeilijk efficiënt en duidelijk naar buiten komen als binnen de eigen administratie de ambtenaren van hoog tot laag niet goed geïnformeerd zijn. De techniciteit van de dossiers is zodanig vergroot dat de rol van de dagelijkse beheerders belangrijker wordt.
-
Een extern communicatiesysteem Systematisch zoeken naar de beste methode om informatie-op-maat te bezorgen. Hiertoe zal voor voldoende diversificatie gezorgd moeten worden zodat elke inwoner voldoende keuze heeft in zijn/haar informatiebron(nen).
-
Inspraak Inspraak en deelname gaan meer en meer in de richting van coproductie van het beleid: mensen en bestuur werken met elkaar rond concrete en soms tijdelijke projecten in functie van hun wijk, buurt of beleidsdomein. Met verenigingen, buurten en individuen wordt niet alleen overlegd; de samenspraak is ook gericht op de realisatie van concrete projecten zoals bijvoorbeeld het onderhoud van pleintjes en speelhoekjes, het opzetten van culturele of milieuvoorzieningen. Actief en bewust medezeggenschap zal het uitgangspunt worden zodat we de mensen bij het beleid kunnen betrekken.
Dit vertaalt zich in volgende actiepunten en middelen: -
Ingevolge nieuw gemeentedecreet: invoeren van klachtenbeheersysteem. In kaart brengen van wie doet wat op vlak van klachtenbehandeling? Opstellen van procedure voor afhandeling van klachten + rapportering.
11
-
Creatie van een volledig aangepaste (vanuit het denkpatroon van de burger) website, niet alleen een nieuwe “look and feel”, ook aanvang nemen met uitbouw van een digitaal loket en elektronische nieuwsbrief, mailinglists:
-
Onthaal nieuwe inwoners: vernieuwen concept ondermeer i.f.v. anderstalige inwoners (i.s.m. Het Huis van het Nederlands, Basiseducatie, vzw De Rand). 2008-2009-2010-2011-2012).
-
Er dient aandacht te worden besteed aan de organisatie van een klantvriendelijk onthaal als mede de ingebruikname van een nieuwe telefooncentrale.
-
Verder uitgeven nieuwe tweejaarlijkse informatiegids met nieuwe inhoudelijke opbouw.
-
Screening uitgaven door het Toegankelijkheidsbureau.
-
Verder uitgeven As(se)tablieft.
-
Verder uitgeven van stratenplan.
-
Herwerken van informatiegids voor personen met lees- en schrijfmoeilijkheden in beperkte oplage.
-
Herwerken brochure “Een antwoord op al uw vragen”.
-
Aankoop nieuwe infoportieken.
-
Aanvang nemen met ontwikkeling van een fotodatabank i.s.m. dienst Cultuur en Jeugd en Projecten: foto’s zitten bij verscheidene diensten verspreid en het terugvinden van foto’s is een titanenwerk.
-
Interne informatiedoorstroming naar de diensthoofden stroomlijnen. Via intranet kan dit worden verbeterd.
-
Blijvend aandacht besteden aan hoorzittingen en infovergaderingen rond (grot) projecten of (nieuwe) initiatieven.
12
1.2.
PERSONEEL
Het gemeentebestuur streeft naar een kwaliteitsvolle en transparante dienstverlening voor de burgers, dit in alle gemeentelijke sectoren, door bekwaam, gemotiveerd en daartoe materieel behoorlijk uitgerust personeel. Burgers, bedrijven, organisaties en andere overheden eisen een grote openheid en souplesse van het lokaal bestuur. Om deze uitdaging het hoofd te kunnen bieden, moet het gemeentebestuur kunnen rekenen op de inzet, de capaciteiten en de flexibiliteit van haar personeel. Uitdaging wordt om de traditionele statische hiërarchie te verlaten voor een meer platte organisatiestructuur, aangestuurd vanuit de principes van modern publiek management (in de vorm van het managementteam), waarin sneller en open gecommuniceerd kan worden en waarin mensen meer verantwoordelijkheden en bevoegdheden krijgen. Hierbij passen ook afspraken over het eventueel verder delegeren van uitvoeringstaken aan bepaalde leidende ambtenaren binnen de organisatie. Bovendien vereist het gemeentedecreet (en de op til zijnde nieuwe rechtspositieregeling) de creatie van een nieuw organogram en een kwantitatief én kwalitatief opgewaardeerd personeelskader en, tot bijsturing van het statuut. Het bestuur blijft zich terdege bewust van het feit dat personeel en beleid beiden een gemeenschappelijk doel beogen, namelijk die van de optimale dienstverlening aan de Assese burger en de bezoeker van onze gemeente(diensten).
Volgende concrete actieplannen worden vooropgesteld: 1.
Uitwerken nieuwe personeelsformatie (op basis van fictieve nulgroei). In functie van vrijgemaakte financiële middelen, zal een aantal prioritaire functies worden ingevuld. Hierbij wordt onder andere gedacht aan: - GIS-medewerker (nagaan in hoeverre combineerbaar met mobiliteit of systeembeheer); - gebouwenmedewerker; - handhavingsmedewerker; - integratieambtenaar; - verantwoordelijke voor archief- en klachtenbeheer. Tevens zal worden gekeken naar mogelijke samenwerkingsverbanden voor bepaalde functies of taken met het OCMW en naar eventuele uitbesteding van taken of functies aan externen (vb. huisvuilophaling).
2.
Opmaak rechtspositieregeling ter vervanging van statuut en deontologische code / afsprakennota naar aanleiding van gemeentedecreet en dit met volgende aandachtspunten:
13
a) aanpassen evaluatiesysteem (evaluaties en functioneringsgesprekken), evaluatieformulier naar aanleiding van gemeentedecreet (eventueel met oprichting van een werkgroep personeelsleden van alle geledingen en diensten om er een werkbaar, hanteerbaar en haalbaar werkinstrument van te maken). Hiervoor werd reeds een inventaris gemaakt van de huidige situatie voor elk personeelslid; b) uitwerking vormingsplan en degelijk vormingsbeleid; c) verder uitwerken onthaalbeleid met nieuwe herwerkte onthaalbrochure en introduceren van onthaaldag.
3.
Organisatie tevredenheidsenquête bij personeel: om te zien waar werkpunten en gevoeligheden zich situeren (bvb personeelsbehoeften, materiaal, communicatie, werkdruk, verschaffen en doorgeven van informatie, mening over personeelsblad, verlofregeling, sfeer en organisatie). Verder uitwerken HR-programma in samenspraak met Vriendenkring om motivatie te verhogen, meer jobsatisfactie te krijgen en het rendement te verhogen.
4.
Verbeteren interne communicatie ondermeer door aankoop nieuw programma op PC om de klachten en briefwisseling accuraat op te volgen.
5.
Bij aanschaf nieuwe telefooncentrale, draad weer oppikken van analyse, evaluatie en opleiding telefonisch onthaal voor administratieve diensten.
6.
Automatisering en informatisering communicatiekanalen met werkliedencentrale zodat bepaalde informatie gewoon via mail kunnen doorgegeven worden en de daarbij horende vorming voor deze mensen. In het kader hiervan: installatie prikklok werkliedencentrale.
14
1.3. INFORMATICA De informatica wordt meer en meer het zenuwcentrum van een instelling of (openbaar) bestuur. Investeren in informatica is levensnoodzakelijk voor de interne werking en de externe dienstverlening. Het gemeentebestuur is toe aan een serieuze inhaaloperatie wat betreft vernieuwing van de hardware. Hiervoor worden nieuwe concepten uitgewerkt. Het personeel moet blijvend bijgeschoold worden om alle ontwikkelingen op de voet te kunne volgen, onder de knie te krijgen en/of bij te houden. De systeembeheerder(s) en de communicatieverantwoordelijken spelen een belangrijke rol in dit beleidsdomein. De geplande acties betreffen: 1.
Serverpark Vervanging van onze huidige window-server die reeds later dateert uit 2000; Zowel qua hardware als qua software is deze stilaan verouderd en technisch gezien heeft deze ook zijn beste tijd gehad. Als tweede of back-up kan dit toestel nog wat mee, maar als meest kritische server is vervanging echt wel aan te raden. Ter vervanging komt een rack met meerdere servers; één windows domeincontroller en minimaal twee citrix servers, wat het geheel minder kwetsbaar maakt voor uitval, eenvoudiger te beheren en uit te breiden. Naast de nieuwe hardware is ook de nieuwe software (operatingssysteem en office-applicaties), een groot voordeel om aan te sluiten bij de nieuwste ontwikkelingen op de markt.
2.
Website met e-loket (Zie beleidsplan informatiedienst).
3.
Software Elk jaar is er wel ergens een dienst die dringend zijn softwarepakket wil upgraden of er dient een nieuw pakket aangekocht (begraafplaatse, - link boekhouding met Carnysoft, enzovoort …). Bovendien is het zo dat, wanneer we eenmaal beschikken over de nieuwe servers met hun nieuwe mogelijkheden, er direct mensen beginnen dromen van upgrades die ze voordien, omwille van technische redenen, niet konden aanschaffen.
15
4.
PC en Thinclients Onze pc’s dateren van 2001 en zullen wellicht hoe langer hoe meer last krijgen van ouderdomsverschijnselen. Gelet op het feit dat sommige euvels wellicht nog goedkoop kunnen worden verholpen, zullen er ook meer en meer pc’s de geest geven. Om hier snel op te kunnen reageren dient er geld beschikbaar te zijn om deze te vervangen door een thinclient. Sommige pc’skunnen niet worden vervangen door een thinclient (bijvoorbeeld autocad-pc’s van de dienst technische zaken, de ontvanger, systeelbeheerders, …) en er moet dus ruimte voorzien worden om ook deze te kunnen vervangen in geval van defect.
5.
Printers Onze printers dateren van 2003 en hoewel sommige diensten nog geruime tijd verder kunnen met hun huidig systeem, zijn er andere diensten die vrij intens hun printers gebruikers. We moeten rekening houden dat er wel ergens wat problemen zullen opduiken zodat we in de komende jaren hier of daar wel een printer zullen moeten vervangen.
6.
AS400 Onze AS400 waarop een groot deel van de bevolkingspaketten werkt, alsook de gehele boekhouding, is naast onze windows-server van cruciaal belang voor de goede werking van onze diensten. Een AS400 werkt op een andere wijze dan een windows-server.
16
1.4. KERKBESTUREN Ingevolge het decreet op de organisatie en werking van de erkende erediensten en het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen dient elk kerkbestuur een meerjarenplan in te dienen voor de periode 2008-2013. Via het centraal kerkbestuur werden de meerjarenplannen gebundeld. Deze werkwijze laat toe om de financiële tussenkomsten in de werking en organisatie van de kerkfabrieken beter te plannen en te beheren. De meerjarenplannen werden door de gemeenteraad goedgekeurd op 10 september 2007.
17
EXPLOITATIETOELAGEN Aandeel Asse
rekening
begroting
2006
2007
Sint-Martinus Asse
100%
46.803 €
Sint-Jan de Doper Relegem
100%
31.035 €
Sint-Bavo Zellik
100%
Sint-Gaugericus Kobbegem H. Godardus Bekkerzeel
KERKFABRIEKEN
meerjarenplan 2008
2009
2010
2011
2012
2013
58.320 €
27.664 €
42.329 €
43.259 €
43.562 €
43.977 €
43.831 €
20.186 €
19.536 €
26.417 €
23.911 €
25.292 €
23.894 €
22.897 €
36.450 €
40.116 €
41.290 €
30.450 €
31.510 €
32.065 €
32.745 €
33.375 €
100%
14.865 €
19.402 €
23.559 €
22.714 €
23.287 €
23.792 €
24.386 €
24.989 €
100%
- €
- €
- €
- €
- €
- €
- €
- €
Sint-Hubertus Asse-Terheide
100%
- €
- €
- €
- €
- €
- €
- €
- €
Sint-Stefanus Mollem
60%
11.452 €
31.430 €
29.033 €
39.701 €
40.341 €
40.941 €
41.603 €
42.226 €
40%
5.162 €
13.573 €
3.774 €
15.586 €
15.873 €
16.174 €
16.461 €
16.752 €
78,21%
7.300 €
5.769 €
1.238 €
7.545 €
7.848 €
8.245 €
8.654 €
9.069 €
totaal 153.067 €
188.796 €
146.094 €
184.742 €
186.029 €
190.071 €
191.720 €
193.139 €
143.798 €
166.823 €
131.946 €
157.866 €
158.659 €
162.194 €
163.316 €
164.222 €
Sint-Antonius Bollebeek Heilige Familie Zellik*
AANDEEL ASSE :
% PER GEMEENTE St Martinus Asse St Jan Relegem St Bavo Zellik St Gaugericus Kobbegem St Godardus Bekkerzeel St Hubertus Asse Terheide St Stefanus Mollem St Antonius Bollebeek H. Familie Zellik
ASSEMERCHTEM DILBEEK 100% 100% 100% 100% 100% 100% 60% 40% 40% 60% 78,21% 21,79%(gelegen op grondgebied Dilbeek)
INVESTERINGSTOELAGEN KERKFABRIEKEN
Aandeel Asse
rekening
begroting
2006
2007
meerjarenplan 2008
2009
2010
2011
2012
2013
Sint-Martinus Asse
100%
- €
- €
61.250 €
27.000 €
51.500 €
122.000 €
200.000 €
- €
Sint-Jan de Doper Relegem
100%
- €
- €
25.000 €
- €
- €
- €
- €
- €
Sint-Bavo Zellik
100%
- €
- €
30.000 €
21.000 €
- €
- €
- €
- €
Sint-Gaugericus Kobbegem
100%
- €
102.366 €
42.346 €
25.000 €
- €
- €
- €
- €
H. Godardus Bekkerzeel
100%
- €
- €
- €
- €
- €
- €
- €
- €
Sint-Hubertus Asse-Terheide
100%
- €
- €
8.788 €
15.000 €
60.000 €
- €
- €
25.000 €
Sint-Stefanus Mollem
60%
- €
12.000 €
3.000 €
33.500 €
28.000 €
49.000 €
80.000 €
- €
Sint-Antonius Bollebeek Heilige Familie Zellik*
40% 78,21% totaal
AANDEEL ASSE :
% PER GEMEENTE St Martinus Asse St Jan Relegem St Bavo Zellik St Gaugericus Kobbegem St Godardus Bekkerzeel St Hubertus Asse Terheide St Stefanus Mollem St Antonius Bollebeek H. Familie Zellik
- €
- €
36.000 €
- €
125.000 €
125.000 €
50.000 €
40.000 €
9.160 €
189.385 €
253.729 €
13.580 €
21.000 €
- €
- €
- €
9.160 €
303.751 €
460.113 €
135.080 €
285.500 €
296.000 €
330.000 €
65.000 €
7.164 €
257.684 €
382.025 €
118.721 €
194.724 €
201.400 €
268.000 €
41.000 €
ASSE MERCHTEM DILBEEK 100% 100% 100% 100% 100% 100% 60% 40% 78,21%
40% 60% 21,79% (gelegen op grondgebied Dilbeek)
19
1.5. AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF De gemeente Asse stelt zich tot doel om het beheer van haar onroerende goederen te verbeteren. Ze wenst dit te realiseren door moderne managementstechnieken toe te passen en zich zo te structureren om op een soepele wijze op nieuwe fiscale en financiële trends te kunnen inspelen. Om die reden werd in 2002 een autonoom gemeentebedrijf opgericht, conform het destijds toepasselijke artikel 263 bis van de nieuwe gemeentewet. Dit specifiek artikel bepaalde destijds dat de gemeenteraad een autonoom gemeentebedrijf kan oprichten met rechtspersoonlijkheid voor activiteiten van commerciële of industriële aard bepaald door de Koning. In uitvoering van deze bepaling bepaalde het vroegere Koninklijk Bestluit ondermeer als toegelaten activiteiten het beheer en de exploitatie van infrastructuren bestemd voor culturele, sportieve of toeristische activiteiten of voor ontspanning. Door het verzelfstandigen van haar infrastructuur, in eerste instantie sportinfrastructuur zwembad, nieuwe sporthal,…, beoogt de gemeente Asse om een verbeterde exploitatie van haar sportinfrastructuur te verkrijgen. Het doel is immers om in een optimaal geëxploiteerde sportinfrastructuur meer inwoners van de gemeente Asse aan te zetten tot recreatie, bewegen en sporten. Door het zwembad en andere sportinfrastructuur te laten exploiteren door een autonoom gemeentebedrijf, zal de kwaliteit van de sportbeoefening en sportbegeleiding verhoogd kunnen worden, met een prioritaire aandacht voor jeugdsport en sport voor 50-plussers. Verder kan sportinfrastructuur, zoals een zwembadcomplex, bij exploitatie door een autonoom gemeentebedrijf beter worden afgerekend op haar prestaties. Het uiteindelijke resultaat van de verzelfstandigen voor de gemeente Asse zal dan ook moeten zijn dat de ingezette middelen of overheidsuitgaven beter kunnen worden beperkt en meer doelmatig kunnen worden aangewend. Door de exploitatie van de sportinfrastructuur via een autonoom gemeentebedrijf kan infrastructuur, begeleiding, materiaal en organisatie verbeterd worden De bedrijfsmatige aansturing moet leiden tot een verhoogd efficiëntie in de aanwending van de financiële middelen. Gerealiseerde bezuinigingen ingevolge het verhoogd kostenbewustzijn creëren meer financiële ruimte en slagkracht om de noodzakelijke investeringen te kunnen financieren zodat een kwaliteitsvolle infrastructuur.
20
1.6. INTERNATIONALE SAMENWERKING 1.
Inleiding Onze gemeente is geen eiland maar ondervindt dagelijks invloeden van wat er zich op wereldschaal afspeelt. Zowel de gemeente zelf als de inwoners, bedrijven, horecazaken, e.d. van Asse worden hiermee dagelijks geconfronteerd. Het speelgoed van de kinderen wordt gemaakt door kinderhanden in Thailand, het hout gebruikt voor allerhande toepassingen (meubels, bouwwerken, enz.) wordt geroofd uit het kaalgekapte tropisch regenwoud, enz. Niet alleen de (al dan niet eerlijke) wereldmarkt maar ook andere elementen maken van ons wereldburgers: op elk ogenblik van de dag kunnen we communiceren met iemand aan de andere kant van de wereld via internet, we dansen op de merengué, we eten pasta of rijst met allerhande sausjes en exotisch fruit, we maken verre reizen en ontdekken vreemde culturen, enz. Bovendien vinden we binnen de gemeente Asse een grote verscheidenheid aan nationaliteiten en talen terug. Vluchtelingen die asiel aanvragen zoeken een onderkomen binnen onze gemeente. De gemeente krijgt vragen om financiële ondersteuning voor projecten vanuit de herkomstlanden van vluchtelingen. Dagelijks worden we geconfronteerd met andere culturen, nationaliteiten en talen. Op deze manier worden we ons beter bewust van onze eigenheid en worden tevens het verschil maar ook juist de gelijkenissen geaccentueerd.
2.
Missie en visie Beleid en beleidsdomeinen De gemeente Asse en haar inwoners zijn zoals hierboven reeds geschetst onderhevig aan verschillende tendensen op wereldniveau zowel op klimatologisch, ecologisch, economisch, sociaal als op politiek gebied. Het gemeentelijk beleid rond duurzame ontwikkeling kan zich dus niet beperken tot een beleid binnen de gemeentegrenzen maar moet deze overstijgen en moet, zoals hierboven reeds aangehaald, verschillende beleidsdomeinen omvatten. We mogen ons zeker niet beperken tot ontwikkelingssamenwerking alleen en er moet sprake zijn van een geïntegreerde aanpak en een langetermijnvisie die de termijn van een legislatuur en eigenbelang overstijgt. De gemeente wil werk maken van duurzame ontwikkeling in al zijn facetten en meewerken aan processen en activiteiten die leiden tot rechtvaardigere wereldverhoudingen, tot meer democratie, tot een duurzaam bestuur waar zorg voor de leefomgeving en de openheid en een duurzame ontwikkeling centraal staan. Het gemeentebestuur sluit zich dan ook aan bij de
21
millenniumdoelstellingen van de VN om armoede en honger te bestrijden en onderwijs, gezondheidszorg, de status van vrouwen en het milieu te verbeteren. Taak gemeentelijke overheid Als lokaal bestuur staat de gemeente dicht bij de burger en heeft op die manier voeling met wat er leeft onder de mensen. Zo kan de gemeente niet blind zijn voor de plaatselijke uitwerking van de ontwikkelingen op wereldniveau op haar eigen werking en op haar burgers. Reden te meer waarom de gemeente een verantwoordelijkheid draagt t.o.v. de burgers van Asse maar tevens t.o.v. onze medeburgers waar ook ter wereld. Juist doordat de gemeente als lokale overheid zo dicht bij de bevolking staat, kan ze een belangrijke rol spelen op alles wat het internationaal beleid aangaat. Zo is de gemeente bijvoorbeeld goed geplaatst om een voorbeeldfunctie uit te oefenen. In deze tijden waar solidariteit in het gedrang komt, kan de gemeente door zelf een geïntegreerd en structureel ontwikkelingsbeleid te voeren, inspirerend werken naar anderen toe. Door hierover uitvoerig te communiceren met haar inwoners, ontstaat een grotere betrokkenheid van de inwoners en worden ze zich bewust van het belang en nut van samenwerking binnen de gemeenschap en in het bijzonder met ontwikkelingslanden. Via sensibilisering en educatief werk moet het draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking bij de hele bevolking vergroot worden. Daarnaast wil de gemeente Asse haar verantwoordelijkheid binnen deze geglobaliseerde wereld opnemen als lokale actor om processen, activiteiten en programma’s op het vlak van duurzame ontwikkeling te ondersteunen en te regisseren. Ze kan hiertoe gunstige voorwaarden creëren en de nodige ondersteuning bieden. Communicatie Om dit beleid te doen slagen, is het belangrijk dat er een breed draagvlak is bij de burgers en andere partners voor de genomen beleidsopties. Beleidsopties opleggen van bovenuit, zou niet werken en druist bovendien in tegen het principe van een duurzaam bestuur. Vandaar dat samenwerking met individuele burgers en allerhande partners van cruciaal belang is. Belangrijke partners zijn een adviesraad voor ontwikkelingssamenwerking, scholen, geïnteresseerde burgers, socio-culturele verenigingen, enz. De op te richten Adviesraad voor Internationale Samenwerking zou kunnen fungeren als spreekbuis van deze partners en als contactpunt tussen de partners en de gemeentelijke overheid. Stedenband Ook communicatie met partners uit het zuiden is zeker niet onbelangrijk. Door samen te werken met lokale besturen uit andere landen kunnen kennis en ervaringen worden uitgewisseld. Ondanks de verschillen in cultuur, organisatie, … hebben lokale besturen immers wezenlijk dezelfde rollen: dienstverlening aan burgers, vertegenwoordiging van het algemeen belang, katalysator van lokale ontwikkeling. Zo kunnen nieuwe inzichten ontstaan en het kan bijdragen tot een verhoging van de deskundigheid.
22
3.
Doelstellingen De mogelijkheid om een algemeen convenant ontwikkelingssamenwerking af te sluiten worden onderzocht. Hiertoe dienen volgende stappen te worden ondernomen: a.
Oprichting adviesraadvoor ontwikkelingssamenwerking.
b.
Een halftijdse gemeentelijk ambtenaar ter beschikking hebben bevoegd voor ontwikkelingssamenwerking. In gemeenten van meer dan 10.000 inwoners is deze ambtenaar minstens halftijds aangesteld; met volgende taken: - Administratieve ondersteuning van de adviesraad voor ontwikkelingssamenwerking; - Coördinatie van alle activiteiten van de gemeente of de partners m.b.t. ontwikkelingssamenwerking; - Opmaak van een strategisch actieplan en een operationeel actieplan; - Opmaak rapportering en verantwoording, begeleiding en evaluatie in het kader van een convenant. De financiering voor de uitvoering van het convenant is voor max. 70% ten laste van de Vlaamse Regering. De gemeente voorziet zelf in 30% van de geraamde benodigde middelen. Deze financiering kan in geld of in natura gebeuren.
Volgende thema’s zullen worden opgenomen in de actieplannen: Ontwikkelingssamenwerkingsprojecten Het gemeentebestuur wil ernaar streven tegen het einde van de legislatuur het budget bijna te verdubbelen en te besteden aan projecten voor ontwikkelingssamenwerking. Zo kan de gemeente werk maken van haar voorbeeldfunctie. Door een aanpassing van het subsidiereglement vervalt de ondersteuning voor noodhulp. Het voorziene budget in de begroting zal 20% dienen voor de ondersteuning van sensibiliseringsprojecten en voor 80% voor de ondersteuning van ontwikkelingsprojecten van verenigingen of individuele partners. Zo wil de gemeente haar verantwoordelijkheid opnemen als lokale actor om processen, activiteiten en programma’s op het vlak van duurzame ontwikkeling te ondersteunen. Verenigingen die een ontwikkelingsproject of een sensibiliseringsactiviteit op poten zetten, zullen kunnen rekenen op logistieke ondersteuning van de gemeente. De gemeente zal uitgebreid communiceren over de ondersteunde projecten en activiteiten via het gemeentelijk informatieblad, de website, enz. Zo kan de gemeente haar sensibiliserende rol vervullen.
23
Duurzaam beleid Het bestuur wil ook inzake ontwikkelingssamenwerking een duurzaam beleid realiseren en een voorbeeldfunctie opnemen voor het middenveld en de Assenaren. -
-
-
Eerlijke handel. Er zal onderzocht worden of bij de aankoop van werkkledij de criteria van de Schone Kleren campagne gehanteerd kunnen worden om zo een standpunt in te nemen tegen de vaak onmenselijke arbeidsomstandigheden in het Zuiden. De mogelijkheden i.v.m. ethisch beleggen zullen onderzocht worden. Zo kan het bestuur tonen dat het ook bij financiële transacties belang hecht aan de principes van ethisch beleggen. Bij de aankoop van materialen zal zo veel mogelijk advies gevraagd worden aan de milieudienst. Zo zal er bijv. zo veel mogelijk gebruik gemaakt worden van hout met FSC-label. (Zie tevens Milieubeleidsplan, hoofdstuk duurzaam productgebruik).
24
2.
MOBILITEIT EN VERKEER
25
MOBILITEIT Uitgangspunt van het beleid is een duurzame mobiliteit. Vuistregels 1. Verder uitvoeren van het mobiliteitsplan. 2. Mensen moeten in principe zoveel activiteiten kunnen ontplooien als ze willen, ook als dit verplaatsingen impliceert. Die vrijheid is een voorwaarde voor een kwaliteitsvol leven. 3. Maar die verplaatsingen moeten zo weinig mogelijk kilometers, en zeker een minimum aan gemotoriseerde kilometers, produceren. Nabijheid en concentratie van activiteiten en functies zijn hiervoor de voorwaarde. Nabijheid als de beste mobiliteit dus, m.a.w. prioriteit geven aan kwaliteitsvolle verplaatsingen voor voetgangers en fietsers binnen verblijfsgebieden. 4. Indien er toch grotere afstanden overbrugd moeten worden, dan liefst collectief. Goed stads- en streekvervoer, verplaatsen met de bus, de tram en/of de trein. 5. En dan pas de auto, als het echt niet anders kan. De auto opnieuw op de juiste manier gebruiken, dus voor de verplaatsingen op middellange en lange afstanden waarvoor geen degelijk alternatief bestaat. Acties -
Stimuleren en uitbouwen van het openbaar vervoer via het derdebetalersysteem waarbij geopteerd wordt dat de gebruiker een deel van de kosten draagt. Voorzien van voldoende parkeermogelijkheden om tegemoet te komen aan de stedelijke- en verkeersluwe uitbouw der kernen. Uitbouw van een fietspadennetwerk.
Openbaar Vervoer Verfijnen van het huidige derdebetalersysteem door : - alle abonnementen (buzzy en omnipas) 50 % tussenkomst te geven. - de leeftijdscategorieën 6 – 12 j en 60 – 65 j niet langer gratis te houden doch op te nemen in de respectievelijk buzzy- en omnipas. - de vrijgekomen middelen gebruiken om een tussenkomst op de lijnkaart aan te bieden. - het stimuleren van het gebruik van de trein, het aanbieden van een gratis Keycard en 50 % tussenkomst voor een schooltreinkaart op het grondgebied van de gemeente Asse. Parkeren Het parkeerbeleid vormt een essentieel onderdeel van het mobiliteitsplan (parkeerplan). Hiervoor dienen parkings te worden voorzien in de omgeving van de stations van Asse, Mollem en Zellik. De eerstvolgende jaren dienen hiervoor de nodige initiatieven genomen.
26
Aanpassing huidig parkeerbeleid d.w.z. : - betalend langparkeren op de Hopmarkt (max. 4 uur i.p.v. 2 uur). - parkeerkaart voor paramedici. - uitbreiden en aanpassen parkeerzones en bewonersparkeren. Volgende parkeerfaciliteiten dienen te worden voorzien in volgende omgevingen : - asphaltcosite openbaar vervoersknooppunt - ondergrondse parking OCMW-Asse - uitbouw parking kerk. - parking cultureel centrum Asse - parking omgeving station Zellik - vrachtwagenparking Pontbeeklaan Snelheid – Verkeersveiligheid – Leefbaarheid Er wordt een accent gelegd op een proefproject met intelligente camera’s waarbij zowel snelheidsmetingen als nummerplaatregistratie geschieden. De politie, De Lijn en de Provincie zouden hierin willen participeren. Eveneens zijn er ieder jaar terugkerende kosten voor verkeersveilig en proper houden van het openbaar domein zijnde : - verkeersborden - straatmeubilair - fietsstallingen - snelheidsremmers Uitbouw fietspadennetwerk Er is ook een project om een functioneel – recreatief fietspad te voorzien te voorzien tussen de stations van Zellik, Asse, Mollem, Merchtem en Opwijk. -
Langsheen de gewestwegen zullen overal afgescheiden functionele fietspaden worden aangelegd. Tegen 2012 zou langs alle N9 wegen een degelijk fietspad moeten liggen.
Voor de komende bestuursperiode staan o.a. volgende concrete projecten op stapel : 2008 Asphaltcosite Verwerving asphaltcosite : De verwerving van de asphaltcosite is noodzakelijk voor de aanleg van een openbaar vervoersknooppunt in de omgeving van het station van Asse. Pontbeeklaan Zellik Aanleg van een vrachtwagenparking in het voorste deel van de Pontbeeklaan.
27
Fietspad tussen stations Opwijk-Merchtem-Asse-Zellik Verwerven gronden. Jaarlijks terugkerende uitgaven Snelheidsremmers – poorteffecten Het is aangewezen ieder jaar een aantal snelheidsremmers te plaatsen in zone 30 km/u straten. Straatmeubilair Aankoop van anti-parkeerpaaltjes, zitbanken, papiermanden en infoborden, tevens ook regelmatig vervanging en allerlei aankopen zoals omega’s verplaatsbare paaltjes, enz… Fietsstallingen Aan de meeste openbare gebouwen en bushalten ontbreken er degelijke fietsstallingen. Een inhaalbeweging is noodzakelijk.
2009
Geluidsschermen Pontbeeklaan In 2002 werd een module 5 goedgekeurd om geluidsschermen te voorzien aan het begin van de Pontbeeklaan. Normaal gezien zouden deze schermen ten laatste in 2009 moeten kunnen geplaatst worden. Aanleg fietspad stations Fase 1 : Asse – Poel (zie 2008) Verkeersborden Opstarten actieplan om alle verkeersborden systematisch te reinigen, vervangen enz… volgens digitaal plan (zie 2008 ) fase 1
2010
Parking O.C.M.W. Overkopen parking O.C.M.W. + 75 plaatsen. Parking station Zellik Aan het station van Zellik dient minstens een parking voorzien te worden voor 75 plaatsen. Dit kan gedeeltelijk door gronden te verwerven en door heraanleg van straten en pleintjes.
28
Parking Cultureel Centrum – sporthal Zellik Verwerven gronden. De tussengelegen gronden en woningen zijn gelegen in een zone voor openbaar nut. Bovendien zijn ze hinderlijk om een globale parkeerzone tussen cultureel centrum en sporthal aan te leggen. Aanleg fietspad spoorweg Fase 2 tussen ringfase 1 en straten Mollem.
2011
Parking Brusselsesteenweg Zellik Parking sporthal – cultureel centrum Zellik. Globale aanleg. Fietspad stations Fase 3 : Verbinding tussen station Mollem en station Merchtem. Verwerven van gronden.
2012
Fietspad stations Aanleg fietspad fase 3 Mollem – Merchtem. Verwerven gronden voor fase 4 Poel – Zellik.
29
3.
MILIEU EN NATUUR
30
MILIEU EN NATUUR Milieubeleid is geen modewoord. Het gemeentebestuur zal de komende legislatuur verder inzetten op een milieuvriendelijk beleid. Het begrip milieu is erg ruimer en dekt vele ladingen. De uitvoering van het milieubeleidsprogramma(s) blijft de leidraad van het beleid. Daarnaast worden inspanningen geleverd inzake de verbetering van de kwaliteit van het oppervlaktewater en de toename van de groenvoorziening. Belangrijkste opdrachten blijven de communicatie rond het milieubeleid, het sensibiliseren van de bevolking en de samenwerking met alle actoren op vlak van natuur en milieu. De hierover beschreven acties moeten er toe bijdragen om het groene karakter van de gemeente te bewaren.
31
3.1. MILIEU 1.
Inleiding Het gemeentelijk milieubeleidsplan 2005-2009 werd opgesteld rekening houdend met de krachtlijnen van het gewestelijk milieubeleidsplan 2003-2007, het provinciaal milieubeleidsplan 2004-2008 en de ondertekende samenwerkingsovereenkomst met het Vlaamse Gewest 2005-2007. Een nieuw milieubeleidsplan 2010-2014 zal opgesteld worden en nieuwe samenwerkingsovereenkomsten zullen ondertekend worden op niveau 1. De acties van het huidige milieubeleidsplan dienen maximaal uitgevoerd te worden. Jaarlijks worden de meest prioritaire acties uit het beleidsplan geselecteerd en geïntegreerd in een milieujaarprogramma. Een overzicht van de meest prioritaire of nieuwe acties die gerealiseerd dienen te worden in de periode 2007-2012:
2.
Integraal milieubeleid in het gemeentebestuur -
-
3.
Het intern milieuzorgsysteem uitbreiden: o Energieboekhoudingsysteem en energiemaatregelen voor de gemeentelijke gebouwen (afstellen verwarming, plaatsen dubbel glas en isolatie, rationeel energiegebruik,…) o Mobiliteit: ambtenaren aanzetten tot milieuvriendelijker vervoer en aankoop milieuvriendelijke wagens en machines o Productgebruik: aankoop van milieuvriendelijke producten voor kantoor en schoonmaak, verminderen van het gebruik van bestrijdingsmiddelen Milieu Management Informatie Systeem: digitale databanken uitwerken voor milieuvergunningen, natuurvergunningen, bodemattesten, Vlarebopercelen, … Milieu-integratie binnen de gemeentelijke diensten (advies van milieudienst) Optimaliseren van de werking van de milieuraad (advies van milieuraad)
Huishoudelijk afval -
-
-
Verminderen van de hoeveelheid restafval per inwoner Projecten rond preventie, hergebruik en sorteren o Scholen aanzetten tot Milieuzorg Op School (MOS) o Afvalpreventieprojecten (boodschappentas, bekers, drinkwaterfontein, …) o Proefproject sorteerafvalbakjes op straat Preventie van GFT-afval, groenafval en snoeihout o Mobiele hakselaar inzetten o Thuiscomposteren promoten (compostvaten, GFT-bakjes,…) o Proefproject compostpaviljoen in een wijk Verminderen van de hoeveelheid zwerfvuil, sluikstort en hondenpoep
32
-
4.
Hinder -
5.
Enquête opstellen omtrent overlast in de gemeente Aanpakken van de lichthinder Aankoop geluidsmeter Digitale databank opstellen voor klachten (MKROS) Aanstelling ambtenaar voor overlast en voor gemeentelijke administratieve sancties (GAS) Aanpakken van de hinder van zwerfkatten, duiven, eikenprocessierupsen, ...
Water -
6.
Opstart containerpark Zellik (onderzoek naar gedifferentieerde tarief of DIFTAR)
Sensibilisatie rationeel waterverbruik Opstellen DuLo-waterplannen voor bekkens en deelbekkens Opstellen en uitvoeren van het zoneringsplan i.s.m. de VMM: o Verdere uitbouw rioleringsstelsel met afkoppeling van hemelwater o Verplichte installatie van individuele zuiveringsinstallaties (IBA’s) voor woningen in buitengebied o Controle van IBA’s en illegale lozingen Controle van de oppervlaktewaterkwaliteit Afsluiten van beheersovereenkomsten omtrent erosie Toepassen hemelwaterverordening en watertoets bij vergunningen en plannen Herwaardering grachtenstelsel (heropenen en ruimen) Premie voor groendaken invoeren (nog ter discussie)...
Natuurlijke entiteiten -
-
Landschapsontwikkeling van Kruisborre en omgeving Uitvoeren project Molenbeekvallei Zellik Inrichten van het natuurgebied van Boekfos (nieuwe poelen) Inrichten van het speelbos te Zellik in overleg met Bos en Groen Opstellen beheerplannen voor Waalborre, Boekfos en Kartelo Uitbreiding van Kravaalbos (opnieuw contact opnemen met de stad Aalst) Ecologisch bermbeheer uitbreiden Bevordering van de aanleg en het behoud van kleinschalige landschapselementen met haagplantacties, poelenprojecten, aanleg hoogstamboomgaarden, premies onderhoud, .... Bosaanplantingen voorzien Aankoop van natuurgebieden : verschillende landschapstypes Creëren van verbindingsgebieden tussen de verschillende natuurgebieden Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP’s) opstellen voor open landschappen en landschappelijk waardevolle gebieden Toezien op groenbuffers rond bedrijven en industrieterreinen
33
7.
Energie Sensibilisatie rationeel energieverbruik Milieuvriendelijkere wagens, machines en (bio)brandstoffen aankopen Openbare verlichting aanpassen en beperken Energiepremies promoten en uitbreiden met gemeentelijke premies (zonnepanelen, zonneboiler, ...) Projecten met zonne-energie op openbare gebouwen realiseren Bedrijvenzones aanzetten tot energiemaatregelen Onderzoeken projecten met windenergie
8.
Ontvangsten en uitgaven Hierbij tracht men de nodige middelen te voorspellen om dit beleidsprogramma voor de sector milieu te verwezenlijken. De ramingen gebeurden op basis van de vroegere uitgaven en de geplande acties. De voorgestelde bedragen kunnen als streefdoel gezien worden en zullen gedetailleerder uitgewerkt worden in het jaarlijkse milieujaarprogramma. a) Ontvangsten De gemeente tekende reeds enkele jaren in voor alle clusters van de samenwerkingsovereenkomst met het Vlaams Gewest zodat naast het opstellen van milieubeleidsplannen, milieujaarprogramma’s en milieuvergunningen, acties dienen uitgevoerd te worden op het vlak van interne milieuzorg, afvalstoffen, water, natuur, hinder, mobiliteit en energie. Dankzij deze inspanningen ontvangt de gemeente jaarlijks een groot bedrag aan subsidies. Een raming van de jaarlijkse subsidies wordt hieronder weergegeven. Cluster Instrumentarium Mina-werkers Duurzaamheidambtenaar Vaste stoffen Hinder Energie Burgers en doelgroepen Totaal
Subsidies (€) 29.354,36 21.080 12.500 25.685,1 4.200,9 4.761,02 2.800,6 100.381,98
Een nieuwe samenwerkingsovereenkomst 2008-2010 voorwaarden en subsidies zal voorgelegd worden.
met
nieuwe
Verschillende aanvullende subsidies kunnen jaarlijks dit bedrag nog verhogen: -
Erosie: demonstratieveld (€125), excursie (375), individuele benadering (€50/landbouwer) Wateraudits voor gemeentelijke gebouwen: € 1,25/m²
34
-
Mobiliteit: milieutoetsing, milieuvriendelijke voertuigen, sensibilisatie (30% van de kosten) Vismigratieknelpunten: 50% van de kosten Natuurlijke Entiteiten: aankoop van gronden, uitvoering van beheersplannen, beheer KLE’s, aanleg speelbos, groendaken, … Zwerfvuilopruimactie (€ 3.649 van Intercommunale Haviland)
Ook de provincie Vlaams-Brabant geeft subsidies aan lokale overheden: - Uitvoering gemeentelijk natuurbeleid - Sensibilisatie ter preventie van afvalstoffen - Aanleg van een extensief groendak Voor de subsidies van de samenwerkingsovereenkomst dienen alle bewijsstukken bij het milieujaarprogramma gevoegd te worden en voor de aanvullende subsidies dienen uitgebreide subsidiedossiers ingediend te worden. b) Uitgaven Het is moeilijk om een schatting te maken van het budget en personeel dat nodig is om de acties van dit beleidsprogramma gedurende de planperiode 2007-2012 te verwezenlijken. Er wordt een ruwe schatting gemaakt van het jaarlijks te voorzien budget per losstaande actie of project. Zo is het zeer moeilijk om kosten aangaande groenbeheer, mobiliteit, afvalwater en de ophaling en verwerking van huisvuil te berekenen of te voorspellen. Omschrijving actie Integraal milieubeleid in het gemeentebestuur Energieboekhoudingssysteem Energiemaatregelen gemeentelijke gebouwen en wagens Fiets naar Kyoto Milieuraad Huishoudelijk afval Sensibilisering en ondersteuning (composteren, contract Haviland,…) Afvalpreventieproject (sorteerbakjes, boodschappentas, bekers,…) Mobiele hakselaar (eenmalig) Compostvaten Compostpaviljoen (eenmalig) Containerpark Zellik (eenmalig) Zwerfvuilopruimactie Hondenpoepvoorzieningen Hinder Aankoop sonometer (eenmalig) GAS-ambtenaar Zwerfkatten
Jaarlijks (€)
bedrag
4.500 15.000 200 500 5.000 2.500 5.000 2.115 25.000 Zie openbare werken 5.500 3.650 6.500 Zie secretariaat 10.000
35
Duiven Water Subsidies hemelwaterputten Uitvoering zoneringsplan (aankoop en onderhoud IBA’s) Uitvoering zoneringsplan (rioleringswerken) Waterkwaliteitsonderzoek Uitvoering erosiebestrijdingsplan Premie groendaken Natuurlijke entiteiten Landschapsontwikkeling Kruisborre Project Molenbeekvallei Zellik (eenmalig) Nieuwe poelen Boekfos (€ 2.020 subsidie provincie) (eenmalig) Speelbos Zellik (eenmalig) Andere projecten Opstellen beheerplan bossen en parken (eenmalig) Vogelkijkplatform (eenmalig) Aanleg en behoud KLE (haagplantacties, poelen, hoogstambomen) Studie Inventarisatie KLE (eenmalig) Subsidies KLE Bijdrage Regionaal Landschap Groene Corridor INL-ploegen (Econet vzw) Bosaanplantingen Aankoop natuurgebieden Subsidiëring natuurverenigingen bij aankoop gronden Dag van het Park Bebloemingswedstrijd Subsidies voor duurzame landbouw Energie Energieboekhouding en –maatregelen
Met belgerinkel naar de winkel Openbare verlichting aanpassen Energiepremies zonnepanelen en zonneboiler Zonnepanelen gemeentehuis (eenmalig) Onderzoek project windmolens (eenmalig)
2.000 3.000 150.000 Zie openbare werken 2.500 5.000 3.000 5.000 40.000 6.642,3 18.700 5.000 15.000 2.050 6.000 50.000 3.000 7.500 50.000 10.000 100.000 10.000 10.000 4.000 3.000 zie boven: Integraal milieubeleid 2.500 Zie openbare werken 5.000 50.000 5.000
36
3.2. GROEN Doelstelling Creëren van een leefbare woonomgeving. Acties - Inventariseren van het openbaar groen. - Opstellen van een actieplan. - Moderniseren groendienst zowel qua machinepark als personeel. - Eventuele onvoldoende werkkracht compenseren met uitbesteding. - Het gemeentelijk groen ecologischer en onderhoudsvriendelijker maken. De acties krijgen volgende concrete invulling (belangrijkste projecten).
2008 Studies Inventarisatie openbaar groen en verwerken in het GIS-systeem (opmaak kan ook in eigen regie doch dan dient de dienst te beschikken over 1 GIS- en 1 medewerker mobiliteit zodat de huidige medewerker landschapsarchitect hieraan kan werken. Ofwel dient een specifieke tijdelijke projectmedewerker aangeworven. Inventarisatie voetwegen en verwerken in het GIS-systeem. Groenschermen – Ring/Pontbeeklaan Aanplanten van gronden van het Vlaamse Gewest langsheen de Pontbeeklaan en Ring (werken in eigen regie). Aankoop van plantmateriaal en benodigdheden. Heraanleg kleinere groenpleintjes fase 1 Een aantal groenpleintjes dienen minder arbeidsintensief gemaakt te worden en dienen daarom te worden heringericht – fase 1. Herinrichting en verfraaiing kerkhoven Kerkhof Zellik Kerkhof Bekkerzeel De huidige kerkhoven zien eruit als woestijnen en zijn zeer arbeidsintensief, daarom is er een voorstel deze om te vormen naar ecologische parkkerkhoven. Heraanleg speelplein Mollem – Kouter Het oude speelpleintje dient volledig te worden vernieuwd met inbegrip van afsluitingen en speeltoestellen.
37
Heraanleg speelplein Kloosterstraat Door de nieuwbouw van de kinderkribbe dient het speelpleintje volledig vernieuwd te worden. Verwervingen Kerkhof Asbeek Aankoop perceel grond voor uitbreiding kerkhof + creëren van een toegang via de Elshout. Pontbeeklaan – Molenbeekdal Verwerven van gronden die gelegen zijn in bufferzone en noodzakelijk zijn om te beplanten indien men een groene buffer wil creëren. Bovendien is het niet wenselijk om bufferzones te creëren die men achteraf toch niet realiseert. De mogelijkheid bestaat bovendien om grondwallen aan te leggen. Via deze grondoverschotten kan men zodanige inkomsten genereren zodat de uitgaven opgeheven worden. Groengebieden – versnippering Om de versnippering van groengebieden tegen te gaan zouden jaarlijks kleinere groengebiedjes moeten worden aangekocht.
2009 Studies Opmaak planvoorstel groen en voetwegen (zie 2008). Omgevingswerken Waalborre. Sportvelden. Afsluitingen – beplantingen. Groenpleintjes Fase 2 – zie 2008. Herinrichting en verfraaiing kerkhoven Kerkhof Asbeek (+ aanleg nieuwe toegang en parking). Kerkhof Walfergem. Heraanleg speelplein Oud Gasthuis Het oude speelplein is gedeeltelijk verdwenen door de aanleg van de bib. Bovendien zou het wenselijk zijn op deze plaats een groene ruimte te behouden al dan niet in combinatie met het openbaar groen van de Zwartzusters en creëren van toegangswegen naar de Borrevaalwijk.
38
Herplaatsen van geluidsschermen Pontbeeklaan en Ring Uitvoering in eigen regie, enkel aankoop beplantingen. Sporthal Molenbos – containerpark Aanleg van de omgeving, creëren van buffergroen.
2010 Groenpleintjes Fase 3 (zie 2008 en 2009). Herinrichting en verfraaiing kerkhoven Kerkhof Asse-Terheide. Kerkhof Bollebeek. Aanplanten buffergroen Pontbeeklaan en Molenbos Werken in eigen regie, enkel aankoop beplantingen + benodigdheden.
2011 Groenpleintjes Fase 4 (zie 2008, 2009 en 2010). Herinrichting en verfraaiing kerkhoven Kerkhof Asse Aanplanten buffergroen Pontbeeklaan en Molenbos Eigen regie, enkel aankoop benodigdheden.
2012 Groenpleintjes Fase 5 (zie 2008 - 2010). Herinrichting en verfraaiing kerkhoven Kerkhof Relegem. Aanleg nieuw speelplein Walfergem Normaal zou het oud speelplein aan de Heilig Hartlaan verdwijnen en dient een nieuw speelplein aan de Stevensveld te worden gemaakt.
39
3.3.
RIOLERING
Werken uit te voeren in het kader van het zoneringsplan Momenteel is voorzien om tegen 2012 alle woningen aan te sluiten op een waterzuiveringsinstallatie. Daarom dienen nog volgende grote rioleringswerken uitgevoerd: Varent Bij de heraanleg van de Neerheide – Varent (deel) en Kespier werden reeds gescheiden rioolstelsels aangelegd. De verbinding tussen bijrioolstrengen ontbreekt nog. Hoogpoort Het rioolstelsel van de Hoogpoort loost op de waterloop. Met de bouw van een pompstation kan de Hoogpoort aangesloten worden op het Aquafinproject 95.240. Cyriel Crappestraat Hier dienen de grachten geherwaardeerd en een pompstation voorzien om het rioolwater op te pompen naar de Kleistraat. Theodoor Coppensstraat Na opstelling van het rooi- en onteigeningsplan kan het wegen- en rioleringsontwerp opgesteld worden. Kanariestraat Na de werken uit te voeren door Aquafin, project 98.246 moet het rioolstelsel van de Kanariestraat aangepast worden zodat het afvalwater niet meer op de waterloop geloosd wordt.
40
4.
OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID
41
Het garanderen van de openbare orde en veiligheid is één van de opdrachten van een gemeentebestuur. De politionele veiligheid wordt in de gemeente georganiseerd in het kader van de politiezone AMOW. Het bestuur wenst de aanpak van de veiligheid te verbeteren en te coördineren door het realiseren van een beleid rond integrale veiligheid. Een ambtenaar zal belast worden met het opstellen van een integraal veiligheidsplan. De brandweerdienst heeft nood aan een nieuwe locatie beter georganiseerd om efficiënter te kunnen optreden. Het bestuur zal de nodige initiatieven nemen om deze herlocalisatie aan te pakken.
42
4.1. INTEGRALE VEILIGHEID Het lokale bestuur wenst de komende legislatuur te werken aan de integrale veiligheid en dit door: -
aandacht te hebben voor de manier waarop inwoners zich in hun buurt veilig voelen; via de netheid van de openbare plaatsen het veiligheidsgevoelen te stimuleren; het feit dat gemeenten aangenamer en veiliger zijn als mensen op elkaar betrokken zijn; overlast aan te pakken of allerlei vormen van veel voorkomend storend gedrag niet enkel te beteugelen maar ook preventief aan te pakken; op zoek te gaan naar structurele oorzaken.
Volgende thema’s zullen zeker behandeld worden: omgaan met hangjongeren, het stimuleren van een gezond uitgangsklimaat, buurtbeheer samen met de buurtbewoners, brandveilige jeugdlokalen, enz. Hieraan moet gewerkt worden in samenwerking met de sectoren welzijn, OCMW, politie, ruimtelijke ordening, mobiliteit, verkeer, jeugd, integratie en sport of andere. Bovendien zullen de inwoners en het middenveld (buurt- en opbouwwerk, scholen, bewonersverenigingen, middenstand, etc.) daarbij op actieve wijze betrokken worden. Uit het voorgaande blijkt duidelijk dat een integrale aanpak een noodzaak is en dat een coördinator onontbeerlijk is om de verschillende reeds bestaande initiatieven te coördineren, alle betrokken op één lijn te krijgen en een gezamenlijk beleid uit te stippelen. De gemeente zal dan ook een Coördinator Integrale Veiligheid aanwerven. Door alle actoren, inspanningen en acties op elkaar af te stemmen en samen met alle actoren aan tafel te zitten kan een beleidsplan opgesteld worden en kan gewerkt worden aan nieuwe overkoepelende initiatieven. De coördinator zal gehuisvest worden in het oud-gemeentehuis van Zellik en van daaruit werken aan een gemeentelijk integraal veiligheidsbeleid. Dit lijkt een goede locatie aangezien ook de 2 stadswachten en de lokale wijkpolitie daar een onderkomen zullen krijgen en de nabijheid van de buurtwerker van Zellik. Bovendien zullen er in Zellik concrete acties uitgewerkt worden die, als ze succesvol blijken te zijn, in heel de gemeente Asse uitgewerkt kunnen worden.
43
4.2. BRANDWEER Inleiding Het beleidsplan voor de brandweerdienst heeft tot doel een strategie voor te stellen om de brandweerdienst van Asse voor te bereiden op de daadwerkelijke uitvoering van de hervorming van de civiele veiligheid. Hierbij is de verdere uitbouw van de leidende rol van de gemeente Asse in de regiovorming een belangrijk aandachtspunt. Deze uitbouw situeert zich op 3 vlakken zijnde: 1. Personeel 2. Materieel en 3. Infrastructuur Op elk van deze onderdelen zal afzonderlijk dieper worden ingegaan. Personeel De huidige situatie De maatschappij verandert In de loop van de voorbije 10 - 15 jaar is de brandweer in belangrijke mate geëvolueerd vanwege de nood aan een sterkere professionalisering. Dit vanwege de snel veranderende maatschappij. Op vlak van techniek wordt een steeds ruimere kennis vereist. Dit om voorbereid te zijn op alle mogelijke problemen waarmee de brandweer kan worden geconfronteerd. De brandweer moet voor een oplossing zorgen in de meest uiteenlopende gevallen en bijna altijd is de factor tijd en dus snelheid, een belangrijke parameter. De hervorming van de brandweer is trouwens opgebouwd rond de elementen snelste en meest adequate hulp. Tevens worden steeds hogere eisen gesteld aan de tussenkomst van de brandweer en dit zowel qua snelheid (interventietijd) als qua adequaatheid van het optreden van de brandweermannen. Stilaan groeien we naar toestanden waarbij de hulpverlening (organisatie en personeel) in vraag wordt gesteld. De maatschappij aanvaardt niet meer dat de brandweer “zijn best heeft gedaan”, er moeten resultaten geboekt worden (zie dossier TVT). Deze evolutie noopt de brandweer zich aan te passen. Continu wordt de organisatie en de structuur bijgesteld om in te spelen op deze snelle maatschappelijke en technische evolutie. De invloed hiervan is te merken in het vernieuwen en aanpassen van het materieel, het bijstellen van de gebruiksprocedures en veiligheidsvoorschriften. Om dit op de voet te kunnen volgen wordt elk jaar een omvangrijk schema van aangepaste oefeningen uitgewerkt dat onder andere bestaat uit pelotonoefeningen, inventarisoefeningen, specialisatieoefeningen, regio – oefening,…. Ook de dienstregeling is in de voorbije jaren geregeld herschikt, steeds met de bedoeling de continuïteit van de dienst maximaal te garanderen. Dit alles maakt dat het voor een brandweerman een hele opdracht is om volwaardig lid te zijn van een korps als dat van Asse (brandweerdienst van categorie Z). In het bijzonder de vrijwilligers worden geconfronteerd met een belasting die stilaan zijn maximum heeft bereikt. Zij dienen namelijk alle kennis te vergaren tijdens oefeningen en diensten die bovenop hun normale beroepsbezigheden komen.
44
Ter illustratie de verplichte activiteiten voor een vrijwilliger: •
Brandweer: o Pelotonoefening (3 oefeningen per 2 maand) o Specialisatieoefening (maandelijks) o Inventarisoefening (maandelijks) o Conditietraining (maandelijks) o Algemene oefening (3 per jaar) o Regio – oefening (1 per jaar) o Wachtdienst met het peloton (1 week op 4) • DGH o Permanente vorming (maandelijks) o Wachtdienst op kazerne (± 4 per maand) o Wachtdienst aan huis voor de 2° ziekenwagen Daarbovenop komen nog alle activiteiten die kaderen in de algemene werking van een gemengd brandweerkorps. Dalende opkomst van de vrijwilligers Dit alles maakt dat, om de kennis van een vrijwilliger op een hoog peil te houden, hij heel wat uren van zijn vrije tijd dient te spenderen aan opleiding, wachtdienst en interventie wat heden ten dage een enorme druk legt op het sociaal- en gezinsleven. Te gelijk zijn ook de werkgevers veeleisender geworden, er wordt vooral meer flexibiliteit verwacht. Het combineren van de eisen gesteld door de brandweer, die gesteld door de werkgever en het inlossen van de verwachtingen die gesteld worden door gezin en kennissen is geen gemakkelijke klus en wordt voor sommige vrijwilligers schijnbaar onmogelijk. Dit blijkt uit de statistiek van de aanwezigheden van sommige mensen. Tijdens de daguren is deze daling het sterkst te merken. De situatie is momenteel zo dat een uitruk met vrijwilligers overdag absoluut niet meer gegarandeerd kan worden. In de grafiek hierna is deze daling duidelijk merkbaar. Een Z-korps vereist polyvalentie Aan zowel de vrijwilliger als de beroepsbrandweerman van een Z – korps worden zeer hoge eisen gesteld omdat elke brandweerman polyvalent ingezet moet kunnen worden. Van een brandweerman in Asse wordt verwacht dat hij meedraait in de blusploeg, de autopomp kan bedienen, met adembeschermingsapparatuur kan omgaan,… Het behalen van het rijbewijs C is een verplicht onderdeel van de opleiding. Eveneens moet hij de verschillende onderdelen van de procedures en het materieel inzake ontzetting van geknelden kennen, zowel voor voertuigen als voor machines. Ook de basisprincipes van reddingen in de hoogte/diepte, reinigen en onderhouden van de adembeschermingsapparatuur, boomzagen,… moet hij onder de knie hebben. Daar komt nog bij: bediening van al het klein materieel zoals motorpompen, dompelpompen, elektrogeengroepen, verlichtingsapparatuur, hefluchtkussens, katrollen, takels,… Elke brandweerman moet ook hulp kunnen bieden aan de bedienaar van de ladderwagen en de kraanwagen,… En niet te vergeten, sinds 1998 moet elke brandweerman ook ambulancier zijn. Daartegenover staat dat een brandweerman in een groot korps het grote voordeel heeft dat al deze taken verdeeld worden over gespecialiseerde ploegen zoals de blusploeg, de mecaniciens voor de technische hulpverlening, het RISC-team, de logistiek voor onderhoud,…
45
dinsdag 1 maart 2005
donderdag 1 december 2005
dinsdag 29 november 2005
maandag 28 november 2005
maandag 21 november 2005
woensdag 2 november 2005
vrijdag 28 oktober 2005
vrijdag 2 september 2005
dinsdag 23 augustus 2005
donderdag 4 augustus 2005
vrijdag 17 juni 2005
donderdag 9 juni 2005
woensdag 8 juni 2005
vrijdag 20 mei 2005
dinsdag 26 april 2005
vrijdag 22 april 2005
vrijdag 1 april 2005
vrijdag 11 maart 2005
dinsdag 1 maart 2005
maandag 21 februari 2005
dinsdag 11 juli 2006 vrijdag 29 september 2006 maandag 13 november 2006
dinsdag 11 juli 2006
maandag 13 november 2006
donderdag 29 juni 2006
donderdag 29 juni 2006
vrijdag 29 september 2006
vrijdag 16 juni 2006 dinsdag 27 juni 2006
vrijdag 16 juni 2006
dinsdag 27 juni 2006
vrijdag 12 mei 2006
0
vrijdag 12 mei 2006
1 vrijdag 24 februari 2006
2 dinsdag 21 februari 2006
3
vrijdag 24 februari 2006
4
dinsdag 21 februari 2006
5 maandag 20 februari 2006
6
maandag 20 februari 2006
7 maandag 30 januari 2006
8 dinsdag 20 december 2005
9
maandag 30 januari 2006
Gemiddelde van Trend
dinsdag 20 december 2005
Trend in functie van de tijd woensdag 7 december 2005
Datum
woensdag 7 december 2005
donderdag 1 december 2005
dinsdag 29 november 2005
maandag 28 november 2005
maandag 21 november 2005
woensdag 2 november 2005
vrijdag 28 oktober 2005
vrijdag 2 september 2005
dinsdag 23 augustus 2005
donderdag 4 augustus 2005
vrijdag 17 juni 2005
donderdag 9 juni 2005
woensdag 8 juni 2005
vrijdag 20 mei 2005
dinsdag 26 april 2005
vrijdag 22 april 2005
vrijdag 1 april 2005
vrijdag 11 maart 2005
10
maandag 21 februari 2005
woensdag 9 februari 2005
12
woensdag 9 februari 2005
Grafiek: Opkomst van vrijwilligers tijdens de daguren In functie van de tijd
Gemiddelde van Aantal vrijwilligers
10
8
6
4
2
0
Datum
46
Beroeps haken af als vrijwilliger Daarenboven is het voor een gemengd korps een belangrijke handicap dat de onverenigbaarheid tussen beroeps en vrijwilliger in hetzelfde korps in het leven is geroepen. Echter, in Asse is er een oplossing gevonden voor dit probleem zodat we beschikken over een aantal beroeps die meedraaien in het pelotonsysteem van de vrijwilligers. Maar door de verschillen in de fiscale behandeling haken de meeste beroeps na enkele jaren af. Het is namelijk zo dat vrijwilligers een fiscale vrijstelling hebben op het loon dat zij ontvangen. Beroeps die na hun uren meedraaien als vrijwilliger kunnen van dit voordeel niet genieten. Als zij daarentegen als vrijwilliger lid worden van een ander korps kunnen zij wel aanspraak maken op deze vrijstelling. Dringende geneeskundige hulpverlening De brandweer van Asse beschikt over 4 ziekenwagens. Drie ziekenwagens zijn gestationeerd in Asse, één in voorpost Dilbeek. Aangezien de ziekenwagens opgenomen zijn in het 100-systeem dienen deze te allen tijde te kunnen vertrekken.. Hiervoor wordt maandelijks een wachtdienst opgesteld om de nacht- en weekendwachten te verdelen over de ambulanciers. Enerzijds zijn er de wachten in de kazerne, anderzijds de wachten aan huis voor de bemanning van de 2° ziekenwagen. De wachtdienst aan huis wordt nog steeds zonder vergoeding gedaan, niettegenstaande dit een belangrijke impact heeft op het sociaal leven en het gezin. De wachtdiensten buiten de normale werkuren worden in hoofdzaak door de vrijwilligers gedaan. Gezien de hoge belasting die dit wachtdienstsysteem meebrengt is in de voorbije jaren gebleken dat het niet mogelijk is op elk moment te garanderen dat de 4 ziekenwagens gelijktijdig zouden kunnen worden uitgestuurd. Bijgevolg zijn met de 100-centrale van Leuven afspraken gemaakt inzake de inzet van deze ziekenwagens. Om aan deze afspraken te kunnen voldoen is de wachtdienst voor de ziekenwagens als volgt georganiseerd: Organisatie van de ziekenwagenwachtdienst Asse
Dilbeek
Dag
Minimum 9 beroeps (polyvalent inzetbaar)
Nacht / weekend
2 ambulanciers van wacht in de kazerne 2 ambulanciers van wacht thuis (zonder vergoeding)
Dag
Minimum 2 beroeps (polyvalent inzetbaar)
Nacht / weekend
2 ambulanciers van wacht in de kazerne
Dit houdt in dat in Asse permanent 2 ziekenwagens kunnen bemand worden, in Dilbeek 1. Indien toch personeel beschikbaar is kan ook de 4° ziekenwagen worden uitgestuurd. Beroeps doen steeds meer nacht- en weekenddiensten Het resultaat van deze continue verandering en de steeds hogere eisen die eruit voortvloeien maakt dat de vrijwilliger zeer zwaar belast wordt. Dit heeft negatieve gevolgen voor de organisatie. Vooral de continuïteit van de wachtdiensten komt zwaar onder druk te staan. Dit laat zich voelen in de opstelling van de wachtdiensten waarbij heel regelmatig nog op het laatste ogenblik mensen moeten worden gezocht om de wachtdienst in de kazerne te doen. Steeds meer moeten beroepsmensen ingeschakeld worden om de continuïteit van de nacht- en weekendshiften te garanderen. 47
Ook de pelotons van wacht kunnen geregeld niet over het aantal mensen beschikken dat noodzakelijk is. Vooral in de weekends (zaterdag en zondag overdag) is het aantal beschikbare mensen dikwijls te klein. Teneinde deze trend om te buigen en om ervoor te zorgen dat op termijn de gemengde structuur van het korps kan behouden blijven is het noodzakelijk om te streven naar een organisatie waarin de vrijwilliger zich goed voelt, waarin er een gezond evenwicht is tussen werk, sociaal leven en brandweer. De belasting van de vrijwilliger dient te worden verminderd via het inschakelen van beroeps. Het beroepskader is onderbemand De huidige bezetting van het beroepspersoneel laat niet toe de vereiste minimumbezetting te allen tijde te garanderen. De dagbezetting in de voorpost van Dilbeek bestaat reeds geruime tijd uit 2 beroepsbrandweermannen in plaats van 4. Daarenboven is het dikwijls niet mogelijk dat de beroepsmensen hun verlof opnemen zonder dat zij een vrijwilliger zoeken die hun dienst in de kazerne overneemt. De invulling van het beroepskader is momenteel als volgt: Huidig kader van het beroepspersoneel In dienst – 10/2007
Grondreglement
Officier-dienstchef
1
1
Officieren
3
3
Onderofficieren
6
6
Korporaals
5
8
Bwm en ambulanciers
20
30
Bwm-centralist
-
6
Totaal
35
54 Er zijn nog 17 betrekkingen open
Personeel met bijzondere taken Administratief beambte
2
2
Verpleegkundige
-
1
Ter vergelijking volgende cijfers. Op het grondgebied dat door de brandweerdienst van Asse beschermd wordt, wonen zowat 120.000 inwoners. Op één gemeente na omvat dit gebied 3 politiezones zijnde AMOW, TARL en Dilbeek. Om de politionele veiligheid in dit gebied te verzekeren beschikken deze 3 politiezones samen over zowat 250 personeelsleden. De brandweerdienst van Asse is een gemengd korps van categorie Z en heeft momenteel 35 beroeps en zowat 70 vrijwilligers in dienst.
48
Minimumbezetting in de kazerne Noodzaak Vastgestelde problemen Uit hetgeen voorafgaat kan het volgende geconcludeerd worden. De brandweerman – vrijwilliger ondervindt een te zware belasting met als gevolg: o Wachtdiensten in kazerne (DGH) raken moeilijk ingevuld o Aantal beschikbare mensen in het peloton van wacht is dikwijls te klein o Te weinig kandidaten voor de hogere cursussen, het kader zal niet kunnen ingevuld worden o Deelname aan de verplichte oefeningen zwakt af o Beschikbaarheid van de vrijwilligers overdag daalt zeer sterk Het kader van de beroepsbrandweermannen is onderbemand Streeftijden In de teksten ter voorbereiding van de hervorming wordt een interventietijd van 12 minuten gebruikt om het gebied te bepalen dat binnen een aanvaardbare tijd kan worden bediend. De interventietijd bestaat uit de meldingstijd (2 min) + de uitruktijd (2 min) + de rijtijd (8 min). De uitruktijd is de tijd die nodig is om de interventiemiddelen uit de kazerne te laten vertrekken. Deze tijd beperken tot 2 minuten is enkel mogelijk indien de interventieploeg aanwezig is in de kazerne. Continuïteit van de dienstverlening De combinatie van de vastgestelde problemen maakt dat de continuïteit van de dienstverlening niet meer maximaal gegarandeerd is volgens het principe van de snelste en meest adequate hulp. De nood aan een minimumbezetting in de kazerne wordt steeds groter. Bij het bepalen van een minimumbezetting is het in de gegeven omstandigheden van belang om te streven naar de bezetting zoals deze in de documenten ter voorbereiding van de hervormingen wordt vooropgesteld. Dit houdt in dat continue 11 brandweerlieden dienen aanwezig te zijn. Vereiste minimumbezetting Asse Dag
Nacht/weekend
1 Onderofficier 1 Centralist 7 Beroepsbwm / Kpl (polyvalent inzetbaar voor Brandweer - DGH) 1 Onderofficier 1 Centralist 4 Bwm / Kpl (Beroeps / vrijw) (polyvalent inzetbaar voor Brandweer - DGH)
Dilbeek
4 Beroepsbwm / Kpl (polyvalent inzetbaar voor Brandweer - DGH)
2 Bwm / Kpl (Beroeps / vrijw) (polyvalent inzetbaar voor Brandweer - DGH)
49
De tabel die als bijlage 1 gaat geeft de berekening van het totaal aantal beroeps dat nodig is om bovenstaande vereiste minimumbezetting te garanderen. Niveau brandweerman Centralist Overdag wordt de centrale bemand door een beroeps. Gedurende de nacht en in het weekend worden hiervoor in hoofdzaak gegradueerden ingeschakeld. Dit heeft voor gevolg dat een gegradueerde aanwezig is in de kazerne doch één van zijn basistaken namelijk het begeleiden van de interventies kan hij niet uitvoeren. Hiervoor wordt een gegradueerde met wacht aan huis opgeroepen. Het invullen van de wachtdienst voor de centrale verloopt telkens zeer moeizaam en geregeld moet tot het laatste ogenblik gezocht worden naar een bereidwillige. Door het opnemen van de functie van centralist in de dienstregeling van de brandweermannen/korporaals kunnen de onderofficieren de taken die tot hun functie behoren waarnemen. Voorpost Dilbeek Conform de afspraken die gemaakt werden tussen gemeente Asse, gemeente Dilbeek en de provinciegouverneur dient de bezetting van de voorpost overdag te bestaan uit minstens 7 beroepsbrandweerlieden. Niveau onderofficier Onderofficier van wacht De bestaande regeling waarbij een gegradueerde wachtdienst heeft in de centrale moet worden afgebouwd zodat kan overgeschakeld worden naar een wachtdienst waarbij minstens 1 onderofficier permanent dienst heeft in de kazerne. Deze zal dan de leiding hebben in de kazerne en de interventies begeleiden conform het uitrukschema en zijn functieomschrijving. Officieren Taken van de brandweer Asse is de centrumgemeente van de gewestelijke groep ‘Asse’ die gevormd wordt door 8 gemeenten, namelijk: Asse, Affligem, Dilbeek, Liedekerke, Ternat, Wemmel, de deelgemeenten Brussegem en Hamme en Opwijk. Dit houdt in dat de brandweerdienst van Asse verplicht is om de taken die opgelegd zijn aan de brandweerdiensten op eenzelfde adequate manier uit te voeren in elk van deze gemeenten. Het takenpakket is in hoofdzaak op te splitsen in 4 luiken namelijk: De brandvoorkoming De brandbestrijding De technische hulpverlening (lijst van de 22 bijzondere interventies) De dringende geneeskundige hulpverlening Om deze taken op een adequate wijze te kunnen uitvoeren beschikt de brandweerdienst over: Personeel Materieel en Infrastructuur
50
Daarenboven zijn de preparatie(opleiding en training) de preplanning (oa. interventieplannen,…) en het onderhoud van materieel en infrastructuur de elementen waarmee moet gestreefd worden naar een zo hoog mogelijke kwaliteit bij het interveniëren van de brandweerdienst. In deze structuur hebben de officieren een belangrijke sturende taak te vervullen. Administratieve belasting Momenteel blijft er te weinig tijd over om bovengenoemde taken naar behoren uit te voeren. Een brandweerofficier wordt overspoeld met administratieve taken die voornamelijk voortkomen uit de behandeling van brandpreventiedossiers en aankoopdossiers. Deze administratieve taken moeten verder uitgesplitst kunnen worden zodat het aandeel per officier verkleint en er meer tijd vrijkomt voor de taken die kaderen in het operationele. Tevens zijn er taken die momenteel niet of onvolledig worden uitgevoerd. Zo onder andere: -
Opleiding: organiseren, opvolgen en zelf volgen Permanente bijscholing voor officieren op het vlak van brandpreventie, rampenplanning, nieuw brandweermaterieel… Uitwerken van interventieplannen!! Regelmatig organiseren van oefeningen die zich toespitsen op de coördinatie van grootschalige interventies (rampenplanning) Lessen trekken uit interventies en deze ervaringen doorgeven aan de manschappen en andere korpsen Voorbereiding op ongevallen met gevaarlijke stoffen (chemisch, biologisch, radioactief…) en de uitwerking van de AGS-structuur Betere opvolging van de activiteiten van de manschappen en controle op de uitgevoerde taken
Extra beroepsofficier Het officierenkader In dienst – 10/2007
Grondreglement
Officier-dienstchef
1
1
Officieren – Beroeps
3
3
Officieren - Vrijwilliger
2
4
Het kader biedt de mogelijkheid om nog twee officieren-vrijwilliger aan te werven. Echter, om tal van redenen is dit geen geschikte optie. Het opleidingsprogramma dat door een officier is af te werken is vrij zwaar en intensief. Het vraagt dus veel tijd van de betrokkene om alle vereiste brevetten te behalen. Dit maakt dat het lang duurt alvorens een officier-vrijwilliger operationeel inzetbaar is. Daarenboven is de bijdrage die een officier-vrijwilliger kan leveren in het administratief gedeelte van het takenpakket zeer beperkt aangezien hij een dagtaak te vervullen heeft voor een andere werkgever.
51
Zijn aanwezigheid op de kazerne is beperkt wat de opvolging van administratieve dossiers zeer moeilijk maakt. Het uitvoeren van alle taken zoals die in de functiebeschrijving van een officier zijn opgenomen is helemaal onmogelijk voor een officier-vrijwilliger. Financiële impact Bijgevolg is het aangewezen om de 2 nog openstaande functies van officiervrijwilliger om te zetten naar 1 functie van beroepsofficier. Bovendien heeft deze wijziging van het kader en de aanwerving van een beroepsofficier vanaf 2009 geen financiële impact aangezien vanaf 1 februari 2009 de loonkost wegvalt van de erebevelhebber die momenteel in ‘verlof voorafgaand aan de pensionering’ is. Logistiek kader Technisch medewerker De brandweer beschikt over een zeer uitgebreid gamma van technisch materieel. Om de kans op storingen zo klein mogelijk te houden is een nauwgezet onderhoud van deze middelen absoluut noodzakelijk. Veel van dit materieel moet zelfs na elk gebruik grondig gereinigd, gecontroleerd en getest worden. In het bijzonder de collectieve persoonlijke beschermingsmiddelen vallen onder dit regime. Daarenboven moeten verschillende apparaten periodiek gecontroleerd of gekeurd worden door een erkend organisme of een gespecialiseerde firma. Zo zijn er onder andere de detectieapparaten, de adembeschermingstoestellen, de persluchtflessen van deze toestellen, de flessen met medische zuurstof, alle hef- en trektoestellen, toestellen en apparaten voor het uitvoeren van werken in de hoogte/diepte… Inzake adembescherming beschikt de zone over een totale voorraad van 150 toestellen en 300 persluchtflessen. Het onderhoud, de controle en de permanente opvolging van deze toestellen vereist heel wat manuren. Voor dit onderhoud maar ook voor de dagelijkse werking van voornamelijk de dienst DGH is er een stock van verbruiksgoederen aangelegd. Stockbreuk heeft nefaste gevolgen voor de werking van de brandweerdienst wat maakt dat het nauwkeurig opvolgen van deze stock van groot belang is en zeer nauwgezet moet gebeuren. Zeer regelmatig vereist dit contacten met leveranciers en firma’s teneinde de evolutie van de markt te kunnen volgen, niet alleen inzake vernieuwing en verbetering van producten maar ook om een periodieke prijs-kwaliteit vergelijking te kunnen doorvoeren. Momenteel zijn al deze taken verdeeld over verschillende mensen. Dit heeft als nadeel dat de informatie niet altijd even gemakkelijk gecentraliseerd wordt. Door het feit dat deze personen deel uitmaken van het operationeel kader kunnen zij niet altijd de nodige tijd besteden aan deze taken vanwege interventies en oefeningen. Op deze wijze slepen deze taken soms aan, worden ze onvolledig of soms zelfs dubbel gedaan omdat de collega’s elkaar niet elke dag zien vanwege het dienstregime. Dit heeft een ongunstige invloed op de werking van de dienst. Een technisch medewerker in dagregime zou deze problemen kunnen opvangen wat een belangrijke meerwaarde zou betekenen en de continuïteit van onder andere het onderhoud zou verbeteren. Volgend voorstel kan een oplossing bieden voor dit probleem. Het kader van de brandweerdienst aanpassen door een logistieke functie te creëren. Om deze functie te betrekken moeten evenwel voorwaarden gesteld worden. Deze zouden als volgt kunnen zijn:
52
Te begeven bij aanwerving of overstap vanuit het operationeel kader na gemotiveerd advies van bv arbeidsgeneesheer in samenspraak met korpsgeneesheer Werkregime is dagdienst – 5 dagen per week Tevens zijn een functiebeschrijving en de aanwervingsvoorwaarden op te stellen. De verpleegkundige Nut van een verpleegkundige De beroepsbrandweermannen moeten het brevet DGH halen tijdens de stage. Om als ambulancier te kunnen blijven fungeren moet men over een periode van 5 jaar minimum 120 uur bijscholing volgen. Deze bijscholing wordt afgesloten met een evaluatieproef die met gunstig gevolg moet worden afgelegd, zoniet vervalt de 100badge. Sinds 1998 moeten ook de vrijwilligers aan deze eisen voldoen, dit teneinde het aantal ambulanciers te vergroten om op die wijze de wachtdiensten over meer mensen te kunnen verdelen. Echter, ondanks het sterk gestegen aantal ambulanciers, wordt het steeds moeilijker om de wachtdiensten ingevuld te krijgen. Dit geldt in het bijzonder voor de wachtdienst aan huis (2° ziekenwagen). Het systeem van de permanente bijscholing vergt heel wat logistieke inspanningen. Momenteel worden deze geleverd door vrijwilligers. De aanwerving van een verpleegkundige, zoals voorzien in het kader, zou het mogelijk maken alle gegevens die betrekking hebben op de opleiding en de bijscholing, van de zowat 80 ambulanciers, te centraliseren. Het feit dat deze verpleegkundige de permanente bijscholing van de beroepsbrandweermannen overdag zou kunnen organiseren maakt dat dit om een nuloperatie gaat indien de verpleegkundige in een deeltijdse functie wordt te werk gesteld. 35 beroepsambulanciers x 24 uur bijscholing per jaar = 840 manuren. Dit is nagenoeg een half-time functie. Administratief medewerker – niveau A De brandpreventie heeft een enorme vlucht genomen. De uitbreiding van de reglementering maakt dat enerzijds veel meer brandpreventieadviezen moeten gegeven worden en dat anderzijds voor een groot aantal dossiers de complexiteit is toegenomen. Vanwege de uitbreiding van de reglementering is er ook meer nood aan bijscholing voor de preventionisten doch vanwege de grotere belasting blijft hiervoor minder tijd over. Op deze wijze wordt het moeilijk voor een officier om de complexe materie, die de brandpreventie wordt, op de voet te volgen. Ook worden de maatregelen die opgelegd worden in de adviezen, niettegenstaande het bestaan van reglementering waarop deze adviezen zijn gebaseerd, steeds meer in vraag gesteld. Dit vraagt extra tijd onder de vorm van telefoongesprekken of vergaderingen met architecten en bouwheren. Daarenboven heeft een officier nog een aantal andere taken te vervullen die kaderen in het operationele gedeelte van de dienst. Vanwege de wettelijke termijnen die te respecteren zijn bij het behandelen van de brandpreventiedossiers krijgen deze doorgaans voorrang waardoor de officieren te weinig tijd hebben om op een degelijke manier de taken die zijn opgenomen in hun functiebeschrijving uit te voeren. Hierop werd uitvoerig ingegaan in punt 2.3 ‘Officieren’. Een technisch geschoold medewerker (ingenieur of architect) van niveau A die in een dagregime is tewerkgesteld zou een groot deel van de brandpreventiedossiers kunnen behandelen zodat voor de officieren tijd zou vrijkomen om te werken aan de preparatie. Deze taken zouden dan binnen de diensturen kunnen worden uitgevoerd waardoor het aantal overuren van de officieren kan worden beperkt.
53
Personeel - Planning 2007 – 2013 Rekening houdend met de financiële mogelijkheden van de gemeente werden, door het College van Burgemeester en Schepenen in vergadering met de meerderheidsfracties, in functie van de gestelde doelen op het vlak van personeel enkele elementen inzake aanwerving weerhouden. Volgende concrete acties zijn nodig: 2007
1. 2.
3.
Wachtdienst onderofficier in kazerne organiseren Grondreglement aanpassen a. personeelskader aanpassen b. kader van de onderofficieren uitbreiden c. kader van de officieren herschikken d. proeven lichamelijke geschiktheid in functie van de leeftijd invoeren e. éénvormigheid in de zone ALO verbeteren f. alle opmerkingen van FOD BiZa oplossen g. … Aanwervingexamen voor vrijwilligers organiseren
2008
1. 2. 3. 4. 5. 6.
Aanwerving vrijwilligers (aanwervingsexamen 2007) Bevordering van een onderofficier (uit bevorderingsreserve) Aanwervingexamen voor beroepsofficier organiseren Aanwerving 1 beroepsofficier Aanwervingexamens voor verpleegkundige organiseren Aanwerving 1 verpleegkundige
2009
1.
Aanwerving 2 beroepsbrandweermannen (opvullen van het kader) Aanwervingexamen voor vrijwilligers organiseren
2. 2010
1. 2.
2011
1.
2012
1.
2013
1.
Aanleggen van een werfreserve voor beroepsbrandweerman Aanwerving 2 beroepsbrandweermannen (opvullen van het kader)
54
MATERIEEL Rollend materieel Overzicht Als bijlage 2 gaat het volledig overzicht van het rollend materieel waarover de brandweerdienst van Asse beschikt. Rollend materieel – Planning 2007 – 2013 Op vraag van het College van Burgemeester en Schepenen samen met de meerderheidsfracties werd een aanpassing doorgevoerd van de afschrijftermijn die wordt toegepast op de voertuigen. Het optrekken van de afschrijftermijn met 10% werd weerhouden en resulteert in de planning zoals die is opgenomen in de tabel die als bijlage 2 gaat. Klein materieel Overzicht Wegens de omvang van deze lijst, is bij de brandweer een overzicht te bekomen op vraag. Klein materieel – Planning 2007 – 2013 Op peil houden van de kwaliteit van al het materieel waarover een moderne, goed uitgeruste brandweerdienst dient te beschikken. Vernieuwen en aanpassen van dit materieel in functie van de noodwendigheden. Persoonlijke beschermingsmiddelen Op peil houden van het aantal en de kwaliteit van de persoonlijke beschermingsmiddelen. Vernieuwen en aanpassen van de persoonlijke beschermingmiddelen om een optimale bescherming van het personeel te waarborgen.
55
Infrastructuur Bestaande kazerne Aan de bestaande kazerne worden enkel nog de hoogst noodzakelijke aanpassingsen herstellingswerken uitgevoerd. Nieuwe kazerne De bouw van een nieuwe en moderne kazerne op de meest geschikte locatie in het te beschermen gebied is een noodzaak. De gegevens inzake mogelijke locaties en de eisen inzake oppervlaktes en volume maken het voorwerp uit van een afzonderlijke studie. De bouw van een nieuwe kazerne is weerhouden. In het kader van het realiseren van deze doelstelling werd door het College van Burgemeester en Schepenen in vergadering met de meerderheidsfracties, volgende planning vastgelegd. 2007
1.
€0,00
2008
1.
€0,00
2009
1.
€0,00
2010
1.
€0,00
2011
1. Opstarten van de voorstudies en berekeningen
€100.000,00
2012
1. Uitwerken van de plannen en voorbereiding van de start van de bouwwerken
€100.000,00
2013
1. Bouwen van de nieuwe kazerne
€8.000.000,00
56
Brandweer Asse Beleidsprogramma 2007 – 2012
Bijlage 1 - Personeel Tabel: vereiste minimumbezetting Tabel : geschatte financiële impaxt
57
58
59
Brandweer Asse Beleidsprogramma 2007 – 2012
Bijlage 2 – Rollend materieel Tabel: overzicht rollend materieel Inclusief financiële impact
60
61
5.
ECONOMIE – TOERISME WERKGELEGENHEID
EN
62
De gemeente kent een grote economische activiteit, uitgeoefend door zowel groot als tal van kleine en middelgrote ondernemingen.
Door het uitspelen van vele toeristische troeven en het voeren van een toeristisch beleid wil het bestuur de aantrekkingskracht van de gemeente vergroten en de handel en middenstand ondersteunen.
63
5.1. LOKALE ECONOMIE De gemeente wenst ook in de volgende beleidsperiode een goede samenwerking te bewerkstelligen met volgende sectoren: - KMO; - Middenstand; - Horeca - Marktkramers; - Landbouwers En dit omtrent de volgende domeinen: - Fiscaliteit; - Ruimtelijke Ordening/Stedenbouw Mobiliteit: parkeerbeleid (onderzoek naar mogelijkheden langparkeren voor vrachtwagen buiten het centrum), mobiliteit verbeteren door aanleg van De Ring rond Asse, bewegwijzering naar bedrijventerreinen onderhouden, werken aan de veiligheid van het verkeer i.s.m. politie (o.a. verhoog aantal controles door politie). R.O.: openbare markten (marktreglement aanpassen aan de vernieuwde wetgeving op ambulante handel, opnemen van de markt van Mollem), verfraaiing van de kernen (o.a. verder uitwerken van het project Hopmarkt), structuurplan: verdere opmaak van RUP’s. - Milieu Een oplossing zoeken ter vervanging van de containers waarmee momenteel het huisvuil wordt opgehaald bij de middenstand aangezien het huidig systeem wordt afgeschaft. - Veiligheid Inspanningen omtrent beveiliging van zaken, toezicht op parkings, diefstalpreventie (Bijvoorbeeld: geven van een voordracht over diefstalpreventie) verder zetten. Hier rond zal tevens gewerkt worden door de coördinator Integrale Veiligheid die door de gemeente zal worden aangeworven. De dienst Lokale Economie zal blijven fungeren als: • Centraal en algemeen aanspreekpunt voor alle materies die lokale economie betreffen; • Meldingspunt van problemen; • Contactpunt met andere overheden (provincie, Vlaamse overheid, nationaal, …), met verbuikersorganisaties en met werknemersorganisaties, met de Lokale Werkwinkels, enz.; • Dienst waar alle mogelijk relevante informatie verzameld wordt. Concrete acties: - de organisatie van de jaarlijkse Gemeentelijke Avondmarkt; - werken aan de gemeentelijke bedrijvenlijst - ondersteunen van de eindejaarsactie van de middenstand (ophangen feestverlichting); - organisatie gemeentelijke markten (Asse-centrum, Mollem en Zellik); - administratieve aanvraag van afwijkingen op de wekelijkse rustdag.
64
5.2. TOERISME Regionale, bovenlokale en intergemeentelijke werking Verdere samenwerking met de Brabantse Kouters vzw De Brabantse Kouters vzw helpt Asse toeristisch op de kaart te zetten en biedt groepsuitstappen en dagarrangementen aan. De dienst Cultuur werkt zelf ook mogelijkheden uit om het toeristisch aanbod in Asse te optimaliseren. De opvolging en promotie wordt verzorgd door de Brabantse Kouters vzw die deel uitmaakt van het Toeristisch Recreatief Actie Platform (TRAP) Groene Gordel voor de toerismewerking in de hele Groene Gordel. Elke toegetreden gemeente die het convenant ondertekent, betaalt een jaarlijkse bijdrage van € 0,5 per inwoner aan de vzw Toerisme Vlaams-Brabant.
Lokale inhoudelijke projecten Erfgoed en toerisme Het plaatsen van infopanelen aan waardevolle gebouwen en monumenten creëert een meerwaarde zowel voor de Assenaren als voor bezoekers van buitenaf. Prioritair zijn infopanelen bij de waardevolle gebouwen waarlangs de negen gemeentelijke wandelwegen lopen. Restauratie van het hopveld in Waarbeek In 2007 vangen de restauratiewerken aan van een voormalig hopveld te Waarbeek in Asse (langs de Grote Molenbeekwandeling). De restauratie gebeurt in fasen en zal in de toekomst op toeristisch-recreatief en educatief vlak verschillende mogelijkheden bieden. Het hopveld zal kunnen beschouwd worden als een “levend museum” in Asse.
Informatie en communicatie om Asse op de kaart te zetten Een volwaardige brochure of infomap over Asse We streven ernaar een volwaardige brochure of toeristische infomap over Asse aan te bieden waarin de toeristische troeven opgenomen zijn: bezienswaardigheden, horecazaken, uitstappen, fiets- en wandelwegen,... Meer verdeelpunten van toeristische informatie Momenteel kan men voor toeristische brochures en publicaties enkel terecht in het gemeentehuis. De meeste toeristen komen echter in het weekend, dus we streven naar meer verdeelpunten van dergelijke publicaties. De mogelijkheden tot samenwerking met private actoren zoals horecazaken zullen onderzocht worden.
65
De toeristische informatie op de webstek van Asse wordt uitgebreid Onder meer de dag- en groepsuitstappen van de Brabantse Kouters vzw zullen on-line gezet worden op www.asse.be. Een specifiek mailadres voor toerisme in Asse is reeds voor handen:
[email protected] Opleiden van gidsen Het bestuur wil bijdragen in opleidingskosten van gidsen die zich bekwamen in de kennis van de gemeente en de streek.
66
6.
RUIMTELIJKE ORDENING HUISVESTING EN GEMEENSCHAPSVOORZIENINGEN
67
Het beleid inzake ruimtelijke ordening en huisvesting streeft ernaar een zo aantrekkelijk en aangenaam mogelijke leefomgeving op vlak van wonen, werken en vrijetijdsbesteding te creëren. Enerzijds wordt gewerkt aan de verdichting van de woningbouw van de centra, anderzijds wordt gewaakt over het bewaren en ontwikkelen van de open ruimte. Het garanderen van een goede mobiliteit is een permanente zorg. Het gemeentelijk structuurplan zal de komende jaren de leidraad zijn bij het uittekenen van het ruimtelijk beleid. Via een interlokaal samenwerkingsverband wonen zal een woonbeleid aangepast aan de eigen noden nagestreefd worden. Op vlak van openbare werken en gemeenschapsvoorzieningen zal het zaak zal om de beschikbare middelen zo efficiënt en kwalitatief mogelijk te gebruiken. Een belangrijk aandachtspunt blijft de inspraak en de communicatie rond de geplande werken en de verschillende stadia voor uitvoering. Daarnaast zal het meldingssysteem op adequate en objectieve basis verder dienen uitgewerkt.
68
6.1. RUIMTELIJKE ORDENING 6.1.1. Ontvoogding van de gemeente bij de afhandeling van de vergunningsaanvragen Een grotere autonomie op stedenbouwkundig gebied kan verkregen worden indien de gemeente voldoet aan een aantal voorwaarden. Nog twee voorwaarden dienen ingevuld: - opmaak van vergunningsregister; - inventaris van de onbebouwde percelen. Planning: te voorzien binnen twee jaar. Middel: de scheeftrekkingen op de dienst R.O. oplossen (zie nota kadervoorstel). Opstarten van een handhavingsbeleid zowel voor Milieu als voor Stedebouw - Toezicht op de werken en uitbatingen; - Vaststellen van overtreding; - Vaststellen van overlastfenomenen; - Gemeentelijke administratieve beteugeling; - Instellen van vorderingen bij rechtbanken: - milieustakingsvordering; - herstel in vorige toestand - boetes - Regularisaties van sommige overtredingen via vergunning, via RUP, … Planning: te bespreken. Middel: aanwerving van een handhavingmedewerker. (zie kadervoorstel) Bouwverordeningen Rekeninghoudende met het gebrek aan parkeerruimte zou het aangewezen zijn om bij elke bouwvergunning de verplichting in te voegen om per woongelegenheid 1 parkeerruimte te voorzien. Indien dit niet gerealiseerd wordt een belasting voorzien.
6.1.2. Opmaak ruimtelijke uitvoeringsplannen Naar schatting dienen er een 70 tal RUP’s opgemaakt te worden om het goedgekeurd gemeentelijk structuurplan uit te voeren. Planning voor uitvoering in de komende jaren dient te worden opgemaakt. (d.w.z. voorlopig geen energie steken in afwijkende RUP’s)
69
Op te maken RUP’s : 1) Zonevreemde woningen gelegen in: Landbouwzone: 4 deelzones volgens structuurplan. Onderzoek: 700-tal woningen. Kwetsbare gebieden: onderzoek 50-tal woningen. Recreatie & Industriezones: oplossen met aparte gemengde RUP’s. 2) Recreatie: - Voetbal: 4 RUP’s om zonevreemd voetbalinfrastructuur te bestendigen en uit te breiden. - Louwijn: 1 RUP: bestemmingsverandering naar bos. - Maneges & boogschuttersplein: 3 RUP’s 3) Asphalco Site: 1 RUP 4) Ruiloperatie: Woonuitbreidingszone binnen de ring gekoppeld aan afbouw woonreserves buiten de ring: 3 RUP’s 5) Kasteelparken: 13 RUP’s 6) Vallei- en bosgebieden: 16 RUP’s 7) Prioritaire woonuitbreidingsgebieden: ongeveer 5 RUP’s 8) Kleinhandelzones: 2 RUP’s 9) Inbreidings RUP’s: vooral in Zellik (Gemengde RUP’s: woonzone, commerciële en industriële functies)
Overzicht RUP’s voor de komende jaren 2008 Opmaak via studiebureau Opmaak van realisatie van recreatiedoeleinden volgens structuurplan. (60.000 EUR) Opmaak door gemeentepersoneel RUP Asphaltco Site RUP Inbreidingsgebied Den Horinck 2009 Opmaak door gemeentepersoneel RUP kerkhof en recreatie Asbeek
70
2010 Opmaak via studiebureau Opmaak RUP voor binnengebied Ring 1ste fase (40.000 EUR) Opmaak RUP voor valleigebied (10.000 EUR) Opmaak door gemeentepersoneel Opmaak RUP bosgebieden Opmaak door privé-persoon Conceptuele vormgeving en volledige studie dient te worden verleend door de privépersoon-begunstigde. Alleen de administratieve afhandeling wordt uitgevoerd door het gemeentepersoneel. 2008-2013 : twee RUP’s elk jaar. Voor de zonevreemde woningen wachten wij de opmaak van het nieuwe decreet ruimtelijke ordening af dat gepland is voor 2009. In functie daarvan wordt de problematiek van de zonevreemde woningen herbekeken.
6.1.3. Ruimtelijke ordening - Verwervingen + wegenis 2008 : budget : 300.000 EUR 235.000 EUR
535.000 EUR Aankoop gebouw BPA Kerk, Steenweg 47 Rooilijn Rampelberg – gebouw Nieuwstraat 130
2009 : budget 250.000 EUR 50.000 EUR Onteigening De Doncker - Gildenhof 3a Inbreidingsproject Noodzaak om het herwaarderingsgebied Gildenhof verder te ontwikkelen. Een verbreding Kalkoven-Koensborre wordt hierdoor gerealiseerd. Een aantal technische problemen op Gildenhof o.a. de riolering worden opgelost. 50.000 EUR Onteigening BRAVO 3a Noodzaak ter realisatie van BPA Centrum met mogelijkheid tot creatie van 30-tal bouwgronden. Inbreidingsproject met verbindingsweg tussen Boekfos en Witteramsdal en kan voor de helft gerealiseerd worden door privé verkaveling. De overige 150.000 EUR wordt voorbehouden voor opportuniteiten die zich voordoen inzake de verwerving van gronden of gebouwen in het kader van de realisatie van RUP’s en BPA’s. 2010 : budget 250.000 EUR Voorbehouden voor opportuniteiten die zich voordoen inzake de verwerving van gronden of gebouwen in het kader van de realisatie van RUP’s en BPA’s.
71
2011: budget 400.000 EUR Voorbehouden voor opportuniteiten die zich voordoen inzake de verwerving van gronden of gebouwen in het kader van de realisatie van RUP’s en BPA’s.
2012 : budget 400.000 EUR Voorbehouden voor opportuniteiten die zich voordoen inzake de verwerving van gronden of gebouwen in het kader van de realisatie van RUP’s en BPA’s.
72
6.2. WOONBELEID Doelstelling Leefbaar en betaalbaar wonen met voorrang voor de inwoners van de gemeente. Acties 1. Het ontwikkelen van een gemeentelijke beleidsvisie op het vlak van wonen. 2. Een woonoverleg organiseren met alle lokale woonactoren, waarbij de volgende resultaten bereikt moeten worden : a) een globale doorlichting van de lokale huisvestingssituatie; b) de onderlinge afstemming van de sociale woonprojecten enerzijds en de afstemming van de individuele verrichtingen van de lokale woonactoren anderzijds; c) de voorbereiding van een planning of een programmatie van sociale woonprojecten binnen het werkingsgebied; d) een akkoord over de manier van toewijzing van sociale huurwoningen, binnen de door de Vlaamse regering goedgekeurde toewijzigingsmodalitateiten; e) een verbetering van de kwaliteit van het woningpatrimonium en de woonomgeving, waaronder het nemen van initiatieven in het kader van de bestrijding van leegstand en verkrotting; 3. Het aanbieden van gestructureerde basisinformatie aan de inwoners door het oprichten van een woonloket dat volgende informatie verstrekt : a) gemeentelijke, provinciale, gewestelijke en federale huisvestingsmaatregelen en het respectieve dienstverleningsaanbod; b) huuraangelegenheden; c) sociaal huren, sociaal kopen en sociaal lenen; d) actuele beleidsmaatregelen inzake huisvesting; 4. Het voorbereiden van gemeentelijke reglementeringen op het vlak van wonen (bvb diverse bouwverordeningen,…). 5. Het nemen van initiatieven die duurzaam, ecologisch en energiebewust wonen ondersteunen. 6. Het nemen van initiatieven in het kader van een grond- en pandenbeleid met het oog op betaalbaar wonen.
73
6.3. PROJECTEN Het bestuur wenst tegen 2012 volgende projecten te realiseren of aan te vatten : 1. Asphaltcosite. 2. Hopmarkt. 3. Gildenhof. 4. Kerkomgeving.
6.3.1. ASPHALTCOSITE Doelstelling Reconversie van een black point naar een openbaar vervoersknooppunt, recreatie-, openbare nutszone en wooninbreidingsgebied. Procedure - Verwerven van de gronden van de asphaltcosite. - Realiseren tijdelijke parking. - Opstellen van een Ruimtelijk Uitvoeringsplan. - Verwerven en ruilen gronden (NMBS en De Lijn). - Gefaseerde uitvoering.
-
Beschrijving project Openbaar vervoersknooppunt De asphaltcosite en stationsomgeving moeten uitgroeien tot een belangrijk openbaar vervoersknooppunt. Het autopendelverkeer naar Brussel moet worden opgevangen door een degelijk openbaar vervoer. Hiervoor worden volgende werken voorzien : aanleggen van gratis langsparkings (+ 500 plaatsen). - bouwen van een nieuw busdepot. - nieuw stationsgebouw of renovatie. - degelijke overdekte fietsenstallingen. Recreatiezone In deze zone worden bestemmingen voor voetbal, atletiek en openluchtsport voorzien. Tal van voetbalvelden zullen verdwijnen (bvb. B.P.A. Krokegem (Simca Boys), Walfergem, Wolfrot, enz…) In het gemeentelijk structuurplan is de vervanging van deze velden voorzien op de asphaltcosite zodat men een concentratie krijgt van recreatie en hiervoor ook de nodige accommodatie kan voorzien (kleedkamers, douches,…) Voor atletiek en openluchtsport (tennis, volleybal, basket, training brandweer hindernissenparcours) zijn er momenteel geen of onvoldoende mogelijkheden daarom dienen deze te worden voorzien op de asphaltcosite. De parkings voor het openbaar vervoersknooppunt kunnen eveneens gebruikt worden voor de recreatie omdat er een wisselend tijdstipgebruik is (pendelaars overdag en tijdens de week, recreatie ’s avonds en tijdens het weekend).
74
Bouw van een nieuwe brandweerkazerne De huidige brandweerkazerne voldoet niet meer en is slecht ingeplant. Bovendien dient de brandweerkazerne te verdwijnen voor het project Hopmarkt. De nieuwe brandweerkazerne zou de ideale ontsluiting hebben aan de ringweg. De brandweerlieden kunnen gebruik maken van de recreatiemogelijkheden en hindernissenparcours. Bouw van een nieuw jeugdcentrum/fuifzaal Zaal ’t Smis, de huidige fuifzaal, dient te worden afgebroken voor het project Hopmarkt. Het huidige jeugdcentrum voldoet niet meer en staat gedeeltelijk in overtreding en zorgt voor overlast voor de omwonenden. Energie De asphaltcosite leent zich tevens voor de bouw van een 5-tal windmolens. Zo zou Asse kunnen bijdragen aan een project van alternatieve energie. Groen Het nodige buffergroen zal worden voorzien om de asphaltcosite in de landschappelijke omgeving te integreren. Inbreidingsproject De vrijgekomen gronden van de Lijn (depot) en NMBS (parking) zouden kunnen worden benut om een inbreidingsproject te realiseren (+ 30.000 m²). Dit inbreidingsproject zou bestemd kunnen worden voor kantoren (bvb. rechtbank 1ste aanleg of andere diensten). Eveneens kan met de omwonenden een P.P.S. structuur worden opgezet zodat ook een wooninbreidingsproject kan gerealiseerd worden. Door verbindingen te realiseren met de Stationsstraat kan men dit semiwinkelgebied opnieuw opwaarderen.
HOPMARKT Doelstelling Het huidig braakliggend perceel opwaarderen naar een inbreidingsgebied dat de handel in het centrum moet stimuleren. Procedure - Masterplan centrum-Hopmarkt actualiseren. - P.P.S. structuur onderzoeken en gebeurlijk opzetten. Beschrijving van mogelijke bestemmingen Realiseren van een open plein met afwerkingsbouw en ondergrondse parkings. Op het gelijkvloers kunnen winkelruimtes en volkstrekkers worden voorzien. Op de verdiepingen kunnen wooneenheden worden voorzien. Eventueel kan geopteerd worden een klein hotel te voorzien. Voetgangersverbindingen met gemeenteplein en markt zijn essentieel. Het optimaal open plein dient voor polyvalent gebruik (kermis, markt, ontmoetingsplein, manifestaties). Zaal ’t Smis en de brandweerkazerne dienen te verdwijnen. 75
De inkom van de ondergrondse parking wordt voorzien langs de Vronemeerstraat zodat de parking –1 zich bevindt op het niveau van de Vronemeerstraat.
GILDENHOF Doelstelling Realiseren van het herwaarderingsgebied door hoofdzakelijk particulier initiatief. Procedure - Opmaak rooilijn- en onteigeningsplan. - Particulieren kans geven het wooninbreidingsgebied te realiseren volgens het gewenste streefbeeld. Bespreking project - Voorzien van een bebouwing rond het huidige woonblok. - De oude garage en leerlooierij geleidelijk aan vervangen door inbreidingsbouw. - Verbinding creëren met de Koensborre. - Voetgangers/fietsers verbindingen met de Nieuwstraat.
KERKOMGEVING Doelstelling Een groene omgeving maken ronde de kerk in relatie met de pastorijtuin. Procedure Het plan B.P.A. Kerk gefaseerd uitvoeren rekening houdend met opportuniteiten en financiële mogelijkheden. Bespreking project Indien we een verdichting van het centrum nastreven moeten we ook de nodige open en liefst groene ruimten voorzien. Door storende bebouwing rond de kerk systematisch af te breken, krijgen we een open ruimte rond de kerk. Deze ruimte wordt samen met de pastorijtuin het toekomstig park. In een eerste fase dienen we echter de handel in de Nieuwstraat, Steenweg en Kalkoven te herwaarderen. Daarom wordt voorlopig een parking van + 50 wagens voorzien, nadien kan na aanleg van de ring een hervatting van de handel, de omvorming naar parkzone gerealiseerd worden. Tevens dient aan de achterkant van de kerk de gebouwen voorkanten te krijgen door input van winkels en woningen met hun respectievelijke toegangen.
76
6.4. OPENBARE WERKEN OVERZICHT 2008
Wegenis + riolering + beton J. Tieboutstraat + A. Temmermansstraat
(€ 300.000)
De riolering in de A. Temmermansstraat is in slechte staat en moet vervangen worden. De verkeerssituatie moet herbekeken worden samen met de J. Tieboutstraat. In de J. Tieboutstraat zijn asfalt en de voetpaden aan vervanging toe gelet op de waterstagnatie. De voetpaden worden veelal gebruikt als rijweg wat in de toekomst moet vermeden worden, zonder echter de toegang tot de bedrijven te hypothekeren. De kostprijs van de werken wordt geraamd op € 450.000 waarvan € 150.000 rioleringswerken en € 300.000 wegenis. Elshout
(€ 150.000)
Keienveld
(€ 200.000)
Buda
(€ 320.000)
De weg heeft geen degelijke riolering. Bij heraanleg van de riolering moet het afvalwater gepompt worden naar de Gentsesteenweg zodat de Kleine Wijtsbeek volledig vrijkomt van afvalwater geloosd door collectieve rioleringen. De kostprijs van de werken wordt geraamd op € 550.000 waarvan € 170.000 rioleringen en € 380.000 wegenis. Anjelierenlaan
(€ 250.000)
Louwijn zijweg
(€ 150.000)
De wegenis van de Louwijn is in slechte staat en een rioolstelsel ontbreekt. Rekening houdend met het zoneringsplan waarbij het gebied groen is ingekleurd (collectief te rioleren) ware het wenselijk het volledige gebied te saneren. De kostprijs van de werken wordt geraamd op € 1.000.000 waarvan € 600.000 riolering en € 400.000 wegenis waarbij de wegen worden aangelegd in beton op een breedte van 3m met grachten. Poel (vanaf Kruiskouter)
(€ 100.000)
De Poel moet opgesplitst worden in het deel te voorzien van riolering met de bouw van het K.W.Z.I. (uitvoering waarschijnlijk 2009) en de landelijke verbindingsweg vanaf de Bergestraat tot de Spoorwegbaan. Deze weg wordt bij voorkeur heraangelegd in beton op een breedte van 3m met afwateringsgrachten. De kostprijs van de werken wordt geraamd op € 150.000. Asfalteringswerken + Voetpaden + Fietspaden
(€ 250.000)
77
OVERZICHT 2009
Wegenis + riolering + beton J. Leostraat + Neerzellikstraat + Jan Longinstraat
(€ 380.000)
Deze straten zijn in zeer slechte staat en de riolering ontbreekt. De volledige vernieuwing van de weg en aanleg van de riool wordt geraamd op € 680.000 waarvan € 240.000 riolering en € 380.000 wegenis. Gentsesteenweg
(€ 1.000.000)
Voor de aanleg van het vrijliggend fietspad langs de Gentsesteenweg werd door het vorige gemeentebestuur een Module 13 afgesloten met het Vlaams Gewest. De opstelling van het ontwerp moet aangevat worden in 2007-2008 om de werken te kunnen uitvoeren in 2009. De uitvoering van de werken dewelke betrekking hebben op de aanleg van het vrijliggend worden voor 80% gesubsidieerd door het Vlaamse Gewest. De aanleg van voetpaden en vuilwaterriolering blijven ten laste van de gemeente en T.M.V.W. De heraanleg van de rijweg blijft ten laste van het Vlaams Gewest. De kostprijs van de werken wordt geraamd op € 5.000.000 waarvan € 1.000.000 ten laste van de gemeente en € 500.000 ten laste van de T.M.V.W. Terlindenvijverstraat
(€ 120.000)
Na de uitvoering van de riolerings- en wegeniswerken in de Mazier-Muzeumstraat en Terlindenweg is het noodzakelijk de Terlindenvijverstraat heraan te leggen. Ter hoogte van de vrij diepliggende waterloop moet de talud verstevigd worden met schanskorven. De weg wordt bij voorkeur heraangelegd in beton, daar asfaltverharding minder bestand is tegen water en vloeigrond. De kostprijs van de werken wordt geraamd op € 250.000 waarvan € 50.000 voor versteviging van de talud van de waterloop en € 200.000 voor de aanleg van de betonweg. Asfalteringswerken + Voetpaden + Fietspaden
(€ 250.000)
78
OVERZICHT 2010
Wegenis + riolering + beton Wijk Bremveld
(€ 750.000)
De nutsleidingen in de wijk Bremveld zijn vervangen in 2006. De weg en de riolering moet nog vernieuwd worden. De kostprijs van de werken wordt geraamd op € 1.200.000 waarvan € 450.000 riolering en € 750.000 wegenis. Zittert voorste gedeelte
(€ 220.000)
Rampelberg
(€ 180.000)
Na uitvoering van de nodige onteigeningen is het noodzakelijk de Rampelberg te vernieuwen. De kostprijs van de werken wordt geraamd op € 260.000 waarvan € 80.000 riolering en € 180.000 wegenis. Boven Vrijlegem
(€ 350.000)
De straten in het centrum van de deelgemeente Mollem zijn momenteel aan vervangen toe (+ 30 jaar oud). Daarom is het noodzakelijk ze stelselmatig te vernieuwen. Het voorstel is om in 2008 de heraanleg van Boven Vrijlegem aan te vatten. De kostprijs van de werken wordt geraamd op € 460.000 waarvan € 120.000 riolering en € 340.000 wegenis. Asfalteringswerken + Voetpaden + Fietspaden
(€ 250.000)
OVERZICHT 2011
Wegenis + riolering + beton Wilde Rozenlaan + Rosseelslaan
(€ 260.000)
Deze twee straten hebben enkel een plaatselijk belang voor de aanpalende eigenaars. De riolering is echter aan vervanging toe. Voorstel om de wegen herin re richten als woonstraat. De kostprijs van de werken wordt geraamd op € 420.000 waarvan € 160.000 riolering en € 280.000 wegenis. Dorp
(€ 550.000)
79
Witteramsdal
(€ 350.000)
In de Witteramsdal (smal gedeelte) ontbreekt nog riolering. Voor de aanleg van de nieuwe wegenis werden reeds verschillende gratis grondafstanden gerealiseerd in functie van verkavelingen. Voorgesteld wordt de resterende percelen te onteigenen en de riolerings- en wegeniswerken uit te voeren voor 2012 in functie van het zoneringsplan. De kostprijs van de werken wordt geraamd op € 525.000 waarvan € 175.000 rioleringswerken en € 350.000 wegenis. Theodoor Coppensstraat
(€ 250.000)
Heierveld fietspad
(€ 90.000)
De veldweg in het Heierveld is officieel een voetweg. Om de weg te kunnen gebruiken als fietspad is het noodzakelijk deze te voorzien van een betonverharding. De kosten worden geraamd op € 25.000 voor de grondaankoop en € 120.000 voor de uitvoering van de werken.
Asfalteringswerken + Voetpaden + Fietspaden
(€ 250.000)
80
6.5. AANKOOP MATERIEEL De vrachtwagens die meer dan 10 jaar oud zijn worden het best vervangen in de loop van de komende vijf jaar, rekening houdende met de vrij grote roetuitstoot van de motoren. Gelet op de noodzaak om de uitstoot van de verbrandingsmotoren te beperken is het wenselijk in overleg met de milieudienst van de gemeente te onderzoeken welke energiebron het best wordt gebruikt voor welk type voertuig. Wegens ouderdom en slijtageverschijnselen dienen volgende voertuigen zeker vervangen :
Nummerplaat Te vervangen voertuig Aan te kopen voertuig DXS 099 DFJ 564 G 369 H PJP 671 BIL 783
NAZ 425 NAZ 424
HSL 798 EBE 975 BUB 187
Containervrachtwagen (89) Vrachtwagen met kipbak (87) Vrachtwagen met kipbak en kraan Hydraulische kraan (95)
Containervrachtwagen Vrachtwagen kipbak en kraan Kraan vervangen
Investeringskost Jaar van aankoop € 85.000 2009
met € 115.000
Hydraulische kraan met sorteergrijper Hydraulische kraan (92) Hydraulische kraan Stofzuiger (Glutton) Tractor (IH) Tractor Klein materieel groendienst Zitmaaier (Grillo) Zitmaaier Aanhangwagen Aanhangwagen voor tractor Graszaaimachine Graszaaimachine Huisvuilwagen (93) Huisvuilwagen Huisvuilwagen (93) Huisvuilwagen Klein materieel wegendienst Klein materieel gebouwendienst Lichte vrachtwagen (88) Lichte vrachtwagen Lichte vrachtwagen (92) Lichte vrachtwagen Veegmachine (95) Veegmachine Vorklift Toyota Vorklift Generator 3x
2011
€ 25.000
2010
€ 110.000
2008
€ 110.000 € 12.500 € 8.000 € 5.000
2010 2008 2008 per jaar
€ 25.000 € 9.500
2009 2008
€ 5.000 € 150.000 € 150.000 € 6.000
2009 2009 2010 per jaar
€ 3.000
per jaar
€ 35.000 € 35.000 € 120.000 € 10.000 € 5.000
2008 2008 2011 2008 2008
81
6.6. INVESTERINGEN IN DE BETERE WERKING VAN DE DIENST TECHNISCHE ZAKEN 1.
Efficiënt beheer van al de overheidsopdrachten door implementatie van 3P software. Mogelijkheid tot centralisatie van alle gemeentelijke aankopen, werken en leveringen (buitengewone dienst) naar de Dienst Technische Zaken.
2.
Aanwerving van een GIS deskundige (zie kadervoorstel). Beter beheer en inventarisatie van kerkhoven, speelpleinen, wegen, rioleringen enz.
82
7.
CULTUUR – RECREATIE – SPORT EN JEUGD
83
De gemeente kiest voor een eigen kwalitatief vrijetijdsbeleid maar creëert tegelijk de randvoorwaarden voor de optimale ontplooiing van het lokale verenigingsleven. Het beleid wordt uitgestippeld op basis van de verschillende sectorale beleidsplannen. Daarnaast wordt gestreefd naar een betere coördinatie tussen de verschillende vrijetijdssectoren vnl. bij het opzetten van de grotere manifestaties (Hopduvel, openstraatdag, enz...).
84
7.1. CULTUUR In de loop van 2007 wordt een nieuw cultuurbeleidsplan 2008-2013 opgemaakt3. In het kader van deze strategische beleidsplanning worden verschillende participatieacties opgezet waarbij bestuur, culturele actoren, sleutelfiguren en individuele Assenaren worden betrokken. Uit de conclusies van de diverse SWOT-analyses die hierbij aansluiten, kunnen een aantal prioritaire doelstellingen voortvloeien. Een aantal strategische doelstellingen en prioritaire acties kunnen echter reeds kort geformuleerd worden:
7.1.1. Infrastructuur -
Realisatie Cultuurzaal site Oud Gasthuis
-
In elke deelgemeente en elk gehucht wordt gemeentelijke infrastructuur ter beschikking gesteld aan het lokale verenigingsleven:
-
renovatie gemeenschapslokaal Bekkerzeel
-
Oud Gasthuis Restauratie keuken Pastoorsvleugel Oud Gasthuis - restauratie (zie lager) - aanwending en inrichting
-
Restauratie kerkgebouwen Sint-Martinuskerk Asse Sint-Gorikskerk Kobbegem
-
Centraliseren infrastructuur Deeltijds Kunstonderwijs (DKO: Academie en Crejong) op campus Vijverbeek : aankoop gronden en bouwen muziekschool.
Alle infrastructuur dient aangepast om de toegankelijkheid maximaal te garanderen (lift, helling, ringleiding, aangepaste signalisatie, onthaal,…) cf. beleidsplan toegankelijkheid. Onderzoek naar de mogelijkheid tot realiseren van volgende infrastructuur: - Repetitielokalen en ateliers voor jonge (amateur)kunstenaars: bij polyvalente zaal site Oud Gasthuis & bij (fuif)zaal site Aspaltco - Exclusieve tentoonstellingsruimte beeldende kunsten - Tentoonstellingsruimte erfgoed
3
De opmaak en uitvoering van een cultuurbeleidsplan wordt betoelaagd door de Vlaamse Gemeenschap: € 50 000 voor wedde en werkingsgelden aangestelde cultuurbeleidscoördinator en € 1 per inwoner supplementaire subsidie. Deze laatste betoelaging dient echter specifiek aangewend te worden in overeenstemming met de te verwachten uitvoeringsbesluiten bij het herziene decreet op lokaal cultuurbeleid.
85
7.1.2. Erfgoed
2.1. Behoud lokaal erfgoed Oud Gasthuis Restauratie pastoorsvleugel OG (2012) Restauratie keuken (2011)
zie hoger cf. dienst Technische Zaken - subsidie cf. dienst Technische Zaken - subsidie
Restauratie kerkgebouwen (cf. dienst Technische Zaken) Heraanleg hopveld Waarbeek (cf. beleidsplan toerisme – subsidie) Kapel Zwartzusters Onderzoek naar de mogelijkheden voor cultureel gebruik gebruiksovereenkomst.
en mogelijkheden
Na het vertrek van de Zwartzusters werd het Zwartzusterklooster eigendom van het bisdom. De gebouwen worden gedeeltelijk ter beschikking gesteld van - ’t Spiegeltje (Bijzondere Jeugdzorg) - CLB Geen van beide gebruikers zou geïnteresseerd zijn in gebruik van de kapel. Archeologische erfgoed Archeologische vondsten Onderbrengen van de collectie Romeinse vondsten, momenteel bewaard door Agilas vzw, in gemeentelijke infrastructuur. Idem voor de vondsten n.a.v. archeologische opgravingen aan de Krokegemse weg. Intergemeentelijke Archeologische Dienst Oprichting van een Intergemeentelijke Archeologische Dienst (IAD) onderzoeken Acties om de Assenaar ertoe aan te zetten waardevol onroerend erfgoed te bewaren en te onderhouden: Bekendmaken van de Inventaris waardevol onroerend erfgoed en i.s.m. de provincie een informatieavond organiseren over de mogelijkheden tot financiële ondersteuning (2008).
2.2. Inventariseren lokaal erfgoed Archief Zowel het gemeentelijk archief als dat van de erfgoedverenigingen en de socioculturele verenigingen moet geïnventariseerd worden, zodat het ook beter ontsloten en bewaard kan worden. Door gebruik van moderne technieken kan men vermijden dat waardevolle archiefstukken steeds opnieuw gemanipuleerd moeten worden én er bovendien voor zorgen dat deze gemakkelijk raadpleegbaar worden (via internet,…). (Cf. ook lager – personeel) 86
Archeologisch erfgoed Actualiseren van de LAA-kaart (Lokale Archeologische Advieskaart) cf. dienst Ruimtelijke Ordening - IAD
2.3. Ontsluiting lokaal erfgoed Tentoonstellen van een deel van de collectie Romeinse vondsten, momenteel bewaard door Agilas vzw, in de pastoorsvleugel van het Oud Gasthuis. Uitgave volwaardige brochure of toeristische infomap over Asse (cf. beleidsplan toerisme) Het plaatsen van infopanelen aan waardevolle gebouwen en monumenten (cf. beleidsplan toerisme) Opleiden van gidsen Onderbrengen van de oude apotheek (eigendom OCMW en in bewaring bij Ascania vzw) in de pastoorsvleugel van het Oud Gasthuis. Onderzoeken of een deel van de collectie van Ascania vzw kan worden ontsloten, ev. thematisch en eventueel in samenwerking met andere gemeenten.
7.1.3. Informatie en Communicatie Gemeentelijke webstek De gemeentelijke website dient aantrekkelijker en gebruiksvriendelijker gemaakt zodat culturele informatie vlot gevonden kan worden. (cf. dienst Informatie) Cultuurkalender De cultuurdatabank dient geïmplementeerd en aangevuld met een activiteitenkalender met activiteiten in de verre toekomst. Zo kunnen verenigingen planningen inkijken en afstemmen, concurrentie vermijden maar ook aangespoord worden om samen te werken. Op die wijze kunnen zij andere doelgroepen bereiken en wordt het verenigingsleven levend gehouden. Vormgeving De cultuurcommunicatie dient op een professionele wijze gevoerd te worden. Om een goede vormgeving te kunnen garanderen, is er nood aan een vormgever. 7.1.4 . Gemeenschapsvorming Bloeiende verenigingen en vrijwilligers versterken het sociale weefsel en verdienen actieve ondersteuning Buurt- en wijkorganisaties zijn belangrijke partners in de gemeenschapsvorming en in het lokaal cultuurleven. 87
In elke deelgemeente en elk gehucht wordt gemeentelijke infrastructuur ter beschikking gesteld aan het lokale verenigingsleven; in Bekkerzeel wordt het gemeenschapslokaal gerenoveerd. De gratis ondersteuning van activiteiten met logistiek materiaal wordt uitgebreid. (aankoop, verzekering, ….) dienst Technische Zaken Gemeentelijke ondersteuning van de gratis verzekering voor vrijwilligerswerk. De gratis vrijwilligersverzekering via de provinciebesturen is in de eerste plaats bedoeld om ook die vrijwilligers van feitelijke verenigingen, die niet door de wet beschermd zijn, dekking te bieden. Elke organisatie zal recht hebben op 100 vrijwilligersdagen. Elke vrijwilligersorganisatie, uit om het even welke sector, kan met dit contingent naar eigen goeddunken haar activiteiten verzekeren. De verzekering zal dekking bieden voor burgerlijke aansprakelijkheid, rechtsbijstand en lichamelijke ongevallen. Een vrijwilligersorganisatie vraagt eerst haar erkenning aan bij het lokale bestuur. De procedure wordt zo eenvoudig mogelijk gehouden > loketfunctie dienst Cultuur Jaarlijks organisatie van een bedankingsactiviteit voor alle vrijwilligers. > niet specifiek cultureel> algemene begroting Jaarlijks vuurwerk en receptie op 01 januari ev. alternerend in Asse en Zellik Kerstmarkt
(t.v.v. bouwfonds Jeugdraad)
Dienst Jeugd + ondersteuning CC
Samenwerking tussen (lokale) culturele actoren wordt bevorderd. Verenigingen die samenwerken of andere actoren bij de werking en activiteiten betrekken, hebben een streepje voor. Door hun aanpak verhogen zij de cultuurparticipatie. Zij kunnen beroep doen op projectsubsidie. Cultuurraad De werking van de Cultuurraad blijft ondersteund - jaarlijkse subsidie.
7.1.5. Cultuuraanbod en - participatie Cultuuraanbod Decentraal werken Het cultuuraanbod is te veel ‘centraal’ gericht. In de programmatie van zowel CC als cultuurdienst moet er oog zijn voor deelgemeenten en gehuchten. Decentraal werken zal de participatie verhogen maar heeft consequenties op de inzetbaarheid. Prioriteiten dienen bepaald. Cultuuraanbod voor jongeren Wie als jongere participeert aan cultuur in de meest brede zin, zal dat later ook doen. Het aanbod van de professionele culturele partners dient voldoende jongeren gericht te zijn. Filmaanbod De nieuwe cultuurzaal biedt de mogelijkheid een filmaanbod te programmeren. 88
Deelname aan bovenlokale initiatieven blijft behouden De culturele actoren zullen (ev. in samenwerkingsverband) blijven deelnemen aan bovenlokale initiatieven en projecten. Vaste waarden zijn: de Bibliotheekweek, de Jeugdboekenweek, de viering van de Vlaamse Feestdag, … Afhankelijk van de opgelegde thema’s wordt er vanzelfsprekend ook deelgenomen aan: WAK, OMD, Erfgoeddag, Week van de Smaak, … Cultuurparticipatie Laagdrempelige culturele activiteiten betrekken elke Assenaar (actief) bij het culturele gebeuren: Hopduvelfeesten, Jaarmarkt,… Maximale toegankelijkheid van alle (culturele) infrastructuur zal de cultuurparticipatie verhogen. De samenwerking met het Toegankelijkheidsbureau dient geoptimaliseerd. Assenaren met een beperkt inkomen blijven verstoken van passieve en actieve cultuurparticipatie. De invoering van een Vrijetijdspas dient opnieuw onderzocht. Mobiliteit vormt soms een probleem en betekent dan een drempel voor cultuurparticipatie: het openbaar vervoer dient hiertoe worden aangepast bv. frequentie busvervoer richting Mollem, Ternat,… Kunsten DKO Het centraliseren van het Deeltijds Kunstonderwijs biedt kansen: - tot verhoging van participatie - tot efficiënter inzetten van personeel Van stof tot Asse Van stof tot Asse is een uniek concept inzake hedendaagse beeldende kunst van hoge kwaliteit. Een permanente samenwerking met het bestuur dient nagestreefd. Kansen om beeldende kunst te integreren in de open ruimte dienen worden te baat genomen. De invulling en realisatie van de Hopmarkt bieden daartoe gelegenheid. Bescherming van de taal Organiseren en ondersteunen van een behoeftedekkend aanbod Nederlands als tweede taal (NT2) - in Asse en Zellik - ’s avonds en overdag - voor laag- en hooggeschoolden i.s.m. OCMW, scholen, Centrum voor Basiseducatie, Centra voor Volwassenenonderwijs. Financiële ondersteuning? Ondersteunen van niet-formeel vormingsaanbod dat inwoners aanmoedigt Nederlands te spreken (o.a. Café Combinne). 89
Organiseren van een onthaal en onthaalmoment voor nieuwe (anderstalige) inwoners waarbij hen op hoffelijke wijze duidelijk gemaakt wordt dat zij zich komen vestigen in een Nederlandstalige gemeente. Acties m.b.t. het bewaren van het Nederlandstalig karakter van het Platform van gemeenten in de Rand ondersteunen. Deelname aan Taalsensibiliseringsacties (o.a. voor handelaars) georganiseerd door de provincie Vlaams-Brabant en vzw De Rand.
7.1.6. Personeel
IAD Oprichting van een Intergemeentelijke Archeologische Dienst. Vormgever In een maatschappij gericht op beeldcultuur en overspoeld door promotie en reclame is het moeilijk de aandacht van de Assenaar te vestigen op gemeentelijke acties als deze niet op dezelfde professionele wijze kunnen worden gecommuniceerd. (cf. hoger) Archivaris Onderzoek naar de mogelijkheid tot aanwerving van een (intergemeentelijk) archivaris (cf. personeel) Uitbreiding staf cultuurcentrum Gegeven: • De huidige staf bestaat uit een te kleine bezetting voor een centrum categorie C. Ter vergelijking: Gemeenschapscentrum De Zandloper (Wemmel) beschikt over ongeveer 10 medewerkers, De Ploter (Ternat – cat. C) over ongeveer 20 medewerkers, terwijl CC Asse, als cultuurcentrum met een regionale opdracht beschikt over 9 personeelsleden. Bovendien beheert het CC verschillende sites en wordt voor permanentie en programmatie gezorgd op 2 locaties! De culturele actoren bepleiten meer en betere ondersteuning en willen streven naar meer samenwerking met CC Asse. Bovendien verwachten zij dat het CC ook een werking waarmaakt buiten de eigen infrastructuur en dus ook een cultureel aanbod presenteert en/of ondersteunt in wijken en deelgemeenten. •
De bouw van de nieuwe cultuurzaal zal meer programmatie, ondersteuning en projecten met zich mee brengen, slechts te realiseren met voldoende mankracht.
•
Indien het inwonersaantal van Asse 30.000 overschrijdt, zal het cultuurcentrum (liggend in de Rand rond Brussel) erkend worden in categorie B (aantal inwoners in augustus 2006: 29191).
Herlokaliseren dienst Cultuur (en andere diensten?) op de site Oud Gasthuis
90
7.1.7. Bibliotheek -
De bibliotheek werkt samen met de andere betrokken diensten om de cultuurinfrastructuur op de site van het Oud gasthuis te realiseren.
-
voor de bibliotheek blijven volgende beleidsdomeinen belangrijk : cultuurparticipatie, informatie- en kennisbevordering, educatie, ontmoeting. Dit veronderstelt middelen om : activiteiten te organiseren, sprekers uit te nodigen, specifieke materialen aan kopen, bibliotheekruimtes in de richten en attractiever te maken, deel te nemen aan overleg en nieuwe projecten.
-
Er worden maatregelen genomen om de toegankelijkheid van de bibliotheek en site Oud Gasthuis te verbeteren.
-
samenwerking met de andere culturele actoren van de gemeente en het onderwijs wordt versterkt.
-
De bibliotheek volgt de nieuwe tendensen op in de eigen sector zoals o.a. de netwerkvorming tussen de openbare bibliotheken en collectiemanagement. Er is ook aandacht voor de (bibliotheek)ontwikkelingen op ICT-gebied. Deze zullen ook ingeschakeld worden om de dienstverlening te optimaliseren. Aandachtspunten in dit verband kunnen o.a. zijn: instappen in Provinciaal Bibliotheeksysteem, beveiliging van de collectie, uitbreiding computerpark en faciliteiten ten behoeve van de bibliotheekbezoeker : bv. Hotspot
-
In een evoluerende samenleving wordt de bibliotheek meer en meer een breed cultuur- en informatiepunt. Professionalisering en bijscholing van het personeel zijn hierbij van groot belang. Personeel moet ook kunnen beschikken over voldoende én juiste informaticamiddelen. Bovendien zijn de hierboven opgesomde samenwerkingsverbanden enkel te realiseren met een voldoende groot personeelsbestand. Enerzijds automatiseren de bibliotheken wel meer en meer maar anderzijds krijgen de bibliotheken steeds meer taken toebedeeld. (cfr. supra)
-
De bibliotheek blijft een kwaliteitsvolle collectie aanbieden: voldoende groot en representatief, hierbij rekening houdend met de behoeften van het lezerspubliek. Een collectie aanbieden blijft tot op de dag van vandaag toch nog altijd de belangrijkste taak van de bibliotheek. Aankoopbudgetten moeten kunnen meegroeien.
91
De belangrijkste aandachtspunten voor de bibliotheek zijn: GEWONE DIENST Collectievorming Verantwoording/duiding Alhoewel het aanbieden van (internet)diensten meer en meer tot het takenpakket van bibliotheken gaat behoren, blijft de kerntaak van de bibliotheek het aanbieden van een collectie boeken en andere materialen zoals kranten, tijdschriften, dvd’s. De bibliotheek dient ook rekening te houden met de mogelijkheid dat nieuwe informatiedragers op de markt kunnen verschijnen. Gezien haar opdracht moet de bibliotheek in staat zijn om, indien nodig, deze materialen aan te schaffen. Budget bestemd voor de collectievorming kan niet dalen. Dit is enkel mogelijk wanneer overwogen wordt om eventueel een uitleenpost te sluiten. Stel dat dit Terheide zou zijn : aankoopbudget voor Terheide valt weg . In 2007 bedroeg dit € 7.250. Aankoopbudget 2007 2008 2009 2010 2011 2012
98.000 + t.o.v. 2007 + € 5.000 + 0,00 + € 5.000 + € 10.000 + € 15.000
€ 103.000 € 103.000 (opheffing Terheide?) € 103.000 € 108.000 € 113.000
Collectieverzorging (folie, etiketten e.d.) : Verantwoording/duiding Budget collectieverzorging 2007 : € 7.000 Rekening houdend met gemiddelde prijsstijging van 3 à 4 % dient het budget collectieverzorging tegen 2013 gesitueerd te worden tussen € 8.600 en € 8.850 Ook hier moet rekening gehouden worden met eventuele nieuwe materialen, middelen die op de markt kunnen verschijnen. Bedrag collectieverzorging mag zeker niet dalen. Budget coll. verzorging 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013
+ 3% - 4% + 3% - 4% + 3% - 4% + 3% - 4% + 3% - 4% + 3% - 4%
7.000 7.210 - 7.280 7.426 - 7.570 7.650 - 7.873 8.107 - 8.187 8.351 - 8.514 8.600 - 8.850
92
Beheers- en werkingskosten informatica : Verantwoording/duiding Budget informatica-benodigdheden 2007 : € 13.600 Sommige zaken dalen in prijs, nieuwigheden daarentegen zijn redelijk duur in aanschaf. Voor deze rubriek moet zeker en vast rekening gehouden worden met nieuwe technologische ontwikkelingen. Hiervan kan men echter moeilijk een juiste (prijs)inschatting maken. Ook de bedragen van onderhoudscontracten met de automatiseringsfirma lopen op. ter informatie : onderhoudscontract 2006- 2007 : € 5.872 Dit bedrag stijgt jaarlijks, elke uitbreiding van de dienstverlening van de bibliotheek via Internet, elke licentie zal extra worden aangerekend door de automatiseringsfirma. Dit betekent dat, alleen al voor het onderhoudscontract, voor de komende jaren een absoluut basisbudget van € 6.000 tot € 7.800 moet vooropgesteld worden. Daarnaast komen de kosten voor aanschaf barcodes, lenerspasjes, inktpatronen, backupcassettes, abonnement plaatsing catalogus op internet e.d. Vandaar het voorstel om het budget voor werkingskosten informatica te handhaven op € 13.600 en zelfs te verhogen aangezien met de automatisering van de uitleenposten nog begonnen moet worden. Aanschaf pc’s Verantwoording/duiding -
Vervanging verouderde toestellen Verdere automatisering filiaal : momenteel wordt er gewerkt aan de invoer van het bestand. Volgende fase = automatisering van de uitleen en de lenersadministratie. Opstart automatisering van de uitleenposten : aanschaf pc, software, licenties, ticketprinter, router, barcodescanner enz. Uitbreiding computerpark hoofdbibliotheek : uitbreiding consultatiemogelijkheden internet, kunnen aanbieden van andere diensten afhankelijk van de komende technologische ontwikkelingen en noden van het lezerspubliek
Per jaar een budget voorzien van tenminste € 8.000 Zelfuitleenbalie Verantwoording/duiding Middelgrote en grote bibliotheken investeren vandaag ook in zogenaamde zelfuitleenbalies. Lezers scannen zelf hun lenerspas en de materialen die ze wensen uit te lenen. Dit gebeurt aan een speciaal ontworpen meubel. Dit is handig voor bibliotheken die aan de “gewone” balie af te rekenen hebben met erg lange wachtrijen. Het baliepersoneel wordt ontlast, kan ingezet worden voor andere taken. (of het aantal bemande uren achter de balie wordt verminderd). Voor onze bibliotheek is een dergelijke zelfuitleenbalie nu nog geen must. Kan wel bijdragen tot een modern imago van de bibliotheek Prijsraming zelfuitleenbalie : € 14.000 93
7.2. SPORT A) Het maatschappelijk belang van de sport Sport is niet langer alleen een doel (bewegen, spel, competitie) op zich. Sport is ook geëvolueerd naar een middel om brede maatschappelijke doelstellingen te realiseren. Sport werkt gezondheidsbevorderend, verhoogt de levenskwaliteit en heeft een opvoedende en sociale waarde. Sport kan een hulpmiddel zijn tegen de “verzuring” van de maatschappij en bijdragen tot integratie van bijvoorbeeld anderstaligen. Sport ,recreatieve sport en topsport kunnen het “gemeenschapsgevoel” versterken. Op termijn kunnen investeringen in de sport dan ook worden terugverdiend doordat de sportwereld direct of indirect kan bijdragen tot het voorkomen of terugdringen van dure maatschappelijke problemen (inclusief gezondheidsproblemen als gevolg van bewegingsarmoede). Met andere woorden, sportbeoefening is niet alleen een fundamenteel recht voor iedereen, de lokale overheid dient de sport in te zetten omwille van haar maatschappelijke betekenis en van de vele manieren waarop de samenleving er kan van profiteren. Gezondheidsbevordering door het promoten van meer lichaamsbeweging bij de Assenaren . B) Ambitie “Het is onze ambitie om Asse te laten uitgroeien tot een gemeente waar een goed sportklimaat heerst, m.a.w. een gemeente waar recreatie, bewegen en sporten een vanzelfsprekend en daardoor ook belangrijk onderdeel is van het alledaagse leven van haar inwoners”. C) Missie “Een sportbeleid voeren om het sportklimaat in Asse te optimaliseren, en zoveel mogelijk inwoners zo regelmatig mogelijk te laten bewegen en sporten in kwaliteitsvolle en aangepaste omstandigheden”. D) Ondersteuning van sportverenigingen Budget 2008-2012: Elk jaar een bedrag van 32.850 euro voorzien op het budget van de gemeentelijke sportdienst (gewone dienst) voor het geven van een directe financiële ondersteuning via een objectief subsidiereglement met kwaliteitscriteria voor sportclubs met een jeugdwerking. 2008 Budget sportdienst Gewone dienst (in euro) 32.850
2009 2010 2011 2012 32.850 32.850 32.850 32.850
De sportclubs zonder jeugdwerking kunnen rekenen op de logistieke steun van de gemeente en op ondersteuning van de sportdienst. Bijzondere activiteiten kunnen in samenwerking met de sportdienst en sportraad georganiseerd worden. 94
E) Ondersteuning en stimulering van de andersgeorganiseerde sport. De term niet-georganiseerde sporten betreft het sporten buiten enig formeel verband. De sporter bepaalt zelf hoe, waar, wanneer en met wie hij gaat sporten. Deze vorm van sporten sluit nauw aan bij de sociaal-economische en sociaal-culturele ontwikkelingen als individualisering, ongebondenheid, flexibilisering van arbeid en vrije tijd. Budget 2008-2012: Elk jaar een bedrag van 19.710 euro voorzien op het budget (gewone dienst) van de gemeentelijke sportdienst voor het organiseren van activiteiten voor niet-georganiseerde sporten. 2008 Budget sportdienst Gewone dienst (in euro) 19.710
2009 2010 2011 2012 19.710 19.710 19.710 19.710
F) Ondersteuning en stimulering van de toegankelijkheid en diversiteit in de sport. Budget 2008-2013: Elk jaar een bedrag van 13.140 euro voorzien op het budget (gewone dienst) van de gemeentelijke sportdienst voor het organiseren van activiteiten met aandacht voor doelgroepen en diversiteit in de sport.
2008 Budget sportdienst Gewone dienst (in euro) 13.140
2009 2010 2011 2012 13.140 13.140 13.140 13.140
G) Meerjarenplan inzake sportinfrastructuur In 2008 bouw van de nieuwe sporthal kostprijs 800 000 euro. Budget 2008-2013: Elk jaar een bedrag van 15 000 euro voorzien op het budget (buitengewone dienst) van de gemeentelijke sportdienst voor het vervangen van versleten sportmateriaal. Budget sportdienst Buitengewone dienst (in euro)
2008
2009
2010
2011
2012
15.000
15.000 15.000 15.000 15.000
95
7.3. 1.
JEUGD Uitwerking van het jeugdbeleidsplan 2008-10 met bijzondere aandacht voor een verdere ondersteuning van het jeugdwerk, m.n. : -
De vakantiespeelpleinen Roefel (om de 2 jaar – voor 6 tot 12 jarigen) en tussentijdse jongerenactiviteit (van 12 tot 16 jaar) Swap en Grabbelpas Taalspelen Taal-o-theek Huistaakbegeleiding Heropstart van de tienerwerking ‘t Kot Het jongereninformatiepunt De jongeren-uitleendienst De speel-o-theek De speelpleintjes in Groot-Asse De jeugdhuizen ’t Bronneken, Time-out en ’t Ressorke De 10 jeugdbewegingen De jeugdraad Inrichting van speelstraten Parkvilla Onderhoud en beheer lokalen
Budget -
Verhogen van het budget voor jeugdbewegingen Verhogen van het budget voor vorming Verhogen personeelskosten Veerle Goossens Verhoging van het budget voor jeugdinfra zie 2. Verhoging van het budget voor jeugdinformatie Verlaging van het budget voor onderhoud gebouwen
Budget 2007: 398.015,57 euro Budget 2008: 409.213,41 euro In 2009 en 2010 wordt dit bedrag minstens verhoogd met 15.000 euro voor brandveiligheid van alle jeugdinfrastructuur. Met eventuele andere extra kosten en indexverhoging werd nog geen rekening gehouden.
96
2.
Verdere uitbouw van de prioriteit jeugdwerkinfrastructuur, met extra aandacht voor brandveiligheid van jeugdlokalen. Voor deze prioriteit kan vanaf 2008 een extra subsidie verkregen worden vanuit de Vlaamse Gemeenschap van jaarlijks 16.130,16 euro. Vanuit de Provincie wordt een modelreglement met betrekking tot de ‘brandveiligheid in jeugdlokalen’ voorgelegd. Een bijkomende subsidie voor brandveiligheid van jeugdlokalen moet voorzien worden om bestaande en toekomstige jeugdlokalen aan de minimale vereisten van brandveiligheid te laten voldoen. Reglementering gaat immers gepaard met subsidiëring. -
Volgende lokalen moeten worden vervangen opdat ze zouden kunnen voldoen aan de minimale vereisten inzake brandveiligheid: Scouts Zellik: 80 leden: 5 onderafdelingen. Chiro Zellik: 110 leden: 6 onderafdelingen Scouts Mollem: 130 leden: 5 onderafdelingen.
-
Veiligheidsverlichting, alarm, melding, detectie, uitgangen, blusmiddelen; keuringen van elektrische installaties en gasinstallaties : voor alle lokalen in het beheer van vzw Jeugdwerking: scouts Asse, Jh ’t Bronneken, JH time-out, JH Ressorke, chiro Zellik, BKO en speelpleinwerking, speel-o-theek, KKOS, Chiro- Ksa Walfergem. Op termijn ook scouts Zellik en scouts Mollem.
-
Veiligheidsverlichting, alarm, melding, detectie, uitgangen, blusmiddelen; keuringen van elektrische installaties en gasinstallaties : voor alle lokalen in het beheer van de jeugdbewegingen zelf: Ksa en VKSJ Terheide.
-
Naast veiligheidswerken wordt er ook geïnvesteerd in de verbouwing van de Beschutte Werkplaats te Walfergem ter vervanging van de lokalen van Chiro en KSA Walfergem
Budget 2008: 90.000 euro (buitengewone dienst)
3.
Uitbouw prioriteit jeugdinformatie: vanaf 2008 kan er een extra subsidie verkregen worden vanuit de Vlaamse Gemeenschap van jaarlijks 10.997,84 euro. Dankzij deze subsidiëring zal extra aandacht kunnen besteed worden aan informatie/communicatie naar jongeren toe.
4.
Uitbouw Spinibo
5.
Nieuwbouw geïntegreerd jeugdcentrum (Asphaltco) met administratieve diensten en jongereninformatiepunt, fuifzaal en jeugdhuis. Budget 2011: 1.500.000 euro (cfr. nota Cultuurdienst) 97
6.
Heropstart alcohol drugpreventiewerker.
en
drugpreventie
en
aanwerving
7.
Integratie bevorderen van anderstalige inwoners van Asse en Zellik
halftijds
Gezien de toename van maatschappelijk kwetsbare gezinnen in Zellik en Asse, is het belangrijk om een eerstelijnswerking uit te bouwen. De integratie van een ontmoetingsruimte voor jongeren hierin is belangrijk om 12plussers een vrijetijdsbesteding aan te bieden en zodoende de negatieve beeldvorming van jongeren op straat aan te pakken. Gezien het grootst aantal nieuwkomers zich in Zellik vestigt vinden we het belangrijk om ook daar als jeugdwerking aanwezig te zijn.31% van de Assese jeugd (0-25jarigen) woont in Zellik. Deze doelstelling subdoelstellingen: • • • • • • • • •
kan
onderverdeeld
worden
in
enkele
praktische
Netwerken opzetten die werken: Welzijnsoverleg + integratiebundel Toeleidingen naar jeugd-, sport- en cultuurverenigingen IJveren voor de inschakeling van een buurt- of straathoekwerker in Zellik Oprichting van een sociaal huis, als ontmoetingsplaats voor jongeren, waar ze verschillende diensten kunnen bereiken. Zelforganisaties ondersteunen en samenwerking met reguliere organisaties promoten. Nieuwe projecten die integratiebevorderend werken ondersteunen en promoten, voornamelijk op jeugdvlak (bijv. FC Brussels, JAC, Taalkampen) en op die manier werken aan een positievere beeldvorming.. Bij de organisatie van activiteiten rekening houden met de maatschappelijk kwetsbare doelgroep. Streven naar een kwaliteitsvolle opvang van nieuwkomers en een duidelijke doorstroming van informatie. Centralisatie van Nederlandse lessen. Communicatie bevorderen met de kinderen/jongeren en hun ouders.
Budget Aanwerving van een voltijdse straathoekwerker: € 17.300 ( basis index 138.01) Uitwerking ontmoetingsruimte voor jongeren: € 5000 (voor inrichting lokaal) Zoeken van een gepaste locatie (afhankelijk van welk gebouw kan gebruikt worden). 8.
Evenwaardige uitbouw van de automatisering gemeente/jeugddienst en aansluiting op intranet.
9.
Herstellingen en vernieuwingen van bestaande speelpleintjes, zoals voorzien in het jeugdbeleidsplan.
98
8.
ONDERWIJS EN VORMING
99
1. Flankerend beleid Wij hebben als gemeente een bredere onderwijsopdracht dan enkel het beheer van de gemeentescholen. Op ons grondgebied bevinden zich ook scholen van andere inrichtende machten. De gemeente zal het flankerend beleid dat in het verleden werd opgestart ,vb vooren naschoolse opvang, het gratis zwemmen, het leerlingenvervoer, en dat tot doel heeft om alle kinderen gelijk te behandelen, doorzetten. Er wordt hierbij gedacht aan het gratis bijwonen van 1 schoolvoorstelling in het CC Den Horinck. Het opstarten van een overlegplatform waarop de verschillende onderwijsnetten samen worden gebracht en waarbij van gedachten wordt gewisseld en afspraken worden gemaakt over de gemeenschappelijke problemen en uitdagingen als veiligheid, openbaar vervoer, welzijnspreventie…. Het netoverschrijdend initiatief ‘lessen Nederlands voor Ouders’ blijft de logistieke steun genieten. Er wordt een bedrag voorzien om de cursus te financieren (lesboeken nu 60€, vroeger 20€). Er worden lessen Nederlands ingericht voor de scholen in Zellik, en voor de scholen in Asse. Deze lessen zijn voor de ouders, grootouders. 2. Gemeentelijk Basisonderwijs 2.1. Algemeen 2.1.1. Situering Bij de invoering van de eerste leerplichtwetten kregen de gemeenten de opdracht het lager onderijs in hun gemeente te organiseren. De Grondwet garandeert in artikel 24 het recht op onderwijs, met eerbiediging van de fundamentele rechten en vrijheden voor elk kind. In de Grondwet wordt eveneens de onderwijsvrijheid gegarandeerd. De gemeente Asse voldoet aan deze Grondwettelijke vereisten. Het is een algemeen aanvaard rechtsbeginsel dat de Gemeenteraad het Schoolbestuur is van het gemeentelijk onderwijs. In uitvoering van het Decreet betreffende het landschap basisonderwijs van 10 juli 2003 werd een nieuwe structuur gecreëerd door het oprichten van de Scholengemeenschap Asse bij de gemeenteraadsbesluiten van 24 juni 2003 en van 24 mei 2004 (overgangsjaren). Deze scholengemeenschap omvat de Basisscholen van Asse-Centrum (Mollestraat + de vestiging Krokegem), Mollem, Relegem en Walfergem + de Lagere School van Zellik. De populatie op 01 februari 2007 bedroeg 1446 kinderen waarvan 747 jongens en 699 meisjes. Als organisator van dit onderwijs en steunend op het principe van de gemeentelijke autonomie heeft het Schoolbestuur Asse voor haar Scholengemeenschap gekozen voor een eigen schoolwerkplan via het Gemeenteraadsbesluit van 16 februari 2004.
100
De Scholengemeenschap Asse die behoort tot het officieel gesubsidieerd onderwijsnet kan, als openbare instelling die openstaat voor al haar burgers, niet discrimineren op godsdienstige, ideologische of filosofische basis. Het pedagogisch project, dat deel uitmaakt van het bovengenoemd schoolwerkplan, is dus per definitie een open project met een pluralistische benadering van de maatschappij. 2.1.2. Beleidsdomeinen 2.1.2.1. Ontwikkeling en opvoeding Als uitgangspunt wordt gesteld dat elk kind “uniek” is in aanleg, tempo en mogelijkheden, de nodige waardering verdient in het eigen kennen en kunnen en van in het begin gelijke kansen moet krijgen om in het leven te slagen. Om hieraan invulling te geven, stelt het Schoolbestuur zich als objectief de samenwerking met het CLB Noordwest Brabant te bestendigen o.m. door een aangepaste integratie van de kleuterschool naar de lagere school via een doelgericht onderzoek naar de schoolrijpheid van de 6-jarigen. Bij GR-besluit van 20 maart 2006 werd het beleidscontract tussen het Schoolbestuur en het CLB Noordwest Brabant verlengd voor de periode 2006-2009. Tussen het CLB en elk van de scholen is een afsprakennota gemaakt ter concretisering van dit beleidscontract. De nodige aandacht zal blijven besteed worden aan kwaliteitszorg en bewaking en dit in samenwerking met voornoemd CLB. 2.1.2.2. Vormingsdomeinen Het Schoolbestuur neemt zich voor voldoende aandacht te hebben voor de belangrijkste elementen in het ontwikkelingsproces (o.a. creativiteit, lichamelijke gezondheid, ..) en hiervoor de nodige logistieke steun en financiële middelen ter beschikking te stellen. 2.1.2.3. Het schoolconcept Het Schoolbestuur zal de Scholengemeenschap bijstaan bij het verwezenlijken van de eindtermen en de realisatie van opvoedingsdoelen zoals - het ter beschikking stellen en permanent aanpassen van leermiddelen, leerboeken en technische benodigdheden, conform aan het Decreet Basisonderwijs; - de implementatie van recente vakoverschrijdende eindtermen inzake de informatie- en communicatietechnologie (ICT) zoals bepaald in het Besluit van de Vlaamse Regering van 15.12.2006 via het oordeelkundig aanwenden van de extra-middelen van het Departement Onderwijs en eigen inbreng inzake ICT-infrastructuur (hardware), in software en in nascholing van het personeel; Het Schoolbestuur zal er over waken dat alle gebouwen toegankelijk blijven voor leerlingen met een fysische handicap. Het Schoolbestuur zal actief meewerken aan het Octopusplan van de Vlaamse Regering (realisatie van een zo veilig mogelijke schoolomgeving). 101
2.2. De schoolorganisatie en het schoolfunctioneren 2.2.1. Schoolorganisatie 2.2.1.1. Aanwending van het lestijdenpakket Er wordt steeds getracht om de deeltijdse opdrachten zo veel mogelijk binnen 1 of 2 scholen te houden en niet te verspreiden over meerdere scholen wat voor de levensbeschouwelijke vakken en lichamelijke opvoeding echter niet altijd mogelijk is. Principieel worden in de eerste graad (1e en 2e leerjaar) zo weinig mogelijk leerlingen per klas gezet. Indien (globaal per school) een of meer splitsingen mogelijk zijn, wordt de voorkeur gegeven aan splitsing in de eerste graad. De aanwending van dit lestijdenpakket voor een volgend schooljaar (berekend op basis van de officiële leerlingentelling van 01 februari) wordt bepaald in overleg met de volledige scholengemeenschap en wordt voor advies voorgelegd aan de Schoolraad. De extra uren die scholen van de Brusselse Rand ter beschikking krijgen, worden besteed om de taalvaardigheid te vergroten bij leerlingen van wie de thuistaal niet het Nederlands is en waarvan de ouders dit hebben bevestigd in een “verklaring op eer”. De GOK-lestijden (Gelijke OnderwijsKansen) worden verantwoord door het GOK-plan dat voor de duur van 3 schooljaren is opgemaakt. De lestijden worden gebruikt in het kader van een thema en er worden clusters gevormd. Deze lestijden mogen gebruikt worden om een klas volledig of gedeeltelijk te splitsen op voorwaarde dat de doelstellingen van het GOK-plan gerespecteerd worden. De uren “Sport” worden gebruikt om Bijzondere Leermeesters Lichamelijke Opvoeding aan te trekken of een extra-leerkracht te laten begeleiden bij bv. het zwemmen. Lestijden of uren kunnen van de ene naar de andere school worden overgedragen indien dit kan bijdragen tot een efficiëntere werking. 2.2.2. Schoolfunctioneren Het is elke school toegelaten samenwerkingsvormen af te sluiten met (een) andere scho(o)l(en) van de Scholengemeenschap.
102
Deze samenwerking kan gebeuren op het vlak van − de gezamenlijke organisatie van opvoedingsonderwijsactiviteiten, studiedagen, bijscholingen, … − de uitwisseling van personeel; − onderwijs aan huis; − ICT-activiteiten; − gebruik van infrastructuur. 2.3.
en/of
Kosteloos basisonderwijs Het aangekondigde nieuw financieringsstelsel voor het leerplichtonderwijs met ingang van 1 september 2007 dat door de Vlaamse Regering is aangekondigd, zal zo ver als mogelijk binnen de ter beschikking gestelde middelen geïmplementeerd worden. In afwachting blijft het Schoolbestuur bij haar huidig beleid om de bijdragen die door de ouders aan de school moeten betaald worden tot het strikte minimum te herleiden. Mede daarom worden de extra-murosactiviteiten vanaf het schooljaar 20082009 beperkt tot het binnenland. Het schoolbestuur zal verder blijven zorgen voor het kosteloos ter beschikking stellen van materialen, technische benodigdheden en leerboeken die nodig zijn voor het bereiken van de eindtermen/ontwikkelingsdoelen. Voor busverplaatsingen in het kader van bepaalde projecten, daguitstappen, bezoeken aan musea e.d. werd reeds een tussenkomst van 10,00 € per kind en per schooljaar voorzien en deze zal bestendigd worden en verhoogd waar mogelijk. Nu reeds is het vervoer van en naar het zwembad gratis voor alle leerlingen basisonderwijs van de verschillende onderwijsnetten. Het project STOP, het gratis netoverschrijdend leerlingenvervoer waarvoor Asse als pilootproject geselecteerd werd, zal verlengd worden indien de overheid de nodige middelen kan blijven ter beschikking stellen. Hoewel het verstrekken van maaltijden niet tot de kerntaak van een onderwijsinstelling wordt gerekend, heeft het Schoolbestuur geopteerd om met ingang van het schooljaar 2007-2008 de levering van schoolmaaltijden te voorzien “in koude lijn” (bereide gerechten worden koud geleverd en dienen opgewarmd in aangepaste toestellen). Hiervoor dienen de ouders uiteraard bij te dragen (verschillend tussen kleuter en leerling). Er zal gestreefd worden naar meer netoverschrijdende samenwerking inzake leerlingenvervoer (gratis busvervoer naar het CC Den Horinck voor het bijwonen van schoolvoorstellingen) en het gebruik van infrastructuur. Het netoverschrijdend initiatief “Lessen Nederlands voor Ouders” blijft de (logistieke) steun genieten van het Schoolbestuur. In de nieuwsbrief van minister F. Vandenbroucke van 4 juli 2007 zien we dat de scholen in juni 2007 een extra werkingsbudget van 45 euro per leerling hebben ontvangen. Dit moet de kosteloosheid van het onderwijs (in principe vanaf 1 september 2007) gemakkelijker maken, dixit min. F. Vandenbroucke. Op ten vroegste 1 september 2008 komt er nog eens gemiddeld 130 euro per leerling extra bij. 103
2.4.
Personeelsbeleid Er wordt naar gestreefd om, binnen de perken van de regelgeving ter zake, een beleid te voeren dat gericht is op het verwerven van een vaste benoeming, hetzij voltijds, hetzij deeltijds waar mogelijk. Een gratis cursus EHBO werd geprogrammeerd in samenwerking met het Rode Kruis in de loop van de maanden april en mei 2007. Dit beantwoordt aan een noodzaak die gesignaleerd werd naar aanleiding van de schooldoorlichtingen. De personeelsleden die zich op gelijk welk onderwijsdomein willen bijscholen zullen hiervoor de nodige steun krijgen o.a. door de cursuskosten en de gemaakte vervoerskosten op te nemen in de gemeentebegroting. Het Schoolbestuur staat open voor elke dialoog over om het even welk bevoegdheidsdomein binnen het onderwijs mits de hiërarchische weg (= via de schooldirectie) wordt gevolgd.
2.5.
Infrastructuur Volgende infrastructuurwerken zijn noodzakelijk: Centrum/Mollestraat: uitbreiding van de lokaalpotentieel, eventueel met (een gedeelte van) de vroegere bibliotheek; (samenwerking met Haviland) Mollem: Plannen van een gedeelte nieuwbouw, zodat we de kleuters en lagere school kunnen samenbrengen en het plaatsgebrek in de lagere school kunnen verhelpen (leraarslokaal, grotere refter, bergingsplaats, 6 klassen (2 ter vervanging van containers)) 2 lokalen voor de opvang Opstarten van de subsidieaanvraag ( duurtijd 5-6 jaar) Budget voorzien voor architect Vervanging schoolbanken 2 klassen (2008) Walfergem: De volledige kleuterschool overbrengen naar beschutte werkplaats Opstarten van subsidieaanvraag Budget voorzien voor architect Zellik : vernieuwen van afdak op de speelplaats (2008) Vervanging schoolbanken en stoelen 2 klassen (2008)
3. Academie voor Muziek, Woord en Dans 3.1.
Actuele situatie Momenteel volgen 2184 leerlingen (hoofdelijk) de lessen in Asse (615) en in de gemeentelijke filialen van Opwijk (321), Merchtem (210), Affligem (218), Ternat (316), Liedekerke (240) en Roosdaal (264). Voor administratie en toezicht zijn 8 personen in dienst, er is 1 secretaris en 1 huismeester in de vestiging Neerstraat. 104
3.2.
Prioritaire realisaties In de mate van het mogelijke zal een gepaste oplossing gezocht worden voor volgende pijnpunten: − renovatie en uitbreiding van de vestiging Neerstraat, rekening houdend met de huidige containerklassen die door de inspectie werden afgekeurd; − eventuele verdere onderhandelingen met de Scholengroep “Ringscholen” van het Gemeenschapsonderwijs betreffende lokalen in hun vestiging Vijverbeek in de Nieuwstraat; − aangepaste lokalen voor de lessen “Dans” die een sterke stijging van het aantal leerlingen kent; − algemene infrastructurele problemen met pieken voor Asse en voor de vestiging in Merchtem (ontbreken van een aangepast lokaal voor de lessen “Slagwerk” en “Voordracht”); Voorstel : aankoop grond in domein Vijverbeek en daar een nieuwe infrastructuur voor de muziekschool bouwen. Zo brengen we de muziekschool en het kunstatelier samen in een site (veiliger, gemeenschappelijke lokalen, sanitair…). Budget architect voorzien Aankoop grond Verkoop of realisatie van een woonproject op de site in de Neerstraat Er is nood aan de installatie van een aangepast ICT-netwerk tussen de verschillende vestigingen en de centrale administratie in de Neerstraat, vooral betreffende de inschrijvingen; De financiële middelen voor didactisch materiaal zijn toereikend hoewel er af en toe problemen zijn ivm de budgettering bij de Gemeenteraden van de filialen. Voldoende aandacht zal worden besteed aan ICT-navorming voor het onderwijzend personeel. De tot nu toe georganiseerde coördinatie (met o.a. vakoverschrijdende ondersteuning van projecten) wordt als positief ervaren. Er is echter ook nood aan een “middenkader” vooral voor de realisatie van een optimaal personeelsbeleid en voor de opvolging van personeelsbewegingen. De personeelsadministratie met het Departement Onderwijs via het Edisonprogramma gebeurt centraal in de Neerstraat.
105
4. Kinderopvang 4.1.
Actueel In 2005 tekenden alle scholen een samenwerkingsovereenkomst met het gemeentebestuur waarin ook de veiligheid van de kinderen opgenomen is. Zo worden de scholen verplicht om gedurende de opvang telefonisch bereikbaar te zijn, te beschikken over een EHBO-uitrusting, enz. Sinds 6 maart 2006 bestaat Spinibo het Initiatief Buitenschoolse Opvang (IBO), een door Kind & Gezin erkende en gesubsidieerde opvang voor 42 kindplaatsen. Spinibo is open van 7u ’s ochtends tot 19 u ’s avonds, op woensdagnamiddag en op schoolvrije dagen. Scholen die eigen voor- en naschoolse opvang afbouwen en meewerken met IBO Spinibo zijn het Ascanusinstituut Nieuwstraat, de Gemeentelijke Basisschool Centrum en het Basisschool van het Gemeenschapsonderwijs Vijverbeek. Aan de Vrije Kleuterschool Asse wordt in 2007 de mogelijkheid geboden om ook mee te stappen in Spinibo. Men zal ouders de vrije keuze laten: opvang op school of opvang in Spinibo. Het succes van Spinibo noodzaakt het zoeken naar alternatieven voor capaciteitsuitbreiding. Een mogelijke oplossing is de opstart van een minicrèche buitenschoolse opvang op dezelfde locatie als het IBO. Deze minicrèche ging van start op 1 februari 2007 en biedt 22 extra gesubsidieerde plaatsen. Door deze initiatieven kunnen alle centrumscholen van een uitgebouwde buitenschoolse opvang met goede infrastructuur gebruik maken. Er werd extra personeel in dienst genomen personeelsbestand te kunnen garanderen.
4.2.
om
een
voldoende
Toekomst Om een goed uitgebouwde buitenschoolse opvang ook netoverschrijdend aan te bieden zijn volgende projecten gepland: 2007: Opknapbeurt lokalen Zellik Noorderlaan. Vanaf september 2007 zullen deze lokalen gebruikt worden als minicrèche buitenschoolse opvang voor de scholen van Zellik. Ook hier zal er opvang zijn tot 19u. Walfergem: Een deel van de kleuterschool inrichten voor opvang Asse-Terheide, Krokegem, Mollem Op lange termijn dient overal een even kwaliteitsvolle buitenschoolse kinderopvang aangeboden te worden met aangepaste infrastructuur, 106
voldoende gekwalificeerd en bekwaam personeel, aangepast spelmateriaal enz… De optimale infrastructuur voor buitenschoolse opvang in de scholen is een meerjarenplan. Er wordt geopteerd om elk jaar één locatie maximaal uit te bouwen. Blijvende aandacht zal gaan naar de vorming en nascholing van personeel met daaraan gekoppelde loonsverhoging waar mogelijk en verantwoord. Daarenboven wordt gestreefd naar de realisatie van een beter statuut voor de toezicht(st)ers. Het bestuur zal ieder jaar geld vrijmaken om aangepaste speelkoffers en spelmateriaal aan te kopen voor de buitenschoolse opvang in de scholen. (250 euro) Centrum Kinderopvang (CKO) In februari 2007 stelde Asse zich kandidaat bij Kind & Gezin als proefproject Centrum voor Kinderopvang (CKO). In dit CKO zijn alle projecten vertegenwoordigd die te maken hebben met kinderopvang: kinderdagverblijven, dienst voor onthaalouders, zelfstandige onthaalouders, Mini-Crèches, IBO en de dienst thuisopvang zieke kinderen. In dit CKO is er een nauw samenwerkingsverband tussen de verschillende partners. Er wordt een centraal opnamebeleid en coördinatiesysteem uitgewerkt. Ouders komen op slechts één wachtlijst te staan. Daarnaast zal er samenwerking zijn inzake vormingen, uitwisselen van knowhow, enz. Tekort aan dagopvang Een oplossing voor het grote tekort aan dagopvang (voor 0- tot 3 jarigen) in de gemeente Asse dringt zich op.
107
9.
WELZIJN – GEZONDHEID SOCIALE ZAKEN
EN
108
Het sociaal beleid van de gemeente steunt op 2 peilers : het OCMW en de gemeentelijke sociale dienst. Een coherent sociaal beleid op gemeentelijk vlak begint met overleg en afstemming tussen OCMW en gemeente en met duidelijke afspraken i.v.m. de opdrachten en de beschikbare middelen. De realisatie van een Sociaal Huis en het lokaal Sociaal Beleidsplan zullen op termijn deze samenwerking concreet gestalte geven. Belangrijke aandachtspunten van het gemeentelijk sociaal beleid betreffen :
- seniorenbeleid - sociale tewerkstelling - minderhedenbeleid
109
9.1. OCMW ASSE 9.1.1. Inleiding Dat het huidige maatschappelijke gebeuren gekenmerkt wordt door een permanent en bovendien snel evolueren, is algemeen geweten. Dit gegeven bemoeilijkt enigszins een preventief ingrijpen door het OCMW. Desalniettemin lijkt een louter curatief optreden niet langer aangewezen; een duidelijk, cliëntgericht, doch vooral flexibel beleidsplan kon daarom niet langer uitblijven. Deze strategische beleidsnota biedt een beknopt overzicht van onze aspiraties; de vooropgestelde nieuwe projecten en doelstellingen moeten het Assese OCMW nog meer allesomvattend en toegankelijk maken voor iedere burger. Uiteraard blijft het onze prioriteit ervoor te zorgen dat elkeen een leven kan leiden conform de menselijke waardigheid. Niet alleen conceptueel zal ons gamma van dienstverlening met de wisselende tendensen in de maatschappij mee-evolueren, ook een infrastructurele heroriëntering moet toelaten om wat individuele behoeften betreft, korter op de bal te spelen. De blijvende vergrijzing heeft haar weerslag op het OCMW-beleid; het toenemende onevenwicht tussen vraag en aanbod inzake rust- en verzorgingfaciliteiten zal op korte termijn moeten worden hersteld. De aan de gang zijnde bouwwerken zijn reeds een belangrijke stap voorwaarts, al mogen we bij onze verdere ontwikkeling evenmin de thuiszorg uit het oog verliezen. Naast de ouderen vormt ook de jeugdige populatie een groep die bijzondere aandacht verdient; begeleiding die bij wijze van spreken begint van in de wieg kan een blijvende ondersteuning vormen in een verdere levenswandel. Door advies en individuele begeleiding moet het jonge individu op zijn verantwoordelijkheden worden gewezen. Op alle maatschappelijke domeinen moet een vlotte integratie worden bewerkstelligd, niet in het minst in het kader van tewerkstelling. Het is juist deze inschakeling in het professionele milieu, alsook een eventueel hiermee gepaard gaande opleiding, die de behoeftige een nieuwe impuls kan geven om steeds meer op eigen benen te gaan staan en het zelfbeeld op te krikken. Individuele begeleiding, zeker wat betreft bepaalde zwakke groepen (verslaafden, jongeren,…) moet worden geoptimaliseerd. Een andere belangrijke uitdaging vinden we terug in een verdere concretisering van het woonbeleid.
110
Het is evident dat een doorgedreven interactie met andere actoren het OCMW geen windeieren zal leggen. Samenwerkingsverbanden met de gemeente, doch ook met andere instellingen (scholen, organisaties die het gemeentelijk belang overstijgen,…) zullen ongetwijfeld een positieve invloed hebben op de maatschappelijke dienstverlening.
9.1.2. Missie van het OCMW De missie van OCMW Asse betreft de werkelijke bestaansreden van de organisatie en omschrijft de fundamentele opdrachten. De missie verwoordt het algemeen doel van de organisatie en geeft een antwoord op de vraag: wat doen we, voor wie? Naast de missie van het OCMW, die in de wettelijke bepalingen omschreven werd, hebben wij ook onze eigen klemtonen: De opdracht van OCMW Asse bestaat erin de maatschappelijke hulp- en dienstverlening te verzekeren voor iedere burger. Iedere burger zonder onderscheid van ras, godsdienst,… moet een menswaardig bestaan kunnen leiden; Iedere burger moet zo nodig instaat gesteld of geleerd worden zelf en permanent in zijn eigen onderhoud te voorzien, teneinde zijn menselijke waardigheid te maximaliseren; Het OCMW Asse wil de maatschappelijke dienstverlening zoveel mogelijk organiseren in samenwerking met de gemeente en de actoren die aanwezig zijn op het terrein. De basisdoelstelling in de samenwerking beoogt een betere levenskwaliteit, inzonderheid voor de zwakste individuen of groepen in onze gemeenschap. Het wegwerken, het doen verdwijnen van de ergste armoede en de algemene armoede moet een prioritair deel zijn van onze samenleving, ook op psychologisch vlak. OCMW Asse wil zich ontwikkelen tot een efficiënte, effectieve en cliëntgerichte organisatie, die in staat is flexibel in te spelen op de voortdurende veranderingen in de externe omgeving.
9.1.3. Strategie en doelstellingen Op basis van de omgevings- en SWOT-analyse en in overeenstemming met de missie, de waarden en de visie, heeft OCMW Asse voor de periode 2008-2013 een aantal doelstellingen vastgelegd binnen verschillende beleidsdomeinen, die we hierna voorstellen en bespreken.
111
9.1.3.1. Algemene sociale dienstverlening
Strategische doelstellingen: blijven voorzien in en optimaliseren van de dienstverlening die ervoor moet zorgen dat eenieder de mogelijkheid krijgt een leven te leiden conform de menselijke waardigheid. Operationele doelstellingen Aanbieden van financiële en materiële steun, leefloon en andere voordelen (openbaar vervoer, spaarlampen, sociale tarieven,…) – 2008-2013 Budgetbegeleiding en schuldbemiddeling schuldenlast – 2008-2013
voor
mensen
met
(overmatige)
Lokale adviescommissie (LAC) – 2008-2013
Strategische doelstellingen: overzichtelijkheid aanbod bevorderen, versnippering van informatie bestrijden.
sociale
dienstverlening
Operationele doelstellingen Informatie omtrent het aanbod van sociale dienstverlening bundelen en verstrekken via het Sociaal Huis – 2009 Opmaak van een geïntegreerd informatiepunt (GIP) houdende informatie van cliënten dat over alle diensten heen kan worden geraadpleegd - 2008
9.1.3.2. Ouderenzorg
Strategische doelstellingen: ouderen zolang mogelijk de kans bieden om in hun vertrouwde omgeving te blijven wonen. Operationele doelstellingen Verstrekken van een mantelzorgtoelage en herbekijken van de toewijzingscriteria – 2008-2013 Verdere uitbouw mindermobielencentrale – 2008-2013 Verzorgen van maaltijden aan huis en voorzien in een vlotte overgang naar een koude lijn – 2008-2013 Aanbieden gezinszorg en indienen van een aanvraag voor uitbreiding van het urencontingent bij het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid– 2008-2013 Verstrekken van poetshulp – 2008-2013 112
Verdere uitbouw van een oppasdienst op basis van vrijwilligers – 2008-2013 Klusjesdienst aan huis – 2008-2013 In het nieuwe rust- en verzorgingstehuis van het OCMW worden 15 kamers voor dagopvang voorzien – 2010 In het nieuwe rust- en verzorgingstehuis van het OCMW worden 7 kamers voor kortverblijf voorzien – 2010 Uitbouw van een buurtwerking op het volledige grondgebied van de gemeente – 2008–2013 Bestrijden van het onveiligheidsgevoel, ondermeer via buurtwerking – 2008-2013 Intensief samenwerken met het Toegankelijkheidsbureau om publieke plaatsen toegankelijker te maken of eigen woning aan te passen aan het ouder worden– 2008-2013 Informatie terzake bundelen en verstrekken via het Sociaal Huis - 2009
Strategische Doelstellingen: voorzien in regelmatige contacten met en evenementen voor ouderen, teneinde vereenzaming te bestrijden. Operationele Doelstellingen Verdere uitbouw van een oppasdienst op basis van vrijwilligers – 2008-2013 Uitbouw van een buurtwerking op het volledige grondgebied van de gemeente – 2008–2013 Opstart ondersteunende telefooncentrale op basis van vrijwilligers – 2008-2013 Aanbieden van computerlessen voor ouderen – 2008–2013 Integratie van allochtonen binnen ouderen- en vrijwilligerswerking – 2008-2013 Informatie terzake bundelen en verstrekken via het Sociaal Huis - 2009
Strategische Doelstellingen: het verhogen van de toegankelijkheid van publieke plaatsen. Operationele Doelstellingen Intensief samenwerken met het Toegankelijkheidsbureau om publieke plaatsen toegankelijker te maken of eigen woning aan te passen aan het ouder worden– 2008-2013
113
Realisatie nieuwbouw rusttoegankelijkheidsvoorschriften – 2010
en
verzorgingstehuis
conform
Verdere uitbouw mindermobielencentrale – 2008-2013 Informatie terzake bundelen en verstrekken via het Sociaal Huis - 2009
Strategische Doelstellingen: het verhogen van het comfort van de residenten van het rust- en verzorgingstehuis. Operationele Doelstellingen Realisatie nieuwbouw rust- en verzorgingstehuis conform moderne technieken en voorzieningen – 2010
9.1.3.3. Buurtwerking
Strategische Doelstellingen: uitbouw van de buurtwerking over het volledige grondgebied van de gemeente. Operationele Doelstellingen Opstart laagdrempelige buurtwerkhuizen vanuit een kleinschalige territoriale aanpak – 2008-2013 Integrale benadering van de buurtproblemen vertrekkend vanuit de behoeften van de bewoners – 2008-2013 Bevorderen van bewonersparticipatie door het creëren van ontmoeting en integratie, activering en mobilisering – 2008-2013 Opzetten van netwerkvorming en samenwerkingsprojecten – 2008-2013
Strategische Doelstellingen: opstart burenbemiddeling. Operationele Doelstellingen Vanuit een lokaal overleg en provinciale ondersteuning een dienst burenbemiddeling opstarten met een centraal aanspreekpunt en gevormde professionele en vrijwillige burenbemiddelaars – 2008-2013 Door toedoen van professioneel gevormde burenbemiddelaars het project vanuit de lokale buurtencentra overbrengen naar bevolking en vrijwilligers – 2008-2013
114
9.1.3.4. Sociaal woonbeleid
Strategische Doelstelling: het hoofd bieden aan het betaalbaarheidsprobleem dat ontstaan is door de enorme prijsstijging van koop- en huurwoningen. Operationele Doelstelling OCMW Asse heeft bij de Vlaamse Overheid een aanvraag tot erkenning als sociaal verhuurkantoor ingediend en kan vervolgens een subsidie aanbieden aan de huurders - medio 2008 Alle mogelijke informatie die van belang is voor eigenaars en huurders (huisvestingspremies, huursubsidies,…) zal gebundeld en verstrekt worden via het Sociaal Huis – 2009 Besparing op vaste kosten moet bewerkstelligd worden door huurders en eigenaars te informeren omtrent de mogelijkheden om energie(kosten) te besparen door vormingen en projecten (cfr. energiescans) – 2008
Strategische Doelstelling: bestrijden van verkrotting, leegstand, marginalisering, huisjesmelkerij en voorkomen en detecteren van geschillen. Operationele Doelstelling Grondig en systematisch (mogelijke) probleemhuurders en –woningen bezoeken om ontstaan of escaleren van problemen te verijdelen – 2008-2013 Huurders en eigenaars informeren omtrent lokale gebruiken (cfr. afvalpreventie i.s.m. milieudienst en buurtwerking) – 2008-2013 Voorkomen en detecteren van geschillen aan de hand van burenbemiddeling 2008-2013 Via bemoeizorg conflicten tussen buren onderling of eigenaars en huurders voorkomen of via minnelijke weg oplossen – 2008-2013 Via woonbegeleiding het samenleven en inburgeren optimaliseren en ten aanzien van nieuwe inwoners plaatselijke gebruiken kenbaar maken – 2008-2013 Via taallessen nieuwe inwoners de Nederlandse taal aanleren om het samenleven te bevorderen – 2008-2013 Contacten leggen met winkeleigenaars om bijkomend woongelegenheden te realiseren in het kader van “bovenwinkelwonen” – 2008-2013
115
Strategische Doelstelling: de wachtlijst voor sociale woningen moeten beheersbaar gemaakt worden. Operationele Doelstelling Contacten leggen met winkeleigenaars om bijkomend woongelegenheden te realiseren in het kader van “bovenwinkelwonen” – 2008-2013 Via een lokaal woonoverleg streven naar een eenvormig woonbeleid – 2008-2013 Alle mogelijke informatie die van belang is voor kandidaat-huurders zal gebundeld en verstrekt worden via het Sociaal Huis – 2009
Strategische Doelstelling: het creëren van nieuwe woonvormen moet worden aangemoedigd. Operationele Doelstelling Contacten leggen met winkeleigenaars om bijkomend woongelegenheden te realiseren in het kader van “bovenwinkelwonen” – 2008-2013 Via een lokaal woonoverleg streven naar een eenvormig woonbeleid – 2008-2013
Strategische Doelstelling: via woonbegeleiding het samenleven en inburgeren optimaliseren. Operationele Doelstelling Grondig en systematisch (mogelijke) probleemhuurders en –woningen bezoeken om ontstaan of escaleren van problemen te verijdelen – 2008-2013 Huurders en eigenaars informeren omtrent lokale gebruiken (cfr. afvalpreventie i.s.m. milieudienst en buurtwerking) – 2008 Voorkomen en detecteren van geschillen aan de hand van burenbemiddeling 2008-2013 Via bemoeizorg conflicten tussen buren onderling of eigenaars en huurders voorkomen of via minnelijke weg oplossen – 2008-2013 Via woonbegeleiding het samenleven en inburgeren optimaliseren en ten aanzien van nieuwe inwoners plaatselijke gebruiken kenbaar maken – 2008-2013 Via taallessen nieuwe inwoners de Nederlandse taal aanleren om het samenleven te bevorderen – 2008-2013
116
Strategische Doelstelling: mogelijkheden bieden om de woning aan te passen aan levenslang wonen. Operationele Doelstelling Intensief samenwerken met het Toegankelijkheidsbureau om ouderen en gehandicapten te begeleiden bij het aanpassen van de woning – 2008-2013 Via een lokaal woonoverleg streven naar een eenvormig woonbeleid – 2008-2013
Strategische Doelstelling: samenwerking en overleg op lokaal vlak met alle spelers op de huisvestingsmarkt. Operationele Doelstelling Via een lokaal woonoverleg streven naar een eenvormig woonbeleid – 2008-2013
9.1.3.5. Tewerkstelling
Strategische doelstelling: het blijven creëren van een uitgebreid gamma aan tewerkstellingsmogelijkheden. Operationele doelstellingen: Uitbouw van sociale economie projecten voor kansengroepen – 2008-2013 Verdere uitbouw van de mogelijkheid tot integratie via tewerkstelling (art. 60§7, 61, SINE,…) – 2008-2013 Via arbeidsbegeleiding zorgen voor permanente opvolging ervan -2008-2013
tewerkstellingsmogelijkheden
Extra aandacht schenken aan specifieke doelgroepen geschoolden, allochtonen, verslaafden,… - 2008-2013
zoals
en
zeer
de
laag
Samenwerkingsverbanden met derde actoren (gemeente, Werkwinkel, VDAB, PWA,…) verder benutten - 2008-2013 Samenwerkingsverbanden aangaan om naast tewerkstelling bij OCMW en gemeente ook bij andere instellingen of bedrijven tewerkstellingsmogelijkheden te voorzien (60§7, 61, SINE,…) – 2008-2013
117
Strategische doelstelling: werken aan het verbeteren van de randvoorwaarden binnen het lokaal tewerkstellingsbeleid. Operationele doelstellingen: Het onderzoeken van de mogelijkheden tot flexibele en betaalbare kinderopvang – 2008-2013 Initiatieven stimuleren en instapmogelijkheden creëren om taalcursussen of andere opleidingen met het oog op het verhogen van de kansen op de arbeidsmarkt aan te bieden – 2008-2013 Samenwerkingsverbanden met derde actoren (gemeente, Werkwinkel, VDAB, PWA,…) verder benutten - 2008-2013
Strategische doelstelling: werken aan een beter beleid door informatieverstrekking, overleg en samenwerking Operationele doelstellingen Bij opstart en uitwerking van welbepaalde projecten overleg en samenwerking organiseren tussen de instanties werkzaam binnen het kader van de tewerkstelling – 2008-2013 Samenwerkingsverbanden met derde actoren (gemeente, Werkwinkel, VDAB, PWA,…) verder benutten - 2008-2013 Samenwerkingsverbanden aangaan om naast tewerkstelling bij OCMW en gemeente ook bij andere instellingen of bedrijven tewerkstellingsmogelijkheden te voorzien (60§7, 61, SINE,…) – 2008-2013 Het informeren van de burger omtrent de bestaande middelen, opleidingen en projecten binnen dit tewerkstellingsdomein – 2008-2013
9.1.3.6. Jeugdzorg
Strategische doelstellingen: verhogen van het aanbod aan kinderopvang Operationele Doelstellingen Verdere uitbouw aantal onthaalouders verbonden aan de door Kind & Gezin erkende dienst voor opvanggezinnen – 2008-2013 Verdere uitbouw van flexibele opvang (’s ochtends, ’s avonds en in het weekend) – 2008-2013
118
Integratie van het volledige aanbod uit de gemeente binnen het centrum voor kinderopvang (CKO) Hopsassa – 2008-2013
Strategische doelstellingen: zorg besteden aan de maatschappelijke integratie van de allerjongsten. Operationele Doelstellingen Behandeling van kinderen met leer-, spraak- en gedragstoornissen – 2008-2013 Samenwerking met derde actoren (Ahasverus,…) – 2008-2013
Strategische doelstellingen: jongeren begeleiden naar de arbeidsmarkt Operationele Doelstellingen Via arbeidsbegeleiding zorgen voor permanente opvolging ervan -2008-2013
tewerkstellingsmogelijkheden
en
de
Meerderjarigen tot 25 jaar het recht op maatschappelijke integratie bieden door middel van een arbeidscontract, hetzij een geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie dat binnen bepaalde periode leidt tot een arbeidsovereenkomst – 2008-2013 Jongeren stimuleren en ondersteunen om verder te studeren aan de hand van een geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie – 2008-2013 Extra aandacht schenken aan specifieke doelgroepen geschoolden, allochtonen, verslaafden,… - 2008-2013
zoals
zeer
laag
Samenwerkingsverbanden met derde actoren (Werkwinkel, VDAB, PWA,…) verder benutten - 2008-2013 Samenwerkingsverbanden aangaan om naast tewerkstelling bij OCMW en gemeente ook bij andere instellingen of bedrijven tewerkstellingsmogelijkheden te voorzien (60§7, SINE,…) – 2008-2013
Strategische doelstellingen: jongeren ondersteunen in het zelfstandig wonen Operationele Doelstellingen Vanuit de diensten wonen en buurtwerking aandacht besteden aan de situatie van jonge huurders – 2008-2013 Samenwerkingsverbanden aangaan in verband met begeleid wonen (CAW Delta) – 2008-2013
119
Strategische doelstellingen: bestrijden van de drugproblematiek Operationele Doelstellingen Heropstart drugplatform – 2008-2013
Strategische doelstellingen: voorzien in ontspanningsmogelijkheden voor de jeugd Operationele Doelstellingen Verder benutten van mogelijkheden geboden in het kader van de maatregelen ter bevordering van de maatschappelijke participatie en de culturele en sportieve ontplooiing – 2008-2013 Aanbieden van computerlessen voor jongeren – 2008–2013
120
121
122
123
124
9.2. SOCIALE ZAKEN EN TEWERKSTELLING 9.2.1. Sociale aangelegenheden Lokaal Sociaal Beleidsplan Het decreet betreffende het lokaal sociaal beleid voorziet dat alle lokale besturen een Lokaal Sociaal Beleidsplan opmaken uiterlijk tegen eind 2007. De inhoud van dit plan zal bepaald worden door de lokale sociale werkelijkheid en op basis van een externe omgevingsanalyse, het in kaart brengen van de lokale sociale realiteit en de bepaling van de daaruit voortvloeiende acties voor de komende zes jaar. Eén van de belangrijkste doelstellingen van het LSB is de samenwerking tussen het OCMW en de gemeente op vlak van sociaal beleid. Er is een samenwerkingovereenkomst getekend tussen beide besturen om het lokaal sociaal beleid van de gemeente uit te tekenen. Een eerste realisatie van deze samenwerking is de organisatie van de participatieronde (sociale ronde) bij de Assese bevolking: 28 aug – Asse-Terheide 29 aug – Mollem 30 aug – Zellik 31 aug - Asse In oktober - november 2007 worden de doelstellingen samen uitgeschreven en wordt gekeken naar de raakvlakken voor beide diensten en de afstemming op elkaar voor de komende legislatuur. Taken permanentie – huisbezoeken ( wettelijke verplichting): -
aanvraag en opvolging van de pensioendossiers aanvragen en opvolging van de dossiers FOD Sociale Zekerheid – personen met een handicap coördineren van de aanvragen sociale voordelen ten behoeve van de personen met een handicap het doorverwijzen en behandelen van de uiteenlopende vragen en problemen van de individuele burger (eerstelijnszorg) Documenten wettigen deeltijdse arbeid
Informerende taak De dienst sociale zaken streeft ernaar de burgers (voornamelijk naar de doelgroepen senioren, zieken en personen met een handicap) zo goed mogelijk te informeren omtrent hun rechten en plichten. Praktijk leert echter dat de informatie niet steeds juist terecht komt. In de toekomst zal hier blijvende aandacht aan besteed worden.
125
Update: - Folder:
- Folder:
‘Een antwoord op al uw vragen.’ Informatiebrochure uitgegeven in samenwerking met de adviesraad voor zieken en personen met een handicap. (budget: zie informatiedienst) ‘Informatiegids voor personen met lees- en schrijfmoeilijkheden.’ (budget: zie informatiedienst)
9.2.2. Gelijke kansenbeleid: Personen met een handicap In het kader van het gelijke kansenbeleid wordt vanuit de sociale dienst extra aandacht besteed aan personen met een handicap. De ondersteuning van de Gemeentelijke Adviesraad voor zieken en personen met een handicap wordt uiteraard verder gezet. Het is de bedoeling van actiever te werken rond toegankelijkheid en dit uitdrukkelijk op de agenda te plaatsen in de komende legislatuur. In samenwerking met het toegankelijkheidsbureau en de verschillende diensten binnen de gemeente zal getracht worden een integraal beleid uit te werken met een daaraan gekoppeld actieplan. Mogelijke acties zijn: - uitbouw van een ‘meldpunt toegankelijkheid’ voor aanpassing van privé woningen en in samenwerking met de Provincie Vlaams Brabant, (sensibilisatie rond gratis advies door toegankelijkheidsbureau) - Het opvragen van advies bij alle openbare werken. ( gebouwen, wegen, parkings, …) - het uitwerken van maatregelen betreffende het uitvoeren en toezicht van de toegankelijkheid van het gemeentelijk patrimonium, wegen, voetpaden, - Organiseren van opleiding via toegankelijkheidsbureau voor specifieke doelgroepen: personeel, personen met een handicap - het stimuleren van organisaties, verenigingen, middenstand, horeca te werken aan toegankelijkheid ( eventueel door subsidieregeling – uitreiken van toegankelijkheidsprijs, informeren van deze verenigingen ) - Het verplicht maken van een toegankelijkheidsadvies bij bouwdossiers ( in geval van gebouwen toegankelijk voor publiek.) met terugbetaling van advieskost in geval de bevolen maatregelen worden uitgevoerd. 500 euro - het toegankelijk maken van alle activiteiten (sport – cultuur – jeugdmanifestaties, toerisme…) georganiseerd door de gemeente, - Subsidie adviesraad. Het voorzien van de nodige fondsen. De samenwerking met DAV wordt verder gezet. Senioren: Zie beleidsplan senioren. Burenbemiddeling: Opstarten project in samenwerking met OCMW. 126
9.2.3. Tewerkstelling Doelen •
De organisatie van een jobbeurs in samenwerking met de werkwinkel en alle interimkantoren op Asses grondgebied. Jobbeurs: september 2008 of maart 2009.
•
Ondersteuning werkwinkel.
•
Uitbouw sociale economie Sociale economie = Projecten waarbij rekening wordt gehouden met sociale, ecologische en ethische doelstellingen en waarbij noden van burgers worden beantwoord gekoppeld aan werkgelegenheid voor kansengroepen. Op die manier kunnen op korte termijn werkzoekenden of leefloners volwaardig aan het werk. Uitbouw van sociaal economische projecten die onder andere antwoord kunnen bieden op de vergrijzing in onze maatschappij. Tegelijkertijd werd gestart met een behoefteonderzoek bij de bevolking en bij de lokale actoren waaruit blijkt dat een aantal noden manifest geformuleerd worden door beide partijen namelijk: nood aan een klusjesdienst, een sociaal restaurant4, woningaanpassing senioren (cfr. Meldpunt toegankelijkheid voor aanpassingen van privéwoningen). Om hieraan tegemoet te komen, kan gewerkt worden aan de oprichting van een platform ‘tewerkstelling’ dat ondersteunend kan werken bij de uitbouw van de projecten. Mogelijk project kan bijvoorbeeld zijn: fietspooling. Bij fietspooling is het de bedoeling om kinderen veilig naar school te begeleiden in groep. Er kan worden nagegaan of het mogelijk is om hiervan een sociaal-economisch project te maken. Om dit te verwezenlijken is er onder meer nood aan: 1. Realistische middelen voor onder andere uitbouw en werking van projecten, voor vorming en opleiding van kandidaat-werknemers, voor propaganda eens een project bestaat i.s.m. het OCMW. 2. Naast middelen van de gemeente vormen samenwerking en subsidievormen mogelijke bouwstenen om deze doelen te bereiken. 3. We streven ernaar dat deze geïnvesteerde middelen teruggewonnen worden en dat de projecten zelfbedruipend zijn op lange termijn. Cfr. social return on investment5. 4. Locatie 4
Een sociaal restaurant is een locatie waar elke burger aan democratische prijzen kan gaan eten, waar kansengroepen opgeleid en begeleid worden om te werken in dat restaurant en waar mensen mekaar kunnen ontmoeten in een gezellig kader(uit isolement, tegen vereenzaming).
5
Social return on investment: Kijken naar de sociale meerwaarde van dergelijke projecten waarbij kansengroepen de mogelijkheid krijgen uit de werkloosheid te stappen en waarbij er geïnvesteerd wordt in maatschappelijke dienstverlening aan de burger. 127
9.3. OUDERENBELEIDSPLAN Voor het ogenblik is ongeveer één op vier inwoners 60 jaar of ouder. Deze leeftijdscategorie van oudere personen zal alleen maar vergroten. Met de levensverwachting en opleidingsgraad van de senioren stijgt ook de assertiviteit en de weerbaarheid. Senioren hebben een groter besef van eigenwaarde gekregen, ze zijn actief en mobiel en ze verwachten voldoende professionaliteit van hun omgeving. Dit houdt voor de samenleving en voorzieningen een aantal consequenties in: - de senior wil ondersteund worden in zijn autonomie; - de senior wil een zorg- en dienstaanbod op maat, met keuzevrijheid en zelfbeschikkingsrecht; - de senior wil voldoende basiscomfort. De gemeente moet inspelen op deze wensen van ouderen. Dit gebeurt reeds met de erkenning en subsidiëring van de gemeentelijke ouderenadviesraad en de toewijzing van een schepenambt specifiek voor het seniorenbeleid. De gemeente beschikt ook over een gemeentelijke dienst sociale zaken die de individuele senioren administratief verder helpt voor de pensioendossiers en de tegemoetkomingen voor senioren met een handicap. De dienst werkt ondersteunend voor de ouderenadviesraad en is medeorganisator van vormingsen ontspanningsactiviteiten. Het seniorenbeleid wordt tevens opgenomen in het Lokaal Sociaal Beleidsplan. Hier zal een integraal overzicht gegeven worden van de strategische en operationele doelstellingen, de daaraan verbonden acties en middelen. Dit wordt opgemaakt in samenwerking met het OCMW. Het Lokaal Sociaal Beleidsplan wordt in de loop van de maand december 2007 voor gelegd aan de gemeenteraad en de raad van het OCMW. Hieronder reeds een overzicht van de doelstellingen die opgenomen worden door de gemeente. Doelstellingen en acties: De ouderen moeten zich veilig voelen. Zij moeten hun wijkagent kennen. Zij moeten beschikken over de juiste informatie omtrent de verschillende diensten die aangeboden worden., een lijst met belangrijke telefoonnummers en noodnummers. Informatie hoe deze diensten bereikbaar zijn moet doorstromen naar de senioren. De senioren moeten ook in de mogelijkheid gesteld worden zich op een veilige en ook toegankelijke manier te verplaatsen. Acties: - in de gemeentelijke informatiegids zullen de mogelijkheden opgesomd worden en aanvullingen zullen worden gepubliceerd in het gemeentelijk informatieblad. - Wijkagenten worden best voorgesteld per wijk - In het kader van de fysieke veiligheid en de toegankelijkheid zal gestreefd worden naar het plaatsen rustbanken bij de bestaande voet- en wandelwegen en zal gewaakt worden over de veiligheid op voetpaden, fietspaden en wegen. 128
-
(voldoende ruimte om te stappen, geen obstakels op voetpaden, veilige oversteekplaatsen, enz..) Er zal gewaakt worden over de toegankelijkheid van de openbare gebouwen.
De ouderen moeten zich omringd voelen. Er zou een netwerk van personen kunnen gevormd worden, die op geregelde tijdstippen vereenzaamde senioren bezoeken, eventueel boodschappen doen en soms het vervoer regelen. Het systeem van buurtbijeenkomsten onder begeleiding (zoals in Koutertaveerne) zou kunnen uitgebreid worden naar alle wijken waar er behoefte aan is. Het worden vrijblijvende bijeenkomsten waarop de ouderen worden uitgenodigd op een tas koffie en koek en waarop een thema wordt besproken evenals de buurtproblematiek. Deze bijeenkomst gaat door met medewerking van de dienst sociale zaken en de seniorenschepen. De gemeenteraadsleden van de buurt worden eveneens uitgenodigd. Op deze bijeenkomsten kunnen de specifieke woon- en zorgnormen aan bod komen zoals evolutieve woning- levenslang wonen, kangoeroewoning, duplexwoning, onthaalgezin, kleinschalig wonen enz… Inspraak en informatie Belangrijk is dat senioren degelijk geïnformeerd worden ( zie ook doelstelling veiligheid) omtrent alle domeinen van hun leven. De bestaande kanalen voor deze verspreiding moeten zeker behouden blijven. Eventueel moeten ook alternatieven gezocht worden omdat ervaring leert dat niet altijd de informatie bij de mensen komt; Inspraak moet gewaarborgd worden via de ouderenadviesraad. De gemeente zal de werking van deze raad blijven ondersteunen met de huidige voorziene middelen wat betreft personeel en toelage. De gemeentelijke ouderenadviesraad zal op regelmatige tijdstippen, adviezen formuleren betreffende het gemeentelijk ouderenbeleid. Vrije tijd en ontspanning In het kader van het vrijetijdsbeleid dient aandacht te worden geschonken aan ouderen .In samenwerking met de ouderenadviesraad en CC Asse zullen de vormings- en ontspanningsactiviteiten bestendigd worden en zal ook gezocht worden naar nieuwe mogelijkheden in functie van de toekomstige jonge en actieve gepensioneerden.
129
9.4. INTEGRATIEBELEID 9.4.1. Inleiding Wat integratie betreft zijn er in de gemeente Asse reeds initiatieven genomen door verschillende partners werkzaam binnen dit domein (OCMW, jeugddienst, vzw jeugdwerking, cultuurdienst, …). De initiatieven groeiden spontaan vanuit de diensten zelf. Door de groei aan initiatieven wordt echter de noodzaak aan samenhang tussen de verschillende initiatieven belangrijk. Alle inspanningen zouden moeten gekaderd worden binnen één duidelijke visie. Indien de krachten gebundeld kunnen worden en de verschillende initiatieven op elkaar kunnen worden afgestemd, zal dit zeker een versterking betekenen. Daartoe zal echter iemand een coördinerende rol moeten opnemen. Het gemeentebestuur wenst hier haar verantwoordelijkheid in op te nemen. Om het Vlaamse karakter van onze gemeente en de Nederlandse taal te verankeren zijn immers een sterk integratie- en ondersteuningbeleid een noodzaak. Binnen de gemeente Asse is er een veelheid aan nationaliteiten en talen terug te vinden. Bovendien is onze ligging, vlakbij Brussel, in de Vlaamse Rand, een niet onbelangrijke factor. Deze diversiteit gebruiken en de uitdagingen die hiermee gepaard gaan juist aanpakken, kunnen vele problemen vermijden en misschien zelfs kansen bieden.
9.4.2. Integratiedienst Een eerste stap is de oprichting van een erkende gemeentelijke integratiedienst in de gemeente Asse, naar analogie van de 3 gemeentelijke integratiediensten in Vlaams-Brabant (m.n. die van Halle, Leuven en Vilvoorde). De erkenning van de gemeentelijke integratiediensten wordt geregeld door het Decreet inzake het Vlaams beleid ten aanzien van etnisch-culturele minderheden (minderhedendecreet) van 28 april 1998. Erkende integratiediensten hebben de opdracht het Vlaamse diversiteitsbeleid lokaal mee uit te voeren. Dit beleid moet een inclusief beleid zijn dat gericht is op het bevorderen van de integratie van alle etnisch-culturele minderheden zodat deze als volwaardige burgers kunnen deelnemen aan de Vlaamse samenleving. Het moet gevoerd worden op 3 verschillende niveaus: 1. een emancipatiebeleid gericht op integratie van de doelgroepen; 2. een onthaalbeleid: wegwijs maken + stimuleren tot deelname aan de samenleving; 3. een opvangbeleid prioritair wat betreft welzijn, gezondheidszorg en onderwijs. Het beleid moet gericht zijn op een heel brede doelgroep: zowel diegenen die zich hier permanent als tijdelijk bevinden. Het minderhedenbeleid richt zich immers naar vijf doelgroepen: allochtone burgers die hier legaal gevestigd zijn, erkende vluchtelingen, trekkende bevolkingsgroepen (woonwagenbewoners en 130
trekkende beroepsgroepen), anderstalige nieuwkomers en mensen zonder papieren. Een eerste stap naar het bekomen van een erkende integratiedienst is de opmaak van een beleidsplan inzake etnisch-culturele diversiteit (minderhedenbeleidsplan). Hiertoe zal iemand worden aangeduid die het beleidsplan zal opmaken en de nodige voorbereidingen zal treffen om de aanvraag als erkende integratiedienst in te dienen. Na het bekomen van de erkenning zal er een integratieambtenaar worden aangeworven. Deze zal verschillende opdrachten hebben: -
-
-
het uitwerken van maatregelen (op basis van het beleidsplan) op lokaal niveau binnen verschillende beleidsdomeinen; een informatie - en sensibiliseringsbeleid voeren rond de thematiek; overleg organiseren tussen alle betrokken partners (bijv. PRIC (Provinciaal Integratie Centrum), Onthaalbureau, OCMW, Huis van het Nederlands); andere gemeentelijke diensten (bijv. diensten die werken rond huisvesting, onderwijs, tewerkstelling, welzijn en cultuur) stimuleren om rekening te houden met de etnisch-culturele diversiteit en hen daarbij te ondersteunen (het gaat immers om een integrale aanpak); contacten onderhouden met de verschillende bevolkingsgroepen, verenigingen en voorzieningen in de gemeenten (o.a. het lokaal steunpunt van het provinciaal integratiecentrum (PRIC), Onthaalbureau ZuidwestBrabant, enz.) fungeren als infopunt voor de verschillende doelgroepen; een overleg organiseren waarbij de betrokken doelgroepen een advies uitbrengen over het lokale minderhedenbeleid en waarbij hun actieve participatie wordt gevraagd;
Op die manier beoogt men een betere integratie van etnisch-culturele minderheden (ook van diegenen die hier reeds geruime tijd verblijven) en zodoende de bevordering van een goede verstandhouding tussen de verschillende bevolkingsgroepen waarbij alle burgers dezelfde startkansen krijgen.
9.4.3. Doelstellingen en acties Op basis van de analyse die gedaan werd bij organisaties die met minderheden werken, werden 5 prioriteiten vastgelegd: Doelstelling 1: Aanbod Nederlands vergroten Vorig jaar beantwoordde het aanbod Nederlandse lessen niet aan de vraag. Mensen die Nederlands wilden leren kwamen op een wachtlijst terecht. Het is dus belangrijk dat het aanbod wordt uitgebreid en dat de mensen hetzij verplicht, hetzij sterk gemotiveerd worden om aan deze lessen deel te nemen. Acties - Doorstroming van informatie van Dienst Bevolking naar Onthaalbureau en omgekeerd. 131
-
Toeleiding op alle niveau’s (gemeente, organisaties van welzijnsoverleg, onderwijs, sleutelfiguren...) naar het Huis van het Nederlands. Centralisatie van alle mogelijkheden om Nederlandse lessen te volgen (basiseducatie, OCMW, Taalspelen, Scholen, ...) Kinderopvang op momenten dat de Nederlandse lessen plaatsvinden. Behouden van taalstimulerende initiatieven: Taalspelen, Taalspelen voor kleuters, Taal-o-theek, Café Combinne en de verschillende taallessen.
Doelstelling 2: Toeleidingsactiviteiten (stapsgewijs verwijzen naar) en interculturalisering van organisaties Naar het voorbeeld van vzw Jeugdwerking, waarbij maatschappelijk kwetsbare kinderen worden toegeleid tot jeugdverenigingen, kunnen ook sport- en cultuurverenigingen hieraan meewerken. Acties - Drie grote bewegingen: 1. Motiveren en ondersteunen van de reguliere verenigingen 2. Informeren van de doelgroep 3. Toeleiden van de doelgroep - Zelforganisaties in contact brengen met reguliere verenigingen met de bedoeling om samen te werken. - Rekening houden met etnisch culturele minderheden bij de organisatie van activiteiten binnen alle gemeentelijke diensten zoals: Onthaaldag nieuwe inwoners, zomerprogramma jeugdwerking, Jeugdboekenweek, composthappening,... - Onderzoeken of vrijetijdscheques of alternatieve tegemoetkomingen kunnen voorzien worden om de deelname van etnisch culturele minderheden aan vrije tijdsinitiatieven te vergemakkelijken. Doelstelling 3: Overleg organiseren en alle diensten en organisaties zoveel mogelijk binnen 1 sociaal huis kunnen terugvinden. Integratie waarmaken kan geen enkele organisatie alleen. Het kan alleen als alle organisaties samenwerken en op elkaar zijn afgesteld. In Zellik zijn er heel wat mogelijkheden. Het is de uitdaging om deze mogelijkheden optimaal te benutten. Daartoe is het nodig dat iedereen zijn steentje bijdraagt. Acties - Structureren van het welzijnsoverleg (wat zijn de taken van het welzijnsoverleg) - Netwerken opzetten die werken, met als bedoeling de communicatie met de etnisch culturele minderheden te verbeteren en de doorstroming en informatie te verduidelijken - Uitwerken en opvolgen van het Lokaal Sociaal Beleidsplan. Verdiepen van de samenwerking tussen OCMW en gemeente. - Opstart en organisatie van een integratiedienst met als belangrijkste taken: Overleg organiseren tussen de verschillende gemeentelijke- en andere diensten op vlak van integratie, contact tussen de verschillende doelgroepen, sleutelfiguren en zelforganisaties, samenwerking bevorderen met integratiebevordende organisaties, aanspreekpunt voor informatie en beleidswerk. - Centrale ontmoetingsplaats in Zellik, waar etnisch culturele minderheden samen komen en waar ze verschillende diensten kunnen bereiken 132
(Provinciaal integratiecentrum, buurtwerking OCMW, JAC, Speelpleinwerking, Taalspelen, Onthaalbureau, Politie, sportinfrastructuur, straathoekwerker, FC Brussels...) Doelstelling 4: Op een positieve manier werken aan responsabilisering Het gaat hier zowel over het verantwoordelijk maken van etnisch culturele minderheden die zich in Asse komen vestigen, als over het verantwoordelijk maken van autochtone burgers en instanties die in contact komen met deze minderheden. Acties - Buurtwerking: buurtbewoners aanspreken en motiveren om samen activiteiten op touw te zetten (buurtschatten-onderzoek) - Huurdersbegeleiding: Huurders informeren hoe en waarom ze allochtone huurders niet kunnen weigeren. - Tewerkstelling: Blijven ondersteunen van trajectbegeleidingsdiensten (vzw Pluspunt) en nauwe samenwerking met VDAB en PWA. - Vorming voor gemeentepersoneel rond interculturele aanpak en onthaalbeleid voor allochtone nieuwkomers - Opstellen van een onthaalmap voor etnisch culturele minderheden. - Ter beschikking stellen van gemeentelijke infrastructuur voor integratiebevorderende activiteiten. Doelstelling 5: Jongeren en onderwijs De jongeren vormen de doelgroep die het meest aandacht verdienen. Zij zijn immers de toekomstige Assenaren, de toekomstige ouders, de toekomstige werkende bevolkingsgroep. Naast een degelijke opleiding en opvoeding is ook een kwalitatieve vrije tijdsbesteding voor deze kinderen en jongeren zeer belangrijk. Acties - Opstarten van onthaalklassen, aangepast aan etnisch culturele minderheden, met de bedoeling de stap naar Nederlandstalig onderwijs gemakkelijker te maken. - Blijven werken aan ouderparticipatie (Provinciaal Integratiecentrum) en responsabilisering van ouders. Werken aan een brede school (school als vindplaats en aanbodplaats). - Aandacht voor de situatie van maatschappelijk kwetsbare jongeren in promotie, informatie en organisatie van activiteiten. - Communicatie bevorderen met kinderen/ jongeren en hun ouders. - Alternatieve vrije tijdsbesteding aanbieden aan rondhangende jongeren.
133
9.4.4. Financiële weerslag
Voor alle acties i.v.m integratie krijgt de gemeente 2/3 terugbetaald door de Vlaamse Gemeenschap. Zowel personeelskosten als werkingskosten. Bij de opmaak van het minderhedenbeleid zal een realistische begroting worden opgemaakt.
*****************
134