Akaija in Altay Luisteren naar je Hart (en daar bij blijven)
Wat eraan vooraf ging
Foto 1 -‐ De voltooide grote Akaija in Arkaim, met v.l.n.r. Anida, Wim, Marianne, Eliza en Tomasz
Zonnewende 2014 brachten wij door in Arkaim, Rusland. Wij, dat waren Anida, Eliza, Marianne, Tomasz en ik, Wim. We waren daarheen gegaan om de Akaija te promoten in Rusland, en Arkaim leek ons daarvoor een geschikte plek. Arkaim is in Rusland een bekende krachtplek. Interessant voor archeologen en de daar gevonden swastika-symbolen, waardoor er een link wordt gelegd met het oude Arische ras. Buiten wat Hitler voor nare bijsmaak heeft gegeven met zijn Arische supermensen, is dit een heel interessant gegeven voor spirituele ingestelde mensen, omdat het basisplan van Arkaim uitgelijnd is op de sterren en op astronomische cycli. Bovendien wordt er in deze kringen vermoed dat de Ariërs van buitenaardse afkomst zijn. De reguliere archeologie, die waarop onze geschiedenisboeken gebaseerd zijn, accepteert deze verklaring echter niet, maar er komen steeds meer aanwijzingen over buitengewone astronomische inzichten van onze verre voorouders en zelfs van buitenaardse invloeden dat de geschiedenisboeken ooit wellicht herschreven zullen moeten worden. Dat bezoek aan Arkaim werd voor ons een bijzondere 4 dagen-trip waarin vele buitengewoon intense elkaar razendsnel opvolgden dat we een bepaalde uitspraak bleven herhalen: What else?! We vielen van de ene verbazing in de andere. Eén van deze ervaringen was een ontmoeting die aan de basis staat van dit verslag. Eliza is een helderziend medium en sjamaan uit Noord-Ierland (elizawhitebuffalo.com). Haar gids en tweelingziel heet Nicolaas Black Elk, eens Holy Man van de Lakota-Indianen. Hij is bekend geworden als de eerste sjamaan of holy man van de Indianen die het Christendom aannam. Niet dat hij z’n afkomst verloochende, maar hij zei: “M’n kinderen moeten leven in dit land!” De dag nadat we de grote Akaija op een van de heilige heuvels in Arkaim hadden opgezet – een ervaring die voor mij niets minder dan één van de heftigste momenten in m’n leven is – zaten we met z’n vieren in het restaurantje van Arkaim. Helen was door het gesprek dat we voerden in een
bepaalde modus gekomen waarin ze soms dingen doorkrijgt en ze begon ineens iets te vertellen over iemand die ze kennelijk aanwezig zag of voelde en ze vroeg mij of dat m’n vader soms kon zijn. Het had in elk geval met mij te maken, wist ze. Ze vroeg of mijn vader grote oren had, of grote oorlellen. Ik zat daarover na te denken, maar was er niet zeker van. Niet echt, antwoordde ik. Geen idee eigenlijk. Het leek toch wel om m’n vader te gaan. Maar toen zei ze: “Hij maakt een gebaar! Hij doet ‘dit’ met z’n oorlel”… en ze pakte haar eigen oorlel vast, trok die naar voren en herhaalde daarmee een gebaar waarmee m’n vader kennelijk nadrukkelijk iets wilde aangeven. Zoiets als ‘goed luisteren!’ Of het kon ook zijn dat hij bedoelde dat hij echt grote oren had. Maar dat ze zo groot waren dat ik hem daaraan kon herkennen ging er bij mij niet in. We snapten het dus niet, maar we vergaten het ook niet. Zal vanzelf wel duidelijk worden, zeiden we tegen elkaar. Toen we het restaurant uitliepen kwam Marianne als laatste naar buiten. Wij waren al bij de ijsjeskiosk gaan staan, want we wilden een ijsje eten. Marianne werd echter opgehouden. Even later kwam ze naar buiten en zei dat we direct moesten komen. Ze was tegen iemand opgebotst, vertelde ze, al voelde het alsof ze tegen iemand aangeduwd werd. Ze had zich verontschuldigd met ‘sorry’, maar dat doe je niet in Rusland. Dan zeg je Извените ofwel: izvenitje. Deze man sprak echter Engels, en zo waren ze aan de praat geraakt. Hij vroeg wat ze hier deed en ze vertelde dat we de vorige avond ‘die’ grote Akaija hadden opgebouwd. “What do you say?!” vroeg de man. “Akaija?! You have to meet someone!” Wat bleek… die man was ook met een groep, afkomstig uit de Altay, en de leider van hun groep was een sjamaan die luisterde naar de naam ‘Akai’. Binnen enkele minuten hadden we de helft van het terras in beslag genomen met aan elkaar geschoven tafels, stoelen erbij en praatten we over waar we vandaan kwamen en wat we hier deden. Akai was een sjamaan in de Altay, misschien een soort leider zelfs, daar kwamen we toen niet goed achter. Zijn naam kun je in het Russisch op verschillende manieren uitspreken, afhankelijk van de grammaticale context van de zin waarin de naam gebruikt wordt. Op zijn website of blog staat: “Официальный блог Акая Кине”. Vertaald in goed Nederlands staat er: Officiële Blog van Akai Kine. Zijn grammaticaal niet-vervoegde naam is echter Акай Кине (fonetisch: Akai Kienje). Maar omdat er staat ‘blog van…’ schrijf je in het Russisch Акая Кине (fonetisch: Akaija Kienje). De Я in het Russisch spreek je uit als ‘ja’ en wordt als uitgang van vervoegde namen vaak gebruikt. Als los woord betekent “я” overigens “ik” in het Russisch. Dus als je zegt: "Я Акай", zeg je: "Ik ben Akai", want de Russen laten werkwoorden soms weg. Zijn naam kan dus wel degelijk exact hetzelfde geschreven en ook uitgesproken worden als: Akaija. En Anida meldde achteraf: “Heb je z’n oorlellen gezien? Die zijn heel groot en wijzen bijna naar voren!”
Akai was hierheen gekomen in de wetenschap, waar hij die dan ook vandaan had, dat hij bepaalde mensen zou tegenkomen die belangrijk voor hem zouden zijn of worden, enkele van de 9 broers waarnaar hij op zoek was. Hij wist nu dat hij er eentje gevonden had. Eind van het verhaal was dat Akai ons uitnodigde om naar Altay te komen, liefst de volgende dag al, voor een speciaal sjamanenfestival. Maar dat ging wat moeilijk. Visums en vliegtickets en zo… Vandaar dus dit verslag een jaar later… onze reis naar Altay. Maar deze reis ging iets anders dan gepland. Van begin af aan ging alles anders dan gepland. Om te beginnen was Marianne heel enthousiast geweest om mee te gaan, maar gaande het afgelopen jaar veranderde dat en zag ze het niet erg zitten. Liefst ging ze helemaal niet. Er was van alles onduidelijk, klopte niet, er was te weinig contact, de antwoorden uit Rusland waren niet volledig, etc. Bovendien was de gezondheid van haar moeder niet optimaal en nadat haar moeder afgelopen winter zelfs diverse hartritmestoornissen te verwerken had gekregen, met kortdurende ziekenhuisopnames tussendoor, was het haar duidelijk: voor haar geen Altay, ergens in het zuiden Siberië, niet wetende hoelang een eventuele terugvlucht zou gaan duren mocht de nood aan de man komen. Eliza haakte ook af, maar eerlijk gezegd hadden we dat reeds aan zien komen. Ze wilde dolgraag, maar we wisten dat het voor haar op dit moment niet echt mogelijk was. Dus bleven Anida en ik, en eventueel Tomasz uit Polen over. Maar hoe zat het met Akai? Hij had ons wel uitgenodigd, maar hoe stellig was die uitnodiging nu eigenlijk? Was het geen al te enthousiaste ingeving zonder werkelijke inhoud, zoals mensen wel vaker doen als ze elkaar in het buitenland voor het eerst ontmoeten onder leuke omstandigheden? We kregen daar niet veel duidelijkheid over. Via een van de mensen van zijn gezelschap in Arkaim die in Moskou woonde, werden mailtjes vertaald, maar als wij 10 zinnen schreven kwamen er hooguit enkele woorden terug. Nogal kort door de bocht dus, maar evenzogoed waren het wel antwoorden op de meeste van onze vragen. Een visum-uitnodigingsbrief werd vlot gestuurd, zelfs meerdere aanpassingen daarop kwamen vlot binnen. Alles werkte daar kennelijk wel naar behoren, maar een beetje meer communicatie zou toch wel prettig zijn als je zo'n grote reis voorbereiden moet. Anida drong erop aan om niet te lang te wachten, als ik zou willen. Nog een jaar wachten kan weleens afstel betekenen. Nù is het moment, vond ze. En eerlijk gezegd kon ik haar geen ongelijk geven, zo gaat dat vaak in je leven. De knoop doorhakken dus: nu of nooit. Marianne had er geen moeite mee, of gaf mij in elk geval te kennen er geen moeite mee te hebben. Ik mocht me door haar niet laten tegenhouden. Als dit ons gevoel was, dan moesten we beslist gaan. Zelfs als dat een mooie reis naar het verre Altay in gezelschap van een andere vrouw zou betekenen. Dat is nogal wat! Tomasz hadden we ook gevraagd mee te komen. Hij was zeer geïnteresseerd, maar kon helaas niet en zegde af. Dat was een tegenvaller, want hij had zich in Arkaim als een bijzondere vriend en uitstekende tolk laten kennen en zou goed van pas komen in het contact met Akai die geen woord Engels sprak. Maar we lieten ons niet uit het veld slaan… het gevoel was ‘we moeten gaan’ en dus gingen we. Luisteren naar je hart heet dat, iets dat ik andere mensen nog wel eens vertel als ze twijfelen. Laat ik dat zelf dan ook maar doen.
Gorno-‐Altaysk Altay staat bij ons, en ik neem aan bij veel spiritueel ingestelde mensen in West-Europa, bekend als de bakermat van het Russisch/Siberische sjamanisme. Er wordt gesteld dat de Indianen van Noord- en mogelijk zelfs die van Zuid-Amerika hun roots in Siberië hebben. Altay heeft in Rusland verschillende betekenissen. Je kunt spreken van de provincie of oblast ‘Altay’, maar ook van de republiek ‘Altay’ waarmee een aantal subregio’s worden bedoeld, maar waarmee niet exact hetzelfde gebied bedoeld wordt. Evenwel gaat het om een gebied ter grootte van 4x of 5x Nederland en er wonen zo’n 20 miljoen mensen die bijna allemaal van Russische origine zijn, zoals
de gemiddelde Rus eruit ziet, zeg maar. De inheemse Altai, de oorspronkelijke bewoners, echter wonen in een gebied dat zich ook buiten de grenzen van Rusland uitstrekt. Deze mensen zien er duidelijk anders uit, meer Mongools, iets donkerder en iets korter, met ogen die sneller smal uitlopen en soms zelfs schuin omhoog staan. Het is daar een 4 landen-gebied met Rusland in het Noorden, China in het Zuiden, Kazachstan in het Westen en Mongolië in het Oosten, ongeveer op de dezelfde breedtegraad als Nederland. Het Altay-gebied in Rusland begint daar waar de vlakke Russische steppen en akkers overgaan in beboste heuvels, met naar het zuiden bergen van Alpine afmetingen. Om er per auto te komen heb je volgens Google Maps 72 uur nodig, gerekend over lege wegen en zonder omleidingen, geen pauze en met een afstand van 6156 kilometer. Wij namen het vliegtuig. De vlucht erheen, met 11 uur tussenstop in Moskou (wat een beton vanuit de lucht!), verliep goed, afgezien van een blèrend kind dat maar niet echt stil wilde worden. Slapen ging dus niet makkelijk. 's Morgens vroeg op het vliegveld aangekomen zien we dat dit een klein vliegveld is waarbij de aankomst van een 747 een happening is. De loopband gaat draaien, maar achter de muur klinkt het gerammel van buizen en het lijkt alsof iemand onze zorgvuldig samengebonden pakket buizen van de grote Akaija losgehaald heeft. Dit is niet goed! Liggen daar nu allemaal losse buizen? Maar 10 minuten later komt als laatste ook de Akaija over de loopband, intact! Dat scheelt alvast een lastig gesprek in het Russisch. Omdat er niemand staat te wachten die ons bekend voor komt lopen we naar buiten met alle bagage en de grote Akaija en vinden op de parkeerplaats voor de ingang een bankje. Dan komt er iemand naar ons toe die zich voorstelt als een van de zonen van Akai. Hij heeft een flinke zwarte auto bij zich en rijdt ons richting huis van Akai, zo nemen we aan. Het gesprek wil maar niet op gang komen vanwege de taalbarrière, maar halverwege begrijpen dat hij ons vraagt waar ons hotel is. Oops... dat hebben we nooit besproken. Akai had ons toch uitgenodigd? Later zelfs nog in een email. We waren welkom, zelfs 5 man, etc. Hij heeft een groot huis, anders nodig je geen 5 mensen uit. Dus brengt zoonlief ons eerst bij zijn vader thuis. Maar we voelden hem al: vermoedelijk hebben we nu een probleem. We komen de woonkamer binnen waar kleine kinderen achter een grootbeeld-TV wargames spelen, er lopen enkele vrouwen rond en iemand stelt zich voor als Sweta (Света), de vrouw van Akai. We wisten niet eens precies wie nu eigenlijk z'n vrouw was, maar dat werd nu gelijk duidelijk. En deze twee kinders zijn z'n kleinkinderen. De andere vrouw is een van z'n schoondochters. Maar niemand spreekt Engels. Anida spreekt gelukkig een heel klein beetje Russisch en zij wordt nu gelijk in het diepe gegooid om uit te leggen wat wij hier onverwachts doen. Dat we zouden komen wisten ze dus al wel, gezien onze pick-up op het vliegveld, maar niet dat we bij hen thuis zouden binnenvallen. En... waar is Akai eigenlijk? Die hoort er nu toch te zijn? Eigenlijk hadden we hem op het vliegveld al verwacht. Maar we zijn moe. Vanmorgen rond 0300 opgestaan, ook vannacht in het vliegtuig amper geslapen en nu is het alweer ochtend. We zitten op een bank en wachten af. De kinderen spelen vrolijk door en in de keuken wordt van alles gedaan, vooral gebeld zo te horen. Ondertussen vraag ik met computer in de hand om een inlogcode voor internet, wijzend naar de lege plek van het netwerkwachtwoord. Hoezo Russisch leren? Zo doe je dat! Geen probleem dus en even later schrijf ik een mailtje aan Marianne, die gelukkig al op is en achter de computer zit en direct hotels begint te zoeken in Gorno-Altaysk. Even later komen de eerste resultaten al binnen. Kijk... da's handig! Het thuisfront is volop in actie en in no-time is alles te regelen, waar je je ook maar bevindt in de wereld. Maar ik schrijf Marianne terug dat ik nu iemand met een zak broodjes voor ons langs door de kamer zie lopen, dus mogelijk komt er ontbijt op tafel. Kennelijk is schoondochter even naar de bakker of supermarkt gerend om de gasten uit Nederland wat eten voor te zetten. We verstaan het niet, maar er wordt wel degelijk nagedacht hier. We zagen daarnet de zoon die ons van het vliegveld opgehaald had, en die loopt hier nu door de kamer heen. Maar heeft hij zich omgekleed dan? Anida en ik zien iets aan hem, want hij lijkt toch iemand anders. We kijken elkaar aan en halen de schouders op: ikke niet snappen. Even later zien we er twee tegelijk door de kamer lopen en we kijken elkaar opnieuw aan: twee zonen dus, probleem opgelost. De twee kleine kinderen zijn de kinderen van zoon nummer 1. Dan worden we uitgenodigd aan tafel te komen zitten. Er staat wat eten voor ons klaar, op z'n Russisch, dus met een schaaltje korrelige kwark en zure room, een schaal rijst, broodjes die net niet
de smaak hebben de we gewend zijn en thee en koffie uiteraard. Er wordt nog iets gebakken ook, dus we komen niets tekort. Met behulp van de computer, internet en Google Translate komen we een heel eind nu, dus we zetten ons aan een 'gesprek'. Schoondochter heeft alle geduld, en nu beginnen er dingen duidelijk te worden. Maar we moeten de zinnen eenvoudig houden anders wordt de vertaling heel verwarrend. We vragen bijvoorbeeld of, wanneer naar het hotel gebracht worden, de grote Akaija in de auto mag blijven liggen. Dat scheelt een heel gesjouw tenslotte, dus dat leek ons een goede vraag. Schoondochter kijkt verward en snapt ons niet, dus begint te typen. Maar ik blijf bij m'n stuk, want ook met terugvertalen staat het er goed, Grote Akaija is Большой Акай, uitgesproken als: Bolsjoi Akai. Ze vraagt het Sweta en die begint ineens hard te lachen. Dat is niet je schoonvader! Dat is die stapel buizen in de auto! Maar dan horen we een volgend probleem. Akai komt dinsdag. Wat? Dinsdag? Dan moeten we alweer bijna naar huis! Het is donderdag vandaag. Houston! We have a problem! Dit is een flinke domper, want als Akai hier niet is, en wij overduidelijk niet geacht werden hier in huis aan te komen, wat is er dan wel geregeld voor onze komst? Zucht. Was het echt wel zo'n goed plan om hierheen te komen? Korte tijd later brengt zoon 1 ons naar het hotel. Voor 40 euro in Roebels hebben we een balzaal als kamer met twee hele grote bedden en ook al het andere is groot en luxe. Goed hotel! We maken ons op om eerst een poosje te slapen. Skype lukte niet, omdat je met 1 account niet vanaf twee locaties kunt inbellen, maar dat probleem losten we snel op. Marianne was er dus even gezellig bij. Alleen mijn hoofdpijn ging niet makkelijk over in de warmte hier. Buiten warm, binnen warm en zoals in Rusland gebruikelijk staat ook hier de verwarming gewoon aan. Reden: hij kan niet uit. Blokverwarming betekent hier dat de verwarming aan staat vanaf dat de huizen er staan. Thermostaat? Nooit van gehoord. Heb je het warm, dan doe je een raam open. Geen wonder dat ze olie exporteren. Anida en ik vermaken ons met wandelen in de stad hier vlakbij om te acclimatiseren, wat boodschappen te doen en later die dag gaan we echt slapen. Zo'n reis hakt er tenslotte flink in. We hebben een bed, we hebben te eten, maar we raken niet uitgepraat over het feit dat we nu bezig zijn om te redden van deze reis wat er te redden valt, want we kwamen op uitnodiging van Akai, maar die is er niet en komt voorlopig ook niet. Dus wat doen we hier? Die vraag veranderde gaande de dag in: wat gaan we dan nu doen? Aanpassen dus. Bij de bagagepakken neerzitten schiet niet op, dus het motto is: ervan maken wat je kunt. Afgesproken was dat we de volgende dag zouden ontbijten in Akai's huis en dan zou Sweta ons brengen naar het festival in Turochak. Dat klonk mij niet zo bekend in de oren, want we waren uitgenodigd voor een sjamanenfestival komend weekend. We hadden daar speciaal nog naar gevraagd via de email en dit festival was gisteren bij aankomst al begonnen, terwijl het nog midden in de week was. Wel vreemd, want we hadden begrepen dat het morgen pas zou beginnen. Maar okay, het zal wel in orde zijn. Sweta gaat alles regelen, vervoer, Akaija, tent en voedsel. Anida kun je prima bij hebben, merkte ik. Tegenslagen incasseer je en vervolgens maak je er het beste van. Niet iedereen kan daarmee overweg, maar het maakt wel het verschil tussen slachtoffer zijn en balen, of jezelf herpakken en er tegen aan gaan. Met haar lukt dat prima. Om 0900 stonden wij klaar bij de ingang van het hotel, met koffers. Sweta kwam mooi op tijd en even later zaten we weer bij haar aan tafel. De kinderen speelden weer hun wargames achter de TV, net zoals ze in onderhand elk huis overal ter wereld schijnen te doen. In Gorno-Altaysk was dat al niet anders, en deze kinderen hadden een vorstelijke TV met de laatste games. Anida had een paar Nederlandse klompen voor Akai en schuimpantoffels voor de kinderen gekocht en ik had een gouden Suzy-ama voor Sweta gemaakt. Die geschenken werden in grote dankbaarheid aanvaard en sindsdien zag ik Sweta
elke dag met de Suzy-ama om haar nek. De kinderen zagen er indrukwekkend uit met hun klompen vooruit gestoken achter TV een wargame spelend. Daarna volgde de rit naar Turochak. Sweta reed eerst ergens naar toe binnen Gorno-Altaysk om een tent op te halen. Dat ging over een zandweg, en wij zagen de bui voor de rest van de trip al hangen. We maakten zelfs al aangepaste berekeningen over de reistijd. Google Maps had 2 uur en 8 minuten opgegeven. Maar op een zandweg kan dat makkelijk twee keer zo lang zijn. Maar we hoefden ons geen zorgen te maken. Gelukkig was dit niet de weg naar Turochak, maar alleen om de tent op te halen. Al betwijfel ik of zelfs een zandweg enige vertraging in reistijd zou hebben opgeleverd gezien wat we nu gingen ervaren. Nadat de tent ingeladen was ging het richting Turochak. Provinciale wegen zijn in Rusland wat snelwegen bij ons zijn, en ze zijn hier redelijk in orde, maar toch niet al te best. Veel lapwerk, wat gaten hier en daar. Die 2 uur en 8 minuten was trouwens voorspeld over een lege weg. Maar Google Maps hield geen rekening met Sweta. Die deed het binnen anderhalf uur. Was het een zandweg geweest, dan had ze misschien aan de tijd van Google gekomen. Sweta reed hard. Gaspedaal diep intrappen en Rijden als een Rus in Moskou. Wilde ze indruk op ons maken? Rijdt ze altijd zo? Ze zat hooguit 2 meter op elke voorganger, maar de meesten lieten zich niet op jagen omdat Russen er meestal zelf al behoorlijk de sokken in hebben. Russen rijden onder alle omstandigheden en dat is altijd veel te hard. Maar Sweta versloeg ze allemaal. De hele rit werden we niet ingehaald, en ook niet achterop gezeten, want we haalden iedereen voor ons in. Ik hoopte stiekem al dat ze dat met die ‘vervelende’ slak voor ons niet sneller kon, want we reden al ongegeneerd hard, zonder enige speling om onverwachtse obstakels te ontwijken. Toen we de eerste auto eindelijk voorbij waren, en de volgende direct daarna ook, hoopte ik dat ze rust had om haar eigen snelheid te bepalen waardoor wij makkelijker zouden kunnen ademhalen, maar ik vergiste me. Vanaf dat moment ging het pas echt hard. 140 zagen we soms op de teller voorbij komen en dat over een slecht en smal wegdek met veel bochten. Als hier een bord staat met ‘scherpe bocht’ dan hoef je je daar niet druk over te maken, die kun je altijd met 100 km per uur nemen. Zorgelijker vond ik dat de echt gevaarlijke bochten, zoals die vlak na een blinde heuveltop, niet aangegeven werden. Sweta's rijstijl verried dat ze deze weg niet uit haar hoofd kende. Tegelijk slaagde ze erin om te telefoneren, allerlei knopjes in de te bedienen, en onderwijl met telefoon in de hand voorgangers in te halen. Soms had ze beide handen van het stuur om haar haar te doen. Ergens liet een enorme hobbel in de weg de auto net niet door de lucht vliegen en zelfs de vering bleef heel, Zij maakte een wild gebaar dat ze die echt niet aan had kunnen zien komen, dus dat lag aan de weg en niet aan haar. Ik ben niet gauw erg benauwd en sta op het standpunt dat als een chauffeur al jaren rijdt, het ook nu wel goed zal gaan. Je moet je ergens aan vastklampen tenslotte. Maar deze rit was heel beangstigend. Ze haalde niet in waar dat kon en wèl waar dat beslist niet kon, zoals kort voor een bocht. Als iemand anders met haar rijstijl van de andere kant aan was gekomen zou ze geen schijn van kans hebben gehad, maar zij zag het gevaar kennelijk niet. Geen wonder, want als je achterop je voorganger vastgelijmd zit kun je niets overzien. Bij wegwerkzaamheden met zand en gaten en een aangegeven maximum snelheid van 20 km per uur lukte het haar om 80 km per uur aan te houden en net niet van de weg te raken. De remmen van deze auto zullen het niet tot de eerstvolgende APK halen, dat moge duidelijk zijn. Maar... we zijn aangekomen. Deze ervaring heb ik in de Engelse en Duitse vertaling van dit verslag overigens niet opgenomen, want Sweta mag dan heel hard rijden, maar ze is een ontzettend lieve vrouw die alles voor ons gedaan heeft wat ze kon. In die vertalingen heb ik dus last van terugkerende nachtmerries waarbij ik in een helse 8-baan zit en er niet uit kan. En gek als het klinkt is deze ervaring erg belangrijk... achteraf bezien dan. Het goede nieuws: We leven nog en zijn aangekomen op het festival Het slechte nieuws: Dit is geen sjamanenfestival. Het goede nieuws: We hebben een tent bij ons. Het slechte nieuws: Er zitten geen tentstokken en geen haringen bij. Maar hier was iemand die zich voorstelde als een zus van Sweta en bij haar kring werden we van harte welkom geheten, we konden zelfs in hun tent plaatsnemen, kregen uiteraard een Russisch gedekte tafel voor onze neus en hadden te eten, koffie, brood en wat we er maar op wilden. Een gezellig gesprek met een beetje Engels, een beetje Duits, en van onze kant een beetje Russisch
volgde. De bedoeling was dat Sweta weer terug zou rijden om de stokken op te halen. Tenminste dat hoorden of begrepen we. Nu was het wachten dus tot ze terug zou zijn. Wat moet die balen, dachten we. En hoe lang zou ze daarover doen?
Hoe dan ook, om te beginnen hadden we tijd om over het festivalterrein te wandelen. En dat bleek Rusland in vol ornaat. Wat een traditionele kleding, zang, vrolijkheid, vreugde en schoonheid in alle soorten en maten! In Nederland is al zulk vermaak meestal verworden tot een braderie en commercieel vermaak waarbij je voor alles moet betalen. De organisatie is dan in orde, maar het nadeel is dat de mensen er niet meer met hun hart bij zijn. De mensen worden vermaakt, zolang ze maar betalen. Hier wordt ook georganiseerd, en nog goed ook! Maar daarnaast doen de Russen alles zelf. Ze kamperen in het bos ernaast. Plezier maken doen ze samen en met iedereen. Uiteraard waren wij in deze uithoek de enige buitenlanders. Anida zei ergens halverwege: "Nu heb ik Rusland gevonden!" Ik moet toegeven dat deze gezelligheid, met zulke muziek, overal spontaan gezang en vrolijkheid iets met me deed. Zó stel ik me een volksfeest voor! Maar... er was toch een probleem. Dit had toch een sjamanenfestival zullen zijn? Niet dat dit niet mooi was, maar we kwamen toch niet helemaal uit Nederland om hier bij een soort van Eigentijds Festival te gaan rondlopen? Dan hadden we net zo goed naar Vierhouten op de Veluwe kunnen rijden. Na verloop van tijd probeerden we de organisatrice te vinden en na wat rondvragen en rondlopen lukte dat nog ook. Ze vroeg ons uit Foto 1 -‐ Galwa (Zonnebloempasta) over wat we wilden, en we legden uit wat de Akaija was, maar kennelijk struikelde ze over de energie van de Akaija. Deze plek heeft z’n eigen energie zo legde ze uit. Iets met twee rivieren. Eindconclusie was dat ze geen nut zag om de Akaija hier neer te zetten. Daar konden we ons iets bij voorstellen, want tenslotte was dit geen
sjamanistisch festival maar een cultureel festival, met afvaardigingen van vele rayons uit Rusland. Een Akaija zou hier maar vreemd afsteken. Ze negeerde ons verder en we konden gaan. Weer een tegenslag dus. Wat nu? Geen Akaija. Geen Akai. Geen sjamanenfestival. Geen tentstokken. En daarmee dus ook geen slaapplek. Nog meer te wensen? Tijdens het spreken met de organisatrice raakten ook andere mensen in ons geïnteresseerd en we kregen zowaar enkele cadeautjes, een vrouwelijke en zo te zien een mannelijke swastikavorm van berkenhout. Bijzonder cadeautje. Wat is dat toch met swastika’s hier? Maar ik liep hier niet meer rustig rond. Wat gisteren al begonnen was diende zich nu versterkt aan... een vreemd onprettig gevoel van ‘wat doen we hier?’ Hebben we ons zó vergist in ons gevoel? Hadden we hier niet moeten zijn? Zitten we totaal fout? Al met al is dit best een grote investering. Financieel niet onoverkomelijk uiteraard, maar wat ook meespeelt is een week van huis, Marianne alleen, Nico alleen, Anida die niet verdient, ik die niet verder kan en alles dat je verwacht of probeert blijkt niet te lukken, niet te werken of blijkt totaal anders te zijn. Aanpassen dus, dompers incasseren en proberen door te gaan. Aan de andere kant... we verbaasden ons erover dat alle problemen op de een of andere manier toch opgelost werden. Wat getelefoneer en wat geregel en ineens blijkt iets dat wat zojuist een probleem was nu ineens op een andere manier geregeld is en soms zelfs nog beter dan wij op voorhand ooit hadden kunnen plannen. Maar langzaamaan wordt de lucht nu donkerder en die tent is nog steeds niet opgezet. Zou Sweta al terug zijn? We lopen maar weer eens richting de tenten van Sweta's zus. Nee dus, en de beschutte plek waar wij onze tentspullen hadden neergelegd is ingepikt door andere mensen. We zitten weer in de tent van haar zus, eten nog wat, drinken nog wat, maar de lucht wordt steeds donkerder. Tenslotte gaan we naar buiten, overdekken de koffers met een regenjack en staan met haar vriendenkring onder de bomen. Geen tentstokken… geen tent… geen slaapplek. Zo simpel is dat. Met beginnende regen is dat tevens: geen prettig vooruitzicht. Irina, de zus van Sweta begint te bellen en er wordt tenslotte er iets geregeld. Iemand hier heeft een auto en die zal ons naar het dorp hier vlakbij brengen, naar een adres waar we kunnen overnachten. Die auto arriveert en wij passen er met koffers, maar zonder de grote Akaija, precies in. Op de voorbank zitten een oudere man en vrouw, sympathieke mensen. Als we de auto wat beter bekijken, lijkt die niet echt betrouwbaar. De deurgreep viel al uit de linkerdeur voor we gingen zitten. De rechter achterdeur kan al helemaal niet open. In de voorruit zitten tenminste 5 verschillende barsten, kennelijk van verschillende stenen. Het zijraam wordt met een stokje ophoog gehouden. En dat is slechts het begin van onze waarneming. Gelukkig wordt er niet hard gereden. Het dorp ligt iets van de hoofdweg af en daar is alles zandpad, met huizen eraan. Toch ziet het er niet geheel armoedig uit, wel gehavend, maar het leeft en er is een zekere mate van welstand. Maar geld om een auto zoals deze te repareren is er kennelijk niet. Hoe lang zou een auto trouwens meegaan hier? Gezien de weg niet lang, maar gezien de creatieve oplossingen om auto’s gaande te houden toch wel langer dan bij ons. Duidelijk is ons dat McGuyver ergens hier opgegroeid moet zijn. Aangekomen bij het adres waar we ‘moesten’ zijn blijkt de vrouw die na flink wat getoeter naar buiten komt van niets te weten. Gezellig mens, maar… we zaten verkeerd. Op weg dus naar een volgend adres. ‘Er zijn hier heel veel guesthouses’ zegt de volgende vrouw die we ontmoeten in keurig Duits. Dus ik antwoordde: “Wir brauchen nur eins”. Daar kon ze wel om lachen. We zitten duidelijk ook hier fout. Anida kreeg wel 10x de vraag van het chauffeurs-echtpaar wat er besproken was en waar we moesten zijn. Nie Snjaoe… ikke niet weten. Ich nicht weisen… ik wèrkelijk niet weten. Nee hoor… ik weet het niet! Echt niet! Maar... ze hadden het toch zelf in het Russisch afgesproken?! Hoe kunnen wij dat hebben gedaan als we de taal niet eens verstaan! Tja… da’s kennelijk ook Russisch… haast haast, altijd gelijk doen maar vooral niet de tijd nemen om dat wat je gaat doen rustig en doordacht te doen. Daarom zitten we nu zonder tentstokken en daarom zitten we nu, als gevolg daarvan, op het verkeerde adres ergens in een dorpje in het noorden van Altay, in het zuiden van Rusland en in de middle of nowhere van Siberië tussen massa’s heuvels en miljoenen berkenbomen in een auto of taxi met wildvreemde mensen die niet weten waar we heen moeten… Het regent, het wordt donker en wat gaan we dus nu doen?
Ergens anders heen rijden dan maar? Tja, hier blijven heeft geen zin. We moeten toch ergens heen! Maar wij zitten nu droog en dus hebben wij tweeën alle tijd. Tenslotte komen we bij een man uit die het helemaal geweldig vindt dat we voor zijn deur uitkomen. Buitenlanders! Ik ging snel even naar het toilet en raakte kort met hem in gesprek. Hij is ook een kunstenaar! Deze man gaf onze begeleiders het adres voor een guesthouse waar we uiteindelijk zouden overnachten, maar omdat er geen Tomtom was reden we eerst naar een adres waar een vrouw buiten al stond te wachten om ons door te verwijzen, met woorden zo ongeveer als: "Первый налево, затем направо". Eerst naar leva en dan naar pravo, ook jullie begrijpen dat. De Siberische variant op de TomTom dus. Hij had graag langer met ons willen praten, maar daar zat op dit moment niemand op te wachten, dus zei hij 'wacht!’ (in het Russisch), rende naar binnen en weer naar buiten en gaf mij z’n visitekaartje met een keramisch vaasje dat er ontzettend mooi uitzag! Ik krijg zomaar iets?! Dat ben ik niet gewend. Geven okay, maar ontvangen… hmmm. Niet te geloven. Is dit Rusland? Daar gaan we dus weer, volgende adres, maar met hulp van de vrouwelijke TomTom langs de weg kwamen we eindelijk aan waar we moesten zijn. Gastvrouw Svetlana stond ons al op te wachten. We hadden inmiddels al 4 adressen in een godvergeten achterafstadje ergens in Altay achter de rug, maar dit keer waren we het advies van deze man wijzer en zo kwamen we bij een adres terecht waar ook andere mensen overnachtten, en waarvan iemand zelfs Engels sprak. Vladimir. Waar heb ik die naam eerder gehoord? Putin?
Zijn broer Dmitri is een museum-onderzoeker, werkt dus in een museum en interesseert zich voor oude stenen en plekken die daarmee verband houden. Wauw… interessant weer!
Die prinses, Ukok… Dat begint een interessant onderwerp van gesprek te worden. We komen die naam nu al vaker tegen en we merken dat de mensen hier ervan weten en het kennelijk op de een of andere manier aan het hart gaat. We gaan daarmee gewapend dus op verder onderzoek uit. Laat ik dat even uitleggen. Akai is een historicus met veel kennis van de Altay, zijn geboortegrond. Hij zet zich in voor het welzijn van vooral de natuur, de bergen en de mensen. Eén van zijn projecten betreft het terughalen van een door wetenschappers weggehaald mummie van het Ukok-Plateau in het zuiden van Altay. Die mummie betreft een duizenden jaren geleden gemummificeerde jonge vrouw waarvan Vladimir vertelde wordt dat ze zelfmoord heeft gepleegd om in de toekomst wedergeboren te worden om iets belangrijks te betekenen voor de Altay. De inheemse mensen van Altay zijn woedend over het feit dat deze mummie is weggehaald en voor onderzoek naar Moskou is getransporteerd. Je hoort graven met rust te laten en deze vrouw, bekend als prinses Ukok, hoort bij de grond van Altay. Direct na het weghalen van de mummie trad er een zware aardbeving op. Deze mensen willen de mummie terug in haar tombe, want dat is belangrijk, stellen ze en Akai is hun woordvoerder om dat voor elkaar te krijgen. Er is een handtekeningenactie en er zijn tienduizenden handtekening gezet, een indrukwekkende score gezien de kleine inheemse populatie, en er is zelfs een virtuele tombe voorbereid, die alleen nog maar gebouwd hoeft te worden. De voorspelling is dat er dit jaar iets gedaan moet worden, anders kan dit rampspoed voor heel Rusland betekenen. Rusland echter stelt: Altay is onderdeel van Rusland en dus mag Rusland doen wat het wil. Zo kennen we er nog meer: China zegt dat Tibet onderdeel is van China en dus mag China in Tibet doen wat het wil. Er spelen hier duidelijk meer zaken mee. Maar hoe dan ook... we hebben een woning gevonden om te slapen. Het taxi-echtpaar wilde betaald worden, maar we zijn er niet op achteruit gegaan! In plaats van in een tent slapen we nu in een huis, en hebben we gezelschap van jonge mensen die zelfs Engels spreken en uitstekend op de hoogte zijn van Altay, die ideeën aandragen om te doen, te bezoeken en ons allerlei kennis meegeven. We vragen ons op dit moment maar niet af hoe het morgen zal zijn.
Turochak 's Morgens praten we verder met Vladimir en z'n vrouw en broer. Hij heeft een 'commercieel' beroep, maar zijn hobby is raften. Hij kent alle spectaculaire rivieren en andere survival-plekken in Altay. Zijn vrouw weet echter heel veel van natuurgeneeswijzen en haar moeder is zowaar electroacupuncturiste, net als Marianne! Het moet niet gekker worden! Ja... toch wel. In Arkaim waren we swastika-vorm al veelvuldig tegengekomen. Dat is een bijzonder symbool waar Hitler mee aan de haal is gegaan, maar gek genoeg is het op een of andere manier verbonden aan de Akaija. Eliza's Two Roads symbool is overigens in de basis vanuit dezelfde kruisvorm gemaakt. Maar Vladimir vertelde dat hij jaren geleden een artikel geschreven heeft over de Swastika. Wat? Dat is wel héél toevallig. Hoe groot is de kans dat je zo’n echtpaar in Siberië tegenkomt? En-passant meldde hij dat er 144 varianten van de Swastikavorm bestaan. Anida en ik hoorden dat getal langskomen en keken elkaar vluchtig maar veelbetekenend aan. 144? Ik vroeg toen nog maar even voor alle zekerheid: "Bedoel je... precies 144?" Ja dus. Dat getal is in deze context uitermate veelzeggend, want het basisgetal van de Grote Pyramide is 72, maar vaak ook wordt 144 genoemd vanwege 12 x 12 of ook door 2 x 72. In de Heilige Geometrie kent iedereen deze getallen. Het heeft ook met de precessiecyclus te maken, een belangrijk cyclus van 25.920 jaar, die veroorzaakt wordt door de schuine stand van de Aardas t.o.v. de Zon. Ik heb over de Swastika in het verslag van onze trip in 2014 naar Arkaim uitvoerig geschreven en nu komen we iemand tegen die hier alles vanaf weet. Moesten we hem soms tegenkomen hier? Vladimir weet te vertellen dat het Arische ras ook hier van grote invloed op de geschiedenis geweest is. Voor ons is het moeilijk daar veel over aan de weet te komen, want zonder beheersing van de Russische taal is het lastig zoeken in boeken en op Internet. De regen houdt op en het wordt het tijd om ons te gaan beraden over ‘terug’ gaan naar het festival. Want daar staan de tenten van de zus van Sweta en daar ligt de grote Akaija. Daar moesten we ons gezicht maar eens laten zien om te horen 'hoe nu verder'. Sweta zou vandaag langs komen met tentstokken, met welke snelheid dan ook. Maar hoe komen we op dat festival? Met dezelfde ‘taxi’ die geen taxi is? Of toch wel?
We halen Svetlana, de eigenaresse van ons verblijf erbij. Zij wilde natuurlijk eerst betaald worden. Nou, dat bedrag viel erg mee: 1200 Rbl. Dat is nog geen 20 euro voor 2 personen. We bedachten op dat moment dat het veel handiger zou zijn om hier ook de volgende nacht door te brengen, dan zouden we geen last van eventuele regen hebben en hoeven we nu de koffers, Sweta’s tentspullen, slaapzakken en matrassen ook niet te vervoeren… veel handiger! Afgesproken! Spullen blijven hier, tent ook, wij gaan dan naar het festival. Met de taxi.
Maar hoever is het trouwens? Maar 2 km? Dan kunnen we veel beter lopen! Svetlana hing al aan de telefoon om het taxi-echtpaar te bellen, maar brak na Anida’s ‘kappen-gebaar’ het gesprek af. Lopen dus. Het was droog en zo zien we ook nog iets van het dorp hier. Dat alleen is al een bezichtiging waard. We maken gelijk een ‘mark’ met de GPS, zodat we haar huis hier weer terug kunnen vinden. De heenweg leek nogal ingewikkeld en we zijn geen postduiven. Na een stief kwartiertje komen we op het festivalterrein en zoeken de tenten op… Maar die zijn er niet meer! Wat?! Nee, twee keer kijken hoeft niet, en zelfs al kijken we wel drie of vier keer… Die tenten zijn allemaal verdwenen. De zus van Sweta is dus ook verdwenen. En de grote Akaija s er ook niet meer! Hoezo, gedegen voorbereide reis? Niets aan het toeval overlaten? Maar goed, eerst even ademhalen en tot rust komen. Dat lukt niet erg moet ik erbij zeggen. Opties? Er staat zowaar op 15 meter afstand een politietent, as je een gehavende grijze tent met in het Russisch iets van ‘politie’ zo zou willen noemen. Misschien is het een idee om daar eens te informeren? Nou is informeren bij de politie in Rusland niet het eerste dat er in je opkomt als je vragen hebt, maar in dit geval leek het niet verkeerd om daar te beginnen. Binnen in de tent zien we gelijk de Akaija liggen. Tjonge... opgelost dus. Anida wist zelfs te regelen dat de Akaija daar tot morgenochtend kon blijven liggen. Daar vertrouwen we dus maar op.
Hoe je het ook bekijkt... intussen zijn we ondanks alles iets verder gekomen. We hebben meer informatie gekregen, we hebben wat avonturen beleefd, we leven nog èn we hebben een plek gevonden om ons verslag van deze morgen op te schrijven voor we dat vergeten. Vlak vóór ons dansen mensen in een grote kring op Russische muziek. Naast ons leren kleine kinderen elkaar over
de evenwichtsbalk te lopen. Achter ons proberen kinderen op stelten elkaar het leven zuur te maken. Andere kinderen slaan elkaar met oude kussens om de oren, toegekeken door welwillende ouders. Het is droog. We zitten hier ieder op een computer te tikken…. Maar wat nu? Anida’s telefoon gaat… iets of iemand Russisch aan de andere kant. Anida neemt op… haar eerste Russische telefoongesprek ever!! Of ik dat maar even wil noteren J. Afgesproken is nu, met zoonlief van Akai, dat hij morgen komt om ons op te halen van het festivalterrein, 12.00 uur. En dat weten we nu dankzij Anida's Russische taalbeheersing. Weer een zorg minder vandaag. Zou ze het allemaal goed begrepen hebben, vraag ik me stilletjes af. Of is het leven hier van nature zo grillig? Ik kijk nu nergens meer van op. Waarom zijn we hier eigenlijk? Nou, dat weten we zelf ook niet meer. Iets met een Akaija misschien? Met Akai als gastheer? Lijkt er niet erg op, maar… Akai’s zoonlief wil in elk geval helpen. Dan gaat de telefoon weer… wie? Geen idee. Opgehangen. Nog eens… wie? Ook opgehangen. Nog eens… nu een sms… okay… Oh, nee toch geen SMS, storing dan? Wat heeft dat ding? Uiteindelijk heeft Anida weer gesprekscontact. Na een kwartier of zo weet ze, hopelijk, wat er nu gaat gebeuren. Aanvullende informatie: Zoonlief van Akay komt hier naar toe om de Akaija op te halen. Kunnen wij misschien gelijk mee, vraagt Anida? Want dat zou nog handiger zijn. En zodra hij hier is kan hij ons dan eerst even bellen en lopen we vast naar het benzinestation toe. Geregeld, dus kunnen wij nu gerust rondlopen, wat eten en naar een paar culturele voorstellingen bekijken. Ergens gaande het kijken duurt het wel erg lang voor we iets horen en dus lijkt het ons verstandiger om maar vast naar het benzinestation te lopen. We willen zoonlief tenslotte niet missen. Maar op weg erheen komen we langs diezelfde politiepost en een blik om de hoek van de ingang vertelt ons dat… de Akaija er al niet meer ligt! Wat nu weer!? Ik kan het amper geloven, dus voor alle zekerheid loop ik brutaalweg bij de Russische politie naar binnen (jaja) en zie dat de Akaija daar inderdaad niet meer ligt. Dit vertelt me enkele dingen: A. We weten nu waar we vannacht wèl slapen. B. De Russische politie bewaakt je spullen niet. C. Ons rol-tableautje om de Akaija te kunnen vervoeren ligt hier wel. D. Deze politie is totaal onoplettend. Als ik het roltableau weggris houdt niemand me tegen, ze kijken niet eens! En dat heet politiebewaking. Maar het komt me goed uit. Ik zit niet te wachten om mezelf nader te verklaren met mijn paar woorden Russisch: 'Dank je wel' en 'Dasvidanja'. Maar dat is wel precies wat ik nu zachtjes zeg. Zittend bij een blini-tentje (pannenkoekjes met zure room) gaan Anida en ik in beraad. Na dit laatste voorval zitten we er helemaal doorheen. Een paar tegenvallers is tot daar aan toe. Dat hoort erbij, maar dit! Anida somt op wat ze kennelijk in de uren hiervoor heeft bedacht: 1. Naar Gorno-Altaysk gaan, daar een paar dagen in een hotel zitten en wachten op de terugvlucht. Maar voor die tijd hopelijk Akai spreken. 2. De vlucht naar huis vervroegen. Kost extra, maar bespaart vermoedelijk heel wat hotel- en andere kosten en op het eind zijn we wellicht niet eens veel duurder uit. 3. Een auto huren en ergens binnen de Altay heen gaan op eigen gelegenheid. Gewoon vakantie houden dus. Optie 1 wijzen we allebei snel af. Dat gehang in een stadje dat we allang gezien hebben zal ons beslist niet blij gaan maken. Er is nog wel een museum, maar daarna kun je alleen nog maar boekjes lezen in het park bij mooi weer of in de kamer t.v. kijken bij slecht weer. Doen we niet. Optie 2 wordt door Anida als reële optie voorgesteld. Ik had daar niet eens aan gedacht, maar ik moet toegeven dat we inderdaad ook die keuze hebben. Maar ik weet nu al dat als we dat doen ik naderhand het gevoel van 'gefaald' zal hebben, helemaal voor niets te zijn gegaan. Ik spreek dat uit, maar Anida ziet dat anders. Tenslotte konden we absoluut niet voorzien wat we hier tegen zouden komen. Maar ik weet dat dit m'n gevoel zal worden. Het idee trekt me niet aan.
Optie 3 dan? Die trekt ons allebei het meeste. Zelf het initiatief in handen nemen. We kennen de wegen en het rijgedrag van de Russen nu en weten waar we aan toe zijn. Russen rijden hard, maar niemand rijdt zo hard als Sweta en zelfs dat hebben we overleefd. Nou kunnen we dat met tent en slaapzakken doen, maar gezien de vele regen en alles dat bij kamperen komt kijken is dat als luchtreizigers niet de meest voor de hand liggende methode. Alleen met een complete tent, zelfs als is die compleet, begin je niet veel. Een huisje huren lukte gisteren ook en als dit een gangbare prijs is, dan zijn we goedkoop uit en zo leer je bovendien de mensen kennen. Alleen de autohuur tikt natuurlijk wel flink aan. In uiterste nood kunnen we altijd nog in de stoelen van de auto slapen, maar dat zal wel niet nodig zijn. Of toch? Wij geloven niets meer! Maar ook daar vinden we dan wel iets op. Nu kunnen we alles aan. Maar waarheen dan? Richting Beluga, die bijzondere berg in het zuiden Altay? Dan komt er een ander idee. Die prinses Ukok, die mogelijk niet eens een prinses is, maar wel iemand geweest moet zijn met een heel bijzonder aanzien… Waar is haar tombe? Daar kunnen we vermoedelijk nooit komen, maar we kunnen wel die richting uit gaan. Misschien is dat een idee? En daar de Akaija ergens opbouwen en er… wat dan ook mee doen? We hebben allebei het gevoel van ‘hier worden we blij van’, dus voorlopig is dat het plan. Al zal ook dat wel weer gewijzigd worden. Zo krijgen we tenminste iets van Altay te zien en achteraf kunnen we in elk geval stellen dat we er al het mogelijke aan gedaan hebben om deze week te laten slagen. Sommige dingen hadden vooraf misschien beter geregeld moeten worden, maar waar we mee geconfronteerd worden is zo ver af van wat we normaal gesproken hadden mogen verwachten, dat dit een trip geworden waarbij het niet meer uitmaakt wat er op ons afkomt. Wij passen ons wel aan. Spoedcursus flexibel worden. In feite, bedenk ik nu, is dit een sjamanistische reis: een confrontatie met jezelf waardoor je een soort van transformatie ondergaat. En dat in het zuiden van Siberië waar je met bijna niemand kunt praten. Niets verloopt volgens plan, maar alles wordt opgelost en het resultaat is vaak nog beter dan je op voorhand had kunnen regelen. Maar blijf je hangen in het gevoel van ‘ja, maar dit is niet volgens plan’, dan heb je een rotdag en ben je slachtoffer. Van wie of wat dan ook. Pas je je aan en maak je er naar omstandigheden het beste van, dan blijkt in principe alles mogelijk. En het gekke is dat we steeds tot de ontdekking komen dat het zelfs beter wordt opgelost dan vooraf ingeschat. Maar de moeilijkheid zit ‘m erin dat je op dat moment alweer in de volgende fase van ‘niet volgens plan’ bent terecht gekomen en je energie gaat dus nu dus alweer dáár heen. Genieten van wat goed gegaan is wordt zo wel erg moeilijk. Maar we zien we dat het steeds opnieuw goed komt en we zijn ontzettend dankbaar voor alle hulp, waar die dan ook vandaan komt. Maar ik heb daar wel een idee van... We hadden gisteren tussendoor een berichtje gekregen van Denise, een vriendin van Eliza en intussen ook van ons. Zij wist dat we in Rusland waren, maar had geen enkel idee in welke situatie we beland waren. Zij is een medium in de USA en had iets doorgekregen van Linda: Linda is with you both with a smirky smile :-)))) she is VERY HAPPY!! 'Keep going' she says. 'Keep on trucking, you are doing it!’ Dat zijn woorden naar mijn hart. Die verdachte grijns van haar... da's Linda ten top! Op precies het goede moment. Doorgaan dus, niet opgeven! Dat kunnen we goed gebruiken nu, want ik zag het effe niet meer zitten. Dank je wel Denise, en dank je wel Linda! We zijn op ons gevoel afgegaan, we hebben naar ons hart geluisterd en deze hele reis is een uitdaging van jewelste geworden om dat vooral zo te blijven doen. Waaròm we hier dan precies zijn, en waaròm we zoveel moeite en energie investeren in het luisteren, of denken te luisteren naar dat gevoel? Ach, geen idee. Wordt misschien ooit wel duidelijk. Maar misschien ook niet. Het gevoel van het waarom van deze reis, dat ik al vóór deze reis had is ook verbonden met dat verhaal van die prinses Ukok, de gevonden mummie op het Ukok-plateau. Er is een interessant artikel over te lezen in The Siberian Times van 14 augustus 2012. Van Vladimir hoorden we dat deze mummie, die vrouw, niet eens een prinses was, maar een sjamane. Gezien de tatoeages lijkt dat waarschijnlijker dan prinses. Maar ‘prinses’ verkoopt natuurlijk beter aan het grote publiek. Iemand heeft dat ooit geroepen en eenmaal uitgesproken blijft zo'n woord hangen. Wat Vladimir vertelde is dat deze vrouw zelfmoord gepleegd zou hebben met de bedoeling om later wedergeboren te worden om iets bijzonders te doen voor de wereld. Het officiële verhaal is echter van wetenschappelijke
oorsprong en houdt helaas geen rekening met de diepere beweegredenen die mensen hebben om bepaalde dingen te doen. Als wetenschappers niet erkennen dat er zoiets bestaat als bovennatuurlijk, dan zullen ze die inzichten nooit verwerken in hun verslag over het waarom-van. Voortbordurend op dit onofficiële verhaal van deze prinses moet ik sterk denken aan wat ik in de boeken van Anastasia (Vladimir Mégre) ergens gelezen heb, namelijk dat het in Siberië vaker voorgekomen is dat mensen om de oude kennis te bewaren en te bewaken voor de toekomst, zij zich soms lieten begraven met de belofte dat zij hun lichaam of die plek, veilig zullen stellen en hun kennis ooit in de toekomst vrij zouden geven aan iemand die de wil en de belofte in zich heeft om die kennis waard te zijn. Onze vriend Tomasz heeft een artikel geschreven, dat nota bene over enkele dagen of weken gepubliceerd zal gaan worden in het Poolse tijdschrift Nieznany Ṡwiat, dat tijdschrift waarmee alles begon en waardoor we nu in Rusland zitten. Hij wist dat we naar de Altay zouden gaan op uitnodiging van Akai, die zich o.a. inzet om de mummie van prinses Ukok weer terug te geven aan de Altay, haar op waardige wijze weer te begraven, zodat haar spirit, haar boodschap en haar wil gerespecteerd zullen worden. Toen de mummie uit de Altay werd weggehaald er ongekend zware aardbevingen in de Altay en ging er van alles fout. De mensen hier wijten het aan het weghalen van de mummie. Akai heeft ervoor gezorgd dat ze terug komt. Er is een handtekeningenlijst opgesteld met 22.000 namen van mensen uit de Altay die dit ondersteunen en dat is véél voor 100.000 Altay-inheemsen. De mummie is inmiddels weer in deze regio, maar in een museum, en dat is nog steeds niet goed. Akai heeft nu een concept-ontwerp gelanceerd voor een waardige tombe voor de prinses, daarbij tegemoet komend aan zowel de wetenschap als aan de mensen van Altay en hopelijk ook aan de wil van sjamane Ukok. Op het moment dat de mummie hier aankwam, maar i.p.v. van in een tombe in een museum geplaatst werd, waren hier grote overstromingen. Tomasz meldde dat men hier gelooft
dat deze prinses nog dit jaar, 2015, naar de juiste bestemming begeleid moet worden. Gebeurt dat niet, dan betekent dit voor heel Rusland een rampspoed die zijn weerga niet kent. Zo is de voorspelling, en zo is het geloof van deze mensen. Zou Akai beseffen dat wat hem aan het hart gaat - de Aarde, Altay, de natuur, de mensen, het herstel van wat er ooit fout gegaan is - dat dit ook onze inzet is? Voor mij, en ik weet wel zeker ook voor Anida, en voor Marianne thuis voelt het werkelijk zo, voor de reis al dat als we ons steentje bij kunnen dragen aan een herstel van balans van energie in deze regio, dan is dat ons deze absurde reis helemaal waard. Dat wordt dus nu ons doel: sjamane Ukok. Wat kunnen we voor je doen? Ik vraag om hulp aan Boven… aan mijn gids, aan Linda, aan mijn vader die ons op Akai opmerkzaam maakte door een hint vooraf te geven. Misschien zijn we met onze fantasie aan de wandel gegaan. Maar nu we hier toch zijn met die grote Akaija willen we graag iets doen voor het land, voor de natuur, voor de mensen, desnoods alleen voor onszelf, want dat geeft je weer mogelijkheden anderen te helpen. Laat het alsjeblieft niet voor niets zijn dat we hier zijn. Misschien moet je wel totaal geschift zijn om te doen wat wij begonnen zijn, op de manier zoals wij dit begonnen zijn. Veel mensen die we kennen hebben de boeken van Drunvalo Melchizedek gelezen, over Heilige Geometrie. Ook hij kreeg ingevingen om zomaar ergens heen te gaan zonder te weten waarom. Achteraf bleek alles exact te kloppen. Zo vreemd is dat dus niet: gewoon het diepe in springen omdat dat zo voelt. Waar je dan terecht komt… dáár moet je zijn. Niet op voorbereid waar je terecht komt? Geeft niet. Pas je maar aan.
Dat klinkt mooi en krachtig, maar ik voel me klote en dus moet ik inderdaad wel geschift zijn. Maar is Columbus ook niet zo op reis gegaan? Op basis van oude kaarten en verhalen gewoon vertrekken. En had hij niet de kaart van Piri Reis, die ook voor de Akaija zo belangrijk is? Ergens dáár moet je heen, naar het Westen! En zolang je niets gevonden hebt vaar je verder. Doorgaan dus. Dat moet een megafortuin gekost hebben, met verantwoordelijkheid voor vele mensen en mogelijk totaal gezichtsverlies in het vooruitschiet. Daarmee vergeleken stelt dit toch helemaal niets voor? Waar maak ik me toch druk om? En ik denk aan die 'smirky' grijns van Linda. Afgesproken! Het plan is dus nu: iets met een auto, op zoek naar een prinses of sjamane die bekend is onder de naam Ukok. Lijkt me een goed doordacht plan in deze situatie. Diezelfde avond lopen we richting de hoofdweg waar we een restaurantje gezien hebben. Die weg is drukbevolkt met allemaal mensen, feestgangers uit het dorp en Russen uit alle streken. Kijk niet verbaasd op als sommigen van hen duizenden kilometers hebben gereden. Кафе (cafe) is het woord voor restaurant weten we nu. De meisjes achter de bar grinniken als ze in de gaten hebben dat wij echte buitenlanders zijn. Het menukaartprobleem is dat we niet van elk gerecht kunnen inschatten wat het zou kunnen zijn, b.v. of het vegetarisch is. Maar wat goed werkt is om elk gerecht aan te wijzen en door hen uit te laten spreken. Goed uitgesproken zijn veel woorden erg herkenbaar. Dan wordt een woord als Картофельные Чипсы uitgesproken als Kartoffelnji Chipsi ! Chips dus! Die zijn eetbaar! Voor omgerekend 7 of 8 euro krijgen we met ons tweeën een aardige Foto 2 -‐ Bar in Turochak maaltijd. Daar kun je in Nederland amper de boodschappen voor halen. En we waren precies op tijd binnen, want toen begon een fikse regenbui. Iemand helpt ons om overal goed doorheen te komen, denk ik stilletjes. En toen het net droog begon te worden, konden wij weer terug. Geweldig toch!
Al lopende, krijgen we een goede indruk van het dorp hier en van vermoedelijk elk dorp in Siberië. De hoofdwegen zijn een lappendeken van asfalt, afbrokkelend aan de randen en niet altijd vrij van flinke gaten. Eenmaal van de hoofdweg af zijn het verharde wegen: zandpaden met een flinke lading ingereden grint of steentjes of ander stenig afval. Daar kun je op rijden, fietsen en lopen en als het lang regent kun je er vast komen te zitten, maar normaal gesproken werkt dat prima. Wat je hiermee wel krijgt is dat een dorp er armoedig en triest uitziet. Wij zijn niet meer gewend aan zandwegen, want in Nederland is elk dorp geplaveid met asfalt, stoeptegels en omzoomd met gelikte muurtjes, heggen, hekwerken, borders en perfect groene gestofzuigde tuintjes. Het bizarre is dat als je in de bossen op de Veluwe toch huizen langs ongeasfalteerde wegen ziet, je dan spreekt van luxe, want daarmee voorkom je nodeloos gerij van auto's die er niets te zoeken hebben.
Hier moet je wat beter kijken om te zien of een dorp al dan niet welvarend is. Sommige huizen zien er modern en zelfs luxe zelfs uit, andere zijn vervallen en armoedig. Maar bijna iedereen heeft, zoals Anida al vaker vertelde een eigen tuintje voor de groenten en fruitbomen: levensnoodzaak hier. Ook zie ik in bijna alle tuinen een klein gebouwtje met schoorsteentje. Баня of Banja, meldt Anida, een washok dat tevens sauna is. Die hebben wij in Nederland niet en in de grote sauna’s die we wel kennen wordt bij ons erg veel geld omgezet. Gekke wereld. De eigenaresse van ons guesthouse heeft in haar eigen huis internet, wifi, gamecomputers, grootbeeld TV en alle overige materiële luxe die wij ook hebben. Eigenlijk is er niet zo gek veel verschil. Wel opvallend is dat de mensen hier makkelijker te herkennen zijn als rijk, arm en zeer arm, in materiële zin dan. Wie er werkelijk rijk zijn, zijn de mensen die in alle basisbehoeften voorzien zijn, en daarnaast gewoon gelukkig zijn met wat ze hebben, waar ze zijn en hoe hun leven is. Heb je alle westerse materie nooit gehad, maar verlang je er wel naar dan ben je ongelukkig. Heb je zoals wij al die materie wel of kun je het meeste daarvan kopen of ervoor sparen, dan kun je nog steeds ongelukkig zijn. Het voordeel is dan alleen dat je ook de ervaring van materiële rijkdom hebt opgedaan. Maar als je alles al hebt, en als dat je ook niet werkelijk gelukkig maakt? Wat dan? Maar ik dwaal af... ach, al dat gefilosofeer ook. Waar we nu weer mee verrast werden, was dat bij ‘thuiskomst' in Svetlana’s guesthouse onze Russische vrienden van de afgelopen dag er weer zaten. Die waren vandaag op weg gegaan en we zouden ze nooit meer zien toch? Alleen nog contact via email? Ze waren met hun auto ergens vastgelopen in de modder op het pad dat ze wilden berijden richting een survival kampeerplek. Kennelijk mislukt en gezien de regen onverrichter zake omgekeerd in de wetenschap dat ze hier in elk geval goed en droog en warm zouden zitten met garantie op een vrije plek. Maar nu konden we hen vragen stellen over de mogelijkheden voor onze komende dagen. Alles wordt geregeld. Eén van de opties waar we thuis al aan gedacht hadden, maar die we gelijk al verworpen hadden, was het bezoeken van de Beluga of Белуха, de hoogste berg van de Altay op de grens met China en Kazachstan, en voor zover wij weten van groot belang voor de energie van de Aarde. Eén van de meesterbergen van deze planeet zogezegd. In mijn beleving en in die van vele gelijkgezinde mensen zijn bergen bezield, hebben een eigen energie en zijn bronnen van kracht, communiceren met andere bergen over de hele wereld en dragen samen het netwerk van energieën over de Aarde, beschermen die, hoe dan ook. Dat klinkt vaag en misschien val ik daarmee onder de noemer van zwevers, maar zo zie ik dat zelf niet. Ik wist dit als klein kind al en ik heb sindsdien nooit reden gezien die gedachte bij te stellen. Vladimir bevestigde dat zo’n trip voor 3 dagen en 2 nachten niet reëel is. Als je via de weg in de buurt wilt komen voor een mooi uitzicht op de berg, dan zou dat nog een optie geweest zijn, maar het is gekkenwerk. Op z’n minst moet je dan ook nog een lange en slechte zijweg nemen, vervolgens je auto achterlaten en een uur of wat lopen en klimmen. En geen problemen tegenkomen! Nee dus. Andere optie is het meer Teleskoye dat hier nog geen 60 kilometer vandaan ligt. Het wordt ook wel het Gouden Meer genoemd, naar een legende dat een man een gegoten gouden staaf had en heel Altay afreisde om iemand te vinden die hem voor dat goud voedsel wilde verkopen. Niemand wilde dat. Tenslotte gooide hij het goud in het meer, vandaar de naam. Anida meldde dat dit de basis is voor vele legenden. De hele wereld afzoeken naar het ware geluk en uiteindelijk materie opgeven voor voeding en een zekere rust. In Altay waren de mensen kennelijk al zo wijs dat ze inzagen dat goud hen niet gelukkig zou maken. Tenslotte zag de man dat ook in. De naam van het meer heeft te maken met de Telesk-stam, waarvan er nog enkele duizenden in leven zijn, een oeroud volk dat hun eigen leefwijze heeft weten te behouden. Vladimir vertelde dat er grenzend aan het meer een natuurpark is dat als een energetisch uiterst belangrijk gebied beschouwd wordt, omdat de dieren, planten en bomen daar veel groter zijn dan hun soortgenoten elders op de wereld, Findhorn in Rusland dus. Dat heeft met de energie aldaar te maken. Kennelijk is dit zó belangrijk dat mensen er niet toegelaten worden. Sterker nog, parkwachters controleren streng dat dit gebod niet overtreden wordt. Bij thuiskomst ontdekte ik dat Google Maps dit gebied vervaagd heeft. Dat zegt veel hier in Rusland. Dat park zullen we dus niet in kunnen. Wel mogelijk is om via een boot bij een waterval te komen die uit dat gebied in het meer terecht komt. Ik vraag Vladimir ook over het Ukok-plateau, maar om daar te komen heb je twee weken nodig en een gedegen voorbereiding en conditie. Dat is ruig gebied. Zeer de moeite waard en zeker niet
onmogelijk, zelfs niet voor mensen zoals wij, maar beslist niet geschikt voor een trip van 2 dagen. Ik wilde het maar even zeker weten. Afgewezen dus. Jammer! Slapen dus maar weer. En ik heb wederom lang nagedacht over deze reis, me afvragend waar we nu weer terecht zullen komen en wat het ons zal brengen. Misschien is er toch nog een waardig doel voor deze uitzonderlijke reis, die ik voorlopig niet zal kunnen uitleggen aan andere mensen als zinvol. Waar is dit alles goed voor? Dit houdt me enorm bezig. Ik heb al dagenlang een beklemd gevoel. Ik kan van alles bedenken waardoor dat komt, maar werkelijk alles dat ik sinds we vorig jaar Akai tegen het lijf liepen bedacht heb, blijkt niet te kloppen. Niets is wat het lijkt. Mijn gedachte deze nacht was dat misschien de speciale energie van dit meer ons iets te vertellen heeft. Maar dat dacht ik van prinses Ukok ook. Zit ik er met m'n gevoel dan zó naast elke keer? Misschien kunnen we de Akaija nog ergens neerzetten? Vorig jaar in Arkaim heeft dat in mijn ogen niet minder dan een klein wonder verricht! Wat is dit toch? Raadsels... raadsels in de nacht.
Vage plannen -‐ Iets met een auto Zondagochtend eerst de broodjes die we gisteren gehaald hebben geprobeerd op te eten. Witbroodbaksels met iets van jam. Zoals ze eruit zien verwacht je als Nederlander, Duitser of Belg iets lekkers, maar dit smaakt naar slecht gebakken ruw witbrood. ‘Snoepgoed’ noemt Anida het. Dat is het. Hier zit niets gezonds aan, maar om te snoepen is het ook niet echt. Het vult. Dan belt Sweta… ze is onderweg. Volgens Anida zal ze over een half uur hier zijn. Maar ze doet haar reputatie eer aan en enkele minuten later staat ze al voor de deur. Anida had het echt goed gehoord: een half uur! Maar nee, nu dus al getoeter voor de deur, Sweta die alweer naast de auto staat te bellen en of we maar willen rennen, koffers inladen, go go go. Ze beëindigt het ene gesprek, de nu overbekende ringtone klinkt weer en direct is ze in gesprek. Nog geen vijf minuten later zijn we onderweg, een uur eerder dan afgesproken. In dit geval niets mis mee, maar is dit het normale leven van een Rus in Siberië? Ik dacht we wij in Nederland gestrest waren. De rit terug naar Gorno-Altaysk begint voor haar doen ongekend rustig, maar nadat ze in haar telefoon iets heeft gezegd van 'Oh, nee he?' begint ze met bumperkleven, schuift naar links deels over de andere weghelft op een afstand van minder dan een meter, schat de weg verkeerd in, haalt evenzogoed toch in en komt er nog goed mee weg ook. Op een bepaald moment vraagt ze of ze te snel rijdt. Anida bevestigt dat, zonder beledigend over te willen komen. Dan vraagt ze of ik vind dat ze te snel rijdt. Ik maak een gebaar dat ik dat ook zo zie. Dus blijft ze iets langer dan anders achter de voorganger rijden. Maar na een aantal minuten is dat weer vergeten. Ze haalt iedereen voor zich in, zelfs de hardrijders, en belt minstens tweederde van de rijtijd, dus met 1 hand aan het stuur. In Nederland had ze geen geld meer over gehad om bekeuringen te betalen. Anida schijnt hier beter mee overweg te kunnen - al weet ik dat niet zeker - maar ik heb een continu gevoel van lichte doodsangst. Is ook dit onderdeel van de Altay-experience of is dit de 'sjamanistische dood', waardoor je een transformatie doormaakt? Onderweg stopt Sweta de auto wanneer ze hoort dat wij een auto willen huren, maar dat kan niet, zegt ze, dat is ontzettend duur! Waar willen jullie naar toe? Ze pakt de kaart van Altay erbij en zo kwamen we tot weer een nieuwe versie van reeds strak omlijnde plan 'iets met een auto'. Zij wilde ons naar het zuiden ruiden en wij hoeven dan alleen de benzine en ons eigen onderkomen en eten te betalen, zo begreep Anida onderweg van haar. Maar we spreken nu, als gevolg van Sweta's onverstaanbare telefoontjes iets anders af, uiteraard, plan x of zo. Of hadden we al geen plannen meer in ons hoofd? Misschien hebben we nu dan eindelijk begrepen waar 'het' om gaat? Sweta zal ons meenemen naar een plek ergens halverwege de grens met China. Daar is het erg mooi en… dan zien we wel wat het brengt. In elk geval rijden we nu eerst naar haar huis en kunnen we daar even wat eten. Als we daar heelhuids arriveren geeft ze ons de sleutel met de opmerking dat we erin kunnen en dat er aan de overkant van de straat een eetgelegenheid is. Ze is niet onvriendelijk, alleen gestrest. Dus ze heeft geen tijd om te koken, maar dat regelen we zelf wel. Daarna kunnen we uitgebreid internetten tot ze terug is. Ik ben wel benieuwd wat Marianne op de vroege zondagmorgen van m’n verslag vindt als ze leest wat we hier doen of juist niet-doen. Ik vraag me af of ze vindt dat ze iets gemist heeft tot zover. Lijkt me niet in elk geval. Daar is Sweta weer… zijn we klaar? Ja hoor, wij zijn klaar. Maar eerst nog even een paar vragen. Anida en ik hadden afgesproken dat we aandacht en tijd gingen afdwingen voordat we weer met
volle vaart ergens ondoordacht in meegezogen worden. We hadden de vragen in het Russisch al klaar. Dat werkt. Hoe lang is het rijden naar de Chinese grens? We gaan donderdag alweer weg en het is nu zondagavond? Lukt dat wel? Tja, dat gaat nooit lukken met deze plannen. Dus werden de plannen weer bijgesteld en stelde ze voor dat we naar haar geboortegebied zouden gaan. Er komt daar een tolk voor ons en we gaan excursies doen naar oude graven en duizenden jaren oude pictogrammen in de bergen en dat leek haar heel mooi en erg interessant. Dat vinden wij ook en we worden hier zelfs blij van. Binnen een paar minuten zitten we weer in de auto en rijden we naar het zuiden. Het eerste deel gaat langs de brede rivier de Katun in het noorden van Altay. We zien dat deze op zondag door de Russen gebruikt wordt om een uitje te maken met de auto. Overal zitten ze langs de rivier in het gras of tussen de bomen te picknicken bij een houtvuurtje, met de gebruikelijke samovaar en wat bankjes en een hoop gezelligheid met familie en vrienden. Overal hetzelfde beeld. Gezellig, heel aandoenlijk en ongekend voor ons keurig geregelde Europa waar vrij kamperen en vuurtjes stoken nauwelijks nog toegestaan is. Zo’n verbod gaat hier nooit geaccepteerd worden. Een gebied met groene beboste heuvels trekt aan ons gezichtsveld voorbij, maar allengs worden de heuvels hoger en nemen Zwitserse proporties aan. De weg blijft prima, zonder haarspeldbochten of afgronden. Alleen brede valleien waarbij je het gevoel hebt op een hoogvlakte te zijn. Altijd zijn de valleien weelderig groen met bomen of voorzien van eindeloos veel gras, meestal allebei. Wat een ruimte! Wat een schoonheid! Wat een bos en wat een leegte! Ongekend. En dit is hier net zo gewoon als betonnen steden dat bij ons zijn. Koeien lopen hier overal los, dus ook op de weg. Sweta passeert ze rakelings. Maar goed dat ik geen koe ben, anders had ik m’n horens wellicht creatiever gebruikt. Deze koeien weten kennelijk precies waar ze thuishoren, en anders weten de boeren hen wel te vinden. Dan ergens meldt Sweta: Ceders. Siberische ceders! We komen hoger in het gebied, de weg gaat omhoog en het stikt van de Siberische ceders. Die bomen, ik ken ze van de Anastasia-boeken, hebben iets statigs. Ze zijn anders dan de andere bomen en ze worden hier bijna vereerd. Gek genoeg verandert vanaf dit moment bij ons allebei de energie, misschien wel de energie van deze hele reis. De omgeving wordt nu echt mooi en interessant. We komen in een nog verlatener gebied van Altay. De mensen worden Mongoolser, het land wordt ruiger… iets is hier anders. Instinctief weet ik dat we nu aangekomen zijn in dat deel waar de meeste inheemse mensen van
Altay wonen, het hart van Altay. We stoppen op een hoog punt waar kraampjes staan. Hier is het toeristisch, op z’n Altay’s dan. Sweta meldt dat we hier even pauzeren. Wij lopen rond, zij regelt iets en als we weer instappen moeten er extra spullen ingeladen worden. Wij denken dat we die straks nodig zullen hebben, maar nee. Er stappen ook twee Mongools uitziende vrouwen in, past nog net, en we rijden weer door. De rit is nu extra interessant, al rijden we nog steeds erg hard. Sweta’s telefoon blijft echter stil. Sweta praat nu met de vrouwen in de auto. Fijn dat ze dat nu kan, want steeds stil zijn omdat de taal een barrière vormt is ook niet altijd leuk. Dan stoppen we, want kennelijk we gaan eten. Sweta loopt naar binnen, bestelt wat in wat zo op het oog een Russische variant op een wegrestaurant is en dat
doen wij dan ook maar. Inmiddels zit zij al te eten in de ruimte ernaast. Wij zoeken ook wat uit, schuiven even later aan en terwijl wij eten is zij alweer vertrokken. Reisleider druk, druk, druk. Zullen we haar opgeven voor de titel Stresskip? We blijven even rustig zitten, praten nog wat na, en als we buiten komen heeft Anida de deur van de auto nog niet dicht of we rijden alweer. Nie daljeko… niet ver meer, zegt Sweta. Tenslotte rijden we een zijweg in, zien wat huizen, wat later weer een zijweg, dan een zandpad, nog een zandpad die ze met behoorlijke snelheid ‘neemt’ en tenslotte komen we in een vallei met een aantal vreemd uitziende hutten. Waar zijn we hier? Zo te zien een Altay-versie van Landal Greenparcs… een verzameling Mongoolse zeskantige hutten, hier en daar een Indiaanse teepee, een paar andere bouwsels die zich later laten identificeren als
Foto 3 -‐ Dorpje Yelo in Altay
eetplaatsen, wc-hokken, sauna’s en een droogruimte. En dat alles in gevarieerde kleuren die beslist niet allemaal traditionele kleuren zijn. Maar misschien is het gebruiken van de kleur die op dat moment voorhanden is wel onderdeel van de Altay-tradities. Wij kijken onze ogen uit en als we uitstappen is het eerste dat ons overweldigt het ontbreken van elk mechanisch geluid. Het is hier zo stil dat het uren duurt voor onze oren eraan gewend zijn. Het lijkt alsof je doof bent geworden. Maar dan hoor je het zoemen van insecten, ergens in de verte de zachte roep van een koekoek, en wat gefluister van de wind in de bomen. Bestaat dit nog? Ja dus. Het idee van met een Akaija naar Altay gaan is nu allang vergeten. Nou, niet echt natuurlijk, maar waar we nu terechtgekomen zijn is het plan van Sweta, die meldde dat zij in deze vallei geboren is. Zij kent dus alles hier en kennelijk was ze tot de conclusie gekomen dat die amper Russisch sprekende gasten uit Nederland wellicht het beste gebaat zouden zijn met een eenvoudige Altayomgeving en waar kun je dat beter doen dan in haar geboortegebied? We werden opgewacht door een vriendin, zus of verwant van haar met een mooie, maar moeilijk te onthouden naam, zoiets als Kareena, en met een typisch Mongools gezicht. Bijzondere vrouw, maar net als Sweta niet iemand van veel woorden. Volgende dag ontbijt? Hoelaat? Wat? Moloko? Gleb? Jay? Eieren? En Sweta had al gezegd: morgen excursie. Laat ik er hier ook niet meer woorden aan spenderen. Het lijkt me duidelijk genoeg. Die avond zitten we dus in een hutje ergens in het midden van Altay, in een hutjes-kamp dat verder totaal uitgestorven is. We zijn hier echt helemaal alleen! Het is een uitgestrekt dal, dat volgens m’n GPS op maar liefst 1135 meter hoogte ligt. Lariksen overal, en heel veel gras. Buiten op het terrein is een WC. In dit geval zelfs een aparte voor vrouwen en een voor mannen. Maar de indeling is exact gelijk: gat in een houten bodem en als de deur dicht is zie je amper waar je kunt staan.
Foto 4 -‐ Binnenkant zeskantige hut
Er is zelfs een Banya. Het is een aparte hut, met eerst een kleedruimte, die uiteraard geheel droog moet blijven. Dan een tweede ruimte die wel nat mag worden. In dit geval is daar een slang met koud water met brandweerkraan, dus met flink wat power om in no-time water in een aluminium wasteil vol te krijgen. Dan is er een tweede slang met brandweerkraan waar heet water uitkomt. Die slang komt uit een fornuis/oven/haard om de sauna op temperatuur te krijgen. Die was reeds goed voorzien van hout dat al enige tijd brandde. Die telefoontjes van rijdende Sweta waren kennelijk toch nuttig geweest! Wij hebben de sauna dus maar gebruikt. Anida vroeg voor alle zekerheid of ik hier een probleem mee had. Nee? Okay… uitkleden dus en schoonspoelen, opwarmen in de sauna, afspoelen, haren wassen en hup, daar zijn we weer een ervaring rijker. Had ik al gezegd dat dit een sjamanistische reis is? Ja? Laat ik het nog een keer zeggen: dit is, kennelijk, een sjamanistische reis. Later die avond, na het inrichten van de slaapruimte voor een heel gezin lig ik in bed en probeer grip te krijgen op dat wat me deze dagen overkomt. Vatten kan ik het niet meer. Beschrijven een beetje. Het waarom ervan inzien… heel misschien later, maar nu nog niet. Alle redenen die ik eerst kan bedenken worden steeds opnieuw onderuit gehaald. Duidelijk is in elk geval dat we hier om een totaal andere reden zijn dan we voorzien hadden. Wel heb ik een vreemd onbestemd gevoel, niet continu, maar deze eerste uren van de nacht wel weer. Geen fijn gevoel. Ik voel met niet prettig, maar welke vorm van ‘niet prettig’ kan ik niet benoemen. Het heeft er in elk geval mee te maken dat ik het gevoel heb alsof ik verkeerd zit hier, niet hier had moeten zijn omdat we een ‘verkeerde’ beslissing genomen hebben. Toch hebben we wel degelijk goed overwogen of we wel of niet zouden gaan. Maar de situatie waarin we terecht komen is dusdanig anders dan voorzien dat ik hier geconfronteerd wordt met… mezelf misschien? Kort samengevat: We zijn al dagen op plekken die we nooit voorzien hadden, en ‘we’ dat zijn Anida en ik. We zijn geen partners, wel vrienden. Russen die we gesproken hebben en ons ernaar vragen zie je totaal verbaasd hun wenkbrauwen optrekken en grinniken. Jullie geen partners?! Haha. Dat kan nooit kloppen. Jezelf misschien, maar ons hou je niet voor de gek. En hier zitten we, ergens op een plek die je alleen maar als vakantiegebied kunt omschrijven, waar je ofwel woont en leeft, ofwel als toerist bezoekt. Daar kom je alleen als je op vakantie gaat met je partner of met je gezin. Maar hier zijn wij… en vervolgens bezoek je ook nog en passant de sauna. En dat is slechts één van de vreemde aspecten van wat we hier meemaken. De rode draad is die auto van Sweta, of eigenlijk haar kamikaze rijstijl. Dat is een heftige ervaring, want ik heb nog nooit langer dan een kwartiertje bij iemand in een auto gezeten die onverantwoord hard reed. En dan was dat eerder ‘verantwoord hard’, als je daarvan al zou kunnen spreken. Bij Sweta zit ik geen seconde rustig, want ik weet dat haar rijden soms puur gokwerk is. Zij heeft geen idee wat er fout kan gaan als de auto in deze omstandigheden de grip verliest door wat onverwacht zand, water, olie, een overstekend hert of een onverwachte kuil. Meerdere keren al hebben wij zelf voorkomen dat ze totaal de fout in ging. Elke keer kwam er gelukkig net niet nòg een onvoorzien probleem bij, waardoor ze veilig uit kon wijken. Zoiets creëert vorm van doodsangst, van je leven niet zeker zijn, niet zeker weten of je het eind van de rit zult halen. Verzoeken om rustiger rijden helpen niet, dus uiteindelijk probeer je erin te berusten en geef je je over aan… het lot. In mijn geval neem ik een houding aan van: als het de bedoeling is dat ik binnen enkele minuten in de berm lig, al dan niet dood, dan moet dat maar. Dan zal dat wel de bedoeling zijn, en dan is dat okay. Mede door deze omstandigheden word ik meer dan anders geconfronteerd met m’n liefde voor Marianne, die voor mij altijd ietwat vreemd is geweest, omdat Marianne m’n tweede liefde is, niet tweederangs, maar als tweede vrouw in m’n leven gekomen is. Linda is nooit uit m’n hart. Marianne is erbij gekomen. Dat gegeven heb ik altijd moeilijk kunnen plaatsen, en vaak heb ik me afgevraagd of ik Marianne misschien niet tekort heb gedaan, of misschien nog steeds doe. Die liefde is een stuk sterker nu, of misschien moet ik zeggen: duidelijker en helderder voor me zelf geworden. Niet verkeerd lijkt me. Maar ik kan niet anders zijn dan ik ben, en de schijn ophouden wil ik al helemaal niet. Deze dagen, op stap met een andere vrouw, in situaties terecht komen die je zelfs met een vriend van hetzelfde geslacht, vanuit een Nederlandse opvoeding bezien dan, niet snel zult opzoeken… dat gaat best ver. Maar het is geheel volgens goedkeuring van zowel Nico als Marianne, die ons vertrouwen. Maar als we op voorhand zouden hebben geweten wat we nu hebben gedaan, dan zou om te beginnen ikzelf al hebben gemeld: dat ga ik dus niet doen! Dan maar liever wachten op een betere gelegenheid om zo’n reis te maken, ooit.
Maar misschien is dat wel waar het hier werkelijk om gaat, het doel van deze reis. Loslaten en op jezelf teruggeworpen worden in een situatie die niets normaals meer in zich heeft. Maar in vroeger dagen zou dit wellicht niet eens zo vreemd geweest zijn. Dit is onvoorbereid in het diepe gegooid worden en je aanpassen, steeds opnieuw incasseren, flexibel worden, creatief oplossingen bedenken en vooral niet in de slachtofferrol gaan zitten met de gedachte dat onze hele reis in het water is gevallen! Wat we nu meemaken is heftig, maar we gaan ervoor. We weten ’s avonds amper nog wat we ’s morgens gedaan hebben. En gisteren… dat is lang geleden. Vannacht kwam ik tot een conclusie. Het boek dat ik enkele maanden geleden begonnen ben is het tweede deel van het verhaal over de Akaija. Dit boek gaat ‘Finding Nasja’ heten. Nasja is eigenlijk mijn eigen naam toen ik Linda’s zwangere vrouw in Uzbekistan was rond 1530 en zij (Igor) op het slagveld omkwam na vijf dagen lang mijn naam te hebben geroepen. Maar ‘Nasja’ is ook Нася en dat is Russisch voor “Ons, Ik, Wij, Van ons”. Misschien is dat niet de exacte vertaling, maar afgaande op wat we horen wel redelijk accuraat. Maar in diepere zin gaat het boek over wat Linda heeft meegemaakt toen ze in dit leven tijdens haar dodelijke ziekte, maar ondanks of misschien wel dankzij de pijn en slapeloze nachten genezen werd van een eeuwenoud trauma: doodgaan en loslaten van alles dat je op Aarde dierbaar is. Eliza, die er nu niet bij is, heeft hetzelfde meegemaakt tijdens haar huidige leven, met Linda’s hulp vanaf de andere kant, die haar de weg kon wijzen. En daar heeft Eliza een heel boek over vol geschreven. Zij is Linda’s zielsverwante, met wel dezelfde herinnering aan Uzbekistan. Finding Nasja is het vinden van jezelf, van je hogere Zelf, van de God in jezelf, van Wij, van Ik, van Ik Ben en dat is Akaija-Iloa. Ook deze reis is wel degelijk het verhaal van de Akaija, maar dan in termen van Je Zelf vinden. Anida is op zoek naar haar roots, en van haar Eagle-roots, die ergens hier in Rusland een belangrijke oorzaak of bron of herkomst hebben. Op het festival zei ze al dat ze hier ‘haar’ Rusland gevonden had, dat wat ze steeds niet kon vinden in de andere plekken waar ze geweest is. “Hier is het,” zei ze. Ook ik had soms een brok in m’n keel op sommige momenten als ik naar de bijzondere klederdrachten en de ongewone saamhorigheid keek van de mensen hier, het uitbundige zingen, muziek en plezier maken. Dit is Rusland zoals je het je wilt voorstellen, het is er echt! Niet dat ik hier zou willen wonen, maar het doet me wel wat.
Het Hart van Altay Vanmorgen ben ik opgestaan met een soort rust in m’n systeem. De stilte hier is weldadig! Slapen, voor zover ik dat kon gezien alle overpeinzingen, lukt hier goed, zelfs zonder hoofdpijn onder een warm dekbed. Dat ben ik niet meer gewend. Eerst maar eens buiten kijken, en vervolgens kijken naar wat we te eten hebben: een kop thee. Ik had zelfs nog een zakje chocokoffie. Dan met Anida een kleine wandeling maken en maar eens kijken waar we hier eigenlijk terecht gekomen zijn. Deze omgeving is geheel anders dan al het andere dat ik gezien heb. Je hebt hier het gevoel van een hoogvlakte, maar met ruim 1100 meter boven zeeniveau mag je daar gerust van spreken. Het hele land ligt op die hoogte en dan valt het niet zo op, maar wat je wel merkt is de tinteling in de lucht die ik in Zwitserland boven de 1000 meter ook proef. Maar daar kijk je dan nog tegen hoge besneeuwde bergen aan. Er staat hier zelfs Edelweiss, zoveel zelfs dat je ze na verloop van tijd als een van de vele grassen negeert. De ruigheid van de bergen is daar heftiger. Hier zijn het meer valleien met in de verte beboste heuvels die de de vallei omzomen. Overal waar je kijkt zijn graslanden. Zodra de heuvels beginnen zijn het bossen. De wegen hier gaan nooit langs afgronden zoals in de Alpen. Elke weg ligt in de vallei. Op de heuvels zie je nergens wegen en al helemaal geen skipistes of hoogspanningsleidingen en windmolens. Als het donker is zie je op de hellingen nergens verlichting van straatlantaarns of van bewoonde huizen. De mensen wonen hier bij elkaar, leven niet in afzondering, want ze hebben elkaar nodig. De winters hier zijn lang en hard, met temperaturen die regelmatig de 40 graden onder nul halen. De
sneeuw kan hoog liggen en dan is er geen mogelijkheid meer om weg te komen. Vandaar dat mensen niet afgelegen willen wonen, niet het hele jaar tenminste. De zomers kunnen heet zijn, erg heet, maar opvallend is dat het hier ook vaak kan regenen. Alleen dit jaar, zo hoorden we, is een slecht jaar. Er is te weinig regen gevallen en dus is het gras niet zo sappig als het hoort te zijn. Er wordt nu al gesproken over een zware winter in het vooruitschiet, omdat er te weinig voeding voor de dieren zal zijn, en dus zullen de mensen ook minder te eten hebben.
Het ontbijt om 10 uur, dus lopen we eerst nog wat rond, en op het geluid van een ongeziene auto ergens in de verte reageren we met: Kareena komt ontbijt brengen. Het is hier zo stil dat het geluid van een auto heel ver draagt. Bovendien rijdt hier zo weinig dat een auto een bijzonderheid is. De wegen zijn er ook niet naar en de afstanden en weersomstandigheden zo uitzonderlijk dat het geen doen is om overal het asfalt te onderhouden. Verharde zandwegen zijn dus de beste optie, en daar pas je je rijstijl op aan. Of niet. We krijgen ieder een grote kom witte rijstepap, een kom kruimelkwark met zure room, 2 eieren en samen een heel brood met een paar stukken boter. Dat vult goed, maar die rijstepap lijkt ons niet geheel voedzaam, dus buiten het zicht van Kareena ontdoen we ons van het grootste deel ervan. Daarna wachten we tot Sweta ons komt ophalen om 11.00 uur. Of hadden we dat verkeerd ingeschat? Het wordt dus 1400 uur. Maar àls ze dan komt blijkt dat al haar getelefoneer heel nuttig is geweest. Ze heeft iemand bij zich: Larisa. En zij spreekt uitstekend Engels! Joepie!!! Bovendien is een deskundige op het gebied van oude gebruiken, sjamanisme, cultuur en geschiedenis. Ze leidt vaker buitenlanders rond en ze vertelt wat we gaan bezoeken vandaag: oude graven en een paar krachtplekken.
Foto 5 -‐ Anida & Laria
Yes!!!! Dat klinkt misschien niet zo spectaculair in ieders oren, maar dit is waar we voor komen: het oude Altay, de roots van het sjamanisme, de verbindingen met de Akaija, welke dat dan ook mogen zijn. Ze begint ermee te vertellen dat de mensen van Altay niet gelovig zijn. Niet in de zin van kerkelijk tenminste. Ze gaan uit van de bezieling van de natuur. Elke berg is bezield. Elk beek is bezield. De Aarde is bezield. De rivieren, vlakten. Hoor ik hier soms mijn verhaaltjes die ik als jonge puber al schreef terug? Die gingen ook over de bezielde natuur. En ik hoor hierin ook de verbinding
die de Indianen van Noord-Amerika met de natuur hebben. Zij noemen de bergen, de bomen, de dieren, de meren en rivieren hun broeders. En ineens beseffen we wat we al waargenomen hebben. In alle dorpen en steden in Rusland staan kerken of kerkjes en leven de mensen een religieus leven. Ook de rest van Europa is ondenkbaar zonder een hele grote kerk in zelfs het kleinste dorp. Hier is dat anders. Nergens in deze dorpen zie je een kerk. Da’s gek! Sweta rijdt ons heel rustig eerst terug naar de hoofdweg, en we bezoeken het restaurant van gisteren. Nu is er meer tijd dit keer, want Sweta is rustig. Larìsa vertelt over haar land en al kunnen we het meeste niet onthouden, ik zal dat wat van belang is proberen te verwerken in de komende bladzijden. Dan pikken we nog iemand op: een oudere man die zich voorstelt als Anatoli. Anatoli blijkt een soort van verhalenverteller en hoeder van de oude kennis. Hij is een zeer gerespecteerd man hier. Hij zal ons meenemen naar de krachtplekken en ons erover vertellen. Deze dag is een waar geschenk voor ons, want eindelijk komen we terecht waar we ‘moeten’ zijn. Maar wat blijkt nu? Larisa vertelt dat we gehuisvest zijn op nog geen 1 kilometer lopen van een van de heiligste plekken van de Altay, daar waar sjamanen heengaan als ze contact met de Spirit World zoeken, waar belangrijke ceremonies plaatsvinden. Dus Sweta weet maar al te goed waar we belangstelling voor hebben! En gaande deze dag begint ze ook te beseffen wie wij zijn, want daar had ze nog geen goed idee van. Iets met de Akaija en uitgenodigd door Akai vorig jaar in Arkaim, maar verder leek het alsof we alleen een lastige onderbreking van haar dagelijkse bezigheid waren: mobiel bellen. Nu komen er glimlachjes op haar gezicht en Foto 6 -‐ Laria en Anatoli straalt ze naar ons genegenheid uit. Dat komt misschien ook omdat Larisa onze vragen vertaalt en hoort wat Anatoli daarop antwoordt. Dit is haar wereld, en dit zijn toeristen die hart voor Altay hebben, die de wereld zo ongeveer zo zien zoals de mensen hier dat ook doen. De krachtplekken die we bezoeken zijn o.a. een plek waar pictogrammen op een rotswand te zien zijn. Verder is er een 2e WO gedenkplek. Er zijn hier heel veel soldaten vandaan gekomen die in de 2e WO gevochten hebben. Ik vermoed vooral om te voorkomen dat Hitler’s troepen heel Rusland zouden veroveren. Foto 7 -‐ Voorbeeld van Pictogrammen Ook hier zijn veel slachtoffers begraven, zelfs zo ver naar het Oosten, en dit is beslist niet de eerste begraafplaats die we tegenkomen. En de aantallen gevallenen zijn indrukwekkend. Larisa voegde er nog iets interessants aan toe. Toen deze plek ingericht werd als begraafplaats, stuitten ze op hele oude graven. Dit land mag dan leeg lijken, maar het heeft een geschiedenis waar je ‘u’ tegen zegt. De Swastika, zo belangrijk in Arkaim, komt in Larisa’s verhalen uitvoerig langs. Ook de Two Roads, het kruis in de cirkel, waarover Eliza 3 boeken heeft geschreven, is een bekend symbool hier, en komt in allerlei variaties terug. Feitelijk komen de Indianen hier vandaan en dat zie je terug aan veel details. Ze hebben hier een soort van totempalen voor elk huis en bij elk dorp, die de verbinding met de voorvaderen aangeven. Hoe meer generaties voorvaderen je weet, des te meer inkepingen zo'n de totempaal heeft. Als een kind geboren wordt, worden er rituelen gehouden die uiting geven aan dankbaarheid naar de goddelijke wereld, of rituelen die van belang zijn voor een bepaalde fase in het leven van een mens. Het hele leven gaat hier in samenwerking of overeenstemming met de spirits. Daarbij wordt rekening gehouden met de beweging van de planeten, de maan en de sterren. Hier doe je niets zonder dat het in samenhang met het grotere geheel is. Zijn ze dan dus heidenen? Ja, eigenlijk wel, maar alleen in de zin van dat ze niet denken volgens voorschrift van de kerk. Deze mensen zijn beslist niet goddeloos, verre van dat. Ergens tijdens deze dag gaven we Anatoli een grotere zilveren Akaija. Hij begon te stralen en we kregen instemmende en blije gezichten van zowel Sweta als van Larisa. Daar doen jullie heel goed aan lieten ze duidelijk merken. Anatoli luisterde naar wat we vertelden en hij begreep precies wat wij vertelden. We zitten op dezelfde lijn.
De plekken die Anatoli ons liet zien waren vooral steencirkel-achtige plekken. Heel Altay is ermee bezaaid. Hij vertelde dat men nu niet meer weet waar ze precies voor dienen. Hij vergeleek het met een hele grote machinerie waarvan delen ontbreken, die verstoord zijn en dus uit balans zijn. Het geheel functioneert niet meer. De balans is weg. Maar ze weten niet hoe het gerepareerd kan
Foto 8 -‐ Een plek om je voor te bereiden op...
worden. De Russen, met hun regeringsbeleid en niets-ontziende acties hebben veel verwoest, maar de kennis was daarvoor al grotendeels verdwenen. Maar deze mensen snappen tenminste dat ze veel niet meer weten. Dat is al een grote winst. In Nederland weet de wetenschap allang waar alles voor dient. Alleen het woord ‘primitieve mensen’ als we over onze verre voorouders spreken is veelzeggend. Anatoli nam ons mee naar een speciale plek die als functie heeft om je te reinigen, waar je je voorbereid op het contact dat je met de spirit aan wilt gaan, waar je negatieve gedachten los laat en
Foto 9 -‐ Deel van een kilometers grote steencirkel
waar je de schoonheid van het uitzicht op je in laat werken. Hier kun je mediteren. Anida kon hier de hele dag wel blijven zitten. Daarna gaan we naar een andere plek, een hele grote steencirkel. Het kristal dat Karin ons meegegeven heeft om ergens te plaatsen in Altay, hebben we bij deze steencirkel achtergelaten, maar niet voordat we Larisa en Anatoli gevraagd hadden of dat akkoord was. Deze cirkel is verbroken, vertelde Anatoli. Er ontbreekt een deel. Misschien dat Karins kristal kan helpen bij het herstel, hoe dan ook. Deze cirkel is het spirituele centrum van Altay van waaruit alles ontstaan is. Wat ons opviel is dat Google Earth deze locatie vervaagd heeft en geen details laat zien. Zo komen we voldaan terug van een lange dag rijden, luisteren en plekken bezoeken. Het wordt al donker en de vallei ziet er in de avond bijzonder rustig en mooi uit. Het weer is prachtig, het licht van de zon is bijna verdwenen en in de verte zie je heuvelrij na heuvelrij voorbij komen. We weten niet wat we nu gaan doen… ergens eten? Nee, er stappen ineens twee kinderen van Sweta in. O? Dan rijden we naar ons huttenkamp. Uitstappen, een andere hut in, eten. Dat is een soort van kantine. De kinderen verdwijnen in het keukendeel, wij in de eetzaal. 2 borden staan klaar. Eten maar. Wachten we ergens op? Nee, er komt niet meer bij, eten dus. Kruimelkwark met smetana (room) toe. Sweta komt even kijken en schuift de suikerkom naar voren. Lekkerder met suiker bedoelt ze. Geloof ik direct, maar als ik er suiker overheen strooi is alles ineens erg zout. Nee he! Ik dach dat iemand een grapje uit had gehaald, maar de volgende dag hoor ik dat dit zo hoort. Nou ja… laat ok maar. Hier is alles anders dan je denkt. De volgende keer beter eerst de suiker te proeven voor je er iets van in je eten doet.
Akai Van alle dagen tot zover is dit de dag met het minste om te vertellen, maar wel is op deze dag alles rechtgezet. We wisten dat Akai deze kant uit zou komen zodra hij in Gorno-Altaysk aangekomen was vanuit Moskou. Dat heeft hij inderdaad gedaan. Afgelopen nacht is het teruggevlogen vanuit Moskou, heeft niet kunnen slapen, maar ondanks dat was hier ergens 1300 uur, na 250 kilometer autorijden. Wij hadden juist een behoorlijke wandeling in de richting van waar we de sjamanenplek vermoedden gemaakt en zaten wat te lezen aan de tafel voor onze hut. Dan zien we plotseling Akai tussen de bomen doorlopen met enkele bekenden. Hij kwam bewust naar ons toe samen met Larisa als vertaalster, herkende ons direct en begroette ons uitbundig. Daarna zette hij in een paar zinnen neer wat alles in het juiste perspectief zette. Eén ding was dat de grote Akaija hier niet mee naar toe mocht komen, omdat de mensen dan hem en de Akaija met elkaar zouden verwarren. Hij zou in verband gebracht worden met de grote Akaija en dat wilde hij niet, niet nu in elk geval. Dat was tevens de reden geweest dat we de Akaija niet mochten opzetten in Turochak. De organisatrice had weliswaar geen instructies gekregen, maar had kennelijk wel aangevoeld dat daar maar liever niet te doen. Maar dat de Akaija daarna weggehaald werd nog voor wij vertrokken was wel op instructie van Akai gebeurd. Goed dan, maar het was dan handiger geweest als hij ons dat even had laten weten, want die vraag hebben we hem nog voor de trip nadrukkelijk gesteld: moet de grote Akaija mee? Dat had een hoop werk van Marianne en een hoop gedoe bespaard, en niet te vergeten zo’n 400 euro aan uitzonderlijke bagage. Daarna zou hij ons en nog een stel mensen die hier waren, meenemen voor een excursie. Dat betekende wandelen over taiga in de brandende hitte van de zon, met ontelbare vliegjes en grote enge steekdingen die hun komst gelukkig luid brommend aankondigen. Pas in de avond ontdekten
we dat hier nog één of twee andere soorten waren die hun komst niet aankondigden, maar wel staken en dan vooral Anida en mij. Europees bloed is hier erg in trek: ik had ruim 30 bulten, vooral op m'n voeten en 'iemand' had kans gezien door m'n T-shirt heen m'n rug onder handen te nemen. Ik verbaasde me over de indrukwekkende zwerm vliegen rond Anida’s hoofd. Zag ik bij alle andere mensen hooguit één over twee verveelde vliegen een korte verkenningsvlucht uitvoeren, bij Anida’s hoofd waren dat er continu minstens honderd en die wilden maar niet ‘opvliegen’. Anida vertelde dat ik ook zoiets om me heen had. We hebben deze middag kilometers bergop en bergaf door de graslanden rondom deze plek gelopen, met Larisa als vertaalster erbij. Zij was heel blij dat ze mee kon, want ze hoorde dingen die ook zij nog niet wist. Het was dik over de 30º C., maar Akai was niet te stoppen, op een bepaald moment ging hij zelfs over in looppas, zonder in te houden en stormde zo voor zijn eigen troepen het veld over. Laat hem zometeen maar wachten, dachten wij.
Het werd ons opnieuw duidelijk dat het hier stikt hier van de grafheuvels, steencirkels en heilige plekken. Dit dal, en het nabij gelegen dal dat we gisteren bezocht hadden, is het werkelijke hart van Altay. De laatste plek die we vandaag nog bezochten was de plek waar de sjamanen contact met de spirits zoeken, een van de heiligste plekken in Altay. Maar vermoedelijk moet je je eerst reinigen op de plek waar we gisteren waren alvorens je hier het contact met Spirit aangaat, en dat lijkt ons een zinvolle traditie. Tenslotte ga je ook niet in je oude en vuile kleren naar je eerste afspraakje. Wat we hoorden is dat er in 1904 een oorlog geweest is tussen sjamanen, zoals Akai het benoemde. Dat was een gevolg van diverse invloeden. Ik geef hieronder een samenvatting van de geschiedenis van Altay, uitgaande van wat verteld wordt door de Norwegian Institue of International Affairs (NUPI), Centre for Russian Studies (http://hunmagyar.org/turan/altay/index.html), maar aangevuld met wat feiten die wij vernamen. De Altai als etnische groepering is een samengaan van diverse oudere Toerkische (Altaische) groepen waaronder Uygurs, Kimak-Kipchaks, Yenisey-Kirgiezen, Oguz en andere. Toerkish niet hetzelfde als 'Turks', alhoewel er wel degelijk verwantschap is. De Altay-regio werd beheerst door de Dzungarische staat in het Noordwesten van China tot de 18e eeuw. Sommige Altay-stammen verlieten de regio en bereikten Kazakh-gebieden, die nu in opspraak zijn wegens de ontwikkelingen in de Oekraïne, een situatie die hier nauwlettend gevolgd wordt. Vanaf 1758 hanteerde China een uitroeiingsbeleid tegen Altay, waardoor er uiteindelijk nog maar enkele duizenden Altai overbleven. De Russische machthebbers legden reeds in de 17e eeuw contact met Altay, maar begon haar invloed pas in de 19e werkelijk uit te oefenen. Ze annexeerden het gebied in 1866. Kennelijk was er na het Chinese beleid weinig weerstand meer te duchten. Ook de Russische invloed was erop uit de traditionele cultuur en manier van leven van de Altai te vernietigen. In de tweede helft van de 19e eeuw begonnen orthodoxe Christenen hun missiewerk met als gevolg dat het grootste deel van de bevolking bekeerd werd. Rond eind 19e, begin 20e eeuw verspreidde het Burkanisme, een soort Lamaïstisch Boeddhisme zich over het gebied. Dit was een anti-Russisch, Messiaans geloof, uitgaande van de mythische Oyrot Khan die de Altay beloofde te bevrijden van de Russische overheersing. Dit vormde een nieuwe bevrijdingsbeweging die in 1904 met geweld de kop in werd gedrukt. Larisa en Akai benoemden dit als een oorlog tussen sjamanen. Vanaf dat moment werd het jaarlijkse sjamanenfestival in Altay verboden door Rusland. De industrialisatie van Rusland bracht een toevloed van etnische Russen naar dit gebied die grote vormen aannam. Er is nu sprake van zo'n 20 miljoen Russen tegen zo'n 100.000 werkelijke Altai van
originele afkomst. Gek genoeg staat de Altay in de wereld bekend als de bakermat van het sjamanisme. Met Gorbatsjov’s hervormingen werd de Russische politiek milder en in 1986 werd het sjamanenfestival in Altay weer toegestaan, ieder jaar op een andere plek. Het jaar 2005 markeerde
Foto 10 -‐ Het Hart van Altay , de plek van de sjamanen
een moment dat we nog niet helemaal begrijpen. In dat jaar werd besloten het sjamanenfestival, met de naam ‘El-Oiyn’ vanaf nu op één plek te houden, precies daar waar wij ons nu bevinden. Ook kreeg Akai, die voorheen Sergei heette, vanuit de Spirit World z’n nieuwe naam: Akai. En daarmee ook z’n opdracht. Opmerkelijk genoeg kregen wij in oktober of november datzelfde jaar de naam ‘Akaija’ via Linda’s moeder van de Spirits. Tot dan toe noemden we het symbool op Aura Healer simpelweg ‘omkeersymbool’. Weer komt dat getal 5 terug. Linda overleed op 5 december 2001, om 15.55 uur. De Akaija heeft 5 ankerpunten, verbonden met 5 oudheidkundige locaties op Aarde waardoor het een vijfpuntige ster of pentagram wordt. Nu dus 2005 als belangrijk jaar. Hoe dan ook: we zitten hier niet alleen goed, we zitten hier perfect! Eén probleempje slechts: het festival is pas volgend jaar. Maar daar zal ook vast wel een goede reden voor zijn. Aan het eind van deze dag na het eten hebben we Akai ‘gesommeerd’ te luisteren naar een zeer verkorte versie van het Akaija-verhaal, gebruikmakend van een Powerpoint-presentatie in het Russisch. Hij is een man met een druk leven, heeft weinig tijd en is niet iemand van kletspraatjes. Wij hadden dus al besloten om een hele korte en krachtige presentatie te houden. We hebben hem er op gewezen dat de naam Akaija door Spirit gegeven is in hetzelfde jaar 2005 dat hij zijn naam kreeg. De Akaija als symbool is volgens ons de vrouwelijke energie, en hij, met de naam Akai vertegenwoordigt de mannelijke energie. Ook hebben we de wereldbol met de lijnen opgeblazen en hem in een paar zinnen duidelijk gemaakt waar hij en zijn missie in Altay mee verbonden zijn: een project dat Wij zijn Eén als basis heeft, dat de hele wereld verbindt en aantoonbaar is verankerd in enkele van de belangrijkste megalithische locaties van de wereld. En wij dachten daarbij: knoop het in je oren! Misschien maakt hem dat iets toegankelijker voor het idee dat zijn naam Akai in verband gebracht wordt met het symbool Akaija. Hij zat zeer geïnteresseerd te kijken en te luisteren. Dat gezegd en besproken hebbende was zijn eerste reactie: “Wat moeten we nu doen?” Een bijzondere vraag. Hij wil graag naar Europa komen, en daar willen we graag aan meewerken. We kennen intussen diverse grote organisaties en tijdschriften en kunnen hem mogelijk van dienst zijn. Wie weet gaat dat lukken. We hebben in elk geval afgesproken hiermee aan de slag te gaan. Ook lijkt het erop dat hij ons volgend jaar naar het El-Oiyn sjamanenfestival wil laten komen. Dat klinkt aantrekkelijk, maar dan zullen Marianne, Tomasz en mogelijk ook Eliza mee moeten gaan. We zullen zien. Plannen maken is leuk, maar we hebben zo onze ervaringen daarmee. Akai noemde, niet voor het eerst, zijn zoektocht naar 9 broers. Dit verhaal is ons nog niet helemaal duidelijk, het lijkt op een Foto 11 -‐ Akai
voorspelling of iets dat hij als een missie ziet waarbij 9 broers bij elkaar moeten komen om iets bijzonders te realiseren. Hij ziet mij als één van die 9, maar ik weet dat het hier ook om archetypen kan gaan. Dan zou het zo kunnen zijn dat ik een bepaalde energie, een bepaald archetype personifieer, maar als persoon niet per sé de enige hoef te zijn. In kosmische bewegingen zijn er vele wegen die naar Rome leiden, al zie ik het Vaticaan niet als het werkelijke doel in Rome. Het laatste nieuws is dat Akai vannacht om 0100 terug gaat naar Gorno-Altaysk, en dat wij met hem meegaan, in zijn huis zullen slapen en dat wij morgen het museum van prinses Ukok gaan bezoeken. Hij heeft nog een interview met een plaatselijke krant, vermoedelijk in Novosibirsk en daarin wil hij ook het Akaija-verhaal vermelden. Zo zit meneer dus in elkaar… even een krant instrueren dat er een artikel moet komen. Al pratende over wat we de laatste dagen beleefd hebben en over wat we vanaf nu zullen of kunnen doen komen Anida en ik tot een stappenplan om bepaalde mensen, organisaties en tijdschriften te benaderen. Wordt vervolgd dus. Anida's volledige Russische geboortenaam is Stepanida en die naam heeft iets met adelaars en een nest (stad) te maken. Afgelopen november, in Moskou hadden we in de grote, door Stalin verwoeste, maar door het volk weer herbouwde Храм Христа Спасителя (Kathedraal van de Verlosser), een bijzonder kleedje ontdekt dat haar naam op hele mooie wijze symboliseerde, maar waar we nog geen uitleg aan konden geven. Dat is het vervelende als je de taal niet spreekt. Het Kremlin, of Кремль in het Russisch, is geen unieke plek in die zin dat er maar één van bestaat. Volgens wat wij er nu over hebben ontdekt staat een kremlin voor het hart van een plaats waar mensen samen wonen en leven, bijvoorbeeld een dorp of stad. Het betekent zoveel als ‘ommuurde of omhulde stad’, maar dan niet in de betekenis van een militaire vestingwal om een stad te beschermen tegen aanvallers van buitenaf. Het geeft een omhulling aan, een afgrenzing waarbinnen Liefde gewaarborgd is, waar het Hart zich kan openen en ontplooien. Vroeger waren er vele Kremlins geplaatst in Rusland in dezelfde posities als de Plejaden, en we vermoeden dat dit te maken heeft met dat Arische ras, waar ik al eerder over geschreven heb. Het Kremlin in Moskou is één zo’n plek. Opvallend is dat Stalin geprobeerd heeft om tijdens zijn dictatuur het spirituele hart uit het Russische volk te rukken door zo’n beetje elke kerk die in Rusland rijk was te verwoesten, waaronder dus ook deze grote kathedraal. Alleen niet die binnen het Kremlin, en daar bevinden zich niet één, maar zelfs 4 grote kerken. Net als elk belangrijk en oud stadscentrum ter wereld, en net als alle oude kerken en kathedralen is het Kremlin uitgelijnd op energielijnen, waarbij rekening is gehouden met de sterrenstand en met de beweging van de sterren. In Rusland bevinden zich meerdere Kremlins en vermoedelijk was Arkaim één zo’n oorspronkelijk en oeroud Kremlin. Dat is wat de plaatselijke hoeder van oude kennis van die streek, die we ‘per ongeluk’ tegenkwamen, vertelde. Wie het hart van een ander of het hart van een volk bezit heeft macht, zo is de gedachte, maar Liefde kun je niet bezitten. Je kunt je er alleen aan laven door het te laten stromen, te laten zijn. Dan openbaart zich de ware kracht van het Hart, maar die wordt maar al te vaak verward met ‘macht’. Zodra je die energie je persoonlijke wil gaat opleggen spreek je van macht en niet meer van Kracht. Het Kremlin vertegenwoordigt het hart van Rusland, maar al staan er nog zoveel kerken binnen de rode muren van het Kremlin… het garandeert niet dat de energie van het Kremlin onvoorwaardelijk als beschermd centrum van Kracht ten dienste van het volk staat. Hetzelfde geldt voor het Vaticaan in Rome, hetzelfde geldt voor het Capitool in Washington, en voor om het even welk regeringscentrum waar ter wereld dan ook. De verleiding is erg groot om die Kracht naar je hand te willen zetten en om te gaan bepalen, omdat je ‘denkt’ dat je daar goed aan doet. Zo kunnen regeringsleiders en kerkleiders ervan overtuigd zijn dat ze het goed doen en het beste met de mensen voor hebben, maar doen ze dat ook? Loslaten is uiterst moeilijk als je veel in je bezit hebt, en voor leiders met veel macht is zoiets héél moeilijk. Vladimir hielp ons een eindje op weg met dat wat we in de kathedraal vlakbij het Kremlin in Moskou gevonden hadden, maar nog niet konden uitleggen. In de enorm grote catacombe van de kerk, dus ondergronds, speelt zich minstens zoveel af Foto 12 -‐ Orlet
als op de bovengrondse verdieping. Daar, vlak voor het centrum waar de energielijnen elkaar kruisen, het centrum van de kerk zogezegd, zagen we een kleedje liggen waarop een Adelaar was afgebeeld, vliegend boven een ommuurde of omhulde stad. Dat symbool raakte ons enorm, want Anida is verbonden met de Adelaar en de samenleving en heeft als persoonlijke missie het ware gezag (wetenschap/zielenliefde) te herstellen, zeg maar de Kracht van het Hart te laten heersen. Dat maakt deel uit van ons Akaija-project en van Eliza’s Two Roads project. Vladimir mailde ons een paar links die hij gevonden had in de Russische taal en plotseling ontdekten we wat dit symbool, dit kleed te betekenen heeft. Op dit kleed staan orthodoxe priesters als ze belangrijke heilige riten uitvoeren, en tijdens andere belangrijke momenten. De benaming is ‘Orlet’. Er wordt op Internet vooral gesproken over de religieuze aspecten van dit kleed en dit symbool, maar wij vermoeden dat de ware betekenis veel universeler is. Bovendien realiseerde ik me tijdens het schrijven van deze tekst nog iets. Medium Loes van Loon liep op een keer langs onze beursstand, ik meen tijdens een grote beurs in Den Haag. Ze wees naar het doosje waarop ik de Akaija als logo had afgebeeld en zei: “Linda wil je nog iets laten zien, maar jij hebt het niet gezien. Het is een hart! Jouw hart is beschermd.” Ik had dat inderdaad helemaal niet gezien, was alleen maar bezig geweest om het logo symmetrisch te krijgen. Maar toen zag ik het. En nu pas… realiseer ik me dat de Akaija hetzelfde symboliseert: een Hart beschermd door een cirkel. Anida vertegenwoordigt de Adelaar, en boven een stad symboliseert de Adelaar het ware gezag, het hart. Die energie is in de wereld grotendeels ondergesneeuwd en zal in de toekomst weer opnieuw boven ‘moeten’ komen. Daar wordt door ontelbare mensen en onzichtbare wezens aan gewerkt. Deze reis heeft er in ieder geval toe bijgedragen dat Anida haar volledige geboortenaam in ere hersteld heeft en vanaf nu als Stepanida aangesproken wil worden, want dat is de naam die ze werkelijk vertegenwoordigt. Ik hoop dat onze reis met alle ontberingen op de een of andere manier iets mag bijdragen aan het realiseren van dat project. Al met al is deze reis bijzonder succesvol gebleken. De ontberingen en het neerslachtige gevoel dat we de eerste dagen hadden toen het leek alsof we totaal verkeerd zaten door schijnbaar niet goed te hebben geluisterd naar ons hart, is nu totaal verdwenen. Deze reis is niet mislukt, verre van dat. Het was een reis waarin we moesten leren ‘loslaten’, waarin we moesten leren luisteren naar ons Hart. Dat dachten we te hebben gedaan, maar vervolgens werden we zwaar op de proef gesteld. Stepanida en ik in Siberië, maar Marianne ook in Nederland en misschien Nico ook wel. Je handelt vanuit je hart, maar blijf je vervolgens vertrouwen op wat je hart je ingegeven heeft? Of sta je toe dat je, als de dingen niet volgens verwachting gaan, je gaat twijfelen, aangemoedigd door dat stemmetje dat zegt: “Zie je nou wel! Je kunt het niet. Ga maar terug. Wie denk je nou wel niet dat je bent? Wat moet je hier? Ga maar terug.” Een sjamanistische reis? Ik dacht het wel! 'Sjamanistische dood' klinkt wellicht wat al te heftig, maar dat deze reis ons een stap verder gebracht heeft op de weg naar meer wijsheid en inzicht en ons heeft leren vertrouwen op ons hart… jazeker wel! En dat geldt zowel voor Anida, voor mij als ook voor Marianne, die thuis precies aanvoelde wat er bij ons gebeurde en ook bij haar gevoel moest blijven dat het goed was dat ze niet mee gegaan was. Daarnaast hebben werkelijk veel gezien en contact kunnen leggen met Akai en hebben een stukje van zijn prachtige wereld mogen zien. We twijfelen er niet aan dat deze reis een vervolg zal hebben, maar hoe en in welke vorm… laten we dat op voorhand maar liever niet invullen. Alles kan zomaar weer veranderen. Plannen maken okay… dat is natuurlijk nodig… maar er vervolgens vol verwachting op rekenen dat alles zal gaan zoals verwacht… no way! Nooit meer! Alles zal veranderen en zolang we verbonden blijven met ons hart zal alles alleen maar nog veel beter uitpakken dan we hadden kunnen voorzien. Akai heeft ons midden in de nacht teruggereden naar Gorno-Altaysk, waarna hij diezelfde nacht doodleuk nog even 400 kilometer doorreed naar Novosibirsk. Wij konden in elk geval even slapen en hebben de volgende dag het museum van Gorno-Altaysk bekeken. Dat is een boeiend museum voor iedereen die een samenvatting van de geschiedenis van Rusland en met name van de Altay wil zien. Waar bij ons geharnaste ridders de dienst uitmaakten waren dat hier Mongoolse, Chinese en allerlei illustere Oosterse krijgsheren in metalen maliënkolders, harnassen en andere akelige pantsers. Ik
werd er niet blij van, maar was onder de indruk van de veelheid van invloeden en culturen en kleurrijke tradities van deze omgeving. Prinses Ukok heb ik hier niet gezien, of zelfs maar gevoeld. Ik denk niet dat ze in dit museum bewaard wordt, maar ik kan het mis hebben. Helaas was alles hier in het Russisch en toen we dat naderhand tegen Akai zeiden, antwoordde hij: “Dat zal ik regelen”. Die laatste avond hebben Stepanida en ik nog een leuk restaurantje gevonden met zitplaatsen in de tuin erachter. We hebben alvast stoelen gereserveerd voor de mensen die met ons meekomen, volgend jaar? Dank jullie wel voor het ‘luisteren’. Wordt vervolgd! J