Air Products Nederland B.V.
Veiligheids- en gezondheidsplan ontwerpfase voor vul- en distributielocatie Polanenpark
INHOUDSOPGAVE
blz.
1. INLEIDING
1
2. PROJECTGEGEVENS 2.1. Projectomschrijving 2.2. Beschrijving van het tot stand te brengen project 2.3. Uitvoering en fasering
3 3 3 3
3. BIJ DE TOTSTANDKOMING BETROKKEN PARTIJEN 3.1. Opdrachtgever 3.2. Ontwerpbureau 3.3. Toezicht en directie 3.4. V&G-coördinator ontwerpfase 3.5. V&G-coördinator uitvoeringsfase 3.6. Uitvoerende partij 3.7. Inspectie SZW
5 5 5 5 5 5 5 6
4. RISICO-INVENTARISATIE EN EVALUATIE 4.1. Locatie 4.2. Omgevingsrisico’s 4.3. Beschrijving bovenmatige restrisico’s (ontwerpfase) 4.4. Samenvatting bovenmatige restrisico’s ontwerp
7 7 7 8 12
5. V&G DOSSIER 5.1. Algemeen 5.2. Inhoud V&G-dossier
17 17 17
6. ORGANISATIE OP DE BOUWPLAATS 6.1. Samenwerking tussen werkgevers 6.2. Overleg 6.2.1. Werkbespreking (indien voor het werk noodzakelijk) 6.2.2. Coördinatievergadering Arbo-aangelegenheden 6.3. Taken en verantwoordelijkheden V&G-coördinator uitvoeringsfase 6.4. Taken en verantwoordelijkheden directie 6.5. Taken en verantwoordelijkheden (Arbo-coördinator) opdrachtgever
19 19 19 19 20 20 20 21
laatste bladzijde
21
1.
INLEIDING Algemeen Het te realiseren project valt onder het Arbeidsomstandighedenbesluit (hoofdstuk 2, afdeling 5, bouwproces) en daarmee onder de Arbeidsomstandighedenwet. In dit Veiligheidsen Gezondheidsplan (V&G-plan) worden de risico's met betrekking tot de uitvoering, voor zover deze nu kunnen worden overzien, bepaald. Daarnaast worden suggesties aangegeven voor het verminderen of voorkomen van de risico’s. Dit V&G-plan vormt de eerste versie van het conform het Arbeidsomstandighedenbesluit vereiste veiligheids- en gezondheidsplan (V&G-plan). Het onderhavig veiligheids- en gezondheidsplan vormt een onderdeel van het ontwerp voor de nieuwbouw van een vul- en distributie locatie van Air Products Nederland B.V. op het Polanenpark te Haarlemmerliede. De aannemer is verplicht dit V&G-plan, en daarmee de risico-inventarisatie, daar waar nodig eventueel in overleg met de directie aan te passen aan zijn werkmethoden dan wel uit te breiden. Leeswijzer In dit V&G-plan komen achtereenvolgens aan de orde: - projectgegevens; - bij de totstandkoming betrokken bedrijven; - risico-inventarisatie en -evaluatie; - V&G-dossier; - organisatie op de bouwplaats.
Witteveen+Bos, ASD1426-1/strg/046 definitief d.d. 14 februari 2013, Veiligheids- en gezondheidsplan ontwerpfase voor vul- en distributielocatie Polanenpark
1
2
Witteveen+Bos, ASD1426-1/strg/046 definitief d.d. 14 februari 2013, Veiligheids- en gezondheidsplan ontwerpfase voor vul- en distributielocatie Polanenpark
2.
PROJECTGEGEVENS
2.1.
Projectomschrijving Air Products Nederland B.V. (verder: Air Products) is voornemens om een nieuw vulstation en distributiecentrum te realiseren op het industrieterrein Polanenpark te Haarlemmerliede. De huidige locatie is gelegen op het industrieterrein Buiksloterham in Amsterdam. In het recent vastgestelde nieuwe bestemmingsplan is dit gebied aangewezen als transformatiegebied voor wonen en werken waardoor de mogelijkheden voor optimale bedrijfsvoering van Air Products ter plaatse op afzienbare termijn zich beperken. Op het nieuwe vulstation en distributiecentrum in Polanenpark worden drukrecipiënten (lees: gascilinders) afgevuld en gedistribueerd. Het overgrote deel van de basisgassen (zuurstof, argon, stikstof en kooldioxide) wordt aangeleverd in tankwagens. De inhoud van de tankwagens wordt overgepompt in stationair opgestelde tanks en van daaruit via leidingwerk naar de vulhal getransporteerd waar de drukrecipiënten (cilinders) gevuld worden voor met name industriële toepassingen. Op het terrein zijn ook brandbare gassen en toxische gassen aanwezig. De toxische gassen worden niet afgevuld, maar slechts opgeslagen voorafgaand aan distributie. Voor de nieuwbouw van de vul- en distributielocatie is een ontwerp opgesteld. Tot de scope van het ontwerp behoren de terreininrichting en de gebouwen. De gebouwen omvatten: - het bedrijfsgebouw; - de vulhal; - de 2 canopy’s op het terrein.
2.2.
Beschrijving van het tot stand te brengen project Dit V&G-plan is van toepassing op alle werken ten behoeve van de realisatie van het project. Het werk omvat in hoofdzaak: - het verrichten van voorbereidende werkzaamheden; - het uitvoeren van grondwerkzaamheden; - het aanbrengen van funderingsconstructies; - het aanbrengen van prefab en in-situ beton; - het aanbrengen van kanaalplaatvloeren; - het aanbrengen van staalconstructies; - het aanbrengen van elektrotechnische installaties; - het aanbrengen van werktuigbouwkundige installaties; - het aanbrengen van leidingwerk; - het aanbrengen van verhardingen; - het verrichten van bijkomende werkzaamheden.
2.3.
Uitvoering en fasering De uitvoeringsperiode wordt nader bekend gemaakt.
Witteveen+Bos, ASD1426-1/strg/046 definitief d.d. 14 februari 2013, Veiligheids- en gezondheidsplan ontwerpfase voor vul- en distributielocatie Polanenpark
3
4
Witteveen+Bos, ASD1426-1/strg/046 definitief d.d. 14 februari 2013, Veiligheids- en gezondheidsplan ontwerpfase voor vul- en distributielocatie Polanenpark
3.
BIJ DE TOTSTANDKOMING BETROKKEN PARTIJEN
3.1.
Opdrachtgever Naam Contactpersoon Adres Postcode/plaats Telefoon Telefax
3.2.
: wordt nader bepaald : : : : :
: : : : : :
ir. S.J. Scheltens Witteveen+Bos Postbus 233 7400 AE Deventer 0570 69 79 11 0570 69 73 44
V&G-coördinator uitvoeringsfase Naam/bedrijf Adres Postcode/plaats Telefoon en fax
3.6.
Witteveen+Bos ir. S.J. Scheltens Postbus 233 7400 AE Deventer 0570 69 79 11 0570 69 73 44
V&G-coördinator ontwerpfase Naam Bedrijf Adres Postcode/plaats Telefoon Telefax
3.5.
: : : : : :
Toezicht en directie Naam Contactpersoon Adres Postcode/plaats Telefoon Telefax
3.4.
Air Products Nederland B.V. I. Lüttger Postbus 37601 1030 BA Amsterdam
Ontwerpbureau Naam Contactpersoon Adres Postcode/plaats Telefoon Telefax
3.3.
: : : : : :
: wordt direct na gunning bekendgemaakt door de aannemer : : :
Uitvoerende partij Naam Contactpersoon Adres Postcode/plaats Telefoon en fax
: is na de gunning bekend : : : :
Witteveen+Bos, ASD1426-1/strg/046 definitief d.d. 14 februari 2013, Veiligheids- en gezondheidsplan ontwerpfase voor vul- en distributielocatie Polanenpark
5
3.7.
Inspectie SZW Naam Adres Postcode/plaats Telefoon
: : : :
Inspectie SZW Postbus 820 3500 AV Utrecht 0800 51 51
Op 1 januari 2012 is de Inspectie SZW van start gegaan. De Arbeidsinspectie, de Inspectie Werk en Inkomen en de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst hebben vanaf die datum hun organisaties en activiteiten samengevoegd.
6
Witteveen+Bos, ASD1426-1/strg/046 definitief d.d. 14 februari 2013, Veiligheids- en gezondheidsplan ontwerpfase voor vul- en distributielocatie Polanenpark
4.
RISICO-INVENTARISATIE EN EVALUATIE
4.1.
Locatie Air Products wordt gevestigd op bedrijventerrein Polanenpark, gelegen tussen Amsterdam en Haarlem. Polanenpark is een zichtlocatie bij het knooppunt Rottepolderplein langs de A9 en A200. Op het bedrijventerrein worden meerdere bedrijven gevestigd. Ten noorden van de A200 ligt een spoorlijn. In de huidige situatie is de locatie braakliggend. Op het terrein zullen onder andere opslagruimten, sorteerruimten, een vulhal en bedrijfsruimte (inclusief kantoor) worden gevestigd. Op het terrein hebben gebouwen gestaan, deze zijn geamoveerd. De funderingpalen van de oude gebouwen zitten nog in de ondergrond. De bodem op locatie is verontreinigd. Er is een signaleringsdoek aangebracht met daarop een laag grond. Ook de leeflaag is verontreinigd (zie verder paragraaf 4.3). Het Polanenpark staat open voor bedrijven in de hogere milieucategorieën (tot en met 5.2). Het oppervlak van Polanenpark is 22 hectare. De gebiedsverantwoordelijkheden zijn op dit moment nog niet bekend. Kavels zijn in de verkoop. In onderstaande afbeelding is de kavelkaart van het Polanenpark opgenomen. Afbeelding 4.1. Kavelkaart Polanenpark
Bron: www.polanenpark.nl, d.d. november 2012.
4.2.
Omgevingsrisico’s In de navolgende tabel wordt een overzicht gegeven van de risico’s die voortkomen uit de omgeving van het werkterrein en een aantal beheerssuggesties. Door de aannemer moet aangetoond worden dat de in de ontwerpfase geïnventariseerde V&G-risico’s beheerst, bewaakt en/of weggenomen kunnen worden.
Witteveen+Bos, ASD1426-1/strg/046 definitief d.d. 14 februari 2013, Veiligheids- en gezondheidsplan ontwerpfase voor vul- en distributielocatie Polanenpark
7
Tabel 4.1. Risico’s uit de omgeving omgeving
mogelijke oorzaak
mogelijk gevolg
beheerssuggesties
verkeerswegen
overig
letsel
verkeersmaatregelen
(bouw)verkeer
maakt gebruik van dezelf-
door
aanrijdingge-
vaar
CROW-publicatie 96b ter plaat-
de weg, inrit bouwterrein
se van in- en uitrit tot bouwter-
ter plaatse van openbare
rein, openbare weg niet strem-
weg, onoplettendheid omstanders
conform
men
onbevoegd betreden
aanrijding omstanders door
van werkterrein
materieel, lichamelijk letsel
afzetten werkterrein
omstanders kabels en
beschadiging kabels
elektrocutie
Graafmelding bij het kadaster,
leidingen
en leidingen door onbe-
explosie
graven van proefsleuven, over-
kende ligging
wateroverlast
leg met nutspartijen, toezicht door nutspartijen, ondersteunen kabels en leidingen
overige
bouwwerk-
gebruik van openbare weg
stremming aan- en afvoer-
afstemming werkzaamheden bij
zaamheden nabij de
voor laden en lossen, val-
route, lichamelijk letsel of
gelijktijdige uitvoering, logistiek
locatie
lende materialen op naast-
schade op terrein
op elkaar afstemmen
liggende percelen
4.3.
Beschrijving bovenmatige restrisico’s (ontwerpfase) In deze paragraaf wordt ingegaan op de knelpunten (op hoofdlijnen) van het ontwerp op het gebied van V&G. De volgende aandachtspunten worden besproken, hierbij wordt aangegeven of en zo ja welke risico’s/knelpunten op het gebied van arbeidsomstandigheden verwacht worden op basis van het ontwerp: 1. locatie; 2. logistieke situatie; 3. grondwerkzaamheden; 4. kabels en leidingen; 5. funderingswerkzaamheden; 6. hijswerkzaamheden; 7. werken op hoogte/valgevaar; 8. werken met elektriciteit; 9. aanbrengen verhardingen; 10. risico’s gelijktijdige of achtereenvolgende werken; 11. beheer en onderhoud. Locatie De werkzaamheden worden verricht op een braakliggend terrein ter plaatse van het nieuwe bedrijventerrein Polanenpark te Haarlemmerliede. In de huidige situatie zijn er geen bedrijven gevestigd. Air Products is één van de eerste partijen die hier werkzaamheden laat uitvoeren. Mogelijk dat op het naastgelegen perceel (bouw)activiteiten worden verricht. De aannemer moet het werkterrein afzetten met bouwhekken zodat derden het werkterrein niet betreden. Op en rond het werkterrein heeft de aannemer voldoende ruimte om de werkzaamheden uit te kunnen voeren en voor de opslag van materiaal, materieel, het plaatsen van de benodigde keten, etc. Voorafgaand aan de werkzaamheden moet de aannemer een terreininrichtingsplan indienen ter goedkeuring van de directie.
8
Witteveen+Bos, ASD1426-1/strg/046 definitief d.d. 14 februari 2013, Veiligheids- en gezondheidsplan ontwerpfase voor vul- en distributielocatie Polanenpark
Aan de zuidkant van het werkterrein is de Ringvaart aanwezig. Door het werkterrein af te schermen van de omgeving door middel van bouwhekken zou hiermee ook het risico om vanaf het werkterrein in het water te kunnen raken worden weggenomen. Logistieke situatie Het werkterrein is voor de aan- en afvoer van materiaal en materieel te bereiken via de omliggende openbare wegen. Op het terrein van het Polanenpark is een toegangsweg aanwezig richting het perceel van Air Products. Deze toegangsweg loopt dood direct na het terrein van Air Products (ter plaatse van de Ringvaart). De aannemer heeft voldoende ruimte op het terrein om rondrijden van zijn transport mogelijk te maken. Hierdoor hoeft er niet achteruit gereden te worden door groot materieel. Vanaf de toegangsweg moet de aannemer een in- en uitrit voor (bouw)verkeer realiseren. Ter plaatse van deze in- en uitrit moet de aannemer verkeersmaatregelen treffen conform de CROW-publicatie 96b (zoals waarschuwingsborden ‘bouwverkeer’). Grondwerkzaamheden Bij graafwerkzaamheden kunnen de werknemers in contact komen met verontreinigde grond en/of verontreinigd (grond)water. Op de locatie is in een eerder stadium een leeflaag aangebracht. De leeflaag is onderzocht op verontreinigingen. Uit de analyseresultaten van het chemisch analytisch onderzoek blijkt dat in de leeflaag sprake is van licht tot matig verhoogde gehaltes aan zware metalen, PAK, minerale olie en/of PCB’s. Er zijn geen interventiewaardeoverschrijdingen aanwezig. Conform de CROW-publicatie 132 worden de werkzaamheden ingedeeld in de basisklasse. Vanwege de aanwezigheid van de bodemverontreiniging (in de ondergrond) is in het ontwerp rekening gehouden met het beperken van noodzakelijk grondverzet. Er zijn geen kelders of andere ondergrondse bouwwerken of objecten voorzien. Het aan te leggen leidingwerk (riolering voor HWA en DWA) wordt in de schone grondlaag aangebracht, waarbij de diepte van de ontgraving circa 1 m-mv betreft. Bij het graven van de sleuven wordt er gewerkt met kleine hoogteverschillen en taluds in het werkterrein. Dit geeft een risico op kantelen of omvallen van materieel. De maatregelen op voorkomen van dit risico liggen voornamelijk in de beïnvloedingssfeer van de aannemer. De aannemer moet met de uitvoering van zijn werkzaamheden hiermee rekening houden en maatregelen treffen om het risico te voorkomen en/of reduceren. De sleuven worden gegraven onder vrij talud. Het talud mag niet te steil zijn in verband met risico’s van instorting of afschuiving van grond. De aannemer moet veilige taluds toepassen (afhankelijk van de grondsoort) of, indien dit niet mogelijk is, aanvullende voorzieningen treffen. De ontgraven grond uit de leidingsleuven wordt naast de sleuven gedeponeerd zodat de sleuven na afloop van de werkzaamheden weer aangevuld kunnen worden. De vrijkomende grond en andere materialen mogen niet te dicht aan de rand van de ontgraving neergelegd worden (minimale vrije ruimte van 0,5 - 1,0 m tot de rand van de ontgraving), zie artikel 3.30 lid 2 Arbobesluit. Kabels en leidingen De eventuele aanwezigheid van kabels en leidingen in het werkgebied is geïnventariseerd door middel van een graaf- of oriëntatieverzoek bij het kadaster. Er zijn kabels en leidingen aanwezig waarmee rekening gehouden moet worden. Voor zo ver nu bekend betreft het geen hoogspanning of hogedruk gasleidingen. De aannemer moet voorafgaand aan zijn werkzaamheden zelf een Graafmelding (voorheen KLIC-melding) verrichten bij het kadas-
Witteveen+Bos, ASD1426-1/strg/046 definitief d.d. 14 februari 2013, Veiligheids- en gezondheidsplan ontwerpfase voor vul- en distributielocatie Polanenpark
9
ter en rekening houden met de kabels en leidingen (zie onder andere artikel 3.29 lid 4 en lid 5 Arbobesluit). Funderingswerkzaamheden Op het werk worden funderingswerkzaamheden verricht. Deze bestaan uit het aanbrengen van funderingspalen voor het kantoorgebouw en vulhal en voor de canopy’s. De belangrijkste risico’s bij het uitvoeren van funderingswerkzaamheden bestaan uit het (om)vallen van groot materieel of het uit de funderingsmachine vallen van de funderingselementen. De stabiliteit van machines wordt beïnvloed door verschillende factoren, waaronder de stabiliteit van de ondergrond. De aannemer moet voorafgaand aan de werkzaamheden de stabiliteit van de ondergrond in kaart brengen conform de hiervoor bestaande methoden. Bij het beoordelen van de begaanbaarheid van het terrein dienen de toetsing en de te treffen maatregelen in overeenstemming te zijn met CUR/CROW/Arbouw-rapport 2004-1 ‘Beoordelingssysteem voor de begaanbaarheid van bouwterreinen’. Bij het werken met meerdere funderingsmachines op dezelfde locatie zullen de risico’s worden verhoogd als de machines binnen elkaars valbereik werken. Ook indien keten, werknemers, andere bouwmachines, bestaande bebouwing en de openbare weg zich binnen het valbereik van de funderingsmachine bevinden zal een verhoogd risico ontstaan. De (hoofd)aannemer moet bij de inrichting van zijn bouwterrein hiermee rekening houden en moet deze situaties zoveel mogelijk voorkomen. Een specifiek risico tijdens funderingswerkzaamheden is het geraakt worden door vallende delen (onderdelen van de machine of lasten) of draaiende machinedelen (zoals de machine zelf, giek, etc.). Dit kan onder andere optreden bij het monteren en demonteren van de machines, tijdens het oprichten en strijken van de machine, bij het uitleggen en verplaatsen van rijplaten of draglineschotten en/of het verplaatsen van de machine. De aannemer moet ervoor zorgen dat er geen personeel (andere dan bij het funderingswerk betrokken personeel) en machines binnen de draaicirkel van de machine en de last aanwezig zijn. Een ander specifiek risico is het vallen van het funderingselement uit de machine / tijdens het hijsen. De te hijsen delen moeten goed aangeslagen worden (zie hiervoor onder andere het AI-blad 17: hijs- en hefmiddelen en veilig hijsen). Het in- en uithijsen van funderingselementen mag alleen geschieden als niet bij het funderingswerk betrokken personen en machines buiten het valbereik van het element blijven. Gezien de ligging van het terrein lijkt dat voor dit project goed mogelijk. Het valbereik van machines en funderingspalen ligt waarschijnlijk binnen het bouwterrein. Indien dit niet mogelijk is, moet de aannemer aanvullende maatregelen treffen (zoals vrijhouden valbereik door de toegangsweg gedeeltelijk te stremmen of door het toepassen van dubbele borging). Zie hiervoor onder andere de Arbocatalogus Funderingen. De aannemer moet een werkplan voor het funderingswerk opstellen met daarin onder andere uitgewerkt de werkwijze van opslag, transport, hijsen en installeren van de funderingselementen, alsmede de wijze en plaats van de opstelling van de funderingsmachine(s). Ook moet er in zijn opgenomen welke procedure wordt gevolgd en/of maatregelen worden genomen om de standzekerheid van de funderingsmachine(s) te waarborgen gedurende de funderingswerkzaamheden. Hijswerkzaamheden Voor het transporteren van onderdelen wordt waarschijnlijk gebruik gemaakt van een kraan. De kraankeuze moet afgestemd worden op de maximale last, de maximale vlucht en de maximale hoogte/diepte waarop lasten geplaatst moeten worden. De stabiliteit van een
10
Witteveen+Bos, ASD1426-1/strg/046 definitief d.d. 14 februari 2013, Veiligheids- en gezondheidsplan ontwerpfase voor vul- en distributielocatie Polanenpark
kraan kan in gevaar komen wanneer de capaciteit wat betreft last, vlucht en hoogte onvoldoende is voor de uit te voeren werkzaamheden. De aannemer moet ook rekening houden met de stabiliteit van de ondergrond. De maximale druk van de stempelplaten mag de toegelaten gronddruk niet overschrijden. De toegelaten gronddruk is afhankelijk van de samenstelling van de grond, de gelaagdheid, de grondwaterstand en het al of niet geroerd zijn. Bij overschrijding van de toegelaten gronddruk kan de kraan verzakken en mogelijk kantelen. De aannemer kan vaste opstelplaatsen voor kranen opnemen in de terreininrichting. Voor het verbeteren van de ondergrond kunnen rijplaten, draglineschotten of stempelplaten gebruikt worden. De te hijsen delen moeten goed aangeslagen worden (zie hiervoor onder andere het AIblad 17: hijs- en hefgereedschap en veilig hijsen). Tevens mag het valbereik van de kraan en de last (waar mogelijk) niet liggen in de buurt van gebouwen, wegen en andere plaatsen waar zich mensen bevinden. Indien dit niet mogelijk is moet de aannemer aanvullende maatregelen treffen. De aannemer moet hiermee rekening houden met het plaatsen van een kraan bij het inrichten van het werkterrein. Werken op hoogte/valgevaar Bij werken op hoogte is er valgevaar. Niet alleen de hoogte, maar ook het karakter van de werkzaamheden en de directe omgeving bepalen het aanwezige gevaar. De meeste ongevallen door vallen ontstaan door het verlies van evenwicht, onvoldoende beveiliging of het ontbreken daarvan en verkeerd gebruik van arbeidsmiddelen zoals een ladder of steiger. Zie hiervoor onder andere de arbocatalogus voor Bouw en Infra en artikel 3.16 en 7.23 van het Arbobesluit. Valgevaar moet worden voorkomen door de werkplek te beveiligen: - als er gewerkt wordt op 2,5 m hoogte of meer; - bij ieder valgevaar als arbeid wordt verricht op arbeidsplaatsen die in beweging zijn of kunnen komen; - als het hoogte verschil kleiner is dan 2,5 m en er sprake is van risicoverhogende omstandigheden waardoor de gevolgen van een val erger worden (bijvoorbeeld bij het werken boven stekeinden en bij de aanwezigheid van verkeer). Hierbij kan gedacht worden aan het de werkzaamheden op het dak van het gebouw, ter plaatse van tussenvloeren in het gebouw en het werken op hulpconstructies zoals steigers, ladders, hoogwerkers, etc. De aannemer moet hiervoor de benodigde veiligheidsmaatregelen treffen (bijvoorbeeld afzetten hoogteverschillen en toepassen van valbeveiliging). De aannemer moet het risico van vallende voorwerpen op de bouwplaats (die zich voor kunnen doen bij het werken met hoogteverschillen), zoveel mogelijk beperken en hiervoor maatregelen treffen (zie artikel 3.17 van het Arbobesluit). Werken met elektriciteit De aannemer moet diverse elektrotechnische werkzaamheden verrichten. Hierdoor wordt er gewerkt met elektriciteit, waarbij risico’s ontstaan op elektrocutie, brand en ontploffing. Deze werkzaamheden moeten door deskundige, voldoende onderrichte en daartoe bevoegde (gecertificeerde) werknemers worden uitgevoerd (zie artikel 3.5 Arbobesluit). Er moet gewerkt worden conform de geldende voorschriften (zoals de NEN 1010 en 3140). De aannemer moet hiermee rekening houden bij de voorbereiding en uitvoering van zijn werkzaamheden. Voor het bepalen van de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen geldt dat een bronmaatregel als uitgangspunt genomen moet worden. Dat wil zeggen dat, wanneer elektrische in-
Witteveen+Bos, ASD1426-1/strg/046 definitief d.d. 14 februari 2013, Veiligheids- en gezondheidsplan ontwerpfase voor vul- en distributielocatie Polanenpark
11
stallaties spanningsloos gemaakt kunnen worden, hier de voorkeur naar uitgaat boven andere beschermde maatregelen. Bestratingswerkzaamheden Op de locatie worden hoofdzakelijk betonplaten en asfalt aangebracht als terreinverharding. Als werknemers veel en te zware onderdelen tillen kan fysieke (over)belasting optreden. De betonplaten moeten machinaal verwerkt worden om fysieke belasting te reduceren. het aanbrengen van de asfaltverharding moet de aannemer rekening houden dat er gewerkt wordt met hete onderdelen waardoor brandwonden kunnen ontstaan. De aannemer moet hiervoor maatregelen treffen. Risico’s gelijktijdige of achtereenvolgende werken Voor zo ver nu bekend worden de werkzaamheden door 1 (hoofd)aannemer uitgevoerd. Indien er meerdere aannemers bij het werk betrokken zijn moeten de werkzaamheden worden gecoördineerd. De uitvoerende partij zorgt ervoor dat de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan de samenwerking tussen werkgevers en werknemers op de bouwplaats, op passende wijze wordt gecoördineerd. De V&G-coördinator van de uitvoerende partij van dit werk initieerd een V&G-coördinatieoverleg, met alle V&Gcoördinatoren van de nevenaannemers op de bouwplaats. Dit overleg ontslaat de aannemer niet van zijn wettelijke verplichting om coördinatieoverleg te houden met zijn onderaannemers. Over de navolgende mogelijke raakvlakken zou dan afstemming moeten plaatsvinden en nadere afspraken over moeten worden gemaakt: - verdeling werkruimte/opstelplaatsen materieel; - logistieke situaties/aan- en afvoer van en naar de bouwplaats; - gebruik van elkaars voorzieningen, zoals water, elektriciteit, ventilatie in besloten ruimten, vluchtwegen en andere noodvoorzieningen; - calamiteitenafhandeling en BHV-organisatie. Er zijn verder geen bovenmatige risico’s geconstateerd vanwege gelijktijdige of achtereenvolgende werkzaamheden. Beheer en onderhoud Voor beheer en onderhoud wordt het dak van het gebouw toegankelijk gemaakt via een dakluik dat van binnenuit het gebouw te openen is. Met een uitschuifbare ladder of trap kan het dak vervolgens bereikt worden. Op het dak is voorzien in een aanlijnvoorziening waarvan men tijdens beheer en onderhoud gebruik van kan maken om valgevaar vanaf het dak te voorkomen. Uitgangspunt voor glasbewassing van het gebouw is dat dit wordt uitgevoerd vanuit een hoogwerker. Er is geen specifieke voorziening voor glasbewassing aangebracht. 4.4.
Samenvatting bovenmatige restrisico’s ontwerp In de navolgende tabel wordt een overzicht gegeven van de restrisico's die voortkomen uit het ontwerp en de bijbehorende beheerssuggesties. Door de aannemer moet aangetoond worden dat de in de ontwerpfase geïnventariseerde V&G-risico's beheerst, bewaakt en/of weggenomen kunnen worden. Risico’s die thuishoren in een bedrijfsrisico-inventarisatie zijn niet opgenomen in deze risico-inventarisatie.
12
Witteveen+Bos, ASD1426-1/strg/046 definitief d.d. 14 februari 2013, Veiligheids- en gezondheidsplan ontwerpfase voor vul- en distributielocatie Polanenpark
Tabel 4.2. Risico-inventarisatie en evaluatie bouwfase
activiteit/bestekspost
mogelijke oorzaak
mogelijk gevolg
beheerssuggesties
bouwplaatsvoorzieningen
plaatsen en verwijderen van keten,
slechte bodemgesteldheid bouwloca-
diverse ongevallen bij het laden en
bouwlocatie overzichtelijk inrich-
bouwhekken, aan- en afvoer van ma-
tie, slechte toegankelijkheid bouwlo-
lossen met lichamelijk letsel, bekneld
ten, obstakels verwijderen of
raken, fysieke belasting
duidelijk markeren, gebruik rij-
teriaal en materieel, inrichten werkter- catie, ondeugdelijk takelwerk of onrein
juiste bevestiging, scherpe delen
platen, gebruik van deugdelijk takelwerk en juiste bevestiging, voorlichting en instructie
afzetting bouwterrein
toetreding derden tot bouwterrein
letsel derden door onbekendheid ge-
terreinindelingsplan, hekken
varen
rondom bouwterrein plaatsen met afsluitbare toegangen, opstelling van de hekken in stand houden, bouwwerk ontoegankelijk maken voor derden
materiaalopslag
onvoldoende stabilisatie van materia-
onvoldoende stabilisatie van materia-
len
len, vallen, breken, fysieke overbelas- of afzetten met hekken, mateting, verspreiding materiaal
dekzeilen toepassen, schoren rialen op vooraf hiervoor bestemde plaatsen opslaan, opslag zo nodig beperken door materialen meteen definitief te plaatsen
algemeen
stofvorming door droogte te water raken
transport op en nabij de
algemeen
slecht uitzicht, onoplettendheid
bouwplaats
inademing van stof met als gevolg
stofvorming voorkomen door
luchtwegaandoeningen
vochtig houden grond
verdrinken, vergiftigd raken door
afschermen werkterrein aan zij-
aanwezigheid verontreinigingen
de van de watergang
letsel door aanrijding, overreden wor-
inrichting bouwplaats, marke-
den door transportmaterieel
ringen, logistiek plan, aan- en afvoerroutes bepalen, verkeersbegeleiding (achteruitrijden onder begeleiding)
vervuiling rijbaan door afvallende la-
letsel, ongelukken door slippen overig schoonmaken rijbaan, waar-
ding, aanhangende grond, lekkages,
verkeer
etc.
Witteveen+Bos, ASD1426-1/strg/046 definitief d.d. 14 februari 2013, Veiligheids- en gezondheidsplan ontwerpfase voor vul- en distributielocatie Polanenpark
schuwingsborden, gebruiken was- en borstelplaats
13
bouwfase
activiteit/bestekspost
mogelijke oorzaak
mogelijk gevolg
beheerssuggesties
transport op en nabij de
vervoer verontreinigde grond
verspreiding verontreinigd materiaal
vergiftiging en verspreiding naar om-
eisen conform CROW-publicatie
door aanhangende verontreinigde
geving
132, gebruiken was- en borstel-
bouwplaats
grond op vrachtwagen grondwerk
ontgraven licht tot matig verontreinig-
contact met verontreinigde grond en
de grond
grondwater
ontgraven
omvallen zwaar materieel, ongewilde
plaats, vervoer in dichte bakken vergiftiging
werken volgens geldende voorschriften, CROW-publicatie 132, basisklasse
lichamelijk letsel, bekneld raken
beweging van de graafmachine afschuiven grond
stabiliseren materieel, stabiele ondergrond creëren
bekneld raken, bedelving
grondkerende constructies toepassen (damwand, sleufbekisting, etc.), stabiliseren materieel, werkmethode aanpassen, veilig talud met berm toepassen strooksgewijs ontgraven
aanvullen
afschuiven grond
bekneld raken
laagsgewijs aanbrengen, verdichten
kabels en leidingen
funderingswerk en hijswerk
ontgravingwerkzaamheden
heien en aanbrengen van funde-
onvoldoende voorgelicht, geen infor-
breuk, elektrocutie, ontploffing
werken volgens geldende voor-
matie (aangevraagd) over ligging ka-
schriften, proefsleuven graven,
bels en leidingen, onvoorzichtig wer-
opvragen kabelgegevens
ken
(graafmelding)
lawaai, trillingen
ringspalen
gehoorbeschadiging, gewrichts- en
stabiliseren materieel, dragen
spierletsel
pbm’s
hijsen en aanbrengen van grote ele-
onzorgvuldige bevestiging van de
bekneld raken, fysieke overbelasting,
controle op de bevestiging,
menten
hijsogen, onzorgvuldigheid bij plaat-
vallende materialen
werken volgens AI-blad 17: hijs-
sen, weersomstandigheden
en hefmiddelen en veilig hijsen, valbereik kraan en element vrijhouden
geen stabiliteitsanalyse verricht, om-
lichamelijk letsel
vooraf stabiliteitsanalyse uitvoe-
vallen zwaar materieel, ongewilde
ren, stabiliseren materieel, sta-
beweging van de kraan
biele ondergrond toepassen (bijvoorbeeld met draglineschotten)
14
Witteveen+Bos, ASD1426-1/strg/046 definitief d.d. 14 februari 2013, Veiligheids- en gezondheidsplan ontwerpfase voor vul- en distributielocatie Polanenpark
bouwfase
activiteit/bestekspost
mogelijke oorzaak
mogelijk gevolg
beheerssuggesties
staalconstructies en metaalwaren
aanbrengen diverse constructies
knellen
lichamelijk letsel, bekneld raken
werkmethode aanpassen, ruimte creëren, stabiliseren tijdens bouw, niet boven elkaar werken
verhardingen
diversen
aanbrengen asfalt
aanraken hete onderdelen
verbranding
aanbrengen betonplaten
te zware onderdelen tillen, fysieke be- lichamelijk letsel, fysieke overbelaslasting
ting
werken op hoogte (>2,5 m hoogte-
valgevaar
lichamelijk letsel
werkmethode en voorlichting machinaal verwerken afzetting, steiger- en leuning-
verschil of op arbeidsplaatsen die in
werk conform voorschriften val-
beweging zijn of boven omgeving die
beveiliging, werken volgens AI-
ernst van vallen verhoogd)
blad 15 veilig werken op daken en AI-blad 16 beveiligingen van wand- en vloeropeningen, Zie Arbobesluit artikel 3.16, 7.23 en 7.34. vallende elementen
letsel
afzetting, pbm’s (helmplicht), zie o.a. artikel 3.16 en 3.17 Arbobesluit
werkzaamheden derden
uitvoering door derden, geen coördi-
werkzaamheden niet afgestemd, ge-
coördinatie werkzaamheden
natie van de werkzaamheden
lijktijdige uitvoering diverse werk-
door de aannemer, aanstellen
zaamheden
V&G-coördinator uitvoeringsfase
Witteveen+Bos, ASD1426-1/strg/046 definitief d.d. 14 februari 2013, Veiligheids- en gezondheidsplan ontwerpfase voor vul- en distributielocatie Polanenpark
15
16
Witteveen+Bos, ASD1426-1/strg/046 definitief d.d. 14 februari 2013, Veiligheids- en gezondheidsplan ontwerpfase voor vul- en distributielocatie Polanenpark
5.
V&G DOSSIER
5.1.
Algemeen Het V&G-dossier bevat informatie die van belang is voor de veiligheid en gezondheid van werknemers die later werkzaamheden (zoals onderhoud, renovatie, verbouw en sloop) aan het (bouw)werk zullen verrichten. Het V&G-dossier wordt samengesteld door de V&G-coördinator ontwerpfase en tijdens de uitvoeringsfase aangevuld en/of gewijzigd door de coördinator uitvoeringsfase. Het samenstellen van het dossier is gekoppeld aan de taken van de V&G-coördinatoren. Na oplevering van het (bouw)werk wordt het V&G-dossier ter beschikking gesteld aan de opdrachtgever ten behoeve van de eigenaar of beheerder van het (bouw)werk. De bouwkundige en technische kenmerken van het bouwwerk en de aangebrachte structurele voorzieningen ten behoeve van latere werkzaamheden aan het bouwwerk moeten minimaal zijn opgenomen in het dossier. Hierbij horen ook de gesignaleerde risico’s en mogelijke maatregelen ten aanzien van beheer en onderhoud, renovatie en sloop.
5.2.
Inhoud V&G-dossier Een V&G-dossier heeft tot doel om in de beheersfase niet met onverwachte arborisico’s te worden geconfronteerd en op basis van concrete informatie adequate maatregelen te kunnen treffen. Het bevat daarom: - de naam van de samensteller en van zijn werkgever; - de datum van definitieve uitgifte; - een documentnummer; - overdrachtsformulier(en); - de risico-inventarisatie en evaluatie formulieren (of verslagen/notulen) ten behoeve van beheer en onderhoud; - het veiligheids- en gezondheidsplan; - een korte omschrijving van het object (aard/omvang/locatie); - een overzicht van relevante documenten en technische specificaties zoals bestek, productinformatie, gereviseerde tekeningen en bedienings- en/of onderhoudsvoorschriften. Het V&G-dossier is een groeidocument. In principe omvat het V&G-dossier ontwerpfase bij overdracht aan de opdrachtnemer het V&G-plan, het bestek (inclusief tekeningen en nota van inlichtingen), belangrijke voorschriften en een risico inventarisatie (is veelal al een onderdeel van het V&G-plan). Toch kan het zinvol zijn om bepaalde technische ontwerpkeuzes op basis van veiligheid extra te motiveren door middel van een memo en deze memo’s op te nemen in het V&G-dossier. Dit om te voorkomen dat tijdens de uitvoering een wijziging wordt doorgevoerd zonder dat de achterliggende gedachte bij de ontwerpkeuze bekend is terwijl deze veiligheidstechnisch belangrijk is.
Witteveen+Bos, ASD1426-1/strg/046 definitief d.d. 14 februari 2013, Veiligheids- en gezondheidsplan ontwerpfase voor vul- en distributielocatie Polanenpark
17
18
Witteveen+Bos, ASD1426-1/strg/046 definitief d.d. 14 februari 2013, Veiligheids- en gezondheidsplan ontwerpfase voor vul- en distributielocatie Polanenpark
6.
ORGANISATIE OP DE BOUWPLAATS
6.1.
Samenwerking tussen werkgevers Dit hoofdstuk omvat het geheel van maatregelen en procedures, om de arbeidsomstandigheden van de op het project werkzame personen zo goed mogelijk te laten zijn. Omdat hierbij meerdere werkgevers zijn betrokken, is het noodzakelijk dat zij op het gebied van de arbeidsomstandigheden onderling goed samenwerken. Om dit te realiseren wordt een V&G-coördinator uitvoeringsfase zoals bedoeld in artikel 2.29 van het Arbeidsomstandighedenbesluit door de aannemer in overleg met de directie aangesteld in de uitvoeringsfase. De coördinatietaken en verantwoordelijkheden omvatten de totale uitvoeringsduur van het bouwwerk en alle bouwactiviteiten. Iedere werkgever zal dit V&G-plan aanvullen ten aanzien van zijn eigen specifieke werkzaamheden en specifieke risico's die daarmee samenhangen. Iedere werkgever blijft verantwoordelijk voor de arbeidsomstandigheden van zijn eigen werknemers, maar moet ook de arbeidsomstandigheden van zijn medeaannemers respecteren. Hij moet voor aanvang van de werkzaamheden in overleg treden met de aannemers die ook op een onderdeel werkzaamheden uitvoeren. Uitgangspunten om de coördinatie op het werk goed te laten verlopen zijn: - afspraken correct met elkaar na te leven; - iedere werkgever blijft verantwoordelijk voor de veiligheid van zijn eigen werknemers; - onveilige situaties melden bij de coördinator; - ook de directie signaleert onveilige situaties; - de coördinator rapporteert op de bouwbespreking; - voordat activiteiten aanvangen moet een analyse van de veiligheids- en gezondheidsrisico's plaatsvinden; de noodzakelijke maatregelen en voorzieningen moeten zijn getroffen.
6.2.
Overleg Arbeidsomstandigheden zal een vast agendapunt zijn op de bouwvergaderingen. Hieraan nemen onder meer deel: - de opdrachtgever; - de directievoering; - de coördinator uitvoeringsfase; - de eerstverantwoordelijke van de hoofdaannemer; - door de directie uit te nodigen derden.
6.2.1.
Werkbespreking (indien voor het werk noodzakelijk) Arbeidsomstandigheden zal een vast agendapunt zijn op de werkbesprekingen. Hieraan nemen onder meer deel: - de opdrachtgever; - de directievoering; - de coördinator uitvoeringsfase; - de aannemers die het betreffende onderdeel aangaan; - door de directie uit te nodigen derden.
Witteveen+Bos, ASD1426-1/strg/046 definitief d.d. 14 februari 2013, Veiligheids- en gezondheidsplan ontwerpfase voor vul- en distributielocatie Polanenpark
19
6.2.2.
Coördinatievergadering Arbo-aangelegenheden Indien voor het werk noodzakelijk betreft deze vergadering de raakpunten van Arbo-zaken op de diverse locaties. Hieraan nemen onder meer deel: - de V&G-coördinator; - de verantwoordelijken op het werk van de aannemers; de aannemers die de afgelopen twee weken werkzaamheden hebben uitgevoerd op de locaties en de aannemers die de komende twee weken werkzaamheden verrichten op de locaties. De coördinatievergaderingen vinden plaats om de twee weken; de notulering wordt verzorgd door de V&G-coördinator en verstrekt de verslagen aan alle partijen die bij de bouw zijn betrokken.
6.3.
Taken en verantwoordelijkheden V&G-coördinator uitvoeringsfase De V&G-coördinator uitvoeringsfase heeft onder andere de volgende taken en verantwoordelijkheden: - laten opstellen en onderhouden van het V&G-plan uitvoeringsfase; - houden van overleg met alle betrokken aannemers en indien aanwezig onderaannemers; - zorgen dat overige aannemers het V&G-plan uitvoeringsfase zoals opgesteld kennen en waar nodig aanvullen met niet omschreven werkzaamheden en bijbehorende te nemen maatregelen; - zorg dragen dat elke nieuw op het werk verschijnende werkgever/werknemer een schriftelijke (en mondelinge) instructie krijgt met daarin de voor hem geldende algemene gedragsregels; - erop toezien dat elke werknemer zijn noodzakelijke persoonlijke beschermingsmiddelen uitgedeeld krijgt en gebruikt; - het regelmatig nagaan of personeel zich aan de opgelegde afspraken, regels houdt die door hemzelf of door de werkgever van het betreffende personeel zijn opgelegd; - onderhouden van contact met de overige werkgevers; - onderhouden van contact met de directie, naast de reguliere bouwvergaderingen/overige besprekingen; - melding van ongevallen dan wel bijna ongevallen (schriftelijk); - melden van ernstige ongevallen aan de Inspectie SZW; - bevoegd tot het attenderen van werknemers die zich niet aan de op het werk geldende regelgeving houden en in het ergste geval van het werk verwijderen; - melden aan de directie van werkzaamheden die buiten de in het bestek vermelde werktijden worden uitgevoerd; - melden aan de directie wie bij zijn afwezigheid zijn taken en verantwoordelijkheden waarneemt.
6.4.
Taken en verantwoordelijkheden directie De directie heeft onder andere de volgende taken en verantwoordelijkheden: - kennis nemen (niet goedkeuren) van het opgestelde V&G-plan en eventuele tekortkomingen in dit plan bespreken met de V&G-coördinator uitvoeringsfase; - instructie geven aan de toezichthouders over het naleven van de op het werk geldende veiligheidsinstructies door de toezichthouders zelf als wel door personeel in dienst van de aannemer(s). Onvolkomenheden kunnen toezichthouders schriftelijk melden aan de V&G-coördinator; - erop toezien dat V&G-aspecten in de bouwvergadering besproken worden; - melden van door toezichthouders waargenomen tekortkomingen aan de V&Gcoördinator uitvoeringsfase en vragen om corrigerende maatregelen;
20
Witteveen+Bos, ASD1426-1/strg/046 definitief d.d. 14 februari 2013, Veiligheids- en gezondheidsplan ontwerpfase voor vul- en distributielocatie Polanenpark
-
6.5.
toezicht houden op de door toezichthouders na te leven regels; melding aan de Inspectie SZW als de V&G-coördinator uitvoeringsfase herhaaldelijk in gebreke blijft. Deze melding kan in bepaalde fases van het werk worden gedaan door (de Arbo-coördinator van) de opdrachtgever.
Taken en verantwoordelijkheden (Arbo-coördinator) opdrachtgever De opdrachtgever (Arbo-coördinator) is verantwoordelijk voor het afstemmen van door de V&G-coördinator voorgestelde maatregelen in relatie tot voor de opdrachtgever geldende procedures, instructies. Conform artikel 2.27 Arbobesluit moet de opdrachtgever het voorgenomen bouwwerk vooraf aan de Inspectie SZW melden. Deze melding (formulier) moet digitaal verzonden worden aan de Inspectie SZW. Een afdruk van het geregistreerde formulier moet zichtbaar aanwezig zijn op de bouwplaats.
Witteveen+Bos, ASD1426-1/strg/046 definitief d.d. 14 februari 2013, Veiligheids- en gezondheidsplan ontwerpfase voor vul- en distributielocatie Polanenpark
21