Agri Investment Fund Studienamiddag Bio Economie 9 November 2015 Marc Rosiers Nicolas De Lange
Inhoudstafel
1. Agri Investment Fund 2. Actiedomeinen – From Farm to Food – Smart Farming – Sustainable Farming – Biobased Farming
3. Visie bio economie 4. Problematiek bio economie
BIO ECONOMIE
2
AGRI INVESTMENT FUND
3
BIO ECONOMIE
Agri Investment Fund •
AIF is 100 % dochter van MRBB (de holding van Boerenbond)
•
Missie – Investeren in ondernemingsprojecten die rechtstreeks of onrechtstreeks, op korte of lange termijn, kunnen bijdragen tot een verbetering van de competitieve situatie van de land- en tuinbouw binnen het werkgebied van de Boerenbond en complementair aan de actiedomeinen van AVEVE, SBB en Acerta
•
Strategie – 4 actiedomeinen, 500km rond Brussel: • From Farm to Food • Smart Farming • Sustainable Farming • Biobased Farming (Onderdeel van de bio economie) BIO ECONOMIE
4
Biobased Farming Actiedomein 4
5
BIO ECONOMIE
Visie op de bio economie
Bio-economy
Production of biomass Agriculture Forestry Fishery Aquaculture Industry
Biomass residues/waste
Use of biomass
Bio-based farming Food & Feed
Processing biobased materials and products (non-food) Conversion to bio-energy
BIO ECONOMIE
6
Visie op de bio economie •
De bio economie is noodzakelijk voor de transitie naar een duurzame economie – Fossiele brandstoffen zijn uitputbaar, veroorzaken milieuproblemen, climate change,… – Biomassa kan gebruikt worden voor de creatie van een circulaire economie
•
Biomassa is noodzakelijk en duurzaam maar: – Landbouwgrond moet steeds optimaal gebruikt worden (Food – Feed – Materialen -Energie) – Bio-based economy wordt idealiter opgebouwd rond reststromen • •
Reststromen uit industriële verwerking (snijafval groenten) mogelijks belangrijker dan reststroom op het akkerveld Reststromen moeten gebruikt worden met het oog op het behoud van de vruchtbaarheid en nutriënten van de bodem
BIO ECONOMIE
7
Visie •
Het gebruik van biomassa levert opportuniteiten aan de Vlaamse landbouwers: – – – –
•
Betere verwaarding van reststromen uit bestaande teelten Ander gebruik van bestaande teelten(productie aromaten uit suikerbieten) Mogelijks nieuwe teelten die zowel voedingswaarde als biomassa waarde hebben Hogere totale prijs per hectare voor huidige teelt rotaties
Voorbeelden teelten voor Landbouwers in de huidige biobased economy – Vb: Olie- en vetrijke stromen • • • •
Industriële hennep (Maximalisatie valorisatie, excl. kosten: 6480€/ha) Olievlas (Maximale valorisatie, excl. kosten: 3593€/ha) Koolzaad (Maximale valorisatie, excl. Kosten: 3340€/ha) Deder (Maximale valorisatie, excl. Kosten: 2656€/ha)
– Vb: (ligno) cellulose rije stromen • Miscanthus (Maximale valorisatie, excl. Kosten: 5600€/ha)
Bio economie
8
Huidige valorisatie bio-based economy •
Maximalisatie valorisatie hennep: – – –
•
Zaden persen tot olie en perskoek: Lange vezels voor papier: Scheven en stof als stalstrooisel:
± 3350 €/ha ± 1680 €/ha ± 1450 €/ha
Maximalisatie valorisatie olievlas:
3593 €/ha
– – –
•
Zaden persen tot olie en perskoek: Lange vezels voor papier: Lemen en stof als stalstrooisel:
Maximalisatie valorisatie koolzaad: – –
•
6480 €/ha
Zaden persen tot olie en perskoek: Papier: ± 1050 €/ha
Maximalisatie valorisatie deder: – –
Zaden persen tot olie en perskoek: Papier:
BIO ECONOMIE
± 1605 €/ha ± 1260 €/ha ± 728 €/ha
3340 €/ha ± 2290 €/ha
2656 €/ha ± 1431 €/ha ± 1225 €/ha
9
Visie •
De biobased economy zorgt voor een betere verwaarding van de biomassa dan voor het gebruik van biomassa voor Energie
•
Inzetten op een hoogwaardigere verwaarding van biomassa – Cascaderingsprincipe: voedselzekerheid – grondstof – energie – Drop – in chemicals (PET uit suiker) vs New Chemicals (PEF Avantium uit suiker) – Vanaf C4 (C2-C3 kan gemaakt worden met schaliegas) mogelijks interessant
•
Samenwerking is noodzakelijk voor het opzetten van een keten – – – –
Productie juiste gewassen door landbouwer Kennis van onderzoekscentra Capaciteiten en kennis van chemische industrie Reglementering
BIO ECONOMIE
10
BIO ECONOMIE
11
Drop in chemicals vs New chemicals •
• •
Ethanol (van suiker) ethylene ethyleneoxide ethyleneglycol TA van suiker of lignine Ethylene + TA = PET
Ethanol (van suiker) ethylene ethyleneoxide ethyleneglycol • FDCA van suiker (HMF FDCA) • Ethyleen + FDCA = PEF PEF •
Bio economie
12
Problematiek •
De transitie naar een bio-economie is sterk afhankelijk van de energie (petroleum) prijzen – –
Rendabiliteit van bio-economie lager Veel projecten on hold vanwege lage petroleum prijs • •
•
Cascaderingsprincipes niet altijd opgevolgd –
•
Vlaanderen inzet op biomassa om aan doelstellingen inzake hernieuwbare energie te voldoen
Gebrek aan landbouwgronden in Vlaanderen – –
•
Vb: Project Futero – Galactic suiker naar bioplastic (PLA) Vb: Solvay Productie PVC
Afhankelijkheid van import voor een leefbare bio-economie in Vlaanderen? Duurzaamheidsprincipe?
Veel projecten bevinden zich nog in een onderzoeksfase –
Opschaling pas mogelijk als onderzoeksfase afgelopen is
BIO ECONOMIE
13
Problematiek •
Opschaling van laboschaal naar industriële plant is moeilijk – Hoeveelheid van de feedstock beschikbaar in reststromen – Rendabiliteit financiering van niet competitief product (financiële haalbaarheid)
• Economisch aspect: afnemers moeten meerprijs willen betalen voor producten • GGO problematiek in Europa – Vb: Modificaties in populieren voor beter toegankelijke lignine
•
Rendabiliteit van de teelten voor de Vlaamse landbouwer te laag om specifiek gewas te gaan telen voor bio-based economy
BIO ECONOMIE
14
VRAGEN BIO ECONOMIE
15