Agressie of vergeven? Een cross-cultureel onderzoek naar de invloed van setting en cultuur op reacties die mensen geven naar aanleiding van een onrechtvaardige, alledaagse situatie
L.N. Thewissen ANR: 634798
Masterscriptie Communicatie- en Informatiewetenschappen Bedrijfscommunicatie en Digitale Media Faculteit Geesteswetenschappen
Begeleiders: Dr. J. Schaafsma Drs. Z.N. Huwaë Mei 2014
Agressie of vergeven? Masterscriptie L.N. Thewissen
Abstract In dit onderzoek is onderzocht of reacties naar aanleiding van een onrechtvaardige behandeling worden beïnvloed door de setting waarbinnen de onrechtvaardige behandeling plaatsvindt en de cultuur waarin iemand is opgegroeid. Verwacht werd dat mensen assertiever reageren op een onrechtvaardige behandeling in een publieke situatie dan in een privé situatie. Daarnaast werd er verwacht dat mensen uit collectivistische culturen (Turken en Molukkers) minder assertief en verbaal agressief zouden reageren dan mensen uit individualistische culturen (Nederlanders), maar dat zij rechtvaardigheid eerder zouden herstellen door de dader van de onrechtvaardige behandeling te vergeven. Er is bij de twee collectivistische culturen een onderscheid gemaakt tussen ‘honor’- en ‘face’-culturen, waarbij verwacht werd dat mensen uit ‘honor’-culturen assertiever zouden reageren dan mensen uit ‘face’-culturen. Dit onderzoek is uitgevoerd onder 138 respondenten uit drie verschillende culturen die een online enquête hebben ingevuld waarbij ze zich moesten inleven in een onrechtvaardige situatie in een publieke setting conditie of in een privé setting conditie. De verwachting dat mensen in een publieke situatie assertiever zouden reageren dan in een privé situatie werd niet bevestigd. Ook de verwachting dat mensen uit een collectivistische cultuur minder assertief en verbaal agressief zouden reageren dan mensen uit een individualistische cultuur werd niet bevestigd. Wel was er een trend waarneembaar, namelijk dat Turken en Molukkers assertiever reageren dan Nederlanders. De verwachting dat mensen uit een collectivistische cultuur eerder bereid zouden zijn om de dader te vergeven dan mensen uit een individualistische cultuur kon ook niet worden bevestigd. Keywords: Interpersoonlijke onrechtvaardigheid, setting, individualistische cultuur, collectivistische cultuur, gezichtsverlies, assertiviteit, vergevingsgezindheid
-2-
Agressie of vergeven? Masterscriptie L.N. Thewissen
Inhoudsopgave Inleiding……………………………………………………………………………………...4 Onrechtvaardige situaties……………………………………………………………6 De invloed van setting op reacties van mensen om gezichtsverlies te voorkomen…10 De rol van cultuur in reacties op onrechtvaardige situaties………………………..13 Overzicht van huidig onderzoek…………………………………………………….17 Methode…………………………………………………………………………………......18 Deelnemers en design………………………………………………………………18 Procedure en manipulatie…………………………………………………………..19 Meetinstrumenten…………………………………………………………………...22 Resultaten…………………………………………………………………………………...25 Manipulatiechecks…………………………………………………………………..25 Etniciteit, setting en reacties van mensen na een onrechtvaardige behandeling…..25 Etniciteit, setting en vergevingsgezindheid…………………………………………27 Discussie…………………………………………………………………………………....28 Referentielijst………………………………………………………………………………..36 Bijlagen……………………………………………………………………………………..41 Tabel 1……………………………………………………………………………...41 Tabel 2……………………………………………………………………………...42
-3-
Agressie of vergeven? Masterscriptie L.N. Thewissen
Inleiding Stelt u zich voor dat u in de stiltecoupé van een trein zit en probeert een artikel door te lezen voor de bespreking die u over een uur heeft. In deze coupé zit ook een jongeman die op zijn iPod muziek aan het luisteren is. Het volume van zijn iPod staat echter zo hard dat u, ook al heeft de jongen een koptelefoon op zijn oren, de muziek toch kan horen. U kunt zich hierdoor niet concentreren op het lezen van het artikel, dus u tikt de jongeman aan en vraagt beleefd of hij het volume van zijn iPod wat zachter zou kunnen zetten. De jongeman kijkt u boos aan en snauwt: “Ik heb toch een koptelefoon op, zit niet zo te zeuren! Als je er last van hebt, ga je maar ergens anders zitten!”. Hoe zou u reageren wanneer u zich in deze situatie zou bevinden? Bovenstaande situatie is een voorbeeld van een alledaagse, onrechtvaardige situatie. Het is nooit leuk om in een onrechtvaardige situatie terecht te komen. Mensen hechten veel waarde aan het krijgen van een rechtvaardige behandeling (Folger, 1984). Toch krijgen mensen vaak te maken met een vorm van een onrechtvaardige behandeling en als gevolg hiervan kunnen mensen in hun eigenwaarde worden aangetast en gezichtsverlies lijden. Wanneer mensen in hun eigenwaarde worden aangetast of gezichtsverlies lijden, zou het kunnen dat ze reageren op de dader van de onrechtvaardige behandeling, maar niet iedereen reageert hetzelfde op een onrechtvaardige behandeling. Dit komt volgens Kenrick, Neuberg en Cialdini (2009) doordat eenzelfde situatie verschillende dingen kan betekenen voor mensen. Zo kan de beschreven onrechtvaardige situatie in de stiltecoupé, een speciale coupé in een trein waar het stil moet zijn, erg onrechtvaardig zijn voor de ene persoon, terwijl een ander zijn schouders erbij zou ophalen. Sommige mensen zullen assertief en misschien wel verbaal agressief reageren, waar anderen zich er misschien prettiger bij voelen om zich terug te trekken uit de situatie of zelfs hun excuses aan te bieden.
-4-
Agressie of vergeven? Masterscriptie L.N. Thewissen
De reactie op een onrechtvaardige behandeling hangt mogelijk af van de setting waarin de onrechtvaardige behandeling plaatsvindt. Stelt u zich voor dat er mensen aanwezig zijn in de stiltecoupé en getuige zijn van het feit dat u onrechtvaardig wordt behandeld. Denkt u dat u dan anders reageert dan wanneer er verder niemand aanwezig zou zijn? Miller (2001) suggereert dat de aanwezigheid van publiek de reacties van het slachtoffer naar aanleiding van een onrechtvaardige behandeling beïnvloedt, omdat ze mogelijk in hun sociale imago worden aangetast. Het is voor te stellen dat wanneer er publiek getuige is van de onrechtvaardige behandeling, mensen assertiever reageren om gerechtigheid te verkrijgen en om het geleden gezichtsverlies te herstellen. Wanneer de onrechtvaardige behandeling in een privé setting plaatsvindt, zouden er minder heftige reacties bij het slachtoffer kunnen optreden, omdat het sociale imago dan minder wordt aangetast. Dus, om te voorkomen dat uw sociale imago voor de andere mensen in de coupé wordt aangetast, is het voor te stellen dat u eerder assertief reageert dan wanneer de situatie in een privé setting zou plaatsvinden. Hoe mensen reageren op een onrechtvaardige situatie hangt mogelijk ook af van de cultuur waarin ze zijn opgegroeid. Mensen uit verschillende culturen zijn opgegroeid met verschillende normen en waarden. Culturele waarden representeren gedeelde abstracte ideeën binnen een cultuur over wat goed, juist en wenselijk is in een samenleving. Deze culturele waarden vormen de basis voor specifieke normen die mensen kunnen vertellen wat passend is in diverse situaties (Williams, 1970). Triandis (1989) stelt dat mensen uit Oosterse culturen (Azië, Afrika, Zuid-Amerika) meer collectivistische normen en waarden hebben en mensen uit Westerse culturen (Europa, Noord-Amerika, Australië) meer individualistische normen en waarden. Mensen die zijn opgegroeid in een collectivistische cultuur hechten over het algemeen meer waarde aan het in stand houden van sociale relaties (Baumeister & Leary, 1995). Dit in
-5-
Agressie of vergeven? Masterscriptie L.N. Thewissen
tegenstelling tot mensen die zijn opgegroeid in een individualistische cultuur. Zij hechten namelijk meer waarde aan hun eigenbelang en vinden het belangrijker om zich te onderscheiden van andere mensen (Snyder & Fromkin, 1977). Het is dus voor te stellen dat iemand die is opgegroeid in een collectivistische cultuur anders reageert op een onrechtvaardige behandeling, bijvoorbeeld op een manier waardoor sociale relaties intact blijven, dan iemand die is opgegroeid met de normen en waarden van een individualistische cultuur. In dit onderzoek staat de volgende onderzoeksvraag centraal: “Wat is het effect van de setting op reacties van mensen naar aanleiding van een onrechtvaardige behandeling en hangt de reactie af van de etnische groep waartoe een persoon behoort? ”. Dit onderzoek is, naar weten van de auteur, het eerste onderzoek dat tracht de setting van de onrechtvaardige behandeling te koppelen aan reacties die mensen uit verschillende culturen geven naar aanleiding van een onrechtvaardige behandeling. In het volgende gedeelte zal een theoretisch overzicht volgen van bestaande literatuur over wanneer onrechtvaardigheid wordt ervaren, de invloed van de setting, hoe mensen kunnen reageren en de rol die cultuur daarin kan spelen. Aan de hand van de besproken literatuur zullen er verwachtingen worden opgesteld die in het onderzoek worden getoetst. Vervolgens volgt er een methodologisch deel waarin de opzet van het onderzoek zal worden besproken. Daarna zullen de resultaten van het onderzoek worden geanalyseerd en toegelicht. Tot slot zal er op basis van de resultaten een conclusie worden gevormd met aanbevelingen voor verder onderzoek. Onrechtvaardige situaties Een antwoord op de vraag wat onrechtvaardigheid precies is lijkt niet eenvoudig te zijn. Op een avond, lang geleden, toen Socrates met zijn vrienden zat te filosoferen, stuurde hij het gesprek naar het onderwerp rechtvaardigheid en vroeg hun: 'Maar wat betreft rechtvaardigheid,
-6-
Agressie of vergeven? Masterscriptie L.N. Thewissen
wat is het?' (Plato, trans. 1952, p. 297). Socrates kreeg vervolgens een aantal gevarieerde betogen te horen van zijn vrienden. De betogen die hij hoorde en de antwoorden die hij gaf en die als zodanig werden genotuleerd door zijn leerling Plato, houden ons bijna 2400 jaar later nog steeds bezig. Het was voor Socrates en zijn metgezellen toen, maar ook voor ons mensen nu, moeilijk om het concept rechtvaardigheid onder woorden te brengen. De laatste tijd is er echter veel vooruitgang geboekt in het definiëren van rechtvaardigheid en onrechtvaardigheid, getuige de vele wetenschappelijke onderzoeken die zijn gedaan naar dit fenomeen. Lupfer, Weeks, Doan en Houston (2000) proberen in een analyse antwoord te geven op hoe sociale wetenschappers de vraag van Socrates ‘wat betreft rechtvaardigheid, wat is het?’ beantwoorden. Zij onderscheiden drie soorten onrechtvaardigheid: distributieve, procedurele en interpersoonlijke onrechtvaardigheid. Ten eerste wordt er volgens Lupfer en collega’s (2000) in de sociale wetenschappelijke literatuur gesproken over distributieve onrechtvaardigheid en dit gaat over regels die mensen hanteren om te beslissen of de uitkomst van een interactieproces, een beloning of een straf, rechtvaardig is verdeeld. Een voorbeeld van distributieve onrechtvaardigheid is wanneer mensen vinden dat ze op hun werk niet eerlijk worden beloond voor de arbeid die ze hebben verricht (Skarlicki, Folger & Tesluk, 1999). Volgens Adams (1965) en Walster, Walster en Berscheid (1978) hanteren mensen de 'equiteits regel' om te bepalen of er sprake is van distributieve onrechtvaardigheid: de uitkomst van een proces, handeling of actie moet eerlijk verdeeld zijn naar de verhouding van input en output. Dus, zodra de input die iemand geeft aan een proces hoger is dan de output, kan distributieve onrechtvaardigheid worden ervaren. Procedurele onrechtvaardigheid is de tweede soort onrechtvaardigheid die Lupfer en collega’s (2000) onderscheiden. De focus ligt hierbij op hoe rechtvaardig mensen de gang van
-7-
Agressie of vergeven? Masterscriptie L.N. Thewissen
zaken tijdens het proces van een interactie beoordelen. Een voorbeeld van procedurele onrechtvaardigheid is wanneer mensen op hun werk geen inspraak hebben in beslissingen die worden genomen (Leventhal, 1980). Procedurele onrechtvaardigheid richt zich dus op procedures of werkwijzen die direct te maken hebben met de manier waarop beloningen en straffen worden verdeeld en toegewezen. Dit in tegenstelling tot de derde soort onrechtvaardigheid die Lupfer en collega’s (2000) benoemen, namelijk interactionele of interpersoonlijke onrechtvaardigheid. Bij deze vorm van onrechtvaardigheid gaat het niet om de beoordeling van de uitkomst van een interactieproces (distributieve onrechtvaardigheid), noch om de specifieke gang van zaken die leidt tot de uitkomst (procedurele onrechtvaardigheid), maar om de manier waarop mensen worden behandeld (Bies, 1987). Dit betekent dat mensen beoordelen of ze tijdens een interactie met beleefdheid, eerlijkheid en respect worden behandeld door de andere persoon. Een voorbeeld van interpersoonlijke onrechtvaardigheid is wanneer mensen het idee hebben dat een ander geen rekening houdt met hun persoonlijke behoeftes en wensen (Skarlicki et al., 1999). Volgens Lupfer en collega’s (2000) ervaren mensen interpersoonlijke onrechtvaardigheid wanneer ze: 1) niet met respect worden behandeld, 2) niet genoeg mogelijkheid krijgen om te begrijpen waarom de uitkomst van de interactie is zoals die is en 3) niet eerlijk worden behandeld. Interpersoonlijke onrechtvaardigheid kan voortkomen uit de behoefte van mensen om een positief beeld van hun identiteit en persoonlijke waardigheid te behouden. Lind en Tyler (1988) noemen deze behoefte ‘self-identity’-motieven. Dit in tegenstelling tot procedurele onrechtvaardigheid, waarbij mensen meer de behoefte hebben om de middelen die hun eindresultaat bepalen te beïnvloeden. Dit worden ook wel instrumentele motieven genoemd (Thibaut & Walker, 1975).
-8-
Agressie of vergeven? Masterscriptie L.N. Thewissen
Uit verschillende onderzoeken blijkt dat mensen interpersoonlijke onrechtvaardigheid als meest onrechtvaardig ervaren. Mikula, Petrik en Tanzer (1990) kwamen tot deze conclusie door een groot aantal studenten alledaagse situaties op te laten schrijven waarin ze onrechtvaardig waren behandeld. Analyse van deze resultaten liet zien dat een groot deel van de gerapporteerde onrechtvaardige situaties niet distributieve of procedurele, maar interpersoonlijke onrechtvaardigheid betrof. Drie gebeurtenissen die veelvuldig werden genoemd waren: 1) een onterechte beschuldiging of verwijt krijgen, 2) een oneerlijke beloning voor geleverde prestaties krijgen en 3) schendingen van gemaakte afspraken of beloften. Ander onderzoek van Messick, Bloom, Boldizar en Samualson (1985) suggereert dat er meer conflicten ontstaan als gevolg van interpersoonlijke onrechtvaardigheid dan van distributieve of procedurele onrechtvaardigheid. Door hen werd een vergelijkbare studie uitgevoerd door deelnemers onrechtvaardig gedrag op te laten schrijven dat zij of anderen hadden ervaren. De situaties die werden beschreven kunnen veelal worden ingedeeld in de categorie van interpersoonlijke onrechtvaardigheid: geen rekening houden met de gevoelens en behoeften van anderen, onbeleefd zijn, misbruik maken van goede mensen, vals spelen en stelen (Messick et al., 1985). Vergelijkbare resultaten zijn gevonden in onderzoeken van Bies (1986) en Bies en Moag (1986) naar criteria die mensen gebruiken om te evalueren of communicatie bij het rekruteren van mensen door bedrijven op een rechtvaardige manier plaatsvindt. Twee criteria die duidelijk naar voren kwamen en die mensen dus belangrijk achten, waren het principe van oprechtheid en het principe van respect. Dit sluit aan bij wat Lind en Tyler (1988) bedoelen met self-identity motieven: ‘Beoordelingen over rechtvaardigheid zijn voor een gedeelte gebaseerd op de perceptie dat iemand met respect en beleefdheid wordt behandeld door de ander en dat de interpersoonlijke interactie ruimte geeft voor persoonlijke waardigheid’ (p.214).
-9-
Agressie of vergeven? Masterscriptie L.N. Thewissen
Op basis van bovenstaande literatuur kan worden geconcludeerd dat interpersoonlijke onrechtvaardigheid in alledaagse situaties door mensen als meest onrechtvaardig wordt beschouwd. In dit onderzoek zullen reacties naar aanleiding van interpersoonlijke onrechtvaardigheid verder worden onderzocht. In de inleiding is gesuggereerd dat reacties van mensen als gevolg van onrechtvaardigheid kunnen afhangen van verschillende factoren. Wanneer er publiek getuige is van de onrechtvaardige behandeling zou dit mogelijk de reactie van het slachtoffer kunnen beïnvloeden. In de volgende paragraaf zal hier dieper op worden ingegaan. De invloed van setting op reacties van mensen om gezichtsverlies te voorkomen In de inleiding is een scenario geschetst van een onrechtvaardige behandeling in de stiltecoupé van een trein. Stelt u zich voor dat de jongeman tegen u zou uitvallen ten overstaan van een volle coupé. Zou u dit anders ervaren dan wanneer de coupé verder leeg zou zijn? Homans (1961) suggereert dat de setting van een onrechtvaardige behandeling invloed heeft op hoe mensen onrechtvaardigheid ervaren. Een onrechtvaardige behandeling kan namelijk in een privé situatie plaatsvinden (lege stiltecoupé) of in een publieke situatie (volle stiltecoupé) en dit zou van invloed kunnen zijn op hoe mensen reageren. Uit meerdere onderzoeken blijkt dat boosheid de emotie is die het meeste wordt ervaren door mensen als gevolg van onrechtvaardige behandeling (Lazarus, 1991; Bettencourt & Miller, 1996). Resultaten van onderzoek door Ferguson en Rule (1981) suggereren dat een slachtoffer van een belediging, een vorm van interpersoonlijke onrechtvaardigheid, over het algemeen meer boosheid ervaart wanneer er publiek aanwezig is. Een reden hiervoor kan zijn dat een belediging in aanwezigheid van publiek onrechtvaardiger lijkt dan wanneer er geen publiek aanwezig is (Miller, 2001). Miller stelt dat een onrechtvaardige behandeling ook meer pijn doet wanneer dit gebeurt in het bijzijn van
- 10 -
Agressie of vergeven? Masterscriptie L.N. Thewissen
publiek. Wanneer iemand niet met respect en beleefdheid wordt bejegend tegenover een publiek wordt het gevoel van disrespect verbonden met publieke vernedering en dit kan door mensen als pijnlijk worden ervaren. Dit gevoel wordt volgens Miller alleen maar versterkt als er publiek getuige is van de onrechtvaardige behandeling omdat dan ook het sociale imago van een persoon wordt aangetast. Goffman (1956) stelt dat mensen als gevolg van het ervaren van onrechtvaardigheid gezichtsverlies kunnen lijden. Hij bestudeerde menselijke interacties vanuit het perspectief dat mensen stabiliteit willen in hun relaties en interpersoonlijke interacties. Mensen zouden daarom elkaars ‘face’ intact moeten laten door beleefd en respectvol met elkaar om te gaan. Als dit niet gebeurt, kunnen mensen interpersoonlijke onrechtvaardigheid ervaren met als gevolg gezichtsverlies. Pitt-Rivers (1965) suggereert dat alle beledigingen kunnen leiden tot gezichtsverlies, maar dat dit in het bijzonder geldt voor beledigingen waar een publiek bij aanwezig is. Het lijden van gezichtsverlies is niet leuk en mensen kunnen proberen om gezichtsverlies tegen te gaan door de onrechtvaardige behandeling te vergelden met een reactie. Het vergelden van een onrechtvaardige behandeling door middel van een reactie wordt ‘retributive justice’ genoemd (Darley & Pittman, 2003). Dus, mensen kunnen uit zijn op vergelding van de onrechtvaardigheid door het geven van een reactie zodat ze geen gezichtsverlies lijden. Wanneer de onrechtvaardige behandeling plaatsvindt in het bijzijn van publiek, zou ook hun sociale imago kunnen worden aangetast en dit kan de kans op een vergelding verhogen (Kim, Smith en Brigham, 1998). Door middel van een vergeldingsactie kunnen mensen hun sociale imago weer opvijzelen en op deze manier rechtvaardigheid herstellen. In dit onderzoek wordt verwacht dat mensen nadat ze onrechtvaardig zijn behandeld in
- 11 -
Agressie of vergeven? Masterscriptie L.N. Thewissen
een publieke setting assertiever reageren om rechtvaardigheid te herstellen dan in een privé setting. Deze verwachting is onder meer gebaseerd op resultaten van het onderzoek van Felson (1978). Hij suggereert namelijk dat mensen naar aanleiding van een onrechtvaardige behandeling eerder assertief reageren door middel van verbaal agressief gedrag dan dat ze niets doen. Volgens Felson is het waarschijnlijker dat vergelding van een onrechtvaardige behandeling plaatsvindt wanneer er publiek bij aanwezig is. Hij geeft hiervoor twee redenen. De eerste reden is dat een onrechtvaardige behandeling het slachtoffer ontheft van de verplichting om beleefd te zijn naar de dader. Doordat de dader van een onrechtvaardige actie de ‘face’ van het slachtoffer niet intact houdt en ook het sociale imago aantast doordat er publiek getuige is van de actie, zal het slachtoffer eerder afzien van een beleefde reactie dan wanneer er geen publiek bij is. De tweede reden die Felson geeft is dat het slachtoffer van een onrechtvaardige behandeling in een ongewenste situationele identiteit wordt geplaatst. Dit betekent dat het slachtoffer als zwak, incompetent of laf wordt neergezet wat vervolgens ook zo kan overkomen op het aanwezige publiek (Weinstein & Deutschberger, 1963). Een succesvolle, assertieve reactie is een effectieve manier om de negatieve identiteit als gevolg van de onrechtvaardige behandeling te niet te doen door kracht, competentie en moed te tonen. Door een assertieve reactie kunnen slachtoffers laten zien over eergevoel te beschikken en kunnen ze op deze manier aangeven dat hun zelfidentiteit moet worden gerespecteerd (Felson, 1978). Op basis van het bovenstaande kan worden verwacht dat mensen meer gezichtsverlies lijden na een onrechtvaardige behandeling in een publieke setting dan in een privé setting. Om gezichtsverlies te voorkomen en rechtvaardigheid te herstellen kunnen mensen de onrechtvaardige behandeling vergelden door middel van een assertieve reactie. Dit is het uitgangspunt van dit onderzoek. De cultuur waarin iemand is opgegroeid kan echter ook van
- 12 -
Agressie of vergeven? Masterscriptie L.N. Thewissen
invloed zijn op hoe assertief deze persoon reageert op de onrechtvaardigheid. Mogelijk kan ook de mate van vergevingsgezindheid een rol spelen in het herstellen van rechtvaardigheid. In de volgende paragraaf zal hier dieper op worden ingegaan. De rol van cultuur in reacties op onrechtvaardige situaties Hoewel er in dit onderzoek wordt verwacht dat de setting direct invloed heeft op de reacties van het slachtoffer van een onrechtvaardige behandeling, is het denkbaar dat dit wordt beïnvloed door de cultuur waarin het slachtoffer is opgegroeid. In de inleiding is al gesuggereerd dat de cultuur waarin iemand is opgegroeid, invloed kan hebben op de behoefte van een persoon om sociale relaties aan te gaan en te onderhouden (Baumeister & Leary, 1995; Snyder & Fromkin, 1977). Volgens Leary (2001) verschillen mensen in de behoefte om ergens bij te willen horen. Een verklaring voor de suggestie van Leary dat de behoefte om ergens bij te willen horen varieert van persoon tot persoon, kan liggen in het feit dat mensen uit verschillende culturen andere self-construals hebben. De self-construal wordt gedefinieerd als de manier waarop mensen zichzelf zien en hoe zij hun relaties met anderen zien (Cross, Bacon & Morris, 2000). Triandis (1989) stelt dat er verschil zit in het type self-construal van mensen uit individualistische en collectivistische culturen. Een belangrijk deel van de opvoeding van kinderen in collectivistische culturen zou het groepsbelang benadrukken in tegenstelling tot de opvoeding van kinderen in individualistische culturen, waar het individuele belang zou worden benadrukt. Markus en Kitayama (1991) stellen dat mensen die zijn opgegroeid met de normen en waarden van een individualistische cultuur een sterkere independent self-construal hebben; zij uiten hun mening op een directe manier en hechten veel waarde aan het volbrengen van persoonlijke doelen. Mensen die zijn opgegroeid met de normen en waarden van een collectivistische cultuur hebben volgens Markus en
- 13 -
Agressie of vergeven? Masterscriptie L.N. Thewissen
Kitayama een sterkere interdependent self-contrual; zij passen hun mening aan de mening van anderen aan en stellen het belang van anderen of van de groep voorop. Volgens Markus en Kitayama heeft de self-construal van mensen invloed op hoe zij alledaagse situaties beleven. Mensen uit verschillende culturen zijn met verschillende normen en waarden opgevoed, waardoor zij anders in het leven staan en mogelijk ook anders kunnen reageren op alledaagse, onrechtvaardige situaties. De cultuur waarin iemand is opgegroeid zou mogelijk van invloed kunnen zijn op reacties die mensen geven naar aanleiding van een onrechtvaardige behandeling in een publieke of privé setting. Mensen uit individualistische culturen geven minder om het groepsbelang en zijn egoïstischer ingesteld, waardoor zij zich niet zo veel van andere mensen om hen heen aantrekken. Daardoor zouden zij minder remmingen kunnen ervaren om assertief te reageren, ongeacht of er publiek bij aanwezig is of niet. Het is aannemelijk om te suggereren dat mensen uit een collectivistische cultuur zich in een publieke setting wat meer inhouden na onrechtvaardig te zijn behandeld dan mensen uit een individualistische cultuur, omdat zij hun mening eerder aanpassen aan de mening van anderen. Mensen die hun mening eerder aanpassen aan de mening van anderen en sterk de behoefte hebben om ergens bij te horen, zouden er eerder voor kunnen kiezen om niet of minder assertief te reageren. Op deze manier zouden zij escalatie van het conflict kunnen voorkomen en hun behoefte om relaties aan te gaan en te onderhouden kunnen vervullen. In de vorige paragraaf is aangehaald dat mensen rechtvaardigheid ook kunnen herstellen door de dader te vergeven in plaats van assertief en verbaal agressief te reageren (retributive justice). Dit wordt aangeduid met de term ‘restorative justice’ en betekent dat mensen de persoon die hen onrechtvaardig behandelt niet agressief bejegenen, maar vergeven. Op deze manier kan er ook gerechtigheid worden behaald (Strelan, Feather & McKee, 2008). Thompson en collega’s (2005) omschrijven vergeven als ‘een onrechtvaardige behandeling op
- 14 -
Agressie of vergeven? Masterscriptie L.N. Thewissen
zo’n manier framen (benaderen) dat reacties van het slachtoffer naar de dader veranderen van negatief naar neutraal of positieve reacties’ (p. 318). Vergiffenis kan worden gegeven aan de bron van de onrechtvaardige behandeling, of dat nu de zelf is (interne attributie), iemand anders (externe attributie) of de situatie (situationele attributie). Wanneer mensen vergeven, zullen zij bovendien minder boosheid en angst ervaren en meer tevreden met hun leven zijn (Thompon et al. 2005). In dit cross-culturele onderzoek wordt verwacht dat de cultuur waarin iemand is opgegroeid ook invloed heeft op het vermogen om te vergeven na onrechtvaardig te zijn behandeld. Dit is gebaseerd op onderzoeken van Kadiagandu, Mullet en Vinsonneau (2001) en Suwartono, Prawasti en Mullet (2007) naar de bereidheid om te vergeven tussen respectievelijk Congolese en West-Europese volwassen en Indonesische en West-Europese studenten. De resultaten van deze twee onderzoeken suggereren dat Congolezen en Indonesiërs, wier culturen typisch collectivistisch zijn, eerder bereid zijn om te vergeven dan West-Europeanen, wier cultuur meer individualistisch is (Hofstede, 2001). De resultaten van beide studies suggereren ook dat mensen uit een collectivistische cultuur minder blijvende wrok koesteren naar de dader van de onrechtvaardige behandeling dan mensen uit een individualistische cultuur. Dit is in lijn met het idee dat mensen uit collectivistische culturen zichzelf voornamelijk zien als leden van een groep. Vergevingsgezindheid kan door mensen uit een collectivistische cultuur vaker worden gebruikt om rechtvaardigheid te herstellen, omdat het een voorgeschreven maatschappelijke ‘plicht’ vormt en het een strategie is die de verlichting van wrok naar de dader toe mogelijk maakt (Ting-Toomey, 1988). In het huidige artikel zal een cross-cultureel onderzoek worden uitgevoerd onder mensen uit een individualistische cultuur (Nederlanders) en mensen uit een collectivistische cultuur
- 15 -
Agressie of vergeven? Masterscriptie L.N. Thewissen
(Molukkers en Turken) (Hofstede, 2001). Niet alle collectivistische culturen zijn echter hetzelfde: er kan een belangrijk onderscheid worden gemaakt tussen de twee collectivistische culturen in het huidige onderzoek wat betreft het hebben en verdedigen van eergevoel enerzijds en het intact houden van elkaars ‘face’ anderzijds. Mensen die zijn opgegroeid met de normen en waarden van een Turkse cultuur staan bekend om hun grote eergevoel (Ijzerman & Cohen, 2011). PittRivers (1965) omschrijft het hebben van eergevoel als volgt: ‘De waarde van een persoon in zijn eigen ogen, maar ook in de ogen van samenleving. Het is zijn schatting van zijn eigen waarde, zijn aanspraak tot trots, maar ook de erkenning van het hebben van aanspraak tot trots… zijn recht op trots’ (p. 21). Dit houdt onder andere in dat normen en waarden in een ‘honor’-cultuur staan voor maatschappelijk waardering, loyaliteit aan naaste familie en het verdedigen van de eigen reputatie. Waar het eergevoel van Turken vooral gedijt in een concurrerende omgeving van min of meer gelijken, gedijen ‘face’-culturen het beste in gevestigde hiërarchieën die in essentie coöperatief zijn. Veel culturen in Oost-Azië, waar ook de Molukken liggen, staan bekend om het hebben van een ‘face’-cultuur (Ho, 1976). Ho omschrijft het hebben van een ‘face’ als volgt: ‘Het respect en/of de eerbied die een persoon kan claimen door deugdzaamheid van iemands positie in de hiërarchie’ (p. 883). Iedereen in de hiërarchie kan dus een ‘face’ hebben, maar sommigen hebben meer ‘face’ dan anderen, dankzij hun positie binnen de hiërarchie. Dit kan bijvoorbeeld worden gezien in families, waar ouderen veel respect en aanzien genieten. In ‘face’culturen zijn mensen verplicht om andermans ‘face’ te respecteren en daardoor zullen formaliteiten en omgangsvormen zorgvuldig in de gaten worden gehouden en directe conflicten worden vermeden (Leung & Cohen, 2011). Het is belangrijk om het onderscheid tussen deze twee collectivistische culturen te benadrukken, omdat het van invloed zou kunnen zijn op de reacties van mensen naar aanleiding
- 16 -
Agressie of vergeven? Masterscriptie L.N. Thewissen
van een onrechtvaardige behandeling. Het gegeven dat normen en waarden in een ‘honor’cultuur onder andere staan voor het verdedigen van de eigen reputatie, maakt het aannemelijk om te verwachten dat Turken assertiever en verbaal agressiever zullen reageren wanneer ze onrechtvaardig worden behandeld dan normaal gesproken zou worden verwacht van een persoon uit een collectivistische cultuur. Door het grote eergevoel van Turken wordt verwacht dat zij eerder dan Molukkers overgaan tot ‘retributive justice’ wanneer ze onrechtvaardig worden behandeld, ongeacht of er publiek aanwezig is of niet. Aangezien Molukkers meer een ‘face’cultuur hebben, zouden zij eerder bereid zijn om de ‘face’ van andere mensen te respecteren en conflicten liever vermijden. Er wordt verwacht dat Molukkers eerder dan Turken en Nederlanders er voor kiezen om gerechtigheid te behalen door midden van ‘restorative justice’. Overzicht van huidig onderzoek Naar aanleiding van bovenstaande wordt er in dit onderzoek verwacht dat mensen in een publieke setting assertiever reageren wanneer ze onrechtvaardig worden behandeld dan in een privé setting, omdat hun sociale imago dan meer wordt aangetast en ze meer gezichtsverlies kunnen lijden. Er wordt echter verwacht dat mensen die zijn opgegroeid met de normen en waarden van collectivistische culturen minder assertief en verbaal agressief zullen reageren. Mensen die met de normen en waarden van een collectivistische cultuur zijn opgegroeid zouden namelijk meer waarde hechten aan het intact houden van sociale relaties, minder gemotiveerd zijn om de onrechtvaardige actie te vergelden met verbaal agressief gedrag en meer gemotiveerd zijn om gerechtigheid te behalen door de dader te vergeven. Er wordt bij de twee collectivistische culturen in dit onderzoek wel een onderscheid gemaakt tussen ‘honor’-culturen, waartoe de Turken behoren en ‘face’-culturen, waartoe de Molukkers behoren. Aangezien Turken bekend staan om hun grote eergevoel en hun reputatie zullen verdedigen, wordt er
- 17 -
Agressie of vergeven? Masterscriptie L.N. Thewissen
verwacht dat zij assertiever en verbaal agressiever reageren op een onrechtvaardige behandeling dan Molukkers, ongeacht de setting waarin de onrechtvaardigheid plaatsvindt. Er is een onderzoek uitgevoerd met behulp van een online enquête, om antwoord te kunnen vinden op deze verwachtingen. In de online enquête kregen de respondenten een scenario voorgelegd waarin ze zich zo goed mogelijk moesten inleven. In dit scenario werd een situatie geschetst van een onrechtvaardige situatie die plaatsvond in een publieke setting of in een privé setting. Nadat ze het scenario hadden gelezen, werd hen gevraagd hoe ze zich zouden voelen en hoe ze zouden reageren. In het volgende gedeelte zal er dieper worden ingegaan op de wijze waarop het onderzoek is uitgevoerd. Methode Deelnemers en design Aan dit onderzoek hebben 207 respondenten meegedaan, waarvan er 138 de online enquête volledig hebben ingevuld. Vier respondenten gaven aan het beschreven scenario niet te hebben gelezen en vijftien respondenten hadden de manipulatiecheck niet goed uitgevoerd en zijn buiten beschouwing gelaten. Verder gaf één respondent aan in Suriname te zijn geboren. Ook deze respondent is buiten beschouwing gelaten, omdat Surinamers niet tot de onderzoeksdoelgroep behoorden. De resultaten van de overige 118 respondenten zijn gebruikt voor analyses. Van de 118 overgebleven respondenten waren er 50 (42.4%) man en 68 (56.6%) vrouw. De leeftijd van de respondenten varieerde tussen de 18 en 64 jaar met een gemiddelde leeftijd van 36.6 (SD = 13.76). De etnische afkomst van de respondenten verschilde: 43 Nederlanders, 36 Turken en 39 Molukkers. Deze groepen zijn tot stand gekomen op basis van zelfidentificatie, dus de deelnemers moesten zelf aangeven tot welke etniciteit ze behoorden. In totaal hadden 103 respondenten de Nederlandse nationaliteit, vijf de Turkse nationaliteit en tien
- 18 -
Agressie of vergeven? Masterscriptie L.N. Thewissen
respondenten hadden een dubbele nationaliteit (Nederlands en Turks). Het opleidingsniveau varieerde van lager beroepsonderwijs tot HBO/WO-niveau. De respondenten die meededen aan dit onderzoek waren relatief hoog opgeleid: .8% had alleen het lager beroepsonderwijs afgerond, 3,4% had een MAVO/VMBO-T opleiding afgerond, 16,1% een MBO opleiding, 16,1% een HAVO/VWO opleiding en 61,9% gaf aan een HBO of universitaire opleiding te hebben afgerond. Van de respondenten hadden er 58,5% een betaalde baan, studeerden er 17,8%, gaf 10,2% aan niet te werken, 4,2% gaf aan vrijwilligerswerk te doen en 9,3% koos voor de optie ‘anders, namelijk’ en deze mensen gaven aan een eigen bedrijf of bijbaantje te hebben. Het onderzoeksdesign in deze studie werd gekenmerkt door een 3 (etniciteit: Nederlands vs. Turks vs. Moluks) x 2 (scenario: privé vs. publiek) tussen-proefpersoon design. De respondenten werden willekeurig aan één van de twee condities toegewezen: 52 respondenten werden toegewezen aan de privé setting conditie en 66 respondenten aan de publieke setting conditie. Op deze manier kon er gemeten worden of er verschil zat tussen de twee condities in hoe onrechtvaardig de situatie werd ervaren en hoe de mensen zouden reageren. Procedure en manipulatie De respondenten werden benaderd via verschillende kanalen. In samenwerking met de gemeente Brabant en Stichting OVAA (stichting ter bevordering van diversiteit in Eindhoven), zijn de respondenten benaderd via een oproep op de site van OVAA om mee te werken aan een onderzoek naar alledaagse situaties. In de oproep konden de respondenten een link vinden naar de digitale enquête. Daarnaast zijn respondenten benaderd via het persoonlijke netwerk van de onderzoeker, via e-mail of het sociale media platform ‘Facebook’. Alle respondenten kregen een oproep met link naar de digitale enquête toegestuurd met het verzoek de enquête in te vullen. De respondenten konden de enquête opslaan, zodat ze deze op een later moment alsnog konden
- 19 -
Agressie of vergeven? Masterscriptie L.N. Thewissen
voltooien. Om dit onderzoek uit te voeren is ervoor gekozen om data te verzamelen via een digitale enquête. De digitale enquête is ontworpen met het online platform ‘Qualtrics’. Dit platform maakt het mogelijk om een digitale enquête op te zetten, te verspreiden en onderzoeksdata te verzamelen en op te slaan. Er is gekozen voor een digitale enquête, omdat dit verschillende voordelen biedt boven een papieren enquête. Een voordeel is dat een digitale enquête snel gemaakt en verspreid kan worden tegen minimale kosten (Fricker & Schonlau, 2002). Daarnaast bieden de verschillende online platforms om digitale enquêtes te ontwerpen, zoals ‘Qualtrics’, goede mogelijkheden om onderzoeksdata efficiënt op te slaan en te analyseren vanwege de grote gebruiksvriendelijkheid. Bovendien kunnen er makkelijker meer mensen worden bereikt (’t Hart, Boeije, & Hox, 2009). Wanneer de respondenten klikten op de link in de oproep kwamen ze terecht bij de digitale enquête. Op de webpagina die de respondenten als eerste te zien kregen, stond informatie met een korte introductie over het onderzoek. Hier konden ze lezen door wie het onderzoek werd uitgevoerd, wat ze konden verwachten en hoe veel tijd het ongeveer zou kosten (10 minuten) om de digitale enquête in te vullen. Ook werd hun medegedeeld dat deelname aan het onderzoek volledig anoniem was en dat ze op elk moment konden stoppen. Als laatste kregen ze informatie over waar ze terecht konden met vragen en opmerkingen over het onderzoek. Op de volgende pagina werd de respondent om enkele achtergrondgegevens gevraagd: geslacht, leeftijd en geboorteland. Wanneer de respondenten antwoordden niet in Nederland te zijn geboren, werd hun gevraagd hoe lang ze in Nederland woonden. Vervolgens werd hun gevraagd wat het geboorteland van hun vader en moeder was, tot welke etnische groep ze behoorden en wat hun
- 20 -
Agressie of vergeven? Masterscriptie L.N. Thewissen
nationaliteit was. De laatste achtergrondgegevens die werden gevraagd waren hun hoogst afgeronde opleiding en werkstatus. In dit onderzoek is gebruik gemaakt van een scenario waarin een onrechtvaardige behandeling plaats vond. Respondenten werden in één van de twee condities ingedeeld: de publieke setting conditie of de privé setting conditie. Om te testen of het scenario realistisch was, zijn er in een pre-test twee scenario's getest. Op deze manier probeerde de onderzoeker erachter te komen in welk scenario de respondent zich het beste kon verplaatsen, welk scenario het meest geloofwaardig werd gevonden, welk scenario het duidelijkst was en welk scenario het meeste realistisch werd gevonden. Op basis van analyse van de resultaten van de pre-test is er een keuze gemaakt voor één scenario die in het huidig onderzoek is gebruikt. Voor de publieke setting conditie zag het scenario er in dit onderzoek als volgt uit: Stel, u staat bij de kassa van een supermarkt om uw boodschappen af te rekenen. Achter u staat nog een rij klanten te wachten op hun beurt. U betaalt contant, krijgt geld terug en loopt dan naar buiten. U telt uw wisselgeld en ziet dat de caissière €5 te weinig heeft teruggegeven. U gaat terug naar de caissière, waar nog steeds een rij klanten staat te wachten op hun beurt. U zegt dat u nog € 5 tekort komt, waarop de caissière geïrriteerd zegt: “Ja zeg, daar trap ik niet in. Dat smoesje ken ik heus wel!”. Voor de 'één-op-één setting' conditie zag het scenario er als volgt uit: Stel, u staat bij de kassa van een supermarkt om uw boodschappen af te rekenen. U bent de enige klant die bij de kassa staat. U betaalt contant, krijgt geld terug en loopt dan naar buiten. U telt uw wisselgeld en ziet dat de caissière €5 te weinig heeft teruggegeven. U gaat terug naar de caissière, waar verder niemand bij de kassa staat. U zegt dat u nog € 5 tekort komt, waarop de caissière geïrriteerd zegt: “Ja zeg, daar trap ik niet in. Dat smoesje ken ik heus wel!”. Na het lezen van
- 21 -
Agressie of vergeven? Masterscriptie L.N. Thewissen
één van deze scenario’s werden er aan de respondenten een aantal vragenlijsten voorgelegd die betrekking hadden op het gepresenteerde scenario. In de volgende paragraaf zal hier dieper op worden ingegaan. Meetinstrumenten De meeste vragenlijsten die in dit onderzoek zijn gebruikt om de meningen met betrekking tot het scenario van de respondenten te meten, waren gebaseerd op bestaande vragenlijsten. Dit onderzoek vond plaats binnen een groter onderzoeksproject, waardoor er meerdere schalen in de enquête waren opgenomen. De extra schalen die zijn gebruikt voordat de respondenten het scenario te zien kregen, zijn beschreven in voetnoot1. De vragenlijsten die relevant waren voor het analyseren van de resultaten in dit onderzoek worden hieronder beschreven. Nadat de respondenten het scenario hadden gelezen, werd er gemeten hoe ze zouden reageren als ze zich in de bestaande situatie zouden bevinden. Reacties werden gemeten met behulp van één schaal met stellingen bestaande uit vier dimensies: assertiviteit, meegaand, terugtrekkend en verbale agressiviteit. Assertiviteit werd gemeten met behulp van drie stellingen, namelijk ‘de ander laten merken dat ik het er niet mee eens ben’, ‘de ander laten weten dat ik me onrechtvaardig behandeld voel’ en ‘de ander laten weten dat zijn/haar reactie niet acceptabel is’. De stellingen konden worden beantwoord op een 7-puntsschaal variërend van 'helemaal mee 1
Voor het lezen van het scenario moesten de respondenten een vragenlijst invullen van Harb en Smith (2008) over hoe de respondent zichzelf en anderen ziet. Ze moesten ook aangeven hoe ze zichzelf zagen in relatie tot anderen met behulp van een visuele representatie van Aron, Aron en Danny (1992). Vervolgens moesten de respondenten ook een vragenlijst invullen over normen en waarden, gebaseerd op een vragenlijst van Leung en Cohen (2011), Mak en Chen (2006) en Mosquera, Manstead en Fischer (2002). Om te meten hoe de respondent zichzelf waardeerde is gebruik gemaakt van een vragenlijst van Leung en Cohen (2011) over individuele verschillen wat betreft eer gevoel, gezichtsverlies lijden en waardigheid tussen verschillende culturen. De stellingen over gezichtsverlies van zelf en anderen waren een verkorte versie van de 'loss of face concern' schaal van Zane en Yeh (2002), zoals gebruikt door Mak en Chen (2006). De vragenlijst die was gebruikt om te meten in hoeverre de respondent integriteit in sociale relaties waardeert, is gebaseerd op een vragenlijst van Mosquera, Manstead en Fischer (2002) over de rol van eer gevoelens in emotionele reacties op beledigingen. Omdat dit onderzoek onderdeel is van een overkoepelend onderzoek, zijn deze schalen opgenomen in de enquête. De resultaten zijn echter niet gebruikt voor verdere analyses in dit onderzoek.
- 22 -
Agressie of vergeven? Masterscriptie L.N. Thewissen
oneens' tot 'helemaal mee eens'. De stellingen van de assertieve schaal hadden een Cronbach’s alpha van .68 (M = 5.78, SD = 1.33). Meegaande reacties werden gemeten met behulp van drie stellingen, namelijk ‘de ander zeggen dat hij/zij gelijk heeft (ook al ben ik het niet met hem/haar eens)’, ‘de ander zeggen dat ik de volgende keer beter zal kijken’ en ‘mijn excuses aanbieden’. De stellingen konden wederom worden beantwoord op een 7-puntsschaal variërend van 'helemaal mee oneens' tot 'helemaal mee eens' en de stellingen van de meegaande schaal hadden een Cronbach’s alpha’s van .78 (M = 2.27, SD = 1.56). Verbale agressiviteit is gemeten met behulp van twee stellingen uit een schaal van Mosquera, Fischer, Manstead en Zaalberg (2008). Deze twee stellingen waren 'de ander beledigen' en ‘de ander bekritiseren’. De stellingen konden worden beantwoord op een 7-puntsschaal variërend van 'helemaal mee oneens' tot 'helemaal mee eens'. De Pearson correlatie van de stellingen van de verbaal agressieve schaal in dit onderzoek was .32 (M = 3.35, SD = 1.56). Vervolgens werd ook gemeten in hoeverre respondenten een terugtrekkende reactie gaven middels twee stellingen uit een schaal van wederom Mosquera, Fischer, Manstead en Zaalberg. Deze twee stellingen waren ‘niets doen’ en ‘weggaan’. De stellingen konden wederom worden beantwoord op een 7-puntsschaal variërend van 'helemaal mee oneens' tot 'helemaal mee eens'. De stellingen van de terugtrekkende schaal hadden een Pearson correlatie van .58 (M = 2.17, SD = 1.35). De stellingen van de vier bovenstaande dimensies werden gepresenteerd in één schaal die begon met de zin: ‘Als ik me in deze situatie zou bevinden, dan zou ik...’. De stellingen waren willekeurig in de vragenlijst opgenomen om een antwoordbias te voorkomen. De laatste drie vragen met betrekking tot het scenario gingen over in hoeverre de respondent de persoon die de beledigende opmerking in het scenario maakte, kon vergeven. Dit werd gemeten met behulp van een schaal afkomstig uit een onderzoek van Karremans en van
- 23 -
Agressie of vergeven? Masterscriptie L.N. Thewissen
Lange (2007), gebaseerd op een schaal van Brown en Philips (2007) en kon worden beantwoord op een 7-puntsschaal variërend van 'helemaal mee oneens' tot 'helemaal mee eens'. De schaal begon met de zin: ‘In hoeverre zou u..’. De drie vragen waren achtereenvolgens 'de ander vergeven?', ‘boos zijn op de ander?’ en ‘wraakgevoelens hebben naar de ander?’. In de analyse zijn de laatste twee vragen omgepoold. De drie stellingen van deze schaal hadden in dit onderzoek een Cronbach's alpha van .38 (M = 4.20, SD = 1.59). Het laatste deel van de enquête bestond uit een manipulatiecheck en twee controlevragen. De manipulatiecheck inspecteerde of de respondent het scenario goed had gelezen: 'Terugdenkend aan de beschreven situatie, waren er andere mensen aanwezig in het scenario of niet?'. De respondent kon antwoorden met: 'Er waren anderen aanwezig' of 'Er was verder niemand'. Vervolgens werd de respondent gevraagd of hij of zij wel eens in het openbaar beledigd was, met antwoordmogelijkheden ‘nooit’, ‘soms’, ‘regelmatig’, ‘vaak’ of ‘altijd’. De laatste controlevraag controleerde of de respondent zich goed kon inleven in het gepresenteerde scenario. De respondent kon antwoorden op een 7-puntsschaal variërend van 'helemaal mee oneens' tot 'helemaal mee eens'. Als laatste werd de respondent hartelijk bedankt voor deelname aan het onderzoek en werden de ingevulde gegevens opgeslagen voor latere analyses. De overige vragenlijsten die de respondenten na het lezen van het scenario moesten invullen, maar verder niet relevant waren voor dit onderzoek, staan beschreven in voetnoot 2.
2
Na het lezen van het scenario hebben de respondenten ook nog een verkorte vragenlijst van Kinderman en Bentall (1996) ingevuld over wat ze zouden denken als ze zich in de beschreven situatie zouden bevinden. Ook moesten ze een vragenlijst invullen over hoe ze zich zouden voelen als ze zich in de beschreven situatie zouden bevinden, gebaseerd op een schaal uit onderzoek van Tangny, Miller, Flicker en Barlow (1996). Aan het einde van het onderzoek werd de respondent gevraagd naar zijn of haar idee over het onderzoek.
- 24 -
Agressie of vergeven? Masterscriptie L.N. Thewissen
Resultaten Manipulatiechecks Allereerst werd er een manipulatiecheck uitgevoerd om te inspecteren of de respondenten het scenario goed hadden gelezen door aan het einde van het onderzoek te vragen of er andere mensen bij de situatie aanwezig waren of niet. Uit de resultaten bleek dat veertien respondenten in de privé setting conditie hadden ingevuld dat er andere mensen in de wachtrij aanwezig waren en één respondent in de publieke setting conditie had ingevuld dat er geen mensen in de wachtrij stonden. Deze vijftien respondenten hadden het scenario waarschijnlijk niet goed gelezen en dit zou de resultaten hebben kunnen beïnvloed. Deze respondenten zijn daarom voor de gehele analyse uit het databestand gefilterd 3. Aan het einde van het onderzoek werd aan de respondenten gevraagd of ze ooit wel eens in het openbaar door een vreemde persoon respectloos of beledigend waren behandeld. Van de 118 respondenten gaven er tien aan (8.5%) dat hen dit regelmatig of vaak was overkomen, 83 (70.3%) respondenten gaven aan dat hen dit soms overkwam en 25 (21.2%) respondenten was dit nog nooit overkomen. Wat belangrijk is voor de resultaten van het onderzoek was dat 106 (89.0%) respondenten aangaven zich redelijk tot goed te kunnen inleven in het geschetste onrechtvaardige scenario. Dit is gebaseerd op antwoorden van respondenten die als antwoord ‘een beetje mee eens’, ‘mee eens’ of ‘helemaal mee eens’ hadden aangegeven. Etniciteit, setting en reacties van mensen na een onrechtvaardige behandeling In dit onderzoek is er ten eerste een MANOVA uitgevoerd om te onderzoeken of er verschillen zaten tussen de publieke setting conditie en de privé setting conditie in de reacties die 3
Het had voor de resultaten van dit onderzoek geen grote gevolgen dat deze respondenten uit de dataset werden gefilterd. De MANOVA is nog een keer uitgevoerd met de extra data van de 15 respondenten die het scenario niet goed hadden gelezen. De gevonden trend bij het hoofdeffect voor etniciteit op de reacties van de respondenten bleef houdbaar; de trend werd zelfs sterker, F(50, 248) = 1.99, p = .05. De gevonden scores voor de ANOVA bleven gelijk. Ook de scores van de ANOVA voor de variabele ‘vergevingsgezindheid’ veranderden niet.
- 25 -
Agressie of vergeven? Masterscriptie L.N. Thewissen
respondenten uit verschillende culturen gaven naar aanleiding van een onrechtvaardig situatie. In dit onderzoek werd verwacht dat mensen uit een collectivistische cultuur minder assertief zouden reageren dan mensen uit een individualistische cultuur, maar dat Turken assertiever en verbaal agressiever reageren op een onrechtvaardige behandeling dan Molukkers. De twee onafhankelijke variabelen waren setting en etniciteit. De vier afhankelijke variabelen waren assertieve reacties, verbale agressieve reacties, terugtrekkende reacties en meegaande reacties. De descriptieve resultaten kunnen worden teruggevonden in Tabel 1. Er was geen significant hoofdeffect van setting op reacties van mensen naar aanleiding van de onrechtvaardige behandeling in het gepresenteerde scenario, F(50, 109) = 1.69, p = .16. Respondenten bleken niet assertiever te reageren in de publieke setting conditie (M = 5.63) naar aanleiding van de onrechtvaardige situatie dan respondenten in de privé setting conditie (M = 5.97). Ook bleken ze niet verbaal agressiever te reageren in de publieke setting conditie (M = 3.30) vergeleken met respondenten in de privé setting conditie (M = 3.41). Wat betreft terugtrekkende reacties naar aanleiding van de onrechtvaardige situatie bleek dat respondenten in de privé setting conditie zich niet significant eerder terugtrekken uit de situatie (M = 2.12) dan in de publieke setting conditie (M = 2.20). Het bleek ook dat er geen significant verschil zat in de meegaande reacties tussen respondenten in de privé setting conditie (M = 2.01) en de publieke setting conditie (M = 2.47). De assumptie voor de Levene’s test voor de afhankelijke variabele ‘meegaande reacties’ werd geschonden. Vervolgens werd er onderzocht of er een hoofdeffect was voor etniciteit op reacties van mensen naar aanleiding van de onrechtvaardige behandeling in het gepresenteerde scenario. Er werd geen significant hoofdeffect gevonden voor etniciteit op de reacties van de respondenten, F(50, 218) = 1.95, p = .06, maar er was wel sprake van een trend. Een tweeweg ANOVA is
- 26 -
Agressie of vergeven? Masterscriptie L.N. Thewissen
uitgevoerd om te onderzoeken voor welke variabele(n) de gevonden trend met betrekking tot etniciteit gold. Resultaten lieten zien dat er een trend waarneembaar is dat Turkse (M = 5.97) en Molukse (M = 5.92) respondenten op de variabele ‘assertiviteit’ iets hoger scoren dan de Nederlandse respondenten (M = 5.48), F(2, 112) = 2.57, p = .08. Tot slot lieten de resultaten van de MANOVA zien dat er geen significante interactie was tussen etniciteit en het type setting op de vier afhankelijke variabelen, F(50, 218) = 1.27, p = .26. Etniciteit, setting en vergevingsgezindheid Er werd in dit onderzoek verwacht dat mensen uit collectivistische culturen eerder bereid waren om de dader te vergeven nadat ze onrechtvaardig waren behandeld dan mensen uit een individualistische cultuur. Een tweeweg ANOVA is uitgevoerd met als onafhankelijke variabelen etniciteit (Nederlands, Moluks en Turks) en type setting (publiek en privé) en als afhankelijke variabele de gemiddelden van de drie stellingen van de ‘vergevingsgezindheid’schaal. De descriptieve resultaten kunnen worden gevonden in Tabel 2 in de bijlage. Er was geen significant hoofdeffect van etniciteit, F(2, 112) = 1.57, p = .21. Nederlanders (M = 3.98), Turken (M = 4.28) en Molukkers (M = 4.39) verschilden niet significant van elkaar in het tonen van vergevingsgezindheid naar de dader na onrechtvaardig te zijn behandeld, hoewel de gemiddelden voor de Turken en Molukkers iets hoger liggen dan voor de Nederlanders. Ook is er geen significant hoofdeffect van setting, F(1, 112) = .08, p = .78, hetgeen betekent dat respondenten in dezelfde mate vergevingsgezind waren ongeacht of de onrechtvaardige behandeling plaatsvond in de publieke setting (M = 4.23) of in de privé setting (M = 4.17). Er is wederom geen significant interactie-effect tussen etniciteit en het type setting op vergevingsgezindheid, F(2, 112) = .19, p = .83. Aangezien de drie stellingen van deze schaal samen een erg lage betrouwbaarheid hadden,
- 27 -
Agressie of vergeven? Masterscriptie L.N. Thewissen
is er nogmaals een tweeweg ANOVA uitgevoerd met dezelfde onafhankelijke variabelen (etniciteit en type setting). De afhankelijke variabele was nu echter niet de gemiddelde score van de drie stellingen van de ‘vergevingsgezindheid’-schaal, maar de scores van één stelling uit deze schaal. Dit was de stelling die het meest direct ‘vergevingsgezindheid’ zou meten en dat was de stelling ‘In hoeverre zou u de ander vergeven?’. Er was geen significant hoofdeffect van setting F(1,112) = .18, p = .67. Respondenten waren in dezelfde mate bereid om de dader van een onrechtvaardige behandeling te vergeven in de privé setting conditie (M = 4.08) vergeleken met respondenten in de publieke setting conditie (M = 4.20). Ook was er geen significant hoofdeffect van etniciteit F(2, 112) = .01, p = .99, wat aangeeft dat Nederlanders (M = 4.12), Molukkers (M = 4.18) en Turken (M = 4.14) in dezelfde mate bereid waren om de dader van een onrechtvaardige behandeling te vergeven. Tot slot is er ook geen significant interactie effect tussen setting en etniciteit op de bereidheid om de dader te vergeven, F(2,112) = .11, p = .90 Discussie Wanneer mensen niet met respect en beleefdheid worden behandeld kan dit voor veel mensen een pijnlijke ervaring zijn. Ze zouden dan ook kunnen proberen om deze ervaring te vergelden door middel van een reactie (Miller, 2001). In dit onderzoek is nader onderzocht of er verschillen zijn in reacties van mensen nadat ze onrechtvaardig zijn behandeld. Daarbij is rekening gehouden met de setting waarin de onrechtvaardige behandeling plaatsvindt. Verschillende onderzoeken suggereren namelijk dat de aanwezigheid van publiek een verschil teweeg brengt in reacties van mensen als gevolg van een onrechtvaardige behandeling, omdat mensen meer gezichtsverlies kunnen lijden in een publieke situatie (Miller, 2001; Felson, 1978; Pitt-rivers, 1965). In dit huidige onderzoek is ook gekeken of er verschillen bestaan in hoe
- 28 -
Agressie of vergeven? Masterscriptie L.N. Thewissen
mensen uit verschillende culturen reageren op een onrechtvaardige behandeling. Mensen uit een collectivistische cultuur zouden namelijk meer waarde hechten aan het in stand houden van sociale relaties en mensen uit een individualistische cultuur hechten meer waarde aan het zichzelf onderscheiden van anderen (Baumeister & Leary, 1996; Snyder & Fromkin, 1977). Hierdoor zou het kunnen dat Nederlanders, die behoren tot een individualistische cultuur, anders reageren naar aanleiding van een onrechtvaardige behandeling dan Molukkers en Turken, die behoren tot meer collectivistische culturen. Doordat mensen uit collectivistische culturen meer waarde hechten aan het in stand houden van sociale relaties, zou het mogelijk zijn dat zij eerder kiezen voor ‘restorative justice’ in plaats van ‘retributive justice’ om op deze manier rechtvaardigheid te herstellen. Er is in dit onderzoek wel een onderscheid gemaakt tussen de twee collectivistische culturen. Turken zouden namelijk meer een ‘honor’-cultuur hebben en Molukkers meer een ‘face’-cultuur. Mensen die zijn opgegroeid in een ‘honor’-cultuur zouden een groot eergevoel hebben en eerder bereid zijn om hun reputatie te verdedigen (Ijzerman & Cohen, 2011). Dit zou andere reacties tot gevolg kunnen hebben vergeleken met mensen die zijn opgegroeid in een ‘face’-cultuur, die conflicten liever zouden willen vermijden en andermans ‘face’ intact willen laten (Leung & Cohen, 2011). Allereerst werd er in het huidige onderzoek, naar aanleiding van de literatuur, verwacht dat mensen assertiever zouden reageren wanneer er publiek getuige was van de onrechtvaardige behandeling dan wanneer er geen publiek aanwezig was, om zo rechtvaardigheid te herstellen. Daarnaast werd er verwacht dat mensen uit collectivistische culturen minder assertief en verbaal agressief zouden reageren op een onrechtvaardige behandeling dan mensen uit een individualistische cultuur, omdat zij sociale relaties graag intact willen houden en conflicten liever vermijden. Dit zou echter in mindere mate kunnen gelden voor Turken, omdat zij behoren
- 29 -
Agressie of vergeven? Masterscriptie L.N. Thewissen
tot een ‘honor’-cultuur en het verdedigen van de eigen reputatie behoort tot de normen en waarden van hun cultuur. Tevens werd er verwacht dat mensen uit collectivistische culturen eerder in staat zouden zijn om de dader van een onrechtvaardige behandeling te vergeven, om op deze manier rechtvaardigheid te herstellen. De resultaten van dit onderzoek laten zien dat het niet uitmaakt of de onrechtvaardige behandeling plaatsvindt in een publieke situatie of privé situatie. Respondenten bleken niet assertiever of verbaal agressiever te reageren in de publieke setting conditie dan in de privé setting conditie. De verwachting dat mensen in de publieke setting conditie assertiever zouden reageren dan in de privé setting conditie, kan dus niet worden bevestigd. Uit de resultaten bleek wel dat Turken en Molukkers iets assertiever reageren dan Nederlanders, ongeacht de setting waarin de onrechtvaardige behandeling zich afspeelt. De verwachting dat Nederlanders assertiever en verbaal agressiever zouden reageren dan mensen uit Turken en Molukkers, maar dat Turken assertiever en verbaal agressiever zouden reageren dan Molukkers, ongeacht de setting, kan dus niet worden bevestigd. Ook de verwachting dat mensen uit collectivistische culturen eerder in staat zouden zijn om de dader van de onrechtvaardige behandeling te vergeven dan mensen uit individualistische culturen, kan niet worden bevestigd; de resultaten van dit onderzoek lieten geen verschillen zien tussen Nederlanders, Turken en Molukkers en het vermogen om te vergeven. Ook al bestaat het idee dat mensen over het algemeen assertiever reageren op een onrechtvaardige behandeling in een publieke setting dan in een privé setting (Miller, 2001; PittRivers, 1965), toch blijkt uit de resultaten van het huidige onderzoek dat de setting waarin de onrechtvaardige behandeling plaatsvindt geen invloed heeft op reacties van mensen naar aanleiding van een onrechtvaardige behandeling. Het blijkt dat mensen niet extra gemotiveerd
- 30 -
Agressie of vergeven? Masterscriptie L.N. Thewissen
zijn om assertiever of verbaal agressiever te reageren wanneer er publiek bij is, dan wanneer er geen publiek bij is. Uit de descriptieve resultaten van Tabel 1 blijkt dat het geven van een assertieve reactie door mensen uit alle drie de culturen in beide condities verkozen wordt boven het geven van een verbaal agressieve, meegaande of terugtrekkende reactie. Dit geeft aan dat slachtoffers van een onrechtvaardige behandeling wel degelijk aan de dader te kennen geven dat ze het er niet mee eens zijn, dat ze zich onrechtvaardig voelen behandeld of dat ze het onacceptabel vinden. Een verklaring voor het gevonden resultaat zou kunnen zijn dat het aangetaste sociale imago van het slachtoffer in een publieke setting niet zwaarder weegt dan het geleden gezichtsverlies in een privé setting: slachtoffers van onrechtvaardige behandelingen willen het geleden gezichtsverlies vergelden door het geven van een assertieve reactie, ongeacht of er publiek bij aanwezig is of niet. Er kan in dit onderzoek dus geen verband worden gelegd tussen resultaten van het onderzoek van Miller (2001), dat het meer pijn doet voor mensen als zij onrechtvaardig worden behandeld in het bijzijn van publiek en de resultaten van het onderzoek van Felson (1978), dat mensen als gevolg van publieke vernedering en het aangetaste sociale imago assertiever zullen reageren. Hoewel de setting in dit huidige onderzoek geen invloed blijkt te hebben op reacties die mensen geven naar aanleiding van een onrechtvaardige behandeling, geven de resultaten aan dat de culturele waarden en normen waarmee iemand is opgegroeid wel een rol kunnen spelen in het geven van een assertieve reactie. Er is eerder namelijk gesuggereerd dat mensen uit een collectivistische cultuur een sterkere interdependent self-construal hebben, hetgeen betekent dat zij sociale relaties intact willen houden, het groepsbelang voorop stellen en conflicten liever vermijden. Mensen uit een individualistische cultuur zouden een sterkere independent selfconstrual hebben, waardoor zij egoïstischer zijn, zich niet zo veel van andere mensen aantrekken
- 31 -
Agressie of vergeven? Masterscriptie L.N. Thewissen
en daardoor minder remmingen zouden kunnen ervaren om assertief te reageren. De resultaten van dit onderzoek laten echter een trend zien dat Turken en Molukkers assertiever op een onrechtvaardige behandeling reageren dan Nederlanders. Dit spreekt de verwachting van dit onderzoek tegen dat mensen uit een individualistische cultuur assertiever zullen reageren op een onrechtvaardige behandeling dan mensen uit een collectivistische cultuur. De verdeling van culturen door Triandis (1989) in collectivistische en individualistische culturen is erg globaal. Er is al een onderscheid gemaakt tussen de twee collectivistische culturen in ‘honor’- en ‘face’-culturen, maar Nederlanders kunnen ook nog worden ingedeeld in een specifiekere cultuur, namelijk in een ‘dignity’-cultuur. Het uitgangspunt van een ‘dignity’cultuur is: ‘Ieder mens heeft een diepgewortelde waarde die niet afhangt van de waardering van andere mensen. Deze waarde kan niet worden verleend door andere mensen, noch kan het door anderen worden weggenomen. Daardoor is het onvervreemdbaar’ (Leung & Cohen, 2011, p. 509). Leung en Cohen stellen dat iemand uit een ‘dignity’-cultuur een sterk persoon zou zijn die zich gedraagt volgens eigen interne standaarden, liever dan zich laten leiden door plotselinge impulsen of grillen van een situatie, zoals de onrechtvaardige situatie in het gepresenteerde scenario in dit huidige onderzoek. Een gevolg hiervan kan zijn dat mensen die zijn opgegroeid met de normen en waarden van een ‘dignity’-cultuur, relatief ongevoelig zijn voor beledigingen of bedreigingen van anderen. Het is dus niet zo dat Nederlanders dankzij hun independent selfconstrual minder remmingen ervaren om een assertieve of verbaal agressieve reactie te geven, maar ze zullen eerder onverschillig zijn vanwege hun ongevoeligheid voor interpersoonlijke onrechtvaardigheden. Dit zou de gevonden trend in dit huidige onderzoek kunnen verklaren dat Nederlanders minder assertief reageren op een onrechtvaardige behandeling dan Turken en Molukkers.
- 32 -
Agressie of vergeven? Masterscriptie L.N. Thewissen
Het resultaat dat Molukkers even assertief en verbaal agressief reageren dan Turken, kan verklaard worden door het feit dat er in het gepresenteerde scenario in het huidige onderzoek geen andere mensen uit een ‘face’-cultuur aanwezig waren. Leung en Cohen (2011) suggereren namelijk dat een slachtoffer van een onrechtvaardige situatie in een ‘face’-cultuur geen vergeldende reactie mag en hoeft te geven, omdat dit de harmonie van het systeem verder onder druk zou zetten. In plaats hiervan is het in ‘face’-culturen de taak van de groep of van iemand die hoog staat in de hiërarchie om de dader van de onrechtvaardige behandeling te straffen. Bij de kassa in de supermarkt in het gepresenteerde scenario in dit huidige onderzoek is dit niet het geval, waardoor Molukkers zich genoodzaakt zouden kunnen zien om het geleden gezichtsverlies zelf te herstellen door middel van het geven van een assertieve of verbaal agressieve reactie. Het resultaat dat er geen verschil bestaat tussen mensen uit een individualistische cultuur en mensen uit een collectivistische cultuur in de bereidheid om de dader van een onrechtvaardige behandeling te vergeven, sluit niet aan bij de resultaten van Kadiangandu et al. (2001) en Suwartono et al. (2007). Zij vonden namelijk verschillen in de bereidheid om te vergeven tussen mensen uit individualistische en collectivistische culturen. Een verklaring voor het gevonden resultaat in het huidige onderzoek kan liggen in het feit dat Molukse en Turkse respondenten weliswaar aangaven een Molukse of Turkse etnische afkomst te hebben, maar dat ze bijna allemaal, op negentien Turken na, in Nederland zijn geboren. De negentien Turken die niet in Nederland waren geboren woonden gemiddeld al 31 jaar in Nederland. Hoewel de resultaten van deze respondenten op basis van hun etnische groep zijn geanalyseerd, wonen ze wel al hun hele leven in een individualistische cultuur. Zij ervaren het hierdoor misschien minder als een voorgeschreven maatschappelijke ‘plicht’ om mensen te vergeven en gebruiken het ook niet als
- 33 -
Agressie of vergeven? Masterscriptie L.N. Thewissen
een strategie om verlichting van wrok naar de dader toe mogelijk te maken, zoals gesuggereerd door Ting-Toomey (1988). Dit zou de resultaten hebben kunnen beïnvloed. Een limitatie van het huidige onderzoek, dat de resultaten mogelijk zou kunnen hebben beïnvloed, is de onrechtvaardigheid zoals die werd beschreven in het gepresenteerde scenario. De beschreven onrechtvaardigheid betreft namelijk niet alleen een interpersoonlijke onrechtvaardigheid; voorafgaand aan de interpersoonlijke onrechtvaardigheid heeft namelijk al een distributieve onrechtvaardigheid plaatsgevonden. De klant bij de kassa krijgt namelijk vijf euro te weinig wisselgeld terug waardoor de ‘equiteits regel’ kan worden toegepast: de input van de transactie is hoger is dan de output en daarom kan distributieve onrechtvaardigheid worden ervaren (Adams, 1965; Walster, Walster & Berscheid, 1978). Dus, niet alleen wordt onrechtvaardigheid ervaren wat betreft de behandeling door de caissière, maar ook doordat de uitkomst van de transactie niet eerlijk is verdeeld. Mensen zouden zich daarom geroepen kunnen voelen tot het geven van een assertievere reactie, ongeacht of er publiek bij aanwezig is of niet. Het ervaren van twee soorten onrechtvaardigheid tegelijkertijd kan dus van invloed zijn geweest op de scores van respondenten. Daarnaast suggereert Heider (1958) dat reacties kunnen worden beïnvloed door de onderlinge machtsverhouding van het slachtoffer en de dader. Iemand zou misschien een andere reactie geven als de dader leidinggevende is van het slachtoffer dan wanneer de dader een goede kennis is van het slachtoffer. Onderlinge relaties zijn in het huidige onderzoek verder buiten beschouwing gelaten, maar zouden mogelijk wel een rol kunnen spelen in reacties van slachtoffers van een onrechtvaardige behandeling. Ondanks deze kleine limitaties is er met het huidige onderzoek een beter beeld ontstaan van de invloed van setting en cultuur op de reacties die mensen geven naar aanleiding van een onrechtvaardige behandeling. Op basis van de resultaten kan worden geconcludeerd dat mensen
- 34 -
Agressie of vergeven? Masterscriptie L.N. Thewissen
niet assertiever of verbaal agressiever reageren in een publieke setting dan in een privé setting, nadat ze onrechtvaardig zijn behandeld. Turken en Molukkers reageren wel assertiever dan Nederlanders, ongeacht de setting waarbinnen de onrechtvaardigheid plaatsvindt. In dit onderzoek is verder gebleken dat er geen verschillen zitten tussen mensen uit een collectivistische cultuur en mensen uit een individualistische cultuur in de bereidheid om de dader van een onrechtvaardige behandeling te vergeven. Het huidige onderzoek heeft een bijdrage geleverd aan de wetenschap over reacties van mensen naar aanleiding van een onrechtvaardige behandeling, waarbij rekening is gehouden met de setting waarbinnen de onrechtvaardigheid plaatsvindt en de cultuur waaruit iemand komt. Er is rekening gehouden met cultuurverschillen binnen collectivistische culturen door een onderscheid te maken tussen ‘honor’- en ‘face’-culturen. In het kader van vervolgonderzoek zou het interessant kunnen zijn om verschillen in reacties op onrechtvaardige behandelingen binnen collectivistische culturen verder te onderzoeken. Er zou daarbij gebruik kunnen worden gemaakt van diepte-interviews met de deelnemers. Niet alleen om de relatie met de eigen cultuur te onderzoeken, maar ook om een beter beeld te krijgen van de accommodatie met de Nederlandse cultuur. Op deze manier zou er een completer beeld kunnen ontstaan over motieven om een bepaalde reactie te geven als gevolg van een onrechtvaardige behandeling. Ook zou het interessant kunnen zijn om te onderzoeken of reacties op een onrechtvaardigheid beïnvloed worden door onderlinge relaties tussen het slachtoffer en de dader. Het is dan ook essentieel om op basis van de gevonden trend in dit onderzoek verder onderzoek naar reacties op onrechtvaardige behandelingen te stimuleren en uit te breiden. Per slot van rekening komen we allemaal wel eens in een onrechtvaardige situatie terecht.
- 35 -
Agressie of vergeven? Masterscriptie L.N. Thewissen
Referentielijst Adams, J.S. (1965). Inequity in social exchange. In Berkowitz, L. (Ed.), Advances in Experimental Social Psychology, 2, 267-99. New York, NY: Academic. Aron, A., Aron, E. N., & Danny, S. (1992). Inclusion of other in self scale and the structure of interpersonal closeness. Journal of Personality and Social Psychology, 63, 596-612. Baumeister, R.F. & Leary, M.R. (1995). The need to belong: Desire for interpersonal attachments as a fundamental human motivation. Psychological Bulletin, 117(3), 497529. Bettencourt, B.A., & Miller, N. (1996). Sex differences in aggression as a function of provocation: a meta-analysis. Psychological Bulletin, 119(3), 422-47. Bies, R.J. (1987). The predicament of injustice: The management of moral outrage. In Cummings, L.L., & Shaw, B.M. (Eds.), Research in Organizational Behavior, 9, 289-319. London: JAI Press. Bies, R.J., & Moag, J.S. (1986). Interactional justice: communication criteria for fairness. In Sheppard, B. (Ed.), Research on Negotiation in Organizations, 1, 43-55. Greenwich, CT: JAI Press. Cross, S.E., Bacon, P.L., & Morris, M.L. (2000). The relation-interdependent self-construal and relationships. Journal of Personality and Social Psychology, 78(4), 791-808. Darley, J. M., & Pittman, T. S. (2003). The psychology of compensatory and retributive justice. Personality and Social Psychology Review, 7(4), 324-336. Ferguson, T.J., & Rule, B.G. (1981). An attributional perspective on anger and aggression. In Geen, R., & Donnerstein, R.E. (Eds.), Perspectives on aggression: Theoretical and empirical review, 41-74. San Diego, CA: Academic.
- 36 -
Agressie of vergeven? Masterscriptie L.N. Thewissen
Felson, R. B. (1978). Aggression as impression management. Social Psychology, 41(3), 205-213. Fricker, R. D., & Schonlau, M. (2002). Advantages and disadvantages of Internet research surveys: Evidence from the literature. Field Methods, 14(4), 347–365. Folger, R. (1984). Emerging issues in the social psychology of justice. In R. Folger (Ed.), The sense of injustice, 3-24. Springer US. Harb, C., & Smith, P. B. (2008). Self-construals across cultures: Beyond independence interdependence. Journal of Cross-Cultural Psychology, 39(2), 178-197. Hart, H. ‘t, Boeije, H., & Hox, J. (2009). Onderzoeksmethoden (8th ed.). Amsterdam: Boom. Heider, F. (1958). The psychology of interpersonal relations. New York, NY: Wiley & Sons. Hofstede, G. (2001). Culture’s consequences: Comparing values, behaviors, institutions, and organizations across nations (2nd ed.). Thousand Oaks, CA: Sage. Homans, G. C. (1961). Social behavior: Its elementary forms. Oxford, England: Harcourt, Brace. Goffman, E. (1956). The presentation of self in every day life. Edinburgh: University of Edinburgh Press. Kadiangandu, J. K., Mullet, E., & Vinsonneau, G. (2001). Forgivingness: A Congo-France comparison. Journal of Cross-Cultural Psychology, 32(4), 504-511. Kenrick, D. T., Neuberg, S. L., & Cialdini, R. B. (2009). Social Psychology: Goals in Interaction. Boston, MA: Pearson International Edition. Kim, S.H., Smith, R.H., & Brigham, N.L. (1998). Effects of power imbalance and the presence of third parties on reactions to harm: upward and downward revenge. Personality Sociology Psychology Bulletin, 24(4), 353-361.
- 37 -
Agressie of vergeven? Masterscriptie L.N. Thewissen
Kinderman, P., & Bentall, R. P. (1996). A new measure of causal locus: The internal, personal and situational attributions questionnaire. Personality and Individual Differences, 20(2), 261-264. Lazarus, R.S. (1991). Progress on a cognitive- motivational- relational theory of emotion. Journal of American Psychology, 46(8), 819-34. Leary, M. R. (2001). Towards a conceptualization of interpersonal rejection. In Leary, M.R. (Ed.), Interpersonal rejection, 3-20. New York, NY: Oxford. Leung, A. K. Y., & Cohen, D. (2011). Within- and between-culture variation: Individual differences and the cultural logics of honor, face, and dignity cultures. Journal of Personality and Social Psychology, 100(3), 507-526. Leventhal, G. S. (1980). What should be done with equity theory? New approaches to the fairness in social relationships. In Gergen, K., Greenberg, M., & Willis, R. (Eds.), Social Exchange Theory, 27-55. New York, NY: Plenum. Lind, E.A., & Tyler, T.R. (1988). The Social Psychology of Procedural Justice. New York, NY: Plenum. Lupfer, M.B.,Weeks, K.P., Doan, K.A., & Houston, D.A. (2000). Folk conceptions of fairness and unfairness. European Journal of Social Psychology, 30(3), 299-346. Mak, W. W. S., & Chen, S. X. (2006). Face concern: Its role on stress–distress relationships among Chinese Americans. Personality and Individual Differences, 41(1), 143-153. Markus, H.R., & Kitayama, S. (1991). Culture and the self: Implications for cognition, emotion, and motivation. Psychological Review, 98(2), 224-253.
- 38 -
Agressie of vergeven? Masterscriptie L.N. Thewissen
Mikula, G., Petrik, B., & Tanzer, N. (1990). What people regard as unjust: Types and structures of everyday experiences of injustice. European Journal of Social Psychology, 20(2), 133-149. Miller, D. T. (2001). Disrespect and the experience of injustice. Annual Review of Psychology, 52(1), 527-553. Messick, D.M., Bloom, S., Boldizar, J.P., & Samuelson, C.D. (1985). Why we are fairer than others? Journal of Experimental Social Psychology, 21(5), 480-500. Mosquera, P. M. R., Fischer, A. H., Manstead, A. S. R., & Zaalberg, R. (2008). Attack, disapproval, or withdrawal? The role of honour in anger and shame responses to being insulted. Cognition & Emotion, 22(8), 1471-1498. Mosquera, P. M. R., Manstead, A. S. R., & Fischer, A. H. (2002). The role of honor concerns in emotional reactions to offences. Cognition & Emotion, 16(1), 143-163. Pitt‐Rivers, J. (1965). Honor and social status. In Persitiany, J. (Ed.), Honor and shame, pp. 21– 77, London: Weidenfeld and Nicholson. Plato (1952). The Republic, Vol. 7. (translated by Jowett, B.) (Written about 375 BC). Encyclopaedia Britannica Great Books, 295-441. Chicago, IL. Skarlicki, D. P., Folger, R., & Tesluk, P. (1999). Personality as a moderator in the relationship between fairness and retaliation. Academy of Management Journal, 42(1), 100-108. Snyder, C.H., & Fromkin, H. (1977). Abnormality as a positive characteristic: The development and validation of a scale measuring need for uniqueness. Journal of Abnormal Psychology, 86(5), 518-527. Strelan, P., Feather, N.T., & McKee, I. (2008). Justice and forgiveness: Experimental evidence for compatibility. Journal of Experimental Social Psychology, 44(6), 1538-1544.
- 39 -
Agressie of vergeven? Masterscriptie L.N. Thewissen
Suwartono, C., Prawasti, C. Y., & Mullet, E. (2007). Effect of culture on forgivingness: A Southern Asia-Western Europe comparison. Personality and Individual Differences, 42(3), 513–523. Tangney, J. P., Miller, R. S., Flicker, L., & Barlow, D. H. (1996). Are shame, guilt, and embarrassment distinct emotions? Journal of Personality and Social Psychology, 70(6), 1256-1269. Thibaut, J., & Walker, L. (1975). Procedural Justice: A psychological analysis. New York, NY: Erlbaum. Thompson, L. Y., Snyder, C. R., Hoffman, L., Michael, S. T., Rasmussen, H. N., & Billings, L. S., . . . Roberts, D. E. (2005). Dispositional forgiveness of self, others, and situations. Journal of Personality, 73(2), 313-359. Ting-Toomey, S. (1988). Intercultural conflict: A face-negotiation theory. In Kim, Y., & Gudykunst, W. B. (Eds.), Theories in intercultural communication, 213-238. Newbury Park, CA: Sage. Toussaint, L., & Webb, J. R. (2005). Gender differences in the relationship between empathy and forgiveness. Journal of Social Psychology, 145(6), 673–685. Triandis, H.C. (1989). The self and social behavior in differing cultural contexts. Psychological Review, 96(3), 506–520. Walster, E., Walster G.W., & Berscheid, E. (1978). Equity: Theory and Research. Boston, MA: Allyn & Bacon. Weinstein, E. A., & Deutschberger, P. (1963). Some dimensions of altercasting. Sociometry, 26(4), 454-466.
- 40 -
Agressie of vergeven? Masterscriptie L.N. Thewissen
Williams, R.M. Jr. (1970). American society: A sociological interpretation (3rd ed.). New York, NY: Knopf. Zane, N., & Yeh, M. (2002). The use of culturally-based variables in assessment: Studies on loss of face. In Kurasaki, K., Okazaki, S., & Sue, S. (Eds.), Asian American mental health: Assessment theories and methods, 123-138. New York, NY: Kluwer Academic/Plenum Publishers.
- 41 -
Agressie of vergeven? Masterscriptie L.N. Thewissen
Bijlagen Tabel 1. Gemiddelde scores (met de standaardafwijking tussen haakjes) op reacties van respondenten na de onrechtvaardige behandeling naar etniciteit en setting Nederlanders
Turken
Molukkers
Privé
Publiek
Privé
Publiek
Privé
Publiek
Assertief
5.83 (.91)
5.17 (1.34)
5.88 (.92)
6.03 (.80)
6.19 (.92)
5.70 (1.05)
Verbaal
3.23 (1.12)
3.00 (1.19)
3.93 (1.19)
3.50 (1.13)
3.22 (1.44)
3.40 (1.15)
2.43 (1.24)
2.58 (1.45)
2.21 (1.24)
2.39 (1.55)
1.39 (.59)
2.44 (1.31)
Terugtrekkend 2.68 (1.00)
2.33 (1.27)
2.18 (1.17)
2.27 (1.49)
2.12 (1.12)
2.20 (1.27)
agressief Meegaand
- 42 -
Agressie of vergeven? Masterscriptie L.N. Thewissen
Tabel 2. Gemiddelde scores (met de standaardafwijking tussen haakjes) van respondenten op vergevingsgezindheid na de onrechtvaardige behandeling naar setting en etniciteit Privé
Publiek
Nederlanders
4.02 (.92)
3.94 (1.10)
Turken
4.26 (1.01)
4.29 (1.05)
Molukkers
4.28 (1.26)
4.49 (1.05)
- 43 -