Aan de raad
agendanummer
afdeling
Simpelveld
VI-
IBR
23 juli 2012
onderwerp
zaakkenmerk
Wet op de basistarieven Hulp bij het huishouden
844
Inleiding Het initiatiefwetsvoorstel Leijten over basistarieven in de HH (Kamerstuk 31347, zie bijlage 1) is aangenomen door de Tweede en Eerste Kamer (hierna ‘Wet basistarieven’) en inmiddels in het Staatsblad geplaatst (zie bijlage 2). De wet leidt tot aanpassing van de Wmo. Kern ervan is dat gemeenten basistarieven voor verschillenden vormen van huishoudelijke hulp moeten vaststellen op basis van reële kostprijzen. Drie maanden na plaatsing in het Staatsblad (1 juni 2012) is de wet van kracht. Vanaf 1 september 2012 moeten gemeenten die voornemens zijn een aanbesteding voor de HH aan te kondigen of potentiële inschrijvers uit te nodigen voor een offerte, rekening houden met deze wet. De wet koppelt het vaststellen van een basistarief aan het aangaan van de overeenkomst. Het is nog niet bekend of de minister van de bevoegdheid een algemene maatregel van bestuur te ontwerpen, gebruik zal maken. De VNG heeft op 29 juni 2012 een ledenbrief uitgebracht over deze wetswijziging. Deze is bijgevoegd als bijlage 3. Formeel kader, beleidskader, programma Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) / programma 9 Welzijn en Zorg Relatie met bestaand beleid / eerdere voorstellen -
Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning 2010 Uitvoeringsbesluit Wet maatschappelijke ondersteuning 2010 Wmo beleidsplan 2008-2011 Collegebesluit 10 april 2012 “Uitgangspunten aanbesteding Hulp bij het Huishouden” Collegebesluit 12 juni 2012 “Aanvullend advies inzake aanbesteding Hulp bij het Huishouden”
Pagina 1/ 6
Overwegingen In de Wet maatschappelijke ondersteuning wordt na artikel 21 een paragraaf ingevoegd. Voor de exacte wettekst verwijs ik u naar bijlage 2. De tekst van de wet bepaalt dat: ‘de gemeenteraden van de gemeenten basistarieven moeten vaststellen voor verschillende vormen van huishoudelijke verzorging op basis van reële kostprijzen van de onderscheidenlijke vormen van huishoudelijke verzorging. Bij het vaststellen van de kostprijzen moet de gemeente uitgaan van inzet van personeel door de aanbieder tegen arbeidsvoorwaarden die passen bij de vereiste vaardigheden benodigd voor het leveren van huishoudelijke verzorging’. Wanneer het college van burgemeester en wethouders overeenkomsten met derden aangaat voor het verlenen van huishoudelijke verzorging moet het college de door de gemeenteraad vastgestelde basistarieven in acht nemen. Voorts bepaalt de wet dat de rijksoverheid via een algemene maatregel van bestuur (AMvB) nadere regels kan stellen met betrekking tot vaststelling van de basistarieven en de arbeidsvoorwaarden (artikel 21a, lid 4). Tot slot bevat de wet een opdracht aan het college (artikel 21b) om de kwaliteit en de continuïteit van de gecontracteerde huishoudelijke verzorging te waarborgen. En ook hiervoor kan de minister nadere regels stellen.
Opties Basistarief: Het basistarief is te beschouwen als een minimumtarief voor de hulp bij het huishouden. Dit minimumtarief moet gebaseerd zijn op een reële kostprijs van de gevraagde dienst. De wet beoogt hiermee dat zorgaanbieders niet kunnen inschrijven onder de reële kostprijs. Hiermee beoogt de wet te voorkomen dat aanbieders voornamelijk op prijs in plaats van op kwaliteit gaan concurreren. Aan de andere kant beoogt de wet te voorkomen dat gemeenten in hun bestek een minimumtarief hanteren dat lager ligt dan de reële kostprijs. In de wet is geen definitie gegeven van wat een 'reële kostprijs' is. Wat reëel is kan vanuit verschillende perspectieven worden benaderd. Men kan primair kijken naar de feitelijke prijzen op de (lokale) markt, of men kan een berekening maken op basis van de belangrijkste kostencomponenten. Dit zijn directe en indirecte personeelskosten, algemene kosten, kosten van automatisering en huisvesting. Wanneer een gemeente meerdere vormen van HH contracteert, zal de gemeenteraad per vorm van HH een basistarief moeten vaststellen. Voor HH die voornamelijk uit schoonmaakwerk bestaat zal dan een lager basistarief worden vastgesteld dan voor HH waarbij de hulp verantwoordelijk is voor de organisatie van het huishouden. Dat het basistarief moet worden opgevat als een minimumtarief is belangrijk, omdat het daardoor mogelijk blijft voor aanbieders om via openbare aanbesteding te concurreren op prijs, maar uiteraard met minder ruimte dan wanneer er geen basistarief zou zijn.
Pagina 2/ 6
Voor de duidelijkheid merken wij op dat het basistarief niet hetzelfde is als het PGB tarief. Het basistarief heeft betrekking op het tarief voor instellingen. Het PGB tarief kan daarvan afgeleid zijn als met het PGB HH via een instelling wordt ingekocht, maar dit gaat niet op als de HH door een particulier wordt geleverd. In dat laatste geval kan een lager tarief worden vastgesteld. Aanbesteding HbH regio Parkstad Op dit moment zijn, in de regio Parkstad, zes gemeenten bezig met de aanbesteding HbH (zie Collegebesluit 10 april 2012 “Uitgangspunten aanbesteding Hulp bij het Huishouden” / Collegebesluit 12 juni 2012 “Aanvullend advies inzake aanbesteding Hulp bij het Huishouden”). Omdat dit traject al lopende is, hebben we juridisch advies ingewonnen in verband met de mogelijke consequenties van de tussentijdse wetswijziging. In principe geldt de wetswijziging alleen voor nieuwe aanbestedingen en niet voor de lopende contracten. In ons geval gaat het om een lopende aanbesteding. Het bestek is, conform planning, 10 juli 2012 naar de zorgaanbieder gestuurd. We hebben dit als volgt ingebouwd in de aanbesteding: 1.
2. 3.
4. 5.
In het bestek is een alinea opgenomen over deze wetswijziging, en dat de gemeenteraden nog een besluit dienen te nemen over de basistarieven. Dit besluit is uiteindelijk leidend in de aanbesteding. De gemeenteraden nemen een besluit over de basistarieven vóórdat de colleges contracten gaan sluiten met één of meerdere zorgaanbieders De inhoud van het bestek (met name het pakket van eisen) is zodanig geformuleerd dat het voldoet aan de inhoud van de wetswijziging. Concreet: er is gerekend met een reële kostprijs en de CAO VVT is toegepast in deze berekening. Voorafgaande aan het opstellen van het programma van eisen en het bestek heeft een marktconsultatie plaatsgevonden. Dit is ook het advies van de VNG. Als laatste heeft er een benchmark plaatsgevonden onder gemeenten om te bekijken wat een reële kostprijs is.
Dit betekent dat we het bestek op een verantwoorde manier hebben opgesteld en daarbij de wetswijziging respecteren. Personele aspecten Financiële aspecten In het aanbestedingsbestek is een maximaal tarief opgenomen. Bij inschrijving mogen zorgaanbieders geen hoger uurtarief opvoeren. Dit maximale uurtarief is tot stand gekomen na een zorgvuldige berekening.
Pagina 3/ 6
Dit tarief is echter niet hetzelfde als het basistarief: dit is een minimum-tarief, gebaseerd op reële kostprijs en op het hanteren van de CAO voor de thuiszorg. Bij het bepalen van het maximale uurtarief, zoals opgenomen in het bestek, is uitgegaan van een minimum-tarief. In bijlage vindt u drie verschillende berekeningen terug. Deze zijn gebaseerd op: -
max. schaal FWG 10 + max. schaal FWG 15 een mixtarief voor HbH basis en HbH plus geleverde uren voor de gemeente Heerlen % ziekteverzuim % productiviteit % overhead doorrekening van de verwachte uren in 2013
Bij het opstellen van het bestek is uitgegaan van een reële kostprijs van € 20,24. Hierbij is uitgegaan van 7% ziekteverzuim, 90% productiviteit en 30% overhead. Dit zijn echter ruime marges, wetende dat het ziekteverzuim bij de meeste zorgaanbieders op 5% zit en de overhead meer richting 20% dan 30% gaat. Tevens hebben we gekeken naar de landelijke tarieven. Deze variëren, in het geval een mixtarief wordt gehanteerd, van € 19,52 tot 21,91. Vervolgens zijn we in het bestek uitgegaan van een uurprijs van € 21,= waarbij de zorgaanbieder een toeslag kan krijgen: € 0,22 per zorguur extra bij het toepassen van vroegsignalering € 0,22 per zorguur extra bij deelname aan wijkteams € 0,23 per zorguur extra bij het efficiënter maken van arrangementen Als de zorgaanbieder voldoet aan deze drie wensen van de gemeente, kan er worden uitgegaan van een uurtarief van € 21,67. Dit is ruim voor de reële kostprijs van € 20,24. Ter berekening: in Simpelveld worden 50.000 uren zorg per jaar geleverd: 50.000 x € 1,43 = € 71.500,=. Aanbesteding Communicatie Na vaststelling van het basistarief door de gemeenteraad wordt het besluit gepubliceerd en 4 weken ter inzage gelegd. Op 12 april 2012 (zie bijlage 5) en 6 juli 2012 (zie bijlage 6) is een brief ingekomen van CVN Publieke Zaak / Cluster Zorg. In beide brieven wordt bezorgdheid uitgesproken over de thuiszorg. Zij roepen de gemeente op om zorg te dragen voor goed opdrachtgeverschap, door:
Pagina 4/ 6
-
contracten te sluiten met zorgaanbieders die de CAO-VVT hanteren afspraken te maken over de tarieven in het aanbestedingsbestek in de contractperiode geen wijzigingen in het indicatiebeleid door te voeren de contracten niet tussentijds te wijzigen afspraken te maken over overname van personeel FWG 15 te hanteren bij het bepalen van het uurtarief
In het door het college vastgestelde bestek zijn deze zaken gewaarborgd. Na vaststelling van het basistarief zal het CNV schriftelijk geïnformeerd worden over de wijze waarop de gemeente Simpelveld het opdrachtgeverschap invult. Evaluatie Vervolg / planning Na vaststelling van het basistarief door de gemeenteraad zal het college pas overgaan tot het sluiten van contracten. Voorstel Voorstel is om voor de Wmo-voorziening “Hulp bij het Huishouden – mixtarief” een basistarief vast te stellen van € 20,24 en dit basistarief te hanteren bij het aanbesteden van de Hulp bij het Huishouden in 2012.
Het college van burgemeester en wethouders in Simpelveld, De secretaris, De burgemeester,
P.J.J.M. Schillings
mr. R. de Boer
Pagina 5/ 6
Commissieadvies In de raadscommissie vergadering van 23 augustus 2012 hebben de fracties als volgt geadviseerd: De fractie
Burgerbelangen: voor / tegen Leefbaar Simpelveld: voor / tegen Simpelveld Lokaal: voor / tegen CDA: voor / tegen PvdA: voor / tegen
De commissiegriffier
Aanbieding aan de Raad Aan de raad wordt voorgesteld om conform het voorstel te besluiten Simpelveld, 6 september 2012 Het presidium van Simpelveld, De griffier, De voorzitter,
L.M.G. Wassenberg
mr. R. de Boer
Pagina 6/ 6