AGENDA
RAADSCOMMISSIE
SOCIAAL
Aan de leden van de raadscommissie Sociaal Onderwerp Uitnodiging commissievergadering
Datum 12 November 2013
0B
Geachte leden, Hierbij nodig ik u uit voor de vergadering van de commissie Sociaal op WOENSDAG 27 november 2013 om 19.30 uur in de Burgerzaal van het stadhuis. (attentie: de vergaderingen van de reguliere commissie en de uitloop van 28 november zijn samengevoegd)
Agenda:
Portefeuillehouder
1.
Opening en mededelingen van de voorzitter
2.
Vaststellen van de agenda
3.
Stukken ter informatie Er zijn geen stukken ter informatie.
4.
Actielijst 15 oktober 2013
5.
Mededelingen van het college
6.
Actualiteiten en vragen van de commissie Vragen graag uiterlijk op de dag van de vergadering vóór 9.00 melden bij de commissiegriffier(
[email protected])
7.
Winkeltijdenverordening Hengelo (1007880)
Ten Heuw
De commissie wordt gevraagd te adviseren voor raadsbehandeling om de Winkeltijdenverordening Hengelo 2014 vast te stellen op basis van de conclusies/ draagvlak per winkelgebied. 8.
Regionaal Transitiearrangement Jeugdzorg Twente (1007312)
Oude Alink
De commissie wordt gevraagd te adviseren voor raadsbehandeling om het Regionaal Transitiearrangement Jeugdzorg Twente vast te stellen en kennis te nemen van de aanbiedingsbrief aan de Transitiecommissie stelselherziening Jeugd (TSJ) 9.
10.
Integraal Kind Centrum Hengelo (1007971)
Oude Alink
De commissie wordt gevraagd te adviseren voor raadsbehandeling om in te stemmen met de notitie Integraal Kind Centrum Hengelo
Lievers
Kredieten Klimaat luchtcirculatie 2012 en vervanging Dak 2012 Twentebad (1007488)
Lievers
De commissie wordt gevraagd te adviseren voor raadsbehandeling om akkoord te gaan met het voorgestelde dekkingsvoorstel voor de overschrijding op de kredieten. 11.
Programma en overzicht onderwijshuisvesting 2014 (1007562)
Lievers
De commissie wordt gevraagd te adviseren voor raadsbehandeling om het programma voorzieningen onderwijshuisvesting 2014, en de daarbij horende financiële consequenties, vast te stellen. 12.
Statuten en convenant Stichting OSG Hengelo (1006536) De commissie wordt gevraagd te adviseren voor raadsbehandeling om in te stemmen met de statuten OSG Hengelo en het bestuurlijk convenant OSG Hengelo Bezoekadres Burg. Jansensplein 1 E-mail adres
[email protected]
Lievers
Behandeld door Mevr. A. Haarhuis Tel. 074-2459978 Fax. 074-2459233
Agendapunten in het kader van de Transities
13.
(Sociale) Wijkteams
Tijd
Portefeuillehouder
max. 60 min. Oude Alink
We moeten als gemeente de rol en positie van (sociale) wijkteams concretiseren. Enerzijds om onze partners duidelijkheid te geven, anderzijds om invulling te geven aan de middelen die we per 2015 van het Rijk ontvangen voor sociale wijkteams. Maar de inhoudelijke richting is nog lang niet altijd duidelijk. Doel, rol en positie van wijkteams verschillen ook nogal per gemeente. Welk doel moeten wijkteams in Hengelo dienen? Welke rol en positie hoort daar dan bij? Gaat het om vraagverheldering op wijkniveau of om de daadwerkelijke steun/hulpverlening? En hoe verhouden wijkteams zich tot het publieksplein (voorheen middelpunt)? Hoewel in de Hengelose conceptnotitie over toegang het voornemen wordt uitgesproken om zoveel mogelijk aan te sluiten bij bestaande structuren en netwerken, willen we aan de hand van een aantal scenario’s met de commissie sociaal van gedachten wisselen over de toekomstige doelstelling, rol en positie van (sociale) wijkteams in Hengelo. 14.
Stand van Zaken Wetgevingstrajecten
max. 30 min. Oude Alink en Ten Heuw
Onlangs is het wetsontwerp Jeugdwet door de Tweede Kamer vastgesteld, ligt het voorstel Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 bij de Raad van Staten en is ontwerp van de Participatiewet onderweg naar de Raad van Staten. We kunnen ons voorstellen dat vanuit deze processen interessant informatie komt die we graag met u willen delen. 15.
Rondvraag
Voor alle agendapunten geldt dat, volgens afspraak, de technische en feitelijke vragen vóóraf via de mail (
[email protected]), of rechtstreeks aan de behandelend ambtenaar, gesteld dienen te worden. De antwoorden worden dan zo spoedig mogelijk gegeven en aan allen beschikbaar gesteld. De voorzitter van de commissie, Namens deze,
Anke Haarhuis Commissiegriffier
Nummer + corsanr. 1 (511370)
Streef datum 25-9-2013
Actielijst Raadscommissie Sociaal 15 Oktober 2013 Datum Opvoer Onderwerp/aanleid Actie Stand van zaken 3-7-2013 Behandeling Samenleving/ Er komt een overzicht rond de bezuinigingen op scootmobielen, Psz stand van zaken t.a.v. alles wat we al gedaan hebben. De Kadernota in de commissie heeft per mail (dd 14-11)een notitie ontvangen, raadsvergadering agendapunt kan worden afgevoerd. Scootmobielen
2 (511368)
20-12-2013
19-6-2013 Toekomst Primato
3 (511369)
20-12-2013
19-6-2013 Toekomst Primato
4 (513291)
20-12-2013
5 (508568)
1-1-2014
6 (512999)
7 (501553)
Samenleving In december is het volgend overleg over het buitenonderhoud dat overgaat naar scholen (nulsituatie en teruglever-situatie). Daarna komt de wethouder met meer informatie
wethouder Oude Alink
Lievers
Samenleving In november komt er uitsluitsel van Primato en daarna zal het naar Lievers de commissie worden toegezonden. 25-9-2013 Vogelkwartier/Denks SAM Wethouder gaat in gesprek met zowel Vogelkwartier (kijken naar Lievers port Motie vreemd in mogelijkheden tot een andere (hoofd)huurder erbij te vinden voor raad 8 oktober. voornamelijk overdag)als Denksportcentrum (kijken of het centrum ‘tegen een redelijke prijs’ zelf kan kopen).In december komt de wethouder middels een verslag met de stavaza. 13-3-2013 procesbrief Vrijwilligers en Mantelzorgers
Samenleving De rol/positie van de mantelzorger wordt meegenomen in het proces rondom het beleidsplan AWBZ.
10-1-2014
28-8-2013 Projectplan Maatschappelijke participatie
Samenleving De wethouder heeft toegezegd in januari een evaluatie te doen van Ten Heuw de uitvoering van het projectplan maatschappelijke participatie met daarbij o.a. aandacht voor motivatie, en dat wat de deelnemers geleerd hebben.
1-3-2014
16-1-2013 Maatschappelijke stages
Samenleving De wethouder gaat in overleg met de scholen of en zo ja hoe maatsschappelijke stages na 1 januari 2015 kunnen worden ingevuld.
5-11-2013 Buurtbonnen
Samenleving De wethouder zal de criteria voor de besteding van de buurtbonnen Lievers nogmaals met de commissie delen. Daarbij zal ook de input van de bewonersoverleggen worden meegenomen.
8
Actiepunten afgevoerd : 501551
??
Samenwerking kinder-opvang/ peuterspeelzaalwerk en onderwijs
Samenleving De diverse organisaties en scholen in Hengelo zijn in gesprek met elkaar en in oktober zal er meer duidelijkheid zijn over mogelijke samenwerking.
Oude Alink/Lievers
Lievers
Oude Alink en Lievers
492937
Evaluatie FBK Games
Samenleving De schriftelijke evaluatie van de FBK- games wordt aan de Lievers commissie sociaal toegezonden. Relatie leggen met brede discussie over de financiën en de toekomst van FBK-games en FBKstadion.
511366
Bezuinigingstaakstell Samenleving Nu FC Twente zich heeft teruggetrokken zal moeten worden Lievers ing sport gekeken hoe de taakstelling van 280.000 euro ingevuld kan worden via subsidies, inbkomsten/tarieven, kosten verschuiven.
RAADSBESLUIT ZAAKNUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
1007880
Hartendorp, Coen
RU-REO
Mariska ten Heuw
ONDERWERP
Winkeltijdenverordening Hengelo
DE RAAD VAN DE GEMEENTE HENGELO BESLUIT:
Aan de Raad wordt voorgesteld: - de Winkeltijdenverordening Hengelo 2014 vast te stellen op basis van de conclusies/ draagvlak per winkelgebied.
PUBLIEKSVRIENDELIJKE SAMENVATTING
De Eerste kamer heeft 28 mei 2013 besloten tot wijziging van de Winkeltijdenwet. Dit heeft tot gevolg dat gemeenten zelf kunnen bepalen hoe vaak -en onder welke voorwaarden- winkels binnen de gemeente kunnen openen op zon- en feestdagen. Met de voorliggende Winkeltijdenverordening wordt het voor ondernemers eenvoudiger om gebruik te maken van een koopzondag. Het maximale aantal koopzondagen is bepaald op 20 dagen voor de binnenstad en 20 dagen voor de overige wijken. Voor winkels in het winkelgebied Plein Westermaat wordt het mogelijk elke zon- en feestdag de winkel open te stellen. DE GEMEENTERAAD VAN HENGELO,
De griffier
DATUM
De voorzitter
RAADSADVIES ZAAKNUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
1007880
Hartendorp, Coen
RU-REO
Mariska ten Heuw
ONDERWERP
Winkeltijdenverordening Hengelo
PROGRAMMA/FACET-AGENDA
01 - Werk verbindt
AANLEIDING, DOEL EN WAT GING ER AAN VOORAF
Aanleiding Op 28 mei 2013 heeft de Eerste Kamer ingestemd met een initiatiefvoorstel tot wijziging van de Winkeltijdenwet. Deze wetswijziging is op 1 juli 2013 in werking getreden. Op grond van de gewijzigde Winkeltijdenwet blijven de wettelijke verboden om winkels op zon- en feestdagen en op werkdagen voor 6 uur en na 22 open te stellen, bestaan. Gemeenten kunnen echter zelf bepalen of – en in hoeverre- zij vrijstelling of ontheffing verlenen van deze verboden. Alles tussen geen en volledige vrijstelling voor winkelsluiting op zon- en feestdagen is mogelijk. Dit maakt dat we ook in Hengelo moeten overwegen of het regime dat in februari 2013 door uw raad is vastgesteld moet worden bestendigd of verruimd. Wat ging er aan vooraf Na aanleiding van de wetswijziging heeft de gemeenteraad op 2 juli jl. ingestemd met een eerste wijziging van de winkeltijdenverordening Hengelo 2013. Dit betrof een meer technische reparatie van de gewijzigde regelgeving. In dit voorstel aan de raad stond eveneens opgenomen dat het college in het vierde kwartaal met een raadsvoorstel zou komen dat in gaat op het koopzondagenregime voor 2014. Daarnaast is er eind 2012 een discussie gevoerd in de raad over verruiming van de koopzondagen van 12 naar 20 per winkelgebied. De ChristenUnie heeft destijds een enquête gehouden onder winkeliers om draagvlak te peilen voor verruiming van de koopzondagen. De resultaten daarvan zijn in uw bezit. In 2011 is er een akkoord bereikt met een aantal supermarkten met betrekking tot het niet gebruiken van een ontheffing die zij destijds hadden voor een continue openstelling op zondag. Daarmee werd het regime wat betreft openstelling voor alle supermarkten weer gelijk, namelijk niet geopend op de zon- en feestdagen tenzij het een reguliere koopzondagen voor dat stadsdeel betreft. Doel Het college ziet dat de wereld verandert: werktijken veranderen, sociale verbanden worden anders, verenigingsleven en vrijwilligerswerk neemt een belangrijke positie in, gezinssituaties en ook bijvoorbeeld de grote invloed van internet en de opkomst en gebruik van tablats. Dit alles heeft ook invloed op de tijden en dagen waarop mensen willen en kunnen winkelen. In het parlement is hier op gereageerd door gemeenten de mogelijkheid te bieden verruiming van winkeltijden op zondagen te kunnen faciliteren. Ons college ziet dat consumenten, ondernemers en detaillisten zich op een andere manier tot elkaar gaan verhouden. Een enigszins gereguleerde overgang naar verruiming van de openingstijden is ons inzien het beste om de maatschappelijke veranderingen te faciliteren. De mate waarin die verruiming wordt gegeven wordt bepaald door het draagvlak dat met name ondernemers daar zelf voor creëren. Binnenstad / Overige wijken Met dit voorstel wordt uw raad een winkeltijdenverordening voorgelegd waarmee het beleid van maximaal 20 koopzondagen voor de stadsdelen Binnenstad en Overige Wijken op dit moment nog ongewijzigd blijft. De voorgestelde wijziging op dit punt betreft een verlaging van de regeldruk voor ondernemers. Ondernemers hoeven –na vaststelling van de voorgelegde verordening- geen extra ontheffing of evenement meer te organiseren en de daarvoor benodigde vergunningen aan te vragen. Hierbij is onder meer rekening gehouden met verschillende belanghebbenden en de daarbij behorende behoefte aan openstellingsmogelijkheden van hun winkel. Plein Westermaat
In dit voorstel wordt winkelgebied Plein Westermaat aangewezen als koopcentrum met een regionale betekenis. Hiervoor geldt dat de winkels binnen dit gebied op elke zon- en feestdag geopend mogen zijn.
INHOUD VAN HET VOORSTEL
Wat mag de raad regelen De raad kan wat betreft openstelling op zondag op basis van de huidige wet onder andere keuzes maken ten aanzien van: het aantal koopzondagen; het gebied; de branches; de openingsuren. Ook het delegeren aan het college van (een deel van) deze mogelijkheden is een bevoegdheid van de raad. Met andere woorden; de raad kan tot volledige vrijgave van openstelling op de zondag besluiten, maar daarbij het college de mogelijkheid geven binnen dat kader de vrijheid verder in te vullen. De gemeenteraad is niet verplicht wijzigingen aan te brengen in de Winkeltijdenverordening Hengelo 2013. De vigerende verordening voldoet aan de eisen die gesteld worden in de geactualiseerde Winkeltijdenwet. Inventarisatie Jaarlijks worden de wensen van ondernemers en ondernemersverenigingen geïnventariseerd waar het de koopzondagen aan gaat. Voor het kalenderjaar 2014 is de inventarisatie juni jl. gestart. In tegenstelling tot voorgaande jaren is daarbij niet uitgevraagd op basis van de vigerende verordening, maar is ook gevraagd naar de behoefte en het draagvlak voor een algehele vrijgave van winkelopenstelling op de zon- en feestdagen. De inventarisatie heeft als volgt plaatsgevonden: Oproep in de gemeenteadvertentie van 11 juni 2013 Gesprekken met winkeliers; dit kunnen gesprekken zijn waarbij de aanleiding direct het onderwerp winkeltijden was, maar ook waarbij het onderwerp bewust ter sprake is gebracht met de winkelier. Dit zijn gesprekken geweest met winkeliers uit verschillende branches, op verschillende vestigingslocaties én met zowel zelfstandigen als filiaalbedrijven. Gesprekken met verschillende ondernemersverenigingen Niet alle gesprekken hebben, ondanks uitdrukkelijke verzoeken daartoe, geleid tot een schriftelijke reactie vanuit de ondernemers. Toch is getracht de reacties uit de gesprekken met de verschillende betrokkenen te bundelen. Naast de bundeling van de reacties in de bijlage is in onderstaand schema terug te lezen wat de verschillende gedachten zijn ten aanzien van de winkelopenstelling op de zondag. Ook is in omliggende gemeenten geïnventariseerd hoe er wordt omgegaan met de gewijzigde winkeltijdenwet. Lokaal
Plein Westermaat / Perifere Locaties
Binnenstad
Wijkcentra vs. Supermarkten
Hier is de wens elke zondag de winkels open te stellen. Hierbij geldt deze wens met name wanneer ook andere winkelgebieden in de regio op zondag open gaan (meubelboulevards Oldenzaal en Almelo, binnenstad Enschede). Ook de concurrentie met de MAKRO en internet speelt hierbij een rol. De Stichting Centrummanagement Hengelo opteert voor 16 koopzondagen voor 2014. Hier is geen collectieve wens voor openstelling van de winkels op alle zondagen in de binnenstad. Er geldt een voorkeur voor een vaste regelmaat van de zondagsopenstelling en openstelling samen met de organisatie van een evenement. Bij de SCH bestaat wel de behoefte aan regulering in de vorm van een maximering van het aantal koopzondagen voor dit gebied. Bij supermarkten ligt er collectief de wens voor openstelling op de zondag. Wel met een vraag van beperking in de openingstijden van bijvoorbeeld 12:00 uur tot 19:00 uur. Voor overige winkels in de wijkwinkelcentra ligt er geen wens voor openstelling op alle zondagen. Er is alleen een vraag voor openstelling indien er sprake is van een wijkfeest of een zondag voorafgaand aan een feestdag. Bij de collectieve ondernemersorganisaties van de wijkwinkelcentra bestaat er geen, althans onvoldoende, draagvlak voor een ruimer regime ten aanzien van openstelling op zon- en feestdagen.
Regionaal
Voor alle gemeenten geldt dat er nog geen definitieve besluitvorming heeft plaatsgevonden over het wel of niet –beperkt- vrijgeven van de openstelling op de zondag. Enschede Momenteel hebben alle supermarkten in Enschede de mogelijkheid elke zondag de winkel te openen, dit blijft naar verwachting mogelijk. Vanuit de binnenstadondernemers is er de wens voor 26 koopzondagen. Bouwmarkten en tuincentra willen graag zelf kunnen bepalen of zij open kunnen. Dit bepalen zij mede op basis van het seizoen en de concurrentie die wellicht regionaal is. Almelo De behoefte aan de zondagsopenstelling tussen maar ook binnen de verschillende gebieden/branches is zeer divers. Vooral vanuit de Meubelboulevard en de bouwmarkten / tuincentra is er de vraag naar verruiming van de openstellingsmogelijkheden. Regionale mogelijkheden spelen hierbij ook een rol. Een denkrichting is om de verantwoordelijkheid te laten nemen door de betrokken partijen zelf en dat de gemeente hierin zo min mogelijk beperkingen op gaat leggen. Borne Eventuele vrijgave van de openstelling op zondag betekent niet dat alle winkels daadwerkelijk op zondag open zullen gaan. De wensen zijn zeer divers: 6 gezamenlijke koopzondagen en voor bepaalde –seizoen gerelateerde- branches zijn er wensen voor uitzondering. Oldenzaal In september raadsbesluit genomen dat alle supermarkten open kunnen in Oldenzaal. Voor het overige nog onbekend wat de wensen zijn ten aanzien van openstelling.
Overige argumenten Argumenten/zaken die een rol spelen bij een besluit met betrekking tot het aantal koopzondagen; Concurrentie met internet; Vooral voor Plein Westermaat geldt dat men door de toenemende concurrentie met de detailhandel via internet wil kunnen concurreren door het ruimer kunnen openstellen van hun winkels. De meeste internetverkopen worden gedaan na 21 uur ’s avonds en op de zondag. De klant heeft dan niet altijd de mogelijk om te kunnen kopen in de fysieke winkel. De verwachting is dat het percentage van de omzet in de detailhandel dat via internet verkocht wordt in de komende jaren zal toenemen. Per branche zijn er echter grote verschillen. Concurrentie MAKRO; De MAKRO valt onder het regime van de groothandel en hierdoor buiten de werking van de winkeltijdenwet. De MAKRO kan dus elke zondag de groothandel openstellen voor hun pashouders. Over deze ‘oneerlijke’ ontwikkeling bestaat al langer discussie met onder andere de ondernemers op Plein Westermaat, de supermarktbranche en de ondernemers op het Esrein. Deregulering en handhaafbaarheid / terugtrekkende overheid; Het opstellen van regels en/of beperkingen heeft alleen nut indien er ook zicht is op een daadwerkelijke handhaving en bijkomend handelen bij het inwerkingtreden van de verordening. De vigerende verordening biedt op dit moment de mogelijkheid om per deelgebied acht ontheffingen aan te vragen voor openstelling op zondag indien er een koppeling is met een evenement. In het kader van deregulering kan deze verplichting tot aanvraag van ontheffing uit de verordening worden gehaald. Positie (kleinere) zelfstandigen; Winkeliers die zijn aangesloten bij een winkelketen (als franchisenemer of als filiaalhouder) zijn vaker bereid om wekelijks ’s zondags geopend te zijn. Kleine zelfstandigen hebben echter veelal geen behoefte aan openstelling op zon- en feestdagen. Argumentatie hiervoor is deels economisch (extra omzet weegt niet op tegen de extra kosten), deels sociaal (werken in veel gevallen al 6 dagen per week). Positie werknemers; Een verandering van het regime ten aanzien van de zondagsopenstelling heeft ook consequenties voor een deel van het winkelpersoneel. Redenen voor werknemers om niet op zondag te willen werken zijn dat men tijd wil vrij houden voor sociale activiteiten (familiebezoek, sporten, hobby’s) of geloofsovertuiging. Een voorname reden om wel op de zon- of feestdag te werken is om meer geld te verdienen. Parkeergelden binnenstad / handhaving op koopzondagen; De parkeerverordening regelt dat er bij iedere koopzondag betaald parkeren geldt. Vrijgave van het aantal koopzondagen maakt dus dat in de basis er elke zondag betaald geparkeerd moet worden in het centrum, ook op zondagen dat er mogelijk geen winkelopenstelling is. Daarnaast geldt dat een extra verruiming (dus extra t.o.v. hetgeen nu voorligt) van de openstellingsmogelijkheden ook personele consequenties heeft voor bijvoorbeeld de afdeling stadstoezicht.
Concluderend Het beleid van de gemeente (benoemd in de Beleidsvisie Detailhandel Hengelo 2006 – 2016, geactualiseerde beleidsvisie 2012) ten aanzien van de winkeltijden is dat ondernemers op gelijke voorwaarden moeten kunnen concurreren binnen een geldend wettelijk kader. Het wettelijk kader is landelijk nu zodanig gewijzigd dat er een regime kan ontstaan waarbij op gelijke voorwaarden op meer zon- en feestdagen winkelopenstelling kan plaatsvinden. Deze voorwaarden moeten vervolgens worden neergelegd in de lokaal vast te stellen winkeltijdenverordening. De lokale belangenafweging moet de voorwaarden in deze lokale verordening inkleuren. De wijziging van de Winkeltijdenwet heeft voor gemeenten voornamelijk een discussie over het aantal koopzondagen als gevolg. Op basis van de lokale inventarisatie blijkt dat er sprake is van een diversiteit aan wensen en belangen ten aanzien van de winkelopenstelling op zon- en feestdagen. Hoe helder sommige wensen vanuit de verschillende branches of gebieden ook zijn, een juridisch juiste en eerlijke vertaling naar een beleidslijn in de verordening is niet eenvoudig te maken. In de vigerende detailhandelsvisie zijn drie soorten winkelgebieden te onderscheiden aan de hand van winkelmotieven: Dagelijks winkelen (Wijkwinkelcentra, buurtwinkelcentra) Recreatief winkelen (Binnenstad) Doelgericht winkelen (PDV/GDV-locaties) Het is logisch om met het regime rond openingstijden aan te sluiten bij de winkelmotieven op basis waarvan men een winkelgebied bezoekt. In de periode juli tot en met oktober is er contact en overleg geweest tussen Stichting Centrum Management Hengelo en de ondernemersvereniging Plein Westermaat. Doel hiervan was om tot afstemming te komen over de openingstijden op zondag. Dit heeft erin geresulteerd dat de Binnenstad vraagt om regulering van zestien koopzondagen en dat Plein Westermaat vraagt ontheffing voor alle zondagen vraagt. Deze verzoeken worden door hen niet afhankelijk gemaakt van het voorstel van de ander. Dagelijks Winkelen Voor supermarkten en overige winkels binnen het winkelmotief (zie detailhandelsvisie) ‘dagelijks winkelen’ geldt een gelijke arbitraire afweging. De wens vanuit de supermarktenbranche is er om elke zondag hun winkels te kunnen openstellen. Kleine zelfstandigen in de food-branche of andere winkels die in het winkelcentrum zitten die deels dezelfde producten verkopen hebben de wens echter niet om hun winkels open te stellen. Voor deze ondernemers geldt dat er teveel inbreuk wordt gepleegd op het sociaal gebeuren van de ondernemers en werknemers. Daarnaast zien zij de extra openstelling voornamelijk als omzetverschuiving waarbij de kosten toenemen aangezien er een toename is in het aantal openstellingsuren. Conclusie Het economisch functioneren van winkelcentra slaagt alleen indien er sprake is van een bepaalde concentratie van winkels voor het dagelijkse winkelen en compleet aanbod voor de consument. Dit complete aanbod richt zich niet alleen op het aanbod in producten maar ook een zo compleet mogelijk aanbod in te bezoeken winkels tijdens openingstijden. Op dit moment zien wij gene draagvlak voor een ruimere regime dan twintig koopzondagen. Wijk- en buurtwinkelcentra vallen in de verordening onder het stadsdeel ‘overige wijken.’ Dit betekent dat zij op basis van de voorgestelde verordening de mogelijkheid krijgen gedurende 20 zon- en feestdagen de winkel te openen. Recreatief Winkelen Voor het gebied binnenstad met als winkelmotief ‘recreatief winkelen’ geldt dat er nauwelijks discussie is over het aantal koopzondagen. De Stichting Centrummanagement Hengelo heeft de wensen van ondernemers geïnventariseerd en hieruit blijkt dat men tevreden is met de ruimte die de huidige verordening biedt ten aanzien van de winkelopenstelling op de zon- en feestdagen. Er is geen collectieve behoefte aan verruiming van de openstellingsmogelijkheden. Wel is er vanuit de SCH de wens voor enige vorm van regulering voor dit gebied. Conclusie De binnenstad blijft binnen de voorgestelde verordening een apart stadsdeel. Binnen dit stadsdeel bestaat de mogelijkheid voor openstelling op 20 zon- en feestdagen. Naar wens van de SCH zullen deze door het college kunnen worden aangewezen voor elke laatste zondag van de maand en gekoppeld aan speciale evenementen.
Doelgericht Winkelen Voor de PDV-gebieden in Hengelo geldt dat deze in de vigerende verordening vallen onder het stadsdeel ‘overige wijken.’ In de praktijk betekent dit dat de ondernemers op Plein Westermaat bij het college hun voorkeur voor de koopzondagen aangeeft en dat deze daarmee ook bepalend worden voor de rest van het stadsdeel ‘overige wijken.’ Het college is van mening dat het gebied Plein Westermaat een bijzondere regionale betekenis heeft als koopcentrum. Die status is eind jaren negentig ook als zodanig erkend. Ook uit het koopstromenonderzoek uit 2010 blijkt deze bijzondere regionale positie die dit koopgebied heeft. De winkeliers op Plein Westermaat hebben meerdere malen collectief bij het college verzocht om openstellingsmogelijkheden op alle zon- en feestdagen. Het college stelt daarom nu aan de raad voor deze openstellingsmogelijkheid op alle zon- en feestdagen te effectueren. Binnen de overige PDV-winkeliers / gebieden bestaat er op dit moment onvoldoende draagvlak voor openstelling op alle zon- en feestdagen. Door het oprekken van het gebied tot buiten Plein Westermaat of voor alle branches die gelijk zijn aan die op Plein Westermaat zitten, ontstaat een steeds meer arbitraire lijn. Immers, er zal te allen tijde een groter deelgebied of branche worden uitgesloten. Conclusie Het college stelt voor een derde stadsdeel op te nemen in de verordening. Voor dit stadsdeel ‘Plein Westermaat’ geldt dat op alle zon- en feestdagen de verplichte winkelsluiting niet geldt en dat zij hun winkel tussen 10:00 uur en 22:00 kunnen openstellen. Voor de resterende PDV-locaties geldt dat zij in de verordening onder het stadsdeel ‘overige wijken’ vallen en hiermee de mogelijkheid hebben krijgen tot openstelling op 20 zon- en feestdagen. Vervolgtraject Na behandeling van dit voorstel in uw gemeenteraad zal het college de koopzondagen voor het kalenderjaar 2014 vaststellen. Afhankelijk van uw besluit zal het college zon- en/of feestdagen voor bepaalde stadsdelen moeten aanwijzen als dagen waarvoor vrijstelling wordt verleend of waarvoor een ontheffing geldt in het kader van de dan vigerende verordening. BESPREEK- EN BESLISPUNTEN
Aan de raad wordt voorgesteld: De Winkteltijdenverordening Hengelo 2014 vast te stellen op basis van de conclusies / draagvlak per winkelgebied.
FINANCIËLE ASPECTEN
Door voorgestelde wijziging van de verordening vervalt de aanvraag van maximaal acht ontheffingen voor koopzondagen per deelgebied. Dit heeft zeer beperkte gevolgen voor de benodigde ambtelijke capaciteit of de te ontvangen leges. Door de wijziging van de Winkeltijdenwet ontstond de mogelijkheid voor het verlenen van een algehele vrijstelling van sluiting van winkels op de zon- en feestdagen. Door het beperkt benutten van deze vrijstellingsmogelijkheid blijft er een jaarlijkse belasting op het ambtelijke apparaat wat betreft de inventarisatie van koopzondagen voor het daaropvolgende kalenderjaar. BIJLAGE(N)
-
Winkeltijdenverordening Hengelo 2014 Artikelsgewijze toelichting Winkeltijdenverordening Hengelo 2014 Kaart Winkeltijdenverordening Hengelo 2014 Verzameling reacties ten aanzien van Koopzondagen 2014 Winkeltijdenverordening Hengelo 2013
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN HENGELO,
De secretaris
De burgemeester
Winkeltijdenverordening Hengelo 2014 De raad van de gemeente Hengelo; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 november 2013 nummer 1007880; gelet op de Winkeltijdenwet, het Vrijstellingenbesluit en artikel 149 van de Gemeentewet; besluit vast te stellen de volgende verordening: Winkeltijdenverordening Hengelo 2014 Artikel a. b. c. d. e.
1 Begripsbepaling de wet: de Winkeltijdenwet; de winkel: hetgeen in artikel 1 van de wet daaronder verstaan wordt; college: het college van burgemeester en wethouders; de raad: de gemeenteraad van Hengelo; feestdagen: Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, eerste Kerstdag en tweede Kerstdag f. 19-uursdagen: op Goede Vrijdag, 4 mei en 24 december dienen winkels op grond van artikel 2, eerste lid onder b, van de winkeltijdenwet gesloten te zijn vanaf 19:00 uur. Deze dagen vallen niet onder het begrip feestdagen; g. stadsdelen: als drie afzonderlijke stadsdelen worden aangemerkt de wijk binnenstad, het gebied Plein Westermaat en het gebied overige wijken, een en ander zoals aangegeven in de bij deze verordening behorende kaart “Wijk/Buurt indeling 2011”; h. werkdagen: maandag tot en met zaterdag.
Artikel 1. 2. 3.
2 Beslistermijn Het college beslist op een aanvraag om een ontheffing binnen 8 weken. Het college kan de beslissing voor ten hoogste 6 weken verdagen. De aanvrager wordt schriftelijk van de verdaging op de hoogte gesteld voor afloop van de in het eerste lid bedoelde termijn.
Artikel 3 Overdracht van de ontheffing 1. Ontheffingen op grond van deze verordening zijn overdraagbaar na verkregen toestemming van het college. 2. In geval van een voorgenomen overdracht van de in het eerste lid bedoelde ontheffing doet de houder van de ontheffing hiervan onmiddellijk schriftelijk mededeling aan het college onder vermelding van de naam en het adres van de voorgestelde rechtverkrijgende. Artikel 4 Intrekken of wijzigen van de ontheffing Het college kan een ontheffing intrekken of wijzigen indien: a. ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt; b. veranderende omstandigheden of gewijzigde inzichten dit noodzakelijk maken in verband met het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist; c. het gebruik van de winkel of de uitoefening van een bedrijf anders dan in een winkel gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woon- en leefklimaat ter plaatse; d. de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen; e. van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn of, bij gebreke van een dergelijke termijn, binnen 6 maanden na afgifte van de ontheffing; f. de houder of zijn rechtverkrijgende dit verzoekt. Artikel 5 Zon- en feestdagenregeling (koopzondagen) 1. De verboden genoemd in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a en b van de wet, gelden niet voor het stadsdeel Plein Westermaat. 2. De verboden genoemd in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a en b van de wet, gelden niet op ten hoogste 20, door het college aan te wijzen zondagen of feestdagen per kalenderjaar voor de stadsdelen Binnenstad en Overige Wijken. 3. De bevoegdheid genoemd in artikel 2 geldt voor het stadsdeel Binnenstad en Overige Wijken afzonderlijk. 4. De Vrijstelling als bedoeld in het eerste en tweede lid geldt tussen 10:00 uur en 22:00 uur.
Artikel 6 Procedure vaststelling koopzondagen 1. Belanghebbenden worden uiterlijk 15 juni van elk jaar verzocht voor 1 september schriftelijk voorstellen voor koopzondagen in het daarop volgende jaar te doen. Belanghebbenden zijn: a. Plaatselijke winkeliers- en ondernemersverenigingen b. Individuele ondernemingen 2. Het college laat voorstellen, als bedoeld in lid 1, die na 1 september worden gedaan, buiten behandeling. 3. Het college inventariseert de wensen en neemt een principebesluit wat gedurende 6 weken ter inzage wordt gelegd. 4. Het college stelt, mede op basis van de ingekomen zienswijzen, uiteindelijk de koopzondagen vast. 5. Publicatie van het besluit vindt zo spoedig mogelijk daarna plaats, evenals de beantwoording van de schriftelijk ingediende voorstellen. 6. Indien niet voor het volledig aantal dagen per gebied, als bedoeld in artikel 5 lid 2, wordt verleend door het college, behoudt het college de mogelijkheid om op aanvraag daartoe gedurende het kalenderjaar vrijstelling te verlenen. Artikel 7 Criteria vaststelling koopzondagen 1. In de vaststelling van koopzondagen voor de binnenstad wordt in volgorde van prioriteit de voorkeur gegeven aan: a. evenementen waarbij zoveel mogelijk ondernemers uit het gehele stadsdeel actief zijn betrokken en die het promotionele belang van de gehele stad dienen; b. landelijk, regionaal of lokaal georganiseerde brancheactiviteiten; c. evenementen die op het niveau van de straatvereniging worden georganiseerd. 2. In de vaststelling van koopzondagen voor de overige wijken wordt in volgorde van prioriteit de voorkeur gegeven aan evenementen georganiseerd op de bedrijventerreinen, waarbij prioriteit wordt toegekend aan landelijk, regionaal of lokaal georganiseerde brancheactiviteiten. 3. Per stadsdeel wordt gestreefd naar een zo evenwichtig mogelijke verdeling van koopzondagen over het kalenderjaar. 4. Een activiteit georganiseerd door een afzonderlijke ondernemer wordt niet aangemerkt als evenement. Artikel 8 Openstelling op werkdagen tussen 22:00 uur en 06:00 uur (nachtwinkels) 1. Het college kan gebieden aanwijzen waar de verboden van artikel 2 van de wet, voor zover deze betrekking hebben op werkdagen, niet gelden 2. Het college kan categorieën winkels en overige vormen van detailhandel aanwijzen waarvoor de verboden van artikel 2 van de wet, voor zover deze betrekking hebben op werkdagen, niet gelden. 3. Het college kan op aanvraag individueel ontheffing verlenen van de verboden van artikel 2 van de wet, voor zover deze betrekking hebben op werkdagen. 4. Het college kan nadere voorschriften verbinden aan het verlenen van de ontheffing. 5. De ontheffing als bedoeld in lid 3 kan worden geweigerd indien de woon- en leefsituatie of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel. Artikel 9 Openstelling van levensmiddelenwinkels op de avonden van zon- en feestdagen 1. Het college kan op aanvraag ontheffing verlenen van de in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a en b van de wet genoemde verboden ten behoeve van winkels a. waarvoor een ontheffing is verleend en gebruikt wordt als bedoeld in artikel 8 lid 3 van deze verordening, en b. met een maximum van 200 m2 bedrijfsvloeroppervlak. 2. Aan de ontheffing worden in elk geval de volgende voorschriften verbonden: a. de winkel dient op alle zon- en feestdagen vóór 16:00 uur gesloten te zijn; b. er dienen uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren te worden verkocht, met uitzondering van sterke drank als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drank en Horecawet. 3. Het college kan nadere voorschriften verbinden aan het verlenen van de ontheffing. 4. De ontheffing kan worden geweigerd indien de woonsituatie of de leefsituatie, de veiligheid of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel.
Artikel 10 Ontheffing zon- en feestdagenregeling voor bijzondere situaties 1. Het college kan op een daartoe strekkend verzoek ontheffing verlenen van de in artikel 2 van de wet vervatte verboden ten behoeve van bijzondere gevallen gelegenheden van tijdelijke aard en het uitstallen van goederen in het geval van: a. feestelijkheden en bijeenkomsten met een cultureel, religieus of sociaal doel; b. veilingen; c. modeshows; d. festivals; e. evenementen; f. manifestaties; g. beurzen; h. braderieën; i. kermissen; j. circussen. 2. De ontheffing, als bedoeld in lid 1, kan worden verleend voor ten hoogste één dag per ondernemer per kalenderjaar. 3. De ontheffing, als bedoeld in lid 1, kan worden verleend in het geval van wijk- en buurtgerelateerde evenementen in wijk- en buurtwinkelcentra, niet bedoeld zijn winkelcentra op bedrijventerreinen of de binnenstad, waarbij per winkelcentrum eenmaal per jaar een ontheffing kan worden verleend. 4. Openstelling van genoemde winkels onder het tweede en derde lid vindt uitsluitend plaats op zon- en feestdagen tussen 10:00 en 22:00 uur. Artikel 11a Vrijstelling bepaalde winkels De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van: a. musea; b. winkels, waar uitsluitend maaltijden, voor directe consumptie geschikte eetwaren, alcoholvrije dranken en, door middel van een automaat, tabak en tabaksproducten, middelen ter voorkoming van zwangerschap en damesverband plegen te worden verkocht; c. winkels waar de bedrijfsactiviteit hoofdzakelijk bestaat uit het verhuren van voorbespeelde videobanden en andere voorbespeelde beelddragers, mits in die winkel geen andere goederen worden te koop aangeboden of verkocht dan videobanden en andere beelddragers, alsmede tijdschriften en catalogi, die betrekking hebben op het te huur aangeboden assortiment. Artikel 11b Vrijstelling openstelling anders dan voor verkoop 1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van: a. winkels, waarin zich een restaurant of lunchroom bevindt, voor zover het laten betreden van de winkel noodzakelijk is voor het bezoeken van het restaurant of de lunchroom; b. winkels waar uitsluitend of hoofdzakelijk fietsen en bromfietsen plegen te worden verkocht, voor zover het laten betreden van de winkel noodzakelijk is voor het huren van fietsen en bromfietsen. 2. De in het eerste lid vervatte vrijstellingen gelden niet ten aanzien van het verkopen van goederen. Artikel 11c Vrijstelling straatverkoop van bepaalde goederen Het college kan bepalen dat de vrijstelling genoemd in artikel 12 van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet niet geldt voor de gehele gemeente of voor een of meer delen van de gemeente. Artikel 11d Vrijstelling begraafplaatsen 1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk bloemen en planten plegen te worden verkocht en die zijn gelegen op een afstand van ten hoogste 100 meter van de publieksingang van een begraafplaats, gedurende de openingstijden van die begraafplaats. 2. De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van bloemen en planten op een begraafplaats dan wel op een afstand van ten hoogste 100 meter van de publieksingang daarvan, gedurende de openingstijden van die begraafplaats.
Artikel 11e Vrijstelling culturele evenementen 1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van gebouwen, waar voorstellingen, uitvoeringen of evenementen van culturele aard plaatsvinden, en waar uitsluitend of hoofdzakelijk goederen die rechtstreeks verband houden met aldaar te houden voorstellingen, uitvoeringen en evenementen plegen te worden verkocht, vanaf een uur voor de aanvang van de voorstelling, de uitvoering of het evenement tot een uur na afloop daarvan. 2. De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het ter gelegenheid van voorstellingen, uitvoeringen of evenementen van culturele aard te koop aanbieden en verkopen van goederen, die rechtstreeks verband houden met die voorstellingen, uitvoeringen of evenementen, vanaf een uur voor de aanvang van de voorstelling, de uitvoering of het evenement tot een uur na afloop daarvan. Artikel 11f Vrijstelling sportcomplexen 1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels in of op het terrein van sportcomplexen, waar uitsluitend of hoofdzakelijk goederen worden verkocht, die rechtstreeks verband houden met de aldaar beoefende sporten, gedurende de openstellingsuren van die sportcomplexen. 2. De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het in of op het terrein van sportcomplexen te koop aanbieden en verkopen van goederen, die rechtstreeks verband houden met de aldaar beoefende sporten, gedurende de openstellingsuren van die sportcomplexen. Artikel 11g Vrijstelling bejaardenoorden 1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels in of op het terrein van bejaardenoorden, waar uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften alsmede bloemen en planten plegen te worden verkocht. 2. De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden in of op het terrein van bejaardenoorden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften alsmede bloemen en planten. Artikel 11h Vrijstelling E.H. Communie 1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk foto-artikelen plegen te worden verkocht, voor zover het betreden van die winkel noodzakelijk is voor het vervaardigen van portretfoto's ter gelegenheid van de Eerste Heilige Communie. 2. De in het eerste lid vervatte vrijstelling geldt niet ten aanzien van het verkopen van goederen. Artikel 11i Vrijstelling Allerheiligen en Allerzielen 1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk bloemen en planten plegen te worden verkocht, op de dagen waarop Allerheiligen en Allerzielen worden gevierd. 2. De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, gelden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van bloemen en planten op de dagen waarop Allerheiligen en Allerzielen worden gevierd. Artikel 11j Vrijstelling Ramadan 1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden gedurende de Ramadan vanaf twee uur voor zonsondergang tot zonsondergang niet ten aanzien van winkels, waar brood en gebak wordt verkocht dat in het bijzonder is bestemd voor hen die zich aan de Ramadan houden, mits in die winkel dat brood en gebak ook pleegt te worden verkocht buiten de periode van de Ramadan.
2. De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden gedurende de Ramadan vanaf twee uur voor zonsondergang tot zonsondergang niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van brood en gebak dat in het bijzonder is bestemd voor hen die zich aan de Ramadan houden. Artikel 11k Vrijstelling bedevaartplaats 1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels die zijn gelegen in de directe omgeving van een bedevaartplaats, gedurende de tijd dat deze plaats als zodanig wordt bezocht, indien in die winkel op die dagen en gedurende die tijd geen andere goederen worden verkocht dan: a. voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken; b. religieuze artikelen en souvenirs; c. bloemen en planten. 2. De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden in de directe omgeving van een bedevaartplaats, gedurende de tijd dat deze plaats als zodanig wordt bezocht, niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van: a. voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken; b. religieuze artikelen en souvenirs; c. bloemen en planten. Artikel 11l Vrijstelling carnaval 1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, gelden op de zondag vanaf 12 uur waarop carnaval wordt gevierd, niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk feestartikelen plegen te worden verkocht. 2. De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, gelden op de zondag vanaf 12 uur waarop carnaval wordt gevierd, niet voor het te koop aanbieden en verkopen van feestartikelen. Artikel 11m Vrijstelling kermis 1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk feestartikelen plegen te worden verkocht, indien in de gemeente, waarin de winkel is gelegen, een kermis wordt gehouden, gedurende de openingstijden van die kermis. 2. De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet voor het te koop aanbieden en verkopen van feestartikelen en speelgoed op een terrein, waar een kermis wordt gehouden Artikel 12 Toezicht Met het toezicht en de handhaving op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de door het college aangewezen personen. Artikel 13 Intrekking voorgaande regeling a. De Winkeltijdenverordening Hengelo 2013, vastgesteld op 26 februari 2013, wordt ingetrokken; b. Alle ontheffingen en vrijstellingen krachtens de Winkeltijdenverordening Hengelo 2013 blijven van kracht tot 3 maanden na inwerkingtreding van de Winkeltijdenverordening Hengelo 2014; c. Verleende ontheffingen op basis van artikel 5 Verordening Winkeltijden Hengelo 2005 of artikel 9 Winkeltijdenverordening Hengelo 2013 blijven van kracht indien voldaan wordt aan de voorwaarden zoals opgenomen in artikel 9 van de Winkeltijdenverordening Hengelo 2014. Artikel 14 Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2014.
Artikel 15 Citeertitel Deze verordening kan worden aangehaald als “Winkeltijdenverordening Hengelo 2014.”
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 10 december 2014 De voorzitter,
De griffier,
Artikelsgewijze toelichting Winkeltijdenverordening Hengelo 2014 Algemene toelichting Winkeltijdenwet Op 1 juni 1996 is de Winkeltijdenwet tezamen met het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet in werking getreden. Deze wet stelt ruimere regels voor de openingstijden van winkels dan zijn voorganger, de Winkelsluitingswet 1976. In deze verordening wordt regelmatig verwezen naar de Winkeltijdenwet. Op 28 mei 2013 heeft de Eerste Kamer ingestemd met een initiatiefwet tot wijziging van de Winkeltijdenwet 1. Deze wetswijziging is op 1 juli 2013 in werking getreden. Op grond van de gewijzigde Winkeltijdenwet blijven de wettelijke verboden om winkels op zon-, feestdagen en op werkdagen voor 6 uur en na 22 uur open te stellen, op zichzelf bestaan. Gemeenten kunnen na de wetswijziging echter zelf bepalen of – en in hoeverre – zij vrijstelling of ontheffing verlenen van deze verboden. De uitzonderingsbepalingen daarvoor uit de nu nog geldende Winkeltijdenwet, zoals de toerismebepaling en de avondwinkelbepaling, komen namelijk te vervallen. 0F
In concreto komen de uitgangspunten van de Winkeltijdenwet op het volgende neer: a. op maandag tot en met zaterdag, de werkdagen, is openstelling van winkels toegestaan tussen 06.00 en 22.00 uur. Gemeenten mogen tijdens deze uren geen beperkingen opleggen aan de openstelling van winkels. b. Aan het aantal openingsuren per winkel per week is geen maximum verbonden. c. Tijdens de nachturen van 22.00 tot 06.00 uur is winkelopening op werkdagen niet toegestaan. Gemeenten kunnen echter vrijstellingen of ontheffingen van deze verplichte winkelsluiting verlenen. Op koopzondagen, Goede Vrijdag, Kerstavond (24 december) en Dodenherdenking(4 mei) moeten de winkels vanaf 19.00 uur dicht zijn. d. Op zon- en feestdagen is winkelopening niet toegestaan. De gemeente kan vrijstelling of ontheffing van deze verplichte sluiting verlenen. De gemeente is vrij in het bepalen van het maximum aantal te verlenen vrijstellingen of ontheffingen. Ook kan de gemeente onderscheidt maken tussen branches of gebieden waarvoor vrijstellingen of ontheffingen gelden. De winkeltijdenwet merkt in dit verband als feestdagen aan: Nieuwjaarsdag, Tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, Tweede Pinksterdag en Eerste en Tweede Kerstdag. Artikel 1 Begripsbepalingen Voor de omschrijving van het begrip feestdagen is aansluiting gezocht bij artikel 2 van de wet Koninginnedag is in de wet niet meer aangemerkt als een feestdag en ook op 31 december na 19:00 uur is winkelopenstelling mogelijk gemaakt. In de onderhavige verordening wordt Hengelo verdeeld in drie stadsdelen: de binnenstad, Plein Westermaat en de overige wijken. Artikel 3 Overdracht van de ontheffing De bepaling bindt de overdracht van de ontheffing aan de toestemming van het college. Deze tussenkomst geeft het college de gelegenheid om inzicht te krijgen in de handel en wandel van de opvolger. Als het gaat om overdracht naar een ander rechthebbende, moet het college kunnen toetsen of de ontheffing in stand kan blijven of dat er eventueel andere voorschriften aan moeten worden verbonden. Artikel 5 Zon- en feestdagenregeling (koopzondagen) Voor zon- en feestdagen geldt in principe een verplichte sluiting. Voor het stadsdeel Plein Westermaat geldt de verplichte sluiting op zon- en feestdagen niet. Voor maximaal 20 zon- en feestdagen per jaar in de stadsdelen Binnenstad en Overige Wijken kan afgeweken worden van het sluitingsverbod door deze dagen aan te wijzen als zogenaamde koopzondagen. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen de koopzondagen geldend voor de binnenstad en de koopzondagen voor de wijken buiten de binnenstad. Met deze verdeling van aan te wijzen koopzondagen wordt tegemoet gekomen aan de volstrekt verschillende voorkeuren van de binnenstadsondernemers enerzijds en de ondernemers op bedrijventerreinen anderzijds voor zover het koopzondagen betreft.
1
Kamerstukken I 2012/13, 32 412, A.
Bij het aanwijzen van de koopzondagen wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de volgende uitgangspunten: zorgen voor eenduidigheid naar de consument, bijvoorbeeld elke laatste zondag van de maand koopzondag; zoveel mogelijk rekening houdend met de verschillende wensen van de ondernemers. De winkels kunnen tijdens openstelling op zon- en feestdagen van 10.00 uur tot 22.00 uur geopend zijn. Artikel 6 Procedure vaststelling koopzondagen Per kalenderjaar stellen burgemeester en wethouders de koopzondagen vast volgens de volgende procedure: 1. uiterlijk 15 juni worden plaatselijke winkeliers- en ondernemersverenigingen, alsmede ondernemingen die in het voorafgaande jaar een schriftelijk voorstel voor een koopzondag hebben ingediend per brief gevraagd schriftelijk voor 1 september voorstellen te doen voor koopzondagen. 2. tegelijkertijd wordt via de gemeentelijke advertentie een oproep geplaatst waarin overige belanghebbenden worden gevraagd voor 1 september schriftelijk voorstellen in te dienen. 3. de ontvangen aanvragen worden geïnventariseerd en aan de hand van de criteria beoordeeld, waarna het college een principebesluit neemt dat zes weken ter inzage wordt gelegd. 4. Mede op basis van de ingekomen zienswijzen verleent het college vrijstelling voor ten hoogste twintig zon- of feestdagen per stadsdeel. 5. nadat de koopzondagen door het college zijn vastgesteld wordt de aanvragers het besluit toegezonden en vindt publicatie plaats in de gemeentelijke advertentie. Daarbij wordt gewezen op de mogelijkheid bezwaar te maken overeenkomstig de Algemene wet bestuursrecht. 6. Uit de voorgenoemde inventarisatie kan blijken dat er voor een bepaald gebied niet voor het maximaal aantal zon- en feestdagen vrijstelling wordt verleend op basis van het besluit bedoeld in lid 4 van dit artikel. Het college kan op aanvraag van een vertegenwoordiging van tenminste 10 ondernemers in een gebied gedurende het kalenderjaar alsnog vrijstelling verlenen voor de resterende dagen voor dat gebied. Artikel 7 Criteria vaststelling koopzondagen De criteria voor de vaststelling van de koopzondagen zijn per stadsdeel aangegeven. Uitgangspunt is dat in de binnenstad jaarlijks maximaal twintig koopzondagen worden georganiseerd, bij voorkeur gecombineerd met evenementen. Ook in de overige wijken kunnen jaarlijks twintig koopzondagen worden georganiseerd. In de vaststelling van de koopzondagen wordt de voorkeur geven aan evenementen georganiseerd op bedrijventerreinen, waarbij prioriteit wordt toegekend aan landelijk, regionaal of lokaal georganiseerde brancheactiviteiten. Voorheen genoten de aanvragen van wijk- en buurtwinkelcentra de voorkeur. Het is gebleken dat aanvragen voor een koopzondag in de wijkwinkelcentra verbonden zijn aan een evenement die op de wijk gericht is. Het doel van deze koopzondagen is niet zozeer het openstellen van de winkels, maar het organiseren van een wijkevenement, als braderie en andere activiteiten. De laatste jaren is gebleken dat de aanvragen van de wijkwinkelcentra de aanvragen van de bedrijventerreinen beperken. De dagen die de wijkwinkelcentra aanvragen zijn niet interessant voor de bedrijven op de bedrijventerreinen. Vanuit dit oogpunt is besloten de aanvragen van de wijk- en buurtcentra te beschouwen als een bijzondere gelegenheid van tijdelijke aard. Artikel 8 Openstelling op werkdagen tussen 22.00 uur en 06.00 uur Artikel 7 van de wet geeft de mogelijkheid de openingstijden op werkdagen tussen 22.00 uur en 06.00 uur te reguleren. Dat kan door gebieden aan te wijzen waarin het verbod niet geldt of door vormen van detailhandel aan te wijzen waarvoor het verbod niet geldt. Ook kan in afzonderlijke gevallen ontheffing verleend worden. Per geval is een afweging te maken of de gewenste openstelling zich verhoudt met belangen van de woon- en leefomgeving en de openbare orde. De vrijstellingen en ontheffingen kunnen onder beperkingen en voorschriften worden verleend. Zo worden ontheffingen alleen voor bepaalde tijd verleend. In het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet is voor een aantal overige vormen van detailhandel afwijkende openstellingsuren geregeld.
Artikel 9 Openstelling van levensmiddelenwinkels op de avonden van zon- en feestdagen Een avondwinkel kan op zondagen, feestdagen en de zogenaamde 19-uur dagen (Goede vrijdag, 4 mei en 24 december) geopend zijn. Om de zondagsrust te waarborgen moet de winkel op zon- en feestdagen gesloten zijn tussen 00.00 uur en 16.00 uur. Ten aanzien van de werkdagen geldt voor avondwinkels ook de hoofdregel van de wet dat ze tussen 06.00 uur en 22.00 uur onbeperkt open mogen zijn. Deze avondwinkels zullen verspreid over de stad gevestigd kunnen worden, waarbij zoveel mogelijk wordt aangesloten op reeds bestaande winkelconcentraties en andere functies met een avondopenstelling. Een dergelijke ontheffing kan alleen worden verleend indien er ook een ontheffing is verleend, en in gebruik is bij dezelfde rechthebbende, op grond van artikel 8 uit deze verordening. Tevens mag een avondwinkel een maximum omvang hebben van 200 m2 bvo. Artikel 10 Ontheffing zon- en feestdagenregeling voor bijzondere situaties Artikel 10 is gebaseerd op artikel 4 van de wet en grijpt terug op artikel 10 van de Winkelsluitingswet 1976 alsmede het Besluit gemeentelijke ontheffingen Winkelsluitingswet 1976. Dit besluit heeft altijd goed gefunctioneerd en de essentie daarvan is opgenomen in dit artikel. Dit artikel geeft het college de bevoegdheid bij bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard ontheffing te verlenen van het verbod op een zondag of een feestdag geopend te zijn. Het stellen van voorschriften en/of beperkingen is mogelijk. Het betreffen hier dus aanvragen voor ontheffing bovenop of naast de maximaal twintig toegestane koopzondagen. Het college kan deze zon- en/of feestdagen toekennen per ondernemer of per gebied. Artikel 11a t/m 11m Deze artikelen betreffen diverse vrijstellingen uit het, per 1 juli 2013, deels vervallen vrijstellingenbesluit behorende bij de Winkeltijdenwet. Artikel 13 Intrekking voorgaande regeling De wet kent geen overgangsregeling. In de verordening is een overgangsbepaling opgenomen bedoeld voor de ontheffingen die verleend zijn voor de openstelling van levensmiddelenwinkels op de avonden van zon- en feestdagen, op grond van de Verordening Winkeltijden Hengelo 2005 en Winkeltijdenverordening Hengelo 2013.
Kaart behorend bij Winkeltijdenverordening Hengelo 2014 Hengelo kent in dit kader drie stadsdelen: Binnenstad: Buurten 00, 01 en 02. Dit is het gebied liggend tussen de Deldenerstraat, Oldenzaalsestraat, Oude Molenweg, Ziekenhuisstraat, Kievitstraat, Spoorlijn
Plein Westermaat: Het gebied liggend in buurt 76 tussen Amerikalaan, Rondweg, A1/E30 en Spoorlijn.
Overige Wijken: Alle overige buurten in Hengelo
Schriftelijke reacties ten aanzien van regime koopzondagen 2014 A. Sandra Schouten (Storemanagemer IKEA Hengelo) namens Winkeliersvereniging Plein Westermaat / Ondernemersvereniging Westermaat Zoals in september aangegeven willen we vanaf 1 januari 2014 permanent ELKE zondag open. Redenen voor ons hiervoor zijn: Concurrentiepositie in de regio Plein Westermaat heeft inmiddels een sterke positie opgebouwd in de regio als succesvolste retailpark in het buitengebied van Overijssel. De jaaromzet van Plein Westermaat overtreft zelfs de omzet van de binnenstad Hengelo. Daarnaast zien we dat in de omliggende steden als Enschede, Almelo en Oldenzaal de woonboulevards erg onder druk staan. We zien een toenemende stroom van bezoekers uit deze gebieden naar Plein Westermaat trekken. Onze belangrijkste doelgroep zijn gezinnen met kinderen, vaak tweeverdieners. Zij hebben vooral in de avonden en het weekend de mogelijkheid om te gaan winkelen. Concurrentiepositie t.o.v. E-commerce Zondag is de belangrijkste dag voor de consument om zich te gaan oriënteren op mogelijk toekomstige aankopen. Op dit moment bieden wij hen op deze voor ons belangrijke dag geen andere mogelijkheid dan de oriëntatie en de mogelijke daarop volgende aankoop via het web te laten verlopen. Consumentenbehoefte De consument heeft gebrek aan tijd, wil zelf het moment bepalen waarop hij of zij de aankopen wil doen. De behoefte in onze markt zit in toenemende mate op het winkelen op zondagen. We zien in heel Nederland een toename van het aantal bezoekers aan winkelgebieden op zondagen. En een afname van bezoekers op doordeweekse dagen. Dit is een behoefte die niet meer tegen te houden is. Wij zullen als ondernemers op deze behoefte in moeten spelen. De consument maakt hierin zijn eigen keuze en de ondernemer zal deze eigen keuze ook moeten maken. Bereikbaarheid Plein Westermaat De bereikbaarheid van het Plein is jarenlang een groot probleem geweest. Alhoewel er de afgelopen jaren aanpassingen zijn geweest om de doorstroming te verbeteren en recent extra parkeercapaciteit is toegevoegd door het open stellen van de parkeergarage weten we nu al dat we op piekdagen (mede door het weg vallen van de parkeerplekken op P500) nog steeds problemen zullen hebben met een goede doorstroming. Een spreiding van het aantal bezoekers door hen de mogelijkheid te geven te kiezen om te winkelen op een zaterdag of een zondag zal hierin dit probleem oplossen. Profilering in de regio Er zijn een aantal grote landelijke ketens gevestigd op het Plein. Landelijke ketens die elders in het land van de Gemeenten waar zij gevestigd zijn WEL de mogelijkheid krijgen te ondernemen met 52 zondagsopeningen. Wat voor beeld/signaal geven we af naar de regio/land als mocht blijken dat gebied Westermaat niet 52 zondagsopeningen wordt toegestaan. In bijna alle Gemeenten waar de grotere ketens gevestigd zijn is dit inmiddels een feit en is hen deze mogelijkheid ook al met onmiddellijke ingang geboden. Hoe is het mogelijk dat in de regio Twente waar de economie en de werkloosheid beiden nog verder achterblijven t.o.v. het gemiddelde in Nederland, ons als ondernemers deze mogelijkheid niet ook gelijk geboden is nu dit bij wet geregeld is. Werkgelegenheid Extra zondagen betekent groei in omzet. Groei in omzet betekent groei in werkgelegenheid. Werkgelegenheid gemiddeld genomen voor de middelbaar opgeleiden die op dit moment heel moeilijk aan het werk komen. We zien uit de cijfers van andere vestigingen dat er forse groei gerealiseerd wordt en dit heeft ook geleid tot extra werkgelegenheid.
Als laatste willen we benadrukken dat we al jarenlang bezig zijn met het verkrijgen van meer koopzondagen. Hieraan is afgelopen jaar (deels) gehoor gegeven. Nu de regering besloten heeft dit punt vrij te geven en aan de Gemeenten te laten dit te beslissen verwachten wij hierin dat aan onze jarenlange wens gehoor gegeven gaat worden. Plein Westermaat is een belangrijk (retail) uithangbord voor Hengelo geworden. Laten we dit ook zo houden! Opmerking: De aanvraag voor de zondagen wordt zoals jullie weten altijd vanuit de ondernemersvereniging Westermaat gedaan. Vandaar de verwijzing in deze mail daar naar toe. Echter, wanneer we ons op feiten ter onderbouwing van de reeds gedane aanvraag willen baseren hebben we hierboven Plein Westermaat aan gehouden. We weten van een aantal grotere ketens buiten het Plein dat zij mee zullen gaan, indien toegestaan, en ook 52 zondagen open zullen gaan. B. Henk Dassen, voorzitter Stichting Centrummanagement Hengelo De Stichting Centrummanagement Hengelo (SCH) heeft in september jl. middels een enquête de meningen gepeild bij de centrumondernemers over het aantal gewenste koopzondagen in 2014 voor het centrum van Hengelo. Op basis van de enquête en overleg met SCH werkgroepdeelnemers, namens het bestuur van de SCH hierbij het verzoek voor vaststelling van 16 koopzondagen in 2014 zoals vermeld in onderstaande tabel. Koopzondagen 2014 1
26 januari
2
23 februari
3
30 maart
4
13 april (Koopzondag i.v.m. Pasen 20 april )
5
27 april
6
25 mei
7
29 juni
8
27 juli
9
31 augustus
10 14 september (Modespektakel) 11 28 september 12 26 oktober 13 30 november 14 14 december 15 21 december 16 28 december C. Charles Leurink, voorzitter Winkeliersvereniging Winkelcentrum Groot Driene Zoals belooft geef u onze reactie ten aanzien van de openstelling op zondag. De supermarkten zijn redelijke voorstanders, want als anderen open doen moeten zij wel mee. Maar niet iedere werknemer zit hier om te springen. De andere ondernemers en vooral de kleine zelfstandigen zijn erop tegen. Er wordt teveel inbreuk gepleegd op het sociaal gebeuren van ondernemers en werknemers en ze zien het niet als omzet verhoging maar als omzet verschuiving. DE vele uren die een ondernemer al besteed aan zijn zaak zal alleen maar meer worden, vooral in deze toch wel moeilijke tijd kun je geen extra onkosten veroorloven. Extra personeel zal niet aangetrokken worden. Aangezien er 2 supermarkten zijn en 2 eetgelegenheden die redelijk voor zijn, is de rest 5 tegenstanders en 11 felle tegenstanders de conclusie makkelijk te trekken.
D. Eric ter Braak, winkeliersvereniging Esrein Hierbij het standpunt van ondernemers vereniging het esrein De keuze om de zondag openstelling te verruimen is eigenlijk geen keuze maar kan noodzaak zijn. Koopcentrum het Esrein heeft voor het merendeel zelfstandige ondernemers die nu al gemiddeld meer dan 50 uur per week werken. 1 dag rust is dan ook eigenlijk een must om goed te kunnen functioneren, en nog deel te kunnen nemen aan het sociale leven. Omdat het hier gaat om vooral speciaal zaken kunnen we niet zomaar de winkel overlaten aan een groep scholieren, wat inhoud nog meer uren. Wij zijn dan ook van mening dat een verruiming ten koste gaat van de kleinere winkels die juist kleur geven aan het winkelbestand. Wij zijn dan ook tegen een verruiming E. Niek Leussink, Directeur Leussink Retail Groep (Jumbo Supermarkt Groot Driene) Momenteel is een actieve discussie over zondagopenstelling gaande, zowel landelijk als in Hengelo. U vroeg mij onlangs om met onze visie hierop te komen, in dit bericht wil ik deze visie graag toelichten. Zoals bekend zijn wij als eigenaar van de Jumbo in winkelcentrum Groot-Driene en groot voorstander van een wekelijkse zondagopenstelling. De wensen van consumenten zijn de laatste jaren sterk veranderd en aan deze wensen willen/moeten wij als bedrijf voldoen. De grootste wijzigingen van de laatste jaren zijn schaalvergroting, sterke toename van internetverkopen en verruiming van openingstijden. Als bedrijf moet je inspringen op dergelijke wijzigingen, aangezien de klant momenteel meerdere mogelijkheden heeft en je anders deze klant misloopt. Een duidelijk voorbeeld hiervan is dat de meeste internetverkopen gedaan worden ’s avonds na 21 uur en op zondag; de klant kan dan niet naar fysieke winkels en vindt een alternatief. Winkelopeningstijden zijn niet meer up-to-date en ons inziens te weinig gericht op de momenten dat klanten boodschappen willen dan. Ze lijken meer gebaseerd op de ideale werktijden voor ondernemers/winkelpersoneel. Dit gecombineerd met de trends in koopgedrag is een gevaar voor de leefbaarheid van (buurt-)centra. Momenteel hebben we onze winkel één zondag per maand open. Deze oplossing is verwarrend voor de klant en daardoor niet optimaal. Desondanks is onze ervaring (kijkend naar de omzet op deze zondagen), dat er voldoende vraag is om tot een rendabel model te komen, ook voor meerdere supermarkten. Op de zondag blijkt dat, naast de positieve klantenreacties, ook duidelijke operationele voordelen als vermindering van voedselverspilling (door de extra verkoopdag) en betere omzetspreiding. De omzet is voor ongeveer 80% extra en 20% afkomstig van de zaterdag (de drukste dag in onze winkel). Deze extra omzet zal voor een groot deel anders naar aansluitende plaatsen met zondagopening gaan, maar ook de Makro in Hengelo. Met name door de discutabele (consumenten-) vergunning voor de laatste willen we graag gelijkheid en een eerlijk, vergelijkbaar speelveld voor iedereen. Veelgehoorde nadelen als overlast in de buurt en weerstand bij medewerkers blijken niet van toepassing. Onze medewerkers wilden juist graag werken, dit in verband met de extra verdiensten (zondagtoeslag) en gegeven het feit minder andere bezigheden te hebben op zondag (geen sport etc.). Weerstand vanuit de kerk hebben we niet gehad, wellicht vanwege het feit dat we pas na de kerkgang onze deuren openden (vanaf 12 uur). We begrijpen dat er weerstand is bij (kleine) ondernemers in de detailhandel, maar ogen sluiten voor consumententrends is geen oplossing daarvoor. Met name niet voor de toename in internetverkoop. Willen we het winkelcentrum leefbaar houden, dan moeten we beschikbaar zijn wanneer de klant dat wil. Bovenstaande geeft duidelijk weer dat er voldoende vraag naar de wekelijkse zondagopening is in Hengelo. Wij zijn dan ook voorstander van zondagopening voor in ieder geval alle supermarkten, maar vinden dat voor een eerlijk speelveld gezorgd moet worden door het volledig vrij te geven. Onze voorkeur gaat uit naar opening vanaf 11 uur (in verband met kerkgang, al kan dit ook vrij invulbaar zijn) tot minimaal 19 uur. Onze ervaringen in Hengelo en ook in
Lichtenvoorde, Haaksbergen en Goor geven aan dat klanten bij ons vooral rond middaguur en aan het eind van de middag/begin van de avond komen. Vandaar ons verzoek tot 19 uur. Gezien de wijzigende wetgeving en de beleidswijzigingen die er momenteel gemaakt worden in gemeenten gelegen om Hengelo, willen wij pleiten voor een zo snel mogelijke invoering van de zondagopenstelling. Dit niet als drukmiddel, maar als mogelijkheid om de omliggende plaatsen voor te zijn en dit al kans op te pakken als koopcentrum van de regio. Daarom vragen wij om al in december 2013 op zondag de deuren te mogen openen met een goede start in de drukke decembermaand. F. Gerard Vennik, Operationeel Manager EMTÉ Supermarkten Ons standpunt is: wij willen indien de wet en regelgeving ons dat toestaat gebruik maken van de openstelling op de zondagen. Wij zullen per winkel bepalen aan de hand van de concurrentie of wij wel of niet deelnemen aan de opening. Ons filiaal aan de Oude Molenweg zal 100% zeker altijd geopend gaan worden. G. Clemens Leferink, C1000 Hasselo In deze tijd van 24 uur economie waarin we alles via internet kunnen kopen vind ik het van groot belang om op zondag open te mogen zijn. In heel veel gemeenten in Nederland zijn deze al ingevoerd en mogen de winkels open zijn. Het stoort mij enorm dat met name tankstations en vele afhaal gelegenheden ook van alles verkopen dat daar niet thuis hoort. In die tijd dat ik op zondag open was had ik veel klanten uit heel Hengelo die het prachtig en makkelijk vonden dat ik open was. Met name in de zomertijd was het een goede uitkomst voor de mensen die wilden barbecueën. Ook vind ik het nog steeds niet eerlijk waarom een MAKRO wel open mag zijn. Ondanks dat het blijkbaar niet onder detailhandel valt met hun pasjes beleid wordt daar veel verkocht dat niet bestemd is voor horeca of bedrijven. Dit is mijnziens echt oneerlijke concurrentie. Graag zou ik dan ook willen dat we elke zondag open mogen zijn met daaraan gekoppeld een bepaalde tijd. (voorbeeld van 12:00 uur t/m 17:00 uur). Het systeem zo als het nu is met de 20 zondagen vind ik niets. Dit is erg moeilijk communiceren naar klanten en geeft geen duidelijk beeld. Ook de werkgelegenheid zal hier door bevorderen. We hebben immers meer mensen nodig die ook op zondag kunnen werken. Ik vind wel dat er een besluit moet worden genomen dat geldt voor iedereen die op zondag open mag zijn. Bepaalde groepen uitsluiten of loting of iets dergelijks is geen goed besluit en krijg je oneerlijke concurrentie. Ik hoop met deze zienswijze de gemeenteraad een goed en eerlijk besluit kan nemen. Ik wens ze dan ook veel succes bij hun besluit. H. Birgit van Garling, Promotion Winkelcentrum Hasselo Naar aanleiding van het verzoek in verband met de koopzondagen, kan ik je meedelen dat de winkeliers geen behoefte hebben aan koopzondagen, behalve de 2 supermarkten AH en C1000. Die willen wel elke zondag open.
Winkeltijdenverordening Hengelo 2013 De raad van de gemeente Hengelo; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 januari 2013 nummer 498 319; gelet op de Winkeltijdenwet, het Vrijstellingenbesluit en artikel 149 van de Gemeentewet; besluit vast te stellen de volgende verordening: Winkeltijdenverordening Hengelo 2013 Artikel a. b. c. d. e.
1 Begripsbepaling de wet: de Winkeltijdenwet; de winkel: hetgeen in artikel 1 van de wet daaronder verstaan wordt; college: het college van burgemeester en wethouders; de raad: de gemeenteraad van Hengelo; feestdagen: Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, eerste Kerstdag en tweede Kerstdag; f. 19-uurdagen: op Goede Vrijdag, 4 mei en 24 december dienen winkels op grond van artikel 2, eerste lid onder b, van de Winkeltijdenwet gesloten te zijn vanaf 19:00uur. Deze dagen vallen niet onder het begrip feestdagen; g. stadsdelen: als twee afzonderlijke stadsdelen worden aangemerkt de wijk binnenstad enerzijds en alle overige wijken anderzijds, een en ander zoals aangegeven in de bij deze verordening behorende kaart "Wijk/Buurt indeling 2011". h. werkdagen: maandag tot en met zaterdag.
Artikel 1. 2. 3.
2 Beslistermijn Het college beslist op een aanvraag om een ontheffing binnen 8 weken. Het college kan de beslissing voor ten hoogste 6 weken verdagen. De aanvrager wordt schriftelijk van de verdaging op de hoogte gesteld voor afloop van de in het eerste lid bedoelde termijn.
Artikel 3 Overdracht van de ontheffing 1. Ontheffingen op grond van deze verordening zijn overdraagbaar na verkregen toestemming van het college. 2. In geval van een voorgenomen overdracht van de in het eerste lid bedoelde ontheffing doet de houder van de ontheffing hiervan onmiddellijk schriftelijk mededeling aan het college van burgemeester en wethouders onder vermelding van de naam en het adres van de voorgestelde rechtverkrijgende. Artikel 4 Intrekken of wijzigen van de ontheffing Het college kan een ontheffing intrekken of wijzigen indien: a. ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt; b. veranderende omstandigheden of gewijzigde inzichten dit noodzakelijk maken in verband met het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist; c. het gebruik van de winkel of de uitoefening van een bedrijf anders dan in een winkel gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woon- en leefklimaat ter plaatse; d. de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen; e. van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn of, bij gebreke van een dergelijke termijn, binnen 6 maanden na afgifte van de ontheffing; f. de houder of zijn rechtverkrijgende dit verzoekt. Artikel 5 Zon- en feestdagenregeling (koopzondagen) 1. De verboden genoemd in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a en b van de wet, gelden niet op ten hoogste twaalf, door het college aan te wijzen, zondagen of feestdagen per kalenderjaar. 2. Deze bevoegdheid geldt voor elk deel van de gemeente afzonderlijk. 3. De vrijstelling als bedoeld in het eerste lid geldt tussen 10.00 uur en 22.00 uur.
Artikel 6 Procedure vaststelling koopzondagen 1. Belanghebbenden worden uiterlijk 15 juni van elk jaar verzocht voor 1 September schriftelijk voorstellen voor koopzondagen in het daarop volgende jaar te doen. Belanghebbenden zijn: a. Plaatselijke winkeliers- en ondernemersverenigingen b. Individuele ondernemingen 2. Het college laat voorstellen, als bedoeld in lid 1, die na 1 September worden gedaan, buiten behandeling. 3. Het college inventariseert de wensen en neemt een principebesluit wat gedurende 6 weken ter inzage wordt gelegd. 4. Mede op basis van de ingekomen zienswijzen stelt het college uiteindelijk de koopzondagen vast. 5. Publicatie van het besluit vindt zo spoedig mogelijk daarna plaats, evenals de beantwoording van de schriftelijk ingediende voorstellen. Artikel 7 Criteria vaststelling koopzondagen 1. In de vaststelling van koopzondagen voor de binnenstad wordt in volgorde van prioriteit de voorkeur gegeven aan: a. evenementen waarbij zoveel mogelijk ondernemers uit het gehele stadsdeel actief zijn betrokken en die het promotionele belang van de gehele stad dienen. b. landelijk, regionaal of locaal georganiseerde brancheactiviteiten. c. evenementen die op het niveau van de straatvereniging worden georganiseerd. 2. In de vaststelling van koopzondagen voor de overige wijken wordt in volgorde van prioriteit de voorkeur gegeven aan evenementen georganiseerd op de bedrijventerreinen, waarbij prioriteit wordt toegekend aan landelijk, regionaal of locaal georganiseerde brancheactiviteiten. 3. Per stadsdeel wordt gestreefd naar een zo evenwichtig mogelijke verdeling van koopzondagen over het kalenderjaar. 4. Een activiteit georganiseerd door een afzonderlijke ondernemer wordt niet aangemerkt als evenement. Artikel 8 Openstelling op werkdagen tussen 22.00 uur en 06:00 uur. (nachtwinkels) 1. Het college kan gebieden aanwijzen waar de verboden van artikel 2 van de wet, voor zover deze betrekking hebben op werkdagen, niet gelden. 2. het college kan categorieen winkels en overige vormen van detailhandel aanwijzen waarvoor de verboden van artikel 2 van de wet, voor zover deze betrekking hebben op werkdagen, niet gelden. 3. Het college kan op aanvraag individueel ontheffing verlenen van de verboden van artikel 2 van de wet, voor zover deze betrekking hebben op werkdagen. 4. Het college kan nadere voorschriften verbinden aan het verlenen van de ontheffing. 5. De ontheffing als bedoeld in lid 3 kan worden geweigerd indien de woon- en leefsituatie of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beTnvloed door de openstelling van de winkel. Artikel 9 Openstelling van levensmiddelenwinkels op de avonden van zon- en feestdagen 1. Het college kan op aanvraag ontheffing verlenen van de in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a en b van de wet genoemde verboden ten behoeve van winkels a. waarvoor een ontheffing is verleend en gebruikt wordt als bedoeld in artikel 8 lid 3 van deze verordening, en b. met een maximum van 200 m2 bedrijfsvloeroppervlak. 2. Het college kan de ontheffing voor ten hoogste vijf winkels verlenen. 3. Aan de ontheffing worden in elk geval de volgende voorschriften verbonden: a. de winkel dient op alle zon- en feestdagen voor 16.00 uur gesloten te zijn. b. er dienen uitsluitend of hoofdzakelijk eetwaren en drinkwaren te worden verkocht, met uitzondering van sterke drank als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drank- en Horecawet. 4. Het college kan nadere voorschriften verbinden aan het verlenen van de ontheffing. 5. De ontheffing kan worden geweigerd indien de woonsituatie of de leefsituatie, de veiligheid of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beTnvloed door de openstelling van de winkel. Artikel 10 Ontheffing zon- en feestdagenregeling voor bijzondere situaties
1.
2. 3.
4.
5.
Het college kan op een daartoe strekkend verzoek ontheffing verlenen van de in artikel 2 van de wet vervatte verboden ten behoeve van bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard en het uitstallen van goederen in het geval van: a. Feestelijkheden en bijeenkomsten met een cultureel, religieus of sociaal doel; b. Veilingen; c. Modeshows; d. Festivals; e. Evenementen; f. Manifestaties; g. Beurzen; h. Braderieen; i. Kermissen; j . Circussen. De ontheffing, als bedoeld in lid 1, kan worden verleend voor ten hoogste een dag per ondernemer per kalenderjaar, niet bedoeld zijn winkels in de binnenstad, op bedrijventerreinen of winkelcentra. De ontheffing, als bedoeld in lid 1, kan worden verleend in het geval van wijk- en buurtgerelateerde evenementen in wijk- en buurtwinkelcentra, niet bedoeld zijn winkelcentra op bedrijventerreinen of de binnenstad, waarbij per winkelcentrum eenmaal per jaar een ontheffing kan worden verleend. De ontheffing, als bedoeld in lid 1, kan maximaal acht maal per jaar worden verleend per stadsdeel, mits de vooraankondiging voor de bijzondere gelegenheid van tijdelijke aard waaraan tenminste door vijf ondernemers wordt deelgenomen, volgens het voorstel zoals genoemd in artikel 6 van de verordening, bij het college kenbaar wordt gemaakt. Openstelling van genoemde winkels onder het tweede, derde en vierde lid vindt uitsluitend plaats op zon- en feestdagen tussen 10.00 en 22:00 uur.
Artikel 11 Verbod straatverkoop bepaalde goederen op zon- en feestdagen Het college kan bepalen dat de vrijstelling genoemd in artikel 12 van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet niet geldt voor de gehele gemeente of voor een of meer delen van de gemeente. Artikel 12 Toezicht Met het toezicht en de handhaving op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de door het college aangewezen personen. Artikel 13 Intrekking voorgaande regeling a. De Verordening Winkeltijden Hengelo 2005, vastgesteld op 17 maart 2005, wordt ingetrokken; b. Alle ontheffingen en vrijstellingen krachtens de Verordening winkeltijden Hengelo 2005 blijven van kracht tot 3 maanden na inwerkingtreding van de Winkeltijdenverordening Hengelo 2013; c. Verleende ontheffingen op basis van artikel 5 Verordening Winkeltijden Hengelo 2005 blijven van kracht indien voldaan wordt aan de voorwaarden zoals opgenomen in artikel 9 van de Winkeltijdenverordening Hengelo 2013. Artikel 14 Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking op 6 maart 2013. Artikel 15 Citeertitel Deze verordening kan worden aangehaald als "Winkeltijdenverordening Hengelo 2013."
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 26 februari 2013 Djqwoorzitter,
Artikelsgewijze toelichting Winkeltijdenverordening Hengelo 2013 Algemene toelichting Winkeltijdenwet Op 1 juni 1996 is de Winkeltijdenwet tezamen met het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet in werking getreden. Deze wet stelt ruimere regels voor de openingstijden van winkels dan zijn voorganger, de Winkelsluitingswet 1976. In deze verordening wordt regelmatig verwezen naar de Winkeltijdenwet. In concreto komen de uitgangspunten van de Winkeltijdenwet op het volgende neer: a. op maandag tot en met zaterdag, de werkdagen, is openstelling van winkels toegestaan tussen 06.00 en 22.00 uur. Gemeenten mogen tijdens deze uren geen beperkingen opleggen aan de openstelling van winkels. b. Aan het aantal openingsuren per winkel per week is geen maximum verbonden. c. Tijdens de nachturen van 22.00 tot 06.00 uur is winkelopening op werkdagen niet toegestaan. Gemeenten kunnen echter vrijstellingen of ontheffingen van deze verplichte winkelsluiting verlenen. Op koopzondagen, Goede Vrijdag, Kerstavond (24 december) en Dodenherdenking(4 mei) moeten de winkels vanaf 19.00 uur dicht zijn. d. Op zon- en feestdagen is winkelopening niet toegestaan. Voor maximaal twaalf zon- en feestdagen per kalenderjaar kan de gemeente vrijstelling of ontheffing van deze verplichte sluiting verlenen. De winkeltijdenwet merkt in dit verband als feestdagen aan: Nieuwjaarsdag, Tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, Tweede Pinksterdag en Eerste en Tweede Kerstdag. e. Winkels waar uitsluitend of hoofdzakelijk levensmiddelen worden verkocht (in de praktijk gaat het vaak om supermarkten) kunnen ontheffing krijgen om op zon- en feestdagen vanaf 16.00 uur open te zijn. Ze moeten dan wel op alle zon- en feestdagen voor 16.00 uur dicht zijn, ook als die als koopzondag zijn aangewezen. Belangrijk is ook dat er in een gemeente maar een ontheffing per 15.000 inwoners mag worden verleend. In totaal gaat het voor Hengelo dus om vijf winkels verspreid over de stad. f. De gemeenteraad kan bij verordening vrijstelling verlenen van de verplichte winkelsluiting op zon- en feestdagen in verband met op de gemeente of een deel daarvan gericht autonoom toerisme. Artikel 1 Begripsbepalingen Voor de omschrijving van het begrip feestdagen is aansluiting gezocht bij artikel 2 van de wet Koninginnedag is in de wet niet meer aangemerkt als een feestdag en ook op 31 december na 19:00 uur is winkelopenstelling mogelijk gemaakt. In de onderhavige verordening wordt Hengelo verdeeld in twee stadsdelen: de binnenstad en de overige wijken. Artikel 3 Overdracht van de ontheffing De bepaling bindt de overdracht van de ontheffing aan de toestemming van het college. Deze tussenkomst geeft het college de gelegenheid om inzicht te krijgen in de handel en wandel van de opvolger. Als het gaat om overdracht naar een ander rechthebbende, moet het college kunnen toetsen of de ontheffing in stand kan blijven of dat er eventueel andere voorschriften aan moeten worden verbonden. Artikel 5 Zon- en feestdagenregeling (koopzondagen) Voor zon- en feestdagen geldt in principe een verplichte sluiting. Voor maximaal 12 zon- en feestdagen per stadsdeel per jaar kan afgeweken worden van het sluitingsverbod door deze dagen aan te wijzen als zogenaamde koopzondagen. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen de koopzondagen geldend voor de binnenstad en de koopzondagen voor de wijken buiten de binnenstad. Met deze verdeling van aan te wijzen koopzondagen wordt tegemoet gekomen aan de volstrekt verschillende voorkeuren van de binnenstadsondernemers enerzijds en de ondernemers op bedrijventerreinen anderzijds voor zover het koopzondagen betreft. Bij het aanwijzen van de koopzondagen wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de volgende uitgangspunten: zorgen voor eenduidigheid naar de consument, bijvoorbeeld elke laatste zondag van de maand koopzondag; zoveel mogelijk rekening houdend met de verschillende wensen van de ondernemers.
De winkels kunnen op koopzondagen van 10.00 uur tot 22.00 uur geopend zijn. Artikel 6 Procedure vaststelling koopzondagen Per kalenderjaar stellen burgemeester en wethouders de koopzondagen vast volgens de volgende procedure: 1. uiterlijk 15 juni worden plaatselijke winkeliers- en ondernemersverenigingen, alsmede ondernemingen die in het voorafgaande jaar een schriftelijk voorstel voor een koopzondag hebben ingediend per brief gevraagd schriftelijk voor 1 September voorstellen te doen voor koopzondagen. 2. tegelijkertijd wordt via de gemeentelijke advertentie een oproep geplaatst waarin overige belanghebbenden worden gevraagd voor 1 September schriftelijk voorstellen in te dienen. 3. de ontvangen aanvragen worden ge'inventariseerd en aan de hand van de criteria beoordeeld, waarna het college een principebesluit neemt dat zes weken ter inzage wordt gelegd. 4. Mede op basis van de ingekomen zienswijzen verleent het college vrijstelling voor ten hoogste twaalf zon- of feestdagen per stadsdeel. 5. nadat de koopzondagen door het college zijn vastgesteld wordt de aanvragers het besluit toegezonden en vindt publicatie plaats in de gemeentelijke advertentie. Daarbij wordt gewezen op de mogelijkheid bezwaar te maken overeenkomstig de Algemene wet bestuursrecht. Artikel 7 Criteria vaststelling koopzondagen De criteria voor de vaststelling van de koopzondagen zijn per stadsdeel aangegeven. Uitgangspunt is dat in de binnenstad jaarlijks twaalf koopzondagen worden georganiseerd, bij voorkeur gecombineerd met evenementen. Ook in de overige wijken kunnen jaarlijks twaalf koopzondagen worden georganiseerd. In de vaststelling van de koopzondagen wordt de voorkeur geven aan evenementen georganiseerd op bedrijventerreinen, waarbij prioriteit wordt toegekend aan landelijk, regionaal of locaal georganiseerde brancheactiviteiten. Voorheen genoten de aanvragen van wijk- en buurtwinkelcentra de voorkeur. Het is gebleken dat aanvragen voor een koopzondag in de wijkwinkelcentra verbonden zijn aan een evenement die op de wijk gericht is. Het doel van deze koopzondagen is niet zozeer het openstellen van de winkels, maar het organiseren van een wijkevenement, als braderie en andere activiteiten. De laatste jaren is gebleken dat de aanvragen van de wijkwinkelcentra de aanvragen van de bedrijventerreinen beperken. De dagen die de wijkwinkelcentra aanvragen zijn niet interessant voor de bedrijven op de bedrijventerreinen. Vanuit dit oogpunt is besloten de aanvragen van de wijk- en buurtcentra te beschouwen als een bijzondere gelegenheid van tijdelijke aard. Voor alle koopzondagen geldt dat activiteiten die door een enkele ondernemer worden georganiseerd in het kader van de onderhavige verordening niet als zodanig worden aangemerkt. Artikel 8 Openstelling op werkdagen tussen 22.00 uur en 06.00 uur Artikel 7 van de wet geeft de mogelijkheid de openingstijden op werkdagen tussen 22.00 uur en 06.00 uur te reguleren. Dat kan door gebieden aan te wijzen waarin het verbod niet geldt of door vormen van detailhandel aan te wijzen waarvoor het verbod niet geldt. Ook kan in afzonderlijke gevallen ontheffing verleend worden. Per geval is een afweging te maken of de gewenste openstelling zich verhoudt met belangen van de woon- en leefomgeving en de openbare orde. De vrijstellingen en ontheffingen kunnen onder beperkingen en voorschriften worden verleend. Zo worden ontheffingen alleen voor bepaalde tijd verleend. In het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet is voor een aantal overige vormen van detailhandel afwijkende openstellingsuren geregeld. Artikel 9 Openstelling van levensmiddelenwinkels op de avonden van zon- en feestdagen Een avondwinkel kan op zondagen, feestdagen en de zogenaamde 19-uur dagen (Goede vrijdag, 4 mei en 24 december) geopend zijn. Om de zondagsrust te waarborgen moet de winkel op zon- en feestdagen gesloten zijn tussen 00.00 uur en 16.00 uur. Ten aanzien van de werkdagen geldt voor avondwinkels ook de hoofdregel van de wet dat ze tussen 06.00 uur en 22.00 uur onbeperkt open mogen zijn. Het college kan een ontheffing verlenen voor 1 avondwinkel per 15.000 inwoners en daarmee voor maximaal 5 avondwinkels. Deze avondwinkels zullen verspreid over de stad gevestigd kunnen worden, waarbij zoveel mogelijk wordt aangesloten op reeds bestaande winkelconcentraties en andere functies met een avondopenstelling.
Een dergelijke ontheffing kan alleen worden verleend indien er ook een ontheffing is verleend, en in gebruik is bij dezelfde rechthebbende, op grond van artikel 8 uit deze verordening. Tevens mag een avondwinkel een maximum omvang hebben van 200 m2 bvo. De ontheffing betreft een schaars recht, indien alle ontheffingen zijn verleend kan een nieuwe aanvraag pas worden behandeld indien een ontheffing wordt ingeleverd of ingetrokken. Artikel 10 Ontheffing zon- en feestdagenregeling voor bijzondere situaties Artikel 10 is gebaseerd op artikel 4 van de wet en grijpt terug op artikel 10 van de Winkelsluitingswet 1976 alsmede het Besluit gemeentelijke ontheffingen Winkelsluitingswet 1976. Dit besluit heeft altijd goed gefunctioneerd en de essentie daarvan is opgenomen in dit artikel. Dit artikel geeft het college de bevoegdheid bij bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard ontheffing te verlenen van het verbod op een zondag of een feestdag geopend te zijn. Het stellen van voorschriften en/of beperkingen is mogelijk. Het betreffen hier dus aanvragen voor ontheffing bovenop de maximaal twaalf toegestane koopzondagen. Het college kan deze zon- en/of feestdagen toekennen per ondernemer of per gebied. Het maximum per stadsdeel (binnenstad en overige wijken) is gesteld op acht ontheffingen per jaar. Om deze ontheffing te verlenen dient in het voorafgaande jaar een voorstel bij het college te worden gedaan. Dit kan in hetzelfde verzoek als bedoeld in artikel 6 van deze verordening. Het college kan vervolgens zowel de reguliere koopzondagen tijdig vaststellen, als ook het principebesluit te nemen voor het verlenen van de ontheffingen op de aangevraagde zon- en of feestdagen. Artikel 11 Verbod straatverkoop bepaalde goederen op zon- en feestdagen De vrijstelling betreft het te koop aanbieden en verkopen van voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken. Artikel 13 Intrekking voorgaande regeling De wet kent geen overgangsregeling. In de verordening is een overgangsbepaling opgenomen bedoeld voor de ontheffingen die verleend zijn voor de openstelling van levensmiddelenwinkels op de avonden van zon- en feestdagen, op grond van de Verordening Winkeltijden Hengelo 2005.
RAADSBESLUIT ZAAKNUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
1007312
Fiselier, Kristel
SAM-MO
Janneke Oude Alink
ONDERWERP
Regionaal Transitiearrangement Jeugdzorg Twente
DE RAAD VAN DE GEMEENTE HENGELO BESLUIT:
Aan de raad wordt voorgesteld om: 1. Het Regionaal Transitiearrangement Jeugdzorg Twente vast te stellen. 2. Kennis te nemen van de aanbiedingsbrief aan TSJ behorende bij het Regionaal Transitiearrangement Jeugdzorg Twente.
PUBLIEKSVRIENDELIJKE SAMENVATTING
Alle taken op het gebied van jeugdzorg vallen vanaf 2015 onder de verantwoordelijkheid van gemeenten. Om te garanderen dat kinderen en jongeren die op 31 december 2014 zorg krijgen, deze zorg ook in 2015 blijven ontvangen bij dezelfde aanbieder (zorgcontinuïteit), moeten gemeenten een transitiearrangement opstellen. Dit arrangement moet uiterlijk 31 oktober aan een landelijke commissie worden aangeboden. De afgelopen 3 maanden hebben de 14 Twentse gemeenten, aanbieders van zorg en huidige financiers (provincie, zorgverkeraar en zorgkantoor) intensief met elkaar samengewerkt om het transitiearrangement op te stellen. Op 16 oktober jl. is dit arrangement gepresenteerd aan de aanbieders en ligt nu ter besluitvorming voor in alle 14 Twentse gemeenten. Gemeenten en partners zien dit arrangement vooral als een belangrijke mijlpaal in de ontwikkeling naar zorgcontinuïteit voor kinderen en jongeren die dit nodig hebben. Aangezien er nog onduidelijkheden bestaan rondom cijfers en budgetten, hebben bestuurders geen bindende afgemaakt, maar is wel commitment afgesproken in het proces om zorgcontinuïteit te realiseren. DE GEMEENTERAAD VAN HENGELO,
De griffier
DATUM
De voorzitter
RAADSADVIES ZAAKNUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
1007312
Boelen, Kirsten
SAM-MO
Janneke Oude Alink
ONDERWERP
Regionaal Transitiearrangement Jeugdzorg Twente
PROGRAMMA/FACET-AGENDA
02 - Zorg voor de mens
AANLEIDING, DOEL EN WAT GING ER AAN VOORAF
In het Transitieplan Jeugd van het Rijk, VNG en IPO zijn belangrijke mijlpalen opgenomen met betrekking tot de overgang van de bestuurlijke verantwoordelijkheid van de zorg voor jeugd naar gemeenten in 2015. Tijdens het bestuurlijk overleg tussen rijk, VNG en IPO van 26 april 2013 zijn afspraken gemaakt over het overgangsjaar 2015. Onderdeel van deze afspraken is dat gemeenten in regionaal verband transitiearrangementen realiseren. Het doel van de regionale transitiearrangementen is om per 31 oktober 2013 een arrangement gereed te hebben dat inzicht biedt in de continuïteit van zorg voor cliënten. Toetsing van dit arrangement zal plaatsvinden door de transitiecommissie stelselherziening jeugd (TSJ). Het arrangement zelf is een overzicht van gemaakte afspraken tussen gemeenten, zorgaanbieders en financiers. Het arrangement geeft inzicht in de wijze waarop iedere regio omgaat met de volgende punten: - De continuïteit van zorg realiseren - De hiervoor benodigde infrastructuur realiseren - De frictiekosten als gevolg van de transitie per 1-1-2015 beperken De transitiearrangementen moeten bestuurlijk afgestemd worden, wat betekent dat het arrangement ingebracht moet worden in het college van B&W in alle deelnemende gemeenten. Het transitiearrangement is na besluitvorming in het college bij de TSJ ingediend onder voorbehoud van vaststelling door de gemeenteraad. Met de Wmo cliëntenraad zullen we verder in gesprek gaan over het transitiearrangement en het vervolg proces. INHOUD VAN HET VOORSTEL
Regionaal Transitie Arrangement (RTA) Voor u ligt het regionaal transitiearrangement van de 14 samenwerkende gemeenten in Twente. Hiermee geven we invulling aan de afspraken die het Rijk, de VNG en IPO gemaakt hebben. Daarbij gaat het vooral om het realiseren van zorgcontinuïteit voor kinderen en jongeren die op 31 december 2014 in zorg zijn (of die op een wachtlijst staan), waarbij er een nauwe relatie is met het in stand houden van de zorginfrastructuur en het beperken van frictiekosten. Dit transitiearrangement laat op hoofdlijnen zien waarover we het als gemeenten, aanbieders en financiers eens zijn. Tegelijk is nog veel onduidelijk, waardoor we de nodige voorbehouden moeten maken. Zo is eind 2013 niet te voorspellen hoe de vraag naar zorg en ondersteuning zich in 2014 ontwikkelt. Daarnaast is er onvoldoende zicht op het budget dat gemeenten vanaf 2015 krijgen. Bij het daadwerkelijk invulling geven aan de decentralisatie van de jeugdzorg zal de komende jaren dan ook vooral in de geest van dit transitiearrangement worden gehandeld. Proces De volgende processtappen zijn doorlopen: 1. Overleg tussen gemeenten, aanbieders en financiers; 2. Bepalen huidige budgetverdeling gemeenten en zorgvormen; 3. Bepalen toekomstige budgetverdeling gemeenten en zorgvormen; 4. Berekenen frictiekosten en inventariseren mogelijkheden beperken frictiekosten; 5. Op- en vaststellen regionaal transitiearrangement. Om te komen tot een regionaal transitiearrangement hebben de gemeenten overleg gevoerd met relevante aanbieders en huidige financiers. Hiervoor zijn 3 bijeenkomsten georganiseerd,
op 6 september (toelichting proces, verstrekken van deelopdrachten), 4 oktober (bespreking concept transitiearrangement) en 16 oktober (presentatie definitief transitiearrangement). Ook zijn bilaterale overleggen gevoerd met BJzO, met enkele grote instellingen en met vertegenwoordigers van vrijgevestigden. Het RTA is vastgesteld door alle colleges van de 14 Twentse gemeenten, dit onder voorbehoud van het besluit van de gemeenteraad. Vervolgens is het RTA doorgeleid naar alle 14 gemeenteraden. Het RTA moest voor 31 oktober worden ingediend bij de landelijke Transitiecommissie Stelselherziening Jeugd. Voorbehouden en monitoring Doordat er nog veel onduidelijkheden en onzekerheden zijn (bijvoorbeeld m.b.t. het beschikbare budget, hoe de vraag naar zorg zich ontwikkelt en of de Jeugdwet nog wordt aangepast) worden in het transitiearrangement de nodige voorbehouden gemaakt. Gezien de randvoorwaarden en voorbehouden is het van belang tussentijds te evalueren of de afspraken uit dit regionaal transitiearrangement nog actueel zijn of dat er aanpassingen en/of bijstellingen noodzakelijk zijn. Deze evaluatiemomenten koppelen we aan het verschijnen van circulaires waarin meer informatie beschikbaar komt over de budgetten die gemeenten ontvangen voor de jeugdzorg. Uitkomsten Het proces om te komen tot een RTA is een intensief traject geweest, waaraan aanbieders heel coöperatief hebben meegewerkt onder enorme tijdsdruk. Gemeenten hebben in korte tijd veel informatie kunnen ophalen en het inzicht ten aanzien van cliënt- en geldstromen in de Twentse Jeugdzorg wordt steeds scherper. De betrokken maatschappelijke partners hebben zich in de derde bijeenkomst gecommitteerd aan het proces om te komen tot het transitiearrangement en de verdere uitwerking ervan. Dat wil niet zeggen dat men ook gerust is op het uiteindelijke resultaat voor alle individuele aanbieders, of dat alle vraagstukken zijn opgelost. Organisaties worstelen vooral met de vraag wat de stelselwijziging voor hun personeelsbestand betekent. Net als de gemeenten, geven aanbieders aan dat de huidige cijfers (aantallen en budgetten) grote onzekerheden bevatten (zie verder hieronder bij financiële aspecten). De betrokken partijen benadrukken dat het regionaal transitiearrangement een momentopname is in een proces waaraan gemeenten, aanbieders en financiers niet alleen in de afgelopen periode maar ook de komende periode samen vorm en inhoud geven. We zijn ervan overtuigd dat we met de afspraken uit dit regionaal transitiearrangement, bij de overgang van het oude naar het nieuwe jeugdzorgstelsel, kinderen en jongeren de juiste zorg en ondersteuning kunnen leveren. De dialoog met aanbieders en financiers wordt het komende jaar in volle vaart voortgezet. Toetsing door de transitiecommissie stelselherziening jeugd (TSJ) Het regionaal transitiearrangement Jeugdzorg wordt na 31 oktober beoordeeld door de landelijke Transitiecommissie Stelselherziening Jeugd (TSJ). De TSJ heeft begin oktober een tussenrapportage opgeleverd (zie www.vng.nl), waarin wordt beschreven welke problemen gemeenten ondervinden in het proces en bij het opstellen van het TA. Input voor de rapportage heeft de transitiecommissie gehaald uit gesprekken die per regio zijn gevoerd. Het gesprek met Twente heeft plaatsgevonden op 23 september jl. De Twentse afvaardiging bestond uit: Gemeente Hengelo: Gemeente Enschede:
Janneke Oude Alink (Bestuurlijk Coördinator) Ed Wallinga (Bestuurlijk Coördinator) en Alice van der Nieuwboer (Ambtelijk Coördinator) Bureau Jeugdzorg Overijssel: Martin Dirksen Jarabee: Gitta Griffioen Menzis Zorgkantoor: Birgit Stockmann De leden van de TSJ waren zeer aangenaam verrast door de aanwezigheid van Menzis. Weinig regio’s hadden het zorgkantoor uitgenodigd. De TSJ heeft aangegeven dat ze belang hecht aan het goede gesprek tussen gemeenten, financiers en organisaties. Twente staat er wat dat betreft goed voor. Eén van de leden van de TSJ gaf aan dat hij “een schouder-aan-schouder-gevoel” bij Twente kreeg. Op 31 oktober zal dezelfde Twentse delegatie het RTA aanbieden aan de TSJ. De TSJ zal beoordelen of het RTA voldoet aan de gestelde criteria. Wanneer dit niet het geval is zal een aanwijzing vanuit het Rijk volgen. Gezien de positieve geluiden die we inmiddels ontvangen hebben, gaan we hier niet vanuit. In Twente gaan we door op de reeds ingezette weg om als 14 gemeenten in samenwerking met aanbieders en huidige financiers verdere uitwerking te geven aan de afspraken uit het RTA.
BESPREEK- EN BESLISPUNTEN
1. 2.
Het Regionaal Transitiearrangement Jeugdzorg Twente vast te stellen. Kennis te nemen van de aanbiedingsbrief aan TSJ behorende bij het Regionaal Transitiearrangement Jeugdzorg Twente.
FINANCIËLE ASPECTEN
Financiële randvoorwaarden Bij het bepalen van het budget dat de 14 gemeenten in Twente voornemens zijn aan te wenden voor de zorgcontinuïteitcliënten hanteren we één kortingspercentage voor alle aanbieders, voor alle 14 gemeenten in Twente. De gemeenten hebben de aanbieders op 6 september jl. kenbaar gemaakt dat zij voornemens zijn om voor het aanbod aan zorgcontinuïteitcliënten in 2015 90% van het prijspeil 2012 te hanteren. De gedachte hierachter is als volgt: gemeenten krijgen een doelmatigheidskorting opgelegd van 4% in 2015, oplopend naar 15% in 2017. Daarnaast zetten wij de komende jaren nadrukkelijk in op innovatie, zoals versterking van het preventieve veld en de inrichting van wijkteams en/of jeugdteams. Ook krijgen de gemeenten te maken met uitvoeringskosten, zoals het contracteren van aanbieders, het ontwikkelen van de ICT-infrastructuur, het inrichten van kwaliteitstoetsing, et cetera. Bovenop de 4% doelmatigheidskorting reserveren de 14 gemeenten in Twente dus een percentage van het beschikbare budget voor vernieuwing van het aanbod en voor inrichting van de uitvoering. Macrobudget De Algemene Rekenkamer en de VNG hebben zeer kritische opmerkingen geplaatst bij het macrobudget per gemeente zoals dat is uitgewerkt in de Meicirculaire 2013. Naast deze landelijke twijfels hebben we ook als regio grote twijfels bij de juistheid van macrobudgetten uit de Meicirculaire. Uit eigen onderzoek dat de 14 gemeenten in Twente eerder hebben laten uitvoeren blijkt dat er niet €125,9 miljoen aan kosten wordt gemaakt op het gebied van jeugdzorg in de regio, maar ongeveer €139 miljoen (bron: Factsheets Transformatie Jeugdzorg Twente, I&O Research 2013). De marktconsultatie en de extra informatieuitvraag die gemeenten voor dit transitiearrangement hebben uitgezet laat zelfs een benodigd bedrag zien van € 146,7 miljoen. Voorgenomen budget zorgcontinuïteit Voor de zorgcontinuïteitcliënten die zorg vanuit een instelling krijgen is, geredeneerd vanuit het beschikbare (macro-)budget, ongeveer € 44,5 miljoen beschikbaar, voor pgb-gefinancierde AWBZ-zorg die wordt geleverd door andere partijen dan instellingen (zorgboerderijen, zzp-ers, et cetera) circa € 3,1 miljoen en voor Zvw-gefinancierde vrijgevestigden € 1,39 miljoen. Dit beschouwen we nadrukkelijk als een minimumvariant. De maximumvariant, die uit gaat van het benodigde budget op basis van de prognoses van de instellingen, komt uit op € 76 miljoen die benodigd is voor de instellingen (exclusief bedragen die benodigd zijn voor pgb-gefinancierde AWBZ-zorg en Zvw-gefinancierde vrijgevestigden). Op basis van nieuwe informatie zal aanscherping van deze bedragen plaatsvinden. De cijfers laten nu nog een te brede bandbreedte zien. In het transitiearrangement zijn de daarom budgetten verdeeld per zorgvorm en niet per individuele aanbieder. Dit vraagt namelijk de nodige zorgvuldigheid. De Twentse gemeenten zijn van mening dat ze dat niet kunnen borgen binnen de zeer korte doorlooptijd waarbinnen het Transitiearrangement tot stand moet komen. Bij meer duidelijkheid over de feiten en cijfers (vervolgtraject) zal aanscherping plaats vinden. Er zijn dus ook geen inkoopafspraken gemaakt. Risico’s Zoals aangegeven in dit voorstel worden er voor 2015 op diverse onderdelen van het arrangement voorbehouden gemaakt, zowel voor de aanbieders, gemeenten als financiers. De ontwikkeling van de hoeveelheid zorg kan niet in beeld gebracht worden en er is onvoldoende zicht op het budget voor de gemeenten vanaf 2015. Feitelijk kunnen we spreken van een open-eind regeling. Eerder is aangegeven dat de gemeente Hengelo vooralsnog uitgaat van een budgettair neutraal verloop van het Transitieplan Jeugd. Zodra zich momenten voordoen waarop meer zekerheden ontstaan over deze materie zal hierover gerapporteerd worden. Mogelijk kan zich dit v.w.b. de ontwikkeling van rijksbudgetten voordoen op basis van de decembercirculaire 2013 dan wel de meicirculaire 2014.
BIJLAGE(N)
- Regionaal Transitiearrangement Jeugdzorg Twente - Aanbiedingsbrief TSJ iz Transitiearrangement Jeugdzorg Twente 31 oktober 2013
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN HENGELO,
De secretaris
De burgemeester
Aan de Landelijke Transitiecommissie Stelselherziening Jeugd Ter attentie van de voorzitter de heer L. Geluk
[email protected]
ONS KENMERK BEHANDELD DOOR E-MAIL DOORKIESNR.
GGD\AvdN\13006209 Alice van den Nieuwboer
[email protected] 053- 487 7716
ONDERWERP
Aanbiedingsbrief Transitiearrangement Jeugdzorg Twente
Geachte heer Geluk, Hierbij bieden wij u het transitiearrangement jeugdzorg Twente aan. Wij zien dit arrangement vooral als een belangrijke mijlpaal in de ontwikkeling naar zorgcontinuïteit voor de kinderen en jongeren die dit nodig hebben. In het arrangement vindt u een bijzonder verdiepte analyse op de aantallen jeugdigen, zorgvormen, frictiekosten en budgetten. We weten dus goed waarover we spreken in deze momentopname. Dit is tot stand gekomen in een intensief proces van huidige financiers, instellingen, vrijgevestigden en gemeenten. In het bijgevoegde arrangement vindt u de resultaten hiervan. We hebben inmiddels met genoemde partners de afspraak gemaakt in november tot verdere uitwerking hiervan met elkaar te komen. Het proces eindigt dus niet met deze versie van transitiearrangement. De samenwerkende partners willen u vooruitlopend op het gesprek met uw commissie een aantal aandachtspunten meegeven. 1. Commitment aan het proces Door de diepgaande matching en analyse is het duidelijk geworden dat de beschikbare middelen (o.a. meicirculaire) en de voor onze regio benodigde middelen nog een diepe kloof kennen. Een deel kan volgens organisaties en gemeenten opgelost worden door het verbeteren van de beschikbare cijfers. Een andere meer gecompliceerde factor is echter het macrobudget. Waar het Rijk aangeeft in 2015 een korting van 4% in te houden, blijkt het voor Twente een feitelijke korting van 9,2% te zijn. De onderbouwing vindt u in de bijlage ‘Macrobudget Twente’. Zolang Rijk en gemeenten over deze cijfers geen eenduidigheid kennen, vrezen we dat eventuele afspraken met zorgaanbieders onterecht en incorrect gemaakt zouden worden in deze fase. Gemeenten en partners hebben nadrukkelijk het commitment aan het proces tot zorgcontinuïteit gegeven. Wij beschouwen de financiële gegevens nog te onzeker om tot concrete afspraken met individuele instellingen te komen. De diepte van de budgetverdeling betreft vanwege deze problematiek rond budgetten echter nog niet individuele instellingen maar we kiezen voor presentatie op het niveau van zorgvormen.
2. Doorlooptijd en duidelijkheid Het proces vraagt een bepaalde doorlooptijd. Tegelijk dringt de tijd voor instellingen om duidelijkheid aan hun personeel te geven over de toekomst. Voor die worsteling hebben gemeenten begrip. In deze fase kunnen gemeenten echter geen duidelijkheid geven. Die moet komen van het Rijk bijvoorbeeld met betrekking tot frictiekosten. Het is goed om te beseffen dat hier verwachtingen over leven bij organisaties. 3. Vrijgevestigden Met de vrijgevestigden zijn we in de Regio ver in gesprek gegaan. Zij hebben zich onvoldoende georganiseerd, waardoor ook dit proces de nodige tijd vraagt. Ook bij hen leven verwachtingen met betrekking tot frictiekosten. Het is aan te bevelen dat het Rijk hier uitspraken over doet. Ter onderbouwing is een bijlage toegevoegd met een geanonimiseerd overzicht in de opgegeven frictiekosten. 4. Risico in de komende periode Dit arrangement gaat uit van het ‘nu’; een momentopname in het gehele transitieproces. We beseffen dat ondertussen allerlei afspraken gemaakt worden over landelijke functies, de afbakening naar overige wetsvoorstellen (Awbz-Wmo- LIZ) maar ook concreet over contracten tussen aanbieders/vrijgevestigden en huidige financiers over 2014. Deze afspraken spelen zich nu nog niet altijd binnen het zicht of grip van de gemeenten af en het is dus een risico wat deze afspraken doen tot de zorginfrastructuur tot 2015. Wij hopen van harte dat u het transitiearrangement u goede informatie biedt en zien uit naar het gesprek op 31 oktober aanstaande, in dezelfde ‘schouder-aan-schouder’ samenstelling. Met vriendelijke groet, namens Samen14
Janneke Oude Alink Wethouder gemeente Hengelo Bestuurlijk coördinator Twentse samenwerking Transities en Transformaties AWBZ en Jeugdzorg Bijlagen 1. Transitiearrangement Jeugdzorg Twente 2. Memo Macrobudget Twente 3. Opgave frictiekosten vrijgevestigden
Regionaal Transitiearrangement Jeugdzorg Twente Mijlpaal én momentopname in het ontwikkelen van zorgcontinuïteit
Contactgegevens: Mevrouw A. van den Nieuwboer E-mail:
[email protected] Concept 17 oktober 2013 Definitief document volgt na besluitvorming in de colleges (31 oktober 2013)
CONCEPT
1
Inhoudsopgave SAMENVATTING .......................................................................................................................... 3 1. INLEIDING ................................................................................................................................. 7 2. PARTNERS ............................................................................................................................... 8 3. WERKWIJZE ........................................................................................................................... 14 4. UITGANGSPUNTEN EN VOORBEHOUDEN ........................................................................ 17 5. REGIONALE VISIE EN SAMENWERKING............................................................................ 20 6. ZORGCONTINUÏTEIT EN BUDGETINZICHT......................................................................... 24 7. ZORGINFRASTRUCTUUR EN FRICTIEKOSTEN ................................................................. 35 BIJLAGE 1 GESPREKKEN ........................................................................................................ 40 BIJLAGE 2 BRIEVEN ................................................................................................................. 41 BIJLAGE 3 ZORGVORMEN ....................................................................................................... 44 BIJLAGE 4 FORMATS ............................................................................................................... 45 BIJLAGE 5 BRONNEN ............................................................................................................... 50 BIJLAGE 6 AFKORTINGEN ....................................................................................................... 51
CONCEPT
2
Samenvatting In dit regionaal transitiearrangement worden afspraken beschreven die de 14 samenwerkende gemeenten in Twente hebben gemaakt, in overleg met aanbieders en financiers, over het realiseren van zorgcontinuïteit voor jeugdigen die op 31 december 2014 in zorg zijn of daar recht op hebben, waarbij er een nauwe relatie is met het in stand houden van zorginfrastructuur en het beperken van frictiekosten. Voor het opstellen van het transitiearrangement is overlegd met circa 50 instellingen en 80 vrijgevestigden. Hiervoor zijn drie bijeenkomsten belegd. Ook is bilateraal gesproken met een reeks aanbieders. Bij dit regionaal transitiearrangement gelden een aantal uitgangspunten. Zo gaan we uit van de definities die in de landelijke handreiking worden gehanteerd. Verder mogen de afspraken uit dit transitiearrangement de reeds lopende samenwerking tussen de gemeenten en aanbieders in de aanloop naar 2015 niet frustreren of blokkeren. Zo is de regionaal geformuleerde visie op de jeugdzorg een belangrijk uitgangspunt bij dit regionaal transitiearrangement, evenals afspraken die gemeenten hebben gemaakt over het samen optrekken bij verschillende jeugdzorgvormen. Dit betreft onder meer het werken met raamcontracten vanaf 2015 (gezamenlijke afspraken met aanbieders over prijs en kwaliteit, geen volumeafspraken), het lokaal beleggen van de toegang (ook voor vormen van jeugdzorg die gemeenten samen inkopen) en het ieder voor zich dragen van de kosten van jeugdzorg (het woonplaatsbeginsel). Met de financiers en aanbieders wordt nagegaan of de afspraken voor 2014 de transformatie van de jeugdzorg in 2015 en de jaren die daarop volgen in de weg staan. Daarnaast gelden diverse voorbehouden. De afspraken tussen gemeenten, aanbieders en financiers zijn gebaseerd op aannames. Nadere inzichten in aantallen cliënten en budgetten kan leiden tot bijstelling van deze afspraken. Ook worden voorbehouden gemaakt als het gaat om de inwerkingtreding van de nieuwe Jeugdwet, de certificering van instellingen, het voldoen van aanbieders aan kwaliteitseisen, et cetera. Daarnaast moeten gemeenteraden nog akkoord gaan met het regionaal transitiearrangement. Gezien al deze voorbehouden wordt in 2014 tussentijds gemonitord of afspraken nog actueel zijn. Voor het maken van afspraken met aanbieders hebben de gemeenten zich gebaseerd op een eerder onderzoek dat zij hebben uitgevoerd naar het gebruik van jeugdzorg in Twente en een uitgebreide uitvraag onder de aanbieders, zowel instellingen als vrijgevestigden. Het laat zich aanzien dat vrijwel alle relevante instellingen gegevens hebben aangeleverd. Ondanks de onduidelijkheden, bijvoorbeeld over welke zorgvormen onder de nieuwe Jeugdwet gaan vallen, is in meerdere rondes informatie opgehaald. Het blijkt dat door de instellingen in 2012 ongeveer € 134 miljoen is omgezet. Omdat niet alle vrijgevestigden hebben gereageerd, gaan we hierbij uit van de Vektis-bestanden die de gemeenten hebben ontvangen. Door de Zvw-gefinancierde vrijgevestigden is volgens onze berekeningen circa € 3,5 miljoen omgezet, terwijl naar schatting € 9,3 miljoen aan pgb-gefinancierde zorg is geleverd door andere partijen dan de instellingen (zorgboerderijen, zzp-ers, et cetera). In totaal zo’n € 146,7 miljoen. Bij instellingen gaat het om 29.000 zorgtrajecten, bij Zvw-gefinancierde vrijgevestigden om ruim 6.000 zorgtrajecten. Het aantal pgb-gefinancierde zorgtrajecten is niet bekend. De inschatting van instellingen is dat op 31 december 2014 circa 14.000 jeugdigen in zorg zijn, waarvan zo’n 400 kinderen of jongeren op een wachtlijst staan. Het aantal jeugdigen dat op die datum van de Zvw-gefinancierde vrijgevestigden zorg ontvangt en/of dat een pgb-gefinancierd zorgtraject heeft is niet goed in te schatten.
CONCEPT
3
De 14 gemeenten in Twente krijgen volgens de Meicirculaire 2013 gezamenlijk € 125,9 miljoen voor jeugdzorg in 2015. Hiervan is € 123,1 miljoen beschikbaar voor zorg en ondersteuning. Er lijkt echter € 146,7 miljoen nodig te zijn. Er dreigt dus een tekort van circa € 23,6 miljoen. De 14 gemeenten in Twente maken zich dan ook grote zorgen over de juistheid van de gegevens in de Meicirculaire 2013. Bij het bepalen van het voorgenomen budget voor het realiseren van zorgcontinuïteit gaan de gemeenten daarom primair uit van het beschikbare budget en niet van het benodigde gecalculeerde budget. Gemeenten hebben daarbij het voornemen om voor het aanbod aan zorgcontinuïteitcliënten in 2015 90% van het prijspeil 2012 te hanteren. Voor de zorgcontinuïteitcliënten die zorg vanuit een instelling krijgen is, geredeneerd vanuit het beschikbare budget, ongeveer € 44,5 miljoen beschikbaar, voor pgb-gefinancierde AWBZ-zorg die wordt geleverd door andere partijen dan instellingen (zorgboerderijen, zzp-ers, et cetera) circa € 3,1 miljoen en voor Zvw-gefinancierde vrijgevestigden € 1,39 miljoen. Dit beschouwen we nadrukkelijk als een minimumvariant. De maximumvariant, die uit gaat van het benodigde budget op basis van de prognoses van de instellingen, komt uit op € 76 miljoen die benodigd is voor de instellingen (exclusief bedragen die benodigd zijn voor pgb-gefinancierde AWBZ-zorg en Zvw-gefinancierde vrijgevestigden). Op basis van nieuwe informatie zal aanscherping van deze bedragen plaatsvinden. In dit regionaal transitiearrangement wordt geen uitsplitsing van deze bedragen gemaakt naar individuele aanbieders. Dit is een vertaalslag die een nadere analyse vraagt van aangeleverde gegevens (waarbij we rekening moeten houden met de specifieke productenportfolio’s van aanbieders, de gemiddelde doorlooptijden van zorgtrajecten per zorgvorm, et cetera) en die uiterst zorgvuldig moet gebeuren. De zeer korte doorlooptijd om tot het transitiearrangement te komen laat het niet toe dat hierover op dit moment gedetailleerde afspraken worden gemaakt. Omdat gemeenten in de regio Twente vanaf 2015 met raamcontracten willen gaan werken, kunnen geen budgetgaranties worden gegevens richting aanbieders voor de nieuwe cliënten. De gemeenten kunnen alleen aangeven welk bedrag zij voornemens zijn om aan te wenden voor de zorgcontinuïteitcliënten. Omdat de transformatie van de jeugdzorg een proces is dat geleidelijk leidt tot veranderingen, is de verwachting dat het zorg- en ondersteuningsaanbod in 2015 kan en zal blijven bestaan. Ook nieuwe cliënten zullen immers veelal gewoon worden doorverwezen vanuit de gemeenten. Op basis van een eigen inschatting van kostprijs-, volume- en marktontwikkelingen hebben de aanbieders frictiekosten berekend. Deze variëren van € 0 tot meer dan € 500.000. De meeste aanbieders geven aan geruime tijd bezig te zijn met zich voorbereiden op de decentralisatie van de jeugdzorg. Daarbij wordt intern gezocht naar oplossingen voor de frictiekosten (flexibele contracten, flexibele inzet van personeel, efficiënter werken), terwijl er ook externe oplossingen worden genoemd (andere organisatie van zorg, overname van personeel en/of maatregelen op het gebied vastgoed, minder administratieve lasten). Slechts een enkele aanbieder geeft aan naar verwachting niet te kunnen blijven bestaan en/of niet te willen doorgaan met het leveren van jeugdzorg in Twente. Voor het overgrote deel van de aanbieders geldt de verwachting dat zij in 2015 kunnen blijven bestaan en zorg kunnen blijven leveren. De 14 gemeenten in Twente blijven zich vanuit hun verantwoordelijkheid inspannen om frictiekosten te beperken.
CONCEPT
4
De betrokken partijen benadrukken dat het regionaal transitiearrangement een momentopname is een proces waaraan gemeenten, aanbieders en financiers niet alleen in de afgelopen periode maar ook de komende periode samen vorm en inhoud geven. We zijn ervan overtuigd dat we met de afspraken uit dit regionaal transitiearrangement, bij de overgang van het oude naar het nieuwe jeugdzorgstelsel, kinderen en jongeren de juiste zorg en ondersteuning kunnen leveren. De dialoog met aanbieders en financiers wordt het komende jaar in volle vaart voortgezet. Draagvlak maatschappelijke partners
Om te komen tot het regionaal transitiearrangement hebben de gemeenten overleg gevoerd met aanbieders (instellingen, vrijgevestigden) en financiers. Hiervoor zijn drie bijeenkomsten georganiseerd, De betrokken maatschappelijke partners hebben zich in de derde bijeenkomst gecommitteerd aan het proces op te komen tot het transitiearrangement. De groepsfoto is de illustratie hiervan.
Dat wil niet zeggen dat men ook gerust is op het uiteindelijke resultaat voor alle individuele aanbieders, of dat alle vraagstukken zijn opgelost. Organisaties worstelen vooral met de vraag wat de stelselwijziging voor hun personeelsbestand betekent. Net als de gemeenten, geven aanbieders aan dat de huidige cijfers (aantallen en budgetten) grote onzekerheden bevatten. Een deel van deze onzekerheid kan worden weggenomen door het samen verder uitdiepen van de (systematiek achter) cijfers. Expliciet is aandacht gevraagd om bij het Rijk en de VNG eenduidigheid te vragen over het ‘woonplaatsbeginsel’. Doordat instellingen op een andere wijze dan in de gemeentelijke uitvraag registreren, zijn een aantal bestuurders van mening dat door een grondige analyse en matching, nog een slag gemaakt kan worden. Dit vraagt een bepaalde doorlooptijd. Tegelijk dringt de tijd voor instellingen om duidelijkheid aan hun personeel te geven over de toekomst. Er is geïnformeerd naar een onafhankelijke externe beoordeling: KPMG zal dit verzorgen. Gemeenten hebben hier in de onderbouwing naar bestuurders en gemeenteraden ook behoefte aan. De eerste twee bijeenkomsten stonden in het teken van het verduidelijken van de opdracht, het wederzijds kennismaken (vooral met vrijgevestigden) en het transparant maken van de betekenis achter cijfers en berekeningen. De derde bijeenkomst kende vooral een sfeer van het in gezamenlijkheid oppakken van de taak waarvoor gemeenten, aanbieders en financiers zich geplaatst zien. Aanwezigen toonden zich sterk bewust van openstaande vraagstukken zoals het gat tussen het beschikbare budget en het benodigde budget. Betrokkenen stelden vooral vragen over het meerjarenperspectief. Het is aan gemeenten om hier op korte termijn duidelijkheid over te verschaffen. Op dit moment worden in een parallel proces governanceCONCEPT
5
Draagvlak maatschappelijke partners
vraagstukken uitgewerkt, waarin ook het meerjarenperspectief wordt meegenomen (zie ook hoofdstuk 5 van het regionaal transitiearrangement). Dit wordt in december afgerond. Met de aanwezige maatschappelijke partners is afgesproken dat in november een bijeenkomst wordt georganiseerd waarin verder wordt gewerkt aan het vervolg op dit transitiearrangement.
CONCEPT
6
1. Inleiding Voor u ligt het regionaal transitiearrangement van de 14 samenwerkende gemeenten in Twente. Hiermee geven we invulling aan de afspraken die het Rijk, de VNG en IPO gemaakt hebben. Daarbij gaat het vooral om het realiseren van zorgcontinuïteit voor kinderen en jongeren die op 31 december 2014 in zorg zijn (of op een wachtlijst staan), waarbij er een nauwe relatie is met het in stand houden van de zorginfrastructuur en het beperken van frictiekosten. Dit regionaal transitiearrangement maakt onderdeel uit van een ambitieus ontwikkelproces. De opgave waarvoor we samen staan draait om vernieuwing van zowel de inhoud van de zorg en ondersteuning aan kinderen, jongeren en/of hun opvoeders, als de onderliggende structuren, processen en werkwijzen. Op 1 januari 2015 zijn we klaar voor de daadwerkelijke overgang van onze nieuwe taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden (de transitie). Het realiseren van de beoogde effecten van deze overgang duurt echter langer en vraagt geleidelijk en zorgvuldig doorgevoerde veranderingen (de transformatie). Dit transitiearrangement laat op hoofdlijnen zien waarover we het als gemeenten, aanbieders en financiers eens zijn. Tegelijk is nog veel onduidelijk, waardoor we de nodige voorbehouden moeten maken. Zo is eind 2013 niet te voorspellen hoe de vraag naar zorg en ondersteuning zich in 2014 ontwikkelt. Daarnaast is er onvoldoende zicht op het budget dat gemeenten vanaf 2015 krijgen. Bij het daadwerkelijk invulling geven aan de decentralisatie van de jeugdzorg zal de komende jaren dan ook vooral in de geest van dit transitiearrangement worden gehandeld. Daarbij is samen optrekken met maatschappelijke partners wat ons betreft hét vertrekpunt om de decentralisatie van de jeugdzorg tot een succes te maken, voor alle burgers, jong en oud, in Twente. In dit transitiearrangement hebben we enkele aansprekende voorbeelden opgenomen van projecten die laten zien hoe we hier nu al invulling aan geven. Ook geven enkele foto’s een goede indruk van de gesprekken die gemeenten, aanbieders en financiers hebben gevoerd om tot dit regionaal transitiearrangement te komen. Op deze plaats danken we iedereen die hieraan een bijdrage heeft geleverd! Wij wensen u veel leesplezier. De jeugdzorg-portefeuillehouders van de 14 gemeenten in Twente.
CONCEPT
7
2. Partners Dit regionaal transitiearrangement is bestuurlijk vastgesteld door alle colleges van B&W van de 14 gemeenten in Twente. De onderstaande jeugdzorgportefeuillehouders zijn betrokken bij de totstandkoming van dit transitiearrangement: Gemeente Almelo Wethouder mevrouw J.M.M. Kuik - Verweg Gemeente Borne Wethouder de heer A.T. Albers Gemeente Dinkelland Wethouder mevrouw J.B.M. Zwiep Gemeente Enschede Wethouder de heer W.E. Wallinga Gemeente Haaksbergen Wethouder de heer J.H. Scholten Gemeente Hellendoorn Wethouder de heer J. H. Coes Gemeente Hengelo Wethouder mevrouw J. Oude Alink Gemeente Hof van Twente Wethouder de heer P. van Zwanenburg Gemeente Losser Wethouder de heer J.F. Hassink Gemeente Oldenzaal Wethouder de heer R. Christenhusz Gemeente Rijssen-Holten Wethouder de heer J. Ligtenberg Gemeente Tubbergen Wethouder de heer T. Vleerbos Gemeente Twenterand Wethouder de heer G.J. Binnenmars Gemeente Wierden Wethouder de heer J.M. Bekke
CONCEPT
8
Bij het opstellen van het regionaal transitiearrangement is een reeks maatschappelijke partners betrokken. Het betreft hier huidige financiers en aanbieders1 van jeugdzorgvormen die worden gedecentraliseerd naar de gemeenten, zowel (boven)lokaal opererende instellingen, als enkele landelijk werkende instellingen. De instellingen, zo’n 50 in getal, worden hieronder genoemd. Ook hebben we een overzicht opgenomen van de circa 80 vrijgevestigden waarmee contact is geweest bij het opstellen van dit transitiearrangement. Uit een analyse van Vektisbestanden die de gemeenten in de zomer van 2013 hebben ontvangen en uit contacten met Zorgverzekeraar Menzis leiden we af dat het aantal instellingen en vrijgevestigden dat een vorm van jeugdzorg levert in de 14 gemeenten in Twente hoger is dan de 50 en 80 die hier genoemd worden.
Hieronder geven we een overzicht van aanbieders zich voor dit regionaal transitiearrangement hebben gemeld. De onderstaande overzichten worden voortdurend aangevuld en bijgesteld. Uit nadere analyses kan blijken dat er organisaties moeten worden toegevoegd of verwijderd. De aanbieders kunnen aan deze overzichten geen rechten ontlenen. Naast de organisaties die in deze overzichten zijn genoemd, overleggen de gemeenten ook met aanbieders die vormen van jeugdzorg leveren die al door de gemeenten worden gefinancierd of die samenhangen met de decentralisatie van de jeugdzorg, zoals de GGD (de jeugdgezondheidszorg en preventie), MEE (cliëntondersteuning), et cetera. Deze organisaties hebben we niet opgenomen in onderstaande overzichten. Financiers • Menzis Zorgverzekeringen • Menzis Zorgkantoor • Provincie Overijssel Instellingen • Accare • Agathos Hulpverlening • Allerzorg • Ambiq • Arbe Dienstverlening 1
Waar in dit regionaal transitiearrangement wordt gesproken over aanbieders worden instellingen én vrijgevestigden bedoeld. Als het in de tekst noodzakelijk is wordt specifiek aangegeven of het instellingen of vrijgevestigden betreft.
CONCEPT
9
• • • • • • • • • •
Autimaat Baalderborg Groep Bosman GGz Bureau jeugdzorg Gelderland Bureau Jeugdzorg Overijssel De Bascule De Hondsberg/Koraalgroep De la Salle/Koraalgroep De Lichtenvoorde De Twentse Zorgcentra
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Dimence Driestar Educatief Dyslexie Centrum Twente Estinea GGZCentraal GGZON J.P. van den Bent stichting Jarabee Juzt Karakter Leger des Heils Lelie Zorggroep LSG/Rentray/Intermetzo Mediant Geestelijke Gezondheidszorg Opvoedpoli (Care Express) OG Heldring Stichting Oriant Zorg Pactum, jeugd- en opvoedhulp Pluryn DHG Privazorg Regionaal instituut voor Dyslexie RIBW Groep Overijssel
CONCEPT
10
• • • • • • • • • • • • • • • •
‘s Heeren Loo Zorggroep SGJ Christelijke Jeugdzorg (RvB) Stichting Zozijn Zorg Stichting Aveleijn Stichting de Rading, jeugdhulp Utrecht Stichting ELEOS Stichting Philadelphia zorg Stichting Tactus Verslavingszorg Stichting Woonbegeleiding Jong Volwassenen Trias Jeugdhulp TSN Thuiszorg UMC Utrecht Virenze Vitaal Thuiszorg Wiliam Schrikker Groep ZorgAccent
Vrijgevestigden • Actoo Twente • Adviesbureau Pedagogisch Perspectief • Agno, praktijk voor orthopedagogie • Balans Complex • Basic Trust • Bouman Coaching • Braindynamics Hengelo • Cura Twente • De Boomhut • De Helper- PPA • De Jonge Krijger • De Posten • De Rökker • De Zilveren Tol • DOPPA zorg • Ekelenkamp, psychotherapie en psychologie CONCEPT
11
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Erve Remerman Expertisegroep vrijgevestigden Hengelo Federatie voor en praktijk voor Vaktherapie Oldenzaal Focuspsychologenpraktijk Gezinshuis Filoxenia Gezinshuis.com Gz psychologen Nijverdal Harry Witteveen, kinderpsychiater Helios Humanitas Instituut Nijenkamp Instituut van der Stam Juventas, praktijk voor psychologie en orthopedagogiek Kinder - en Jeugd PPA Almelo Kinder- en Jeugdpsychologie Annet Lentferink Kinderpsychologenpraktijk Eigen vleugels KREACHT Limpers pedagogisch en psychologisch advies Orthopedagogische praktijk Sesa Pedagogische Psychologisch Adviesbureau M. Pan PPAGO Praktijk Curasens Praktijk EquiTrust kinder- en jeugdpsychologie in Twente Praktijk Forza Praktijk Stribos Centrum Autisme Praktijk Vizier Praktijk voor Kinder- & Jeugdpsychologie Marlies Ruseler Praktijk voor Orthopedagogiek Theissen Praktijk voor psychiatrie en psychotherapie Hellendoorn Praktijk voor Psychologie Oldenzaal Praktijk voor Psychologische Hulpverlening Steinbusch Praktijk voor Soulcare Projuventus Psycho Lijn1 Psychologenpraktijk CJH Schellekens-Ruigrok Psychologiepraktijk Het IJkpunt Psychotherapeut/GZ psychologe Vonk Psychotherapiepraktijk Lempens Psychotherapiepraktijk Wiegman RCH arbeidsdeskundigen en jobcoaches Regionaal instituut voor Dyslexie Rouhof coaching en bewustwording Staman-Therapie Rijssen en Amsterdam Stichting Back to Basic Twente Stichting kindvoorop Tuoro Vaktherapie Beeldend, Mirjam van Houwelingen Vissers, praktijk voor psychologie en psychotherapie
CONCEPT
12
• • • • • • • • • • • • • • • •
Zorgboerderij Alles Kidts Zorgboerderij Miklath Zorgboerderij Buitenkans Zorgboerderij De Hendrikahoeve Zorgboerderij De Koningshoeve Zorgboerderij De Korenschoof Zorgboerderij De lachende geit Zorgboerderij De Piet Zorgboerderij De Schurinkshoeve Zorgboerderij De Tukkerij Zorgboerderij De Zegger Zorgboerderij Ensink Zorgboerderij Erve Meyerinkbroek B.V. Zorgboerderij Erve Tankink Zorgboerderij Het Nös Zorgboerderij rond Umme
Het valt ons op dat een groot aantal aanbieders die wel genoemd worden in Vektis-bestanden voor de jeugd die de gemeenten medio 2013 hebben gekregen (gegevens 2011) ontbreken in de bovenstaande overzichten met instellingen en vrijgevestigden (gegevens 2012). Aan deze overzichten moeten waarschijnlijk de nodige aanbieders worden toegevoegd die ook vormen van jeugdzorg leveren waar de gemeenten verantwoordelijk voor worden. Opmerkingen instellingen en vrijgevestigden
Zowel de instellingen als de vrijgevestigden plaatsen kritische kanttekeningen bij de korte doorlooptijd die er is om tot het regionaal transitiearrangement te komen. Men vraagt zich af of tijdgebrek niet leidt tot mogelijke onzorgvuldigheid in de afspraken, terwijl een dergelijk ingrijpend document juist vraagt om een nauwgezet proces. De cijfermatige onduidelijkheid en het grote aantal organisaties dat betrokken is bij de totstandkoming van het regionaal transitiearrangement doet, met name vanuit het perspectief van vrijgevestigden, geen recht aan de belangen en posities van de afzonderlijke organisaties. De 14 gemeenten in Twente hechten eraan deze opmerkingen door te geven aan de Transitiecommissie Stelselherziening Jeugd, waarbij we aantekening maken dat de gemeenten het proces om te komen tot het regionaal transitiearrangement, gezien de korte doorlooptijd, in alle zorgvuldigheid hebben geprobeerd vorm te geven. CONCEPT
13
3. Werkwijze Dit regionaal transitiearrangement is opgesteld door de 14 gemeenten in Twente, in overleg met de aanbieders en financiers. Daarbij zijn een aantal processtappen doorlopen. Deze lichten we hieronder toe: 1. overleg tussen gemeenten, aanbieders en financiers; 2. bepalen huidige budgetverdeling gemeenten en zorgvormen; 3. bepalen toekomstige budgetverdeling gemeenten en zorgvormen; 4. berekenen frictiekosten en inventariseren mogelijkheden beperken frictiekosten; 5. op- en vaststellen regionaal transitiearrangement. Ad1. Overleg tussen gemeenten, aanbieders en financiers Om te komen tot een regionaal transitiearrangement hebben de gemeenten overleg gevoerd met relevante aanbieders en huidige financiers. Hiervoor zijn 3 bijeenkomsten georganiseerd, op 6 september (toelichting proces, verstrekken van deelopdrachten), 4 oktober (bespreking concept transitiearrangement) en 16 oktober (presentatie definitief transitiearrangement). Ook is bilateraal gesproken met BJzO, grote instellingen (AWBZ-, Zvw- en provinciaal gefinancierd) en met (vertegenwoordigers van) vrijgevestigden (zie ook bijlage 1).
In de aanloop naar deze bijeenkomsten zijn uitnodigingen verstuurd. Met de provincie Overijssel is overlegd over de te benaderen provinciaal gefinancierde aanbieders. Menzis Zorgkantoor en Menzis Zorgverzekeringen zijn benaderd voor respectievelijk de AWBZ- en Zvw-gefinancierde aanbieders. Er zijn ook aanbieders geselecteerd op basis van eerder onderzoek dat gemeenten in het voorjaar van 2013 hebben laten uitvoeren naar het zorggebruik (aantallen en budgetten) op het gebied van de jeugdzorg in Twente (bron: Factsheets Transformatie Jeugdzorg Twente, I&O Research, 2013). Zvw-gefinancierde vrijgevestigden zijn benaderd via de beroepsgroepen. Daarnaast hebben aanbieders zich ook zelf kunnen melden bij gemeenten voor deelname aan het proces om te komen tot het transitiearrangement (zie bijlage 2 voor de verstuurde brieven). Ad2. Bepalen huidige budgetverdeling gemeenten en zorgvormen Medio 2013 hebben de 14 gemeenten in Twente een marktconsultatie uitgezet, onafhankelijk van het proces om te komen tot een regionaal transitiearrangement. Hierin wordt aanbieders onder meer gevraagd om aan te geven hoeveel zorgtrajecten zij in 2012 hebben geleverd, gedifferentieerd naar zorgvormen en financieringsbronnen. Ook is gevraagd aan te geven hoe de kosten per financieringsbron verdeeld zijn over de gemeenten. CONCEPT
14
Deze marktconsultatie biedt geen zicht op de aantallen zorgtrajecten per gemeente. Ook wordt niet duidelijk wat de kosten per zorgvorm per gemeente zijn. Deze informatie is wel gewenst voor het regionaal transitiearrangement. Aan aanbieders is daarom gevraagd deze informatie alsnog aan te leveren via een daartoe bestemd format. Ook is aan aanbieders gevraagd een prognose te geven van de aantallen cliënten op 31 december 2014, waarbij wachtlijstcliënten worden onderscheiden van de cliënten die in zorg zijn. Omdat uit een eerste analyse van de aangeleverde gegevens bleek dat de bestanden mogelijk fouten bevatten (zoals dubbelingen, onjuiste zorgvormen, verkeerde leeftijdsgrenzen) is aan de aanbieders gevraagd om, als dit nodig bleek te zijn, aangescherpte bestanden aan te leveren. Het resultaat van onze analyses bespreken we in hoofdstuk 6 van dit regionaal transitiearrangement. Ad3. Bepalen toekomstige budgetverdeling gemeenten en zorgvormen Op basis van de marktconsultatie en de aanvullende uitvraag onder aanbieders in het kader van het regionaal transitiearrangement, hebben de 14 gemeenten in Twente een inschatting gemaakt van het benodigde budget voor de zorgcontinuïteitcliënten in 2015, gedifferentieerd naar gemeenten en zorgvormen. Voor de regio als geheel is één budget vastgesteld voor de vrijgevestigden. Dit wordt verder besproken in hoofdstuk 6. Ad4. Berekenen frictiekosten en inventariseren mogelijkheden beperken frictiekosten Om zicht te krijgen op de frictiekosten is aan aanbieders gevraagd deze in beeld te brengen, rekening houdend met de door hen verwachte kostprijsontwikkelingen, volumeontwikkelingen, marktontwikkelingen, et cetera. Hoofdstuk 7 van dit regionaal transitiearrangement gaat in op het berekenen en beperken van frictiekosten, in relatie tot de zorginfrastructuur die nodig is om zorgcontinuïteit te kunnen garanderen. Ad5. Op- en vaststellen en regionaal transitiearrangement Op basis van de voorgaande stappen hebben de gemeenten een concept transitiearrangement opgesteld, dat is besproken met de aanbieders en financiers. Dit heeft geleid tot een definitief regionaal transitiearrangement, dat vervolgens bestuurlijk is vastgesteld door alle colleges van B&W van de 14 gemeenten in Twente. Proeftuinen toegang en wijkteams in het gemeentelijk domein/ Bureau Jeugdzorg
In veel gemeenten in Twente wordt gewerkt aan de voorbereiding van (integrale) wijkgerichte teams. In andere gemeenten wordt, los van de inzet van wijkteams, geëxperimenteerd met de toekomstige inrichting van de toegang, bijvoorbeeld in de vorm van vraagverheldering- of consultteams, al dan niet voortbordurend op het Centrum voor Jeugd & Gezin (CJG). Het gaat er in beide gevallen om dat voor een gezin een integraal plan wordt gemaakt. Een deel van deze pilots wordt gefinancierd met provinciale pilotgelden. In overleg met een aantal gemeenten heeft Bureau Jeugdzorg Overijssel afgesproken nu al te gaan experimenteren met deze nieuwe werkwijzen. Het belang hiervan is groot, omdat de indicatiestelling in 2015 vervalt en de toegang tot de jeugdzorg een lokale aangelegenheid wordt. In verschillende pilots participeren medewerkers van BJzO dan ook in wijkteams en in de toekomstige inrichting van de toegang. In deze pilots worden de volgende uitgangspunten gehanteerd: 1 plan voor 1 gezin, specifiek toegeruste plannen voor de verschillende gezinsleden waar nodig, altijd uitgaan van eigen kracht (ofwel verkennen wat het gezin zelf kan op basis van de VERVE-methodiek), altijd de
CONCEPT
15
Proeftuinen toegang en wijkteams in het gemeentelijk domein/ Bureau Jeugdzorg
financiële hulpbronnen in kaart brengen en één duidelijk aanspreekfiguur (de regisseur) voor het hele gezin. Vanuit de integrale wijkteams kan, indien nodig, worden opgeschaald naar meer specialistische vormen van jeugdzorg. Op deze manier worden, vanuit de concrete praktijk, werkmodellen ontworpen die praktisch toepasbaar zijn voor verschillende gemeenten en wijken in Twente. Dit stelt gemeenten in staat een goede match te maken tussen de problematiek binnen wijken en/of de gemeente en de benodigde deskundigheid en expertise in wijkteams en de toegang.
CONCEPT
16
4. Uitgangspunten en voorbehouden Bij het opstellen van dit transitiearrangement zijn diverse uitgangspunten gehanteerd, die we hieronder beschrijven. Daarnaast maken we enkele voorbehouden waaronder dit regionaal transitiearrangement geldig is. Ook leggen we tussentijdse evaluatiemomenten vast - waarin we nagaan in hoeverre de afspraken die gemeenten, aanbieders en financiers maken actueel zijn - en organiseren we cliëntparticipatie. Uitgangspunten Dit transitiearrangement heeft betrekking op de indeling in zorgvormen zoals die in bijlage 3 is opgenomen, met het huidige jeugdzorgstelsel als vertrekpunt. Met deze indeling borduren de 14 gemeenten in Twente voort op de onderzoeken die zij eerder hebben laten uitvoeren naar het gebruik van jeugdzorg in de regio. De komende jaren wordt invulling gegeven aan de transitie (de feitelijke overgang van taken) van de jeugdzorg, maar krijgt ook de transformatie van de jeugdzorg (de beoogde veranderingen) steeds meer vorm. We zoeken daarbij nadrukkelijk naar integratie en innovatie van het aanbod. Opgemerkt wordt dat de 14 gemeenten in Twente al geruime tijd met de aanbieders en financiers informatie uitwisselen en samenwerken als het gaat om de toekomstige inrichting van het jeugdzorgstelsel, zoals bij werkbezoeken, Plein14bijeenkomsten2, onderzoeken, pilots, et cetera. Afspraken die we in het kader van dit regionaal transitiearrangement maken mogen dit proces niet frustreren of blokkeren. De reikwijdte van het arrangement is groter dan het transitiejaar 2015. In 2014 behouden de huidige financiers (de provincies, de zorgkantoren en zorgverzekeraars en de ministeries) hun verantwoordelijkheden. Tegelijkertijd wordt in 2014 al voorgesorteerd op 2015. Afspraken die voor 2014 worden gemaakt kunnen grote gevolgen hebben voor 2015. Aan de financiers wordt gevraagd om in dialoog met gemeenten en zorgaanbieders na te gaan of bestaande afspraken - en de verantwoording daarover - de transformatie in de regio Twente in de weg staat. Daarbij zal in gezamenlijkheid worden gezocht naar oplossingsmogelijkheden. Met huis- en jeugdartsen en medisch specialisten worden nadere afspraken gemaakt over de manier waarop zij hun rol als verwijzer de komende jaren gaan invullen, gezien de budgettaire verantwoordelijkheid van gemeenten. Samenwerken met provincie, zorgverzekeraar en zorgkantoor
De 14 gemeenten in Twente en de provincie Overijssel stemmen hun voorbereidingen op de decentralisatie van de jeugdzorg op elkaar af. Om uitvoerbare en realistische afspraken over de continuïteit van zorg te maken is het immers belangrijk dat risico`s, afhankelijkheden en belangen voor iedereen inzichtelijk en beheersbaar zijn. Gemeenten hebben dan ook een bijdrage geleverd aan het opstellen van het uitvoeringsplan Provinciale Jeugdzorg 2014. Deze dialoog tussen de gemeenten en de provincie stelt de toekomstige partners (gemeenten en aanbieders) in staat om toe te groeien naar het maken van robuuste afspraken. Ook met Menzis Zorgverzekeraar en Menzis Zorgkantoor werken gemeenten nauw samen. Zo heeft Menzis een bijdrage geleverd aan het eigen onderzoek dat de gemeenten naar het
2
Hierin komen ruim 200 professionals en bestuurders uit de (jeugd)zorg, ambtenaren, ervaringsdeskundigen en andere belangstellenden frequent bij elkaar om van gedachten te wisselen over actuele ontwikkelingen op het gebied van 4D’s, namelijk de overgang van AWBZ-functies naar de Wmo, de invoering van de nieuwe Jeugdwet en de Participatiewet en maatregelen op het gebied van Passend Onderwijs.
CONCEPT
17
Samenwerken met provincie, zorgverzekeraar en zorgkantoor
gebruik van jeugdzorg in Twente hebben laten uitvoeren. Ook heeft Menzis de gemeenten ondersteund bij de marktconsultatie en aanvullende informatie-uitvraag voor het regionaal transitiearrangement. Dat de gemeenten een goede relatie onderhouden met Menzis blijkt uit het feit dat Menzis aanwezig was bij het gesprek dat de Transitiecommissie Stelselherziening Jeugd in september heeft gevoerd met de regio Twente. De afspraken die in dit transitiearrangement worden gemaakt hebben betrekking op cliënten in de leeftijd van 0 tot 18 jaar die op 31 december 2014 in zorg zijn en cliënten die op die datum een aanspraak op zorg hebben, ofwel de wachtlijstcliënten. Zorgcontinuïteit wordt gedefinieerd als het continueren van zorg waar cliënten per 31 december 2014 gebruik van maken of recht op hebben, voor de periode van maximaal één jaar bij dezelfde aanbieder (tenzij de cliënt van zorgaanbieder wil wisselen, of omdat de zorgaanbieder bijvoorbeeld fuseert met een andere zorgaanbieder). Als de indicatie in 2015 afloopt geldt de zorgcontinuïteit voor maximaal de duur van de indicatie. Voor pleegzorg geldt deze restrictie van één jaar niet. Ook maatregelen die door de rechter of het OM kunnen worden opgelegd en die door de jeugdreclassering worden uitgevoerd kunnen een looptijd hebben van meer dan één jaar. Ook hier geldt een overgangsrecht van langer dan één jaar. Voor de wachtlijstcliënten geldt dat zij moeten worden toegeleid naar vormen van zorg waar zij recht op hebben, niet per se naar een bestaande aanbieder. We sluiten hiermee aan bij uitgangspunten uit de Handreiking Regionale Transitiearrangementen Jeugd (juli 2013). Bij het bepalen van het budget dat de 14 gemeenten in Twente voornemens zijn aan te wenden voor de zorgcontinuïteitcliënten hanteren we één kortingspercentage voor alle aanbieders, voor alle 14 gemeenten in Twente.
Voorbehouden Het regionaal transitiearrangement is geldig onder de volgende voorbehouden: • Het is nog onduidelijk hoe de jeugd-GGZ wordt gedecentraliseerd en wat de consequenties zijn van de invoering van de basis-GGZ in 2014. Daarnaast is het zo dat de afspraken die met de aanbieders van jeugdzorg worden gemaakt gebaseerd zijn op grove aannames wat betreft de benodigde en beschikbare budgetten, in relatie tot aantallen cliënten in zorg (of op een wachtlijst) op 31 december 2014. Ook bleken de bestanden die door de aanbieders CONCEPT
18
•
•
•
•
zijn aangeleverd niet altijd koppelbaar, zijn er interpretatieverschillen rond definities en is sprake van hoofd- en onderaannemerschappen, waardoor mogelijk dubbelingen kunnen voorkomen. Het kan ook zijn dat er nog instellingen en/of vrijgevestigden ontbreken. Als dit leidt tot afwijkingen in aantallen en budgetten waar in dit regionaal transitiearrangement vanuit wordt gegaan, stellen gemeenten in overleg met aanbieders vast of en hoe de afspraken uit dit regionaal transitiearrangement aangepast worden. Het kan zijn dat deze afspraken moeten worden opgezegd, omdat een herbezinning noodzakelijk is over de wijze waarop de transitie- en transformatiedoelen moeten worden bereikt. De door aanbieders aangeleverde gegevens (aantallen cliënten, budgetten, frictiekosten, et cetera) worden door een extern bureau op consistentie getoetst. De inwerkingtreding van de Jeugdwet. Het voornemen is dat de Jeugdwet 1 januari 2015 van kracht wordt, op basis van tekstvoorstellen die voorliggen. Wij maken het voorbehoud dat het regionaal transitiearrangement geldt voor zover het huidige wetsvoorstel niet op relevante onderdelen wordt aangepast. De afspraken met betrekking tot jeugdbescherming en jeugdreclassering worden gemaakt onder het voorbehoud van de noodzakelijke certificering van instellingen. De afspraken met de aanbieders van jeugdzorg worden gemaakt onder voorbehoud dat deze aanbieders voldoen aan kwaliteitseisen in de nieuwe Jeugdwet en AMvB, zoals het voorzien in een effectieve en laagdrempelige klachtenbehandeling, medezeggenschap, systematische kwaliteitsbewaking, meldcode voor huiselijk geweld en kindermishandeling, et cetera. De afspraken met de aanbieders van jeugdzorg worden gemaakt onder voorbehoud van instemming van gemeenteraden.
Evaluatiemomenten Gezien deze uitgangspunten en de voorbehouden is het van belang tussentijds te evalueren of de afspraken uit dit regionaal transitiearrangement nog actueel zijn of dat er aanpassingen en/of bijstellingen noodzakelijk zijn. Deze evaluatiemomenten koppelen we aan het verschijnen van circulaires waarin meer informatie beschikbaar komt over budgetten die gemeenten ontvangen voor de jeugdzorg. Criteria die zullen worden gehanteerd bij het nagaan of de aantallen cliënten en de benodigde/beschikbare budgetten zich ontwikkelen conform de verwachtingen zijn onder meer: • het aantal kinderen en jongeren in zorg; • de aard van de zorg die wordt geboden; • de duur van de zorg die wordt geboden. Over de wijze waarop deze evaluatiemomenten invulling krijgen, maken gemeenten, aanbieders en financiers nadere afspraken. De gemeenten nemen hiertoe het initiatief. Cliëntenparticipatie In de voorbereiding op de transitie en transformatie van de jeugdzorg hechten 14 gemeenten in Twente er veel waarde aan dat het perspectief van de cliënt (het kind of de jongere en (soms) ook zijn of haar opvoeders) wordt gehoord en onderkend. In veel Wmo-raden wordt nu al het cliëntperspectief meegenomen vanuit de Wmo-prestatievelden die betrekking hebben op jeugd waar gemeenten verantwoordelijk voor zijn. In het najaar van 2013 overleggen de gemeenten met de aanbieders van zorg en ondersteuning van kinderen en jongeren die overgaat naar het gemeentelijk domein en met de (georganiseerde) belangenbehartigers (van jeugdigen) hoe zij op een goede wijze invulling kunnen geven aan cliëntenparticipatie, niet alleen in 2014, maar ook de komende jaren.
CONCEPT
19
5. Regionale visie en samenwerking Dit regionaal transitiearrangement staat niet op zichzelf, maar maakt deel uit van een langdurig en intensief voorbereidingsproces, zowel van de gemeenten als van aanbieders en financiers. Hieronder beschrijven we hoe de 14 gemeenten in Twente intensief samenwerken bij het treffen van voorbereidingen op hun nieuwe taken en verantwoordelijkheden. Ook geven we weer wat de regionale visie van gemeenten is op de decentralisatie van de jeugdzorg, bij welke vormen van jeugdzorg zij samen willen optrekken en hoe zij hieraan invulling gaan geven. Decentralisatie jeugdzorg De huidige jeugdzorg is sterk versnipperd. Bij het bieden van zorg aan kinderen, jongeren en opvoeders is een reeks aan disciplines en organisaties betrokken. De diversiteit in wet- en regelgeving, financieringsstelsels en toegangsmogelijkheden leidt er toe dat in het geval van lichte ondersteuningsbehoeften vaak te zware vormen van ondersteuning worden ingezet. In het geval van meervoudige problematiek wordt vaak niet de integrale zorg geboden die nodig is. Het kabinet heeft besloten financieringsstromen samen te voegen en de verantwoordelijkheid voor vrijwel alle vormen van ondersteuning en zorg aan kinderen, jongeren en opvoeders vanaf 2015 neer te leggen bij gemeenten. De opdracht aan gemeenten wordt belegd in een nieuwe Jeugdwet. De gemeenten worden verantwoordelijk voor: • de provinciaal gefinancierde jeugdzorg; • de toegangstaken van de Bureaus Jeugdzorg; • het Advies en Meldpunt Kindermishandeling (het huidige AMK); • de JeugdzorgPlus (voorheen de gesloten jeugdzorg); • de jeugd-ggz (jongeren met psychische of psychiatrische problematiek); • de jeugd-(l)vb (jongeren met een (licht) verstandelijke beperking); • de jeugdbescherming; • de jeugdreclassering; • de extramurale AWBZ-functies voor kinderen of jongeren met een somatische, lichamelijke of zintuiglijke beperking3. De gemeenten blijven verantwoordelijk voor de taken die zij al uitvoeren, zoals het bieden van informatie en advies, het toeleiden naar en coördineren van zorg en ondersteuning, preventief jeugdbeleid en de jeugdgezondheidszorg. Regionale samenwerking Gemeenten in Twente trekken samen op bij het invulling geven aan nieuwe taken, zowel op bestuurlijk niveau als op ambtelijk niveau. Niet alleen omdat we dit op onderdelen verplicht zijn, maar vooral ook omdat we daar een belangrijke meerwaarde in zien. We hebben immers veel van en met elkaar te leren op het gebied van jeugdzorg. Door regionaal op te trekken kunnen we beter maatwerk leveren en financiële middelen doelmatiger besteden, uiteraard in het belang van kinderen, jongeren en opvoeders. De huidige bestuurlijke en ambtelijke overleggen en het gezamenlijke coördinerende overleg vanuit vier gemeenten, is een belangrijk instrument dat we daarvoor blijven inzetten. Daarmee zetten we een volgende stap in een inmiddels rijke traditie. Want ook bij de decentralisatie van AWBZ-functies naar de Wmo, maatregelen op het gebied van Passend Onderwijs en de invoering van de Participatiewet wordt samengewerkt.
3 Er is nog niet bepaald in welk financieringsstelsel de extramurale behandeling van kinderen of jongeren met een LG of ZG grondslag wordt belegd.
CONCEPT
20
Visienota jeugdzorg In 2012 hebben de gemeenten in Twente hun visie geformuleerd op de decentralisatie van de jeugdzorg (bron: Visienota Transformatie Jeugdzorg Twente, 2012). Deze visie is in belangrijke mate richtinggevend voor lokale inrichting van de jeugdzorg en voor regionale samenwerking. De inhoudelijke vertrekpunten zijn: • gemeenten willen het kind daadwerkelijk centraal stellen; • gemeenten vinden dat ouders zelf verantwoordelijk zijn; • waar nodig versterken gemeenten de opvoeding; • waar nodig versterken gemeenten de ondersteuning; • waar nodig nemen gemeenten de opvoeding over. Dit betekent dat de gemeenten: • inzetten op het versterken van eigen kracht; • nadruk leggen op preventie en vroegsignalering; • ondersteuning zo dichtbij mogelijk organiseren; • ondersteuning integraal bieden (één gezin, één plan); • ondersteuning zo intensief en zo lang bieden als nodig; • ondersteuning vraaggericht, niet aanbodgericht bieden; • organisaties en de professionals het vertrouwen geven. Daarbij hebben gemeenten afgesproken dat zij: • regie nemen, partners betrekken en cliëntparticipatie organiseren; • lokaal doen wat lokaal kan, bovenlokaal wat bovenlokaal moet; • kiezen voor een beleidsrijke invoering waar mogelijk; • experimenten mogelijk maken en lessen trekken.
Ontwikkeling jeugdzorgstelsel Om dit mogelijk te maken streven de gemeenten naar een jeugdzorgstelsel dat vraaggestuurd, effectief, efficiënt en betaalbaar is. Op basis van de uitgangspunten uit de visienota hebben de gemeenten in het voorjaar van 2013 vastgesteld bij welke jeugdzorgvormen zij samen willen optrekken en welke vormen van jeugdzorg meer een lokale aangelegenheid zijn (bron: Notitie: Samenwerken aan Jeugdzorg in Twente, 2013). Concreet betekent dit dat gemeenten:
CONCEPT
21
•
•
•
•
De JeugdzorgPlus, de jeugdbescherming, de jeugdreclassering, de uitvoering van de pleegzorg en residentiële (intramurale) vormen van jeugdzorg samen gaan inkopen. Hiervoor zullen raamcontracten worden afgesloten met aanbieders, waarbij afspraken worden gemaakt over prijs en kwaliteit, niet over het volume. Ambulante (extramurale) vormen van jeugdzorg kopen gemeenten in principe lokaal in, waarbij we in Twente zoveel mogelijk dezelfde contractvoorwaarden zullen hanteren om de administratieve lasten zo laag mogelijk te houden, zowel voor gemeenten als aanbieders. Gemeenten gaan ook samen invulling geven aan het nieuw te vormen Advies en Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (AMHK) en een regionale crisisdienst. Het werven en selecteren van pleeggezinnen moet zoveel mogelijk regionaal plaatsvinden, matchen zoveel mogelijk lokaal, tenzij dit niet wenselijk/mogelijk is. Gemeenten willen zoveel mogelijk lokaal beoordelen of de inzet van een bepaalde vorm van jeugdzorg aan de orde is. Daarom wordt de toegang tot de jeugdzorg lokaal belegd. Dit geldt ook voor vormen van jeugdzorg die gemeenten gezamenlijk inkopen. Voor het gedwongen kader blijft de toegang lopen via de kinderrechter. Met huis- en jeugdartsen en met medisch specialisten worden nadere afspraken gemaakt over de wijze waarop zij hun rol als verwijzer gaan invullen, gezien de budgettaire verantwoordelijkheid van gemeenten. Gemeenten in Twente dragen ieder voor zich de kosten van het gebruik van jeugdzorg, ook als het gaat om vormen van jeugdzorg die gemeenten samen inkopen. Dit heet het woonplaatsbeginsel. We gaan wel samen de kosten delen van enkele voorwaardelijke beschikbaarheidsdiensten, waar geen, door beleid beïnvloedbare gebruikscomponent in zit. Dat betreft de advies- en meldpuntfunctie van het AMHK, de meldpuntfunctie van de regionale crisisdienst en de werving en selectie van pleegouders. Hierbij gaan we uit van het solidariteitsbeginsel. Om maximaal van/met elkaar te leren richten gemeenten een regionale reflectiekamer in. Hierin komen alle lokaal gestelde indicaties voor/verwijzingen naar regionale vormen van jeugdzorg samen. Aan de hand daarvan kunnen we veel leren van wat wel en wat niet werkt in de lokale aanpak. In het regionale reflectiepunt bundelen we de expertise die we als gemeenten noodzakelijk achten om maximaal te kunnen leren van en met elkaar. Ook de verwijzingen van huis- en jeugdartsen en medisch specialisten kunnen we zo gebruiken om de lokale aanpak te versterken.
Governance-vraagstuk In het najaar van 2013 wordt verder uitgewerkt waar deze gezamenlijke jeugdzorgtaken het beste kunnen worden gepositioneerd, inclusief de bijhorende afwegingscriteria (governancevraagstuk). Daarbij gaat het niet alleen om taken als het AMHK en een regionale crisisdienst, maar ook om aspecten van bedrijfsvoering (gezamenlijke inkoop, ICT/informatiehuishouding, kwaliteitsaspecten, et cetera) en de in te richten regionale reflectiekamer. Proeftuin mobiliteit door regie, naar een intersectorale arbeidsmarkt voor de jeugd
Eind 2012 hebben 17 werkgevers op het gebied van jeugdzorg de intentie uitgesproken op basis van het door de 14 gemeenten in Twente ontwikkelde visiedocument een regionale proeftuin op het gebied van arbeidsmobiliteit in te richten. De samenstelling van deelnemers is uniek, de samenwerking niet vrijblijvend. De betrokken organisaties hanteren de volgende uitgangspunten: • De partijen erkennen dat het bij de decentralisatie van de jeugdzorg om houding- en cultuurverandering gaat, niet alleen om structuuraanpassingen. CONCEPT
22
Proeftuin mobiliteit door regie, naar een intersectorale arbeidsmarkt voor de jeugd
•
De partijen onderkennen het belang en de noodzaak hiervan en willen graag samen het goede voorbeeld geven door de consequenties hiervan door te trekken naar de arbeidsmarkt.
Door te voorzien in een virtuele marktplaats voor werkgevers en werknemers en door dit te combineren met een ontwikkelwerkplaats voor werknemers, verwachten betrokken partijen de arbeidsmobiliteit een boost te geven. De partijen richten zich daarbij op het lange termijn perspectief en op borging en verankering. De ontwikkeling wordt ondersteund door de FCB en de werkgeversvereniging Oost Nederland voor de zorg, terwijl ook de 14 gemeenten in Twente worden aangehaakt. De FCB stimuleert en ondersteunt de toekomst van het werk in de branches Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening, Jeugdzorg en Kinderopvang en is samengesteld voor en door werkgevers en werknemers in deze branches. De resultaten en ervaringen die opgedaan worden binnen de proeftuin zullen beschikbaar worden gesteld aan belangstellenden en belanghebbenden, zowel regionaal als landelijk.
CONCEPT
23
6. Zorgcontinuïteit en budgetinzicht Het Rijk, de VNG en IPO hebben afgesproken dat zorgcontinuïteit moet worden gerealiseerd voor de kinderen en jongeren die op 31 december 2014 in zorg zijn of op een wachtlijst staan, waarbij er een nauwe relatie is met het in stand houden van de zorginfrastructuur en met het beperken van frictiekosten. Hiervoor is zicht op het huidige en verwachte toekomstige gebruik van jeugdzorg noodzakelijk. Hieronder bespreken we enkele databronnen die gebruikt kunnen worden voor het maken van afspraken tussen gemeenten, aanbieders en financiers. Vervolgens geven we een inschatting van aantallen cliënten die in 2012 een vorm van jeugdzorg kregen, inclusief de bijbehorende budgetten. Ook schatten we het aantal cliënten in zorg of met een recht op zorg (de wachtlijstcliënten) op 31 december 2014. Aansluitend presenteren we de budgetten die de gemeenten voornemens zijn aan te wenden voor zorgcontinuïteitcliënten in 2015. Databronnen Het is niet gemakkelijk om zicht te krijgen op het huidige en verwachte toekomstige gebruik van jeugdzorg. Dit komt onder meer doordat het huidige jeugdzorgstelsel wordt gekenmerkt door een grote diversiteit in wet- en regelgeving, financieringsbronnen en toegangsmogelijkheden, met elk eigen gegevensstromen en databestanden. Ook landelijk gezien is het tot dusver bijzonder lastig gebleken betrouwbare cijfermatige inzichten te bieden. Mogelijke databronnen voor het opstellen van het transitiearrangement zijn de Meicirculaire 2013, de CBS-jeugdmonitor, de Vektis-bestanden en bestanden van de Bureaus Jeugdzorg, Zorgverzekeraars en Zorgkantoren. Deze databronnen hebben specifieke voor- en nadelen4 waarmee we rekening moeten houden bij het gebruik ervan. Al in een eerder stadium hebben de 14 gemeenten in Twente besloten een eigen onderzoek te laten uitvoeren naar het gebruik van jeugdzorg in deze regio (bron: Factsheets Transformatie Jeugdzorg Twente, I&O Research, 2013). Hiervoor heeft een uitgebreide informatie-uitvraag plaatsgevonden onder aanbieders en financiers. Omdat we hierbij zijn uitgegaan van peildatum 1 oktober 2011 is ook deze informatie beperkt bruikbaar voor het transitiearrangement. In de zomer van 2013 hebben de gemeenten in Twente een marktconsultatie uitgezet. Het doel hiervan was onder meer zicht krijgen op het aanbod aan (jeugd)zorg in Twente. Dit is gebeurd onafhankelijk van het proces om te komen tot een regionaal transitiearrangement. Aanbieders is gevraagd aan te geven welke vormen van zorg zij leveren, maar ook hoeveel zorgtrajecten zij in 2012 hebben geboden, gedifferentieerd naar zorgvormen en financieringsbronnen. Daarnaast is gevraagd aan te geven hoe de kosten per financieringsbron zijn verdeeld over de gemeenten. Aanbieders hebben ook de gelegenheid gehad om in te brengen waar volgens hen de grootste kansen en bedreigingen liggen bij de decentralisatie van de (jeugd)zorg, welk aanbod volgens hen ten minste beschikbaar moet zijn/blijven (ook op langere termijn), waar zij mogelijkheden voor verbetering en vernieuwing zien, et cetera. De marktconsultatie biedt geen zicht op de aantallen zorgtrajecten per gemeente, uitgesplitst naar zorgvormen en financieringsbronnen. Omdat deze informatie wel gewenst is, hebben de gemeenten aan aanbieders gevraagd deze informatie alsnog aan te leveren via een daartoe 4
De Meicirculaire 2013 maakt bijvoorbeeld geen onderscheid naar zorgvormen en zorgaanbieders. Vektis-bestanden bevatten geen gegevens over provinciale jeugdzorg, terwijl een deel van de cijfers is gebaseerd op 2011. De Bureaus Jeugdzorg hebben beperkt zicht op de Zvw-gefinancierde zorg, terwijl de Zorgkantoren en Zorgverzekeraars kinderen en jongeren niet altijd kunnen relateren aan het woonadres van de ouders.
CONCEPT
24
bestemd format. Ook is gevraagd een prognose te geven van de aantallen cliënten die op 31 december 2014 in zorg zijn of recht op zorg hebben (wachtlijstcliënten). Omdat uit een eerste analyse van aangeleverde gegevens bleek dat de bestanden mogelijk fouten bevatten (zoals dubbelingen, onjuiste zorgvormen, verkeerde leeftijdsgrenzen) is aanbieders gevraagd om, als dit nodig bleek te zijn, aangescherpte bestanden aan te leveren. Formats die gebruikt zijn bij de marktconsultatie en de aanvullende informatie-uitvraag zijn opgenomen in bijlage 4. Het laat zich aanzien dat vrijwel alle relevante instellingen informatie hebben aangeleverd. De marktconsultatie en de aanvullende uitvraag vormt daarmee een goede basis voor het regionaal transitiearrangement als het gaat om de instellingen. Als het gaat om de vrijgevestigden is deze informatie minder goed bruikbaar. Voor de vrijgevestigden maken we dan ook gebruik van andere gegevensbronnen, zoals Vektis-bestanden. Aantallen zorgtrajecten en budgetten 2012 In Twente wonen ongeveer 625.000 mensen, waarvan ongeveer 180.000 kinderen en jongeren. Uit onderzoek dat de gemeenten in Twente eerder hebben laten uitvoeren blijkt dat ongeveer 6% van alle jeugdigen in Twente gebruikmaakt van een vorm van (verlengde) jeugdzorg die wordt gedecentraliseerd naar gemeenten (landelijk is dit 8%) (bron: Factsheets Transformatie Jeugdzorg Twente, I&O Research, 2013). Op basis van de informatie die via de marktconsultatie en de aanvullende informatie-uitvraag is verkregen, kan een inschatting worden gemaakt van kosten die in 2012 met de verschillende vormen van jeugdzorg zijn gemoeid in de 14 gemeenten in Twente. Voor vrijgevestigden gaan we uit van de Vektis-bestanden, omdat niet alle vrijgevestigden gegevens hebben aangeleverd via de marktconsultatie en de aanvullende informatie-uitvraag. In onze analyse maken we een onderscheid tussen: • instellingen (AWZB-gefinancierd (met Zorg in Natura of een persoonsgebondenbudget), Zvw-gefinancierd en/of provinciaal gefinancierd); • AWBZ-zorg verzilverd met een persoonsgebondenbudget geleverd door andere partijen dan instellingen (zorgboerderijen, familie, individuele hulpverleners, et cetera). • Zvw-gefinancierde vrijgevestigden (eerstelijns zorg geleverd door GZ-psychologen en tweedelijns zorg geleverd door vrijgevestigde psychiaters of psychotherapeuten); Instellingen Uit de door instellingen aangeleverde informatie blijkt dat in 2012 door de instellingen bijna €134 miljoen aan kosten is gemaakt op het gebied van jeugdzorg. Zorgvormen die nu al door gemeenten worden gefinancierd (voorzien in informatie en advies, het toeleiden naar en coördineren van zorg en ondersteuning, preventief jeugdbeleid, jeugdgezondheidszorg, et cetera) hebben we daarbij niet meegenomen. Het aantal zorgtrajecten geleverd door de instellingen bedraagt in dat jaar een ruim 29.000. Op basis van de omzet in 2012 en het aantal trajecten per zorgvorm kunnen we een gemiddelde kostprijs per zorgtraject in 2012 bepalen (tabel 1). ZORG GELEVERD DOOR INSTELLINGEN IN 2012
Omzet (x €1.000)
Totaal aantal zorgtrajecten
Gemiddelde kostprijs per zorgtraject
Consultatie
-
-
-
Begeleiding
€ 9.081
900
€ 10.090
CONCEPT
25
ZORG GELEVERD DOOR INSTELLINGEN IN 2012
Totaal aantal zorgtrajecten
Gemiddelde kostprijs per zorgtraject
€ 9.140
13.280
€ 688
€ 26.989
4.893
€ 5.516
Verblijf deeltijd/daghulp
€ 8.304
683
€ 12.158
Pleegzorg
€ 6.224
744
€ 8.365
€ 47.652
1.196
€ 39.843
€ 1.184
2.055
€ 576
Jeugdbescherming
€ 14.112
2.293
€ 6.155
Jeugdreclassering
€ 2.899
590
€ 4.916
JeugdzorgPlus
€ 4.979
63
€ 79.039
Diagnostiek
€ 1.475
1.361
€ 1.083
Anders
€ 1.954
1.008
€ 1.939
Totaal
€ 133.993
29.066
-
Ambulante zorg totaal Ambulante Zorg spec. behandeling
Verblijf 24 uur: intramurale behandeling Advies- en Meldpunt Kindermishandeling
Omzet (x €1.000)
Tabel 1: Aantal jeugdzorgtrajecten geleverd door instellingen en bijbehorende kosten in 2012, gedifferentieerd naar zorgvormen. In tabel 2 geven we de kosten per gemeente weer, evenals het aantal zorgtrajecten dat in 2012 is geleverd door de instellingen (dus exclusief de vrijgevestigden). Let op: op basis van deze cijfers kan géén conclusie worden getrokken over de gemiddelde kostprijs per zorgtraject per gemeente! De kosten per gemeente zijn immers opgebouwd uit verschillende zorgvormen, die variëren in kostprijs (zie tabel 1). Ook wordt het aantal zorgtrajecten weergegeven en niet het aantal kinderen en jongeren dat een vorm van zorg of ondersteuning ontvangt. Veel jeugdigen ontvangen meerdere zorgtrajecten. ZORG GELEVERD DOOR INSTELLINGEN IN 2012
Omzet (x €1.000)
Totaal aantal zorgtrajecten
Almelo
€ 22.947
6.214
Borne
€ 3.104
665
Dinkelland
€ 2.700
404
Enschede
€ 45.718
8.775
Haaksbergen
€ 3.376
655
Hellendoorn
€ 5.684
1.549
€ 19.212
3.927
Hof van Twente
€ 4.757
882
Losser
€ 3.691
647
Oldenzaal
€ 6.665
1.099
Hengelo
CONCEPT
26
ZORG GELEVERD DOOR INSTELLINGEN IN 2012
Omzet (x €1.000)
Totaal aantal zorgtrajecten
Rijssen-Holten
€ 5.862
1.610
Tubbergen
€ 1.741
474
Twenterand
€ 6.190
1.524
Wierden
€ 2.345
641
€ 133.993
29.066
Totaal
Tabel 2: Aantal jeugdzorgtrajecten geleverd door instellingen en bijbehorende kosten in 2012, gedifferentieerd naar gemeenten. AWBZ-zorg met een pgb Voor het bepalen van de omvang aan AWBZ-zorg verzilverd met een persoonsgebondenbudget geleverd door andere partijen dan instellingen (zoals zorgboerderijen, familieleden, individuele hulpverleners, et cetera), redeneren we als volgt: Uit de Vektis-bestanden blijkt dat in 2012 circa 24 miljoen AWBZ PGB-gefinancierde zorg is omgezet in de 14 gemeenten in Twente. In totaal wordt volgens de Vektis-bestanden € 51 miljoen aan AWBZ-zorg gefinancierd in regio. De instellingen geven aan € 41,6 miljoen aan AWBZ-zorg te hebben geleverd, verzilverd door Zorg in Natura of een pgb. Dit betekent dat circa € 9,3 miljoen door andere partijen dan de instellingen wordt geleverd verzilverd met een pgb (zorgboerderijen, familie, individuele hulpverleners, et cetera). Het bepalen van het aantal zorgtrajecten dat met een pgb wordt verzilverd is niet mogelijk. Zvw-gefinancierde vrijgevestigden Uit de Vektis-bestanden die de gemeenten medio 2013 hebben gekregen kunnen we niet rechtstreeks afleiden hoeveel zorg in 2012 is geleverd door Zvw-gefinancierde vrijgevestigden, omdat het in deze bestanden gaat om gegevens uit 2010 en 2011. Op basis van de gegevens kunnen we wel een inschatting maken van de kosten die gepaard gaan met de zorg geleverd door de Zvw-gefinancierde vrijgevestigden. Daarbij is onze redenering als volgt: uit de Vektisbestanden kunnen we rechtstreeks kosten van eerstelijnszorg afleiden. Voor de regio Twente gaat het om bijna € 1,2 miljoen. Voor het bepalen van de kosten van tweedelijnszorg die wordt geleverd door de vrijgevestigden baseren we ons op de aanname van het ministerie van VWS. Bij het bepalen van bedragen in de Meicirculaire 2013 gaat VWS er vanuit dat de vrijgevestigde tweedelijnszorg 9,2% bedraagt van de totale tweedelijns Zvw-gefinancierde jeugdzorg (bron: Budget Decentralisatie Jeugdzorg; Toets op de berekening, 2013). Dit bedrag is ook af te leiden uit Vektis-bestanden en bedraagt ongeveer € 2,3 miljoen voor de regio Twente. Rekening houdend met een nominale groei van circa 2% op jaarbasis, schatten we in dat voor een kleine €3,5 miljoen aan zorg is geleverd door Zvw-gefinancierde vrijgevestigden in 2012 (tabel 3). Voor het bepalen van het aantal zorgtrajecten geleverd door vrijgevestigden in 2012 redeneren we als volgt: het aantal eerstelijnszorgtrajecten dat in 2011 is geleverd kunnen we afleiden uit de Vektis-bestanden. Voor het aantal trajecten in de vrijgevestigde tweedelijnszorg moeten we een aanname doen op basis van de gemiddelde kostprijs per traject. Daarbij hanteren we de aanname dat vrijgevestigden de lichtste DBC’s leveren zonder verblijf (DBC’s tot 800 minuten). Voor de regio Twente ging het bij de lichte DBC’s om een bedrag van bijna € 1,3 miljoen. We delen de totale kosten van DBC’s tot 800 minuten door de kostprijs per traject om tot inschatting van het aantal zorgtrajecten te komen. Met een geschat totaal bedrag van € 2,3 miljoen aan CONCEPT
27
zorg geleverd door de vrijgevestigden betekent dit dat € 1 miljoen aan zorgtrajecten wordt geleverd in de DBC categorie volgend op de lichtste groep. In Vektis-bestanden is deze categorie aangeduid als 800-3.000 minuten5. Ook hier hebben we de gemiddelde prijs voor een traject bepaald en vervolgens op basis van het bedrag geleverd door de vrijgevestigden uitgerekend hoeveel trajecten uit deze range door vrijgevestigden worden geleverd. Als we ook hier rekening houden met een nominale groei van 2% op jaarbasis, schatten we het totale aantal zorgtrajecten dat in 2012 is geleverd door vrijgevestigden (eerste- en tweedelijnszorg) op 6.258 trajecten (tabel 3). ZORG GELEVERD DOOR VRIJGEVESTIGDEN (ZVW-GEFINANCIERD) IN 2012
Omzet (x €1.000)
Totaal aantal zorgtrajecten
Almelo
€ 492
836
Borne
€ 184
326
Dinkelland
€ 111
174
Enschede
€ 869
1.359
Haaksbergen
€ 112
279
Hellendoorn
€ 205
391
Hengelo
€ 523
969
Hof van Twente
€ 191
366
Losser
€ 122
177
Oldenzaal
€ 154
266
Rijssen-Holten
€ 206
401
Tubbergen
€ 64
160
Twenterand
€ 213
344
€ 86
210
€ 3.532
6.258
Wierden Totaal
Tabel 3: Inschatting van het aantal jeugdzorgtrajecten in Twente geleverd door vrijgevestigden en bijbehorende kosten in 2012, gedifferentieerd naar gemeenten. In 2012 is in totaal voor € 146,7 miljoen aan jeugdzorg geleverd in de 14 gemeenten in Twente, namelijk € 133,9 miljoen door instellingen, € 9,3 miljoen AWBZ-zorg met een pgb geleverd door andere partijen dan instellingen en € 3,5 miljoen door Zvw-gefinancierde vrijgevestigden. Inschatting aantallen zorgtrajecten 2015 In de informatie-uitvraag onder de aanbieders hebben we ook gevraagd een prognose te geven van het aantal cliënten dat op 31 december 2014 in zorg is of daar recht op heeft (wachtlijsten). De instellingen verwachten dat op die datum ruim 14.000 kinderen en jongeren in Twente een vorm van jeugdzorg krijgen (tabel 4). Het aantal jeugdigen op een wachtlijst wordt geschat op ruim 400. Het betreft hier het boven-normatieve aantal wachtlijstcliënten.
5
Ofwel: zorg geleverd door de vrijgevestigden is onderverdeeld in € 1,2 miljoen aan eerstelijnszorg + € 1,3 miljoen aan tweedelijnszorg in de categorie DBC’s tot 800 minuten + € 1 miljoen aan tweedelijnszorg in de categorie DBC’s 800 tot 3.000 minuten.
CONCEPT
28
PROGNOSE ZORG GELEVERD DOOR INSTELLINGEN EIND 2014
Prognose aantal zorgtrajecten zorgcontinuïteitcliënten
Prognose aantal wachtlijstcliënten
Consultatie
-
-
Begeleiding
1.073
6
Ambulante zorg totaal
4.493
82
Ambulante Zorg spec. behandeling
3.469
193
Verblijf deeltijd/ daghulp
459
26
Pleegzorg
586
15
Verblijf 24 uur: intramurale behandeling
664
22
Advies- en Meldpunt Kindermishandeling
198
-
1.726
-
358
-
18
-
Diagnostiek
844
21
Anders
211
43
Totaal
14.099
408
Jeugdbescherming Jeugdreclassering JeugdzorgPlus
Tabel 4: Prognose aantal zorgcontinuïteitcliënten door instellingen, gedifferentieerd naar de zorgvormen. In tabel 5 splitsen we het geprognotiseerde aantal cliënten dat op 31 december 2014 in zorg is uit naar de gemeenten. Het gaat hier dus om zorg geleverd door instellingen. Wachtlijstcliënten kunnen op basis van de aangeleverde gegevens niet worden toebedeeld aan de 14 gemeenten in Twente. PROGNOSE ZORG GELEVERD DOOR INSTELLINGEN EIND 2014
Almelo
Prognose aantal zorgtrajecten zorgcontinuïteitcliënten
2.107
Borne
446
Dinkelland
267
Enschede
4.681
Haaksbergen
399
Hellendoorn
617
Hengelo CONCEPT
2.003 29
PROGNOSE ZORG GELEVERD DOOR INSTELLINGEN EIND 2014
Prognose aantal zorgtrajecten zorgcontinuïteitcliënten
Hof van Twente
492
Losser
405
Oldenzaal
687
Rijssen-Holten
729
Tubbergen
201
Twenterand
758
Wierden
306
Totaal
14.099
Tabel 5: Prognose aantal zorgcontinuïteitcliënten door instellingen, gedifferentieerd naar de gemeenten. Op basis van de beschikbare gegevens is het niet mogelijk een inschatting te maken van het aantal AWBZ-gefinancierde zorgtrajecten verzilverd met een persoonsgebondenbudget en van het aantal zorgcontinuïteit- en wachtlijstcliënten op 31 december 2014 bij de vrijgevestigden. Benodigde, beschikbare en voorgenomen budgetten De 14 gemeenten in Twente hebben afgesproken vanaf 2015 te werken met raamcontracten. Dit betekent dat de gemeenten gezamenlijk afspraken maken met aanbieders over de prijs en kwaliteit van zorg en ondersteuning. Het betekent ook dat géén volumeafspraken kunnen worden gemaakt voor 2015. Dit hangt nauw samen met het feit dat de toegang lokaal wordt belegd (zie de paragraaf ‘visienota jeugdzorg’ in hoofdstuk 5). Het gevolg is dat in het kader van dit transitiearrangement géén budgetgaranties kunnen worden gegeven in de richting van aanbieders voor nieuwe cliënten die zich in 2015 melden bij gemeenten. Dit staat immers haaks op werken met raamcontracten. Wel kunnen gemeenten aangeven welk bedrag zij voornemens zijn aan te wenden voor zorgcontinuïteitcliënten. Overigens is het zo dat het overgrote deel van nieuwe cliënten die zich in 2015 melden bij gemeenten gewoon zal worden doorgeleid naar de huidige aanbieders. De transformatie van de jeugdzorg is immers een proces dat in de periode 2015 - 2017 (het tijdsbestek waarin de doelmatigheidskorting wordt opgebouwd), maar ook in het jaar dat daaraan vooraf gaat en in de periode die daarop volgt, geleidelijk vorm zal krijgen. Gemeenten hebben het voornemen om voor het aanbod aan zorgcontinuïteitcliënten in 2015 90% van het prijspeil 2012 te hanteren, uitgaande van de gemiddelde kostprijs per zorgvorm. De gedachte hierachter is: gemeenten krijgen een doelmatigheidskorting opgelegd van 4% in 2015, oplopend naar 15% in 2017. Daarbij zetten wij in op innovatie, zoals versterking van het preventieve veld en de inrichting van wijk- en/of jeugdteams. Hiervoor wordt een deel van het budget gereserveerd. Ook krijgen de gemeenten te maken met uitvoeringskosten, zoals het contracteren van aanbieders, het ontwikkelen van de ICT-infrastructuur, het inrichten van kwaliteitstoetsing, et cetera. Deze kosten zijn waarschijnlijk hoger dan de uitvoeringskosten die nu worden gemaakt door BJzO, het CIZ, et cetera. Bovenop de 4% doelmatigheidskorting reserveren de 14 gemeenten in Twente dus een percentage van het beschikbare budget voor vernieuwing van aanbod en inrichting van de uitvoering. Dit leidt tot een kortingspercentage van 10% ten opzichte van het prijspeil 2012 voor de zorgcontinuïteitcliënten. CONCEPT
30
Om te komen tot een budget dat de 14 gemeenten in Twente voornemens zijn aan te wenden voor zorgcontinuïteitcliënten gaan we uit van het beschikbare budget en niet van het benodigde budget. Dit betekent dat we primair uitgaan van het bedrag dat in de Meicirculaire 2013 is genoemd voor de regio als geheel, namelijk €125,9 miljoen en niet van bedragen die volgens berekeningen en prognoses van aanbieders nodig zijn in 2015, namelijk €146,7 miljoen. Een deel van dit budget (2,2%) moeten we reserveren voor het landelijk transitiearrangement. Dit betekent dat in 2015 circa €123,1 miljoen beschikbaar is voor de zorg en ondersteuning aan kinderen en jongeren in de 14 gemeenten in Twente. Dit betreft zowel zorgcontinuïteitcliënten als nieuwe cliënten die zich melden in 2015. In de Meicirculaire 2013 wordt uitgegaan van een bedrag van circa € 3,3 miljard aan over te hevelen financiële middelen. In 2012 werd in Twente 91,3% van de zorg en ondersteuning geleverd door instellingen (€ 134 miljoen van de € 146,7 miljoen), 6,3 % betrof AWBZ-zorg verzilverd met een pgb en geleverd door andere partijen dan instellingen (€ 9,3 miljoen van de € 146,7 miljoen) en 2,4% door vrijgevestigden (€ 3,5 miljoen van € 146,7 miljoen). Als we deze verhouding aanhouden bij het bepalen van de verdeling van het budget tussen instellingen en vrijgevestigden bij de zorgcontinuïteitcliënten betekent dit dat in 2015 circa € 112,4 miljoen beschikbaar is voor instellingen, € 7,8 miljoen voor AWBZ-zorg verzilverd met een pgb die wordt geleverd door andere partijen dan instellingen en €3,0 miljoen voor vrijgevestigden. Dit betreft zowel cliënten die op 31 december 2014 in zorg zijn of recht op zorg hebben (wachtlijstcliënten), als nieuwe cliënten die zich in 2015 melden. Landelijk is door Panteia berekend dat 42,1% van het budget moet worden gereserveerd voor zorgcontinuïteitcliënten (bron: Frictiekosten Transitie Jeugdzorg, januari 2013). Dit betekent dat de gemeenten in Twente in het geval van instellingen voornemens zijn om circa € 44,5 miljoen beschikbaar stellen voor zorgcontinuïteitcliënten, namelijk 42,1% van € 112,4 miljoen, tegen 94% (4% doelmatigheidskorting is al verwerkt in het macrobudget). Uit de marktconsultatie en de extra uitvraag die gemeenten hebben uitgezet onder instellingen kunnen we afleiden wat de verhouding in kosten is tussen de zorgvormen (tabel 1). Dit betekent dat we het budget dat de 14 gemeenten in Twente voornemens zijn aan te wenden kunnen verdelen over deze zorgvormen (tabel 7). ZORG GELEVERD DOOR INSTELLINGEN
Procentuele verdeling tussen zorgvormen in 2012
Voorgenomen budget per zorgvorm in 2015 (x €1.000)6
Consultatie
0
€0
Begeleiding
7,3%
€ 3.250
Ambulante zorg totaal
6,6%
€ 2.938
19,7%
€ 8.771
Verblijf deeltijd/daghulp
6,0%
€ 2.671
Pleegzorg
4,6%
€ 2.048
35,2%
€ 15.671
Ambulante Zorg spec. behandeling
Verblijf 24 uur: intramurale
6
Benodigd budget per zorgvorm in 2015 = prognose aantal zorgcontinuïteitcliënten per zorgvorm in 2015 x (gemiddelde kostprijs per zorgvorm 2012 x 0,9%).
CONCEPT
31
ZORG GELEVERD DOOR INSTELLINGEN
Procentuele verdeling tussen zorgvormen in 2012
Voorgenomen budget per zorgvorm in 2015 (x €1.000)6
0,9%
€ 401
Jeugdbescherming
10,3%
€ 4.586
Jeugdreclassering
2,1%
€ 935
JeugdzorgPlus
3,7%
€ 1.647
Diagnostiek
1,1%
€ 490
Anders
2,4%
€ 1.069
Totaal
100%
€ 44.5 miljoen
behandeling Advies- en Meldpunt Kindermishandeling
Tabel 7: Voorgenomen budget voor zorg geleverd door instellingen aan zorgcontinuïteitcliënten, gedifferentieerd naar zorgvorm. Het percentage van 42,1% is berekend op basis van de gemiddelde doorlooptijd van de verschillende jeugdzorgvormen. Deze doorlooptijd kan per traject sterk verschillen. De verhouding tussen het aantal zorgcontinuïteitcliënten en het aantal nieuwe cliënten in 2015 verschilt dan ook sterk per instelling. Het budget dat de gemeenten voornemens zijn te reserveren voor zorgcontinuïteitcliënten per instelling is immers afhankelijk van de zorg en ondersteuning die de instelling levert. Een verfijning op dit moment is niet zinvol, gelet op de aannames en op de procesfasering. Wachtlijstcliënten
Voor wachtlijstcliënten geldt dat de gemeenten nieuwe aanbieders niet uitsluiten, onder meer om kinderen en jongeren op wachtlijsten snel te kunnen bedienen. Tegelijk beschouwen de gemeente het huidige aanbiederbestand wel als basis, ook om de frictiekosten te beperken. Voor AWBZ-zorg verzilverd met een pgb en geleverd door andere partijen dan de instellingen reserveren we ook 42,1% van het budget voor zorgcontinuïteitcliënten. Dit betekent dat de 14 gemeenten in Twente voornemens zijn ongeveer € 3,1 miljoen reserveren voor deze categorie zorgcontinuïteitcliënten (42,1% van € 7,8 miljoen x 94%). Voor vrijgevestigden geldt dat zij circa 2,4% van het totale bedrag aan zorg en ondersteuning voor kinderen en jongeren voor hun rekening nemen. Dit is ruim 14% van de totale Zvwgefinancierd zorg die wordt gedecentraliseerd naar de gemeenten (5% eerstelijnszorg geleverd door eerstelijns psychologen en 9,2% tweedelijnszorg geleverd door vrijgevestigde psychiaters of psychotherapeuten). We gaan er van uit dat zorg en ondersteuning die door vrijgevestigden wordt geleverd per kind of jongeren een gemiddelde doorlooptijd kent van circa 6 maanden. Het bedrag dat de gemeenten voornemens zijn aan te wenden voor zorgcontinuïteitcliënten die een vorm van zorg krijgen geleverd door vrijgevestigden bedraagt: 2,4% van € 123,1 miljoen x 0,5 (in verband met de doorlooptijd van 6 maanden) x 94% = € 1,39 miljoen.
CONCEPT
32
ZORG GELEVERD DOOR VRIJGEVESTIGDEN (ZVW-GEFINANCIERD)
Voorgenomen budget 2015 (x €1.000)
Regio Twente
€1.389
Tabel 9: Voorgenomen budget voor zorg geleverd door vrijgevestigden aan zorgcontinuïteitcliënten Als we bij de berekening van het budget uitgaan van het geprognotiseerde aantal zorgtrajecten (en niet van het beschikbare budget) per 31 december 2014 ontstaat een ander beeld: op basis van aangeleverde feiten en cijfers over 2012 kan het benodigde budget berekend worden voor zorgcontinuïteitcliënten in 2015. Daarbij vermenigvuldigen we het aantal zorgtrajecten met de gemiddelde kostprijs per zorgvorm in 2012, maal 90% van het prijspeil 2012. Dit leidt tot een benodigd budget van € 76 miljoen voor de instellingen om zorgcontinuïteit te garanderen (zie tabel 10). Ofwel: er is minimaal € 44,5 miljoen nodig en maximaal € 76 miljoen voor instellingen om zorgcontinuïteit te garanderen. Een vergelijkbare berekening is voor de Zvw-gefinancierde vrijgevestigden en voor de AWBZ-zorg verzilverd met een pgb en geleverd door andere partijen dan de instellingen niet mogelijk, omdat we geen inschatting kunnen maken van het aantal zorgtrajecten in 2015. VERWACHTE ZORG TE LEVEREN DOOR INSTELLINGEN IN 2015
Prognose totaal aantal zorgtrajecten
Gemiddelde prijs zorgvormen, prijspeil 2012
Benodigd budget 2015 o.b.v. 90% prijspeil 2012
Consultatie
-
-
-
Begeleiding
1.073
€ 10.090
€ 9.744
Ambulante zorg totaal
4.493
€ 688
€ 2.782
Ambulante Zorg spec. behandeling
3.469
€ 5.516
€ 17.223
Verblijf deeltijd/daghulp
459
€ 12.158
€ 5.022
Pleegzorg
586
€ 8.365
€ 4.412
Verblijf 24 uur: intramurale behandeling
664
€ 39.843
€ 23.810
Advies- en Meldpunt Kindermishandeling
198
€ 576
€ 103
Jeugdbescherming
1.726
€ 6.155
€ 9.560
Jeugdreclassering
358
€ 4.916
€ 1.582
JeugdzorgPlus
18
€ 79.039
€ 1.280
Diagnostiek
844
€ 1.083
€ 823
Anders
211
€ 1.939
€ 368
Totaal
14.099
-
€ 76.711
Tabel 10: Maximaal benodigd budget in 2015 voor zorgcontinuïteitcliënten bij instellingen, gedifferentieerd naar zorgvormen.
CONCEPT
33
De Algemene Rekenkamer en de VNG hebben kritische opmerkingen geplaatst bij het macrobudget per gemeente zoals dat is uitgewerkt in de Meicirculaire 2013. De vraag is of/ in hoeverre het nu bekende macrobudget een reële inschatting is. Zo wordt in de Meicirculaire 2013 uitgegaan van een landelijk over te hevelen bedrag op het gebied van de Zvw-gefinancierde jeugdzorg van €632 miljoen, terwijl DBC-onderhoud komt op €774 miljoen en Vektis op €849 miljoen. Bij de betrouwbaarheid van de bedragen die worden genoemd bij de provinciaal gefinancierde jeugdzorg en AWBZ-gefinancierde jeugdzorg worden vergelijkbare vraagtekens geplaatst. Naast deze landelijke twijfels hebben we ook als regio grote twijfels bij de juistheid van macrobudgetten uit de Meicirculaire. Uit eigen onderzoek dat de 14 gemeenten in Twente eerder hebben laten uitvoeren blijkt dat er niet €125,9 miljoen aan kosten wordt gemaakt op het gebied van jeugdzorg in de regio, maar ongeveer €139 miljoen7 (bron: Factsheets Transformatie Jeugdzorg Twente, I&O Research 2013). De marktconsultatie en de extra informatie-uitvraag die gemeenten voor dit transitiearrangement hebben uitgezet laat een benodigd bedrag zien van € 146,7 miljoen. We kunnen dan ook niet anders dan hier een groot voorbehoud maken wat betreft de benodigde, beschikbare en de voorgenomen budgetten voor jeugdzorg in Twente zoals uitgewerkt in dit regionaal transitiearrangement. De meicirculaire 2014 geeft ons meer duidelijkheid. Dan wordt opnieuw bekeken, in nauwe samenspraak met aanbieders en financiers, welke mogelijke consequenties dit heeft voor de afspraken uit het regionaal transitiearrangement.
7
In het onderzoek wordt een bedrag genoemd van € 130,4 miljoen. Hierin zijn de kosten voor de JeugdzorgPlus (€ 3,9 miljoen) en de uitvoeringskosten van BJzO (€ 4,7 miljoen) echter niet meegenomen.
CONCEPT
34
7. Zorginfrastructuur en frictiekosten De budgetten die de 14 gemeenten in Twente voornemens zijn aan te wenden voor de cliënten die op 31 december 2014 in zorg zijn of een recht op zorg hebben (wachtlijstcliënten), kunnen niet los worden gezien van het in stand houden van de zorginfrastructuur en het beperken van frictiekosten. Hieronder werken we deze aspecten verder uit. Zorginfrastructuur De 14 gemeenten in Twente hebben afgesproken vanaf 2015 te werken met raamcontracten (bron: Samenwerken aan jeugdzorg in Twente, mei 2013). Dit betekent dat de gemeenten in gezamenlijkheid afspraken maken met de aanbieders over de prijs en kwaliteit van zorg en ondersteuning. Er worden géén volumeafspraken gemaakt, ook niet voor 2015. Het gevolg is dat in het kader van dit regionaal transitiearrangement geen budgetgaranties kunnen worden gegeven in de richting van aanbieders voor nieuwe cliënten die zich in 2015 melden bij de gemeenten. De gemeenten kunnen alléén aangeven welk bedrag zij voornemens zijn aan te wenden voor zorgcontinuïteitcliënten in 2015, zoals uitgewerkt in het voorgaande hoofdstuk. Tegelijk blijkt uit de analyse dat de 14 gemeente in Twente mogelijk onvoldoende budget beschikbaar hebben om zowel de zorgcontinuïteit te garanderen voor jeugdigen die op 31 december in zorg zijn of op een wachtlijst staan, als om zorg en ondersteuning te bieden aan nieuwe kinderen en jongeren die zich melden bij gemeenten. Het realiseren van beoogde effecten van de decentralisatie van de jeugdzorg vraagt geleidelijk en zorgvuldig doorgevoerde veranderingen. Gemeenten en aanbieders beseffen dat de wereld er in 2015 niet geheel anders uit zal zien en dat een groot deel van de kinderen en jongeren die zich in 2015 als nieuwe cliënt melden vanuit de gemeenten gewoon zal worden doorverwezen. Aanbieders verwachten dan ook dat het zorg- en ondersteuningsaanbod in 2015 in belangrijke mate zal en kan blijven bestaan. Slechts een enkele aanbieder geeft aan, als gevolg van de ontwikkelingen, naar verwachting niet te kunnen blijven bestaan en/of niet te willen doorgaan met het leveren van (vormen van) jeugdzorg in Twente. Grotere aanbieders hebben vaak een breder aanbod en kunnen, bij het stopzetten van één product of dienst, doorgaan met andere producten. De verwachting is dan ook dat de aanbieders in 2015 de zorg kunnen blijven leveren die zij ook in 2014 leveren aan jeugdigen. De komende periode wordt uitgewerkt, na samenspraak met aanbieders, hoe het contracteringproces in 2014 vorm gaat krijgen. De 14 gemeenten in Twente hebben daarbij het voornemen meerjarige raamcontracten af te sluiten, onder meer om frictiekosten te beperken (zie ook de volgende paragraaf). Ook zal worden uitgewerkt hoe moet worden omgegaan met bekostigingsvraagstukken zoals het al dan niet werken met bevoorschotting, de afrekening van trajecten die starten in 2014 en aflopen in 2015 of 2016, et cetera. Daarbij onderzoeken wij aspecten die per financieringsdomein van belang zijn. In de provinciaal gefinancierde jeugdzorg (waarbij in de provincie Overijssel wordt gewerkt met trajectfinanciering) spelen immers andere vraagstukken dan bij AWBZ- of Zvw-gefinancierde jeugdzorg. Afspraken Bureau Jeugdzorg
Bij het opstellen van dit regionaal transitiearrangement hebben de 14 gemeenten in Twente nauw samengewerkt met Bureau Jeugdzorg Overijssel. BJzO is ook bij het gesprek geweest dat de Transitiecommissie Stelselherziening Jeugd in september heeft gevoerd met de regio Twente, samen met een vertegenwoordiger van Menzis Zorgkantoor/Zorgverzekeraar en de provinciaal gefinancierde jeugdzorgaanbieder/hoofdaannemer Jarabee. CONCEPT
35
Afspraken Bureau Jeugdzorg
Met BJzO is doorgesproken over het opheffen van de toegangstaken en over mogelijkheden voor het onderbrengen van expertise op dit terrein in het gemeentelijk domein. BJzO heeft aangegeven om voor gemeenten in de regio Twente de contractpartner te willen zijn op het gebied van de jeugdbescherming en jeugdreclassering. BJzO verwacht voor het einde van dit jaar het certificeringstraject af te ronden. Daarbij ziet BJzO kansen voor samenwerking met enkele landelijke organisaties als de William Schrikker Groep en de Stichting Gereformeerde Jeugdzorg. Ook is met BJzO van gedachten gewisseld over het AM(H)K. Daarbij zijn diverse opties verkend. Dit geldt ook voor crisisinterventies die nu door BJzO worden uitgevoerd. BJzO gaat er van uit dat de toegangstaken komen te vervallen. BJzO stelt de gemeenten in 2014 in de gelegenheid mee te kijken bij de indicatiestelling, enerzijds om zicht te krijgen op benodigde kennis en kunde en anderzijds om te kunnen monitoren hoe de indicaties zich ontwikkelen (aantallen/zorgvormen/zorgvolumes). Daarbij is er een nauwe samenhang met het uitvoeringsprogramma van de provincie Overijssel (UP14). In diverse pilots binnen de 14 gemeenten in Twente draaien medewerkers van BJzO mee, zodat ervaring wordt opgedaan met de toekomstige inrichting en vormgeving van de toegang. BJzO gaat op dit moment uit van 30% krimp. Dit is met name gelegen in het verdwijnen van de indicatiestelling. Op dit moment worden geen nieuwe medewerkers meer aangetrokken. Tijdelijke dienstverbanden worden niet verlengd. Afvloeiingsplannen worden ontwikkeld. De frictiekosten zijn in kaart gebracht via een uitvraagdocument van KPMG (landelijk traject). De gesprekken en afspraken met Bureau Jeugdzorg kunnen niet worden afgerond binnen het tijdsbestek van dit regionaal transitiearrangement. De komende periode volgt een nadere uitwerking en invulling. Daarbij ligt er een belangrijke relatie met het governance-vraagstuk dat nu wordt uitgewerkt (zie hoofdstuk 5 uit dit regionaal transitiearrangement). Berekenen frictiekosten Om zicht te krijgen op de frictiekosten hebben de 14 gemeenten in Twente aan de aanbieders gevraagd om deze in beeld te brengen, daarbij rekening houdend met de door hen verwachte kostprijs-, volume- en/of marktontwikkelingen, uitgaande van de regionale visie die door de gemeenten is geformuleerd. Hiervoor is gekozen, omdat de aanbieders het beste kunnen inschatten hoe het jeugdzorgveld zich de komende jaren zal ontwikkelen. Voor het overgrote deel van aanbieders geldt dat zij al geruime tijd bezig zijn om zich voor te bereiden op de decentralisatie van de jeugdzorg, onder meer als het gaat om hun vastgoedportefeuille en personeelsbestand. Gemeenten zijn onvoldoende op de hoogte van deze voorbereidingen, maar bijvoorbeeld ook niet van de specifieke financiële situatie van de instellingen (financiële reserves), et cetera. We benadrukken dat hier ook een belangrijke verantwoordelijkheid ligt voor de aanbieders zelf (zie ook de Handreiking regionale transitiearrangementen jeugd, 2013). De gemeenten benadrukken dat zij niet verantwoordelijk zijn/kunnen worden gehouden voor de eventuele frictiekosten waarmee aanbieders worden geconfronteerd. Uiteraard is het wel zo dat de wijze waarop de gemeenten het nieuwe jeugdzorgstelsel gaan inrichten gevolgen heeft voor frictiekosten waarmee aanbieders worden geconfronteerd. Bijna 60 aanbieders hebben een reactie gegeven op de informatie-uitvraag op het gebied van frictiekosten:
CONCEPT
36
• • • •
55% noemt een totaalbedrag, waaraan soms een (zeer) gedetailleerde berekening ten grondslag ligt, maar soms ook (helemaal) niet. 14% komt met meerdere scenario’s (afhankelijk van de terugloop in omzet waarmee zij worden geconfronteerd). 14% noemt geen totaalbedrag maar levert wel deelgegevens (omzet die zij mogelijk mislopen, of het aantal te bezuinigen FTE). 17% noemt geen totaalbedrag en levert geen deelgegevens. De reden hiervoor is de beperkte tijd om tot een frictiekostenberekening te kunnen komen of onvoldoende zicht op de omzet die zij in 2015 hebben (als gevolg van de vraagontwikkeling in 2014 en in 2015, de onduidelijkheid als het gaat om het budget dat ze in 2015 krijgen (betreft de zorgcontinuïteitcliënten en nieuwe cliënten).
De frictiekosten waarmee de aanbieders geconfronteerd worden verschillen sterk in omvang, variërend van minder dan €500.000 (ruim 2/3 van de reacties) tot meer dan €500.000 (1/3 van de reacties), waaronder ook BJzO. Acht aanbieders hebben aangegeven geen frictiekosten te verwachten, onder meer omdat zij al ingespeeld hebben op komende ontwikkelingen. Binnen de groep vrijgevestigden blijkt relatief meer onzekerheid te zijn over de omzetverwachtingen en er is bij de berekening van mogelijke frictiekosten vaker gerekend met grote omzetverliezen. Het is vanwege een aanzienlijk aantal ontbrekende gegevens en het feit dat aanbieders ranges hebben aangegeven, niet zinvol om een totaaltelling te maken van de vermelde frictiekosten. De 14 gemeenten in Twente sturen de frictiekostenopgaven van aanbieders, geanonimiseerd, in een separate notitie toe aan de Transitiecommissie Stelselherziening Jeugd. Beperken frictiekosten Door in Twente tijdig beleidskeuzes te maken (zoals het opstellen van een regionale visie, de uitwerking van governance-vraagstukken, het ontwikkelen van een inkoopstrategie, et cetera) worden frictiekosten beperkt. De komende periode vindt hierin een concretiseringsslag plaats. Door dit regionaal transitiearrangement neemt bovendien de bewustwording bij aanbieders toe om tijdig te anticiperen op ontwikkelingen. Naast de vraag om frictiekosten te berekenen is aan aanbieders gevraagd om mogelijkheden te benoemen die zij zien om de frictiekosten te beperken. Over de mogelijkheden die aanbieders zien is verder doorgepraat tijdens de bijeenkomsten die de gemeenten samen met aanbieders en financiers hebben gehad. De ideeën die zijn aangedragen door aanbieders vallen uiteen in twee categorieën, namelijk de maatregelen die op het terrein liggen van de aanbieder zelf (intern oplossen) en de maatregelen die andere organisaties c.q. gemeenten kunnen nemen (extern oplossen). Samengevat zijn de volgende maatregelen genoemd (bij de externe voorstellen is de gemeentelijke reactie hierop meegenomen): •
Intern oplossen (in volgorde van meest genoemd): o Flexibele contracten: het gaat om het creëren van een flexibele personeelsschil en het zo veel mogelijk werken met tijdelijke contracten. Dit betekent soms het invoeren van een personeelsstop. Voor het onderwerp vastgoed betekent dit zo veel mogelijk werken met kortlopende huurcontracten en/of het beëindigen van contracten in 2015.
CONCEPT
37
o
o
•
Personeel inzetten op andere producten: Aanbieders die diverse producten aanbieden, zien mogelijkheden om personen in te zetten op andere producten (strategische personeelsplanning). Dit vereist wel flexibiliteit en/of scholing. Efficiënter werken: dit wordt genoemd in verband met het kunnen opvangen van prijskortingen. Als dat inderdaad mogelijk is, dan kunnen aanbieders vanuit het oogpunt van de bedrijfsvoering door blijven gaan met het leveren van het product en worden langs deze weg frictiekosten voorkomen.
Extern oplossen: o Zorg anders organiseren: aanbieders zien mogelijkheden in samenwerking met als doel een verbetering van de verhouding tussen kwaliteit en kosten, maar ook het realiseren van een verschuiving van duurdere naar goedkopere zorg. In verschillende pilots wordt hiermee al geëxperimenteerd. De pilots bieden ook een goede mogelijkheid om zicht te krijgen op mogelijke oplossingen voor de frictiekosten. o Overname personeel: er zijn aanbieders die in het algemeen of soms concreet hebben aangegeven dat er wellicht personeel over kan gaan naar andere zorgaanbieders. Het vormen van een pool voor het personeel (detacheringsconstructies) en vastgoed (multi-inzetbaarheid) is één van de genoemde opties. Gemeenten participeren in een pilot die plaatsvindt op het gebied van regionale poolvorming en zijn nadrukkelijk bereid om met aanbieders mee te denken over (medegebruik van) vastgoedvraagstukken. Ook houden gemeenten rekening met het mens-volgt-werk-principe bij de invulling van bijvoorbeeld het AMHK en de regionale crisisdienst. o Minder administratieve lasten: de efficiency wordt dan gezocht bij zorginkopers, waaronder straks de gemeenten. Het gaat dan om een vereenvoudiging van de verantwoording (bijvoorbeeld beperking aantal arrangementen die verantwoord moeten worden, eenduidigheid in inkoopvoorwaarden en prestatieafspraken. Ook het anders regelen van de toegang wordt genoemd). De 14 gemeenten in Twente zetten bij het ontwikkelen het nieuwe jeugdzorgstelsel nadrukkelijk in op het beperken van administratieve lasten.
De mogelijkheden die vrijgevestigden zien om frictiekosten te beperken concentreren zich op het anders inzetten van personeel en het anders aanbieden van diensten. Vaak wordt hierbij genoemd om meer in de wijk te werken en in zetten op preventie. De gemeenten hebben een uitgebreide marktconsultatie gehouden deze zomer. Hierin zijn een grote hoeveelheid aanknopingspunten opgehaald voor bijvoorbeeld kostenbesparingen en de vernieuwing van zorg en ondersteuning. De komende periode zullen de gemeenten in overleg met de aanbieders proberen meer zicht te krijgen op wenselijkheden en mogelijkheden van maatregelen om de frictiekosten te beperken. De precieze invulling hiervan is mede afhankelijk van afspraken die landelijk worden gemaakt. Deze aanknopingspunten uit de marktconsultatie zullen worden betrokken bij de dialoog met aanbieders over het beperken van de frictiekosten. Nadere uitwerking
In dit regionaal transitiearrangement worden verschillende vraagstukken genoemd die verder worden uitgewerkt. Het betreft onder meer: • het doorberekenen van budgetten naar instellingen en vrijgevestigden; • de uitwerking van het proces van contractering en financiering van aanbieders; CONCEPT
38
Nadere uitwerking
het ontwikkelen van meer inzicht in de te verwachte frictiekosten en in mogelijkheden om frictiekosten te beperken (hangt nauw samen met de inrichting van het stelsel). Deze vraagstukken worden, evenals activiteiten die voortvloeien uit andere processen, nader uitwerkt in beleidsplannen die begin volgend jaar worden opgeleverd door de gemeenten. •
CONCEPT
39
Bijlage 1 Gesprekken Met de onderstaande grote aanbieders van zorg en ondersteuning aan kinderen en jongeren zijn (groeps)gesprekken gevoerd om tot dit regionaal transitiearrangement te komen: Zvw-gefinancierde instellingen • Karakter • Mediant • Dimence • Accare • Opvoedpoli • Ambiq AWBZ-gefinancierde instellingen • Aveleijn • Twentse-Zorgcentra • JP-van-den-Bentstichting • Baalderborg-Groep Provinciaal-gefinancierde instellingen • Jarabee • Bureau Jeugdzorg Overijssel Vertegenwoordigers van vrijgevestigden • Brain Dynamics • Curasens • De Helper - PPA • Ekelenkamp, psychotherapie en psychologie • Instituut Nijenkamp • Zorgboerderij de Piet Daarnaast is er bilateraal contact geweest, telefonisch en/of per email, met vele andere aanbieders.
CONCEPT
40
Bijlage 2 Brieven De onderstaande brief is verstuurd aan aanbieders en financiers:
CONCEPT
41
CONCEPT
42
CONCEPT
43
Bijlage 3 Zorgvormen In de marktconsultatie en in de uitvraag in het kader van het regionaal transitiearrangement worden de volgende zorg- en ondersteuningsvormen onderscheiden: • Consultatie • Begeleiding • Ambulante zorg totaal • Ambulante zorg specialistische behandeling • Verblijf deeltijd en daghulp • Pleegzorg • Verblijf 24 uur: intramurale behandeling • Advies- en Meldpunt Kindermishandeling • Jeugdbescherming • Jeugdreclassering • JeugdzorgPlus • Diagnostiek Deze indeling is ook gebruikt in de eerdere informatie-uitvraag naar het gebruik van jeugdzorg in de regio Twente. Zo wordt een eenduidig databestand opgebouwd, waarin gegevens kunnen worden vergeleken.
CONCEPT
44
Bijlage 4 Formats De formats die zijn gebruikt bij de marktconsultatie en de aanvullende uitvraag in het kader van het regionaal transitiearrangement zijn hieronder weergegeven. Aantal zorgtrajecten, per financieringsbron, over boekjaar 2012
AWBZ (zorgkantoor)
Provincie (Jeugd- en Opvoedhulp)
Provincie (Maatregelen)
Zvw (zorgverzekeraar)
Gemeente, privaat of andere bron
MARKTCONSULTATIE zorgvormen
Consultatie Begeleiding Ambulante zorg totaal Ambulante Zorg spec. behandeling Verblijf deeltijd/daghulp Pleegzorg Verblijf 24 uur: intramurale behandeling Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Jeugdbescherming Jeugdreclassering JeugdzorgPlus Diagnostiek Anders, namelijk … Totaal
CONCEPT
45
Boekjaar 2012, alle zorgtrajecten, o.b.v. woonplaatsbeginsel
aantal gezinnen
aantal kinderen (0 tot 18 jaar)
aantal kinderen (18 tot 23 jaar)
kosten AWBZ PGB
MARKTCONSULTATIE
(x € 1.000) ZIN
kosten Provincie (Jeugd- en opvoedhulp x € 1.000)
kosten Provincie Maatregelen (x € 1.000)
kosten Zvw (x € 1.000)
kosten gemeente, privaat of anders (x € 1.000)
Almelo Borne Dinkelland Enschede Haaksbergen Hellendoorn Hengelo Hof van Twente Losser Oldenzaal Rijssen-Holten Tubbergen Twenterand Wierden Subtotaal Twente Buiten Twente Totaal
CONCEPT
46
Anders
Diagnostiek
JeugdzorgPlus
Jeugdreclassering
Jeugdbescherming
AMK
Verblijf 24 uur: intramurale behandeling
Pleegzorg
Verblijf deeltijd daghulp
Ambulante Zorg spec. behandeling
Ambulante zorg totaal
Begeleiding
AANVULLENDE TA-UITVRAAG
Consultatie
Boekjaar 2012, alle zorgtrajecten o.b.v. het woonplaatsbeginsel, naar gemeente en zorgvorm
Almelo Borne Dinkelland Enschede Haaksbergen Hellendoorn Hengelo Hof van Twente Losser Oldenzaal Rijssen-Holten Tubbergen Twenterand Wierden Subtotaal Twente Buiten Twente Totaal Autotelling
CONCEPT
47
Anders
Diagnostiek
JeugdzorgPlus
Jeugdreclassering
Jeugdbescherming
AMK
Verblijf 24 uur: intramurale behandeling
Pleegzorg
Verblijf deeltijd daghulp
Ambulante zorg spec. behandeling
Ambulante zorg totaal
Begeleiding
AANVULLENDE TA-UITVRAAG
Consultatie
Boekjaar 2012 alle omzet o.b.v. het woonplaatsbeginsel, naar gemeente en zorgvorm
Almelo Borne Dinkelland Enschede Haaksbergen Hellendoorn Hengelo Hof van Twente Losser Oldenzaal Rijssen-Holten Tubbergen Twenterand Wierden Subtotaal Twente Buiten Twente Totaal
CONCEPT
48
Anders
Diagnostiek
JeugdzorgPlus
Jeugdreclassering
Jeugdbescherming
AMK
Verblijf 24 uur: intramurale behandeling
Pleegzorg
Verblijf deeltijd daghulp
Ambulante zorg spec. behandeling
Ambulante zorg totaal
Begeleiding
AANVULLENDE TA-UITVRAAG
Consultatie
Prognose 2015 van het aantal zorgtrajecten van cliënten, die op 31-12-2014 in zorg zijn of daarvoor een indicatie hebben, o.b.v. het woonplaatsbeginsel
Almelo Borne Dinkelland Enschede Haaksbergen Hellendoorn Hengelo Hof van Twente Losser Oldenzaal Rijssen-Holten Tubbergen Twenterand Wierden WACHTLIJST Twente
Subtotaal Twente Buiten Twente Totaal
CONCEPT
49
Bijlage 5 Bronnen Voor het opstellen van dit regionaal transitiearrangement is gebruik gemaakt van de volgende documentatie: •
BZK: Meicirculaire 2013.
•
I&O Research, Factsheets Transformatie Jeugdzorg Twente, 2013
•
Panteia, Frictiekosten Transitie Jeugdzorg, 2013
•
Regio Twente, Samenwerken aan Jeugdzorg in Twente, 2013
•
Regio Twente, Uitreikstuk Regionaal Transitiearrangement Twente, 2013
•
Regio Twente, Visienota Transformatie Jeugdzorg Twente, 2012
•
Rekenkamer, Budget Decentralisatie Jeugdzorg; Toets op de berekening, 2013
•
Toelichting op een vraag aan de Transitiecommissie Stelselherziening Jeugdzorg. Deze toelichting geeft een uitwerking van inhoudelijke eisen waaraan de transitiearrangementen moeten voldoen, juni 2013
•
Transitiebureau Jeugd: Handreiking Regionale Transitiearrangementen, juli 2013
•
Transitiebureau Jeugd: Regionale transitiearrangementen in relatie tot aanbesteden en subsidiëren, 2013.
•
Transitiebureau Jeugd, Handreiking beperking frictiekosten, 2013
•
Transitiecommissie Stelselherziening Jeugdzorg: Brief van de voorzitter van de TSJ over transitiearrangementen (september 2013)
•
Transitiecommissie Stelselherziening Jeugdzorg: Tussenrapportage TSJ over RTA's, oktober 2013
•
VNG: Factsheet: Informatie over kortingen op de decentralisatie jeugdzorg in 2015, september 2013
•
VNG: Factsheet: Mogelijke verklaringen voor verschillen tussen budget gemeente & omzetcijfers aanbieders, september 2013
•
Websites: VNG.nl, Voordejeugd.nl, Wmotwente.nl
CONCEPT
50
Bijlage 6 Afkortingen Afkorting
Betekenis
AMK
Advies- & Meldpunt Kindermishandeling
AMHK
Advies- en Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling
AWBZ
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
BJzO
Bureau Jeugdzorg Overijssel
CBS
Centraal Bureau voor de Statistiek
CJG
Centrum voor Jeugd en Gezin
DBC
DiagnoseBehandelCombinatie
FTE
Fulltime-equivalent
GGD
Gemeentelijke of Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst
IPO
InterProvinciaal Overleg
Jeugd-GGZ
Zorg voor jeugdigen met psychische problematiek
Jeugd-VB
Zorg voor jeugdigen met verstandelijke beperking
OM
Openbaar Ministerie
VERVE
Werkwijze in de jeugdzorg; Veiligheid En Regie Voor Elk
VNG
Vereniging Nederlandse Gemeenten
VWS
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Wmo
Wet maatschappelijke ondersteuning
Zvw
Zorgverzekeringswet
CONCEPT
51
RAADSBESLUIT ZAAKNUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
1007971
Reek, Yvonne van den
SAM-MO
Janneke Oude Alink
ONDERWERP
Integraal Kind Centrum Hengelo
DE RAAD VAN DE GEMEENTE HENGELO BESLUIT:
In te stemmen met de notitie integraal kindcentrum Hengelo
PUBLIEKSVRIENDELIJKE SAMENVATTING
In Hengelo wordt al sinds 2005 gewerkt met een Bredeschool Aanpak. De partners, peuterspeelzaalwerk, kinderopvang en basisonderwijs willen deze aanpak een vervolg geven. Hiervoor is gezamenlijk de notitie Integraal Kind Centrum Hengelo opgesteld. Hierin geven de gemeente en partners samen aan wat de doelstelling van een Integraal Kind Centrum is en wat de uitgangspunten zijn.
DE GEMEENTERAAD VAN HENGELO,
De griffier
DATUM
De voorzitter
RAADSADVIES ZAAKNUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
1007971
Schellings, Kristel
SAM-MO
JOA Lie
ONDERWERP
Integraal Kind Centrum Hengelo
PROGRAMMA/FACET-AGENDA
Niet van toepassing
AANLEIDING, DOEL EN WAT GING ER AAN VOORAF
In 2010 heeft u als Raad de Brede School Visie vastgesteld. Hierop is nu een vervolgstap gemaakt. De koers in de visie krijgt nu een vervolg in de Integrale Kind Centra Hengelo.
INHOUD VAN HET VOORSTEL
In Hengelo wordt sinds 2005 gewerkt vanuit de Brede School Aanpak. Centraal staat dat op de plekken waar kinderen komen, het ritme van hun dag en week de leidraad moet zijn in de onderlinge contacten en de samenwerking tussen betrokkenen bij de Brede School. Een begrip als het kind centraal wordt door ieder beaamd, maar vergt van de afzonderlijke organisaties dat ze in staat zijn het belang van het kind en de ouders echt voorop te stellen. De gemeente en de betrokken partners zien dat nu het moment is een vervolgstap te zetten vanuit de Brede School Aanpak naar de ontwikkeling van Integrale Kind Centra. De partners van de Brede School willen een hechtere, minder vrijblijvende samenwerking en vragen de gemeente dit te ondersteunen. In de bijgevoegde notitie worden de uitgangspunten voor een Integraal Kind Centrum in Hengelo geschetst en de werkwijze toegelicht. De visie en notitie zijn samen met de partners peuterspeelzaalwerk, kinderopvang en basisonderwijs tot stand gekomen. De doelstelling en uitgangspunten zijn al besproken en vastgesteld in de Programmaraad Brede School op 3 oktober en de Stuurgroep Peuterspeelzaalwerk – Kinderopvang op 15 oktober. Daarnaast hebben Platform Allochtone Ouders en Onderwijs en Ouders en Onderwijs Twente haar input geleverd.
BESPREEK- EN BESLISPUNTEN
In te stemmen met de notitie Integraal Kindcentrum Hengelo.
FINANCIËLE ASPECTEN
nvt
BIJLAGE(N)
Notitie Integraal Kindcentrum Hengelo
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN HENGELO,
De secretaris
De burgemeester
Integraal Kind Centrum Hengelo Notitie oktober 2013
Inhoudsopgave Inleiding
2
1. Uitgangspunten Integraal Kind Centrum Hengelo
3
2. Ontwikkeling Integrale Kind Centra in Hengelo
5
3. Opdracht ontwikkeling Integrale Kind Centra Hengelo
6
4. Vervolg
10
Bijlagen 1. Voorwaarden Integrale Kind Centra Hengelo
11
2. Betrokken basisscholen en peuterspeelzalen IKC Hengelo
13
1
Inleiding Kinderen groeien in Nederland positief en gelukkig op. Veel kinderen gaan graag naar school, kunnen buiten spelen in hun eigen buurt, gaan naar sport of muziekles en ontwikkelen zich tot mondige jongeren en zelfstandige burgers. De voorzieningen die ingericht zijn om ouders te ondersteunen in het laten opgroeien van hun kinderen kennen in Nederland een lange traditie. De basis van het huidige primair onderwijs ligt in de leerplichtwet van 1900. De zorg die de jeugdgezondheidszorg biedt via de huidige consultatiebureaus bestaat inmiddels ruim 100 jaar in Nederland. In het dagelijks leven van kinderen en gezinnen zijn de peuterspeelzaal, kinderopvang, de buitenschoolse opvang inmiddels basisvoorzieningen geworden waar veel kinderen gebruik van maken. In veel gezinnen werken beide ouders en lopen opvang, school, clubjes, spelen en werken in elkaar over. In Hengelo wordt sinds 2005 gewerkt vanuit de Brede School Aanpak. Centraal staat dat op de plekken waar kinderen komen, het ritme van hun dag en week de leidraad moet zijn in de onderlinge contacten en de samenwerking tussen betrokkenen bij de Brede School. Een begrip als het kind centraal wordt door ieder beaamd, maar vergt van de afzonderlijke organisaties dat ze in staat zijn het belang van het kind en de ouders echt voorop te stellen. De gemeente en de betrokken partners zien dat nu het moment is een vervolgstap te zetten vanuit de Brede School Aanpak naar de ontwikkeling van Integrale Kind Centra. De partners van de Brede School willen een hechtere, minder vrijblijvende samenwerking en vragen de gemeente dit te ondersteunen. In deze notitie willen we de uitgangspunten voor een Integraal Kind Centrum in Hengelo schetsen en de werkwijze richting de ontwikkeling van de Integrale Kind Centra toelichten. Vervolg op de Brede School Visie, 2010 Het Integraal Kind Centrum in Hengelo is een vervolgstap in de lijn van de Brede School Visie die in 2010 in Hengelo is vastgesteld. De koers die destijds is gekozen krijgt vervolg in de Integrale Kind Centra. De ambitie en de doelen uit het Jeugdprogramma 2011-2014, Zelf Doen, positief opgroeien en opvoeden in Hengelo worden via de Integrale Kind Centra in de praktijk van alledag vertaald. Waarom nu? Het voorzieningenstelsel wordt met name voor 0-4 jarigen als heel grillig ervaren, mede in verband met de aanhoudende financiële situatie in het land. De transities die voor de deur staan, vragen om stevige basisvoorzieningen. Hierdoor wordt specifieke ondersteuning niet meer ver weg geboden worden, maar dicht bij huis en geïntegreerd in de reguliere voorzieningen als school, dagverblijf of de sportclub. Als de basis stevig is, kan de wens om beter op maat ondersteuning dicht bij huis te bieden, echt invulling krijgen.
2
1. Uitgangspunten Integraal Kind Centrum Hengelo In een meerjarenperspectief gaan we vanuit het huidige voorzieningenstelsel voor 0-12 naar een leefomgeving voor 0-12 jarigen en gezinnen waar het IKC de basisvoorziening voor ontwikkeling en opgroeien is.
De huidige basisvoorzieningen ontwikkelingen zich richting een geïntegreerde basisvoorziening.
3
We spreken in Hengelo over een Integraal Kind Centrum als het centrum voldoet aan de volgende uitgangspunten: -
-
Het een integrale voorziening voor alle kinderen van 0-12 jaar is, Er één aansturing is op de gezamenlijke werkwijze, vanuit het huidige peuterspeelzaalwerk, de kinderopvang (voor 0-4 jarigen en de buitenschoolse opvang voor 4-12 jarigen) en het basisonderwijs; De deelvoorzieningen in een Integraal Kind Centrum liggen dicht bij elkaar en indien mogelijk kennen ze gezamenlijke locaties, dit is niet noodzakelijk; Een breed ontwikkelingsprogramma voor de 0-12 jarigen is uitgangspunt van werken en ieder werkzaam in het Integraal Kind Centrum levert hier haar bijdrage aan; Het brede ontwikkelingsprogramma omvat ontwikkelingslijnen van 0-12 jaar voor o Taal en educatie o Basiszorg en dieptezorg o Extra stimulans voor brede ontwikkeling afgestemd op de behoefte van kinderen en ouders o Opvang naar de behoefte van de ouders Er is één lijn in afstemming en communicatie met ouders, en ouders en kinderen hebben directe inbreng op het reilen en zeilen in het Integraal Kind Centrum
Het doel van het Integraal Kind Centrum is - Optimale ontwikkelingskansen bieden in een vertrouwde, uitdagende omgeving. Educatie en opvang worden in samenhang geboden en vormen in combinatie met vrijetijdsactiviteiten een passend arrangement voor kinderen van 0-12 jaar en hun ouders. Het bieden van ontwikkelingskansen staat al lang op de jeugdagenda van Hengelo, maar nu voeren organisaties dit afzonderlijk van elkaar uit en leveren de overgangsmomenten van de een naar de ander organisatie dikwijls een onderbreking op in de ontwikkelingslijn van kinderen. Integrale Kind Centra kunnen onderling van elkaar verschillen. De variëteit ontstaat door aan te sluiten op de behoeften van kinderen en ouders. Het tempo waarin de verschillende Integrale Kind Centra in Hengelo zich ontwikkelen kan ook verschillen. We zien de volgende voordelen voor kinderen, ouders, personeelsleden in een IKC en overige partners bij de vorming van Integrale Kind Centra:
4
2. Ontwikkeling Integrale Kind Centra in Hengelo Van Brede School 0-12 naar Integrale Kind Centra In het schooljaar 2012 – 2013 is een stap gezet in de Brede School ontwikkeling in Hengelo. Duidelijk werd dat betrokken partners zelf aan zet wilden zijn en er aan toe waren de ondersteuning die vanuit Brede School samenwerking geboden werd af te bouwen en zelf verantwoordelijk te worden voor de samenwerking in een Integraal Kind Centrum. Zowel het basisonderwijs, het peuterspeelzaalwerk als de kinderopvang gaven aan minder vrijblijvend samen te willen werken op de thema’s opbrengstgericht onderwijs en zorg. Uit de drie werkvelden is een werkgroep gevormd die de vervolgstappen richting Integrale Kind Centra, samen met de gemeente, is gaan ontwikkelen. De gemeente heeft aan Scala Welzijn aangekondigd de subsidie voor Brede School Coördinatie aan het eind van het schooljaar 2012-2013 bij Scala te beëindigen. Scala heeft de Brede School Coördinatie in de eerste helft van 2013 in dit perspectief uitgevoerd en in de zomer de overdracht richting gemeente en de werkgroep IKC zorgvuldig verzorgd. In de IKC werkgroep is gediscussieerd over welke partner de trekkende partij in de Integrale Kind Centra zou moeten zijn. Hieruit is naar voren gekomen dat alle partijen het basisonderwijs als trekkende partij zien. De programmaraad Brede School heeft dit in juni 2013 bekrachtigd. De integrale samenwerking vraagt dat de velden peuterspeelzaalwerk, kinderopvang en basisonderwijs alle drie intensief betrokken zijn, verantwoordelijkheid dragen en expertise leveren. Wel is er behoefte aan een eindverantwoordelijke, namelijk het basisonderwijs. Helder is voor de betrokkenen dat het eindperspectief is toe te werken naar een volledig geïntegreerde samenwerking in één organisatie die voor 0-12 jaar werkt. De weg er naar toe kent de nodige vraagstukken en er is behoefte aan fasering. In overleg met partners is voor de eerste periode, 2013 en 2014, de focus gelegd op de leeftijdsgroep 2-6 jaar.
5
3. Opdracht vorming Integrale Kind Centra van de gemeente Hengelo aan het onderwijs Opdracht ontwikkeling Integrale Kind Centra Hengelo Voor de periode medio 2013 tot eind 2014 zijn in overleg met de betrokken partijen de kaders opgesteld voor de opdracht die de gemeente bij de partners neerlegt, betreffende de ontwikkeling van de Integrale Kind Centra. De afzonderlijke aandachtspunten bij deze opdracht worden kort toegelicht 1. Inhoudelijke focus In haar voorwaarden (zie bijlage 1) stelt de gemeente dat de partners samen verantwoordelijk zijn voor de leeftijdsgroep 2-6 jarigen om de doelen te bereiken die gesteld zijn voor o Opbrengstgericht onderwijs o Zorg o Brede ontwikkelingsmogelijkheden o Partnerschap met ouders De gemeente vraagt per Integraal Kind Centrum met regelmaat inzicht te geven in de wijze waarop de genoemde thema’s planmatig invulling krijgen en of gestelde doelen bereikt worden. 2. Integrale Kind Centra en Voor en Vroegschoolse Educatie In 2011 heeft Hengelo bestuursafspraken gemaakt met het rijk over de kwaliteit en het bereik van de Voor en Vroegschoolse Educatie. De nota ‘Effectief benutten VVE’ is in de zomer van 2013 door het college vastgesteld en aan de raad verstrekt. De onderwijsinspectie voert in het najaar van 2013 een tweede inspectieronde in Hengelo uit naar de kwaliteit van VVE. De locatiespecifieke aandachtspunten worden binnen de Integrale Kind Centra meegenomen en de aandachtspunten voor de doorgaande lijn en integrale kwaliteitszorg voor VVE zijn voor de Integrale Kind Centra waar VVE uitgevoerd wordt logische aandachtspunten in de uitwerking van het thema opbrengstgericht onderwijs. 3. Wie doen er mee? In Hengelo doen alle peuterspeelzalen en basisscholen mee in de Integrale Kind Centra ontwikkeling. Zoveel mogelijk wordt ook de kinderopvang (0-4 en 4-12) betrokken. Gestart wordt vanuit de Brede School samenwerkingsverbanden die medio 2013 al draaiden. De bestaande samenwerkingsverbanden wordt bewust gevraagd de stap naar een Integraal Kind Centrum te maken, omdat de huidige voorwaarden hen aanzetten nog intensiever de samenwerking aan te gaan. Enkele bestaande Brede school samenwerkingsverbanden zijn opgesplitst in een aantal kleinere eenheden. Op plaatsen waar nog niet direct een voorschoolse partner in beeld is, nodigt het basisonderwijs de belangstellende voorschoolse partners uit zich te presenteren en wordt vervolgens een samenwerkingspartner gekozen. In bijlage 2 is een eerste uitwerking van de Integrale Kind Centra in Hengelo te vinden, wat resulteert in 20 Integrale Kind Centra in Hengelo. De betrokken basisscholen en peuterspeelzalen zijn in beeld gebracht, bij de kinderopvang is dit in ontwikkeling. Gaande weg het proces van de ontwikkeling van de Integrale Kind Centra moet blijken of de basis van deze indeling juist is, of dat nog bijstelling nodig is. De betrokkenheid van alle basisscholen, alle peuterspeelzalen en veel kinderopvangorganisaties in Hengelo betekent niet dat gestreefd wordt naar een eenheidsbeeld en meer van hetzelfde overal in de stad. De eenheid wordt met name in de vorm en intensiteit van de samenwerking nagestreefd en de inhoudelijke thema’s kunnen binnen ieder Integraal Kind Centrum een eigen accent krijgen en ook tegemoet komen aan de wens voor pluriformiteit (‘er is wat te kiezen’).
6
4. Wie stuurt het proces aan, binnen een Integraal Kind Centrum? In onderling overleg is besloten dat het basisonderwijs de eindverantwoordelijkheid draagt voor de ontwikkelingen en doelstellingen van het Integraal Kind Centrum. Hierbij zal een schooldirecteur gebruik maken van de expertise en mogelijkheden van alle partners om de juiste aansturing binnen het Integraal Kind Centrum vorm te geven. Voor de periode ligt de focus op 2-6 jaar en ziet het samenwerkingsmodel in het IKC als volgt uit:
5. Wie stuurt het proces aan, stedelijk? Afgesproken is dat het basisonderwijs, het peuterspeelzaalwerk en de kinderopvang in gezamenlijkheid de opdracht krijgen van de gemeente. De trekker van het geheel is het basisonderwijs. Aan één van de schoolbesturen wordt, als penvoerder, het gemeentelijk budget voor ontwikkeling van de Integrale Kind Centra versterkt. In de programmaraad Brede School zijn de drie velden, basisonderwijs, peuterspeelzaalwerk en kinderopvang vertegenwoordigd. De schoolbesturen en de manager van het peuterspeelzaalwerk en een afvaardiging van managers uit de kinderopvang vormen daar de stuurgroep Integrale Kind Centra. Voor het tot uitvoering brengen van de opdracht krijgt de werkgroep Integrale Kind Centra een vervolg. Zij heeft de directe lijn met de integrale kind centra verspreid over de gemeente. De stuurgroep IKC zal in haar eerste overleg haar eigen rol en bevoegdheid verder uitwerken (o.a. wijze van aansturing werkgroep, inzet middelen, wijze van besluitvorming bij verschil van mening in stuurgroep).
7
6. Positie ouders Een van de inhoudelijke speerpunten is partnerschap met ouders. In de sturing per IKC en ook in de stedelijke aansturing is het belangrijk ook dit partnerschap aan te gaan. In overleg met nu al betrokken ouderorganisaties, Platform Alle Ouders en Onderwijs en Ouders en Onderwijs Twente, zal dit verder uitwerking krijgen. 7. Adviseur Integrale Kind Centra Hengelo In de periode 2013-2014 wordt een adviseur betrokken bij de ontwikkeling van de Integrale Kind Centra in Hengelo. De adviseur heeft als taak de ontwikkeling van de Integrale Kind Centra kritisch te volgen en te spiegelen aan de betrokken partijen hoe de voortgang richting een Integraal Kind Centrum vorm krijgt. Uit haar gemeentelijke middelen financiert de gemeente de rol van de IKC adviseur. Onderwijs, peuterspeelzaalwerk, kinderopvang en gemeente gaan gezamenlijk in het najaar van 2013 opzoek naar een IKC adviseur. In deze opdracht wordt meegenomen dat medio 2014 een tussenrapportage verwacht wordt over de voortgang van de ontwikkeling van de Integrale Kind Centra in Hengelo en een advies voor het vervolg in een meerjarenperspectief. 8. Middelen Integrale Kind Centra In de afgelopen jaren is het budget Brede School vanwege gemeentelijke bezuinigingen bijgesteld. Voor 2013 en 2014 (op basis van goedkeuring van de begroting 2014) zullen de begrote middelen Brede School ingezet op de ontwikkeling van de Integrale Kind Centra in Hengelo. Deze worden met name ingezet bij de partners zelf, via het onderwijs. Het resterende deel wordt ingezet op de IKC adviseur. Er is grote behoefte bij de betrokken partners de middelen die nu op de thema’s van de Integrale Kind Centra ingezet worden binnen onderwijs en voorschools, ook te verbinden met de Integrale Kind Centra. Het gaat dan om de middelen voor o Het peuterspeelzaalwerk o Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) o Schoolbegeleiding o Schakelklas en Verlengde Leertijd
8
o o o
Middelen sportstimulering en cultuureducatie, combinatiefuncties en jeugd- en jongerenwerk Zorg in en om de school (CJG: LOES en zorgstructuur AMW en JGZ) Prestatieboxmiddelen die het onderwijs ontvangt
9. Rol gemeente De gemeente wil meer ruimte geven aan de betrokken partners zelf om de onderlinge samenwerking intensiever te maken en effectiever te maken. Ze blijft in haar regierol sturen op de inhoudelijke doelen die ze wil bereiken voor de jeugd via de Integrale Kind Centra als stevige basisvoorziening. 10. Overige aandachtspunten De huidige inrichting van de basisvoorzieningen zal in de ontwikkeling van de Integrale Kind Centra waarschijnlijk ook vraagstukken naar voren brengen rondom de formele inrichting van een nieuwe basisvoorziening; bijv. o Welke toezichtkaders zijn nu van toepassing en sluiten deze onderling aan of niet? o Welke cao’s en beroepsprofielen worden gehanteerd en op welke wijze kunnen deze naast elkaar in één organisatie bestaan of niet? o Kan de formele verantwoordelijkheid bij het onderwijs gelegd worden, of (nog) niet? o Kan wel/niet deelnemen aan een Integraal Kind Centrum strijdig zijn met het bestaansrecht van een organisatie? De regering heeft in haar regeerakkoord opgenomen dat onderwijs, kinderopvang, peuterspeelzaalwerk en voor- en vroegschoolse educatie op elkaar afgestemd moeten worden. De term Integraal Kind Centrum wordt ook benoemd. Vanuit de ontwikkeling zoals deze ook in Hengelo plaats gaat vinden zal duidelijk worden welke sturing gewenst is vanuit de overheid op de vorming van Integrale Kind Centra.
9
4. Vervolg In deze nota zijn de contouren van wat verstaan wordt onder een Integraal Kind Centrum in Hengelo uitgewerkt. Ook is beschreven hoe we in 2013 en 2014 toewerken naar een Integraal Kind Centrum. Op basis van de ervaringen die opgedaan worden zal de weg richting verdere ontwikkeling naar Integrale Kind Centra vanaf 2015 duidelijk worden.
10
Bijlage 1 Voorwaarden Integrale Kind Centra Hengelo In vervolg op de coördinatie Brede School 0-12 in Hengelo stelt Gemeente Hengelo de volgende voorwaarden aan de ontwikkeling en inhoudelijke opgave voor de Integrale Kind Centra in Hengelo. Inhoud: 1. hoofdpunten in de samenwerking binnen de Integrale Kind Centra Hengelo zijn de komende jaren •
opbrengstgericht onderwijs
•
zorg in en om de school
•
een stimulans blijven bieden voor brede ontwikkeling (sport, cultuur, ontmoeting)
•
partnerschap van ouders
2. doelstellingen zijn specifiek: •
voor opbrengstgericht onderwijs
zijn de SLO doelen voor begin groep 1 en voor eind groep 2 leidend voor het aanbod voor de 2 tot 6 jarigen
zijn de opbrengsten van de peuters en kleuters met regelmaat in beeld door middel van erkende kind-/leerlingvolgsystemen
is de analyse van de opbrengsten het uitgangspunt voor het handelen in de groep en in een doorgaande lijn van 2-6 jaar
wordt de groep VVE kinderen en de Schakelklasleerlingen specifiek gevolgd in hun ontwikkeling en wordt in de leeftijdsperiode van 2-6 jaar een extra ontwikkelingsgroei (boven de te verwachten groeicurve) zichtbaar voor deze kinderen (via de jeugdmonitor Hengelo wordt dit gevolgd)
•
voor zorg
voor alle kinderen is er informatie overdracht en een vorm van warme overdracht van voorschools naar vroegschools om een doorgaande lijn in zorg in en om school te realiseren, te beginnen met de doelgroep VVE
per IKC is de analyse van het beroep op (onderwijs)zorg in de leeftijd van 2-6 jaar uitgevoerd en is een plan van aanpak opgesteld waarmee het aantal verwijzingen naar zwaardere (onderwijs)zorg teruggebracht wordt met 5% (via de jeugdmonitor Hengelo wordt dit gevolgd)
•
voor brede ontwikkeling
alle kinderen worden in het IKC geïnformeerd en actief gewezen op mogelijkheden voor hun brede ontwikkeling
de IKC partners stemmen met de partners voor sport, cultuur en ontmoeting af over een passend arrangement aanvullend op onderwijs en opvang
•
voor ouders
ouders zijn vanuit partnerschap betrokken bij en geïnformeerd over de wijze waarop hun kind educatie en zorg (2-6 jaar) aangeboden krijgt en spelen een actieve rol in de ontwikkeling van hun kind
11
ervaren een doorlopend ouderbeleid van voorschools naar vroegschools
de oudertevredenheid wordt in ieder IKC gemeten (kan vanuit huidige instrumenten die onderwijs, peuterspeelzaal en kinderopvang inzetten) en gemiddeld wordt minimaal een 7 gescoord
3. de lange termijn visie is gericht op een vorm van samenwerking waarin integratie tussen organisaties voor basisonderwijs, kinderopvang en educatie voor jonge kinderen mogelijk wordt 4. voor 2013 en 2014 ligt de focus in de samenwerking op de 2-6 jarigen 5. mede door de samenwerking in de Integrale Kind Centra worden de bestuursafspraken VVE 2011-2015 gerealiseerd Deelnemers: 6. alle peuterspeelzaallocaties en basisschoollocaties werken mee in de Integrale Kind Centra Hengelo 7. de kinderopvang 0-4 en BSO sluiten aan bij de Integrale Kind Centra 8. iedere basisschoollocatie werkt tenminste samen met een voorschoolse instelling (peuterspeelzaal of kinderopvang) Intensiteit van samenwerking: 9. voor alle teamleden werkzaam met 2-6 jarigen in een IKC betekent de IKC samenwerking minimaal een intensiteit van 4 gezamenlijke contactmomenten per schooljaar 10. per IKC wordt bepaald hoe op de inhoudelijke thema’s de gezamenlijke aansturing vorm krijgt Vorm: 11. de kernpartners vormen een bestuurlijke eenheid waar de gezamenlijke opdracht voor de Integrale Kind Centra ontwikkeling opgepakt wordt, zij komen bijeen in de programmaraad Brede School Hengelo 12. de coördinatie kent een onafhankelijk stedelijk adviseur 13. de werkgroep IKC zet de inhoudelijke lijnen en de aansturing in de IKC’s uit, het onderwijs zit de werkgroep voor en draagt zorg voor de verslaglegging 14. binnen ieder IKC wordt afgesproken wie het aanspreekpunt is voor de gezamenlijke sturing op de samenwerking in het IKC 15. bij verstrekking van subsidie voor samenwerking in de Integrale Kind Centra aan de kernpartners wordt een jaarlijkse kwaliteitszorg-cyclus doorlopen waarin plan van aanpak, tussentijdse evaluatie en eindevaluatie beschikbaar zijn en aan de gemeente verstrekt wordt via de bestuurlijke eenheid/werkgroep 16. de partners zijn onderling en gezamenlijk verantwoordelijk voor een open en constructieve samenwerking en communicatie 17. in de werkgroep worden afspraken gemaakt over de communicatie naar de betrokkenen bij de IKC’s en de overige betrokken partijen
12
Bijlage 2
Gebied Beckum Berflo Es Binnenstad
Groot Driene
Hasseler Es
Hengelose Es
Klein Driene/ Noork
Vossenbeld/ Slangenbeek Wilderinkshoek
Woolde
BS De Bleek Waarbeekschool Paus Joannes Wingerd (marnixstraat) Titus Brandsma Willemschool Drienermarke Akker ‘t Heem ’t Schoppert De Schothorst Timp Eimink De Bron De Borgh Annie MG Schmidt Hunenborg Wilbertschool Plechelmusschool Kuyperschool Anninksschool St.Jan Triangel Rank Europaschool Telgenkamp Wingerd (Beckumerstraat) Breemarsschool Esrein Vockerschool Don Bosco Woolderschool Kard.Alfrinkschool
13
PSZ ‘t Bisonneke de Vlinder de Peuterjeugd Klein Duimpje Klein stationnetje (opgeheven) de Peutertuin/Klein Duimpje de Drienermaatjes ‘t Akkertje
Bruintje Beer Het Hasseler Hummeltje Het Hasseler Hummeltje de Kleine Beer ‘t Esje Jip en Janneke/’t Vogelkwartier Jip en Janneke/’t Vogelkwartier de Kikker Pippeloentje de Peutertuin K’nijntje de Wip Wap
RAADSBESLUIT ZAAKNUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
1007488
Melisie, Ilija
SB
Erik Lievers
ONDERWERP
Kredieten Klimaatluchtcirculatie 2012 en Vervanging Dak 2012
DE RAAD VAN DE GEMEENTE HENGELO BESLUIT:
Akkoord te gaan met het volgende dekkingsvoorstel voor de overschrijding op de kredieten ''Klimaatluchtcirculatie 2012'' en “Vervanging dak 2012” van €129.800; -Inleveren van het openstaande krediet 'CV afsluiter 2012' ad. €10.565, -achterstallig onderhoud ad € 36.100 te dekken uit de voorziening Sport, -de structurele kapitaallasten van €8.280 van het overige deel van de overschrijding (€83.125) worden in 2014 incidenteel opgelost. De structurele kapitaallasten worden meegenomen als autonome ontwikkelingen in de begroting 2015.
PUBLIEKSVRIENDELIJKE SAMENVATTING
De grote renovatiewerkzaamheden aan de accommodatie van het Twentebad in 2012 zijn succesvol afgesloten. Dit betreft: - de nieuwe luchtbehandelingskasten; - het nieuwe plafond in het 25m wedstrijdbad en de nieuwe verlichting; - de vervanging van het dak boven alle bassins; - diverse reparaties aan de dakconstructie. Het 41 jaar oude pand bleek een aantal onvoorziene gebreken te hebben waardoor meerdere reparaties aan de dakconstructie moesten worden uitgevoerd. Verder bleek de eerder berekende benodigde capaciteit van de nieuwe luchtbehandelingkasten onvoldoende, waardoor er meerkosten kwamen. Hierdoor zijn twee kredieten overschreden. Op het totaal van alle werkzaamheden gaat het over 14% van de geraamde kosten. DE GEMEENTERAAD VAN HENGELO,
De griffier
DATUM
De voorzitter
RAADSADVIES ZAAKNUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
1007488
Melisie, Ilija
SB
Erik Lievers
ONDERWERP
Kredieten Klimaat luchtcirculatie 2012 en Vervanging Dak 2012
PROGRAMMA/FACET-AGENDA
03 - Een nieuwe vorm van ontmoeting en betrokkenheid
AANLEIDING, DOEL EN WAT GING ER AAN VOORAF
In 2012 zijn vanuit het beoogde doel van de kredieten Klimaat luchtcirculatie 2012 en Vervanging Dak 2012 diverse werkzaamheden uitgevoerd. Het krediet Klimaat luchtcirculatie bedroeg €520.000,- en het krediet Vervanging Dak €400.000,-. De totale overschrijding is 14%. Met deze verbouwing en renovaties, o.a. plaatsing nieuwe luchtbehandelingskasten, dakrenovatie en het verrichten van achterstallig onderhoud, kwamen er meerdere, andere gebreken aan het licht. Deze hadden te maken met vochtschade, (dak)isolatie en het plafondsysteem. Het onderdeel plafondsystemen had te maken met de problemen in zwembaden rond corrosie van RVS ophangconstructies. De gebreken waren deels onvoorzien en deels achterstallig onderhoud. Maar wel zo ernstig dat ze op het moment van de verbouwing verholpen zijn en in de totale verbouwing zijn meegenomen. Redenen hiervoor waren veiligheid en kostenbesparingen in de directe toekomst. Verder bleek de eerste extern uitgevoerde berekening van de benodigde capaciteit van de nieuwe luchtbehandelingskasten te laag. Het achterstallig onderhoud betreft vooral het onderhoud dat plaatsvond aan de constructie van het dak. Deze constructie had op sommige plekken zo veel water te verduren gehad dat deze moest worden vervangen of gerepareerd om veiligheid te blijven garanderen. De schade is feitelijk ontstaan door de jarenlange problemen met de klimaatinstallaties, waardoor roofbouw is gepleegd op het pand. Los van de voordelen zoals het ter plekke kunnen herstellen, heeft dit een negatief effect gehad op de totale geraamde kosten. Hierdoor is er een overschrijding ontstaan op het totaal van €129.800,- voor beide kredieten. INHOUD VAN HET VOORSTEL
Voorgesteld wordt om bovenstaande overschrijding van €129.800 op de kredieten ''Klimaatluchtcirculatie 2012'' en “Vervanging dak 2012”, na overleg met en op advies van de afdeling Financiën, op de volgende wijze op te lossen. -Inleveren van het krediet C.V. afsluitingen voor een bedrag van €10.565. Tijdens de verduurzaming Twentebad is een nieuwe CV verdeler geplaatst en dit krediet is dan niet meer nodig. -De kosten n.a.v. het achterstallig onderhoud voor een bedrag van € 36.100 te dekken uit de voorziening Sport. Omdat het onderhoudskosten betreft die het gevolg zijn van de schades aan het pand door vocht, zijn ze daarmee passend bij het doel van deze voorziening. -de structurele kapitaallasten van €8.280 van het overige deel van de overschrijding (€83.125) worden in 2014 incidenteel opgelost. De structurele kapitaallasten worden meegenomen als autonome ontwikkelingen in de begroting 2015. Wanneer de Raad akkoord gaat zullen de betreffende kredieten worden afgesloten.
BESPREEK- EN BESLISPUNTEN
Akkoord gaan met het volgende dekkingsvoorstel voor de overschrijding op de kredieten ''Klimaatluchtcirculatie 2012'' en “Vervanging dak 2012” van €129.800; -Inleveren van het openstaande krediet 'CV afsluiter 2012' ad. €10.565, -achterstallig onderhoud ad € 36.100 te dekken uit de voorziening Sport, -structurele kapitaallasten van €8.280 van het overige deel van de overschrijding (€83.125) worden in 2014 incidenteel opgelost. De structurele kapitaallasten worden meegenomen als autonome ontwikkelingen in de begroting 2015.
FINANCIËLE ASPECTEN
Er is een overschrijding ontstaan op het totaal van €129.800,- voor de kredieten Klimaatluchtcirculatie 2012 en Vervanging Dak 2012. Dekking: -Inleveren van het krediet C.V. afsluitingen voor een bedrag van €10.565. Tijdens de verduurzaming Twentebad is een nieuwe CV verdeler geplaatst en dit krediet is dan niet meer nodig. -De kosten n.a.v. het achterstallig onderhoud voor een bedrag van € 36.100 te dekken uit de voorziening Sport. Omdat het onderhoudskosten betreft die het gevolg zijn van de schades aan het pand door vocht, zijn ze daarmee passend bij het doel van deze voorziening. -De structurele kapitaallasten ad. € 8.280 van het overige deel van de overschrijding van € 83.125 incidenteel oplossen in 2014 en meenemen als autonome ontwikkelingen in de begroting 2015. BIJLAGE(N)
Mutatieformulier wijziging begroting “Dekking overschr. Kred. Klimaatluchtcirculatie + dak TB” Mutatieformulier wijziging begroting “Dekking onvoorzien onderh. tlv voorz sport”
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN HENGELO,
De secretaris
De burgemeester
MUTATIEFORMULIER WIJZIGING BEGROTING
Nummer begrotingswijziging: 2013 260 (wordt centraal bij FBV in regiter vastgelegd)
Sector: Afd.:
SB TB
Besluit sector: nvt Besluit b&w: TYPE:
IB
Besluit raad:
LEDGER:
BA
DIV-nr.: Batchnr.:
Boekingsdatum: Toel.:
Dekking onvoorzien onderh. tlv voorz sport
1003924
(evt. korte nadere toelichting op omschrijving)
Hoofdfunctie
Product
5 5
530.3 530.3
Grootboekrekening
6530301.460052.5228 6530301.434351.BYZ
(BE+HR+SUB)
Bedrag
Beschrijving
(incl. nr. begr.wijz.)
-36.000 Klimaatluchtcirculatie + dak 36.000 Klimaatluchtcirculatie + dak
Akkoord 2e consulent: Datum: Paraaf:
MUTATIEFORMULIER WIJZIGING BEGROTING
Nummer begrotingswijziging: 2013 170 (wordt centraal bij FBV in regiter vastgelegd)
Sector: Afd.:
SB TB
Besluit sector: nvt Besluit b&w: TYPE:
IB
Besluit raad:
LEDGER: Dekking overschr. Kred. Klimaatluchtcirculatie + dak TB
JA
DIV-nr.: Batchnr.:
Boekingsdatum: Toel.:
1003924
(evt. korte nadere toelichting op omschrijving)
Hoofdfunctie
Product
5 5 5
530.3 530.3 530.3
Grootboekrekening
7530006.433300 7530072.433300 7530075.433300 7999999.862101
(BE+HR+SUB)
Bedrag
Beschrijving
(incl. nr. begr.wijz.)
-10.565 Tbv dekking Klimaatluchtcirculatie + dak 38.550 55.140 -83.125
Akkoord 2e consulent: Datum: Paraaf:
RAADSBESLUIT ZAAKNUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
1007562
Hidders, Marieke
SAM-MO
Erik Lievers
ONDERWERP
Programma en overzicht onderwijshuisvesting 2014
DE RAAD VAN DE GEMEENTE HENGELO BESLUIT:
1. Het programma voorzieningen onderwijshuisvesting 2014 vast te stellen. 2. Het overzicht voorzieningen, met daarin opgenomen de voorzieningen in de onderwijshuisvesting die NIET voor bekostiging in aanmerking komen, onderwijs 2014 vast te stellen. 3. Het bedrag dat op het programma 2014 voor onderhoud is opgenomen vast te stellen op € 1.115.168,en het bedrag voor investeringen vast te stellen op € 150.000,-. 4. Voor het onderhoud zoals opgenomen in het programma 2014 een bedrag ter hoogte van € 1.115.168,en voor de investeringen een krediet ter hoogte van € 150.000,- ter beschikking te stellen. 5. De lasten ad € 1.115.168,- voor het onderhoud die voortvloeien uit het programma 2014 te dekken door een bijdrage uit de reserve onderwijshuisvesting. De kapitaalslasten die voorvloeien uit de investeringen te dekken uit de reserve onderwijshuisvesting.1. Voor het onderhoud zoals opgenomen in het programma 2014 een bedrag ter hoogte van € 1.115.168,- en voor investeringen, zoals opgenomen in het programma 2014 een krediet ter hoogte van € 150.000,- ter beschikking te stellen. 6. De lasten ad € 1.115.168,- voor het onderhoud die voortvloeien uit het programma 2014 te dekken door een bijdrage uit de reserve onderwijshuisvesting en de kapitaalslasten die voortvloeien uit de investeringen te dekken uit de reserve onderwijshuisvesting.
PUBLIEKSVRIENDELIJKE SAMENVATTING
De schoolbesturen kunnen jaarlijks aanvragen indienen om voorzieningen in het kader van de onderwijshuisvesting te realiseren. De aanvragen zijn verdeeld in de volgende categorieën: capaciteit, onderhoud, aanpassingen in het kader van wet- en regelgeving en aanpassingen als gevolg van onderwijskundige vernieuwingen. De aanvragen worden getoetst en met de individuele schoolbesturen besproken. In het overleg met de gezamenlijke schoolbesturen (OOGO) van 12 september jl. is het concept programma en overzicht vastgesteld. De gehonoreerde voorzieningen zijn bedoeld om een adequate huisvesting van de scholen te waarborgen, conform de wettelijke verantwoordelijkheid van de gemeenten. DE GEMEENTERAAD VAN HENGELO,
De griffier
DATUM
De voorzitter
RAADSADVIES ZAAKNUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
1007562
Hidders, Marieke
SAM-MO
Erik Lievers
ONDERWERP
Programma en overzicht onderwijshuisvesting 2014
PROGRAMMA/FACET-AGENDA
Niet van toepassing
AANLEIDING, DOEL EN WAT GING ER AAN VOORAF
Op grond van de wettelijke bepalingen uit de “Wet op het Primair Onderwijs (WPO), de Wet op het Voortgezet Onderwijs (WVO) en de Wet op de Expertisecentra (WEC) dient de gemeente jaarlijks een programma (toegekende voorzieningen), het bedrag en het overzicht (afgewezen voorzieningen) vast te stellen.
INHOUD VAN HET VOORSTEL
De schoolbesturen kunnen jaarlijks aanvragen indienen om voorzieningen in het kader van de onderwijshuisvesting te realiseren. De aanvragen worden verdeeld in de volgende categorieën: capaciteit, onderhoud, aanpassingen in het kader van wet- en regelgeving en aanpassingen als gevolg van onderwijskundige vernieuwingen. De aanvragen die voor 2014 zijn ingediend, zijn beoordeeld op procedurele, wettelijke aspecten. De aanvragen en de beoordeling daarvan zijn met de desbetreffende schoolbesturen besproken. Hierna is een concept programma en overzicht opgesteld. Dit concept is in het Op Overeenstemming Gericht Overleg (OOGO) van 12 september jl. besproken. In het OOGO is conform de geldende wet- en regelgeving overeenstemming bereikt. Momenteel is een wetsvoorstel in behandeling, met als doel om per 1 januari 2015 de verantwoordelijkheid voor het buitenonderhoud in het primair onderwijs over te hevelen van de gemeenten naar de schoolbesturen. In het voorgezet onderwijs is dat al het geval. Dit heeft geen gevolgen voor het vast te stellen programma voor het jaar 2014. Door de wetswijziging worden de schoolbesturen volledig verantwoordelijk voor de staat van onderhoud van het schoolgebouw. Dit kan gevolgen hebben voor de wijze van overdracht van het schoolgebouw aan de gemeente, indien het schoolbestuur besluit het gebouw te verlaten. In het OOGO is afgesproken dat er een werkgroep wordt geformeerd die zal nagaan hoe voorkomen kan worden dat het schoolgebouw in slechte staat wordt overgedragen aan de gemeente. Dit kan bijvoorbeeld door afspraken te maken met schoolbesturen onder welke voorwaarden de overdracht van het gebouw moet plaatsvinden. De afspraken hieromtrent worden nog nader uitgewerkt.
BESPREEK- EN BESLISPUNTEN
1. Het programma voorzieningen onderwijshuisvesting 2014 vast te stellen. 2. 2. Het overzicht voorzieningen, met daarin opgenomen de voorzieningen in de onderwijshuisvesting die NIET voor bekostiging in aanmerking komen, onderwijs 2014 vast te stellen. 3. 3. Het bedrag dat op het programma 2014 voor onderhoud is opgenomen vast te stellen op € 1.115.168,- en het bedrag voor investeringen vast te stellen op € 150.000,-. 4. Voor het onderhoud zoals opgenomen in het programma 2014 een bedrag ter hoogte van € 1.115.168,- en voor de investeringen een krediet ter hoogte van € 150.000,- ter beschikking te stellen. 5. De lasten ad € 1.115.168,- voor het onderhoud die voortvloeien uit het programma 2014 te
dekken door een bijdrage uit de reserve onderwijshuisvesting. De kapitaalslasten die voorvloeien uit de investeringen te dekken uit de reserve onderwijshuisvesting. Voor het onderhoud zoals opgenomen in het programma 2014 een bedrag ter hoogte van € 1.115.168,- en voor de investeringen, zoals opgenomen in het programma 2014 een krediet ter hoogte van € 150.000,ter beschikking te stellen. 6. De lasten ad € 1.115.168,- voor het onderhoud die voortvloeien uit het programma 2014 te dekken door een bijdrage uit de reserve onderwijshuisvesting en de kapitaalslasten die voortvloeien uit de investeringen te dekken uit de reserve onderwijshuisvesting.
FINANCIËLE ASPECTEN
Voor het onderhoud zoals opgenomen in het programma 2014 een bedrag van € 1.115.168,00 en voor de investeringen, zoals opgenomen in het programma 2014 een krediet ter hoogte van € 150.000,00 ter beschikking stellen. De lasten ad € 1.115.168,00 voor het onderhoud die voortvloeien uit het programma 2014 te dekken door een bijdrage uit de reserve onderwijshuisvesting. De kapitaallasten die voortvloeien uit de investeringen te dekken uit de reserve onderwijshuisvesting.
BIJLAGE(N)
1. 2.
Programma en overzicht voorzieningen onderwijshuisvesting 2014 Begrotingswijziging 2014 JA en BA
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN HENGELO,
De secretaris
De burgemeester
Overzicht 2014
Prioriteit 1 (voorzieningen om capaciteitstekorten op te heffen) Nr. School
Voorziening
Reg.Nr.
1
De Bleek, Kerkpad 9
Bouw nieuwe school
502238
2
Titus Brandsmaschool, locatie Semmelweisstraat
Nieuwbouw school 2014
502209
3
Paus Johannesschool, Achillesstraat
Nieuwbouw school 2014
502237
4
t Eimink, J. Buziaustraat 14
Uitbreiding school met 4 lokalen en toiletgroep
502244
5
De Beyaert, locatie Elsbeekweg
Uitbreiding/samenvoeging locaties SBO (Bataafse Kamp)
502195
6
St. Janschool, Oude Postweg 55
Uitvoering 17e klaslokaal op zolder
502216
7
Titus Brandsmaschool, locatie Drienerstraat 51
Uitbreiding met 4 lokalen
502204
8
VSO Onder de Kap en Mozaïek en SO Onder de Kap
Uitbreiding/herhuisvesting
502341
Prioriteit 2 (voorzieningen noodzakelijk om een adequaat onderhoudsniveau te handhaven) Sub A Nr. School
Voorziening
Reg.Nr.
9
St. Janschool, Oude Postweg 55
Uitsorteren dakpannen en nokvorsten leggen
502218
10
De Beyaert, locatie Elsbeekweg
Riolering toiletgroepen vernieuwen incl. ontstoppen
502193
11
De Bleek, Kerkpad 9
Aanbrengen ventilatie noodlokaal
502239
12
De Telgenkamp, Luxemburgstraat 100
Glazen bouwstenen gedeeltelijk vervangen
502255
13
Don Boscoschool, locatie Laurastraat 3
Tuinmuur herstellen, voegwerk e.d.
502257
Programma 2014 Prioriteit 1 (voorzieningen om capaciteitstekorten op te heffen) Sub A Nr. School
Voorziening
Bedrag
Reg.Nr.
13.750
502216
1
St. Janschool, Oude Postweg 55
Uitvoering 17e klaslokaal op zolder
2
1 lokaal medegebruik Esrein
1 lokaal
4.707
3
medegebruik Plechelmus
2 lokalen
9.414
VSO Mozaiek, Sportlaan Driene 8-10
totale huur inclusief extra ruimte per 1-8-2013
3a
58.190
502341
Sub C 4
S.g. De Grundel, Grundellaan 36
Huur sportterrein v.o. 30 klokuren
5.004
502347
5
S.g. Twickel, Woolderesweg 130
Huur sportterrein v.o. 30 klokuren
5.004
502348
Subtotaal prioriteit 1
96.069
Prioriteit 2 (voorzieningen noodzakelijk om een adequaat onderhoudsniveau te handhaven) Sub A Nr. School
Voorziening
Bedrag
Reg.Nr.
6
Don Boscoschool, locatie Laurastraat 3
Lood vervangen schoorsteen
2.650
502227
7
De Schothorst, Klaas de Rookstraat 53
Dakranden en trimmen opnieuw aanbrengen
5.250
502242
8
KBO Hengelo Zuid, Kerkstraat 116
Vervangen lichtkoepels
2.800
502236
9
KBO Hengelo Zuid, Kerkstraat 116
CV-leiding verloop aanpassen
3.250
502234
10
St. Janschool, Oude Postweg 55
Herstellen cq vervangen voetlatten
15.250
502215
11
Plechelmusschool, locatie Wilbertstraat 15c
Goot kapel vernieuwen
2.650
502221
12
De Hunenborg, Harmsveldweg 4
Noodoverstorten platte daken vervangen
2.150
502223
13
De Hunenborg, Harmsveldweg 4
Dakbedekking buitenberging vernieuwen
2.850
502225
14
De Borgh, C. Voorberghstraat 103
CV-leidingen vervangen en isoleren
8.750
502246
15
De Schothorst, Klaas de Rookstraat 53
Buitenkozijnen vervangen
78.500
502241
16
De Beyaert, locatie Elsbeekweg
Dakranden herstellen hg-lg dak incl. dakbedekking lg dak
13.250
502190
17
St. Janschool, Oude Postweg 55
Vervangen loodwerken schoorsteen
2.850
502212
18
St. Janschool, Oude Postweg 55
Vervangen loden loketten
3.250
502211
19
De Borgh, C. Voorberghstraat 103
Voegwerk modulsteen opnieuw aanbrengen
2.250
502248
20
t Iemenschoer, Ruysdaelstraat 49
Vervangen aluminium buitenramen/advies Thero
37.768
502342
21
s.o. De Zevensprong, Coornhertstraat 3
Vervangen lichtkoepels
18.204
502338
22
De Wingerd , Beckumerstraat
Vervanging van een deel van de dakbedekking
22.001
498750
23
Dr. Kuyperschool, Kuyperplein
Vervanging van een deel van de dakbedekking
28.142
498752
24
Anninkschool, Bergweg 34
Vervangen dakbedekking
88.512
503281
25
Daltonschool Hengelo Zuid, loc. Vöckerschool
Vervangen dak van de oudbouw hoge gedeelte
62.073
503279
26
t Schöppert, Klaas de Rookstraat 57
Vervangen dakbedekking/herstel foutieve aansluiting
131.043
503282
27
Titus Brandsmaschool, loc. Drienerstraat 51
Uitvalschermen (rood) vervangen
6.800
502202
28
KBO Hengelo Zuid, Kerkstraat 116
Uitvalschermen vervangen
17.500
502230
32
De Telgenkamp, Luxemburgstraat 100
Dakbedekking vervangen incl. opstand nr. 100
14.000
502250
55
De Bron, H. Woodstraat
Vervanging van een deel van de dakbedekking
188.665
498751
Sub C 29
Gymzaal Cruys Voorberghstraat
Vervanging dakbedekking
30.250
505250
30
Gymzaal Cruys Voorberghstraat
Vervanging wanden/binnenkozijnen
58.080
505249
Sub D 31
Dr. Kuyperschool, Kuyperplein
lekkage kelderruimte (spoedaanvraag)
1.000
1002847
32
De Wingerd, Beckumerstraat
lekkage kelderruimte (spoedaanvraag)
1.000
1002846
14.500
502232
6.850
502192
22.500
502191
Sub E 33
KBO Hengelo Zuid, locatie Kerkstraat 116
Aanpassen bestrating voorzijde
34
De Beyaert, locatie Elsbeekweg
Hekwerk voorzijde vernieuwen incl. poort
35
De Beyaert, locatie Elsbeekweg
Aanpassing bestrating voorzijde
36
De Telgenkamp, Luxemburgstraat 100
Hekwerken plaatsen met poorten
3.250
502253
37
Don Boscoschool, locatie Laurastraat 3
Tuinmuur herstellen, voegwerk e.d.
2.500
502257
38
Titus Brandsmaschool, loc. PC. Hooftlaan 2
Bestrating ter plaatse van de fietsenstalling
4.250
502205
39
Dr. Kuyperschool, Kuyperplein
herbestraten schoolplein
44.301
498754
Subtotaal prioriteit 2
948.888
Prioriteit 4 (voorzieningen wenselijk als gevolg van onderwijskundige vernieuwingen en/of - bouwkundige aanpassing) Nr. School
Voorziening
40
Plechelmusschool, locatie Wilbertstraat 15c
Herinrichting schoolplein
41
Plechelmusschool, locatie Wilbertstraat 15c
Uitbreiding schoolplein
Subtotaal prioriteit 4
Bedrag
Reg.Nr.
4.500
502220
12.500
502219
17.000
Overige verplichtingen Nr. School
Voorziening
Bedrag
42
allen
onderwijsleerpakket en meubilair 2014
150.000
43
allen
prognosekosten
44
allen
diverse spoedaanvragen
Subtotaal overige verplichtingen
Totaal programma 2014
20.000 100.000 270.000,00
1.331.956,85
Reg.Nr.
MUTATIEFORMULIER WIJZIGING BEGROTING
Nummer begrotingswijziging:
2014143
(wordt centraal bij FBV in regiter vastgelegd)
Sector: Afd.: Boekingsdatum: Toel.:
SAM MO 1-3-2014 Programma onderwijshuisvesting 2014
TYPE:
IB
LEDGER:
JA
Besluit sector: Besluit b&w: Besluit raad: DIV-nr.: Batchnr.:
1007344
(evt. korte nadere toelichting op omschrijving)
Hoofdfunctie
Product
Grootboekrekening (BE+HR+SUB) 7423051.433300.2014 7999999.862101
Bedrag Beschrijving (incl. nr. begr.wijz.) 150.000 OLP en meubilair 2014 -150.000 Investeringen 2014
Akkoord 2e consulent: Datum: Paraaf:
\\henfil01\usr01$\hgl02971\mijn-documenten\2014143 Onderwijshuisvesting 2014 JA.xls
MUTATIEFORMULIER WIJZIGING BEGROTING
Nummer begrotingswijziging:
2014144
(wordt centraal bij FBV in regiter vastgelegd)
Sector: Afd.: Boekingsdatum: Toel.:
SAM MO
IB
31-3-2014 Onderwijshuisvesting 2014
LEDGER:
Besluit sector: Besluit b&w: (SB struct wijz IB incident wijz) Besluit raad:
BA
DIV-nr.: Batchnr.:
(evt. korte nadere toelichting op omschrijving)
Hoofdfunctie
Product
Grootboekrekening
(BE+H
6423201.434359.14-01 6423201.434342.MEDEGEBR 6423201.434342.MEDEGEBR 6433201.434342.SSTS 6443201.434342.TER 6443201.434342.TER 6423201.434359.14-06 6423201.434359.14-07 6423201.434359.14-08 6423201.434359.14-09 6423201.434359.14-10 6423201.434359.14-11 6423201.434359.14-12 6423201.434359.14-13 6423201.434359.14-14 6423201.434359.14-15 6433201.434359.14-16 6423201.434359.14-17 6423201.434359.14-18 6423201.434359.14-19 6433201.434359.14-20 6433201.434359.14-21 6423201.434359.14-22 6423201.434359.14-23 6421260.434359.14-24 6421260.434359.14-25
Bedrag 13.750,00 4.707,00 9.414,00 1.090,00 159,00 159,00 2.650,00 5.250,00 2.800,00 3.250,00 15.250,00 2.650,00 2.150,00 2.850,00 8.750,00 78.500,00 13.250,00 2.850,00 3.250,00 2.250,00 37.768,00 18.204,00 22.001,00 28.142,00 88.512,00 62.073,00
\\henfil01\usr01$\hgl02971\mijn-documenten\2014144 Onderwijshuisvesting 2014 BA.xls
Beschrijving St. Janschool, Oude Postweg 55 Uitvoering 17e klaslokaal op zolder 1 lokaal medegebruik Esrein 1 lokaal medegebruik Plechelmus 2 lokalen VSO Mozaiek, Sportlaan 8-10 totale huur incl. extra ruimte per 01-08-2013 S.g. De Grundel, Grundellaan 36 Huur sportterrein v.o. 30 klokuren S.g. Twickel, Woolderesweg 130 Huur sportterrein v.o. 30 klokuren Don Boscoschool, locatie Laurastraat 3 Lood vervangen schoorsteen De Schothorst, Klaas de Rookstraat 53 Dakranden en trimmen opnieuw aanbrengen KBO Hengelo Zuid, Kerkstraat 116 Vervangen lichtkoepels KBO Hengelo Zuid, Kerkstraat 116 CV-leiding verloop aanpassen St. Janschool, Oude Postweg 55 Herstellen cq vervangen voetlatten Plechelmusschool, locatie Wilbertstraat 15c Goot kapel vernieuwen De Hunenborg, Harmsveldweg 4 Noodoverstorten platte daken vervangen De Hunenborg, Harmsveldweg 4 Dakbedekking buitenberging vernieuwen De Borgh, C. Voorberghstraat 103 CV-leidingen vervangen en isoleren De Schothorst, Klaas de Rookstraat 53 Buitenkozijnen vervangen De Beyaert, locatie Elsbeekweg Dakranden herstellen hg-lg dak incl. dakbedek St. Janschool, Oude Postweg 55 Vervangen loodwerken schoorsteen St. Janschool, Oude Postweg 55 Vervangen loden loketten De Borgh, C. Voorberghstraat 103 Voegwerk modulsteen opnieuw aanbrengen t Iemenschoer, Ruysdaelstraat 49 Vervangen aluminium buitenramen/advies Thero s.o. De Zevensprong, Coornhertstraat 3 Vervangen lichtkoepels De Wingerd , Beckumerstraat Vervanging van een deel van de dakbedekking Dr. Kuyperschool, Kuyperplein Vervanging van een deel van de dakbedekking Anninkschool, Bergweg 34 Vervangen dakbedekking Daltonschool Hengelo Zuid, loc. VöckerschooVervangen dak van de oudbouw hoge gedeelte
6421266.434359.14-26 6423201.434359.14-27 6423201.434359.14-28 6423201.434359.14-54 6423201.434359.14-55 6480401.434359.14-29 6480401.434359.14-30 6423201.434359.14-31 6423201.434359.14-32 6423201.434359.14-33 6433201.434359.14-34 6433201.434359.14-35 6423201.434359.14-36 6423201.434359.14-37 6423201.434359.14-38 6423201.434359.14-39 6423201.434359.14-40 6423201.434359.14-41 6423201.434359.14-43 6423201.434359.14-44 6980100.860013.1367
131.043,00 6.800,00 17.500,00 14.000,00 188.665,00 30.250,00 58.080,00 1.000,00 1.000,00 14.500,00 6.850,00 22.500,00 3.250,00 2.500,00 4.250,00 44.301,00 4.500,00 12.500,00 20.000,00 100.000,00 1.115.168,00
t Schöppert, Klaas de Rookstraat 57 Titus Brandsmaschool, loc. Drienerstraat 51 KBO Hengelo Zuid, Kerkstraat 116 De Telgenkamp, Luxemburgstraat 100 De Bron, H. Woodstraat Gymzaal Cruys Voorberghstraat Gymzaal Cruys Voorberghstraat Dr. Kuyperschool, Kuyperplein De Wingerd, Beckumerstraat KBO Hengelo Zuid, locatie Kerkstraat 116 De Beyaert, locatie Elsbeekweg De Beyaert, locatie Elsbeekweg De Telgenkamp, Luxemburgstraat 100 Don Boscoschool, locatie Laurastraat 3 Titus Brandsmaschool, loc. PC. Hooftlaan 2 Dr. Kuyperschool, Kuyperplein Plechelmusschool, locatie Wilbertstraat 15c Plechelmusschool, locatie Wilbertstraat 15c allen allen Reserve onderwijshuisvesting
Vervangen dakbedekking/herstel foutieve aansl Uitvalschermen (rood) vervangen Uitvalschermen vervangen Dakbedekking vervangen incl. opstand nr. 100 Vervanging van een deel van de dakbedekking Vervanging dakbedekking Vervanging wanden/binnenkozijnen lekkage kelderruimte (spoedaanvraag) lekkage kelderruimte (spoedaanvraag) Aanpassen bestrating voorzijde Hekwerk voorzijde vernieuwen incl. poort Aanpassing bestrating voorzijde Hekwerken plaatsen met poorten Tuinmuur herstellen, voegwerk e.d. Bestrating ter plaatse van de fietsenstalling herbestraten schoolplein Herinrichting schoolplein Uitbreiding schoolplein prognosekosten diverse spoedaanvragen
Akkoord 2e consulent: Datum:
\\henfil01\usr01$\hgl02971\mijn-documenten\2014144 Onderwijshuisvesting 2014 BA.xls
RAADSBESLUIT ZAAKNUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
1006536
Jong, Liesbeth de
SAM-MO
Erik Lievers
ONDERWERP
Statuten en convenant Stichting OSG Hengelo
DE RAAD VAN DE GEMEENTE HENGELO BESLUIT:
1. In te stemmen met de statuten OSG Hengelo. 2. In te stemmen met het bestuurlijk convenant OSG Hengelo.
DE GEMEENTERAAD VAN HENGELO,
De griffier
DATUM
De voorzitter
SAMENVATTING RAADSVOORSTEL ZAAKNUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
1006536
Jong, Liesbeth de
SAM-MO
Erik Lievers
ONDERWERP
AGENDANUMMER
Statuten en convenant Stichting OSG Hengelo
SAMENVATTING
De Wet voortgezet onderwijs 2010 vraagt van gemeenten die een stichting voor openbaar onderwijs in hun gemeente hebben en een Raad van Toezicht model kennen, de noodzakelijke stappen te zetten om de governance te regelen. De gemeenten kunnen kiezen uit 2 modellen: a. Voortborduren op het Raad van Toezicht model b. Het Raad van Toezicht model verlaten en terugkeren naar integraal bestuur Toen de gemeenteraad het besluit heeft genomen om de Stichting OSG Hengelo te verzelfstandigen en een raad van Toezicht te benoemen is het model van integraal bestuur al verlaten. De Wet voortgezet onderwijs 2010 geeft aan dat in een dergelijke situatie er dan opnieuw stappen gezet moeten worden om de verzelfstandiging verder vorm te geven. De gemeenteraad heeft in de vergadering van juli jl. inmiddels een nieuwe Raad van Toezicht benoemd. Nu is aan de orde dat de verantwoordelijkheden van deze nieuwe Raad van Toezicht in relatie tot het bestuur van de Stichting en in relatie tot de gemeenteraad in de statuten wordt geregeld. Daarnaast is een convenant opgesteld dat ook goedkeuring vraagt van de gemeenteraad. De meest essentiële wijzigingen ten opzichte van de oude statuten zijn: Het goedkeuringsrecht op de jaarstukken en het werkgeverschap naar het bestuur Hoe het gemeentebestuur en de stichting met elkaar omgaan, aanvullend aan de statuten is geregeld in het bestuurlijk convenant OSG Hengelo. Door het convenant krijgt de gemeente instrumenten richting de OSG die ervoor zorgen dat de relatie tussen de gemeenteraad en het openbaar voortgezet onderwijs niet minder wordt, integendeel.
RAADSVOORSTEL ZAAKNUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
1006536
Jong, Liesbeth de
SAM-MO
Erik Lievers
ONDERWERP
Statuten en convenant Stichting OSG Hengelo goedkeuren
PROGRAMMA/FACET-AGENDA
01 - Werk verbindt
AANLEIDING, DOEL EN WAT GING ER AAN VOORAF
Gezien de wet op het voortgezet onderwijs 2010 dienen de statuten voor het openbaar voortgezet onderwijs aangepast te worden. Gelet op de Wet op het voortgezet onderwijs is het aan de gemeenteraad om de gewijzigde statuten goed te keuren. De Raad van Toezicht van de OSG Hengelo heeft de statuten vastgesteld (zie bijlage) en deze toegestuurd aan de gemeente Hengelo.
INHOUD VAN HET VOORSTEL
De Wet voortgezet onderwijs 2010 vraagt van gemeenten die een stichting voor openbaar onderwijs in hun gemeente hebben en een Raad van Toezicht model kennen, de noodzakelijke stappen te zetten om de governance te regelen. De gemeenten kunnen kiezen uit 2 modellen: a. Voortborduren op het Raad van Toezicht model b. Het Raad van Toezicht model verlaten en terugkeren naar integraal bestuur Toen de gemeenteraad het besluit heeft genomen voor de verzelfstandiging van de Stichting OSG Hengelo is de keuze gemaakt voor een stichtingsbestuur met een Raad van Toezicht. De gemeenteraad heeft in de vergadering van juli jl. inmiddels een nieuwe Raad van Toezicht benoemd. Nu is aan de orde dat de verantwoordelijkheden van deze nieuwe Raad van Toezicht in relatie tot het bestuur van de Stichting en in relatie tot de gemeenteraad in de statuten wordt geregeld. Daarnaast is een convenant opgesteld dat ook goedkeuring vraagt van de gemeenteraad. De meest essentiële wijzigingen t.v. de oude statuten zijn: a. Het goedkeuringsrecht op de jaarstukken. Lag in de oude statuten het goedkeuringsrecht op de begroting en de jaarstukken bij de gemeenteraad, in de nieuwe statuten worden de jaarstukken door de Raad van Toezicht vastgesteld en vervolgens ter informatie toegestuurd aan de gemeenteraad. In de statuten zijn de data opgenomen waarop de jaarstukken worden toegestuurd aan de gemeente (dit conform de data die eerder al in de gemeenteraad zijn vastgesteld voor Primato) en aanvullend zijn in een convenant afspraken gemaakt op dit punt. De wetgever vraagt van de gemeenten wanneer er een Raad van Toezicht model is de statuten op dit punt te wijzigen, om de gemeenteraad wel in positie te houden op het punt van de jaarstukken zijn in een convenant dus aanvullende afspraken gemaakt. De keuze van de wetgever om op deze manier het openbaar voortgezet onderwijs wat meer op afstand te zetten van de gemeenteraad komt voort uit het idee dat de gemeenten steeds meer taken krijgen naar het onderwijs die om een onafhankelijke positie vragen naar zowel openbaar als bijzonder onderwijs. Een concreet voorbeeld is de decentralisatie van de jeugdzorg en het invoeren van passend onderwijs. Een andere wijziging ten opzichte van de oude statuten betreft: b. Het werkgeverschap van de bestuurder (s) Lag in de oude statuten deels het werkgeverschap (ontslaan en benoemen) bij de gemeenteraad, in de nieuwe statuten is het werkgeverschap geheel bij de Raad van Toezicht neergelegd. De nieuwe Raad van Toezicht hecht eraan ook in de situatie waarin de nieuwe statuten in werking zijn getreden het overleg met het College van B&W en met de gemeenteraad goed te regelen. Om dit handen en voeten te geven zijn in het convenant aanvullende afspraken gemaakt. Bijvoorbeeld op het gebied van de kwaliteit van het onderwijs. In de situatie met de oude statuten is regelmatig in de gemeenteraad gesproken over de kwaliteit van het openbaar voortgezet onderwijs mede in relatie tot inspectierapporten. Gelet op de grondwettelijke verantwoordelijkheid van de gemeenteraad om aanvullend op de inspectie van het onderwijs toezicht te houden op de kwaliteit van het onderwijs is in het convenant nu geregeld dat de OSG de raad informeert wanneer een locatie onder verscherpt toezicht van de inspectie komt te staan. Dat is een verbetering t.o.v. de oude situatie, er ligt op dit punt nu een concrete afspraak. Daarnaast is de afspraak gemaakt dat wanneer de accountant de jaarrekening niet goed dreigt te keuren er een bericht naar de gemeente gaat. Tevens is dit het geval wanneer de accountant de OSG onder verscherpt financieel toezicht wil plaatsen. Geen afwachtende houding van de OSG dus, maar pro-actief het gemeentebestuur betrekken. Nadere afspraken over overleg gemeentebestuur en de Stichting OSG zijn in het convenant als volgt geregeld: De OSG Hengelo legt 1 keer in de 2 jaar contact met de fracties in de gemeenteraad om hen aanvullend op de jaarstukken te informeren. 2 keer in het jaar overlegt de wethouder onderwijs met het bestuur over de gang van zaken. De gemeente heeft een accountmanager aangewezen, zo is nu duidelijk voor de Stichting OSG hoe het eerste aanspreekpunt bij de gemeente is geregeld. Betreffende het aanleveren van de jaarstukken aan de gemeenteraad is de termijn van het toesturen van de begroting gesteld op: voor 1 oktober van het begrotingsjaar zodat de gemeenteraad op tijd inzage heeft. Voor wat betreft de jaarrekening en het jaarverslag is de afspraak gemaakt dat deze voor 1 juli naar de gemeente worden toegestuurd. 1 juli is ook de datum dat de stukken bij het Ministerie dienen te worden ingediend. BESPREEK- EN BESLISPUNTEN
Aan de raad wordt voorgesteld 1. In te stemmen met de statuten OSG Hengelo. 2. In te stemmen met het bestuurlijk convenant OSG Hengelo.
FINANCIËLE ASPECTEN
N.v.t.
HEEFT DE RAAD NOG MEER INFORMATIE NODIG OM TOT EEN AFGEWOGEN BESLUIT TE KUNNEN KOMEN?
BIJLAGE(N)
1. 2. 3.
Concept Akte van statutenwijziging OSG Hengelo 130913. Bestuurlijk convenant OSG Hengelo concept Uittreksel notulen RvT OSG Hengelo
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN HENGELO,
De secretaris
De burgemeester
ONTVANGEN 2 6 SEP. 2013 Bezoekadres Hazenweg 88 7556 BM Hengelo
5005775
Postadres Postbus 188 7550 AD Hengelo
Aan het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Hengelo Postbus 18 7550 AA HENGELO
Uw kenmerk O n s kenmerk Datum Onderwerp
T 1074] 291 98 60 F 10741 291 72 65 W www.osghengelo.nl E
[email protected]
2013.828.MK.tv 25 september 2013 Conceptstatuten Stichting OSG Hengelo
Geacht College,
Bijgaand gelieve u aan te treffen: Uittreksel uit de notulen van de Raad van Toezicht van de Stichting OSG Hengelo inzake de statutenwijziging Instemmingsbrief inzake de conceptstatuten van de Raad van Toezicht van de Stichting OSG Hengelo Conceptstatuten Stichting OSG Hengelo Wij verzoeken u deze conceptstatuten goed te keuren.
Hoogacht
A.C.F. waarn Sticht
Moesdijk d Algemeen Directeur/Bestuurder 'OSG Hengelo
Bestuursbureau Stichting OSG Hengelo: Bataafs Lyceum, Montessori College Twente, Gilde College en Praktijkonderwijs 't Genseler
Bezoekadres Hazenweg 88 7556 BM Hengelo Postadres Postbus 188 7550 AD Hengelo
Gemeente Hengelo College van Burgemeester en wethouders Postbus 18 7550 AA HENGELO
Ons k e n m e r k Datum Onderwerp
T 10741 291 98 60 F [0741 291 72 65 W www.osghengelo.nl E
[email protected]
2013.823.JM.tv 19 september 2013 Conceptstatuten Stichting OSG Hengelo
Geacht College,
Namens de Raad van Toezicht van de Stichting OSG Hengelo deel ik u mede dat de Raad van Toezicht instemt met de conceptstatuten van de Stichting OSG Hengelo.
Hoojöachtend,
7 K. Mengerink-Hogevonder / Vo DIUfitter Raad van Toezicht St Chi:ing OSG Hengelo
J
Bestuursbureau Stichting OSG Hengelo: Bataafs Lyceum, Montessori College Twente, Gilde College en Praktijkonderwijs t Genseier
Bezoekadres Hazenweg 88 7556 BM Hengelo
UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE RAAD VAN TOEZICHT VAN STICHTING OSG HENGELO
Postadres Postbus 188 7550 AD Hengelo
Uittreksel uit de notulen van de in overeenstemming met de statuten opgeroepen vergadering van de raad van toeziclit van de stichting: Stichting OSG Hengelo, statutair gevestigd te gemeente Hengelo, met adres: 7556 BM Hengelo, Hazenweg 88, ingeschreven in het handelsregister van de Kamers van Koophandel onder dossiernummer 08177914, hierna te noemen: de "Stichting".
T 1074] 291 98 60 F 1074) 291 72 65 www.osghengelo.nl F cedi®osghengeio.nl
Gehouden te Hengelo op w/oensdag 11 september 2013. naam J.G. IVlengerink-Hogevonder N. Lindenberg F.H. Frantzen H.F. Kruize E.M. Leunissen-Bosch
aanwezig JA JA JA JA JA
afwezig
volmacht (ja/nee) Ja Ja Ja Ja Ja
Als voorzitter van de vergadering treedt op: mevrouw J.G. Mengerink-Hogevonder De voorzitter opent de vergadering en verzoekt de mevrouw P.M. Konter-Gerritsen, te fungeren als notulist. [
eerste deel van de vergadering
]
Statutenwijziging Stichting
ÖD Ö
X O LO
O ÖD
I OO
De heer M. Nolen van Van Doorne N.V. is verzocht de concept akte van statutenwijziging van de Stichting toe te lichten. Nadat de heer M. Nolen een toelichting heeft gegeven stelt de voorzitter voor dat de raad van toezicht van de Stichting: besluit tot het verlenen van goedkeuring als bedoeld in artikel 13 van de statuten van de Stichting tot het wijzigen van de statuten, zulks overeenkomstig de conceptakte van statutenwijziging als opgesteld door Van Doorne N.V. De voorzitter stelt aan de orde het voorstel met onmiddellijke ingang te aanvaarden. De voorzitter constateert dat dit voorstel door alle aanwezige leden van de raad van toezicht wordt aangenomen. [
vervolg van de vergadering
]
Sluiting van de vergadering. Aldus vastgesteld en ondertekend door de voorzitter en notulist van de vergadering te Hengelo op woensdag 11 september 2013.
J.G. Nlengerink-Hogevonder Voorzittèr Raad van Toezicht
P.M. Konter-Gerritsen Notulist vergadering
130911 Uittreksel uit de notulen van de vergadering van de RvT van Stichting OSG Hengelo Bestuursbureau Stichting OSG Hengelo: Bataafs Lyceum, Montessori College Twente, Gilde College en PraktijkondenNijs t Genseler
rt
I C/a
PQ
SL/MN/fvh/60011900 Definitief concept de dato 13 september 2013 VAN DOORNE N.V.
AKTE VAN STATUTENWIJZIGING STICHTING OSG HENGELO - concept -
l-
Heden, *** tweeduizend dertien verschijnt voor mij, mr. Saskia'Laseur::Eelman',=«inotaris te Amsterdam: * [bestuurder(s) van de rechtspersoon OF een medewerker van Van^Doorne N.V.]. De verschenen persoon verklaart dat: ^ * het bestuur van de stichting: Stichting OSG .«Hengelo, statutair gevestigd te gemeente Hengelo (Overijssel), met-adres 7556 BM;!Hengelo,i(©verijssel), Hazenweg 88, ingeschreven in het handelsregister van de Kamerssvan Koophandel onder dossiernummer: 08177914 (hierna Üë|.noemen:'i'de. "stichting") op *** tweeduizend dertien met inachtneming van «statutaire .^voorschriften heeft besloten de statuten van de stichting algeheel teKwijzigenT^alsmeäe^drh.^äe?^^^^ persoon te machtigen deze akte te doen passerenf!Wan!?iwelke besluiten blijkt uit de notulen van de betreffende vergadenng, waarvan eeliiiiittreksel aan deze akte zal worden gehecht (Billige) ~
\'-:f--
de raad van toezicht van deïstichtingïop *** tweeduizend dertien het voormelde besluit tot statutenwijziging heeft goedgekeurd, van welke goedkeuring blijkt uit de notulen vansde betreffendesvergadenng, waarvan een uittreksel aan deze akte zal worden gehecht (Biilage); ,-. de gemeenteraadivan de gemeente Hengelo (Overijssel) op *** tweeduizend dertien het voormelde,..besluit statutenwijziging heeft goedgekeurd, van welke goedkeuring blijkt Uit de notulen van de betreffende vergadering waarvan een uittreksel aan deze akte zal worden gehecht (Biilaqel: de statuten van de stichting laatstelijk zijn vastgesteld bij akte van oprichting op zevenentwintig juni tweeduizend acht, verleden voor een plaatsvervanger van mr. Paulus Petrus Maria Veldhof, destijds notaris te Hengelo. Ter uitvoering van vermeld besluit tot statutenwijziging verklaart de verschenen persoon, handelend als vermeld, de statuten van de stichting bij deze algeheel te wijzigen en opnieuw vast te stellen als volgt: STATUTEN Begripsbepalingen Artikel 1 1. In deze statuten wordt verstaan onder: a. bestuur: het orgaan dat belast is met het besturen van de stichting/het bestuur CONCEPT 60011900/915149_6 akte statutenwijziging Stichting OSG Hengelo Versie 13 september 2013
van de stichting; b.
bestuursreglement: het reglement van het bestuur. Het bestuursreglement en het managementstatuut kunnen gezamenlijk één document vormen;
c.
bevoegd gezag: de stichting als bedoeld in deze statuten, vertegenwoordigd
d.
dlrecteur(en): de rectoren en (adjunct-)directeuren als bedoeld in artikel 32
door het bes tuur; Wvo,
aan welke
personen
middels
het
managementstatuut
taken
en
bevoegdheden van het bestuur zijn opgedragen; e.
gemeenteraad: de gemeenteraad van de gemeente Hengelo,»^
f.
GMR: gemeenschappelijke medezeggenschapsraad als
g.
,
,\
' f^».";.^
managementstatuut: het managementstatuut alsïbedoeldain artikel 32c:5van de Wet
op
het
voortgezet
ondenwijs.
Het • ^bestuursreglement
eh
het
managementstatuut kunnen gezamenlijk één documentWormen; h.
managementteam: het bestuur en deïdirecteuren'gezamenlijk;
1.
raad van toezicht: het orgaan dat belast;!s met!het integraal toezicht te houden op het beleid van het bestuur^isensop de algemenesgang van zaken in de stichting;
> , de ,<door sde
'
j.
school/scholen:
stichting'jiin
stand
gehouden
openbare
k.
schriftelijk (bencht): elk wia^. gangbare communicatiekanalen overgebracht
school/scholen voor voortgezet onderwijs; bericht, daaronder^, begrepen ^-eeji langs elektronische weg
toegezonden
leesbaar en reproduceerbaar bènchtïsgencht aan of afkomstig van het adres dat voor ditidoel bekendvis genriaakt: I.
stichting:4deze stichting, zijnde Stichting OSG Hengelo, statutair gevestigd te ; gemeentesHengelo, ingeschreven in het handelsregister van de Kamers van MflïKoophandel onder»dossiernummer: 08177914;
m.
Wvo: de Wet op het voortgezet ondenwijs, dan wel een daarvoor in de plaats Sïkomende wettelijke regeling.
2.
Tenzij anders.blijkt;of kennelijk anders is bedoeld, sluit een verwijzing naar een begrip of woord in het'ènkelvoud een verwijzing naar de meervoudsvorm van dit begrip of woord in en omgekeerd.
3.
Tenzij anders blijkt of kennelijk anders is bedoeld, sluit een verwijzing naar het mannelijke geslacht een verwijzing naar het vrouwelijke geslacht in en omgekeerd.
Naam en zetel Artikel 2 1.
De stichting draagt de naam: Stichting OSG Hengelo.
2.
De stichting is gevestigd in de gemeente Hengelo (Overijssel).
Doel Artikel 3 1.
De stichting heeft tot doel het geven van openbaar onderwijs overeenkomstig artikel 42b Wvo, waarbij er naar wordt gestreefd om een breed onderwijsaanbod te bieden. Om haar doel te bereiken houdt de stichting scholen in stand en kan zij gebruik maken
CONCEPT 60011900/915149_6 akte statutenwijziging Stichting OSG Hengelo Versie 13 september 2013
van alle middelen die daaraan dienstbaar zijn. 2.
De stichting beoogt niet het maken van winst.
Karakter openbaar onderwijs Artikel 4 1.
Het openbaar onderwijs draagt overeenkomstig artikel 42 Wvo bij aan de ontwikkeling van de leerlingen met aandacht voor de godsdienstige, levensbeschouwelijke en maatschappelijke waarden zoals die leven in de Nederlandse samenleving en met onderkenning van de betekenis van de verscheidenheid van die waarden.
2.
De stichting oefent alle taken en bevoegdheden van het bevoegd gezag als bedoeld in de onderwijswetgeving uit, tenzij de wet anders bepaalt.
Middelen en beheer
^
Artikels 1.
De
>^
' ^ stichting
hanteert
alle
wettige
middelen
die
kunnen
bijdragen
aan
de
venwezenlijking van de doelstelling, de verwerving van de daartoe benodigde middelen bij overheden, bedrijven, fondsen;4financièle; instellingen en particulieren inbegrepen.
Eventuele
erfstellingen wordenaslechts
onder
het voorrecht
van
boedelbeschrijving aanvaard 2.
Overeenkomstig het bepaalde in artikel 99 lid 1 Wvo besteedt de stichting de aan haar door het Rijk krachtens de onderwijsvvetgeving vei^strekté;bekostiging en door het Rijk betaalde bedragen aan het geven van^:;onderwijs. De bekostiging en de bedragen bedoeld in artikel 99 Wvoswordensniet aangewendavoor contractactiviteiten of andere activiteiten die met passensbij;:het*geven'!van onderwijs. Voor zover sprake is van een verkrijging van andere-middelen dan^hiervoor in dit lid bedoeld, worden die middelen aangewend overeenkomstig.het'<doel waarvoor ze zijn verkregen en met inachtneming van de doelstelling van de stichting:sr
3.
De stichting draagtoovereenkomstig de onderwijswetgeving zorg voor een rechtmatige verwerving en een,sdoelmafige en rechtmatige bestemming en aanwending van de middelen, alsmede een rechtmatig financieel beheer. De stichting neemt daarbij de voor'de-sector geldende en al dan niet in wet- en regelgeving uitgewerkte normen voor financieel,behèér en verslaglegging in acht en onthoudt zich in dat kader van: a.
het beleggen in financiële producten met een hoog risicoprofiel (waaronder begrepen derivaten); en,
b.
het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen voor zover dat niet past binnen de voor het onderwijs geldende regels voor de voorziening in de huisvesting van het ondenwijs.
Organisatie van de stichting Artikel 6 1.
De stichting kent als civielrechtelijke organen: a.
het bestuur dat belast is met het bestuur van de stichting; en,
b.
de raad van toezicht die belast is met de functie intern toezicht als bedoeld in artikel 24e Wvo en als intern toezichthouder toezicht houdt op het functioneren van het bestuur en op de algemene gang van zaken binnen de stichting.
2.
De stichting kent tevens een directie, zijnde het managementteam, aan wie
CONCEPT 60011900/915149_6 akte statutenwijziging Stichting OSG Hengelo Versie 13 september 2013
voorbereidende en uitvoerende taken en bevoegdheden van het bestuur kunnen worden opgedragen, daaronder ook taken en bevoegdheden van de stichting als bevoegd gezag. 3.
Bij de invulling van de scheiding van de in lid 1 beschreven functies, richt het bestuur zich bij de uitvoering van zijn taken en bevoegdheden op draagvlak binnen het managementteam en neemt de raad van toezicht de taken en bevoegdheden en de daaruit voortvloeiende verantwoordelijkheden van het bestuur in acht.
Bestuur; samenstelling en benoeming Artikel 7 1.
De stichting wordt bestuurd door het bestuur bestaande uit minimaal ïeén bestuurder In het geval er één bestuurder in functie is kan deze de;;titel ."directeur/bestuurder" dragen.
2.
^' "
' >
De bestuurders worden benoemd door de raad van toezicht, Bestuurders worden benoemd voor een penode van maximaal vier jaar^én kuniienTworden herbenoemd.
3.
Bij de samenstelling van het bestuur wordt,'«onverminderd het in de volgende leden bepaalde, gelet op de diverse aspecten die de aandacht-van het bestuur vragen. De aandachtspunten deskundigheid
en
met
betrekking tot
achtergrond
worden
dè van
een Ijestuurder
vastgelegd 'in
een
gevraagde
profielschets.
De
profielschets is openbaar De raad van toezicht stelt (gehoord hetibestuur)!:een werving- en selectieprocedure vast, waarvan in iederaigeval de'insdit lidïbedoelde profielschets deel uitmaakt. De werving- en selectieproceduresisionderdeel (of bijlage) van het reglement raad van toezicht 4.
Indien het bestuur uit meerdere;;;bestuurders bestaat benoemt de raad van toezicht één van de bestuurders als voorzitter^van het bestuur. Het bestuurkantnadat de raadivan toezicht een voorstel van het bestuur daartoe heeft goedgekeurd, onderlingsivaststellen welke bestuurder met welke taak meer in het bijzonder
zal zijn
belast.' Een zodanige
taakverdeling
laat
de
gezamenlijke
verantwoordelijkheid van alle bestuurders voor het gehele bestuur onverlet. 5.
De vaststelling svan
de
bezoldiging
en overige
arbeidsvoorwaarden
van
de
bestuurder(s) geschiedt door de raad van toezicht. Bij de vaststelling van de bezoldiging en overige arbeidsvoorwaarden wordt aangesloten bij de voor bestuurders in de onderwijssector geldende (centrale) arbeidsvoorwaarden en de wet- en regelgeving omtrent de beloning van topfunctionarissen in de (semi-)publieke sector. Jaarlijks wordt door de raad van toezicht in de jaarrekening verantwoord welke bedragen op grond van het bepaalde in de vorige volzinnen zijn toegekend aan de bestuurders. 6.
De bestuurders worden periodiek beoordeeld door de raad van toezicht. De wijze waarop
deze
beoordeling
plaatsvindt,
zal
nader
worden
bestuursreglement. 7.
Tot bestuurder kan niet worden benoemd een persoon die:
CONCEPT 60011900/915149_6 akte statutenwijziging Stichting OSG Hengelo Versie 13 september 2013
uitgewerkt
in
het
a.
wegens de vervulling van een bestuurs- of toezichtfunctie bij een andere maatschappelijke organisatie in de regio waarin de stichting actief is met onverenigbare belangen geconfronteerd kan worden;
b.
lid is van de raad van toezicht van de stichting;
c.
mogelijkerwijs strijdige functies en/of hoedanigheden in zich verenigt in verband met zijn persoonlijke positie of activiteiten op andere terreinen, zulks ter beoordeling door de raad van toezicht.
Bestuurders vervullen geen nevenfuncties die conflicterend zijn metihet doel van de stichting. Voor het aanvaarden van een betaalde of onbetaalde.
De raad van toezicht schorst en ontslaal de bestuurders Indien een bestuurder is geschorst, dient de raad .vanstoezicht binnen drie maanden na ingang van de schorsing te besluiten'toLontslagjdan wel totsopheffing of verlenging van de schorsing. Bij gebreke van een besluit als bedoeldiinsde vonge zin, vervalt de schorsing.
^«
*
Een besluit tot verlenging van deischorsing kan slechts eenmaal worden genomen en de schorsing kan daarbijsten hoogste worden^verlengd voor drie maanden, ingaande op de dag waarop de raadsvaniitoezicKtshet besluit tot verlenging heeft genomen. 3.
De bestuurder diejs>geschorst;i.wordt-in;persoon in de gelegenheid gesteld zich in de vergadering vanrde raadsvan toezicht te verantwoorden en zich daarbij door een raadsman te laten bijstaan. Een besluit tot'ontslag wordtsniet genomen dan nadat de bestuurder over wiens ontslag wordt beslotènwoorafide gelegenheid is geboden om te worden gehoord.
4.
Een bestuurder defungeert "voorts: a.
door het verlies van het gehele vrije beheer of de gehele vrije beschikking over zijnsvermogen;
b.
door zijn'vnjwillig aftreden (bedanken);
c.
door het verstrijken van de termijn waarvoor hij is benoemd, behoudens zijn eventuele herbenoeming;
d.
door het niet langer voldoen aan de in de profielschets
opgenomen
kwaliteitseisen; e.
door zijn ontslag door de rechtbank;
f.
doorzijn overlijden.
De wijze waarop wordt vastgesteld of een bestuurder niet langer voldoet aan de in de profielschets opgenomen kwaliteitseisen wordt uitgewerkt in het bestuursreglement. 5.
In geval van (een) vacature(s) in het bestuur wordt door de raad van toezicht zo spoedig mogelijk voorzien. In geval van (een) vacature(s) behoud(t)/en - indien van toepassing- de/het overblijvende bestuurder(s) zijn bevoegdheden. De raad van toezicht dient binnen twee maanden na het ontstaan van een vacature de werving- en
CONCEPT 60011900/915149_6 akte statutenwijziging Stichting OSG Hengelo Versie 13 september 2013
selectieprocedure te zijn gestart of het aantal bestuurders naar beneden te hebben gesteld. 6.
Ingeval van ontstentenis of belet van één of meer bestuurders, berust het bestuur tijdelijk bij de overblijvende bestuurder(s).
7.
Ingeval van ontstentenis of belet van alle bestuurders of de enige bestuurder berust het bestuur tijdelijk bij één of meer door de raad van toezicht - al dan niet uit zijn midden - aan te wijzen persoon/personen, onverminderd de verplichting voor de raad van toezicht zo spoedig mogelijk in het bestuur te voorzien. Wanneerieen lid van de raad van toezicht wordt aangewezen om tijdelijk in het bestuur^itesvoorzien dan is dit mogelijk voor een periode van maximaal vier weken en mag'het betreffende lid voor die periode niet optreden in zijn hoedanigheid als lid van de raad van toezicht. Gaat de raad van toezicht niet binnen drie maanden totieen zodanige aanwijzing over dan geschiedt gelet op het bepaalde in artikel 299 vansBoek 2 van het Burgerlijk Wetboek de benoeming door de rechtbank vanahet'arrondissement waar de stichting statutair is gevestigd op verzoek van de meest geredei^belanghebbende, daaronder begrepen de gemeenteraad, onverminderd dèsmpgelijkheid aan'des-president van die rechtbank om een voorlopige voorzieningitêiverzoekèh.
Bestuur; taken en bevoegdheden Artikels 1.
t^m „
'
Het bestuur is belast met het^besturenv^van de stichting, onder toezicht van de raad van toezicht. Aan het bestuur komen in desstichting alle taken en bevoegdheden toe die niet door de wet of deïstatuten aansandere organen zijn opgedragen, daaronder ook begrepen allestaken en*bevoegdheden die krachtens de Wvo tot het bevoegd gezag behoren
2.
BlJ de vervulling;van zijn taakfncht het bestuur zich naar het belang van de stichting, het belang i Vansde. scholen die door de stichting in stand worden gehouden en het belang van de samenleving
3.
Hetibestuur legt verantwoording af aan de raad van toezicht en verschaft de raad van toezicht tijdig de gegevens die noodzakelijk zijn voor de goede uitoefening van de taak van de'^raad ïVanstoezicht. Het bestuur brengt aan de raad van toezicht periodiek verslag uit. In 'het bestuursreglement wordt de wijze waarop dit dient te geschieden vastgelegd, daaronder ook begrepen de wijze van informatievoorziening aan de raad van toezicht door het managementteam. Het bestuur is gehouden terstond door de raad van toezicht gevraagde inlichtingen en gegevens te verstrekken.
4.
Het bestuur is slechts met voorafgaande goedkeuring van de raad van toezicht bevoegd
te
vervreemding
besluiten
tot
en bezwaring
het aangaan van
van
overeenkomsten
registergoederen, en tot
het
tot
verkrijging,
aangaan
van
overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt (de rechtshandelingen als bedoeld in artikel 2:291 lid 2 Burgerlijk Wetboek). Bij de besluitvorming casu quo de goedkeuring bedoeld in de eerste volzin van dit lid, neemt het bestuur respectievelijk de raad van toezicht de in de onderwijswetgeving terzake opgenomen bepalingen in acht.
CONCEPT 60011900/915149_6 akte statutenwijziging Stichting OSG Hengelo Versie 13 september 2013
Het
ontbreken
van
de
in
dit
lid
bedoelde
goedkeuring
tast
te
van
de
vertegenwoordigingsbevoegdheid van het bestuur aan en op het ontbreken
bedoelde goedkeuring kan door de stichting tegen derden een beroep worden gedaan. 5.
Voorafgaande
goedkeuring van de raad van toezicht is voorts vereist voor
bestuursbesluiten tot: a.
de vaststelling van (meerjaren)beleidsplan en (meerjaren)begroting;
b.
de vaststelling van de in de Wvo bedoelde klachtenregeling,
c.
de vaststelling van het bestuursreglement en het managementstatuut;
d.
het aangaan van (financiële) verplichtingen en het doen?vans-bestedingen en investeringen die niet zijn voorzien in de goedgekeurde begroting en een bedrag van vijftigduizend euro (€ 50.000,00) te boven gaan;*
e.
-•
de vaststelling van de jaarrekening en het jaarverslag, met-dien versta'nde dat deze goedkeuring niet wordt verleend voordat de raad van toezicht kennis heeft genomen van de bevindingen van de.accountanL
f.
het aangaan, wijzigen en verbreken''Wani|samenwerking>--met een andere rechtspersoon
of
organisatie
indien
diesisamenwerking
van
ingrijpende
betekenis is voor de stichting; en/of de metêhaarsjin een groep verbonden rechtspersonen; g.
het verkrijgen, wijzigen of beëindigen van eén deelneming of zeggenschap in een andere rechtspersoon en hetïopnchten van een andere rechtspersoon, alsmede de vaststellingaen^wijziging van diens statuten voor zover het bestuur daartoe is bevoegd,
h.
het
beëindigen 'ivan. desdienstbetrekking
van
een
aanmerkelijk
aantal
werknemers tegelijkertijd of binnen een kort tijdsbestek, dan wel een ingrijpende wijziging in;;de arbeidsomstandigheden of voorwaarden; i.
het aanpassen van de arbeidsvoorwaarden van een aanmerkelijk aantal - werknemers- tegelijkertijd tenzij de verplichting daartoe voortvloeit uit een / Collectieve arbeidsovereenkomst;
j.
het :wijzigen;,van de statuten en het ontbinden van de stichting, waaronder
k.
juridische fusie of juridische splitsing;
I.
het teweegbrengen van een belangrijke wijziging in de organisatie;
m.
het aanvragen van faillissement en surseance van betaling;
n.
onderwerpen waarover een (potentieel) tegenstrijdig belang dan wel een
begrepen de bestemming van het batig saldo;
verstrengeling van belangen bestaat; 0.
bestuursoverdracht of samenvoeging van een school;
p.
sluiting van een vestiging/locatie;
q.
(het doen van een voorstel aan de gemeenteraad tot) opheffing van een school, niet zijnde enkel een nevenvestiging/locatie.
6.
De raad van toezicht kan besluiten dat indien het belang van een rechtshandeling als bedoeld in dit artikel beneden een door de raad van toezicht vast te stellen grens blijft, goedkeuring door de raad van toezicht niet is vereist.
CONCEPT 60011900/915149_6 akte statutenwijziging Stichting OSG Hengelo Versie 13 september 2013
7.
De raad van toezicht is bevoegd ook andere besluiten dan in lid 4 en lid 5 van dit artikel genoemd aan zijn goedkeuring te onderwerpen. Wanneer de raad van toezicht van deze regeling gebruik maakt dient hij dit nader te motiveren en schriftelijk aan het bestuur mee te delen welke besluiten nog meer aan zijn goedkeuring zijn/worden ondenworpen. Dit document zal als bijlage aan het reglement van het bestuur worden gehecht.
Bestuur; vergadering en besluitvorming Artikel 10 1.
Vergaderingen van het bestuur zijn in beginsel openbaar. Het sbestuur legt zijn besluiten schriftelijk vast.
2.
*ss?'
^.
Indien en voor zover het bestuur uit meerdere bestuurderssbestaat gelden .voorts de hierna volgende bepalingen
3.
Tot beslotenheid van vergadenng en besluitvorming kan^door hetibestuur uitsluitend worden besloten, indien het belang van de openbaarheid nietïopweegt tegen: a.
het belang van de eerbiediging van de; persoonlijke.levenssfeer;
b.
de economische of financiële belangen van de^stichting;
c.
het belang van voorkoming van sonevenredigêibevoordeling of benadeling van bij de aangelegenheden betrokken natuurlijke personen danwel derden.
Van een besloten vergadering, en besluit wordt seen afzondedijk verslag opgemaakt dat niet openbaar wordt gemaakt« tenzij .het bestuurianders beslist. 4.
In de vergaderingen vani het bestuur heeftsiedere'bestuurder één stem. Alle besluiten worden door het bestuursgenomen rmet een volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen
5.
Indien de stemmen staken^ten :iaanzien van een voorstel, wordt het voorstel op de agenda geplaatst van eensvolgendè'vergadering. Indien de stemmen dan opnieuw staken,«heeft de voorzitter van het bestuur een doorslaggevende stem.
6.
net bestuur kan ook'op andere wijze dan in een vergadering besluiten nemen, mits dit schriftelijk en unaniem geschiedt en alle bestuurders in de gelegenheid worden gesteldshun stem;iuit te brengen en geen van de bestuurders zich tegen deze wijze van besluitvorming;:' verzet. Van elk buiten vergadering genomen besluit wordt mededeling gedaan in de eerstvolgende vergadering, welke mededeling in de notulen van die vergadering wordt vermeld.
7.
Elke bestuurder, alsmede de voorzitter van de raad van toezicht, is gelijkelijk bevoegd een vergadering van het bestuur bijeen te roepen.
8.
Indien een bestuurder een met de stichting persoonlijk tegenstrijdig belang heeft, dan wel sprake is van een verstrengeling van belangen ten aanzien van een specifiek onderwerp, wordt het besluit omtrent dat onderwerp door het bestuur genomen na voorafgaande goedkeuring van de raad van toezicht.
9.
De overige regeling van de werkwijze en besluitvorming van het bestuur, alsmede de eventuele verdeling van taken, geschiedt
bij het bestuursreglement
inachtneming van deze statuten wordt vastgesteld door het bestuur. Bestuur; vertegenwoordiging Artikel 11
CONCEPT 60011900/915149_6 akte statutenwijziging Stichting OSG Hengelo Versie 13 september 2013
dat met
1.
De stichting wordt vertegenwoordigd door het bestuur. Daarnaast wordt de stichting vertegenwoordigd door iedere bestuurder afzonderlijk.
2.
In alle gevallen waarin een of meer bestuurders een (direct of indirect) persoonlijk tegenstrijdig belang met de stichting heeft of hebben, dan wel er sprake is van een verstrengeling van belangen die strijdig is met de doelstelling van de stichting, wordt de stichting vertegenwoordigd door een door de raad van toezicht aan te wijzen persoon of - na goedkeuring van de raad van toezicht - niettemin vertegenwoordigd overeenkomstig het bepaalde in lid 1. De raad van toezicht stelt een nadere regeling vast voor de.awijze waarop wordt omgegaan met potentiële tegenstrijdige belangen en het voorkomeniivan iedere schijn van belangenverstrengeling.
3.
-
\
Krachtens besluit van het bestuur kan aan een of meer directeurerT'öf,andere personen een volmacht worden verteend om de stichting te vertegenwoordigen. De gevolmachtigde vertegenwoordigt de stichting metsinachtnemihg ivan de grenzen van zijn volmacht.
'
^~
,
Raad van toezicht; samenstelling en benoeming;. Artikel 12 1.
.
, ' ^"
1
De raad van toezicht bestaat uit een;;door*de raad van;toezicht;tè bepalen aantal leden van ten minste vijf natuurtijke personen.
2.
De leden van de raad van-toezicht*worden benoemd (en herbenoemd) door de gemeenteraad, met inachtneming;;van deivoordraehtsrechten als hierna bepaald.
3.
De GMR wordt in de gelegenheid.gesteld een bindende voordracht te doen voor één zetel m de raad van;toezicht;:i waarbij;5geldt dat bij het opmaken van deze voordracht ten minste de; meerderheid van ;de oudergeleding van de GMR met die voordracht dient in te stemmen
4.
Tevens wordt deisoudergeleding van de GMR afzondedijk in de gelegenheid gesteld een. bindende voordracht tesdoen voor één zetel in de raad van toezicht. Indien de raad van toezicht uit zesiof ;zeven personen bestaat, wordt de oudergeleding van de GMR :ïin de gelegenheid gesteld een extra bindende voordracht te doen voor een tweede zetel in de;raad van toezicht.
5.
Voor de zetelssiin de raad van toezicht ten aanzien waarvan de GMR en de oudergeleding van de GMR een hen toekomend voordrachtsrecht niet hebben uitgeoefend binnen drie maanden na daartoe door de raad van toezicht te zijn uitgenodigd, heeft de raad van toezicht een voordrachtsrecht, doch slechts voor één zittingsperiode. Voor de zetels in de raad van toezicht waarvoor de GMR en de oudergeleding van de GMR geen voordrachtsrecht hebben, heeft de raad van toezicht eveneens een voordrachtsrecht.
6.
De voordrachten als hiervoor in dit artikel bepaald en de benoemingen geschieden allen met inachtneming van een door de raad van toezicht opgestelde werving- en selectieprocedure, tevens omvattende een profielschets waarin de competenties van de raad van toezicht en de afzonderlijke leden van de raad van toezicht worden beschreven. De profielschets is openbaar.
CONCEPT 60011900/915149_6 akte statutenwijziging Stichting OSG Hengelo Versie 13 september 2013
De werving- en selectieprocedure gaat in elk geval specifiek in op de functie van de voorzitter van de raad van toezicht. De werving- en selectieprocedure kan inhouden dat een werving en selectiecommissie wordt ingesteld en dat deze commissie bestaat uit leden van de raad van toezicht, leden van de GMR en/of derden. De werving- en selectieprocedure wordt vastgesteld door de raad van toezicht gehoord het bestuur, na advies van de GMR en na overleg met de gemeente Hengelo. De werving- en selectieprocedure is onderdeel (of bijlage) van het reglement raad van toezicht. 6.
"
De samenstelling van de raad van toezicht is dusdanig dat de ledemten opzichte van elkaar, de bestuurder en welk deelbelang ook onafhankelijke enikntisch kunnen opereren. De leden van de raad van toezicht vervullen hunstaak zondert mandaat en onafhankelijk van bij de stichting en de scholen betrokken deelbelangen.sTot. leden van de raad van toezicht kunnen niet worden benoemd; personensdie de functie van bestuurder of schoolleider vervullen bij een andere'schoolsvoór-voortgezet onderwijs in de regio waar de stichting actief is.
7.
,~
7-
De leden van de raad van toezicht worden benoemd voor een periode van maximaal vier jaar met inachtneming van het .hierha|in dit lidsbepaaldeïïAftreden geschiedt na het eindigen van de periode w a f ^ p o r men behoemdwis,' op de datum van de eerstvolgende vergadenng van.de gemeenteraadma afloop van de benoemingstermijn en met in achtneming van eensdoor de jraad vanstoezicht op te stellen rooster van aftreden. Een in een tussentijdse;;vacature rbenoemd lid van de raad van toezicht neemt op het rooster de" plaats;;in van degene in wiens vacature hij werd benoemd. Een volgens roosterf;aftredend;;|id van;;de;raad van toezicht is onmiddellijk (daaronder begrepen op deädatuni-van de-seerstvolgende vergadering van de gemeenteraad na afloop van deabenoemingstermijn)ïherbenoembaar voor een periode van maximaal vier jaarjsrekeningihoudende met de omstandigheid dat niemand langer dan acht jaar aaneengesloten lidivansdesraad van toezicht kan zijn. Dit brengt mee dat een lid van de raad van toezicht ook twee keer kan worden herbenoemd.
8.
De eventuele vergoedingen aan de leden van de raad van toezicht worden door de raad van-toezicht:«vastgesteld en zijn gebaseerd op een door de raad van toezicht terzake vast te stellen regeling. Bij de vaststelling van de (onkosten)vergoedingen wordt aangesloten bij de voor intern toezichthouders in de onderwijssector geldende normen en de wet- en regelgeving omtrent de beloning van topfunctionarissen in de (semi-)publieke sector. Jaariijks wordt door de raad van toezicht in de jaarrekening verantwoord welke bedragen op grond van het bepaalde in de vorige volzinnen zijn toegekend aan de leden van de raad van toezicht.
9.
De leden van de raad van toezicht worden periodiek beoordeeld door de raad van toezicht. Eenmaal per jaar evalueert de raad van toezicht voorts zijn functioneren als zodanig. De wijze waarop de beoordelingen plaatsvindt wordt nader uitgewerkt in het reglement raad van toezicht.
10.
Ten minste één keer per jaar vergadert de raad van toezicht in afwezigheid van het bestuur. In deze vergadering komen aan de orde: a.
het onderiinge functioneren van de raad van toezicht; en
CONCEPT 60011900/915149_6 akte statutenwijziging Stichting OSG Hengelo Versie 13 september 2013
b.
het functioneren van het bestuur. De voorzitter van de raad van toezicht doet tezamen met een ander lid van de raad van toezicht verslag van de uitkomst aan het bestuur.
11.
Leden van de raad van toezicht vervullen geen nevenfuncties die conflicterend zijn met het doel van de stichting. In het jaarverslag worden alle nevenfuncties van de leden van de raad van toezicht vermeld.
Raad van toezicht; schorsing en ontslag, defungeren, belet en ontstentenis Artikel 13 1.
'
,
Een lid van de raad van toezicht kan worden geschorst e n f ontslagen door de gemeenteraad, al dan niet op verzoek van de raad van toezicht.?!Hetbetrokken lid van de raad van toezicht wordt in de gelegenheid gesteld zich stesverantwoorden en kan zich daarbij doen bijstaan door een raadsman. Het besluit t'ots(voorstel tot)sontslag wordt niet eerder genomen dan nadat het betrokken lid:van de raad van toezicht in de gelegenheid is gesteld te worden gehoord.
2.
r<
Een lid van de raad van toezicht kan onder meér wordentontslagen wegens: a.
venwaariozing van zijn taak of onvoldoende functioneren, '
^
b.
onverenigbaarheid van functiesjof ;bélangen,
c.
wijziging van de omstandigh'eden of andere redenen-op grond waarvan zijn handhaving als lid van,.de raadsvan toezicht?redelijkerwijs met in het belang is van de stichting
3.
Een lid van de raad vaniitoezichtïïkan voorts worden geschorst door de raad van toezicht, voor een penodeävanäten,.hoogste dne maanden. Het betrokken lid wordt alsdan in de gelegenheid gesteld zich^tesverantwoorden in de vergadering van de raad van toezicht. Daarbij kan.ihij zich-;doen bijstaan door een raadsman. Indien een lid van de raad van toezicht wordtsgeschorst door de raad van toezicht, deelt de voorzitter van desraad van tpezicht dit peromgaande schriftelijk aan de gemeenteraad mee.
4.
Voorvhet einde vansde;schorsingspenode als genoemd in het vorige lid, neemt de raad vanstoezicht een..besluit tot verienging dan wel opheffing van de schorsing. Een schorsing kan eenmaal worden veriengd, voor ten hoogste een periode van drie maanden. De verlenging van de schorsing gaat in op de datum waarop het besluit tot verienging van de schorsing wordt genomen. De schorsing van een lid van de raad van toezicht vervalt, indien de raad van toezicht niet binnen drie maanden na de datum van ingang van de schorsing besluit tot opheffing of verlenging van de schorsing.
5.
Een lid van de raad van toezicht defungeert voorts: a.
door het veriies van het gehele vrije beheer of de gehele vrije beschikking over zijn vermogen;
b.
doorzijn vrijwillig aftreden (bedanken);
c.
door het verstrijken van de termijn waarvoor hij is benoemd, behoudens zijn
d.
door het niet langer voldoen aan de in de profielschets
eventuele herbenoeming; kwaliteitseisen; e.
door zijn ontslag door de rechtbank;
CONCEPT 60011900/915149_6 akte statutenwijziging Stichting OSG Hengelo Versie 13 september 2013
opgenomen
f
doorzijn ontslag hem verieend door de gemeenteraad;
g.
doorzijn overiijden.
De wijze waarop wordt vastgesteld of een lid van de raad van toezicht niet langer voldoet aan de in de profielschets opgenomen kwaliteitseisen wordt uitgewerkt in het reglement raad van toezicht. 6.
In vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien. In geval van vacatures behoudt de raad van toezicht zijn bevoegdheden.
7.
In geval van ontstentenis of belet van één of meer leden van de raad van toezicht nemen de overblijvende leden, of neemt het overblijvende lid, de voltallige taken van de raad van toezicht waar. Een niet voltallige raad van toezicht blijft volledig bevoegd.
8.
In geval van ontstentenis of belet van alle leden van de raad van toezicht en het niet binnen zes maanden door de gemeenteraad benoemen van nieuwe leden van de raad van toezicht of de aanwijzing door de gemeenteraad van een persoon die de taken van de raad van toezicht waarneemt, geschiedt onder venwijzing naar het bepaalde in artikel 299 van Boek 2 van het Burgeriijk Wetboek de benoeming door de rechtbank van het arrondissement waar de stichting statutair is gevestigd op verzoek van de meest gerede belanghebbende.
Raad van toezicht; taken en bevoegdheden Artikel 14 1.
De raad van toezicht heeft tot taak toezicht te houden op het beleid van het bestuur en op de algemene gang van zaken binnen de stichting en de onder de stichting ressorterende scholen. De raad van toezicht kan het bestuur gevraagd en ongevraagd adviseren. Bij de vervulling van zijn taak richt de raad van toezicht zich naar het belang van de stichting, het belang van de scholen die door de stichting in stand worden gehouden en het belang van de samenleving.
2.
De taken en bevoegdheden van de raad van toezicht zijn zodanig dat de raad van toezicht een deugdelijk en onafhankelijk intern toezicht kan uitoefenen. Onverminderd het overigens bij of krachtens deze statuten bepaalde, is de raad van toezicht is belast met: a.
het
goedkeuren
van
de
begroting
en
het
jaarverslag
en
het
meerjarenbeleidsplan van de stichting, alsmede het goedkeuren van de besluiten van het bestuur als genoemd in artikel 9 lid 4, 5 en 7, artikel 20 lid 1 en artikel 21 lid 1; b.
het toezien op de verwezenlijking van de grondslag en de doelstelling van de stichting, het bereiken van de doelen en gewenste resultaten en het belang van de samenleving;
c.
het houden van toezicht op het functioneren van het bestuur en het toezien op de naleving door het bestuur van de wettelijke verplichtingen, de code voor goed bestuur als bedoeld in artikel 103 Wvo en eventuele afwijkingen van die code;
d.
het toezien op de rechtmatige verwerving en de doelmatige, efficiënte en rechtmatige bestemming en aanwending van financiële middelen.
3.
De raad van toezicht legt verantwoording af over de uitvoering van de taken en de
CONCEPT 60011900/915149_6 akte statutenwijziging Stichting OSG Hengelo Versie 13 september 2013
V.
uitoefening van de bevoegdheden als hiervoor genoemd, in het jaarverslag van de stichting. 4.
In het reglement raad van toezicht wordt nader de verantwoordelijkheidsverdeling tussen het bestuur en de raad van toezicht opgenomen. In dit reglement wordt ook vastgelegd hoe met interne conflicten tussen beide organen wordt omgegaan.
Raad van toezicht; besluitvorming en werkwijze Artikel 15 1.
De raad van toezicht is bevoegd inzage te nemen en te doen nemenjvan alle boeken, bescheiden, overige gegevensdragers en correspondentie van,de*stichting; de raad van toezicht heeft te allen tijde toegang tot alle bij de stichting inagebruik zijnde ruimten en terreinen.
2.
>. '^ ,
Het bestuur voorziet in (secretariële) ondersteuning yan;óde'raadivan toezicht.alndien het werkzaamheden betreft waarbij persoonlijke of gevoelige gegevens ter sprake of naar voren zullen komen, kan de raad van toezicht zich;;;{doen bijstaan door een derde/niet bij de stichting betrokken persoon. De raad van . toezicht stelt een scholingsplan op (dat onderdeel of bijlage is vanshet^reglement raad van toezicht) en kan voor rekening van de stichting inïde;uitoefening\van zijn^taak doen bijstaan door één of meer deskundigen. In het reglement van de Taad:ivan toezicht werkt de raad van toezicht de in het kader van ditflid te hanteren inhoudelijke en financiële kaders verder uit.
3.
De raad van toezicht vergadert tenHminste>!zés maal per jaar en voorts zo dikwijls de voorzitter of twee of meerfledeniavansde raad van toezicht dit wenselijk acht(en). Specifieke regels;;betreffende;sde op-sen;ïbijeenroeping, de wijze van vergadering en besluitvorming Zijn opgenomen inshet reglement raad van toezicht.
4.
In de vergadenngen van deiraad van toezicht heeft ieder lid één stem. Tenzij anders blijkt inideze statuten, wordensbesluiten genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmensEentblanco uitgebrachte stem geldt als een niet uitgebrachte stem;
5.
Geldigesbesluitenjkunnen slechts worden genomen, indien alle leden van de raad van toezicht metsinachtneming van het hiervoor bepaalde zijn opgeroepen en meer dan de helft van alle" leden van de raad van toezicht ter vergadering aanwezig of vertegenwoordigd is. Indien de voorschriften omtrent de oproeping niet in acht zijn genomen, kunnen niettemin geldige besluiten worden genomen met algemene stemmen in een vergadering, waarin alle leden van de raad van toezicht aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
6.
Een lid van de raad van toezicht kan zich door een ander lid van de raad van toezicht ter vergadering schriftelijk doen vertegenwoordigen. Eén lid van de raad van toezicht kan slechts één medelid ter vergadering vertegenwoordigen.
7.
De voorzitter leidt de vergaderingen van de raad van toezicht; bij zijn afwezigheid voorziet de vergadering zelf in de leiding. De voorzitter wijst een notulist aan.
8.
De vergaderingen
van de raad van toezicht zijn openbaar. Vergaderen en
besluitvorming achter gesloten deuren kan geschieden indien het belang van de openbaarheid niet opweegt tegen:
CONCEPT 60011900/915149_6 akte statutenwijziging Stichting OSG Hengelo Versie 13 september 2013
a.
het belang van de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer;
b.
de economische of financiële belangen van de stichting;
c.
het belang van voorkoming van onevenredige bevoordeling of benadeling van bij de aangelegenheden betrokken natuuriijke personen danwel derden.
Van een besloten vergadering en besluit wordt een afzonderiijk verslag opgemaakt dat niet openbaar wordt gemaakt, tenzij de raad van toezicht anders beslist. 9.
Besluiten van de raad van toezicht kunnen ook buiten vergadering tot stand komen, mits dit schriftelijk geschiedt en alle leden van de raad van toezicht;?zich voor het desbetreffende voorstel uitspreken. Zodanige besluiten worden %aan de notulen toegevoegd.
10.
^
^-^v,.
De raad van toezicht kan met inachtneming van deze statuten j n het reglement raad van toezicht de verdeling van zijn taak over de verschillehdéïleden, zijn werkwijze, ondersteuning en informatievoorziening en de verdere besluitvorming van de rääd van toezicht nader uitwerken
Directie/directeuren en managementteam Artikel 16 1.
Het bestuur is bevoegd (leden van)'?:de.iidirectieste benoemen (aan te stellen), te schorsen en te ontslaan. Tezamerivrnet directie vormt;hetibestuur het management team.
2.
*
^
De taken en bevoegdhedenavan de?s;directie sen de individuele directeuren, de omvang
van
het,se
mandaat*,ren
eventuele
volmacht
tot
vertegenwoordiging, alsmedesdeïwerkwijze worden door het bestuur vastgelegd in het managementstatuut. ' 3.
-
-.
De directeuren (leggen gezamenlijk en individueel verantwoording af aan het bestuur.
Boekjaar, jaarstukken Artikel 17 1. 2.
-
Het boekjaar van de ;stichting;valt samen met het kalenderjaar. Hetkibestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de stichting zodanige aantekeningen te houden, dat daaruit te allen tijde haar rechten en verplichtingen kunnen wordengekend.
3.
Het bestuur stelt jaariijks een beleidsplan en bijbehorende begroting op voor het komende boekjaar en legt deze voor het einde van het boekjaar ter goedkeuring voor aan de raad van toezicht. Na goedkeuring van de raad van toezicht stelt het bestuur het beleidsplan en de begroting vast, doch uiteriijk voor één januari. In overeenstemming met de doelstelling en met het oog op de continuïteit van de activiteiten stelt het bestuur voorts een meerjarenbeleidsplan op voor een periode van ten minste vier jaar, alsmede een bijbehorende meerjarenbegroting.
4.
Per het einde van ieder boekjaar worden de boeken van de stichting afgesloten. Daaruit wordt door het bestuur een balans en een staat van baten en lasten over het afgelopen boekjaar opgemaakt, welke jaarstukken vergezeld worden van een rapport van een accountant binnen vijf maanden na afloop van het boekjaar.
5.
De accountant wordt door de raad van toezicht benoemd en brengt gelijkelijk aan het bestuur en de raad van toezicht verslag uit over zijn bevindingen.
CONCEPT 60011900/915149_6 akte statutenwijziging Stichting OSG Hengelo Versie 13 september 2013
6.
Het bestuur stelt tevens een jaarverslag op. Bij het opmaken van het jaarverslag schenkt het bestuur tevens aandacht aan de wezenskenmerken van het openbaar onderwijs.
7.
De jaarstukken als hiervoor bedoeld worden binnen zes maanden na afloop van het boekjaar door het bestuur vastgesteld na voorafgaande goedkeuring van de raad van toezicht en ten blijke daarvan door alle bestuurders en alle leden van de raad van toezicht ondertekend. Ontbreekt de handtekening van éen van hen, dan wordt daarvan onder opgave van reden melding gedaan.
8.
Het bestuur is verplicht de in de vorige leden van dit artikel bedoelde bescheiden ten
9.
De jaarstukken zijn openbaar en worden direct na vaststelling aangeboden aan de
minste zeven jaren lang te bewaren.
. i.
gemeenteraad. Commissies en reglementen Artikel 18 1.
'
Het bestuur kan besluiten commissies in,te;5stéNen. De samenstelling, de werkwijze en de taken en bevoegdheden van een dóor.,.het;'?bestuur ingestelde commissie worden alsdan door het bestuur nadenibij reglement-bepaald
2.
De raad van toezicht kan een auditcommissie 'instelleü:-;-Wanneer de raad van toezicht hiertoe heeft besloten ensisaovergegaan, wórdt in het reglement raad van toezicht de samenstelling, bevoegdheden eniwerkwijze van de auditcommissie geregeld, alsmede de wijze waarop het 'onafliankelijke functioneren van de auditcommissie wordt geborgd.«- ^ , De taak van een;«auditcommissie 'is(;hetsgevraagd en ongevraagd geven van een oordeel over de financiele..situatie van de stichting en de door de stichting in stand gehouden scholen en strekt zich niéde uit over de rechtmatigheid en doelmatigheid van.het financieel beleid en ibeheer. De auditcommissie kan in het kader van zijn werkzaamheden overieg voeren met (individuele leden van) het managementteam.
3.
Dejraad van toezicht kan'voorts een werving- en selectiecommissie voor de leden van de raad van;;toezicht en het bestuur instellen, een remuneratiecommissie en een commissieonderwijskwaliteit.
4.
De samenstelling, de werkwijze en de taken en bevoegdheden van een door de raad van toezicht ingestelde commissie worden door het bestuur nader bij reglement bepaald. Derden, daaronder begrepen leden van het managementteam kunnen lid zijn van een commissie dan wel commissievergaderingen op verzoek van een commissie bijwonen.
5.
Reglementen, daaronder begrepen het reglement van de raad van toezicht, het bestuursreglement en het managementstatuut, mogen geen bepalingen bevatten, die strijdig zijn met de wet of met deze statuten.
Vrijtekening en vrijwaring Artikel 19 1.
De stichting zal een bestuurder van de stichfing niet aansprakelijk stellen ter zake van schade die de stichting lijdt als gevolg van enig handelen of nalaten van een bestuurder in diens hoedanigheid van:
CONCEPT 60011900/915149_6 akte statutenwijziging Stichting OSG Hengelo Versie 13 september 2013
bestuurder van de stichfing; bestuurder of toezichthouder van een rechtspersoon waarover de stichting zeggenschap heeft (een "Dochter"). Van zeggenschap is sprake indien de sfichfing meer dan de helft van de stemrechten in de algemene vergadering van aandeelhouders of meer dan de helft van de stemrechten in de algemene ledenvergadering kan uitoefenen en/of het recht heeft om een meerderheid van de bestuurders of toezichthouders te benoemen en/of af te laten treden; bestuurder of toezichthouder van een rechtspersoon anderssdan een Dochter, indien het vervullen van die functie samenhangt met het zijn van bestuurder van de stichting en/of van een Dochter 2.
De stichting zal een bestuurder schadeloos stellen ter zake 'vanjde schad&:die derden lijden als gevolg van enig handelen en/of nalatensvan-^eensbestuurders-'m^ diens hoedanigheid van bestuurder van de stichting en/of bestuurdertofistoezichthouder van een Dochter en tot vergoeding waarvan een bestuurder gehouden is op grond van een in kracht van gewijsde gegaan rechteriijksof arbitraal vonnis.,of van een met die derde(n) overeengekomen vaststellingsovereenkomstfïmits
is voldaan aan de in lid 3
van dit artikel genoemde voonA/aardenjgOnder een derde wordt ook een Dochter verstaan. 3.
" ,
De verdediging in de procedure bedoeld in lid 2 wordt metfinstemming van de stichting gevoerd. De vaststellingsovereenkomstïïbedoeld in lid 2 kan uitsluitend worden gesloten met de uitdrukkelijke--schriftelijke igo'edkeuring van de sfichfing. Het betreffende lid van het bestuurdient .volledige medewerking aan de stichting te geven bij
het
voeren., van
de' verdedigingrespectievelijk
bij
de
desbetreffende
schikkingsonderhandelingen 4.
Aan de in lid Isomschrevensvrijtekening en de in lid 2 omschreven vrijwaring kan een bestuurder;geen?rechten ontlenen indien: de schade het gevolg is van opzettelijk of bewust roekeloos gedrag van de betreffende,bestuurder, ftde betreffende bestuurder in redelijkheid niet kon menen in het belang van de stichting.of; Dochter te handelen, waaronder mede begrepen de situatie dat het verweten handelen of nalaten als feitelijk of beoogd gevolg heeft dat de betreffende bestuurder of anderen in welk opzicht dan ook onrechtmatig worden bevoordeeld.
5.
Aan de in lid 1 omschreven vrijtekening en de in lid 2 omschreven vrijwaring kan een bestuurder geen rechten ontlenen voor zover de schade als bedoeld in dit artikel is verzekerd en wordt vergoed door een verzekeraar.
6.
Onder schade in de zin van dit artikel wordt mede verstaan de over enig te vergoeden bedrag verschuldigde wettelijke rente, de proceskosten welke een bestuurder is gehouden te voldoen en/of de ten behoeve van de verdediging van een bestuurder gemaakte rechtsbijstandkosten, inclusief de kosten van rechtsbijstand bij een onderzoek waaraan de bestuurder zijn medewerking moet verienen, mits deze kosten in redelijkheid zijn gemaakt en in redelijke verhouding staan tot de omvang van de schade.
CONCEPT 60011900/915149_6 akte statutenwijziging Stichting OSG Hengelo Versie 13 september 2013
7.
Onder schade in de zin van dit artikel worden eveneens aan de betreffende bestuurder ter zake van enig handelen en/of nalaten in diens hoedanigheid van bestuurder van de sfichting en/of bestuurder of toezichthouder van een Dochter door autoriteiten opgelegde boetes begrepen, voor zover vergoeding daarvan rechtens is toegestaan.
8.
Kosten door een bestuurder gemaakt voor het voeren van verweer zullen door de stichting worden voorgeschoten tijdens een actie of procedure, mits de betreffende bestuurder zich schriftelijk en onherroepelijk jegens de stichting heeft verbonden tot terugbetaling daarvan indien uit een in kracht van gewijsde gegaan vonnis volgt dat hij geen aanspraak kan maken op vrijwaring door de stichfing. De stichting kan nadere voorwaarden aan de uitbetaling verbinden, zoals het stellen van zekerheid.
9.
De vrijtekening en vrijwaring voorzien in dit artikel blijven gelden voor een persoon die geen bestuurder meer is en komen ook ten goede aan de erfgenamen of legatarissen van een bestuurder
10.
Ook de leden van de raad van toezicht van de stichting kunnen aanspraak maken op de vrijtekening en vrijwaring als voorzien in dit artikel onder overeenkomstige toepassing van de hierin genoemde reikwijdte en voorwaarden.
11.
Dit artikel kan zonder toestemming van de personen die aanspraak op vrijtekening en vrijwaring maken gewijzigd worden. Deze personen kunnen echter aanspraak blijven maken op de bescherming als geboden door dit artikel voor schade als gevolg van handelen of nalaten tijdens de periode dat dit artikel van kracht is.
Statutenwijziging Artikel 20 1.
Het bestuur is bevoegd de statuten te wijzigen. Het besluit tot statutenwijziging is onderworpen aan de voorafgaande goedkeuring van de raad van toezicht en de goedkeuring van de gemeenteraad.
2.
Het besluit van de raad van toezicht tot het verienen van goedkeuring aan de statutenwijziging wordt genomen in een vergadering van de raad van toezicht waarin ten minste een drie vierde meerderheid aanwezig is en alle leden vertegenwoordigd zijn. Is in de vergadering van de raad van toezicht waarin een besluit tot het verienen van goedkeuring aan statutenwijziging aan de orde komt, niet ten minste een drie vierde meerderheid van de leden aanwezig en zijn niet alle leden vertegenwoordigd, dan zal een nieuwe vergadering worden bijeengeroepen, te houden niet eerder dan twee en niet later dan vier weken na de bedoelde vergadering, waarin het besluit kan worden genomen ongeacht het aantal aanwezigen.
3.
Bij de oproeping tot de vergadering, waarin een voorstel tot statutenwijziging zal worden gedaan, dient zulks steeds te worden vermeld. Tevens dient een afschrift van het voorstel, bevattende de woordelijke tekst van de voorgestelde wijziging, bij de oproeping te worden gevoegd. De termijn van de oproeping bedraagt in dit geval ten minste twee weken.
4.
Een statutenwijziging treedt eerst in werking nadat daarvan een notariële akte is opgemaakt. Iedere bestuurder is bevoegd deze akte te doen veriijden.
CONCEPT 60011900/915149_6 akte statutenwijziging Stichting OSG Hengelo Versie 13 september 2013
i:
5.
Het bestuur is verplicht een authentiek afschrift van de wijziging en een volledige dooriopende tekst van de gewijzigde statuten neer te leggen ten kantore van het door de Kamers van Koophandel gehouden handelsregister.
6.
Mutafis mutandis geldt het bepaalde in dit artikel voor het besluit tot juridische fusie of juridische splitsing.
Ontbinding en vereffening Artikel 21 1.
Het bestuur is bevoegd de stichfing te ontbinden. Het besluit tot ontbinding is onderworpen aan de voorafgaande goedkeuring van de raad van toezicht Het bepaalde in artikel 20 lid 2 is van overeenkomstige toepassing. Het besluit tot (de gevolgen van de) ontbinding isook
onderworpen aan de
goedkeuring van de gemeenteraad. 2.
Na de ontbinding blijft de stichting voortbestaan voor zover dit tot de vereffening van haar vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten zoveel mogelijk van kracht. In stukken en aankondigingen die van haar uitgaan, moeten aan de naam van de stichting worden toegevoegd de woorden "in liquidatie".
3.
Tenzij de raad van toezicht anders besluit, is het bestuur met de vereffening belast. De vereffenaars dragen zorg voor inschrijving van de ontbinding in het door de Kamers van Koophandel gehouden handelsregister.
4.
Een eventueel batig saldo wordt uitgekeerd conform het doel van de stichting. Het besluit van het bestuur hiertoe behoeft goedkeuring van de raad van toezicht.
5.
Na
afloop
van
de
vereffening
blijven
de
boeken,
bescheiden
en
overige
gegevensdragers van de ontbonden stichting gedurende de door de wet bepaalde termijn onder berusting van de door de vereffenaars aangewezen persoon. Deze persoon is gehouden zijn aanwijzing ter inschrijving op te geven aan het door de Kamers van Koophandel gehouden handelsregister. Extern toezicht openbaar karakter onderwijs Artikel 22 1.
In aanvulling op de taken en bevoegdheden van de raad van toezicht en de taken en bevoegdheden van de Inspectie van het Onderwijs zoals volgt uit de Wet op het onden/vijstoezicht, geldt gelet op het openbaar karakter van het onderwijs voorts het navolgende: a.
de gemeenteraad kan zich vanuit zijn wettelijke taak en verantwoordelijkheden voor het openbaar onderwijs wenden tot het bestuur van de stichfing. De gemeenteraad ziet daarbij toe vanuit haar wettelijke verantwoordelijkheid voor het openbaar onderwijs;
b.
de gemeenteraad is bevoegd in geval van ernstige taakverwaariozing door het bestuur of het functioneren van het bestuur in strijd met de Wvo, de maatregelen te nemen die hij nodig acht om de continuïteit van het onderwijsproces te waarborgen en heeft het recht om - indien en voor zover dat noodzakelijk is - zelf te voorzien in het bestuur van de scholen en zo nodig de sfichfing te ontbinden.
CONCEPT 60011900/915149_6 akte statutenwijziging Stichting OSG Hengelo Versie 13 september 2013
1!
2.
De stichting verieent medewerking aan het tot stand brengen van een bestuuriijk convenant met de gemeente Hengelo waarin afspraken worden opgenomen met betrekking tot de wederzijdse informatie-uitwisseling en de verantwoording inzake het openbaar karakter van het onderwijs.
3.
Alvorens de gemeenteraad overgaat tot het nemen van een maatregel als bedoeld in lid 1 onder b, stelt de gemeenteraad de raad van toezicht in de gelegenheid in overieg te treden met de gemeenteraad om de mogelijkheden te verkennen, te bespreken en eventueel te (doen) uitvoeren die noodzakelijk zijn om de gerezen bezwaren tegen het door het bestuur gevoerde beleid of het functioneren van het bestuur^ op andere wijze weg te nemen.
^<'.,..
Hierbij hanteert de gemeenteraad als uitgangspunt dat hetïtoezien op hetifünctioneren van en handelen door het bestuur (het 'intern toezicht!») ;pnmair deïtaak is van;;de raad van toezicht. 4.
^
De stichting en de gemeente kunnen in voornoemd'bestuuriijkxonvenant kwalificaties casu
quo
parameters
opnemen
met
betrekking
tot
het«;-onden/verp
'ernstige
taakverwaariozing' van het bestuur, zulks ter.t,bevordenng varißde professionele uitoefening
van
het
intern ' toezicht
verantwoordelijkheidsverdeling
tussen
de
'en^
een
zuivere
raad van-^itoezicht
rol-
enerzijds
en
en de
gemeenteraad anderzijds Slotverklaring
- '
* 'v
t
Tot slot verklaart de verschenen persoon,j:handelendsals vermeld, dat per de datum van statutenwijziging: het bestuur bestaat uit:» [
],
de raad van toezicht na een benoeming daartoe door de gemeenteraad, bestaat uit de volgende personen.en voor deibij die benoeming - al dan niet in afwijking van deze statuten - bepaaldeïduur:;;: I
[
], voorzitter en voor de duur van [
II
[ [
] en voor de duur van [ ] en voor de duur van [
]; ]
iv.
[
] en voor de duur van [
]
V.
[
] en voorde duur van [
]
vi.
[
] en voorde duur van [
]
[sprake is van [
];
J vacature(s) in de raad van toezicht. Deze vacature(s) zal/zullen
conform de statuten zo spoedig mogelijk worden Ingevuld.] Slot akte De verschenen persoon is mij, notaris, bekend. Deze akte wordt verieden te Amsterdam op de datum vermeld in de aanhef van deze akte. De inhoud van deze akte wordt door mij, notaris, zakelijk aan de verschenen persoon meegedeeld en toegelicht, waarbij ik, notaris, de verschenen persoon wijs op de gevolgen die uit de inhoud van de akte voortvloeien. De verschenen persoon verklaart ten slotte tijdig van de inhoud van deze akte kennis te hebben genomen en met die inhoud en de beperkte vooriezing van de akte in te stemmen. Onmiddellijk na vooriezing van ten minste die
CONCEPT 60011900/915149_6 akte statutenwijziging Stichting OSG Hengelo Versie 13 september 2013
gedeelten van de akte waarvan de wet vooriezing voorschrijft, wordt de akte door de verschenen persoon en mij, notaris, ondertekend.
CONCEPT 60011900/915149_6 akte statutenwijziging Stichting OSG Hengelo Versie 13 september 2013
MEMO Van Telefoon Datum Onderwerp Kopie aan Aan
Astrid Donderwinkel 074-2459792 29 oktober 2013 Informatie t.b.v. commissie Sociaal 27(28) november 2013 Wethouders Janneke Oude Alink / Mariska ten Heuw Presidium Raadsleden van de commissie Sociaal
Postbus 18 7550 AA Hengelo
Het presidium heeft de transitie-onderwerpen geagendeerd voor 27 november a.s. Geachte commissieleden, Met u is afgesproken dat wij u actief meenemen in de transitieprocessen Jeugdzorg, AWBZ-Wmo en de veranderingen in verband met de (mogelijke) invoering van de Participatiewet. Hiervoor gebruiken wij onder meer de uitloopavonden van de commissie Sociaal. De agenda van de uitloopavonden worden in goed overleg tussen de betrokkenen (ambtelijk en bestuurlijk) voorbereid. Op 28 november 2013 staat weer een uitloopavond gepland. Graag gaan wij dan met u in gesprek over: (Sociale) wijkteams Zoals in onze conceptnotitie over de toegang is verwoord, zijn hulpverleners (burgers in mindere mate) soms als netwerk georganiseerd of werken in wijkteams samen. Om ook de vragen van kwetsbare en mogelijk niet zichtbare burgers zo snel mogelijk, zo licht mogelijk en zo dicht mogelijk bij huis te beantwoorden, ondersteunen we de integrale wijkgerichte samenwerking van onze (professionele) partners. We moeten als gemeente de rol en positie van (sociale) wijkteams concretiseren. Enerzijds om onze partners duidelijkheid te geven, anderzijds om invulling te geven aan de middelen die we per 2015 van het Rijk ontvangen voor sociale wijkteams. Want landelijk is het idee dat sociale wijkteams de kern zijn van het nieuwe stelsel van maatschappelijke ondersteuning, met als doel “een beter op elkaar afgestemde dienstverlening aan burgers die het alleen niet redden”, aldus het rapportage Sociale wijkteams in ontwikkeling .1 Daarin wordt gesteld dat de inhoudelijke richting duidelijk mag zijn, de manier waarop de teams zich moeten vormen en ontwikkelen allerminst. Volgens ons is de inhoudelijke richting echter ook nog lang niet altijd duidelijk. Doel, rol en positie van wijkteams verschillen nogal per gemeente. Welk doel moeten wijkteams in Hengelo dienen? Welke rol en positie hoort daar dan bij? Gaat het om vraagverheldering op wijkniveau of om de daadwerkelijke steun/hulpverlening? En hoe verhouden wijkteams zich tot het publieksplein (voorheen middelpunt)? Of hoe verhouden ze zich tot de basiszorgteams op wijkniveau waarover wordt gesproken in het advies van de Raad voor de Volksgezondheid & Zorg Regie aan de poort.2 Zo maar een aantal vragen die we moeten beantwoorden. Hoewel in de conceptnotitie over toegang het voornemen wordt uitgesproken om zoveel mogelijk aan te sluiten bij bestaande structuren en netwerken, willen we aan de hand van een aantal scenario’s met de commissie sociaal van gedachten wisselen over de toekomstige doelstelling, rol en positie van (sociale) wijkteams in Hengelo. Stand van zaken wetgevingstrajecten Onlangs is het wetsontwerp Jeugdwet door de Tweede Kamer vastgesteld, ligt het voorstel Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 bij de Raad van Staten en is ontwerp van de Participatiewet onderweg naar de Raad van Staten. We kunnen ons voorstellen dat vanuit deze processen interessant informatie komt die we graag met u willen delen. Conform afspraak wordt de inhoud van de uitloopavond op 25 november in het MT behandeld en op 26 november in het college.
Bijlage: - Mogelijke scenario’s voor inrichting (sociale) wijkteams (wordt zo nodig nagezonden)
1 ‘Sociale wijkteams in ontwikkeling. Inrichting, aansturing en bekostiging’, Gemeenten Eindhoven, Enschede, Leeuwarden, Utrecht en Zaanstad, Transitiebureaus WMO en Jeugd én VNG, juli 2013. 2 ‘Regie aan de poort. De basiszorg als verbindende schakel tussen persoon, zorg en samenleving’, Raad voor de Volksgezondheid & Zorg, Den haag, december 2012.
1