RAADSCOMMISSIE SOCIAAL Aan de leden van de raadscommissie Sociaal Onderwerp Uitnodiging commissievergadering
Datum 5 januari 2012
Geachte leden, Hierbij nodig ik u uit voor de vergaderingen van de commissie Sociaal op woensdag 18 januari 2012 om 19.30 uur in de Burgerzaal van het stadhuis en op donderdag 19 januari om 19.30 uur in de Burgerzaal van het stadhuis. Let op: extra Commissievergadering op 19 januari!! (Agenda Z.O.Z.) Agenda:
Portefeuillehouder
1.
Opening en mededelingen van de voorzitter
2.
Vaststellen van de agenda
3.
Stukken ter informatie Onderaan deze agenda is aangegeven welke “stukken ter informatie” in de leeskamer ter inzage liggen.
4.
Verslag vergadering 7 en 8 december 2011 en bijbehorende actielijst Let op: Tekstuele opmerkingen over het verslag uiterlijk 24 uur voor de vergadering mailen naar
[email protected]
5.
Mededelingen van het college
6.
Actualiteiten en vragen van de commissie Vragen graag uiterlijk op de dag van de vergadering vóór 9.00 melden bij de commissiegriffier(
[email protected])
7.
Berflo Es kansen scheppen: voortgang december 2011 (en vervolg in 2012) Bron (11G202091) De commissie wordt gevraagd te adviseren voor raadsbehandeling om kennis te nemen van de voortgangsrapportage én in te stemmen met de resterende uitwerkingsvoorstellen en voor de uitvoering hiervan tot en met 2012 een bedrag van € 1.015.000 beschikbaar te stellen.
8.
Vaststelling programma Thuis in de buurt (11G200224)
Oude Alink
De commissie wordt gevraagd te adviseren voor raadsbehandeling om het programma Thuis in de buurt en de bijbehorende begrotingswijzigingen vast te stellen. 9.
Begroting 2012 Stg. Scholengroep Primato (11G202040))
Lievers
De commissie wordt gevraagd te adviseren voor raadsbehandeling om de begroting 2012 goed te keuren en de meerjarenbegroting 2012-2015 voor kennisgeving aan te nemen. 10.
Lievers
Begroting 2012 Stg. OSG Hengelo (11G202039) De commissie wordt gevraagd te adviseren voor raadsbehandeling om de begroting 2012 goed te keuren en de meerjarenbegroting 2013-2016 voor kennisgeving aan te nemen.
Bezoekadres Burg. Jansensplein 1 E-mail adres
[email protected]
Behandeld door Mevr A. Haarhuis Tel. 074-2459978
Bladnummer: 2 11.
Kenmerk:
Datum: 05-01-2012
Rondvraag
Voor u zijn de volgende stukken / brieven van het College ter informatie gelegd: a. b. c. d.
Centrummonitor Hengelo 2011 (11G201967) Startnotitie Kunst- en Cultuurvisie (11G202079) Herstructurering Twentekanaal Zuid (11G201827) Subsidieaanvraag cultuurellips (11G202008)
_________________________________________________________________________________
Agenda Donderdag 19 januari
Portefeuillehouder
(om 19.30 uur in de Burgerzaal van het stadhuis)
1.
Opening en mededelingen van de voorzitter
2.
Vaststellen van de agenda
3.
Transitie Jeugdzorg
Oude Alink
De commissie word in de gelegenheid gesteld de Beleidsbrief Jeugdzorg “geen kind buiten spel”te bepreken, o.a. met aanwezige partners uit het veld. 4.
Rondvraag
Voor alle agendapunten geldt dat, volgens afspraak, de technische en feitelijke vragen vóóraf via de mail (
[email protected]), of rechtstreeks aan de behandelend ambtenaar, gesteld dienen te worden. De antwoorden worden dan zo spoedig mogelijk gegeven en beschikbaar gesteld.
De voorzitter van de commissie, Namens deze,
Anke Haarhuis Commissiegriffier
Concept Notulen van de commissievergadering Sociaal gemeente Hengelo 7 december 2011 Voorzitter Griffier Aanwezig
Verder aanwezig Insprekers
Afwezig m.k. Verslag 1.
2.
3.
Mevrouw E.Y. Prent Mevrouw A.M.G. Haarhuis- Oude Luttikhuis commissiegriffier De heer E. Alkema (ChristenUnie), de heer H. van Doren (SP), De heer W. Dragt (CDA), de heer R.J Fens (VVD), de heer F. van Grouw (SP), mevrouw M. Luttikholt (PvdA), mevrouw M.J.H.M. Muller (CDA), De heer A. Oflazoglu (Pro Hengelo), de heer J.J.H. Rikkerink (VVD), de heer R. Theunissen (GroenLinks), mevrouw G.A.M. Uitslag (D66), mevrouw K. Veneberg (D66), de heer J.H. Vis (CDA), de heer B.G. van Wakeren (Pro Hengelo), de heer W.A. Winter (PvdA), mevrouw D. Zenginoglu (BurgerBelangen) Wethouders de heren E. Lievers, W. Mulder en de dames J.E Oude Alink en, M.A. ten Heuw en de heer K. van `t Hof bij agendapunt 16. De heer H. Limburg (lid van het bewonersoverleg Nijverheid, Natuur en Milieuraad) bij agendapunt 7 en de heer H. van Dam (voorzitter Vereniging van Wijkwelzijnsvoorzieningen, Hengelo) bij agendapunt 9. De heer J.T.J. Heijstek (Pro Hengelo) Mevrouw M.M. Westenbrink (Kantoorprofs)
Opening en mededelingen van de voorzitter De voorzitter opent de vergadering om 19.30 uur. De heer Kok van de VVD zal de commissie vergadering van 8 december voorzitten. Mevrouw Veneberg (D66) meldt dat mevrouw Uitslag iets later komt. Vaststellen van de agenda Agendapunt 10 komt te vervallen. In verband met insprekers wordt agendapunt 9 behandeld na agendapunt 7. Ingekomen stukken ter informatie a. Startnotitie transitie jeugdzorg Twente(11G201523) b. Bezuinigingalternatieven ogv schuldhulpverlening (11G201050) c. Overlast jongeren Jan Prinsstraat (11G201640) d. Onderzoek Jongeren en vrije tijd (11G201701) De heer A. Oflazoglu (Pro Hengelo) merkt op naar aanleiding van punt c dat jongeren nog steeds na schooltijd voor de kooi in de buurt van het schoolplein blijven hangen zodat kinderen daar niet durven te spelen.De voorzitter constateert dat de verantwoordelijk wethouder mevrouw Oude Alink niet aanwezig is maar de opmerking zal aan haar door worden gegeven.
4.
Verslag vergadering 26 oktober en bijbehorende actielijst Tekstuele opmerkingen van de heer Heijstek zijn verwerkt, de bijgestelde versie ligt nu ter beoordeling voor. Verder geen op- of aanmerkingen waarop het verslag wordt vastgesteld. De actielijst wordt vastgesteld.
5.
Mededelingen van het college *Wethouder Oude Alink gaat in op de door de heer Oflazoglu gemaakte opmerking bij agendapunt 3. De commissieleden hebben een brief gezien waarin melding wordt gemaakt van overlast in Groot Driene in de Jan Prinsstraat bij de voetbalkooi. Hier is een behoorlijk stevige actie op ingezet. De wethouder heeft net een bijeenkomst gehad met ouders en kinderen en allerlei organisaties die hierbij betrokken zijn. Alle kinderen en ouders hebben een brief gehad. Er is met betrokkenen besproken wat de consequenties zijn van het gedrag. Er wordt heel consequent contact gezocht met ouders én ouders en kinderen worden met elkaar in contact gebracht. De samenwerking met politie en zorg is erg goed. *De wethouder meldt dat er een convenant is gesloten over de Voor- en Vroegschoolse Educatie. Het betreft een doeluitkering. Het gaat om een bedrag van rond de 250.000 euro. Dit is waarschijnlijk structureel. Er zal een behoorlijk inzet moeten plaatsvinden. Er wordt een bestandsopname gemaakt. De onderwijsinspectie is daarbij betrokken. Het betreft met name 2 tot 4 jarigen. In de loop van het voorjaar komt er een nadere uitwerking over hoe het geld zal worden ingezet en welke prestaties ervoor geleverd gaan worden. *Naar aanleiding van de moties in de raadsvergadering is er contact opgenomen met jongerencentra. De jongerencentra is meegedeeld dat de gemeente van hen verwacht dat ze met elkaar tot een samenwerking komen, dat er afspraken worden gemaakt over jongerenprogrammering, activiteiten. In februari 2012 zijn er vervolgafspraken. De raad wordt op de hoogte gehouden van de vorderingen en de vervolgstappen die nodig zijn om het een en ander af te stemmen. Op het moment dat het de wethouder duidelijk is wat de jongerencentra willen zal de wethouder het in de commissie terugbrengen. Dat zal waarschijnlijk in de commissievergadering van maart 2012 zijn.
Gemeente Hengelo Commissie Sociaal, d.d. 7 december 2011
1/14
* Wethouder Mulder meldt dat de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak heeft gedaan in het hoger beroep dat de gemeente heeft ingesteld tegen de eis van Horeca Nederland afdeling Hengelo om de ontheffing die de gemeente heeft verleend aan het Rabotheater om horecagerelateerde activiteiten te mogen uitvoeren in te trekken. De gemeente Hengelo is gerechtigd om een dergelijke ontheffing te verlenen. De Raad van State is van mening dat de gemeente in dit geval onvoldoende heeft beargumenteerd waarom de ontheffing verleend zou moeten worden. Op dit moment is het hoger beroep voor de gemeente Hengelo verworpen. Horeca Nederland afdeling Hengelo heeft de ontheffing terecht bestreden. De gemeente kan wel opnieuw ontheffing verlenen aan het Rabotheater. Het college gaat dit doen in samenspraak met het Rabotheater en Horeca Hengelo. De wethouder zal aansturen op een goed convenant waar alle partijen mee kunnen leven en het in de vorm van een ontheffing ruimtelijk vastleggen. De heer Fens (VVD) geeft aan dat het landelijk beeld is dat er koffie en eventueel een glaasje geschonken wordt. De heer Fens vraagt of de wethouder er al zicht op heeft dat er in Hengelo een uitzondering wordt gemaakt. De heer Van Grouw (SP) vraagt of het zo is dat als partijen er in Hengelo onderling uitkomen Horeca Nederland niet meer zal procederen. De heer Winter (PvdA) geeft aan dat er misschien kansen zijn om in de breedte afspraken te maken tussen Rabotheater en Horeca zodat het elkaar kan versterken. Mevrouw Veneberg (D66) vraagt of het ook onderdeel gaat uitmaken van de Horecavisie. Wethouder Mulder geeft aan dat het landelijk beeld wisselend is. Er zijn schouwburgen die horeca als onderdeel van hun exploitatie hebben. Dit wordt ook door de Koninklijke Horeca Nederland geaccepteerd. Het is zo dat de Koninklijke Horeca Nederland afdeling Hengelo het beroep heeft aangetekend. Op dit moment is de gemeente in gesprek met partijen om er een goed compromis uit te halen. De wethouder verwacht er in goede overeenstemming uit te komen. * Wethouder Ten Heuw geeft aan dat er gestreefd wordt naar een zo groot mogelijk draagvlak onder de horecaondernemers. De inzet is een zo groot mogelijk evenwicht tussen aan de ene kant de activiteiten van het Rabotheater en aan de andere kant de activiteiten van de reguliere horeca. Het krijgt een plek in de Horecavisie. Er zijn meer accommodaties in Hengelo die horeca-achtige activiteiten hebben die aanschurken tegen reguliere horeca activiteiten. Dit zal in de Horecavisie geduid moeten worden. * Op 8 november is er overleg geweest met minister Donner. Conclusie is dat het beleid om twaalf concentratiepunten voor Rijksgebouwen aan te wijzen van tafel is. In plaats hiervan wordt er gesproken over 59 steden in Nederland die op dit moment Rijksgebouwen herbergen en die dat ook in de toekomst zullen blijven doen. Hengelo en Enschede staan op die lijst. Belangrijker is dat de provincies een belangrijke rol krijgen toebedeeld om in overleg met gemeenten te komen tot provinciale masterplannen waarin wordt beschreven welke gebouwen op welke manier in de provincie een plek krijgen. In de masterplannen zal worden aangegeven welke functies voor welke regio`s van belang zijn. De gehele beweging wordt ingezet door BZK om structureel 70 miljoen te bezuinigen. De wethouder is op 7 december bij de provincie geweest om een eerste aanzet aan het masterplan te geven. Het is de bedoeling dat het masterplan voor Overijssel binnen vijf á zes maanden bij de minister op tafel ligt. Op het moment dat er een concept is zal de wethouder aangeven hoe Twente hierin staat. *Wethouder Lievers meldt dat op 6 december een brief in het college is besproken en ook naar de raadsleden is gezonden over de samenwerking tussen de HSV en `t Heem. In de brief wordt aangegeven wat de consequenties zijn en wat de volgende stappen zijn. * In het college is ook een verzoek geweest aan de IBR commissie om de raad verder bij te praten over de routing ten aanzien van de huisvesting c.q. herhuisvesting van een aantal basisscholen. Het onderzoek betreffende samenwerkingsmogelijkheden is inmiddels afgerond. Er wordt nu gekeken wat de huisvestingsconsequenties zijn. De wethouder wil graag in januari de raad verder bij praten. * Hengelo heeft van het Rijk geld gekregen voor een sport en leercentrum tegen het FBK stadion aan. Dit moet gaan gebeuren in het hoofdgebouw. In de afgelopen weken is de wethouder in overleg getreden met MPM, FC Twente en FBK. De wethouder is met de partijen tot overeenstemming gekomen. Dit moet nog wel worden bekrachtigd door de ledenraad van MPM en de raad van commissarissen. Zodra de wethouder akkoord heeft gekregen van de partijen zal hij de raad uitgebreid informeren. Er spelen nog een aantal andere ontwikkelingen rond het FBK terrein. De tennisvereniging heeft aangegeven een aantal velden ter beschikking te willen stellen c.q. te willen verhuizen. FC Twente heeft een aantal ambities. De handbalclub heeft een aantal ambities. De wethouder heeft alle ambities in kaart gebracht en is bezig er concrete plannen voor te maken. De wethouder hoopt dat hij in januari het plan zo ver heeft uitgewerkt dat het aan de commissie kan worden gepresenteerd. * De wethouder meldt dat de begroting van Primato binnen is. De begroting wordt op 20 december in het college behandeld net als de begroting van het OSG. Zodra het college een besluit heeft genomen komt het via de reguliere weg naar de commissie. * Hengelo heeft het jeugdjournaal gehaald in het kader van het wakzwemmen.
Gemeente Hengelo Commissie Sociaal, d.d. 7 december 2011
2/14
6.
Actualiteiten en vragen van de commissie De heer Vis (CDA) geeft aan dat op 1 december de bibliotheek Hengelo heeft meegedeeld dat hun vestiging Kulturhus Hasselo in week 52 gesloten zal zijn. Reden is dat het Kulturhus op die datum gesloten zal zijn. Het is de eerste keer dat het Kulturhus tussen Kerst en Nieuwjaar gesloten is. Dit is het gevolg van een krap budget en een tekort aan personeel. De heer Vis vindt het jammer dat de bibliotheek in deze week gesloten zal zijn. Het is jammer voor de inwoners van de wijk die er alles aan hebben gedaan om de bibliotheek in het Kulturhus te handhaven. De heer Vis vraagt of er door de gemeente afspraken zijn gemaakt met het Kulturhus en de bibliotheek ten aanzien van openingstijden en zo ja wat is dan de mogelijkheid is om de bibliotheek in Hasseler Es toegankelijk te houden. Wethouder Mulder geeft aan dat er contact is opgenomen met het Kulturhus en de bibliotheek. Het initiatief om te sluiten gaat uit van het Kulturhus omdat men erg weinig drukte verwacht in de periode tussen Kerst en Oud en Nieuw. Het is besproken met de bibliotheek. Aan de bibliotheek is aangeboden om te zorgen voor open en dicht als de bibliotheek er voor kan zorgen dat er twee medewerkers van de bibliotheek aanwezig zijn. Het lukt de bibliotheek niet om een tweede medewerker daarvoor vrij te maken. De bibliotheek zit geen andere optie dan ook in die week te sluiten. Ter compensatie wordt de klanten een langere uitleentermijn aangeboden en kunnen de klanten meer media tegelijkertijd lenen. Het is niet met de gemeente van te voren overlegd. De wethouder weet niet of het structureel gaat worden. De wethouder vindt het wel een punt dat op de agenda van de beide organisaties moet worden gezet om te kijken of het in de toekomst kan worden vermeden. De wethouder weet niet hoe de sluiting naar de wijk is gecommuniceerd en zal nagaan of dit genoegzaam bekend is gemaakt.
7.
Nota Wijkeconomie Hengelo 2012-2015 (11G201857) De heer Limburg is inspreker bij dit onderwerp. De bijdrage van de heer Limburg is integraal in het verslag gevoegd: Door Han Limburg. Lid Bewonersoverleg Nijverheid, Natuur en Milieuraad. Reden Waarom ik het woord vraag. Gisteren stonden de cijfers over failliete bedrijven en het aantal verloren banen in de krant. Vandaag: Zeer modem bedrijf in Haaksbergen dat er aan is gegaan. Weer met velen die hun baan verliezen. Het wordt moeilijk voor velen. Was ooit zelf ZZP’r. Het is mij niet gelukt dit vol te houden. De zeer goede sociale wetten maakte het niet noodzakelijk genoeg. Heb toen gratis mijn diensten aangeboden bij: Innovatiecentrum, Bewonersoverleg en Natuur Milieu raad. Beloning: sociaalcontact. Interessante dingen meemaken. Bij het lezen van: Nota wijkeconomie komen vele ideeën en opmerkingen naar boven.Dit thema is ook steeds ter sprake geweest bij de bijeenkomsten voor het Wijkperspektief dat tot het wijkplan Wildrinkshoek moest leiden. De sterk toenemende werkeloosheid maakt actie urgent. Daarom bemoei ik me ermee.Wat is er nodig om bestendig te kunnen ZZP’n: (Dit is slechts een deel van de problemen die er zijn) *Markt. Je moet wel iets doen dat men wil betalen. Hoe kom je aan opdrachtgevers. Vroeger ging dit op een beurs. Nu op prikbord, internet, mond op mond, verenigingsleven etc. Dit moet en kan de gemeente stimuleren, wijkbladen rubriek laten opnemen, collectieve advertenties, markten faciliteren. De Esrein markt is een dergelijk grote stimulans. Mensen toestaan met kraampjes te staan op evenementen, op de markt en dat voor weinig geld. Zo krijg je bekendheid en klanten. Gezien in ontwikkelingslanden, zo kom je aan inkomsten! *Werklocatie. In de nota wordt de “garage” als werkplaats genoemd. Leuk als je slechts een schuurtje achter je huis hebt. In de buurt de Nijverheid liggen de straten ver uit een omdat de bewoners vroeger hun eigen aardappels en groente wilden verbouwen. Zorg dat deze huizen ook aan de achterzijde met auto goed bereikbaar zijn. Er is één eigenaar en dus eenvoudig te regelen! Dan zijn die bijna 100 jaar oude woningen opeens zeer geschikt voor ZZP’rs. Verzamellocaties zijn nuttig maar voor velen te duur en niet geschikt om iets uit te proberen, lawaai te maken als je iets maakt, moeilijk als je iets wil uitvinden en geen pottenkijkers kan gebruiken. Het is simpel en niet duur te realiseren. Deze huizen worden ook veel waardevoller! *Financiering. Mensen die hun baan kwijt raken zijn meestal ook financieel in de problemen. Lopende uitgaven stop je niet zo snel en je moet ook verder leven. We geven elders in de wereld Micro-Krediet, misschien moet dit ook hier gebeuren. Misschien plannen die goed in elkaar steken belonen met een lening op zachte voorwaarden. Bijstand kost ook geld. * Communicatie . Waarom loopt het glasvezelnet tot grote kasten, her en der in de buurten. In andere steden en dorpen tot aan de voordeur. Pagina grote advertenties! Snelheid is een van de voorwaarden voor succesvol gebruik van internet communicatie en de basis van veel activiteit en zaken doen. Waarom wordt dit niet tot prioriteit verheven. Internet is een grote bron van kennis, ook hier speelt snelheid een grote rol. Besturing van productie. Werkvoorbereiding. Ook hier kans voor ZZP! *Kennis. Door het steeds gezonder ouder worden is er een zeer groot reservoir van kennis aanwezig en beschikbaar in een stad als Hengelo. Maak hier gebruik van! Het is toch normaal dat je wat terug doet voor de AOW die door de werkende opgebracht wordt. Het zou goed zijn als er een discussiegroep wordt gevormd die het probleem ZZP en hoe hier mee verder onder de loep gaat nemen. Het is een te belangrijk probleem om dit over te laten aan alleen de politiek en de overheid. Han Limburg Laurastraat 17 Hengelo.O . T:074 29 129 63;
[email protected]
Gemeente Hengelo Commissie Sociaal, d.d. 7 december 2011
3/14
Mevrouw Luttikholt (PvdA) maakt een compliment over de positieve nota. Het toevoegen van een afwegingskader staat wat de PvdA-fractie betreft misschien wel op gespannen voet met het verminderen van administratieve lasten. Mevrouw Luttikholt vraagt hoe de ROZ hier mee om gaat. Welke regels worden geschrapt bij toevoeging van een nieuw toetsingskader. Hoe vinden ondernemers hun weg in het woud van regels. Is het mogelijk om doorlooptijden van aanvragen te verkorten. Mevrouw Luttikholt vraagt of de wijk een logisch schaalniveau is. Zijn er alternatieven zoals buurt- of stedelijk niveau. Mevrouw Luttikholt begrijpt het wijkgericht inzetten van de ondernemersfactory niet. Waarom moet het wijkgericht zijn en niet gericht op bijvoorbeeld het versterken van elkaars ondernemer zijn. De heer Theunissen (GroenLinks) vindt het een prima visie. Dit geldt ook voor de uitgangspunten die goed aansluiten bij de sociale doelstellingen van de gemeente Hengelo. De heer Theunissen is een groot voorstander van de ondernemersfactory. Het vormgeven van werkgelegenheid en vitale wijken past heel goed bij elkaar en zouden communicerende vaten moeten zijn. De heer Limburg heeft een aantal goede suggesties gegeven. GroenLinks ondersteunt de visie van de nota. Mevrouw Zenginoglu (BurgerBelangen) geeft aan dat wijkeconomie essentieel is voor het benutten van de potentie van de wijk en haar bewoners. De aangegeven manier van monitoren maakt het evalueren en bijsturen van projecten toetsbaar. Communicatie met belanghebbenden is altijd essentieel. De nota is helder en duidelijk van opzet. Met betrekking tot het bureauonderzoek vraagt mevrouw Zenginoglu zich af dit werkelijk toetsbaar is omdat het invullen door de ondernemers vrijblijvend is. Mevrouw Veneberg (D66) onderschrijft de doelen in de nota en vindt het behoud van de leefbaarheid in de wijk van belang. Het is prima dat er een afwegingskader ontwikkeld wordt waaraan aanvragen getoetst kunnen worden met betrekking tot verkeer en overlast aantrekkende werking. D66 ondersteunt de aan huis gebonden beroepen. Mevrouw Veneberg vraagt, hoe de bestemmingsplannen zodanig kunnen worden gewijzigd, dat de aan huisgebonden beroepen mogelijk worden. Het is prima dat de aanpak van leegstaande panden in de wijk benoemd is. Vraag is hoe dit wordt aangepakt. Internet wordt gebruikt om kleinschalige locaties in beeld te brengen. Vraag is of dit ook geldt voor opslaglocaties. Digitalisering is nadrukkelijk benoemd in de Sociale visie. D66 vindt het van belang om dit in te zetten. Mevrouw Veneberg vraagt of er al initiatieven zijn in het land als het gaat om subsidies.Bij trends wordt aangegeven, dat mensen elkaar willen ontmoeten. De functie van bijvoorbeeld bibliotheek, café`s, speeltuinen neemt toe. Aangegeven wordt dat hier rekening mee moet worden gehouden. Mevrouw Veneberg vraagt wat hiermee wordt bedoeld en welke concrete acties er op dit punt te verwachten zijn. Mevrouw Veneberg vraagt of het reëel is dat pandeigenaren mee willen doen aan het mogelijk maken van flexibele huurcontracten, kleinschalige huisvesting in de wijken en in hoeverre de gemeente flexibel kan zijn in het omvormen van leegstaande locaties in kleinere units. Mevrouw Veneberg wil horen hoe de raad geïnformeerd gaat worden over deze zaken en wanneer de uitwerking aan de raad wordt voorgelegd. De heer Van Grouw (SP) vindt dat er een goede nota voorligt. Er staan drie prima indicatoren in de nota. De heer Van Grouw zou het prima vinden dat de nota wordt afgesloten met een aantal punten waarover jaarlijks wordt gerapporteerd. De functiemenging is heel belangrijk. Ook het op een goede manier behouden van de bedrijfslocaties die er zijn is prima. Dit geldt ook voor het aanpakken van de leegstand. De heer Van Grouw deelt de zorg van mevrouw Veneberg over hoe dit moet worden aangepakt. Iedereen onderkent het belang van de vindbaarheid van kleinschalige huisvesting. De heer Van Grouw vraagt de wethouder of dit kan worden uitgewerkt. Aangegeven moet worden wie er achter de ruimtes aangaat. De accountmanager moet richting de wijken gaan. De heer Van Grouw vraagt dit niet alleen voor het accountmanagement. Er zijn meer ondersteunende diensten die er ook aan bij moeten dragen. Het accountmanagement speelt een centrale rol en moet andere afdelingen benoemen. Naar aanleiding van de opmerking van mevrouw Veneberg met betrekking tot de ondernemersfactory en het samenwerken over de wijken heen merkt de heer Van Grouw op dat dit heel goed kan. De heer Van Grouw denkt dat het heel krachtig is in een wijk als twee bedrijven in een buurt kunnen samenwerken. Er moet eerste gekeken worden of dit kan worden ontwikkeld. Ter interruptie: Mevrouw Luttikholt (PvdA) is het in principe eens met de heer Van Grouw alleen moet er wel worden opgepast dat je anderen niet vergeet. De heer Van Grouw (SP) kan zich vinden in de opmerking van mevrouw Luttikholt. In hoofdstuk twee wordt iets gezegd over plekken om te ontmoeten. De heer Van Grouw kan zich hier geen voorstelling bij maken en vraagt een toelichting op dit punt. De heer Alkema (ChristenUnie) vindt dat er een goede nota ligt. Hij vraagt of ROZ (Regionale Organisatie Zelfstandigen) en H164 samenwerken en of andere gemeenten in het kader van de Gemeente Hengelo Commissie Sociaal, d.d. 7 december 2011
4/14
bezuinigingen ook het ROZ gaan korten. Op pagina 4 wordt gesproken over samenwerking met partners. De heer Alkema vraagt hoe dit gestalte gaat krijgen. De heer Alkema vraagt welke belemmeringen voor de aan huis gebonden beroepen moeten worden weggenomen. Op pagina 12 worden percentages aangegeven. De heer Alkema vraagt of in een volgende nota de percentages kunnen worden vervangen door getallen. Dit geeft veel meer duidelijkheid. De voorzitter geeft aan dat technische vragen voorafgaand aan de vergadering moeten worden gesteld. Het gaat hier om het politieke debat. De heer Van Wakeren (Pro Hengelo) vindt de nota een helder geschreven stuk. Er is sprake van duidelijke ambities met duidelijke doelen waarbij de acties worden benoemd. Het ROZ krijgt in de nota op een aantal plaatsen een heel prominente rol. Pro Hengelo is van mening dat er taken zijn van het ROZ die ook door andere marktpartijen kunnen worden uitgevoerd. De heer Van Wakeren vraagt of er aansluiting kan worden gezocht bij andere marktpartijen en waarom er zo eenzijdig wordt gefocust op het ROZ. De heer Vis (CDA) sluit zich aan bij de vorige sprekers. Het is een goed leesbaar, compact en over het algemeen duidelijk visiedocument. Het is goed om de relaties met de andere zes nota`s en visies aan te geven. De doelstellingen zijn duidelijk. De heer Vis sluit zich aan bij de suggestie van de heer Van Grouw om in ieder geval indicatoren toe te voegen. Het gaat om het vergroten van kleinschalige ondernemingen die in de woonwijkomgeving succesvol van de grond kunnen komen. Dus het wegwerken van bottlenecks. Dit betekent bijvoorbeeld het versoepelen van de mogelijkheden om garages als werkruimtes in te richten maar ook versoepeling van de mogelijkheden om bepaalde beroepen in een woonomgeving te mogen uitoefenen. Een ruimschalige menging van wonen en werken. Het CDA is voorstander van ontbureaucratisering maar dit moet wel op een acceptabele manier gebeuren. Het is goed dat een van de actiepunten het ontwikkelen van een afwegingskader is. Het is logisch dat het nieuwe afwegingskader wordt toegevoegd aan de beleidsregels mogelijkheden afweging bestemmingsplan. In de visie wordt opgemerkt dat bijna de helft van de thuiswerkende zelfstandig ondernemers behoefte heeft aan een werkplek buitenshuis. Voor deze mensen zou een kleinschalige, laagdrempelige werkplek in de wijk een uitkomst kunnen zijn. De heer Vis stelt dat er ook gekeken moet worden naar de inzetbaarheid van gemeentelijk maatschappelijk vastgoed. De heer Vis vraagt of er ook wordt gekeken naar de additionele inzetbaarheid van de grote wijkcentra. De heer Vis geeft aan dat het van groot belang is om te weten welke mogelijkheden Welbions ziet in het faciliteren van het ondernemerschap in hun eigen huurpanden. De CDA-fractie vindt het vanzelfsprekend om de wijk in een vroeg stadium bij de ontwikkelingen te betrekken. Een belangrijk punt voor de ondernemers is de communicatie met en de vakkundige ondersteuning door de gemeente bij voorkeur via één loket. Het idee om accountmanagement voor de bedrijven in de wijk te intensiveren is uitstekend. Voor een beginnend ondernemer is het snel krijgen van de vereiste vergunningen vaak een belangrijk punt. Ander punt is dat de visie wordt gebruikt in het kader van de sociale economie zoals beschreven in de nota Sterker aan het werk. Voorbeeld is de ondernemersfactory en de andere activiteiten die door ROZ worden genomen, met name die activiteiten om beginnende ondernemers te ondersteunen. Deze twee invalshoeken hoeven elkaar niet te bijten. Bij de uitvoeringenprogramma`s is het voor de partners wel van belang te weten in welk kader zij bij de uitvoering betrokken zijn. Het lijkt de CDA-fractie raadzaam om bij de uitwerking van de visie in het uitvoeringsprogramma een duidelijk onderscheid te maken tussen deze twee invalshoeken. Ten aanzien van het uitvoeringsprogramma ligt voor de CDA-fractie de prioriteit bij de eerste categorie: de zelfstandige ondernemers. ROZ doet al veel voor de tweede categorie. Deze categorie kan in een later stadium als zij zelf ondernemer zijn geworden profiteren van de ervaringen die zijn opgedaan met de eerste categorie. De heer Vis vraagt of het mogelijk is om het concept uitvoeringsprogramma te bespreken voordat het in zijn definitieve vorm verschijnt. De heer Fens (VVD) stelt dat de nota een goed overzicht geeft van de situatie zoals die er nu voorstaat. Er is nogal wat leegstand in Hengelo. De heer Fens heeft het idee dat het college wat betreft bestemmingsplannen wat soepeler is geworden. Dit lijkt de heer Fens een veranderd politiek standpunt. Graag een toelichting van het college op dit punt. De heer Fens sluit zich aan bij mevrouw Luttikholt daar waar zij vraagt hoe ondernemers de weg vinden in het woud van regels. Het ROZ verricht uitstekend werk voor startende ondernemers. Vraag is wel waar de grens van de hulp ligt. De heer Fens vraagt hoever blijvend inzetten van hulp gaat. Er zijn in Hengelo diverse particuliere ondersteuningsbedrijven en die komen wat in de knel. Wethouder Ten Heuw geeft aan dat het gaat om een visie document waarin de grove lijnen worden weergegeven waar het college met wijkeconomie naar toe wil. Er zijn twee zaken te onderscheiden. Het ondersteunen van ondernemers enerzijds en anderzijds de fysieke belemmeringen die er zijn in een wijk om aan het ondernemerschap vorm te geven. Verder is de nota uitgebreid met een aantal acties. Het college moet nog met de raad in gesprek over de Gemeente Hengelo Commissie Sociaal, d.d. 7 december 2011
5/14
programma`s en prestatie-indicatoren die aan programma`s worden gegeven. Dit zijn de vijf programma`s die in het begin staan en de vijf facetprogramma`s, het aantal indicatoren zal beperkt zijn. Ter interruptie: De heer Van Grouw (SP) is van mening dat bij iedere beleidsnota aangekaart moet worden hoe een en ander gevolgd gaat worden. Er moet gemonitord kunnen worden of het goed gaat en als dit niet het geval is wat dan de oorzaken kunnen zijn. Wethouder Ten Heuw concludeert dat de heer Van Grouw aangeeft dat als de houdbaarheid van de nota is afgelopen het helder moet zijn op welke indicatoren jaarlijks en aan het eind te zien is wat het beleid heeft opgeleverd zodat het kan worden betrokken bij de bijstelling of actualisatie van de nota. De wethouder geeft toe dat dit niet zo helder in het raadsvoorstel is opgenomen. De wethouder zegt toe drie punten te benoemen. Functiemening is het meest prominente onderdeel van de nota. Zonder functiemening geen wijkeconomie. Bij wijkeconomie liggen kansen voor groei. Met name voor bedrijven die uitgroeien tot meer dan de ZZP`er. Gevraagd is hoe er wordt omgegaan met het afwegingskader. In het afwegingskader wordt aangegeven wat de grens is voor wat er mogelijk is. Er worden daarmee niet nog meer regels toegevoegd. Het instrument voor het college om af te wijken van de regels is al een bestaand beleidskader. Wat wordt toegevoegd is een paragraaf over hoe er wordt omgegaan met functiemenging als er combinatie moet komen tussen wonen en werken. Door het toevoegen van de paragraaf wordt het soepeler op het gebied van de functiemenging. Hengelo heeft al een vrij uitgebreid afwegingskader waarbinnen ontheffingen kunnen worden gegeven en daar wordt nu een paragraaf aan toegevoegd. Op pagina 10 van de nota wordt heel duidelijk aangegeven wat de belemmeringen op dit moment zijn voor de aan huisgebonden beroepen. Er mag naar 40m² worden gebruikt, een derde deel van de woning tot een maximum. In de praktijk blijkt dit wat te beperkt. Wat betreft het aanpakken van de leegstand is het zo dat als dat werkelijk moet worden aangepakt er geld nodig is. Het college is op dit moment niet van plan om geld vrij te maken om een stimuleringsfonds op te richten. Het is wel een onderwerp dat heel breed in de belangstelling staat. De wethouder kan zich voorstellen dat er vanuit de provincie of het Rijk subsidiepotten komen om iets te gaan doen. De afdeling Projecten en subsidies wordt heel nadrukkelijk in beeld gebracht om te kijken wat hier de mogelijkheden zijn om extern geld aan te trekken. Dit moet vaak tripartiete worden gedaan en dat wil deze nota ook uitstralen. De vindplaats van kleinschalige huisvesting geldt ook voor opslaglocaties. Het college heeft aangegeven een overleg te willen met alle pandeigenaren van leegstaande panden en RO om te bekijken wat er allemaal mogelijk is. Vaak blijven mensen hangen in de bestemming die er is. De eigenaar zal moeten investeren in veranderingen zodat de mogelijkheden om het pand te verhuren wordt vergroot. Op sommige locaties zal hiervoor een wat actievere regierol van de gemeente nodig zijn. De gemeente gaat niet investeren in de transformatie van de panden. Dit is een verantwoordelijkheid van de eigenaar zelf. Ook hier geldt dat de gemeente maximaal wil meewerken aan gunstige functiewijzigingen die het pand een andere invulling geven. De wethouder kan zich voorstellen dat ook pandeigenaren er rechtstreeks belang bij hebben om zichtbaar te zijn op een website en samen met de gemeente vorm willen geven aan een website. Er liggen kansen om in bijvoorbeeld in de grotere Wijkwelzijnsorganisaties plekken in te richten waar ZZP`ers uit de wijk kunnen werken. Het CDA ziet een tegenstelling tussen aan de ene kant het accountmanagement van de afdeling EZ en aan de andere kant het begeleiden van mensen die uit een uitkering komen richting ondernemerschap door het ROZ. De wethouder is van mening dat het complementair is. Ter interruptie: De heer Vis (CDA) geeft aan dat hij het niet ziet als een tegenstelling maar als twee aparte aandachtgebieden die best in elkaars verlengde kunnen liggen. De wethouder stelt dat de beide aandachtsgebieden inderdaad in elkaar verlengde kunnen liggen. Er zit ook een bepaalde overlap in. De nota is een samenspel van EZ en het ROZ. Het ROZ is een afdeling van de gemeente Hengelo. Het ROZ heeft wel een soort centrumfunctie ten opzichte van andere gemeenten. In het woud van regels worden de ondernemers geholpen een weg te vinden door de laagdrempelige voorzieningen zoals de accountmanager van EZ en het ROZ. Het blijvend inzetten op een breed pakket moet worden gelezen als het blijven inzetten op de ondersteuning van ZZP`ers. Dit is een dynamisch verhaal. Er stromen mensen uit. Mensen hebben soms minder behoefte aan voorzieningen. Het college blijft inzetten op het brede scala. Meestal is de ondersteuning na een jaar of twee niet meer nodig. Er is wel veel behoefte bij ZZP`ers aan een vorm van netwerk om als ZZP`er gekend te worden maar ook om vragen en bevindingen met elkaar te delen. Ter interruptie: De heer Fens (VVD) vraagt wie aangeeft wanneer de begeleiding moet stoppen. Wethouder Ten Heuw vindt het prima als de raad een keer apart over het ROZ wil praten. In de eerste twee drie jaar kunnen startende ondernemers gebruik maken van de kennis en ervaring van ervaren ondernemers. Het werpt zijn vruchten af. Het is een stuk investering in de toekomst. Het traject duurt maximaal 3 jaar. De ondernemersfactory is een intensief begeleidingstraject om zo goed mogelijk, mogelijk te maken dat mensen succesvol een bedrijf starten. Het is ook mogelijk dat er per branche geschakeld wordt. Voor de ondernemersfactory heeft het college extern geld aangetrokken via subsidie van de provincie om de eigen begroting te ontlasten. Voor Gemeente Hengelo Commissie Sociaal, d.d. 7 december 2011
6/14
de provincie geeft het een stukje vernieuwend inzicht. Twee tot drie keer per jaar wordt er een ZZP café georganiseerd. Sommige ondernemers vinden het plezierig om op het niveau van hun wijk bij elkaar te komen. De heer Van Grouw (SP) vraagt of het in de nota iets explicieter kan worden gemaakt dus aangeven dat het maatschappelijk vastgoed wordt ingezet. Wethouder Ten Heuw antwoordt dat zij aanbodgericht te werk wil gaan. Er is geïnventariseerd waar behoefte aan is. Het college wil het eerst oppakken in wijken waarvan bekend is dat er veel ZZP`ers zijn en waarvan bekend is dat een aantal behoefte heeft om bij elkaar te komen. ROZ en H164 zitten in hetzelfde pand aan de Enschedesestraat. In november heeft de raad de nota Herontwerp vastgesteld. In deze nota is een paragraaf over het ROZ opgenomen. Hierin is de financiële situatie ten aanzien van het ROZ aangegeven. Het college wil voor het stimuleren van wijkeconomie 150.000 euro blijvend inzetten. Dit wordt met name door het ROZ ingevuld. Het college heeft geen enkele intentie om het bedrag naar beneden bij te stellen. Het ROZ vervult een centrumfunctie. Andere gemeenten kunnen bij de gemeente Hengelo inkopen wat zij in het kader van hun beleid wenselijk vinden. Hier past het ROZ de dienstverlening op aan. Het college is aan het onderzoeken in hoeverre zij het ROZ wil verzelfstandigen. Met Enschede en Almelo worden hierover gesprekken gevoerd. Op het moment dat het college hierover een keuze heeft gemaakt komt het terug in de commissie. Het ROZ vervult als afdeling van de gemeente een prominente rol. Waar mogelijk wordt er met marktpartijen samengewerkt. Tweede termijn Mevrouw Luttikholt (PvdA) stelt dat het ROZ heel hard nodig is. Het werkt om nieuwe ondernemers eerst te begeleiden om vervolgens particuliere voorzieningen het over te laten nemen. De heer Theunissen (GroenLinks) is van mening dat de wethouder de vragen uitstekend heeft beantwoord. Het stuk kan door naar de raad. Mevrouw Zenginoglu (BurgerBelangen) vraagt welke meetmethode er wordt gehanteerd door Bureauonderzoek. Mevrouw Veneberg (D66) vraagt of de gemeente iets kan betekenen als het gaat om internetgebruik in ontmoetingsruimten zoals café` s, speeltuinen en bibliotheken waar ZZP`ers. Mevrouw Veneberg vraagt hoe de uitwerkingsplannen gecommuniceerd zullen worden. De heer Vis (CDA) vraagt of het conceptuitvoeringsplan voor vaststelling in de commissie besproken kan worden. Wat is het standpunt van Welbions over het faciliteren als eigenaar van huurwoningen. Wethouder Ten Heuw vraagt zich af of het bespreken van het concept-uitvoeringsprogramma in de commissie veel toevoegt aan de bespreking zoals die nu is gevoerd. De wethouder kan zich voorstellen om tijdens een ZZP café bijvoorbeeld met en in H164 een aantal aspecten uit het uitvoeringsprogramma te lichten en toe te lichten. De nota Wijkeconomie geeft de kaders aan waarmee het college op pad gaat. Met wethouder Lievers gaat wethouder Ten Heuw bekijken hoe het maatschappelijk vastgoed een plek gegeven kan worden. De heer Vis (CDA) geeft aan dat het hem met name gaat om de uitbreiding van de ruimtelijke fysieke regels. Dus inpassing in het bestemmingsplan. De vraag is dus welke ruimte er gegeven gaat worden.Wethouder Ten Heuw doet het aanbod om invulling te geven aan het bovengenoemde voorstel om tijdens een ZZP café nader in te gaan op een aantal aspecten van het uitvoeringsprogramma. De indicatoren die er staan zijn allemaal factoren die de gemeente kan meten. Hiervoor hoeven geen extra inspanningen geleverd te worden. De wethouder zegt toe om de indicatoren aan het raadsvoorstel toe te voegen. 8.
Concept detailhandelsvisie en concept reactienota(11G201913) Dit agendapunt wordt behandeld in de voorgezette vergadering van de commissie Sociaal op 8 december 2011.
9.
Beheer en exploitatie wijkwelzijnsvoorzieningen (11G201308) De heer Van Dam, voorzitter Vereniging van Wijkwelzijnsvoorzieningen, Hengelo is inspreker bij dit agendapunt. De bijdrage van de heer Van Dam is integraal bij het verslag gevoegd: Overzicht interventie bij het Spreekrecht bij agendapunt 9 van de Commissie Sociaal, in vergadering bijeen op woensdag 7 december 2011. Gewezen op het centrale document: brief van B&W van 23 augustus 2011. Ik spreek namens de gehele Vereniging, zo gevarieerd als die is met kleine en grote instellingen. Thans voer ik het woord ter begeleiding van het memo aan wethouder en Raad van 4 december. Vooraf een Sfeerbeeld: veel mensen werken met trots in het wijkwelzijnswerk: honderden Hengeloers voor duizenden Hengeloers. En onder die honderden vrijwilligers zit veel kunde en ervaring. Natuurlijk ontstaat er altijd ook een botsing over geld: altijd krapte, onze afhankelijkheid van overheidsgeld is groot. Het debat over het wijkwelzijnswerk mag niet vastlopen in een debat over geld. Het gaat over sociale waarden, die wij met de politiek vaststellen, geld volgt daarna, komt op het tweede plan. Tot het sfeerbeeld behoort ook meegaan met de maatschappelijke ontwikkeling: meegaan met dynamiek, nieuwe tijden en nieuwe vormen. Daarop willen wij niet angstvallig reageren. In de dynamiek, ook neergelegd in de brief van 23 augustus, willen wij meegaan: Andere relatie met Scala, met het WGI gaan wij graag mee.
Gemeente Hengelo Commissie Sociaal, d.d. 7 december 2011
7/14
-
-
-
Andere taken: wij stellen ons (zie ons memo aan de Raad) in op WMO-taken in onze accommodaties. De wetsgeschiedenis van de WMO was moeizaam, de gemeentelijke praktijk overal in het land is dat eveneens. Wij willen daarvan het nodige zien waar te maken. Andere opbouw van ons werk. Dat is veelvormig, van formele en grootschalige activiteiten in programma’s tot de kleinschalige informaliteit met allerlei hulp en ontmoeting. De kleinschaligheid was een toon, die in de krant over de Sterrentuin goed was verwoord. Onderlinge afstemming tussen instellingen kan beter worden, meer samenhang en uitwisseling van personeel zijn haalbaar.
Aan veranderingen in de brief van 23 augustus zitten ook “rafelranden”, die overleg over invulling, reparatie en afhechting noodzakelijk maken: Aan het WGI zitten de nodige onzekerheden vast, zoals detachering en de geleidelijke losmaking van het personeel van hun vaste plaatsen. Voor de opvolging van de zgn. Fitis-regeling voor assistenten is nog geen nieuwe regeling gemaakt. Ik vertegenwoordig grote en kleine instellingen. Aan de kleine instellingen zijn veel sympathieke woorden gewijd in de afgelopen maanden, ook in de Raad. Ik wil dringend wijzen op de met het memo meegeleverde cijfers, veel in ROOD. Als de wethouder zegt, dat hij de kleine instellingen niet zal sluiten, is onze wedervraag: kunnen alle instellingen 2012 overleven, gelet op de rode cijfers? De start van het WGI gaat niet goed met deze “molensteen om de nek”. De positie van de besturen ten opzichte van een aantal nieuwe zaken in de koers van de gemeente is niet duidelijk. Sommige besturen ervaren dat als stank voor dank. Nu toch over geld: de opening van de brief van 23 augustus met de aanleiding, dat er “keer op keer exploitatietekorten” zijn is bij het ontbreken van verdere analyse, specificatie en historische kaders tendentieus. Er zijn geen knoeiers in de besturen, geen primitieve penningmeesters zonder overzicht etc., er wordt zuinig bestuurd. Een belangrijk deel van de oorzaken zit in de stapeling van door de gemeente opgelegde kortingen op subsidies, zie de tabel. Bezinning op de aard van de exploitatietekorten raden wij de gemeenteraad dringend aan. Wij hebben geleidelijkheid van verandering nodig, ook een open mind en open overleg om het draagvlak bij alle dynamiek niet kwijt te raken. Ons beeld van de toekomst is een drieledig overleg met wethouder en Raad: over vernieuwing, over doelen en sociale waarden, over geld. Dat is de volgorde: geld na doelen en stukken vernieuwing. Een opmerking over de voorbereiding van dit debat: aan de Commissie is meegestuurd het Plan van Aanpak van november 2010: dat heeft de wethouder op 28 april 2011 terzijde geschoven. Aan de stukken ontbreekt het memo van het Algemeen Bestuur van 2 september 2011 in antwoord op de brief van B&W van 23 augustus. Voorts ontbreekt een interne gemeentelijke notitie van 28 september die veel verder gaat dan de brief van 23 augustus. Deze selectieve manier van het informeren van de Raad vinden wij niet passend. Hans van Dam, voorzitter Vereniging van Wijkwelzijnsvoorzieningen, Hengelo.
De heer Rikkerink (VVD) meldt dat op 23 augustus 2011 het college door middel van een brief de raad op de hoogte gesteld van de toekomst en beheer en exploitatie van de wijkwelzijnsvoorzieningen. De brief geeft uitvoering aan het KPMG rapport van 2009 over problemen in het welzijnswerk. Het rapport spreekt van problemen op een viertal terreinen: Beheer. Exploitatie van maatschappelijk vastgoed. Subsidierelatie. Werkgeversinstituut. Er is een relatieve leegstand in de wijkwelzijn accommodaties. Men wil dit tegengaan door de activiteiten te concentreren in de grotere wijkcentra. Dit heeft gevolgen voor het beheer. Er komt een stedelijk facilitair wijkwelzijnsoverleg. Subsidies voor beheer en programmering en bedrijfsvoering zullen op termijn via het facilitair overleg worden verdeeld. De VVD-fractie is voorstander van het werkgeversinstituut. Het is goed dat het college het voortvarend heeft opgepakt. Keuze moet worden gemaakt tussen Scala en SWB Fitis.. De heer Rikkerink vraagt of dit een goede partij is als er breder wordt gegaan naar ook Crea en muziekschool. Er kan maar een keer van start gegaan worden en dat moet goed zijn. De VVD-fractie vindt dat er goede stappen worden gezet. Belangrijk is de communicatie richting bestuurder. De VVD-fractie heeft wat moeite met de verandering voor de kleine vier partijen. De Nijverheid, De Jeugd, Weidedorp en De Tempel. De VVD-fractie is bang dat deze tussen wal en schip gaan vallen. Als het beheer en subsidie wordt weggehaald dan is het voor deze vier een sterfhuisconstructie. De heer Rikkerink geeft aan dat er in deze commissie alles aan moet worden gedaan om `t Geerdink te behouden. Mevrouw Muller (CDA) stelt dat met het besluit van het college de kleine wijkwelzijnsinstellingen de dupe dreigen te worden. Dit is met name zo omdat de concentraties van de subsidiegelden worden gericht op de grote wijkwelzijnsinstellingen. De CDA-fractie vindt dit een verkeerd signaal richting kleine wijkwelzijnsinstellingen die met relatief weinig geld veel voor hun buurt betekenen. De CDA-fractie vindt dat vrijwilligersorganisaties sportverenigingen en mantelzorgers ontzien moeten worden bij de bezuinigingen. De kleine organisaties vormen het cement van de wijk. Misschien kan er in het kader van de Wmo wat worden gedaan voor de kleine wijkwelzijnsvoorzieningen of eventueel het buurt ondernemerschap daar onder te brengen. De
Gemeente Hengelo Commissie Sociaal, d.d. 7 december 2011
8/14
CDA-fractie staat niet negatief tegenover het WGI. De zeggenschap moet wel blijven bij de besturen van de wijkwelzijnsinstellingen. De heer Van Wakeren (Pro Hengelo) stelt dat het college de problemen benadert vanuit het aanbod denken. Er zijn teveel wijkwelzijnsaccommodaties. Dat kost te veel geld en dus moet de financiële aandacht beperkt blijven tot enkele. Aan de vraagkant wordt volledig voorbij gegaan. Waarom is de bezetting van de wijkwelzijnsaccommodaties te laag. Sluiten de aangeboden voorzieningen aan bij vraag van de wijk of de buurt en wordt er niet gekeken naar de problemen in de wijk of buurt of de aanwezigheid van doelgroepen. Het bestaande vastgoed wordt als uitgangspunt genomen en van daaruit worden de veranderingen gepland. Volgens Pro Hengelo kunnen de mensen hieraan onmogelijk de bevlogenheid ontlenen die de basis is voor een succesvol veranderingstraject. Dit is jammer. Pro Hengelo adviseert en vraagt het college om eerst een grondige analyse te maken van de problematiek van de vraagkant. De waarom vraag moet eerst worden beantwoord. De aanpak van het college is niet motiverend voor het vrijwilligerswerk in de buurt. Vrijwilligerswerk draait alleen bij de gratie van continuïteit met betrekking tot beheer en ondersteuning. Als dit weg valt lost het vrijwilligerswerk op en ontstaat er een hobbylocatie voor enkelingen. Het tweede probleem is dat de subsidieverlening gericht moet zijn op de buurt of de wijk en niet op de accommodatie. Pro Hengelo vindt de voorgenomen maatregelen voorbarig. Dit geldt niet voor het werkgeversinstituut en het bezien van de subsidierelatie. Dit zijn op zich zelf staande onderwerpen. Het instellen van een werkgeversinstituut is een prima maatregel. Het is de vraag of dit SVB moet zijn. Aan deze organisatie wordt ook een rol geven met betrekking tot het aansturen van de medewerkers. De heer Van Wakeren vraagt waarom er niet wordt gekozen voor Scala. Als er voor Scala wordt gekozen dan kunnen alle welzijnswerkers onder dezelfde werkgever vallen. Pro Hengelo heeft het gevoel dat de aanpak voorsorteert op de gehele of gedeeltelijke ontmanteling van Scala. De heer Van Wakeren vraagt de wethouder om aan te geven dat deze vooronderstelling niet juist is. De SVB is minder deskundig op het wijk en welzijnsgebied dan Scala. De heer Van Wakeren vraagt de wethouder om de gemaakte afwegingen in dit licht toe te lichten. De heer Alkema (ChristenUnie) geeft aan dat het hem het meeste raakt dat de besturen vanuit wijkwelzijn de handdoek in de ring willen gooien. De heer Alkema vraagt uitleg op dit punt. De heer Van Grouw (SP) constateert dat iedereen eigenlijk wel op een lijn zit maar dat er toch wel troebeling is. Er is veel onzekerheid, er liggen heel veel uitdagingen en er moet inderdaad iets veranderen. De heer Van Grouw mist in veel gevallen de band met de bewoners. Het is zo dat de activiteiten leidend moeten zijn. Bekeken moet worden of er nog wel behoefte is aan bepaalde zaken. De heer Van Grouw zou het goed vinden als de besturen samen met de gemeente de uitdaging aangaan. Er moet teruggegaan worden naar de bewoners, de gebruikers van de wijkwelzijnsvoorzieningen. Deze cessie kan een goede eerste stap zijn. De heer Van Grouw wil graag van de wethouder horen hoe het verder gaat. Er moet worden gestreefd naar een stukje gezamenlijkheid. De heer Van Grouw denkt dat Fitis wel een hele goede plek is voor het werkgeversinstituut en Scala wat minder. Het gaat om het aansturen van beheerders. Fitis heeft ook een grote relatie met de integratieactiviteiten en de activeringsactiviteiten die de gemeente moet gaan doen. Het moet niet zo zijn dat het werkgeversinstituut onder de besturen van de wijkwelzijnsinstituten moet gaat vallen. Er moet met zijn allen worden gekeken naar waar de beheerders nodig zijn en naar waar men het zelf op kan lossen. Het moet op de een of andere manier centraal worden aangestuurd. De besturen mogen wel zeggenschap hebben in hoe het geregeld wordt maar het werkgeversinstituut moet niet onder de besturen gaan vallen. In de brief van 23 augustus staat dat de huuropbrengsten van de gesubsidieerde activiteitenvoor een belangrijk deel weg zullen vallen. De heer Van Grouw wil dit geconcretiseerd zien met wat voorbeelden. De heer Van Grouw is van mening dat voor het grootste deel van de activiteiten het geen subsidie voor de huur moeten zijn. De heer Van Grouw heeft het idee dat er niet zo veel activiteiten zijn die moeten verdwijnen. Ook de heer Van Grouw maakt zich zorgen over `t. Geerdink. De wethouder zou een gesprek aangaan met `t Geerdink over verschuiving van activiteiten. Vraag is of hier al iets nieuws over te melden is. Gestreefd zal worden naar een clustering van instellingen. Vraag is hoe de wethouder dit ziet en hoe dit organisatorisch een rol gaat spelen. Het gaat om de burgers in de wijken. Daar moet het voor gedaan worden. Mevrouw Uitslag (D66) vraagt zich af of er voldoende vrijwilligers beschikbaar zullen komen. D66 is van mening dat als er over wordt gegaan op vrijwilligers er een goede screening plaats moet vinden. Er wordt gewerkt met kwetsbare groepen: tieners en kinderen. De Tempel heeft een heel andere rol dan de andere speeltuinen omdat het meer een verhuurders rol heeft. Mevrouw Zenginoglu (BurgerBelangen) geeft dat BurgerBelangen van mening is dat er ook in de kleine centra beheer moet zijn in overleg met de zakelijk leider van de WGI. Een beheerder is een vast aanspreekpunt voor de vrijwilligers en bestuur. BurgerBelangen is van mening dat de Gemeente Hengelo Commissie Sociaal, d.d. 7 december 2011
9/14
exploitatie en beheer onder de verantwoordelijkheid van een bestuur kan worden uitgevoerd. De sociale cohesie in de wijken neemt toe door de sociale filialen in de wijken te laten. BurgerBelangen heeft de volgende vragen: Is het duidelijk met hoeveel subsidie de organisaties vanaf 1 januari 2012 rekening kunnen houden. Is bij de organisaties bekend hoeveel uur beheer en wie. Kunnen kleine centra nog op dezelfde manier als nu gebruik maken van bureau Bouwservice. In hoeverre is het WGI qua vorm en inhoud klaar om over drie weken operationeel te zijn. Op pagina 7 staat dat afstemming gewenst is omdat ook in andere instellingen welzijnsactiviteiten plaatsvinden. Mevrouw Zenginoglu vraagt welke instellingen en gebouwen hiermee worden bedoeld. De inventarisatie van maatschappelijk vastgoed is ondanks herhaaldelijke verzoeken nog niet afgerond. Vraag is wat hier de belemmeringen zijn. De heer Theunissen (GroenLinks) kan zich heel goed vinden in de woorden van de heer Van Grouw. De heer Theunissen is het eens met de lijn die in het voorliggende stuk te zien is. Het organiseren gaat over geld en middelen. Wat betreft de samenleving gaat het om de vraag die er achter zit. Dit zijn verschillende dingen. Het is goed om `t Geerdink hier los van te maken. De heer Theunissen sluit zich aan bij de heer Rikkerink en pleit voor de instandhouding van `t Geerdink. `t Geerdink zou buiten de bezuinigingen moeten vallen. Het facilitair bedrijf vindt de heer Theunissen een goed idee vanwege het overzicht en de professionaliteit van het geheel. Hierdoor worden de instellingen op een goede manier in stand gehouden. De professional wordt ingeschakeld waar het nodig is en de vrijwilliger treedt op waar het kan. De organisatie van de buurthuizen vindt GroenLinks minder belangrijk. Het gaat om de vraag die vanuit de buurten komt. Het gaat er om hoe er antwoord wordt gegeven op die vraag. Het is de heer Theunissen niet duidelijk hoe er moet worden omgegaan met de subsidiering van de huisvestingslasten van de buurthuizen. De heer Theunissen vraagt uitleg op dit punt. De heer Theunissen leest in het stuk dat men gematigd positief is over de ontwikkelingen terwijl er in de krant heel andere dingen te lezen zijn. Hij vraagt hoe het kan dat er twee verschillende dingen te horen zijn. GroenLinks ondersteunt ten volle de voorgestelde ontwikkeling. De heer Winter (PvdA) constateert dat er vernieuwd moet worden. Dit gebeurt stap voor stap. Het draagvlak onder de vrijwilligers is een belangrijk punt dat niet verloren mag gaan. Hier moet in de communicatie rekening mee worden gehouden. De PvdA-fractie wil graag stap voor stap op de hoogte worden gehouden om te kunnen bekijken of er ongewenste effecten optreden. Ook de heer Winter is van mening dat `t Geerdink niet de dupe mag worden. Dit geldt ook voor de kleine wijkwelzijnsvoorzieningen. De PvdA-fractie is voorstander van het werkgeversinstituut ook om het onder te brengen bij Fitis. Dit is een onafhankelijke partij met veel kennis van werkgeverschap. De allocatie van de mensen over de verschillende instellingen is een punt van zorg. De heer Winter wil het eerste allocatievoorstel in de commissie voorbespreken zodat er snel kan worden geschakeld op de mogelijke consequenties die het kan hebben. De PvdA-fractie vindt dat de 9.6 fte van de Fitis medewerkers, die van uit de SW als assistent beheerder zijn gedetacheerd, behouden moet blijven. Als gevolg van het niet uitkeren van het accres zit er een gat tussen de subsidie en de feitelijke kosten. De wijkwelzijnsinstellingen zijn het beheer meer gaan betalen vanuit hun eigen inkomsten. Het aantal fte beheer kan niet meer worden gedekt vanuit de subsidie. De heer Winter vraagt de wethouder om hier naar te kijken. Pijnpunten zijn de kleine welzijnsvoorzieningen, de betrokkenheid van de burgers. De heer Winter vraagt op korte termijn om evaluaties op de ontwikkelingen. Wethouder Lievers herkent zich niet in de sfeerbeelden uit de krant die de heer Van Dam naar voren heeft gebracht. Voorbeeld is kleine niet geprogrammeerde activiteiten waarbij wordt gesuggereerd dat er geen beheer meer zou zijn. De wethouder geeft aan dat de insteek steeds is geweest om te proberen om met de financiële middelen die de gemeente heeft de hoeveelheid beheer gelijk te laten blijven. Gesproken moet worden over de verdeling hiervan. Wat betreft het bestuur van de Sterrentuin is het zo dat de wethouder het bestuur heeft bedankt voor de inzet en aan hen gevraagd om mee te denken over de opvolging. De wethouder herkent zich niet in het beeld van de ondeskundige vrijwilligers versus professionals. De wethouder voert vrij intensief discussies met de verenigingen en de besturen. De wethouder merkt dat besturen heel trots zijn op hun wijkaccommodatie en het ook zien als hun wijkaccommodatie. Dit belemmert wel de mogelijkheid om mee te denken over de vernieuwing. De koers van het werken in clusters gaat langzaam vorm en inhoud krijgen. Er wordt binnen de besturen verschillend over gedacht. De tendens is dat er een bereidheid is tot vernieuwing. De clustervorming maakt hier deel vanuit. De heer Van Dam heeft richting de wethouder aangegeven, dat de wethouder de memo mag zien als steunbetuiging voor de koers. Het college heeft bewust voor SWB Fitis gekozen omdat een aantal mensen, die nu bij wijkwelzijnsorganisaties aan het werk zijn, daar al zijn ondergebracht. De belangrijkste reden voor de keuze is dat het college op zoek was naar een organisatie met een Gemeente Hengelo Commissie Sociaal, d.d. 7 december 2011
10/14
zekere omvang die een werkgeversinstituut met meer dan 40 personen kan uitvoeren. SWB Fitis voldoet wel aan dit criterium en Scala niet. SWB Fitis heeft aangegeven, dat een werkgeversinstituut per 1 januari 2012 realiseerbaar is. Per 1 januari zal er voor een aantal mensen een payroll constructie gaan gelden. Dit zijn mensen die in dienst zijn bij Skala en gedetacheerd zijn bij de wijkwelzijnsorganisaties (ongeveer 15) en voor mensen die in dienst zijn van de instellingen. Het werkgeversinstituut is een poule van mensen. Er zitten ongeveer 45 beheerders in en deze moeten worden verdeeld over de wijkwelzijnsorganisaties. Voor deze verdeling zijn nog geen normen bepaald voor welke activiteiten hoeveel beheer zal worden ingezet. De wethouder wil de basisnormen met de raad delen. Vanaf 1 januari 2012 wordt er gewerkt zoals er nu ook wordt gewerkt maar er wordt wel overgegaan naar een poel van mensen die verdeeld worden. De wethouders heeft de beheerders gesproken en verteld wat er concreet gaat gebeuren. De wethouder heeft ook aangegeven, dat er van de beheerders een zekere flexibiliteit wordt verwacht. Het voordeel van een poel van mensen is dat er ook afspraken kunnen worden gemaakt over wat de gemeente belangrijk vindt. Er ligt een bezuinigingsopdracht van 500.000 euro op het maatschappelijk vastgoed. Op dit moment is het college bezig met het inventariseren van activiteiten die in de verschillende wijken plaatsvinden. Het totaal overzicht zal waarschijnlijk begin januari 2012 klaar zijn. Dan kan ook bekeken worden of activiteiten op de juiste plek plaatsvinden. De kleine accommodaties zoals die in de notitie staan genoemd maken gewoon onderdeel uit van de cluster en worden gewoon aangestuurd door een zakelijk leider. De wethouder heeft aan de heer Van Dam, voorzitter Vereniging van Wijkwelzijnsvoorzieningen, gevraagd om in een werkgroep bestaande uit leden van de vereniging en twee mensen van de gemeente dit facilitair overleg verder uit te werken. De wethouder verwacht het rapport in de loop van de week. De wethouder zal het rapport zo snel mogelijk aan de raadsleden doen toekomen. De wethouder heeft niet de insteek om de kleine accommodaties te sluiten. Er wordt wel gekeken naar de activiteiten die er plaats vinden en welk beheer er op zit. Ter interruptie: De heer Rikkerink (VVD) stelt dat in het stuk staat dat activiteiten van kleine centra naar grote centra zullen worden verplaatst. Wethouder Lievers sluit niet uit dat dit gaat gebeuren, maar voordat hierover besluiten worden genomen moet de inventarisatie worden afgewacht en moeten eerst de normen voor beheer zijn vastgesteld. De instandhoudingsubsidie zal er ook voor de kleine accommodaties blijven. De wethouder vindt het belangrijk dat besturen een goed gevoel houden over de activiteiten die in een wijkcentrum plaats gaan vinden. Dat het dus activiteiten zijn die passen bij de wijk en waar de wijk om heeft gevraagd. De besturen behouden een belangrijke rol als het gaat om de programmering, de dagelijkse gang van zaken, de aansturing van de zakelijk leider alleen zijn ze geen werkgever meer. De wethouder zal in de gesprekken met de besturen in de gaten houden dat de juiste zaken op de juiste plaats gebeuren. Er vindt nu een grondige analyse van aanbodkant plaats. De wethouder denkt er over na hoe het aanbod op de vraag kan worden aangepast. De wethouder komt hierop terug. Er is één bestuur dat de handdoek in de ring heeft gegooid. De wethouder heeft een voorstel gedaan. Het bestuur van de Sterrentuin heeft via de mail laten weten er voor gekozen te hebben om een interim-bestuur aan te wijzen in ieder geval voor de periode tot 1 juli 2012. Een van de vragen die het interim-bestuur moet beantwoorden is of ze zelfstandig blijven of dat ze opgaan in een clusterbestuur en zo ja in welke vorm moet dat dan. De wethouder heeft aangegeven nog te willen onderzoeken wat de bevoegdheden en taken van een interim-bestuur zijn. Hoe de band met de bewoners is, is iets wat aan besturen zelf moet worden gevraagd. De wethouder geeft aan dat er gewerkt moet worden aan het benoemen van zakelijk leiders. De clusters moeten definitief worden bepaald. De inventarisatie moet worden afgewacht en de normen voor beheer moeten worden bepaald. Dit moet allemaal in januari/februari worden gedaan. Als het is afgerond bepaalt de wethouder met de voorzitter hoe en in welke vorm er wordt gerapporteerd aan de raad zodat de raad ook een inbreng kan hebben. `t Geerdink maakt geen onderdeel uit van de plannen. De gemeente is nu bezig met stap één van de vernieuwing. Er worden voornamelijk gesprekken gevoerd met bestuurders. De wethouder gaat er van uit dat in deze opzet de vrijwilligers een belangrijke rol blijven vervullen en dat zij zich actief blijven opstellen. De Tempel is wel een verhuurder maar is wel een wijkwelzijnsorganisatie die ook subsidie krijgt.Vanaf 1 januari 2012 gaat de wethouder er van uit dat het beheer zoals het er nu is ook gewoon blijft. Er moet wel gekeken worden naar hoe groot de poel van beheerders zal zijn. De insteek is om dit dezelfde omvang te laten zijn. Er wordt nu wel met de wijkwelzijnsorganisaties gekeken hoe het financieel is afgedekt. In de memo van de heer Van Dam is te lezen dat er een tekort was van 100.000 euro in 2011 en een verwacht tekort van 120.000 euro. Het overzicht is een onderdeel van het een onderdeel van de totale exploitatie namelijk de kosten van het beheer. Een aantal zaken waar ook subsidie voor wordt gekregen staan er niet in. Er moet nog eens goed naar worden gekeken want het gaat om veel geld. Bijna 2 miljoen euro aan subsidie wordt er aan uitgegeven. Het geld moet op een goede en verstandige manier worden besteed met een beheer dat passend is. Het gebruik maken van het bureau Bouwservice blijft. Er is afgesproken dat dit niet meer wordt gesubsidieerd maar dat het bureau Bouwservice groot en klein technisch onderhoud uitvoert. Er zal ook zeker gekeken worden naar sportkantines bij de Gemeente Hengelo Commissie Sociaal, d.d. 7 december 2011
11/14
inventarisatie van het maatschappelijk vastgoed. Wat betreft Fitis is het zo dat er 13 detacheringen zijn. In totaal 9.6 fte. Er werd een inleenvergoeding van 50 euro voor betaald door de afnemers van deze mensen. De regeling eindigt per januari 2012. Er is intensief contact geweest met SWB over de inleenvergoeding. De wethouder heeft inmiddels een bedrag gehoord van 200 euro aan inleenvergoeding die zou moeten worden betaald. Voor de komende zes maanden zal de gemeente het verschil van 150 euro bijdragen om de tijd te hebben om het werkgeversinstituut op een genuanceerde wijze vorm te geven. De assistent-beheerders kunnen in ieder geval blijven tot 1 juli 2012. De kosten daarvan zijn ongeveer 12.000 euro. Wethouder Ten Heuw geeft aan dat bij behandeling van de nota Sterker aan het werk ook aandacht is gevraagd voor `t Geerdink. `t Geerdink is geen welzijnsorganisatie. `t Geerdink doet nu met name werk in het toeleiden van mensen naar werk en het fit maken van mensen voor het moment dat ze toegeleid kunnen worden naar werk. `t Geerdink krijgt nog een kleine subsidie vanuit de welzijnskant. De primaire financiering vindt plaats vanuit het sociale zakenbudget. De wethouder is met het bestuur van `t Geerdink in gesprek over hoe `t Geerdink zich zelf positioneert in het kader van de opgave die straks in het kader van de Wet werken naar vermogen uitgevoerd moet worden. Op 4 november heeft de wethouder met een bestuurlid en beroepskrachten gesproken en drie weken daarvoor met een delegatie van het hele bestuur. Voor de jaarwisseling is er nog een keer een afspraak om te kijken of er al een aanzet kan worden gemaakt voor een businesscase. Wethouder Lievers geeft aan dat de brief van de VVD over de Trefpunt commissie niet bijdraagt aan een goed sfeerbeeld. Kort samengevat is de inhoud van de brief geeft ons, ons Trefpunt terug. In de brief wordt aangegeven, dat het thema wijkwelzijnsorganisatie van het Trefpunt is gehaald omdat dat blijkbaar het college goed uitkomt. De wethouder heeft hier moeite mee omdat met name de CDA-fractie heeft gevraagd om in de commissie over het onderwerp te praten. De wethouder heeft dus geluisterd naar wat er is gezegd. Het verwijt van de VVD-fractie vindt de wethouder dus niet bevorderlijk voor het sfeerbeeld. De heer Fens (VVD) stelt dat het Trefpunt is bedoeld voor onderwerpen die nog niet ter besluitvorming worden aangeboden en waarover het college nog geen uitspraken heeft gedaan. De wijkwelzijnsinstellingen waren typisch een onderwerp voor het Trefpunt. Tweede termijn Mevrouw Zenginoglu (BurgerBelangen) geeft aan dat zij met inventarisatie, inventarisatie van maatschappelijk vastgoed heeft bedoeld. De wethouder heeft geantwoord dat dit in januari 2012 komt. BurgerBelangen vindt het vreemd dat het er na herhaaldelijk verzoek er nog steeds niet is. Mevrouw Uitslag (D66) constateert dat het WGI in januari van start gaat. Vraag is hoe wordt bepaald wie de zakelijk leiders worden en aan welke criteria moeten ze voldoen. De heer Van Grouw (SP) mist in de discussie de bewoners en de vrijwilligers. Er wordt veel gepraat met bestuurders en verenigingen. De heer Van Grouw is van mening dat de vrijwilligers vallen onder de bestuurders en niet onder de zakelijk leiders. De zakelijk leider faciliteert hun behoeftes. Mevrouw Muller (CDA) is het eens met de SP dat het gaat om de vraag van de mensen. Mevrouw Muller heeft het idee dat bij de kleintjes de emotionele binding veel groter is dan bij de grote. Mevrouw Muller heeft gehoord dat de wethouder er alles aan zal doen om de kleintjes in stand te houden en dat de beheerder zeker niet weg gaat. Mevrouw Muller is heel benieuwd naar de vormgeving van het WGI en wie hier de verantwoording in neemt. Wethouder Lievers geeft aan dat de inventarisatie maatschappelijk vastgoed een enorme klus is. Het gaat ook om wat andere organisaties in de wijk doen. Bij het bepalen wie zakelijk leider wordt gaat het er om dat het iemand is die meerdere wijkcentra kan vertegenwoordigen, die als dat nodig is een goede tegenspraak kan bieden aan het bestuur. Er moet nog een duidelijke profielschets worden gemaakt. De wethouder heeft gezegd dat hij zijn uiterste best zal doen om de kleine accommodaties overeind te houden. De wethouder heeft verder gezegd dat hij het beheer wil koppelen aan activiteiten en dat er met elkaar moet worden bepaald of de activiteiten die nu in de kleine accommodaties plaatsvinden activiteiten zijn die echt buurtactiviteiten zijn en of daar een beheerder bij hoort. Als dat zo is krijgt men beheer. Als het gaat om activiteiten die niet aan de buurt zijn gekoppeld en er met elkaar wordt afgesproken dat daar geen beheer voor is dan vindt dit niet meer in de kleine accommodaties plaats. De heer Van Grouw heeft het aansturen van de vrijwilliger prima verwoord. De voorzitter constateert dat er toezeggingen zijn gedaan over het vervolgproces en dat dit terugkomt via het presidium. De vergadering wordt kort geschorst. 10.
Vaststelling programma Thuis in de buurt (11G200224) Agendapunt is van de agenda afgevoerd.
Gemeente Hengelo Commissie Sociaal, d.d. 7 december 2011
12/14
11.
Programma en overzicht onderwijshuisvesting 2012 (11G201729) Conclusie: Het stuk gaat als hamerstuk door naar de raadsvergadering.
12.
Jaarverslag en Jaarrekening 2010 OSG (11G201140) Conclusie: Het stuk gaat als hamerstuk door naar de raadsvergadering.
13.
Duurzaam verlichten Twentebad (11G201164) De heer Alkema (ChristenUnie) geeft aan, dat in de vorige commissievergadering door de wethouder is aangegeven dat er 63.000 euro was gespaard voor de vervanging van de verlichting van het Twentebad. In het voorstel aan de raad staat dat er 10.000 euro eigen vermogen is en 53.000 aan subsidie en voorgesteld wordt om voor de rest een krediet ter beschikking te stellen. De heer Alkema vraagt of de commissie in de vorige vergadering bewust op het verkeerde been is gezet. De heer Van Doren (SP) stelt dat als er iets vernieuwd of aangepast moet worden het duurzaam moet worden uitgevoerd. De SP stemt in met het voorstel. Wethouder Lievers antwoordt dat het inderdaad zo is dat er een regulier onderhoudbudget is van 10.000 euro en er in het verleden een krediet is verstrekt voor installatie van het 25 meter bad. De wethouder heeft in de vorige vergadering gezegd dat 63.000 euro het budget is dat beschikbaar is. Er is afgesproken dat uitgaven niet meer mocht zijn dan het beschikbare totaal. De heer Alkema (ChristenUnie) had dit vorige keer ook graag gehoord. De ChristenUnie stemt wel in met het voorstel. Conclusie: Het stuk gaat als hamerstuk door naar de raadsvergadering.
14.
Wijzigingen Verordeningen WWB (11G201801) De heer Van Doren (SP) geeft aan dat er veel sancties in de vorm van hogere kortingen op de uitkeringen door gevoerd. De SP hoopt dat er door deze maatregelen geen mensen die het nu al zwaar hebben kopje onder zullen gaan. Er wordt wel door het college geprobeerd om dit zo veel mogelijk te beperken. Wethouder Ten Heuw geeft aan dat de raad op 20 december de verordeningen vaststelt in de veronderstelling dat de Eerste Kamer zal hebben ingestemd met de Wet werk en bijstand en alles wat daarmee annex is. Het is onzeker of dit ook daadwerkelijk gebeurt. Als de wetswijziging niet in werking treedt dan treden de verordeningen ook niet in werking. Conclusie: Het stuk gaat als hamerstuk door naar de raadsvergadering.
15.
(her)benoeming leden programmaraad Twente (11G201837) Mevrouw Zenginoglu (BurgerBelangen) vraagt of het college op de hoogte is van het schrappen van lokale programmaraden nu er benoemingen met terugwerkende kracht voor de deur staan. De heer Theunissen (GroenLinks) vindt iedere dubbeltje dat aan deze poppenkast wordt besteed er een teveel is. Wethouder Oude Alink geeft aan dat het gaat om tijdelijke benoemingen voor zolang dat het van kracht is. Er zijn geen extra kosten aan verbonden. Conclusie: Het stuk gaat als hamerstuk door naar de raadsvergadering.
16.
Kredietaanvraag Boortorenweg (11G201154) De heer Theunissen (GroenLinks) vraagt of de veiligheid en routing van fietsers goed geregeld is. De heer Van Grouw (SP) stelt dat er aan het begin van de collegeperiode is afgesproken dat zeker bij grote projecten extra strak de vinger aan de pols wordt gehouden. De heer van Grouw ziet dit niet terug in de plannen. De heer Van Grouw vraagt hoe hier invulling aan wordt gegeven. Er is een hoge post onvoorzien. De heer Van Grouw wil weten hoe er aan het eind van het project inzicht wordt gegeven in hoe deze post is ingezet. Mevrouw Luttikholt (PvdA) vraagt waarom de agendapunten 16 en 17 niet op de agenda van de commissie Fysiek zijn geplaatst. De heer Fens (VVD) brengt naar voren dat Veilig Verkeer Nederland onlangs nog heeft aangegeven, dat er ongelukken gebeuren op vrijliggende fietspaden. De heer Fens is dan ook verbaasd dat het voorliggende project op deze wijze doorgaat. Wethouder Oude Alink antwoordt dat er inderdaad is afgesproken dat er binnen de kredieten gebleven zal worden als het gaat om de projecten. Er hebben zich nog geen overschrijdingen voor gedaan in de eerste twee fasen. In de afrondende fase zal er op worden gestuurd om het ook nu niet te doen. De behoorlijke post onvoorzien heeft te maken met risico`s binnen dit project. In de stad zijn afspraken gemaakt dat vrijliggende fietspaden de veiligheid bevorderen. Er zijn veel meningen over de veiligheid en die wijzigen ook nogal eens in de loop van de tijd. In dit geval is wel in het kader van de veiligheid voor vrijliggende fietspaden gekozen. Het presidium bepaalt welke punten naar welke commissie gaan. De heer Van `t Hof geeft aan dat in het werk een aantal grote boringen zitten voor het riool. Deze boringen liggen vier meter diep. Een gaat naar het Twentekanaal (1 meter 60). Een gaat vanaf de containerterminal richting AKZO onder het kruispunt door (90 centimeter) en een van 700 langs
Gemeente Hengelo Commissie Sociaal, d.d. 7 december 2011
13/14
de Boekeloseweg. In het gebied ligt een grote koelleiding van Akzo. Dat is een betonnen leiding en die is erg kwetsbaar. Er liggen twee hoogspanningsleidingen en er liggen twee 40 bar Gasunie leidingen. Er is ongeveer 150.000 euro extra opgenomen. Verder wordt niet uitgesloten dat er nog bodemvervuiling wordt aangetroffen. De vrijliggende fietspaden die nu worden aangelegd langs de Boekeloseweg zijn niet te vergelijken met de fietspaden die in de bebouwde kom worden aangelegd. De fietspaden worden met een brede berm en een sloot aangelegd. Langs de Boekeloseweg wordt een opstaand profiel aangelegd waardoor de auto`s beter op de weg blijven. Bij de Boortorenweg komt er nu een fietspad voor beide richtingen met een hoge band voor langs de rijweg. Conclusie: Het stuk gaat als hamerstuk door naar de raadsvergadering. 17.
Herinrichting en verbetering Industriestraat (11G201613) Conclusie: Het stuk gaat als hamerstuk door naar de raadsvergadering.
18.
Rondvraag Er wordt geen gebruik gemaakt van de rondvraag. De voorzitter sluit de vergadering om 23.10 uur.
Gemeente Hengelo Commissie Sociaal, d.d. 7 december 2011
14/14
Concept Notulen van de commissievergadering Sociaal gemeente Hengelo 8 december 2011 Voorzitter Griffier Aanwezig
Verder aanwezig
Dhr. R.G.Kok (VVD) Mevrouw A.M.G. Haarhuis- Oude Luttikhuis commissiegriffier De heer E. Alkema (ChristenUnie), mevr. J.M.J. Doornbos – Geerdink (BurgerBelangen), de heer H. van Doren (SP), De heer W. Dragt (CDA), de heer R.J Fens (VVD), de heer F. van Grouw (SP), de heer J.T.J.Heijstek (Pro Hengelo), de heer M.M. Klaver (Pro Hengelo), mevrouw M. Luttikholt (PvdA), De heer A. Oflazoglu (Pro Hengelo), de heer R. Theunissen (GroenLinks), mevrouw G.A.M. Uitslag (D66), de heer B.J. van Veen (CDA), mevrouw K. Veneberg (D66), de heer J.H. Vis (CDA), de heer B.G. van Wakeren (Pro Hengelo), de heer W.A. Winter (PvdA), mevrouw D. Zenginoglu (BurgerBelangen) Wethouders de dames J.E Oude Alink en, M.A. ten Heuw
1.
Opening en mededelingen van de voorzitter De voorzitter opent de vergadering om 19.30 uur. Dhr. Klaver doet een mededeling van orde. Hij heeft door het tumult bij agendapunten 11 en 12 van de vergadering van 7 december j.l. geen reactie gegeven. Pro Hengelo zal tijdens de raadsvergadering daarom met een stemverklaring komen bij agendapunten 11 en 12. Verder vraagt dhr. Klaver aan eenieder om bij zichzelf na te gaan of hij /zij niet onnodig lang van stof is geweest de vorige vergadering, zowel commissieleden alsook wethouders.
2
Vaststellen van de agenda De commissie stelt de agenda vast.
3
Concept detailhandelsvisie en concept reactienota(11G201913) De voorzitter deelt mee dat de Stichting Centrummanagement Hengelo middels een brief aan de commissie heeft laten weten dat zij op dit moment niet wensen in te spreken maar dat zij dat mogelijk bij de definitieve vaststelling van de visie zullen doen. Wethouder Ten Heuw schetst als korte inleiding op dit agendapunt even het proces tot nu toe. Aan de commissieleden wordt gevraagd om een mening te geven over het voorliggende concept, zodat het college dit mee kan nemen bij het opstellen van de definitieve visie. Dhr van Grouw maakt de volgende opmerkingen: * goede nota met realiteitszin * heldere kaders * aandacht voor belang van kleinere zelfstandige ondernemen, zowel in de binnenstad als in de wijkcentra * Hengelo niet als toeristisch gebied instellen * benieuwd naar actieplan * Lintmarkt * de winkeltijden zijn erg ruim, heeft vragen bij de noodzakelijkheid van de opening van winkels op zondag. Mevr. Luttikholt merkt het volgende op: * Er ligt een duidelijke visie * Het IBR heeft geholpen bij de verduidelijking en bedankt de wethouder voor het meenemen in het proces * Vraag mbt. de 1500 m2 uitbreiding van het Esrein. Moet het college dit niet opnieuw heroverwegen – de tijd is nu anders dan toen dit bedacht is. Dhr. Theunissen maakt de volgende opmerkingen: * Een goede leesbare visie, helder beeld. * Zorgen om de Lambertushof * Zorgen om de leegstand * Zorgen om het marktplein Is benieuwd naar de ontwikkeling(en) maar deelt de zorgen van het college * Openingstijden, als ondernemers kansen zien, gun ze dit ook. Ook het Midden en Klein bedrijf. * Een prima visie, ook de reactie op de zienswijzen. Mevr. Veneberg merkt het volgende op: * Goed om te zien dat er veel reacties op het concept zijn geweest. * De insprekers maken zich zorgen om concurrentie door de zondagsopenstelling van de MAKRO. *Openstelling op zondag is wel begrijpelijk in deze tijd. * Zorgen om de leegstand, Veranderingen van bestemmingen mogelijk maken. * Winkels moeten zelf zorgen dat ze attractief zijn, exclusiviteit en betaalbaarheid. Dat is geen rol voor de gemeente. * BIZ draagt in positieve zin bij aan de ontwikkeling van de binnenstad * Zijn er ook andere profielen denkbaar voor Hengelo?
Gemeente Hengelo Commissie Sociaal, d.d. 7 december 2011
1/4
* Zijn er ervaringen elders met de ruime openingstijden? * Is er inzichtelijkheid van de bestedingen – als aanvulling op de koopstromen? * Ondernemers zijn zelf de belangrijkste spil. * Is er ook een visie op kinderen meegenomen t.a.v. de “daghoreca”? * Mist inbreng van de horeca bij deze visie. Mevr. Zeninoglu maakt de volgende opmerkingen: * Ze is blij met de actualisatie * Er is sprake van veel contact met de ondernemers * blijven communiceren * leegstand is niet des gemeentes -> we moeten wel faciliteren bij een oplossing. Dhr. Dragt merkt het volgende op: * De nieuwe nota is logisch, ook qua demografische ontwikkelingen * de warenmarkt is erg belangrijk! Dit prominent benoemen en goed positioneren. * T.a.v. de winkeltijden, deze geven een mogelijkheid om de binnenstad aantrekkelijker te maken en daarmee beter te positioneren. * City-marketing: Het evenementenbeleid goed vorm geven, ook dit kan de binnenstad aantrekkelijker maken. * Leegstand, een belangrijk vraagstuk van vandaag& morgen. De gemeente zal transformaties moeten faciliteren, mogelijk dat dit zelfs op provinciaal en landelijk niveau noodzakelijk zal zijn. * De koppeling met de horeca stevig neerzetten om mensen langer in de binnenstad te houden. Ook is hier een stevig verhaal wenselijk van de ondernemers! * Partners zijn belangrijk, denk o.a. aan BIZ, marktbond, centrummanagement. Deze clubs moeten een plek krijgen in het actieplan *Westermaat plein: de discussie gaat m.n. over de branchering. Hiervoor moeten kaders worden gesteld, maar we kunnen niet alles dichtregelen. * een goed vervolg is zeer wenselijk< waarbij met name nadere focus op de transformaties zal moeten komen te liggen. Dhr. van Wakeren maakt de volgende opmerkingen: * Een grootse visie wordt gemist, er is geen samenhangend geheel * Zorgen om de leegstand in de stad, zien de eigenaren dit ook in? * Er dient sprake te zijn van een pro-actieve houding van het college naar eigenaren toe. De regiorol is voor de gemeente * Winkelcentrum Klein Driene, de Marktstraat en de Drienestraat missen een aantrekkelijke winkeluitstraling. * Door het verplaatsen van een supermarkt naar’t Agathaplein zijn er parkeerproblemen ontstaan in de Oelerweg. * Oproep aan het college om zelf initiatief te nemen richting de MAKRO, er gaan veel mensen winkelen die geen bedrijf of onderneming hebben. INTERRUPTIE Dhr. Dragt: Wat vraagt u concreet van het College? Antw. Dhr. van Wakeren: dat het College in gesprek gaat met de directie van MAKRO. AANVULLING Weth. Ten Heuw: ik wijs u er voor de volledigheid op dat er vanavond iemand namens de MAKRO aanwezig is. Dhr. Alkema merkt het volgende op: * Een heldere nota met dito standpunten * vraag is of wij iets aan bepaalde zorgen kunnen doen? * We moeten niet alles aan de ondernemers over laten. * De ChristenUnie heeft zorgen om de ruime openingstijden en de koopzondagen. Meer koopzondagen zijn overbodig. * leegstaand in winkelpanden. Bij panden aan de randen van winkelcentra/gebieden probeer ze over te zetten naar huur/verhuur -> of eventuele andere mogelijkheden. * Zorgen over Westermaatplein / Makro / Binnenstad delen wij ook. * We blijven de ontwikkeling volgen, ook mbt het internetaankopen en de visie geeft duidelijk de pijnpunten aan. De inbreng van de VVD wordt schriftelijk aangeleverd. Reactie wethouder ten Heuw: * Het College proeft in z’n algemeenheid dat de commissie het eens is met het proces en zich kan vinden in de structuur van de nota. Ze deelt de mening van Pro Hengelo niet dat het geen samenhangend verhaal is. Er zijn eerst trends en ontwikkelingen beschreven en vervolgens wordt de koppeling gemaakt tussen actuele ontwikkelingen en trends en lijnen voor de toekomst. * T.a.v. het Esrein: bij sanering Meijersweg -> dan een toevoeging van 1500m2 bij EMGA. Het College ziet echter (nog) geen sanering gebeuren. INTERRUPTIE PvdA: stel bij een sanering over 5 jaar, dan alsnog ervan afzien. Aanscherping t.a.v van bestaand beleid. * T.a.v. Klein Driene: Stand van zaken – een langdurig verhaal, ondernemers hebben behoefte aan duidelijkheid. In de ontwikkelingsvisie is vastgelegd dat we toe willen naar clustering, mits verplaatsing van de supermarkt. De supermarkt stelt echter een voorwaarde van een te groot Gemeente Hengelo Commissie Sociaal, d.d. 7 december 2011
2/4
aantal m2 winkelvloeroppervlak. Dit wordt voor het college te groot, en dus zien we niet veel mogelijkheden voor de verplaatsing. * T.a.v de Drienerstraat/Marktstraat, daar hebben de ondernemers gevraagd om het geen “aanloopstraat” te noemen. Er is verantwoordelijkheid voor het geheel gevraagd, ook aan pandeigenaren. Dhr. Dragt vraagt nogmaals om vanuit een positieve instreek de transformatie van de leegstand aan te pakken. Weth. Ten Heuw antwoord dat het college ondersteuning wil bieden bij andere mogelijkheden om een pand in te vullen, maar dat ondernemers/pandeigenaren zelf de stap moeten zetten om hierin te investeren. * T.a.v Lambertushof hebben we nog te maken met de kortlopende huurcontracten en is er voorlopig nog geen zicht op andere actie van de pandeigenaar. * Ze neemt kennis van de bespiegelingen over de markt. * Leegstand en Transformatie. We moeten eens een diepere bespiegeling houden hoe we daar mee om willen/moeten gaan. De raad wordt gevraagd om in de toekomst mee te denken over kansrijke transformaties. We moeten nieuwe kansen zoeken. * T.a.v. de warenmarkt, deze is belangrijk voor de binnenstad. Het is een vorm van detailhandel. De mogelijkheden onderzoeken hoe dat een betere kwaliteit kan krijgen. Mogelijk dat dat iets breder in de nota beschreven moet worden. Een kwalitatief goede markt, heeft ook een aantrekkingskracht op zaterdag. Er zijn gesprekken gaande met de betrokken partijen (o.a. de marktbond en stichting centrummanagement) om elkaar te versterken. * Horecaplein. Actualisatie van de Horecavisie volgt na deze visie. Het is complementair aan elkaar. De Horecavisie gaat dieper in op de horecaontwikkeling. * Doelgericht winkelen i.r.t. de perifere locaties. Een aantal fracties maakt zich zorgen om ’t Plein en dat mensen die daar komen niet naar de binnenstad komen. Koopstromen wijzen uit dat Plein een regionale aantrekkingskracht heeft. Bovendien trekken ook andere binnensteden (o.a Almelo en Enschede) ook minder bezoekers, en dit is niet alleen de aantrekkingskracht van Plein. * De nieuwe winkeltijden moeten een plek krijgen in de verordening. Deze komt in januari/februari naar de commissie en raad. Ze constateert dat er in de commissie verschil van inzicht bestaat over de zondagsopening. * T.a.v. de MAKRO ziet het College niet meer mogelijkheden dan die in de nota zijn beschreven om met de concurrerende positie van de MAKRO om te gaan. De MAKRO is een groothandel en valt dus niet onder de winkeltijdenwet en de detailhandelsvisie. Concluderend constateert de wethouder brede steun voor de lijn en uitwerking van de visie. Tweede termijn: Dhr. van Grouw: Westermaat trekt toch een andersoortig bezoeker aan dan in de nota beschreven staat. En de SP is t.a.v. het Esrein voor een daling van het winkelvloeroppervlak, maar vind dat daar op dit moment niet persé getallen voor genoemd hoeven te worden. Mevr. Veneberg: vraagt naar de kinderen in relatie tot de daghoreca? De wethouder antwoord dat er speelvoorzieningen zijn in de binnenstad en dat het verder onderdeel uitmaakt van het concept van de horeca-ondernemer. Deze is daar vrij in wat zijn invulling betreft. Dhr. Dragt: t.a.v de wijzigingen in oppervlaktes van bijv Winkelcentrum Klein Driene – graag in de fractie bespreken, ook in relatie tot vitaliteit van de buurt. Datzelfde geld voor de constructie van de Meijersweg, dit is een publiek-private constructie met contractuele afspraken waar je niet zomaar van af kunt stappen. Dhr. van Wakeren vult aan dat het gebrek aan visie met name richting de aantrekkelijkheid van de binnenstad is bedoeld. Dhr. Alkema: is het eens met een verlaging van de m2 winkelvloeroppervlak. Leegstand moet opgeruimd worden, alleen de gesignaleerde discrepantie is dat we dat niet alleen moeten overlaten aan de ondernemers. Wethouder ten Heuw: geeft aan dat er een sprake moet zijn van een zorgvuldige afweging van vitaliteit van de wijken in relatie tot bovenwijkse winkelcentra. Hiermee heeft de commissie de concept- detailhandelsvisie besproken en wacht zij het definitieve raadsvoorstel af. 4
Transitie Jeugdzorg , AWBZ en WMO Mevr. Kristen (programmaregisseur Programma 2 Zorg voor de mens gegarandeerd) houdt een korte inleiding en geeft daarna het woord aan dhr. Gerrit Overbeek (Afdelingshoofd WMO) die een presentatie geeft over de WMO en de kanteling. Vervolgens houdt mevr. Kristen een presentatie met uitleg en stand van zaken Transitie AWBZ. Daarna is het woord aan de commissie voor een reactie. Dhr. Alkema vraagt wat de kans van slagen is voor de mensen die nog geen gebruik maken van de AWBZ, om hoeveel personen gaat het?
Gemeente Hengelo Commissie Sociaal, d.d. 7 december 2011
3/4
Dhr. Klaver heeft zijn reactie op schrift en geeft mondeling een verkorte weergave. De menselijke maat betekent, mensen volgen op hun woorden. Het niet aanspreken op mogelijkheden en eigen verantwoordelijkheid noemen we pamperen. Onder neoliberale wind spreken we over eigen kracht. De term is dubbel. Mogelijkheden en talenten van mensen aanboren, motivatie kennen en volgen én aanspreken op hun eigen verantwoordelijkheid. Kantelen betekent pamperen veranderen in aanspreken op eigen verantwoordelijkheid – dit wezenlijke aspect missen we in de toegezonden memo. Een aantal vragen/opmerkingen die wij mee willen geven zijn: * Worden tzt duidelijke criteria voor verlening van PGB aangegeven? *Worden naast de beperkingen, de motivatie en instelling, als determinanten van eigen kracht in kaart gebracht? * Hoe soepel is de gemeente in de verstrekking van tijdelijke toekenningen, bijv. aan preterminale patiënten? * Hoe gaat de gemeente om met de begeleidingsfunctie van bijv. zwakbegaafden (IQ tussen 7085), en zijn er mogelijk nog andere kwetsbare groepen in kaart gebracht? * Wat voor consequentie heeft de korting van het macrobudget door het rijk met 5% voor het gemeentelijk budget, en kunt u dat inzichtelijk maken? Dhr. van Veen heeft zijn uitgebreide reactie op de conceptvisie die is toegezonden, op schrift. Hij heeft zich met name voorbereid op een inhoudelijke discussie over het toegezonden document, en niet zozeer op een informatieve presentatie met een korte reactieronde van de commissie. De griffie zal zijn schriftelijke inbreng overbrengen aan de betrokken ambtenaren. Hieronder volgt een korte weergave. * in eerste aanzet is het een goed document * mist de inspraak van de gebruikers in het groeidocument, vooral ook de nieuwe groepen. Deze dienen goed gehoord te worden. * Het CDA wil in ieder geval een motie aankondigen mbt het WMO-platform. * Conclusies< de transities zijn omvangrijk, ingrijpend en geen sinecure. * Vertrouwen erop dat het college op inhoud en vorm bij de uitvoering van de transities de juiste keuzes maakt, maar zullen dat nauwlettend volgen. Burgerparticipatie is nu en straks essentieel voor het welslagen van de transities. O.a. door te investeren in: - faciliteren en ondersteunen van mantelzorgers/vrijwilligers(organisaties) - wijkgerichte aanpak door wijkcentra mee te laten denken over wat zij i.h.k.v. de transities kunnen betekenen - inspraak van (nieuwe) cliënten en cliëntenbelangenorganisaties als WMO-raad - verstandige keuze’s om PGB overeind te houden - investeren in verdere regionale bestuurlijke samenwerking om een adequaat kader voor toekomstige uitvoering van begeleiding en jeugdzorg te ontwikkelen. Tevens heeft hij een vraag aan de SP, hoe denken zij over de motie van landelijk SP om het budget voor begeleiding aan gemeenten beschikbaar te stellen in de vorm van een doeluitkering? Mevr. Zeninoglu dankt voor de gegeven presentatie en heeft op dit moment geen verdere vragen Mevr. Veneberg is positief t.o.v. het traject. Het groeidocument is helder. ZE vraag nog even aandacht voor de taak van het CAK, voor de mantelzorg en ondersteunt de positieve uitgangspunten. Dhr. van Doren dankt voor de goede voorlichting. Het komt uiteraard nog terug bij de commissie maar is het eens met de nu uitgezette koers van het College. In reactie op de vraag van het CDA mbt de doeluitkering geeft hij aan dat de SP Hengelo vindt dat het geld van de AWBZ die naar de WMO gaat, ook daarvoor moet worden gebruikt. Wethouder Oude Alink ondersteunt deze gedachte. Dhr. Fens geeft aan dat we nog maar aan het begin staan van dit proces. Complimenten voor het feit dat de raad zo goed wordt meegenomen, dat is erg prettig. In hoeverre zijn onze ambtenaren voorbereid op dat wat we hier gaan doen? En is het mogelijk nog een keuze om te bekijken wat we zelf gaan doen of dat we mogelijk het één en ander gaan uitbesteden? Wethouder Oude Alink geeft aan dat we samen dit proces doormaken. We nemen de tijd om op alle vragen antwoorden te geven. Uitgangspunt is om het goede te behouden en te innoveren daar waar dat nodig is. We staan rustig in dit proces en gaan ervan uit dat alles goed komt. Ze sluit af met “we zijn pragmatisch, maar wel met ambitie!”. 5
Rondvraag Geen.
Gemeente Hengelo Commissie Sociaal, d.d. 7 december 2011
4/4
Actielijst Raadscommissie Sociaal 7 december 2011 Nummer + corsanr. 1. (429043)
Streef datum 18-1-2012
Datum Opvoer 15-6-2011
2. (410478)
voorjaar 2012
9-2-2011
3. (404890)
1-1-2013
12-1-2011
4. (447750)
1-1-2012
28-9-2011
5. (447751)
1-3-2012
28-9-2011
6. (460502)
11-4-2012
7. (460503)
Onderwerp/aanleiding Maatschappelijke stages
Actie Beleid en Projecten
Stand van zaken wethouder Oude Alink De commissie zal na de zomer een rapportage ontvangen over de voortgang rond maatschappelijke stages in de gemeente Hengelo
Nieuwe visvergunning Tuindorpvijver (incl. gehandicapten en 65+) Nadere analyse RBT
Wijkzaken
Evaluatieuitkomsten van het "visseizoen 2011" aan de commissie meedelen. De analyse die het RBT maakt van bedrijven met ruimtebehoefte > 2 ha bespreken in de cie Sociaal
Beleid en Projecten
Oude Alink Ten Heuw
Landelijke ontwikkelingen onderwijs / onderwijshuisvesting
Beleid en Projecten
er is veel gaande. Tzt nadere bespreking in IBR of Lievers Trefpunt. Ook over hoe de raad erbij betrokken kan worden.
8-2-2012
Korte notitie over harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk 8/9- 11-2011 Uit de begrotingsvergadering: Nota Jongerenwerk 7-12-2011 Wijkwelzijnsinstellingen
Beleid en Projecten Beleid en Projecten Beleid en Projecten
Dit in relatie tot de doorstroming naar het basisonderwijs. Discussiestuk over omvang en toekomst jongerenwerk Het afwegingskader (= de normen) voor de invulling van het beheer zal met de commissie gedeeld worden.
8. (460504)
8-2-2012
7-12-2011
Wijkwelzijnsinstellingen
Beleid en Projecten
Het vervolg van het proces (o.a. de keuze voor de Lievers zakelijk leiders) terugkoppelen aan de commissie. (Evt. in overleg met vz /presidium hoe dit te doen)
9. Corsanr. Volgt na streefdatum
ntb door commissie
1-1-2012
ROZ als organisatie-eenheid
Beleid en Projecten
Als onderwerp mogelijk bespreken/toelichten/bediscussiëren in IBR of trefpunt
Ten Heuw
10. Corsanr. Volgt na streefdatum
ntb door commissie
1-1-2012
Uitvoering nota wijkeconomie
Beleid en Projecten
De uitvoering mogelijk eens bespreken in 'n bredere setting bij ROZ / H 164 (naar voorbeeld bespreking Wijkprogramma's samen met Welbions)
Ten Heuw
Actiepunten afgevoerd: 1. 2.
Oude Alink en Lievers Oude Alink Lievers
Geleideformulier voor behandeling in commissie en/of raad
CASENUMMER
11G202091
PORT.HOUD:
Bron
ONDERWERP:
Berflo Es kansen scheppen: voortgang december 2011
RAADSGRIFFIE GRIFFIER: DHR. G.J. EEFTINK ADJUNCT-GRIFFIER: MW. A. HAARHUIS ADJUNCT-GRIFFIER: DHR. L.F. NIJLAND
paraaf griffier
Griffie-advies voor behandeling in commissie en/of raad Behandelen Commissie Fysiek Commissie Sociaal Commissie Bestuur Trefpunt (uitgebreide commissie) Raadsvergadering
Informeren
20/12 LN
Datum
B
18-01-2012
B
31-01-2012
Opmerkingen griffier:
Behandeling in de raadscommissie Bestuur
Fysiek
Datum:
X
18-01-2012
Sociaal
Agendapunt:
7
Besluit: Geïnformeerd Akkoord voor raadsbehandeling Hamerstuk Niet-akkoord paraaf griffier
Opmerkingen commissiegriffier:
Stuknummer: 458411
SAMENVATTING RAADSVOORSTEL CASENUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
11G202091 459674 / 459674
a. knol
WZ
Br
ONDERWERP
AGENDANUMMER
Berflo Es kansen scheppen: voortgang december 2011
BELEIDSPROGRAMMA/FACETAGENDA
05 - Toekomstbestendige stad met focus op Zuid
REDEN VAN AANBIEDING
Bestuurlijke toezegging
SAMENVATTING VAN HET RAADSVOORSTEL EN HET VERVOLGTRAJECT
Aan de raad wordt voorgesteld: 1. In te stemmen met de resterende uitwerkingsvoorstellen voor het preventieprogramma Berflo Es: kansen scheppen stappen maken, namelijk: Sportleercentrum, Aqua musica (waterorgel), Starterslening, Bevordering laagdrempelig gebruik sportgebied, Communicatie & afronding/uitrol preventieprogramma en voor de uitvoering hiervan gedurende de planperiode tot en met 2012 uit de bestemmingsreserve Preventiepakket Berflo Es een bedrag van € 1.015.000 beschikbaar te stellen.
2. Kennis te nemen van bijgevoegde voortgangsrapportage preventieprogramma Berflo Es: kansen scheppen stappen maken. In 2012 vindt verdere uitvoering van het programma plaats en volgt een volgende voortgangsrapportage als onderdeel van de wijkrapportage. Na afloop van 2012 volgt de eindrapportage.
PLAATSGEVONDEN COMMUNICATIE, DE RESULTATEN DAARVAN EN HET COMMUNICATIEPLAN VOOR HET VERVOLGTRAJECT
Met diverse betrokken partijen heeft overleg plaatsgevonden over de projecten. Voor het sport-leercentrum is ook nauw contact geweest met atletiekvereniging MPM, FC Twente en FBK Games. Voor het project Watertorenpark heeft een uitgebreid participatietraject plaatsgevonden met wijkbewoners. Onder andere door bijeenkomsten en gebruik van Hyves. Toevoeging van het Muizentunneltje aan het project Schoon, heel en veilig heeft mede plaats gevonden op verzoek van een bewonerscommissie uit de wijk. Communicatie over het preventieprogramma vindt onder meer plaats via de nieuwsbrief Berflo Mooi.
VOORSTEL AAN DE RAAD
Aan de raad wordt voorgesteld: 1. In te stemmen met de resterende uitwerkingsvoorstellen voor het preventieprogramma Berflo Es:
kansen scheppen stappen maken, namelijk: Sportleercentrum, Aqua musica (waterorgel), Starterslening (ter vervanging van project Collectief Particulier Opdrachtgeverschap) en Bevordering laagdrempelig gebruik sportgebied, Communicatie & afronding/uitrol preventieprogramma en voor de uitvoering hiervan gedurende de planperiode tot en met 2012 uit de bestemmingsreserve Preventiepakket Berflo Es een bedrag van € 1.015.000 beschikbaar te stellen als volgt onderverdeeld: ≠ € 800.000 (€ 600.000 van het Ministerie van VROM, € 200.000 uit reeds toegekende ICT-middelen van de gemeente) als taakstellend budget voor FC Twente voor realisatie van het sport-leercentrum en renovatie hoofdgebouw overeenkomstig bijgevoegd uitwerkingsvoorstel sportleercentrum onder voorwaarde dat de vereniging van eigenaren opnieuw wordt bezien waarbij nader zal worden bezien wat de meest adequate eigendomsverhouding in de nieuwe situatie zal zijn. In de loop van 2012 volgt hierover een afzonderlijk voorstel; ≠ € 80.000 ten behoeve van Aqua musica; ≠ € 80.000 ten behoeve van Watertorenpark; ≠ € 15.000 toevoegen aan Project schoon, heel en veilig ten behoeve van opknapbeurt Muizentunneltje; ≠ € 10.000 ten behoeve van Communicatie en afronding/uitrol preventieprogramma ≠ € 30.000 ten behoeve van realisatie Sportieve wijk, bevordering laagdrempelig gebruik sportgebied.
2. Kennis te nemen van bijgevoegde voortgangsrapportage preventieprogramma Berflo Es: kansen scheppen stappen maken.
OPSOMMING VAN BIJLAGEN
≠ ≠
Uitwerkingsvoorstellen Preventieprogramma Berflo Es Kansen scheppen stappen maken december 2011 Voortgangsrapportage Preventieprogramma Berflo Es Kansen scheppen stappen maken december 2011
RAADSVOORSTEL REGISTRATIENR.
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
11G202091
a. knol
WZ
Br
ONDERWERP
Berflo Es kansen scheppen: voortgang december 2011
AANLEIDING EN DOEL
Uw raad heeft op 15 december 2009 ingestemd met de uitvoering van het preventieprogramma Berflo Es: kansen scheppen, stappen maken en het college opdracht gegeven te komen met uitwerkingsvoorstellen voor de (deel)projecten voorzien van een financiele vertaling. Nu ontvangt u de nog resterende vijf uitwerkingsvoorstellen van dit programma. Tevens heeft u op 15 december 2009 het college opdracht gegeven tweemaal per jaar de raad te informeren over de voortgang van het programma. Afgelopen voorjaar heeft u een voortgangsbericht ontvangen gecombineerd met een integraal overzicht van producten/activiteiten in de Berflo Es. Nu ontvangt u de tweede rapportage middels een actualisatie van het projectenboek preventieprogramma.
OVERWEGINGEN
Het preventieprogramma Berflo Es kansen scheppen, stappen maken, omvat 14 projecten en is in december 2009 vastgesteld door de gemeenteraad. Nu volgen de vijf resterende uitwerkingsvoorstellen te weten Sportleercentrum, Aqua musica (waterorgel), Starterslening, Bevordering laagdrempelig gebruik sportgebied, Communicatie en afronding/uitrol preventieprogramma. Om de uitvoering van deze projecten daadwerkelijk verder mogelijk te maken is het nu nodig dat de bij het raadsbesluit van december 2009 gereserveerde middelen beschikbaar gesteld worden door de raad zoals gevraagd in de voorliggende voorstellen. Het bijgevoegde uitwerkingsvoorstel Starterslening is in lijn met het preventieprogramma dat sociale stijging beoogt. Het project Starterslening dient ter vervanging van het project CPO dat in de intitiatieffase is blijven steken (zie voortgangsrapportage). De starterslening is succesvol gebleken en direct realiseerbaar. De starterslening helpt bewoners om een start op de woningmarkt te maken. Woningbezit bevordert bovendien de leefbaarheid in de wijk, bovendien kan de starterslening bijdragen aan de gewenste de doorstroming in de woningmarkt. De exacte inhoud van de startersregeling zal voor vaststelling aan de raad worden aangeboden (februari 2012). De overige voorstellen zijn een bestendiging van de huidige afspraken en liggen overeenkomstig het raadsbesluit van december alleen voor voor financiële instemming. Voor de uitvoering van het Watertorenpark ligt al een vastgesteld exploitatieplan waaraan de inkomsten van het preventiebudget ad € 80.000 worden toegevoegd.
FINANCIËLE EN PERSONELE ASPECTEN
De kosten die overeenkomstig de uitwerkingsvoorstellen ten laste van de bestemmingsreserve komen voor de (deel)projecten zijn als volgt begroot: € 800.000 (€ 600.000 van het Ministerie van VROM, € 200.000 uit reeds toegekende ICT-middelen van de gemeente) als taakstellend budget voor FC Twente voor realisatie van het sport-leercentrum en renovatie hoofdgebouw € 80.000 ten behoeve van Aqua musica; € 80.000 ten behoeve van Watertorenpark; € 15.000 toevoegen aan Project schoon, heel en veilig ten behoeve van opknapbeurt Muizentunneltje; € 30.000 ten behoeve van realisatie Sportieve wijk, bevordering laagdrempelig gebruik sportgebied € 10.000 ten behoeve van Communicatie en afronding/uitrol preventieprogramma.
COMMUNICATIE EN INSPRAAK
Met diverse betrokken partijen heeft overleg plaatsgevonden over de projecten. Voor het sportleercentrum is ook nauw contact geweest met atletiekvereniging MPM, FC Twente en FBK Games. Voor het project Watertorenpark heeft een uitgebreid participatietraject plaatsgevonden met wijkbewoners. Onder andere door bijeenkomsten en gebruik van Hyves. Toevoeging van het Muizentunneltje aan het project Schoon, heel en veilig heeft mede plaats gevonden op verzoek van een bewonerscommissie uit de wijk. Communicatie over het preventieprogramma vindt onder meer plaats via de nieuwsbrief Berflo Mooi. VERVOLGTRAJECT EN -PRODUCTEN
In 2012 vindt verdere uitvoering van het programma plaats en volgt een volgende voortgangsrapportage als onderdeel van de wijkrapportage. Na afloop van 2012 volgt de eindrapportage.
VOORSTEL AAN DE RAAD
Aan de raad wordt voorgesteld: 1. In te stemmen met de resterende uitwerkingsvoorstellen voor het preventieprogramma Berflo Es:
kansen scheppen stappen maken, namelijk: Sportleercentrum, Aqua musica (waterorgel), Starterslening (ter vervanging van project Collectief Particulier Opdrachtgeverschap) en Bevordering laagdrempelig gebruik sportgebied, Communicatie & afronding/uitrol preventieprogramma en voor de uitvoering hiervan gedurende de planperiode tot en met 2012 uit de bestemmingsreserve Preventiepakket Berflo Es een bedrag van € 1.015.000 beschikbaar te stellen als volgt onderverdeeld: ≠ € 800.000 (€ 600.000 van het Ministerie van VROM, € 200.000 uit reeds toegekende ICT-middelen van de gemeente) als taakstellend budget voor FC Twente voor realisatie van het sport-leercentrum en renovatie hoofdgebouw overeenkomstig bijgevoegd uitwerkingsvoorstel sportleercentrum onder voorwaarde dat de vereniging van eigenaren opnieuw wordt bezien waarbij nader zal worden bezien wat de meest adequate eigendomsverhouding in de nieuwe situatie zal zijn. In de loop van 2012 volgt hierover een afzonderlijk voorstel; ≠ € 80.000 ten behoeve van Aqua musica; ≠ € 80.000 ten behoeve van Watertorenpark; ≠ € 15.000 toevoegen aan Project schoon, heel en veilig ten behoeve van opknapbeurt Muizentunneltje; ≠ € 10.000 ten behoeve van Communicatie en afronding/uitrol preventieprogramma ≠ € 30.000 ten behoeve van realisatie Sportieve wijk, bevordering laagdrempelig gebruik sportgebied.
2. Kennis te nemen van bijgevoegde voortgangsrapportage preventieprogramma Berflo Es: kansen scheppen stappen maken.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN HENGELO,
De secretaris
De burgemeester
RAADSBESLUIT REGISTRATIENR.
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
11G202091
a. knol
WZ
Br
ONDERWERP
Berflo Es kansen scheppen: voortgang december 2011
DE RAAD VAN DE GEMEENTE HENGELO, GELEZEN HET VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS, BESLUIT:
1. In te stemmen met de resterende uitwerkingsvoorstellen voor het preventieprogramma Berflo Es: kansen
scheppen stappen maken, namelijk: Sportleercentrum, Aqua musica (waterorgel), Starterslening (ter vervanging van project Collectief Particulier Opdrachtgeverschap) en Bevordering laagdrempelig gebruik sportgebied, Communicatie & afronding/uitrol preventieprogramma en voor de uitvoering hiervan gedurende de planperiode tot en met 2012 uit de bestemmingsreserve Preventiepakket Berflo Es een bedrag van € 1.015.000 beschikbaar te stellen als volgt onderverdeeld: ≠ € 800.000 (€ 600.000 van het Ministerie van VROM, € 200.000 uit reeds toegekende ICT-middelen van de gemeente) als taakstellend budget voor FC Twente voor realisatie van het sport-leercentrum en renovatie hoofdgebouw overeenkomstig bijgevoegd uitwerkingsvoorstel sportleercentrum onder voorwaarde dat de vereniging van eigenaren opnieuw wordt bezien waarbij nader zal worden bezien wat de meest adequate eigendomsverhouding in de nieuwe situatie zal zijn. In de loop van 2012 volgt hierover een afzonderlijk voorstel; ≠ € 80.000 ten behoeve van Aqua musica; ≠ € 80.000 ten behoeve van Watertorenpark; ≠ € 15.000 toevoegen aan Project schoon, heel en veilig ten behoeve van opknapbeurt Muizentunneltje; ≠ € 10.000 ten behoeve van Communicatie en afronding/uitrol preventieprogramma ≠ € 30.000 ten behoeve van realisatie Sportieve wijk, bevordering laagdrempelig gebruik sportgebied.
2. Kennis te nemen van bijgevoegde voortgangsrapportage preventieprogramma Berflo Es: kansen scheppen stappen maken.
DE GEMEENTERAAD VAN HENGELO,
De griffier
DATUM
De voorzitter
Preventieprogramma Berflo Es: kansen scheppen stappen maken Uitwerkingsvoorstellen december 2011 Sport-leercentrum, Aqua musica (waterorgel), Starterslening, Bevordering laagdrempelig gebruik sportgebied, Communicatie & afronding/uitrol preventieprogramma
2012
Opdrachtformulering
Sporten & leren 0
Na een inventarisatie van wensen en eisen is in overleg met de belanghebbenden een ontwerp voorgelegd. Met dit ontwerp kan een sport-leercentrum worden gerealiseerd in het sportieve hart van Hengelo. Deze opdrachtformulering is een samenvatting van het ontwerp en de gemaakte afspraken.
1. De opdrachtgevers
Dit project is onderdeel van het Preventieprogramma Berflo Es: kansen scheppen, stappen maken. Namens de stuurgroep Preventieprogramma treedt de heer G. Oude Vrielink op als opdrachtgever voor de realisatie van het sport-leercentrum1. Voor dit project is Auke Doornbosch aangewezen als projectleider.
2. Een bouwkundige impressie
Het bestaande gebouw wordt intensief en multifunctioneel gebruikt. Er is een structureel ruimtegebrek. Diverse partijen kunnen moeilijk of zelfs niet hun activiteiten adequaat ontplooien. Voor de uitbreiding met een sport en leer functie is dan ook extra ruimte noodzakelijk. Voor de bouwkundige uitwerking van het programma van eisen zijn een aantal fundamentele keuzes gemaakt. Op hoofdlijnen is een scheiding gemaakt tussen de ruimte van MPM en FC Twente. Tevens wordt de sport en er functie geïntegreerd in de gebouwen en is er een centrale ruimte voor algemeen gebruik. Het bestaande gebouw moet worden gerenoveerd. Onder andere een lift en klimaatbeheersing. De extra ruimte krijgt vorm door een nieuw gebouw voor MPM en andere functies, extra kleedruimte onder de tribune en in tweede instantie een nieuw gebouw van FC Twente voor de 1e selectie.
3. Samenvatting van het sport-leerprogramma
Het Sport-leercentrum is … een sportieve ontwikkelingplek voor burgers, jong en oud een trefpunt voor bewoners en rolmodellen in een stimulerende omgeving een werkervaringsplek voor mensen zonder betaalde baan een magneet. Het sport-leercentrum wordt ingezet voor educatieve activiteiten die tot doel hebben de sociale stijging en sociale samenhang te bevorderen voor burgers en ook voor inwoners van de wijk. Het sport-leercentrum biedt groepen extra kansen op het gebied van sport en educatie gelieerd aan FC Twente of aan andere trekkers zoals FBKgames/atletiek. Hiermee wordt ook de interactie vergroot tussen FC Twente en de wijk. Het sport-leercentrum biedt leerruimte met een electronische omgeving die goede mogelijkheden schept om hiervoor activiteiten aan te bieden vanuit een samenhangend sport en educatief programma door FC Twente en andere educatieve activiteiten bijvoorbeeld op het gebied van leefstijl. 1
Het sport-leercentrum wordt formeel door FC Twente accommodaties BV gerealiseerd.
In het geplande sport-leercentrum zullen vooral activiteiten plaatsvinden met enerzijds een educatieve component en anderzijds een sportief aspect. Daarnaast vervult het sport-leercentrum een rol in het bijeen brengen van topsport en breedtesport. Een van de uitdagingen is om een beïnvloeding te realiseren tussen burgers en topsporters waaronder tussen breedtesport en topsport. Een exacte programmering van activiteiten voor het sport/leercentrum is nu nog niet te geven. Zodra het sport-leercentrum gerealiseerd is, zal in overleg met de instellingen een planning worden gemaakt. Aan de overkant van de weg wordt de multifunctionele accommodatie, met als hoofdfunctie onderwijs gerealiseerd. In deze MFA wordt ook een plek gegeven aan diverse instanties*. Van belang is dat vanaf de start gezamenlijk (sport-leercentrum en MFA) wordt opgetrokken in de programmering van activiteiten, zodat een optimale bezettingsgraad wordt gerealiseerd. Het beleidsuitgangspunt van de gemeente is wijkprogrammering voor sport, zorg en welzijnsactiviteiten, waar gewenst in relatie tot onderwijs. Zoals gesteld: in het sport-leercentrum vinden eduactieve activiteiten plaats die gebruik maken van de sportieve omgeving. Daarbij denken we vanuit de gehele accommodatie met een veelheid van sportfaciliteiten, waarvan het sport-leercentrum een onderdeel vormt.
Activiteit Scoren door scholing Dit is een programma dat in samenwerking tussen het ROC van Twente en FC Twente wordt aangeboden aan voortijdig schoolverlaters Theorie lessen worden gegeven in het sport Leercentrum. Oriëntatie op de praktijk vindt o.a. plaats in het FBK , Grolsch veste en op andere plaatsen, al naar gelang de motivatie van de leerlingen. De voetballers van FC Twente hebben regelmatig (vanuit hun maatschappelijke betrokkenheid) contact met de jongeren die een programma volgen van Scoren door scholing.
Betrokken partijen o.a. FC Twente ROC van Twente Bureau Leerling zaken gemeente Hengelo
Sportactiviteiten van combifunctionarissen Deze activiteiten hebben een educatief en sportelement.
Basisscholen, groep 8
Brede schoolactiviteiten Sport/educatie activiteiten die aangeboden worden aan leerlingen van het po en vo na de reguliere schooltijd
Brede school netwerk Hengelo
Overlegruimte voor Scoren in de wijk De organisatie en coördinatie van het project Scoren in de wijk heeft de wens uitgesproken voor een eigen kantoor/vergaderruimte.
Scoren in de wijk
Huiswerkfaciliteiten Deze zijn met name nodig voor jonge sporters die naast het sporten ook huiswerk moeten maken. De bedoeling is om –het op afstand leren- te realiseren waarbij gebruik gemaakt wordt van ict faciliteiten
FC Twente, MPM, FBK
Verruimen van de sportmogelijkheden voor het primair en het voortgezet onderwijs in Hengelo
Primair en voortgezet onderwijs, TSE, MFA, MPM
Buitensport mogelijkheden voor TSE Allereerst is het FBK met alle sportfaciliteiten voor buitensport de buiten sportaccommodatie van het MFA Daarnaast moet worden bekeken of het tijdregistratiesysteem wat al aangelegd is gebruikt kan worden voor sportdagen van de scholen, die zich vooral richten op atletiek. Leerlingen kunnen leren hoe een dergelijk tijdregistratiesysteem werkt Wanneer TSE nieuwbouw wordt gerealiseerd in Hart van Zuid, is er ook noodzaak om buitensport faciliteiten te realiseren. Het betreft hier ook het trainen van docenten om te leren lesgeven. Ook hier weer een educatief - en een sportelement. Lessen in leefstijl voor jongeren en anderen In combinatie met sporten
Menzis, onderwijs, Scoren in de wijk, andere partners
Trefpunt Een gezamenlijk gedragen (werkervarings)plek en trefpunt met cateringgelegenheid waar sporters, supporters en (wijk)bewoners elkaar kunnen treffen rondom wedstrijden, trainingen en cursussen in een stimulerende omgeving.
Scoren in de wijk, gemeente, FBK, Welbions, ROC, andere partners
*In het MFA komen de volgende instanties/functies: ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠
3 basisscholen Peuteropvang Kinderopvang inclusief de buitenschoolse opvang voor 4 tot 12 jarigen Interact Contour (zorg voor mensen met een niet aangeboren hersenafwijking) Consultatiebureau Wijkwelzijnsinstellingen Dagbesteding voor ouderen
4. Projectraming Projectkosten Projectorganisatie Architect Aannemer, bouwteam, tekeningen en drukwerk Vergunningen, notaris en leges Uitvoeringskosten Grondverzet en nutsvoorzieningen Kosten nieuwbouw Renovatiekosten centraal gebouw Infrastructuur digi/demo/instructie Totaal geraamde investering Sport-leercentrum
Bestuurskamer MPM (25m2) Kantoorruimte FBK Games (75-100 m2) Eventuele extra externe investering
204.000 79.662 53.688 40.650 30.000 996.000 15.000 310.000 551.000 120.000 1.200.000
25.000 90.000 115.000
De financiering van dit project is ondergebracht bij FC Twente Accommodaties B.V. In de bovenstaande projectraming zijn eveneens de al gerealiseerde projectkosten opgenomen. Deze kosten zullen na besluitvorming in de gemeenteraad met het beschikbaar te stellen krediet worden verrekend. In de projectraming zijn eveneens de investeringen opgenomen voor een bestuurskamer voor MPM en kantoor en vergaderruimte voor de stichting FBK Games. Dit wordt in het ontwerp uitgewerkt en alleen gerealiseerd als daarvoor door de betreffende partijen een akkoord wordt gegeven.
5. Planning
In de planning van werkzaamheden dient rekening gehouden te worden met evenementen en trainingen van FC Twente en FBK games. De realisatie moet uiterlijk eind 2012 zijn afgerond. Vanwege deze activiteiten zullen veel werkzaamheden worden ingepast tijdens het gebruik. Het nieuwbouwgedeelte kan onafhankelijk worden gebouwd. Voor optimale exposure is het belangrijk dat de ruwbouw en afgewerkte gevels al voor de FBK games zijn gerealiseerd. De inrichting en renovatie kan tussen de bedrijven door. Het grotere installatiewerk moet worden geconcentreerd in de vier weken tussen 15 juni en bouwvak van 2012. Met deze planning kan het sport leercentrum in 2012 worden gerealiseerd in bouwteam verband. Architect, aannemer en projectleider vormen het bouwteam en kunnen op regiebasis direct uitvoeren.
Preventieprogramma Berflo Es: kansen scheppen stappen maken
Uitwerkingsvoorstel Muziek en watershow Aqua Musica Aanleiding In het kader van het preventieprogramma is het de ambitie dat de Berflo Es een (sociaal)economisch vitale wijk wordt. Naast de Kansenfabriek ofwel H 164 moeten tenminste 2 sociale ondernemingen hiertoe bijdragen. Met de realisatie van een permanente muziek- en water/lichtshow op het terrein van het FBK stadion/trainingsaccommodatie FC Twente is het de bedoeling een sociale onderneming tot stand te brengen. In deze onderneming is het opdoen van werkervaring door werklozen een belangrijk doel. Een waterorgel gebouwd door leerlingen van het ROC van Twente is een bijzonder onderdeel van de show. Werklozen kunnen werkervaring opdoen bij het onderhoud van het terrein en de vijver waarin het waterorgel geplaatst is. Tijdens de shows in de periode van mei tot en met september worden werklozen ingezet als verkeersregelaar, gastheer/gastvrouw of toezichthouder. De muziek- en water/lichtshow moet ook een bijdrage leveren aan de ‘upgrading’ van de Berflo Es. Stand van zaken Na de start met de shows in 2009 hebben deze in 2010 en 2011 in de periode mei tot en met september een vervolg gekregen. In de periode 2010/2011 is het waterorgel uitgebreid met een aantal pompen en zijn er diverse verbeteringen aangebracht. De shows hebben hierdoor duidelijk aan kwaliteit gewonnen. Het realiseren van de shows op het FBK terrein betekende ook dat er een meterkast en enkele technische voorzieningen moesten komen. Het seizoen 2011 stond in het teken van een natte zomer. Maar liefst drie keer kon een show niet doorgaan in verband met slecht weer. Het aantal bezoekers was hierdoor minder dan het jaar ervoor. Ongeveer 1.700 personen bezochten de shows. Er zijn 5 shows gemaakt, elk gebaseerd op een bepaald thema. Het waterorgel heeft inmiddels wat mankementen opgelopen, die gerepareerd moeten worden. Tevens is een jaarlijkse onderhoudsbeurt zeer belangrijk. Het is zaak dat mensen binnen de wijk’ ook het onderhoud zelf verrichten, waardoor men niet afhankelijk is van het ROC van Twente. Het ROC van Twente is bereid haar technische kennis in het komende voorjaar, waarin reparatie en onderhoud moet plaatsvinden, over te dragen aan de vrijwilligers van ‘Scoren in de wijk’ en ook aan een professionele medewerker van FC Twente, waardoor kennis meer duurzaam binnen FC Twente kan worden verankerd. Voorts komt er nog een uitbreiding van het waterorgel met twee pompen met roterende spuitmonden. De kosten bedragen ongeveer 16.000 euro. Inmiddels hebben 3 Hengelose fondsen het geld hiervoor bijeen gebracht. Door de herindeling van de terreinen in het gebied rond het stadion is het zeer wel denkbaar dat het waterorgel een nieuwe locatie zal krijgen. Het waterorgel en de shows vergen meer arbeid dan aanvankelijk was voorzien. Zo is men heel erg druk geweest met het afzinken van het waterorgel. Ook kost het tijd om de omgeving in nette staat te houden. Ook de uitvoering van de shows vergt menskracht. Met behulp van vrijwilligers (meestal werklozen) wordt geprobeerd de shows ordelijk te laten lopen. Het is moeilijk aan te geven om hoeveel uren arbeid het gaat.
Wel is een langdurige werkloze in het kader van sociale activering werkzaam als operator aan het waterorgelproject verbonden. Het draagvlak voor het waterorgel is enorm gegroeid. Een nog te maken promotieplan moet er toe leiden dat het aantal bezoekers flink toeneemt. Financiële aspecten ≠
Voor de uitbreiding van het waterorgel met een aantal pompen, het aanbrengen van diverse verbeteringen, het realiseren van een meterkast en enkele technische voorzieningen wordt een bedrag van € 80.000,- ten laste gebracht van het preventiebudget – ondernemende wijk. De stichting FC Twente, scoren in de wijk brengt een bedrag van € 160.000,- als cofinanciering in.
Preventieprogramma Berflo Es: kansen scheppen stappen maken
Uitwerkingsvoorstel Starterslening Aanleiding Dit voorstel vervangt het project Collectief particulier opdrachtgeverschap (zie voortgangsrapportage).
Doel Het preventieprogramma beoogt sociale stijging. Het project Starterslening helpt bewoners om een start op de woningmarkt te maken. Woningbezit bevordert bovendien de leefbaarheid in de wijk, daarnaast kan de starterslening bijdragen aan de gewenste de doorstroming in de woningmarkt.
Achtergrond De gemeente Hengelo voert sinds 2007 de startersregeling uit. Met de starterslening heeft de gemeente starters op de woningmarkt kunnen helpen, dit blijkt uit een toename van het aantal transacties van goedkope koopwoningen in de woningmarktmonitor in de periode dat de starterslening werd uitgevoerd. De gemeente Hengelo heeft in 2011 € 575.000 in het startersfonds gestort voor het verstrekken van startersleningen. De provincie droeg een zelfde bedrag bij met 50% cofinanciering. De gemeente heeft in 2011 bijna 40 leningen verstrekt. Hiervan zijn 11 leningen verstrekt voor nieuwbouwwoningen en 27 voor bestaande woningen. Zowel het provinciaal als het gemeentelijk fonds zijn vanaf juli 2011 uitgeput. De regeling was een groot succes en er is nog steeds grote belangstelling bij starters voor ondersteuning in de financiering. GS van de provincie hebben bekendgemaakt vanaf 2012 een nieuw startersfonds te openen van 16-18 mln Euro als co-financiering voor gemeentelijke startersleningen.
Resultaat Het beoogde resultaat van dit project is verstrekking van 40 leningen aan starters. Het project starterslening maakt het mogelijk om de beschikbare provinciale middelen te benutten voor het verstrekken van startersleningen.
Financiën* Naast de gemeente en de provincie kunnen ook marktpartijen bijdragen in de voeding van het startersfonds. Het voorstel hiervoor moet nog worden uitgewerkt. Vaststelling van de startersregeling is voorzien in de gemeenteraad van 21 februari 2012, waarna de uitvoering kan starten. Middelen preventieprogramma Provinciale middelen:
€ 215.000 € 215.000
*verdere completering informatie en begrotingswijziging volgt bij vaststelling startersregeling
Preventieprogramma Berflo Es: kansen scheppen stappen maken
Uitwerkingsvoorstel Sportieve wijk, bevordering laagdrempelig gebruik sportgebied Aanleiding In de Berflo Es zijn relatief veel voorzieningen die gebruikt kunnen worden voor sport en beweging: sportpark Veldwijk met onder andere het FBK-stadion en de oefenaccommodatie voor atletiek, de voetbalacademie voor de jeugd gevestigd op de oefenaccommodatie van FC Twente en een interactieve voetbalmuur en het cruijffcourt gevestigd op sportpark De Waarbeek. Ondanks deze voorzieningen is de sport- en beweegdeelname van de wijk niet hoog. Reden om interventies te plegen die leiden tot meer en beter gebruik van de bestaande voorzieningen en zodoende de breedtesport te stimuleren. Laagdrempelige mogelijkheden om te sporten en bewegen in de eigen wijk verleidt mensen uit hun isolement te komen. Dit draagt bij aan participatie, integratie en ontwikkeling. Kinderen maken snel contact door deelname aan activiteiten en door ouders hierbij te betrekken kunnen ook zij gestimuleerd worden actief te worden in de wijk. De Sportieve wijk is erop gericht om wijkbewoners te stimuleren tot sport en beweging, hiervoor laagdrempelige mogelijkheden creëren en het gebruik van bestaande voorzieningen te vergroten. Het voorziet in diverse maatregelen. Bijvoorbeeld extra personele inzet, organisatie van meer en meer diverse activiteiten, pr en fysieke aanpassingen. Zoals in het projectenboek staat wordt het openbaar gebruik van deze accommodatie aantrekkelijk gemaakt door fysieke aanpassingen (bijv. tijdregistratie/klok, goede bereikbaarheid, koppeling met bestaande loop/wandelroutes in de wijk etc.) en PR. Met dit voorstel wordt voorzien in de volgende maatregelen: ≠ Organisatie van laagdrempelige sportactiviteiten en ontwikkeling draaiboeken door combifunctionaris het jaar rond in relatie tot de FBK-games of het stadion en door het voortgezet onderwijs onder andere in samenwerking met FBK/ MPM in het schooljaar 2011/2012 en 2012/2013 (inzet tot uiterlijk december 2012) ≠ Aanschaf van materialen die gebruikt kunnen worden voor de uitvoering van de activiteiten en die daarna ook ten goede blijven komen aan FBK/Hengelo Sport ≠ Realisatie van aantrekkelijke sport-/speelelementen in de wijk (bv hinkelpaden, specifieke belijning ed.) waarmee de koppeling wordt gemaakt tussen loop/wandelroutes in de wijk en het sportgebied. Financiële aspecten De aanvullende tijdelijke inzet van een combifunctionaris van Hengelo Sport (1/2 fte) wordt begroot op € 15.000. Activiteitenmateriaal wordt begroot op € 8.000 Sport/spelelementen worden begroot op € 7.000.
Preventieprogramma Berflo Es: kansen scheppen stappen maken
Uitwerkingsvoorstel Communicatie & afronding/uitrol preventieprogramma" De uitvoering van het Preventieprogramma beslaat effectief de periode 2010 tot en met 2012. Onderdeel van het programma is om na te gaan hoe de programma-onderdelen afgerond dan wel ingebed of uitgerold kunnen worden na afloop van deze periode. Dit gebeurt in de loop van 2012 en resulteert in een voorstel voor afronding/uitrol van het programma. Bovendien dienen de opbrengsten van het programma zichtbaar gemaakt te worden.
Financiële aspecten De kosten voor communicatie over het preventieprogramma en een voorstel voor afronding/uitrol van het programma wordt begroot op € 10.000.
Preventieprogramma Berflo Es: kansen scheppen, stappen maken medio 2009- 2012
Voortgangsrapportage december 2011
Gemeente Hengelo Woningbouwcorporatie Welbions FC Twente scoren in de wijk Wijkraad Berflo Es
" "
"
Inhoudsopgave
Inleiding & In vogelvlucht Organogram Projecten: Sport en leercentrum Sportieve wijk Interactieve voetbalmuur Cultuur in de wijk Berflo Es Kansenfabriek/ H164 ondernemerscentrum voor sociale economie Collectief particulier opdrachtgeverschap Water(speel)park Muziek- en watershow Voorpostfunctie brede school Ouder(kamer)aanpak en activiteiten Leesverbeterplan en taalgame Berflo Es: Schoon, heel en veilig Scoren met gezondheid Sociale voorhoede Bestedingsoverzicht
2
Inleiding Dit is de voortgangsrapportage voor preventieprogramma Berflo Es kansen scheppen, stappen maken. De Raad heeft 15 december 2009 ingestemd met uitvoering van het preventieprogramma Berflo Es kansen scheppen, stappen maken en de uitwerking volgens het bijbehorende projectenboek. Dit in het kader van de overeenkomstig het programma gehonoreerde subsidieaanvraag vanuit het preventiebudget WWI bij het Ministerie van VROM in combinatie met de herstructurering en verdere ontwikkeling van de Berflo Es. De looptijd van uitvoering is medio 2009- eind 2012. Dit document is de voortgangsrapportage op basis van het projectenboek. In de Berflo Es is een omvangrijk herstructureringsproject gestart. Hengelo staat voor de uitdaging om in een proces van stedelijke vernieuwing een wijk te maken die niet alleen in ruimtelijk, maar ook in economisch en sociaal opzicht weer stevig staat. Daarom is het programma kansen scheppen, stappen maken in gezamenlijkheid opgesteld door gemeente, Welbions, FC Twente scoren in de wijk en de wijkraad Berflo Es. Deze partijen zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de uitvoering van het plan. Van deze partners neemt een vertegenwoordiger op directie/ bestuurlijk niveau zitting in de stuurgroep voor het project. De stuurgroep wordt voorgezeten door wethouder Bron, tevens bestuurlijk opdrachtgever. De stuurgroepleden koppelen terug met hun bestuur. Tweemaal per jaar ontvangen stuurgroep, college en gemeenteraad een voorgangsrapportage. Leeswijzer De voortgangsrapportage bestaat uitverschillende onderdelen. De samenvatting geeft een impressie van de ontwikkelingen in de uitvoering van het programma. Het organogram verschaft een totaaloverzicht van de organisatie van het programma op één A4. De projectformulieren geven meer inzicht per project met informatie over wat is gerealiseerd en wat het komende half jaar wordt gerealiseerd. Het bestedingsoverzicht geeft inzage in de bestedingen in relatie tot de beschikbare middelen.
3
In vogelvlucht 2011, een greep uit de resultaten ≠
Realisatie alle programma’s in zicht uitgezonderd project Collectief particulier opdrachtgeverschap
≠
Fysieke producten: 2e en 3e interactieve voetbalmuur gerealiseerd in respectievelijk Klein Driene en Hengelose Es
≠
Uitgebreid sportaanbod met voetbal en kookcursus
≠
Kulturhuske Ma2 open
≠
Project sportleercentrum uitgewerkt en besluitklaar gemaakt
≠
Bijna 200 huisbezoeken uitgevoerd door Sociale voorhoede
≠
Online gezondheidsprogramma van start gegaan met 100 deelnemers
≠
Verbetering leefbaarheid door maatregelen schoon, heel en veilig
≠
Start jeugdplein Hengelo met uitgebreid activiteitenaanbod voor kinderen Berflo Es
≠
2 Oudergroepen bij peuterspeelzaal opgestart
≠
Muziektraject voor 70 kinderen
≠
17 Gezinnen in Berflo Es bezocht voor opvoedingsondersteuning
≠
Gezamenlijke invoering leesmethode door basisscholen Berflo Es
≠
Shows Aqua musica Twente (waterorgel) met 1700 bezoekers
4
Dguvwwt"HE"Vygpvg"ueqtgp" tus 2009 kp"fg"yklm"
Kansenfabriek: inricht., soc.ond. MVO Vtgmmgt
Sport-leercentrum Vtgmmgt<" Cwmg"Fqqtpdquej" Cevkgjqwfgt<"Tgkpcnf"Fkm" cee01" Nkgudgvj"fg"Lqpi"rt0"
Sociale voorhoede met kansenaanpak Vtgmmgt<"Octkcp"Uvtqqv" Cevkgjqwfgt<" Mcvlc"Dqgttkivgt"
CPO Vtgmmgt<"" Tkm"Iqemgn" Cevkgjqwfgt<" Uwucp"Ogklgt
Waterspeelpark Vtgmmgt<"" Jcpu"Nwddgtu" Cevkgjqwfgt<" Iwwu"Fgmmkpi
Aqua musica soc. Ondern. Vtgmmgt<"" Ftggu"Mtqgu" Cevkgjqwfgt<" Lqjcp"Dklnuvtc
Voorpost Brede School VtgmmgtCevkgjqwfgt<"Mtkuvgn" Dc{gt
Gezonde leefstijl elearning Vtgmmgt<"Ftggu"Mtqgu" Cevkgjqwfgt
Ouder(kamer)aanpak+ activiteiten Vtgmmgt-Cevkgjqwfgt<" Mtkuvgn"Dc{gt"
Schoon-heel-veilig Vtgmmgt<"" Tkm"Iqemgn" Cevkgjqwfgt<" Octvkp"xcp" v"Xggp
Leesverbeterplan + taalgame BE Vtgmmgt-Cevkgjqwfgt<" Mtkuvgn"Dc{gt
Yklmtccf"Dgthnq"Gu"
Rtgxgpvkgrtqitcooc"Mcpugp"uejgrrgp"uvcrrgp"ocmgp"Dgthnq"Gu
Rtqitcoocitqgr<"" Ygndkqpu"Tkm"Iqemgn"1"HE"Vygpvg"ueqtgp"kp"fg" yklm"Ftggu"Mtqgu1"Igoggpvg"Lqjcp"Dklnuvtc."Mcvlc" Dqgttkivgt."Nctu"Jctou."Cppgokgmg"Mpqn"*x|+." kpekf0"hkpcpekìp"Jgppkg"Qwfg"Jguugnkpm"
Uvwwtitqgr<" Ygvjqwfgt"Lcp"Dtqp"*dguvwwtnklm"qrftcejvigxgt+"xqqt|kvvgt" Fktgevkg"Ygndkqpu"Rgvgt"Rkpmjcct" Dguvwwtfgt"HE"Vygpvg"Ueqtgp"kp"fg"Yklm"Igtctf"Qwfg"Xtkgnkpm" Xqqt|kvvgt"yklmtccf"Dgthnq"Gu"Tq{"Tqgoccv" Codvgnklm"qrftcejvigxgt"Jgpm"Lcp"Vtqor"" Rtqitcooceqútfkpcvqt"Cppgokgmg"Mpqn"
Fktgevkg1Dguvwwt"Ygndkqpu"
Vtgmmgt"*rtqlgevngkfgt) rood= FC Twente groen= Welbions blauw=gemeente geel= Wijkraad Berlo Es Cevkgjqwfgt= verantwoordelijke voor gemeentelijke inbreng en gemeentelijk contactpersoon voor dit project
Cultuur: huskes, theater,activiteiten Vtgmmgt"-" Cevkgjqwfgt<" Mncumg"Dwku
Voetbalmuur Vtgmmgt<"" Ftggu"Mtqgu" Cevkgjqwfgt<" Yknn{"x0"Fkgrgp
Programma + gebruik sportparken Vtgmmgt"-" Cevkgjqwfgt<"Ejcpvcn" Yknfgoqtu
" "
Tccf1"Eqnngig" igoggpvg"
Naam Project
Sport- en leercentrum
Trekker
Auke doornbosch Actiehouders Reinald Dik (accommodatie), (o.l.v. FC Twente) gemeente Liesbeth de Jong (gebruik) Welke bijdrage levert dit project aan het preventiepakket Berflo Es Doel van het preventieprogramma Berflo Es is Kansen scheppen, stappen maken of te wel sociale stijging bevorderen. Het sport- en leercentrum biedt aan groepen in de Berflo Es extra kansen op het gebied van sport en educatie, gelieerd aan FC Twente. Goede faciliteiten zijn een voorwaarde om activiteiten aan te kunnen bieden. Daarnaast willen we dit centrum inzetten voor educatieve activiteiten die tot doel hebben de sociale stijging en sociale samenhang van inwoners van de wijk te bevorderen. Hiermee wordt de interactie vergroot tussen FC Twente en de wijk. Het draagt bij aan de invulling van het convenant Sportieve wijk. Het sport- en leercentrum en de realisatie van het programma daarin betekent een stap in de verdere ontwikkeling van de waarde en maatschappelijke rol van FC Twente voor Hengelo en de wijk Berflo Es met een landelijke voorbeeldfunctie.
Doelen Een sport-en leercentrum realiseren dat leerruimte biedt en een electronische omgeving en dat zodanig is ingericht dat er goede mogelijkheden zijn om: activiteiten aan te bieden vanuit een samenhangend sport en educatief programma door FC Twente zoals voetbalacademie, projecten van FC Twente scoren in de wijk zoals projecten met het ROC en andere educatieve activiteiten die leiden tot sociale stijging en sociale samenhang in de wijk. Te denken valt aan het project gezonde leefstijl, taalgame, ROC-project voor drop outs, naschoolse opvang, huiswerkbegeleiding. Resultaten Uiterlijk in 2012 functioneert in de Berflo Es een multifunctioneel sport –en leercentrum waar jaarlijks minimaal 150 wijkbewoners gebruik maken van de educatieve activiteiten om hun ontwikkelingskansen te vergroten. Organisatie Betrokkenen: FC Twente, Welbions (woningbouwcorporatie), gemeente Hengelo (afd. Maatschappelijke Ontwikkelingen en sector Stedelijk Beheer), MPM, FBK, ROC van Twente, Het Genseler, St. FC Twente scoren in de wijk. Communicatie De verschillende betrokken partijen maken afspraken over hoe naar buiten te treden over dit onderwerp. Planning Na afloop van de gesprekken met de partners MPM, FC Twente, FBK en Scoren in de wijk wordt met de verbouwing en uitbreiding gestart. Gedurende 2012 krijgt het activiteitenprogramma verder invulling. Streefdatum: in 2012 oplevering van de accommodatie. Eind 2012 feitelijke ingebruikname van de accommodatie en start activiteitenprogramma. Wat is gerealiseerd ≠
Het programma van eisen en de opdrachtformulering
≠
Draagvlak bij MPM, FC Twente en de stichting FBK games
≠
Een voorzet voor het sport- en leerprogramma, eveneens opgenomen in de opdrachtformulering.
Te realiseren in 2012 ≠
Definitief ontwerp voor realisatie, naar verwachting uiterlijk april 2012
≠
Bouw en renovatiewerkzaamheden zullen vooral geconcentreerd worden tussen 15 juni en 23 juli 2012
≠
Oplevering in november 2012
≠
Gedurende het jaar 2012 zal met te ontwikkelen activiteiten inhoud gegeven worden aan het programma.
Naam Project
Sportieve wijk
Trekker en gemeentelijk actiehouder Chantal Wildemors Welke bijdrage levert dit project aan het preventiepakket Berflo Es Laagdrempelige mogelijkheden om te sporten en bewegen in de eigen wijk verleidt mensen uit hun isolement te komen. Dit draagt bij aan participatie, integratie en ontwikkeling. Kinderen maken snel contact door deelname aan activiteiten en door ouders hierbij te betrekken kunnen ook zij gestimuleerd worden actief te worden in de wijk. Doelen: 1. in 2012 is het percentage jongeren (12-18 jaar) dat 7 uur of meer per week beweegt gestegen met 2% (van 87% naar 89%) te meten door EMOVO-onderzoek GGD 2. in 2012 is het openbaar gebruik van het sportpark door wijkbewoners gestegen 3. in 2012 hebben 200 leerlingen per jaar deelgenomen aan een voetbalcursus of cruijffcourtactiviteit en is 15% daarvan doorgestroomd naar een sportvereniging Resultaten: a. er is minimaal 1 fte combinatiefunctionaris werkzaam in de wijk Berflo Es om sportstimuleringsactiviteiten op de accommodaties te organiseren en partijen (onderwijs, wijk en verenigingen) bij elkaar te brengen; b. op jaarbasis worden door de combinatiefunctionaris 15 sportactiviteiten georganiseerd op het Cruijffcourt i.s.m. FC Twente Scoren in de wijk en de sportverenigingen; c. in 2012 wordt aan iedere basisschool in de wijk (9 scholen) de voetbalcursus (Scoren in de wijk) aangeboden; d. in 2012 is aan iedere voetbalcursus de kookcursus voor ouders/kinderen gekoppeld; e. er wordt twee keer per jaar een sportmarkt georganiseerd op en rond sportpark Veldwijk; f. er worden op jaarbasis 5 activiteiten georganiseerd rondom de interactieve voetbalmuur op sportpark Veldwijk; g. er wordt een PR/communicatieplan opgesteld om meer bekendheid te geven aan het Cruijffcourt en de interactieve voetbalmuur; h. de trainingatletiekbaan op sportpark Veldwijk wordt (buiten gebruikstijden van de verenigingen) opengesteld voor (wijk)bewoners; i. het openbaar gebruik van deze accommodatie wordt aantrekkelijk gemaakt door fysieke aanpassingen (bijv. tijdregistratie/klok, goede bereikbaarheid, koppeling met bestaande loop/wandelroutes in de wijk etc. ) en PR Organisatie afdeling communicatie, stichting scoren in de wijk, wijknetwerkcoördinator, combinatiefunctionaris(sen)/ sportconsulenten, stadsdeelregisseur, stedebouw, beheer. Koppeling met projectgroep herstructurering Veldwijk (plan van aanpak voor FBK-village, waar entree sportpark Veldwijk onder valt, wordt in het najaar 2009 opgesteld) Planning " Tot juni 2012 uitvoering januari 2012 -augustus 2012 eindevaluatie
" Wat is gerealiseerd ≠ Er is inmiddels 1 fte combinatiefunctionaris werkzaam in de wijk Berflo Es om sportstimuleringsactiviteiten op de accommodaties te organiseren en partijen (onderwijs, wijk en verenigingen) bij elkaar te brengen. Zij zijn al volop aan het werk in de wijk en doen wekelijks veel activiteiten zowel op het cruijffcourt als bij de interactieve voetbalmuur (zie ook hieronder). ≠ De sportmarkt 2010 en 2011 in en om sportpark Veldwijk hebben plaatsgevonden. Een succes, waarbij verschillende sporten aangeboden zijn en diverse verenigingen hun activiteiten hebben laten zien aan de kinderen. Deze activiteit is voor de groepen 7 en 8 van de basisscholen in Hengelo Zuid (totaal 310 kinderen bereikt per markt). ≠ Organisatie van allerlei sportstimuleringsactiviteiten (meer dan 15) door combinatiefunctionaris. Onder andere iedere woensdagmiddag voetbalclinics voor de kinderen in de wijk (gemiddelde opkomst 25 kinderen per keer), south side cup, scholentoernooi en de FC Twente Cup (project voor jongeren van 12-19 jaar waarbij ze onder andere buurtbijdragen moeten doen om mee te mogen doen aan de FC Twente cup) ≠ Alle negen basisscholen hebben zich inmiddels aangemeld voor de voetbalcursus. Aan alle cursussen is ook de kookcursus voor kinderen en ouderen gekoppeld. Inmiddels is er ook een samenwerkingsverband met een diëtiste en Carint waarbij de link wordt gelegd tussen bewegen en voeding.
7
≠ ≠
Er is samenwerking met de stichting FBK-games in het kader van activiteiten die de atletieksport promoten. Aanschaf van mobiel tijdregistratiesysteem is met atletiekvereniging MPM is in de eindfase. Dit betreft zowel de voorbereiding technisch, financieel als voorbereiding van afspraken over inzet van MPM bij gebruik van accommodatie/tijdregistratiesysteem ook buiten de standaardtrainingen en wedstrijden van de club. Bijvoorbeeld om voor het onderwijs (van basisonderwijs, voortgezet onderwijs tot ROC) het systeem in te zetten bij evenementen en schooltoernooien. Ook zijn de mogelijkheden nagegaan voor aansluiting op systeem FBK en wordt daar rekening mee gehouden.
Te realiseren in 2012 ≠ Inzet combifunctionaris voor sportstimuleringsactiviteiten zoals bij cruijffcourt en rond FBK-games/ stadion ≠ Sportweek ≠ Aanschaf en ingebruikname tijdsregistratie (koppeling aan diverse sportactiviteiten) ≠ Activiteiten voetbalmuur ≠ Activiteiten voortgezet onderwijs in sportgebied ≠ Aan de slag met openstelling trainingsatletiekbaan, aantrekkelijk maken accommodatie door fysieke aanpassingen en pr/ communicatie Communicatie Via wijknetwerk, rechtstreeks met de verenigingen en directe communicatie tussen de combinatiefunctionaris en de jeugd in de wijk.
8
Naam Project
Interactieve voetbalmuur
Trekker
Drees Kroes Actiehouder gemeente Willy van Diepen (FC Twente scoren) Welke bijdrage levert dit project aan het preventiepakket Berflo Es " Sport en beweging bevorderen een gezonde leefstijl en maken mensen minder kwetsbaar. Bovendien is het een bindmiddel voor sociale samenhang en zorgt het ervoor dat mensen met elkaar in contact komen. In de Berflo Es lopen al veel initiatieven op het gebied van sport, gezondheid en bewegen. Een belangrijk initiatief is “Scoren in de wijk” van FC Twente. Vanuit “Scoren in de wijk” is een nieuw idee ontwikkeld. Het gaat om een interactieve voetbalmuur. Een digitale muur waar je met een bal tegenaan schopt en die “terugpraat”. Er zijn verschillende spellen mogelijk en er kunnen ook wedstrijdjes worden gehouden tegen elkaar. Door de voetbalmuur komen wijkbewoners meer in aanraking met het sportpark rondom het stadion in hun wijk. Doelen ≠ In 2012 is het openbaar gebruik van het sportpark door wijkbewoners gestegen. ≠ Een belangrijk speerpunt van “FC Twente, scoren in de wijk” is gericht op verbetering van het sportieve karakter van de sportwijken, waaronder verbetering van de infrastructuur. Resultaten (Door)ontwikkeling, realisatie en evaluatie van vier interactieve voetbalmuren in Berflo Es en twee andere stadsdelen. De realisatie van de interactieve voetbalmuur draagt bij aan het sportieve karakter van de Berflo Es. Organisatie FC Twente Scoren in de wijk, Gemeente Hengelo (wijkzaken, beheer, sportconsulent, stadsdeelregisseur, beleidsmedewerker jeugd en veiligheid/ spelen e.a.). Bij de plaatsing van de definitieve muren wordt met het oog op participatie betrokken inbreng van: - gebruikers - wijkorganisaties - omwonenden - jongeren mogelijk via een panel - leerlingen van scholen in de buurt - sportverenigingen Communicatie Communicatie met de wijk waarin een muur geplaatst wordt gaat altijd in samenwerking tussen FC Twente, leverancier en de gemeente Hengelo. Planning Eerste helft 2009: realisatie testexemplaar en presentatie. Monitoring, evaluatie, aanpassing en doorontwikkeling, plaatsing overige 3 muren: 2009-2012 Wat is gerealiseerd ≠ De interactieve voetbalmuur (sutu) is ontwikkeld en in 2009. ≠ Plaatsing en uitrol van sutu, namelijk één geplaatst in Berflo Es en uitrol naar de overige stadsdelen in 2011 door plaatsing van de andere twee in de stadsdelen Midden (Hengelose Es) en Noord (Klein Driene). ≠ Evaluatie Te realiseren in 2012 Ontwikkeling en realiseren van de vierde en laatste “sutu” in stadsdeel Zuid aan de rand van Berflo Es, mede op basis van terugkoppeling door gebruikers.
9
Naam Project
Cultuur in de wijk Berflo Es
Trekker en gemeentelijk actiehouder
Klaske Buis
Welke bijdrage levert dit project aan het preventiepakket Berflo Es Culturele activiteiten kunnen als middel worden ingezet om de sociale samenhang in een wijk te verbeteren. In de Berflo Es verandert de samenstelling van de wijk vanwege de herstructurering. Centrale vragen zijn: hoe kun je de wijk aantrekkelijk en leefbaar houden voor de oude én nieuwe bewoners. Hierbij kan cultuur een grote rol spelen. Door deze activiteiten wordt de (culturele) participatie vergroot en maken de bewoners stappen op de stijgingsroute Vrije tijd. Doelen - in 2012 is er een theaterstuk geproduceerd met minimaal 200 deelnemers, waarvan 25 uitkeringsgerechtig den op weg naar werk - in 2012 is er een door bewoners gedragen theaterorganisatie ism CREA centrum voor kunsteducatie en bestaande theatergroepen in de wijk - in 2012 zijn er tenminste 2 Kulturhuskes operationeel waarvan minimaal 100 bewoners gebruikmaken Resultaten 1. Theaterstuk (in samenwerking met Scoren in de wijk). We hebben samen met bewoners een nieuw theaterstuk gemaakt. Het theaterstuk kan ook in andere steden worden uitgevoerd. 2. Kulturhuskes in Berflo Es. Kulturhuskes zijn leegstaande woningen in een herstructureringswijk die worden gebruikt voor laagdrempelige culturele activiteiten. Het Kulturhuske is een 'broedplaats' met huiskamerpodium en atelierruimte. Bewoners zijn zowel artiest als publiek en exposeren eigen werk, kunnen toneelspelen, samen koken, kennismaken met traditionele muziek uit andere landen etc. De woningcorporatie heeft twee woningen beschikbaar gesteld die worden ingericht door bewoners. Een aantal bewoners gaat een voortrekkersrol vervullen. Als de herstructurering een feit is, worden de functies die zijn ontstaan in de huskes door de wijk worden overgenomen (in buurtcentrum, ontmoetingsruimte etc.) 3. Actieve Cultuurdeelname. Culturele activiteiten zijn een middel om het klimaat in een wijk te verbeteren en de betrokkenheid van bewoners te vergroten. Er zijn al allerlei activiteiten in de wijk op het gebied van kunst en cultuur. Het inschakelen van professionele kunstenaars en/of culturele organisaties geeft een impuls aan bestaande activiteiten. De cultuurscout laat bewoners actief deelnemen aan activiteiten en heeft direct contact met de Sociale Voorhoede. Organisatie Rondom de organisatie van de culturele activiteiten in de Berflo Es is een werkgroep geformeerd. Hierin nemen deel: Gemeente Hengelo: Klaske Buis (afd. MO), Marieke Arends (afd. Wijkservice), Corry van der Mey (Buurtgerichte sociale activering) CREA: Bert Sanders (Cultuurscout vanaf april 2011) Welbions: Natasja Witteveen (consulent Herstructurering) Scala: Sevgiye Gokcan (Ma2-coördinator vanuit soc.cult.werk Scala) Scoren in de wijk: Drees Kroes Communicatie Informatievoorziening rondom culturele activiteiten (activiteitenkalender, gebruik internetsites etc) Er is een vrijwilliger gevonden die zich met de maandladder bezig houdt, de PR rondom de culturele activiteiten vanuit bijv het Kulturhuske wordt in de gaten gehouden door de Ma2-coördinator. De organisaties van andere culturele activiteiten zorgen zelf voor PR-uitingen. Persmomenten in het komende half jaar -opening tentoonstelling Cultuur in Beeld (november 2011) -opening Kulturhuske Ons Huis (februari 2012) -afsluitende activiteit sluiting Kulturhuske Ma2 (sloop gepland in april 2012) -Ma2 op toernee: lancering april 2012
10
Planning en gerealiseerde producten Nieuwe wijktheaterproductie De wijktheaterproductie In Blessuretijd is in september 2010 vier keer succesvol op de planken gebracht en werd bezocht door ruim 1900 mensen; van de productie is een registratie en making off gemaakt die aan alle deelnemers en medewerkers is vertoond. 169 Wijkbewoners van Hengelo Zuid stonden op het toneel. Ruim 120 mensen hebben achter de schermen meegewerkt, waaronder jongeren van praktijkschool ’t Genseler en De Kledinghaeck. Van de geënqueteerde deelnemers was 22% uitkeringsgerechtigd. Een aantal deelnemers heeft het initiatief genomen om met theaterlessen door te gaan. Zij hebben in mei 2011 een eigen (kleinschalige) productie op de planken gezet onder leiding van een professionele theatermaker. In Blessuretijd is bovendien genomineerd voor de landelijke prijs voor het Kunst en cultuur voor je wijk-festival (het project is uiteindelijk vierde geworden van de elf genomineerden). FC Twente Scoren in de Wijk is samen met een professionele theatermaker en filmmaker (die beide aan In Blessuretijd verbonden waren) bezig om een derde nieuw concept te ontwikkelen, waarmee In Blessuretijd ook in andere gemeenten uitgevoerd kan worden (onder andere titel, met medewerking van de plaatselijke voetbalclub en plaatselijke wijkpartners). Kulturhuske(s) Het Kulturhuske Ma2 aan de Alexanderstraat is veertig weken in 2011 open geweest. De Ma2-coördinator heeft samen met het vrijwilligersteam een programmering opgezet. Er zijn twee samenwerkingsprojecten geweest met Buurt- en Speeltuinvereniging De Jeugd, die goed zijn verlopen. Ma2 staat voor april 2012 op de slooplijst. Het is daarom erg van belang om de vaste activiteiten die zijn ontstaan in Ma2 goed onder te brengen op een andere locatie in de wijk. De Jeugd is de eerste aangewezen instantie, maar er zijn ook gesprekken gaande met andere wijkpartners. Het Ma2-team heeft een plan van aanpak geschreven voor de doorontwikkeling van het concept Ma2 om, als het huske wordt gesloopt, het format en de expertise die is opgebouwd niet verloren te laten gaan. Dit plan heeft de titel meegekregen: Ma2 op Toernee. Bovendien is in herstructureringswijk Hengelose Es door buurtbewoners een buurtbon aangevraagd voor het opzetten van Kulturhuske Ons Huis. Met het wijkcentrum is hierover goed contact, de woningbouwvereniging heeft een huisje ter beschikking gesteld. In de loop van februari 2012 zal dit huske worden geopend. Het vrijwilligersteam van Ma2 zal het nieuwe team met raad en daad bijstaan. Overige culturele activiteiten in de Berflo Es -Notitie Kunst en Vliegwerk in de Berflo Es 2009-2011 vastgesteld in 2010 -Meezingfestival Berflo kan mooi zingen: 23 september 2011 bij FBK-stadion, zes koren hebben hieraan deelgenomen, er zijn ongeveer 600 bezoekers geweest. Het was de tweede keer dat dit festival is georganiseerd. -Project Kinderen in Herstructurering -Project Voetbalkoor: Dit koor is opgericht door FC Twente Scoren in de Wijk en heeft meegedaan met de wijktheaterproductie. Ondertussen zijn 20 zangers actief in het koor en worden ze regelmatig gevraagd voor optredens. Vraag is wel wat er gebeurt met het koor als ze helemaal op eigen benen komen te staan. Er zullen dan formele stappen gezet moeten worden (vormen van vereniging en bestuur, zelf de financiën dragen etc). Te realiseren in 2012 -Plan opzetten voor vervolgactiviteiten na de productie (spin off), ism CREA en andere instellingen -Opstellen en uitvoeren voorjaarsprogramma Kulturhuske Ma2 (ook in samenhang met de andere instellingen in de wijk, als de buurthuizen en Aveleijn) en continuering van dit programma na sloop. -Opening Kulturhuske Ons Huis in Hengelose Es (uitrol naar andere wijk) -voor de activiteiten in het Kulturhuske is een werkgroepje opgesteld van wijkbewoners en de coördinator. -Project Kinderen in Herstructurering loopt door tot 2012 -Berflo Es kan mooi zingen: meezingfestival in de wijk (derde editie in september 2012) -Project Voetbalkoor: Het project is verlengd tot juli 2012, er moet bekeken worden of en hoe hier een vervolg op komt.
11
Naam Project
Kansenfabriek/ inmiddels: H164 ondernemerscentrum voor sociale economie
Trekker
Joop Wikkerink (gemeente)
Actiehouder gemeente
Johan Bijlstra
Welke bijdrage levert dit project aan het preventiepakket Berflo Es Door de herstructurering moet voor meerdere bedrijfjes een andere plek in de wijk gevonden worden. De Kansenfabriek (BVG H 164) biedt deze andere plek maar biedt ook mogelijkheden aan starters. Wijkeconomie krijgt hiermee een impuls. Hengelo, en in het bijzonder de Berflo Es, kent een flink aantal werklozen. Deze werklozen krijgen kansen geboden middels sociale ondernemingen in BVG H 164. In deze ondernemingen zonder winstoogmerk krijgen mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt een werkplek. Het project draagt bij aan de realisering van een sociaal-economisch vitale wijk, waar ruimte is voor ondernemerschap en werkgelegenheid. Doelen Een operationele Kansenfabriek, een ondernemerscentrum voor sociale economie. Resultaten Volgens het businessplan BVG H164: 80% van te verplaatsen bedrijven blijft behouden voor de wijk; 10 nieuwe ondernemingen; 3 sociale ondernemingen met in totaal 20 werkervarings-/leerwerkplekken of loondienstverbanden; 10 extra stageplaatsen en 5 extra vacatures vervuld vanuit de sociale ondernemingen bij de wijkbedrijven. Organisatie De realisatie van H164 is in samenwerking tussen Welbions, ROZ Twente en gemeente ter hand genomen. Communicatie In samenspraak tussen de betrokken organisaties. Planning " Er vindt een verdere aanpassing van het gebouw plaats waardoor er 10 tot 12 kleine bedrijfsruimtes bijkomen. Momenteel wordt er gewerkt aan een plan voor het opknappen van het fietstunneltje aan de Waarbekenweg om daarmee een betere verbinding tussen H164 en de wijk tot stand te brengen. Hierbij zijn naast de gemeente, Welbions, H164 en de wijkraad betrokken.
" Wat is gerealiseerd Het businessplan voor H 164 is goedgekeurd en de contracten zijn getekend. De verbouwing van het pand aan de Enschedesestraat 164 is gerealiseerd en ondernemers, sociale ondernemingen en ROZ Twente hebben zich er gevestigd. In H164 hebben zich medio juli 2010 in totaal 6 ondernemers gevestigd, allen afkomstig uit de Berflo Es. Daarnaast heeft het ROZ Twente er inmiddels haar intrek genomen en zijn er 4 sociale ondernemingen gehuisvest. Per 1 juni 2010 heeft het ROZ Twente 2 aandachtsfunctionarissen voor de Berflo Es aangewezen. Zij leggen contact met de ondernemers in de Berflo Es en schenken in het bijzonder aandacht aan de bevordering van zelfstandig ondernemerschap. Er hebben zich in de tweede helft van 2010 geen nieuwe (startende) ondernemers gevestigd. Een van de oorzaken is dat een deel van H 164 nog verhuurd is aan Humanitas Onder Dak en dit staat uitbreiding van het aantal bedrijfsruimtes in de weg. Het programma ‘Wijkeconomie Berflo Es’ is in 2010 in uitvoering genomen waarmee beoogd wordt zelfstandig ondernemerschap te bevorderen. Te realiseren in 1ste helft van 2011 Vestiging van meer (startende) ondernemers. Concretisering van het plan voor het opknappen van het fietstunneltje aan de Waarbekenweg (= de directe verbinding van de wijk met H 164). Verdere uitvoering programma Wijkeconomie Berflo Es Wat is in 2011 gerealiseerd Het vrijvallen van bedrijfsruimte binnen H164 duurde langer dan verwacht, vanwege het steeds uitgestelde vertrek van Humanitas Onder Dak. Per 1 november 2011 zijn 7 nieuwe bedrijfsruimtes beschikbaar voor verhuur. Hiervan zijn er reeds drie verhuurd aan startende ondernemers. Momenteel zijn we volop in gesprek met potentiële huurders. Het opknappen van de fietstunnel aan de Waarbekenweg, als directe verbinding tussen H164 en de wijk, heeft nog niet plaatsgevonden. Wel is het plan geconcretiseerd. Er is een plantekening gemaakt en er is gekeken of aangesloten kon worden bij het tracé van de fietssnelweg (afd. Projecten en Subsidies). Dat bleek niet haalbaar. Momenteel wordt bezien hoe wel een sociaal veiliger toegang en doorgang kan worden gerealiseerd (verlichting,
12
bestrating, verwijdering deel groen). Het wijkeconomie programma van het ROZ is uitgevoerd. Het programma richt zich op de Berflo Es, daarnaast ook op de wijken Klein Driene en de Hengelose Es. Met betrekking tot de Berflo Es heeft in 2010/2011 o.a. het volgende plaatsgevonden: ≠ Mailing naar alle wijkbewoners over het starten van een bedrijf ≠ Het bezoeken van bedrijven in de wijk ≠ Inloopochtenden in het gebouw van buurt- en speeltuinvereniging Twekkelerwegkwartier ≠ Het organiseren van workshops, o.a. in samenwerking met buurt- en speeltuinvereniging De Jeugd. ≠ Diverse artikelen in Berflo Mooi. ≠ Samenwerking met intermediairs, o.m. via Sociaal Café Zuid en ‘Het werkt in de wijk’. Tot nu toe zijn/worden ruim 50 bewoners van de Berflo Es door het ROZ begeleid bij de start van hun eigen bedrijf. 10 mensen zijn tot nu toe via de dienstverlening van het ROZ op wijkniveau daadwerkelijk gestart met hun bedrijf.
Te realiseren in 2012 ≠ Vestiging van meer (startende) ondernemers. ≠ Opknappen van het fietstunneltje aan de Waarbekenweg (= de directe verbinding van de wijk met H 164). Zie project Schoon, heel en veilig. ≠ Verdere uitvoering programma Wijkeconomie Berflo Es
13
Naam Project
Collectief Particulier Opdrachtgeverschap Gewijzigd in : Starterslening (zie separate beschrijving)
Trekker
Rik Gockel (Welbions)
Actiehouder gemeente
Marcel Jansen
Welke bijdrage levert dit project aan het preventiepakket Berflo Es De bouw van woningen door particulieren maakt deel uit van de grootschalige herstructurering van de woningvoorraad. De eenzijdige samenstelling van woningaanbod en de bevolkingssamenstelling wordt daarmee doorbroken. De woonomgeving wordt aanmerkelijk verbeterd. Een nieuwe en andere wooncarrière in wijk wordt mogelijk. Doelen We willen bereiken dat wijkbewoners zelf verantwoordelijkheid nemen voor hun wooncarrière, door als eigen ontwikkelaar hun woning te laten bouwen. Door wijkbewoners als collectief woningen te laten bouwen ontstaat een stijging op de maatschappelijke ladder, meer sociale binding en versterking van het image van de wijk. Collectief particulier opdrachtgeverschap (CPO) draagt bij aan de eigen verantwoordelijkheid van burgers voor het wonen. Resultaten Het bouwen ca. 20 woningen in CPO voor een doelgroep van lage en midden-inkomes (tot ca. 40.000 euro). Het indirecte resultaat van CPO betreft de maatschappelijke effecten van zelfrealisatie, maatschappelijke stijgen en versterking van de wijk (identiteit en imago). Organisatie Planning " De inhoud van het CPO-voorstel wordt vervangen door een alternatief project gericht op het stimuleren van bewoners om een start op de woningmarkt te maken: de starterslening. Zie verder separaat uitwerkingsvoorstel. Wat is gerealiseerd ≠ Besluit om dit project binnen het preventieprogramma niet door te zetten. Toelichting: In 2009 en 2010 is een groep opdrachtgevers (ongeveer 10 bewoners) in beeld geweest die serieus belangstelling had voor CPO in Veldwijk Noord. Er is een projectvoorstel geschreven, welke in de initiatieffase is blijven steken. Het komt erop neer dat de groep belangstellenden is afgehaakt. De reden hiervoor is: 1. dat de initiatiefnemers snel wilden bouwen. Om redenen van verschillende aard is het niet gelukt snel een locatie aan te wijzen. Dat heeft te maken met aanpassingen van het stedenbouwkundig plan en verkaveling van het middengebied van Veldwijk Noord. Hierdoor kon niet op korte termijn een definitieve plek worden aangewezen, terwijl verschillende mensen binnen de groep snel hun woonwensen wilden realiseren. 2. een behoorlijk achtervang risico welke voor rekening van Welbions zou komen. Dat is voor Welbions in deze ‘lastige’ woningmarkt niet aanvaardbaar 3. het beperkte empowerment binnen de groep zelf. Er is gekeken naar alternatieve locaties binnen de Berflo Es. Echter vanwege temporisering van plannen en te halen grondopbrengsten zijn deze afgevallen. Bovenstaande sluit niet uit dat CPO niet kansrijk kan zijn in de Berflo Es, maar dat binnen de termijn van het preventieprogramma geen goedgekeurd projectvoorstel te verwachten mag zijn. ≠ Alternatief project is opgesteld: de starterslening. Te realiseren in 2012: ≠ Ontwikkelen alternatief CPO-initiatief buiten het bestek van dit preventieprogramma ≠ Alternatieve besteding middelen CPO-initiatief in het licht van het preventieprogramma overeenkomstig nieuw uitwerkingsvoorstel starterslening Communicatie Communiceren aansluitend bij nieuw uitwerkingsvoorstel
14
Naam Project
Starterslening
Trekker en gemeentelijk actiehouder
Susan Meijer
Welke bijdrage levert dit project aan het preventieprogramma Berflo Es De Starterslening helpt bewoners om een start op de woningmarkt te maken. Woningbezit bevordert bovendien de leefbaarheid in de wijk, daarnaast kan de starterslening bijdragen aan de gewenste de doorstroming in de woningmarkt. Doelen en doelgroep Starters kunnen een wooncarrière beginnen en de verkopende partij kan doorstromen op de woningmarkt. Doelgroep: Koopstarters (zonder bindingseisen aan Hengelo) Resultaten De gemeente Hengelo voert sinds 2007 de startersregeling uit. Met de starterslening heeft de gemeente starters op de woningmarkt kunnen helpen, dit blijkt uit een toename van het aantal transacties van goedkope koopwoningen in de woningmarktmonitor in de periode dat de starterslening werd uitgevoerd. De gemeente Hengelo heeft in 2011 € 575.000 in het startersfonds gestort voor het verstrekken van startersleningen. De provincie droeg een zelfde bedrag bij met 50% cofinanciering. De gemeente heeft dit jaar bijna 40 leningen verstrekt. Hiervan zijn 11 leningen verstrekt voor nieuwbouwwoningen en 27 voor bestaande woningen. Zowel het provinciaal als het gemeentelijk fonds zijn vanaf juli 2011 uitgeput. De regeling was een groot succes en er is nog steeds grote belangstelling bij starters voor ondersteuning in de financiering. GS van de provincie hebben bekendgemaakt vanaf 2012 een nieuw startersfonds te openen van 16-18 mln Euro als co-financiering voor gemeentelijke startersleningen. Het beoogde resultaat van dit project is verstrekking van 40 leningen aan starters. Organisatie De gemeente legt de startersregeling vast in een gemeentelijke verordening voor de beleidsmatige toetsing van de aanvragen en de formele toewijzing. SVn (Stimuleringsfonds Volkhuisvesting Nederlandse Gemeenten) voert namens de gemeente de financiële toetsing van de aanvragen uit en beheert de leningenadministratie. Participatie Naast de gemeente en de provincie kunnen ook marktpartijen bijdragen in de voeding van het startersfonds. Het voorstel hiervoor moet nog worden uitgewerkt. Planning " De startersregeling vaststellen in de gemeenteraad van 21 februari, waarna de uitvoering kan starten.
Communicatie Starters, geldverstrekkers en makelaars worden rondom de bekendmaking en vaststelling van de nieuwe startersregeling geïnformeerd via bijv. Startersmarkt en diverse media (waaronder ook Funda, lokale sites marktpartijen en gemeentelijke website en advertentiepagina in de krant)
Te realiseren in 2012 Uitvoering regeling. Aantal te verstrekken leningen nog niet bekend maar naar schatting 40 (afhankelijk van participatie marktpartijen).
15
Naam Project
Watertoren(speel)park
Trekker
Hans Lubbers (gemeente)
Actiehouder gemeente
Guus Dekking
Welke bijdrage levert dit project aan het preventiepakket Berflo Es Middels integrale aanpak op de thema’s groen, water, spelen, recreatie, educatie het leveren aan een belangrijke bijdrage aan de leefbaarheid van de wijk Doelen De leefbaarheid in de wijk vergroten Resultaten In 2012 is de eerste fase van het ontwerp van het waterspeelpark gereed. Vervolgens realisatie van een (water)park voor de wijk in combinatie met het onderbrengen van verschillende functies zoals een brede school, wijkwelzijnsvoorziening. Organisatie Maakt onderdeel uit van de projectorganisatie Berflo Mooi in de vorm van een aparte projectgroep. Inwoners/wijkorganisaties hebben zich in een participatiegroep verenigd en zijn als adviseur in de projectgroep vertegenwoordigd. Communicatie Middels de projectgroep en de participatiegroep, wijkbrede nieuwsbrieven, website, wijkinfodag. Planning " Project definitie gereed 1 november 2009 Selectie landschapsarchitect afgerond 1 juni 2010 Voorlopig Ontwerp januari 2011 Definitief Ontwerp gereed april 2012 Start uitvoering zomer 2012 NB: afhankelijk van de beschikbare middelen zal de inrichting mogelijk gefaseerd verlopen.
" Wat is gerealiseerd Voorlopig ontwerp Inventarisatie in de wijk over programma van eisen (PvE) spelen en opstellen speelplan; Excursie participatiegroep en houden van inloopbijeenkomsten Plan van aanpak en Planning ontwerpproces Te realiseren in 2012 ≠ Definitief Ontwerp inclusief kostenraming en kredietaanvraag ≠ Participatieproces doorlopend ≠ Nagaan mogelijkheid locatie waterspeelpark als nieuwe plek voor waterorgel ≠ Start realisatie watertorenpark
16
Naam Project
Muziek-en watershow
Trekker
Drees Kroes Actiehouder gemeente Johan Bijlstra (FC Twente scoren) Welke bijdrage levert dit project aan het preventiepakket Berflo Es De revitalisering van de Berflo Es daagt uit tot het realiseren van een attractie waarin mensen die werkloos zijn de kans krijgen om werkervaring op te doen. Het betreft een sociale onderneming met de naam Aqua Musica Twente (de Welbions muziekfonteinen)waarin werklozen binnen een bedrijfsmatige setting werkervaring kunnen opdoen. Daarnaast wordt een vorm van sociale wijkeconomie geschapen, omdat de geschetste onderneming een spin off van economische activiteiten op gang brengt, zoals bijvoorbeeld in de catering. Op termijn kan de sociale onderneming uitgroeien tot een toeristische attractie. Dan kunnen inkomsten worden gegenereerd en wellicht betaalde banen geschapen. Tenslotte moet de onderneming bijdragen aan upgrading van de wijk Doel + Resultaat" 1. het scheppen van werkervaringsplaatsen 2. het bieden van kansen aan pré-starters 3. upgrading van de wijk 4. toeristische attractie
" Organisatie Op dit moment is Aqua Musica een deelproject van FC Twente, scoren in de wijk. De verwachting is dat eind dit jaar (2011) een rapport beschikbaar zal komen waarin de gewenste organisatievorm bekend zal worden. Er zal dan ook een promotieplan beschikbaar zijn. Communicatie Via de media en middels flyers wordt bekendheid gegeven aan de shows die elke vrijdagavond tot met september worden gegeven. Planning De bedoeling is dat Aqua Musica Twente een structureel karakter krijgt en op den duur zich financieel zelfstandig kan bedruipen. "
Wat is gerealiseerd Het waterorgel is uitgebreid met een aantal pompen en er zijn verbeterpunten aangebracht. De shows zijn daardoor aantrekkelijker geworden. De geplande shows hebben plaatsgevonden. In 2010 stond tot en met september 2010 elke vrijdagavond een show gepland. De organisatie rondom shows is verbeterd en een plan voor het vervolg in 2011 is toen gemaakt. Nagenoeg alle geplande shows hebben plaatsgevonden. Twee shows zijn niet doorgegaan vanwege slechte weersomstandigheden. Het aantal bezoekers in 2010 (ongeveer 3.000) van alle shows tezamen overtreft het bezoekersaantal van 2009. Het seizoen 2011 van Aqua Musica Twente stond in het teken van een natte zomer. Drie keer kon een show niet doorgaan in verband met slecht weer. Het aantal bezoekers was hierdoor minder dan het jaar ervoor. Ongeveer 1.700 personen bezochten de shows. Er zijn 5 shows gemaakt, elk gebaseerd op een bepaald thema. Het waterorgel heeft inmiddels wat mankementen opgelopen, die gerepareerd moeten worden. Tevens is een jaarlijkse onderhoudsbeurt zeer belangrijk. Het ROC is ingezet bij het waterorgel en beschikt over technische kennis hiervan. Het is zaak dat mensen binnen ‘Scoren in de wijk’ het onderhoud zelf verrichten, waardoor men niet afhankelijk is van het ROC van Twente. De voorbereidingen voor de shows in het seizoen 2012 zijn reeds gestart. Te realiseren in 2012 ≠ Uitvoering serie shows 2012 ≠ Naar verwachting kan er een uitbreiding van het waterorgel tegemoet gezien worden. De Hengelose samenleving heeft hiervoor bijna het benodigde bedrag bij elkaar gebracht. ≠ Overdracht van kennis ROC van waterorgel op Scoren in de wijk ≠ Nagegaan wordt of verplaatsing van het waterorgel naar locatie watertorenpark mogelijk is.
17
Naam Project
Voorpostfunctie Brede School Berflo Es (Maatregelenpakket overbrugging periode tot realisatie fysieke brede school)
Trekker en gemeentelijk Kristel Bayer actiehouder Welke bijdrage levert dit project aan het preventiepakket Berflo Es Het onderdeel ‘leren’ uit het preventiepakket sluit aan op de werkwijze van de Brede School 0-12 in de Berflo Es. Deze werkwijze is ontwikkeld vanwege het belang van een doorlopende lijn in de ondersteuning van de ontwikkeling van kinderen en jeugdigen. Daarnaast wordt het belang van goede voorzieningen voor ontspanning en vrije tijd benadrukt. Binnen het onderdeel ‘leren’ willen we de verbinding expliciet leggen omdat we de jonge wijkbewoners in de Berflo Es een samenhangend aanbod van activiteiten en voorzieningen willen bieden. Doel + Resultaat" Alle kinderen in de Berflo Es en hun ouders krijgen een goede start en optimale ontwikkelingskansen. Voor jong en oud is een samenhangend aanbod aan activiteiten beschikbaar. Streefcijfers: In het schooljaar 2010/2011 wordt een passend aanbod van activiteiten voor kinderen ontwikkeld en gerealiseerd. In het schooljaar 2010/2011 worden alle teamleden van de vijf partners actief in de werkwijze van de Brede School Berflo Es. In 2012 functioneert een geïntegreerd kindercentrum 0-6 jaar in de Berflo Es. Organisatie De vijf kernpartners Brede School Berflo Es (basisscholen Waarbeek, Paus Joannes, Wingerd en kinderopvang KOE en Spring! Peuterspeelzalen) vormen samen het kernteam Brede School Berflo Es. De Brede School coördinator (scala) Hengelo Zuid is trekker van dit kernteam en stemt af met andere ontwikkelingen in de wijk. Vanuit de Brede School aanpak is er afstemming met de klankbordgroep ouders in Hengelo Zuid. Vanaf 2010 wordt vanuit het project Ouderparticipatie actief contact gezocht met de huidige gezinnen in de wijk en de (potentieel) nieuwe gezinnen in de wijk. Het project voorpostfunctie is door het kernteam Brede School Berflo Es gezamenlijk met de afdeling onderwijs van gemeente Hengelo ontwikkeld. Communicatie Het kernteam Brede School Berflo Es communiceert richting haar ouders en betrokken personeelsleden voortdurend de ontwikkelingen van de Brede School Berflo Es. Er is bewust gekozen evenals andere wijkontwikkelingen de communicatielijn Berflo Mooi hiervoor te gebruiken. In het schooljaar 2010/2011 wordt een specifieke strategie uitgewerkt voor de Brede School Berflo Es hoe zij nu al zichtbaar en aantrekkelijk kan zijn voor (nieuwe)gezinnen in de wijk. Over de wijziging van de voorpost als een gebouw naar de voorpostfunctie in de wijk is richting huidige ouders en omwonenden gecommuniceerd. Planning 2009 planontwikkeling voorpost fysiek, najaar beslissing geen fysieke voorpost te ontwikkelen Begin 2010 ontwikkeling alternatief plan voor voorpostfunctie Brede School Berflo Es; voorjaar 2010 vaststelling in de raad Onderdelen voorpostfunctie o Activiteitenprogramma kinderen (2009 en 2010 geboden, 2011 specifiek activiteiten Berflo Es en start Jeugd Plein Hengelo) o Begeleiding/vervoer kinderen (na eerste inventarisatie, weinig noodzaak gezien; vanaf 2010 geen inzet middelen meer op vervoer) o Kindercentrum 0-4 jaar (zomer 2010 van start, verzoek eind 2010 tot verlenging project tot opening MFA) o Uitvoering Brede School aanpak bij de partners (start vanaf zomer 2010 – opening, extra inzet in 2011 gevraagd door scholen ikhv langere overbruggingstijd tot opening)
" Stand van zaken inhoudelijk Nadat in 2009 bleek dat de fysieke voorpost niet haalbaar was heeft het kernteam en de afdeling onderwijs van de gemeente een alternatief plan gemaakt voor de voorpostfunctie. De raad heeft dit in het voorjaar 2010 vastgesteld. De voorpostfunctie richt zich nu op: 1. uitbreiding activiteitenprogramma voor kinderen uit de Berflo Es 2. begeleiding/vervoer van kinderen naar (naschoolse)activiteiten
18
3. vorming van een kindercentrum 0-4 jaar; streven is uiteindelijk een kindercentrum 0-6 jaar te ontwikkelen, en later een kindercentrum 0-12 jaar 4. uitvoering Brede School aanpak bij alle partners van Brede School Berflo Es Begin 2010 is een gedeelte van het budget voor de voorpostfunctie toegevoegd aan het onderdeel Ouder(kamer)aanpak en activiteiten. Nog een gedeelte van het budget voor de voorpostfunctie is toegevoegd aan het onderdeel Leesverbeterplan. Eind 2010 is vanwege de wijziging in het tijdpad voor realisatie MFA opnieuw binnen de projecten ´Leren` geschoven ten gunste van voortzetting project kindcentrum en uitvoering Brede School bij partners voor de scholen. Wat is gerealiseerd 1. In de 2e helft van 2010 is er extra programma geboden via WijkNetwerk Zuid aan de kinderen in de Berflo Es. Wijkspecifiek is er vervolg gegeven aan het fotoproject voor de kinderen van de basisschool. In 2011 zijn leerlingen van de basisscholen gaan voorlezen bij de peuters en er is een groot muziekproject gestart voor ruim 70 kinderen. Deze kinderen kregen een langere periode (variërend van 10 tot 20 weken) structureel bij de speelzaal, opvang of op school extra muziekles. De afsluitende presentatie is met ouders en familieleden geweest. Hier waren ± 250 mensen aanwezig. Ook is aan het fotoproject en de wandpanelen een vervolg gegeven bij alle kernpartners. Aandachtspunt blijft de veelheid van de projecten. Najaar 2011 is Jeugd Plein Hengelo gestart. Op dit moment zijn diverse kennismakingsactiviteiten voor kinderen hier te vinden. In 2012 kunnen (brede) scholen ook hun verzoeken voor activiteitenaanbod binnen- en buitenschools hier aanvragen. 2. In 2010 is geen gebruik gemaakt van vervoer na een eerste inventarisatie in de 1e helft van 2010. Welbions heeft de vraag gesteld of er nu gezinnen zijn die de wijk (tijdelijk) uitgaan waarvoor een vervoersregeling mogelijk kan maken de huidige school, peuterspeelzaal of kinderopvang te blijven bezoeken. Deze vraag wordt aan de kernpartners voorgelegd. 3. Het projectplan Kindcentrum 0-6 Berflo Es is vastgesteld. De projectgroep is in eerste instantie gevormd door partners voor 0-4 jaar. Zij heeft een plan van aanpak opgesteld. Hierin is opgenomen de afstemming van de onderlinge werkmethoden o.a. een gezamenlijke inschrijving van kinderen, inrichting van de ruimte, personeelsbeleid (gezamenlijk personeel kinderopvang, peuterspeelzaal en evt. basisonderwijs), PR, organisatorische aansturing kindercentrum. De projectleider heeft een scholing gevolgd over integrale kindercentra. De wens is groot bij de voorschoolse partners het onderwijs actief in de ontwikkeling van het kindercentrum te betrekken. Dit wordt eind 2011 met zowel de schooldirecteuren als met de schoolbesturen besproken. Verder is de wens het project integraal kindcentrum ook uitwerking in de wijk Groot Driene te geven. De partners vanuit onderwijs, peuterspeelzaal en kinderopvang zijn dicht bij elkaar gehuisvest en hebben ook de intentie in de aansluiting voorschools-vroegschools intensief samen te werken. De werkelijke aanwezigheid van de kinderopvang in de wijk ontbreekt nog in de Berflo Es. In Groot Driene is de kinderopvang in de wijk en is het eenvoudiger zaken van het integraal kindcentrum al in de praktijk te brengen. De peuterspeelzaal en kinderopvang izijn al gestart met onderlinge afstemming op de thema´s waarmee ze werken in de groepen. Voor de verbreding naar de wijk Groot Driene gaat de projectgroep haar projectvoorstel bijstellen. 4. De kernpartners hebben de beschikking gekregen over een financiële ondersteuning bij de uitvoering van de Brede School aanpak bij alle partners. Deze is ingezet om deelname van teamleden aan een aantal informatiemomenten, deelname aan overleggen over taal, activiteiten voor kinderen, het ontwerp van de buitenruimte. Medio 2010 werd duidelijk dat het te verwachten moment van realisatie van de MFA/Brede School van medio 2012 naar eind 2012/begin 2013 zou verschuiven. Met name de scholen hebben aangegeven moeite te hebben (financieel) deze periode te overbruggen met de kleine locaties die ze nu hebben. Afgesproken is dat in 2011 door verschuiving van middelen de scholen een groter budget tot hun beschikking krijgen. Te realiseren in 2012 1. Een vervolg wordt gegeven aan een stevig binnen- en buitenschools programma voor de kinderen uit de wijk. De inzet van Jeugd Plein Hengelo maakt mogelijk dat de Brede School haar eigen wensen op cultuur, sport of ontmoeting voor de kinderen aan kan geven. De herstructureringsprojecten lopen door. Een goede balans in het programma voor de kinderen blijft belangrijk (niet alle activiteiten in de Berflo Es) en ook laagdrempeligheid is een blijvend aandachtspunt zowel qua kosten als qua locaties waar activiteiten zijn. De wens een naamgevings-prijsvraag in te zetten is opgeschoven (vanwege aanpassingen in het ontwerp van de MFA)en nog steeds gewenst. 2. Eind 2011-begin 2012 wordt nog een keer in kaart gebracht of door begeleiding/vervoer kinderen/gezinnen in de Berflo Es in de wijk blijven voor onderwijs, opvang of activiteiten in de wijk. 3. Uitvoering geven aan het plan van aanpak kindercentrum 0-4, ook de koppeling naar 4-6 jaar maken met het schoollocaties en de schoolbesturen. Verbreding naar de wijk Groot Driene waar een gelijke groep partners in wil steken op een Integraal kindcentrum. 4. De kernpartners geven eind 2011 inzicht in de inzet van de teams en geven aan waar de inzet in 2012 op gericht wordt.
19
Naam Project
Ouder(kamer)aanpak en activiteiten
Trekker en gemeentelijk actiehouder Kristel Bayer Welke bijdrage levert dit project aan het aan het preventiepakket Berflo Es Het onderdeel ‘leren’ uit het preventiepakket sluit aan op de werkwijze van het WijkNetwerk 0-12 in de Berflo Es. Deze werkwijze wordt ontwikkeld vanwege het belang van een doorlopende lijn in de ondersteuning van de ontwikkeling van kinderen en jeugdigen. Daarnaast wordt het belang van goede voorzieningen voor ontspanning en vrije tijd benadrukt. Binnen het onderdeel ‘leren’ willen we de verbinding expliciet leggen omdat we de jonge wijkbewoners in de Berflo Es een samenhangend aanbod van activiteiten en voorzieningen willen bieden. Doel + Resultaat" Alle kinderen in de Berflo Es en hun ouders krijgen een goede start en optimale ontwikkelingskansen. Voor jong en oud is een samenhangend aanbod aan activiteiten beschikbaar. Streefcijfers: in 2010 start een ontmoetingsactiviteit voor ouders en jonge kinderen in Hengelo, in 2011 krijgt dit een vervolg. in 2010 en 2011 wordt aan nieuwe gezinnen in de Berflo Es de mogelijkheid voor extra informatie over de Brede School geboden in 2012 bezoeken tenminste 30 ouders met regelmaat de Ouderkamer in 2012 is innovatieve ondersteuning in de thuissituatie gerealiseerd.
" Organisatie De vijf kernpartners Brede School Berflo Es (basisscholen Waarbeek, Paus Joannes, Wingerd en kinderopvang KOE en Spring! Peuterspeelzalen) vormen samen het kernteam Brede School Berflo Es. De Brede School coördinator (scala) Hengelo Zuid is trekker van dit kernteam en stemt af met andere ontwikkelingen in de wijk. Vantui de Brede School aanpak is er afstemming met de klankbordgroep ouders in Hengelo Zuid. Vanaf 2010 wordt vanuit het project Ouderparticipatie actief contact gezocht met de huidige gezinnen in de wijk en de potentieel nieuwe gezinnen in de wijk. De inzet op ouderparticipatie wordt gekoppeld aan de inzet van het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG)/ LOES concept in Hengelo. De oudermedewerker werkt onder de vlag van LOES, waardoor er voor ouders geen verschillende lijnen naast elkaar lopen. Deze LOES medewerker heeft ook contact met PAOO (Platform Allochtone Ouders) en Scoren in de Wijk. Communicatie Het kernteam Brede School Berflo Es communiceert richting haar ouders en betrokken personeelsleden voortdurend de ontwikkelingen van de Brede School Berflo Es. Er is bewust gekozen evenals andere wijkontwikkelingen de communicatielijn Berflo Mooi hiervoor te gebruiken. In het schooljaar 2010/2011 wordt een specifieke strategie uitgewerkt voor de Brede School Berflo Es hoe zij nu al zichtbaar en aantrekkelijk kan zijn voor (nieuwe)gezinnen in de wijk. De gerichte inzet op informatie, ontmoeting en ondersteuning van ouders wordt uitgevoerd vanuit het LOES concept dat in Hengelo de wijze is waarop ouders in aanraking kunnen komen met het Centrum voor Jeugd en Gezin. Planning 2009 ontwikkeling ouder(kamer)aanpak Voorjaar 2010 vaststelling aanpak in de raad. Vanaf mei 2010 aanstellen oudermedewerker bij Scala welzijn onder vlag van LOES Vanaf zomer 2010 tot en met 2012 inzet op ‘nanny-aanpak’ vanuit LOES Vanaf zomer 2010 tot en met 2012 inzet oudercontactpersonen partners Brede School Berflo Es
20
Stand van zaken inhoudelijk In 2009 is de ouder(kamer)aanpak verder aangescherpt en afgestemd met de ontwikkelingen vanuit het Centrum voor Jeugd en Gezin. De hoofdlijnen zijn bepaald. De specifieke inzet op activiteiten voor kinderen is niet meer opgenomen in dit gedeelte maar opgenomen bij de voorpostfunctie. Hoofdlijnen zijn: 1. Inzet op ouder(kamer)aanpak via a. Wekelijkse ontmoetings/informatieactiviteit voor ouders van jonge kinderen b. Ouderparticipatie Brede School Berflo Es partners versterken c. Actief informeren gezinnen in de wijk 2. Inzet op Nanny-aanpak De uitvoering van de ouder(kamer)aanpak wordt afgestemd met het kernteam Berflo Es en het stedelijke LOES team. Eind 2010 is vanwege de wijziging in het tijdpad voor realisatie MFA binnen de projecten ‘Leren’ geschoven ten gunste van voortzetting project kindcentrum en uitvoering Brede School bij partners voor de scholen. Wat is gerealiseerd De ontmoetingsactiviteit is opgezet en bekend gemaakt op de belangrijke plaatsen (consultatiebureau, peuterspeelzaal, verkoskundige, huisarts, wijkcentra, projecten MIM homestart en Donna en website LOES). De aanmelding van ouders bleef achter; 4 ouders, waarvan 2 uit de Berflo Es. Besloten is de activiteiten niet in de gekozen vorm te laten starten maar een andere vorm te ontwikkelen. In samenwerking met peuterspeelzaal de Vlinder draaien er nu 2 oudergroepen van 8 personen die maandelijks bijeenkomen, in totaal dus 16 ouders met kinderen op de peuterspeelzalen. In afstemming met de ouders wordt besproken welke thema’s aan de orde komen. Geïnventariseerd is hoeveel kinderen geen voorschoolse voorziening bezoeken, dit blijkt maar een kleine groep te zijn. De kinderen gaan wel regelmatig naar kinderopvang of peuterspeelzalen buiten de wijk, of omdat de locatie in een nabijgelegen wijk is of ouders in de buurt van de opvang werken. De werkgroep ouderparticipatie is gestart. Van elke partner is er een vaste deelnemer. De koppeling met taal wordt gemaakt via de werkgroep taal (kernpartners) en de werkgroep ouderparticipatie en taal (scoren in de wijk, PAOO, Forum). Gekoppeld aan de 10 minutengesprekken wordt er breed bij de huidige ouders die de scholen, speelzalen of kinderopvang bezoeken een behoeftepeiling gehouden, deze is in 2011 ontwikkeld. De behoeftepeiling wordt in samenwerking met de Edith Stein en het lectoraat van Henk Ritzen uitgevoerd. Aan het kernteam worden de uitkomsten en aanbevelingen in 2012 voorgelegd. De werkgroep heeft een werkbezoek gebracht aan de stichting de Meeuw in Rotterdam en daar goede voorbeelden gezien van werkwijzen om ouderbetrokkenheid te versterken. De informatiemap voor (nieuwe) gezinnen in de wijk wordt aan alle ouders bij de scholen, peuterspeelzaal en kinderopvang gegeven bij aanmelding. Daarnaast is contact gelegd met welbions en de projectontwikkelaars/makelaars. Zij delen de map uit aan alle nieuwe gezinnen in de wijk. Via de website worden af en toe informatiemappen aangevraagd. Er is publiciteit gegeven aan dat gezinnen extra informatie kunnen krijgen en er is bij de peuterspeelzalen voorlichting gegeven over de Brede School Berflo Es en LOES. Ruim 30 ouders van de peuterspeelzaal hebben meer specifieke informatie gekregen, ruim 40 ouders en teamleden van een basisschool, 30 beroepskrachten bij het sociaal cafe in de wijk. En in het afgelopen jaar zijn er op verzoek een aantal mappen versturd aan mensen die hier om verzochten. Er is gezocht naar aansluiting bij de open huizen tour van Welbions, dit bleek met name mogelijk via het verstrekken van de informatiemap. In 2011 is de informatiemap bijgesteld en herdrukt. Vanuit LOES zijn er in 2010 vijf gezinnen en in 2011 17 gezinnen in de Berflo Es bezocht die ondersteuning wensten in de opvoeding. Ze zijn verwezen via Welbions, de mail van LOES en sociale activering. Vanuit het contact is direct ondersteuning geboden in het huisbezoek of via schriftelijke informatie. Ook is er doorverwezen naar AMW, cursus Triple P, VVE en in enkele gevallen is er afstemming over casussen gezocht met andere partijen (AW, politie, school, huisarts, peuterspeelzaal). De vragen die gesteld werden varieerden in de aard van de vraag (o.a. gedragsproblematiek, omgangsregeling, sexuele intimidatie, opvoedproblematiek) en varieerde ook in de leeftijd van de kinderen die het betrof (peuters, basisschoolleeftijd en jongeren) Te realiseren in 2012 De ontmoetingsactiviteit bij de peuterspeelzaal wordt voortgezet. Gekeken wordt of er gericht op ouders van pasgeborenen activiteiten voor ontmoeting gerealiseerd kunnen worden. In contact met de scholen wordt ook gekeken op welke wijze binnen de scholen ontmoeting/ondersteuning nog verder vorm kan krijgen. De uitkomsten van de behoeftepeiling ouderbetrokkenheid worden aan het kernteam gepresenteerd en het ouderbeleid krijgt vervolgens verder invulling. Via de lijnen die gelegd zijn wordt de informatie over de Brede School Berflo Es aan nieuwe gezinnen en belangstellenden versterkt. De ondersteuning van gezinnen vanuit LOES wordt gecontinueerd en de inzet van LOES in de scholen wordt verder uitgewerkt. Vanuit het CJG gaat een meer structureel invullen van LOES ingezet worden.
21
Naam Project"
Leesverbeterplan en taalgame Berflo Es
Trekker en gemeentelijk actiehouder Kristel Bayer Welke bijdrage levert dit project aan het betreffende gemeentelijk programma Het onderdeel ‘leren’ uit het preventiepakket sluit aan op de werkwijze van het WijkNetwerk 0-12 in de Berflo Es. Deze werkwijze wordt in programmalijn 1 ontwikkeld vanwege het belang van een doorlopende lijn in de ondersteuning van de ontwikkeling van kinderen en jeugdigen. Daarnaast wordt het belang van goede voorzieningen voor ontspanning en vrije tijd benadrukt. Binnen het onderdeel ‘leren’ willen we de verbinding expliciet leggen omdat we de jonge wijkbewoners in de Berflo Es een samenhangend aanbod van activiteiten en voorzieningen willen bieden. Doel + Resultaat" Alle kinderen in de Berflo Es en hun ouders krijgen een goede start en optimale ontwikkelingskansen. Voor jong en oud is een samenhangend aanbod aan activiteiten beschikbaar. Streefcijfers: in 2012 gebruiken alle leerlingen van groep 7 een taalgame in 2012 is een doorgaande taallijn van voorschool t/m groep 8 gerealiseerd Organisatie De gebruikers van de taalgame op de scholen in de Berflo Es en de ontwikkelaars ontwikkelen een gezamenlijk plan voor de doorontwikkeling van de Taaltreffers (Taalgame vanuit Scoren in de Wijk). Intentie is dat kinderen er structureel gebruik van kunenn gaan maken en zowel in- als buitenschools er mee aan de slag kunnen. De Taaltreffers maken deel uit van het taalbeleid van de basisscholen. Voor alle vijf partners wordt het gehele taal- en leesbeleid in kaart gebracht en in afstemming met het lectoraat van Kees Vernooy wordt een leesverbeterplan opgesteld. Een taalcoördinator vanuit het Hengelose TaalExpertisePunt en de coördinator van het WijkNetwerk volgen de ontwikkeling op de voet en zorgen voor de inbedding van het taal- en leesbeleid in de wijk. Het kernteam Brede School volgt de ontwikkeling op hoofdlijnen en vanaf het najaar 2009 is een themagroep Taal gestart in de Berflo Es die de plannen verder vorm en inhoud geeft. Communicatie Het kernteam Brede School Berflo Es communiceert richting haar ouders en betrokken personeelsleden voortdurend de ontwikkelingen van de Brede School Berflo Es. Er is bewust gekozen evenals andere wijkontwikkelingen de communicatielijn Berflo Mooi hiervoor te gebruiken. In het schooljaar 2010/2011 wordt een specifieke strategie uitgewerkt voor de Brede School Berflo Es hoe zij nu al zichtbaar en aantrekkelijk kan zijn voor (nieuwe)gezinnen in de wijk. In samenwerking met Scoren in de Wijk zal nadrukkelijk voor de taalgame ook de naamsbekendheid van FC Twente gebruikt worden in de communicatie richting de kinderen die met de game werken. Planning Taalgame en Taalbeleid najaar 2009 contact via Expertis Onderwijsadviseurs met het lectoraat van Kees Vernooy; stappenplan om te komen tot een leesverbeterplan opstellen begin 2010 brainstorm doorontwikkeling Taaltreffers met gebruikers en ontwikkelaars medio 2010 plan voor doorontwikkeling Taaltreffers opgesteld, start doorontwikkeling zomer 2010 eerste opzet leesverbeterplan 2e helft 2010 start inzet in het kader van het leesverbeterplan en start gezamelijke taalscholingen teams in 2011 start gebruik vernieuwde Taaltreffers in de Berflo Es – najaar 2011 is een kickoff georganiseerd, begin 2012 zullen in groepen 6 voor het eerst de nieuwe taalgame kunnen gebruiken. Ook scholen buiten de Berflo Es hebben gelangstelling en kunnen in de pilot meedoen (belangstelling bij nog 7 andere scholen uit Hengelo).
"
22
Stand van zaken inhoudelijk De basisscholen in de Berflo Es gebruiken de Taalgame Taaltreffers. De intensiteit wisselt per school. De scholen zien kansen in de verdere uitbouw van de Taalgame, bijvoorbeeld in het buitenschools programma. Verder wordt een actief taalbeleid in de scholen en peuterspeelzaal en kinderopvang gevoerd. Er wordt onder andere met het VVE programma Piramide gewerkt door de vijf partners. Een extra accent verdient het leesonderwijs en de leesbevordering. Aandachtspunt voor de Taalgame is de inpasbaarheid in het totale taalprogramma op school. Aandachtspunt bij het Leesverbeterplan is wat de partners Brede School Berflo Es qua taalonderwijs gezamenlijk oppakken en wat niet. De drie basisscholen hebben de invoering van een leesmethode samen opgepakt. Voor voor- en vroegschoolse educatie is gezamenlijk ingestoken op de invoering van de vernieuwde versie van Piramide. Eind 2010 is vanwege de wijziging in het tijdpad voor realisatie MFA binnen de projecten ‘Leren “ geschoven ten gunste van voortzetting project kindcentrum en uitvoering Brede school bij partners voor de scholen. Ook zijn er nog wat middelen voor inzet op Taal/leesverbeterplan vrijgespeeld. Wat is gerealiseerd Er is door de ontwikkelaars van Taaltreffers II contact gezocht met de drie basisscholen in de Berflo Es. Deze scholen zijn enthousiast over de opzet van de nieuwe versie van Taaltreffers II. De gemeente heeft andere Hengelose scholen benaderd of zij ook deel willen nemen in de pilotfases van de Taaltreffers II. Zeven andere scholen uit Hengelo hebben zich als belangstellende school gemeld. In de afspraken met Scoren in de wijk is opgenomen dat ook het buitenschoolse deel verder ontwikkeld wordt en dat de scholen in Hengelo na afloop van de projectperiode nog 2 jaar kosteloos gebruik kunnen maken van de game. De voortgang in de ontwikkeling laat vanwege kinderziektes in de taalgame op zich wachten. Bij de scholen brengt de trage voortgang wel enige twijfel met zich mee over de werkelijke inzet van de game. De werkgroep taal is het leesverbeterplan verder uit gaan werken. De vijf kernpartners hebben voor VVE gezamenlijk besloten de vernieuwde methode Piramide aan te schaffen en in te gaan zetten. Daarnaast gaat de bovenbouw van de basisscholen de methode Estafette invoeren voor het leesonderwijs. Gezamenlijke scholingen hebben hiervoor plaatsgevonden. De basisscholen hebben voorgelezen bij de peuterspeelzalen en de kinderopvang. Leespromotie gaat nog verder opgepakt worden. Afhankelijk van de opgeleverde kwaliteit van de taalgame, is de vraag of een verschuiving binnen de middelen voor taal nog wenselijk is. Voor het leesverbeterplan zijn er meer wensen dan budget en voor de taalgame is het geleverde product nog niet bekend voor de scholen. Ten behoeve van de taalontwikkeling van de leerlingen op dit moment kan dit wenselijk zijn. Te realiseren in 2012 Start deelpilots Taaltreffers II; nu gepland vanaf begin 2012, evt. herzien ontwikkelbudget. Bredere inzet taaltreffers II in Hengelo. Scholing VVE Piramide en Estafette voor teamleden, vervolg geven aan gezamelijke lijn in woordenschatonderwijs, overleg over benutten van cito-data, en verdere invulling leespromotie.
23
Naam Project
Berflo Es: Schoon, heel en veilig
Trekker
Rik Gockel Actiehouder gemeente Martin van ‘t Veen Welbions Welke bijdrage levert dit project aan het preventiepakket Berflo Es De Berflo Es (7.000 bewoners) heeft zich door de jaren heen ontwikkeld van een eenvoudige dorpskern tot een wijk die het in ruimtelijk en sociaal opzicht op onderdelen moeilijk heeft gekregen. De wijk is voor nieuwkomers steeds minder aantrekkelijk geworden. Ze heeft een eenzijdige woningvoorraad van matige kwaliteit, de openbare ruimte verschraalt en voorzieningen staan onder druk. Er is weinig binding en veel leegstand. Het gemiddelde inkomen van de bewoners is 15% lager dan het Hengelose gemiddelde en het percentage niet-werkende werkzoekenden is hoog (8%). De participatiegraag van (met name allochtone) wijkbewoners is laag. Zowel de leefbaarheid- als het veiligheidsgevoel van de bewoners daalt al een aantal jaren en het aantal inbraken was in 2007 het hoogst van de stad. De Berflo Es kenmerkt zich echter ook door een aantal sterke punten: een lange traditie van samenwerking, veel activiteiten op wijk- en buurtniveau, bewonersinitiatieven en kleinschalige wijkeconomie. Verder herbergt de wijk met het FBK-stadion (incl. de trainingslocatie van FC Twente) een topsportlocatie. Om de negatieve ontwikkelingen in de Berflo Es te keren is een grootschalig vernieuwingsproces gestart. Tijdens de ingrijpende herstructurering blijft de wijk bewoond. De leefbaarheid en veiligheid moet ook dan worden gegarandeerd. Bovendien moet ook na de herstructurering een blijvende verbetering zichtbaar zijn. Door een integrale aanpak blijft de wijk tijdens en na de herstructurering schoon, heel en veilig. De opbrengst van een pilot in het najaar van 2008 was dat gedurende een grote ‘herhuisvestingsoperatie’ extra aandacht is geweest voor leefbaarheid en veiligheid in de wijk, waardoor nauwelijks sprake is geweest van vandalisme, inbraak en het dumpen van afval. Zowel bewoners als de samenwerkende partners hebben deze pilot als zeer positief ervaren. Daarom wordt er vervolg aan gegeven in de hele Berflo Es. Doelen Doelstelling is dat de Berflo Es een veilige, leefbare en schone wijk blijft in aanloop naar of gedurende de fasering van de herstructurering. Bewoner dienen zich prettig te blijven voelen in de wijk. Dit gaan we realiseren 1. Met medewerking van de bewoners 2. Door de integrale aanpak met de partners in de wijk 3. Door de transparante en duidelijke afspraken over inspanningen en resultaten voor bewoners en deelnemende partijen 4. Door middel van gebiedsgerichte aanpak verdere stappen te zetten in de ontwikkeling van Berfo Es en initiatieven te coördineren teneinde het gebied beter te laten functioneren als ontmoetingsplek voor iedereen. Resultaten 1. Het projectplan, welke een blauwdruk vormt voor het project Schoon, Heel & Veilig 2. Verankering van het projectplan binnen de samenwerkende organisaties en partijen 3. Het leveren van maatwerk per deelproject 4. In 2012 is het aantal inbraken, het vandalisme en het dumpen van afval met 50% afgenomen ten opzichte van 2008. Organisatie De deelnemende partijen zijn: ≠ Woningcorporatie Welbions ≠ Gemeente Hengelo, sector Wijkzaken (Stadsdeel Zuid, Stadstoezicht en Stadsdeelregisseur) ≠ Regiopolitie Twente, afdeling Hengelo Daarnaast worden de volgende organisatie geïnformeerd en ingezet naar gelang de noodzaak: ≠ Brandweer Hengelo (adviserend en toetsend) ≠ Twente Milieu ≠ Beveiligingsbedrijf ≠ De georganiseerde en ongeorganiseerde bewoners van de wijk Berflo Es zijn tevens een belangrijke partij. Zo zijn de wijkbewoners vertegenwoordigd in het uitvoerende team. Dit team schouwt tweewekelijks de deelgebieden, bespreken de aandachtspunten en zetten acties uit. Burgerparticipatie Het betrekken van ongeorganiseerde bewoners (bij voorkeur) kan op persoonlijke titel / inbreng van deelnemers aan de werkgroep / het projectteam. Betrekken van georganiseerde bewoners gaat via de regulieren kanalen / overlegstructuren. Vanuit de werkgroep bestaat de behoefte om de bewoners uit de Berflo Es ideeën te laten aandragen die de leefbaarheid en veiligheid in hun wijk vergroten. Het beste idee wordt opgenomen in de standaardwerkwijze van de deelnemende partijen. Het gaat dan met name om ideeën die de veiligheid /
24
criminaliteit, dumpen van afval/zwerfvuil, maar ook eventuele overlast terugdringen. Voorwaarde is dat de bewoners ook zelf betrokken zijn bij de daadwerkelijke uitvoering van het idee. In het wijkinfocentrum Berflo Mooi hangt een ideeënbus. Hier kunnen de bewoners zijn/haar ideeën met betrekking tot leefbaarheid op het gebied van Schoon, Heel & Veilig kenbaar maken. Alle bewoners krijgen een groene kaart en een rode kaart toegestuurd. Hier kunnen zij een idee, kritische noot of opmerkingen noteren. Extra kaarten zijn tevens te verkrijgen in het wijkinfocentrum. Dit idee is nog onvoldoende onder de aandacht gebracht bij de wijkbewoners. De Ideeënbus is aanwezig in het informatiecentrum, maar er wordt nog onvoldoende gebruik van gemaakt. Er is nog geen plan uitgewerkt om de bewonersparticipatie in dit project te versterken. Als dit wordt uitgewerkt zal hier o.a. aandacht aan worden besteed middels nieuwsbrieven etc. Overleg Elkaar goed kennen en weten wat de afspraken zijn met en tussen de samenwerkingspartners is een randvoorwaarde voor het welslagen van het project. Samenwerkingspartners moeten weten wat er gebeurt, wat er van hen wordt verwacht en wat hun rol is in het groter geheel. Hiervoor is het van belang dat op vaste momenten men bij elkaar komt. Daarnaast is het ook van belang om elkaar op vaste momenten zo goed mogelijk te informeren over voortgang en resultaten. Bij voorkeur worden vaste momenten vastgesteld voor gestructureerd overleg en incidenteel daar waar de situatie erom vraagt. ≠ Projectteam: naar behoefte ≠ Uitvoeringsteam: tweewekelijks in het betreffende deelgebied ≠ Evaluatie: na afloop project in deelgebied De trekker van project Schoon, Heel & Veilig is verantwoordelijk voor het initiëren van de overleggen. Communicatie In de pilot is communicatie niet een doel op zich geweest. Dat bleek een gemiste kans. De eerste stap in de communicatie is het zichtbaar maken van de samenhangende inspanningen om de leefbaarheid en veiligheid te verbeteren. Zichtbaar maken betekent niet alleen bekend maken, maar bekend maken op een manier die bewoners aanspreekt en hen direct betrekt. Werkwijze: inzet/actie wordt zo concreet mogelijk beschreven, uitgelegd/aangekondigd via de pers, nieuwsbrieven etc. resultaten worden zo concreet mogelijk bekend gemaakt; het doel is om bewoners te laten weten en laten beleven wat zij aan de resultaten hebben. Concrete resultaten zijn geen losstaande successen. Daarom op gezette tijden de totale voortgang als onderdeel van de projectvoortgang te presenteren aan het management van de deelnemende organisaties. Planning September- december 2009: bespreken en definitief maken van projectplan incl. uitvoeringsplanning December 2009: start uitvoering project SHV in deelgebied Berflo Es Zuid, 2e fase. December 2009: start uitvoering project SHV in deelgebied Veldwijk Noord, 1e fase. Januari 2010: tussentijdse evaluatie project SHV in deelgebied Berflo Es Zuid, 2e fase April 2010: start uitvoering project SHV in deelgebied Veldwijk Zuid, 2e fase. Medio 2010: tussentijdse evaluatie lopende deelprojecten Januari 2011: start uitvoering project SHV in deelgebied Veldwijk Zuid, 3e fase Januari 2011: start uitvoering project SHV in deelgebied Berflo Es Zuid, 3e fase 2012: Opknappen Muizentunneltje Medio 2012: eindevaluatie project SHV Wat is ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠
gerealiseerd Het projectplan Schoon, Heel & veilig is gereed Het project Schoon, heel & veilig is afgerond in deelgebied Berflo Es Zuid, 2e fase (Maartenstraat e.o.) Het project Schoon, heel & veilig is afgerond in deelgebied Veldwijk Noord, 1e fase (Olympiaplein e.o.) Het project Schoon, heel & veilig is afgerond in deelgebied Veldwijk Zuid, 2e fase Project Kornoeljepad is afgerond. Projectplan upgraden muizentunneltje is gereed. Project SHV in deelgebied Veldwijk Zuid, 3e fase is opgestart: april 2011 opschoonactie portieken flats Goudenregenstraat uitgevoerd Project SHV in deelgebied Berflo Es Zuid, 3e fase: september 2011: tuinen leegstaande woningen 3e fase zijn geruimd. In het wijkvernieuwingsgebied Hengelose Es Noord is ook een werkgroep Schoon, Heel en Veilig gestart. Deze werkgroep hanteert dezelfde werkwijze als in Berflo Es.
25
Nog te realiseren slooplocatie
complexen
Sociaal plan
Leeg opleveren
Veldwijk Zuid Fase 3 Veldwijk Noord
Goudenregenstraat Project Muizentunneltje
01-01-2011
01-04-2012
Berflo Es Zuid Fase 3
Alexanderstraat e.o.
01-10-2009
01-07-2012
≠
≠ ≠
Start project deelplan In uitvoering realiseren voor 1 juli 2012 In uitvoering
De werkgroep Schoon, Heel & Veilig (SHV) bestaat uit bewoners, medewerkers van de gemeente, Welbions, politie en stadstoezicht. Deze werkgroep komt twee wekelijks bij elkaar en bespreekt de verschillende deelgebieden. Vervolgens gaan zij samen de wijk in. Tijdens deze wijkschouw signaleren zij en nemen hierop de nodige acties. De projectgroep gaat na of het wenselijk is om een plan uit te werken voor verdere versterking van bewonersparticipatie Opknappen Muizentunneltje
NB. Gaandeweg het project is de werkwijze ingebed in de handelswijze van de betrokken organisaties. Voornamelijk de werkgroep, waarin ook de bewoners vertegenwoordigd zijn, heeft een grote signaalfunctie en is in staat om direct na signalering ook acties en opdrachten uit te zetten om de gesignaleerde punten op te lossen. Georganiseerde activiteiten zoals opschoonacties worden door projectgroepleden opgezet. Echter ook deze acties worden veelal al opgenomen in de planning van de sociale plannen van de corporatie. Je ziet dan ook dat de projectgroep gaandeweg een minder sturende rol heeft gekregen. Op deze manier verwachten wij dat de werkwijze en handelswijze van het project SHV, bij beëindiging van het project, bij de organisaties is ingebed.
26
Naam Project
Scoren met gezondheid
Trekker
Drees Kroes Actiehouder gemeente Johan Bijlstra (FC Twente scoren) Welke bijdrage levert dit project aan het preventiepakket Berflo Es Het draagt bij aan een gezondere leefstijl van wijkbewoners boven de 16 jaar.
Doel " Het daadwerkelijk bevorderen van een gezonde leefstijl van wijkbewoners, supporters en medewerkers van instellingen die in de wijk actief zijn. Het ontwikkelen en uitvoeren van een aanpak, waaronder de samenstelling van een cursus die ook landelijk ingevoerd kan worden. Een subdoel is om aan het einde van de cursus te voldoen aan de 30 min. beweegnorm. Resultaten Een cursus bevordering gezonde leefstijl zowel online als via groepsbijeenkomsten0 Inzicht in de effecten van de cursus. Een minimale deelname van 200 deelnemers voor de eerste serie en 400 voor de tweede. Een persoonlijk oefenprogramma voor de deelnemers. In 2012 is het gebruik van het Jeugdsportfonds voor de Berflo Es verdubbeld ten opzichte van 2008. Een aanpak die landelijk ingevoerd kan worden.
" Organisatie Uitvoerende instantie is het ROC (cursusleider) en het SOV (begeleider werving, publiciteit en selectie). Stuurgroep bestaande uit vertegenwoordigers van de gemeente Hengelo, Enschede, Meer dan voetbal (KNVB), NISB, GGD. De Universiteit van Twente is belast met de monotoring en evaluatie Communicatie Er wordt in overleg met de betrokken partijen een communicatieplan en promotieplan gemaakt. Planning 2012 doorontwikkeling online gezondheidsprogramma en verder aanbieden gezondheidsprogramma, evaluatie, promotie en communicatie Wat is ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠
gerealiseerd 2 cursussen gezonde leefstijl voor wijkbewoners middels groepsbijeenkomsten in Berflo Es Voorbereiding online gezondheidsprogramma Uitrol aanpak in Hengelose Es door organisatie van 1 cursus met groepsbijeenkomsten. Ontwikkeling testversie online gezondheidsprogramma Test online gezondheidsprogramma met een pilotgroep van 100 personen Aanpassing testversie online gezondheidsprogramma Start 2e versie online gezondheidsprogramma
Te realiseren in 2012 ≠ Verdere optimalisatie en uitvoering gezondheidsprogramma en follow up o.a. in Hengelose Es ≠ Evalueren programma en effecten ervan ≠ Breder uitzetten gezondheidsprogramma zowel in Hengelo als aan verdere achterban FC Twente ≠ Communicatieplan en promotieplan online programma en zichtbaar maken betrokkenheid gemeente hierbij voor zover gewenst.
27
Naam Project
Sociale voorhoede
Trekker en gemeentelijk actiehouder
Katja Boerrigter
Welke bijdrage levert dit project aan het preventiepakket Berflo Es In het preventiepakket staat ‘kansen scheppen, stappen maken’ centraal, daarbij gebruik makend van de samenwerking die aanwezig is. In de Berflo Es kennen bewoners en professionals elkaar. Berflo Es is een wijk waar talenten van bewoners en de inzet van professionals optimaal worden benut. In het project sociale voorhoede gaan we outreachend samenwerken in een team van professionals om de ontwikkelingskansen van bewoners te signaleren en optimaal te benutten. De ambitie is om meer mensen op het spoor te zetten van activiteiten en ondersteuning in de wijk (afgeleid uit de subsidieaanvraag ‘Berflo Es: kansen scheppen, stappen maken’).
Doel + Resultaat Door outreachtend en wijkgericht te werken kunnen we beter aansluiten bij wensen en behoeften van bewoners en wordt de afstand van een deel van de bewoners tot aanbod, activiteiten en ondersteuning verkleind. Doel is ontwikkeling en participatie van mensen door gericht op de leefeenheid achter de voordeur te komen en te verbinden en samen te werken. Kenmerken: ≠ Outreachend ≠ Uitgaan van de leefeenheid (dit kan variëren, bijvoorbeeld een alleenwonende, een gezin met kinderen of een ouder echtpaar) ≠ Lichte, positieve insteek. Talenten, kansen, mogelijkheden en moeilijkheden samen met mensen herkennen. Deze kunnen liggen op alle leefgebieden zoals wonen, inkomen/rondkomen, werk, tijdsbesteding (vrije tijd), opleiding/school, opvoeding, gezondheid, relatie, veiligheid ≠ Team van allround gekwalificeerde dienstverlenende professionals met bevoegdheden ≠ Zorgen dat mensen op de juiste plek komen en zorgen dat dingen gebeuren ≠ Terugkoppelen naar het aanbod gericht op innovatie, passend aanbod en zonodig creëren wat ontbreekt ≠ Herstructurering is de leidraad Uitgangspunten ≠ talent-/ ontwikkelingsgerichte benadering, ≠ preventie door kansen benutten ≠ zoeken naar verbinding ≠ aandacht voor competentiemanagement ≠ innovatie aanbod Doelen Het doel zoals geformuleerd in de subsidieaanvraag ‘Berflo Es: kansen scheppen, stappen maken’ luidt: In 2012 neemt een groot deel van de bewoners van de Berflo Es deel aan activiteiten in de wijk. Resultaten Vanaf 2009 hebben we jaarlijks minimaal 200 huishoudens op het spoor gezet van activiteiten in de wijk die aansluiten bij hun talenten. Organisatie Een slagvaardige projectgroep wordt gevormd. Hierin doen mee Welbions, Scoren in de wijk en de gemeente. In de aanloop worden naast de afdeling MO ook betrokken afdeling sociale zaken, afdeling Wijkservice, afdeling WMO. Daarnaast is betrokkenheid van veel organisaties, uit met name ‘de omliggende cirkel’, van belang op het gebied van participatie en activering en de andere leefgebieden zoals opvoeding. Dit zijn onder meer Fitis, SCALA, CJG, Mediant, Budget Alert, Werkplein, Politie, Sportverenigingen. In de periode september tot december 2009 is geïnvesteerd in de kernpartners om te komen tot een helder projectplan. Welbions en de gemeente hebben hierover inmiddels afspraken gemaakt. Op 2 februari 2010 vondt een bijeenkomst plaats met alle uitvoerenden die op dit terrein in de wijk bezig zijn. Op basis daarvan is gekeken welke kernpartners het project verder uitvoeren en hoe de projectgroep moet worden samengesteld. Communicatie Er moet nog een communicatieplan worden opgesteld.
28
Planning Voorbereiding/ start: september 2009 t/m april 2010 Uitvoering: april 2010 t/m medio 2012 Evaluatie: april 2012 t/m augustus 2012 Voorbereiden eventueel vervolg: augustus 2012 t/m december 2012 Wat is ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠
gerealiseerd Uitgewerkte projectopdracht is opgesteld Het projectplan is klaar Klankbordgroep van bewoners is samengesteld met als doel: meedenken en ons bij de les houden 2 Bijeenkomsten met kernpartners hebben plaatsgevonden in 2010 ter voorbereiding op samenstelling werkgroep en projectuitvoering Begeleidende werkgroep is van start gegaan bestaande uit vertegenwoordigers van betrokken instellingen, gericht op de vier leefgebieden van het zogenaamde klaverblad: wonen, weten, werken en welzijn Er is een anderstalige huisbezoekster aangesteld Ontwikkeling van een registratiesysteem In samenwerking met de hoge school Saxion wordt een evaluatie model ontwikkeld Er is een scholingsaanbod ontwikkeld, gericht op vroegtijdig signaleren voor medewerkers van Welbions, in samenwerking met Saxion. Het vis2 systeem is samengesteld voor de Berflo Es. De samenwerking met het sleutelteam is van start gegaan. De huisbezoeken zijn van start gegaan, tot op heden zijn er 196 woningen bezocht. Er is een tussenevaluatie uitgevoerd door de projectleider van Achter de Voordeur. Dit heeft een rapportage opgeveleverd In opdracht van de gemeente is er door een extern bureau (HHM) een tussenevaluatie uitgvoerd. Rapportage is gereed.
Te realiseren in 2012 ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠
Huisbezoeken en mensen op spoor zetten van activiteiten; zowel koopwoningen, opgeleverde woningen als bestaande huuurwoningen Overleg door en met klankbordgroep Gebruik registratiesysteem en evaluatiemodel Uitwerken inspanningsafspraken met betrokken instellingen Doen van aanbevelingen vanuit gemeente voortvloeiend uit de tussenevaluaties voor het vervolg van het project Ontwikkelen van een actieplan per deelnemende instelling.
29
Geleideformulier voor behandeling in commissie en/of raad
CASENUMMER
11G200224
PORT.HOUD:
Oude Alink
ONDERWERP:
Vaststelling programma Thuis in de Buurt.
RAADSGRIFFIE GRIFFIER: DHR. G.J. EEFTINK ADJUNCT-GRIFFIER: MW. A. HAARHUIS ADJUNCT-GRIFFIER: DHR. L.F. NIJLAND
paraaf griffier
Griffie-advies voor behandeling in commissie en/of raad Behandelen Commissie Fysiek Commissie Sociaal Commissie Bestuur Trefpunt (uitgebreide commissie) Raadsvergadering
Informeren
25/10 AH
Datum
B
18-01-2012
B
31-01-2012
Opmerkingen griffier:
Behandeling in de raadscommissie Bestuur
Fysiek
Datum:
X 18-01-2012
Sociaal
Agendapunt:
8
Besluit: Geïnformeerd Akkoord voor raadsbehandeling Hamerstuk Niet-akkoord paraaf griffier
Opmerkingen commissiegriffier:
Stuknummer: 408951
SAMENVATTING RAADSVOORSTEL CASENUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
11G200224 416052 / 416052
m. van den berg
BP
OA
ONDERWERP
AGENDANUMMER
Programma Thuis in de Buurt.
BELEIDSPROGRAMMA/BELEIDSLIJN
03 - Zorg voor de mens
REDEN VAN AANBIEDING
Anders, nl: programma verbindt bestaande beleidslijnen
SAMENVATTING VAN HET RAADSVOORSTEL EN HET VERVOLGTRAJECT
De huidige nota’s “ouderenbeleid, ruimte voor ouderen” en “gehandicaptenbeleid, een open deur?” moeten een nieuwe invulling krijgen. Kijkend naar de daarin geformuleerde beleidsdoelstellingen komen we tot de conclusie dat deze volledig passen in de ontwikkeling van woonservicegebieden. Een woonservicegebied bestaat uit een goed toegankelijke en veilige woonomgeving, waar mensen met beperkingen kunnen beschikken over een aangepaste woning in combinatie met passende zorg en diensten, die zij aan huis of in een nabij gelegen multifunctioneel centrum ontvangen. Het woonservicegebied bevindt zich binnen de vitale wijk: het zijn kleinere gebieden (vaak met een straal van ongeveer 200 meter) waar een woon-zorgcomplex of een cluster van groepswoningen in de wijk is verweven met gewone woningen. Er is zorginfrastructuur zichtbaar, namelijk het zorg- en dienstencentrum of een zorgsteunpunt waar de zorgwoningen omheen zijn gebouwd. Hier is het wonen meer beschut, gaat de zorggarantie verder en wonen meer mensen met een zorgbehoefte. Gekozen is voor het opstellen van een programma “Thuis in de buurt” voortbordurend op het in juni 2008 door de partners in de stad ondertekende convenant “Thuis in de buurt”. Het programma vervangt de huidige nota’s ouderenbeleid en gehandicaptenbeleid. Er is gekozen voor een programma ipv een nota. De ontwikkeling van woonservicegebieden gaat door verschillende beleidsterreinen heen en kent de nodige projecten die in samenhang uitgevoerd moeten worden. Dit kan middels programmasturing. Het programma richt zich op de beperkingen die kwetsbare groepen (met name ouderen en gehandicapten) ervaren in hun dagelijkse leefomgeving en geeft aan diverse instanties instrumenten ter ondersteuning van die groepen mensen. In het programma komen de beleidsterreinen ouderenbeleid, gehandicaptenbeleid, toegankelijkheidsbeleid en lokaal gezondheidsbeleid samen met als gezamenlijke doel goede voorzieningen voor de kwetsbare burger. In de Sociale Visie 2020 is onder het thema Zorg en gezondheid als kernopgave het realiseren van woonservicegebieden opgenomen. Thuis in de buurt is een uitwerking van deze kernopgave en beschrijft in concrete doelstellingen de ontwikkeling van woonservicegebieden in Hengelo. In het politieke programma ‘Zorg voor de mens gegarandeerd’ is Thuis in de Buurt de uitwerking van programmalijn 3. Er is een nauwe relatie met het meerjarenbeleidsplan WMO 2008-2012. Uitgangspunt van de WMO in Hengelo is “mee doen”. Wanneer “mee doen” niet op eigen kracht lukt, wil de gemeente Hengelo ondersteuning bieden. Deze ondersteuning kan worden geboden in de vorm van voorzieningen maar ook door mee te denken met de burger over alternatieve oplossingen en door te zorgen voor een breed algemeen voorzieningenniveau en een gezonde sociale structuur in een leefbare stad. Het programma Thuis in de buurt geeft hier invulling aan.
PLAATSGEVONDEN COMMUNICATIE, DE RESULTATEN DAARVAN EN HET COMMUNICATIEPLAN VOOR HET VERVOLGTRAJECT
Het programma is vroegtijdig besproken met het seniorenplatform, gehandicaptenraad en de Wmo Clientenraad. Tevens is er een stedelijke conferentie georganiseerd die als input heeft gediend voor het programma.
VOORSTEL AAN DE RAAD
Aan de raad wordt voorgesteld: Vast stellen van het programma Thuis in de Buurt in te stemmen met de begrotingswijzigingen; - € 124.590,--. Inzetten voor algemene activiteiten 2012 en daarna structureel Dit bedrag wordt ontrokken aan de huidige begrotingsposten voor Ouderenbeleid, € 29.690,--, Gehandicaptenbeleid € 44.900,-- en uit WMO subsidieregelingen € 50.000,--, zie bw 2012133 Eenmalig voor de periode 2012-2014 voor de onderdelen beschermd wonen Berfo-Es, beschermd wonen binnenstad, toegankelijkheid Berfo-Es en realisatie gezondheidcentrum binnenstad respectievelijk € 250.000, € 450.000, € 250.000 en € 173.000. Deze bedragen worden gedekt uit een bijdrage van de provincie van € 1.123.000. zie bw 2012178, 2013120, 2014113
OPSOMMING VAN BIJLAGEN
Programma Thuis in de Buurt Begrotingswijzigingen
RAADSVOORSTEL REGISTRATIENR.
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
11G200224
m. van den berg
BP
OA
ONDERWERP
Vaststelling programma Thuis in de Buurt.
AANLEIDING EN DOEL
De huidige nota’s “ouderenbeleid, ruimte voor ouderen” en “gehandicaptenbeleid, een open deur?” moeten een nieuwe invulling krijgen. Kijkend naar de daarin geformuleerde beleidsdoelstellingen komen we tot de conclusie dat deze volledig passen binnen het beleidsterrein Welzijn, Wonen en Zorg.
OVERWEGINGEN
Hengelo wil actief reageren op de gevolgen van de vergrijzing en de vermaatschappelijking van de zorg. De gemeente wil samen met de maatschappelijke partners voldoende voorzieningen en ondersteuning organiseren, waardoor burgers actief aan de samenleving deel kunnen (blijven) nemen. Uitgangspunt is het zo lang mogelijk zelfstandig in de eigen omgeving kunnen blijven wonen, deel kunnen nemen aan activiteiten en zorg kunnen ontvangen. De huidige nota’s “ouderenbeleid, ruimte voor ouderen” en “gehandicaptenbeleid, een open deur?” moeten een nieuwe invulling krijgen. Kijkend naar de daarin geformuleerde beleidsdoelstellingen komen we tot de conclusie dat deze volledig passen in de ontwikkeling van woonservicegebieden. Gekozen is voor het opstellen van een programma “Thuis in de buurt” voortbordurend op het in juni 2008 door de partners in de stad ondertekende convenant “Thuis in de buurt” met als inzet de ontwikkeling van woonservicegebieden.. In het programma komen de beleidsterreinen ouderenbeleid, gehandicaptenbeleid, toegankelijkheidsbeleid en lokaal gezondheidsbeleid samen met als gezamenlijke doel het realiseren van goede voorzieningen voor de kwetsbare burger. In de Sociale Visie 2020 is onder het thema Zorg en gezondheid als kernopgave het realiseren van woonservicegebieden opgenomen. Thuis in de buurt is een uitwerking van deze kernopgave en beschrijft in concrete doelstellingen de ontwikkeling van woonservicegebieden in Hengelo. In het politieke programma ‘Zorg voor de mens gegarandeerd’ is Thuis in de Buurt de uitwerking van programmalijn 3. Er is een nauwe relatie met het meerjarenbeleidsplan) WMO 2008-2012. Uitgangspunt van de WMO in Hengelo is “mee doen”. Wanneer “mee doen” niet op eigen kracht lukt, wil de gemeente Hengelo ondersteuning bieden. Deze ondersteuning kan worden geboden in de vorm van voorzieningen maar ook door mee te denken met de burger over alternatieve oplossingen en door te zorgen voor een breed algemeen voorzieningenniveau en een gezonde sociale structuur in een leefbare stad. Het programma Thuis in de buurt geeft hier invulling aan. De ontwikkeling van vitale wijken en woonservicegebieden maakt het mogelijk welzijn, wonen en zorg aan elkaar te verbinden. Deze gebieden zijn evenwichtig gespreid over de stad. Dit draagt bij aan de keuzemogelijkheden van zorgbehoevende burgers en vergroot en bevordert hun maatschappelijke participatie. De doelstellingen in het programma zijn leading bij het formuleren van de maatschappelijke vragen die op ons af komen en die in samenwerking met onze partners beantwoord moeten gaan worden. Het programma bepaalt de agenda van de programmaraad Welzijn, Wonen en Zorg met daarin alle partners die het convenant ‘Thuis in de buurt’ ondertekend hebben. De programmaraad zet zich onder regie van de gemeente in voor de realisatie van woonservicegebieden in Hengelo. Doel is dat elke organisatie draagt zijn steentje daar aan bijdraagt.
FINANCIËLE EN PERSONELE ASPECTEN
Financiële aspecten: Bij het programma Thuis in de buurt zijn de volgende uitgaven en dekkingen begroot: ≠ algemene activiteiten 2012 en daarna, structureel, € 124.590,--. Dit bedrag wordt ontrokken aan de huidige begrotingsposten voor Ouderenbeleid, € 29.690,--, Gehandicaptenbeleid € 44.900,-- en uit WMO subsidieregelingen € 50.000,--, zie bw 2012133 ≠ Eenmalig voor de periode 2012-2014 voor de onderdelen beschermd wonen Berfo-Es, beschermd wonen binnenstad, toegankelijkheid Berfo-Es en realisatie gezondheidcentrum binnenstad respectievelijk € 250.000, € 450.000, € 250.000 en € 173.000. Deze bedragen worden gedekt uit een bijdrage van de provincie van € 1.123.000. zie bw 2012178, 2013120, 2014113 Personele aspecten: nvt COMMUNICATIE EN INSPRAAK
Het programma is vroegtijdig besproken met het seniorenplatform, gehandicaptenraad en de Wmo Clientenraad. Tevens is er een stedelijke conferentie georganiseerd die als input heeft gediend voor het programma.
VERVOLGTRAJECT EN
–PRODUCTEN
De programmalijnen zullen verder uitgewerkt worden in 2012
VOORSTEL AAN DE RAAD
Aan de raad wordt voorgesteld: Vast stellen van het programma Thuis in de Buurt in te stemmen met de begrotingswijzigingen; - € 124.590,--. Inzetten voor algemene activiteiten 2012 en daarna structureel Dit bedrag wordt ontrokken aan de huidige begrotingsposten voor Ouderenbeleid, € 29.690,--, Gehandicaptenbeleid € 44.900,-- en uit WMO subsidieregelingen € 50.000,--, zie bw 2012133 Eenmalig voor de periode 2012-2014 voor de onderdelen beschermd wonen Berfo-Es, beschermd wonen binnenstad, toegankelijkheid Berfo-Es en realisatie gezondheidcentrum binnenstad respectievelijk € 250.000, € 450.000, € 250.000 en € 173.000. Deze bedragen worden gedekt uit een bijdrage van de provincie van € 1.123.000. zie bw 2012178, 2013120, 2014113
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN HENGELO,
De secretaris
De burgemeester
RAADSBESLUIT REGISTRATIENR.
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
11G200224
m. van den berg
BP
OA
ONDERWERP
Vaststelling programma Thuis in de Buurt.
DE RAAD VAN DE GEMEENTE HENGELO, GELEZEN HET VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS, BESLUIT:
-
Het programma Thuis in de Buurt vast te stellen in te stemmen met de begrotingswijzigingen; - € 124.590,--. Inzetten voor algemene activiteiten 2012 en daarna structureel Dit bedrag wordt ontrokken aan de huidige begrotingsposten voor Ouderenbeleid, € 29.690,--, Gehandicaptenbeleid € 44.900,-- en uit WMO subsidieregelingen € 50.000,--, zie bw 2012133 Eenmalig voor de periode 2012-2014 voor de onderdelen beschermd wonen Berfo-Es, beschermd wonen binnenstad, toegankelijkheid Berfo-Es en realisatie gezondheidcentrum binnenstad respectievelijk € 250.000, € 450.000, € 250.000 en € 173.000. Deze bedragen worden gedekt uit een bijdrage van de provincie van € 1.123.000. zie bw 2012178, 2013120, 2014113
DE GEMEENTERAAD VAN HENGELO,
De griffier
DATUM
De voorzitter
B&P MO
Progr. 3 3 3 3
Toel.:
TYPE:
ProductGrootboekrekening (BE+HR+SUB) 620.3 6620300.442500 620.6 6620600.442500 620.2 6620201.442500.WMO 620.6 6620630.442500.TIDB
(evt. korte nadere toelichting op omschrijving)
LEDGER: Thuis in de buurt 2012 structureel
Boekingsdatum: 31-03-2012
Sector: Afd.:
MUTATIEFORMULIER WIJZIGING BEGROTING
0,00
Bedrag -29.690 -44.900 -50.000 124.590
BA
SB
Nummer begrotingswijziging:
Akkoord 2e consulent: Datum: Paraaf:
DIV-nr.: 11G200224 Batchnr.: 42039
Beschrijving (incl. nr. begr.wijz.) ovb naar thuis in de buurt ovb naar thuis in de buurt ovb naar thuis in de buurt ovb subsidies WMO, ouderen, ghandicapten
SB struct wijz IB i ncident wijz)
2012133
Besluit sector: 29-03-2011 Besluit b&w: Besluit raad:
(wordt centraal bij FBV in regiter vastgelegd)
B&P MO
Progr. 3 3 3 3 3
Toel.:
Product 620.6 620.6 620.6 620.6 620.6
LEDGER:
TYPE:
Grootboekrekening (BE+HR+SUB) 6620630.842200 6620630.442500.BWBERFLO 6620630.442500.TGBERFLO 6620630.442500.BWBINNEN 6620630.442500.GZBINNEN
(evt. korte nadere toelichting op omschrijving)
Thuis in de buurt 2012 - 2014
Boekingsdatum: 31-03-2012
Sector: Afd.:
MUTATIEFORMULIER WIJZIGING BEGROTING
Nummer begrotingswijziging:
0,00
Bedrag -374.333 83.333 83.333 150.000 57.667
BA
Akkoord 2e consulent: Datum: Paraaf:
DIV-nr.: 11G200224 Batchnr.: 49274
Beschrijving (incl. nr. begr.wijz.) Thuis in de buurt 2012 - 2014 Thuis in de buurt 2012 - 2014 Thuis in de buurt 2012 - 2014 Thuis in de buurt 2012 - 2014 Thuis in de buurt 2012 - 2014
IB wijz IB i ncident wijz) struct
2012178
Besluit sector: 29-03-2011 Besluit b&w: Besluit raad:
(wordt centraal bij FBV in regiter vastgelegd)
B&P MO
Progr. 3 3 3 3 3
Toel.:
Product 620.6 620.6 620.6 620.6 620.6
LEDGER:
TYPE:
Grootboekrekening (BE+HR+SUB) 6620630.842200 6620630.442500.BWBERFLO 6620630.442500.TGBERFLO 6620630.442500.BWBINNEN 6620630.442500.GZBINNEN
(evt. korte nadere toelichting op omschrijving)
Thuis in de buurt 2012 - 2014
Boekingsdatum: 31-03-2013
Sector: Afd.:
MUTATIEFORMULIER WIJZIGING BEGROTING
Nummer begrotingswijziging:
0,00
Bedrag -374.333 83.333 83.333 150.000 57.667
BA
Beschrijving (incl. nr. begr.wijz.) Thuis in de buurt 2012 - 2014 Thuis in de buurt 2012 - 2014 Thuis in de buurt 2012 - 2014 Thuis in de buurt 2012 - 2014 Thuis in de buurt 2012 - 2014
IB struct wijz IB i ncident wijz)
2013120
Akkoord 2e consulent: Datum: Paraaf:
DIV-nr.: 11G200224 Batchnr.: 49729
Besluit sector: 29-03-2011 Besluit b&w: Besluit raad:
(wordt centraal bij FBV in regiter vastgelegd)
B&P MO
Progr. 3 3 3 3 3
Toel.:
Product 620.6 620.6 620.6 620.6 620.6
LEDGER:
TYPE:
Grootboekrekening (BE+HR+SUB) 6620630.842200 6620630.442500.BWBERFLO 6620630.442500.TGBERFLO 6620630.442500.BWBINNEN 6620630.442500.GZBINNEN
(evt. korte nadere toelichting op omschrijving)
Thuis in de buurt 2012 - 2014
Boekingsdatum: 31-03-2014
Sector: Afd.:
MUTATIEFORMULIER WIJZIGING BEGROTING
0,00
2014113
Akkoord 2e consulent: Datum: Paraaf:
DIV-nr.: 11G200224 Batchnr.: 49730
Besluit sector: 29-03-2011 Besluit b&w: Besluit raad:
Beschrijving (incl. nr. begr.wijz.) Thuis in de buurt 2012 - 2014 Thuis in de buurt 2012 - 2014 Thuis in de buurt 2012 - 2014 Thuis in de buurt 2012 - 2014 Thuis in de buurt 2012 - 2014
IB i ncident wijz)
Bedrag -374.333 83.333 83.333 150.000 57.667
BA
IB
Nummer begrotingswijziging: (wordt centraal bij FBV in regiter vastgelegd)
Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 83 80
Stuknummer: 362689 Registratiedatum: 18/05/2010
Fax 038 425 75 20 provincie.overijssel.nl/subsidie
[email protected] RABO Zwolle 39 73 4 1 121
Burgemeester en Wethouders van de gemeente Hengelo Postbus 18 7550 AA HENGELO
Inlichtingen bij Mw. E. Nagtegaal-Prins / dhr. M. Gunes telefoon 038 499 8091 / 8385
[email protected] [email protected]
Prestatieafspraken Wonen gemeente Hengelo 2010-2015, onderdeel "Wonen zorg en welzijn"
Datum
Geacht College,
11.05.2010 Kenmerk
2010/0081413
In het kader van de Prestatieafspraken Wonen 2010-2015 (prestatieovereenkomst) hebben wij met u afspraken gemaakt over het beleidsthema "Wonen zorg en welzijn".
Zaaknummer
1104430 Pagina
1 Uw brief 28.01.2010 Uw kenmerk
Voor het onderdeel "Wonen zorg en welzijn" geldt de prestatieafspraak als subsidieaanvraag. Aangezien de prestatieafspraak is ondertekend en van kracht is geworden, betekent dit, dat wij voor dit onderdeel over kunnen gaan tot subsidieverlening. U dient uw subsidieaanvraag te voorzien van een beleidsvisie en een uitvoeringsplan Wonen, zorg en welzijn, welke voor 1 januari 2011 bij ons ingediend moeten zijn. Voor de overige onderdelen van de prestatieafspraken ontvangt u, afhankelijk van het onderdeel, of een afzonderlijke beschikking, of u dient hiervoor een aparte subsidieaanvraag in te dienen.
geen
Besluit Onder voorbehoud dat u een beleidsvisie en een uitvoeringsplan Wonen, zorg en welzijn indient, verlenen wij u een subsidie van € 1.123.000,—. Deze subsidie is bedoeld voor de realisatie van uw ambities zoals verwoord in de "Prestatieafspraken Wonen" onder "Wonen, zorg en welzijn". Onder toepassing van artikel 4.30, lid 2 van de Algemene wet bestuursrecht worden de door u voor deze subsidie te leveren prestaties en verplichtingen nader uitgewerkt, nadat wij een beleidvisie en een uitvoeringplan "Wonen, zorg en welzijn" hebben ontvangen. Vooruitlopend hierop verbinden wij aan deze subsidieverlening alvast de volgende voorschriften: Prestaties "Wonen zorg en welzijn" a. U plaatst na overleg met mevrouw E. Nagtegaal-Prins het logo van de provincie, in combinatie met een nader te bepalen bijschrift op schriftelijke en digitale middelen die betrekking hebben op uw project. Het betreft hier briefpapiefj affiches, folders, programmaboekjes, website, mails, persberichten, bouwborden, uitnodigingen en dergelijke. Dit beeldmerk treft u digitaal, in PDF en EPS bestand, aan op www.overijssel.nl/subsidielogo . b. De overige prestaties zullen worden geformuleerd, nadat u uw gemeentelijke beleidsvisie en uitvoeringsplan bij ons heeft ingediend. Wij widen u er nog op attenderen, dat de aanwending van deze subsidie niet in strijd mag zijn met de bepalingen bij of krachtens het verdrag inzake de Europese Unie (staatssteun), in het bijzonder de artikelen 87 en 88.
Bijlagen geen Datum verzending
e
provincie
^)verijssel
Prestatieafspraken Wonen gemeente Hengelo 2010-2015, onderdeel "Wonen zorg en welzijn"
Voorschot Van de verleende subsidie ontvangt u een voorschot van € 112.300,— (10% van de subsidieverlening). Dit bedrag maken wij binnen vier weken over op uw bankrekeningnummer BNG 28.50.76.388 ten name van Gemeente Hengelo, onder vermelding van het kenmerk van deze brief. Na indiening van uw beleidsvisie en uitvoeringsplan kunnen wij u, afhankelijk van de voortgang in uw activiteiten, een aanvullend voorschot verlenen. Voor meer inhoudelijke informatie kunt u contact opnemen met mevrouw E. Nagtegaal-Prins. Voor procedurele vragen over de subsidieafhandeling kunt u terecht bij de heer M. Giines. Beiden zijn bereikbaar via de gegevens rechts bovenaan deze brief. Bij correspondentie vragen wij u het zaaknummer van deze brief te vermelden.
Datum
11.05.2010 Kenmerk
2010/0081413
Wij wensen u veel succes bij het opstellen van een beleidsvisie en een uitvoeringsplan Wonen, zorg en welzijn en het uitvoeren van de prestatieafspraken. Gedeputeerde Staten van Overijssel, namens dezen,
Zaaknummer
1104430 Pagina 2
mr. J.H. Vrielink, Teamleider Subsidieverlening
Uw brief 28.01.2010 Uw kenmerk
geen
Rechtsmiddel Binnen 6 weken ingaand op de dag na de datum van verzending van dit besluit, kunt u daartegen een bezwaarschrift indienen bij Gedeputeerde Staten van Overijssel, team Juridische Zaken, Postbus 10078, 8000 GB Zwolle (telefoon 038 499 9305). U kunt het bezwaarschrift per brief, per fax of per elektronisch formulier verzenden. Het faxnummer van het Team Juridische Zaken is: 038 - 425 48 02, het elektronisch formulier vindt u op www.provincie.overijssel.nl/bezwaarschriften. Het bezwaarschrift dient te worden ondertekend en bevat ten minste: a. de naam en het adres van de indiener; b. de datum; c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht; d. de redenen waarom u bezwaar maakt. Voor de behandeling van een bezwaarschrift bij de provincie Overijssel hoeft u niet te betalen. Voor inlichtingen over de bezwaarschriftprocedure kunt u terecht bij de provinciaal medewerker die in het besluit is vermeld. Is uw belang zo spoedeisend dat u niet kunt wachten op de beslissing op uw bezwaarschrift, dan kunt u een voorlopige voorziening vragen bij de Voorzieningenrechter van de Sector Bestuursrecht van de Rechtbank Zwolle-Lelystad (telefoon 038 888 44 44). In dat geval moet u griffierecht betalen. U kunt alleen een voorlopige voorziening vragen als u een bezwaarschrift heeft ingediend.
Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle
11111111II Hill III
Telefoon 038 499 83 80
Stuknummer: 432290 Registratiedatum: 06/07/2011
Fax 038 425 75 20 provincie.overijssel.nl/subsidie
[email protected] RABO Zwolle 39 73 4 1 121
Burgemeester en Wethouders van de gemeente Hengelo Postbus 18 7550 AA HENGELO
Inlichtingen bij Mw. E. Nagtegaal-Prins / mw. M. Voorthuijzen telefoon 038 499 8091 / 8382
[email protected] [email protected]
Voorschot 2011 "Wonen zorg en welzijn" / Prestatieafspraken Wonen gemeente Hengelo 2010-2015
Datum
Geacht College,
01.07.2011 Kenmerk
2011/0108916 Zaaknummer
1104430 Pagina
1
uw brief 06.04.20ii uw kenmerk 418759
Met de ondertekening van de Prestatieafspraken Wonen 2010-2015 (prestatieovereenkomst) hebben wij met u afspraken gemaakt over het beleidsthema "Wonen zorg en welzijn". Voor dit onderdeel zijn wij in 2010 met onze beschikking van 11 mei 2010 met kenmerk 2010/0081413 overgegaan tot subsidieverlening van € 1.123.000,—. Wij hebben daarbij de voorwaarde gesteld dat er voor 1 januari 2011 een beleidsvisie en een uitvoeringsplan Wonen, zorg en welzijn bij ons ingediend moeten zijn. Deze datum hebben wij eenmaal opgeschort tot 1 april 2011. Inmiddels hebben wij van uw gemeente een beleidsvisie en een uitvoeringsplan Wonen, zorg en welzijn ontvangen. Hiermee is voldaan aan de door ons gestelde voorwaarde in onze beschikking van 11 mei 2010 en is een solide basis gecreeerd voor de realisatie van de ambities opgenomen in uw beleidsvisie en uitvoeringsplan Wonen, zorg en welzijn. Besluit Wij hebben daarom besloten u een tweede voorschot uit te betalen van 30% van de subsidieverlening. Dit is een bedrag van € 336.900,—. Dit voorschot is bedoeld voor de realisatie van de projecten uit het uitvoeringsplan zoals opgenomen in het bijgevoegde prestatieoverzicht. Su bsidievoorsch riften In deze alinea informeer ik u over de voorschriften van deze subsidieverlening. Wanneer u hiervan afwijkt of wanneer vertraging optreedt, is het belangrijk dit direct schriftelijk te melden. Het niet naleven van de subsidievoorschriften kan namelijk nadelige gevolgen hebben voor de vaststelling van de subsidie. In de beschikking van 11 mei 2010 tot verlening van de subsidie hadden wij onder"b" van het kopje "Prestaties Wonen zorg en welzijn", opgenomen dat de overige prestaties geformuleerd zouden worden, nadat u uw gemeentelijke beleidsvisie en uitvoeringsplan bij ons heeft ingediend. Nu is voldaan aan deze voorwaarde, verbinden wij aan onze oorspronkelijke subsidieverlening van € 1.123.000,— nog de volgende aanvullende subsidievoorschriften: 1. Prestaties onderdeel "Wonen, zorg en welzijn" a. Voor deze subsidie levert u de prestaties zoals opgenomen in de projecttabel in bijlage 1. b. Als het eerste voorschot van 10% niet is besteed aan het opstellen van de visie en het uitvoeringsplan bent u bevoegd deze middelen in te zetten voor andere proceskosten of voor de realisatie van de fysieke of sociale projecten zoals opgenomen in de projecttabel in bijlage 1.
Bijlagen
1 Datum verzending
e
05.;:iin
provincie
^)verijssel
Voorschot 2011 "Wonen zorg en welzijn" / Prestatieafspraken Wonen gemeente Hengelo 2010-2015
c.
d. e.
Datum
01.07.2011 Kenmerk
2011/0108916 Zaaknummer
1104430 Pagina
2
Wanneer blijkt dat de prestaties zoals opgenomen in de projecttabel uit bijlage 1 niet haalbaar zijn, kunt u in uw voortgangrapportage een gemotiveerd verzoek doen tot het ruilen of inleveren van prestaties. Tevens kunt u de aan de prestaties gekoppelde budgetten tussen de prestaties schuiven. Deze mogelijkheden bieden wij u uiterlijk tot de mid-term review in 2012. U realiseert deze prestaties in de periode van 1 april 2011 tot 1 januari 2015. Bij publiciteit over de onder " a " overeengekomen prestaties laat u weten dat u een financiele bijdrage van ons kreeg. U plaatst het logo van de provincie, in combinatie met het bijschrift "mede mogelijk gemaakt door" op schriftelijke en digitale middelen die betrekking hebben op uw activiteiten. Het betreft hier briefpapier, affiches, folders, programmaboekjes, website, nieuwsbrieven, mails, persberichten, uitnodigingen en dergelijke. Dit logo treft u digitaal, in PDF en EPS bestand, aan op www.overiissel.nl/subsidieloqo. Het niet vermelden van het logo kan consequenties hebben bij eventueel volgende subsidies.
2. Verantwoording en voortgang a. U meldt ons direct schriftelijk als: de activiteiten geen doorgang vinden; vertraging optreedt in de uitvoering; wijzigingen ontstaan in de prestaties; u afwijkt van deze beschikking. b. Wij verwachten van u dat u jaarlijks 1 april een voortgangsrapportage indient. In deze rapportage dient u een opgave te doen van de voortgang van de onder " a " van kopje 1. overeengekomen prestaties. Op basis hiervan zal de bevoorschotting plaatsvinden voor het komende jaar.
Uw brief
06.04.2011 Uw kenmerk
418759
3. Aanvraag tot vaststelling U dient voor 1 juli 2015 een aanvraag in om de subsidie vast te laten stellen. Bij deze aanvraag voegt u: een verslag van de prestaties die u leverde, waarin u in ieder geval de onder " a " overeengekomen prestaties in de periode van 1 april 2011 tot 1 januari 2015 opgeeft. een verslag van de kosten die u maakte voor de activiteiten waarvoor u subsidie kreeg. 4. Subsidiebedrag U krijgt nooit meer subsidie dan het maximale subsidiebedrag dat we u verleenden. Wij kunnen de subsidie wel lager vaststellen dan het verleende subsidiebedrag, zie hiervoor artikel 4:46 van de Algemene wet bestuursrecht. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn indien u de prestaties niet, anders of niet helemaal heeft uitgevoerd. Is uw subsidie een percentage van de geraamde kosten die voor subsidie in aanmerking komen? Dan stellen we de subsidie vast op hetzelfde percentage van de kosten die u werkelijk maakte. U ontvangt niet meer dan het maximum van de subsidie die we u verleenden. Wij willen u er nog op attenderen, dat de aanwending van deze subsidie niet in strijd mag zijn met de bepalingen bij of krachtens het verdrag inzake de Europese Unie (staatssteun), in het bijzonder de artikelen 87 en 88.
Voorschot 2011 "Wonen zorg en welzijn" / Prestatieafspraken Wonen gemeente Hengelo 2010-2015
Voorschot Op grond van onze beschikking tot verlening van de subsidie van 11 mei 2010 met kenmerk 2010/ 0081413 hebben wij u in totaal een bedrag verleend van € 1.123.000,—. Van de verleende subsidie ontvangt u nu een tweede voorschot van € 336.900,-- (dit is 30% van de subsidieverlening). Dit bedrag maken wij binnen vier weken over op uw bankrekeningnummer 285076388 ten name van gemeente Hengelo, onder vermelding van het kenmerk van deze brief. In totaal betaalden wij u hiermee 40% van de subsidie die we u verleenden. 11 mei 2010: 10% (behorende bij beschikking van 11 mei 2010) 1 juni 2011: 30% (behorende bij deze beschikking)
Datum
01.07.2011 Kenmerk
2011/0108916
Naar aanleiding van de jaarlijkse voortgangsrapportage kunnen wij u een aanvullend voorschot verlenen. Dit voorschot is afhankelijk van de voortgang in de overeengekomen activiteiten onder " a " van het kopje " 1. Prestaties onderdeel "Wonen, zorg en welzijn" ". Wanneer de voortgangsrapportages voldoen aan de gestelde voorwaarden ontvangt u de voorschotten als volgt: mei juni 2012: 20% mei/juni 2013: 20% mei/juni 2014: 20%
Zaaknummer
1104430 Pagina
3 Uw brief
06.04.2011 Uw kenmerk
Niet mee eens? Bent u het niet eens met dit besluit? Dan kunt u een bezwaarschrift indienen bij team Juridische Zaken. Noem daarin uw naam en adres, de datum van uw bezwaarschrift, het besluit waartegen het bezwaar is gericht en de redenen van het bezwaar. Zorgt u ervoor dat u het bezwaarschrift indient binnen zes weken na de dag waarop deze brief is verzonden. Daarmee voorkomt u dat we uw bezwaarschrift niet meer mogen behandelen. Op http://www.overiissel.nl/loket/bezwaar-klachten/ leest u hoe u uw bezwaar kunt indienen.
418759
Tot slot Voor meer inhoudelijke informatie kunt u contact opnemen met mevrouw E. Nagtegaal-Prins. Voor procedurele vragen over de subsidieafhandeling kunt u terecht bij mevrouw M. Voorthuijzen. Beiden zijn bereikbaar via de gegevens rechts bovenaan deze brief. Om u snel van dienst te kunnen zijn adviseer ik u om daarbij het zaaknummer bij de hand te houden. Deze staat vermeld op de linkerzijde van deze brief. Wij wensen u veel succes bij het uitvoeren van de prestatieafspraken. Met vriendelijke groet, namens Gedeputeerde Staten van Overijssel,
mr. J.H. Vrielink, Teamleider Subsidieverlening
Voorschot 2011 "Wonen zorg en welzijn" / Prestatieafspraken Wonen gemeente Hengelo 2010-2015
Bijlage 1 -> projecttabel
Project nr.
Project omschrijving / prestatie
Locatie
Uitvoering
Subsidie Fysiek / Sociaal
1
Realisatie 50 eenheden beschermd en verzorgd wonen voor ouderen
2
Realisatie toegankelijkheid Veldwijk Noord Openbare ruimte, winkelcentrum en MFA worden toegankelijk gemaakt voor alle burgers, met of zonder beperking.
Datum
01.07.2011
Berflo Es / Veldwijk Noord Berflo Es / Veldwijk Noord
2011-2014
€250.000
2011-2014
€250.000
3
Realisatie 50 eenheden beschermd en verzorgd wonen voor ouderen
Binnenstad
2011-2014
€450.000
4
Realisatie gezondheidscentrum
Binnenstad
2011-2014
€173.000
Kenmerk
2011/0108916 Zaaknummer
Vooralsnog wordt het beschikbare budget gereserveerd voor de gehele realisatie van het gezondheidscentrum. Bij verdere uitwerking van de plannen zal de verdeling van het budget nader worden gespecificeerd.
1104430 Pagina
4 Uw brief
06.04.2011 Uw kenmerk
418759
Totaal
CI.123.000
Ontwikkeling woonservicegebieden in Hengelo
Hengelo, maart 2011
Inhoudsopgave
pag.
1. Inleiding
3
2. Maatschappelijke ontwikkelingen en beleidskaders 2.1 Maatschappelijke ontwikkelingen 2.2 Beleidskaders
6 6 7
3. Uitgangspunten
9
4. Ambitie en doelstellingen 4.1 Ambitie 4.2 Doelstellingen 4.3 Stedelijke uitwerking 4.4 Gebiedsuitwerking 4.5 Rol gemeente 4.6 Rol maatschappelijke partners 4.7 Rol Burger
11 11 11 11 12 12 13 13
5. Uitvoering “Thuis in de Buurt” 5.1 Plan van aanpak woonservicegebieden 2010 – 2015 5.1.1 Wijkontwikkeling 5.1.2 Ontwikkeling woonservicegebieden 5.1.3 Prioritering en inzet provinciale subsidie
14 14 14 14 15
5.2 5.3 5.4 5.5 5.6
Programma Programma Programma Programma Programma
1: 2: 3: 4: 5:
Informatie en advies Welzijn Wonen met Zorg Zorg Integrale Toegankelijkheid
15 16 17 19 19
Programmalijn Wonen met Zorg
21
Programmalijn Toegankelijkheid
25
Bijlage 1 Verhouding thuis in de buurt tot staand beleid
28
Bijlage 2 Actuele ontwikkelingen en bestaand beleid
29
Bijlage 3 prestatievelden WMO in relatie tot Thuis in de buurt
32
Bijlage 4 Projecten Berflo Es
35
Bijlage 5 Participatie
39
Bijlage 6 Initiatieven Sociale economie
41
2
1
Inleiding
Hengelo wil actief reageren op de gevolgen van de vergrijzing en de vermaatschappelijking van de zorg. De gemeente wil samen met de maatschappelijke partners voldoende voorzieningen en ondersteuning organiseren, waardoor burgers actief aan de samenleving deel kunnen (blijven) nemen. Uitgangspunt is het zo lang mogelijk zelfstandig in de eigen omgeving kunnen blijven wonen, deel kunnen nemen aan activiteiten en zorg kunnen ontvangen. De huidige nota’s “ouderenbeleid, ruimte voor ouderen” en “gehandicaptenbeleid, een open deur?” moeten een nieuwe invulling krijgen. Kijkend naar de daarin geformuleerde beleidsdoelstellingen komen we tot de conclusie dat deze volledig passen binnen het beleidsterrein Welzijn, Wonen en Zorg. Gekozen is voor het opstellen van een programma “Thuis in de buurt” voortbordurend op het in juni 2008 door de partners in de stad ondertekende convenant “Thuis in de buurt”. Het programma verbindt de beleidsterreinen ouderenbeleid, gehandicaptenbeleid, toegankelijkheidsbeleid en lokaal gezondheidsbeleid met de beleidsterreinen Welzijn, Wonen en Zorg. In de Sociale Visie 2020 is onder het thema Zorg en gezondheid als kernopgave het realiseren van woonservicegebieden opgenomen. Thuis is de buurt is een uitwerking van deze kernopgave en beschrijft in concrete doelstellingen de ontwikkeling van woonservicegebieden in Hengelo. Er is een nauwe relatie met het meerjarenbeleidspan WMO 2008-2012. Uitgangspunt van de WMO in Hengelo is “mee doen”. Wanneer “mee doen” niet op eigen kracht lukt, wil de gemeente Hengelo ondersteuning bieden. Deze ondersteuning kan worden geboden in de vorm van individuele voorzieningen maar ook door mee te denken met de burger over alternatieve oplossingen en door te zorgen voor een breed algemeen voorzieningenniveau en een gezonde sociale structuur in een leefbare stad. De gemeente wil nog meer samenhang tussen beleidsterreinen aan brengen. Het programma Thuis in de buurt geeft hier invulling aan. Bij de totstandkoming van dit programma zijn de gemeentelijke adviesorganen het seniorenplatform, de gehandicaptenraad en de WMO Cliëntenraad geraadpleegd. Er zijn diverse gesprekken gevoerd als input voor het programma. Op 4 februari 2010 is een conferentie gehouden met als thema Thuis in de Buurt die de nodige input voor het programma heeft opgeleverd. Thuis in de buurt heeft een eigen herkenbaar label. De WMO nieuwsbrief ‘Verder’ heeft een vaste rubriek Thuis in de buurt. met daarin de ontwikkelingen, laatste nieuwtjes, interviews met betrokkenen etc De ontwikkeling van vitale wijken en woonservicegebieden maakt het mogelijk welzijn, wonen en zorg aan elkaar te verbinden. Deze gebieden zijn evenwichtig gespreid over de stad. Dit draagt bij aan de keuzemogelijkheden van zorgbehoevende burgers en vergroot en bevorderd hun maatschappelijke participatie.
Vitale wijken Een vitale wijk is een wijk bestaande uit meerdere buurten met meerdere leefstijlen waar mensen graag wonen en bewoners zich veilig en betrokken voelen en waarvoor ze zich willen inzetten. De wijk biedt perspectief om vooruit te kunnen in sociaal, fysiek en economisch opzicht.
Woonservicegebied Een woonservicegebied bestaat uit een goed toegankelijke en veilige woonomgeving, waar mensen met beperkingen kunnen beschikken over een aangepaste woning in combinatie met passende zorg en diensten, die zij aan huis of in een nabij gelegen multifunctioneel centrum ontvangen. Het woonservicegebied bevindt zich binnen de vitale wijk: het zijn kleinere gebieden (vaak met een straal van ongeveer 200 meter) waar een woon-zorgcomplex of een cluster van groepswoningen in de wijk is verweven met gewone woningen. Er is zorginfrastructuur zichtbaar, namelijk het zorgen dienstencentrum of een zorgsteunpunt waar de zorgwoningen omheen zijn gebouwd. Hier is het wonen meer beschut, gaat de zorggarantie verder en wonen meer mensen met een zorgbehoefte.
3
Het is niet zinvol een blauwdruk te maken voor de inrichting van alle Hengelose wijken. Er zijn is in samenwerking met de partners wel een aantal gezamenlijke uitgangspunten geformuleerd. Het programma van eisen (pve) van het woonservicegebied Berflo Es heeft als fundament hier voor gediend. Aard, omvang en samenstelling van een wijk of buurt bepalen – evenals beschikbare middelen en mate van samenwerking en afstemming tussen maatschappelijke partners uiteindelijk de verschijningsvorm van het woonservicegebied. De ontwikkeling van woonservicegebieden maakt onderdeel uit van – in nauw overleg met relevante partners – het wijkperspectief en uitvoeringsprogramma’s (zie nota Hengelo Wijkgericht!). De doelgroep bestaat uit Hengelose burgers in het algemeen en kwetsbare groepen in het bijzonder. Hieronder wordt verstaan: ouderen, mensen met lichamelijke, verstandelijke, psychische en sociale beperkingen, en hun directe mantelzorgers, die bij wonen, zorg en welzijn ondersteuning nodig hebben van derden. We willen niet praten over voorzieningen en programma’s voor specifieke doelgroepen maar veel meer over de ontwikkeling van een voorzieningenaanbod dat geschikt is voor elke burger met of zonder beperking. Mensen willen het liefst hun eigen leven zoveel mogelijk zelf inrichten. De gemeente Hengelo stimuleert dit in de structuurvisie 2030 en de sociale visie 2020:
Hengelo is een stad met een menselijke maat, met goede netwerkstructuren in wijken en buurten waar een gedifferentieerd woningaanbod ruimte biedt aan alle groepen inwoners. De sociaal-maatschappelijke binding is hoog. Veel inwoners participeren actief in het verenigingsleven en zijn maatschappelijk betrokken. Speerpunt is, deze sociale samenhang en kwaliteit te behouden en te versterken, zodat iedere bewoner op een volwaardige manier kan deelnemen aan de samenleving. Structuurvsie hengelo p.36
Zelf verantwoordelijkheid nemen voor het inrichten van je leven. Voor sommige mensen is dat alleen mogelijk wanneer een woonmilieu wordt geboden waar op basis van persoonlijke omstandigheden extra kwaliteiten en voorzieningen aanwezig zijn. Daarin ligt het doel en tevens de uitdaging van Thuis in de buurt; het creëren van condities in de eigen woonomgeving die de zelfredzaamheid en participatie van burgers ondersteunen en de leefbaarheid vergroten. Voorzieningen op het gebied van wonen, welzijn en zorg zijn daar een essentieel onderdeel van. Om (kwetsbare) burgers hierin tegemoet te komen, worden in Hengelo vitale wijken ontwikkeld. in nauwe samenwerking tussen gemeente, corporaties, zorg- en welzijnsaanbieders en zorgkantoor worden vraag en aanbod op het terrein van wonen, zorg en welzijn binnen de wijk en buurt op elkaar afgestemd.
Kernboodschap / Ambitie
Burgers een beter en zo gewoon mogelijk leven laten leiden en laten deelnemen aan de samenleving, ondanks beperkingen door ouderdom of handicap. Zij moeten kunnen beschikken over adequatere huisvesting, zorg en welzijnsvoorzieningen, in een omgeving die beschikt over de nodige infrastructuur en die leefbaar en veilig is.
Het programma Thuis in de Buurt gaat over het integraal ontwikkelen en uitvoeren van beleid. Thuis in de Buurt is de realisering van de belangrijkste doelen van het Hengeloos beleid (Wmo, Sociale Visie) en gericht op alle burgers! . Het zal bovendien gehanteerd worden voor planontwikkeling en als toetsingskader voor de beoordeling van plannen, die van invloed zijn op wonen, welzijn en zorg. Beleid op het gebied van wonen, welzijn en zorg is gericht op álle inwoners van de gemeente Hengelo: jong, volwassen, oud, gezonde mensen én mensen met (gezondheids) problematiek én autochtoon en allochtoon. De focus wordt in eerste instantie op senioren en mensen met beperkingen gelegd, omdat het hierbij gaat om kwetsbare groepen die optimaal kunnen profiteren
4
van de ontwikkeling van woonservicegebieden. In de toekomst zal verbreding naar alle inwoners en andere beleidsterreinen plaatsvinden.
Leeswijzer Het programma Thuis in de Buurt beschrijft in hoofdstuk 2 de maatschappelijke ontwikkelingen en de beleidskaders op het gebied van wonen, zorg en welzijn die van invloed zijn (geweest) op de totstandkoming van dit programma. In hoofdstuk 3 worden de uitgangspunten beschreven en van daaruit worden in hoofdstuk 4 de ambities en doelstellingen geformuleerd. Hoofdstuk 5 gaat in op de verdere uitwerking van dit programma en beschrijft een eerste aanzet van een uitvoeringsprogramma. Na hoofdstuk 5 vindt u de beschrijving van de programmalijnen Wonen met Zorg en Toegankelijkheid die reeds in uitvoering zijn.
5
2
Maatschappelijke ontwikkelingen en beleidskaders
De visie op wonen, welzijn en zorg is in de laatste decennia fors veranderd. Stond voorheen de zorg centraal en vormden wonen en welzijn een afgeleide daarvan, in de hedendaagse zienswijze wordt steeds meer uitgegaan van het zo gewoon mogelijk leven en meedoen van ouderen en mensen met beperkingen. Belangrijkste motor daarachter zijn de burgers zelf; zij zijn mondiger geworden, laten weten wat zij willen en maken eigen keuzes De meeste mensen willen (zo lang mogelijk) zelfstandig wonen en meedoen aan de samenleving. Wij vinden dat ook waardevol in het licht van een samenleving waarin mensen samen leven en bij elkaar betrokken zijn. Zowel op landelijk niveau als lokaal zijn er diverse ontwikkelingen en initiatieven met dit doel voor ogen. In dit hoofdstuk nemen we u mee in deze ontwikkelingen. Een uitgebreidere beschrijving van deze ontwikkelingen en initiatieven vind u in bijlage 2. 2.1 Maatschappelijke ontwikkelingen: Maatschappelijke trends en demografische ontwikkelingen We worden geconfronteerd met een aantal landelijke ontwikkelingen: - demografie: in de toekomst kenmerkt zich onze samenleving door minder, grijzer, bonter. - de beroepsbevolking neemt af, waardoor er tekorten ontstaan op de arbeidsmarkt - door de vergrijzing en een stijgend aantal mensen met chronische ziektes staan de zorguitgaven onder druk - het aantal eenpersoonshuishoudens neemt in alle leeftijdscategorieën gestaag toe - individualisering en digitalisering van de samenleving schrijden voort - een leven lang leren is standaard; het verhoogt de mogelijkheden tot participatie We willen dat ouderen zo lang mogelijk in hun wijk moeten kunnen blijven wonen. Om wijken generatiebestendig te maken is er echter een grotere variatie in het woonaanbod nodig en moeten er servicepunten komen voor welzijn en zorg. Dit streven geldt niet alleen voor de lichtere groepen, maar ook voor zware (of zwaardere) zorgvragers. In december 2007 hebben minister Vogelaar (Wonen, Wijken en integratie) en staatssecretaris Bussemaker (VWS) daarom het actieplan Beter (t)huis in de buurt gepresenteerd. In dit actieplan worden de doelstellingen voor wonen met welzijn en zorg uit het Coalitieakkoord uitgewerkt. De Wmo vraagt van gemeenten om samen met de maatschappelijke partners voldoende ondersteuning te organiseren, waardoor burgers actief aan de samenleving deel kunnen (blijven) nemen. Uitgangspunt hierbij is ook is het zo lang mogelijk zelfstandig in de eigen omgeving kunnen blijven wonen. Er zijn twee maatregelen genomen in de AWBZ regelgeving, die naar verwachting, effect zullen hebben op de vraag naar de individuele WMO-voorzieningen en op de vraag naar welzijnsvoorzieningen. Het gaat om de volgende maatregelen: Het schrappen van de grondslag psychosociale beperking: Psychosociale problematiek geeft geen recht meer op AWBZ gefinancierde zorg. Dus als er geen sprake is van een medische aangetoonde ziekte of gebrek is er geen recht op zorg. Dit is ook van toepassing als betrokkenen niet mee willen of kunnen aan medisch onderzoek. De pakket maatregel: De indicatie voor begeleiding en dagbesteding is aangescherpt. Alleen matige of zware beperkingen bij de zelfredzaamheid geven nog recht op AWBZ-vergoeding voor begeleiding1. Mensen die de gevolgen van deze maatregelen niet zelf (al dan niet met behulp van hun sociale netwerk) kunnen opvangen zullen echter wel een beroep moeten doen op andere domeinen zoals onderwijs, Wmo en jeugdzorg. De VNG heeft het project De Kanteling opgezet. De Kanteling gaat over het anders vormgeven van het compensatiebeginsel in de Wmo. Welke ondersteuning heeft de burger echt nodig om te kunnen participeren? De wet schrijft niet voor hoe gemeenten compensatie vorm moeten geven. Wel is duidelijk dat een omslag in denken en doen nodig is. Er is niet langer sprake van een ‘zorgplicht’ voor de gemeente en ‘claims’ van burgers. De gemeente Hengelo heeft hier met de ontwikkeling van het zorgloket al op ingespeeld. Er wordt op een outreachende en vraagverhelderende manier gewerkt o.a. door het afleggen van huisbezoeken Dit zal nog verder doorontwikkeld worden. De functie informatie en advies wordt verder ontwikkeld. In hoofdstuk 5 in gaan we hier verder op in. Met de komst van de Wmo heeft welzijn een sterkere rol gekregen en moet er meer worden ingezet op de verbindende kracht van Welzijn. Mensen moeten zich op een waardevolle manier met elkaar kunnen verbinden. Dit is de basisfunctie van het welzijnswerk. Maar welzijn heeft ook de opdracht om mensen te activeren, die zonder een directe benadering niet goed worden bereikt. 1
Mensen, die niet goed voor zich zelf kunnen zorgen en/of niet meedoen aan de samenleving, kunnen op basis van een CIZindicatie een financiële bijdrage krijgen om begeleiding in te kopen bij bijvoorbeeld de thuiszorg.
6
Welzijn werkt buurtgericht. De welzijnswerker zorgt er voor dat ook de moeilijk toegankelijke jongere weer naar school gaat, of dat de eenzame alleenstaande oudere weer actief wordt in de buurt. Welzijn is daarbij een onderdeel van het participatiewiel (zie bijlage 3) De welzijnswerker zet in op het aanboren van eigen kracht van mensen. Goed welzijnsbeleid zorgt ervoor dat mensen minder snel een beroep doen op individuele voorzieningen uit de Wmo of de AWBZ. Een ontwikkeling hierin is de lancering van Welzijn nieuwe Stijl. Bakens voor welzijn nieuwe stijl: ≠ Welzijn nieuwe stijl is vraaggericht: er wordt daarbij altijd gekeken naar de vraag achter de vraag; ≠ Welzijn Nieuwe Stijl gaat uit van de eigen kracht van de burger en zijn omgeving. ≠ In Welzijn nieuwe stijl gaat men als dat nodig is direct op de problemen af, in welzijn nieuwe stijl passen geen kantoorklerken of bureaucraten ≠ Welzijn Nieuwe Stijl is niet vrijblijvend; Problemen worden benoemd, oplossingen gedefinieerd en er wordt resultaat gericht gewerkt. ≠ In Welzijn Nieuwe Stijl is er vooral ruimte voor de kennis en kunde van de professional. Hij of zij is streetwise. Dus verstaat de taal van de straat. 2.2 Beleidskaders Sociale Visie 2020 Hengelo 2030 en de Sociale Visie 2020 vormen samen het perspectief voor de lange termijn voor Hengelo. We willen een aantrekkelijke stad zijn voor onze huidige en toekomstige inwoners. We willen een aantrekkelijk vestigingsklimaat bieden, met vitale, gemêleerde wijken, met een rijk cultureel en sportief aanbod, hoogwaardige werkgelegenheid en een actief verenigingsleven. Een stad, waar mensen graag willen wonen en waar ‘werk’ naar de mensen toe komt! Met het vaststellen van de Sociale Visie beogen we een samenhangende langetermijnvisie op het gemeentelijk sociaal beleid op te stellen. We doen een beroep op de kracht van de Hengelose samenleving. We verwachten van onze inwoners dat zij deze eigen kracht inzetten. We hebben de ambitie een duurzaam leefbare stad te creëren, met buurten en wijken waar bewoners zich thuis voelen en binding ervaren. In de wijken is een basispakket aan voorzieningen aanwezig, afgestemd op de behoeften van de bewoners. Het maatschappelijke vastgoed is voor de Hengeloërs de ingang naar de voorzieningen. De tijdhorizon voor de Sociale Visie is 2020. De sociale dynamiek is dusdanig, dat een periode van tien jaar te overzien is. Daarin verschilt de visie van Hengelo 2030. Ruimtelijke ontwikkelingen kosten meer tijd. Het sociale domein, het speelveld van deze visie, is groot. Het gaat om de beleidsterreinen onderwijs, jeugd, zorg, welzijn, sociale zaken, sport, cultuur, wonen, werk en integratie/diversiteit. Deze beleidsterreinen ontwikkelen zich verder. Afzonderlijk en in samenhang. Een volledige beschrijving van al deze ontwikkelingen is geen doel van deze sociale visie. Waar het om gaat, is het aanbrengen van focus, scherpte en samenhang. In de periode 2010-2014 richten we ons, in samenspraak met de samenleving, in het bijzonder op een drietal thema’s: - participatie - zorg en gezondheid - ontmoeting en vrije tijd De keuze voor deze thema’s is gebaseerd op de maatschappelijke en demografische ontwikkelingen. Het thema Zorg en gezondheid kent als 1 van de kernopgaven het realiseren van woonservicegebieden. Thuis is de buurt is een uitwerking van deze kernopgave en beschrijft in concrete doelstellingen de ontwikkeling van woonservicegebieden in Hengelo.
Pilot Woonservicegebied Berflo Es Over enkele jaren is de Berflo Es een vitale wijk met een woonservicegebied, als het aan de woningcorporatie, zorg- en welzijnsorganisaties en de gemeente Hengelo ligt. Er wordt gezamenlijk gewerkt aan voldoende aangepaste woningen, een breed en afgestemd zorg- en dienstenaanbod en een toegankelijke woonomgeving. Een deel van dit bouwen is zichtbaar in stenen. Een ander deel is onzichtbaar en gaat om betere samenwerking bij het leveren van de zorg en diensten aan wijkbewoners. Inmiddels heeft Berflo Es de status van proeftuin van de Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting (SEV)2 gekregen. Zij helpen mee het concept van het woonservicegebied verder te
2
De Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting (SEV) ontwikkelt innovatieve oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken op het gebied van wonen.
7
ontwikkelen. Berflo Es dient als pilot voor de ontwikkeling van woonservicegebieden in heel Hengelo. De concrete projecten in Berflo Es vindt u in bijlage 4. Sociale ondernemingen Dit zijn bedrijven die producten en diensten leveren voor bij voorkeur de niet-koopkrachtige markt. Sociale economie is het verbinden van economische activiteiten aan maatschappelijke doelen. Zo zijn er in Hengelo naast SROI (Social Return On Investement en het MVO (Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen) een aantal sociale ondernemingen die van diensten en producten aanbieden met als doel mensen langer thuis te kunnen laten wonen. Met als tweede doel mensen met een beperking aan het werk helpen. Het gaat om diensten en producten waar de markt om vraagt en waar geen winstoogmerk aan vast zit. (zie ook bijlage 6) De gemeente Hengelo heeft het geluksbudget geïntroduceerd. Deze is gericht op sociaal geïsoleerde mensen. En dan in eerste instantie vooral de thuisrevaliderende CVA-patiënten en andere mensen met NAH (niet-aangeboren hersenletsel). Het is een nieuwe methode die deze mensen weet op te sporen en hun het eerste, zo belangrijke steuntje in de rug geeft. Het Hengelose Geluksbudget valt onder de WMO. Het Geluksbudget bestaat uit professionele begeleiding en een kleine, eenmalige subsidie die zonder al te veel gedoe ingezet kan worden voor zelf gekozen activiteiten. De bedoeling is om deze mensen zo ver te krijgen dat ze weer iets gaan doen, iets waarnaar ze kunnen uitkijken. Dat kan een vrijetijdsactiviteit zijn, (vrijwilligers)werk of een sociaal contact. Woonvisie 2015-2020 We willen met onze woonvisie inzetten op een blijvend aantrekkelijke woonstad. Hengelo scoort goed als woonstad. Het is een middelgrote stad met wel de lusten, maar niet de lasten van een grote stad. Hengelo kent nauwelijks grootstedelijke problematiek, wordt door bewoners als veilig ervaren (etc etc.). Hengelo heeft daarentegen wel de voorzieningen van een (middel) grote stad op gebied van cultuur (schouwburg, poppodium, bioscoop), horeca, leisure (Plein Westermaat). De gemeente zet in op een vijftal speerpunten om als woonstad aantrekkelijk te blijven. Deze speerpunten komen mede voort uit het hiervoor toegelichte ruimtelijke en sociale beleid en zijn richtinggevend voor het woonbeleid in de komende vijf tot tien jaar. De inzet op deze speerpunten moet leiden tot de voor het wonen in Hengelo gewenste ontwikkelingen. In de woonvisie is ruim aandacht besteed aan thema’s die verband houden met welzijn en zorg zoals huisvesting van senioren en mensen met een zorgvraag, vermaatschappelijking van zorg, leefbaarheid en kwaliteit van de dagelijkse leefomgeving. In de tweede helft van 2011 wordt de Woonvisie opgeleverd.
Bovenstaande maatschappelijke ontwikkelingen en de beleidskaders zijn op verschillende manieren van invloed op Thuis in de buurt. Het biedt kansen om met elkaar voorzieningen te creëren die bijdragen aan de ambitie van Thuis in de buurt; Burgers een beter en zo gewoon mogelijk leven laten leiden en laten deelnemen aan de samenleving, ondanks beperkingen door ouderdom of handicap. Zij moeten kunnen beschikken over adequatere huisvesting, zorg en welzijnsvoorzieningen, in een omgeving die beschikt over de nodige infrastructuur en die leefbaar en veilig is.
8
3
Uitgangspunten
Onderstaande uitgangspunten zijn ontleend aan het in juni 2008 afgesloten convenant “Thuis in de buurt”, het plan van aanpak, pve en programma van eisen wonen met zorg en welzijn in Berflo Es en aangevuld met uitgangspunten uit de WMO die van belang zijn voor de ontwikkeling van woonservicegebieden. Vraaggestuurd / klantgestuurd De behoeften en de beleving van de burgers staan centraal bij het formuleren van het aanbod. Dat geldt binnen de wijkgerichte aanpak op twee schaalniveaus: het wijkniveau en de individuele klant. Daarbij geldt als belangrijk uitgangspunt de wens om (zo lang mogelijk) zelfstandig gehuisvest te zijn bij voorkeur in de zelfgekozen woonomgeving De zeggenschap van mensen met beperkingen of ouderen die (deels) afhankelijk zijn van zorg, wordt vaak overgenomen door zorgverleners, partners of familieleden. Daarom is het erkennen van het cliëntperspectief van belang, vooral in de langdurende zorg. Het cliëntperspectief neemt de ervaring van de cliënt en diens opvatting over de kwaliteit van leven als uitgangspunt. Zelfstandig wonen centraal Zelfstandig thuis wonen is een belangrijke voorwaarde voor het volwaardig participeren in de samenleving. Dat geldt voor bijna iedereen, ook voor mensen die langdurig afhankelijk zijn van zorg. Het woonservicegebied voorziet zowel in de fysieke als de sociale behoeften van bewoners van een wijk om zelfstandig wonen mogelijk te maken. Regie over eigen leven en vrije keuze Regie over het leven betekent dat burgers eigen keuzes moeten kunnen maken, om zo het leven te kunnen leiden dat zij wensen. Uitgangspunt is dat iedereen zoveel mogelijk een vrije keuze in woning, woonmilieu en zorg- en diensten moet kunnen maken. Deze keuze ontstaat door een zo groot mogelijke diversiteit aan woon(zorg)vormen en dienstenpakketten binnen het woonservicegebied te realiseren. Eigen regie wordt ook in de zorgverlening gestimuleerd (‘empowerment’). Toegankelijkheid in informatie en advies Om keuzevrijheid mogelijk te maken is een goed toegankelijke en bovenal onafhankelijke informatievoorziening een voorwaarde. Ontkoppeling wonen, welzijn en zorg Om keuzevrijheid en zelfstandigheid te bevorderen wordt een verdergaande financiële ontkoppeling tussen wonen, welzijn en zorg nagestreefd. Vernieuwende en open samenwerkingsstructuren tussen de aanbieders zijn nodig om dit te bereiken. Afspraken op wijkniveau Hengelo kan worden verdeeld in 9 gebieden van gemiddeld 10.000 inwoners (wijkindeling) De vermaatschappelijking van de zorg en de gevolgen van de extramuralisering verlangen acties op de terreinen van wonen, welzijn en zorg. Per wijk of buurt worden concrete uitvoeringsafspraken gemaakt, die zoveel mogelijk voorzien in de behoeften van de doelgroep. Vertrekpunt zijn de in het convenant vastgelegde uitgangspunten. De Wet Maatschappelijke Ondersteuning vormt hierbij een belangrijk kader en geeft de gemeente een brede verantwoordelijkheid voor het voeren van beleid ter ondersteuning van kwetsbare burgers. Algemeen voor specifiek/doelgroepgericht Om zo gewoon en zelfstandig mogelijk te blijven wonen is het van belang dat mensen gebruik kunnen blijven maken van reguliere voorzieningen. Specifieke voorzieningen zijn alleen nodig wanneer het niet anders kan. Gemeenschappelijkheid in behoeften Het is van belang geen onderscheid te maken op basis van beperkingen, maar gemeenschappelijkheid te zoeken op basis van behoeften. Dit wordt gedaan door op basis van de vraag vanuit de wijk zoveel mogelijk de combinatie te zoeken tussen klantgroepen mét en zonder beperking. Voorzieningen dienen daarom zo te worden opgezet dat gebruikers uitgenodigd worden om in contact te komen met mensen van andere leeftijden en leefstijlen. Dit vergroot tevens het economische draagvlak voor de voorzieningen en dienstverlening.
9
Ketensamenwerking Om optimaal te kunnen voldoen aan de vraag in de samenleving, dienen alle schakels in de keten van zorg, wonen en welzijn met elkaar verbonden te zijn. Binnen de verschillende ketens is het van belang zowel te werken aan participatie, preventie en vroegsignalering als aan hulp en herstel. Schakels moeten naadloos samenwerken rondom individuele cliënten én verbonden zijn op wijkniveau. Wanneer er zich in de uitvoering knelpunten voordoen of het tempo in één van de ketens anders verloopt dan verwacht, dan verbinden de maatschappelijke partners zich om tot gezamenlijke oplossingen te komen. Kwaliteit in coalitie Voor de realisatie van de ambitie en doelstellingen uit Thuis in de Buurt is op gebiedsniveau samenwerking noodzakelijk. Hierbij dienen de partijen een juist evenwicht te vinden tussen de verschillende belangen en de wens samenwerking te realiseren. De maatschappelijke partners kiezen op gebiedsniveau zelf hun partners waarmee zij een goed, sluitend en vraaggestuurd aanbod willen realiseren dat past binnen de uitgangspunten van Thuis in de buurt. Betere samenwerking tussen alle leveranciers van zorg- en diensten komt niet alleen mensen met beperkingen, maar alle bewoners ten goede. Combinaties van diensten zorgen voor een meerwaarde Combinaties van diensten kunnen tot meerwaarde leiden. Sommige diensten zijn pas mogelijk bij voldoende schaalgrootte, zoals het gezamenlijk organiseren van nachtelijke zorg.. Combinaties van groepen zorgvragers zorgt voor voldoende financieel en organisatorisch draagvlak van deze voorzieningen (en maakt meer mogelijk). De combinaties van voorzieningen waarbij kwalitatieve meerwaarde speelt zijn bijv. ‘intergenerationele projecten’, waar ouderen en kinderen samen activiteiten ondernemen. Goede spreiding van voorzieningen Om gebouwen waarin beschermd en verzorgd wordt gewoond rendabel te kunnen exploiteren én een goede spreiding van deze voorzieningen over Hengelo te kunnen waarborgen, beconcurreren deelnemers aan het project elkaar niet op de fysieke zorginfrastructuur. De mate waarin vanuit de ketenzorggedachte concurrentie op zorg- en diensten plaats vindt, dient nader te worden onderzocht. Dit geldt ook voor de welzijnsvoorzieningen. Spreiding van welzijnsvoorzieningen is van belang evenals het slim gebruik maken van de accommodaties door een goede programmering. Sociale samenhang Het behouden en versterken van de sociale samenhang in en de kwaliteit van de stad is van belang zodat iedere burger op een volwaardige manier kan deelnemen aan de samenleving. Vanuit de Wmo vormt de omgeving als sociaal vangnet de basis. Dit betekent een sterke verbinding tussen geschikt, verzorgd en beschermd wonen en participatie. Activiteiten die vanuit Thuis in de buurt worden ontplooid, dienen dan ook altijd mede te worden beoordeeld op hun meerwaarde op het gebied van de versterking van de sociale samenhang.
10
4
Ambitie en doelstellingen
4.1 Ambitie/ kernboodschap Burgers een beter en zo gewoon mogelijk leven laten leiden en laten deelnemen aan de samenleving, ondanks beperkingen door ouderdom of handicap. Zij moeten kunnen beschikken over adequatere huisvesting, zorg en welzijnsvoorzieningen, in een omgeving die beschikt over de nodige infrastructuur en die leefbaar en veilig is. Vanuit de uitgangspunten zijn onderstaande doelstellingen geformuleerd om te komen tot bovenstaande ambitie. Uit deze doelstellingen vloeien concrete acties en programma’s die in hoofdstuk 5 verder uitgewerkt worden. 4.2 Doelstellingen: 1. In 2015 zijn alle wijken voorzien van de functie informatie en advies (is niet per definitie fysiek). Deze zijn laagdrempelige toegankelijk en leveren informatie, advies en ondersteuning zowel gericht op professionele hulp en steun als gericht op vrijwilligersorganisaties. Dit betekent dat er een plek / persoon is waar een goede vraagverheldering plaats kan vinden, praktische zaken direct geregeld kunnen worden en er korte lijnen zijn met de professionele zorg en welzijnsaanbieders. 2. In 2020 is er in elke wijk een pakket aan welzijnsactiviteiten en diverse diensten binnen een sociaal evenwichtig programma aanwezig, dat gericht is op ‘ontmoeten en verbinden’. Dit welzijnspakket beslaat een breed scala aan diensten zoals maaltijdgebruik, cursussen, voorlichting, dagbesteding en (ouderen)advies. Hiermee wordt ingespeeld in op de effecten van de AWBZ pakketmaattegelen. Uitgangspunten voor dit welzijnspakket komen voort uit de programma’s De Kanteling, Eigen Kracht en Vernieuwend Welzijn die Welzijn in een ander daglicht zetten. 3. in 2020 is er een grote diversiteit aan woonvormen verspreid in de wijken waardoor bewoners zoveel mogelijk een vrije keuze in woning en woonmilieu kunnen maken, rekening houdend met variatie in inkomen. (Even belangrijk is het huisvesten van kwetsbare mensen, die afhankelijk zijn van verschillende vormen van zorg- en dienstverlening. Het gaat hier om de realisatie van voldoende (bepaald door de eerdergenoemde opgave) eenheden geschikt, verzorgd wonen en beschermd wonen. 4. In 2020 is in elke wijk de zorg gewaarborgd; Naast de concentratie van gezamenlijk zorgen ondersteuningsvragen in een geïntegreerde eerstelijnsvoorziening of zorgsteunpunt is ingespeeld op de veranderingen in de gezondheidszorg die zich richten op op afstemming tussen preventie en de curatieve zorg. Er wordt een veranderingsslag gemaakt van ziekte en zorg (zz) naar gezondheid en gedrag (gg). 5. In 2020 zijn alle woonservicegebieden in Hengelo toegankelijk. Toegankelijkheid betekent dat de buiten ruimten, (semi)openbare gebouwen, wooncomplexen en woningen zonder hindernissen bereikbaar, toegankelijk en bruikbaar zijn. Een middel om deze doelstellingen te bereiken is het voorzien van alle wijken van een uitvoeringsprogramma om te komen tot woonservicegebieden. Deze uitvoeringsprogramma’s zullen deel uit gaan maken van de wijkprogramma’s. In deze uitvoeringsprogramma’s zullen de activiteiten voortvloeiend uit bovenstaande doelstellingen beschreven worden en zullen er concrete plannen gemaakt worden.
De uitwerking van Thuis in de buurt gebeurt op twee niveaus, namelijk op stedelijk niveau en op gebiedsniveau. 4.3 Stedelijke uitwerking (stedelijk convenant) De stedelijke uitwerking is neergelegd in dit programma “Thuis in de buurt” en is door partijen bekrachtigd door ondertekening van het convenant. Het programma is een visiedocument, waarin op het gebied van wonen, welzijn en zorg doelen en uitgangspunten zijn geformuleerd. In het convenant zijn per sector algemene prestatieafspraken geformuleerd tot 2015. Met het programma en het daarbij horende convenant wil de Gemeente Hengelo samen met de
11
maatschappelijke partners in de periode 2010-2020 een flinke impuls geven aan de verdere uitwerking van Thuis in de buurt Het programma biedt een kader voor de concrete uitwerking van Thuis in de buurt per wijk. De stedelijke regie ligt in handen van de gemeente. Bestuurlijke afstemming vindt 2 keer per jaar plaats in de Stuurgroep Wonen, Zorg en Welzijn, waarin gemeente (portefeuillehouders Zorg en Wonen) en de directeur/bestuurders van een klein aantal partijen participeren. De gemeente organiseert het overleg tussen de partijen. Regie op plan- of gebiedsniveau ligt in handen van een der initiatiefnemers. Elk van de partijen kan daar invulling aan geven. 4.4 Gebiedsuitwerking (samenwerkingsovereenkomst) Op gebiedsniveau zijn prestaties of clusters van prestaties te benoemen. Veel maatschappelijke partners zijn al jaren bezig met de opgave in Welzijn, wonen en zorg en nemen actief deel aan de activiteiten die er mee samenhangen. De gemeente wil in samenwerking met de maatschappelijke partners de lopende processen en activiteiten benoemen in concrete actieplannen, zodat ook de resultaten goed in beeld komen. Het succes van Thuis in de buurt is immers voor een belangrijk deel te danken aan de inspanningen van de maatschappelijke partners in Hengelo. Op wijkniveau geven partijen concreet aan welke prestaties zij in de woongebieden tot 2020 kunnen realiseren en geven ze ook aan met wie ze dat willen en kunnen realiseren. De maatschappelijke partijen kunnen in de actieplannen per woongebied bijvoorbeeld aangeven dat ze uitvoerder zijn van een concreet deelproject, als participant in een samenwerkingsverband deelnemen of als trekker van een samenwerkingsproject. Het betreft dan concrete resultaten, verantwoordelijkheden, verplichtingen en de benodigde inzet. Dit wordt vervat in een samenwerkingsovereenkomst. De Wijkperspectieven en wijkprogramma’s bieden hiervoor een ingang. Daarbij ligt het accent op het ophalen van de vragen uit buurten en wijken, het afstemmen en programmeren van activiteiten en projecten en het laten participeren van bewoners. 4.5 Rol gemeente Om de gestelde doelen te bereiken en te komen tot een effectieve en efficiënte uitvoering van beleid is het van belang dat er voldoende realisatiekracht is. Op het terrein van wonen, welzijn en zorg kiezen we daarbij vanuit onze rol als regisseur, heel nadrukkelijk voor een bestuursstijl waarbij faciliteren, mobiliseren en stimuleren van krachten in de stad als uitgangspunt genomen wordt. Zonder burgers en partners in de stad zal het niet lukken om de gestelde doelen te bereiken. De gemeente wil een verdere versterking van de externe samenwerking met woningcorporaties, instellingen, verenigingen, welzijnsorganisaties, zorgaanbieders en de politie Het gaat om partners die op het terrein van wonen, welzijn en zorg een belangrijke rol vervullen, die mogelijkheden hebben om te investeren of anderzijds kunnen bijdragen aan het zorg -en welzijnsbeleid. Wij gaan er van uit dat maatschappelijke instellingen hun eigen verantwoordelijkheid hebben om hun bijdrage te leveren aan de samenleving. Wij zullen partijen op die eigen verantwoordelijkheid aanspreken en hun daarbij aanzetten tot samenwerking, afstemming en ketenvorming. Deze samenwerking is voor ons niet vrijblijvend. Wij willen verankeren dat afspraken worden nagekomen, dat partijen zich hieraan verbinden en dat resultaten worden bereikt. Met partijen waarmee wij een subsidierelatie hebben zullen wij deze afspraken en de te realiseren prestaties vastleggen in uitvoeringsovereenkomsten. Ten aanzien van partijen waarmee wij geen directe financiële relatie hebben is het sluiten van gerichte samenwerkingsovereenkomsten over te bereiken doelstellingen en te leveren prestaties voor ons een belangrijk instrument. De gemeente wil hiervoor middelen beschikbaar stellen.
12
4.6 Rol maatschappelijke partners De gemeente Hengelo kiest er voor om maatschappelijke organisaties bij de ontwikkeling van Thuis in de buurt te betrekken die daadwerkelijk willen investeren in de realisatie van woonservicegebieden. Dat betekent concreet dat ze initiatieven gaan nemen binnen de beleidskaders van Thuis in de Buurt. Tot die organisaties worden bijvoorbeeld gerekend; de welzijnsorganisaties, de woningcorporaties, de zorgaanbieders en het zorgkantoor. De bestuurders van deze organisaties hebben het convenant Thuis in de Buurt ondertekend en onderschrijven hiermee de gezamenlijke ambitie woonservicegebieden te ontwikkelen. In veel wijken en buurten zijn reeds activiteiten gaande. De uitdaging voor de organisaties is slimme verbinden in de wijken te maken. Afhankelijk van de vraag in de wijk kunnen andere organisaties geïnteresseerd raken of uitgenodigd worden om knelpunten in de wijk aan te pakken. Uitgangspunt is om voldoende relevante partners bij elkaar te brengen die een bijdrage willen leveren aan de ontwikkeling van woonservicegebieden in de vitale wijken. Marktwerking zal hierin een rol spelen. 4.7 Rol Burger Meedoen is belangrijk om heel veel verschillende redenen. Het is belangrijk voor cliëntengroepen om hun belangen en kennis en ervaring naar voren te brengen. Het woonservicegebied moet immers voorzien in een groot deel van hun behoeften (cliëntenparticipatie). Daarnaast is het van belang dat de ontwikkeling van het woonservicegebied gepaard gaat met een stuk wijkontwikkeling. Cliënten zijn ook gewone burgers, bewoners van de wijk, die samen met anderen in een leefbare wijk willen wonen. Vergroten van betrokkenheid bij beleid, het goed informeren van burgers is belangrijk (burger-bewonersparticipatie). Tot slot is het belangrijk dat iedereen zijn steentje bijdraagt aan de maatschappij. De WMO geeft de gemeente de opdracht ‘meedoen’ voor iedereen mogelijk te maken, ook voor mensen met een beperking. Als formele vorm van cliëntenparticipatie is het van belang de Wmo Cliëntenraad te betrekken bij de ontwikkeling van woonservicegebieden. De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) eist namelijk een betrokkenheid van (vertegenwoordigende organisaties van) burgers die direct betrokken zijn bij de Wmo. De Wmo beoogt burgers en hun organisaties ( ‘civil society’) een meer actieve rol te geven. De gemeente Hengelo geeft deze cliëntenparticipatie vorm met een Wmo cliëntenraad, waar iedere groep die in de gemeente actief is deelneemt. Verdere afspraken hierover zullen worden gemaakt. In de WMO Cliëntenraad zijn de organisaties Stichting Gehandicaptenraad Hengelo, het Seniorenplatform, Trimaran en Platform Mantelzorg Overijssel vertegenwoordigd. De WMO CR is adviseur van het gemeentebestuur als het gaat om de WMO-prestatievelden nummer 3 (informatie, advies en cliëntondersteuning) en nummer 6 (verlenen van individuele voorzieningen). De WMO CR kan gevraagd en ongevraagd advies uitbrengen over de wijze waarop de gemeente Hengelo inhoud geeft aan deze prestatievelden. De WMO CR behartigt in deze rol de belangen van de meeste mensen die ondersteuning uit de WMO nodig hebben. Aanvullend op deze formele vorm van cliëntenparticipatie zullen informele vormen van cliëntenparticipatie moeten worden georganiseerd. Denk hierbij aan themabijeenkomsten, cliëntenraadplegingen via bijv. cliëntenpanels. Er zijn speciaal voor de zorg geschikte kwalitatieve, interactieve en creatieve methoden ontwikkeld om oordelen, ervaringen, wensen en behoeften van cliënten in beeld te krijgen. Organisaties voor zorg- en welzijn hebben ervaring met deze methoden. Voordeel van deze informele vormen van cliëntenparticipatie is dat ook mensen in de wijk worden bereikt die niet zijn aangesloten bij een belangenorganisatie.
13
5. Uitvoering “Thuis in de Buurt” Om de beschreven ambitie te kunnen verwezenlijken zijn de doelstellingen omgevormd tot programmalijnen die een eigen uitvoeringsprogramma gaan krijgen. De komende maanden zullen deze uitvoeringsprogramma’s verder uitgewerkt worden en vorm krijgen. Rondom wonen, zorg, welzijn en Wmo zijn er diverse ontwikkelingen die van invloed zijn op de programmalijnen en daarmee de totstandkoming van woonservicegebieden. Het programma en de programmalijnen zijn derhalve dynamisch. Er is ruimte voor deze ontwikkelingen. In dit hoofdstuk geven we vast een voorzetje voor deze programmalijnen. In de concrete uitvoeringsprogramma’s zullen ook de beschikbare middelen hiervoor opgenomen worden. Structureel er is jaarlijks een bedrag beschikbaar van zo’n € 125.000,- . Dit bedrag bestaat uit de samengevoegde budgetten “te ontplooien activiteiten ouderen”, te “ontplooien activiteiten gehandicapten” en een deel van het WMO budget. Door de provincie is recent een bedrag € 1.123.000,- beschikbaar gesteld voor de ontwikkeling van woonservicegebieden. Deze bedragen zijn hard nodig om de ambitie te kunnen realiseren en de programma’s tot uitvoering te kunnen brengen.. 5.1 Plan van aanpak woonservicegebieden 2010 – 2015 5.1.1 Wijkontwikkeling Iedere wijk heeft zijn eigen karakter en daarmee een eigen aanpak die gezamenlijk met partners in de wijk wordt bepaald in de trits van wijkperspectieven, wijkprogramma’s en uitvoeringsprogramma’s. Om een vitale wijk te behouden resp. te creëren zijn in de woonvisie een aantal uitgangspunten voor het wonen in de wijk benoemd die nauw aansluiten bij de doelstellingen uit Thuis in de Buurt. Er is een bepaalde mate van diversiteit in de samenstelling van bewoners en huishoudens naar leeftijd en inkomen om voldoende draagvlak nu en in de toekomst te behouden voor de (wijk)voorzieningen. Dit resulteert in een bepaalde diversiteit van woonmilieus qua prijs en woningtype. Hiervoor geldt geen standaardrecept op wijkniveau. Bewoners kunnen (indien gewenst) zoveel mogelijk een wooncarrière maken in de eigen wijk binnen een vertrouwde omgeving. Bewoners kunnen zolang mogelijk zelfstandig blijven wonen door de realisatie van woonservicegebieden in iedere wijk. De zeggenschap van consumenten bij verbouw en nieuwbouw wordt bevorderd door zelf bouwen ook in bestaande wijken te stimuleren Het instrument van de woonruimteverdeling wordt gericht ingezet om de leefbaarheid in buurten te vergroten Voor iedere wijk stelt de gemeente samen met de partners in wijken wijkanalyses en wijkperspectieven op waarin de toekomstopgaven worden beschreven. In iedere wijk is de opgave verschillend qua aard en omvang. Na analyse onderscheiden in Hengelo we momenteel drie soorten wijken: 1. Vitale wijken (Slangenbeek, Groot Driene, Hasseler Es, Woolde en het Buitengebied) 2. Vinger aan de pols wijken (Noord, Hengelose Es, Binnenstad en Wilderinkshoek) 3. Vernieuwingswijken (Berflo Es incl. Hart van Zuid).
5.1.2 Ontwikkeling woonservicegebieden De basis voor het wonen in een woonservicegebied is de aanwezigheid van voldoende eenheden geschikt, verzorgd en beschermd wonen. Bureau Companen heeft in opdracht van de gemeente een gedegen analyse naar vraag en aanbod voor alle doelgroepen in Hengelo uitgevoerd. Wonen met Zorg is hierin een specifiek opgenomen. Het onderzoek is in juni jl. afgerond en geeft inzicht in de opgave wonen met Zorg tot 2020. Een verdere uitwerking hiervan vind u in de programmalijn wonen met Zorg. Naast de aanwezigheid van voldoende woningen is het aanbod van welzijn en zorg uiteraard van belang. De gemeente Hengelo heeft in 2008 een digitale voorzieningenkaart ontwikkeld die visueel op stadsniveau en op wijk/buurtniveau weergeeft waar zich welke voorzieningen op het gebied van wonen, zorg, welzijn en onderwijs in Hengelo bevinden. Zo hebben we een prachtig overzicht van de stad en is goed te zien waar zich de zogenaamd ‘witte vlekken’ bevinden. Bij het vullen van deze kaart zijn gegevens gebruikt uit de lokale en regionale sociale kaart.
14
Op moment van schrijven wordt er een actualisering van deze gegevens uitgevoerd. De digitale voorzieningenkaart is tot op heden alleen een gemeentelijk intern beleidsinstrument geweest. Na actualisatie kan binnenkort via Geo Portal iedereen beschikken over de gegevens. Bovendien zijn er plannen en ideeën om de kaart verder uit te breiden met sport en detailhandel. 5.1.3 Prioritering en inzet provinciale subsidie Kijkend naar de digitale voorzieningenkaart en het rapport van bureau Companen constateren we dat er in Hengelo in diverse wijken al sprake is van een woonservicegebied. Zo zijn er in het buitengebied (m.n. Beckum), Het Woolde en in de Wilderinkshoek al de nodige voorzieningen om te spreken van een woonservicegebied. Andere wijken in Hengelo kennen een lager voorzieningenniveau maar is ook de behoefte minder op basis van bijvoorbeeld de demografie. De grootste opgave voor de ontwikkeling van woonservicegebieden zit in de wijken Groot Driene, de binnenstad en Berflo Es. In deze wijken is er naast de vraag om voldoende eenheden geschikt, verzorgd en beschermd wonen ook een vraag om verdere ontwikkeling van gezondheidszorg in de realisatie van een gezondheidscentrum of een zorgsteunpunt. Groot Driene is weliswaar een vitale wijk maar zal zonder acties een ‘vinger aan de pols wijk’ worden. In groot Driene neemt de vergrijzing toe en is er behoefte aan een toevoeging van geschikt, verzorgd en beschermd wonen voor ouderen in de wijk. Veel ouderen wonen in niet geschikte eengezinswoningen. Welbions gaat een onderzoek starten naar de woonwensen van de ouderen om de doorstroming naar geschikte woningen te bevorderen. In de wijk wonen veel suryoye ouderen waar in toenemende mate behoefte bestaat aan specifieke woonzorgvoorzieningen met een Syrisch Orthodoxe achtergrond. Deze ouderen doen veelal een groot beroep op mantelzorgers. De gemeente is in gesprek met een zorgaanbieder over de mogelijkheden om te komen tot realisatie van deze woonvoorziening. Ook de zorgaanbieders in deze wijk willen clustering van zorg door ontwikkeling van een gezondheidscentrum. De Binnenstad is gedefinieerd als ‘vinger aan de pols wijk’. Hier wonen veel ouderen en is het aanbod van zorg beperkt en verspreid. De in de binnenstad aanwezige zorgaanbieders (huisartsen, apotheek, fysiotherapeuten, etc) zijn op zoek naar een locatie en willen clustering van zorg in een gezondheidscentrum om zo aan de vraag en de ontwikkelingen in de gezondheidszorg te kunnen blijven voldoen. Hier ligt een unieke kans om dit te combineren. Berflo Es is een vernieuwingswijk waar een flinke herstructurering plaatsvindt. In het programma voor Berflo Es is realisatie van diverse vormen wonen met zorg zijn opgenomen. Met dit programma wil men van de Berflo Es een vitale wijk maken. We willen in de periode 2010-2015 actief inzetten op deze 3 wijken. Met de realisatie van bovenstaande projecten zal in 2015 50% van de Hengelose burgers in een woonservicegebied wonen of gebruik kunnen maken van de diensten in dit woonservicegebied. Er is voor gekozen de provinciale middelen voor de realisatie van beschermd en verzorgd wonen in te zetten. Hiermee leggen we de basis van een woonservicegebied. In Groot Driene zijn aantal initiatieven opgestart. De gemeente is met diverse partijen hierover in gesprek. Er zal op termijn gekeken worden naar (andere) subsidiemogelijkheden. Financieel blijken er in de Binnenstad en Berflo Es knelpunten te liggen om tot realisatie te komen. De provinciale subsidie zal hierop ingezet worden. Een uitwerking hiervan vindt u in de programmalijn Wonen met Zorg.
5.2 Programmalijn 1
Informatie en advies
Doelstelling In 2015 zijn alle wijken voorzien van de functie informatie en advies (hoeft niet alleen fysiek). Deze zijn laagdrempelige toegankelijk en leveren informatie, advies en ondersteuning zowel gericht op professionele hulp en steun als gericht op vrijwilligersorganisaties. Dit betekent dat er een plek / persoon is waar een goede vraagverheldering plaats kan vinden, praktische zaken direct geregeld kunnen worden en er korte lijnen zijn met de professionele zorg en welzijnsaanbieders. De gemeente wil een gemeentebrede visie ontwikkelen met betrekking tot het inrichten en organiseren van de verschillende informatie en adviesfuncties op het terrein van welzijn en zorg (zoals wijkservicepunten, zorgloket, CJG, Budget Alert, bibliotheek, e.a.). Vraagstukken
15
zijn bijvoorbeeld samenwerking of samenvoegen, centraal of decentraal, behandelprocessen, registratie. Wat moet en kan centraal(stedelijk) geregeld worden en wat moet en kan op wijk en/of buurtniveau ingevuld worden. Welke partners zijn betrokken, wat is of kan het aanbod zijn en wat is een werkwijze. Wat zijn de componenten of scenario’s voor de discussie daarover. De informatie en adviesfunctie krijgt door o.a. het project de Kanteling een steeds belangrijkere rol binnen de WMO. Hoe bereik je burgers en hoe willen we informatie uitwisselen. Een groot aantal vragen en ontwikkeling die een gedegen visie op de informatie en adviesfunctie noodzakelijk maakt. 5.3 Programmalijn 2:
Welzijn
Doelstelling In 2020 is er in elke wijk een pakket aan welzijnsactiviteiten en diverse diensten binnen een sociaal evenwichtig programma aanwezig, dat gericht is op ‘ontmoeten en verbinden’. Dit welzijnspakket beslaat een breed scala aan diensten zoals maaltijdgebruik, cursussen, voorlichting, dagbesteding en (ouderen)advies. .Hiermee wordt ingespeeld in op de effecten van de AWBZ pakketmaatregelen. Uitgangspunten voor dit welzijnspakket komen voort uit de programma’s De Kanteling, Eigen Kracht en Vernieuwend Welzijn die Welzijn in een ander daglicht zetten. In 2008 en 2009 zijn er maatregelen genomen in de AWBZ regelgeving, die effect hebben op de vraag naar de individuele WMO-voorzieningen en op de vraag naar welzijnsvoorzieningen. Het gaat om de volgende maatregelen: - Het schrappen van de grondslag psychosociale beperking - De pakket maatregel Ondanks dat er in dit geval geen sprake is geweest van overheveling van voorzieningen en/of functies is het wel nodig gebleken om beleid te formuleren met betrekking tot hoe de effecten van deze veranderingen kunnen worden opgevangen. De volgende uitgangspunten zijn door de gemeenteraad vastgesteld. ≠ Burger voorziet eerst zelf in begeleiding vraag en kan daarbij een beroep doen op collectieve voorzieningen. ≠ Wanneer bestaande voorzieningen niet toereikend zijn, zal in individuele gevallen en op individueel niveau naar oplossingen worden gezocht. ≠ De gemeente investeert in vraagverheldering en cliëntondersteuning teneinde de burger te helpen bij het vinden van oplossingen in eigen kring. ≠ Gemeente investeert in overleg met lokale aanbieders van zorg en welzijn om het aanbod passender te maken voor de nieuwe, uitgebreidere doelgroep. ≠ De middelen ter compensatie van het vervallen van de grondslag psychosociaal zijn en worden ingezet voor kortdurende ondersteuning, versterking cliëntondersteuning en procesmanagement en versterken basis/collectieve voorzieningen. Tijdens de WMO conferentie “Thuis in de Buurt” in 2010 bleek dat zowel burgers als organisaties het moeilijk vinden om in te spelen op de veranderingen. Er wordt van organisaties en burgers verwacht dat ze anders gaan denken en doen. Niet aanbodgericht maar vraagericht. Het “claimdenken” moet omgebogen worden naar oplossingsgericht denken. Uitgangspunt is: Wat kan je zelf? En dit kan je zelf! De Kanteling gaat ook over het anders vormgeven van het compensatiebeginsel in de Wmo. Welke ondersteuning heeft de burger echt nodig om te kunnen participeren? De wet schrijft niet voor hoe gemeenten compensatie vorm moeten geven. Wel is duidelijk dat een omslag in denken en doen nodig is. Er is niet langer sprake van een ‘zorgplicht’ voor de gemeente en ‘claims’ van burgers
16
AWBZ
individueel
collectief
algemeen
Eigen Kracht
Bovenstaande driehoek illustreert de keten van eigen kracht naar zorg. Burgers en organisaties moeten zich meer richten op de eigen kracht van mensen en hun omgeving om zo de “claim ”op zorg te doen afnemen. De verwachting is dat de bezuinigingen op de AWBZ toe zullen nemen. Hierin ligt een grote uitdaging voor organisaties en burgers. Hoe krijgen we het aantal “zorgvragen “omlaag. Hoe kunnen we meer zorg en welzijn leveren voor minder geld. In 2011 zal dit vraagstuk verder uitgewerkt worden samen met de diverse partners in de stad. Welzijn Nieuwe Stijl De rol en positie van welzijnswerk is aan verandering onderhevig. Soms kunnen verwachtingen niet waargemaakt worden, soms is de behoefte van bewoners anders dan de productsturing door de gemeenten. En soms is de kwaliteit of zichtbaarheid van het werk onvoldoende. Zowel gemeenten als welzijnsorganisaties zijn doordrongen van de noodzaak tot verbetering en vernieuwing. De positie van de welzijnssector moet worden versterkt. Het welzijnswerk moet een prominentere en meer deskundige rol krijgen. De welzijnsinstellingen moeten meer dan voorheen gezien worden als de deskundigen op dit gebied en daar ook zichtbaar in handelen. De samenwerking tussen de welzijnsinstellingen en gemeenten zal meer gebaseerd moeten worden op wederzijdse erkenning van ieders eigen taak. Ook gezien de verdere bezuinigingen in de AWBZ wordt het welzijnswerk steeds belangrijker. Er zullen steeds meer mensen gebruiken maken van welzijnsvoorzieningen in plaats van zorgvoorzieningen.
5.4 Programmalijn 3
Wonen met Zorg
Doelstelling In 2020 is er een grote diversiteit aan woonvormen, waardoor bewoners zoveel mogelijk een vrije keuze in woning en woonmilieu kunnen maken, rekening houdend met variatie in inkomen. (Even belangrijk is het huisvesten van kwetsbare mensen, die afhankelijk zijn van verschillende vormen van zorg- en dienstverlening. Het gaat hier om de realisatie van voldoende (bepaald door de eerdergenoemde opgave) eenheden geschikt, verzorgd en beschermd wonen) Een belangrijk instrument voor het realiseren van deze doelstelling is het gemeentelijk woningbouwprogramma. Sinds maart 2009 heeft de gemeente besloten om voor de realisatie van het woningbouwprogramma geprioriteerde woningbouwlocaties te benoemen. Hiervoor is een gemeentelijk woningbouwregisseur benoemd die projecten aanjaagt en de voortgang
17
bewaakt. Dit heeft op kwantitatief gebied geleid tot een betere afstemming tussen het planaanbod en de toekomstige vraag. Er is behoefte aan een analyse van de kwantitatieve en kwalitatieve woningbehoefte en de behoefte aan woonvormen met zorg in Hengelo in de periode 2010-2015 en een doorkijk naar 2020 en een vertaling hiervan in een gemeentelijk woningbouwprogramma. Er zijn de laatste jaren een aantal rapporten uitgebracht door de gemeente (Fortuna) en het zorgkantoor Menzis (Horizon). De rapporten geven achter alleen een beeld van de opgave voor wonen met Zorg voor ouderen. Er is geen duidelijk beeld van de behoefte aan wonen met Zorg voor andere kwetsbaren groepen als de Geestelijke Gezondheidszorg(GGZ), Gehandicaptenzorg(GZ) en de Maatschappelijke opvang (MO). Bureau Companen heeft in opdracht van de gemeente een gedegen analyse naar vraag en aanbod voor alle doelgroepen in Hengelo. Het onderzoek is in juni jl. afgerond. De analyse dient ook als input voor de nieuw op te stellen woonvisie van Hengelo. Wonen met Zorg en het concept Thuis in de buurt krijgen ook hierin een prominente rol. De uitdaging voor de komende jaren is om in samenwerking met marktpartijen woningtypes respectievelijk woonmilieus te realiseren waar de komende jaren behoefte aan is en die passen bij de gewenste ruimtelijke en sociale structuur van de stad. Voor de uitoefening van de gemeentelijke regierol in de woningbouw wordt door de gemeente daarom de analyse van Companen van de woningbehoefte vertaald in een woningbouwprogramma. Op basis van dit stedelijke woningbouwprogramma worden afspraken maken met marktpartijen over de invulling van het woningbouwprogramma op projectniveau. Wonen met Zorg neemt een prominente plaats in binnen het woningbouwprogramma. Er zijn afspraken met zorgaanbieders om tot realisatie van de (grote) opgave te komen.
18
5.5 Programmalijn 4
Zorg
Doelstelling 6. In 2020 is in elke wijk de zorg gewaarborgd; Naast de concentratie van gezamenlijk zorgen ondersteuningsvragen in een geïntegreerde eerstelijnsvoorziening of zorgsteunpunt is ingespeeld op de veranderingen in de gezondheidszorg die zich richten op op afstemming tussen preventie en de curatieve zorg. Er wordt een veranderingsslag gemaakt van ziekte en zorg (zz) naar gezondheid en gedrag (gg). De uitgaven in de zorg nemen sterk toe. Als gevolg van de vergrijzing en de toename van het aantal chronisch zieken komen de zorguitgaven in de toekomst ten laste van een krimpende beroepsbevolking. Door de toename van de welvaart kan een deel van de kosten worden opgevangen, maar niet voldoende. Naar verwachting verdwijnt bepaalde zorg uit het pakket, worden eigen bijdragen verhoogd en stijgen zorgpremies. De ontwikkelingen in de zorg vragen om een goed voorzieningenniveau op maat (wijk, buurt) en een programma van activiteiten en diensten voor ouderen, chronisch zieken en mensen met een beperking. Hengelo gaat meer inzetten op (collectieve) preventie en op afstemming tussen preventie en de curatieve zorg. Dat geldt voor alle leeftijdsgroepen. De gezondheidszorg staat een grote veranderingsslag te wachten: van ziekte en zorg (zz) naar gezondheid en gedrag (gg). De belangrijkste verandering is een culturele: het verleggen van de focus naar gezondheid en gedrag. En deze verandering geldt voor de zorgaanbieder, maar zeker ook voor de zorgvrager. Veel verandert daardoor: de beloning, de vergoeding, de rechten en de plichten. Aanbieder en vrager zullen het samen moeten doen, als coproducenten van gezondheid. De vraag naar zorg groeit veel harder dan het arbeidsaanbod in die sector in Nederland. Een belangrijke drijvende kracht achter de groeiende en complexere zorgvraag is de demografische opbouw van de bevolking. Tot 2025 neemt het aantal 65-plussers met 1,2 miljoen toe en het aantal 80-plussers met 270.000. In Hengelo blijft het aantal jongeren anno 2030 op 24%. Het percentage 20-64jarigen daalt van 60 naar 55% in 2030. Het percentage ouderen > 65 stijgt van 15 naar 21%. Het arbeidsaanbod in Nederland als geheel neemt beperkt toe. Het is niet zeker welk deel daarvan ten goede komt aan de gezondheidszorg. Het is zelfs mogelijk dat het arbeidsaanbod in de gezondheidszorg daalt, waardoor de zorgkloof toeneemt. Het beroep op mantelzorgers neemt toe, terwijl er een tendens lijkt te zijn naar minder mantelzorgers, onder meer vanwege de individualisering en het langer werken. De gemeente Hengelo is voorstander van goed gespreide eerste lijnsgezondheidscentra. Zij is van mening dat de combinatie van voorzieningen in de wijk meerwaarde heeft voor patiënten. Vooral als deze hulpverleners het dak delen en korte lijnen hebben komt dat de kwaliteit van de zorg voor de patiënt ten goede. Hengelo zet zich momenteel actief in op de realisatie van een gezondheidscentrum in het zuidelijk stadsdeel en in Groot Driene. Hier lopen 2 initiatieven die in 2011 verder uitgewerkt worden. De huidige visie op eerste lijnszorg in Hengelo dateert uit 2005. In samenwerking met partners wordt gewerkt aan herijking van deze visie. Dit zal in 2011 vorm krijgen.
5.6 Programmalijn 5
Integrale toegankelijkheid
Doelstelling In 2020 zijn alle woonservicegebieden in Hengelo Toegankelijk. Toegankelijkheid betekent dat de buiten ruimten, (semi)openbare gebouwen, wooncomplexen en woningen zonder hindernissen bereikbaar, toegankelijk en bruikbaar zijn. Iedereen kan zich ongehinderd voortbewegen en zijn weg vinden in Hengelo, dus alsof het de normaalste zaak van de wereld is en zonder dat er opvallende ‘aanpassingen’ zijn aangebracht. Door integraal te ontwerpen en te bouwen wordt op termijn voorkomen dat er (dure) woningaanpassingen gerealiseerd moeten worden of dat er openbare ruimte opnieuw ingericht moeten worden. Door het werken met een toegankelijkheidscommissie wordt er tussen verschillende sectoren aan kennisdeling gedaan. Het werken met een toegankelijkheidscommissie formaliseert werkwijzen. Deze commissie brengt expertise uit woningbouw, woningaanpassing en zorg samen en zorgt voor een goede inbedding van toetsing in het proces van ontwerp tot realisatie, zonder dat vertraging van het bouwproces optreedt. Berflo Es fungeert hierin als pilot voor heel Hengelo.
19
Resultaten Beoogd eindresultaat is dat het toetsen op integrale toegankelijkheid een vanzelfsprekende stap in het werkproces binnen gemeente en corporatie wordt. Zodat toekomstbestendig en toegankelijk bouwen het imago van duur en lastig verliest, maar in Hengelo de normaalste zaak van de wereld wordt. Daarbij zal kennis worden gedeeld en een goed werkende en enthousiaste toegankelijkheidscommissie een feit zijn. Een plan van aanpak vindt u in de uitwerking van deze programmalijn.
20
Programmalijn Wonen met Zorg in Hengelo
Aanleiding Hengelo wil de komende jaren een effectief woonbeleid voeren en de plancapaciteit daarop afstemmen. Ter onderbouwing daarvan is een actueel zicht gemaakt op de verwachte woningmarktontwikkelingen, zeker nu de economische crisis belangrijke delen van de woningmarkt in haar greep lijkt te hebben. Bureau Companen heeft op basis van bestaande gegevens een woningmarktanalyse voor de perioden 2010-2015 en 2015-2020 uitgevoerd. Hiermee wordt een basis gelegd voor de voorgenomen bijstelling van de woonvisie. In het onderzoek is tevens aandacht besteed aan de diverse vormen van wonen met zorg. De gemeente is voornemens die beter dan voorheen in de (woningbouw)programmering op te nemen. Hengelo ontwikkelt beleid op het gebied van wonen, zorg en welzijn. Het programma Thuis in de Buurt beschrijft de ontwikkeling van woonservicegebieden. Wonen met Zorg maakt daar onderdeel vanuit en krijgt vorm in een programmalijn. De provincie Overijssel heeft € 1.123.000,beschikbaar gesteld voor de uitvoering van de Thuis in de Buurt. Deze subsidie wordt de komende jaren weggezet in fysieke bouwplannen voor de realisatie van woonservicegebieden Een harde eis voor het ontvangen van deze subsidie is het aanleveren van een visie (met de definitie van een woonservicegebied) en een uitvoeringsplan. De visie is er (zie convenant Thuis in de Buurt 2008). Intern wordt gewerkt aan het programma Thuis in de Buurt. Aan de zorgaanbieders is gevraagd te komen met een uitvoeringsplan voor de programmalijn Wone met Zorg. Hoe gaan zij voldoen aan de opgave? Op welke projecten wordt de 1,1 miljoen ingezet? Wat zijn de ideeën van de zorgorganisaties hierbij? Opgave Ouderen Vergrijzing heeft tot gevolg dat er meer ouderen komen die één of andere vorm van wonen met zorg nodig hebben. In eerste instantie is er uiteraard de thuiszorg, maar steeds meer is er intensievere aandacht nodig. Hiertoe onderscheiden we naast de behoefte aan gewone nultredenwoningen het “verzorgd wonen” en het “beschermd wonen”. Dit vraagt om een capaciteitsuitbreiding in de komende periode. Niet alleen neemt de behoefte toe, aan de andere kant komt er door de wijziging van de visie op wonen met zorg ook minder grootschalig aanbod. Waar mogelijk heeft de opvang van de behoefte in kleinschalige units de voorkeur. GGZ, Gehandicaptenzorg, Maatschappelijke Opvang Ook voor de adequate huisvesting van mensen met een verstandelijke, psychische, psycho-sociale of ernstige lichamelijke beperking is een zekere uitbreiding van huisvestingsmogelijkheden nodig. Dat gaat om zeer verschillende ruimtelijke woon-zorgarrangementen. Alle woon-zorgvormen bij elkaar Als alle bestaande plannen voor de diverse woon-zorgvormen worden gerealiseerd, is er nog een tekort aan plannen voor ca. 800 woningen/plaatsen teneinde de geraamde behoefte tot het jaar 2020 te dekken. De belangrijkste tekorten betreffen plannen voor beschermd wonen. Aanpasbaarheid bestaande woningen Lang niet voor alle ouderen behoeft nieuwe huisvesting te worden gerealiseerd. Heel velen willen ook niet uit hun vertrouwde woning en buurt verhuizen. Vaak zijn beperkte aanpassingen aan de woning voldoende om het weer enkele jaren vol te kunnen houden. Welbions gaat de mogelijkheden tot dat zogenoemde “opplussen” stelselmatig na. In de particuliere woningvoorraad hangt dat uiteraard af van de eigenaar-bewoner. Een voorzichtige raming leert dat een flink deel van die particuliere voorraad aanpassingspotenties heeft. Het is van belang om dit in het gemeentelijk beleid in te calculeren. Definities Wonen met Zorg Er is de afgelopen maanden veel gesproken over de verschillende definities die gehanteerd worden rondom wonen met zorg. Ze kennen we de begrippen intramuraal en extramuraal en daarnaast de begrippen beschermd en verzorgd wonen. De begrippen en opgeleverde cijfers naast elkaar leggend komen we tot de conclusie dat de cijfers en door de zorgorganisaties gehanteerde begrippen niet overeenkomen met de cijfers en begrippen in het Companen opgenomen rapport. In een overleg tussen Welbions, Trivium en Twinta is geprobeerd hierin afstemming te zoeken. Dit heeft de volgende definities opgeleverd waarbij de zorgvraag bepalend is voor het concept van huisvesting.
21
Kenmerken Zorg
Woonconcept
Planbare zorg
Geschikt wonen
Planbare en/of Oproepbare zorg En diensten
Verzorgd wonen
Onplanbare zorg En 24-uurs toezicht
Beschermd wonen
Geschikt wonen: Ouderen wonen zelfstandig in een woning die geschikt is voor het leveren van zorg. Dit betreft veelal en zogenaamde nultredenwoningen. (over deze definitie dient op korte termijn nog nadere overeenstemming te komen) Verzorgd wonen: Ouderen wonen zelfstandig in een voor zorg geschikte woning met de mogelijkheden tot een integraal aanbod van zorg en diensten, dan wel vanuit een infrastructuur in het complex zelf dan wel vanuit een nabij gelegen zorgsteunpunt (binnen een straal van 200 meter). Het gaat hierbij ook om een deel van de huidige intramurale verzorgingshuispopulatie die bij beschikbaarheid van een infrastructuur zelfstandig zou kunnen wonen. Beschermd wonen: Ouderen wonen niet zelfstandig (intramuraal), in een specifieke daartoe uitgeruste woonvorm met 24 uurs zorg en toezicht. Het betreft hier ouderen met een somatische zorgvraag (SZ) en vooral ouderen met psychogeriatrische problematiek (PG). Het gaat hierbij grotendeels om de huidige intramurale capaciteit, zowel verpleeg- als verzorgingshuiscapaciteit (respectievelijk zwaar en licht in terminologie van het voormalige College bouw zorgvoorzieningen)
Behoefte beschermd en verzorgd wonen:
Verzorgd wonen: Stedelijke behoefte aan verzorgd wonen 2010-2025 en huidige capaciteit
Jaar 2010 2015 2020 2025
Behoefteprognose 818 862 917 988
Capaciteit 2010 1172 -
in
Bronnen: TNO en gemeente Hengelo
22
De behoefte aan verzorgd wonen is als volgt over de wijken van Hengelo verdeeld: Gemeente Hengelo. Behoefte aan verzorgd wonen per wijk in 2020
Wijk
Behoefte 2020 45 108 90 102 158 110 81 143 65 15 917
Binnenstad Hengelose Es Noord Hasseler Es Groot Driene Berflo Es Wilderinkshoek Woolde Slangenbeek Buitengebied Hengelo totaal
per
Bron: ABF, bewerking Companen
Na het bepalen van de begrippen beschermd en verzorgd wonen zijn de huidige capaciteit en plannen tot 2014 in gebracht aan de hand van deze begrippen. Dit is visueel gemaakt in de bijgevoegde kaartjes. Bij het opvragen van de aantallen woningen bij Twinta en Welbions conform de nieuwe gehanteerde begrippen komen we tot een hele andere capaciteit en kunnen we zelfs spreken van een overschot. Berekening van de aangedragen cijfers leidt tot een capaciteit in 2014 van 1172 woningen. We gaan nog nader deze getallen bekijken. Wellicht zit er een overlap met geschikt wonen.
Beschermd wonen Gemeente Hengelo. Behoefte aan beschermd wonen 2010-2025 (stedelijk)
Jaar
Ouderen met veel beperkingen
Dementie
Totaal
Capaciteit 2010
2010 2015 2020 2025
448 483 516 556
355 389 416 450
803 872 932 1.006
693
Bron: TNO en gemeente Hengelo
De huidige capaciteit beschermd wonen bedraagt 693 plaatsen (zie bijlage). Wanneer alle bestaande plannen worden gerealiseerd is er toevoeging van 160 plaatsen en een totale capaciteit van 853 plaatsen. Er is dus nog ruimte voor toevoeging van 50 plaatsen in het komende decennium.
Conclusie: Naast de huidge capaciteit en harde plannen ligt er een opgave(een tekort) tot 2020 in de realisatie van een nader te bepalen aantal woningen verzorgd wonen en 50 plaatsen/woningen beschermd wonen. Op korte termijn wil de gemeente in de prioritering van plannen vooral kijken naar de slaagkans. Hierbij is de vraag gesteld aan zorgpartijen onder welke voorwaarden de bestaande plannen wel/niet gerealiseerd kunnen worden (financieel, planning en programma, samenwerking met partijen, planologisch, etc. ). Tevens is gekeken naar witte vlekken in de stad op basis van de behoefte op langere termijn die nu onvoldoende is voorzien in (realistische) plannen. Kijkend naar de stad kunnen we concluderen dat de “witte vlekken” beschermd wonen zich bevinden in de binnenstad en Groot Driene. Hierbij gaan we er vanuit dat de bestaande plannen gerealiseerd gaan worden.
23
Wat betreft het verzorgd wonen kunnen we vaststellen dat door het anders invullen van de definities van beschermd, verzorgd en geschikt wonen we een ander beeld zien dan voorheen. Er is aan de aanbodzijde van het verzorgd wonen ongetwijfeld een overlap met geschikt wonen. We hebben het wonen en zorg losgekoppeld. Niet alleen woon-zorgcomplexen vallen onder de categorie verzorgd wonen maar ook levensloopgeschikte woningen binnen een straal van 200 meter van ene zorgsteunpunt vallen nu binnen de definitie. De opgave verzorgd wonen zal zich naast het realiseren van levensloopgeschikte woningen moeten richten op het realiseren van zorgsteunpunten. Het realiseren van beschermd wonen kan hierin bijdragen. Inzet subsidie provincie De gemeente kiest er voor de subsidie van de provincie in te zetten op de realisatie van beschermd en verzorgd wonen als basis voor het woonservicegebied. Samen met de zorgaanbieders en Welbions is gekeken naar de haalbaarheid van de huidige ‘harde ‘plannen in Hengelo. Hierbij is gebleken dat met name de projecten in Berflo Es onder financiële druk staan. Met name de realisatie van het woonservicegebied in Veldwijk Noord wonen komt in gevaar door financiële tekorten. Ook voor de toegankelijkheid van de openbare gebouwen (winkelcentrum, etc.) en de woonomgeving van het beschermd en verzorgd wonen zijn extra middelen nodig. De gemeente wil in de binnenstad inzetten op de realisatie van beschermd en verzorgd wonen en de realisatie van een gezondheidscentrum. Er lopen op dit moment gesprekken met de diverse partners om de plannen verder uit te werken.
Berflo Es / Veldwijk Noord Plan
Reservering gemeente (provinciale middelen) € 250.000,-
Oplevering
Reservering gemeente (provinciale middelen) € 450.000,-
Oplevering
€ 173.000,-
2014
2014 Realisatie 50 eenheden beschermd en verzorgd wonen voor ouderen € 250.000,2014 Realisatie toegankelijkheid Veldwijk Noord* * betreft toegankelijkheid in Veldwijk Noord; openbare ruimte, winkelcentrum en MFA worden toegankelijk voor alle burgers, met of zonder beperking. Binnenstad Hengelo Plan Realisatie 50 eenheden beschermd en verzorgd wonen voor ouderen Realisatie gezondheidscentrum*
2014
* vooralsnog wordt het bedrag gereserveerd voor de gehele realisatie van het gezondheidscentrum. Bij verdere uitwerking van de plannen zal het bedrag nader gespecificeerd worden.
24
Programmalijn toegankelijkheid Iedereen kan zich ongehinderd voortbewegen en zijn weg vinden in Hengelo, dus alsof het de normaalste zaak van de wereld is en zonder dat er opvallende ‘aanpassingen’ zijn aangebracht. Door integraal te ontwerpen en te bouwen wordt op termijn voorkomen dat er (dure) woningaanpassingen gerealiseerd moeten worden of dat er openbare ruimte opnieuw ingericht moeten worden. Er is een plan van aanpak gemaakt om tot realisatie hiervan te komen. Belangrijk is ook het vastellen van definties van toegankelijkheid om programma’s van eisen te kunnen maken. Wanneer praten we bijvoorbeeld over een nulttredenwoning of wanneer is een woning rolstoelgeschikt? Hierover zijn de meningen verdeeld en dient afstemming te komen. Hier zal de komende maanden op ingezet worden. Plan van aanpak 1. Aanleiding De volgende knelpunten zijn aanleiding voor het project: 1. Grote opgave als gevolg van demografische ontwikkelingen Grote opgave wonen met zorg, als gevolg van toenemende vergrijzing. Vooral de opgave voor verzorgd wonen (op basis van scheiden wonen/zorg) en geschikt wonen zijn onderwerp van dit project; 2. Nu noodzaak aanpak woningvoorraad De grote opgave kan voor een klein deel in het bestaande woningbezit worden gerealiseerd. Moet dus grotendeels in de bestaande woningvoorraad plaats vinden (in het huursegment, maar ook in het particulier bezit); 3. Groeiende druk op Wmo budget + meer eigen verantwoordelijjheid burgers Toenemende druk op WMO budget als gevolg van toenemend aantal aanvragen voor woningaanpassing bij particulieren (als gevolg van toename van beperkingen door stijgende leeftijd). Daarbij wordt als gevolg van de Kanteling ingezet op de eigen verantwoordelijkheid van burgers voor het oplossen van problemen. 2. Vraagstelling De volgende vragen zijn leiden in het project: 1. Ontwerp plan implementatie integraal toegankelijkheidsbeleid ‘Hoe komen gemeente en haar partners tot een zo volledig mogelijke implementatie van integrale toegankelijkheid in planontwikkeling, realisatie en beheer’? 2. Feitelijk implementatie – verandering - op gang brengen ‘Ondersteun het veranderingsproces, zodat de gemeente Hengelo en haar partners hun werkwijze daadwerkelijk veranderen, om tot een structurele (en niet eenmalige) verandering in aanpak en benaderings-wijze van integraal toegankelijk bouwen in Hengelo te komen. Het betreft werkzaamheden die zijn gericht op het implementeren van integraal toegankelijkheidsbeleid, zoals dat is vastgesteld in de notitie ‘Verleiden, verplichten, voorthelpen’, het Convenant Thuis in de Buurt, de woonvisie en in het PvE van het woonserviceprogramma in de Berflo Es. 3. Doelstellingen Het project heeft als doel er voor te zorgen dat in Hengelo de komende jaren (hoelang) steeds meer mensen levensloop bestendig (hoeveel %) kunnen wonen. Deze doelstelling valt uiteen in een vijftal subdoelstellingen: 1. Beter inspelen op wensen en behoeften van ouderen en mensen met een handicap Doel is meer woningen integraal toegankelijk te bouwen, om zo de levensloopbestendigheid van de Hengelose wijken te vergroten. En daardoor beter in te kunnen spelen op de woonwensen van een steeds groter wordende groep ouderen en de specifieke wensen van mensen met een handicap die in toenemende mate gewoon (met zorg en begeleiding) in de wijken wonen. 2. Vergroten van de bewustwording rond integrale toegankelijkheid Doel is betrokkenen bij bouwprocessen en projecten (binnen en buiten de gemeente) bewust te maken van de noodzaak om integraal toegankelijk te bouwen. Het hanteren van gezamenlijk begrippenkader is daarbij onder andere van belang.
25
3. Beter stroomlijnen van werkprocessen tbv integrale toegankelijkheid Doel is er voor te zorgen dat op verschillende momenten in het bouw/ontwikkelproces een deskundig advies over integrale toegankelijkheid wordt afgegeven, dat zo goed mogelijk wordt opgevolgd, zonder bureaucratie of vertraging in de hand te werken. 4. Beter gebruik maken van de kennis en deskundigheid bij de belangenorganisaties Doel is er voor te zorg dat de vertegenwoordigers van de Hengelose belangenorganisaties in staat zijn hun kennis in te zetten voor het integraal toegankelijk bouwen in Hengelo. Zij zullen zitting nemen in een op te richten kleine en grote toegankelijkheidscommissie. 5. Efficiënter omgaan met Wmo budget Doel is de eisen van integrale toegankelijkheid zo goed mogelijk bij ontwerp en bouw te realiseren, om het aanbrengen van dure (individuele) aanpassingen achteraf te voorkomen. Dit werkt kostenverhogend en voert de druk op het Wmo budget onnodig op.
4. Aanpak Er wordt een projectmatige aanpak voorgesteld, waarbij de rol van projectleider wordt vervuld door Maria Walters. Onderdeel van deze aanpak zijn: 1. Geaccordeerd actieplan De projectleider werkt samen met het projectteam de vraagstelling en doelstelling verder uit in een concreet actieplan (inclusief tijdpad), dat aan een stuurgroep ter goedkeuring wordt voorgelegd. Voorstel is deze stuurgroep te laten bestaan uit bestuurders van de gemeente Hengelo en Welbions. 2. Projectteam Om de opdracht tot een goed einde te brengen, stelt de projectleider een projectteam samen. Deze bestaat naast de projectleider, uit maximaal vier medewerkers van de gemeente Hengelo en Welbions. Het projectteam als geheel is verantwoordelijk voor de uitvoering van het actieplan. De projectleider zit het projectteam voor. 3. Werkgroep(en) evt. Onderdelen van de opdracht kunnen worden voorbereid en uitgewerkt door één of meer (ad hoc) in te stellen werkgroepen. Het projectteam stelt samen met de projectleider de opdracht en de samenstelling van de werkgroepen vast. Een projectteamlid kan optreden als voorzitter van een werkgroep. 4. Bewaking voortgang Om te zorgen dat de beoogde resultaten worden gehaald, bewaakt de projectleider de voortgang van het project aan de hand van actieplan. De projectleider bespreekt de voortgang vierwekelijks met het projectteam, zodat knelpunten snel kunnen worden gesignaleerd en gezamenlijk opgelost. Projectleider levert hiervoor vierwekelijks een gedetailleerde urenregistratie aan. Eens per kwartaal rapporteert het projectteam aan aan de stuurgroep. 5. Communicatie, informatievoorziening & samenwerking Verder zorgt de projectleider voor onderlinge communicatie en informatie-uitwisseling binnen het project, organiseert committment en bevordert de samenwerking. Tot slot organiseert de projectleider het projectoverleg met projectteam en stuurgroep en onderhoudt een projectdossier. 6. Extern advies door stichting ITM Indien nodig doet de projectleider een beroep op externe expertise en advies van mw. S. ter Schegget van de stichting ITM te Hengelo.
5. Resultaat en reikwijdte Beoogd eindresultaat van dit project is dat het toetsen op integrale toegankelijkheid een vanzelfsprekende stap in het werkproces binnen gemeente en corporatie wordt. Zodat toekomstbestendig en toegankelijk bouwen het imago van duur en lastig verliest, maar in Hengelo de normaalste zaak van de wereld wordt. Daarbij zal kennis worden gedeeld en een goed werkende en enthousiaste toegankelijkheidscommissie een feit zijn. Het project levert de volgende producten op: ≠ Bewustwording bij betrokkenen binnen gemeente, Welbions en projectontwikkelaars van kansen en mogelijkheden voor integraal toegankelijk bouwen;
26
≠ ≠
≠ ≠
≠ ≠
Beschrijving van een pakket aan concrete beleidsmaatregelen gericht op realisatie van integrale toegankelijkheid (deels bestaand, deels nieuw); Vertaling van deze maatregelen in nieuwe werkprocessen binnen gemeente Hengelo en Welbions. Met name waar het het toetsen van plannen/tekeningen van woningen, buitenruimte en utiliteitsgebouwen betreft; Borging van de nieuwe werkprocessen in de reguliere werkwijze; Organisatie van de kleine en een grote toegankelijkheidscommissie, zodanig dat de relevante Hengelose belangenorganisaties zijn vertegenwoordigd en werken volgens met hen vast te stellen werkwijze; Experiment met deze nieuwe maatregelen en werkwijzen ten behoeve van het realiseren van het woonservicegebied in de Berflo Es, dat daarmee een toekomstbestendige wijk wordt; Inzicht in de kostenbesparing als gevolg van integraal toegankelijk bouwen aan de hand van een realistische casus (businesscase).
Buiten de scope van dit project valt het daadwerkelijk toetsen van tekeningen en projecten. Hierin neemt Hans Engelbertink het initiatief, aangevuld met de leden van de op te richten kleine toegankelijkheidscommissie.
6. Randvoorwaarden Het implementeren van integraal toegankelijkheidsbeleid vindt plaats in een complex krachtenveld van verschillende organisaties en afdelingen met verschillende deelbelangen. De mate waarin de projectleider en het projectteam slagen het beoogde resultaat te behalen, hangt onder andere af van: ≠ de mate waarin deelnemers het belang onderkennen van het toegankelijk bouwen en hiervan gezamenlijk de financiële consequenties willen dragen; ≠ de mate waarin projectleider in staat is het IT beleid aan het beleid rond wonen, ruimtelijke ordening, vergunningen en zorg- en welzijn te verbinden; ≠ de mate van afstemming van interne processen binnen gemeente en Welbions en tussen beide organisaties in het algemeen; ≠ de waarin binnen de organisaties voldoende personele capaciteit voor het IT-project beschikbaar is (met name in het projectteam); ≠ de mate waarin er bestuurlijke aandacht/sponsorship voor het onderwerp ‘integrale toegankelijkheid’ bestaat.
7. Doorlooptijd en financien Het project beslaat de periode 1 maart 2011 tot 1 maart 2012. Door de gemeente zijn middelen beschikbaar gesteld voor uitvoering van bovenstaand plan. In de programmalijn Wonen met Zorg is een bedrag van € 250.000,- gereserveerd voor de toegankelijkheid in Veldwijk Noord.
27
Bijlage 1
Verhouding Thuis in de buurt tot staand beleid
Structuurvisie Hengelo 2030 Kernopgave 3: De sociale opgave Speerpunt is de sociale samenhang en kwaliteit te behouden en versterken, zodat iedere bewoner op een volwaardige manier kan deelnemen aan de samenleving. Mensen van nu willen een levensloopbestendige wooncarrière in hun eigen woonomgeving kunnen maken. Met binnen handbereik alle voorzieningen waaraan in de loop der jaren behoefte kan ontstaan. Alle doelgroepen kunnen daardoor zelfstandig blijven wonen. Woningen dienen tevens flexibel te zijn en zo aan te passen dat ze voor diverse levensstadia in de behoefte kunnen voorzien. Ook de inrichting van de openbare ruimte moet aan deze eisen voldoen Bij fysieke ingrepen in een wijk is van belang dat de sociale en economische perspectieven leidend zijn. De doelstellingen voor bevolkingssamenstelling, gezondheid, zorg en welzijn, sociale activering en wijkeconomie zullen voorop moeten staan.
Sociale visie Hengelo Ambitie: We hebben de ambitie een duurzaam leefbare stad te creëren, met buurten en wijken waar bewoners zich thuis voelen en binding ervaren. In de wijken is een basispakket aan voorzieningen aanwezig, afgestemd op de behoeften van de bewoners. Het maatschappelijk vastgoed is voor de Hengeloërs de ingang naar de voorzieningen kernopgave zorg en gezondheid Wij zetten in op een kwantitatief en kwalitatief sterk zorgaanbod voor kwetsbare groepen, zowel voor jeugdigen (CJG, brede school), chronisch zieken, mensen met een beperking als voor ouderen.
Beleidsbegroting Programma 1 Mens in ontwikkeling Het stimuleren en steunen van optimale ontwikkelingskansen voor iedereen van 0 tot 23 jaar in de thuissituatie, in de opvang-, onderwijs-, en arbeidssituatie en in de vrije tijd. Een situatie creeren waarbij volwassenen in staat worden gesteld zich te verbeteren in hun sociaal economische situatie (SES).
Programma 2
Programma 3
Mens in de samenleving Hengelo streeft naar: ‘Een toegankelijke maatschappelijke structuur die leidt tot een volwaardige deelname aan de samenleving van alle lagen van de Hengelose bevolking’
Zorg voor de mens Hengelo streeft naar een sociaalmaatschappelijke structuur die voldoende waarborgen kent voor een volwaardige deelname aan de Hengelose samenleving van alle burgers
Programma 5 Woonconsumenten Zorgen voor complete wijken met voldoende kwalitatief goede woningen in een ruime keuze voor iedereen die met betrokkenheid in Hengelo wil wonen
Thuis in de buurt Burgers een beter en zo gewoon mogelijk leven laten leiden en laten deelnemen aan de samenleving, ondanks beperkingen door ouderdom of handicap. Zij moeten kunnen beschikken over adequatere huisvesting, zorg en welzijnsvoorzieningen, in een omgeving die beschikt over de nodige infrastructuur en die leefbaar en veilig is.
28
Bijlage 2
Actuele ontwikkelingen en bestaand beleid
Beter (t)huis inde buurt In december 2007 hebben minister Vogelaar (Wonen, Wijken en integratie) en staatssecretaris Bussemaker (VWS) het actieplan Beter (t)huis in de buurt gepresenteerd. In dit actieplan worden de doelstellingen voor wonen met welzijn en zorg uit het Coalitieakkoord uitgewerkt. De regering wil dat ouderen zo lang mogelijk in hun wijk moeten kunnen blijven wonen. Om wijken generatiebestendig te maken is er echter een grotere variatie in het woonaanbod nodig en moeten er servicepunten komen voor welzijn en zorg. Dit streven geldt niet alleen voor de lichtere groepen, maar ook voor zware (of zwaardere) zorgvragers. Doelstelling ministerie Bevorderen dat ouderen en mensen met beperkingen zelfstandig in hun wijk kunnen (blijven) wonen, ondersteuning en zorg op maat thuis kunnen ontvangen en daardoor (langer) mee kunnen doen in de maatschappij. Ouderen en mensen met een beperking kunnen zoveel als mogelijk kiezen hoe zij willen wonen en hoe zij zo nodig zorg en ondersteuning ontvangen. WMO De Wmo vraagt van gemeenten om samen met de maatschappelijke partners voldoende ondersteuning te organiseren, waardoor burgers actief aan de samenleving deel kunnen (blijven) nemen. Uitgangspunt is het zo lang mogelijk zelfstandig in de eigen omgeving kunnen blijven wonen. Dit programma is onlosmakelijke verbonden met de negen prestatievelden van de Wmo. In bijlage 2 vindt u een beschrijving van de 9 prestatievelden uit de Wmo in relatie tot de beleidvelden Welzijn, Wonen en Zorg. Actueel zijn 2 landelijke ontwikkelingen die duidelijke van invloed zijn op de WMO. Dit raakt met name het spanningsveld tussen individuele voorzieningen en collectieve voorzieningen. Deze worden hieronder beschreven: AWBZ pakketmaatregelen Er zijn twee maatregelen genomen in de AWBZ regelgeving, die naar verwachting, effect zullen hebben op de vraag naar de individuele WMO-voorzieningen en op de vraag naar welzijnsvoorzieningen. Het gaat om de volgende maatregelen: Het schrappen van de grondslag psychosociale beperking (maatregel 2008 en maatregel 2009)
-
Psychosociale problematiek geeft geen recht meer op AWBZ gefinancierde zorg. Het gaat bijvoorbeeld om personen en gezinnen waar veel fout gaat maar er geen medisch aantoonbare beperking of ziekte is vastgesteld. De pakket maatregel De indicatie voor begeleiding en dagbesteding is aangescherpt. Alleen matige of zware beperkingen geven nog recht op AWBZ-vergoeding voor begeleiding.
ondersteunende begeleiding: Mensen, die niet goed voor zich zelf kunnen zorgen en/of niet meedoen aan de samenleving, kunnen op basis van een CIZ-indicatie een financiële bijdrage krijgen om begeleiding in te kopen bij bijvoorbeeld de thuiszorg. In juni bent u dmv. een notitie met bijlagen hierover al uitgebreider geïnformeerd.
Er is geen sprake geweest van overheveling van cliënten, rechten of voorzieningen naar andere domeinen zoals de WMO. Mensen die de gevolgen van de maatregelen niet zelf (al dan niet met behulp van hun sociale netwerk) kunnen opvangen zullen echter wel een beroep doen op andere domeinen zoals onderwijs, Wmo en jeugdzorg. De verwachting is dat een deel van cliënten daadwerkelijk een oplossing heeft gevonden binnen het eigen netwerk, een klein deel van de cliënten heeft zich expliciet gemeld en om andere vormen van professionele hulp gevraagd, en een deel van de cliënten heeft niets ondernomen en zal mogelijk pass later op een andere manier in beeld komen.
29
Project de Kanteling Het VNG-project De Kanteling gaat over het anders vormgeven van het compensatiebeginsel in de Wmo. Welke ondersteuning heeft de burger echt nodig om te kunnen participeren? De Wmo is een brede participatiewet: iedereen moet kunnen meedoen. De wet komt voort uit het besef dat de ondersteuning van mensen met een beperking vanuit een andere optiek benaderd moet worden. Met de Wmo wordt de stap gemaakt van het verstrekken van voorzieningen naar het compenseren van beperkingen. De gemeente treft voorzieningen ter compensatie van beperkingen die burgers ondervinden bij het voeren van een huishouden, het zich verplaatsen in en om de woning, het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel en om medemensen te ontmoeten en sociale verbanden aan te gaan. Niet vastgelegd is hoe gemeenten compensatie vorm moeten geven. Wel is duidelijk dat een omslag in denken en doen nodig is. Er is niet langer sprake van een ‘zorgplicht’ voor de gemeente en ‘claims’ van burgers. Dit brengt een grote verandering met zich mee, een kanteling in denken en doen. Er zal meer recht gedaan worden aan de specifieke situatie van een burger, een vraaggerichte aanpak. Gemeenten zullen meer tijd moeten nemen in het eerste gesprek met de klant. Het gesprek wordt meer vraagverhelderend, minder beoordelend. Tegelijkertijd zal er een groter beroep gedaan worden op de eigen mogelijkheden en de kracht van de omgeving. De gemeente Hengelo heeft hier met de ontwikkeling van het zorgloket al op ingespeeld. Er wordt op een outreachende en vraagverhelderende manier gewerkt. Dit zal nog verder doorontwikkeld worden. De functie informatie en advies wordt verder ontwikkeld. In hoofdstuk 4 gaan we hier verder op in. Welzijn nieuw stijl Een actuele ontwikkeling is ‘Welzijn Nieuwe Stijl’. Met de komst van de Wmo heeft welzijn een sterkere rol gekregen en moet er meer worden ingezet op de verbindende kracht van Welzijn. Mensen moeten zich op een waardevolle manier met elkaar kunnen verbinden. Dit is de basisfunctie van het welzijnswerk. Het zelfstandig keuzes kunnen blijven maken en wederkerigheid zijn daarbij de kernbegrippen. Welzijn verbindt het individu met de gemeenschap. Maar welzijn heeft ook de opdracht om mensen te activeren, die zonder een directe benadering niet goed worden bereikt. Welzijn werkt buurtgericht. Zit in de haarvaten van het dorp of de stad. De welzijnswerker zorgt er voor dat ook de moeilijk toegankelijke jongere weer naar school gaat, of dat de eenzame alleenstaande oudere weer actief wordt in de buurt. Welzijn is daarbij een onderdeel van het participatiewiel (zie bijlage 3) De welzijnswerker zet in op het aanboren van eigen kracht van mensen. Vanuit de Wmo maak je met elkaar de samenleving. Dat betekent ook dat je er met elkaar voor zorgt dat mensen niet onnodig in AWBZ voorzieningen worden weggezet. Een goed Wmo beleid zorgt er bijvoorbeeld voor dat mensen met een beperking gewoon mee kunnen doen. De AWBZ daarentegen is niet gewoon, nee de AWBZ is “bijzonder”. Dat moet ze in haar kern ook blijven. Goed welzijnsbeleid zorgt ervoor dat mensen minder snel een beroep doen op de AWBZ. Voorbeeld; moet die eenzame man nu eens in de week individueel bezocht worden door een professional uit de AWBZ, of moet je er voor zorgen dat hij aanschuift bij de gezamenlijke maaltijd in de buurt, waar hij met de buurtgenoten in contact komt. Bakens voor welzijn nieuwe stijl: ≠ Welzijn nieuwe stijl is vraaggericht: Je kijkt daarbij altijd naar de vraag achter de vraag; - Welzijn Nieuwe Stijl gaat uit van de eigen kracht van de burger en zijn omgeving; - In Welzijn nieuwe stijl ga je als dat nodig is direct op de problemen af, in welzijn nieuwe stijl passen geen kantoorklerken of bureaucraten. ≠ Welzijn Nieuwe Stijl is niet vrijblijvend. Je benoemt de problemen, je definieert de oplossing en je bent resultaat gericht. ≠ In Welzijn Nieuwe Stijl is er vooral ruimte voor de kennis en kunde van de professional. Hij of zij is streetwise. Dus verstaat de taal van de straat. Berflo Es Over enkele jaren is de Berflo Es een vitale wijk met een woonservicegebied , als het aan de woningcorporatie, zorg- en welzijnsorganisaties en de gemeente Hengelo ligt. Voor levensloopbestendigheid zullen zij gezamenlijk bouwen aan voldoende aangepaste woningen, een breed en afgestemd zorg- en dienstenaanbod en een toegankelijke woonomgeving. Een deel van dit bouwen is zichtbaar in stenen. Een ander deel is onzichtbaar en gaat om betere samenwerking bij het leveren van de zorg en diensten aan wijkbewoners. Stenen en betere zorg komen samen in het woonservicegebied.
30
Inmiddels heeft Berflo Es de status van proeftuin van de Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting (SEV)3 gekregen. Zij helpen mee het concept van het woonservicegbied verder te realiseren en zullen daarna, twee jaar later, de resultaten door een onafhankelijke derde laten evalueren. Berflo Es dient als pilot voor de ontwikkeling van woonservicgebieden in heel Hengelo. De concrete projecten in Berflo Es vindt u in bijlage 4. Geluksbudget De gemeente Hengelo heeft onlangs het geluksbudget geintroduceerd. Deze is gericht op sociaal geïsoleerde mensen, mensen die achter de geraniums zitten. En dan vooral de thuisrevaliderende CVA-patiënten en andere mensen met NAH (niet-aangeboren hersenletsel). Het is een nieuwe methode die deze mensen weet op te sporen en hun het eerste, zo belangrijke steuntje in de rug geeft. Het Hengelose Geluksbudget valt onder de WMO. Het Geluksbudget bestaat uit professionele begeleiding en een kleine, eenmalige subsidie die zonder al te veel gedoe ingezet kan worden voor zelf gekozen activiteiten. De bedoeling is om deze mensen zo ver te krijgen dat ze weer iets gaan doen, iets waarnaar ze kunnen uitkijken. Dat kan een vrijetijdsactiviteit zijn, (vrijwilligers)werk of een sociaal contact. Door het Geluksbudget kan de gemeente in contact komen met inwoners die ze anders nauwelijks bereikt. Maar bovenal zorgt het geluksbudget ervoor dat precies die mensen die het nodig hebben steun krijgen, weer vertrouwen in zichzelf krijgen en prettiger in het leven staan. Daardoor gaan zij minder gebruikmaken van (dure) gezondheidszorg. Het idee voor het Geluksbudget is ontstaan uit een onderzoek dat de gemeente Almelo heeft laten doen naar de mogelijkheden voor het terugdringen van zorggebruik. Aanmelding van deelnemers vindt plaats via intermediaire organisaties. In Hengelo wordt ingezet op veertig deelnemers per jaar. Het project loopt voor een periode van drie jaar.
Sociale ondernemingen Sociale ondernemingen zijn bedrijven die producten en diensten leveren voor bij voorkeur de nietkoopkrachtige markt. Naast het maken van winst, noodzakelijk voor de continuïteit, is een belangrijk gegeven dat sociale ondernemingen ook als doelstelling hebben het bieden van werkgelegenheid aan mensen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt. Sociale economie is het verbinden van economische activiteiten aan maatschappelijke doelen. Sociale economie kent drie pijlers: 1. SROI (Social Return On Investement): Bij opdrachtverlening wordt een maatschappelijke tegenprestatie verwacht zoals het bieden van stage- of leerwerkplekken concrete banen voor werklozen, wajongers etc. Een andere mogelijkheid is een bijdrage ten behoeve van armoedebestrijding en sportactiviteiten. Het gaat om ongeveer 5% van de omzetwaarde; 2. MVO (Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen): Het gaat om de ondersteuning van het PACT MVO Hengelo. Het PACT MVO bestaat uit 110 bedrijven die zich bewust zijn van en inzet plegen voor de maatschappij, waarvan ze ook onderdeel uitmaken; 3. Sociale ondernemingen: Het aanbieden van diensten en producten met als doel mensen langer thuis te kunnen laten wonen, met als tweede doel mensen met een beperking aan het werk helpen. Het gaat om diensten en producten waar de markt om vraagt en waar geen winstoogmerk aan vast zit. Voorbeelden sociale ondernemingen (zie ook bijlage 6) Buurtbeheer Berflo Es Administratief bedrijf Wasserij De Schoone Zaak Stadwerkplaats SWB
3
De Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting (SEV) ontwikkelt innovatieve oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken op het gebied van wonen.
31
Bijlage 3
prestatievelden WMO in relatie tot Thuis in de Buurt
Prestatieveld 1: Sociale samenhang en leefbaarheid Het bevorderen van sociale samenhang en leefbaarheid in dorpen, wijken en buurten. De gemeente bevordert sociale samenhang en leefbaarheid, met als doel het groeien van verantwoordelijkheid bij burgers voor elkaar en de publieke ruimte. Het wijkgericht werken is hierbij een belangrijk instrument. centraal. Doel van het Integraal (én Interactief) Wijkgericht Werken (IWW) is het bevorderen van de sociale en fysieke kwaliteit in de wijken. IWW geeft daarmee het belang aan van de koppeling tussen sociale en fysieke beleidsterreinen. Daar waar fysieke stedelijke projecten (en waar mogelijk ook omgekeerd) in het vooruitzicht liggen, moet tijdig gekeken worden naar de sociale visie en sociale infrastructuur van een plangebied. Burgers betrekken bij ontwikkelingen in hun directe leefomgeving is het credo van Integraal Wijkgericht Werken.De gemeente wil de sociale samenhang bevorderen en de leefbaarheid en veiligheid in de wijken vergroten. Bewoners worden meer betrokken en kunnen inbreng leveren over thema’s die in hun wijk plaatsvinden. Ook wil de gemeente bewoners stimuleren om hun initiatieven te ontplooien. Samen werken aan de omgeving, daar draait het om! . De wijkanalyses zullen een belangrijke rol spelen in het signaleren van de sociale staat in buurten en wijken en het analyseren van problemen en oplossingen. . In de interactie van professionals met bewoners(organisaties) is het wijkopbouwwerk een belangrijke samenwerkingspartij. Een van de basisvoorzieningen in de wijken zijn de wijkwelzijnsvoorzieningen. Zij ontwikkelen zich waar nodig steeds meer in de richting van multifunctionele wijkwelzijnsaccommodaties. Inzet van vrijwilligers is onontbeerlijk in relatie tot integraal wijkgericht werken en wijkwelzijn. Bewonersorganisaties en wijkwelzijnsaccommodaties kunnen niet bestaan zonder de inzet van de vele vrijwilligers. Ook in dat verband vraagt de WMO van de gemeente een gedegen beleidsvisie voor de komende jaren. Prestatieveld 2: Preventie jongeren Op preventie gerichte ondersteuning bieden aan jongeren met problemen met opgroeien en van ouders met problemen met opvoeden. De doelsteling van het Hengelose jeugdbeleid is als volgt geformuleerd: “Het stimuleren en steunen van optimale ontwikkelingskansen voor iedereen van 0 tot 23 jaar in de thuissituatie, in de opvan-, onderwijs en arbeidssituatie en in de vrije tijd.” De komst van de Wmo biedt voor dit prestatieveld extra kansen om de keten van voorzieningen en netwerken die problemen met het opgroeien kunnen signaleren sluitend te maken zodat ieder kind en iedere jongere de kansen krijgt om zich te ontwikkelen tot een volwaardig lid van de samenleving. Aandachtspunt is het verder uitwerken en bevorderen van een integrale aanpak en aansluiting op de jeugdzorg. Onderzocht zal worden of en hoe de informatiefunctie voor jeugd(Centrum Jeugd en gezin) kan worden gekoppeld aan het zorgloket. Prestatieveld 3: Informatie, advies, cliëntondersteuning Het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning Doel van dit prestatieveld: Verstrekken van informatie en advies, zorg dragen voor ondersteuning en begeleiding. Helpen met wegwijs worden en zoeken naar de juiste oplossingen. In het najaar 2006 is gestart met het Hengelose “zorgloket” als onderdeel van het Publieksplein. Vanaf dat moment is het voormalige Wvg-loket vervangen door een zorgloket. Hiermee is er een centraal punt (fysiek, telefonisch en schriftelijk) gerealiseerd waar men terecht kan met vragen en ondersteuning over wonen, welzijn en zorg en natuurlijk de WMO-voorzieningen kan aanvragen. Het bieden van informatie, advies en cliëntondersteuning is het begin van de keten van zorg en hulpverlening. Deze keten moet bij wonen en welzijn kunnen beginnen. Een zorgloket maakt het mogelijk de vraag integraal te beoordelen en oplossingen te zoeken. Er wordt nog nagedacht over hoe verder invulling te geven aan de informatie en advies behoefte op wijk en buurtniveau. Prestatieveld 4: Vrijwilligers en mantelzorgers Ondersteunen van vrijwilligers en mantelzorgers Op het vierde prestatieveld staat de ondersteuning van vrijwilligers en mantelzorg centraal. Voor de gemeente gaat het op dit prestatieveld deels om een bestaande opdracht (ondersteuning van het vrijwilligerswerk in de stad) en deels om een nieuwe opdracht (mantelzorgondersteuning). Ten aanzien van het vrijwilligerswerk heeft de gemeente Hengelo in 2009 een nieuwe programma Vrijwilligersbeleid vastgesteld. Als gemeente staan wij voor de uitdagingom in samenwerking met deze organisaties daar waar nodig en gewenst ondersteuning te geven. Met deze programma integraal vrijwilligersbeleid wordt aangegeven hoe deze ondersteuning in Hengelo de komende
32
jaren wordt vormgegeven. De partijen die hierbij een belangrijke uitvoerende rol spelen zijn het Servicepunt Vrijwilligers Hengelo(Scala), Stichting Welzijn Ouderen Hengelo en Fitis. Ten aanzien van de mantelzorgondersteuning heeft de gemeente in 2008 de programma Mantelzorgers doen mee! Vastgesteld De gemeente Hengelo hecht grote waarde aan mantelzorg. Mantelzorg heeft een maatschappelijke en economische waarde. Mantelzorgers bevorderen door hun inzet voor naasten de sociale samenhang in de stad. Het is van belang dat we beleid voeren om dit te behouden en met name zorgen voor de kwetsbare groepen onder mantelzorgers. Zorgelijk wordt het wanneer de mantelzorger door overbelasting dreigt uit te vallen. De gemeente Hengelo vindt het belangrijk om meer mantelzorgers te bereiken en dan met name de overbelaste mantelzorgers. We willen bijvoorbeeld in gesprek blijven met mantelzorgers en de vraagstukken die zich voor deze groep aandienen in beeld krijgen. Uitgaande van een toenemend inzicht zal het gemeentelijk beleid zich de komende jaren nog gaan ontwikkelen. Vrijwillgers en mantelzorgers spelen een grote rol in de ontwikkelng van woonswervicegebioeden. Hen inzet is cruciaal om de zorg voor mensen met een beperking te kunnen oplossen. Prestatieveld 5: Voorzieningen voor mensen met een beperking Het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijk verkeer en het bevorderen van het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem of psychosociaal probleem. Doel van dit prestatieveld is zorgen voor een zelfstandige deelname aan de samenleving door beleid te voeren op de oorzaken van uitval, signaleren van risico’s en het beleid daarop richten. Begeleiding bieden aan burgers met problemen. In het kader van dit prestatieveld moet beleid worden ontwikkeld dat bijdraagt aan (een zelfstandige) deelname aan de samenleving. Met het oog op specifieke situaties van groepen kunnen specifieke acties nodig zijn om hun deelname aan het maatschappelijk verkeer en hun zelfstandig functioneren te bevorderen. Het gaat om mensen die in het beleid als kwetsbare groepen genoemd worden. Wanneer we uitgaan van de preventieve werking van beleid en maatregelen richt dit prestatieveld zich toch ook op de hele samenleving. Er ligt een relatie tussen prestatieveld 5 en 6 als het gaat om de wisselwerking tussen collectieve en individuele voorzieningen. Zelfstandig wonen en leven en het voorkomen van sociaal isolement zijn de sleutelbegrippen. Dit vraagt om maatregelen, niet alleen op terrein van wonen, welzijn en zorg maar ook op het terrein van inrichting en beheer van de openbare ruimte, mobiliteit, ruimtelijke ordening en economie. Hengelo beoogt een stad te zijn met voor iedereen plezierige verblijfs- en ontmoetingsmogelijkheden en met een schoon, veilig en leefbaar woon- en leefklimaat in de wijken (doelstelling fysieke pijler Grotestedenbeleid). Prestatieveld 6: Individuele voorzieningen Het verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem ten behoeve van het behoud van hun zelfstandig functioneren of hun deelname aan het maatschappelijk verkeer. Het zorgloket is de toegang voor de WMO voorzieningen en moet tevens waarborgen dat er een integrale afweging kan worden gemaakt. Belangrijk wordt de keten van voorzieningen te volgen en eerst te kijken of er algemene voorzieningen (prestatieveld 1) en vervolgens collectieve voorzieningen (prestatieveld 5) zijn die kunnen bijdragen aan de oplossing van het probleem voordat de oplossing wordt gezocht in een individuele voorziening. Maatwerk en de aansluiting bij de persoonlijke mogelijkheden en leefomgeving geven de doorslag. Landelijk is de VNG een project “De Kanteling” gestart. Dit project is bedoeld om het compensatiebeginsel in de praktijk handen en voeten te geven. Er is niet langer sprake van een ‘zorgplicht’ voor de gemeente en ‘claims’ van burgers. Dit brengt een grote verandering met zich mee, een kanteling in denken en doen. Hengelo is geen pilot gemeente in het kader van de Kanteling. Veel zaken die daartoe gerekend worden, zijn echter in Hengelo reeds ingevoerd. Zo wordt er bij elke nieuwe klant een huisbezoek afgelegd zodat er gemakkelijker kan worden ingespeeld op de specifieke situatie en breder gekeken kan worden dan de vraag waar men zich mee gemeld heeft. De medewerkers in het zorgloket zijn uitgebreid op de hoogte van de sociale kaart en zoeken steeds naar oplossingen voor de klant in de collectieve sfeer. Samen met de cliënt wordt gekeken naar adequate oplossingen waarbij uitgegaan wordt van dat wat de cliënt zelf nog kan. De Gemeente Hengelo maakt haar eigen kanteling door niet meer direct uit te gaan van individuele voorzieningen maar ook te kijken naar voorliggende voorzieningen. Dit benadrukt de gedachte van het ontwikkelen van woonservicegbeiden waarvan deze voorliggende voorzieningen onderdeel uitmaken.
33
Prestatieveld 7, 8 en 9: Maatschappelijke opvang, vrouwenopvang, oggz en verslavingszorg Sinds 2001 zijn de taken die behoren bij deze prestatievelden grotendeels in samenwerking met de centrumgemeenten Enschede en Almelo en de gemeenten Borne en Oldenzaal vormgegeven. Maatschappelijke Opvang, Verslavingszorg, (faciliteiten voor) bestrijding Huiselijk Geweld en vrouwenopvang kennen al geruime tijd diverse (rijks)financieringsstromen. OGGZ en collectief preventief aanbod GGZ zijn meer aan de WMO verbonden. 7: Het bieden van maatschappelijke opvang, waaronder vrouwenopvang en beleid ter bestrijding van geweld dat door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer is gepleegd” Bieden van dag -en nachtopvang bij dak- en thuisloosheid, opvang tijdens crisissituaties, opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld, begeleiding bij zelfstandig wonen en het melden van en advies bij geweld achter de voordeur. 8: Het bevorderen van openbare geestelijke gezondheidszorg, met uitzondering van het beiden van psychosociale hulp bij rampen. Dit prestatieveld omvat het signaleren en bestrijden van risicofactoren op het gebied van de openbare geestelijke gezondheidszorg; het bereiken en begeleiden van kwetsbare en risicogroepen; het functioneren als meldpunt voor signalen van crisis of dreiging van crisis bij kwetsbare personen en risicogroepen en het tot stand brengen van afspraken tussen betrokken organisaties over de uitvoering van de openbare geestelijke gezondheidszorg. Het bieden van psychosociale hulp bij rampen valt niet onder de WMO. 9: Het bevorderen van verslavingsbeleid Het voeren van beleid op de ambulante verslavingszorg en preventie van verslaving. Dus gericht op verslavingsproblemen en preventie van verslavingsproblemen inclusief de activiteiten in het kader van overlastbestrijding ten gevolge van verslaving.
34
Goed geregeld in Berflo Es
Goede nacht Berflo Es
Samen sterk in Berflo Voorkomen van o.a. sociaal isolement voor die Es mensen die hun indicatie voor begeleiding en/of dagvoorziening uit de AWBZ zijn kwijt geraakt. Betere aansluiting tussen formele en informele zorgnetwerken
3
4
5
Realisatie van buurtmensa in Berflo Es Zuid en Grand Café in de MFA in samenwerking met zorgpartners (als dagbestedingsproject).
Resultaten
Versterking van de collectieve voorzieningen, met nieuwe kleinschalige vormen van informele dienstverlening of begeleidingsaanbod in de wijk (gericht op o.a. mantelzorgers en vrijwilligers)
Een goede nacht voor clienten en mantelzorgers. Meer clienten kunnen (langer) thuis blijven wonen en overbelasting van mantelzorgers kan worden verminderd.
Goed werkend team met goede werkafspraken en open onderlinge communicatie
Procesbegeleiding, om los te komen van eigen domein en samenwerking te bevorderen.
Meer efficiënte nachtzorg opzetten in de wijk, door samenwerking tussen alle betrokken zorgorganisaties
Vaste gezichten, korte lijnen, één aanspreekpunt maken de zorg aantrekkelijk voor client en medewerker. Clienten ontvangen sneller de benodigde zorg (in brede zin van het woord) en medewerkers worden minder belast met bureaucratie.
Meer samenwerking tussen professionals en een snelle indicatiestelling organiseren, door samenstelling van een integraal wijkteam of wijkzorgnetwerk in Berflo Es. Een team met een bredere scope op alle levensgebieden van bewoners.
Meer verwevenheid realiseren tussen gewoon en Meer keuze uit activiteiten in de buurt. Mensen met bijzonder. Maatschappelijke participatie van beperkingen maken meer gebruik van het algemeen ouderen, mensen met een handicap, bewoners. welzijnswerk. Afstemming en combinatie van dagbestedingsprojecten en meer algemene (welzijns)activiteiten. Voorkomen van overlap, samen meer mogelijk maken
Doe mee in Berflo Es
2
Meer efficiente gezamenlijke opzet van maaltijd voorziening ontwikkelen in de Berflo Es, voor doelgroepen en bewoners. Met oog voor sociaal contact en dagbesteding, aangepast werk voor mensen met een beperking
Eet mee in Berflo Es
Doelen
1
Projectnaam
Bijlage 4 Projectenoverzicht woonservicegebied berflo Es
Maureen Janssen
Jeffrey Brangers (beoogd)
Rieneke Metselaar
Karin Jansen
Jan Meijers
Jan Meijers
Projectleider
Zinia
Meld- en zorgcentrale CarintReggeland
Rieneke Metselaar traning & coaching
CarintReggelandgroep
Aveleijn
Aveleijn
Organisatie
Berflo Es barrière vrij
Infrastructuur zorgen welzijn & wonen
Lekker in je vel in Berflo Es
Veilig en vertrouwd wonen
6
7
8
9
Meer gebruik van domoticatoepassingen die het langer thuis wonen mogelijk maken, maar ook voor bewoners zonder beperkingen handig zijn. Verder zorgen voor een goede digitale toegang tot informatie over voorzieningen in de wijk.
Gezamenlijk beter voorkomen van depressie, door het wijkgericht organiseren van een ketenaanpak gericht op alle bewoners in de Berflo Es. Deze aanpak wordt onderdeel van het integrale wijkteam
Voldoende nieuwe infrastructuur die nodig is om zorg en welzijn op wijkniveau te kunnen leveren incl. voldoende woningen met zorg voor de verschillende doelgroepen.
Betere integrale toegankelijkheid van de woonservicegebied in Berflo Es zonder vertraging in het proces en met voorkoming van dure aanpassingen achteraf.
37
Een Innvovatiedag waar een keus gemaakt wordt uit enkele haalbare en concrete Ict toepassingen in woningen in de wijk (domotica), die door bewoners en professionals als meerwaarde in hun dagelijks leven / werk worden ervaren
Minder depressieve bewoners, vroege herkenning, toepassing van evidence based interventies, verbeterde samenwerking tussen professionals
Wijkbewoners (die soms client zijn) kunnen voor hun zorg, begeleiding en ontspanning en hun vrager hierover terecht in een zorgsteunpunt, mfa of loket. Er zijn voldoende geschikte woningen in het woonprogramma opgenomen die aansluiten op de wensen/eisen van de verschillende groepen clienten.
Bertlo Es is uiteindelijk een levensloopbestendige wijk, waar daadwerkelijk sprake is van vraaggestuurd bouwen voor de doelgroep/gebruiker. Er is een toegankelijkheidscommissie, waar alle belangenorganisaties en adviesorganen een plek in hebben, terwijl toetsing snel en professioneel plaats vindt.
Henry Mulder
Alison de Rooy
Rik Gockel
Maria Walters/ Hans Engelrtink
Evocare
Mediant
Welbions
Gemeente Hengelo/Zinia
Programmamanagement
10 Achter de voordeur
Bewoners in Berflo Es maken door de hersturctuering niet alleen een wooncarriérre, maar stijgen ook op de sociale ladder. Deze sociale stijging kan op vele manier en sluit aan op de behoefte van de bewoner.
38
Afstemming in uitvoering deelprojecten, bewaking algehele voortgang, PR & communicatie intern / extern, sturing en ondersteuning projectleiders
Een groep uitvoerenden in de wijk, genaamd 'de sociale voorhoede', signaleert vroegtijdig knelpunten van bewoners. Alle levensgebieden worden onder de loep genomen. De toeleiding is vervolgens efficient geregeld; de bewoner krijgt snel die hulp waar hij bij gebaat is. Er is sprake van een outreachende benadering, er wordt gebruik gemaakt van de huisbezoeken die ivm herstructuering plaats vinden. Niet huurders van Welbions krijgen een zelfde aanbod, met dezelfde aanpak via BSA of andere toeleiders. De sociale voorhoede is goed toegerust middels scholing en training en kent de sociale kaart van de wijk goed.
Maria Walters
Marjan Stroot (beoogd)
Zinia
Welbions
Bijlage 5:
Participatie
Burgers centraal Hengelo zet daadwerkelijk in op meedoen. Dit blijkt onder andere uit een inventariserende studie in 2009 naar het participatiebeleid en de uitvoering daarvan door de gemeente Hengelo. In Hengelo is er een veelheid aan participatiebevorderende maatregelen en activiteiten. Verbinding tussen deze initiatieven, zo komt naar voren in de studie, wordt echter weinig gemaakt. Doorgaans wordt er gewerkt en daarin is Hengelo zeker niet uniek – vanuit ieders eigen (wettelijke) verantwoordelijkheid en taakopdracht (doelperspectief). Niet dat dit nergens toe leidt. Hengelo scoort goed met haar sociale beleid. Dit blijkt onder andere uit de “Lokale Monitor Werk, Inkomen en Zorg”. Al jarenlang zet Hengelo zich in voor een breed particpatiebeleid, zodat iedereen in Hengelo kan meedoen en niemand aan de kant komt te staan. Maar het kan nog beter! Gepleit wordt om keuzes niet te maken op grond van verplichtingen (wettelijke kaders), maar op basis van de problematiek van burgers. Op deze wijze is het beter mogelijk om verbindingen te leggen tussen wetten, activiteiten en diensten en de beschikbare middelen optimaal in te zetten. Er worden verschillende ketens geschetst die uitgaan van de problematiek van de burger en die zich (ook binnen de huidige Hengelose praktijk) goed lenen voor meer samenhang, afstemming en verbinding. Verbinding vergt samenwerking en die moet georganiseerd worden. Afhankelijk van de keuzes die gemaakt worden zal dat leiden tot meer of minder ingrijpende gevolgen. Gevolgen voor de manier waarop de organisatie in elkaar zit, de financiering geregeld is en gevolgen voor de inhoud van het werk. Maar samenwerking en verbinding hangt vooral af van de blik die alle betrokkenen hebben op participatie. Is men bereid om over de eigen grenzen en doelen heen te kijken naar een breder belang? Wanneer Hengelo hierin bewuste keuzes maakt en daar de uitvoering van haar participatiebeleid op inricht, wordt het mogelijk om meer samenhang in wetten, diensten en activiteiten te brengen. Op deze wijze kan de gemeente haar burgers effectief en duurzaam ondersteunen in hun weg naar volwaardige maatschappelijke participatie. Het participatiewiel van MOVISIE maakt dit – visueel - goed duidelijk. Het wiel brengt de samenhang tussen de verschillende domeinen, doelen en vormen van participatie in beeld. Het dwingt de gebruikers tot een bredere en meer integrale kijk op participatie.
Het participatiewiel
Activiteiten
Doelen
40
Bijlage 6
Initiatieven Sociale Economie
Stadservicebedrijf: Hengelo maakt werk met sociale ondernemingen. Samen met SWB en de Kapstok is een Stadsservicebedrijf opgericht die jeugdige werknemers met een afstand tot de arbeidsmarkt die op tijdelijke leerwerkbanen of via loonkostenconstructie bij werkgevers geplaatst zijn en vanwege de recessie hun plek verliezen, opvangt en door middel van diverse werkzaamheden arbeidsfit houdt. De flexbanen worden gecreëerd bij bestaande instellingen als SWB (en/of Stadswerkplaats) en de Kapstok. Eventueel worden additionele werkzaamheden aangetrokken. Administratief bedrijf. Voor veel werkzoekenden met een administratieve achtergrond en opleiding is het ook moeilijk om banen te vinden en/of voldoende praktijkervaring op te doen. Vanuit die gedachte is de zgn. administratiepool opgericht. Deze pool verzorgt voor kleine bedrijven de administratie en stimuleert de ondernemers hun administratie adequaat bij te houden. Onder begeleiding van een ervaren administratief medewerker worden de werkzaamheden verricht door mensen met een (afgebroken) administratieve opleiding. Bedoeling is dat bij goed functioneren doorstroom richting accountancy plaatsvindt. In de korte tijd van zijn bestaan is deze aanpak een succes gebleken, zowel voor de 5 deelnemers als voor de plm. 30 klanten. Uitstroom en nieuwe instroom zijn reeds gerealiseerd. Stadswerkplaats De Stadswerkplaats (onderdeel van SWB) begint op stoom te komen. Het aanbod ligt in de bouwsfeer, onderhoud witgoed en buitenruimte. Er ligt nog veel additioneel werk in de buitenruimte. Spic en span houden van industrieterrein, onderhoud straatmeubilair (vooral schoonmaak) tot extra inzet in het groen. Binnen de werkzaamheden die onder verantwoordelijkheid van Wijkservice worden uitgevoerd wordt ruimte voor deze extra banen gecreëerd. Stadswasserij De Schoone Zaak. Op 9 december 2009 is in het pand van “De Kapstok” aan de Hassinkweg de stadswasserij “De Schoone Zaak”geopend. Een tiental jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt doet hier werkervaring op met het verzorgen van de was voor grotere instellingen en bedrijven. De service wordt uitgebreid met was- en strijkwerkzaamheden voor mensen die bijv. geïndiceerd zijn voor de WMO en gebruik gaan maken van een zgn. dienstencheque.
41
Geleideformulier voor behandeling in commissie en/of raad
CASENUMMER
11G202040
PORT.HOUD:
Lievers
ONDERWERP:
Begroting 2012 Stg. Scholengroep Primato.
RAADSGRIFFIE GRIFFIER: DHR. G.J. EEFTINK ADJUNCT-GRIFFIER: MW. A. HAARHUIS ADJUNCT-GRIFFIER: DHR. L.F. NIJLAND
paraaf griffier
Griffie-advies voor behandeling in commissie en/of raad Behandelen Commissie Fysiek Commissie Sociaal Commissie Bestuur Trefpunt (uitgebreide commissie) Raadsvergadering
Informeren
20/12 LN
Datum
B
18-01-2012
B
31-01-2012
Opmerkingen griffier:
Behandeling in de raadscommissie Bestuur
Fysiek
Datum:
X
18-01-2012
Sociaal
Agendapunt:
9
Besluit: Geïnformeerd Akkoord voor raadsbehandeling Hamerstuk Niet-akkoord paraaf griffier
Opmerkingen commissiegriffier:
Stuknummer: 457250
SAMENVATTING RAADSVOORSTEL CASENUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
11G202040 457741 / 457741
Y. v.d. Reek / H. Seep
BP
Lie
ONDERWERP
AGENDANUMMER
Begroting 2012 Stichting Scholengroep Primato
BELEIDSPROGRAMMA/FACETAGENDA
REDEN VAN AANBIEDING
Externe wet- en regelgeving Convenant gemeentelijk toezicht openbaar primair onderwijs
SAMENVATTING VAN HET RAADSVOORSTEL EN HET VERVOLGTRAJECT
De Stichting Scholengroep Primato Hengelo is met ingang van 1 augustus 2008 een zelfstandige stichting. Het stichtingsbestuur bestaat uit een 5-tal leden. De Stichting Scholengroep Primato heeft de begroting ingediend. In de uitwerking van de begroting 2012 is uitgegaan van ongewijzigd beleid van de overheid met betrekking tot de brinnummers. Het ministerie van OCW wil de termijn verlengen van 3 naar 5 jaar voor scholen die onder de opheffingsnorm zitten. Hierdoor kunnen de bestaande brinnummers voorlopig worden gehandhaafd. Door een sterk verbeterde planning en controlecyclus is Primato in staat de realisatie adequaat te monitoren. Het dalende aantal leerlingen voor de komende jaren betekent een verdere te verwachten krimp van de organisatie. Dit zal een behoorlijke druk leggen op de organisatie als geheel en de leerkrachten in het bijzonder. Andere oorzaken waardoor de (meerjaren)begroting onder druk zal staan zijn: * bezuinigingen op passend onderwijs * de niet realistische "londo"-vergoeding * afschaffing groeiregeling op schoolniveau * extra kosten aan de eisen m.b.t. de functiemix * onderhoud * personeelsbestand met een hoog gewogen gemiddelde leeftijd * aflopende bruidsschatregeling * inkorten salarisschalen Ondanks bovengenoemde ontwikkelingen wordt er een sluitende begroting 2012 gepresenteerd met een exploitatieresultaat van nihil. De jaren 2013 t/m 2015 sluiten met een klein voordelig exploitatieresultaat. Hierdoor kan het weerstandsvermogen weer langzaam toenemen. Voor onverwachte risico's heeft de Raad van de gemeente Hengelo in haar vergadering van 11 oktober 2011 zich garant gesteld tot een bedrag van 500.000,-. Er wordt tevens een terugblik gegeven over het kalenderjaar 2011. Het gemelde bedrag van 285.000,- is een te verwachten tekort over het jaar 2011. Dit is een kleine overschrijding t.o.v. de oorspronkelijke begroting van 2011 257.068. Dit bedrag wordt opgevangen binnen de reserves van het schoolbestuur. De definitieve jaarrekening zal het schoolbestuur voor 1 juli 2012 aanbieden aan de gemeente.
PLAATSGEVONDEN COMMUNICATIE, DE RESULTATEN DAARVAN EN HET COMMUNICATIEPLAN VOOR HET VERVOLGTRAJECT
Na goedkeuring door de Raad wordt via een brief de Stichting Scholengroep Primato in kennis gesteld van het genomen besluit.
VOORSTEL AAN DE RAAD
Aan de raad wordt voorgesteld: om de begroting 2012 van de Stichting Scholengroep Primato goed te keuren, en de meerjarenbegroting 2012-2015 voor kennisgeving aan te nemen
OPSOMMING VAN BIJLAGEN
Begrotingsverslag 2012 Stichting Scholengroep Primato
RAADSVOORSTEL REGISTRATIENR.
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
11G202040
Y. v.d. Reek / H. Seep
BP
Lie
ONDERWERP
Begroting 2012 Stichting Scholengroep Primato
AANLEIDING EN DOEL
De Stichting Scholengroep Primato heeft de begroting 2012 en de meerjarenbegroting 2012-2015 ingediend. Conform artikel 48 van de Wet op het Primair Onderwijs en het convenant gemeentelijk toezicht dient de Raad de begroting van de Stichting Scholengroep Primato goed te keuren. De GMR heeft de begroting 2012 inmiddels goedgekeurd.
OVERWEGINGEN
Ondanks diverse ontwikkelingen wordt er een sluitende begroting 2012 gepresenteerd met een exploitatieresultaat van nihil. De jaren 2013 t/m 2015 sluiten met een klein voordelig exploitatieresultaat. Hierdoor kan het weerstandsvermogen weer langzaam toenemen. Voor onverwachte risico's heeft de Raad van de gemeente Hengelo in haar vergadering van 11 oktober 2011 zich garant gesteld tot een bedrag van 500.000,-.
FINANCIËLE EN PERSONELE ASPECTEN
N.v.t.
COMMUNICATIE EN INSPRAAK
Geen
VERVOLGTRAJECT EN -PRODUCTEN
Na goedkeuring door de Raad wordt via een brief de Stichting Scholengroep Primato in kennis gesteld van het genomen besluit.
VOORSTEL AAN DE RAAD
Aan de raad wordt voorgesteld om de begroting 2012 van de Stichting Scholengroep Primato goed te keuren, en de meerjarenbegroting 2012-2015 voor kennisgeving aan te nemen.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN HENGELO,
De secretaris
De burgemeester
RAADSBESLUIT REGISTRATIENR.
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
11G202040
Y. v.d. Reek / H. Seep
BP
Lie
ONDERWERP
Begroting 2012 Stichting Scholengroep Primato
DE RAAD VAN DE GEMEENTE HENGELO, GELEZEN HET VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS, BESLUIT:
om de begroting 2012 van de Stichting Scholengroep Primato goed te keuren, en de meerjarenbegroting 2012-2015 voor kennisgeving aan te nemen.
DE GEMEENTERAAD VAN HENGELO,
De griffier
DATUM
De voorzitter
*457606* Maatschappelijke ontwikkelingen
Aan het bestuur van de Stichting Scholengroep Primato Postbus 858
Postbus 18 7550 AA Hengelo
7550 AW HENGELO OV
Onderwerp Begroting 2012
Kenmerk 11G202040/ 457606
Datum
Geacht bestuur, Bij deze laten wij u weten dat de Raad van de gemeente Hengelo in haar vergadering van 17 januari 2012 de begroting van de Stichting Scholengroep Primato heeft goedgekeurd.
Met vriendelijke groet, De gemeenteraad van Hengelo, de griffier, de voorzitter,
Bezoekadres
Behandeld door
E-mail adres
Tel.
[email protected]
Fax
h. seep
Stichting Scholengroep Primato Begrotingsverslag 2012
1. Inleiding Voor u ligt de begroting van de Stichting Scholengroep Primato met betrekking tot het kalenderjaar 2012. De begroting is de financiële vertaalslag van het beleid binnen de Stichting Scholengroep Primato. Alvorens de exploitatiebegroting 2012 te presenteren, wordt algemene informatie verstrekt over de organisatie. Daarna wordt stilgestaan bij de uitgangspunten die bij het opstellen van de begroting zijn gehanteerd. Ook wordt aandacht besteed aan de beleidsvelden Personeel, Onderwijs, Huisvesting en Financiën. In de bijlagen volgen de specificaties van de baten en lasten, alsmede de meerjarenbegroting over de jaren 2013, 2014 en 2015.
Wij danken de medewerkers van Primato voor de inzet bij de totstandkoming van deze begroting.
2. Algemene informatie Juridische structuur. De Stichting Scholengroep Primato (bevoegd gezagsnummer 41814) is met ingang van 1 augustus 2008 een zelfstandige stichting. Het stichtingsbestuur bestaat uit een 5-tal leden. De bestuursfilosofie is het besturen op hoofdlijnen. De verdeling van de taken en bevoegdheden tussen bestuur, algemene directie en directeuren is vastgelegd in het managementstatuut.
Organisatiestructuur De Stichting Scholengroep Primato heeft 9 brinnummers (14 vestigingen) in het basis onderwijs en 1 brinnummer (2 vestigingen) in het speciaal basis onderwijs. In het basisonderwijs is 1 school met 3 vestigingen, twee scholen hebben twee vestigingen. Naast de directeur van de school hebben de vestigingen een eigen vestigingsleider. De s.b.o. school heeft ook 2 vestigingsleiders.
Naam school
Brinnummer
Sector
Obs Anninksschool
15JC
PO
BS 't Schoppert
15XP
PO
OBS Drienermarke
15ZP
PO
Daltonschool Hengelo Zuid
16BH
PO
Waarbeekschool
16CV
PO
OBS De Piramide
16IE
PO
BS De Timp
16KN
PO
BS De Meent
16LR
PO
Europaschool
23RX
PO
SBO De Stiepel
19TD
PO
Het onderwijskundig leiderschap is de verantwoordelijkheid van de directeur van de school. De algemene directie wordt uitgeoefend door een algemeen directeur. De algemeen directeur heeft ondersteuning van een aantal medewerkers, waaronder een controller en een P&O adviseur. Daarnaast zijn de operationele personele en financiële taken uitbesteed aan een administratiekantoor. De medewerkers zijn aangesteld conform de CAO-PO. Het onderhoud van de scholen wordt verricht door medewerkers van de afdeling Bouwservice en Faciliteiten van de sector Stedelijk Beheer. Maandelijks is er een directieberaad waar alle beleidszaken aan de orde komen. Tijdens dit beraad worden beleidsvoornemens besproken, uitgezet beleid geëvalueerd en zo nodig bijgesteld. De formele status van dit beraad is een adviesorgaan aan de algemeen directeur. De algemene directeur heeft maandelijks overleg met het bestuur over het te voeren beleid. Er is een GMR bestaande uit 2 vertegenwoordigers per school (1 ouder en 1 personeelslid). Naast de wettelijk verplichte adviezen/verzoeken om instemming, worden iedere GMR vergadering door de algemene directeur de actuele ontwikkelingen en het gevoerde beleid aan de orde gesteld. Ook de vergaderingen van het dagelijks bestuur (DB) van de GMR worden bijgewoond door de algemeen directeur. Op schoolniveau voert de algemene directeur gesprekken met de school directeur m.b.t. de schoolontwikkeling.
Kernactiviteiten Visie Elk kind in Hengelo, ongeacht ras, geloof of levens overtuiging heeft recht op kwalitatief hoogwaardig onderwijs, waarin de basis wordt gelegd voor volwaardig burgerschap.
Missie Het openbaar primair onderwijs in Hengelo draagt zorg voor kwalitatief hoogwaardig onderwijs, verspreid over diverse, goed bereikbare locaties. "'Keuze in kwaliteit, kansen voor ieder kind".
Doel Het aanbieden van kwalitatief hoogwaardig onderwijs in Hengelo, met een duidelijk herkenbaar profiel in een financieel solide setting, met een sterke positie in het lokale onderwijsveld. Subdoelen • • • •
Het duidelijk zichtbaar maken van de eigen identiteit en het daaraan gestalte geven. Het aanbieden van kwalitatief hoogwaardig onderwijs in professionele organisaties. Het zorgdragen voor financieel gezond openbaar primair onderwijs. Het zorgdragen voor het verkrijgen en behouden van een sterke positie van het openbaar primair onderwijs in het Hengelose onderwijsveld.
Kenmerken Openheid Primato is trots op de eigen identiteit (afspiegeling van de Hengelose samenleving) en wij stralen dit uit naar ouders, leerlingen en derden. Kwaliteit Primato heeft een hoog kwaliteitsniveau op het gebied van de onderwijs inhoud, pedagogisch klimaat, zorg voor personeel en leerlingen, bereikbaarheid en veiligheid. Diversiteit Primato heeft een diversiteit aan onderwijsconcepten, waardoor elk kind in de voor haar/hem meest effectieve leeromgeving kan worden geplaatst. Ontwikkelend/vernieuwend Primato is een pro-actieve organisatie met een dynamische en ambitieuze uitstraling. Toekomstgericht Primato is alert en adequaat op relevante maatschappelijke ontwikkelingen.
3. Algemene uitgangspunten voor de begroting 2012
In de uitwerking van de begroting 2012 is uitgegaan van ongewijzigd beleid van de overheid ter zake de brinnummers. Onder de huidige wetgeving dient een brin (lees school), indien de school voor 3 jaar onder de norm blijft van 156 LL, te worden opgeheven. Dit gaat voor een aantal scholen binnen Primato op. Echter het OCW is voornemens deze termijn te verlengen met 2 jaar tot een termijn van opheffing van 5 jaar. Dit voornemen is nagenoeg zeker. Wij volgen dit voornemen in de uitwerking en uitgangspunten voor de begroting 2012 en gaan dus uit van handhaving van de 9 brinnummers voor basis onderwijs en 1 brinnummer voor speciaal basis onderwijs (zie ook onderdeel “organisatiestructuur”).
Algemeen De bekostiging van het primair onderwijs is gebaseerd op een normstelsel waarbij het leerlingenaantal op teldatum 1 oktober van belang is.
In onderstaande tabel zijn de leerlingaantallen op de voor de begroting 2012 van belang zijnde teldata weergegeven.
Naam school
01-10-2010
01-10-2011
Anninksschool
222
214
t Schoppert
146
144
Drienermarke
139
142
Daltonschool Hengelo Zuid
393
371
Waarbeekschool
241
241
De Piramide
439
429
De Timp
189
185
De Meent
140
109
Europaschool
381
359
2.290
2.194
174
154
2.464
2.348
Totaal basisonderwijs
De Stiepel Totaal aantal leerlingen per teldatum
Baten en personele bekostiging In de begroting voor het kalenderjaar 2012 is rekening gehouden met de lumpsumvergoeding zoals die voor het schooljaar 2011-2012 door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen is vastgesteld, gebaseerd op het leerlingenaantal per 1 oktober 2010 en 1 oktober 2011. De personele bekostiging is gebaseerd op schooljaren. Voor 2012 is het leerlingenaantal per 1 oktober 2010 voor 7/12 deel (van januari tot augustus 2012) bepalend voor de te ontvangen lumpsumvergoeding. 5/12 deel (vanaf augustus tot en met december 2012) is gebaseerd op het leerlingenaantal van 1 oktober 2011. De raming van de salarissen is gebaseerd op de salarisbedragen zoals die per 1 september 2011 gelden en rekening houdend met de trede verhoging per augustus 2012. De Stichting Scholengroep Primato is verplicht aangesloten bij het Vervangingsfonds voor alle personeelsleden. Materiële instandhouding De materiële bekostiging is gebaseerd op kalenderjaren. Voor het kalenderjaar 2012 is daarbij het leerlingenaantal per 1 oktober 2011 bepalend voor de te ontvangen vergoeding. Bij de raming van de te ontvangen materiële bekostiging is rekening gehouden met de programma's van eisen zoals door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen is vastgesteld.
De raming voor materiële lasten is, daar waar mogelijk, gebaseerd op lopende contracten. Waar bekend is rekening gehouden met aangekondigde prijsstijgingen. Alle overige ramingen zijn gebaseerd op ervaringscijfers.
4. Onderwijs, beheer en organisatie Algemeen Vanaf 1 augustus 2008 zijn de rechten en plichten t.a.v. het openbaar primair onderwijs in Hengelo door de gemeente Hengelo overgedragen aan het bestuur van de Stichting Scholengroep Primato. Primato scholen werken waar mogelijk samen. Beleid wordt vastgesteld voor de gehele organisatie. Het ICT-beleid, centrale inkoop, taakbeleid en beloningsbeleid zijn hier voorbeelden van.
De Stichting streeft naar een zo compleet mogelijk onderwijsaanbod ( b.v. Montessori, Dalton, Jenaplan, Tomonderwijs en Kunstmagneetschool). Daarnaast wordt er hoog ingezet op "Passend onderwijs" voor zowel kinderen met een ontwikkelingsachterstand (zorgstructuur) als kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong (Masterclass, Leonardo onderwijs). Het Leonardo onderwijs heeft door de hoge kosten vooralsnog en in lijn met voorgaande jaren, een negatieve invloed op het exploitatieresultaat. Primato heeft dit nog niet structureel kunnen invullen, aanvullende middelen moeten worden gevonden vanuit ouders van leerlingen, overheden, bedrijfsleven, schenkingen en subsidies.
In 2011 heeft Primato breed ingezet op verdere verbetering van de leeropbrengsten. In het kader van Opbrengstgericht Werken (hierna OGW) is een meerjarig traject ingezet. In 2011 heeft informatieoverdracht en begrip rondom de betekenis van OGW plaatsgevonden, een nulmeting per school is uitgevoerd en een opzet plan van aanpak OGW per school is opgesteld. Vanaf schooljaar 2011-2012 zullen de verschillende plannen op schoolniveau worden ingevoerd. Over de uitkomsten en status van de verschillende acties zal driemaandelijks over 2012 worden gerapporteerd aan de algemeen directeur c.q. het bestuur.
Personeel Binnen het kader van de ARBO regels is er met de Arbo Unie Oost Nederland een contract afgesloten toegesneden op de gewenste situatie. Accenten hierbij liggen op preventieve aanpak van ziekteverzuim en de bedrijfshulpverlening. Declaraties worden in rekening gebracht op basis van verrichtingen.
Het terugdringen van het ziekteverzuim blijft een speerpunt in het personeelsbeleid. Ingeval van ziekte hebben case-managers beschikking over digitale ondersteuning m.b.t. het opstellen van een plan van aanpak en het opstellen van re-integratiedossiers. Voornoemd beleid is met name gericht op het tijdig en zorgvuldig re-integreren van onze medewerkers, met als bijkomend effect een daling van het verzuimpercentage. Een daling van het ziekteverzuim zal leiden tot een minder aantal claims richting het Vervangingsfonds, hetgeen betekent geen malusvergoeding van het Vervangingsfonds aan het eind van het boekjaar. De directeuren hebben in 2011 zich volledig ingezet op goed casemanagement, met als gevolg dat we over het boekjaar 2011 geen malus verwachten. We verwachten over 2012 eveneens geen malusvergoeding.
Huisvesting De gebouwen zijn door de gemeente Hengelo in juridisch eigendom overgedragen aan de Stichting Scholengroep Primato. Gelet op het leerlingenaantal zal in de komende jaren moeten worden bezien of het economisch verantwoord is om alle locaties open te houden. Onder regie van de gemeente Hengelo is er in 2011 een onderzoek uitgevoerd om te kijken of samenwerking tussen verschillende schoolbesturen kostenbesparend kan werken op het gebied van onderwijshuisvesting. Nieuwe ontwikkelingen op het gebied van voor-, tussen- en naschoolse opvang zullen in toenemende mate het gebruik van de schoolgebouwen intensiveren hetgeen een extra druk zal leggen op de exploitatie. Samen met scholen van de Schaepmanstichting en MarCanT zal de Primato Waarbeekschool in 2013 een nieuw schoolgebouw betrekken in een multifunctionele accommodatie in de Berflo Es. Financiën Bij het opstellen van de begroting 2012 zijn de schooldirecteuren inhoudelijk betrokken geweest. Deze werkwijze doet recht aan de wijze waarop de lumpsumfinanciering bedoeld is: directeuren krijgen op deze manier meer mogelijkheden om de beschikbare schoolbudgetten in te zetten op een wijze die past bij gemaakte, onderwijskundige keuzes. Om voor directeuren inzichtelijk te maken welke kosten er werkelijk op schoolniveau aan de verschillende scholen worden toegeschreven, is afgestapt van de eerder gehanteerde werkwijze waarbij bovenschoolse budgetten beschikbaar werden gehouden voor kosten op schoolniveau. Over een aantal andere kosten is afgesproken die juist wel “bovenschools” te plaatsen; het gaat hierbij om kostenposten die niet goed op locatie te beïnvloeden zijn zoals BAPO en de vervanging van ouderschapsverlof. Op basis van tussentijdse financiële rapportages opgesteld in 2011, kan worden geconcludeerd dat het begrote tekort over 2011 nagenoeg gerealiseerd zal worden. Op basis van de huidige prognose wordt voor 2011 een tekort voorzien van ca. € 285.000. De beperkte overschrijding wordt voornamelijk veroorzaakt door eenmalige kosten die gemaakt dienen te worden als gevolg van het vertrek van de algemeen directeur in onderhavig boekjaar.
Jaar
Begroting in € 1.000
Realisatie in € 1.000
Verschil
Verschil
in € 1.000
als % van de totale baten
2007
166
- 290
- 456
3,8 %
2008
-3
- 756
- 753
6,0 %
2009
- 835
- 840
-5
0,0 %
2010
- 364
- 456
- 92
0,7 %
2011
- 257
- 285*
- 28
0,2 %
* concept-realisatie.
Door een sterk verbeterde planning & controlcyclus, zijn we in staat de realisatie adequaat te monitoren. Dit maakt dat we voor 2011 afstevenen op een realisatie die nagenoeg gelijk is aan de begrote cijfers voor 2011. Doordat Primato op financieel gebied in control is, kunnen we het, in een eerdere uitgebrachte meerjarenbegroting waarin het boekjaar 2012 is opgenomen, verwachte exploitatieresultaat over 2012 handhaven.
De dalende leerling-prognoses voor de komende jaren baart ons zorgen. Dit betekent een verdere te verwachten krimp van de organisatie hetgeen een behoorlijke druk op de organisatie zal leggen als geheel en de leerkrachten in het bijzonder. Daarnaast zijn er andere oorzaken te noemen waarbij de (meerjaren)begroting blijvend onder druk zal staan. In dit kader zijn de volgende interne en externe ontwikkelingen te melden:
• • • • • • • •
bezuinigingen van overheidswege op passend onderwijs; de niet-realistische “londo”- vergoeding; de afschaffing van de groeiregeling op schoolniveau; de extra kosten die gemaakt moet worden om te (blijven) voldoen aan de eisen m.b.t. functiemix; ontoereikende vergoeding ten behoeve van onderhoud en fysieke omstandigheden (achterstallig onderhoud); een personeelsbestand met een hoog gewogen gemiddelde leeftijd, met bijhorende hogere kosten; aflopende “bruidsschat-regeling” (in 2012 de laatste tranche); inkorting salarisschalen.
Ondanks bovengenoemde ontwikkelingen voorzien we voor 2012 een exploitatieresultaat van nihil (break-even). Toch zullen de krimp en bovengenoemde ontwikkelingen ons alert dienen te houden. Op momenten blijven ingrijpende maatregelen nodig, met name in de personele sfeer. Dit betekent o.a. dat tijdelijke contracten niet meer worden verlengd. Primato voert actief beleid om personeel in vaste dienst bij andere (onderwijs)organisaties te detacheren, om op die wijze de personele lasten te verminderen. De effecten van de personele maatregelen zijn schooljaar gerelateerd en krijgen daardoor pas effect per augustus 2012. Daarnaast wordt er in 2012 zo minimaal mogelijk geïnvesteerd echter wel met behoud en instandhouding van onderwijskundige kwaliteit.
MJB 2012-2015 Exploitatiebegroting
Realisatie
Realisatie
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
€
€
€
€
€
€
€
3
Baten
3.1
(Rijks)bijdragen OC&W
€
11.863.619
€
11.637.140
€
11.485.993
€
11.385.508
€
10.800.194
€
10.398.652
€
10.352.353
3.2
Overige overheidsbijdragen
€
383.092
€
515.847
€
402.008
€
310.875
€
147.500
€
147.500
€
147.500
3.5
Overige baten
€
1.107.197
€
834.681
€
895.740
€
773.537
€
492.926
€
125.650
€
125.650
12.987.667
€
12.783.741
€
12.469.920
€
11.440.620
€
10.671.802
€
10.625.503
Totaal baten
13.353.908
4
Lasten
4.1
Personele lasten
€
11.975.149
€
11.572.939
€
11.217.292
€
10.666.259
€
9.593.861
€
8.895.192
€
8.877.434
4.2
Afschrijvingen
€
239.295
€
249.008
€
270.403
€
257.355
€
229.777
€
134.628
€
106.089
4.3
Huisvestingslasten
€
1.048.962
€
792.707
€
770.332
€
795.923
€
845.923
€
845.923
€
845.923
4.4
Overige instellingsl+leermidd
€
932.683
€
841.863
€
782.782
€
750.383
€
728.917
€
728.917
€
728.917
Totaal lasten
€
14.196.089
€
13.456.518
€
13.040.809
€
12.469.920
€
11.398.478
€
10.604.660
€
10.558.362
Saldo baten minus lasten
€
842.181-
€
468.851-
€
257.068-
€
0-
€
42.142
€
67.141
€
67.141
Saldo financiële baten en lasten
€
2.168
€
12.326
Result. gewone bedrijfsuitoefening
€
840.013-
€
456.525-
€
257.068-
€
0-
€
42.142
€
67.141
€
67.141
€
840.013-
€
456.525-
€
257.068-
€
0-
€
42.142
€
67.141
€
67.141
5
6
Buitengewone bedrijfsvoering Saldo exploitatie
Groot-boeknr. Exploitatiebaten 3.1 (Rijks)bijdragen OC&W 3.1.1 Normvergoeding personeel Functiemix 3.1.1 Normvergoeding personeel OCW 3.1.1 Normvergoeding personeel OCW LGF 3.1.1 Normvergoeding OCW P&A 3.1.1 Normvergoeding OCW B&M 3.1.1 Normvergoeding materieel OCW 3.1.1 Normvergoeding materieel OCW GLE 3.1.2 Overige subsidies OCW 3.1.2 Overige subsidies OCW GLE 3.1.2 Overig pers. verg. OCW 3.1.2 Overige mat. verg. OCW 3.1.2 Geoormerkt 3.1.2 Geoormerkt OOP GLE 3.1.2 Niet geoormerkt 3.1.2 Niet geoormerkt GLE 3.1.2 Niet geoormerkt school Totaal Rijksbijdragen OC&W 3.2 Overige overheidsbijdragen 3.2.1 Huisvesting gemeenten bijdragen 3.2.1 Overige gemeentelijke bijdragen 3.2.1 Overige gemeentelijke bijdragen GLE 3.2.2 Overige 3.2.2 Overige GLE 3.2.2 Vervangingspool-gelden 3.2.2 BGZ-gelden Totaal Overige overheidsbijdragen 3.5 Overige baten 3.5.2 Ouderbijdragen 3.5.4 Verhuur onroerende zaken 3.5.4 Bestuursbaten van /aan 3.5.4 Bestuursbaten van /aan GLE 3.5.5 Detachering personeel 3.5.5 Detachering personeel GLE 3.5.6 Schenking 3.5.7 Sponsoring 3.5.8 Overige baten 3.5.8 Overige baten GLE 3.5.8. Egalisatierekening GLE/FPE Totaal Overige baten 3.
2011 Primato
2012
2013
2014
2015
831100 831100 831101 831110 831120 831150 831151 831200 831201 831210 831220 831230 831231 831240 831241 831250
€ € 8.236.740 € 342.480 € 1.009.116 € € 1.575.248 € € € € € € 15.525 € € 306.884 € € € 11.485.993
€ € 8.175.316 € 312.238 € 1.015.708 € € 1.542.338 € € € € € € 15.648 € € 324.260 € € € 11.385.508
€ € 7.900.794 € 182.139 € 944.028 € € 1.500.296 € € € € € € € € 272.937 € € € 10.800.194
€ € 7.754.900 € € 926.463 € € 1.443.173 € € € € € € € € 274.115 € € € 10.398.652
€ € 7.707.097 € € 919.885 € € 1.444.428 € € € € € € € € 280.943 € € € 10.352.353
832120 832130 832131 832200 832201 832240 832250
€ € € € € € € €
402.008 402.008
€ € € € € € € €
310.875 310.875
€ € € € € € € €
147.500 147.500
€ € € € € € € €
147.500 147.500
€ € € € € € € €
147.500 147.500
835200 835400 835410 835411 835500 835501 835600 835700 835800 835801 835899
€ € € € € € € € € € € €
45.000 132.576 718.164 895.740
€ € € € € € € € € € € €
46.000 50.000 21.350 656.187 773.537
€ € € € € € € € € € € €
46.000 50.000 21.350 375.576 492.926
€ € € € € € € € € € € €
46.000 50.000 21.350 8.300 125.650
€ € € € € € € € € € € €
46.000 50.000 21.350 8.300 125.650
TOTALE BATEN
Exploitatielasten 4.1 Personele lasten 4.1.1 Lonen en salarissen dir 4.1.1 Vakantie-uitkering dir 4.1.1 Eindejaars-uitkering dir 4.1.1 Gekapitaliseerde maatregelen 4.1.1 Lonen en salarissen Functiemix 4.1.1 Lonen en salarissen op 4.1.1 Vakantie-uitkering op 4.1.1 Eindejaars-uitkering op 4.1.1 Lonen en salarissen oop 4.1.1 Vakantie-uitkering oop 4.1.1 Eindejaars-uitkering oop 4.1.2 Sociale lasten dir 4.1.2 Maatregelen school optioneel 4.1.2 Sociale lasten op 4.1.2 Sociale lasten oop Subtotaal Loonkosten 4.1.3 Overige pers. lasten/reiskosten dir 4.1.3 Overige pers. lasten/verhuiskstn dir 4.1.3 Overige pers. lasten/gratificatie dir 4.1.3 Overige pers. lasten/overig 4.1.3 Overige pers. lasten/reiskosten op 4.1.3 Overige pers. lasten/reiskosten oop 4.1.3 Overige personele lasten / dienstreizen dir 4.1.3 Overige personele lasten / dienstreizen op 4.1.3 Overige personele lasten / dienstreizen oop 4.1.3.1 Dotatie personelevoorziening 4.1.3 Overige pers. lasten/verhuiskstn op 4.1.3 Overige pers. lasten/gratificati op 4.1.3.1 Dotatie voorziening bapo 4.1.3.1 Dotatie voorziening jubilea 4.1.3.2 Loonkosten derden/Pers. Ext. Dnsten 4.1.3 Overige pers. lasten/verhuiskstn oop 4.1.3 Overige pers. lasten/gratificati oop 4.1.3.3 Compensatie loonkstn best/bm 4.1.3.3 (Na)scholing 4.1.3.3 P&A 4.1.3.3 Arbo-dienstverlening 4.1.4 WAO-gelden 4.1.4 ZW-gelden 4.1.4 VVF-reserv Malus 4.1.4 VVF-Verv.poule Subtotaal Overige personeelslasten Totaal Personele lasten
441100 441101 441102 441103 441110 441110 441111 441112 441120 441121 441122 441200 441203 441210 441220 441300 441301 441302 441303 441304 441305 441306 441307 441308 441310 441311 441312 441313 441315 441320 441321 441322 441330 441331 441332 441333 441410 441420 441430 441440
€ 12.783.741
€ 12.469.920
€ 11.440.620
€ 10.671.802
€ 10.625.503
€ 876.245 € € € € 29.311 € 6.877.008 € € € 366.061 € € € 292.082 € 148.599€ 2.292.335 € 122.020 € 10.706.462 € € € € 37.000 € € € 800 € 600 € 400 € € € 10.000 € € € 153.588 € € 108.628 € € 72.300 € 8.650 € 76.500 € € € 42.364 € € 510.830
€ 886.841 € € € € € 6.696.035 € € € 380.326 € € € 295.614 € 299.240€ 2.232.011 € 126.776 € 10.318.363 € € € € 7.500 € € € 800 € 600 € 400 € € € 6.771 € € € 90.632 € € 80.000 € € 103.293 € 7.900 € 50.000 € € € € € 347.896
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
873.006 6.688.678 380.326 291.002 1.322.3222.229.559 126.776 9.267.026 7.500 800 600 400 6.771 90.632 80.000 82.232 7.900 50.000 326.835
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
873.006 6.688.678 378.977 291.002 2.019.1922.229.559 126.326 8.568.357 7.500 800 600 400 6.771 90.632 80.000 82.232 7.900 50.000 326.835
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
873.006 6.688.678 378.013 291.002 2.035.6652.229.559 126.005 8.550.599 7.500 800 600 400 6.771 90.632 80.000 82.232 7.900 50.000 326.835
€ 11.217.292
€ 10.666.259
€
9.593.861
€
8.895.192
€
8.877.434
4.2 4.2.2 4.2.3 4.2.3 4.2.3 4.2.5 4.2.3 4.2.3 4.2.3 4.2.3 4.2.3 4.2.5 4.3 4.3.1 4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.3 4.3.4 4.3.4 4.3.4 4.3.5 4.3.5 4.3.5 4.3.6 4.3.6 4.3.7 4.4 4.4.1 4.4.1 4.4.1 4.4.1 4.4.1 4.4.1 4.4.1 4.4.1 4.4.2 4.4.2 4.4.3 4.4.4 4.4.4 4.4.4 4.4.4 4.4.4 4.4.4 4.4.4 4.4.4 4.4.4 4.4.4 4.4.4 4.4.4 4.5 4.5 4.5
4.
Afschrijvingen (incl. schouw) Afschr. Kn. Gebouwen/gebouwdelen Afschr. Kn. Kantoormeub. SCH Afschr. Kn. Schoolmeub. SCH Afschr. Kn. Apparatuur SCH Afschr. Kn. Leer-hulpm. SCH Afschr. Kn. ICT SCH Afschr. Kn. Kantoormeub. Nieuw Afschr. Kn. Schoolmeub. Nieuw Afschr. Kn. Apparatuur Nieuw Afschr. Kn. ICT Nieuw Afschr. Kn. Leer-hulpm. Nieuw Totaal Afschrijvingen Huisvestingslasten Huurkosten Huisvesting gemeenten lasten Dotatie onderhoudsvoorziening(M. Dagelijks onderhoud Tuinonderhoud Electra Gas Water Schoonmaakbedrijf Glasbewassing Schoonmaakartikelen Heffingen gemeentes Heffingen waterschap Overige huisvestingslasten Totaal Huisvestingslasten Overige instellingslasten Onderwijsbureau Kantoorbenodigdheden Reis- en verblijfskosten Telefoonkosten Portokosten CAI/Kabeltelevisie ID-materiaalkosten Overige beheerslasten Inventaris en apparatuur ICT-verbruikskosten Dotatie overige voorzieningen Wervingskosten Representatiekosten Schoolse activiteiten Buitenschoolse activiteiten Kosten TSO/BSO Bijdragen aan/vanuit samenwerkin Bijdragen aan/vanuit bestuur/bmt Verzekeringen Contributies Medezeggenschapsraad Gemeenschappelijke medezeggensch Ouderraad Verbruiksmateriaal onderwijs Kopieer/reprokosten Vakken totaal Totaal Overige instellingslasten
442200 442302 442312 442322 442332 442342 442352 442362 442372 442392 442582
€ € € € € € € € € € € €
14.092 44.148 1.928 6.322 17.895 128.290 57.728 270.403
€ € € € € € € € € € € €
14.092 44.148 1.916 6.668 19.171 104.935 66.425 257.355
€ € € € € € € € € € € €
14.092 22.074 1.916 6.688 19.171 93.855 71.981 229.777
€ € € € € € € € € € € €
14.092 1.916 6.688 19.171 32.130 60.631 134.628
€ € € € € € € € € € € €
14.092 1.916 6.688 19.172 16.373 47.848 106.089
443100 443120 443200 443300 443310 443400 443410 443420 443500 443510 443520 443600 443610 443700
€ € € € € € € € € € € € € € €
45.550 150.000 11.500 93.000 145.200 12.420 238.237 1.300 15.400 4.200 14.275 39.250 770.332
€ € € € € € € € € € € € € € €
47.132 150.000 10.955 100 94.400 167.350 12.920 240.450 1.590 14.580 3.050 13.425 39.971 795.923
€ € € € € € € € € € € € € € €
47.132 200.000 10.955 100 94.400 167.350 12.920 240.450 1.590 14.580 3.050 13.425 39.971 845.923
€ € € € € € € € € € € € € € €
47.132 200.000 10.955 100 94.400 167.350 12.920 240.450 1.590 14.580 3.050 13.425 39.971 845.923
€ € € € € € € € € € € € € € €
47.132 200.000 10.955 100 94.400 167.350 12.920 240.450 1.590 14.580 3.050 13.425 39.971 845.923
444100 444110 444120 444125 444126 444127 444143 444150 444200 444250 444300 444400 444410 444420 444430 444435 444440 444445 444450 444460 444470 444480 444490 445000 445100 445200
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
142.500 6.000 2.150 16.850 3.710 2.603 15.250 5.300 128.000 3.000 8.389 24.804 4.200 2.100 30.000 2.665 41.200 4.150 2.500 250 230.961 106.200 782.782
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
145.000 5.400 1.730 18.008 3.295 2.518 21.349 4.300 143.202 2.900 3.925 29.274 5.200 1.250 22.500 3.569 40.085 3.984 2.500 500 183.480 106.414 750.383
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
145.000 5.400 1.730 18.008 3.295 2.518 11.570 4.300 131.515 2.900 3.925 29.274 5.200 1.250 22.500 3.569 40.085 3.984 2.500 500 183.480 106.414 728.917
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
145.000 5.400 1.730 18.008 3.295 2.518 11.570 4.300 131.515 2.900 3.925 29.274 5.200 1.250 22.500 3.569 40.085 3.984 2.500 500 183.480 106.414 728.917
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
145.000 5.400 1.730 18.008 3.295 2.518 11.570 4.300 131.515 2.900 3.925 29.274 5.200 1.250 22.500 3.569 40.085 3.984 2.500 500 183.480 106.414 728.917
TOTALE LASTEN Waarvan MI + Overige P-lasten
SALDO BATEN -/- LASTEN
5 5.1.1 5.1.2 6 6.1.1 6.1.2
Saldo financiële baten en lasten Rentebaten Rentelasten Totaal rente baten en lasten Buitengewone bedrijfsvoering Buitengewone baten Buitengewone lasten Totaal buitengewone baten en lasten
€ 13.040.809
€ 12.469.920
€ 11.398.478
€ 10.604.660
€ 10.558.362
€
2.334.347
€
€
2.131.452
€
2.036.303
€
2.007.764
€
257.068- €
0- €
42.142
€
67.141
€
67.141
2.151.557
851000 € 852000 € €
-
€ € €
-
€ € €
-
€ € €
-
€ € €
-
861100 € 861200 € €
-
€ € €
-
€ € €
-
€ € €
-
€ € €
-
42.142
€
67.141
€
67.141
SALDO BATEN -/- LASTEN (EXPLOITATIERESULTAAT)
€
257.068- €
0- €
Geleideformulier voor behandeling in commissie en/of raad
CASENUMMER
11G202039
PORT.HOUD:
ONDERWERP:
Begroting 2012 Stg. OSG Hengelo.
Lievers
RAADSGRIFFIE GRIFFIER: DHR. G.J. EEFTINK ADJUNCT-GRIFFIER: MW. A. HAARHUIS ADJUNCT-GRIFFIER: DHR. L.F. NIJLAND
paraaf griffier
Griffie-advies voor behandeling in commissie en/of raad Behandelen Commissie Fysiek Commissie Sociaal Commissie Bestuur Trefpunt (uitgebreide commissie) Raadsvergadering
Informeren
20/12 LN
Datum
B
18-01-2012
B
31-01-2012
Opmerkingen griffier:
Behandeling in de raadscommissie Bestuur
Fysiek
Datum:
X
18-01-2012
Sociaal
Agendapunt:
10
Besluit: Geïnformeerd Akkoord voor raadsbehandeling Hamerstuk Niet-akkoord paraaf griffier
Opmerkingen commissiegriffier:
Stuknummer: 457247
SAMENVATTING RAADSVOORSTEL CASENUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
11G202039 457397 / 457397
L. de Jong / H.Seep
BP
Lie
ONDERWERP
AGENDANUMMER
Begroting 2012 en meerjarenbegroting 2013-2016 Stichting OSG Hengelo
BELEIDSPROGRAMMA/FACETAGENDA
01 – Werk verbindt
REDEN VAN AANBIEDING
Externe wet- en regelgeving
SAMENVATTING VAN HET RAADSVOORSTEL EN HET VERVOLGTRAJECT
De stichting OSG Hengelo is een openbare scholengemeenschap welke na de verzelfstandiging per 1 augustus 2008 wordt bestuurd door de algemeen directeur/bestuurder, met de Raad van Toezicht (RvT) als toezichthoudend orgaan. De Raad van Toezicht heeft ingestemd, zie bijlage. De instemming van de GMR is te verwachten in januari 2012. De Stichting OSG Hengelo heeft de begroting 2012 en de meerjarenbegroting 2013-2016 ingediend. Bij de uitgangspunten van de meerjarenbegroting is rekening gehouden met de leerlingenprognoses, en de nieuwbouw van het Gildecollege zoals dat door de Raad in september 2011 is vastgesteld. Er is in de meerjarige exploitatie nog geen rekening gehouden met de verhuizing van het Bataafs Lyceum naar de Bataafse Kamp en de aanpassing van ’t Genseler in 2014, omdat hierover nog te veel informatie ontbreekt. De begroting 2012 sluit met een nadelig exploitatieresultaat van € 156.000,00. Dit nadelig resultaat wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de terugloop van het leerlingenaantal bij de Montessori-vestiging. Het nadelig exploitatieresultaat kan worden opgevangen binnen de algemene reserve van de school. Het weerstandsvermogen in 2012 (28,3%) begeeft zich binnen de door het Ministerie van OCW gestelde signaleringsgrenzen van 10% (minimum) en 40% (maximum). Dit zal ook de komende jaren het geval zijn. Ook de ratio voor liquiditeit en solvabiliteit geven aan dat er een gezonde organisatie staat.
PLAATSGEVONDEN COMMUNICATIE, DE RESULTATEN DAARVAN EN HET COMMUNICATIEPLAN VOOR HET VERVOLGTRAJECT
Na goedkeuring door de Raad wordt middels een brief de stichting OSG Hengelo in kennis gesteld.
VOORSTEL AAN DE RAAD
De Raad voor te stellen om de begroting 2012 van de Stichting OSG Hengelo goed te keuren, en de meerjarenbegroting 2013-2016 voor kennisgeving aan te nemen.
OPSOMMING VAN BIJLAGEN
Begroting 2012 Stichting OSG Hengelo Meerjarenbegroting 2013-2016 Stichting OSG Hengelo
RAADSVOORSTEL REGISTRATIENR.
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
11G202039
L. de Jong / H. Seep
BP
Lie
ONDERWERP
Begroting 2012 en meerjarenbegroting 2013-2016 Stichting OSG Hengelo
AANLEIDING EN DOEL
De Stichting OSG Hengelo heeft de begroting 2012 en de meerjarenbegroting 2013-2016 ingediend. In de statuten van de Stichting OSG Hengelo staat dat wanneer de Raad van Toezicht van de Stichting de begroting heeft goedgekeurd, de Stichting deze ter goedkeuring aanbiedt aan de raad van de gemeente Hengelo. De Raad van Toezicht van de Stichting OSG Hengelo heeft de begroting 2012 goedgekeurd. OVERWEGINGEN
Het negatieve exploitatie resultaat over 2012 kan worden opgevangen binnen de algemene reserve van de school. Het weerstandsvermogen begeeft zich binnen de door het ministerie van OCW gestelde signaleringsgrenzen. Dit geldt ook voor de komende jaren. De liquiditeit- en salvabiliteitsratio geven aan dat er een gezonde organisatie staat. FINANCIËLE EN PERSONELE ASPECTEN
N.v.t.
COMMUNICATIE EN INSPRAAK
Geen
VERVOLGTRAJECT EN
–PRODUCTEN
Na goedkeuring door de Raad wordt middels een brief de Stichting OSG Hengelo in kennis gesteld.
VOORSTEL AAN DE RAAD
De Raad voor te stellen om de begroting 2012 van de Stichting OSG Hengelo goed te keuren, en de meerjarenbegroting 2013-2016 voor kennisgeving aan te nemen.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN HENGELO,
De secretaris
De burgemeester
RAADSBESLUIT REGISTRATIENR.
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
11G202039
h. seep
BP
Lie
ONDERWERP
Begroting 2012 en meerjarenbegroting 2013-2016 Stichting OSG Hengelo
DE RAAD VAN DE GEMEENTE HENGELO, GELEZEN HET VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS, BESLUIT:
De begroting 2012 van de Stichting OSG Hengelo goed te keuren, en de meerjarenbegroting 2013-2016 voor kennisgeving aan te nemen.
DE GEMEENTERAAD VAN HENGELO,
De griffier
DATUM
De voorzitter
*457371* Maatschappelijke ontwikkelingen
Bestuursbureau Stichting OSG Hengelo Postbus 188 7550 AD Hengelo
Onderwerp Begroting 2012
Postbus 18 7550 AA Hengelo
Kenmerk 11G202039/ 457371
Datum
Geachte heer/mevrouw, Bij deze laten wij u weten dat de Raad van de gemeente Hengelo de begroting 2012 van de Stichting OSG Hengelo heeft goedgekeurd.
Met vriendelijke groet, De gemeenteraad van Hengelo, de griffier, de voorzitter,
Bezoekadres
Behandeld door
Hazenweg 121
H. Seep
E-mail adres
Tel. 074-2459777
[email protected]
MEERJARENBEGROTING 2012-2016
20CS en 23 EJ te
Hengelo-Ov
Pagina 1
voorblad
Uitgangspunten bij de meerjarenbegroting Stichting OSG Hengelo 2012-20116 Stichting OSG Hengelo 2012-2016 *
Prognoses leerlingen
*
Verhuizing Bataafs Lyceum naar Bataafse Kamp Er is in deze begroting geen rekening gehouden met extra investeringen en / of verhuiskosten Er ontbreekt op dit moment nog veel informatie. * voor de gebouwen * voor de inrichting / verbouwingen / opknappen van het interieur * extra inkomsten Er zal een schouw uitgevoerd worden op de Bataafse Kamp; dit om de exploitaiekosten in beeld te brengen van dit gebouw. Tevens zal een raming van de kosten gemaakt worden om het gebouw weer geschikt te maken voor modern onderwijs voor het HAVO en het VWO. Er wordt een schatting gemaakt hoeveel leerlingen dit gebouw dan kan huisvesten.
*
Nieuwbouw Gilde College -
*
gebouwen extra investering inrichting
€
775.000 35.000
Aanpassing 't Genseler (aanpassing gebouw en aanpassing inrichting) Er is in deze begroting geen rekening gehouden met extra investeringen. * voor de gebouwen * voor de inrichting / verbouwingen / opknappen van het interieur * extra inkomsten
A 1 20CS en 23 EJ 2 MEERJARENBEGROTING 2012-2016 3 4 5 6 INVULGEGEVENS 7 8 9 11 Schoolsoort 12
B
zelfstandig praktijkonderwijs
13 Naam 14
20CS en 23 EJ
15
Hengelo-Ov
C
12
D
E
F
G
H
I
J
1-10-2010
arcade
11
11
11
11
17
11
16
arcade
10
10
10
10
10
10
17
VAVO
29
29
29
29
29
29
2011 779 1155 0 0 102 0 0 79 0 0 42 225 2381
2012 760 1134 0 0 120 0 0 66 0 0 41 225 2346,1
2013 916 1010 0 0 113 0 0 62 0 0 36 225 2362,5
2014 969 993 0 0 118 0 0 61 0 0 36 225 2401,9
2015 1008 1051 0 0 144 0 0 56 0 0 36 225 2519,2
2016 1002 1176 0 0 148 0 0 56 0 0 36 225 2642,9
18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 Overige gegevens 40 41 42 Personeel 43 44 45 46 47 49 Materieel 50
leerlingaantallen per 1 oktober* vwo/avo/vbo 1 + 2 (excl. LWOO) vwo/avo 3 t/m 6 theoretische leerweg 3 en 4 lwoo gemengde leerweg 3 en 4 vbo 3 + 4 groep I vbo 3 + 4 groep II vbo 3 + 4 groep III vbo 3 + 4 groep I lwoo vbo 3 + 4 groep II lwoo vbo 3 + 4 groep III lwoo lwoo 1 + 2 pro totaal: Aantal leerlingen per 1 okt 2009 totaal
2588
*Aantal leerlingen Vavo TG voor 50% opnemen!
Situatie voor 2012 ONWAAR ONWAAR ONWAAR 19.343131.060ONWAAR 2011
Spreidingsnoodzaak Extra vaste voet LWOO Extra vaste voet PRO Verrekening uitkeringskosten Overgangsbudget Overgangsrecht samenvoeging VO-SVO Extra bekostiging onder de opheffingsnorm
invulgegevens
2013 ONWAAR ONWAAR ONWAAR 131.060ONWAAR
2014 2015 ONWAAR ONWAAR ONWAAR ONWAAR ONWAAR ONWAAR 130.000130.000ONWAAR WAAR
2016 ONWAAR ONWAAR ONWAAR 130.000ONWAAR
Page 3
20CS en 23 EJ MEERJARENBEGROTING 2012-2016
Kengetallen Onderwerp
Rekening 2011
Begroting 2012
2013
2014
2015
2016
Leerlingen Aantal leerlingen bekostiging
2381,1
2346,1
2362,5
2401,9
2519,2
2642,9
-314.700
-156.154
-3.287
-674.271
192.586
237.253
-156.357 131.160 -23.795 11.492 37.123 0 -163.940 -85.000 -40.000 16.299 0
-71.252 101.698 84.200 11.492 38.605 0 -164.621 0 -224.413 46.470 0
310.393 -47.804 14.580 9.180 28.605 -463.843 160.868 0 -150.743 33.605 0
591.954 17.369 -414.994 3.201 -35.406 -775.000 30.000 0 -192.505 -47.963 0
246.695 -52.105 116.716 0 21.087 0 -204.714 0 -73.436 -104.020 0
176.171 1.635 128.616 0 14.412 0 -54.211 0 -77.400 -49.056 0
-273.017
-177.821
-105.160
-823.344
-49.778
140.167
0
17.926.600
17.685.800
17.892.000
18.167.200
18.951.600
B1 Resultaten Begroot resultaat in ramingen Resultaatbestemming Algemene reserve Bestemmingsreserve publiek ICT Bestemmingsreserve publiek inventaris Bestemmingsreserve publiek projecten Bestemmingsreserve publiek machines (VMBO) Bestemmingsreserve publiek nieuwbouw Bestemmingsfonds publiek boekenfonds Bestemmingsfonds privaat Boekenfonds Bestemmingsfonds privaat schoolfonds Bestemmingsfonds publiek (BAPO) Herwaarderingsreserve Andere wettelijke reserves Statutaire reserves Minderheidsbelang derden Totaal eveneens
Vergoedingen Rijksbijdrage ( RB ) totaal Rijksbijdrage per leerling ( bekostiging) Personele vergoeding per fte (in lumpsum)
0
7.641
7.486
7.449
7.211
7.171
64.442
64.013
64.369
64.256
64.084
498.272
822.000
622.000
1.365.000
590.000
595.000
0
15.441.300 80,9
14.994.200 80,5
15.058.700 77,1
15.346.500 80,9
15.961.300 80,8
33,92
212,67
200,02
191,91
192,61
198,68
0
72.607
74.963
78.469
79.676
80.336
6.582
6.347
6.269
6.092
6.039
#DEEL/0!
Investeringen Geraamde investeringskosten/desinvesteringen
Personele kosten Totale kosten in % van totale kosten Aantal uitgegeven fte's Personele kosten per fte Personele kosten per leerling
#DEEL/0!
0
Resultaat kasstroom Mutatie kalenderjaar Verwachte eindpositie kalenderjaar
-498.272 4.231.729
-70.719 4.161.011
245.148 4.406.158
B1 kengetallen
-1.237.909 3.168.249
268.037 3.436.286
361.884 3.798.170
Page 4
20CS en 23 EJ MEERJARENBEGROTING 2012-2016
Kengetallen Onderwerp
Rekening 2011
Begroting 2012
2013
2014
2015
2016
Reservepositie ultimo Algemene reserve Bestemmingsreserve publiek Bestemmingsreserve privaat Herwaarderingsreserve
2011 2.380.387 2.930.863 367.836 -
2012 2.309.135 3.048.707 143.423 -
2013 2.619.528 2.783.897 7.320-
2014 3.211.482 1.561.105 199.825-
2015 3.458.177 1.338.068 273.262-
2016 3.634.348 1.379.463 350.662-
Totale positie eigen vermogen
5.679.086
5.501.265
5.396.105
4.572.761
4.522.984
4.663.150
Reserve in % totale baten(weerstandsvermogen)
#DEEL/0!
28,3%
28,8%
28,7%
24,9%
€ 200.000 € 2.220.000 66,4% #DEEL/0! 2,25 11%
€ 200.000 ######### 66,1% 23,0% 1,91 11%
€ 200.000 € 2.220.000 67,0% 24,7% 1,87 13%
€ 200.000 € 2.220.000 64,0% 17,9% 1,98 6%
€ 200.000 € 2.220.000 64,4% 19,0% 1,43 7%
Financiele positie vorderingen kortlopende schulden solvabiliteit (EV/(EV+voorz. +kortl. schulden)) Kapitalisatiefactor Liquiditeit Buffer
24,0%
€ €
200.000 2.220.000 64,7% 20,0% 1,55 9%
Weerstandsvermogen is het totale eigen vermogen dat kan worden aangewend om onvoorzienbare tegenslagen c.q. risico's op te vangen. Het omvat alle vrij besteedbare reserves (dus exclusief de eventuele herwaarderingsreserve), uitgedrukt in verhouding tot de totale baten (inclusief financiele baten). Volgens de norm van het Ministerie van OC en W dient dit kengetal zich tussen de signaleringsgrenzen 10% (minimum) en 40% (maximum) te bewegen. Onder liquiditeit wordt verstaan de mate waarin de OSG Hengelo in staat is aan haar verplichtingen op korte termijn te voldoen. De De gewenste waarde voor de current ratio ligt tussen 1 en 1,5. Bij een waarde hoger is dan 1,5 bezit de school te veel liquide middelen. De Onder solvabiliteit wordt verstaan de mate waarin de OSG Hengelo in staat is aan al haar verplichtingen op korte en lange termijn te voldoen. De solvabiliteit wordt berekend door het garantievermogen te delen door het totale vermogen. Onder garantievermogen wordt verstaan het eigen vermogen inclusief de egalisatierekeningen en exclusief de voorzieningen.
Onder de kapitalisatiefactor wordt verstaan of een onderwijsinstelling zijn kapitaal al dan niet efficient benut. De kapitalisatiefactor wordt berekend door het totale kapitaal (=totale vermogen - gebouwen en terreinen) te delen door de totale baten.
B1 kengetallen
Page 5
20CS en 23 EJ MEERJARENBEGROTING 2012-2016
B3
GECONSOLIDEERDE STAAT VAN BATEN EN LASTEN*/STAAT VAN BATEN EN LASTEN Begroting Aantal leerlingen bekostiging
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
4 4.1 4.2 4.3 4.4
Baten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en -subsidies College-, cursus-, lesen examengelden Baten werk in opdracht van derden Overige baten
230
Rekening
€
2011 2588
Begroting 2012 €
2346
2013 €
2362
2014 €
2402
2015 €
2519
2016 €
2643
18.804.700
0
17.926.600
17.685.800
17.892.000
18.167.200
18.951.600
440.300
0
140.900
90.700
90.700
90.700
90.700
0 20.000 1.007.500
0 0 0
0 20.000 741.400
0 20.000 716.700
0 20.000 752.800
0 20.000 787.400
0 20.000 829.400
Totaal baten
20.272.500
0
18.828.900
18.513.200
18.755.500
19.065.300
19.891.700
Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten
16.107.700 684.100 1.909.000 1.996.300
0 0 0 0
15.441.300 930.300 1.062.800 1.655.300
14.994.200 908.700 1.087.100 1.628.000
15.058.700 874.900 1.915.300 1.684.200
15.346.500 767.300 1.182.800 1.675.800
15.961.300 821.500 1.233.500 1.742.300
Totaal lasten
20.697.100
0
19.089.700
18.618.000
19.533.100
18.972.400
19.758.600
-424.600
0
-260.800
-104.800
-777.600
92.900
133.100
109.900
0
104.646
101.513
103.329
99.686
104.153
-314.700
0
-156.154
-3.287
-674.271
192.586
237.253
Saldo baten en lasten 5
€
2011
Financiële baten en lasten Resultaat
B3 staat van baten en lasten
Page 6
20CS en 23 EJ MEERJARENBEGROTING 2012-2016 B4 GECONSOLIDEERD KASSTROOMOVERZICHT */KASSTROOMOVERZICHT
Begroting 2011 € Kasstroom uit operationele activiteiten Saldo van baten en lasten Aanpassing voor: -afschrijvingen - mutaties voorzieningen onderhoud - mutaties voorzieningen personeel - mutaties overige voorzieningen Veranderingen in vlottende middelen - voorraden - vorderingen - schulden
Eindstand liquide middelen
€
2013
€
€
2014
€
€
2015
€
€
2016
-777.600
92.900
133.100
684.100 -115.417 133.500 0
0 0 0 0
930.300 -102.000 79.135 0
908.700 -99.108 60.843 0
874.900 -101.631 28.093 0
767.300 -109.230 7.375 0
821.500 -112.307 10.437 0
0 0 0
109.900 0 0 0
277.583
0 277.583
109.900 109.900
0 0 0
0 0 0 0
0
0 0
0 0
0 0 0
104.646 0 0 0
646.635
0 646.635
104.646 104.646
0 0 0
101.513 0 0 0
765.635
0 765.635
101.513 101.513
0 0 0
103.329 0 0 0
23.762
0 23.762
103.329 103.329
0 0 0
99.686 0 0 0
758.345
0 758.345
99.686 99.686
0 0 0
104.153 0 0 0
-117.500 0 0 0
-498.272 0 0 0
-822.000 0 0 0
-622.000 0 0 0
-1.365.000 0 0 0
-590.000 6 0 0
-595.000 0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0
Mutatie liquide middelen
Eindstand liquide middelen
€
-104.800
Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten
Beginstand liquide middelen Mutatie liquide middelen
Begroting 2012 €
€
-260.800
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten Kasstroom uit financieringsactiviteiten Nieuw opgenomen leningen Aflossing langlopende schulden
2011
0
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen materiële vaste activa Desinvesteringen materiële vaste activa Investeringen financiële vaste activa Desinvesteringen financiële vaste activa Investeringen in deelnemingen en/of samenwerkingsverbanden Mutaties leningen Overige investeringen in financiële vaste activa
€
-424.600
Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen interest Betaalde interest Resultaat financiële vaste activa Buitengewoon resultaat
Rekening €
-117.500 -117.500
0 0
0 0
269.983
4.730.001 269.983
-498.272 -498.272
0 0 -498.272
4.730.001 -498.272 4.999.985
0 0
-822.000 -822.000
0 0
4.231.729
0 0
-70.719
4.231.729 -70.719
-622.000 -622.000
0 0 245.148
4.161.011 245.148 4.161.011
0 0
-1.365.000 -1.365.000
0 0 -1.237.909
4.406.158 -1.237.909 4.406.158
B4 kasstroomoverzicht
0 0
-589.994 -589.994
0 0 268.037
3.168.249 268.037 3.168.249
0 0
€
852.730
0 852.730
104.153 104.153
-595.000 -595.000
0 0 361.884
3.436.286 361.884 3.436.286
3.798.170
Page 7
20CS en 23 EJ MEERJARENBEGROTING 2012-2016 B8 TOELICHTING STAAT VAN BATEN EN LASTEN Aantal leerlingen bekostiging 3 3.1
Baten Rijksbijdragen
3.1.1
Rijksbijdrage OCW Rijksbijdrage sector VO: RV lumpsum personeel RV lumpsum materieel RV Leermiddelen Bij/Af corr. Rijksvergoeding Overig verschil vordering OCW Totaal 3.1.1 rijksbijdragen OCW
311101 311201 311202 311301 311302
224,0
2588,0
2381,1
2011
Begroting 2012 €
15.374.748 2.008.604 829.300 -111.060 0 18.101.591
0 0 0 0 0 0
14.805.493 1.918.368 775.600 -111.060 0 17.388.400
14.623.628 1.897.168 764.500 -110.000 0 17.175.296
14.827.653 1.912.168 769.600 -110.000 0 17.399.420
15.061.956 1.956.068 782.400 -110.000 0 17.690.423
15.703.259 2.038.968 820.100 -110.000 0 18.452.327
169.874 0 0 169.874
0 0 0 0
151.339 0 10.000 161.339
135.009 0 10.000 145.009
120.620 0 3.800 124.420
107.943 0 0 107.943
96.772 0 0 96.772
144.604 166.256 126.860 60.000 0 0 497.720
0 0 0 0 0 0 0
0 170.000 121.416 50.000 0 0 341.416
0 170.000 119.137 50.000 0 0 339.137
0 170.000 121.738 50.000 0 0 341.738
0 170.000 122.425 50.000 0 0 342.425
0 170.000 156.152 50.000 0 0 376.152
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 497.720
0 0
0 341.416
0 339.137
0 341.738
0 342.425
0 376.152
0 35.488 35.488
0 0 0
0 35.488 35.488
0 26.376 26.376
0 26.376 26.376
0 26.376 26.376
0 26.376 26.376
703.082
0
538.244
510.522
492.534
476.744
499.300
0
0
0
0
0
0
0
18.804.673
0
17.926.644
17.685.818
17.891.955
18.167.167
18.951.627
2011
Begroting 2012 €
700 346.000 346.700
0 0 0
700 13.000 13.700
700 13.000 13.700
700 13.000 13.700
700 13.000 13.700
700 13.000 13.700
93.600 0 93.600
0 0 0
77.000 50.178 127.178
77.000 0 77.000
77.000 0 77.000
77.000 0 77.000
77.000 0 77.000
440.300
0
140.878
90.700
90.700
90.700
90.700
Begroting 2011 €
3.1.2 Overige subsidies OCW 3.1.2.1 Geoormerkte subsidies personeel en materieel 312101 Kwaliteitsverbetering onderwijs 312102 Doorontwikkeling praktijonderwijs 312109 Overige subsidies (geoormerkt) Totaal geoormerkte subsidies 3.1.2.2 Niet-geoormerkte subsidies personeel 312203 ESF 312204 LGF, Zorgmiddelen 312205 Maatschappelijke stages 312206 Leraar in opleiding (subsidies) 312208 Verbetering Management 312250 Overig subsidies (niet-geoormerkt) personeel tussentelling personeel materieel 312251 Universum (nieuwe beta vakken) 312290 Overige subsidies (niet geoormerkt) materieel tussentelling materieel Totaal niet-geoormerkte subsidies 312301 vrijval geoormerkte subsidies personeel 312302 vrijval geoormerkte subsidies materieel Totaal vrijval inv.subsidies Totaal 3.1.2 overige subsidies OCW 3.1.3
Af: inkomensoverdrachten Totaal 3.1 rijksbijdrage
3.2
Overige overheidsbijdragen en subsidies
Begroting €
3.2.1
Overige overheidsbijdragen - personeel - materieel Totaal overige overheidsbijdragen Totaal 3.2
Mk
€
2011
Rekening €
€
€
2013
2013
2362,5
€
€
2014
2014
2401,9
€
€
2015
2015
2519,2
€
€
2016
2016
Gemeentelijke bijdragen en subsidies - personeel - materieel Totaal gemeentelijke bijdr. en subsidies
3.2.2
Rekening
2346,1
B8 toel. staat van b. em l.
Page 8
3
321101 321102 321103 321109
Nadere specificaties Overige Gemeentelijke bijdragen en subsidies personeel Taalbeleid Gesubsidieerde banen Arbeidstoedeling/reiskosten Overig gemeentelijke bijdragen (personele)
321201 321202 321203 321204 321205 321206 321207 321209
materieel Vevo-project Cultuurproject Knelpuntenpot Onderwijskansenplan Vergoeding noodlokalen Verlengde schooldag Aanpassingen gebouw Overige gemeentelijke bijdragen (materieel)
3.2.1
3.2.2. 322001 322002 322006 322099 322101 322102 322109
Overige overheidsbijdragen personeel Bijdragen reiskosten stage, arbeid Samenwerkingsverband De leerling begeleid Overige overheidsbijdragen (personeel) materieel Projecten Subsidie Europees Parlement Overige overheidsbijdragen (materieel)
3.3 College-, cursus-, les en examengelden 3.3.5 Examengelden 335001 Examengelden Totaal 3.3 3.4. Baten werk in opdracht derden 341001 Opbrengst werk i.o.v. derden 342003 Overige opbrengst werk i.o.v. derden Totaal 3.4 3.5 352001 352002 352003 352004 352005 3.5.1 351001 351002 351003 351004 351005 3.5.4 354001
Mk
Overige baten personeel Detachering personeel vrijval BAPO vrijval ADV (excl. onttrekking) vrijval opfrisverlof/ jub. vrijval voorziening jubilea tussentelling personeel materieel Verhuur Lokalenverhuur (contractverhuur) Lokalenverhuur (losverhuur) Gymlokalen Sportkantine (pacht) Sportaccomodatie (verhuur) totaal 3.5.1 Sponsoring Sponsering totaal 3.5.4
Begroting 2011
Rekening
2011
Begroting 2012
2013
2014
2015
2016
0 0 700 0 700
0 0 0 0 0
0 0 700 0 700
0 0 700 0 700
0 0 700 0 700
0 0 700 0 700
0 0 700 0 700
10.000 3.000 0 0 25.000 0 0 308.000 0 346.000
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
10.000 3.000 0 0 0 0 0 0 0 13.000
10.000 3.000 0 0 0 0 0 0 0 13.000
10.000 3.000 0 0 0 0 0 0 0 13.000
10.000 3.000 0 0 0 0 0 0 0 13.000
10.000 3.000 0 0 0 0 0 0 0 13.000
0 77.000 0 16.600 93.600
0 0 0 0 0
0 77.000 0 0 77.000
0 77.000 0 0 77.000
0 77.000 0 0 77.000
0 77.000 0 0 77.000
0 77.000 0 0 77.000
0 0 0 0
0 0 0 0
50.178 0 0 50.178
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
20.000 0 0 20.000
0 0 0 0
20.000 0 0 20.000
20.000 0 0 20.000
20.000 0 0 20.000
20.000 0 0 20.000
20.000 0 0 20.000
30.000 79.274 89.066 0 12.000 210.340
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 10.000 2.300 0 6.500 30.000 48.800
0 0 0 0 0 0 0
0 10.000 2.300 0 6.500 30.000 48.800
0 10.000 2.300 0 6.500 30.000 48.800
0 10.000 2.300 0 6.500 30.000 48.800
0 10.000 2.300 0 6.500 30.000 48.800
0 10.000 2.300 0 6.500 30.000 48.800
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
B8 toel. staat van b. em l.
Page 9
3 3.5.5 355101 355102 355104 355105 355106 355107 355108 355109 355111 355116 355117 355203 355301 355302 355401 355404 355405 355601
Ouderbijdragen /excursies Ouderbijdragen ICT bijdrage Certificering Leerlingzaken, w.o.verzekering (collectief) Kluisjes, huur Kluisjes, borg Kopieerkosten Communicatie met ouders Schoolpas Klussendienst Werkprojecten Introductie Schoolreizen Dagexcursies (cult. activiteiten) Borg huurboeken Leermiddelen (boeken) Opbrengst verkoop boeken Nog te verdelen opbrengsten totaal 3.5.5
3.5.6 356201 356202 356203 356204 356205 3.5.6 356401 356402 356205 356404 356499 3.5.6
Opbrengst kantine Aula MO/BK Aula WM Aula GEN BTW Stagevergoedingen Overige materiële vergoedingen Bijdrage Genseler Bijdrage Centraal Stagevergoedingen Vrijval voorziening onderhoud Overige bijdragen Overige materiële vergoedingen totaal 3.5.6 3.5 totaal overige baten totale baten
Mk
Begroting 2011
Rekening
2011
Begroting 2012
2013
2014
2015
2016
22.302 64.273 0 5.212 15.443 16.161 31.142 11.031 19.770 29.834 0 0 240.781 54.360 0 0 0 53.896 564.205
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
21.298 52.836 0 12.371 15.093 19.471 29.953 13.571 8.372 402 0 8.372 278.538 40.877 0 0 0 0 501.154
20.947 51.273 0 12.722 14.848 19.031 29.266 13.558 8.858 402 0 8.858 255.538 40.592 0 0 0 0 475.894
21.145 49.785 0 14.238 14.962 19.095 28.962 14.201 10.542 414 0 10.542 281.073 41.240 0 0 0 0 506.199
21.561 48.935 0 15.810 15.238 19.409 29.002 14.963 12.236 427 0 12.236 303.282 42.151 0 0 0 0 535.250
22.613 50.421 0 17.427 16.060 20.332 30.253 16.072 13.801 439 0 13.801 324.364 43.664 0 0 0 0 569.247
151.921 16.000 2.500 3.700 15.000 0 -5.000 0 0 0 0 0 184.121
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
144.460 16.000 2.500 3.700 15.000 0 0 9.809 0 0 0 0 191.469
141.073 16.000 2.500 3.500 15.000 0 0 13.901 0 0 0 0 191.973
141.562 16.480 2.575 3.605 15.450 0 0 18.119 0 0 0 0 197.791
143.984 16.974 2.652 3.713 15.914 0 0 20.132 0 0 0 0 203.369
151.092 17.484 2.732 3.825 16.391 0 0 19.829 0 0 0 0 211.352
1.007.466
0
741.423
716.667
752.790
787.418
829.400
20.272.439
0
18.828.945
18.513.185
18.755.445
19.065.286
19.891.727
B8 toel. staat van b. em l.
Page 10
3
Begroting 2011
2011
Begroting 2012
2013
2014
2015
2016
0 0 0 0
11.854.300 1.097.600 1.547.000 14.498.900
11.455.700 1.126.900 1.502.900 14.085.500
11.534.300 1.134.600 1.513.200 14.182.100
11.784.400 1.159.100 1.546.000 14.489.500
12.279.200 1.207.800 1.611.000 15.098.000
0 79.157 54.343 11.500
0 0 0 0
0 0 79.135 13.125
0 0 60.843 13.383
33.000 0 14.000 4.500 2.200 120.000 20.000
0 0 0 0 0 0 0
25.000 0 15.000 3.571 2.200 120.000 24.083
25.000 0 15.000 3.621 2.200 120.000 11.825
40.500 2.500 15.000 0 4.100 1.500 0 17.500 50.000 1.000 0 177.463 19.000 1.000 150.000 100.000 2.000 920.263
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
41.333 2.708 17.083 0 8.042 2.000 15.000 17.833 52.000 0 0 236.683 20.125 1.000 165.067 85.404 2.000 948.393
42.500 3.000 20.000 0 8.100 2.000 15.000 19.000 52.000 0 0 226.743 21.000 1.000 165.067 85.404 2.000 914.685
0 0 28.093 13.708 0 25.000 0 15.000 3.650 2.260 120.000 12.000 0 42.500 3.000 20.000 0 8.220 2.000 15.000 19.000 52.000 0 0 226.166 21.000 1.000 165.067 85.404 2.530 882.598
0 0 7.375 14.083 0 25.000 0 15.000 3.671 2.322 120.000 12.000 0 42.500 3.000 20.000 0 8.344 2.000 15.000 19.000 52.000 0 0 226.625 21.000 1.000 165.067 85.404 2.561 862.951
0 0 10.437 14.200 0 25.000 0 15.000 3.700 2.385 120.000 12.000 0 42.500 3.000 20.000 0 8.471 2.000 15.000 19.000 52.000 0 0 229.544 21.000 1.000 165.067 85.404 2.593 869.301
-86.000 -191.000 -277.000
0 0 0
0 -6.000 -6.000
0 -6.000 -6.000
0 -6.000 -6.000
0 -6.000 -6.000
0 -6.000 -6.000
16.107.705
0
15.441.293
14.994.185
15.058.698
15.346.451
15.961.301
4
Lasten
4.1
Personele lasten
4.1.1
Lonen en salarissen Brutolonen 12.803.224 Sociale lasten 1.185.532 Pensioenpremies/vakantie/eindejaarsuitk. 1.475.686 Totaal 4.1.1 lonen en salarissen 15.464.442 Verwijzing naar: overzicht " kosten personeel salarisadministratie".
4.1.2
Overige personele lasten: Dotaties personele voorzieningen Dotatie opfrisverlof Dotatie ADV-spaarverlof Dotatie uitgestelde BAPO Dotatie jubileumgratifacaties Personeel niet in loondienst Ingehuurd personeel Uitzendkrachten ID-banen LIO / stage vergoedingen Personeel zonder dienstverband Detachering uit Raad van Toezicht Overige personele lasten: Juridische dienstverl. Kosten ambtsjubilea/afscheid Kosten outplacement Kosten reintegratie Leraar in opleiding (kosten) Medezeggenschapsraad Vervangingskosten / risicofonds Werving en selectie personeel Overig personeelskosten Woon- werkverkeer Fietsplan Kosten nascholing Arbodienst contractkosten Begeleiding personeel BGZ Bijdrage Arcade Bijdrage ROC VAVO Overig Totaal 4.1.2 overige personele lasten:
412101 412102 412103 412104 412201 412202 412301 412302 412303 412304 412305 412401 412402 412403 412404 412405 412406 412407 412408 412409 412410 412411 412501 412601 412602 412701 412702 412801
4.1.3 Uitkeringen (-/-) 413001 Uitkering USZO / UWV algemeen 413002 Uitkering risico/vervangingsfonds Totaal 4.1.3 uitkeringen Saldo 4.1
Mk
Rekening
B8 toel. staat van b. em l.
Page 11
3 4.1.a
4.1.1 4.1.2 4.1.3
4.1.b
Begroting 2011 Personele lasten naar kostendragers ( afgerond € 1.000) Loonkosten Directie Loonkosten O.P. Loonkosten O.O.P. Tussentelling Overige kosten ( zie boven ) Uitkeringen Saldo eveneens
Afschrijvingen
4.2.1 421001 Afschrijving Immateriële Vaste Activa totaal 4.2.1 4.2.2 422101 422201 422202 422203 422204 422205 422206 422207 422208 422301 422302 422401 422402 422403
Materiële vaste activa Afschrijving verbouwingen Afschrijving meubilair vanaf 2004 Afschrijving machines VMBO vanaf 2004 Afschrijving leer- en hulpm. vanaf 2004 Afschrijving hardware vanaf 2004 Afschrijving software vanaf 2004 Afschrijving app.en machines vanaf 2004 Afschrijving Inrichting vanaf 2004 Afschrijving HMVA Afschrijving Nieuwe boeken vanaf 2004 Afschrijving werkboeken Afschrijving Bedrijfsauto Afschrijving Aanhanger Afschrijving overige jaren totaal 42.2.
Verwijzing: naar staat vaste activa Totaal 4.2
Mk
€
2011
905.592 12.208.782 2.179.966 15.294.341 921.000 -277.000 15.938.341
Rekening €
2011
2011 0 0 0 0 0 0 0
Begroting 2012
2013
2014
2015
2016
Begroting 2012 € 814.474 11.536.696 2.147.697 14.498.867 950.000 -6.000 15.442.867
2013 € 773.238 11.157.281 2.144.976 14.075.496 917.000 -6.000 14.986.496
2014 € 749.403 11.251.976 2.165.627 14.167.006 885.000 -6.000 15.046.006
2015 € 749.603 11.519.373 2.205.631 14.474.607 865.000 -6.000 15.333.607
2016 € 751.017 12.111.315 2.220.658 15.082.989 869.000 -6.000 15.945.989
Personeelsbezetting naar inrichting organisatie Onderdelen Directie Onderwijzend personeel tijd Onderwijzend personeel vast OOP tijd OOP vast Totaal
4.2
Begroting
Rekening
Aantal fte's 8,9000 17,1000 124,2000 24,8528 43,6622 33,9
Aantal fte's Aantal Aantalfte's fte's Aantal fte's Aantal fte's Aantal fte's Aantal fte's 8,1317 7,6592 7,3101 7,0928 7,0928 7,0928 12,0757 7,4713 4,3583 7,9338 15,1423 24,4333 148,6949 141,3751 137,3576 134,6711 132,9485 133,7446 2,8835 3,8108 2,8593 2,5256 2,9209 2,9209 40,8834 39,7042 40,0212 40,3891 40,5772 40,5772 212,7 200,0 191,9 192,6 198,7 208,8
Begroting
Rekening
€
2011
€
Begroting 2011
€
2012
€
2013
€
2014
€
2015
€
2016
0
0 0
0
0
0
0
0
24.130 4.084 3.856 205.878 2.314 37.142 71.679 55.629 113.123 8.911 1.240 156.111 684.095
0
26.687 4.083 33.999 245.583 3.625 39.022 87.333 38.933 57.425 162.270 284 434 230.670 930.348
26.687 4.083 12.966 109.314 1.860 39.022 77.727 28.728 39.282 162.270 284 434 406.080 908.737
26.687 0 3.652 37.583 66.868 22.331 16.914 162.270 284 297 538.060 874.947
26.687 451 18.587 66.868 22.331 1.021 9.787 284 297 620.985 767.299
26.687 451 18.015 66.868 22.331 821 3.490 284 297 682.260 821.505
684.095
0
930.348
908.737
874.947
767.299
821.505
B8 toel. staat van b. em l.
Page 12
3 4.3
Huisvestingslasten
4.3.1 431101 431201 431301 431302
Huur Huur sportaccommodatie Sportvelden Contracthuur Hazenweg Overige kosten Hazenweg totaal 4.3.1
4.3.2 Verzekeringen 432001 Verzekering gebouwen totaal 4.3.2
Rekening
2011
Begroting 2012
2013
2014
2015
2016
16.800 1.000 36.333 54.133
0
16.800 1.000 31.500 49.300
15.500 1.200 31.500 48.200
15.965 1.236 32.445 49.646
16.444 1.273 33.418 51.135
16.937 1.311 34.421 52.669
0
0 0
0
0
0
0
0
115.417 15.500 14.000 22.500 7.500 11.000 2.150 817.000 33.000 2.550 4.600 1.045.217
0
102.000 13.000 14.000 22.500 8.000 11.000 2.150 20.000 19.000 2.550 4.600 218.800
99.108 13.000 14.000 22.500 8.000 9.500 2.150 20.000 18.515 2.550 4.100 213.423
101.631 13.365 14.420 23.175 8.240 9.785 2.215 821.000 19.070 2.627 5.708 1.021.236
109.230 13.740 14.853 23.870 8.487 10.079 2.281 36.000 19.643 2.705 6.319 247.207
112.307 14.127 15.298 24.586 8.742 10.381 2.349 37.080 20.232 2.786 6.509 254.397
4.3.3 433001 433101 433102 433103 433104 433105 433201 433202 433203 433204 433205
Onderhoud Dotatie onderhoudsvoorziening Onderhoud Gebouwen < 500 Onderhoud installaties / apparatuur < 500 Onderhoud tuin Veiligheidsvoorzieningen Werzaamheden i.o. Kleine inventaris onderhoudsdienst Gebouwen Materiaal onderhoudsdienst Werkplaats Klein onderhoud < 500 totaal 4.3.3
4.3.4 434101 434102 434201 434301 434302
Energie en water Electra contractkosten Electra overige kosten Verwarming, gas en olie Water contractkosten Water extra kosten totaal 4.3.4
161.000 100 214.000 10.100 385.200
0
162.000 200 194.000 9.788 365.988
175.000 205 201.000 10.522 386.727
183.500 215 200.300 11.048 395.064
192.675 226 210.315 11.601 414.817
202.309 237 220.831 12.181 435.558
4.3.5 435101 435102 435201 435202
Schoonmaakkosten Schoonmaak contractkosten Schoonmaak meerkosten Hygièneboxen Schoonmaakmiddelen totaal 4.3.5
285.624 37.200 6.000 20.000 348.824
0
287.500 37.200 5.300 17.000 347.000
294.575 38.100 5.525 17.500 355.700
300.002 39.701 5.751 18.325 363.780
314.949 41.373 5.987 19.190 381.499
330.642 43.119 6.234 20.096 400.091
4.3.6 436101 436102 436201 436202 436301 436302 436303 436401
Heffingen Gemeentelijke heffingen Waterschapslasten Verontreinigingsheffing contractkosten Overige kosten verontreinigingsheffing Reinigingsrecht afval Reinigingsrecht papier Rioolrecht contractkosten Overige heffingen totaal 4.3.6
5.700 13.100 3.000 32.000 3.200 200 1.200 58.400
0
5.700 15.500 3.000 35.000 3.200 200 1.200 63.800
6.200 15.750 3.000 35.100 3.200 200 1.200 64.650
6.386 16.223 3.090 36.153 3.296 206 1.236 66.590
6.578 16.709 3.183 37.238 3.395 212 1.273 68.587
6.775 17.210 3.278 38.355 3.497 219 1.311 70.645
4.3.7 437101 437102 437301 437302 437401
Overige huisvestingslasten Bewaking contractkosten Bewaking extra kosten Servicekosten contract Hazenweg Servicekosten overige Overige huisvestingslasten totaal 4.3.7
3.050 3.950 6.200 4.000 17.200
0
3.050 4.450 6.400 4.000 17.900
3.250 4.655 6.500 4.000 18.405
3.348 4.794 6.695 4.120 18.957
3.448 4.938 6.896 4.244 19.525
3.551 5.086 7.103 4.371 20.111
1.908.974
0
1.062.788
1.087.105
1.915.271
1.182.771
1.233.471
Totaal 4.3
Mk
Begroting 2011
B8 toel. staat van b. em l.
Page 13
3
Mk
Begroting 2011
Rekening
2011
Begroting 2012
2013
2014
2015
2016
4.4
Overige lasten
4.4.1 441101 441102 441103 441104 441105 441106 441107 441108 441109 441110 441111 441112 441113 441114 441201 441202 441203 441204 441301 441302 441303
Administratie- en beheerslasten Abonnementen/documentatie Accountantskosten Advieskosten (w.o. onderhoudsbeheer) Contributies Kantoorbenodigdheden Administratiekosten (personele kosten, Merces) Portikosten Reprokosten Telefoonkosten Vergaderkosten Verzekeringen (WA) Administratiekosten ( financ.kosten, AFAS e.a.) Bestuurskosten Managementondersteuning Reiskosten Reiskosten overig Verblijfkosten Schades PR- kosten Representatiekosten Overige beheerslasten totaal 4.4.1
12.500 41.000 27.000 12.500 58.000 8.500 22.200 40.000 3.200 9.000 500 35.000 1.100 1.500 57.750 75.500 5.200 410.450
0
12.500 45.250 27.000 12.600 58.000 8.500 20.290 39.500 3.300 9.000 500 36.530 1.100 1.500 47.758 65.710 5.206 394.244
13.000 47.000 25.000 9.600 39.000 40.500 19.400 40.500 3.550 9.000 500 36.030 1.100 1.500 46.258 61.210 5.206 398.354
13.390 47.000 25.750 9.888 40.170 41.715 16.532 40.990 3.657 9.270 515 37.111 1.133 1.545 47.345 63.336 5.362 404.709
13.792 47.000 26.523 10.185 41.375 42.966 17.028 42.220 3.766 9.548 530 38.224 1.167 1.591 48.766 65.236 5.523 415.440
14.205 47.000 27.318 10.490 42.616 44.255 17.539 43.486 3.879 9.835 546 39.371 1.202 1.639 50.229 67.193 5.689 426.494
4.4.2 442111 442112 442113 442114 442115 442116 442121 442122 442123 442124 442125 442126 442211 442212 442213 442214 442223 442224 442225 442226 442227 442228
Inventaris,apparatuur en leermiddelen CAI Internetprovider Kleine inventaris < € 500 Licenties Software personeel Overige aanschaf kleine inventaris en apparatuur Aanschaf en onderhoud software Aanschaf hardware klein en onderhoud Kluisjes (onderhoud) Onderhoud apparatuur/machines Onderhoud inventaris Overige onderhoud inventaris en apparatuur Leermiddelen algemeen Leermiddelen secties Leermiddelen Woolder Meent Leermiddelen Genseler Certificering Stage vergoeding Kopieerkosten Mediatheek /Bibliotheek Werkboeken Boeken totaal 4.4.2
2.000 10.250 82.500 1.100 12.000 6.200 5.000 10.700 6.500 2.200 56.415 100.480 28.000 55.000 6.000 10.800 112.000 10.400 159.000 207.140 883.685
0 0
2.000 9.275 80.630 1.100 9.050 6.200 5.000 8.700 6.500 2.200 11.291 80.000 28.000 55.000 6.000 5.000 92.100 10.400 99.000 48.000 565.446
2.000 9.280 76.030 1.130 9.600 6.210 5.000 8.700 6.500 2.200 12.453 75.000 35.000 55.000 6.500 5.000 95.200 10.600 66.500 18.000 505.903
0 2.060 9.558 77.111 1.164 9.888 6.396 5.150 8.961 6.695 2.266 14.009 81.490 36.050 55.000 6.695 100.456 10.918 68.495 18.540 520.902
0 2.122 9.845 78.224 1.199 10.185 6.588 5.305 9.230 6.896 2.334 14.614 70.786 37.132 55.000 6.896 105.425 11.246 78.114 19.096 530.234
0 2.185 10.141 80.571 1.235 10.490 6.786 5.464 9.507 7.103 2.404 15.260 76.904 38.245 55.000 7.103 108.587 11.583 80.457 19.669 548.694
B8 toel. staat van b. em l.
Page 14
3
Begroting 2011
4.4.3 Dotatie overige voorziening 443001 Dotatie overige voorziening totaal 4.4.3 4.4.4 Diverse kosten onderwijs 444111 Keuze activiteiten (psych. onderzoeken) 444112 Schoolreizen 444113 Cult. activiteiten, w.o. dagexcursies 444121 ICT 444122 Leerlingzaken, w.o. verzekeringen (collectief) 444124 Introductie 444132 Bijdrage ouderraad 444141 Psych. onderzoeken / keuzebeg. / zorgm / LGF 444201 Reiskosten stage, arbeid (Gen) 444204 Projecten 444208 Knelpuntenpot gemeente 444212 Praktijknet 444213 Samenwerkingsverband 444301 Algemeen 444302 Aula WM 444303 Aula Gen 444304 Aula MO/BK 444305 BTW Hoog 444306 BTW Laag 444307 Examenkosten totaal 4.4.4 totaal 4.4 totale lasten 5
Financiële baten en lasten
5.1 511001 511002 511003 5.2
Rentebaten Rente rekening courant Rente deposito`s Overige rente opbrengsten Waardeverandering financiële vaste activa en effecten Overige opbrengsten financiële vaste actva en effecten Rentelasten
5.3 5.4
Saldo financiële baten en lasten
Mk
Rekening
2011
Begroting 2012
2013
2014
2015
2016
0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
81.240 337.000 13.229 21.700 56.261 250 15.000 7.500 10.000 2.500 20.000 6.000 100.000 31.500 702.180
0
75.084 297.000 13.219 50.000 21.700 50.823 250 15.000 7.500 10.000 2.500 20.000 6.000 95.000 31.500 695.576
72.680 272.000 14.175 100.000 21.700 51.393 250 15.000 7.500 10.000 2.500 22.000 6.000 95.000 33.500 723.698
82.823 283.529 15.640 103.000 22.351 53.699 258 15.450 7.725 10.300 2.575 22.660 6.180 97.850 34.505 758.544
86.464 261.611 17.120 106.090 23.022 46.027 265 15.914 7.957 10.609 2.652 23.340 6.365 87.132 35.540 730.107
89.879 281.443 18.512 109.273 23.712 48.813 273 16.391 8.195 10.927 2.732 24.040 6.556 89.745 36.606 767.099
1.996.315
0
1.655.265
1.627.954
1.684.155
1.675.781
1.742.287
20.697.088
0
19.089.694
18.617.981
19.533.070
18.972.302
19.758.565
109.900 109.900
0
104.646 104.646
101.513 101.513
103.329 103.329
99.686 99.686
104.153 104.153
B8 toel. staat van b. em l.
Page 15
20CS en 23 EJ MEERJARENBEGROTING 2012-2016
STAAT VASTE ACTIVA MCT 1e As Omschrijving 06 06 06 06 06 06 06 06 06 06 06 06
Naam activagroep t Genseler t Genseler t Genseler t Genseler t Genseler t Genseler t Genseler t Genseler t Genseler t Genseler t Genseler t Genseler
Investeringen vanaf 2009 ( zie investeringsspecificaties)
Naam actief
Meubilair Machines VMBO Leer en hulpmiddelen Hardware Software Apparatuur en machines Inrichting totaal HMVA Werkboeken Nieuwe boeken Bedrijfsauto Aanhanger Totaal 2011
2011 2012 2013 2014 2015 2016
498.272
Totaal
498.272
AanschafwaardeAfschrijving t/m vorig Afschr. jaar2011 0,00 # 0,00 ## 0,00 653.770,09 # 102.238,19 ## 26.687,28 40.835,00 # 28.584,50 ## 4.083,48 222.999,88 # 137.083,03 ## 33.999,16 1.459.400,77 # 858.640,78 ## 245.862,93 54.828,01 # 45.717,76 ## 3.624,96 398.325,91 # 191.656,28 ## 39.021,79 892.898,91 # 347.773,14 ## 87.332,59 888.951,00 # 511.603,16 ## 41.682,68 1.680.086,32 # 957.094,67 ## 188.482,33 169.256,78 # 32.465,77 ## 31.212,07 15.393,21 # 8.675,50 ## 1.523,77 6.476.745,88 3.221.532,78 703.513,04 2012
2013
Afschr. 2012 0,00 26.687,28 4.083,48 33.999,16 245.583,15 3.624,96 39.021,79 87.332,59 38.933,40 188.482,33 31.212,07 284,25 699.244,45
2014
2015
Afschr. 2013 Afschr. 2014 0,00 0,00 26.687,28 26.687,28 4.083,48 0,06 12.966,15 3.652,11 109.313,91 0,00 1.860,33 0,00 39.021,79 37.583,25 77.727,09 66.868,31 28.727,56 22.331,28 170.339,41 161.463,08 31.212,07 17.720,82 284,25 284,25 502.223,32 336.590,43 2016
Afschr. 2015 0,00 26.687,28 0,00 451,44 0,00 0,00 18.586,75 66.868,31 22.331,28 8.980,47 1.827,75 284,25 146.017,52
Afschr. 2015 0,00 26.687,28 0,00 451,44 0,00 0,00 18.014,79 66.868,31 22.331,28 2.683,80 1.627,75 284,25 138.948,89
1-1-2011 0,00 551.531,90 12.250,50 85.916,85 600.759,99 9.110,25 206.669,63 545.125,77 377.347,84 722.991,65 136.791,01 6.717,71 3.255.213,10
31-12-2011 0,00 524.844,62 8.167,02 51.917,69 354.897,06 5.485,29 167.647,84 457.793,18 335.665,16 534.509,32 105.578,94 5.193,94 2.551.700,06
2011
2012
2013
2014
2015
2016
703.513
699.244 230.670
502.223 230.670 175.410
336.590 230.670 175.410 219.480
146.018 230.670 175.410 219.480 165.425
138.949 188.170 175.410 219.480 165.425 161.275
703.513
929.914
908.303
962.150
937.003
1.048.709
822.000 622.000 1.365.000 590.000 595.000 822.000
622.000
1.365.000
590.000
D3 staat vaste activa
595.000
Page 16
20CS en 23 EJ MEERJARENBEGROTING 2012-2016
INVESTERINGSSPECIFICATIES Investeringen 2011 Gebouwen Meubilair 2009 Machines VMBO Leer en hulpmiddelen Hardware Software Apparatuur en machines Inrichting totaal werkboeken Nieuwe boeken Bedrijfsauto Aanhanger
Investeringen Omschrijving
2012 Investerings- Afschrijvingen in € bedrag (€) % vanaf 17.000 4 1-jan 10 1-jan 12,5 1-jan 170.000 25 1-jan 30.000 33,3 1-jan 5.000 10 1-jan 15.000 10 1-sep 195.000 50 periode 390.000 20 periode 822.000
Meubilair VMBO machines Leer en hulpmiddelen Hardware Software Apparaten en machines Inrichting Werkboeken Nieuwe boeken Totaal
Investeringen Omschrijving
Meubilair VMBO machines Leer en hulpmiddelen Hardware Software Apparaten en machines Inrichting Werkboeken Nieuwe boeken Totaal
2012 680 0 0 42.500 9.990 500 1.500 97.500 78.000 230.670
2013 680 0 0 42.500 9.990 500 1.500 97.500 78.000 230.670
2014 680 0 0 42.500 9.990 500 1.500 97.500 78.000 230.670
2015 680 0 0 42.500 9.990 500 1.500 97.500 78.000 230.670
2016 680 0 0 0 9.990 500 1.500 97.500 78.000 188.170
2012
2013 1.080 0 0 47.500 3.330 1.500 8.000 90.000 24.000 175.410
2014 1.080 0 0 47.500 3.330 1.500 8.000 90.000 24.000 175.410
2015 1.080 0 0 47.500 3.330 1.500 8.000 90.000 24.000 175.410
2016 1.080 0 0 47.500 3.330 1.500 8.000 90.000 24.000 175.410
2012
2013
2014 6.400 10.000 0 28.750 3.330 13.500 50.500 65.000 42.000 219.480
2015 6.400 10.000 0 28.750 3.330 13.500 50.500 65.000 42.000 219.480
2016 6.400 10.000 0 28.750 3.330 13.500 50.500 65.000 42.000 219.480
2013 Investerings- Afschrijvingen in € bedrag (€) % vanaf 27.000 4 1-jan 10 1-jan 12,5 1-jan 190.000 25 1-jan 10.000 33,3 1-jan 15.000 10 1-mei 80.000 10 1-sep 180.000 50 periode 120.000 20 periode 622.000
Meubilair VMBO machines Leer en hulpmiddelen Hardware Software Apparaten en machines Inrichting Werkboeken Nieuwe boeken Totaal Investeringen Omschrijving
118.328 5.982 37.815 110.119 216.474 5.478 4.076 498.272
2014 Investerings- Afschrijvingen in € bedrag (€) % vanaf 160.000 4 1-jan 100.000 10 1-jan 12,5 1-jan 115.000 25 1-jan 10.000 33,3 1-jan 135.000 10 1-mei 505.000 10 1-sep 130.000 50 periode 210.000 20 periode 1.365.000
investeringsspecificaties
Page 17
Investeringen Omschrijving
2015 Investerings- Afschrijvingen in € bedrag (€) % vanaf 15.000 4 1-jan 10 1-jan 12,5 1-jan 190.000 25 1-jan 25.000 33,3 1-jan 20.000 10 1-mei 10 1-sep 130.000 50 periode 210.000 20 periode 590.000
Meubilair VMBO machines Leer en hulpmiddelen Hardware Software Apparaten en machines Inrichting Werkboeken Nieuwe boeken Totaal
Investeringen Omschrijving Meubilair VMBO machines Leer en hulpmiddelen Hardware Software Apparaten en machines Inrichting Werkboeken Nieuwe boeken Totaal
2012
2013
2014
2015 600 0 0 47.500 8.325 2.000 0 65.000 42.000 165.425
2016 600 0 0 47.500 8.325 2.000 0 65.000 42.000 165.425
2012
2013
2014
2015
2016 1.200 0 0 41.250 8.325 3.000 500 65.000 42.000 161.275
2016 Investerings- Afschrijvingen in € bedrag (€) % vanaf 30.000 4 1-jan 10 1-jan 12,5 1-jan 165.000 25 1-jan 25.000 33,3 1-jan 30.000 10 1-mei 5.000 10 1-sep 130.000 50 periode 210.000 20 periode 595.000
investeringsspecificaties
Page 18
20CS en 23 EJ MEERJARENBEGROTING 2012-2016
EIGEN VERMOGEN
Omschrijving
2.1.1
2.1.2 Bestemmingsreserve
Algemene
publiek
reserve
privaat
ICT inventaris/ meubilairprojecten
€ Stand 1 januari
2.1.3 Bestemmingsreserve 2.1.4 Bestemmingsfonds 2.1.5 Bestemmingsfonds 2.1.7 2.1.8. Andere 2.1.9 Minder Totaal machines
€
2011
2.536.744
128.306
€
312.862
263.550
0
publiek
nieuwbouw boekenfonds boekenfonds schoolfonds 1.238.843
€
472.881
€
63.955
privaat
BAPO
B
C
€
€
€
428.881 506.081
0
wettelijke Statutaire heids belang D €
0
0
reserves reserves derden* € € 0 0
€ 0
5.952.103 -273.017
Resultaat
2011
-446.357
131.160
76.205
11.492
37.123
0
-98.940
0
0
16.299
0
0
0
0 0
0
Overige mutaties
2011
290.000
0
-100.000
0
0
0
-65.000
-85.000
-40.000
0
0
0
0
0 0
0
0
Stand 1 januari
2012
2.380.387
259.466
289.067
275.042
37.123
1.238.843
308.941
-21.045
388.881 522.380
0
0
0
0 0
0
5.679.086
Resultaat
2012
-92.268
101.698
84.200
11.492
38.605
0
-184.596
0
-183.422
46.470
0
0
0
0 0
0
-177.821
Overige mutaties
2012
21.016
0
0
0
0
0
19.975
0
-40.991
0
0
0
0
0 0
0
0
Stand 1 januari
2013
2.309.135
361.164
373.267
286.535
75.728
1.238.843
144.320
-21.045
164.468 568.850
0
0
0
0 0
0
5.501.265 -105.160
Resultaat
2013
346.454
2.196
14.580
9.180
28.605
-463.843
160.868
0
-236.804
33.605
0
0
0
0 0
0
Overige mutaties
2013
-36.061
-50.000
0
0
0
0
0
0
86.061
0
0
0
0
0 0
0
0
Stand 1 januari
2014
2.619.528
313.360
387.847
295.715
104.334
775.000
305.187
-21.045
13.725 602.455
0
0
0
0 0
0
5.396.105
-241.015 -47.963
-823.343
Resultaat
2014
17.965
17.369
-528.484
3.201
-174.417
0
130.000
0
Overige mutaties
2014
573.989
0
113.490
0
139.011
-775.000
-100.000
0
Stand 1 januari
2015
3.211.482
330.729
-27.148
298.916
68.928
0
335.188
0
0
0
0 0
0
0
0
0
0
0 0
0
0
-21.045
-178.780 554.492
0
0
0
0 0
0
4.572.761
-183.187 ######
-49.778
Resultaat
2015
206.446
-52.105
116.716
0
21.087
0
-54.714
0
Overige mutaties
2015
40.249
0
0
0
0
0
-150.000
0
Stand 1 januari
2016
3.458.177
278.624
89.568
298.916
90.015
0
130.473
48.510
0
0
0
0 0
0
0
0
0
0
0 0
0
0
-21.045
-252.217 450.472
0
0
0
0 0
0
4.522.984
109.751
Resultaat
2016
134.603
1.635
128.616
0
14.412
0
95.789
0
-185.832 -49.056
0
0
0
0 0
0
140.167
Overige mutaties Stand 1 januari
2016 2017
41.568 3.634.348
0 280.259
0 218.183
0 298.916
0 104.427
0 0
-150.000 76.263
0 -21.045
108.432 0 -329.617 401.416
0 0
0 0
0 0
0 0 0 0
0 0
0 4.663.150
eigen vermogen
Page 19
20CS en 23 EJ MEERJARENBEGROTING 2012-2016
Vergoeding exploitatiekosten cfi Kalenderjaar
2012
Afdeling
Telling 1-10- 2011
vwo/avo/vbo 1 + 2 (excl. LWOO) vwo/avo 3 t/m 6 theoretische leerweg 3 en 4 lwoo gemengde leerweg 3 en 4 vbo 3 + 4 groep I vbo 3 + 4 groep II vbo 3 + 4 groep III vbo 3 + 4 groep I lwoo vbo 3 + 4 groep II lwwoo vbo 3 + 4 groep III lwoo lwoo 1 + 2 pro Tussentelling
760,4 1133,7 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 10,0 225,0
Vaste voet Vergoeding spreidingsnoodzaak Extra vergoeding scholen onder opheffingsnorm Vergoeding lesmateriaal schooljaar 2009-2010 Totaal In %
2129,1
Exploitatiekst-verg. Specificatie Norm Vergoeding SchoonOnderhoud Overige 2012 2012 maak gebouw/terr exploitatie *1€ *1€ *1€ *1€ *1€ 704,60 535.754 133.368 100.794 301.592 583,02 660.997 164.337 121.504 375.157 850,66 0 0 0 0 872,38 0 0 0 0 1.624,75 0 0 0 0 2.128,52 0 0 0 0 1.045,00 0 0 0 0 1.892,39 0 0 0 0 2.396,16 0 0 0 0 1.312,64 0 0 0 0 803,09 8.031 1.795 1.446 4.790 1.159,11 260.800 43.648 29.826 187.326 1.465.582 343.148 253.569 868.865
316
30.893 0 0 672.800
7.233 0 0
5.345 0 0
18.315 0 0 672.800
2.169.274 100
350.381 16
258.914 12
1.559.979 72
exploitatiekosten-verg
Page 20
20CS en 23 EJ MEERJARENBEGROTING 2012-2016
RENTE
Inleiding Rente-opbrengst wordt berekend over beginsaldo liquide middelen. Rekening wordt gehouden met niet rentegevend belegde gelden ad € 150.000.
Berekening Rente %
2,00
Kalenderjaar
Beginsaldo liquide middelen
Renteopbrengst
2011
€
4.730.001
€
91.600
2012
€
4.231.729
€
81.600
2013
€
4.161.011
€
80.200
2014
€
4.406.158
€
85.100
2015
€
3.168.249
€
60.400
2016
€
3.436.286
€
65.700
rente
Page 21
20CS en 23 EJ
MEERJARENBEGROTING 2012-2016 Schooltype
6
2 zelfstandig praktijkonderwijs
Lumpsum personeel
2011 2381,1 107,0 225,0
Aantal leerlingen bekostiging 2012 2013 2014 2346,1 2362,5 2401,9 98,0 97,0 92,0 225,0 225,0 225,0
2015 2519,2 92,0 225,0
2012 14,079 0,000 14,079
Begrote jaarlijkse FTE's 2013 2014 13,872 13,969 0,000 0,000 13,872 13,969
2015 14,202 0,000 14,202
2016 14,896 0,000 14,896
8 9 10 6 7 7
3,140 0,000 0,000 0,000 12,063 25,366 40,569
3,140 0,000 0,000 0,000 11,048 25,366 39,554
3,140 0,000 0,000 0,000 10,936 25,366 39,442
3,140 0,000 0,000 0,000 10,372 25,366 38,878
3,140 0,000 0,000 0,000 10,372 25,366 38,878
5
22,812 0,000 22,812
22,477 0,000 22,477
22,633 0,000 22,633
23,011 0,000 23,011
24,135 0,000 24,135
77,460
75,903
76,044
76,091
77,909
Begrote jaarlijkse vergoedingen in EUR. 2013 2014 2015 1.117.238 1.125.051 1.143.816 2.792.352 2.813.993 2.773.754 949.212 955.800 971.763 4.858.802 4.894.843 4.889.333
2016 1.199.710 2.773.754 1.019.229 4.992.694
1-10Totaal LWOO PRO
Normen berekening fte's Categorie Directie basisnorm spreidingsnoodzaak Totaal Dir.
4
OP
vaste voet regulier extra vaste voet omzetting van SVO naar LWOO extra vaste voet omzetting van SVO naar PRO basisnorm exclusief LWOO / PRO basisnorm LWOO basisnorm PRO Totaal OP.
OOP
basisnorm spreidingsnoodzaak Totaal OOP
Totaal aantal fte's Vergoedingen Regeling d.d. 16 augustus 2008, kenmerk VO/FBI-2008/37068
Categorie DIR OP OOP SubTotaal
Vergoeding per FTE in EUR 11 80.539,10 12 71.345,08 13 42.230,35
Overgangsbudget Overgangsrecht samenvoeging VO-SVO Af: verrekening van uitkeringskosten Totale personele lumpsum Gemiddelde vergoeding per FTE (excl. overgangsbudget/-recht)
2012 1.133.910 2.894.399 963.359 4.991.667 0 0 -20.000 4.971.667
0 0 -20.000 4.838.802
0 -20.000 4.874.843
0 -20.000 4.869.333
0 -20.000 4.972.694
64.442
64.013
64.369
64.256
64.084
lumpsum personeel
Pagina 22
20CS en 23 EJ MEERJARENBEGROTING 2012-2016
Kosten personeel salarisadministratie SGPL
2011 103.619 58.317 72.274 36.776 52.708
Directie Onderwijzend personeel tijd Onderwijzend personeel vast OOP tijd OOP vast
Kalenderjaar Werkelijk aantal leerl. Categorie
Kostenpl.
netto fte's
Kosten personeel salarisadministratie (netto inzet): Directie Onderwijzend Personeel (tijd) Onderwijzend Personeel (vast.) Onderwijs Ondersteunend Personeel (tijd.): Onderwijs Ondersteunend Personeel (vast): Totaal Categorie Kostenpl. (zie volgend werkblad) Algemene kosten (BAPO, ADV etc. verwerkt in SGPL Directie Onderwijzend Personeel (tijd) Onderwijzend Personeel (vast) Onderwijs Ondersteunend Personeel (tijd.): Onderwijs Ondersteunend Personeel (vast): Tussentelling Aanpassingen - leerlingverloop - overige factoren, t.w. - loonstijging - effecten natuurlijk verloop - functiemix - overige zaken Totaal Specificatie volgens Richtlijn Jaarverslag Onderwijs Verdelingspercentages totale salariskosten - Brutolonen en salarissen - Sociale lasten - Pensioenpremies
2011 2381,1 netto fte's
netto fte's € 2011 1,84 0,77 22,23 0,92 6,40 32,15 Kosten 190.264 44.945 1.606.404 33.700 337.341 2.212.656
2012 94.102 60.407 71.705 37.818 52.935
2012
2362,5
1,84 1,08 21,68 1,28 7,32 33,20
172.791 65.178 1.554.767 48.518 387.305 2.228.559
0
2011
83 8 10
kosten personeel sal. adm
2015
netto fte's € 2013 1,84 0,00 21,00 0,00 8,35 31,19 Kosten
netto fte's € 2014 1,84 0,00 21,00 0,00 8,00 30,84 Kosten
0,0
172.791 1.512.799 446.665 2.132.255
0,0
172.791 1.521.053 429.564 2.123.408
netto fte's € 2015
1,84 0,00 21,00 0,00 8,00 30,84
Kosten
172.791 1.518.577 432.711 2.124.079
0
0
0
0 0 0 0 0
0 10.000 0 0 0
0 15.000 0 0 0
0 15.000 0 0 0
2.228.559
2.142.255
2.138.408
2.139.079
10.000 0
%
2014
2015 94.102 62.000 72.313 40.657 54.089
0
0
2.222.656
2014 94.102 61.721 72.431 39.643 53.696
2013
2519,2
netto fte's € 2012
Kosten
2013 94.102 61.405 72.038 38.804 53.495
2012
2013
%
2014
%
82 8 11
2015
%
81 8 11
%
81 8 11
81 8 11
Page 23
A 1 20CS en 23 EJ
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
2 MEERJARENBEGROTING 2012-2016 3 Tabel 4 Ratio Vaste voet Vergoedingen 5 nummer soort schoolDirectie OOP Leraren LWOO Vaste Extra vaste voet omzetting DIR OP OOP 6 soort PRO Voet SVO►LWOO SVO►Prakt 7 1 Vbo met aantal afd'n; 1 of 2/Pro 1 17,14 8,87 3,14 2,8 1,53 80.539,10 71.345,08 42.230,35 169,12 104,38 8 2 Vbo met aantal afd'n: 3 of meer 1 17,14 8,87 2,64 2,8 1,53 80.539,10 71.345,08 42.230,35 169,12 104,38 9 3 cat LWOO met 3 of meer afd 1 8,87 2,64 2,8 1,53 80.539,10 71.345,08 42.230,35 169,12 104,38 10 4 sgs. mavo/lwoo/vbo 1 17,14 8,87 4,24 2,8 1,53 80.539,10 71.345,08 42.230,35 169,12 104,38 11 5 mavo 1 20 8,87 2,43 2,8 1,53 80.539,10 71.345,08 42.230,35 169,12 104,38 12 6 zelfstandig praktijkonderwijs 1 8,87 2,64 2,8 1,53 80.539,10 71.345,08 42.230,35 169,12 104,38 13 7 atheneum,gymnasium of havo 2 20 8,87 2,55 0 0 92.087,99 75.301,43 42.230,35 169,12 104,38 14 8 sgs. athanemum/havo 2 20 8,87 4,47 0 0 92.087,99 75.301,43 42.230,35 169,12 104,38 15 9 sgs. lyceum/havo 2 20 8,87 4,47 0 0 92.087,99 75.301,43 42.230,35 169,12 104,38 16 10 sgs. mavo/havo 3 20 8,87 2,65 0,38 0 91.105,04 71.622,68 42.230,35 169,12 104,38 17 11 sgs. Atheneum of lyceum/havo/mavo 3 20 8,87 4,91 0,38 0 91.105,04 71.622,68 42.230,35 169,12 104,38 4 17,14 8,87 3,97 1,43 0,36 92.374,96 73.243,43 42.230,35 18 169,12 104,38 12 sgs. havo/mavo/lwoo/vbo 169,12 104,38 13 sgs.vwo/havo/mavo/lwoo/vbo met 1 of 2 4 17,14 8,87 5,36 1,43 0,36 afdelingen 19 92.374,96 73.243,43 42.230,35 169,12 104,38 14 sgs.vwo/havo/mavo/lwoo/vbo met 3, 4 of 4 17,14 8,87 5,36 1,43 0,36 5 afdelingen 20 92.374,96 73.243,43 42.230,35 sgs.vwo/havo/mavo/lwoo/vbo met 6 of 169,12 104,38 4 17,14 8,87 5,36 1,43 0,36 21 15 meer afdelingen 92.374,96 73.243,43 42.230,35 22 16 verticale scholengemeenschap 228,57 23 24 25 Vergoedingstabel in EURO's 26 27 28 Schoolsrt directie op-vast oop 29 1 80.539,10 71.345,08 42.230,35 1-1-2011 30 2 92.087,99 75.301,43 42.230,35 31 3 91.105,04 71.622,68 42.230,35 32 4 92.374,96 73.243,43 42.230,35 1-1-2011 33
tabel
Page 24
A 1 20CS en 23 EJ 2 3 4 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
MEERJARENBEGROTING 2012-2016 Tabel
Exploitatievergoedingen exploitatie schoonmaak onderhoud overige expl totaal 1 vwo/avo/vbo 1 + 2 ( excl. LWOO) 175,40 132,56 396,64 704,60 2 vwo/avo 3 t/m 6 144,95 107,17 330,90 583,02 theoretische leerweg 3 en 4 lwoo 149,60 129,73 571,33 850,66 gemengde leerweg 3 en 4;isp alle 181,09 132,56 558,73 872,38 5 vbo 3 + 4 groep I 260,52 246,09 1.118,14 1.624,75 vbo 3 + 4 groep II 211,28 276,28 1.640,96 2.128,52 vbo 3 + 4 groep III 150,65 132,56 761,79 1.045,00 vbo 3 + 4 groep I lwoo 265,17 268,65 1.358,57 1.892,39 vbo 3 + 4 groep II lwwoo 215,93 298,84 1.881,39 2.396,16 vbo 3 + 4 groep III lwoo 155,30 155,12 1.002,22 1.312,64 lwoo 1 + 2 179,52 144,55 479,02 803,09 7 pro 193,99 132,56 832,56 1.159,11 toeslag lwoo 1+2 4,12 11,99 82,38 98,49 toeslag lwoo 3 +4 4,65 22,56 240,43 267,64 vaste vergoeding 31.767,50 extra i.v.m. spreidingsnoodzaak 15.160,70 bekostiging lesmateriaal i.g. schooljaar 2009-2010 321,50 10.674,22 extra bekostiging onder de opheffingsnorm
Regeling Kwaliteit Voortgezet Onderwijs Regeling d.d. 4 september 2008, kenmerk VO/OK-2008/29478 Bedrag per leerling per jaar voor 2009, 2010 en 2011 ( voorlopige bedrag)
€
64,75
tabel
Page 25
t Gensler MEERJARENBEGROTING 2012-2016
ONDERHOUDSPLANNING UITGANGSPUNTEN
Nulmeting en meerjarenonderhoudsplan 2006-2015 van Wijnen (prijspeil 2006), Dotatie wordt berekend op prijspeil 2008. Jaarlijkse indexering van 2%. Er wordt een taakstelling opgelegd van 100 % ( 100 % van planning wordt uitgevoerd ); De dotatie wordt berekend voor de restant periode 2008 t/m 2015 ( 7 jaar ); De ramingen zijn gebaseerd op uitvoering door derden. Indien het gepland onderhoud door eigen (eventueel extra aan te trekken ) personeel wordt verricht, worden de personele kosten hiervan ten laste van de voorziening gebracht.
RAMING GROOT ONDERHOUD uit RAPPORTAGE 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
06
04
8.745 23.168 54.036 11.470 45.592 33.885 13.154 15.000 205.050
59.964 38.070 92.937 41.308 37.770 73.419 52.020 54.716 450.204
02
06
04
Totaal
32.027 17.912 49.358 13.275 14.975 49.919 31.744 25.000 234.210
0 0 100.735 79.150 196.331 66.053 98.337 157.223 96.918 94.716 889.463
Kosten vanaf 2006 Kosten vanaf 2006 Jaar 2006 kosten € 2007 kosten 2008 kosten 2009 kosten 2010 kosten Totaal groot onderhoud Af: klein onderhoud jaarbedragen x 10 € 0,70/M2 per jaar Per saldo groot onderhoud
NULMETING Nulmeting 2006 Uitgevoerd werk nulmeting Dakbedekking Binnentimmerwerk Schilderwerk buiten Schilderwerk binnen Diversen Totaal
0 5.453 69.603 2.750 18.267 96.073 €
06 €
€
€
02
0 0 59.964 157.761 84.799 302.523 0 302.523
04 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Totaal
0 0 32.027 31.777 36.522 100.326 0 100.326
02
0 5.453 161.593 192.288 139.588 498.922 0 402.849
Totaal
0
0
0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
AANWEZIGE VOORZIENING per 31 december 2010 Aanwezig volgens balans 31 december 2009 Dotatie 2010 Dotatie algemeen Af: kosten 2010 Verwacht saldo 31 december 2010
06 € €
04
-
-50.165 70.000
0
84.799 104.633
02
Totaal
16.749 20.000 0 36.522 73.271
-33.416 90.000 0 121.321 177.905
TOEGEZEGDE BIJDRAGEN RIJK ACHTERSTALLIG ONDERHOUD De ontvangen bijdragen t.e.m. 2006 zijn t.g.v. de exploitatie gebracht. BEREKENING BENODIGDE DOTATIE
06
04
Geraamde kosten 2006/2015 groot onderhoud Nulmeting Totale planning
251.366 251.366 251.000 96.073154.927
450.204
234.210
450.204
234.210
450.000
234.000
-302.523 0 147.477
-100.326 0 133.674
935.779 0 935.779 0 935.000 -96.073 -402.849 0 436.078
€
-14.600 2.200 2.900 41.436 31.936 177.905 436.078
Te dekken kosten 2011 t.e.m. 2015
€
436.078
Dotatie 2011 t.e.m. 2015 (4 jaar)
€
87.216
Te dekken kosten Af: Reeds uitgevoerd t.e.m. 2010 groot onderhoud planning 2006/2015 nulmeting Tussentelling nog uit te voeren onderhoud Correctie prijsindex Correctie prijsindex 2006 Correctie prijsindex 2007 Correctie prijsindex 2008 Correctie prijsindex 2009 t.e.m 2015 Tussentelling Af: aanwezige voorziening 1 januari 2009 Saldo te dekken/te doteren in een periode van 5 jaar ( 20010 t/m 2015)
02
Totaal
Dotatie 2011 t.e.m. 2016
231001 231001 231001 2.3.1 233001 2.3.2
Personeel ADV spaarverlof Opfrisverlof jubileumgratificaties Personeelsvoorzieningen Overige voorzieningen Onderhoud Totaal overige voorzieningen Totaal
eind
Stand 2009 447.404 244.157 691.561 79.275 79.275
Dot. + Onttr. 4.200 49.74045.54025.97825.978-
Saldo 2010 451.604 194.417 646.021 10.139 10.139
770.836
71.518-
656.160
Dot. + Onttr. 8038037.381 7.381 6.578
Saldo 2011 450.802 190.000 640.802 17.520 17.520
Dot. + Onttr. 69.80969.80917.663 17.663
Saldo 2012 380.993 190.000 570.993 35.183 35.183
Dot. + Onttr. 99.45299.45252.93052.930-
658.322
52.146-
606.176
152.382-
Saldo 2013 281.541 180.000 461.541 17.74717.747443.794
Dot. + Onttr. 84.88584.8851.6491.64986.534-
Saldo 2014 196.656 170.000 366.656 19.39619.396347.260
Dot. + Onttr. 86.52786.52723.130 23.130
Saldo 2015 110.128 170.000 280.128 3.734 3.734
Dot. + Onttr. 1.2621.26238.115 38.115
Saldo 2016 108.867 170.000 278.867 41.850 41.850
63.397-
283.863
36.854
320.716
20CS en 23 EJ MEERJARENBEGROTING 2012-2016 INHOUDSOPGAVE
Resultaatanalyse Resultaat personeel Begroting Kalenderjaar
2011
Rekening 2011
Begroting 2012
2013
2014
2015
2016
15.374.748 111.06015.263.688
-
14.805.493 111.06014.694.432
14.623.628 110.00014.513.628
14.827.653 110.00014.717.653
15.061.956 110.00014.951.956
15.703.259 110.00015.593.259
Personele vergoedingen
311101 311301 311302
3.1.2 3.1.2.1 312101 312102 312109 3.1.2.2 312203 312204 312205 312206 312208 312250
Rijksbijdrage sector VO: RV lumpsum personeel Bij/Af corr. Rijksvergoeding Overig verschil vordering OCW Totaal 3.1.1 rijksbijdragen OCW (personeel) Overige subsidies OCW Geoormerkte subsidies personeel Kwaliteitsverbetering onderwijs Doorontwikkeling praktijonderwijs Overige subsidies (geoormerkt) Totaal geoormerkte subsidies Niet-geoormerkte subsidies personeel ESF LGF, Zorgmiddelen Maatschappelijke stages Leraar in opleiding (subsidies) Verbetering Management Overig subsidies (niet-geoormerkt) personeel tussentelling personeel
169.874 169.874
-
151.339 10.000 161.339
135.009 10.000 145.009
120.620 3.800 124.420
107.943 107.943
96.772 96.772
144.604 166.256 126.860 60.000 497.720
-
170.000 121.416 50.000 341.416
170.000 119.137 50.000 339.137
170.000 121.738 50.000 341.738
170.000 122.425 50.000 342.425
170.000 156.152 50.000 376.152
Totaal 3.1.2 overige subsidies OCW
667.594
-
502.756
484.146
466.158
450.368
472.924
Overige baten personeel Detachering personeel vrijval BAPO vrijval ADV (excl. onttrekking) vrijval opfrisverlof/ jub. vrijval voorziening jubilea Totaal overige baten personeel
30.000 79.274 89.066 12.000 210.340
-
-
-
-
-
-
Totaal personele vergoedingen
16.141.621
-
15.197.188
14.997.774
15.183.811
15.402.324
16.066.184
312301 vrijval geoormerkte subsidies personeel Totaal vrijval inv.subsidies
3.5 352001 352002 352003 352004 352005
Personele uitgaven 4.1.1
Lonen en salarissen Brutolonen Sociale lasten Pensioenpremies/vakantie/eindejaarsuitk. Totaal 4.1.1 lonen en salarissen
4.1.2
Overige personele lasten: Dotaties personele voorzieningen Dotatie opfrisverlof Dotatie ADV-spaarverlof Dotatie uitgestelde BAPO Dotatie jubileumgratifacaties Personeel niet in loondienst Ingehuurd personeel Uitzendkrachten ID-banen LIO / stage vergoedingen Personeel zonder dienstverband Detachering uit Raad van Toezicht Overige personele lasten: Juridische dienstverl. Kosten ambtsjubilea/afscheid Kosten outplacement Kosten reintegratie Leraar in opleiding (kosten) Medezeggenschapsraad Vervangingskosten / risicofonds Werving en selectie personeel Overig personeelskosten Woon- werkverkeer Fietsplan Kosten nascholing Arbodienst contractkosten Begeleiding personeel BGZ Bijdrage Arcade Bijdrage ROC VAVO Overig Totaal 4.1.2 overige personele lasten: Uitkeringen (-/-) Uitkering USZO / UWV algemeen Uitkering risico/vervangingsfonds Totaal 4.1.3 uitkeringen
412101 412102 412103 412104 412201 412202 412301 412302 412303 412304 412305 412401 412402 412403 412404 412405 412406 412407 412408 412409 412410 412411 412501 412601 412602 412701 412702 412801
4.1.3 413001 413002
Totaal personele lasten Saldo
12.803.224 1.185.532 1.475.686 15.464.442
-
11.854.300 1.097.600 1.547.000 14.498.900
11.455.700 1.126.900 1.502.900 14.085.500
11.534.300 1.134.600 1.513.200 14.182.100
11.784.400 1.159.100 1.546.000 14.489.500
12.279.200 1.207.800 1.611.000 15.098.000
79.157 54.343 11.500 33.000 14.000 4.500 2.200 120.000 20.000
-
79.135 13.125 25.000 15.000 3.571 2.200 120.000 24.083
60.843 13.383 25.000 15.000 3.621 2.200 120.000 11.825
28.093 13.708 25.000 15.000 3.650 2.260 120.000 12.000
7.375 14.083 25.000 15.000 3.671 2.322 120.000 12.000
10.437 14.200 25.000 15.000 3.700 2.385 120.000 12.000
40.500 2.500 15.000 4.100 1.500 17.500 50.000 1.000 177.463 19.000 1.000 150.000 100.000 2.000 920.263
-
41.333 2.708 17.083 8.042 2.000 15.000 17.833 52.000 236.683 20.125 1.000 165.067 85.404 2.000 948.393
42.500 3.000 20.000 8.100 2.000 15.000 19.000 52.000 226.743 21.000 1.000 165.067 85.404 2.000 914.685
42.500 3.000 20.000 8.220 2.000 15.000 19.000 52.000 226.166 21.000 1.000 165.067 85.404 2.530 882.598
42.500 3.000 20.000 8.344 2.000 15.000 19.000 52.000 226.625 21.000 1.000 165.067 85.404 2.561 862.951
42.500 3.000 20.000 8.471 2.000 15.000 19.000 52.000 229.544 21.000 1.000 165.067 85.404 2.593 869.301
86.000191.000277.000-
-
16.107.705
-
33.916
-
6.0006.00015.441.293 244.105-
6.0006.000-
6.0006.000-
6.0006.000-
6.0006.000-
14.994.185
15.058.698
15.346.451
15.961.301
3.589
125.114
55.873
104.883
RAADSCOMMISSIE SOCIAAL Aan de leden van de raadscommissie Sociaal
Onderwerp Uitnodiging commissievergadering
Datum 5 januari 2012
Geachte leden,
Hierbij nodig ik u uit voor de vergaderingen van de commissie Sociaal op donderdag 19 januari om 19.30 uur in de Burgerzaal van het stadhuis.
Agenda Donderdag 19 januari
Portefeuillehouder
(om 19.30 uur in de Burgerzaal van het stadhuis)
1.
Opening en mededelingen van de voorzitter
2.
Vaststellen van de agenda
3.
Transitie Jeugdzorg
Oude Alink
De commissie word in de gelegenheid gesteld de Beleidsbrief Jeugdzorg “geen kind buiten spel”te bepreken, o.a. met aanwezige partners uit het veld. Zie voor meer informatie over de opzet van de avond de bijgevoegde memo. 4.
Rondvraag
Zoals in de begeleidende memo is aangegeven, wordt het op prijs gesteld als de commissieleden vragen en opmerkingen over de beleidsbrief voor 11 januari willen sturen naar
[email protected] .
De voorzitter van de commissie, Namens deze,
Anke Haarhuis Commissiegriffier
MEMO Van Telefoon Datum Onderwerp Kopie aan
Annemarie Kristen 074-2459742 / Fax 074-2459943 20 december 2011 achtergrondinformatie tbv commissie Sociaal 19 januari 2012 Wethouder Janneke Oude Alink
Aan
Raadsleden van de commissie Sociaal
Beleid en Advies Postbus 18 7550 AA Hengelo
. Geachte commissieleden, Met u is afgesproken dat wij u actief meenemen in de transitieprocessen Jeugdzorg en AWBZ-Wmo. Hiervoor gebruiken wij onder meer de uitloopavonden van de commissie Sociaal. Op 19 januari a.s. staat de eerst volgende informele bijeenkomst op de agenda. Met deze brief willen wij u hierover graag informeren. Op 19 januari leggen we de nadruk graag op de Transformatie Jeugdzorg. Allereerst laten we u een DVD zien die gemaakt is in opdracht van het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Twente. Deze DVD bevat interviews met inwoners die hun ervaringen met het CJG beschrijven. U krijgt hierdoor een goede impressie van de jeugdzorgtaken die we als gemeente al uitvoeren. Daarna gaan we met u en enkele van onze partners (zorgaanbieders) in gesprek over de impact van de transformatie van de Jeugdzorg. We doen dit aan de hand van de “Beleidsbrief stelselwijziging jeugd geen kind buiten spel dd 8 november 2011”. Deze beleidsbrief is medio november op extranet geplaatst en is als bijlage aan deze memo toegevoegd (de layout van deze bijlage is minder mooi dan die van het pdf-document zoals op extranet geplaatst). We willen de informele commissie graag zo goed mogelijk gebruiken en daarbij vooral ingaan op vragen en aandachtspunten die u vanuit uw functie als raadslid heeft. Ter voorbereiding op deze bijeenkomst verzoeken wij u dan ook om de beleidsbrief te lezen en uw vragen en opmerkingen voor 11 januari te sturen naar
[email protected]. Mede aan de hand daarvan zullen wij “het gesprek” met onze partners voorbereiden. De agenda van de informele commissievergadering ziet er als volgt uit: -
Opening en voorstellen van onze partners Vertoning DVD “CJG Twente werkt!” Korte toelichting op de beleidsbrief “geen kind buiten spel” In gesprek met de partners
Aan het eind van de avond hopen dat we een gezamenlijk wensbeeld voor de inbedding van de jeugdzorgtaken in de gemeente Hengelo te kunnen formuleren. Meer informatie Zoals eerder aangegeven is veel achtergrondinformatie te vinden ik de site van de VNG en van het Nederlands Jeugd Instituut (NJI). www.vng.nl www.nji.nl
Met vriendelijke groet, Annemarie Kristen-Reerink Programmaregisseur Programma 2: Zorg voor de mens gegarandeerd.
1
De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG
www.rijksoverheid.nl Kenmerk DJ/PS-3088668 Zaaknummer DJ/PS-3088668
Datum Betreft
8 november 2011 Beleidsbrief stelselwijziging jeugd „Geen kind buiten spel‟
Geachte voorzitter,
1. Samenvatting
Tijdens het AO van 6 oktober jl. hebben wij Uw Kamer toegezegd met een beleidsbrief te komen over de stelselwijziging jeugd. Met deze brief komen wij tegemoet aan deze toezegging. Met de Bestuurlijke afspraken 2011-2015 ligt er een helder overkoepelend kader voor een aantal decentralisaties. Eén daarvan is de decentralisatie van de zorg voor jeugd. Het nieuwe stelsel is ontworpen conform de aanbevelingen van de parlementaire werkgroep Toekomstverkenning Jeugdzorg1. Wij schetsen in deze brief de hoofdlijnen van het nieuwe stelsel. Het is nadrukkelijk een raamwerk, opdat er ook ruimte voor de Kamer is om inbreng te leveren. Wij hechten hier beiden veel waarde aan. Dat raamwerk kent een aantal uitgangspunten die de ontwikkelingen in de beoogde richting zullen sturen. Deze uitgangspunten zullen wij in deze brief nader toelichten. We willen ook ruimte geven aan het veld van gemeenten, aanbieders van ondersteuning en zorg, ouders en kinderen om binnen de gekozen kaders invulling te geven aan het nieuwe jeugdstelsel. Om de beoogde veranderingen te bewerkstelligen, willen we energie aanboren die hiervoor in de basis volop aanwezig is. Dat willen we de tijd gunnen, omdat de veranderingen ook op het lokale niveau moeten plaatsvinden. Het is ook mogelijk, omdat er enige jaren tijd is voordat de beoogde nieuwe wetgeving in werking zal treden. Wij willen dan ook samen met het veld zorgvuldig uitvoering geven aan de opgestelde werkagenda (zie bijlage 1). 1
Parlementaire Werkgroep Toekomstverkenning Jeugdzorg, Jeugdzorg dichterbij’, 2010.
1
1.1 Hoofdpunten visie
Kenmerk DJ/3088668
Onze ambitie is dat alle kinderen gezond en veilig opgroeien, hun talenten ontwikkelen en naar vermogen meedoen. De ouders zijn hiervoor eerst verantwoordelijk. De overheid komt in beeld als dit niet vanzelf gaat. Dan moet het jeugdstelsel snel, goed en op maat functioneren: „Geen kind buiten spel!‟ Het stelsel moet eenvoudiger en een integrale aanpak van problemen bevorderen. Ouders, kinderen en andere opvoeders moeten gemakkelijker ergens terechtkunnen met hun vragen over opgroeien en opvoeden. De hoofddoelen van de stelselwijziging zijn dan ook eerdere ondersteuning en zorg op maat en betere samenwerking rond jeugdigen en gezinnen. In het Regeerakkoord is daartoe een decentralisatie van alle ondersteuning en zorg voor jeugd naar gemeenten afgesproken. Zowel bestuurlijk als financieel. Gemeenten zijn op deze wijze in staat om integraal beleid te ontwikkelen en maatwerk te bieden, afgestemd op de lokale en individuele situatie. De vraagstukken, waar het kabinet bij de uitwerking van dit nieuwe jeugdstelsel voor staat, zien we ook terug in andere sectoren zoals het onderwijs (passend onderwijs) en de sociale zekerheid (Wet werken naar vermogen). Ook in die sectoren is de vraag aan de orde hoe professionals meer ruimte krijgen en de eigen kracht van mensen weer voorop komt te staan. Deze beleidsterreinen staan niet los van elkaar, omdat het grotendeels dezelfde mensen betreft. Een goede intersectorale afstemming tussen deze beleidsterreinen is daarom nodig. Het kabinet wil een zo veel mogelijk geïntegreerde en doelmatige zorg en ondersteuning van jeugdigen. Dit komt onder andere terug door het waar mogelijk en nuttig afstemmen van wetgeving en de fasering van de wijzigingen, en ook door de transitie deels gezamenlijk op te pakken. Hierdoor wordt het voor instellingen en professionals werkzaam in zorg, onderwijs en participatie, beter mogelijk hun inspanningen op elkaar af te stemmen.
1.2 Beleidsuitgangspunten voor de ontwikkeling van het nieuwe stelsel Het Regeerakkoord en de bestuurlijke afspraken leiden er toe dat wij een aantal keuzes maken, die de uitgangspunten vormen voor de verdere ontwikkeling van het nieuwe stelsel voor de ondersteuning en zorg voor jeugd in samenhang met andere lokale voorzieningen voor jeugdigen. Deze uitgangspunten zullen - waar nodig - in nieuwe wetgeving worden vastgelegd. Reikwijdte van het nieuwe stelsel Conform de Bestuurlijke Afspraken 2011–2015 worden gemeenten verantwoordelijk voor de provinciale (geïndiceerde) jeugdzorg, de jeugdzorgPlus (gesloten jeugdzorg), geestelijke gezondheidzorg voor jeugdigen (jeugd-GGZ), zorg voor jeugd met een licht verstandelijk beperking (jeugd-LVB) en de jeugdbescherming en jeugdreclassering. Voor de zorg voor bepaalde groepen jongeren, alsmede jeugdbescherming en jeugdreclassering is bovenlokale samenwerking van gemeenten noodzakelijk.
2
Zaaknummer DJ/3088668
Positie van ouders en kinderen Wij zullen in de opdracht aan gemeenten opnemen dat er voor de cliënt een mogelijkheid is voor keuzevrijheid in de zorg. Gemeenten voorzien in een gevarieerd zorgaanbod voor hun inwoners, zodat er goed kan worden ingespeeld op de zorgvraag van ouders en kinderen. Gemeenten kunnen daarvoor zelf of samen met andere gemeenten, eventueel via de lokale jeugdzorgpartner, regelen dat de zorg van landelijke zorgaanbieders geleverd kan worden. Ook kunnen gemeenten ervoor kiezen om een pgb (persoonsgebonden budget) te verstrekken. Wij onderzoeken in hoeverre we kunnen aansluiten bij het compensatiebeginsel, zoals we dat in de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning) kennen. Wanneer ouders niet in staat zijn hun rol als opvoeder goed te kunnen vervullen, dan moet de staat ingrijpen en hiertoe alle passende wettelijke en bestuurlijke maatregelen treffen. Hierbij moet gedacht worden aan normen ten aanzien van de veiligheid, gezondheid, het aantal personeelsleden en hun geschiktheid alsmede het toezicht.
Kenmerk DJ/3088668 Zaaknummer DJ/3088668
Waarborgen voor kwaliteit en ruimte voor professionals Voor een aantal situaties is het noodzakelijk om waarborgen voor de cliënt wettelijk vast te leggen. Dit geldt in elk geval in situaties waarbij een rechterlijke uitspraak ingrijpt in het leven van de cliënt en waar ouders niet in staat zijn hun rol als opvoeder goed te kunnen vervullen. Deze waarborgen voor de cliënt kunnen o.a. worden gegarandeerd door eisen aan de zorgaanbieders te stellen. Wij willen daarbij zoveel mogelijk aansluiten bij de Wet cliëntenrechten zorg en de Beginselenwet zorginstellingen. In overleg met de VNG wordt bezien hoe het toezicht op de uitvoering van het jeugdbeleid verder wordt vormgegeven. Er moet ruimte zijn voor professionele autonomie en de administratieve lasten moeten minimaal zijn. Centra voor jeugd en gezin We zullen in de wet opnemen dat elke gemeente een herkenbare en laagdrempelige plek moet hebben van waaruit preventieve gezondheidszorg, opvoedondersteuning en hulp aan jeugdigen, gezinnen en medeopvoeders integraal wordt aangeboden. Ook wordt in de wet opgenomen dat de geboden hulp en ondersteuning aan een jeugdige afgestemd wordt met de ondersteuning op school en dat er op deze plek een bepaalde deskundigheid aanwezig behoort te zijn. We zullen niet wettelijk voorschrijven hoe elke gemeente een CJG moet vormgeven. Dat moet passen bij de gemeente. Het preventief gezondheidszorgpakket van de jeugdgezondheidszorg, dat we in het belang van de volksgezondheid aan alle kinderen in Nederland actief en op identieke wijze willen aanbieden (bijvoorbeeld medische screeningen en het rijksvaccinatieprogramma) zal, vanwege de inhoudelijke samenhang met de andere onderwerpen, in de Wet publieke gezondheid geborgd blijven.
3
De activiteiten van de jeugdgezondheidszorg, die niet uniform aan alle kinderen worden aangeboden, maar waar lokale beleidsvrijheid en samenhang met andere activiteiten in het jeugddomein van belang is, zullen worden ondergebracht in het nieuwe wettelijke kader voor jeugd. De wettelijke taak van het Bureau jeugdzorg met betrekking tot de toegang tot de (thans geïndiceerde) zorg zal vervallen. Gedwongen kader: jeugdbescherming en jeugdreclassering Bij jeugdbescherming en jeugdreclassering wordt onder dwang door de overheid ingegrepen in de persoonlijke levenssfeer van kwetsbare kinderen en hun ouders. Daarom worden extra voorwaarden gesteld aan de decentralisatie van jeugdbescherming en -reclassering, onder andere op het gebied van bovenlokale samenwerking, een leveringsplicht van gemeenten, toezicht, financiering en kwaliteitseisen aan aanbieders van jeugdbescherming en –reclassering (certificering). Deze voorwaarden worden in overleg met de VNG nader uitgewerkt. Uitgangspunt is dat de jeugdbescherming en –reclassering uiterlijk in 2016 overgeheveld worden van provincies naar gemeenten. Wanneer eerder kan worden voldaan aan de voorwaarden, is het mogelijk dat bepaalde gemeenten eerder dan in 2016 de verantwoordelijkheid voor jeugdbescherming en -reclassering overnemen. Dit dient uiteraard te gebeuren in goed overleg tussen gemeenten, provincies, Rijk en gecertificeerde aanbieders van jeugdbescherming en -reclassering. Positie Advies- en Meldpunten Kindermishandeling en kindertelefoon De taken van het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) worden ook een verantwoordelijkheid van gemeenten. Het ligt in de verwachting dat gemeenten dit op bovenlokaal niveau zullen gaan organiseren. Transitie Ingevolge de Bestuurlijke Afspraken 2011-2015 wordt de precieze uitwerking van de fasering van de overheveling van de jeugdzorg (inclusief jeugd-GGZ, Jeugd-LVB en gesloten jeugdzorg en taken Bureau jeugdzorg), vanuit een inhoudelijke samenhang, geregeld in het transitieplan. Belangrijke vraag die daarbij vanuit de inhoud en proces nog beantwoord moet worden, is of de taken gefaseerd worden overgeheveld of zoveel mogelijk in één keer. Vanuit het veld ontvangen wij vooral signalen voor het laatste, waarbij er tegelijkertijd ook ruimte moet zijn voor verschillende snelheden. Vroege regio‟s kunnen dan in één keer snel, complexe regio‟s gefaseerd en trage regio‟s in één keer maar later, mits uiterlijk 2016. De voor- en nadelen hiervan worden in kaart gebracht en besluitvorming hierover wordt neergelegd in het transitieplan. Financiering Naar de invoering van de eigen bijdrage wordt nader onderzoek verricht. Voor de zomer van 2012 komen wij met een nader voorstel hierover.
4
Kenmerk DJ/3088668 Zaaknummer DJ/3088668
2. De visie Kenmerk DJ/3088668
2.1 Toekomstig stelsel
Zaaknummer DJ/3088668
Elk jaar worden er in ons land rond de 180.000 kinderen geboren. Nederland telt ruim 3,5 miljoen kinderen onder de 18 jaar2. Met het overgrote deel van deze kinderen (ongeveer 80%) gaat het goed. Rond de 15% van de kinderen is op enig moment in zijn of haar jeugd „at risk‟. Dit kan resulteren in een beroep op zorg of ondersteuning. Ongeveer 5% maakt – soms langdurig – van gespecialiseerde zorg gebruik wegens licht verstandelijke beperking, psychische stoornis of of zware sociale problematiek. Alle inspanningen van ouders, professionele opvoeders en de overheid zijn erop gericht dat onze kinderen: a. gezond en veilig opgroeien; o Elk kind heeft het recht om in een veilige omgeving (van een gezin) op te groeien. b. hun talenten ontwikkelen en; c. naar vermogen meedoen. o Dat wil zeggen dat kinderen al spelend, lerend en werkend een sociaal netwerk opbouwen en daarmee een goede basis leggen voor een zelfstandig leven. Bovenstaande kan een kind het beste leren in de wederkerigheid van een gezin. Een kleine gemeenschap waarin het leert relaties aan te gaan, te vertrouwen en hoe een bijdrage te leveren aan de samenleving. Een gezin in Nederland kent vele vormen naast vader, moeder en twee kinderen. Wij doelen op het gezin in de ruime betekenis. Die van de kleinste kern van onze samenleving. Dat gunnen wij elk kind. Hiermee geven wij invulling aan het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind3. De meest kwetsbare groep kinderen, die het niet heeft meegekregen om vanzelf een positieve bijdrage te leveren aan de samenleving, heeft er recht op steeds weer overeind geholpen te worden. Als hun ouders deze rol niet kunnen vervullen, is daar een rol weggelegd voor de staat. De overheid komt dus pas in beeld als dit niet vanzelf gaat. Dan moet het jeugdstelsel snel, goed en op maat functioneren: „Geen kind buiten spel!‟ De evaluatie van de Wet op de jeugdzorg4 en de analyse van de Parlementaire Werkgroep „Toekomstverkenning Jeugdzorg‟5 hebben belangrijke tekortkomingen van het huidige stelsel laten zien: a. een te grote druk op gespecialiseerde zorg; b. tekortschietende samenwerking rond kinderen en gezinnen; c. afwijkend gedrag wordt niet onnodig gemedicaliseerd; d. het kostenopdrijvend effect als afgeleide van deze knelpunten.
2 3 4 5
CBS: 2011 Internationaal verdrag inzake de rechten van het kind (in werking getreden september 1990) Evaluatieonderzoek Wet op de jeugdzorg, BMC: 2009 Parlementaire Werkgroep Toekomstverkenning Jeugdzorg, Jeugdzorg dichterbij, 2010.
5
Het stelsel moet eenvoudiger worden om te zorgen dat ouders en kinderen met problemen op meerdere gebieden niet verdwalen. Zij moeten makkelijk en eerder dan nu ergens terecht kunnen met hun vragen over opgroeien en opvoeden. Een en ander om te voorkomen dat kleine, niet uitgesproken vragen van nu, grote (opvoed)problemen in de toekomst worden. Het versterken van de eigen kracht en de sociale netwerken rond kinderen en gezinnen staan daarbij centraal. In het Regeerakkoord is een decentralisatie van alle ondersteuning en zorg voor jeugd naar gemeenten afgesproken. Zowel bestuurlijk als financieel. 1. Bestuurlijk: decentralisatie naar gemeenten De Bestuurlijke Afspraken 2011-2015 bieden het kader waarin de transitie naar het nieuwe stelsel vorm krijgt. Door de verantwoordelijkheid voor een positief opvoed- en opgroeiklimaat, voor preventie, voor vroegsignalering tot en met de (zware) gespecialiseerde zorg bij gemeenten te leggen, wordt het makkelijker verbindingen te leggen tussen zorg, onderwijs, werk en inkomen, sport en veiligheid. Gemeenten krijgen de vrijheid om op lokaal niveau de zorg voor jeugd in samenhang te regelen. Gemeenten kunnen hierdoor lokaal hun beleid goed afstemmen op de behoeften van hun burgers, gebruik makend van alle mogelijkheden in hun gemeente. 2. Financieel: bundeling van geldstromen Het huidige stelsel kent verschillende jeugdsectoren met elk een eigen financiering- en verantwoordingssysteem. Dit levert perverse financiële prikkels op: bijvoorbeeld instroombeperking in de ene deelsector kan leiden tot toestroom in een andere deelsector („waterbedeffect‟). In het Regeerakkoord is daarom afgesproken dat er één financieringssysteem komt voor het huidige preventieve beleid, de vrijwillige provinciale jeugdzorg, de jeugd LVB en jeugdGGZ. In de Bestuurlijke afspraken 2011-2015 met de VNG is afgesproken dat binnen het algemene financiële arrangement passende financiële afspraken gemaakt kunnen worden over de jeugdbescherming en jeugdreclassering. Het financieringssysteem dat het kabinet voor ogen heeft, geeft gemeenten de beleidsvrijheid om te kunnen sturen op doelmatigheid en doelgerichtheid (kostenbeheersing). Ontschotting van geldstromen biedt bovendien meer mogelijkheden voor integrale en daarmee effectievere hulp aan jeugdigen en gezinnen. Voor deze aanpak bestaat een breed politiek en maatschappelijk draagvlak. Alle adviesorganen wijzen in dezelfde richting, zo ook de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO) in zijn briefadvies van april 20116. Het is – zo zegt ook de RMO - van groot belang dat de stelselwijziging meer is dan een bestuurlijke en financiële operatie, waarin slechts verantwoordelijkheden worden overgedragen tussen overheden. Wij onderschrijven de analyse dat de zorginhoudelijke heroriëntatie meer vraagt dan een overheveling van taken en verantwoordelijkheden tussen overheden.
6
Briefadvies Bevrijdend kader voor de jeugdzorg, RMO, 2011. Zie bijlage 2.
6
Kenmerk DJ/3088668 Zaaknummer DJ/3088668
2.2 Sturing
Kenmerk DJ/3088668
De twee hoofddoelen van het nieuwe wettelijke stelsel zijn: a. eerder ondersteuning en zorg op maat; b. betere samenwerking rond gezinnen.
Zaaknummer DJ/3088668
In deze visie geeft het Rijk aan wat de opdracht en taken van de gemeenten zijn, maar zijn gemeenten verantwoordelijk voor de vormgeving en uitvoering van het beleid. Er is, met uitzondering van enkele specifieke taken, sprake van een horizontale verantwoording in plaats van een verticale verantwoording. De gemeente ontwikkelt haar beleid op basis van de lokale vraagstukken en betrekt burgers (ouders en jongeren) en maatschappelijke organisaties bij de totstandkoming van haar beleid. Zij legt primair verantwoording af over de gekozen beleidsprioriteiten en de resultaten aan de lokale samenleving en de eigen inwoners in plaats van aan het Rijk. 2.2.1 Verantwoording Gemeenten worden verplicht om een beperkt aantal indicatoren over de resultaten van het beleid landelijk te publiceren, waardoor onderlinge vergelijking tussen gemeenten mogelijk is en de bewindslieden aan het parlement verantwoording kunnen afleggen over de werking van het stelsel. Het Rijk is terughoudend bij het uitvragen van informatie bij gemeenten en sluit hierbij zoveel mogelijk aan bij reeds bestaande informatiebronnen. De landelijke jeugdmonitor, die in opdracht van het ministerie van VWS door het CBS wordt ontwikkeld, biedt een toepassing voor individuele gemeenten: de lokale jeugdspiegel. Hiermee kan vergelijkende informatie over jeugd in een gemeente worden opgevraagd. Deze toepassing zal de komende jaren verder worden uitgebouwd met gegevens ook over zorggebruik en de gezondheidssituatie van jongeren in de gemeenten. Deze informatie is zonder extra kosten beschikbaar voor alle gemeenten in Nederland. Het Rijk is systeemverantwoordelijk en aanspreekbaar op de maatschappelijke resultaten van het stelsel. Verder heeft het Rijk een ondersteunende rol, die bestaat uit het ontwikkelen van regelarme monitoringsinstrumenten ter vervanging van het huidige instrumentarium, het bieden van handreikingen en het stimuleren van innovatie. Hierdoor ontstaat er meer deregulering en vermindering van de administratieve lastendruk. Wanneer het noodzakelijk is dat de overheid ingrijpt in individuele vrijheden van ouders en/of jeugdigen, wordt het belangrijker om bij wet de rechtspositie van ouders en jeugdigen eenduidig vorm te geven. Dit geldt voor een aantal onderdelen van het jeugdbeleid. Bijvoorbeeld voor het gedwongen kader, de gesloten jeugdzorg (jeugdzorgPlus) en jongeren die vallen onder de Wet bijzondere opneming in psychiatrische ziekenhuizen (BOPZ).
7
2.3 Samenhang met andere decentralisatietrajecten De maatregelen in de zorg voor jeugd beogen een beweging op gang te brengen, Kenmerk zoals meer ruimte voor maatwerk, meer aandacht voor preventie, verschuiving naarDJ/3088668 lichtere vormen van ondersteuning en zorg en het loslaten van de indicatiestelling. Uitgangspunten voor de wet daarbij zijn: de verantwoordelijkheden van gemeentebestuurders zijn helder belegd, evenals de ondersteuning aan het kind, het gezin en de leerkracht, de besteding van de middelen en duidelijke samenwerkingsafspraken tussen onderwijs- en gemeentebestuurders. Als gevolg van andere decentralisaties, zoals die op het terrein van begeleiding uit de Awbz, de arbeidsparticipatie (Wetsvoorstel „werken naar vermogen‟) en de invoering van passend onderwijs, krijgen gemeenten steeds meer mogelijkheden om op lokaal niveau een samenhangend beleid te voeren, gericht op het vergroten van de participatie van kwetsbare groepen in de samenleving. Daarom worden de verschillende decentralisatietrajecten in nauwe samenhang door betrokken bewindspersonen (VWS, SZW, OCW, BZK en VenJ) uitgewerkt. Daar waar dit de doelgroep jeugd betreft, gebeurt dit in het „ Magenta-overleg‟. Dit is een structureel overleg waarin wij de inhoudelijke voortgang van de decentralisaties bespreken, zoveel mogelijk op elkaar afstemmen en een integrale aanpak willen bevorderen. Tevens worden in afstemming met de G4 en de G32 enkele gemeenten geselecteerd om meerjarig te volgen hoe de verschillende decentralisatietrajecten uitwerken bij specifieke groepen in de samenleving. Bij knelpunten zal er overleg tussen gemeenten en Rijk plaatsvinden.
8
Zaaknummer DJ/3088668
3. Het werkprogramma Kenmerk DJ/3088668
3.1 Positie ouders en jeugdigen Het kabinet vindt het belangrijk dat ouders en jeugdigen meer dan nu betrokken worden bij hun eigen ondersteuningsproces, daar meer zelf aan doen en dat bij het ondersteuningsproces wordt uitgegaan van de eigen kracht. Belangrijk aspect daarvan is dat niet over ouders en/of de jeugdige gesproken wordt, maar met hen: de betrokkenheid van ouders, kinderen en sociale omgeving bij de aanpak is cruciaal. Praktijkvoorbeeld In Breda heeft de gemeenteraad een jeugdbeleid vastgesteld dat uitgaat van kansen in plaats van risico‟s, van wat jongeren wél kunnen in plaats van niet. Resultaat is een bijzonder vormgegeven CJG, met moeders in de rol van CJGambassadeur en jongeren die actief meedenken. „Ouders en jongeren zijn bij ons het CJG‟, meldt een senior beleidsadviseur Jeugd in Breda. Het positief jeugdbeleid in de gemeente Breda ligt vast in het beleidskader Jeugd en Onderwijs „Jong@Breda‟ dat in februari 2011 door de gemeenteraad is vastgesteld. Wij vinden het noodzakelijk om voor bepaalde situaties waarborgen voor ouders en jeugdigen wettelijk vast te leggen. Het belang van de jeugdige staat hierbij voorop. De jeugdige is primair afhankelijk van zijn ouders als het aankomt op goede opvoeding of veilig en gezond kunnen opgroeien, gelet op het feit dat hij niet handelingsbekwaam is. Wanneer ouders niet in staat zijn om deze rol te vervullen, dan moet de staat ingrijpen en hiertoe alle passende wettelijke en bestuurlijke maatregelen treffen. Daarbij moeten normen worden vastgesteld met name ten aanzien van de veiligheid, gezondheid, het aantal personeelsleden en hun geschiktheid alsmede het toezicht waar de instellingen, diensten en voorzieningen die verantwoordelijk zijn voor de zorg of de bescherming van de jeugdigen aan moeten voldoen. Dit is voorgeschreven in artikel 3 van het VN-Verdrag inzake de Rechten van het Kind. Naarmate de overheid sterker ingrijpt in individuele vrijheden, wordt het belangrijker om bij wet de rechtspositie eenduidig vorm te geven. Dit kan bijvoorbeeld zijn op grond van een rechterlijke uitspraak (bijvoorbeeld door een ondertoezichtstelling of uithuisplaatsing) of wanneer een jeugdige (al dan niet vrijwillig) buiten de eigen woonomgeving verblijft, bijvoorbeeld in een pleeggezin of instelling. Wij onderzoeken op dit moment welke kwaliteitseisen hiertoe in het wetsvoorstel opgenomen moeten worden. Daar waar in de wet zaken zullen worden geregeld als klachtrecht, medezeggenschap, kwaliteitseisen en toezicht zal zoveel mogelijk worden aangesloten bij de Wet cliëntenrechten zorg en de Beginselenwet zorginstellingen, die beide nog in de voorstelfase zijn.
9
Zaaknummer DJ/3088668
3.1.1 Waarborgen op zorg Wij zijn van plan extra waarborgen in het stelsel aan te brengen voor die ouders en kinderen, waarvoor het nodig is dat de ondersteuning gegarandeerd is. In de huidige wetgeving is voor de meeste zorgvormen (geïndiceerde Jeugdzorg, jeugdLVB en jeugd-GGZ) een recht op zorg opgenomen. Deze individuele wettelijke aanspraak op gespecialiseerde zorg heeft er in het huidige stelsel toe geleid dat ouders en professionele opvoeders in onvoldoende mate worden aangesproken op hun verantwoordelijkheid tot het realiseren van een veilige en stimulerende opvoedomgeving voor kinderen en jeugdigen. Mede daardoor wordt er in het huidige stelsel eerder dan nodig is, gezocht naar oplossingen buiten de bestaande leefmilieus. Dit heeft, in combinatie met de huidige vormgeving van de indicatiestelling, geleid tot overbelasting van de sector en soms lange wachtlijsten. Extra complicerend is dat de indicatiestelling, zoals deze nu is vormgegeven, veel tijd, energie en geld kost. Daarbij vormt het vaak langdurige en bureaucratische proces waarbinnen de indicatie tot stand komt ook vanuit inhoudelijk oogpunt een probleem, omdat de analyse van wat er met een kind aan de hand is en wat er zou moeten gebeuren, in de meeste gevallen een momentopname vormt. Dit terwijl kinderen en hun omgeving zich snel ontwikkelen. We zullen daarom dit recht op zorg in het nieuwe wettelijk stelsel niet op een zelfde wijze vormgeven. Uitgangspunt in de nieuwe wet is het introduceren van een algemene zorgplicht voor de gemeente om jeugdigen en hun opvoeders opvoed- en opgroeiondersteuning te bieden. Daarnaast denken wij aan een plicht voor de gemeente om daar waar noodzakelijk een individuele voorziening te treffen voor de jeugdige of zijn opvoeders. Een dergelijke opdracht zal, in de geest van de compensatieplicht uit de Wmo, resultaatgericht geformuleerd worden en geeft de gemeente de ruimte om maatwerk te bieden daar waar nodig. Een dergelijke plicht biedt bovendien houvast aan gemeenten, bijvoorbeeld bij het opstellen van hun gemeentelijke verordening, en aan ouders en jeugdigen bij het verkrijgen van ondersteuning en hulp. De komende maanden werken wij dit samen met de VNG verder uit. 3.1.2 Persoonsgebonden budget (pgb) voor ouders en jeugdigen In het nieuwe stelsel zullen gemeenten aanbieders van jeugdzorg bekostigen. Ten aanzien van de persoonsgebonden budgetten volgen wij de lijn die is uiteengezet met de brieven aan de Tweede Kamer van september 2011 over pgb‟s7 en de toekomst van de Awbz8. Een groot deel van de groei van het aantal pgb‟s heeft plaatsgevonden in de zorg voor jeugd. De wijzigingen in het pgb-stelsel hebben dan ook direct gevolgen voor de zorg en ondersteuning voor jeugdigen die straks de verantwoordelijkheid van de gemeente worden. Na de overheveling van financiële middelen voor de zorg voor jeugdigen zijn gemeenten niet verplicht tot het verstrekken van pgb‟s. Gemeenten kunnen dan zelf bepalen wanneer een burger voor een pgb in aanmerking komt („kanbepaling‟). 7 8
Tweede Kamer, vergaderjaar 2010-2011, 25 567, nr. 84 Tweede Kamer, vergaderjaar 2011-2012, 30 597, nr. 206
10
Kenmerk DJ/3088668 Zaaknummer DJ/3088668
Op het lokale niveau kunnen wethouders goed zien in welke situatie een pgb een goed en wenselijk alternatief vormt voor zorg in natura. Door deze kan-bepaling voorkomen we dat een financieel onhoudbare pgb-regeling naar gemeenten wordt overgeheveld. Bij de beoordeling van de vraag of een pgb een aangewezen oplossing kan zijn, zouden onder meer de volgende aspecten kunnen worden meegewogen: het ontbreken van een alternatief van zorg in natura; de mogelijkheid van de ouder om regie te kunnen voeren op de zorg; de doelmatigheid van de ingekochte zorg. Voor de zomer 2012 komen wij terug op de wijze waarop gemeenten invulling kunnen geven aan de mogelijkheid om een pgb te verstrekken. Hierover wordt overleg gevoerd met de VNG. De sector zal tijdig en intensief worden geïnformeerd en begeleid bij de wijzigingen die hieruit voortvloeien. 3.1.3 Bijzondere groepen Zoals in de Bestuurlijke Afspraken 2011-2015 is vastgelegd hebben wij in kaart gebracht voor welke specifieke groepen eventueel specifieke maatregelen moeten worden getroffen. Er is gesproken met Jeugdzorg Nederland, William Schrikker Groep, SGJ Christelijke Jeugdzorg, Vereniging Orthopedagogische Behandelcentra, GGZ Nederland en jeugd-GGZ instellingen. De uitkomsten van deze gesprekken zijn voorgelegd aan gemeenten en cliëntorganisaties. In de bijlage 3 treft u het rapport aan9. Hiermee doen wij onze toezegging gestand over het in kaart brengen van bijzondere groepen waarvoor mogelijk specifieke maatregelen nodig zijn, gedaan tijdens het AO stelsel jeugd van 6 oktober 2011. De uitkomsten van de gesprekken die zijn gevoerd met zorgaanbieders en gemeenten geven ons geen aanleiding om bepaalde groepen uit te zonderen van decentralisatie naar gemeenten. Zowel bij de decentralisatie van alle zorg en ondersteuning van jeugd, als bij de decentralisatie van de begeleiding worden geen bijzondere groepen uitgezonderd van decentralisatie. Wel zijn er diverse aandachtspunten naar voren gekomen. Zowel aanbieders als gemeenten zien de noodzaak tot bovenlokale samenwerking. De redenen hiervoor zijn het behoud van de opgebouwde expertise, financiële risicospreiding bij de inkoop van zorg, keuzevrijheid van cliënten en de beperking van administratieve lasten. 3.1.4 Bovenlokale samenwerking In de Bestuurlijke Afspraken 2011-2015 is geconstateerd dat op alle taken voldoende bestuurskracht nodig is. Hiervoor is samenwerking nodig bij de uitvoering, bijvoorbeeld op het terrein van de inkoop. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zal namens het Kabinet naar verwachting nog dit jaar een brief aan gemeenten sturen waarin o.a. de randvoorwaarden voor bovenlokale samenwerking op het terrein van jeugd worden opgenomen.
9
Verslag van consultatierondes met zorgaanbieders, gemeenten en cliënt- en patiëntorganisaties over aandachtspunten ten aanzien van specifieke doelgroepen bij de transitie van de jeugdzorg.
11
Kenmerk DJ/3088668 Zaaknummer DJ/3088668
De gemeenten krijgen vervolgens één jaar de tijd om onderling afspraken te maken over bovenlokale uitvoering van de nieuwe taken. Indien gemeenten binnen het jaar geen passende invulling aan de uitvoering hebben gegeven, bepaalt het Rijk hoe deze samenwerking vorm gegeven gaat worden.
Zaaknummer DJ/3088668
3.2 Waarborgen voor kwaliteit en ruimte voor professionals Gemeenten kennen de specifieke kenmerken van bijvoorbeeld hun inwoners en de lokale, sociale infrastructuur. Vanuit hun verantwoordelijkheid voor de ondersteuning en zorg voor jeugdigen zijn gemeenten ook verantwoordelijk voor de kwaliteit van de uitvoering daarvan. Gemeenten kunnen gebruik maken van verschillende instrumenten om de kwaliteit van de ondersteuning en zorg voor jeugdigen te borgen. In het opstellen van hun beleidsplan kunnen zij afspraken maken over de kwaliteit die zij voor ogen hebben. Bij de financiering van ondersteuning en zorg voor jeugdigen kunnen gemeenten kwaliteitseisen stellen aan de te leveren diensten. Verder kunnen gemeenten gebruik maken van keurmerken, klachtenregistratie en onderzoeken naar klanttevredenheid. Het ontvangen van gegevens, geluiden en signalen is voor de gemeente essentieel om de ondersteuning en zorg voor jeugdigen (bij) te sturen. Bovendien draagt de kennisneming van klachten van burgers over de verlening van ondersteuning en zorg er toe bij dat de gemeente in haar beleid cliëntgericht te werk kan gaan. Daar hebben zowel de cliënt als de gemeente zelf baat bij. Bovenstaande geeft aan dat gemeenten zelf de instrumenten hebben om een kwalitatief goed aanbod van ondersteuning en zorg te organiseren. Het uitgangspunt van de nieuwe wet zal dan ook zijn dat het in eerste instantie de verantwoordelijkheid van gemeenten is om zaken te regelen als klachtrecht, medezeggenschap, het stellen van kwaliteitseisen aan het aanbod en het organiseren van toezicht. Wij zijn met gemeenten in gesprek hoe wij hen daarbij kunnen ondersteunen. Zo is het van groot belang om een landelijke kennisinfrastructuur in stand te houden die informatie biedt over de (wetenschappelijke) ontwikkelingen over de interventies in de jeugdzorg. Mogelijk kan, zoals ook genoemd in het AO d.d. 11 oktober 2011, aangesloten worden op de ontwikkelingen rondom het Kwaliteitsinstituut in de curatieve en langdurige zorg. Naar verwachting gaat het nieuw op te richten Kwaliteitsinstituut in 2013 van start. Het zal o.a. gebruik maken van visie en expertise die zich ontwikkelt uit primaire processen in de zorg. Dit instituut zal een rol krijgen bij het agenderen en de totstandkoming van professionele standaarden, zoals richtlijnen en normen voor goede zorg. Die richtlijnen en normen voor goede zorg kunnen vervolgens gehanteerd worden bij de certificering van aanbieders/instellingen10. Ook op die wijze willen wij ruimte geven aan het veld om de eigen visie verder te ontwikkelen.
10
Kenmerk DJ/3088668
Tweede Kamer, vergaderjaar 2010-2011, 32 620, nr 14
12
Behalve inhoud van professionals en aanbieders is samenwerking zeer belangrijk. Er kunnen situaties ontstaan waarbij er onvoldoende wordt samengewerkt tussen organisaties of niet goed wordt „doorgepakt‟, waardoor het gevaar bestaat dat cliënten tussen wal en schip vallen. De gemeente heeft in dat geval bestuurlijke en financiële instrumenten om samenwerking af te dwingen. 3.2.1 Ruimte voor professionals „Alsof het je eigen kind is‟. Dat is misschien wel de belangrijkste waarde die jeugdhulpverleners moeten hanteren bij de zorg voor en ondersteuning aan kinderen en hun ouders. In de zorg voor jeugd zijn verschillende beroepsgroepen werkzaam. Voor sommige beroepen bestaat een verplichte beroepsregistratie en tuchtrecht, zoals voor verpleegkundigen, (jeugd-) artsen, verloskundigen en gezondheidspsychologen. Door verplichte herregistratie dienen deze professionals hun kennis en vaardigheden op peil te houden via na- en bijscholing. De verantwoordelijkheid voor de inhoudelijke kwaliteit van de beroepsbeoefening ligt daarmee bij de beroepsgroepen zelf. Wij willen het aantal professionals in de brede zorg voor jeugd verhogen door meer beroepen onder registratie en tuchtrecht te brengen. Dat levert een belangrijke bijdrage aan een verhoging van de kwaliteit van beroepsuitoefening en het beperken van overbodige bureaucratie. De Stuurgroep Implementatie Professionalisering Jeugdzorg is sinds vorig jaar met financiële steun van VWS begonnen aan de implementatie van twee nieuwe beroepen in de geïndiceerde en justitiële jeugdzorg, te weten de jeugdzorgwerker (hbo-niveau) en de gedragswetenschapper (wo-niveau). Hiervoor zijn competentieprofielen ontwikkeld, is een uitstroomprofiel jeugdzorgwerker vastgesteld en zal een stichting worden opgericht om de registratie en het tuchtrecht vorm te geven. Ook voor deze twee beroepen zal een verplichte beroepsregistratie gelden. De precieze vormgeving hiervan wordt nog uitgewerkt, maar wij zullen de snelst mogelijke juridische route volgen. 3.2.2 Kwaliteitseisen aan organisaties In paragraaf 3.1 is ingegaan op de positie van ouders en kinderen. Wij hebben daarbij aangegeven dat het voor een aantal situaties noodzakelijk is om waarborgen voor de cliënt wettelijk vast te leggen. Dit geldt in elk geval in situaties, waarbij een rechterlijke uitspraak ingrijpt in het leven van de cliënt. Deze waarborgen voor de cliënt kunnen o.a. worden gegarandeerd door eisen aan de zorgaanbieders te stellen. Wij willen daarbij zoveel mogelijk aansluiten bij de Wet cliëntenrechten zorg en de Beginselenwet zorginstellingen. In deze wetten wordt voor zorgaanbieders een aantal verplichtingen op Rijksniveau geregeld. Beide wetten zitten nog in de voorstelfase. Op dit moment zoeken wij uit welke kwaliteitseisen die in de beide wetten beschreven staan ook van overeenkomstige toepassing kunnen worden verklaard op de nieuwe wet. Begin volgend jaar zal dit in het concept wetsvoorstel worden vastgelegd. In paragraaf 3.5 wordt nader ingegaan op de kwaliteitseisen die aan organisaties worden gesteld in het kader van jeugdbescherming en jeugdreclassering zoals dit is vastgelegd in de Bestuurlijke Afspraken 2011-2015.
13
Kenmerk DJ/3088668 Zaaknummer DJ/3088668
3.2.3 Kwaliteit van instrumenten Naast de cliënt zelf en de beroepsbeoefenaar zijn ook de instrumenten en interventies die gehanteerd worden van invloed op de begeleiding- en behandeluitkomst. ZonMw ontwikkelt hiervoor een nieuw programmavoorstel. „Effectief werken in de jeugdsector‟. In het nieuwe onderzoeksprogramma worden instrumenten en interventies onderzocht op hun effectiviteit en daarbij zal ook aandacht besteed worden aan de implementatie en borging. Wij verwachten dit voorstel in januari 2012. 3.2.4 Toezicht Gelet op de doelgroep en aard van de zorg is het nodig dat er toezicht door het Rijk wordt gehouden op- in ieder geval- de gesloten jeugdzorg, de jeugdigen die onder de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet BOPZ) vallen, en op het van staatswege ingrijpen (verplichte maatregelen van jeugdbescherming en jeugdreclassering) en mogelijk op sommige vormen van gespecialiseerde zorg. De mate van toezicht is afhankelijk van de zorgzwaarte en/of mate van ingrijpen. Rijk en VNG werken dit nader uit. Met de bovengenoemde gedachtelijn over professionalisering van de sector en de relatie met de decentralisatie van taken en het toezicht daarop, geven wij invulling aan de toezegging, die gedaan is bij het AO Jaarbericht Inspectie op 25 mei 2011. Zoals toegezegd in de voortgangsbrief Jeugd, ontvangt uw Kamer nog dit jaar een brief over de verbetering van kwaliteit en professionalisering binnen het huidige stelsel van jeugdzorg.
3.3 Het CJG in het nieuwe stelsel11 In de opdracht aan gemeenten nemen we op dat elke gemeente een herkenbare en laagdrempelige plek moet hebben van waaruit een aantal basisfuncties van ondersteuning en zorg wordt aangeboden. Wij zullen niet wettelijk voorschrijven hoe elke gemeente het begrip CJG moet invullen. De CJG-ontwikkeling wordt al jaren op lokaal niveau gedragen. Het is belangrijk dat gemeenten de vrijheid houden om de organisatorische inbedding van zorgaanbod en CJG‟s in het bredere netwerk zelf uit te werken. Bij de doorontwikkeling van de CJG‟s stellen wij ons voor dat het CJG in elk geval voorziet in een aantal taken, te weten: a. monitoren, screenen en vaccineren; b. ondersteuning, voorlichting, advies en informatie; c. zoveel mogelijk zelf bieden van hulp en bij complexe of specialistische hulpvragen hulp inschakelen in een zo vroeg mogelijk stadium; d. integrale zorg rondom het gezin organiseren (bijvoorbeeld door inzet van een gezinscoach volgens één gezin, één plan, één regisseur); e. samenwerking met onderwijs.
11
In deze paragraaf komen wij terug op de toezegging over de laagdrempelige rol van het CJG en het tempo van de gemeente, die tijdens de begrotingsbehandeling van 9 november 2010 is gedaan.
14
Kenmerk DJ/3088668 Zaaknummer DJ/3088668
3.3.1 Méér hulpverlening vanuit het CJG Een belangrijk verschil met de huidige situatie in de meeste gemeenten is dat vanuit een CJG ook direct ondersteuning zal worden geboden, waarvoor nu een indicatie of doorverwijzing nodig is. Ons staat een stelsel voor ogen waarbij ondersteuning zoveel mogelijk in de eigen omgeving van het kind en het gezin geboden wordt en/of gericht is op terugkeer naar die omgeving. Zo ligt het voor de hand voor kinderen en jongeren in de schoolgaande leeftijd met (beginnende) problemen zorg en ondersteuning te bieden in hun sociale omgeving. Bij de hulp en ondersteuning aan de jeugdige en het gezin wordt steeds gekeken naar wat het gezin en hun omgeving zelf kan doen om een probleem op te lossen. Het CJG helpt bij een snelle diagnose, geeft advies en ondersteuning en voorkomt dat problemen onnodig verergeren. Vanuit het CJG worden jeugdigen en hun ouders en professionals in kinderopvang en onderwijs zoveel mogelijk direct met advies en ondersteuning geholpen, bij het uitvoeren van hun opvoedingstaak. Dit geldt voor zowel kortdurende interventies als bijvoorbeeld ook langdurig laagfrequente zorg voor kwetsbare gezinnen als gezinscoaches voor multiprobleem-gezinnen. Op deze wijze geeft het kabinet ook invulling aan de motie Voordewind over een dekkend aanbod van langdurige gezinsbegeleiding waarbij het aanbod van langdurige gezinsbegeleiding in het vrijwillige kader beter aansluit bij de behoefte en hulpvraag van gezinnen12. Praktijkvoorbeeld In de regio Midden-Brabant werken het CJG en Loket Vroeghulp (samenwerkingsverband onder regie van MEE Regio Tilburg) intensief samen en zijn zelfs buren in hetzelfde pand. Ouders met jonge kinderen kunnen hun vraag op één plaats stellen en treffen er een coördinator Integrale Vroeghulp of pedagogisch adviseur-CJG aan, die aanspreekpunt blijft tot hun vraag is beantwoord. Dubbele intakes of het onnodig heen en weer verwijzen van kinderen en ouders wordt op deze manier voorkomen. Ouders en kinderen profiteren van de mogelijkheden die de samenwerking biedt in het kader van „één gezin - één plan, één regisseur‟. 3.3.2 CJG schakelt zo nodig specialistische zorg in Op dit moment zijn er meerdere 'toegangspoorten' tot de zorg voor jeugd. Het is belangrijk dat deze bij elkaar komen in één frontoffice (ofwel de “poortwachter”) voor alle zorg voor jeugdigen en ouders: het CJG. Een voor jeugdigen en ouders herkenbare ingang vanuit welk punt ouders en jeugdigen alle ondersteuning kunnen bereiken. Zoals hiervoor gezegd: dit wil niet zeggen dat ouders en jeugdigen altijd naar het CJG toe moeten komen. Ook op het internet kunnen ouders terecht voor informatie, bijvoorbeeld op de websites van de CJG‟s. Daarnaast kunnen hulpverleners ook aanwezig zijn op die plekken waar ouders en kinderen komen (bijvoorbeeld op school).
12
Tweede Kamer, vergaderjaar 2010-2011, 32015, nr. 31
15
Kenmerk DJ/3088668 Zaaknummer DJ/3088668
Verreweg de meeste ondersteuning bieden de CJG-medewerkers zelf, maar ze moeten op basis van hun professionele deskundigheid en ervaring ook in staat zijn in te schatten wanneer specialistische hulp ingeschakeld moet worden. Het is belangrijk dat deze CJG-medewerkers beschikken over de juiste antennes en een „neus‟ voor problemen. Deze competenties kunnen worden ontwikkeld tijdens de opleiding, maar ervaring met kinderen en gezinnen is hiervoor minstens zo belangrijk. Over de vereisten en de randvoorwaarden voor een goed proces van inschakelen van zorg door professionals van het CJG hebben wij een gezamenlijk advies ontvangen van een zestal beroepsverenigingen. Dit zullen wij betrekken bij de uitwerking van deze belangrijke nieuwe taak van het CJG. Deze wordt opgenomen in de werkagenda die wij met de veldpartijen opstellen en waarin de doorontwikkeling van het CJG één van de thema‟s is. 3.3.3 Relatie tussen CJG en functies van het AMK Professionals van het CJG zien veel ouders en kinderen en hebben de taak om dreigende problemen te signaleren. Het is echter belangrijk dat het CJG zijn laagdrempelig karakter behoudt. De meld- en adviesfunctie op het gebied van kindermishandeling wordt belegd bij de gemeenten die dat (bovenlokaal) gaan organiseren, in samenhang met het steunpunt huiselijk geweld en het Veiligheidshuis. Als hulp op vrijwillige basis de uitkomst is, dan wordt dat via het CJG in werking gezet. 3.3.4 Samenwerking CJG met scholen Met het invoeren van een nieuw stelsel voor passend onderwijs wordt samenwerking tussen scholen en zorg nog belangrijker dan voorheen. Samenwerkingsverbanden voor passend onderwijs dienen hun zorgplannen af te stemmen met gemeenten. Bovendien is de school een belangrijke plek van vroegsignaleren zodat snel en adequaat lichte zorg verleend kan worden en voorkomen kan worden dat problemen escaleren. Door zorg in en om de school te brengen, krijgen leraren ondersteuning bij het omgaan met gedrags- en andere opgroeiproblematiek. Leerlingen kunnen direct, zonder verwijzing, worden geholpen. Medewerkers van het CJG kunnen op school ondersteuning bieden en bijdragen aan het terugdringen van schoolverzuim en schooluitval. Inzet van gespecialiseerde zorg, afstroom naar onderwijs op een lager niveau en uitstroom naar het (voortgezet) speciaal onderwijs zal daardoor worden beperkt. Zorg in en om de school (met name rondom het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs) vormt één van de pijlers van het kabinetsbeleid om voortijdig schoolverlaten tegen te gaan. Het (toekomstige) CJG, het Wmo-loket en het Werkplein zijn allen gemeentelijke instanties waar jongeren terecht kunnen voor bepaalde vormen van hulp en ondersteuning. Daar waar mogelijk dienen deze plekken goed met elkaar én met de school verbonden te zijn. Een verbinding die onder regie van de gemeente tot stand moet komen.
16
Kenmerk DJ/3088668 Zaaknummer DJ/3088668
Praktijkvoorbeeld Wijkschool Om overbelaste jongeren op positieve wijze te betrekken bij hun sociale en fysieke omgeving, en hen terug naar school en/of werk te begeleiden zijn de Wijkscholen in het leven geroepen. De wijkschool, onderdeel van het Rotterdams Offensief, richt zich op jongeren van 16 tot 23 jaar zonder startkwalificatie, baan of opleiding, met complexe problemen op meerdere leefgebieden. De wijkschool biedt een intensief programma met een gecombineerde aanpak van zorg, onderwijs en werk met als doel deze „overbelaste jongeren‟ naar het reguliere onderwijs of de arbeidsmarkt te begeleiden. Ook in het MBO is de samenwerking met zorg voor jeugd van belang. Jongeren die met problemen kampen, worden vanuit de zorgstructuur in het mbo (mentoraat, loopbaanoriëntatie en –begeleiding, zorgadviesteams e.d.) begeleid zodat zij leren hun problemen op te lossen. Van belang is daarbij dat ook voor de doelgroep 18+ (een grote groep studenten in het mbo valt hieronder) de samenwerking met de zorg goed is geregeld. 3.3.5 Positie jeugdgezondheidszorg (JGZ) Zoals afgesproken in de Bestuurlijke Afspraken 2011 – 2015 hebben wij een onderzoek uit laten voeren naar de wettelijke positionering van de JGZ. Vraag daarbij was of de JGZ geheel of gedeeltelijk dient komen te vallen onder de nieuwe jeugdwet of dat de huidige positionering binnen de Wet publieke gezondheid het meest geschikt is. Uit het onderzoek13 komt als advies een “basisaanbod aan preventie” (zie bijlage 4) vast te leggen in een wettelijke regeling, zodat dit ten alle tijden voor kinderen en jongeren (en hun opvoeders) beschikbaar is. De inhoud en omvang van dit basisaanbod zal na onafhankelijk advies door het Rijk worden vastgesteld. Geadviseerd wordt om de uitvoering van dit basisaanbod via de Wet publieke gezondheid op te dragen aan de gemeenten. De JGZ kent naast een landelijk vastgesteld uniform basistakenpakket, ook lokaal bepaald maatwerk. Het maatwerk en andere activiteiten, op geleide van lokale problematiek, kunnen beter worden ondergebracht in de nieuwe jeugdwet. Wij nemen het advies over om een preventief gezondheidszorgpakket voor alle kinderen in Nederland wettelijk vast te leggen. Dit pakket bestaat uit de programma‟s en activiteiten die we vanuit volksgezondheidsbelang aan alle kinderen actief en op identieke wijze willen aanbieden via de JGZ. Wij denken hierbij in ieder geval aan de uitvoering van medische screeningen en het rijksvaccinatieprogramma. Vanwege de inhoudelijke samenhang met de andere onderwerpen in de Wet publieke gezondheid en het karakter van die wet kiezen wij ervoor om – in lijn met het advies – dit pakket te borgen in de Wet publieke gezondheid. Dit type activiteiten vastleggen in het nieuwe wettelijke stelsel voor jeugd zou ook strijdig zijn met de basisfilosofie van die wet. Deze gaat immers uit van beleidsvrijheid voor gemeenten. De nadere invulling van dit basispakket voor alle kinderen zal de komende periode plaatsvinden.
13
Bram Anker, Positionering van de JGZ in het nieuwe stelsel van de zorg voor jeugd, 17 oktober 2011
17
Kenmerk DJ/3088668 Zaaknummer DJ/3088668
De activiteiten van de jeugdgezondheidszorg die niet uniform aan alle kinderen worden aangeboden, maar naar gelang de lokale situatie, willen wij – eveneens in lijn met het advies - onderbrengen in het nieuwe wettelijke stelsel voor jeugd. Het gaat dan vooral om activiteiten waar lokale beleidsvrijheid en samenhang met andere activiteiten in het jeugddomein van essentieel belang is. 3.3.6 Samenwerking met Veiligheidshuizen In het Veiligheidshuis werken verschillende instanties samen aan een integrale, probleemgerichte aanpak van complexe veiligheidsproblematiek. Het doel van de samenwerking is het terugdringen van overlast, huiselijk geweld en criminaliteit. De deelnemende partners signaleren problemen, bedenken oplossingen en voeren die samen uit. Werkprocessen worden op elkaar afgestemd, zodat strafrecht en zorg elkaar aanvullen. Doelgroepen van het Veiligheidshuis zijn onder andere jeugdige veelplegers en daders van huiselijk geweld. Gelet op de benodigde verbinding met de zorg voor deze groepen is het belangrijk dat waar nodig hulp en ondersteuning vanuit het CJG beschikbaar is voor de doelgroep van het Veiligheidshuis en dat CJG en Veiligheidshuis nauw samenwerken. In verschillende gemeenten wordt hier al ervaring mee opgedaan. 3.3.7 Wetsvoorstel wijziging Wet op de jeugdzorg inclusief innovatieartikel De Tweede Kamer heeft de schriftelijke behandeling van het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet op de jeugdzorg 14 afgerond. In onze brief van 30 september jl. hebben wij aangegeven dat wij ons beraden over de voortgang van dit wetsvoorstel. Tijdens het AO van 6 oktober hebben wij toegezegd hierover met de VNG en het IPO te overleggen. Dit overleg heeft inmiddels op 12 oktober jl. plaatsgevonden. Daarbij hebben wij aangegeven er waarde aan te hechten met bepaalde elementen uit dit wetsvoorstel door te gaan, om een soort „loopplank‟ naar het nieuwe stelsel uit te leggen. Zoals ook aangegeven in onze brief van 30 september 2011 behelst het wetsvoorstel het volgende: De vorming van het CJG door gemeenten via goed bereikbare en herkenbare locaties. Het maken van schriftelijke samenwerkingsafspraken onder voortouw van gemeenten, onder andere over zorgcoördinatie, met een bevoegdheid van de burgemeester een instantie aan te wijzen die met coördinatie van zorg wordt belast. Het inschakelen van Integraal Toezicht Jeugdzaken door gemeenten. Een experimenteerartikel, waardoor gemeenten en provincies, vooruitlopende op de inwerkingtreding van het nieuwe wettelijke stelsel, kunnen experimenteren met nieuwe werkvormen waarin gemeenten de regie hebben over de zorg voor jeugd. Een experimenteerartikel op het terrein van JeugdzorgPlus (gesloten jeugdzorg) om ketensamenwerking met andere vormen van jeugdzorg, het onderwijs en het veld van werk en inkomen te verbeteren. Maatregelen om de administratieve lasten te beperken en de beleidsvrijheid van medeoverheden te vergroten, zoals samenvoeging van
14
Tweede Kamer, vergaderjaar 2009-2010, 31977, nr. 6
18
Kenmerk DJ/3088668 Zaaknummer DJ/3088668
de provinciale doeluitkeringen en het schrappen van de duur van de zorg uit het indicatiebesluit van Bureau jeugdzorg. Wij hebben in het overleg met IPO en VNG aangegeven vooruitlopend op een nieuw wettelijk stelsel waarde te hechten aan enkele elementen uit dit wetsvoorstel. Het gaat ons om het zo spoedig mogelijk introduceren van doorzettingsmacht van de burgemeester waar sprake is van problemen in de samenwerking tussen instellingen, het vergroten van innovatieruimte (met het „experimenteerartikel‟) van gemeenten en het vergroten van de beleidsvrijheid door het bundelen van financieringstromen binnen de huidige Wet op de jeugdzorg. Met VNG en IPO hebben wij afgesproken dat wij op basis van een juridische analyse bezien welke toegevoegde waarde het huidige wetsvoorstel biedt in de komende transitie, ook in relatie tot de voorgenomen termijn (2014) waarop de nieuwe Wet op de zorg voor jeugd kan worden ingevoerd. Over de uitkomsten van deze analyse en ons overleg daarover zullen wij de Tweede Kamer informeren.
3.4 Gespecialiseerde zorg Alle zorg voor jeugd, ook de gespecialiseerde zorg (provinciale jeugdzorg, JeugdzorgPlus, jeugd-LVB, jeugd-GGZ, JGZ en jeugdbescherming en jeugdreclassering) komt onder de verantwoordelijkheid van gemeenten. Samen met de ontschotting van geldstromen biedt dit mogelijkheden voor integrale en daarmee effectievere hulp aan gezinnen. Hiermee kan de samenwerking rond gezinnen met meervoudige, complexe problemen worden verbeterd. Er is een groep kinderen die, gegeven hun zware problematiek, zorg vanuit de Awbz nodig heeft (begeleiding en/of, verpleging en/of persoonlijke verzorging) om in het (speciaal) onderwijs te kunnen functioneren. In overleg met het ministerie van OCW bezien we hoe deze zorg in het nieuwe stelsel kan worden ingepast. 3.4.1 Jeugd-GGZ en jeugd-LVB De jeugd-GGZ is er voor jeugdigen met psychische klachten, die een psychiatrische behandeling noodzakelijk maken. Binnen dit palet van zorg vallen onder andere de preventieve zorg – bijvoorbeeld cursussen voor Kinderen van Ouders met Psychiatrische Problematiek (KOPP) –, gesprekken bij een eerstelijns psycholoog, alsmede de multidisciplinaire psychiatrische zorg, waarvan het klinische deel zowel in (academische) psychiatrische ziekenhuizen als ook in centra voor vroegkinderlijke traumabehandeling wordt geleverd. De jeugd-LVB zorg is er met name voor jongeren met een lichte verstandelijke berperking met gedragsproblemen, al dan niet veroorzaakt door of gepaard gaand met een psychiatrische stoornis. Behandeling vindt voornamelijk plaats in negentien gespecialiseerde Orthopedagogische Behandelcentra (OBC) en voor een beperkt deel in „reguliere‟ instellingen voor verstandelijk gehandicaptenzorg met een LVB-toelating. Er zijn vijftien multifunctionele Centra in Nederland die (kortdurende) GGZ-behandeling bieden specifiek voor LVB-jeugd.
19
Kenmerk DJ/3088668 Zaaknummer DJ/3088668
Net als voor andere vormen van jeugdzorg geldt voor de jeugd-GGZ en de jeugdLVB zorg dat de vraag naar gespecialiseerde zorg de afgelopen jaren is toegenomen. Tegelijkertijd kan geconstateerd worden dat de vraag om consultatie vanuit andere sectoren groot is en tevens dat de eerstelijns jeugd-GGZ op dit vlak niet goed genoeg is ontwikkeld. Hierdoor wordt de druk op de gespecialiseerde jeugd-GGZ vergroot. Dit geldt in min of meer vergelijkbare mate ook voor de jeugd-LVB zorg. Voor de jeugd-LVB doelgroep is met name vroege screening op verstandelijke beperkingen en ontwikkelingsachterstanden en vroeghulp van belang. Dat is nu nog onvoldoende ontwikkeld. Doordat gemeenten straks verantwoordelijk zijn, is er een stimulans om in te zetten op preventieve en lichtere vormen van zorg en voor het zoveel als mogelijk benutten van de ´eigen kracht´. Door de integrale verantwoordelijkheid van gemeenten worden tevens de huidige financiële barrières weggenomen voor vroegtijdige (consultatieve) inzet vanuit de jeugd-GGZ en jeugd-LVB zorg in multidisciplinaire zorgtrajecten. Het beroep op de gespecialiseerde jeugd-GGZ en de behandelzorg voor LVB-jongeren kan hiermee mogelijk worden teruggebracht. Naast de stimulans die gemeenten krijgen om de preventieve en eerstelijns GGZ te versterken, dragen zij straks ook de verantwoordelijkheid voor de zeer specialistische GGZ die voor sommige jeugdigen nu eenmaal noodzakelijk blijft. De afgelopen jaren loopt de (jeugd)-GGZ mee in de beweging van concentratie en specialisatie, die ook in de rest van de gezondheidszorg gaande is. Dit heeft als doel de kwaliteit van zorg bij zeer complexe problematiek te verbeteren en te garanderen. 3.4.2 JeugdzorgPlus JeugdzorgPlus is een intensieve vorm van gespecialiseerde jeugdzorg die start met een rechterlijke machtiging en plaatsing in een accommodatie voor gesloten jeugdzorg. Deze machtiging maakt het mogelijk jongeren in geslotenheid te behandelen en beperkende maatregelen op te leggen. Plaatsing is bedoeld als time-out in een lopend traject dat al vanuit een instelling voor jeugdzorg is gestart of als start van een (nieuw) traject gericht op herstel van maatschappelijk participeren. De tijd die jeugdigen nu in geslotenheid doorbrengen, is nu gemiddeld elf maanden. De verblijfsduur zou korter moeten worden. Daarom willen wij het effect van de behandeling verder vergroten. Dat vraagt een aanpak die zich niet alleen richt op de behandeling binnen de instelling, maar ook op zijn omgeving, thuis en de school en het perspectief dat deze jongere daar of elders geboden kan worden. Die aanpak heeft zich vertaald in een beleidskader zorgtrajecten, waarvan u eerder een concept heeft ontvangen15. Mede omdat er vanuit de Kamer vragen bestonden over de bestuurlijke betrokkenheid van provincies heeft nader overleg met provincies en instellingen plaatsgevonden16. Dat overleg is vrijwel afgerond. De verwachting is daarom dat vanaf 2012 de trajectbenadering ingevoerd wordt in de vorm van pilots waartoe de instellingen worden uitgenodigd voorstellen in te dienen.
15 16
Tweede Kamer, vergaderjaar 2010-2011, 31389, nr.100 Tweede Kamer, vergaderjaar 2010-2011, 31389, nr.112
20
Kenmerk DJ/3088668 Zaaknummer DJ/3088668
De overgang van jeugdzorgPlus behoeft in de transitiefase specifieke aandacht. In de eerste plaats omdat plaatsing in een instelling voor jeugdzorg plus betekent dat de rechter de jongere ingrijpend in zijn vrijheid beperkt. In de tweede plaats omdat de problematiek van deze jongeren hoge eisen stelt aan het personeel en de accommodaties waar deze jongeren verblijven. Het in gebruik nemen en in standhouden van dergelijke voorzieningen vraagt bovendien grote investeringen en verhoudingsgewijs hoge structurele lasten. Tegelijkertijd zal de capaciteit op een voldoende niveau gegarandeerd moeten worden. Voor de instellingen geldt nu een opnameplicht die vrijwel direct geëffectueerd moet kunnen worden wanneer de rechter in een crisissituatie een voorlopige machtiging verleent. Voorts vraagt jeugdzorgplus specifieke aandacht omdat deze vorm van gespecialiseerde jeugdzorg nog volop in ontwikkeling is. Dat betreft niet alleen de hierboven beschreven ontwikkeling van „bedden naar trajecten‟, maar ook de capaciteit. Het valt op dit moment niet te voorspellen wat in 2016 een reële behoefte zal zijn. Op dit moment worden 1400 plaatsen jeugdzorgPlus gebruikt. Recent heeft de Kamer daarover een brief ontvangen17. Deze omvang van feitelijk gebruik is beduidend lager dan eerdere ramingen. Tegelijkertijd is de verwachting dat een effectieve trajectaanpak zal leiden tot een verdere daling van het gebruik. Daarnaast verschilt het gebruik per zorggebied. Met de VNG onderzoeken we welke afspraken gemaakt moeten worden over een landelijk dekkend niveau van gecertificeerde instellingen jeugdzorgPlus. Eind van dit jaar zal hier duidelijkheid over zijn.18
3.5 Gedwongen kader: jeugdbescherming en –reclassering Soms komen ouders hun plicht tot goed opvoeden onvoldoende na, kunnen jeugdigen thuis niet gezond en veilig opgroeien of vertonen jongeren dusdanig grensoverschrijdend gedrag dat ingrijpen van de overheid nodig is. Gedwongen ingrijpen is een laatste redmiddel: een ultimum remedium. Dat gebeurt pas wanneer andere middelen geen soelaas hebben geboden om de problemen te verminderen. De jeugdbeschermingsmaatregelen zijn de dwangmiddelen die in het kader van het civiele jeugdbeschermingsrecht beschikbaar zijn. Het betreft beperking of ontneming van het ouderlijk gezag. Bij de uitvoering van jeugdbeschermingsmaatregelen wordt er veel gebruik gemaakt van de verschillende vormen van jeugdzorg. Voor de jeugdreclassering geldt dat dit een van de middelen is naast een breed scala aan straffen en maatregelen die in het kader van het jeugdstrafrecht worden toegepast. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van jeugdbescherming en –reclassering wordt overgeheveld van de provincies naar gemeenten. Doordat gemeenten, naast jeugdzorg, ook een verantwoordelijkheid hebben op diverse andere terreinen waaronder maatschappelijke ondersteuning en werk en inkomen wordt een integrale aanpak van de vaak meervoudige problematiek die bij deze gezinnen speelt eenvoudiger. Daarnaast krijgen gemeenten ook de (financiële) middelen in handen om eerder (preventief) in te grijpen.
17
Tweede Kamer, vergaderjaar 2011-2012, 31839, nr.128 Zie § 2.5: Daarin staan thema‟s waarover voor Jeugdbescherming en jeugdreclassering afspraken moeten worden gemaakt tussen Rijk en VNG. Deze thema‟s zijn ook van toepassing voor jeugdzorgPlus. 18
21
Kenmerk DJ/3088668 Zaaknummer DJ/3088668
Zo kunnen gemeenten voorkomen dat problemen ernstiger worden en er strafrechtelijke dan wel civielrechtelijke maatregelen moeten worden genomen. Omdat er ingegrepen wordt in de rechten van ouders en kind is het van belang dat er heldere kaders zijn voor de uitvoering van de jeugdbescherming en jeugdreclassering. Bovendien moeten de bereikte resultaten en de afstemming binnen de jeugdbeschermings- en jeugdstrafrechtketen ook in het nieuwe stelsel worden gewaarborgd. Daarom zijn zowel voor de jeugdbescherming als de jeugdreclassering in de bestuursafspraken 2011-2015 tussen het Rijk, de VNG en het IPO specifieke voorwaarden afgesproken voor de decentralisatie. Het komende jaar zullen Rijk en VNG deze voorwaarden gezamenlijk verder vormgeven. In dit kader zullen de volgende thema‟s worden uitgewerkt: een leveringsplicht, kwaliteitseisen aan gemeenten en uitvoerende instellingen, bovenlokale samenwerking, toezicht en verantwoording en passende financiële afspraken, binnen het algemene financiële arrangement. In het kader van de stelselwijziging zal een evenwicht worden gezocht tussen het borgen van de kwaliteit en het aanbrengen van prikkels voor verdere kwaliteitsverbetering. De kwaliteitsborging wordt bereikt door de hiervoor al beschreven voorwaarde dat gemeenten de jeugdbescherming en jeugdreclassering inkopen bij organisaties die gecertificeerd zijn door een onafhankelijk kwaliteitsinstituut. De organisatie moet een zodanig kwaliteitsbeleid voeren en over dusdanige systemen beschikken dat aantoonbaar is dat kwaliteit wordt geleverd. Daarbij moet gedacht worden aan de volgende aspecten: de wijze van besturing van de organisatie, de verantwoording en de informatievoorziening ten behoeve van de gemeente en het Rijk, de handhaving van kwaliteitseisen bij de uitvoering, gebruikte methodieken en de kwalificatie van de medewerkers en de (bij)scholing. Met certificering tonen de organisaties aan dat zij verantwoorde kwaliteit leveren. Door het geven van de ruimte dat ook andere organisaties zich kunnen laten certificeren voor de uitvoering van de jeugdbescherming en de jeugdreclassering, komen er prikkels voor verdere kwaliteitsverbetering en concurrentie op prijs en kwaliteit. Gelijktijdig wordt er wetgeving voorbereid voor een beroepsregister voor jeugdzorgwerkers, waaronder de (gezins)voogdijwerkers. Daarmee blijft de expertise die is opgebouwd bij de jeugdbeschermings- en jeugdreclasseringmedewerkers behouden voor de sector. Daarnaast is in het kader van het adolescentenstrafrecht het van belang dat er goede samenwerking tot stand komt tussen de jeugdreclassering en de volwassenenreclassering. Het systeem van certificering zal in nauw overleg met de VNG cq. gemeenten worden uitgewerkt. Bij de specifieke invulling zal aangesloten worden bij de „state of the art‟ op dit terrein. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van jeugdbescherming en jeugdreclassering wordt uiterlijk in 2016 overgeheveld van de provincies naar gemeenten. Wanneer eerder dan in 2016 voldaan kan worden aan de voorwaarden is het mogelijk dat bepaalde gemeenten eerder dan in 2016 de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van jeugdbescherming en –reclassering overnemen. 22
Kenmerk DJ/3088668 Zaaknummer DJ/3088668
Dit dient uiteraard te gebeuren in goed overleg en op basis van sluitende afspraken tussen gemeenten, provincies, Rijk en gecertificeerde aanbieders van jeugdbescherming- en reclassering.
Kenmerk DJ/3088668 Zaaknummer DJ/3088668
3.6 Positie AMK, Raad voor de Kinderbescherming en kindertelefoon De aanpak van kindermishandeling en huiselijk geweld is gebaat bij een eenduidige taakverdeling en snelle interventies wanneer dat nodig is. Optimalisering wat dit betreft is mogelijk. In de evaluatie van de Wet op de jeugdzorg is geconstateerd, dat er een mogelijke overlap zit in de onderzoekstaken van het AMK en de Raad voor de Kinderbescherming. Wij gaan op dit moment na wat deze mogelijke overlap behelst en komen, indien nodig, met voorstellen voor vereenvoudiging van de ketens. Het AMK heeft nu een wettelijke bevoegdheid om zonder instemming van ouders onderzoek te doen. Die bevoegdheid moet in het nieuwe stelsel blijven bestaan. Van die bevoegdheid moet zorgvuldig gebruik gemaakt worden. Ook in verband met een kwalitatief voldoende rapportage aan de raad voor de kinderbescherming moet aan de kwaliteit van het werk eisen gesteld worden. De nieuwe wet biedt daarvoor een kader. Zowel de AMK‟s als de SHG‟s (Steunpunt Huiselijk Geweld) beschikken over veel deskundigheid en vormen belangrijke schakels in de hulpverleningsketen, de (jeugd)bescherming- en de (jeugd)strafrechtketen, die wij in het nieuwe stelsel zo veel mogelijk willen borgen. Voor burgers en professionals is het in het nieuwe stelsel van belang dat er een duidelijk en herkenbaar punt is waar men vermoedens van kindermishandeling en huiselijk geweld kan melden. Bij zowel de AMK‟s als de SHG‟s komen op dit moment dergelijke meldingen binnen. In veel zaken van huiselijk geweld zijn ook kinderen betrokken als slachtoffer dan wel als getuige van huiselijk geweld. Daarom willen we als eerste stap er voor zorgen dat de huidige AMK‟s en de SHG‟s verplicht worden om te gaan samenwerken. Dat regelen we in de Wet verplichte meldcode. Dat wetsvoorstel is u onlangs toegezonden. Het is vervolgens aan gemeenten om te bepalen hoe de taken en functies van deze organisaties in het nieuwe systeem verder worden georganiseerd. Wij zien vooralsnog geen aanleiding om de huidige taken van de raad voor de kinderbescherming ter discussie te stellen in het nieuwe stelsel. Wij vinden het van belang dat de raad voor de kinderbescherming daar waar wordt ingegrepen in de rechten van ouders in het belang van het kind onafhankelijk advies uitbrengt aan de rechter en dat er sprake is van rechtsgelijkheid. Verder is het van belang dat er juist bij deze decentralisatie sprake moet zijn van continuïteit in deze belangrijke schakel in de jeugdbeschermings- en jeugdstrafrechtketen. Ook de kindertelefoon is een belangrijk onderdeel van de huidige Bureaus jeugdzorg. Wij willen de huidige functie van de kindertelefoon in het nieuwe stelsel borgen. Ondanks dat deze functie een verantwoordelijkheid wordt van gemeenten hechten wij wel aan een de toegankelijkheid van deze functie. In overleg met gemeenten willen wij nagaan hoe we deze toegankelijkheid kunnen borgen.
23
3.7 Transitie In de twee voorgaande brieven over de stelselwijziging zorg voor jeugd (zie bijlage 5 en 6), is uitvoerig ingegaan op het wetsvoorstel dat in voorbereiding is en het daarbij behorende tijdspad19. In de periode 2013 – 2016 gaan we de stelselwijziging doorvoeren. Het gaat daarbij uitdrukkelijk niet alleen om de decentralisatie van taken en verantwoordelijkheden, maar ook om een transformatie en vernieuwing in de organisatie van de zorg en de werkwijzen daarbij. Het is een complexe operatie waarin we tot zorginhoudelijke, bestuurlijke en financiële veranderingen willen komen. En dit in samenhang met andere decentralisatieoperaties. Tegelijkertijd moet tijdens de transitieperiode de continuïteit en de kwaliteit van zorg behouden blijven: „tijdens de verbouwing gaat de verkoop gewoon door‟. Dit gaat niet van zelf. Er is commitment en draagvlak voor nodig bij de gemeenten. Daarom is het zo belangrijk dat Rijk en VNG hier het afgelopen jaar in het kader van de Bestuurlijke Afspraken 2011-2015 uitvoerig met elkaar over in gesprek zijn geweest en dat allerlei gemeentelijke verbanden (zoals de G4 en de G32 en het Platform middelgrote gemeenten) zich hierover in het afgelopen jaar ook expliciet hebben uitgelaten. Tenslotte is het noodzakelijk dat er voldoende financiële middelen beschikbaar zijn voor het transitieproces. Dit hebben wij eveneens in de Bestuurlijke Afspraken 2011-2015 vastgelegd. 3.7.1 Transitieplan We werken eraan om voor het eind van het jaar te komen tot een transitieplan. In het plan zullen we, samen met het IPO en de VNG, de fasering van de stelselwijziging neerleggen en aangeven op welke wijze we de komende periode de gemeenten gaan ondersteunen. Het gaat daarbij om zaken als: het beschikbaar stellen van feiten en cijfers over de zorgbehoefte individuele gemeenten, een spoorboekje van de transitie zodat helder is wanneer wat gaat gebeuren, handreikingen en voorbeelden die gemeenten kunnen gebruiken bij het opstellen van gemeentelijke en regionale transitieplannen. Ook het idee van de VNG om transitiebrigades in te stellen nemen we mee in dit plan. Daarnaast betrekken we hier uiteraard ook de zorgverzekeraars en zorgkantoren bij, die nu de Zorgverzekeringswet en de Awbz uitvoeren.
19
Tweede Kamer, vergaderjaar 2010-2011, 31839, nr 130 en nr 131.
24
Kenmerk DJ/3088668 Zaaknummer DJ/3088668
De transitie heeft twee dimensies: 1) De wijziging van de bestuurlijke structuur en de organisatie van de uitvoering. Voor beide aspecten wordt de huidige situatie in kaart gebracht en de gewenste lokale situatie. 2) De zorginhoudelijke vernieuwing is een doorlopend leerproces dat om eigen randvoorwaarden en om een eigen infrastructuur vraagt. Hier zijn ook andere partijen dan gemeenten, Rijk en zorgaanbieders van belang, met name cliëntenorganisaties, beroepsgroepen en landelijke organisaties die zich richten op methodiekontwikkeling. Het transitieplan richt zich primair op de structuur- en organisatiewijziging. Het plan strekt zich uit over de hele transitieperiode. Het is uitdrukkelijk een groeidocument omdat op dit moment nog niet alle activiteiten tot en met 2016 kunnen worden uitgewerkt. De periode tot aan begin 2013 kan op dit moment het best worden overzien. Het zwaartepunt van de transitie ligt op het niveau van de gemeenten en de regio‟s. Ook zorgkantoren en zorgverzekeraars hebben een belangrijke rol bij kennisoverdracht, verleggen van de indicatiestelling en integrale zorgtoewijzing vooruitlopend op de daadwerkelijke invoering van het nieuwe wettelijke stelsel. Hierbij is landelijke facilitering nodig. Het gaat om ondersteuning van deze partijen door het verstrekken van algemene informatie, verspreiden van goede voorbeelden, handreikingen, samenwerkingsafspraken en het leveren van meedenkkracht vanuit de ministeries. Begin 2012 zullen wij in overleg met partijen een opdracht uitzetten voor een Arbeidsmarkteffecten rapportage (AER). Dit biedt voor de transitie van de jeugdzorg inzicht in de kansen en risico‟s voor het personeel en de organisaties. Hiermee komen wij tegemoet aan de toezegging gedaan in het spoeddebat over Jeugdzorg in Limburg op 8 maart 2011. 3.7.2 Fasering Uiterlijk 2016 moet de decentralisatie van alle onderdelen van de jeugdzorg gerealiseerd zijn. Conform het Regeerakkoord is 2013 een overgangsjaar voor de begeleiding vanuit de Awbz naar de Wmo. Ook de begeleiding vanuit de Awbz aan jeugdigen valt hieronder. Dit is de eerste fase van transitie van de jeugdzorg. Vervolgens is de vraag of de overige taken gefaseerd worden overgeheveld of zoveel mogelijk in één keer. Vanuit het veld ontvangen wij vooral signalen voor het laatste. De voor- en nadelen hiervan worden in kaart gebracht en besluitvorming hierover wordt neergelegd in eerdergenoemd transitieplan. 3.7.3 Monitoring door transitiecommissie Omdat de veranderoperatie complex is, is het belangrijk dat we goed zicht houden op de voortgang ervan. Om de vinger aan de pols te houden stellen we, zoals afgesproken in de Bestuurlijke Afspraken 2011-2015, als Rijk, VNG en IPO gezamenlijk een transitiecommissie in. De commissie moet zicht houden op het transitieproces dat vooral in de regio‟s zelf moet plaatsvinden. Waar nodig moet deze commissie dit proces aanjagen en ondersteunen en relevante ontwikkelingen signaleren. 25
Kenmerk DJ/3088668 Zaaknummer DJ/3088668
Concreet betekent dit dat de commissie wat ons betreft verantwoordelijk wordt gemaakt voor de volgende taken: ontwikkeling van een monitor en met behulp daarvan voortgang monitoren; aan de hand van monitor gesprekken voeren in de regio over voortgang; procesondersteuning op landelijk niveau met de betrokken overheden en landelijke organisaties van zorgaanbieders, beroepsgroepen en cliënten; terugkoppeling aan opdrachtgevers over stand van zaken, signaleren knelpunten en ontwikkelingen. De commissie bestaat uit gezaghebbende personen uit de wereld van het openbaar bestuur, de wetenschap en de praktijk van de zorg voor jeugd. 3.7.4 Invoeringskosten In het transitieplan wordt ook een financiële paragraaf opgenomen over het beschikbare budget voor de implementatie. Voor de invoeringskosten van het nieuwe stelsel zorg en ondersteuning voor jeugd stelt het Rijk incidenteel € 64 miljoen beschikbaar (€ 16 miljoen in 2012 en € 48 miljoen in 2013). Rijk, IPO en VNG zullen binnenkort afspraken maken over de inzet van deze middelen in 2012. Het is van groot belang dat het personeel met kennis van en ervaring op het gebied van de zorg voor jeugd zoveel mogelijk behouden blijft voor de zorg voor jeugd en dat de frictiekosten zo beperkt mogelijk zijn. Niet alleen om schaarse deskundigheid beschikbaar te hebben, maar ook om onnodige frictiekosten te beperken. Hierover zullen afspraken worden gemaakt tussen werkgevers en werknemers, respectievelijk zorgverzekeraars, provincies en gemeenten. 3.7.5 Ondersteuningsprogramma transitie Het Rijk en VNG zullen mede op basis van input uit de transitiecommissie algemene en maatwerk - activiteiten uitvoeren om gemeenten en zorgaanbieders te ondersteunen bij de voorbereiding op hun nieuwe taken. Daarbij wordt uiteraard ook de deskundigheid en inzet vanuit de provincies en het IPO, zorgverzekeraars, brancheorganisaties en kennisinstituten benut. Er wordt daartoe een ondersteuningstructuur en -aanbod ingericht. Om goed gevoed te worden vanuit de praktijk wordt een netwerk van lokale en regionale transitiemanagers gevormd en geput uit regionale transitieplannen. De ondersteuning richt zich uitdrukkelijk ook op de koplopers en op mogelijkheden om tot innovatie te komen vooruitlopend op de invoering van de nieuwe wetgeving. 3.7.6 Ruimte voor innovatie Op verschillende plaatsen in het land wordt binnen de huidige wettelijke kaders al de ruimte gezocht en samengewerkt om de ondersteuning en zorg voor jeugd te verbeteren. Dit is positief en draagt bij aan de ambitie om een vloeiende transitie te realiseren. Formele innovatieruimte buiten de huidige wettelijke kaders ontstaat als het wetsvoorstel tot opname van een innovatieartikel in de bestaande wet op de jeugdzorg wordt aanvaard. Dit wetsvoorstel ligt in de Tweede Kamer en maakt het mogelijk om in transitieperiode formeel al verantwoordelijkheden over te hevelen van provincies naar gemeenten. 26
Kenmerk DJ/3088668 Zaaknummer DJ/3088668
In het transitieplan maken we afspraken over ruimte voor innovatie, de wijze van ondersteuning en kennisuitwisseling hierover. Een belangrijke aandachtpunt is de samenhang met andere verandertrajecten. Urgent is de samenhang met passend onderwijs. Ter voorbereiding op de zorgplicht passend onderwijs moeten schoolbesturen op 1 maart 2013 hun zorgplannen afgestemd hebben met gemeenten en de jeugdzorg en opgestuurd hebben naar de inspectie van het onderwijs. Rekening houdend met een begrotingscyclus van gemeenten zullen zorgplannen in het voorjaar van 2012 al met gemeenten worden besproken. Hier dienen passend onderwijs, de stelselwijziging jeugd en de begeleiding vanuit de Wmo daar waar nodig op elkaar in te haken. De ministeries van VWS en OCW zullen een aantal gemeenten de kans bieden om voor te lopen en een integrale aanpak van zorg en passend onderwijs voor jeugdigen op te zetten. Op dit moment wordt al samen gewerkt aan afspraken over de ondersteuning van integrale pilots passend onderwijs en jeugdzorg. Praktijkvoorbeeld Passend onderwijs-zorg In Zuid-Oost Brabant hebben gemeenten, samenwerkingsverbanden voortgezet onderwijs van Eindhoven en Helmond en de provincie de handen ineen geslagen om de werelden van onderwijs en zorg voor jeugd dichter bij elkaar te brengen, deels te integreren en daardoor efficiënter te organiseren. Deze aanpak krijgt onder andere vorm in nieuw op te zetten schoolteams. Doel van deze teams is om de ondersteuning en begeleiding van jongeren in de leeftijd van 12 tot 18 jaar en hun ouders thuis, op school en op straat integraal aan te bieden en hiervoor teams samen te stellen van onderwijs- en zorgprofessionals (van regulier en speciaal onderwijs, maatschappelijk werk en de jeugdzorgaanbieder) die gezamenlijk op school aanwezig zijn voor de ondersteuning van jongeren, ouders en leerkrachten. De teams starten op 1 januari 2012. Zuid-Oost Brabant heeft zich aangemeld als voorloper. Gemeenten, provincie, schoolbesturen en Rijk bekijken samen hoe deze nieuwe manier van werken al in 2012 mogelijk gemaakt kan worden.
3.8 Financiering In de Bestuurlijke Afspraken 2011-2015 is afgesproken dat alle middelen voor zorg voor jeugd overgaan naar gemeenten. In 2009 bedroeg het totaalbedrag voor de zorg voor jeugd ruim € 3 miljard (dat is exclusief het bedrag dat gemeenten al ontvangen voor de CJG‟s: circa € 0,3 mld). In de Bestuurlijke Afspraken 2011-2015 is afgesproken dat alle middelen voor jeugd worden opgenomen in het Gemeentefonds, bij voorkeur in een decentralisatie-uitkering. Gemeenten kunnen met dit geld zelf prioriteiten stellen en er is een stimulans om meer te investeren in preventie. Om dit goed te kunnen doen moeten gemeenten weten wat de zorgvraag is van hun inwoners. Gegevens hierover liggen vast in verschillende registraties. Het SCP (Sociaal Cultureel Planbureau) heeft de gegevens over de aantallen zorggebruikers bij elkaar gebracht en levert deze eind 2011 op. De informatie over het historisch budget per gemeente komt pas in de loop van 2012 beschikbaar, aangezien het een ingewikkelde analyse vergt van gegevens uit veel verschillende bronnen.
27
Kenmerk DJ/3088668 Zaaknummer DJ/3088668
3.8.1 Verdeelmodel Wij hebben aan het SCP en onderzoeksbureau Cebeon opdracht gegeven om op basis van de historische budgetten en een uitgebreid onderzoek naar de achtergrondkenmerken van jeugdigen een objectief verdeelmodel te maken. De elementen van dit model worden afgestemd met de fondsbeheerders (BZK en Financiën). Samen met de fondsbeheerders en de VNG wordt het verdeelmodel uitgewerkt en bezien welke indexatie van het totale bedrag wordt toegepast. Deze uitwerking zal uiteindelijk in een algemene maatregel van bestuur worden vastgelegd, uiterlijk een jaar voordat de overheveling van bedragen plaatsvindt. 3.8.2 Marktordening Gemeenten krijgen straks te maken met bekende en onbekende aanbieders van zorg en ondersteuning voor kinderen en hun ouders of andere verzorgers. Het intersectorale aanbod in het nieuwe stelsel kan tot stand komen bij de bestaande organisaties die zorg leveren, maar ook bij ZZP‟ers en nieuwe toetreders. Om het toegroeien naar deze nieuwe situatie te ondersteunen wordt momenteel een marktanalyse Jeugd en gemeenten uitgevoerd (door onderzoeksbureau BMC). Het product is een advies over de meest geschikte inkoopmodellen van zorg voor jeugd. Dit advies bevat ook een toelichting op de eventueel te nemen maatregelen. Dit kunnen maatregelen op rijksniveau zijn, bijvoorbeeld een landelijke bekostigingsregeling of het kan gaan om maatregelen die gemeenten onderling, bijvoorbeeld met de VNG, kunnen treffen. Gemeenten kunnen verschillende modellen voor de bekostiging van zorg voor jeugd hanteren. Zowel de mogelijkheden van subsidiëren als van inkoop worden onderzocht. Ook kunnen gemeenten ervoor kiezen om, naast het inkopen of subsidiëren van zorg in natura, gebruik te maken van een pgb. Gemeenten kunnen ook besluiten taken of delen van taken zelf uit te voeren en dus niet in te kopen. 3.8.3 Eigen bijdrage In het Regeerakkoord is opgenomen dat er jeugdzorgbreed een eigen bijdrage wordt ingevoerd. Vanuit de Tweede Kamer zijn vragen gesteld over de eigen bijdrage. Naar de invoering van de eigen bijdrage wordt nader onderzoek verricht. Voor de zomer van 2012 komen wij met een nader voorstel hierover. 3.8.4 Besparing € 300 miljoen Gemeenten hebben zelf aangegeven forse besparingsmogelijkheden te zien door de overlap tussen sectoren te voorkomen. Ook zien zij mogelijkheden om te besparen door integrale hulpverlening, uitgaande van de eigen kracht van de jeugdige en zijn opvoedingssysteem. De verwachting is dat dit leidt tot een forse vermindering van de instroom in zwaardere specialistische zorg. De door de gemeenten te realiseren besparing voor het jeugddomein kent een oplopende reeks in het regeerakkoord en de Bestuurlijke Afspraken. Deze bedraagt netto € 80 miljoen in 2015, oplopend tot € 300 miljoen vanaf 2017. Het is gebruikelijk om kortingen toe te passen bij decentralisaties. Bijzonder aan de overheveling van de zorg voor jeugdigen is dat het een groot aantal verschillende domeinen betreft die onder één aansturing worden gebracht. 28
Kenmerk DJ/3088668 Zaaknummer DJ/3088668
De doelmatigheidswinst kan hierdoor ook groter zijn.
20
Kenmerk DJ/3088668
4. Tot slot
De stelselwijziging zorg voor jeugd is een complexe opgave voor alle betrokkenen, waarin we tot veranderingen willen komen op zorginhoudelijk, bestuurlijk en financieel gebied. Uit bovenstaande blijkt welke vraagstukken aan de orde zijn en op welke manier het kabinet aan de stelselwijziging werkt. Belangrijke mijlpalen op korte termijn zijn het transitieplan, dat u eind dit jaar ontvangt, en het wetsvoorstel dat begin 2012 voor consultatie aan betrokkenen wordt aangeboden. Uiterlijk eind 2012 stuurt het kabinet dit wetsvoorstel aan Uw Kamer.21 Het Rijk, de VNG en het IPO beschouwen de decentralisatie als een gezamenlijke verantwoordelijkheid en maken onder andere afspraken over het transitietraject, het tijdpad en de specifieke maatregelen voor specifieke groepen. Cliënten en professionals worden nauw betrokken: er is een nieuwe landelijke overlegstructuur ingericht met vertegenwoordigers van kinderen en ouders, beroepsverenigingen en brancheorganisaties. Gaandeweg zullen er nieuwe vragen en dilemma‟s gaan ontstaan, die aanpassing van het decentralisatietraject vereisen. Ook zal de werking van het huidige stelsel de aandacht blijven vragen. Wij zullen de Tweede Kamer periodiek op de hoogte houden van de voortgang van dit proces en verheugen ons op de gedachtewisseling hierover. Wij streven naar een politiek zo breed mogelijk gedragen aanpak in lijn met de bevindingen van de parlementaire werkgroep.
Hoogachtend,
de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, mw. drs. M.L.L.E. Veldhuijzen van Zanten-Hyllner
de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, mr. F. Teeven
20
Toezegging Plenaire begrotingsbehandeling 2011 In dit wetsvoorstel wordt zoals toegezegd in de brief van de minister van VWS van 25 oktober 2011 aan de Eerste kamer (DBO-3087018) de Toezegging Rechtspositie jeugdigen bij toepassing vrijheidsbeperkende maatregelen (30.644) (T00969) meegenomen. 21
29
Zaaknummer DJ/3088668