Notulen van de Sociale Raad gD gehouden 9 oktober 2014
Aanwezigen Stef Veldkamp (Wijk- en dorpsraden) Marion Pieters (Vrijwilligersorganisaties) Ruud Verheij (Mantelzorg) Willy Bennink (Mensen met een licht verstandelijke beperking) Andries Snippe (Ouderen) Wim de Blok (Werk en Inkomen) Johan van der Werf (OGGz) Wim Rodenburg (Chronisch Zieken) Ben Wichman (Mensen met een beperking extramuraal en Jeugdzorg) Leen van der Heiden (onafhankelijk voorzitter) Jolanda Spaan (notulist gD)
Afwezigen Afvaardiging Allochtonen Sinem Ercan (Jongerenraad Doetinchem) Hebe Hermans (Ouders van kinderen met een mentale beperking)
1. Opening De voorzitter opent de vergadering en heet de aanwezigen welkom. De voorzitter heeft de SR een conceptbrief gemaild over de ondoorzichtelijke ontwikkelingen in de transities en de informatie in de Pers hierop. Dhr. Beemer, beleidsambtenaar 3 Transities/DDK, is aanwezig om de stand van zaken rond deze ontwikkelingen toe te lichten. Na een inventarisatieronde voor de rondvraag wordt de agenda vastgesteld. 2. a. Toelichting op de conceptbrief van de SR door dhr. Beemer Volgens dhr. Beemer wordt de onzekerheid versterkt, mede door de berichtgeving in de dagbladen, ingegeven door instellingen die om diverse redenen uitstel aanvragen. Het gaat om verschuiving van geld en verantwoordelijkheden van het Rijk naar de gemeente. Dat betekent niet per definitie dat de hulp voor Jeugdzorg of AWBZ met een indicatie tot 1 januari 2015 direct gaat veranderen. De indicatie kan tot eind 2015 doorlopen. Dhr. Wichman vraagt of de gemeente de cliënten in beeld heeft? Is er een geruisloze overgang? En wat betekent het budgettair. Dhr. Beemer antwoordt dat er vanuit de Jeugdzorg nog geen gegevens van het Rijk of instellingen beschikbaar zijn. Dit is landelijk het geval. Vanuit de AWBZ zijn er wel gegevens beschikbaar. Budgettair heeft de gemeente, onafhankelijk van het budget, de zorgplicht tot uiterlijk eind 2015. De overheid is verantwoordelijk voor de zorgcontinuïteit, ongeacht voldoende macrobudget. Op de vraag van dhr. De Blok of de gemeente alle indicaties kan verwerken voor eind 2015, antwoordt dhr. Beemer dat er 30fte nieuwe buurtcoaches bijkomen. De SR vraagt aandacht voor de procesgang m.b.t. de 800 Wmo herindicaties. Dhr. Wichman geeft aan dat de teams BC al snel operationeel moeten zijn en vraagt aandacht voor de kwaliteit van de BC’s vooral als het gaat om de indicatiestelling en werkzaamheden voor de jeugdzorg. Dhr. Beemer meldt dat er deskundigheid geworven wordt bij Bureau Jeugdzorg. De middoffice van Bureau Jeugdzorg kan worden geconsulteerd door de BC. De formele indicatie wordt door de gD verleend. De BC kan de jeugdzorgaanbieders op consultbasis raadplegen. De gD kiest ervoor om wel huishoudelijke hulp te verlenen. De indicatie zal gemiddeld 2 uur bedragen. Binnen de huishoudelijke hulp komen er nieuwe indicaties door middel van het gesprek. Het onlangs extra toegekend Rijksbudget is een aparte geldstroom en kan niet rechtstreeks voor huishoudelijke hulp worden aangewend. Aanbieders kunnen plannen indienen hoe de werkgelegenheid te waarborgen. E.e.a. moet voor 1 december a.s. plaatsvinden. Dhr. Rodenburg vraagt aandacht voor de verwarrende informatie in de pers rondom de huishoudelijke hulp in 2015. Volgens dhr. Beemer blijft de oude indicatie bestaan zolang ‘het gesprek’ niet heeft plaatsgevonden. Wel is het straks mogelijk dat er geen huishoudelijke hulp meer wordt geïndiceerd omdat het huis ook op een andere wijze kan worden schoongemaakt. Dhr. Beemer meldt dat de gD een nieuwe website heeft voor allerlei vragen rondom de 3 Transities en vraagt de SR om de website www.doetinchem.nl te raadplegen. Afgesproken wordt vragen over de 3 Transities naar het secretariaat van de SR te mailen. Ook wordt gevraagd om de website te raadplegen om informatie die vaag en/of ontoereikend is, of onjuist benoemd wordt, door te geven aan mevr. J. Spaan.
Dhr. Snippe meldt dat de gD een structureel sluitende begroting heeft. Hij vraagt of de zaken vanuit de DDK onderdeel zijn van de sluitende begroting? Afgesproken wordt dat dhr. Beemer elke SR-vergadering tot aan het nieuwe jaar de stand van zaken m.b.t. de 3 Transities komt toelichten. De conceptbrief wordt niet verzonden. De openstaande vragen en de extra vragen die er nog zijn worden voor 14 oktober a.s. naar het secretariaat gemaild. 3. Adviesaanvraag opdracht aan de Vrijwilligerscentrale Mevr. Van Leeuwe is aanwezig voor de bespreking van de adviesaanvraag. Er wordt een inventarisatieronde van op- en aanmerkingen gehouden. Onderstaand een opsomming ervan. - een ‘ambtelijk geschreven’ notitie en voor meerdere uitleg vatbaar; geen dwarsverbindingen naar DDK; geen verwijzingen naar samenwerking; een stapeling van zaken die al vaak gezegd zijn; hoe verhoudt de wijkcoöperatie zicht tot de VWC; hoe wordt de coaching van de nieuwe vrijwilliger met een verstandelijke beperking en de vrijwilligers vanuit de GGZ geborgd; te weinig aansluiting met de participatiewet; veel organisaties maken geen gebruik van de diensten van VWC, zoals Crisiszorg; weinig vernieuwend: een nieuwe muur om een oud huis; verbreding van het begrip vrijwilligerswerk nodig; de nota spits zich toe op de VWC, de ‘gewone’ vrijwilliger wordt gemist. Zie platform leun- en ondersteuningsdiensten. Een bepaalde zeggenschap door het Platform wordt zeer op prijs gesteld; de aansluiting met de DDK mist, waarin staat dat mensen met een beperking, verplichtend aan de slag moeten. Tevens een correctie op de tekst aanbrengen dat het personeel in een personele BV wordt ondergebracht Mevr. Van Leeuwen antwoordt dat in de opdracht VWC getracht is de budgetopdracht opnieuw inzichtelijk te maken. Het is geen nieuw beleid. De (nieuwe, kwetsbare) vrijwilliger moet ondersteund worden, ongeacht door welke wet, maar niet door de WVC. Zij maakt duidelijk dat de nieuwe opdracht aan de VWC geen antwoord kan en mag zijn op alle veranderingen die veroorzaakt worden door DDK/T3. Er zal gezocht moet worden naar verbindingen De nieuwe vrijwilliger wordt begeleid door de trajectbegeleider en door de organisaties die in de vrijwilliger geïnteresseerd is. Hier is expertise voor nodig zoals bij Stichting Cliënt Initiatieven (SCI). De taak van VWC is in de organisaties ruimte voor kwetsbare burgers te zoeken. Dhr. Van der Werf geeft aan dat SCI vrijwilligers met een GGZ achtergrond bij instellingen kan begeleiden. Mevr. Van Leeuwe geeft aan dat de wijze van werken van Op Maat een goede ondersteuning kan zijn voor de klant. Het ondersteunen van de vrijwilliger kan door Opmaat worden uitgevoerd en deze wordt weer ondersteund door VWC. Dhr. Snippe vraagt waar de coördinatie van ondersteuning ligt in het totale vrijwilligersbeleid. De voorzitter stelt vast dat de opdracht voor VWC bijna ongewijzigd is en vraagt naar het dwarsverband tussen de uitvoering VWC en DDK/T3. Mevr. Van Leeuwe antwoordt dat de VWC een ondersteunende functie heeft binnen de wijk en andere organisaties, maar dat de ondersteuning van de kwetsbare vrijwilliger bij professionals wordt ondergebracht. De voorzitter concludeert dat: er een duidelijker doelformulering moet komen als het gaat om vrijwilligers met een grote afstand tot de arbeidsmarkt en vrijwilligers met een verstandelijke beperking in relatie tot de DDK. De opdracht aan VWC moet beter in de 3 transities worden ingebed, meer van onderaf dan topdown werken. VWC kan ondersteunen bij de evaluatie van het werk van de vrijwilligersgroepen. Klankbord voor vrijwilligers. De kern van het handelen in de wijk leggen. De VWC is een voorziening op gemeente niveau en de relatie naar de BC is er zeker maar moet nog wel vorm krijgen. 4. Adviesaanvraag Mantelzorgwaardering gemeente Doetinchem Mevr. Van Leeuwe licht de adviesaanvraag toe. Dhr. Verheij meldt dat over dit advies met de groep mantelzorgers intensief is gediscussieerd. Het is niet duidelijk wat de organisatie VIT(regionale organisatie achterhoek) aan mantelzorgondersteuning doet. Hoe breng je de behoefte aan ondersteuning van de afzonderlijke mantelzorgers in kaart? Wordt de ‘dag van de mantelzorg’ uit het mantelzorgcompliment betaald? Deze dag wordt door een beperkte groep bezocht en je bereikt 250 van de 15.000 mantelzorgers. Tevens de oproep om kritisch te kijken naar voldoende gebruik van de respijtzorgarrangementen. Het mantelzorgcompliment van 200 euro gaf de mantelzorger net iets extra’s om iets leuks te doen. Bij het huidige voorstel is het woord ‘fooi’, ‘aanfluiting’ en ‘onderwaardering’ gevallen. Er bestaat een verschil tussen een ‘mantelzorger’ die het overkomt en de ‘vrijwillige mantelzorgers’. Deze laatste groep wordt al gewaardeerd vanuit de groep. Vanuit het CSO is gevraagd om het bedrag van 200 euro in stand te houden en mantelzorgers met een 2 van 5
zorgtaak van meer dan 25 uur werk een PGB te verschaffen. Tevens heeft men gevraagd wie het budget vaststelt en of het een geoormerkt budget is. Dhr. Rodenburg vindt de huidige koers een soort betutteling door de gemeente. Laat mensen een keus. Mevr. Van Leeuwe antwoordt dat het budget vanuit de meicirculaire en van wat er via bedrijven binnenkomt, wordt vastgesteld. De voorzitter concludeert dat er nu geen advies wordt gegeven. Mevr. Van Leeuwe geeft aan dat zij het voorstel nu terugtrekt en zij zal met de klantbordgroep Mantelzorgers in gesprek gaan om het voorliggende voorstel verder uit te werken. 5. Adviesaanvraag Compensatie Zorgkosten Dhr. Poelhuis is aanwezig om de adviesaanvraag toe te lichten. De overgebleven budgetten WTCG en CER die van het Rijk naar de gemeente gaan worden in de GarantVerzorgdpolis van Menzis ondergebracht. Naast deze GV-polis blijft het toepassen van maatwerk mogelijk. 75% van de inwoners van de gD die een tegemoetkoming WTCG en CER kregen, hebben een inkomen tot 120% van de bijstandsnorm. Voor mensen die net boven deze norm uitkomen en door stapeling van kosten onder de norm van 120% terechtkomen, wordt een oplossing gezocht. Dhr. Snippe zal hiervan een voorbeeld toesturen. Hij geeft aan dat er bij de senioren een stapeling van effecten is waarbij ook de inkomenspositie door het jarenlang niet indexeren van de pensioenen negatieve effecten heeft. Hierna volgt een vragen- en opmerkingenronde. Dhr. Snippe meldt dat door de compensatie in de Menzis polis onder te brengen er een gedwongen winkelnering is ontstaan. De gemeente wordt verzocht uit te zoeken of dit rechtmatig is. De gemeente is geen deskundige op verzekeringsgebied. De gemeente kan de tegemoetkoming van de voormalige WTCGen CER-gelden ook op een andere wijze beschikbaar stellen. De uitvoeringskosten bedragen 100.000 euro. De jaarlijkse stijging van het budget wordt als zeer groot ervaren en het maatwerk loopt sterk terug. Is dit voorstel echt rendabel. gD geeft onnodig geld uit. Dhr. Rodenburg meldt dat er een fout vermeld betreffende de bedragen van 350 euro. Tevens vraagt hij of de 400 euro uitkering van GarantVerzorgd gaat om de eigenbijdrage per verzekerde of per huishouding. Hij vindt het merkwaardig dat een verzekeringspolis welke per individu is afgesloten de uitkering ervan per gezin zou zijn. Dhr. De Blok vraagt de voorbeelden op pag. 1 punt 11concreter te maken en een goede communicatie en informatie naar de inwoners te verzorgen. Voor wat het levensbedreigende situaties betreft, deze vergoedingen moet uit de basisverzekering komen. Het raadplegen van de website is een ingewikkelde zaak. Onlangs is dat op het Zorgplein gecheckt. Dhr. Poelhuis antwoordt op de vraag waarom er voor Menzis gekozen is dat de zorgverzekeraar en de gD veel dezelfde belangen hebben. Een aantal activiteiten van de gD hebben een kostenverlagend effect voor de zorgverzekeraar. Menzis komt al jaren als beste uit de marktanalyse en is de grootste aanbieder in de regio. Tevens kun je gedurende het hele jaar overstappen naar de gemeentepolis GarantVerzorgd. In de nieuwe zorgpolis kan men het eigen risico vooraf verzekeren. Van de 34 euro poliskosten die de aanvullende verzekering GarantVerzorg kost wordt 25 euro door de gD vergoed. De deelname in de gD is hoger dan landelijk. Toch moet de communicatie beter. Er komt maatwerkvoorziening voor mensen die nu niet kunnen deelnemen aan de zorgverzekering. De informatie naar de vrijwillige dienstverleners moet beter, waarbij graag gebruik wordt gemaakt van de diensten van het PAD. In 2014 wordt de WTCG nog door het CAK uitgekeerd. Mensen met ’n inkomen tot 130% van de bijstandsnorm en zij die gebruik maken van Wmo- voorzieningen kunnen deelnemen aan de zorgverzekering van de gemeente. Als het inkomen wijzigt moet dat bij de gD worden gemeld. De voorzitter concludeert dat er grote waardering is voor het voorstel en de meerderheid van de SR achter de regeling staat. Het is een goede regeling voor tegemoetkoming in de kosten van chronisch zieken. Nadere communicatie over de mensen die niet kunnen deelnemen aan de zorgpolis in beeld brengen i.v.m. maatwerkvoorziening. Gevraagd wordt de vrijwilliger ondersteuner goed voor te lichten over deze materie.
3 van 5
6. Adviesaanvraag verordening Participatiewet Voor de bespreking van de verordening zijn naast wethouder Langeveld, dhr. Gerth en dhr. Ladho aanwezig. Nieuwe zaken zijn de studietoeslag en de wederkerigheidverplichting. De andere onderwerpen worden besproken in het licht van eerdere besprekingen. Dhr. Gerth meldt dat de verordening een juridische vertaalslag is van het uitvoeringsplan Met Elkaar Voor Elkaar. Inhoudelijk sluit het aan bij het uitvoeringsplan. De verordeningen bevatten een aantal technische fouten. Aanpassing levert geen inhoudelijke wijzigingen op. Afstemmingsverordening: Dhr. Wichman vraagt of de betrokken persoon weet wat met de gehanteerde terminologie wordt bedoeld. En in welke mate voorkomt de gD dat men in een dergelijke situatie terecht komt. Dhr. De Blok vraagt of ambtenaren de regels juist kunnen toepassen. Bij een verkeerde uitleg van regels heeft de cliënt een probleem. De voorzitter meldt dat men teveel van de sanctionerende gedachte uitgaat en te weinig vanuit ontwikkeling en stimulering. Zie de uitvoering DDK en de afstemmingsverordening. Dhr. Gerth antwoordt dat de gebruikte terminologie wettekst is. gD investeert nog in communicatie met de klanten. Klanten worden duidelijk op hun rechten, maar ook hun plichten gewezen. Van de verordeningen komen publieksvriendelijke versies, waarin op hoofdlijnen duidelijk wordt gemaakt waarom het gaat. De voorzitter geeft aan dat de afstemming nu ook van toepassing is op de tegenprestatie. De nieuwe doelgroep ‘mensen met licht verstandelijke beperkingen’ of ‘mensen uit de OGGz’ komen bloot te staan aan bestuurlijke dwang die men misschien niet begrijpt. Hoe maakt men het onderscheid tussen de mensen die ‘de boel belazeren’ of mensen die uit onvermogen in de problemen komen. De SR ziet graag in de toelichting een aanvulling hierover. Tevens vraagt de SR aandacht en begrip voor de maatschappelijke gevolgen van het sanctiebeleid voor mensen die er niets aan kunnen doen, zoals kinderen, partners. Opnemen in de verordening dat de belanghebbende zich mag laten bijstaan door een vertrouwd persoon. De SR heeft een plek bij cliëntondersteuning. Maar het is niet alleen een verantwoordelijkheid van de SR. De SR vraagt aandacht voor de beslagvrije voet. Deze (maatregel) beslagvrije voet wordt soms genegeerd terwijl dit toch de afgesproken grens is die het mogelijk moet maken op een minimaal niveau te voorzien in zijn of haar levensonderhoud. Maar deze wordt regelmatig geschonden. In de toelichting de gedifferentieerdheid van de beslagvrije voet opnemen. Dhr. Wichman vraagt of er verplichte coaching bestaat, anders wordt het probleem alleen maar groter. Wethouder Langeveld licht toe dat de gD iemand niet straft die geen geld of niet het verstandelijk vermogen heeft. Er is geen enkelvoudige benadering. Maar er wordt gekeken naar wat er echt aan de hand is. Dhr. Veldkamp vraagt of klachten worden gemonitord? Wat is hierin de trend? Aangegeven wordt dat de klachten bekend binnen de Wmo hier kunnen worden geëvalueerd. Voorgesteld wordt om op een gedifferentieerde wijze de hardheidsclausule op te nemen. De mogelijkheid per individu iets te regelen om grotere maatschappelijk problemen te voorkomen Afgesproken wordt dat de hardheidsclausule wordt opgenomen. Naar de vorm wordt gezocht. De voorzitter meldt dat sociale activering niet wordt gemeld. Hoe vindt de begeleiding hiervan plaats? Verordening Studietoeslag Dhr. Gerth licht toe dat de studietoeslag in het verleden door het UWV werd toegepast. Verordening tegenprestatie Participatiewet De voorzitter stelt een evaluatiemoment van 1 x per jaar voor en vraagt zich af wie de werkzaamheden vaststelt. Dhr. Gerth antwoordt dat de gD terughoudend is in opleggen van een tegenprestatie. De klantmanager stelt samen met de cliënt vast waaruit de tegenprestatie bestaat. Als iemand geen tegenprestatie kan leveren, is dit geen probleem. Wil men niet, volgt er een discussie. De SR geeft aan dat als de burger moet worden verleid tot vrijwilligerswerk, dit er wel moet zijn.
4 van 5
Re-integratieverordening: Dhr. Gerth licht toe dat de loonkostensubsidie nu op alle vormen van arbeid wordt toegepast, omdat tijdelijk en parttimewerk ook wordt gestimuleerd. Dhr. Bennink vraag of sociale activering wordt aangeboden als de verplichting hiertoe vervalt? Sociale activering laagdrempelig vormgeven in de wijken kan een oplossing zijn. Mede om eenzaamheid tegen te gaan. Hoe gaan we om met passende arrangementen? De voorzitter vraagt naar plaatsing binnen beschut werk nu het aanbod kleiner is dan de vraag. Dhr. Gerth antwoordt dat deze onderwerpen in het regionaal werkbedrijf worden besproken. Wat kan de gD doen waardoor we zoveel mogelijk mensen een zo acceptabel mogelijke plek in de samenleving kunnen bieden. Dhr. Langeveld antwoordt dat Wedeo nog steeds mensen kan ‘outsourcen’. Beschut werken kan ook buiten de deur van Wedeo. Het is zoeken naar goede maatwerkvoering. Verordening inkomens toeslag/langdurigheidstoeslag. De SR vraagt om deze maatregelen breed onder de aandacht van de cliënten te brengen door de BC of klantmanager. 7. Sluiting De voorzitter concludeert dat het 17.30 uur is en beëindigt de vergadering in overleg met de aanwezige vergadering. De overgebleven agendapunten worden meegenomen naar de volgende vergadering van 6 november 2014.
5 van 5