‘’Afstudeeronderzoek’’
Mariël Handstede S1032253 Dominique Kramer S1028253 Hogeschool Windesheim Pedagogiek VT Zwolle Januari 2013
Alcohol & Opvoeding
Auteurs: Mariël Handstede Dominique Kramer Opdrachtgevers: Lectoraat verslavingspreventie Windesheim, Zwolle Rob Bovens & Gemeente Hardenberg Geeske Roos Afstudeerbegeleiders: Peter Toorneman Rob Bovens Arnout Schuitema
Hogeschool Windesheim Zwolle Specifieke Opvoedingssituaties Pedagogiek VT
2
Samenvatting Op 1 januari 2010 is binnen het Kenniscentrum Gezondheid en Welzijn het lectoraat Verslavingspreventie van start gegaan. Dit lectoraat wordt gedurende 5 jaar voor 28 uur in de week geleid door lector Rob Bovens. Binnen Windesheim heeft de lector als opdracht het onderwijs te voeden met kennis over verslavingspreventie en onderzoek. Daarom wordt nauw samengewerkt met voornamelijk de School of Social Work en met de Schools Health Care, Management & Law en Pedagogiek. Dit onderzoek is uitgevoerd in het kader van de opleiding HBO Pedagogiek VT, van Hogeschool Windesheim in Zwolle. Het onderzoek is uitgevoerd door twee studenten. Zij hebben dit beiden uitgevoerd in het kader van de minor ´Specifieke Opvoedingssituaties´. Het onderzoek dat deze studenten hebben uitgevoerd, is een vervolg op een onderzoek dat in het najaar van 2010 door drie HBO-pedagogiek studenten is uitgevoerd. De onderzoeksvragen, aansluitend op elkaar, zijn: 1. In welke mate zijn er veranderingen opgetreden met betrekking tot kennis, attitude en gedrag over alcoholgebruik, bij Hardenbergse ouders met kinderen in de leeftijd van 10-18 jaar, sinds oktober 2010? 2. Wat zijn de oorzaken voor de mate van verandering met betrekking tot kennis, attitude en gedrag over alcoholgebruik, bij Hardenbergse ouders met kinderen in de leeftijd van 10-18 jaar? Door middel van dit onderzoek wordt beschreven in welke mate er veranderingen zijn opgetreden, ten opzichte van oktober 2010, op het gebied van kennis, attitude en gedrag van ouders over alcoholgebruik van kinderen in de leeftijd van 10 tot en met 18 jaar. Daarnaast wordt beschreven wat de oorzaken van deze veranderingen zijn. Aan de hand van de resultaten die uit dit onderzoek naar voren zijn gekomen, is getracht aanbevelingen te doen aan de gemeente Hardenberg op het gebied van alcoholpreventie. Voorafgaand aan het praktijkonderzoek zijn er twee literatuurstudies verricht. Er is onderzoek gedaan naar de schadelijke effecten van alcohol op jongeren in de leeftijd van 10 tot en met 18 jaar. Tevens is er onderzocht welke preventieve maatregelen de gemeente Hardenberg inzet, om ouders van 10 tot en met 18 jarigen te ondersteunen als het gaat om alcoholgebruik onder deze jongeren. Naast deze literatuurstudies is er ter onderbouwing van de deelvragen extra literatuur gebruikt. De bronnen die bij dit onderzoek gebruikt zijn, zijn gebaseerd op informatie uit literatuur, internet en overige informatiebronnen. Het praktijkonderzoek bestond uit twee onderdelen: het afnemen van telefonische enquêtes bij ouders van 10 tot en met 18 jarigen uit de gemeente Hardenberg en het houden van een diepte-interview onder een aantal van deze ouders. Er zijn in totaal 590 adressen door de gemeente Hardenberg vrijgegeven, waarbij 258 telefoonnummers zijn gevonden. Er zijn uiteindelijk 199 enquêtes ingevuld. Er is een positieve trend te zien ten opzichte van de kennis en attitude rondom alcohol(gebruik) onder ouders (van 10 tot en met 18 jarigen in de gemeente Hardenberg). Uit de resultaten blijkt dat ouders zich bewust zijn van de ruime aandacht bij de gemeente voor het omgaan met overmatig alcoholgebruik van kinderen in de vorm van activiteiten op het gebied van alcoholpreventie. Ongeveer de helft van de ouders kent de campagne ´Fris over Drank´. 56% van de ouders heeft een voorlichtingsactiviteit in het kader van de campagne ondergaan. En meer dan de helft van de ouders heeft een positief oordeel over
3
de voorlichtingsactiviteiten. Daarentegen blijven er natuurlijk altijd aandachtspunten. Er is gebleken dat veel ouders niet minder drinken in het bijzijn van hun kind(eren). Daarnaast hebben niet meer ouders zicht gekregen op het alcoholgebruik van hun kind(eren). Op basis van de uitkomsten van het onderzoek zijn aanbevelingen op verschillende gebieden opgesteld. Hoe jonger de kinderen, hoe meer invloed ouders hebben op hun kinderen. Het is daarom van belang om het contact tussen ouders en hun kinderen goed te laten verlopen. Een aanpak die zich hierop richt is ‘Alcohol een ander verhaal’. Wij bevelen deze aanpak aan. Daarnaast bevelen wij het strenger controleren van alcoholverstrekkers op handhaving van regels rondom alcoholverstrekking aan en het besteden van meer aandacht aan de zichtbaarheid/herkenbaarheid van de campagnes en voorlichtingen. Tevens zijn er diverse aanbevelingen gedaan ter verbetering van dit onderzoek en voor nader onderzoek.
4
Voorwoord Het verslag dat voor u ligt, is gemaakt naar aanleiding van een onderzoek in het kader van een opdracht ten behoeve van ons afstuderen. Het onderzoek vond plaats in het kader van de minor ‘Specifieke Opvoedingssituaties´. Vier maanden lang hebben wij op verschillende manieren aan onze afstudeeropdracht gewerkt. Wij hebben ervaren hoe het is om een onderzoek te doen voor een opdrachtgever. Daarnaast hebben wij nauw samengewerkt met personen uit diverse vakgebieden. Tevens hebben wij geleerd hoe het is om de stappen van een onderzoek te doorlopen. Al met al hebben wij veel kennis en ervaring opgedaan door middel van dit onderzoek. Een aantal personen heeft bijgedragen aan de totstandkoming van dit onderzoek. Hierbij willen wij Peter Toorneman, Rob Bovens, Arnout Schuitema, Geeske Roos (gemeente Hardenberg) en Anja van de Riet (Tactus Verslavingszorg) bedanken voor de begeleiding en ondersteuning die zij ons hebben geboden. Wij zijn blij en tevreden met het uiteindelijke resultaat en wensen u veel leesplezier toe. Mariël Handstede & Dominique Kramer Zwolle, Januari 2013
5
Inhoudsopgave Samenvatting ........................................................................................................................ 3 Voorwoord ..............................................................................................................................5 Inhoudsopgave .......................................................................................................................6 Inleiding ..................................................................................................................................9 1. Probleemanalyse ..............................................................................................................11 1.1 Doelstelling ...........................................................................................................11 1.2 Probleemstelling ...................................................................................................11 1.3 Openrationalisatie van begrippen .........................................................................12 2. Opzet en uitvoering ..........................................................................................................13 2.1 Onderzoekstypen.................................................................................................13 2.2 Onderzoeksmethode ...........................................................................................14 2.3 Onderzoekspopulatie ...........................................................................................16 3. Wat zijn de schadelijke effecten van alcohol op jongeren in de leeftijd van 10-18 jaar? – Literatuurdeel Mariël Handstede ...........................................................................................18 3.1 Wat is alcohol? ....................................................................................................18 3.2 De schadelijke effecten van alcohol over het algemeen .......................................18 3.2.1 Black-out...........................................................................................................19 3.2.2 Gray-out............................................................................................................20 3.2.3 Alcoholvergiftiging.............................................................................................20 3.2.4 Kater .................................................................................................................20 3.2.5 Effecten op organen..........................................................................................20 3.2.5.1 De gevolgen van alcohol voor de lever ..........................................................21 3.2.5.2 Het effect van alcohol op de maag .................................................................21 3.2.5.3 Invloed van alcohol op je hart- en bloedvaten ................................................21 3.2.6 Korsakov...........................................................................................................22 3.2.7 Syndroom van Wernicke ...................................................................................22 3.3 De effecten van alcohol op jongeren van 10 tot en met 18 jaar oud .....................23 3.3.1 Algemene ontwikkeling van jongeren van 10 tot en met 18 jaar oud .................23 3.3.1.1 De lichamelijke ontwikkeling ..........................................................................23 3.3.1.2 De cognitieve ontwikkeling .............................................................................24 3.3.1.3 De sociaal-emotionele ontwikkeling ...............................................................25 3.3.2 Alcohol en hersenen .........................................................................................25 3.3.3 Risico en beschermingsfactoren voor jongeren.................................................27 3.3.4 Effecten van alcohol op de ontwikkeling van jongeren van tien tot achttien jaar .............................................................................................28 3.4 De drank en horeca wet .......................................................................................29 3.4.1 Kopen en verkopen ...........................................................................................30 3.4.2 Alcohol en reclame ...........................................................................................30
6
3.4.3 Wetten ..............................................................................................................31 Bronvermelding literatuurdeel Mariël Handstede .......................................................32 4. Welke preventieve maatregelen worden er door de gemeente Hardenberg genomen, om ouders te ondersteunen bij het alcoholgebruik van hun 10-18 jarigen? – Literatuurdeel Dominique Kramer ...............................................................................................................34 4.1 Meerjarige publiekscampagne ‘Fris over Drank’...................................................35 4.1.1 Meerjarige publiekscampagne ‘Fris over Drank’ 2009 en 2010 .........................35 4.1.2 Meerjarige publiekscampagne ‘Fris over Drank’ 2011 tot en met 2013 .............35 4.2 Doelen .................................................................................................................36 4.3 Doelgroepen ........................................................................................................36 4.4 Preventieve maatregelen (uit te voeren activiteiten).............................................36 4.4.1 Algemeen .........................................................................................................37 4.4.2 Thuis.................................................................................................................37 4.4.3 Onderwijs..........................................................................................................38 4.4.4 Vrije tijd .............................................................................................................40 4.5 Preventieve maatregelen (onderzoeksactiviteiten) ...............................................43 4.6 Effectiviteit alcoholpreventie ................................................................................44 4.7 Beoordeling preventieve maatregelen ‘Fris over Drank’ in de praktijk ..................46 Bronvermelding literatuurdeel Dominique Kramer ......................................................48 5. Onderzoeksresultaten ......................................................................................................50 5.1 Samenstelling van de groep respondenten ..........................................................50 5.1.1 Eigen drinkgedrag van de groep respondenten.................................................51 5.2 Steun voor de ouders vanuit de omgeving ...........................................................52 5.3 Vormen van steun voor de ouders .......................................................................56 5.4 Preventieve maatregelen ter ondersteuning van de ouders .................................59 5.5 Bekendheid van ouders met preventieve maatregelen van de gemeente Hardenberg ...................................................................................63 5.6 Mening van ouders over de preventieve aanpak van de gemeente Hardenberg ...................................................................................64 5.7 Wat mist er volgens de ouders op het gebied van alcoholpreventie in de gemeente Hardenberg? ....................................................................................67 5.8 Vergroten van het ondersteuningsaanbod van de gemeente Hardenberg richting ouders .......................................................................................68 5.8.1 Preventieve aanpak gemeente Hardenberg ......................................................69 5.8.2 Preventieve partijen ..........................................................................................71 5.9 Schadelijke effecten van alcohol op jongeren ......................................................72 6. Onderzoeksresultaten 2010-2012 (vergelijking)................................................................76 6.1 Veranderingen van ouders met betrekking tot kennis, attitude en gedrag over alcoholgebruik....................................................................................................76 6.1.1 Samenstelling van de groep respondenten .......................................................76 6.1.2 Het bereik van de interventie ............................................................................76
7
6.1.3 Agendasetting ...................................................................................................77 6.1.4 Sociale norm.....................................................................................................78 6.1.5 Kennis negatieve gevolgen van alcohol ............................................................79 6.1.6 Kennis alcohol in de opvoeding ........................................................................80 6.1.7 Kennis ouders over alcoholgebruik van de kinderen .........................................80 6.1.8 Gedrag ouders in de opvoeding ........................................................................81 6.1.9 Kruisverbanden.................................................................................................82 6.1.9.1 Leeftijd van de kinderen .................................................................................83 6.1.9.2 Opleidingsniveau ...........................................................................................83 6.1.9.3 Kennis............................................................................................................83 6.1.9.4 Drinkgedrag ...................................................................................................84 6.2 Veranderingen in kennis, attitude en gedrag van ouders in combinatie met de preventieve aanpak van de gemeente Hardenberg ...............................................86 7. Conclusie .........................................................................................................................88 7.1 Beantwoording hoofdvraag 1 ...............................................................................88 7.2 Beantwoording hoofdvraag 2 ...............................................................................89 8. Aanbevelingen..................................................................................................................90 8.1 Aanbevelingen op het gebied van de preventieve aanpak ...................................90 8.2 Aanbevelingen ter verbetering van dit onderzoek en voor nader onderzoek ........91 Bronvermelding ....................................................................................................................93 Bijlagen ................................................................................................................................95 Bijlage 1 Transparantie/verantwoording Bijlage 2 Inleidende brief op de telefonische enquête Bijlage 3 Vragenlijst telefonische enquête Bijlage 4 Onderzoeksresultaten per vraag Bijlage 5 Diagrammen onderzoeksresultaten Bijlage 6 Inleidende brief op het diepte-interview Bijlage 7 Opzet diepte-interview Bijlage 8 Resultaten van het diepte-interview
8
Inleiding Bekend is dat alcoholgebruik in onze maatschappij, ook onder jongeren, breed geaccepteerd is. Kinderen groeien steeds meer in een omgeving op waarin zij dagelijks met alcohol geconfronteerd worden. De gemeente Hardenberg wil het schadelijk alcoholgebruik van jongeren jonger dan 24 jaar terugdringen en het aantal jongeren dat begint met drinken voor hun 16e jaar verminderen. Om deze redenen is door de gemeente Hardenberg aan Hogeschool Windesheim (Lectoraat Verslavingspreventie) gevraagd, om eventuele verschillen te meten in kennis, attitude en gedrag van ouders met kinderen in de leeftijd van 10 tot en met 18 jaar in de gemeente Hardenberg, ten opzichte van oktober 2010. De gemeente Hardenberg wil er op deze manier achter komen, in hoeverre haar alcoholmatigingsbeleid en bijbehorende preventieve maatregelen op het gebied van alcoholpreventie, effectief zijn. Binnen het onderzoek is getracht antwoord te geven op twee centrale vraagstellingen, namelijk: ‘In welke mate zijn er veranderingen opgetreden met betrekking tot kennis, attitude en gedrag over alcoholgebruik, bij Hardenbergse ouders met kinderen in de leeftijd van 1018 jaar, sinds oktober 2010?’ en ‘Wat zijn de oorzaken voor de mate van verandering met betrekking tot kennis, attitude en gedrag over alcoholgebruik, bij Hardenbergse ouders met kinderen in de leeftijd van 10-18 jaar?’. Op deze centrale vraagstellingen zal antwoord worden gegeven middels deelvragen. Er wordt hierbij onderscheid gemaakt tussen deelvragen die beantwoord worden door literatuurstudies, deelvragen die beantwoord worden door resultaten uit telefonische enquêtes en deelvragen die beantwoord worden door de resultaten uit een diepte-interview. Bij de literatuurstudies zijn de volgende deelvragen van toepassing: ‘Wat zijn de schadelijke effecten van alcohol op jongeren in de leeftijd van 10 tot en met 18 jaar?’ en ‘Welke preventieve maatregelen worden er door de gemeente Hardenberg genomen, om ouders te ondersteunen bij het alcoholgebruik van hun 10 tot en met 18 jarigen?’. Daarnaast worden ook andere deelvragen ondersteund door middel van literatuur. De voornaamste antwoorden op alle overige deelvragen moeten echter komen uit de resultaten van de telefonische enquêtes en het diepte-interview. Daarnaast zijn er vergelijkingen gemaakt met de resultaten uit het onderzoek van 2010. Vervolgens richt het onderzoek zich op het formuleren van aanbevelingen ten behoeve van de gemeente Hardenberg en haar alcoholmatigingsbeleid. Deze aanbevelingen kan de gemeente Hardenberg inzetten ter ondersteuning van verdere maatregelen op het gebied van alcoholpreventie onder de jeugd. Het onderzoek is met name gericht op de optimalisering en versterking van het preventiebeleid richting ouders (van jongeren in de leeftijd van 10 tot en met 18 jaar) in de gemeente Hardenberg. Met de resultaten van dit onderzoek kunnen er handvatten aangereikt worden om het preventieve aanbod zo efficiënt mogelijk in te zetten in de toekomst en daarbij zo goed mogelijk aan te sluiten bij de behoefte van ouders. Leeswijzer: Hoofdstuk 1: Probleemanalyse. Hierin geven we een overzicht van de probleemstelling. We benoemen de hoofd en deelvragen, ook komt de doelstelling van het onderzoek naar voren. Het hoofdstuk sluit af met een operationalisatie van begrippen. Hoofdstuk 2: Opzet en uitvoering. Hierin staan de methodes die wij gebruiken gedurende het onderzoek. Dit onderzoek is op te splitsen in twee verschillende soorten onderzoek, namelijk kwantitatief en kwalitatief onderzoek. Tevens wordt een verantwoording gegeven van de keuzes die gemaakt zijn omtrent het vaststellen van de onderzoekspopulatie.
9
Hoofdstuk 3: Schadelijke effecten van alcohol op jongeren. In dit hoofdstuk staat de eerste literatuurdeelvraag centraal. Hierin wordt dieper ingegaan op wat alcohol is, welke schadelijke effecten alcohol heeft op jongeren en welke risico en beschermingsfactoren hierbij horen. Ook wordt de nieuwe drank en horecawet aangehaald. Hoofdstuk 4: Preventieve maatregelen gemeente Hardenberg. Hierin wordt aan de hand van de tweede literatuurdeelvraag de meerjarige publiekscampagne ‘Fris over Drank’ uitgebreid beschreven. Daarnaast komen de doelen en de doelgroep aan bod. De preventieve maatregelen die uitgevoerd worden zijn verdeeld onder algemeen, thuis, onderwijs en vrije tijd. Ook de preventieve maatregelen die onderzocht moeten worden staan in dit hoofdstuk vermeld. Er wordt tevens aandacht besteed aan de evaluatie van dit alles. Hoofdstuk 5: Onderzoeksresultaten. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de meest essentiële resultaten van ons onderzoek onder ouders van 10 tot en met 18 jarigen in de gemeente Hardenberg. De deelvragen die beantwoord zullen worden zijn onderverdeeld in paragrafen, waarvan de beantwoording duidelijk wordt door middel van gegevens uit de literatuur en/of telefonische enquêtes en/of het diepte-interview. Hoofdstuk 6: Onderzoeksresultaten vergelijking 2010-2012. In dit hoofdstuk wordt er voornamelijk aandacht geschonken aan de vergelijking van de onderzoeksresultaten van 2010 en 2012. Hierbij komen de volgende vergelijkingen aan bod: het bereik van de interventie, agendasetting, sociale norm, kennis en gedrag in de opvoeding. Tevens zijn er kruisverbanden gemaakt tussen verschillende onderzoeksgegevens. Er worden twee deelvragen beantwoord in dit hoofdstuk. Hoofdstuk 7: Conclusie. Op basis van de onderzoeksgegevens in de hoofdstukken 5 en 6 beantwoorden wij de hoofdvragen. Hoofdstuk 8: Aanbevelingen. Hierin staan in het kort de aanbevelingen beschreven voor de preventieve aanpak van de gemeente Hardenberg. Tevens zijn er aanbevelingen geschreven voor het verbeteren van dit onderzoek en voor nader onderzoek. Deze zijn opgesteld op basis van de resultaten uit de hoofd- en deelvragen en naar aanleiding van informatie die verschaft is uit de telefonische enquêtes en het diepte-interview. Bronvermelding: Hier staat een lijst van de geraadpleegde literatuur, rapporten en websites op alfabetische volgorde. Bijlagen: In de bijlagen staan diverse documenten. De transparantie/verantwoording van het onderzoek, de inleidende brief op de telefonische enquête, ook de vragenlijst van de telefonische enquête en de bijbehorende onderzoeksresultaten en diagrammen. Tevens staan de inleidende brief op het diepte-interview, de opzet en de resultaten van het diepte-interview in de bijlagen.
10
1. Probleemanalyse 1.1 Doelstelling Met dit onderzoek wordt in kaart gebracht wat de eventuele veranderingen zijn in kennis, attitude en gedrag van ouders over het alcoholgebruik van hun kinderen in de leeftijd van 10 tot en met 18 jaar, ten opzichte van oktober 2010 (vergelijkend onderzoek). Tevens wordt er aandacht geschonken aan de behoefte van ouders omtrent alcoholpreventie en hulp vanuit de omgeving. Aan de hand van deze resultaten worden er aanbevelingen gedaan aan de gemeente Hardenberg, zodat de gemeente Hardenberg haar alcoholmatigingsbeleid en bijbehorende preventieve maatregelen op het gebied van alcoholpreventie eventueel kan bijstellen, om een betere uitwerking hiervan te bewerkstelligen. Maar ook om verdere maatregelen op het gebied van alcoholpreventie onder de jeugd, met name gericht op ouders, te nemen of uit te breiden zodat in de toekomst de preventie zo effectief mogelijk ingezet kan worden.
1.2 Probleemstelling Hoofdvraag De hoofdvraag is opgesplitst in twee vragen: 1. In welke mate zijn er veranderingen opgetreden met betrekking tot kennis, attitude en gedrag over alcoholgebruik, bij Hardenbergse ouders met kinderen in de leeftijd van 10-18 jaar, sinds oktober 2010? 2. Wat zijn de oorzaken voor de mate van verandering met betrekking tot kennis, attitude en gedrag over alcoholgebruik, bij Hardenbergse ouders met kinderen in de leeftijd van 10-18 jaar? Omdat de eerste hoofdvraag een gesloten vraag is, is ervoor gekozen om twee hoofdvragen te stellen. De eerste hoofdvraag omvat de kern van het onderzoek en is voorwaardelijk om het onderzoek uit te kunnen voeren. Deze eerste hoofdvraag kan om deze reden niet weggelaten worden. De tweede hoofdvraag is gesteld ter ondersteuning en verduidelijking van de eerste hoofdvraag. Verwacht wordt dat met het meetinstrument (telefonische enquête) en het diepte-interview veel informatie vergaard zou worden, waardoor de tweede hoofdvraag te groot is om als deelvraag te stellen. Deelvragen 1. In welke mate voelen ouders van 10-18 jarigen uit de gemeente Hardenberg zich gesteund door de omgeving wat betreft alcohol en opvoeding? 2. Indien ouders van 10-18 jarigen uit de gemeente Hardenberg zich gesteund voelen, uit welke vorm van steun bestaat deze dan? 3. Welke preventieve maatregelen worden er door de gemeente Hardenberg genomen, om ouders te ondersteunen bij het alcoholgebruik van hun 10-18 jarigen? 4. In welke mate zijn ouders van 10-18 jarigen uit de gemeente Hardenberg bekend met de preventieve maatregelen van de gemeente Hardenberg? 5. Wat is de mening van ouders van 10-18 jarigen uit de gemeente Hardenberg over de preventieve aanpak van deze gemeente?
11
6. Wat missen de ouders van 10-18 jarigen uit de gemeente Hardenberg op het gebied van alcoholpreventie binnen hun gemeente? 7. Welke veranderingen met betrekking tot kennis, attitude en gedrag over alcoholgebruik, zijn er bij Hardenbergse ouders met jongeren in de leeftijd van 10-18 jaar, ten opzichte van oktober 2010, opgetreden? 8. In welke mate hebben de veranderingen in kennis, attitude en gedrag van ouders met jongeren in de leeftijd van 10-18 jaar uit de gemeente Hardenberg te maken met de preventieve aanpak van de gemeente Hardenberg? 9. Hoe kan de gemeente Hardenberg haar ondersteuningsaanbod gericht op ouders van 1018 jarigen zodanig inrichten, dat de kans op het beoogde resultaat vergroot wordt? 10. Wat zijn de schadelijke effecten van alcohol op jongeren in de leeftijd van 10-18 jaar?
1.3 Operationalisatie begrippen Ouders: Onder ouders verstaan wij één of meerdere volwassenen die verantwoordelijkheid dragen voor de verzorging en opvoeding van het kind. Kennis: Kennis duidt in dit geval aan wat ouders weten over de invloed van alcohol bij de jeugd en over opvoeding in relatie tot het (toekomstig) alcoholgebruik van hun kind(eren) en in welke mate ze zicht hebben op de frequentie van het drinkgedrag onder hun 10-18 jarige jongeren. Attitude: Wat de houding is van ouders ten opzichte van het alcoholgebruik onder hun 10-18 jarige kind(eren). Gedrag: Gedrag van ouders richting hun kind(eren) met betrekking tot het gebruik van alcohol. Omgeving: Personen/instellingen/organisaties/verenigingen waar de ouders mee in contact zijn en/of komen. Gemeente Hardenberg: Alle woonlocaties die onder de gemeente Hardenberg vallen. Alcoholpreventie: Verantwoord alcoholgebruik stimuleren en de schadelijke gevolgen van alcoholgebruik voorkomen. Tevens de activiteiten die helpen om problemen en/of verslaving te voorkomen of in een zo vroeg mogelijk stadium te herkennen.
12
2. Opzet en uitvoering 2.1 Onderzoekstypen Het onderzoek bestaat uit een kwantitatief onderzoek in de vorm van een surveyonderzoek, waarbij telefonische enquêtes zijn afgenomen. Daarnaast bestaat het onderzoek uit een kwalitatief onderzoek waarbij twee literatuurstudies en een diepte-interview zijn uitgevoerd. Er is ter ondersteuning van enkele deelvragen literatuur gebruikt. Hieronder staan de methodes toegelicht, die wij gebruiken gedurende het onderzoek. De bron die wij hiervoor gebruikt hebben is: Wat is onderzoek? (Nel Verhoeven, 2007). Kwantitatief onderzoek De onderzoeker vergaart bij kwantitatief onderzoek cijfermatige gegevens. Deze gegevens worden door de onderzoeker ingevoerd in een gegevensbestand (bijv. Excel), om ze vervolgens met behulp van statistische technieken te analyseren. Dit wordt een kwantitatieve analyse genoemd. Deze analysemethode wordt onder andere veel gebruikt bij surveyonderzoek. Surveyonderzoek (telefonische enquêtes) Surveyonderzoek wordt ook wel enquête of vragenlijstonderzoek genoemd, dit is de meest gebruikte methode om meningen, opinies, houdingen en kennis bij grote groepen personen te meten. Voorheen werd deze methode veel gebruikt door sociologen, maar tegenwoordig wordt ze veelal toegepast bij diverse onderzoeken. Surveyonderzoek is een gestructureerde dataverzamelingsmethode. Dit houdt in dat de vraagstelling van tevoren vaststaat en dat de ondervraagde keuze heeft uit een klein aantal antwoordmogelijkheden. Vaak wordt hierbij gebruik gemaakt van antwoordschalen. Surveyonderzoek wordt gebruikt om zowel beschrijvende (wat-vragen) als verklarende (hoe komt het dat-vragen) onderzoeksvragen te beantwoorden. Deelnemers aan een surveyonderzoek noemen we ‘respondenten’. Bij een steekproef voor surveyonderzoek wordt geprobeerd om dit zo willekeurig mogelijk samen te stellen. Dit is van belang omdat op deze manier iedere persoon uit een populatie een gelijke kans heeft om mee te doen. Het nadeel is dat je als onderzoeker door middel van surveyonderzoek geen beweegredenen van een bepaald antwoord kunt achterhalen. Vandaar ook dat er gekozen is voor literatuuronderzoek en een diepte-interview, om extra (diepgaandere) informatie te verzamelen. Zoals eerder gezegd hebben wij surveyonderzoek in de vorm van telefonische enquêtes uitgevoerd Kwalitatief onderzoek Kwalitatief onderzoek, is niet zoals bij kwantitatief onderzoek, gebonden aan cijfermatige gegevens. De onderzoeker kan zich aanpassen aan de omstandigheden tijdens het onderzoek. Hierdoor is kwalitatief onderzoek open en flexibel, bovendien wordt ingegaan op de achtergronden van de verzamelde gegevens. Kwalitatief onderzoek is tevens interpretatief van aard, omdat er gekeken wordt naar de beleving van de onderzochte. Centraal staat de betekenis die de onderzochte aan situaties geeft. Bij kwalitatief onderzoek wordt gebruik gemaakt van holisme (geheel is meer dan de som der delen).
13
Literatuuronderzoek Literatuuronderzoek vindt plaats op alle niveaus (micro-, meso- en macroniveau). Beleidstukken zijn een voorbeeld van documenten op macroniveau. Het is bijna altijd een vast onderdeel van een onderzoek, omdat het onderzoek hierdoor betrouwbaar en versterkt wordt. Verschillende redenen om literatuuronderzoek uit te voeren: Bij beschrijvings- en/of vergelijkingsvragen Ter oriëntatie op een probleemsituatie Als theoretische onderbouwing van het onderzoek Vergroting van de betrouwbaarheid Uitbreiding van professionele kennis Diepte-interview Een interview is een vraaggesprek waarin de beleving van de geïnterviewde voorop staat. Het doel dat hierbij hoort is het verzamelen van informatie over een bepaald onderwerp. Vaak komt het voor dat een interview plaatsvindt in de vorm van een tweegesprek, dus een interview met één persoon. Het kan echter ook een groepsgesprek zijn. In interviews ga je op zoek naar nieuwe informatie, je hebt dus geen vaststaande vragenlijst voor iedere respondent. Kenmerkend is dat er gevraagd kan worden naar motieven van de respondenten, gevoelige onderwerpen worden aangesneden of er kan naar de achtergrond van de mening van respondenten wordt gevraagd. Bij een kleine groep (populatie) is de keuze voor diepte-interviews snel gemaakt. Het voorbereiden, uitvoeren, verwerken en analyseren van interviews is namelijk een intensieve en tijdrovende bezigheid. Het interviewen van grote groepen is om deze reden al gauw niet haalbaar.
2.2 Onderzoeksmethode Hieronder volgt een bespreking van de gehanteerde onderzoeksmethoden. Telefonische enquêtes Dataverzameling Er is via telefonische enquêtes onder ouders van 10 tot en met 18 jarigen uit de gemeente Hardenberg informatie over alcohol en opvoeding verzameld, om de hoofd- en deelvragen te kunnen beantwoorden. Door de gemeente Hardenberg is een willekeurige steekproef getrokken uit het inwonersbestand. De telefonische enquêtes zijn afgenomen in de periode van 8 oktober tot en met 19 oktober 2012. Vanuit Hogeschool Windesheim zijn de ouders gebeld tussen 17.00u en 21.00u op werkdagen. Van deze tijdstippen werd afgeweken indien ouders aangaven op een ander tijdstip te willen meewerken. De interviews duurden tussen de 10 en de 20 minuten. Aangezien de telefonische enquêtes binnen twee weken uitgevoerd moesten worden, hebben wij de hulp ingeschakeld van vier collega-studenten (Pedagogiek). Zij hebben een beperkt deel van de telefonische enquêtes afgenomen. Meetinstrument Voordat de telefonisten met de enquête van start gaan, stellen zij zich in het kort voor, geven zij een korte beschrijving van de aanleiding van het onderzoek, vertellen zij hoe lang de enquête ongeveer gaat duren en noemen zij de regels rondom de waarborging van privacy. De vragenlijst bevat in totaal 72 vragen over verschillende aspecten. Deze vragen kunnen weer onderverdeeld worden in verschillende rubrieken, namelijk: agendasetting (regionale campagnes), sociale norm, kennis op het gebied van de negatieve gevolgen van alcohol, kennis over algemene en alcoholspecifieke opvoedingskenmerken, de omgeving, het (gerapporteerde) gedrag van ouders in de opvoeding, vragen over het drankgebruik van het
14
oudste inwonende kind in de leeftijd van 10 tot en met 18 jaar. Verder zijn er een aantal vragen gesteld over sociaal-demografische kenmerken. Voor het opstellen van vragen uit de enquête is zoveel mogelijk gebruik gemaakt van de vragenlijst die in 2010 gebruikt is. Er is een aantal bestaande vragen weggelaten, maar er is ook een aantal nieuwe vragen toegevoegd. Deze aanpassingen zijn gedaan om de vragenlijst zo optimaal mogelijk aan te laten sluiten bij de hoofd- en deelvragen van dit onderzoek en bij het alcoholmatigingsbeleid van de gemeente Hardenberg. Data-analyse Voor het registreren van de data is in eerste instantie gebruik gemaakt van het programma ThesisTools. De telefonische enquêtes zijn vervolgens verwerkt in het programma Microsoft Excel 2007. Dit databestand is een aantal malen gecontroleerd en opgeschoond. Vervolgens zijn er met behulp van Excel tabellen en grafieken gemaakt, om zo de resultaten helder en overzichtelijk weer te kunnen geven. Daarna zijn de resultaten geanalyseerd om hier vervolgens conclusies uit te kunnen trekken. Enkele kruisverbanden en andere vergelijkingen zijn gemaakt om verschillen en/of overeenkomsten aan te tonen, ten opzichte van de gegevens uit het onderzoek van 2010. Om te kijken of de verschillen significant zijn, is er gebruik gemaakt van een T-toets. Betrouwbaarheid en validiteit Om de onderzoeksresultaten zo betrouwbaar mogelijk te maken, is er geprobeerd om een zo groot mogelijke groep respondenten te bereiken. Het streven was een zo hoog mogelijke respons. Uiteindelijk zijn er in totaal 199 enquêtes afgenomen. Dit draagt bij aan de betrouwbaarheid van dit onderzoek. Als het gaat om de validiteit van dit onderzoek, hebben de onderzoekers de enquêtes zo zorgvuldig mogelijk samengesteld, zodat het geven van een ‘sociaal wenselijk’ antwoord door de respondenten zoveel mogelijk voorkomen zou worden. Literatuuronderzoek Het literatuuronderzoek kenmerkt zich, doordat het een vast onderdeel van een onderzoek is, omdat het onderzoek hierdoor betrouwbaar en versterkt wordt. Dataverzameling Het literatuuronderzoek richtte zich op meerdere onderwerpen en heeft als theoretische onderbouwing gediend voor het onderzoek. De onderwerpen `schadelijke effecten van alcohol op jongeren´ en ´preventieve maatregelen van de gemeente Hardenberg´ zijn uitgebreid onderzocht. Daarnaast is aanvullende literatuur gebruikt ter ondersteuning van de deelvragen. Diepte-interview Dataverzameling Er is bij een aantal respondenten bij de telefonische enquêtes via een diepte-interview, diepgaandere informatie over alcohol en opvoeding verzameld. Hiervoor is gekozen omdat de hoofd- en deelvragen op deze manier nog beter beantwoord konden worden. Als methodiek is daarbij gekozen voor het focusgesprek. En omdat wij benieuwd waren naar de mening van ouders omtrent alcohol en opvoeding. Het diepte-interview is gehouden op 12 november 2012, van 19.30 – 21.30 uur op het gemeentehuis in Hardenberg. Meetinstrument Voor de opzet (format) van het diepte-interview is gebruik gemaakt van de richtlijnen voor een focusgesprek. Wat betreft de vragen die gesteld zijn is middels de uitgangspunten van een halfgestructureerd interview. Bij dit type interview is er wel een vragenlijst of een lijst met onderwerpen (topiclijst). In het geval van dit onderzoek is er een lijst opgesteld met onderwerpen waaronder enkele belangrijke vragen zijn onderverdeeld. Er was hierbij ruimte
15
voor de eigen inbreng van de respondenten. De gespreksleidster stelde zich flexibel op en speelde in op de situaties, iets dat erg belangrijk is bij dit type interview (CBO, 2004). Data analyse Het diepte-interview is, met toestemming van de ouders, opgenomen op een voice-recorder. Dit bestand is vervolgens op de computer gezet, waarna het afgeluisterd en uitgewerkt is. Uiteindelijk is er een samenvatting gemaakt van het diepte-interview, deze is naar alle deelnemers gestuurd via de mail. Wij hebben gevraagd om aanvullingen en feedback, hier is van geen van de deelnemers reactie op gekomen. Betrouwbaarheid en validiteit Er zijn zoveel mogelijk respondenten van de telefonische enquêtes benaderd, om mee te werken aan het diepte-interview. Tijdens het diepte-interview zijn er zoveel mogelijk open vragen gesteld, om een grote hoeveelheid informatie te vergaren. Er is duidelijk naar de mening van de ouders gevraagd. Er is gebruik gemaakt van een voice-recorder om de betrouwbaarheid van de gegeven antwoorden te verhogen. Tevens zijn er tijdens het diepteinterview aantekeningen gemaakt op papier. Al deze gegevens zijn uitgewerkt in de vorm van een samenvatting.
2.3 Onderzoekspopulatie Er wordt een verantwoording gegeven van de keuzes die gemaakt zijn omtrent het vaststellen van de onderzoekspopulatie. Onderzoekseenheid Een onderzoekseenheid is het aantal personen of objecten waarover het onderzoek wordt gehouden, ofwel de doelgroep van het onderzoek (Verhoeven, 2007). Dit onderzoek is uitgevoerd voor de gemeente Hardenberg, georganiseerd door het Lectoraat Verslavingspreventie van Hogeschool Windesheim. Het onderzoek is gericht op ouders met kinderen in de leeftijd van 10 tot en met 18 jaar uit gemeente Hardenberg. Populatiegrootte Telefonische enquêtes De deelnemers binnen dit onderzoek zijn ouders uit de gemeente Hardenberg, die in oktober en november 2012, een kind of kinderen hebben in de leeftijd van 10 tot en met 18 jaar. De populatie bestaat dus uit alle ouders met (een) kind(eren) in de leeftijd van 10 tot en met 18 jaar uit de gemeente Hardenberg. Doordat de populatie te groot is voor dit onderzoek, is er een steekproef getrokken uit de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA). Deze steekproef bevat een willekeurige selectie van 590 gezinnen, uit een totaal van 4000 Hardenbergse gezinnen met kinderen in de leeftijd van 10 tot en met 18 jaar. Vervolgens is door ons nagegaan welke gezinnen beschikten over een telefoonaansluiting. Uiteindelijk zijn hierbij 258 telefoonnummers gevonden (44%). Al deze nummers zijn gebeld en gevraagd is aan de ouders om medewerking aan de enquête te verlenen. De telefonisten hadden in het algemeen weinig belpogingen nodig voordat zij ouders te spreken kregen, meestal minder dan 3 keer. Van alle 258 beschikbare telefoonnummers, ligt de uiteindelijke respons (het aantal ingevulde enquêtes) op 199 enquêtes (77%). Dit is vergelijkbaar met de respons in het onderzoek, dat in 2010 is uitgevoerd (79%). Diepte-interview De deelnemers binnen dit onderzoek zijn ouders uit de gemeente Hardenberg, die in oktober en november 2012, een kind of kinderen hebben in de leeftijd van 10 tot en met 18 jaar. Enthousiaste ouders zijn na afloop van de telefonische enquêtes benaderd om mee te werken aan het diepte-interview, uiteindelijk waren er 10 ouders bereid hier aan mee te werken. De populatie bestaat dus uit 10 enthousiaste ouders met kinderen in de leeftijd van
16
10 tot en met 18 jaar uit de gemeente Hardenberg. Om te kans op zoveel mogelijk deelnemers te vergroten, is gekeken naar een geschikte datum en een geschikt tijdstip. Dit is, vanwege de beperkte tijd die ons beschikbaar stond, helaas niet helemaal gelukt. Er waren uiteindelijk 3 ouders aanwezig tijdens het diepte-interview.
17
3. Wat zijn de schadelijke effecten van alcohol op jongeren in de leeftijd van 10-18 jaar? – Literatuurdeel Mariël Handstede 3.1 Wat is alcohol? Het gebruik van alcohol is nauwelijks weg te denken uit onze hedendaagse samenleving. Voor de meeste mensen gaan een heleboel gebeurtenissen en activiteiten vrijwel automatisch gepaard met het drinken van één of meerdere alcoholhoudende drankjes. Alcohol is een deel van onze cultuur geworden. Het is moeilijk te bepalen door wie of zelfs wanneer alcohol voor het eerst werd ontdekt. Het meest overtuigende bewijs is te vinden in het Midden-Oosten, ongeveer 10.000 jaar geleden. De eerste alcohol brouw ontstond waarschijnlijk bij toeval, toen een boer een deel van zijn geoogste fruit liet rotten in water (Brownlee, 2002). Toen de eerste gedistilleerde alcohol werd ontdekt, werd het gezien als duurzaam handelswaar, dat als medicijn kon dienen voor zowat alle lichamelijke aandoeningen. Het werd 'aqua vitae' (levenswater) genoemd en diende als basis voor termen als 'vodka' en 'whiskey'. (Möbius, 2009). Toen gedistilleerde dranken uiteindelijk talrijker werden en de prijzen daalden, steeg de populariteit van het product en werd het, naast het gebruik voor medicinale doeleinden, ook steeds meer gezien als een drankje (Möbius, 2009). Maar wat is alcohol eigenlijk? Het woord alcohol komt van het Arabische ‘Al kohl’ (‘extract’). Alcohol wordt gemaakt met behulp van een gistingsproces, waarbij suiker wordt omgezet in ethanol. Dit is een kleine molecule (C2H5OH) die goed oplosbaar is in water (Dom, 2000). Ethanol is dus de scheikundige naam voor alcohol, in de volksmond wordt met het begrip alcohol doorgaans alcoholische drank bedoeld. Bij een natuurlijk gistingsproces, waarbij gist en water toegevoegd wordt aan planten, granen of vruchten, is de gisting voltooid bij ongeveer 15% alcohol. Er is dan sprake van zwak alcoholische dranken. Door verhitting en afkoeling van zwak alcoholische drank kunnen hogere alcoholpercentages ontstaan, dit wordt destilleren genoemd. Zo ontstaan bijvoorbeeld whisky en jenever, wat sterk alcoholische dranken genoemd worden. In bier zit 5% alcohol, in wijn 12% en in gedistilleerde dranken, zoals jenever zit 35% alcohol (Tanja, 2004). Elke soort alcoholhoudende drank heeft zijn eigen standaardglas. Op deze manier bevat een standaardglas bier van 5% (250cc), wijn van 12% (100cc) en sterke drank van 35% (35cc) allemaal evenveel pure alcohol (circa 10 gram). Dus wanneer je elk drankje uit het daarvoor bestemde glas drinkt, weet je dat je altijd per glas 10 gram ethanol binnen krijgt (Trimbos, 2012).
3.2 De schadelijke effecten van alcohol over het algemeen Hieronder staat een opsomming van de algemene effecten van alcohol op het lichaam. Het drinken van alcohol veroorzaakt niet bij iedereen hetzelfde bloedalcoholgehalte (BAG). BAG staat voor het aantal gram alcohol per liter bloed. Eén standaardglas alcohol bevat 10 gram alcohol en leidt gemiddeld tot een promillage van 0,2 bij mannen en 0,3 bij vrouwen (Alcoholinfo, 2012). Als we kijken naar de effecten per glas, dan ziet dit er in een schematische weergave als volgt uit:
18
Aantal glazen 1-3 glazen (0 tot 0,5 promille) 3-7 glazen (0,5 tot 1,5 promille) 7-15 glazen (1,5 tot 3 promille) 15-20 glazen (3 tot 4 promille) 20-25+ glazen (4 promille en hoger)
Effect Ontspannen, ontremd, vrolijk Aangeschoten, tipsy – roestoestand Zat, dronken – schemertoestand Laveloos – bewusteloosheid Knock-out – coma
Figuur 1: Schematische weergave van de effecten per glas alcoholische drank (Alcoholinfo, 2012).
Door het drinken van alcohol verdwijnen remmingen, verdwijnt de zelfbeheersing, ontstaat een euforisch gevoel (doordat het beloningssysteem beïnvloedt word), wordt men vrolijker, spraakzamer en het treedt het verlies van controlefuncties op. Daarnaast verdooft het middel pijngevoelens en vertraagt het reactievermogen. Hoe meer men drinkt, hoe sterker de effecten zijn. Als we kijken naar de precieze invloed van alcohol op de verschillende hersengebieden, ziet dit er als volgt uit:
Figuur 2: Het effect per aantal glazen alcohol op de hersenen (Uit een presentatie van Tactus Verslavingszorg, 2009. De exacte bron is onbekend)
3.2.1 Black-out Op Alcoholinfo (2012) staat dat je een black-out kunt krijgen als je veel alcohol in korte tijd drinkt. Als je een black-out hebt, worden de gegevens uit het kortetermijngeheugen niet doorgegeven aan het langetermijngeheugen. De volgende dag weet je dan niet meer wat er is gebeurd terwijl je tijdens het drinken wel steeds helder bent geweest. Een black-out betekent dat je hersenen door de alcohol te zwaar zijn belast.
19
3.2.2 Gray-out Er kunnen ook zogenaamde gray-outs voorkomen: je kunt je nog wel dingen herinneren, maar dan alleen in fragmenten. Ook hier is een fout opgetreden in de overdracht van informatie van het korte naar het lange termijn geheugen. Als je vaker een black- of gray-out hebt dan is dat schadelijk voor de hersenen (Alcoholinfo, 2012).
3.2.3 Alcoholvergiftiging Jaarlijks raken naar schatting enkele tientallen kinderen bewusteloos, omdat ze in korte tijd te veel gedronken hebben. Een overdosis alcohol wordt ook wel een alcoholvergiftiging genoemd. Bij een alcoholvergiftiging raak je bewusteloos door het drinken van een grote hoeveelheid alcohol in korte tijd. Bij overmatig alcoholgebruik kan alcohol op korte termijn ernstige schade toebrengen. Bij alcoholvergiftiging wordt de concentratie alcohol in het bloed, en daarmee ook in de hersenen, zo hoog dat je bewusteloos of in coma kan raken. Uiteindelijk kan het zenuwstelsel zo sterk worden verdoofd dat het ademhalingscentrum verlamd raakt. In dit geval is er sprake van levensgevaar. Ook kan je stikken in je braaksel (Alcoholinfo, 2012).
3.2.4 Kater Een van de meest bekende effecten op korte termijn is natuurlijk de kater. Een kater heeft verschillende oorzaken, die gerelateerd zijn aan de vele effecten van alcohol op het menselijk lichaam (Alcoholinfo, 2012). De belangrijkste zijn uitdroging, een verlaging van de bloedglucosespiegel en de vele effecten op het zenuwstelsel. Ten eerste heeft alcohol een dehydraterend (uitdrogend) effect. De aanmaak van een bepaald hormoon wordt tegengewerkt, waardoor de productie van urine toeneemt. Daardoor raakt het lichaam uitgedroogd, wat typische verschijnselen als hoofdpijn (door verlaagde vloeistofdruk in de hersenen), droge mond en slaapzucht tot gevolg heeft. Daarom wordt aangeraden veel water te drinken na het consumeren van alcohol (Alcoholinfo, 2012). Bovendien heeft alcohol ook invloed op het maagslijmvlies wat misselijkheid kan veroorzaken. Ten tweede draagt de afbraak van alcohol (die voornamelijk in de lever plaatsvindt) in belangrijke mate bij tot een kater. Tijdens het drinken kunnen de bloedvaten in het gezicht onder invloed van alcohol verwijden, wat zichtbaar is door het rood worden van de wangen. Nadien zullen de bloedvaten terug vernauwen, met hoofdpijn en vermoeidheid tot gevolg (Trimbos, 2012). Ook zal de drinker gevoeliger zijn voor onderkoeling tijdens de alcoholconsumptie. Verwijde bloedvaten zorgen ervoor dat het bloed dichter bij het huidoppervlak komt en dus sneller afkoelt, terwijl de warmtegevoelige zenuwen in de huid geen koud-gevoel zullen opwekken. Het afbraakproces van alcohol kan niet versneld of vertraagd worden. Het is echter wel mogelijk om symptomen van een kater te verminderen door het ontstane vochtgebrek aan te vullen (Trimbos, 2012).
3.2.5 Effecten op organen Er is bij alcohol sprake van tolerantie (je lichaam vraagt elke keer meer van het middel om hetzelfde effect te bereiken). Je kunt er ook lichamelijk en psychisch afhankelijk van worden (verslaafd raken). Dit ligt voornamelijk aan hoeveel en hoe vaak je drinkt en wat de achterliggende redenen zijn voor je gebruik (Drugsweb, 2012).
20
Chronisch overmatig alcoholgebruik veroorzaakt lichamelijke schade. De mate van schade wordt bepaald door de dosis. Kwetsbaar zijn vooral de organen die direct bij de opname en verwerking betrokken zijn zoals de maag, de lever en ook de hersenen (Posma & van Dalen, 1998).
3.2.5.1 De gevolgen van alcohol voor de lever Alcohol is een giftige stof die door de lever afgebroken wordt. Door overmatig alcoholgebruik raakt de afbraakfunctie van de lever verstoord (Alcoholinfo, 2012). Al na enkele dagen flink drinken kan leververvetting optreden: een ophoping van vet in de levercellen. Indien een ernstige vet-lever snel ontstaat, bijvoorbeeld na het gebruik van grote hoeveelheden alcohol in korte tijd, kan de lever gaan zwellen. Dit kan gepaard gaan met pijn, slechte eetlust, misselijkheid, braken en soms geelzucht. De lever herstelt zich wanneer gestopt wordt met drinken. Het opgestapelde vet verdwijnt dan weer. Na langdurig overmatig gebruik bestaat de kans op leverontsteking, ook wel alcoholhepatitis genoemd (Alcoholinfo, 2012). Jarenlang veel drinken kan leiden tot levercirrose. Dit is een aandoening waarbij de normale structuur van de lever meer en meer vernietigd wordt en littekenvorming ontstaat. De lever kan zijn werk niet meer doen, omdat de afbraak van alcohol nu voorgaat op de afbraak van andere giftige stoffen uit het lichaam. Levercirrose ontstaat geleidelijk, is niet te genezen en is vaak dodelijk (Alcoholinfo, 2012).
3.2.5.2 Het effect van alcohol op de maag Overmatig alcoholgebruik kan het slijmvlies van de maag beschadigen. De binnenkant van de maag is met dit slijmvlies bekleed om de maagwand tegen maagzuur (dat nodig is om voedsel te verteren) te beschermen. Vaak voorkomende klachten bij mensen die door veel drinken last van hun maag hebben, zijn overgeven en maagpijn. Het overgeven van bloed kan duiden op een beschadigd slijmvlies. Langdurig teveel drinken kan uiteindelijk leiden tot een maagvliesontsteking of een maagzweer. Als je gewend bent om veel te drinken en je stopt of gaat fors minder drinken, dan krijg je meestal last van ontwenningsverschijnselen. Irritatie van de maag hoort tot de ‘normale’ ontwenningsverschijnselen (Alcoholinfo, 2012).
3.2.5.3 Invloed van alcohol op je hart- en bloedvaten Het drinken van alcohol kan hart- en vaatziekten tot gevolg hebben, zoals hoge bloeddruk, hartritmestoornissen en hersenbloedingen. Matig gebruik (maximaal 1 tot 2 glazen per dag) heeft een beschermend effect op hart- en bloedvaten. Het kan het dichtslibben van de bloedvaten door cholesterol een beetje tegengaan. Of je wijn drinkt of een andere alcoholische drank, maakt daarbij niet uit. Dat gunstige effect geldt echter alleen voor gezonde mannen boven de 40 en gezonde vrouwen na de overgang. Maar vanwege andere effecten op de gezondheid en het risico op verslaving kan alcohol niet gebruikt worden als medicijn. Bewegen, gezond eten en niet roken, zijn veel beter om hart- en vaatziekten te voorkomen (Alcoholinfo, 2012).
21
3.2.6 Korsakov Volgens de website van korsakovsyndroom (2012) is het syndroom van Korsakov een blijvende geheugenstoornis als gevolg van langdurig overmatig alcoholgebruik in combinatie met vitamine B1 tekort. Een tekort aan vitamine B1 ontstaat door een slecht eetpatroon en door een slechte opname van B1 in het lichaam. Overmatig alcoholgebruik leidt dikwijls tot een slecht voedingspatroon en het maakt de opname van vitamine B1 moeilijk doordat de organen zijn aangetast (Korsakovsyndroom, 2012). Het kenmerkt zich door desoriëntatie, vooral in tijd, geheugenstoornissen van met name het korte termijngeheugen en confabulaties (een psychische ziekte waarbij herinneringsvervalsingen zodanig een eigen leven gaan leiden, dat ze duidelijk niet meer overeenkomen met de waarheid). De belangrijkste symptomen zijn (Korsakovsyndroom, 2012): Geheugenstoornissen Minder of geen rekening houden met gevoelens van anderen Zelfoverschatting Last van angst- en paniekaanvallen Last van depressies Moeite met het maken van plannen, plannen uitvoeren en het in actie komen Volgens de website van Korsakovsyndroom (2012) kunnen er naast de bovengenoemde symptomen diverse andere bijkomende symptomen optreden als gevolg van de hersenbeschadiging. Naast de neurologische/psychiatrische symptomen is er door de leefstijl ook vaak bijkomende schade door het overmatig alcoholgebruik zoals hart- en vaatziekten, leverfunctiestoornissen en verhoogd risico van aandoeningen aan mond/keel/slokdarm. Meest opvallend bij de Korsakovpatiënt zijn de geheugenstoornissen en het soms volledig afwezig zijn van enig ziektebesef (Korsakovsyndroom, 2012). Als iemand waarbij Korsakov is vastgesteld, stopt met drinken, is binnen een jaar duidelijk in hoeverre iemand hersteld. Na dit jaar is de toestand stabiel en is er geen verder herstel meer mogelijk. Slechts bij een klein percentage van 10 tot en met 18 de mensen bij wie Korsakov is vastgesteld, is er kans op een sterke verbetering of op volledig herstel. Dit is afhankelijk van de algehele conditie van die persoon en het stadium waarin de ziekte zich heeft ontwikkeld. De grootste groep patiënten vertoont enige verbetering, maar houdt een gestoord tijdsgevoel (Korsakovsyndroom, 2012).
3.2.7 Syndroom van Wernicke Een zeer ernstige, levensbedreigende, vorm van hersenbeschadiging treedt op bij het syndroom van Wernicke. Omdat het syndroom van Wernicke in 80 tot 90% van de gevallen voorafgaat aan het Syndroom van Korsakov spreekt men vaak over het syndroom van Wernicke-Korsakov. (Dom, 2000). De belangrijkste symptomen zijn (Dom, 2000): Verlamming van de oogspieren Ataxie (evenwichtsstoornissen) Mentale staat van verwarring, delier Coma Uiteindelijk de dood
22
3.3 De effecten van alcohol op jongeren van 10 tot en met 18 jaar oud Nu de belangrijkste en meest bekende effecten van alcohol zijn opgenoemd, zal in het volgende stuk gekeken worden naar de effecten van alcohol met betrekking tot jongeren in de leeftijd van tien tot en met achttien jaar oud. Het is belangrijk, om een helder beeld te krijgen van de algemene ontwikkeling van jongeren van 10 tot en met 18 jaar oud. Hieronder staat eerst een overzicht van de algemene ontwikkeling van jongeren van 10 tot en met 18 jaar oud.
3.3.1 Algemene ontwikkeling van jongeren van 10 tot en met 18 jaar oud Wanneer er gekeken wordt naar de ontwikkeling van een mens in de verschillende fasen van zijn leven, worden er drie ontwikkelingsgebieden onderscheiden. De lichamelijke, cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling (Kohnstamm, 2002). Delfos (2009) geeft een definitie van de term adolescentie. Zij verklaart dit door aan te geven dat men de gehele periode van twaalf tot midden twintig adolescentie noemt. ‘Adolescentie is een overkoepelend begrip voor puberteit en jeugd tezamen. In deze periode ontwikkelt het kind zich van onvolwassene in uiterlijk en gedrag, naar volwassene.’ (Delfos, 2009).
3.3.1.1 De lichamelijke ontwikkeling Dit is de ontwikkeling van het lichaam en de motoriek of het bewegen (HZW, 2007). De lichamelijke ontwikkeling van jongeren in deze leeftijdscategorie is aanzienlijk groot. Dit komt door de groeispurt die meestal plaats vindt aan het einde van de basisschool (Delfos, 2009). Als we kijken naar kinderen uit de zogenaamde adolescentie (twaalf tot twintig jaar), zien we dat bij meisjes de groeispurt rond hun tiende levensjaar begint en bij jongens rond hun twaalfde jaar (Kohnstamm, 2002). Tijdens de groeispurt groeit de jong-adolescent veel in een kort tijdsbestek, waardoor het lichamelijk al meer op een volwassene gaat lijken. De groeispurt duurt zo ongeveer vier jaar waarin de groei van de lengte van het lichaam samen met het gewicht zal toenemen. Zo komen jongens in deze periode gemiddeld zeven pond aan en meisjes gemiddeld vijf pond (Kohnstamm, 2002). Doordat het een korte periode is, maar een grote verandering behelst, vraagt het veel aanpassing van zowel kind als ouders (Delfos, 2009). Ook neemt de productie van geslachtshormonen toe in deze leeftijdsfase en is de productie van hormonen onderhevig aan schommelingen. De hypothalamus reguleert het proces van de lichamelijke rijping door signalen af te geven aan de hypofyse, om gonadotrope hormonen af te scheiden. Deze hormonen hebben de functie om de geslachtsklieren te stimuleren om geslacht specifieke hormonen af te scheiden (Kohnstamm, 2002). Bij meisjes maken de eierstokken oestrogeen aan rond het tiende jaar, en leidt tot de eerste menstruatie rond het dertiende levensjaar (menarche). Meisjes zijn gemiddeld rond hun vijftiende levensjaar vruchtbaar. Bij jongens maken de zaadballen androgenen aan vanaf gemiddeld het twaalfde jaar. Na verloop van tijd volgt de eerste zaadlozing of semenarche (die overigens nog niet vruchtbaar is). Jongens zijn gemiddeld op hun zestiende jaar vruchtbaar (Kohnstamm, 2002). Wat in deze periode tot verwarring kan leiden, is het aangesproken worden door de omgeving op de veranderde uiterlijke verschijning. Delfos (2009) draagt een voorbeeld aan van een twaalfjarig kind dat er lichamelijk al uitziet als een zestienjarig kind, maar op emotioneel en intellectueel gebied nog de ontwikkeling van een twaalfjarige heeft. Het zal geen aansluiting vinden bij de kinderen van zijn/haar leeftijd, maar zal daarentegen als kinderachtig bestempeld worden door de zestienjarigen in de omgeving (Delfos, 2009).
23
Aan het einde van de basisschool is er veel aandacht voor seksualiteit. Er worden in deze periode veel dubbelzinnige grapjes gemaakt (Delfos, 2009). De jongeren in deze leeftijdsfase staan in deze periode zeer open voor seksuele voorlichting. Ondanks dat er wel enige informatie gegeven wordt vanuit school, wordt dit toch veelal gedaan door leeftijdsgenoten aan het eind van de basisschool en in de eerste klassen van de middelbare school. Het is dus belangrijk voor de omgeving om hier aandacht aan te besteden (Delfos, 2009). Lichamelijke ontwikkeling (HZW, 2007): Sterke groei Onhandig en slungelig Hormonale veranderingen
3.3.1.2 De cognitieve ontwikkeling Dit is de ontwikkeling van het denken, het waarnemen, het geheugen en de taal (HZW, 2007). Centraal staat het creëren van zelfstandigheid en het ontdekken van mogelijkheden en grenzen. De cognitieve ontwikkeling is van invloed op inzicht in sociale verhoudingen (mensenkennis) en op zelfkennis (Kohnstamm, 2002). De jongeren in deze leeftijdsfase kunnen verbanden leggen. Abstracte begrippen als rechtvaardigheid, vriendschap en gelijkwaardigheid krijgen nu echt betekenis. Tijdens de adolescentie komen de cognitieve veranderingen tot uitdrukking doordat onder andere de intelligentie verandert in reikwijdte; door een toename in het aantal jaren levenservaring, hebben kinderen meer ervaring op kunnen doen en informatie kunnen verzamelen. Kohnstamm (2002) benoemt daarnaast nog een aantal veranderingen: het toenemen van het aandacht- en concentratievermogen, een toename van de geheugencapaciteit (zowel het lange- als het korte termijn geheugen), en de toename van mogelijkheden om steeds planmatiger en systematischer te werk te gaan. De oorzaak van de drie beschreven kwantitatieve veranderingen, is een verandering in het neurologisch functioneren van de hersenen. Adolescenten worden door de toename van de zogenaamde selectieve aandacht in staat gesteld om zich op meerdere dingen tegelijk te kunnen richten en daarnaast sneller tot de kern van probleem of situatie te kunnen komen. Doordat de cognitieve vermogens toenemen in reikwijdte, leidt dit tot een ontwikkeling in het vermogen van metacognitie (door het nemen van afstand kunnen denken over het eigen denken). Dit leidt weer tot het vervuld zijn van de eigen gedachten, ook wel ‘preoccupatie met het zelf’ genoemd. Deze mate van vervuldheid, wordt in de ontwikkelingspsychologie ook wel omschreven als adolescentie-egocentrisme (Kohnstamm, 2002). Cognitieve ontwikkeling (HZW, 2007): Abstract denken Brede interesse, goed geheugen Ziet gevolgen van daden Kennis neemt toe Abstract denken Goede aandacht en concentratievermogen
24
3.3.1.3 De sociaal-emotionele ontwikkeling De sociale ontwikkeling is de ontwikkeling van de omgang met anderen, zoals het spelgedrag of het maken van contact. De emotionele ontwikkeling is de ontwikkeling van emoties en gevoelens zoals vertrouwen, veiligheid, angst of jaloezie. De sociale en emotionele ontwikkeling hangen sterk samen vandaar dat vaak gesproken wordt over ‘de sociaal-emotionele ontwikkeling’. Ook de seksuele ontwikkeling houdt hiermee verband. Daarom wordt deze ontwikkeling samen met de sociaal-emotionele ontwikkeling besproken. De seksuele ontwikkeling is de ontwikkeling van de seksualiteit en de intimiteit (HZW, 2007). Het is een periode waarin het kind op zoek gaat naar een eigen sociale identiteit. De mensenkennis neemt toe. Het vermogen zich in anderen te verplaatsen vergroot, dit wordt ook wel ‘empathie’ genoemd. Je kunt je pas empathisch opstellen als je los kunt staan van je eigen wereld die alleen om jou draait (Delfos, 2009). Het is belangrijk dat jongeren in deze leeftijdsfase genoeg kansen en mogelijkheden krijgen om te oefenen met sociale vaardigheden en interacties. Een slechte relatie met leeftijdsgenoten is een belangrijke voorspeller van toekomstige problemen. Het is dus niet vreemd dat er steeds meer aandacht uitgaat naar sociale vaardigheden, om problemen op dit gebied te voorkomen en tegen te gaan (Kohnstamm, 2002). Het is in deze leeftijdsfase dat het verschil tussen jongens en meisjes duidelijk naar voren komt. Meisjes komen over het algemeen vroeger in de puberteit terecht (gemiddeld rond hun elfde, jongens rond hun dertiende) en ook op de emotionele ontwikkeling lopen meisjes vooruit (Delfos, 2009). De verschillen tussen jongens en meisjes komen ook tot uiting in de socialisatie (het proces waardoor de regels en waarden van de cultuur aan het kind worden overgedragen) (Delfos, 2009). Ook deze wordt gekenmerkt door de sekseverschillen. Door de lichamelijke groei, komt er tevens meer nadruk op de verschillen in sekse. Sociaal-emotionele ontwikkeling: Zoeken naar eigen normen en waarden Onzekerheid Opstandig Vrienden worden steeds belangrijker Interesse in ander geslacht Geslachtsrijp Genitale fase Meer mensenkennis Meer zelfkennis Empathie Zoeken naar identiteit
3.3.2 Alcohol en hersenen Vooral voor het ‘puberbrein’ zijn de gevolgen van alcoholgebruik verwoestend. Het Trimbos instituut heeft jarenlang uitgebreid onderzoek gedaan naar de risico’s van alcoholgebruik door jongeren. Uit onderzoek blijkt dat alcohol het brein verandert. Na de geboorte groeien de menselijke hersenen nog ongeveer 24 jaar door. Pas dan zijn de hersenen ook daadwerkelijk volledig volgroeid. De hersenschade door alcoholgebruik is voor een deel te herstellen. Zoals uit de informatie van het Trimbos instituut blijkt, komen hersencellen die kapot zijn gegaan nooit meer terug. De schade die is opgelopen aan de hersenen kan zich
25
echter wel herstellen. Een voorwaarde hiervoor is dat er voor langere tijd (meer dan enkele maanden), niet gedronken wordt. Hier ligt echter ook het probleem; precies dát deel in de prefrontale cortex dat verantwoordelijk is voor de zelfcontrole, raakt meestal beschadigd bij het op jonge leeftijd starten met het drinken van alcohol en het teveel drinken (Trimbos instituut, 2012). Zo komen adolescenten in een vicieuze cirkel terecht. Een vicieuze cirkel is een situatie waarin een bepaald verschijnsel zichzelf indirect in stand houdt. Is men eenmaal in een vicieuze cirkel terechtgekomen, dan is het bijzonder moeilijk of zelfs onmogelijk daar uit te breken. Bovendien blijkt uit een onderzoek dat wie al jong met het drinken van alcohol begint, meer kans heeft om aan alcohol verslaafd te raken dan iemand die op latere leeftijd begint (Rigter, 2002). Alcohol is dus extra ongezond tijdens de groei. Alcohol verstoort die ontwikkeling en dat kan van invloed zijn op je karakter en je gedrag. Tieners die een aantal jaren overmatig alcohol gebruiken, hebben vaak als gevolg daarvan leer- en geheugenproblemen. Het deel van de hersenen dat belangrijk is voor leren en geheugen krimpt als gevolg van langdurig overmatig alcoholgebruik met als gevolg slechtere prestaties op school (Factsheet STAP). Hieronder staan de hersenen van twee jongens van 15 jaar afgebeeld. De ene jongen drinkt niet (links). De ander drinkt veel en vaak (rechts). De jongens krijgen tijdens de test een taak waarbij ze hun geheugen moeten gebruiken, ze zijn niet onder invloed en vooraf mocht drie weken geen alcohol gedronken worden. De gekleurde vlekken laten zien welke delen van de hersenen actief worden. Bij de drinker gebeurt er duidelijk minder in de hersenen dan bij de jongen die niet drinkt.
Figuur 3: Hersenactiviteit tijdens een geheugentaak (Tapert, 2005).
Het blijkt dat bij jongeren die voor hun vijftiende beginnen met drinken, de kans groter is dat ze alcoholverslaafd raken op latere leeftijd. Van de jongeren die voor hun dertiende beginnen met drinken, is 40% op een bepaald moment in hun leven alcohol verslaafd. Factoren die meespelen bij het op jonge leeftijd beginnen met drinken, zijn impulsiviteit, een sterke drang naar nieuwe ervaringen, erfelijke factoren en alcoholmisbruik door gezinsleden (Factsheet STAP).
26
3.3.3 Risico en beschermingsfactoren voor jongeren Jongeren worden op allerlei manieren verleid om te drinken. De laatste jaren zijn mixdrankjes vooral onder jongeren erg populair geworden. Alcohol is op veel plaatsen te zien en te koop. Op televisie zie je mensen alcohol drinken in series en talkshows, de sfeer is vaak gezellig en ontspannen. Ook in reclames wordt een positief beeld geschetst van alcohol en de mensen die het drinken. Dat alcohol op veel plaatsen te koop is, bevestigt dat beeld en stimuleert jongeren om te drinken (Möbius, 2009). Als het gaat om middelengebruik, zijn leeftijdgenoten vaak het referentiepunt voor de levensstijl. Aansluiting zoeken bij groepen. Jongeren die neigen naar riskant gedrag zoeken elkaar vaak op en versterken dit bij elkaar. Als sociale oorzaak voor riskant gedrag wordt verveling genoemd (Kohnstamm, 2002). Vrienden zijn voor jongeren dus ook een stimulans om alcohol te drinken. Dit kan ook ‘’groepsdruk’’ genoemd worden. Het uitgaan/stappen met vrienden is voor veel jongeren in de puberteit belangrijk. Het is een moment om zonder toezicht van volwassenen samen te zijn. Hoe eerder jongeren naar een uitgaansgelegenheid gaan, hoe eerder ze in aanraking komen met drank. Vriendengroepen waar een jongere bij wil horen, brengen jongeren in verleiding om dingen te doen waarvan ze mogelijk wel weten dat het niet goed voor ze is, maar die er wel voor zorgen dat ze toegelaten worden tot de groep. Jongeren gaan dan alcohol drinken om er bij te horen (Klungers & Van Dalen, 2004). Na het benoemen van de stimulans van jongeren om alcohol te gaan drinken, wordt de balans opgemaakt tussen de; risico- en beschermende factoren op kindniveau (microniveau/microsysteem), gezinsniveau (mesosysteem) en omgevingsniveau (macrosysteem). Als gekeken wordt naar de risicofactoren bij middelenmisbruik, kunnen volgens Rigter (2002) de volgende factoren onderscheiden worden: Risicofactoren op kindniveau: Genetische aanleg voor verslaving Kwetsbaarheid voor het ontwikkelen van middelenmisbruik als het gevolg van prenatale invloeden op de foetus Individuele (gedeeltelijk aangeboren) factoren als bijvoorbeeld agressiviteit, temperament, impulsiviteit en riskant gedrag Individuele cognitieve kenmerken zoals een laag zelfbeeld, weinig zelfvertrouwen Onveilige gehechtheid Eerdere ontwikkelingsopgaven zijn niet of onvoldoende volbracht Psychische stoornissen (bijvoorbeeld gedragsstoornissen en stemmingsstoornissen) Risicofactoren op gezinsniveau: Onvoldoende sensitiviteit of responsiviteit bij de ouders (de manier waarop zij reageren op de behoeften van het kind, opvoedingsstijl) Middelenmisbruik en/of psychische stoornissen bij de ouders of opvoeders Verschillende aspecten van de opvoedingscontext (inconsistente opvoeding, onvoldoende grenzen stellen met betrekking tot het gedrag van het kind, echtscheiding en lichamelijke/seksuele mishandeling van het kind Te strenge en autoritaire opvoeding waardoor het kind niet de ruimte krijgt om te experimenteren met middelengebruik Lage SES (sociaal economische status) van het gezin
27
Risicofactoren op omgevingsniveau: Slechte vriendengroep- of kring, waarin sprake is vol risicovol middelengebruik Een schoolomgeving met weinig persoonlijk contact tussen leerkracht en leerling, pesten, agressiviteit en geweld en middelenmisbruik Wonen in een achterstandswijk (geweld, weinig sociale controle, geweld en delinquentie) Waargenomen stress bij overlijden, trauma’s en slachtoffer of deelnemer aan oorlogsgeweld Emigratie of vlucht waarbij de adolescent zijn opgebouwde sociale netwerk verliest en er een nieuw netwerk opgebouwd moet worden Deze paragraaf wordt afgesloten door een blik te werpen op de factoren die een beschermende werking hebben als het gaat om het voorkomen (preventie) van middelenmisbruik. Beschermingsfactoren op kindniveau: Een goede intelligentie (kan een kind beschermen tegen negatieve invloeden van leeftijdgenoten) Interne locus of controle (overtuigd zijn van de eigen invloed en grip op het leven), autonomie en zelfvertrouwen Succesvolle omgang met ontwikkelingsopgaven Een veilige gehechtheid (adolescenten kunnen dan binnen bepaalde grenzen experimenteren met gedrag omdat zij weten dat hun ouders hen hierin bijstaan), dit leidt tot beter kunnen beoordelen van de gevaren van middelengebruik Beschermingsfactoren op gezinsniveau: Het hebben van een positieve relatie met één van de ouders of opvoeders Goede onderlinge communicatie en openheid binnen het gezin Ondersteuning vanuit de ouders met betrekking tot de exploratiedrang bij adolescenten Beschermingsfactoren op omgevingsniveau: Een positieve en stimulerende schoolomgeving Een uitgebreid sociaal netwerk van de ouders (tevens opvoedingsondersteuning) Preventieve activiteiten in de buurt- en schoolomgeving Sociaal netwerk van de adolescent (bijvoorbeeld een hobby- of sportclub)
3.3.4 Effecten van alcohol op de ontwikkeling van jongeren van tien tot achttien jaar Alcoholgebruik is zeer ongezond voor kinderen en jongeren. In de puberteit groeien de spieren en botten in een versneld tempo (groeispurt). Onderzoek heeft aangetoond dat alcohol een remmend effect heeft op de groei en ontwikkeling van de botten (met name bij jongens). Dit is helaas niet het enige schadelijke effect van alcohol op een lichaam dat nog volop in ontwikkeling is (Kohnstamm, 2002). Het drinken van alcohol door jongeren veroorzaakt grote problemen. Zo zijn alcohol gerelateerde verkeersongelukken (voetgangers, fietsers, bromfietsers etc.) doodsoorzaak nummer één onder jongeren. Ook kan alcoholgebruik leiden tot drie andere veel voorkomende doodsoorzaken: moord, zelfmoord en de verdrinkingsdood. Daarnaast heeft alcohol soms als effect dat jongeren verder gaan op seksueel gebied. Jongeren die jong beginnen met drinken, hebben eerder hun eerste seksuele ervaring en door het ontremmende effect van alcohol worden voorbehoedsmiddelen eerder vergeten. Onder invloed
28
van alcohol durven jongeren meer en doen ze eerder dingen die ze zonder alcohol niet zouden doen (Klungers & Van Dalen, 2004). Binnen de ontwikkelingspsychologie worden roken, alcoholgebruik, druggebruik, gokken, het tegen beter weten in onveilig vrijen en een groep gedragingen waarin risico’s bewust worden opgezocht, riskant gedrag genoemd (Kohnstamm, 2002). Een aantal mogelijke verklaringen worden hieronder beschreven. Er bestaan verschillen in persoonlijkheid met betrekking tot bepaalde eigenschappen. Het zogenaamde ‘sensation seeking,’ is hier een eigenschap van. Deels heeft dit met een biologische basis in aanleg te maken. Men spreekt van ‘type-T’; jongeren gaan op zoek (seeking) naar activiteiten die spanning en sensatie zouden opleveren(thrill). Jongens doen dit in een oplopende piek tot zestien jaar, terwijl meisjes deze piek niet kennen. Meisjes zoeken het eerder door middel van meekijken en meebeleven (Kohnstamm, 2002). Bij meisjes is de puberteit eerder afgesloten dan bij jongens en zo ook het rijpingsproces van de hersenen. Meisjes zijn volgens het Trimbos instituut kwetsbaarder voor alcohol. Inmiddels is het bekend dat de verhoudingen tussen spieren en lichaamsvet tussen jongens en meisjes verschillen. Doordat het lichaam van meisjes minder vocht bevat, wordt het promillage als het ware ‘opgejaagd’ (alcohol onttrekt vocht aan het lichaam). Hoe kleiner en lichter iemand is, hoe hoger het promillage is na het drinken van een glas alcohol (Trimbos, 2012). Meisjes zijn dus relatief sneller onder invloed. Een ander gevolg van alcoholgebruik is als volgt; kinderen of adolescenten hebben meer tijd nodig om een glas alcohol af te breken dan volwassenen, omdat ook de lever nog niet volgroeid is. Na een avond drinken, zijn zij de volgende dag dus nog steeds onder invloed. Alcohol heeft tevens het effect het reactievermogen af te remmen (Trimbos, 2012). Wat al eerder benoemd is, is de zogenaamde groepsdruk. Dit kan de adolescent aanzetten tot middelengebruik. Delfos (2009), stelde dat met name kinderen die hun sociale identiteit niet goed hebben kunnen vormen in de schoolleeftijd, gevoelig zijn voor de (verkeerde) invloed van leeftijdgenoten. Aansluiting bij risicogroepen waar alcoholgebruik als normaal wordt beschouwd kan een gevolg zijn. Een laag zelfbeeld en weinig zelfvertrouwen kunnen bijdragen aan extra gevoeligheid voor groepsdruk. Kinderen bij wie de autonomie niet volledig is ontwikkeld tijdens de adolescentiefase, durven moeilijk nee te zeggen, en willen er graag ‘bijhoren’ (Delfos, 2005). De combinatie van bovengenoemde aspecten kan vele nadelige gevolgen met zich meebrengen. De adolescentiefase is daarom een kwetsbare fase, als het gaat om het gebruik van alcohol. Er zijn diverse factoren binnen de ontwikkeling en opvoeding van jongeren, die kunnen maken dat zij een goede balans vinden met betrekking tot het experimenteren en het gebruiken van alcohol. De negatieve effecten van alcoholgebruik door jongeren in de leeftijdscategorie van 10 tot en met 18 jaar kunnen groot zijn. Alcoholgebruik beïnvloedt diverse ontwikkelingsgebieden en kent grote nadelige gevolgen bij misbruik van het middel. Het feit dat alcohol op sociaal vlak geaccepteerd wordt binnen de Nederlandse samenleving, maakt dat adolescenten tot op de dag van vandaag last ondervinden van de schadelijke effecten die het gebruik van het middel met zich meebrengt.
3.4 De drank en horeca wet De Drank- en Horecawet is een van de belangrijkste wetten voor de horeca, omdat deze wet de bedrijfsmatige verstrekking van alcoholhoudende dranken regelt. Per 1 januari 2013 wordt er een nieuwe Drank- en Horecawet ingevoerd. Deze nieuwe wet zal de nodige impact hebben binnen de horeca (Rijksoverheid, 2012).
29
De overheid wil drankgebruik onder jongeren terugdringen. Via campagnes en voorlichting wijst de overheid jongeren en hun ouders op de risico’s van alcohol. Het kabinet wil drinkende jongeren strenger aanpakken. Om deze reden wordt de Drank- en Horecawet op een aantal punten aangepast: Jongeren onder de 16 die op publieke plaatsen - zoals stations, winkelcentra, warenhuizen en cafés - en op straat alcohol bij zich hebben, kunnen in de toekomst een boete krijgen. Het kabinet schrapt het eerder aangekondigde voorstel dat gemeenten kunnen experimenteren met verhoging van de leeftijdsgrens van 16 naar 18 jaar voor het kopen van zwak alcoholische drank. De gemeenten gaan voortaan toezicht houden op de naleving van de Drank- en Horecawet. Nu is de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA) hiervoor verantwoordelijk. De Handreiking Drank- en Horecawet helpt gemeenten bij de uitvoering van hun nieuwe taken. Burgemeesters kunnen maatregelen nemen als supermarkten 3 keer binnen 1 jaar alcohol hebben verkocht aan jongeren onder de 16 jaar. Naast de nieuwe wet maakt de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) 6 miljoen euro vrij om jongeren te wijzen op de gevaren van alcohol. Via social media en voorlichting op scholen moeten jongeren bewuster worden van de gevaren van alcohol (Rijksoverheid, 2012).
3.4.1 Kopen en verkopen De overheid heeft bepaald dat kinderen onder de zestien jaar geen alcohol mogen kopen. De Nederlandse overheid probeert de schade die ontstaat door het drinken van teveel alcohol te beperken en voorkomen. Om jongeren te beschermen tegen de gevaren van het gebruik van alcohol, zijn er speciale regels over het verkopen van alcohol aan zestien tot achttien jarigen. Er mag geen alcohol verkocht worden aan iemand die jonger is dan zestien jaar. Dat betekent dat de mensen die drank verkopen aan jongeren om een geldig leeftijdsbewijs (paspoort, rijbewijs, bromfietsdocument) moeten vragen, zodat ze er zeker van zijn dat de koper inderdaad minstens zestien is. Alleen als de verkoper zeker weet dat de koper zestien jaar of ouder is, mag hij hem zwak alcoholische drank verkopen. Sterke drank mag alleen verkocht worden aan personen die achttien jaar of ouder zijn. Als de verkoper zich niet aan de wet houdt, kan hij daar verschillende straffen voor krijgen. Hij kan zijn drankvergunning kwijtraken, zodat hij helemaal geen drank meer mag verkopen of hij kan een geldboete krijgen. De verkoper kan gestraft worden als hij alcohol verkoopt aan iemand die nog te jong is. Volgens de wet moeten volwassenen ervoor zorgen dat de jongere geen gevaar loopt. Maar ook de jongeren zullen zich aan de wet moeten houden. Ze mogen geen alcohol kopen onder de 16 (Tanja, 2004).
3.4.2 Alcohol en reclame Iemand die reclame maakt voor een verslavende en potentieel schadelijke stof als alcoholhoudende drank moet dat verantwoord doen. Daarom is de Reclamecode voor Alcoholhoudende Drank opgesteld door de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, samen met alcoholproducenten en verkopers van alcohol. Hierin wordt onder andere beloofd dat er geen reclame gemaakt zal worden die gericht is op jongeren en de reclame mag niet als boodschap hebben dat het drinken van veel alcohol leuk en stoer is. Ook staat er bijvoorbeeld in dat de drankindustrie geen evenementen mag sponsoren die goed zijn voor
30
de gezondheid zoals sportevenementen. Als de alcoholbranche zich hier niet aan houdt, kan er een klacht ingediend worden bij de Reclame Code Commissie (Tanja, 2004). De Reclame Code Commissie is er om de naleving van deze code in de gaten te houden. Zij beoordeelt, aan de hand van de Nederlandse Reclame Code, of een reclame uiting in strijd is met die Code, zo zijn er de afgelopen jaren een aantal alcoholreclames door de Reclame Code Commissie veroordeeld als misleidend en deze reclames mogen niet meer uitgezonden worden (Reclamecode, 2012).
3.4.3 Wetten Dronkenschap wordt pas strafbaar als je anderen daarmee lastig valt of in gevaar brengt. Artikel 426 van het Wetboek van Strafrecht noemt vier situaties op waarin een dronken persoon gestraft kan worden (Wetboekonline, 2012). Een persoon mag: Het verkeer niet belemmeren. Denk aan iemand die plotseling een drukke weg oversteekt of midden op het fietspad gaat zitten De orde niet verstoren door bijvoorbeeld te gaan schreeuwen of midden in de nacht bij mensen aan te bellen De veiligheid van anderen niet in gevaar brengen Geen handelingen verrichten waarbij hij of zij heel erg voorzichtig moet zijn om het leven en de gezondheid van andere mensen niet in gevaar te brengen De derde en vierde situatie zijn uitgewerkt in de wegenverkeerswet. Als je dronken bent en met de auto gaat rijden, breng je ook andere mensen die op de weg rijden of bij jou in de auto zitten in gevaar (Wetboekonline, 2012). In het Wetboek van Strafrecht staan nog twee artikelen over dronkenschap. Artikel 453 zegt dat iemand die dronken is op de openbare weg voor straf een boete moet betalen of een paar dagen in de cel kan belanden. Dit betekent dat het niet strafbaar is om thuis dronken te zijn. Je mag alleen niet de straat op. Artikel 252 gaat over het verkopen of weggeven van drank. Zo is het verboden om iemand die al dronken is, nog meer alcohol te geven of verkopen (Tanja, 2004). Concluderend kan er gezegd worden dat, er zijn diverse factoren binnen de ontwikkeling en opvoeding van jongeren zijn, die kunnen maken dat zij een goede balans vinden met betrekking tot het experimenteren en het gebruiken van alcohol. De negatieve effecten van alcoholgebruik door jongeren in de leeftijdscategorie van 10 tot en met 18 jaar zijn groot. Alcoholgebruik beïnvloedt diverse ontwikkelingsgebieden en kent grote nadelige gevolgen bij misbruik van het middel. Het feit dat alcohol op sociaal vlak geaccepteerd wordt binnen de Nederlandse samenleving, maakt dat adolescenten tot op de dag van vandaag last ondervinden van de schadelijke effecten die het gebruik van het middel met zich meebrengt.
31
Bronvermelding literatuurdeel Mariël Handstede Literatuur 1. Brownlee, N. (2002). This is alcohol. London: Sanctuary Publishing. 2. Delfos, M.F. (2005). Luister je wel naar mij, gespreksvoering met kinderen tussen 4 en 12 jaar. Amsterdam: SWP. 3. Delfos, M.F. (2009). Ontwikkeling in vogelvlucht, Ontwikkeling van kinderen en adolescenten. Amsterdam: Pearson. 4. Dom, G. (2000). Drugskenner. Berchem: EPO. 5. Klungers, J. & van Dalen, W. (2004). Mag ik ook een glaasje? Amsterdam: SWP. 6. Kohnstamm, R. (2002). Ontwikkelingspsychologie. De schoolleeftijd. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. 7. Kohnstamm, R. (2002). Ontwikkelingspsychologie. De adolescentie. Houten: Bohn Stafelu van Loghum. 8. Möbius, D. (2009). Alcoholdossier. Brussel: VAD (Vereniging voor Alcohol- en andere Drugproblemen). 9. Posma, R. & van Dalen, W. (1998). Feiten over alcohol. Woerden: NIGZ. 10. Rigter, J. (2002). Ontwikkelingspsychopathologie bij kinderen en jeugdigen. Bussum: Uitgeverij Coutinho. 11. Tanja, J. (2004). Dossier 7 Alcohol. Hilversum: Kwintessens Uitgevers. 12. Tapert, S. F., Caldwell, L., & Burke, C.M.A. (2005). Alcohol and the adolescent brain – human studies. Alc Res and Health, 28-205-212. Websites 13. Alcoholinfo. (2011). Alcoholvergiftiging. Geraadpleegd op 9-11-12, van de URL: www.alcoholinfo.nl/index.cfm?act=esite.tonen&pagina=231. 14. Alcoholinfo (2007). Korsakov. Geraadpleegd op 9-11-2012, van de URL: www.alcoholinfo.nl/index.cfm?act=esite.tonen&a=2&b=13&c=196&d=199. 15. Drugsweb. (2012). Gebruik en risico’s. Geraadpleegd op 6-11-12, van de URL: www.drugsweb.nl/drugsweb96.asp. 16. HZW. (2007). Ontwikkelingspsychologie DC3. Geraadpleegd op 19-11-2012, van de URL: www.profi-leren.nl/files/hzw_dc3_ontwikkelingspsychologie.pdf. 17. Korsakov Kenniscentrum. (2012).Over Korsakov. Geraadpleegd op 15-11-2012, van de URL: http://www.korsakovkenniscentrum.nl/nl/over-korsakov. 18. Reclame code stichting. (2012). Alcoholreclame. Geraadpleegd op 15-11-2012, van de URL: https://www.reclamecode.nl/hitlist_new.asp?acCode=&vdag=&vmaand=&vjaar=&tdag=&tma
32
and=&tjaar=&dossiernrJaar=2012&dossierNr=&trefwoord=alcohol&uitspraak=0&zoek=+Zoek en+. 19. Rijsoverheid. (2012). Jongeren en alcohol. Geraadpleegd op 15-11-2012, van de URL: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/alcohol/jongeren-en-alcohol. 20. STAP Nederlands instituut voor alcoholbeleid. (2011). Factsheet gezondheidsrisico’s voor kinderen. Geraadpleegd op 14-11-2012, van de URL: http://www.stap.nl/nl/publicaties/factsheets.html/3522/1330/factsheet-alcoholgezondheidsrisicos-voor-kinderen-#p3522. 21. Trimbos instituut. (2011). Risico’s alcohol. Geraadpleegd op 14-11-2012, van de URL: http://www.trimbos.nl/onderwerpen/alcohol-en-drugs/alcohol/alcohol-algemeen/risicos. 22. Wetboek-online. (2012). Wetboek van strafrecht. Geraadpleegd op 6-11-2012, van de URL: www.wetboekonline.nl/wet/Sr/426.html en www.wetboek-online.nl/wet/Sr/453.html. Overige bronnen 23. Klungers, J. (2004). Kind en Alcohol, blz. 28 - 30, Pedagogiek in praktijk nr. 14 september 2003 24. Stichting alcoholpreventie. (2011). Factsheet alcohol gezondheidsrisico’s voor kinderen. Stichting alcoholpreventie: Utrecht. 25. Tactus Verslavingszorg. (2009). Presentatie alcohol.
33
4. Welke preventieve maatregelen worden er door de gemeente Hardenberg genomen, om ouders te ondersteunen bij het alcoholgebruik van hun 10-18 jarigen? – Literatuurdeel Dominique Kramer De gemeente Hardenberg heeft een taak op het gebied van gezondheidszorg en specifiek voor kwetsbare groepen. Drinkende jongeren worden steeds nadrukkelijker gezien als een kwetsbare groep. Alcohol op jonge leeftijd, en/of overmatig alcoholgebruik in de adolescentie, leidt tot overlast, (school)uitval en gezondheidsproblemen. De gemeente Hardenberg wil dat jongeren gezond opgroeien. Schade door alcoholgebruik moet hierbij zoveel mogelijk worden vermeden. Hiermee wordt niet alleen schade bij de jongeren zelf bedoeld, maar ook de schade en overlast die veroorzaakt worden door overmatig alcoholgebruik onder jongeren, onder andere rondom horecavoorzieningen. De focus van het gemeentelijk beleid ligt daarom onder andere op het verbeteren van de leefstijl van jongeren door minder problematisch middelengebruik. Dit beleid is opgezet als meerjarige publiekscampagne, onder de noemer ´Fris over Drank´ (Roos, 2012). Een belangrijk doel van deze campagne is het probleembesef rondom alcoholgebruik bij het algemene publiek te creëren (Gemeente Hardenberg, 2012). Onder het motto ‘Fris over Drank’ onderneemt de gemeente Hardenberg activiteiten, om (overmatig) alcoholgebruik van jongeren en de tolerantie van volwassenen (ouders) hierover, te verminderen (Gemeente Hardenberg, oktober 2010). Dit doet zij in samenwerking met andere partijen vanuit de overtuiging dat deze verandering alleen kans van slagen heeft door gezamenlijke actie en gedeelde verantwoordelijkheid. Ze heeft contacten gelegd met personen, voorzieningen en instellingen. Uit deze contacten zijn met diverse partijen convenanten of samenwerkingsverbanden voortgekomen, waarin afspraken gemaakt zijn over alcoholmatiging (Gemeente Hardenberg, november 2010). Met de campagne ‘Fris over Drank’ streeft de gemeente Hardenberg naar het volgende (Roos, 2012): 1. De gemiddelde leeftijd waarop voor het eerst alcohol wordt gedronken stijgt met gemiddeld een half jaar, gemeten in 2011 (14,3 14,8) en gemeten in 2013 met nog eens een half jaar (tot 15,3) 2. De omvang van de groep 12-16 jarigen die recent alcohol drinkt, zal in 2013 10% minder zijn dan in 2007 (26% 16%) 3. De omvang van de groep 16-24 jarigen die regelmatig en/of grote hoeveelheden drinkt zal in 2013 minder zijn dan in 2007. Dit betekent, dat: - het aantal bingedrinkers (minimaal 5 glazen laatste 2 weken) in deze periode met 10% afneemt - het aantal bingedrinkers dat meer dan twee keer in de afgelopen 2 weken minimaal 5 glazen heeft gedronken neemt in deze periode met 6% af (16%10%) - het aantal drinkende jongeren, dat gemiddeld meer dan 2 keer in de week drinkt met 10% afneemt in deze periode (24% 14%) 4. De omvang van de groep 16-24 jarigen die in de afgelopen 4 weken dronken is geweest is in 2013 10% minder dan in 2007 (41% 31%) 5. Het percentage ouders dat drinken van alcohol bij jongeren onder 16 jaar tolereert (goed vinden of er niets van zeggen) neemt in deze periode af met 27% (77% 50%) Naar de mening van de drinkende jongeren, onder de ouders zelf wordt nog een 0meting gehouden
34
6. Er is een veelbetekende toename van participatie van relevante stakeholders (jongeren, ouders, docenten, mentoren, alcoholverstrekkers, elftalbegeleiders/ sportverenigingen etc.) in de projectperiode.
4.1 Meerjarige publiekscampagne ‘Fris over Drank’ In 2009 en 2010 is het alcoholmatigingsbeleid van de gemeente Hardenberg volgens het actieplan ‘Alcohol en Jeugd’ uitgevoerd. Dit beleid wordt tot en met 2013 voortgezet met financiering vanuit het ‘ZONmw-programma Gezonde Slagkracht’ (Gemeente Hardenberg, november 2010).
4.1.1 Meerjarige publiekscampagne ‘Fris over Drank’ 2009 en 2010 Het alcoholmatigingsbeleid heeft in 2009 en 2010 in het teken gestaan van (Gemeente Hardenberg, november 2010): de lancering van de gemeentelijke campagne Fris over Drank; het oproepen van ouders en maatschappelijke partijen om verantwoordelijkheid te nemen in alcoholmatiging onder jongeren; het ondersteunen en versterken van ouders en partijen bij het doorgeven van de alcoholmatigingsboodschap. Er zijn in 2009 en 2010 grote stappen gezet op het terrein van alcoholmatiging. Na anderhalf jaar intensieve lokale campagne blijkt dat steeds meer jongeren, ouders, verenigingen, en verstrekkers van drank op de hoogte zijn van de alcoholmatigingsboodschap. Er kan dus geconcludeerd worden dat de campagne ‘Fris over Drank’ is gelanceerd en algemene publieksbekendheid heeft. Uit het onderzoek van Kobus, Meines en van Rikxoort uit 2010 is gebleken dat 45% van de ouders de campagne kent. Uit ons onderzoek uit 2012 is echter gebleken dat dit percentage met 1% gestegen is, namelijk 46% van de ouders kent op dit moment de campagne (Gemeente Hardenberg, november 2010).
4.1.2 Meerjarige publiekscampagne ‘Fris over Drank’ 2011 tot en met 2013 In 2011 tot en met 2013 ligt de nadruk des te meer op het borgen van het alcoholmatigingsbeleid in de hele keten van samenwerkingspartners. Er wordt ingezet op huidige en nieuwe partners, zodat de aanpak aan het einde van het project is verankerd. De boodschap is erop gericht dat deze partijen actief gaan verkondigen dat het ongezond is om op jonge leeftijd (veel) te drinken, dat er alternatieven zijn, en dat zij deze nieuwe normen gaan toepassen. Het besef en de aanpak moet vooral in de samenleving landen en daar vanuit de eigen verantwoordelijkheid (uit)gedragen worden (Gemeente Hardenberg, november 2010). Bovendien zijn de effectiviteit van interventies in 2012 nogmaals onderzocht door Hogeschool Windesheim en vergeleken met de resultaten uit het onderzoek van Hogeschool Windesheim uit 2010 (Gemeente Hardenberg, november 2010). Verder worden er nieuwe interventies ontwikkeld gericht op risicojongeren en moeilijk bereikbare ouders (Gemeente Hardenberg, november 2010). Al met al blijft de gemeente Hardenberg inzetten op een integrale benadering: voorlichting, preventie, regelgeving en handhaving gericht op ouders en jongeren. Dit alles binnen de domeinen thuis, vrije tijd en onderwijs. Dit betekent met iedereen die invloed heeft of kan hebben op het verminderen van het alcoholgebruik. Het betekent ook voegsignalering, risicojeugd opsporen en direct hulp bieden. Daarnaast blijft de gemeente zich inspannen om
35
de moeilijker te bereiken ouders van informatie te voorzien, door zelf voorlichting te (laten) organiseren en via intermediairs (Gemeente Hardenberg, november 2010).
4.2 Doelen Voor de campagne ‘Fris over drank’ zijn de volgende hoofddoelstellingen geformuleerd (Gemeente Hardenberg, november 2010): 1. Het voorkomen van alcoholgebruik door jongeren onder de 16 jaar. 2. Het verminderen van alcoholgebruik door jongeren vanaf 16 jaar tot en met 24 jaar. 3. Het verminderen van de tolerantie bij ouders ten aanzien van het gebruik van alcohol door jongeren onder de 16 jaar en het overmatig alcoholgebruik van jongeren vanaf 16 jaar tot 24 jaar. 4. Het verhogen van de maatschappelijke betrokkenheid bij het doen verminderen van het alcoholgebruik onder jongeren. Om deze doelstellingen te bereiken is het, zoals al eerder genoemd, nodig dat diverse partijen verantwoordelijkheid voelen. Daarnaast hun bijdrage in het geheel zien en daarop actie ondernemen. Het gaat hierbij om verstrekkers van alcohol, intermediaire partijen, (sport)verenigingen en opvoeders. De gedachte hierachter is dat alleen door alle partijen te laten participeren een duurzame cultuurverandering tot stand kan komen. Daarbij wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van bestaande, gestandaardiseerde en effectief bewezen interventies, maar ook van innovatieve activiteiten (Gemeente Hardenberg, november 2010).
4.3 Doelgroepen Belangrijke doelgroepen zijn (Gemeente Hardenberg, november 2010): De jongeren van 10-24 jaar zelf; Hun ouders; Andere relevante intermediairs (docenten, kerken, sportleiders, jeugdleiders etc.); (para)Commerciële verstrekkers van alcohol (horeca, supermarkten, slijters, buurthuizen, sportkantines, jeugdsoos etc.). In 2009 en 2010 is voornamelijk ingezet op voorlichting aan ouders en bewustwording bij de jongeren zelf op vindplaatsgerichte settings: thuis, op school of in de vrije tijd. Van 2011 tot en met 2013 wordt extra aandacht besteed aan de overige doelgroepen. Een extra aandachtspunt in deze projectperiode zijn de risicojongeren. Hiermee worden jongeren bedoeld die door een combinatie van factoren (spijbelen, middelengebruik) maatschappelijke aansluiting zouden kunnen missen (Gemeente Hardenberg, november 2010).
4.4 Preventieve maatregelen (uit te voeren activiteiten) De preventieve maatregelen van de gemeente Hardenberg worden ingedeeld onder de noemers: algemeen, thuis, onderwijs en vrije tijd. Iedere activiteit wordt in het kort toegelicht. Alle activiteiten worden geëvalueerd. Rekening dient gehouden te worden met het feit dat een aantal activiteiten afgesloten zijn, sommige nog lopen en andere nog ingezet dienen te worden of niet van de grond zijn gekomen en/of gaan komen. Om dit duidelijk te krijgen is een nieuw onderzoek nodig, omdat dit veel werk vergt. In het hoofdstuk aanbevelingen halen we dit nog een keer aan.
36
4.4.1 Algemeen Inzet contactambtenaar bij gemeente De contactambtenaar heeft twee belangrijke rollen. Ten eerste de verantwoordelijkheid voor de coördinatie van het totale project. Hieronder valt onder meer het opstellen van het plan van aanpak per jaar, de voortgang van de deelprojecten bewaken en het inleiden van nieuwe projecten. Ten tweede de verantwoordelijkheid voor de directe uitvoering van de projecten die de gemeente in eigen beheer neemt, zoals pilots. Door het aanstellen van de contactambtenaar heeft de gemeente goed zicht op de randvoorwaarden voor het succes en falen van de interventies (Gemeente Hardenberg, 2012). Massamediale campagne ‘Fris over Drank’ Uit de meest recente GGD-Gezondheidsmonitor van 2007 zijn schrikbarende uitkomsten gekomen. Het laat zien dat jongeren op jongere leeftijd meer en vaker drinken. Bovendien zijn ouders toleranter geworden als het gaat om het drinken onder de 16 jaar. Met de campagne ‘Fris over Drank’ wil de gemeente Hardenberg bereiken dat jongeren op latere leeftijd beginnen met drinken, minder drinken en minder vaak drinken. Om de campagne ‘Fris over Drank’ een zo goed mogelijke uitwerking te laten hebben, probeert de gemeente met zo veel mogelijk partijen samen te werken. Het achterliggende doel hierbij is dat de alcoholmatigingsboodschap op veel plekken onder de aandacht wordt gebracht. Voor de campagne ‘Fris over Drank’ werkt de gemeente Hardenberg samen met Regiopolitie IJsselland, Tactus Verslavingszorg, GGD regio IJsselVecht, Provincie Overijssel en Ministerie van BKZ (Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (Gemeente Hardenberg, 2011). Draagvlakverwerving door terugkoppeling acties naar publiek Het is belangrijk dat er transparant gecommuniceerd wordt naar alle betrokkenen. Hiermee worden zowel partijen bedoeld die taken voor de gemeente uitvoeren, maar ook partijen waarvoor de taken worden uitgevoerd. Hierdoor hoopt de gemeente meer medewerking en inzet te krijgen van alle betrokken partijen. Doorontwikkeling vroegsignalering Vroegtijdige signalering van jongeren met een verhoogde kans op riskant alcoholgebruik doet de gemeente via het CJG (Centrum voor Jeugd en Gezin), het jongerenwerk, het VO (Voortgezet Onderwijs) en via het lokale Steunpunt van Tactus Verslavingszorg. Het Steunpunt Hardenberg bestaat uit een preventieteam dat via een outreachende werkwijze invulling geeft aan vroegsignalering van kwetsbare jongeren en hun ouders. Intermediairs zoals politie en jongerenwerkers ondersteunen hen daarbij. Het Steunpunt biedt bovendien hulp en zorg aan iedereen met (aanstaande) verslavingsproblemen in de gemeente Hardenberg (Gemeente Hardenberg, 2012).
4.4.2 Thuis Ondersteuning particuliere initiatieven voorlichtingsbijeenkomsten Maatschappelijke organisaties kunnen voorlichtingsbijeenkomsten aanvragen over alcoholgebruik en hoe ouders daar in de opvoeding van hun kind het beste mee om kunnen gaan. De contactambtenaar en Tactus Verslavingszorg doen daarvoor de werving. Daarnaast worden er in de lokale media oproepen geplaatst om deze bijeenkomsten te (laten) organiseren (Gemeente Hardenberg, 2012). Ondersteuning Stichting Moedige Moeders Dedemsvaart De stichting heeft tot doel om jongeren, hun ouders en anderen die betrokken zijn bij de jeugd preventief voor te lichten over de risico’s van het gebruik van genotmiddelen. De
37
gemeente ondersteunt de stichting in haar kosten voor het bereiken van ouders en de overheadkosten. Ook hiermee wordt gewerkt aan het doel om 50% van de ouders met kinderen tussen de 10 en 16 jaar te bereiken met voorlichting (Gemeente Hardenberg, 2012). Peerproject ouders (innovatieve interventie vanuit ‘Minder Drank Meer Scoren’) Het Peerproject voor ouders is als pilot uitgevoerd vanuit het regionale alcoholmatigingsbeleid ‘Minder Drank meer Scoren’. Het is uitgevoerd door Tactus Verslavingszorg in samenwerking met de gemeente Hardenberg. De looptijd van dit peerproject was een jaar. De doelen die hierbij horen waren het werven van vijf ambassadeurouders en 60% van de ouders met kinderen in de leeftijd van 10 tot en met 18 jaar bereiken met de alcoholmatigingsboodschap. In het alcoholmatigingsbeleid vormen ouders de belangrijkste doelgroep, want door hen te informeren wordt een lagere tolerantie ten aanzien van alcoholgebruik onder jongeren beoogd (Gemeente Hardenberg, oktober 2010). Tijdens de looptijd van het project hebben negen begeleidingsbijeenkomsten plaatsgevonden waarvoor steeds alle 50 ouders die zich in eerste instantie hadden opgegeven zijn uitgenodigd. Ouders konden aangeven wanneer zij geen informatie meer wilden ontvangen of niet meer betrokken wilden blijven. Dit is een enkele keer gebeurd. De bijeenkomsten werden vaak door een groep van 10 tot 15 ouders in wisselende samenstelling bezocht. Op deze manier is er een kerngroep van ongeveer 15 ouders ontstaan die zich het meest betrokken toonden, ideeën hebben aangedragen, initiatieven ontplooiden en aanhaakten bij voorlichtingsacties. De begeleidingsbijeenkomsten hadden steeds een ander thema en karakter. Alle ouders ontvingen na elke begeleidingsbijeenkomst een verslag via e-mail, zodat ook degenen die niet aanwezig waren, op de hoogte bleven en gemotiveerd werden de volgende bijeenkomst bij te wonen (Gemeente Hardenberg, oktober 2010). Tussen de begeleidingsbijeenkomsten door zijn meerdere succesvolle activiteiten uitgevoerd voor en door de ouders: activiteiten die (mede) bedacht, geïnitieerd of uitgevoerd zijn door de betrokken peerouders. Meerdere ouders hebben hun basisschool, kerk, vereniging of buurthuis bereid gevonden om bijvoorbeeld een ouderavond te organiseren en ouders te motiveren om te komen. Veel van de preventieactiviteiten en begeleidingsbijeenkomsten hebben media-aandacht gehad, dit vergroot het bereik onder ouders aanzienlijk (Gemeente Hardenberg, oktober 2010). Het peerouderproject in Hardenberg is afgesloten met een vragenlijst via internet. Alle ouders zijn via de mail geïnformeerd over de laatste stand van zaken met daarbij de vraag om een korte vragenlijst via internet in te vullen over hun betrokkenheid de afgelopen periode. In die vragenlijst werd duidelijk dat de gemeente Hardenberg met betrokken ouders verder wil als het gaat om alcoholmatiging en ouders. Ouders die de vragenlijst invulden kregen een bedankje per post toegestuurd.
4.4.3 Onderwijs Convenant met Voortgezet Onderwijs (VO) Dit convenant is opgezet in verband met voorlichtingen aan leerlingen en ouders, beleidsmaatregelen en vroegsignalering. Afspraken uit 2007 met het Voortgezet Onderwijs omvatten dat (Gemeente Hardenberg, 2012): - Het onderwijs alle leerlingen van klas één tot en met drie voorziet van voorlichting over verslavende middelen; - De voorlichting structureel in het lesprogramma wordt opgenomen; - Het onderwijs een voorlichtingsbijeenkomst voor ouders organiseert;
38
-
-
De gemeente de mogelijkheid biedt om voor de voorlichtingsbijeenkomst voor ouders subsidie aan te vragen; Het onderwijs alcoholgebruik tijdens de lesuren, tussenuren of pauzes niet toestaat; Wanneer jongeren alcohol gebruikt hebben of bij zich hebben tijdens lesuren er direct maatregelen volgen waarbij jongeren en hun ouders verplicht worden om hulpverlening te aanvaarden; Tactus Verslavingszorg de jongeren en hun ouders een hulpverleningstraject aanbiedt.
Jaarlijks vindt er een evaluatie plaats over de uitvoering van de convenanten. Voor de gemeente is hierbij belangrijk dat (Gemeente Hardenberg, 2012): - De voorlichting wordt gegeven door een professional of een docent die hier in getraind is; - Voorlichtingsprogramma’s evidence based zijn; - Welke externe expertise de scholen bij de voorlichting betrokken hebben; - Er een voorlichtingsavond voor ouders heeft plaatsgevonden; - Er goede contacten zijn tussen de politie en het onderwijs; - Dat de school op verschillende manieren communiceert over dit onderwerp bijvoorbeeld in de nieuwsbrief van de school aan de ouders; - Dat de school ook andere maatregelen heeft genomen om alcoholmisbruik en alcoholgebruik onder de 16 jaar te voorkomen, bijvoorbeeld geen alcohol op schoolfeesten; - Er signalering plaats vindt van overmatig alcoholgebruik bij jongeren en wat er met deze signalering gebeurt. Convenant met Basis Onderwijs (BO) Dit convenant is opgezet in verband met voorlichtingen aan leerlingen en ouders, beleidsmaatregelen en vroegsignalering. Afspraken uit 2007 met het Openbaar Basisonderwijs omvatten dat (Gemeente Hardenberg, 2012): - Het onderwijs de leerlingen uit de groepen 7 en 8 vier lessen voorlichting biedt over alcohol en drugs; - De lessen starten in het leerjaar 2008 – 2009; - De lessen zijn opgebouwd volgens een lespakket van het Trimbosinstituut; - De gemeente de mogelijkheid biedt om voor de voorlichtingsbijeenkomst voor ouders subsidie aan te vragen. De vervolgstap is dat de gemeente met alle basisscholen een soortgelijk convenant overeenkomt. Met deze convenanten streeft gemeente er naar dat (Gemeente Hardenberg, 2012): - De lessen structureel worden aangeboden; - Er minimaal vier lessen in het jaar aan de voorlichting worden besteed; - De lessen worden gebaseerd op een evidence based bestaand lesprogramma; - De lessen in lesjaar 2010 – 2011 starten.
Alcoholadvies in het kader van Preventief Gezondheidsonderzoek (PGO) in groep 7 (BO) en klas 2 (VO) In dit kader zijn drie partijen van belang, namelijk het signaleren van overmatig alcoholgebruik bij leerlingen in groep 7 van het Basisonderwijs en klas 2 van het Voortgezet Onderwijs. Daarnaast alle ouders van Basisschoolleerlingen informeren over de gevolgen van alcoholgebruik. Als laatste de schoolarts/verpleegkundige ziet de jongeren in groep 7 van het Basisonderwijs en in klas 2 van het Voortgezet Onderwijs (Gemeente Hardenberg, 2012).
39
Vanaf 2009 zijn er extra vragen toegevoegd over alcoholgebruik van kinderen. De leerlingen/ouders krijgen een folder mee over de gevolgen van alcoholgebruik. Het doel is tweeledig. Enerzijds kunnen door de vragen te stellen eventuele problemen vroegtijdig worden gesignaleerd. Anderzijds is het goed dat jongeren vaker dezelfde boodschap krijgen als het over alcohol gebruik gaat (Gemeente Hardenberg, 2012).
4.4.4 Vrije tijd Aanpak en preventie hokken en keten Hokken en keten hebben een erg belangrijke functie voor jongeren in het buitengebied. Er zijn weinig (maatschappelijke) voorzieningen, waardoor de jeugd veelal zelf het initiatief tot een ontmoetingsmogelijkheid heeft gecreëerd. De insteek moet blijven keten voor de doelgroep te behouden (Gemeente Hardenberg, oktober 2010). De gemeente Hardenberg waardeert de keten als ontmoetingsplek van jongeren, echter onder voorwaarden. Geen overlast, geen commercie, alleen vriendengroepen, ouders houden toezicht en de plek moet brand-, sociaal en alcoholveilig zijn. Vanwege wantrouwen en bij zowel bezoekende jeugd als hun ouders over het gemeentelijke (alcoholmatigings)beleid, ontbreekt rechtstreeks gemeentelijk contact. In 2011 heeft de gemeente dit proberen te doorbreken door informatie te verzamelen over keetjeugd, de rol van ouders in de keet en de betekenis van alcoholgebruik. Daarnaast heeft de gemeente jongerenwerkers contact laten leggen met keten. Gezien het feit dat keeteigenaren en keetbezoekers zich storen aan het in hun ogen overheersende en onterechte beeld dat keten per definitie ´zuipketen´ zouden zijn, heeft de gemeente ook onderzocht in hoeverre Smart Connection aansluit bij de keetcultuur. Hiermee worden jongeren die niet drinken namelijk beloond (Gemeente Hardenberg, 2011 en 2012). Om de jongeren die hokken en keten bezoeken voor te lichten, is er in Hardenberg een steunpunt van Tactus Verslavingszorg. Het Steunpunt Hardenberg bestaat uit een preventieteam dat via een outreachende werkwijze invulling geeft aan vroegsignalering van kwetsbare jongeren en hun ouders, en intermediairs zoals politie en jongerenwerkers daarbij ondersteunt. Het Steunpunt biedt bovendien hulp en zorg aan iedereen met (aanstaande) verslavingsproblemen, in Hardenberg (Gemeente Hardenberg 2010).
Een nieuwe interventie voor keetbezoekers (vanuit ‘Minder Drank Meer Scoren’, gebaseerd op ‘Smart Connection’) Uitgewerkt onder de naam ‘Smart Connection’, een regionaal project dat vanuit ‘Minder Drank Meer Scoren’ wordt uitgevoerd door Tactus Verslavingszorg en in de gemeente Hardenberg wordt uitgezet op zo veel mogelijk uitgaansplekken van jongeren, inclusief de hokken en keten. ‘Smart Connection’ laat jongeren zien dat zij ook een leuk feestje kunnen hebben zonder veel drank. Ze zijn te vinden in diverse clubs, discotheken en op festivals (SmartConnection, 2012). Met deze interventie brengt de gemeente jongeren die geen alcohol drinken positief in beeld. Daarnaast worden de jongeren gestimuleerd om dit gedrag vol te houden. Dit kan onder andere door middel van een beloningssysteem: jongeren sparen punten voor cadeau´s. Peereducatie is een belangrijk aspect van de aanpak. Het projectidee is geïnspireerd op het project ‘SmartConnection’ uit Zwitserland (Gemeente Hardenberg, 2012). Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan De Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan heeft tot doel om vernielingen en overlast tijdens en na uitgaansavonden in de gemeente Hardenberg te verminderen. Een van de oorzaken van de overlast en vernielingen is het overmatig alcoholgebruik door jongeren. Om de gemeente Hardenberg veiliger te maken werken horeca, gemeente en politie samen. Deze partijen hebben in 2007 een convenant getekend waarin zij aangeven zich in te zetten voor een veiliger Hardenberg. De problemen zijn in beeld gebracht. Met de horeca en de politie wordt gesproken over de interventies die ingezet worden (Gemeente Hardenberg, 2012).
40
‘Meer dan een Biertje’ (Regionale interventie, ontwikkeld vanuit ‘Minder Drank meer scoren!’) ‘Meer dan een Biertje’ bestaat ten eerste uit een aanhouding door de politie of melding bij Bureau Halt en ten tweede uit het volgen van de leerstraf bij Tactus Verslavingszorg. Politie/Bureau Halt en Tactus Verslavingszorg werken met eigen doelstellingen, namelijk het niet meer plegen van een overtreding/delict als eerste en het stimuleren van verantwoord alcoholgebruik als tweede. De leerstraf AlcoHalt (de naam van de training voor jongeren en ouders, uitgevoerd door Tactus) heeft betrekking op het tweede onderdeel. De leerstraf is gericht op het stimuleren van verantwoord alcoholgebruik en het bewust maken van de risico’s die met (overmatig) gebruik samenhangen. Het contact met de politie en Bureau Halt is gericht op het eerste onderdeel, namelijk het voorkomen dat de jongere opnieuw een overtreding/delict pleegt en met de politie in aanraking komt (Gemeente Hardenberg, 2012). De doelgroep van de leerstraf wordt gevormd door jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 18 jaar, die vanwege openbare dronkenschap, het onder de 16 in bezit hebben van alcohol en/of het plegen van een Halt-waardig delict onder invloed van alcohol via politie en Halt de leerstraf AlcoHalt moeten volgen. De zwaarte van deze leerstraf is bepaald in het handhavingsarrangement. De hoeveelheid genuttigde alcohol door de betreffende jongere wordt niet gemeten en speelt ook geen rol bij het bepalen van de strafmaat. De ouders van deze jongeren worden beschouwd als een intermediaire doelgroep. Hiermee wordt bedoeld dat zij als ouders veel invloed hebben op het gedrag van de jongere en worden dan ook als zodanig aangesproken. De politie is de uitvoerder van deze interventie en de beoogde instroom van jongeren is geschat op tien deelnemers per jaar (Gemeente Hardenberg, 2012). Aanpassing Evenementenbeleid na invoering nieuwe Drank- en Horecawet Het evenementenbeleid is een verantwoordelijkheid van de gemeente. Met het evenementenbeleid kan de gemeente beperkingen opleggen aan organisatoren van evenementen. De gemeente wil het evenementenbeleid inzetten om organisatoren bewust te maken van hun rol bij het verantwoord schenken van alcohol. Ontwikkelen van een aanpak rond evenementen en tentfeesten waarmee alcoholgebruik door feestgangers, tussen de 13 en 24 jaar, wordt ontmoedigd en aan alcohol gerelateerde openbare problematiek wordt voorkomen. Met de overgang van bevoegdheden vanuit de Drank- en Horeca Wet naar de gemeente, wordt het evenementenbeleid aangepast. Dit zal rond 2012/2013 zijn (Gemeente Hardenberg, 2012). Met het Hardenbergse evenementenbeleid en de voorschriften in de ´alcoholontheffing´ wordt verantwoord schenkgedrag van horecaondernemers gestimuleerd. Vergunningverlening voor feesten en evenementen is sinds 2009 aangescherpt en voorzien van concrete maatregelen om alcoholmatiging te bevorderen (bijvoorbeeld door het werken met polsbandjes). Met de aanwezigheid van BOA´s controleert de gemeente met pilots de naleving van gemaakte afspraken. De wettelijke kaders en het opleggen van eventuele sancties en boetes hiervoor lagen tot voor kort bij de Voedsel- en Waren Autoriteit, maar zijn in voorbereiding om over te gaan naar de gemeente. Het Trimbos-instituut heeft verkennend onderzoek uitgevoerd onder commerciële organisatoren van (tent)feesten en evenementen naar draagvlak voor alcoholmatiging. Dit is opgevolgd met onderzoek onder supermarkteigenaren en vergunningaanvragers, om aanstaande wijzigingen in de Drank-en Horecawet en de actieve rol van de gemeente op naleving van wettelijke maatregelen en voorschriften te introduceren bij beide groepen (Gemeente Hardenberg, 2011 en 2012). Hieruit de volgende aanbevelingen, die ter uitwerking liggen (Gemeente Hardenberg, 2011 en 2012): - Aanscherpen vergunningbeleid voor onbekende aanvragers. - Meer in gesprek treden met de organisatoren en ondernemers. Transparantere communicatie, een betere evaluatie na afloop en een terugkoppeling na het evenement.
41
-
-
Gerichter controles uit laten voeren door de BOA's: de controleurs inzetten op de meer risicovolle feesten Wanneer de Drank- en Horecawet ingaat, willen de supermarkten en vergunningaanvragers weten waar ze op gecontroleerd gaan worden. Een checklist met eisen en een draaiboek over de controle, toetsing en evaluatie van bevindingen zijn daarbij wensen, evenals tijdige communicatie over de veranderingen. De supermarkten lijken meer dan de vergunningaanvragers open te staan voor het leveren van een bijdrage aan alcoholmatigingsactiviteiten.
Doorontwikkeling peerouders naar vrijwillige contactfunctionarissen Het idee is om ouders in te zetten als contactfunctionaris in de buurt of wijk, hierbij wordt voortgebouwd op de resultaten uit 2009 en 2010. Tactus Verslavingszorg heeft toen samen met de contactambtenaar alcoholmatiging uitvoering gegeven aan het peerproject ouders in de periode januari 2009 tot en met juli 2010. Het betreft een pilot die vanuit het regionale project Minder Drank Meer Scoren is opgezet en met provinciale subsidie is gefinancierd (Gemeente Hardenberg, oktober 2010). De contactfunctionaris kan acties opzetten gericht op bewustwording van ouders over de gevolgen van alcoholgebruik. De acties kunnen bestaan uit het organiseren van voorlichting in de buurt of bij de sportvereniging. Maar kunnen bijvoorbeeld ook bestaan uit het in gesprek gaan met ouders in de straat. De contactfunctionarissen zijn bekend in de buurt en hebben het vertrouwen van de buurtbewoners. Hierdoor is het voor de contactfunctionaris makkelijker om bewoners aan te spreken op de manier waarop wordt omgegaan met alcohol (Gemeente Hardenberg, 2012). Convenanten met sportverenigingen en buurthuizen Er zijn meerdere beweegredenen om de alcoholconsumptie in sportkantines te beperken, namelijk: gezondheidsrisico’s, verkeersveiligheid, beperking, overlast en voorbeeldfunctie van (jong)volwassenen voor kinderen. De gemeente is met de meerderheid van sportverenigingen in gesprek geweest over hun verantwoordelijkheid en aanpassingen in (kantine)beleid. Voor het einde van de projectperiode wil de gemeente met alle besturen van sportverenigingen en buurthuizen een convenant afsluiten. Met deze doelstelling wil de gemeente sportverenigingen bewust maken van hun verantwoordelijkheid en hen daarnaast verantwoord alcohol laten schenken in de kantines (Gemeente Hardenberg, 2012). Versterkte handhaving door BOA’s (Buitengewone Opsporingsambtenaren) De gemeente Hardenberg heeft in de APV (Algemene Plaatselijke Verordening) opgenomen, dat het bezit van alcohol op de openbare weg met de kennelijke bedoeling om deze te nuttigen, verboden is. De APV wordt gehandhaafd door de politie, waarbij BOA’s helpend zijn. Door de APV strikter te handhaven wil de gemeente overlast als gevolg van alcoholgebruik door jongeren in het openbaar verminderen (Gemeente Hardenberg, 2012). Voor extra informatie over dit onderwerp zie: Aanpassing Evenementenbeleid na invoering nieuwe Drank- en Horecawet. Afspraken met supermarkten Sinds halverwege 2009 hebben de supermarkten actie ondernomen om de verkoop van alcohol aan jongeren jonger dan 16 jaar te voorkomen. Daarom vragen ze nu iedereen die jonger is dan 20 jaar om zich te legitimeren. De ervaring leert, dat het vooral voor jongeren die achter de kassa zitten, erg moeilijk is om geen alcohol te verkopen aan jongeren. Door afspraken te maken met supermarkten wil de gemeente de verkrijgbaarheid van alcohol aan jongeren terugdringen. In de afspraken is onder meer aandacht voor de training van de caissière en de rol van de bedrijfsleider. Een andere maatregel kan zijn dat er geen mixdrank meer verkocht wordt bij de supermarkt. Bij het maken van afspraken met supermarkten richt de gemeente zich op de bedrijfsleiders van supermarkten. Het doel van het maken van afspraken met supermarkten, is de verkoop van alcohol aan jongeren jonger dan 16 jaar te verminderen. Om dit doel te bereiken is het van belang om draagvlak onder de
42
bedrijfsleiders van supermarkten te realiseren. Dit is essentieel voor het slagen van de interventie (Gemeente Hardenberg, 2012). Doorontwikkeling alcoholpoli In 2009 is met ondersteuning van het regionale project ‘Minder Drank Meer Scoren’ gestart met het realiseren van een sluitende aanpak tussen de spoedeisende hulp en de verslavingszorg (Gemeente Hardenberg, 2011 en 2012). Het betreft een samenwerking tussen het Röpcke-Zweers ziekenhuis en Tactus Verslavingszorg (Gemeente Hardenberg, oktober 2010). Jongeren die dronken of met alcoholvergiftigingsverschijnselen in het ziekenhuis of bij een huisartsenpost belanden, worden na het verstrekken van eerste hulp doorgeleid naar de verslavingszorg. De ouders worden ook bij dit traject betrokken. Het doel hiervan is dat een jongere die op de alcoholpoli beland de risico’s van alcohol op de gezondheid kent en inzicht heeft in het eigen alcoholgebruik en de effecten voor zijn/haar gedrag. De ouders krijgen handvatten om via de opvoeding bij te dragen aan een vermindering van het alcoholgebruik van hun kind (Gemeente Hardenberg, 2011 en 2012). In 2010 heeft dit alles tot zes aanmeldingen geleid. In vergelijking met de ontwikkeltrajecten in de ziekenhuizen in Zwolle en Deventer kan de gemeente Hardenberg spreken van een snelle start en goede resultaten (Gemeente Hardenberg, oktober 2010). De alcoholpoli hanteert de volgende opzet (Gemeente Hardenberg, 2012): 1. ziekenhuizen benaderen Tactus Verslavingszorg 2. het eerste gesprek met de jongere/ouders wordt door een Tactusmedewerker gehouden (bij voorkeur thuis) een week na het incident/ziekenhuisopname 3. er volgt een adviesgesprek 4. afsluiting, preventieve interventie of hulpverlening
4.5 Preventieve maatregelen (onderzoeksactiviteiten) Om het effect en bereik van de interventies (activiteiten) te achterhalen wordt tussen 2011 en 2013 een doorlopend onderzoeksprogramma uitgevoerd. Dit is gericht op uitgevoerde acties en het verloop van het project, ook wel procesevaluatie genoemd (Gemeente Hardenberg, november 2010). Het programma wordt gekoppeld aan de Gezondheidsmonitor van de GGD en bestaat uit de volgende onderzoeksactiviteiten (Gemeente Hardenberg, november 2010): Attitudemeting onder ouders Attitudemeting onder docenten en ander personeel Basis Onderwijs en Voortgezet Onderwijs Draagvlakonderzoek onder alcoholverstrekkers, zoals sportkantines, horeca, slijterijen en supermarkten Een onderzoeksbegeleidingscommissie sluit zich aan bij het bovenstaande. Deze wordt geleid door de lector verslavingspreventie van Hogeschool Windesheim, Rob Bovens. De bijbehorende deelnemers zijn: gemeente Hardenberg, GGD, Tactus Verslavingszorg en (optioneel) Universiteit Twente. De deelname vanuit Hogeschool Windesheim kan versterkt worden met een (toekomstig) lid van de kenniskring van het lectoraat Verslavingspreventie, die verantwoordelijk zal zijn voor de invulling van onderzoeksstages vanuit Hogeschool Windesheim (Gemeente Hardenberg, november 2010).
43
Taken van de onderzoekscommissie zijn (Gemeente Hardenberg, november 2010): Coördinatie van voor het project relevant onderzoek Deelnemers zijn verbonden binnen de participerende instellingen voor onderzoeksvraagstukken Het opzetten van benodigd onderzoek Daarnaast zijn er nog een aantal preventieve maatregelen die nagestreefd worden (Gemeente Hardenberg, november 2010): Wat betreft de kennisspreiding zal in eerste instantie aangesloten worden bij de kennisinfrastructuur, die in het kader van Gezonde Slagkracht door ZonMw in samenwerking met het NICIS wordt opgezet. De projectleider vanuit de gemeente Hardenberg neemt deel aan een intervisiegroep van lokale projectleiders in Nederland. Dit is een initiatief dat onder leiding van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is gestart onder coördinatie van het regionale project “Verzuip je toekomst” Zuid-Holland Zuid. Gestreefd wordt naar het schrijven van artikelen, bijv. in het Tijdschrift voor Verslaving. Er wordt gedacht aan opname van onderzoeksverslagen op de projectwebsite, aan het organiseren van themadagen (bijv. presentaties in het kader van het jaarlijkse congres op Hogeschool Windesheim) en aan inbreng tijdens intervisiebijeenkomsten bij het Trimbos-instituut.
4.6 Effectiviteit alcoholpreventie In de literatuur is gekeken naar informatie omtrent alcoholpreventie. Welke kenmerken moeten preventieve maatregelen/activiteiten hebben om effectief te zijn? Daartoe is een koppeling gemaakt tussen wat de onderzoeksliteratuur zegt over de effectiviteit van preventieve maatregelen/activiteiten en de preventieve aanpak (campagne ‘Fris over Drank’) van de gemeente Hardenberg. Hoe effectief is de preventieve aanpak van de gemeente Hardenberg nou eigenlijk? ‘Alcoholpreventie’ opgevat als set van maatregelen en activiteiten om een bepaald doel te bereiken kan betrekking hebben op ieder onderdeel van het brede veld dat alcohol in al zijn aspecten omvat. Deze maatregelen en activiteiten zijn gericht op vele doelstellingen, bijvoorbeeld volksgezondheids-, welzijns- of veiligheidsdoelstellingen (Dekker, 2006). Volgens Dekker (2006) zullen locale politici en beleidsmedewerkers zich moeten realiseren dat alleen door een doelgerichte aanpak, gecombineerd met een serie functionele meetpunten, het alcoholbeleid op lokaal niveau kans krijgt zich te ontwikkelen. Een meer geïntegreerde beleidsbenadering is daarbij vereist. Van belang is, als het gaat om het gebruik van voorlichting, deze niet uitsluitend als gedragsbeïnvloedingsinstrument in te zetten, maar in de eerste plaats als agendasetter en om het gebruik alleen in combinatie met andere instrumenten te hanteren. In het Nederlandse overheidsbeleid wordt al vroeg het belang onderstreept van een samenhangend pakket van maatregelen. De nota Alcohol en Samenleving (nota over een samenhangend alcoholmatigingsbeleid, 1986) constateert dat er sprake is van een zorgwekkende ontwikkeling, wijzend op de stijging van het alcoholgebruik. De nota stelt een toename van de alcoholproblematiek vast en dit mag niet langer als een individueel probleem (ziekte of deviant gedrag) beschouwd worden, maar als een maatschappelijk verschijnsel dat de volksgezondheid bedreigd (Dekker, 2006).
44
Een samenhangend pakket van de nota (vier beleidsinstrumenten), moet volgens Dekker (2006) zijn: Voorlichting en andere preventie-activiteiten; Betere hulpverlening; Betere regulering; Het prijs- en accijnsinstrument Uit een metastudie van Babor en anderen, blijkt dat van afzonderlijke maatregelen achtereenvolgens het meeste effect is te verwachten van maatregelen die (Bovens, 2009): Het verkrijgen van alcohol onaantrekkelijker maken vanwege verhoging van de aanschafkosten (accijnsverhoging, prijsbeleid) De beschikbaarheid van alcohol beperken (beperken verkooppunten, handhaving leeftijdgrenzen, beperking openingsuren) De reclame voor alcoholproducten verbieden/beperken Kortdurende interventies en vroegsignalering/screening van alcoholproblematiek bevorderen (voornamelijk in combinatie met andere maatregelen) gericht zijn op educatie en draagvlakverwerving De maatregelen die volgens de nota (Dekker, 2006) en metastudie van Babor genoemd worden als effectief, blijken overeen te komen. Uitzondering is dat bij de nota de hulpverlening wordt aangehaald. Daarentegen is er volgens Reynolds en Holder nog een aantal andere elementen van belang. De integrale aanpak die gebaseerd is op de modellen van Reynolds en Holder leidt tot effecten in termen van gezondheidswinst (matiger alcoholgebruik, niet minder prevalentie van alcoholgebruik) en veiligheidswinst (minder rijden onder invloed en alcoholletsel) (Bovens, 2009). De integrale aanpak bevat de volgende elementen (Bovens, 2009): Sluiten van coalities tussen diverse stakeholders en gebruikmaken van mediaondersteuning Tegengaan alcoholgebruik barpersoneel en ontwikkeling goed alcoholverstrekkingsbeleid Training van alcoholverstrekkers met het oog op beperken beschikbaarheid alcohol voor 16-minners (18-minners bij sterke dranken) en handhaving van de leeftijdsgrenzen Verhogen subjectieve pakkans rijden onder invloed Beperken beschikbaarheid alcohol door beperking verkooppunten Holders principes voor succes van de aanpak zijn nog eens verwoord op een conferentie in 2008, waarbij aandacht geschonken werd aan de volgende elementen (Bovens, 2009): Mobiliseer de gemeenschap Hanteer evidence based interventies Betrek en informeer lokale sleutelfiguren Zorg voor snel succes en laat de resultaten zien Gebruik lokale nieuwskanalen en informeer het publiek Om de effectiviteit van de preventieve aanpak (maatregelen, activiteiten en onderzoeken) te meten van de gemeente Hardenberg, is een koppeling gemaakt tussen de effectief gebleken preventieve aanpak uit de literatuur en de preventieve aanpak van de gemeente Hardenberg. De gemeente Hardenberg is goed bezig op het gebied van effectiviteit rondom de preventieve aanpak. Zij past veel van uit de literatuur gebleken effectieve preventieve maatregelen/activiteiten toe.
45
Echter kan zij letten op de volgende elementen, om de aanpak nog effectiever te maken dan deze op dit moment al is: Het verkrijgen van alcohol onaantrekkelijker maken vanwege verhoging van de aanschafkosten (accijnsverhoging, prijsbeleid) De reclame voor alcoholproducten verbieden/beperken Het tegengaan van alcoholgebruik barpersoneel en het bevorderen van een goed alcoholverstrekkingsbeleid Training van alcoholverstrekkers met het oog op beperken beschikbaarheid alcohol voor 16-minners (18-minners bij sterke dranken) en handhaving van de leeftijdsgrenzen Daarbij dient natuurlijk wel bedacht te worden, dat een aantal van deze versterkende maatregelen buiten de beïnvloedingssfeer van een gemeente liggen. Zo kan een gemeente de accijnzen op alcohol niet verhogen. Daar staat tegenover dat in de nieuwe Drank- en Horecawet per 1 januari 2013 de gemeente de bevoegdheid krijgt in de verordening te regelen, dat ‘happy hours’ (tijden waarop alcohol extra voordelig is) beperkt worden. Daarnaast is het belangrijk dat preventieve maatregelen/activiteiten evidence based zijn. Gekeken naar de gemeente Hardenberg en haar preventieve aanpak rondom alcoholgebruik, kunnen wij hier geen uitspraken over doen, omdat wij niet weten in hoeverre deze evidence based is. Volgens de beoordeling van interventies door het Centrum voor Gezond Leven (zie www.loketgezondleven.nl) is maar een beperkt aantal preventieve interventies in Nederland ten aanzien van overmatig alcoholgebruik evidence based. De in Hardenberg ingezette preventieve interventies horen daar niet bij, maar zijn voor een deel wel theoretisch goed onderbouwd.
4.7 Beoordeling preventieve maatregelen ‘Fris over Drank’ in de praktijk In de voorgaande paragraaf is besproken of de keuzes in het project ‘Fris over Drank’ gestoeld zijn op evidence based methoden en interventies. Nu is het de vraag wat we op dit moment al weten over de effectiviteit van de aanpak in Hardenberg tot dusverre. Aan het project is, zoals gesteld in paragraaf 4.5, een uitgebreid onderzoeksprogramma verbonden, gecoördineerd door het lectoraat verslavingspreventie van Hogeschool Windesheim. Sinds medio 2010 is een groot aantal onderzoeken uitgevoerd, die voor een deel inzicht kunnen geven in de (mogelijke) effectiviteit van ‘Fris over Drank’. De volgende onderzoeken zijn tot dusverre uitgevoerd: Een telefonische enquête onder ouders van kinderen van 10 tot 18 jaar in 2010 (Bovens, Schuitema, A. e.a. 2011) en in 2012 (ons onderzoek) Een scholierenonderzoek naar uitgaansgedrag en vrijetijdsbesteding (Kobus e.a. 2011) Een focusonderzoek onder bezoekers van keten en hokken (Bovens, Gortworst e.a., 2011) Twee onderzoeken naar draagvlak en mogelijkheden tot uitvoering van toezicht in de nieuwe Drank- en Horecawet bij supermarkteigenaren en evenementenorganisatoren (Beverwijk & De Schutter, 2011; Van Kesteren e.a., 2011) Onderzoek naar draagvlak preventiemaatregelen in sportverenigingen (Kleverkamp e.a., 2012) Twee procesevaluaties naar vroegsignalering (Postma & Lubbers, 2012; Van der Gouwe, 2012) en een effectevaluatie naar vroegsignalering (Postma & Eelkema, 2012) Een procesevaluatie van Fris over drank (Vogel & Schuitema, 2011) Vooral de procesevaluatie naar het project is natuurlijk van belang voor een waardeoordeel over het project.
46
Uit de studie van eind 2011 blijkt, dat het project positief wordt beoordeeld, zowel qua opzet en sturing als qua draagvlak. De bij het project betrokken stakeholders spreken allen uit zich in te willen spannen om het project ook in de toekomst een succes te laten zijn. Wel worden er nog vele leerpunten geformuleerd. Waar het gaat om stakeholders, betreft het organisaties en personen die van meet af aan bij de uitvoering van het project zijn betrokken. Hoe zit het dan vervolgens met de doelgroepen van het project: relevante intermediairs als eigenaren van supermarkten, bestuur en leiding van sportverenigingen, docenten op school, organisatoren van evenementen, ouders en de jongeren zelf? Voor de beantwoording van deze vragen hebben we ons gericht op de overige onderzoeken in Hardenberg. Alle intermediairs vinden zonder uitzondering het belang van het project buiten kijf staan en willen graag, de ene wat minder dan de andere, betrokken zijn bij de uitwerking van het project. Wat ouders vinden en de ontwikkelingen in die mening wordt door ons onderzoek gemeten, hiervoor verwijzen we naar het conclusiehoofdstuk. Wat jongeren betreft is enerzijds gekeken naar hun vrijetijdsbesteding en drinkgedrag, anderzijds is nader gekeken naar een specifieke subgroep, namelijk de bezoekers van keten en hokken. Ook in het onderzoek binnen sportverenigingen (Kleverkamp e.a.) zijn jongeren ondervraagd. Uit al deze onderzoeken blijkt, dat er nog een hoop werk te doen valt: jongeren drinken gemiddeld veel, ze doen dit nog meer als ze keten en hokken bezoeken. Ze ervaren groepsdruk in situaties, waarin zij in de directe nabijheid geconfronteerd worden met oudere, al drinkende jeugd, zoals spelers van oudere elftallen in een voetbalvereniging. In 2013 zal nog een aantal onderzoeken uitgevoerd worden in Hardenberg, waaronder een procesevaluatie en een gezondheidsmonitoring.
47
Bronvermelding literatuurdeel Dominique Kramer Literatuur 1. Dekker, E. (2006). Beleid onder invloed. Alcoholpreventiebeleid in Nederland. Utrecht: STAP (Stichting Alcoholpreventie) Websites 2. Gemeente Hardenberg. (2011). Uitgangspunten campagne. Geraadpleegd op 08-11-12, van de URL: http://www.hardenberg.nl/wonen-leven/fris-over-drank/campagne/ 3. SmartConnection. (2012). Wat is SmartConnection? Geraadpleegd op 08-11-12, van de URL: http://www.smartconnection.nl/teksten/item/bekijk/id/10 Rapporten 4. Beverwijk, M. & Schutter, J. de. (2012). Maatschappelijk opvoeden; via de nieuwe Dranken Horecawet. Zwolle: Windesheim. 5. Bovens, R.H.L.M. (2009). Onderbouwing van de integrale aanpak van alcoholmisbruik onder jongeren in Zuid-Holland Zuid. Utrecht: Trimbos-instituut. 6. Bovens, R.H.L.M., Gortworst, H., Kobus, E., Meines, S. & Rikxoort, R. van. (2011). Focusgroeponderzoek jonge keten-bezoekers in de gemeente Hardenberg. Resultaten van een onderzoek onder jongeren in het kader van het project ‘Fris over Drank’. Zwolle: Windesheim. 7. Bovens, R.H.L.M., Schuitema, A., Kobus, E., Meines, S. & Rikxoort, R. van. (2011). Ouders over alcoholgebruik van kinderen in de gemeente Hardenberg. Zwolle: Windesheim. 8. Gemeente Hardenberg. (oktober, 2010). Concept evaluatie Fris over Drank, uitvoeringsperiode 2009-2010. Hardenberg: gemeente. 9. Gemeente Hardenberg. (november, 2010). Kadernotitie uitvoering Fris over Drank 20112013 Uitgangspunten en aanpak. Hardenberg: gemeente. 10. Gemeente Hardenberg. (2012). Interventieoverzicht. Hardenberg: gemeente. 11. Gemeente Hardenberg. (2011 en 2012). Voortgang ‘Fris over Drank’, rapportage 2011 en uitvoeringsplan 2012. Hardenberg: gemeente. 12. Gouwe, D. van der (2012). Evaluatie van de eerste fase van de implementatie van vroegsignalering van risicovol alcoholgebruik bij jongeren door het project ‘Fris over Drank’ van de gemeente Hardenberg. Utrecht: Trimbos-instituut. 13. Kesteren, D., Sannen, A. & Woudstra, S. (2011). Alcoholmatiging op tentfeesten en evenementen in de gemeente Hardenberg. Utrecht: Trimbos-instituut. 14. Kleverkamp, A., Sloog, J. Vogel, M. de & Zwager, C. (2012). ‘Ik drink, drink jij?’. Alcoholpreventiebeleid binnen sportverenigingen in de gemeente Hardenberg. Zwolle: Windesheim. 15. Kobus, E., Meines, S. & Rikxoort, R. van (2011). Jongeren, vrijetijdsbesteding en alcohol in de gemeente Hardenberg. Zwolle: Windesheim.
48
16. Postma, I. & Eelkema, C. (2012). Effectevaluatie van het traject Vroegsignalering, Screening en Kortdurende Interventie van risicovol alcoholgebruik bij jongeren in de gemeente Hardenberg. Zwolle: Windesheim. 17. Postma, I. & Lubbers, J. (2012). Procesevaluatie vroegsignalering op scholen in de gemeente Hardenberg. Zwolle: Windesheim. 18. Roos, G. (2012). Oplegnotitie raad. Hardenberg: gemeente. 19. Vogel, N. & Schuitema, A. (2012). Procesevaluatie van ‘Fris over Drank’ in de gemeente Hardenberg. Resultaten van documentanalyse en een enquête onder stakeholders. Zwolle: Windesheim.
49
5. Onderzoeksresultaten In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de meest essentiële resultaten van het onderzoek onder ouders van 10 tot en met 18 jarigen in de gemeente Hardenberg. De deelvragen zijn onderverdeeld in paragrafen, waarvan de beantwoording duidelijk wordt door middel van literatuur en/of telefonische enquêtes en/of het diepte-interview. In de bijlage worden de resultaten van de telefonische enquêtes volledig weergegeven. Dit geldt ook voor de gehele uitwerking van het diepte-interview. Delen van de uitkomsten uit de telefonische enquêtes en het diepte-interview komen ook in dit hoofdstuk aan bod, zodat de deelvragen beantwoord kunnen worden.
5.1 Samenstelling van de groep respondenten Telefonische enquêtes Met het samenstellen van de doelgroep is er onder andere informatie verzameld over leeftijd, geslacht, nationaliteit opleiding, burgerlijke staat en het eigen drinkgedrag. De groep respondenten bestond voor 25% uit mannen en voor 75% uit vrouwen. De meest voorkomende burgerlijke staat was gehuwd (90%), 4% leefde gescheiden/is gescheiden, 3% was samenwonend, 2% is ongehuwd/nooit gehuwd geweest en 1% is weduwe/weduwnaar. In 93% van de gevallen betreft het dus een tweeoudergezin. Het geboortejaar van de respondenten ligt tussen 1950 en 1980. Hiervan is het meest voorkomende geboortejaar 1965 (10%). De gemiddelde leeftijd van de respondenten is 46 jaar. De grootste groep respondenten heeft een gemiddeld opleidingsniveau (57%), gevolgd door een hoog opleidingsniveau (32%) en 11% had een laag opleidingsniveau. Bijna alle respondenten hebben een Nederlandse nationaliteit (99%) en de overige 1% heeft andere nationaliteiten (Braziliaans en Italiaans). Het valt op dat het grootste deel van de respondenten twee kinderen heeft in de leeftijd van 10 tot en met 18 jaar (45%), gevolgd door één en drie kinderen in de leeftijd van 10 tot en met 18 jaar (beide 22%). Gekeken naar het oudst inwonende kind is hiervan 53% meisje en 47% jongen. Gevraagd naar de leeftijd van het oudste inwonende kind is in dit onderzoek 52% van de kinderen jonger dan 16 jaar. De gemiddelde leeftijd van het oudst inwonende kind van de respondenten is 15,2 jaar. Diepte-interview Er is veel actie ondernomen om een zo groot mogelijke groep respondenten van de telefonische enquêtes te werven voor het diepte-interview. Elke telefonische respondent (ouder) die enthousiast leek is gevraagd om mee te doen aan het diepte-interview. Uiteindelijk waren er 10 enthousiaste ouders die bereid waren om mee te doen aan het diepte-interview. Een mooi aantal, aangezien bij een diepte-interview meningen van 8 personen nodig zijn om goede conclusies te kunnen trekken. Om toch nog extra ouders te werven, zijn er door een enthousiaste ouder verwijzingen naar het diepte-interview in nieuwsbrieven geplaatst. Ook heeft een ouder tijdens een vergadering geprobeerd om meer ouders te werven. Echter waren wij beperkt in het aantal avonden waarop het diepteinterview georganiseerd kon worden, aangezien ook Anja van de Riet (medewerker Tactus Verslavingszorg) aanwezig zou moeten zijn en daarnaast de groep van ouders die bereid waren om te komen. Hierdoor zijn er uiteindelijk 3 ouders aanwezig geweest tijdens het diepte-interview, 2 vrouwen en 1 man. Deze ouders waren erg enthousiast, vonden het leuk, interessant en hebben een mooie bijdrage aan dit onderzoek kunnen leveren. Des te meer informatie er is, hoe beter natuurlijk, maar het is geen steekproef, dus er hoeft niet gegeneraliseerd te worden. We wilden een indruk krijgen en dat is gelukt, met naar ons idee toch veel bruikbare gegevens. Daarnaast was Anja erg tevreden over het verloop van het diepte-interview en de informatie die naar voren is gekomen.
50
5.1.1 Eigen drinkgedrag van de groep respondenten Deze resultaten zijn gebaseerd op de gegevens uit de telefonische enquêtes, aangezien alleen hierin gevraagd is naar het eigen drinkgedrag van de groep respondenten. Zoals te zien is in het diagram betreft de vraag ‘Hoe vaak drinkt u alcohol?’ vallen twee percentages het meest op (31% en 26%). Dit zijn ook meteen de grootste percentages. De meeste respondenten geven aan nooit te drinken (31%). Daaropvolgend de respondenten die 2 tot 3 keer per week drinken, namelijk 26%. Diagram 1: Hoe vaak drinkt u alcohol?
Hoe vaak drinkt u alcohol? Nooit
1 keer per maand of nog minder
2 tot 4 keer per maand
2 tot 3 keer per week
4 keer of vaker per week
9% 31% 26%
16%
18%
Op de vraag: hoeveel drinkt u op een typische dag als u alcohol drinkt, wordt er verschillend antwoord gegeven. De antwoorden die gegeven zijn liggen tussen de 0 en 8 glazen. De respondenten die 2 glazen per gelegenheid drinken, springen er qua percentage uit (39%). De respondenten die op een gelegenheid alcohol drinken, drinken gemiddeld 2,5 glas per gelegenheid. Het gemiddeld aantal glazen dat vrouwen per gelegenheid nuttigen ligt lager dan dit gemiddelde (2,2), het gemiddelde aantal glazen van de mannen daarentegen hoger (3,1). De gezondheidsraad geeft aan degenen die alcohol gebruiken het advies om dit te beperken tot één standaardglas (vrouwen) of tot twee standaardglazen (mannen) per dag (Gezondheidsraad, 2012). Dit komt per week neer op 7 glazen voor vrouwen en 14 glazen voor mannen. Uit deze cijfers komt naar voren dat zowel de drinkende vrouwen als de drinkende mannen binnen dit onderzoek van het advies van de gezondheidsraad afwijken, als gekeken wordt naar het aantal glazen dat volgens hen per dag wordt aanbevolen. Daarentegen kan het natuurlijk zo zijn dat er ouders zijn die maar op één dag in de week iets meer glazen dan de aanbevolen hoeveelheid per dag drinken, dan is er geen probleem. Van de vrouwen drinkt 11% meer dan 3 glazen per gelegenheid, bij mannen is dit 38%. 92% van de respondenten drinkt nooit meer dan 6 glazen per gelegenheid, echter drinkt 6% maandelijks meer dan 6 glazen per gelegenheid. Van de vrouwen drinkt 2% maandelijks meer dan 6 glazen per gelegenheid, bij mannen ligt dit percentage hoger, namelijk 16%. Geen van de vrouwelijke respondenten drinkt wekelijks meer dan 6 glazen per gelegenheid, van de mannen echter wel (8%). Om na te gaan of er enige relatie bestaat tussen de wijze waarop ouders denken over het alcoholgebruik van (hun) kinderen en hun eigen gebruik, is er een Audit-C test afgenomen. Dit is een gevalideerde test die de mate van problematisch drinkgedrag aangeeft. De test bestaat uit drie vragen, waarop per vraag maximaal 4 punten kunnen worden gescoord. De
51
scores kunnen dus oplopen tot (3X4=) 12 punten. Hoe meer punten worden gescoord, hoe problematischer het drinkgedrag is. Scores tot en met 4 worden als ‘niet problematisch’ gezien, scores van 5 t/m 9 als ‘matig problematisch’ en hogere scores als ‘problematisch’ (Bradley, Bush, Epler, Dobie, Davis, Sporleder en anderen, 2003). Hieronder worden de vragen weergegeven: Vragen AUDIT-C
Vragen/score 0 Hoe vaak drinkt u Nooit alcohol?
1 Maandelijks of minder
2 2-4 keer per maand
3 2-3 keer per week
4 4 keer of vaker per week
Hoeveel drinkt u op een typische dag dat u alcohol gebruikt?
3-4 glazen
5-6 glazen
7-9 glazen
10 of meer glazen
Minder dan 1 keer per maand
Maandelijks
Wekelijks
(bijna) dagelijks
1-2 glazen
Hoe vaak drinkt u Nooit meer dan 6 glazen per gelegenheid?
Uit de resultaten van deze test (zie diagram hieronder) blijkt, dat volgens het alcoholgebruik van de ouders in de Hardenbergse steekproef, er bij 90% geen sprake is van problematisch drinkgedrag en dat er bij slechts 10% sprake is van (matig) problematisch drinkgedrag. Diagram 2: Audit-C
Audit-C: mate van problematisch alcoholgebruik geen probleem
(matig) problematisch
10%
90%
Na een duidelijk beeld geschetst te hebben van de groepen respondenten en het drinkgedrag van hen, worden hieronder de deelvragen beantwoord.
5.2 Steun voor de ouders vanuit de omgeving In deze paragraaf wordt de volgende deelvraag beantwoord: In welke mate voelen ouders van 10-18 jarigen uit de gemeente Hardenberg zich gesteund door de omgeving wat betreft alcohol en opvoeding?
52
In welke mate het belangrijk is om ondersteuning door de omgeving te krijgen, hebben wij onderzocht op basis van literatuurgegevens. Het diepte-interview heeft vervolgens antwoord moeten geven op de vraag in welke mate ouders die ondersteuning ook ervaren. Deze paragraaf wordt afgesloten met een conclusie. Literatuur Een uitgangspunt bij een campagne als ‘Fris over Drank’ is, dat de maatschappij andere normen gaat hanteren ten aanzien van het moment en de mate waarin kinderen (mogen) drinken. Deze normen zijn namelijk van invloed op de socialisatie van kinderen. De socialisatie van kinderen rondom het onderwerp alcohol verloopt volgens Bovens & Schuitema (2011) volgens drie segmenten. Zie in figuur 1 het segment I: Persoonlijke motivatie en intentie. De mate waarin aan kinderen alcohol wordt aangeboden segment II en op de mate waarin de maatschappij bereid is controle uit te oefenen op (beginnend) alcoholgebruik van kinderen segment III. Een belangrijke rol binnen alle drie de segmenten is weggelegd voor de ouders: Zij voeden op, bieden aan (zijn overwegend de eersten die alcohol verstrekken aan hun kinderen) en zien toe. Hun normen doen er dus toe, beïnvloeding hiervan is cruciaal (Bovens & Schuitema, 2011). De figuur toont aan dat de omgeving een belangrijke rol speelt. Wanneer er wordt gekeken naar segment II en naar segment III, is er te zien dat paracommercie, supermarkt, horeca en vrienden een grote rol spelen rondom de maatschappelijke normen.
Figuur 4: Determinanten van (overmatig) alcoholgebruik door Rob Bovens (Bovens & Schuitema, 2011)
Wanneer er over de socialisatie van kinderen wordt gesproken, spelen invloeden van de omgeving en opvoeding een rol. Het bio-ecologisch model van Bronfenbrenner is hier een voorbeeld van. Uri Bronfenbrenner zag de omgeving als een soort ui, met iedere laag een andere omgevingsinvloed. Dit model is vooral gericht op de systemen vanuit het oogpunt van een kind. Het model bestaat uit vier lagen (Delfos, 2009).
53
Figuur 5: Bio-ecologisch model van Bronfenbrenner (Delfos, 2009)
1.Microsysteem Binnen dit systeem ontwikkelen zich de relaties tussen het kind en zijn directe omgeving. Allereerst is dat het gezin waarin het kind relaties heeft met zijn ouders, broers, zussen en eventuele andere personen zoals in sommige culturen de grootouders. In deze microsystemen wordt zijn ontwikkeling beïnvloed en beïnvloed het kind op zijn beurt het betreffende microsysteem. De beïnvloeding is wederzijds (circulair): het kind wordt beïnvloed door ouders, vrienden, leerkrachten, maar hij beïnvloedt deze personen ook. Zowel het kind als de omgeving waarin hij verkeert, zijn actief. Het gaat om interacties tussen het kind en de systemen waarvan het kind deel uit maakt (Rigter, 2008). 2.Mesosysteem Met dit systeem worden de relaties tussen de verschillende microsystemen bedoeld. Deze systemen kunnen elkaar ook wederzijds beïnvloeden. Die beïnvloeding kan gaan via het kind. De relaties tussen de microsystemen hoeven niet alleen maar via het kind te lopen. Ouders en leerkrachten kunnen elkaar ook rechtstreeks beïnvloeden (Rigter, 2008). 3.Exosysteem Het exosysteem is de volgende laag. Dit systeem slaat op meerdere maatschappelijke systemen waarvan het kind niet direct deel uitmaakt, maar die via de micro- en mesosystemen zijn ontwikkeling wel indirect beïnvloeden. Vader en moeder kunnen allebei een baan hebben en dat kan indirect invloed uitoefenen op de ontwikkeling van het kind (Rigter, 2008). 4.Macrosysteem Het macrosysteem slaat op de overkoepelende normen en waarden waarop concrete exo-, meso- en microsystemen zijn gebaseerd. Zoals de wetten in een land de normen waar een opvoeding op gebaseerd kan zijn. Politieke, culturele en religieuze opvattingen (Rigter, 2008). Als je aan dit model ook nog de individuele kenmerken van een kind toevoegt, dan lijkt het systeemmodel compleet. Het gaat bij al deze systemen om wederzijdse interactie en beïnvloeding (Rigter, 2008). Bronfenbrenner beschouwt het geheel als een dynamisch steeds veranderend systeem en karakteriseert het als een bio-ecologisch model (Delfos, 2009).
54
Het bio-ecologisch model van Bronfenbrenner is voornamelijk gericht op de omgeving waarin het kind centraal staat. Wanneer je kijkt of de ouders uit Hardenberg zich gesteund voelen door de omgeving, horen daar ook omgevingsinvloeden bij. Ouders kunnen zich bijvoorbeeld gesteund voelen door vrienden, familie, maar ook door school, kerk of misschien wel een organisatie of de maatschappij. Het belang komt tot uiting en is vertaald in het voorlichtingsmateriaal van de landelijke campagnes, zie www.alcoholinfo.nl. Diepte-interview De gegevens uit het diepte-interview worden gebruikt om de deelvraag te kunnen beantwoorden. Tijdens het diepte-interview zijn er vragen gesteld over de omgeving. Er is hier als volgt op geantwoord: alcohol en opvoeding is volgens de ouders geen onderwerp van gesprek, er wordt niet veel met anderen uit de omgeving over gepraat. Dit komt ook doordat de ouders (nog) geen kinderen in de leeftijd hebben die met alcohol bezig zijn of risicovol gedrag op dat gebied vertonen. Er worden volgens de ouders over het algemeen onder ouders echter veel verschillende meningen en opvattingen gedeeld wat betreft alcoholgebruik onder jongeren. Er zijn ouders die goede normen en waarden kennen, maar die hun kinderen toch op jonge leeftijd alcohol laten drinken, dit zijn ouders waarvan dit niet verwacht wordt. Toch speelt de omgeving hierin een rol. Een ouder geeft aan dat hij/zij het lastig vindt om andere kinderen aan te spreken op hun drinkgedrag, vooral als hun ouders erbij zijn. Terwijl deze ouder wel het gevoel heeft dat hij/zij jongeren die teveel drinken moet remmen in hun gedrag, deze ouder vindt ook dat het niet zijn/haar taak is om andermans kinderen op te voeden. De omgeving (de ouders van het kind) helpen de ouder die het lastig vind niet. Verder vindt deze ouder het lastig om alcoholgebruik tijdens een feestje van zijn/haar dochter te verbieden, deze dochter drinkt zelf niet, maar haar vriendinnen wel. Want ook al drinkt de dochter van deze ouder niet, moet hij/zij de vriendinnen van deze dochter dan verbieden om te drinken? Deze ouder lost dit op de volgende manier op: er wordt alcohol gekocht voor het feestje van de dochter, maar er wordt wel uitgerekend hoeveel er per persoon maximaal gedronken kan worden uit de flessen die in huis worden gehaald. Hierdoor heeft deze ouder toch grip op de situatie, echter wordt de ouder hierin wederom niet gesteund door haar omgeving. Een ouder noemt dat hij/zij via haar werk regelmatig hoort dat er in de regio Hardenberg vaak crisis op het gebied van alcohol, er komt regelmatig alcoholverslaving voor. Dit is een beeld dat zich dan ook onder de mensen vormt. Er is echter weinig ondersteuning vanuit de omgeving, volgens deze ouder. De ouders geven aan dat ze zich niet gesteund voelen door hun omgeving. Ze vinden wat jongeren door hun omgeving aangeboden krijgen, dat is waaraan de jongeren zich zullen meten. Ook door de media voelen de ouders zich niet gesteund. Op TV wordt namelijk veelal het beeld geschetst dat het nuttigen van alcohol positief is, bij GTST bijvoorbeeld wordt er tijdens (bijna) elke aflevering een blikje bier geopend of wijn gedronken en het is alleen maar gezellig. Volgens de ouders moet dit juist op een negatieve manier in beeld komen. Dus dat er bijvoorbeeld in een serie laten zien wordt wat alcohol met iemand kan doen (overgeven, vallen, geen controle etc.), op een educatieve manier. Wanneer er gevraagd wordt of de ouder bekend zijn met instellingen (CJG, Centrum voor Jeugd en Gezin) die ondersteuning bieden op het gebied van alcohol en opvoeding, dan antwoorden ze dat ze hier niet bekend mee zijn. De ouders zijn echter wel op de hoogte van andere instellingen die ondersteuning bieden op dit gebied. Zoals de GGD en Dimence. Ze hebben hier geen van allen gebruik van gemaakt.
55
Conclusie Uit de literatuur is gebleken dat het bio-ecologisch model van Bronfenbrenner, de wijze waarop omgevingsinvloeden inwerken op de socialisatie van een kind goed weergegeven worden. Tevens is te zien in dit model, dat de omgeving duidelijk een grote rol speelt in het beïnvloeden van kinderen. Dit model is ook toepasbaar op ouders. Echter ervaren de ouders die bij het diepte-interview aanwezig waren geen steun aan de omgeving. Dit komt omdat alcohol en opvoeding, volgens de ouders geen onderwerp van gesprek is. Er wordt niet veel met anderen uit de omgeving over gepraat. Dit komt ook doordat de ouders (nog) geen kinderen in de leeftijd hebben die met alcohol bezig zijn of risicovol gedrag op dat gebied vertonen. De ouders geven aan dat ze zich niet gesteund voelen door hun omgeving. Wat jongeren door hun omgeving aangeboden krijgen, dat is waar de jongeren zich aan zullen meten. Ook door de media voelen de ouders zich niet gesteund. Op TV wordt namelijk veelal het beeld geschetst dat het nuttigen van alcohol positief is. Wanneer er gevraagd wordt of de ouders bekend zijn met instellingen (CJG) die ondersteuning bieden op het gebied van alcohol en opvoeding, dan antwoorden ze dat ze hier niet bekend mee zijn. De ouders zijn echter wel op de hoogte van andere instellingen die ondersteuning bieden op dit gebied, zoals de GGD en Dimence. Ze hebben hier geen van allen gebruik van gemaakt. Kortom, de ouders voelen zich door hun omgeving niet gesteund wanneer het gaat over alcohol en opvoeding, terwijl er wel instellingen zijn die deze steun bieden.
5.3 Vormen van steun voor de ouders In deze paragraaf staat de volgende deelvraag centraal: Indien ouders van 10-18 jarigen uit de gemeente Hardenberg zich gesteund voelen, uit welke vorm van steun bestaat deze dan? Aan de hand van gegevens uit de literatuur is eerst bekeken welke vormen van steun denkbaar zijn en een invloed kunnen spelen bij de opvoeding. Vervolgens is gebruik gemaakt van informatie uit de telefonische enquêtes om de vraag te kunnen beantwoorden. Daarnaast wordt er gebruikt gemaakt van de resultaten uit het diepte-interview. De paragraaf wordt afgesloten met een conclusie. Literatuur De literatuur bevat informatie over de verschillende vormen waar een ouder wel steun aan zou kunnen hebben. Daarvoor moet eerst bekeken worden wat er verstaan wordt onder (sociale) steun. Daarna wordt dieper ingegaan op de vormen van steun. Sociale steun bestaat uit interacties (wisselwerkingen) tussen mensen die tegemoet komen aan sociale basisbehoeften (zoals affectie, goedkeuring, erbij horen en veiligheid) van de ontvanger. Sociale steun ontvang je dus binnen sociale relaties: de relaties met andere mensen in de omgeving. Sociale steun heeft daarin de vorm van interacties. Voorbeelden van deze interacties zijn een compliment, advies of hulp. Onder sociale steun vallen deze sociale interacties, maar ook de tevredenheid daarmee. Tevredenheid is de mate waarin de sociale interacties overeenkomen met de behoeften. Dat wil zeggen dat de hoeveelheid interacties precies goed en dus niet teveel en niet te weinig is (Nationaal Kompas Volksgezondheid, 2011). Sociale steun heeft volgens het Nationaal Kompas van Volksgezondheid (2011) de volgende drie samenhangende aspecten: Behoefte aan steun Sociale steun kun je zowel in alledaagse situaties, als bij problemen zoals een ernstige ziekte ontvangen. Iedereen heeft tot op zekere hoogte wel behoefte aan alledaagse steun, bijvoorbeeld een compliment of interesse in hoe het gaat. Maar omdat niet iedereen evenveel te maken heeft met problemen, is de behoefte aan ondersteuning bij het
56
aanpakken van een probleem bij iedereen anders. Naarmate de ernst van een probleem toeneemt, is de behoefte aan sociale steun groter. Hoeveelheid verkregen steun De hoeveelheid verkregen steun is het aantal ondersteunende interacties, dat plaatsvindt. Hoe vaak gebeurt het bijvoorbeeld dat iemand je aanspreekt voor een praatje of helpt problemen te verhelderen: zelden of nooit, af en toe, regelmatig of erg vaak? De ernst van een probleem speelt ook hier een rol. Een ernstige ziekte bijvoorbeeld, verhoogt niet alleen de behoefte aan steun maar leidt ook vaak tot meer ondersteunende interacties. Tevredenheid met hoeveelheid verkregen steun Bij tevredenheid gaat het om de mate waarin de hoeveelheid verkregen steun, ofwel het aantal ondersteunende interacties, overeenkomt met de behoefte aan steun. Tevreden met de hoeveelheid verkregen steun ben je als deze precies goed is. Ontevreden met de hoeveelheid verkregen steun daarentegen ben je als je ondersteunende interacties mist. Je vindt bijvoorbeeld dat je te weinig hulp krijgt van vrienden. Maar ook als ondersteunende interacties te vaak plaatsvinden is er sprake van ontevredenheid met sociale steun. Bijvoorbeeld als mensen te vaak hun hulp aanbieden door taken uit handen te nemen die je eigenlijk liever zelf wilt doen. Er zijn volgens het Nationaal Kompas Volksgezondheid (2011) vijf verschillende typen van ondersteunende interacties: Emotionele ondersteuning Emotionele ondersteuning ontvang je als anderen bijvoorbeeld genegenheid tonen, een luisterend oor bieden, je opvrolijken, een duwtje in de goede richting geven, aansporen tot volhouden, geruststellen of goede raad geven. Waardering Van sociale steun in de vorm van waardering is sprake als anderen om raad vragen, complimenten geven, je in vertrouwen nemen, om hulp vragen, je advies opvolgen of je sterke punten naar voren halen. Instrumentele ondersteuning Instrumentele ondersteuning houdt in dat anderen je ergens heen brengen, iets aan je uitlenen, informatie geven over waar je iets kunt krijgen, hulp geven in bijzondere gevallen als ziekte, advies geven bij huishoudelijke problemen of praktische hulp bieden zoals boodschappen doen. Gezelschap Sociale steun in de vorm van gezelschap is bijvoorbeeld als iemand je vraagt ergens aan mee te doen, zomaar opbelt of je aanspreekt voor een praatje, op bezoek komt, met je op stap gaat of je uitnodigt voor een feestje of etentje. Informatieve ondersteuning Als anderen laten merken wat zij van je verwachten, opbouwende kritiek geven, je laten begrijpen waarom je iets niet goed deed of andere informatie over je gedrag geven, dan is dit sociale steun in de vorm van informatieve ondersteuning. Het sociaal netwerk is de bron waaruit mogelijk ondersteunende of negatieve interacties voortkomen. Een voorwaarde voor het plaatsvinden van ondersteunende of negatieve interacties, is dat er naast een ontvanger ook een of meer aanbieders zijn. Alle mogelijke aanbieders vormen het sociaal netwerk. Dit zijn bijvoorbeeld een partner, kinderen, ouders, broers en zussen, overige familie, buren, vrienden, kennissen en collega’s. Het kan gaan om
57
personen met wie iemand samenwoont maar ook iedereen die hij of zij daarbuiten kent. Tevens zijn hulporganisaties, instellingen (bijvoorbeeld CJG) en andere non-profit organisaties een vorm van steun (Nationaal Kompas Volksgezondheid, 2011). Telefonische enquêtes Er zijn in de telefonische enquêtes drie vragen gesteld rondom het CJG: 1. Hebt u wel eens gehoord van het Centrum voor Jeugd en Gezin? 2. Wist u dat u bij het Centrum voor Jeugd en Gezin terecht kunt voor vragen over alcohol en opvoeding? 3. Hebt u hier wel eens gebruik van gemaakt? Hieronder zijn de vragen uitgewerkt in aantallen en percentages. Het blijkt dat van de 197 respondenten (2 respondenten hebben geen antwoord gegeven op deze vraag) er 110 respondenten (56%) zijn, die wel eens gehoord hebben van het CJG. Hiervan zijn 78 respondenten (71%) bekend met het feit dat ze terecht kunnen bij het CJG met vragen over alcohol en opvoeding. In het onderstaande diagram is te zien of de respondenten wel eens gebruik hebben gemaakt van het CJG. Er antwoorden 6 respondenten met ‘af en toe’ (5%), 2 respondenten zeggen ‘bijna niet’ (2%) en 102 respondenten antwoorden met ‘nooit’ (93%). Er zijn dus geen respondenten die antwoorden met ‘zeer vaak’ of ‘vaak’. Uit deze gegevens blijkt, dat meer dan de helft van alle respondenten wel eens gehoord heeft van het centrum voor jeugd en gezin. Van deze respondenten gaat er uiteindelijk 5% af en toe naar het CJG. Diagram 3: Hebt u wel eens gebruik gemaakt van het CJG?
Gebruik CJG 2% 5% Af en toe Bijna niet Nooit 93%
Over het algemeen is het CJG bekend bij de respondenten. Echter blijkt dat het CJG, ondanks haar bekendheid bij de respondenten (ouders van kinderen in de leeftijd van 10 t/m 18 jaar), weinig bezocht wordt. De gemeente biedt de ouders steun aan, in de vorm van een centrum waarbij ouders advies, tips en begeleiding krijgen, maar deze respondenten maken hier geen gebruik van. Volgens de Volkskrant 2012 is dit een landelijke trend. Gemeentes moeten hun Centra voor Jeugd en Gezin duidelijker aansturen. De Algemene Rekenkamer concludeert dat er nog onvoldoende zicht is op de resultaten van deze centra. Deze resultaten zeggen dus niets over het functioneren van het CJG in de gemeente Hardenberg. Ook is er een aantal vragen gesteld over het bezoeken van voorlichtingsavonden door ouders, dit kan een vorm van steun zijn voor hen. Van de 198 (1 respondent heeft de vraag niet beantwoord) respondenten gaf 41% aan wel eens een of meerdere voorlichtingsavond(en) te hebben bezocht. Het overgrote deel van de bezochte voorlichtingsavonden vond op school plaats (86%), bij het overige deel (14%) werden locaties genoemd als: werk, inwerkcursus, kerk, Tactus Verslavingszorg, gemeente en VV Bergentheim.
58
De gemeente biedt voorlichting over alcohol aan op scholen, het is aan de scholen wat zij hiermee doen, met dit gegeven zijn ouders niet bekend. De opkomst van ouders bij voorlichtingsavonden is niet hoog. Afgevraagd kan dus worden of dit voor ouders wel als steun gezien/gevoeld wordt? Wij verwijzen hiervoor naar het aanbevelingen hoofdstuk. Diepte-interview De ouders hebben tijdens het diepte-interview aangegeven, dat ze zich niet gesteund voelen. Het zou kunnen zijn dat ze de behoefte aan steun niet hebben, hier zijn wij van tevoren echter wel vanuit gegaan. Maar of dit daadwerkelijk zo is weten wij niet, hierover hebben wij om deze reden een aanbeveling geschreven (zie hoofdstuk aanbevelingen). Er zijn echter wel instellingen en organisaties die steun bieden aan ouders. Er is tijdens de telefonische enquête extra aandacht besteed aan het centrum voor jeugd en gezin (CJG). Ouders, kinderen en opvoeders met vragen over opgroeien en opvoeden kunnen terecht bij het Centrum voor Jeugd en Gezin. Het unieke van het CJG is dat er als ware ‘alles onder één dak’ is: deskundige en betrokken medewerkers zoals schoolartsen, pedagogen, maatschappelijk werkers en medewerkers van het consultatiebureau. Zij kennen elkaar en werken intensief samen. Het CJG biedt deskundig advies, tips en begeleiding (CJG, 2012). Conclusie Sociale steun heeft volgens het Nationaal Kompas van Volksgezondheid (2011) drie samenhangende aspecten: behoefte aan steun, hoeveelheid verkregen steun en tevredenheid met hoeveelheid verkregen steun. Er zijn vijf verschillende typen van ondersteunende interacties: Emotionele ondersteuning, waardering, instrumentele ondersteuning, gezelschap en informatieve ondersteuning. Uit de onderzoeksgegevens blijkt, dat meer dan de helft van alle respondenten wel eens gehoord heeft van het centrum voor jeugd en gezin (56%). Van deze respondenten gaat uiteindelijk 5% af en toe naar het CJG. 93% maakt nooit gebruik van het CJG. Het blijkt dus dat het CJG door de respondenten (ouders van kinderen in de leeftijd van 10 t/m 18 jaar) weinig bezocht wordt. De gemeente biedt de ouders steun aan, in de vorm van een centrum waarbij ouders advies, tips en begeleiding krijgen, maar deze respondenten maken hier geen gebruik van. Volgens de Volkskrant 2012 is dit een landelijke trend. Deze resultaten zeggen dus niets over het functioneren van het CJG in de gemeente Hardenberg. De ouders hebben tijdens het diepte-interview aangegeven, dat ze zich niet gesteund voelen. Het zou kunnen zijn dat ze de behoefte aan steun niet hebben, hier zijn wij van tevoren echter wel vanuit gegaan. Maar of dit daadwerkelijk zo is weten wij niet. Er zijn echter wel instellingen en organisaties die steun bieden aan ouders. Er is tijdens de telefonische enquête extra aandacht besteed aan het centrum voor jeugd en gezin (CJG). Het centrum biedt deskundig advies, tips en begeleiding (CJG, 2012). De opkomst van ouders bij voorlichtingsavonden is niet hoog. Afgevraagd kan dus worden of dit voor ouders wel als steun gezien/gevoeld wordt?
5.4 Preventieve maatregelen ter ondersteuning van de ouders In deze paragraaf staat de volgende deelvraag centraal: Welke preventieve maatregelen worden er door de gemeente Hardenberg genomen, om ouders te ondersteunen bij het alcoholgebruik van hun 10-18 jarigen? Voor het beantwoorden van deze deelvraag is er gebruik gemaakt van literatuurstudie. Daarnaast wordt er gebruikt gemaakt van resultaten uit het diepte-interview. De paragraaf wordt afgesloten met een conclusie.
59
Literatuur De uitwerking hiervan kunt u vinden in hoofdstuk 4. Telefonische enquêtes Van de 194 respondenten (5 respondenten hebben de vraag niet beantwoord) weet meer dan de helft (56%) dat er voorlichtingsavonden zijn voor ouders. En meer dan de helft van de respondenten (59%) heeft een positief oordeel over de voorlichtingsavonden. Hierbij gaat het om 192 van de 199 respondenten die de vraag hebben ingevuld.
Voorlichtingsavonden aan ouders ruim voldoende
voldoende
neutraal (niet voldoende/niet onvoldoende)
onvoldoende
ruim onvoldoende 3% 12% 25%
13%
47%
Diepte-interview Wat betreft de preventieve maatregelen die door de gemeente Hardenberg worden ingezet om ouders te ondersteunen bij het alcoholgebruik van hun 10 tot en met 18 jarigen, heeft een ouder regelmatig van een alcoholvoorlichting gehoord op scholen, zowel voor kinderen als voor ouders. Tevens is er volgens deze ouder een project op de basisschool genaamd ‘Alcohol een ander verhaal’. Dit is volgens deze ouder een programma voor kinderen, die op een educatieve manier kinderen betrekt en bewust maakt rondom alcohol en alcoholgebruik. Conclusie Onder het motto ‘Fris over Drank’ onderneemt de gemeente Hardenberg activiteiten, om (overmatig) alcoholgebruik van jongeren en de tolerantie van volwassenen (ouders) hierover, te verminderen. Dit doet zij in samenwerking met andere partijen vanuit de overtuiging dat deze verandering alleen kans van slagen heeft door gezamenlijke actie en gedeelde verantwoordelijkheid. De uit te voeren preventieve maatregelen van de gemeente Hardenberg worden ingedeeld onder de noemers: algemeen, thuis, onderwijs en vrije tijd. Onder noemer algemeen worden de volgende maatregelen genomen: inzet contactambtenaar bij gemeente, massa mediale campagne ‘Fris over Drank’, draagvlakverwerving door terugkoppeling acties naar publiek en doorontwikkeling vroegsignalering. Onder de noemer thuis worden de volgende preventieve maatregelen door gemeente Hardenberg genomen: ondersteuning particuliere initiatieven voorlichtingsbijeenkomsten, , ondersteuning Stichting Moedige Moeders Dedemsvaart, peerproject ouders (innovatieve interventie vanuit ‘Minder Drank Meer Scoren’). De gemeente Hardenberg heeft de volgende preventieve maatregelen voor het onderwijs:
60
convenant met Voortgezet Onderwijs (VO) en alcoholadvies in het kader van Preventief Gezondheidsonderzoek (PGO) in groep 7 (BO) en klas 2 (VO). De volgende maatregelen van de gemeente zijn op het gebied van vrije tijd: aanpak en preventie hokken en keten, een nieuwe interventie voor keetbezoekers (vanuit ‘Minder Drank Meer Scoren’, kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan, ‘Meer dan een Biertje’ (Regionale interventie, ontwikkeld vanuit ‘Minder Drank meer scoren!’), Aanpassing Evenementenbeleid na invoering nieuwe Drank- en Horecawet, doorontwikkeling peerouders naar vrijwillige contactfunctionarissen, convenanten met sportverenigingen en buurthuizen, versterkte handhaving door BOA’s (Buitengewone Opsporingsambtenaren), afspraken met supermarkten en de doorontwikkeling van de alcoholpoli. Om het effect en bereik van de interventies (activiteiten) te achterhalen wordt tussen 2011 en 2013 een doorlopend preventief onderzoeksprogramma uitgevoerd door de gemeente Hardenberg. Dit is gericht op uitgevoerde acties en het verloop van het project, ook wel procesevaluatie genoemd. Het programma wordt gekoppeld aan de Gezondheidsmonitor van de GGD en bestaat uit de volgende onderzoeksactiviteiten: attitudemeting onder ouders, attitudemeting onder docenten en ander personeel van het basisonderwijs en voortgezet onderwijs en een draagvlakonderzoek onder alcoholverstrekkers, zoals sportkantines, horeca, slijterijen en supermarkten. Daarnaast is er nog een aantal preventieve maatregelen dat nagestreefd wordt. Wat betreft de kennisspreiding zal in eerste instantie aangesloten worden bij de kennisinfrastructuur. De projectleider vanuit de gemeente Hardenberg neemt deel aan een intervisiegroep van lokale projectleiders in Nederland. En er wordt gestreefd naar het schrijven van artikelen. Daarnaast wordt er gedacht aan opname van onderzoeksverslagen op de projectwebsite, aan het organiseren van themadagen en aan inbreng tijdens intervisiebijeenkomsten bij het Trimbos-instituut. In de literatuur is gekeken naar informatie omtrent alcoholpreventie. De kenmerken die nodig zijn om een maatregel zo effectief mogelijk te maken zijn onderzocht. In het Nederlandse overheidsbeleid wordt al vroeg het belang onderstreept van een samenhangend pakket van maatregelen. De nota Alcohol en Samenleving (nota over een samenhangend alcoholmatigingsbeleid, 1986) constateert dat er sprake is van een zorgwekkende ontwikkeling, wijzend op de stijging van het alcoholgebruik. De nota stelt een toename van de alcoholproblematiek vast en dit mag niet langer als een individueel probleem (ziekte of deviant gedrag) beschouwd worden, maar als een maatschappelijk verschijnsel dat de volksgezondheid bedreigd (Dekker, 2006). Een samenhangend pakket van de nota (vier beleidsinstrumenten), moet volgens Dekker (2006) zijn: voorlichting en andere preventie-activiteiten, betere hulpverlening, betere regulering en het prijs- en accijnsinstrument. Uit een metastudie van Babor en anderen, blijkt dat van afzonderlijke maatregelen achtereenvolgens het meeste effect is te verwachten van maatregelen die (Bovens, 2009): Het verkrijgen van alcohol onaantrekkelijker maken vanwege verhoging van de aanschafkosten (accijnsverhoging, prijsbeleid) De beschikbaarheid van alcohol beperken (beperken verkooppunten, handhaving leeftijdgrenzen, beperking openingsuren) De reclame voor alcoholproducten verbieden/beperken Kortdurende interventies en vroegsignalering/screening van alcoholproblematiek bevorderen (voornamelijk in combinatie met andere maatregelen) gericht zijn op educatie en draagvlakverwerving
61
De maatregelen die volgens de nota (Dekker, 2006) en metastudie van Babor genoemd worden als effectief, blijken overeen te komen. Uitzondering is dat bij de nota de hulpverlening wordt aangehaald. De integrale aanpak die gebaseerd is op de modellen van Reynolds en Holder leidt tot effecten in termen van gezondheidswinst (matiger alcoholgebruik, niet minder prevalentie van alcoholgebruik) en veiligheidswinst (minder rijden onder invloed en alcoholletsel) (Bovens, 2009). Er is een koppeling gemaakt tussen de effectief gebleken preventieve aanpak uit de literatuur en de preventieve aanpak van de gemeente Hardenberg. Daaruit is gebleken dat de gemeente Hardenberg goed bezig is op het gebied van effectiviteit rondom de preventieve aanpak. Zij past veel van uit de literatuur gebleken effectieve preventieve maatregelen/activiteiten toe. Echter kan zij letten op het verkrijgen van alcohol, de reclame voor alcoholproducten en de training van alcoholverstrekker, om de aanpak nog effectiever te maken dan deze op dit moment al is. Daarbij dient natuurlijk wel rekening gehouden te worden, met de beïnvloedingssfeer van de gemeente. Zo kan een gemeente de accijnzen op alcohol niet verhogen. Daar staat tegenover dat in de nieuwe Drank- en Horecawet per 1 januari 2013 de gemeente de bevoegdheid krijgt in de verordening te regelen, dat ‘happy hours’ (tijden waarop alcohol extra voordelig is) beperkt worden. Daarnaast is het belangrijk dat preventieve maatregelen/activiteiten evidence based zijn. De in Hardenberg ingezette preventieve interventies zijn wel theoretisch goed onderbouwd. Uit de studie van eind 2011 blijkt, dat het project positief wordt beoordeeld, zowel qua opzet en sturing als qua draagvlak. De bij het project betrokken stakeholders spreken allen uit zich in te willen spannen om het project ook in de toekomst een succes te laten zijn. Alle intermediairs vinden zonder uitzondering het belang van het project buiten kijf staan en willen graag, de ene wat minder dan de andere, betrokken zijn bij de uitwerking van het project. In 2013 zal nog een aantal onderzoeken uitgevoerd worden in Hardenberg, waaronder een procesevaluatie en een gezondheidsmonitoring. Al met al blijft de gemeente Hardenberg inzetten op een integrale benadering: voorlichting, preventie, regelgeving en handhaving gericht op ouders en jongeren. Dit alles binnen de domeinen thuis, vrije tijd en onderwijs. Dit betekent met iedereen die invloed heeft of kan hebben op het verminderen van het alcoholgebruik. Het betekent ook voegsignalering, risicojeugd opsporen en direct hulp bieden. Daarnaast blijft de gemeente zich inspannen om de moeilijker te bereiken ouders van informatie te voorzien, door zelf voorlichting te (laten) organiseren en via intermediairs (Gemeente Hardenberg, november 2010). Meer dan de helft van de respondenten (56%) weet dat er voorlichtingsavonden zijn voor ouders. En meer dan de helft van de respondenten (59%) heeft een positief oordeel over de voorlichtingsavonden. Wat betreft de preventieve maatregelen die door de gemeente Hardenberg worden ingezet om ouders te ondersteunen bij het alcoholgebruik van hun 10 tot en met 18 jarigen, heeft een ouder regelmatig van een alcoholvoorlichting gehoord op scholen, zowel voor kinderen als voor ouders. Tevens is er volgens deze ouder een project op de basisschool genaamd ‘Alcohol een ander verhaal’. Dit is volgens deze ouder een programma voor kinderen, die op een educatieve manier kinderen betrekt en bewust maakt rondom alcohol en alcoholgebruik.
62
5.5 Bekendheid van ouders met preventieve maatregelen van de gemeente Hardenberg In deze paragraaf wordt de volgende deelvraag beantwoord: In welke mate zijn ouders van 10-18 jarigen uit de gemeente Hardenberg bekend met de preventieve maatregelen van de gemeente Hardenberg? De deelvraag is beantwoord met resultaten uit de telefonische enquêtes en informatie uit het diepte-interview. Deze paragraaf wordt afgesloten met een conclusie. Telefonische enquêtes Onder het motto ‘Fris over Drank’ onderneemt de gemeente Hardenberg activiteiten (preventieve maatregelen), om (overmatig) alcoholgebruik van jongeren en de tolerantie van volwassenen (ouders) hierover, te verminderen (Gemeente Hardenberg, oktober 2010). Gekeken is naar de bekendheid van ouders met deze preventieve maatregelen. In het diagram is te zien dat de meeste ouders (54%) niet bekend zijn met de campagne ‘Fris over Drank’. Diagram 4: Kent u de campagne ‘Fris over Drank?’
Kent u de campagne 'Fris over Drank'? nee
ja
46% 54%
De mate waarin ouders (van de telefonische enquêtes) bekend zijn met de campagne is niet voldoende. Er kan dus geconcludeerd worden dat de gemeente Hardenberg meer aandacht kan besteden aan het vergroten van de bekendheid van de campagne, als het gaat om ouders van 10 tot en met 18 jarigen in de gemeente Hardenberg. Ook werd de vraag gesteld waarvan ouders de campagne kennen, hierbij kon gekozen worden uit: de pers, van ouderavond(en), posters, internet, kennissen vrienden en familie, mijn kind(eren). Ook kon er gekozen worden voor anders namelijk, waarbij de respondent zelf aan kon geven waarvan hij/zij de campagne kende. Van de ouders die de campagne kennen, kent het grootste percentage (51%) de campagne via iets anders dan de standaard keuzemogelijkheden (anders namelijk). Bij anders namelijk worden de volgende punten opgenoemd: krant, TV, cursus, werk, gemeente, zelforganisatie, tijdschrift, flyers, voetbalkantine, folders en een voorlichtingsavond. Verder kent 36% van de ouders de campagne via de pers en 26% kent de campagne via posters. Zoals al eerder genoemd in het verslag, weet van de 194 respondenten (5 respondenten hebben de vraag niet beantwoord), meer dan de helft (56%) dat er voorlichtingsavonden zijn voor ouders. En meer dan de helft van de respondenten (59%) heeft een positief oordeel
63
over de voorlichtingsavonden. Hierbij gaat het om 192 van de 199 respondenten die de vraag hebben ingevuld. Diepte-interview Tweederde (2 van de 3) van de ouders is niet bekend met de preventieve maatregelen van de gemeente Hardenberg, die ter ondersteuning dienen van ouders bij het alcoholgebruik van hun 10 tot en met 18 jarigen. Losstaand van het feit dat er een telefonische enquête is gehouden. De ouders hebben naar eigen zeggen geen folders/flyers of ouderavonden aangeboden gekregen van de gemeente of vanuit de scholen. Ze denken dat dit ook te maken kan hebben met het feit dat de kinderen niet in Hardenberg uitgaan. Aangezien ze naar omliggende steden en dorpen gaan, zijn de campagnes volgens de ouders niet goed in het zicht. Omdat er tijdens het diepte-interview maar 3 ouders aanwezig waren, kan er geen betrouwbare conclusie getrokken worden uit deze gegevens, over de mate van bekendheid van de ouders met de preventieve maatregelen. Conclusie De meeste respondenten van de telefonische enquêtes (54%) zijn niet bekend met de preventieve maatregelen van de gemeente Hardenberg. Ook de meeste respondenten van het diepte-interview (2 van de 3) zijn niet bekend met de preventieve maatregelen van gemeente Hardenberg. Kortom is de mate waarin ouders (van de telefonische enquêtes en het diepte-interview) bekend zijn met de campagne niet voldoende. Er kan dus geconcludeerd worden dat de gemeente Hardenberg meer aandacht kan besteden aan het vergroten van de bekendheid van de campagne, als het gaat om ouders van 10 tot en met 18 jarigen in de gemeente Hardenberg. Van de 194 respondenten weet meer dan de helft (56%) dat er voorlichtingsavonden zijn voor ouders. En meer dan de helft van de respondenten (59%) heeft een positief oordeel over de voorlichtingsavonden.
5.6 Mening van ouders over de preventieve aanpak van de gemeente Hardenberg In deze paragraaf wordt de volgende deelvraag beantwoord: Wat is de mening van ouders van 10-18 jarigen uit de gemeente Hardenberg over de preventieve aanpak van deze gemeente? De deelvraag is beantwoord met resultaten uit de telefonische enquêtes en informatie uit het diepte-interview. Deze paragraaf wordt afgesloten met een conclusie. Telefonische enquêtes Om de mening van ouders over de preventieve aanpak van de gemeente Hardenberg duidelijk te krijgen, is gevraagd om hier een rapportcijfer aan te verbinden. Gemiddeld is er een 6,6 als rapportcijfer uit gekomen. Er zijn meerdere onvoldoendes gegeven (14%). De rapportcijfers variëren van zeer laag tot hoog (3 tot en met 8). In het onderstaande diagram is te zien dat de rapportcijfers 6, 7 en 8 eruit springen. Te zien is dat het overgrote deel van de ouders de preventieve aanpak een 7 geeft (44%), daaropvolgend geeft 16% van de ouders een 6 en 15% geeft de preventieve aanpak een 8. Kortom wordt de preventieve aanpak van de gemeente Hardenberg gemiddeld met een voldoende beoordeeld.
64
Diagram 5: Rapportcijfers preventieve aanpak gemeente Hardenberg
cijfer 3 1%
Rapportcijfer
cijfer 5 10% cijfer 5,5 1%
cijfer 8 15%
cijfer 7,5 6%
cijfer 4 3%
cijfer 6 16% cijfer 6,5 cijfer 3%
cijfer 7 44%
6,6 1%
Zoals al eerder is aangegeven, onderneemt de gemeente Hardenberg onder het motto ‘Fris over Drank’ activiteiten (preventieve maatregelen), om (overmatig) alcoholgebruik van jongeren en de tolerantie van volwassenen (ouders) hierover, te verminderen (Gemeente Hardenberg, oktober 2010). Omdat de campagne ‘Fris over Drank’ dus samenvalt met de preventieve aanpak van de gemeente Hardenberg, is ook gevraagd naar een rapportcijfer betreft de campagne. De ouders die de campagne ‘Fris over Drank’ kennen, is gevraagd om deze campagne een rapportcijfer te geven, hierbij kwam het volgende gemiddelde tot stand: 7,2. Er is maar één onvoldoende gegeven, namelijk een 5. De rapportcijfers variëren van laag tot zeer hoog (5 tot en met 9). Ook in dit diagram is te zien dat de cijfers 6, 7 en 8 eruit springen. Hier geeft 36% van de ouders de campagne een 7, 32% geeft het een 8 en 20% geeft de campagne een 6. Kortom wordt de campagne ‘Fris over Drank’ gemiddeld door de ouders met een ruim voldoende beoordeeld. Diagram 6: Rapportcijfers campagne ‘Fris over Drank’
cijfer 9 4% cijfer 8,5 1%
Rapportcijfer
cijf er 5 2%
cijfer 6 20% cijfer 8 32% cijfer 7 36% cijfer 7,5 5%
Wanneer er gekeken wordt naar beide diagrammen, valt het op dat ouders het meest een 6, 7 of 8 als rapportcijfer geven. Daarnaast valt het op dat de ouders de campagne ‘Fris over Drank’ over het algemeen aanzienlijk hogere cijfers geven, dan de preventieve aanpak van
65
de gemeente Hardenberg. De campagne ‘Fris over Drank’ wordt door de ouders dus een stuk positiever beoordeeld, dan de preventieve aanpak van de gemeente Hardenberg. En dat terwijl de preventieve aanpak samenvalt met de campagne ‘Fris over Drank’. Geconcludeerd kan worden dat het niet voor alle ouders duidelijk is, dat de campagne ‘Fris over Drank’ samenvalt met de preventieve aanpak van de gemeente Hardenberg en dat het is dus ook niet duidelijk is dat ze beide uitgaan van de gemeente Hardenberg. Dit wordt nog eens benadrukt door het antwoord op vraag 49: meer dan de helft van de ouders vindt dat er voldoende voorlichting aan hen wordt gegeven. Diepte-interview Het onderwerp alcohol is volgens een ouder zeker iets om op de gemeentelijke agenda te zetten. Vooral omdat de gemeente de huidige cijfers kent vanuit de GGD monitor. Het is belangrijk dat de gemeente het belang van alle inwoners kan inschatten. De gemeente moet daarbij volgens de ouder meer een aansturende taak en een overkoepelende rol hebben. Op dit moment kan de gemeente niet doordringen tot in de huiskamer volgens deze ouder. Een andere ouder vraagt zich af wat de gemeente eigenlijk wil op basis van de cijfers die er bekend zijn. Aangezien de cijfers over alcoholgebruik onder jongeren in de gemeente Hardenberg hoger liggen dan in de omliggende gemeenten. De ouder vraagt zich af wanneer je als gemeente je maatschappelijke verantwoordelijkheid neemt. Het is volgens een ouder wel belangrijk dat de gemeente wat doet aan alcoholmatiging onder jongeren. Er moet actie ondernomen worden. Alcohol is een onderwerp dat als ‘normaal’ wordt gezien. De uitdaging ligt bij de gemeente om daar iets aan te veranderen. De ouder stelt zichzelf de vraag: Ga je als gemeente kinderen en ouders uitdagen of laat je de situatie zoals het is? Kortom, de gemeente heeft zeker verantwoordelijkheid rondom dit onderwerp. De gemeente moet meer en beter doordringen tot in de huiskamer. Met andere woorden, de gemeente moeten de kinderen en ouders meer bewust maken en met de neus op de feiten drukken. De huidige cijfers liegen er volgens de ouders niet om. De ouders zijn van mening dat de gemeente Hardenberg nog meer en effectiever kan insteken wat betreft de preventieve aanpak. Wat de gemeente hier volgens de ouders zoal aan kan doen wordt duidelijk in § 6.7 Wat mist er volgens de ouders op het gebied van alcoholpreventie in de gemeente Hardenberg. Conclusie Om de mening van ouders over de preventieve aanpak van de gemeente Hardenberg duidelijk te krijgen, is gevraagd om hier een rapportcijfer aan te verbinden. Gemiddeld is er een 6,6 als rapportcijfer uit gekomen. De preventieve aanpak van de gemeente Hardenberg wordt gemiddeld met een voldoende beoordeeld. Omdat de campagne ‘Fris over Drank’ samenvalt met de preventieve aanpak van de gemeente Hardenberg, is ook gevraagd naar een rapportcijfer betreft de campagne. De ouders die de campagne ‘Fris over Drank’ kennen, is gevraagd om deze campagne een rapportcijfer te geven, hierbij kwam het volgende gemiddelde tot stand: 7,2. De campagne ‘Fris over Drank’ wordt door de ouders gemiddeld met een ruim voldoende beoordeeld. Het valt op dat de ouders de campagne ‘Fris over Drank’ over het algemeen aanzienlijk hogere cijfers geven, dan de preventieve aanpak van de gemeente Hardenberg. De campagne ‘Fris over Drank’ wordt door de ouders dus een stuk positiever beoordeeld, dan de preventieve aanpak van de gemeente Hardenberg. En dat terwijl de preventieve aanpak samenvalt met de campagne ‘Fris over Drank’. Geconcludeerd kan worden dat het niet voor alle ouders duidelijk is, dat de campagne ‘Fris over Drank’ samenvalt met de preventieve aanpak van de gemeente Hardenberg en dat het is dus ook niet duidelijk is dat ze beide uitgaan van de gemeente Hardenberg. De resultaten uit het diepte-interview geven weer dat de gemeente zeker een verantwoordelijkheid heeft rondom dit onderwerp. De gemeente moet de kinderen en ouders meer bewust maken en met de neus op de feiten drukken. De ouders zijn van mening dat de
66
gemeente Hardenberg nog meer en effectiever kan insteken wat betreft de preventieve aanpak. Het komt er op neer dat de mening van de ouders, in cijfers uitgedrukt, een voldoende teweeg brengt. Maar dat de gemeente Hardenberg volgens de respondenten ouders en kinderen nog meer bewust kan maken van de feiten rondom alcohol(gebruik).
5.7 Wat mist er volgens de ouders op het gebied van alcoholpreventie in de gemeente Hardenberg? In deze paragraaf wordt de volgende deelvraag beantwoord: Wat missen de ouders van 1018 jarigen uit de gemeente Hardenberg op het gebied van alcoholpreventie binnen hun gemeente? De deelvraag is beantwoord aan de hand van resultaten uit de telefonische enquêtes en informatie uit het diepte-interview. Deze paragraaf wordt afgesloten met een conclusie. Er is net als bij voorgaande deelvragen onderscheid gemaakt tussen informatie van ouders vanuit de telefonische enquêtes en informatie van ouders vanuit het diepte-interview. Er is ook informatie die zowel in de telefonische enquêtes, als het diepte-interview naar voren komt. Om herhaling te voorkomen, staat deze informatie bij het ‘diepte-interview’ vermeld. Telefonische enquêtes De ouders hebben in de telefonische enquêtes aangegeven een aantal dingen te missen op het gebied van de preventieve aanpak van de gemeente Hardenberg. Deze zijn verdeeld onder de kopjes voorlichting, controle, preventieve aanpak en overige. De ouders missen: Voorlichting: Voorlichting richting zowel de ouders als de kinderen op de basisschool en in het voortgezet onderwijs Voorlichting richting ouders en kinderen door een ervaringsdeskundige of exalcoholverslaafde (eventueel door de gemeente gesubsidieerd/gefinancierd) Voorlichting aan de kinderen door horecagelegenheden met als doel het promoten van feestjes/uitgaan met 0% alcohol op een positieve manier. Voorlichting richting ouders en kinderen op sportverenigingen. Daarnaast moet er bij deze voorzieningen meer gelet worden op het schenken van alcohol (ID-controle) en op het teveel drinken van alcohol. Voorlichting aan kinderen via bibliotheken (meer boeken over alcohol en schadelijke gevolgen) Controle: De vroege openings- en sluitingstijden van horecagelegenheden. Daarnaast missen ze strenge controles (ID-controle etc.) De handhaving van regels in en rondom horecagelegenheden door de politie De controle van hokken en keten Controle van en door supermarkten rondom alcohol(verkoop) Preventieve aanpak: Campagnes en voorlichtingen die duidelijk zichtbaar en herkenbaar zijn De inzet van social media Overige: Zichtbare samenwerking van de gemeente met diverse disciplines Een balans tussen de primaire opvoedtaken van ouders en de (preventieve) aanpak van de gemeente
67
Prijsverhoging van alcoholische dranken
Diepte-interview De ouders hebben ook in het diepte-interview aangegeven een aantal dingen te missen. Deze zijn verdeeld onder de kopjes controle, preventieve aanpak en overige. Controle: Een goed beleid van de gemeente (dat gecontroleerd wordt) Preventieve aanpak: Les- en informatiepakketten voor jongeren en ouders die gefaciliteerd worden door de gemeente Schokkende etiketten op flessen/blikjes van alcoholische dranken en kratten bier Bekendheid van de campagne Alcoholgebruik op een negatieve, maar ook educatieve manier in de media en op TV Effectieve communicatie vanuit de gemeente Het deel over alcoholmatigingsbeleid in de krant onder het ‘algemene deel’ in plaats van onder het ‘gemeentelijke deel’ Het schrijven over alcoholgebruik vanuit de doelgroep Overige: Kinderen/jeugdgericht werken Aantrekkelijke omgeving voor jongeren, aangepast aan de ideeën van jongeren Een andere naam voor indrinken Verhoging van de leeftijdsgrens naar 18 jaar Een maatschappij waarin alcohol niet/minder geaccepteerd wordt Openheid over alcoholgebruik in een gezin Kortom zijn onderstaande punten de punten die het meest gemist worden door de respondenten (199) van de telefonische enquêtes, met betrekking tot de preventieve aanpak van de gemeente Hardenberg (in percentages uitgedrukt): 1. Voorlichting op basisscholen aan jongeren en ouders 33% 2. Voorlichting op middelbare scholen aan jongeren en ouders 30% 3. Zichtbaarheid en herkenbaarheid van campagnes 11% 4. Pers inzetten om doel te bereiken 9% 5. Horecagelegenheden strenger controleren 9% Van het diepte-interview kunnen geen percentages weergegeven worden van hoe vaak de gemiste punten genoemd zijn, omdat hier maar drie deelnemers aanwezig waren.
5.8 Vergroten van het ondersteuningsaanbod van de gemeente Hardenberg richting ouders In deze paragraaf wordt de volgende deelvraag beantwoord: Hoe kan de gemeente Hardenberg haar ondersteuningsaanbod gericht op ouders van 10-18 jarigen zodanig inrichten, dat de kans op het beoogde resultaat vergroot wordt? De deelvraag is beantwoord middels resultaten uit de telefonische enquêtes en informatie uit het diepte-interview. De gemiste punten uit de volgende paragraaf worden in deze paragraaf omgezet naar aanbevelingen van ouders voor de gemeente Hardenberg. Het kan zijn dat hier overlapping plaatsvindt, omdat de onderwerpen nauw met elkaar betrokken zijn. Er is ten eerste een onderscheid gemaakt tussen de preventieve aanpak van de gemeente Hardenberg en de preventieve partijen die een rol zouden moeten spelen met betrekking tot alcoholpreventie bij jongeren.
68
Ten tweede is er net als bij voorgaande deelvraag onderscheid gemaakt tussen informatie van ouders vanuit de telefonische enquêtes en informatie van ouders vanuit het diepteinterview. Er is ook informatie die zowel in de telefonische enquêtes, als het diepte-interview naar voren komt. Om herhaling te voorkomen, staat deze informatie bij het ‘diepte-interview’ vermeld.
5.8.1 Preventieve aanpak gemeente Hardenberg Telefonische enquêtes De volgende maatregelen kan de gemeente Hardenberg, volgens de respondenten treffen, om de preventieve aanpak alcohol en opvoeding meer onder de aandacht te brengen: Voorlichting: Voorlichting richting zowel de ouders als de kinderen op de basisschool en in het voortgezet onderwijs Voorlichting richting ouders en kinderen door een ervaringsdeskundige of exalcoholverslaafde (eventueel door de gemeente gesubsidieerd/gefinancierd) Voorlichting aan de kinderen door horecagelegenheden met als doel het promoten van feestjes/uitgaan met 0% alcohol op een positieve manier. Voorlichting richting ouders en kinderen op sportverenigingen. Daarnaast moet er bij deze voorzieningen meer gelet worden op het schenken van alcohol (ID-controle) en op het teveel drinken van alcohol. Voorlichting aan kinderen via bibliotheken (meer boeken over alcohol en schadelijke gevolgen) Controle: Horecagelegenheden eerder hun deuren laten openen en eerder laten sluiten. Daarnaast is het belangrijk dat horecagelegenheden strenger controleren op leeftijd (ID-controle). En personen die dronken zijn dienen geweigerd worden. De politie zou regels in en rondom horecagelegenheden strikter moeten handhaven (boetes, drank- en horecawet). Hokken en keten moeten beter gecontroleerd worden en eventueel een aantal hiervan verwijderen, zodat er meer controle is binnen horecagelegenheden. Ouders zouden aangesproken kunnen worden op de hokken en keten. Supermarkten dienen strenger gecontroleerd te worden door de gemeente, omdat zij één van de grootste verstrekkers van alcohol zijn (steekproeven door gemeente) Supermarkten zelf strenger laten controleren bij de verkoop van alcohol aan de jeugd (ID-controle door supermarkten) Preventieve aanpak: Campagnes en voorlichtingen duidelijker zichtbaar maken (flyers, aanplakbiljetten, folders, brochures, posters, krant, wijkbladen, TV etc.), zodat zichtbaar de herkenbaarheid bij ouders wordt gewekt. Social media inzetten door beter aan te sluiten bij de doelgroep (jongeren) Overige: De gemeente zichtbaar laten samenwerken met verschillende disciplines, zoals jongerenwerk (één lijn hierin trekken, duidelijke afspraken maken, controleren en nakomen) Het is van belang dat er een balans gevonden wordt tussen de primaire opvoedtaken van ouders en de (preventieve) aanpak van de gemeente. De prijs van alcoholische dranken verhogen, zodat het voor de jeugd op verschillende manieren onaantrekkelijker wordt gemaakt om alcohol te kopen/nuttigen.
69
Diepte-interview De volgende maatregelen kan de gemeente Hardenberg, volgens de respondenten treffen, om de preventieve aanpak alcohol en opvoeding meer onder de aandacht te brengen: Controle: De gemeente dient een goed beleid te hebben (aansturend en overkoepelend), die tevens gecontroleerd zou moeten worden. Preventieve aanpak: Het faciliteren (subsidiëren) van lespakken en informatiepakketten voor jongeren en ouders. Faciliteren betekent het verzorgen van pakketten of voorlichtingen die de inwoners van de gemeente Hardenberg kunnen gebruiken en volgen. Mensen dienen bewust te worden gemaakt van de gevaren rondom alcoholgebruik, door schokkende etiketten op flessen/blikjes van alcoholische dranken en kratten bier te plaatsen, daarnaast kan alcoholgebruik hierdoor verminderd worden. De campagne kan meer bekendheid krijgen door via de Stentor (krant) of via digitale (social) media te schokken met heftige gebeurtenissen rondom alcoholgebruik. Alcohol(gebruik) op een negatieve, maar ook een educatieve manier in de media en op TV naar voren laten komen (geen alcoholreclames meer op een positieve manier/om het product te verkopen) De gemeente effectiever laten communiceren richting ouders en jongeren, zodat er meer ouders en jongeren op een betere manier bereikt worden (flyeren, reclame, social media, internet, regionale pers en radio). Het deel in de krant (de Toren/de Stentor) dat gaat over het alcoholmatigingsbeleid van de gemeente, moet onder het ‘algemene deel’ geplaatst worden, in plaats van het’ gemeentelijke deel’. Aangezien veel ouders het gemeentelijke deel overslaan. Ouders/jeugd interesseren door te schrijven vanuit de ouders/jeugd (doelgroep zelf), dit geeft hen herkenning en identificatie en maakt het voor hen op deze manier interessant om te lezen. Overige: Er moet meer richting de kinderen/jongeren gewerkt worden, in plaats van het doel via ouders te bereiken (voorbeelden geven over de risico’s van alcohol, verpleegkundige op school laten komen, nieuwsberichten aanhalen, het onderwerp alcohol leefbaar maken) De omgeving van jongeren aantrekkelijker maken, aangepast aan de ideeën van jongeren, zodat zij geen alcohol meer gaan drinken uit bijvoorbeeld verveling. Wanneer de term ‘indrinken’ een andere naam en een ander karakter (sociaal) zou krijgen, een naam die de jeugd niet aantrekt, dan zou het niet leuk en stoer meer zijn, waardoor er afname van alcohol onder de jeugd kan worden bewerkstelligd. Leeftijdsgrens alcoholverkoop en alcoholgebruik verhogen naar 18 jaar De gemeente zou wat moeten doen aan het beeld dat door de maatschappij over alcohol geschetst wordt (het wordt normaal gevonden). De gemeente kan enige openheid over alcoholgebruik in een gezin creëren. Dit kan bereikt worden door meer aandacht te besteden aan het alcoholgebruik van ouders (hier naar vragen bij GGD onderzoek).
70
5.8.2 Preventieve partijen Telefonische enquêtes De volgende partijen, met uitzondering van de gemeente, worden door de respondenten genoemd als partijen, die volgens hen actief aan signalering en preventie moeten doen, als het gaat over overmatig alcoholgebruik onder de jeugd: Ouders Jongeren zelf Jongerencentra Jongerenwerkers Jeugdstichtingen Sport(verenigingen) Buurt- en clubhuizen School Docenten Zorgcoördinatoren Schoolarts Huisarts Ziekenhuis Medische wereld Ervaringsdeskundigen Maatschappelijk werkers Bureau Jeugdzorg GGZ GGD CJG Tactus Verslavingszorg Politie Horecagelegenheden Slijterijen Supermarkten Bibliotheek Werkgevers Kerk Media Politiek Overheid Consumentenbond Kortom valt de conclusie over de preventieve aanpak van de gemeente uit de vorige paragraaf samen met deze conclusie. De punten die het meest gemist werden door de respondenten, kunnen in deze paragraaf gezien worden als aanbevelingen. Wat betreft de preventieve partijen, worden de volgende meest genoemde partijen uitgedrukt in percentages: school 40%, horecaverenigingen 27%, sportverenigingen 25% en ouders 21%. Dit doen wij om aan te geven welke partijen volgens de respondenten het meest belangrijk zijn. In de bijlage is een diagram te vinden met alle genoemde partijen en bijbehorend het aantal respondenten die deze partijen genoemd hebben.
71
5.9 Schadelijke effecten van alcohol op jongeren In deze paragraaf staat de volgende vraag centraal: Wat zijn de schadelijke effecten van alcohol op jongeren in de leeftijd van 10-18 jaar? Deze deelvraag is op twee manieren aangepakt. Op de eerste plaats is gekeken wat er op basis van de literatuur bekend is ten aanzien van de schadelijke effecten. Vervolgens is gekeken aan de hand van de antwoorden op de telefonische enquêtes wat ouders zelf weten van deze effecten. De paragraaf eindigt met een conclusie. Literatuur Voor het literatuurdeel wordt verwezen naar hoofdstuk 3. Telefonische enquêtes Er is een aantal vragen gesteld aan de respondenten over de schadelijke effecten van alcoholgebruik van kinderen in de leeftijd van 10 tot en met 18 jaar. Deze vragen zijn gesteld, om de kennis te peilen. Wat weten en denken de respondenten over de schadelijke effecten van alcoholgebruik op jongeren? Hieronder staan een aantal gegevens uit de telefonische enquête. Deze vraag werd aan de respondenten gesteld: Denkt u dat de schadelijke effecten op de gezondheid voor jongeren even schadelijk, schadelijker of minder schadelijk zijn als voor volwassenen? In het diagram is te zien dat 92% van de respondenten denkt dat de schadelijke effecten op de gezondheid voor jongeren schadelijker zijn dan voor volwassenen. 7% denkt dat de schadelijke effecten op de gezondheid voor jongeren en volwassenen even schadelijk zijn. De overige 1% denkt dat de schadelijke effecten voor jongeren minder schadelijk zijn dan voor volwassenen. Hieruit blijkt dat een groot deel van de respondenten het bij het juiste eind heeft. Een klein deel van de respondenten denkt daarentegen dat de schadelijke effecten niet uitmaken wanneer je een jongere bent of een volwassene. Diagram 7: Denkt u dat de schadelijke effecten op de gezondheid voor jongeren even schadelijk, schadelijker of minder schadelijk zijn als voor volwassenen? 1% 0%
Schadelijke effecten alcoholgebruik
7%
even schadelijk schadelijker minder schadelijk weet niet 92%
In de onderstaande tabel is te zien dat bijna alle respondenten (95%) verstoring van de hersenontwikkeling en hersenschade opnoemen, wanneer ze gevraagd worden om spontaan schadelijke effecten van alcoholgebruik voor jongeren op te noemen. Veel respondenten (24%) noemen andere effecten, dan die er op het lijstje stonden (anders
72
namelijk), hiervan noemt een overgroot deel leveraandoening en concentratiestoornissen. Daarnaast vindt een even groot deel van de ouders (18%) gezondheidsproblemen op latere leeftijd en leerprestaties een schadelijk effect. Alcoholverslaving op latere leeftijd volgt daarna (11%). Aan de verkeersongevallen, fitheid, onveilige seks en schoolverzuim denken de ouders niet zo vaak, wanneer ze aan de schadelijke effecten van alcohol voor jongeren denken. Tabel 1: Wanneer er spontaan gevraagd wordt naar de kennis van de ouders over de schadelijke effecten van alcohol kunnen de respondenten de volgende schadelijke effecten van alcohol opnoemen
Verstoring van de hersenontwikkeling/hersenschade Gezondheidsproblemen op latere leeftijd Leerprestaties Misdragingen/agressie Fitheid Alcoholverslaving op latere leeftijd Verkeersongevallen Onveilige seks Schoolverzuim Anders: leveraandoening en concentratiestoornissen
95% 18% 18% 10% 5% 11% 7% 4% 4% 24%
Daarnaast is de vraag gesteld, of de respondenten denken dat het drinken van alcohol bepaalde schadelijke effecten tot gevolg heeft (zie tabel). Ze konden uit de volgende antwoordopties kiezen. Ik denk dat het schadelijke effect: heel vaak, regelmatig, weleens, nooit en weet niet voorkomt/ tot gevolg heeft. Uit de gegevens van de tabel kan geconcludeerd worden dat de respondenten denken dat verstoring van de hersenontwikkeling en hersenschade het meeste voorkomt (79%). Tevens wordt het antwoord gegeven dat misdragingen of betrokkenheid bij een vechtpartij vaak voorkomt (66%). Ook de leerprestaties verminderen door het alcoholgebruik volgens de respondenten (64%). Wat aanzienlijk minder vaak genoemd wordt door de respondenten is het verhoogde cholesterolgehalte (12%). Ongeveer de helft van alle respondenten (47%) weet niet of alcoholgebruik een verhoogd cholesterol gehalte tot gevolg heeft. Schoolverzuim komt volgens de ouders regelmatig voor (42%). Daarnaast wordt door een even grote groep respondenten een slechte conditie/verminderde fitheid en alcoholverslaving op latere leeftijd als gevolg van alcoholgebruik genoemd (33%). Daarna volgt onveilige seks (31%). Volgens een deel van de respondenten (14%) komt een verhoogd cholesterolgehalte nooit voor, gevolgd door een alcoholverslaving op latere leeftijd (8%). Daarnaast worden schoolverzuim (5%) en een slechte conditie (4%) nooit genoemd. Tot slot wordt verminderde leerprestaties (2%) nooit genoemd. Tabel 2: Mate waarin de schadelijke effecten volgens de ouders voorkomen
Mate waarin het voorkomt volgens ouders Een slechte conditie/ verminderde fitheid (op jonge leeftijd) Misdragingen of betrokkenheid bij een vechtpartij na het drinken van alcohol Onveilige seks na het drinken van alcohol Schoolverzuim Verstoring van de hersenontwikkeling/
Heel vaak
Regelmatig
Weleens
Nooit
Weet niet
44 %
33%
15%
4%
4%
66%
26%
7%
0%
1%
54%
31%
9%
0%
6%
23% 79%
42% 15%
24% 6%
5% 0%
6% 0%
73
hersenschade Verminderde leerprestaties Alcoholverslaving op latere leeftijd Een verhoogd cholesterolgehalte
64% 26% 12%
26% 33% 10%
8% 25% 17%
2% 8% 14%
0% 8% 47%
Conclusie Uit de literatuur is gebleken dat het gebruik van alcohol nauwelijks weg te denken is uit onze hedendaagse samenleving. Voor de meeste mensen gaan een heleboel gebeurtenissen en activiteiten vrijwel automatisch gepaard met het drinken van één of meerdere alcoholhoudende drankjes. Alcohol is een deel van onze cultuur geworden, het brengt echter veel schadelijke effecten met zich mee. Door het drinken van alcohol verdwijnen remmingen, verdwijnt de zelfbeheersing, ontstaat een euforisch gevoel (doordat het beloningssysteem beïnvloedt word), wordt men vrolijker, spraakzamer en het treedt het verlies van controlefuncties op. Daarnaast verdooft het middel pijngevoelens en vertraagt het reactievermogen. Hoe meer men drinkt, hoe sterker de effecten zijn. Wanneer er in korte tijd te veel alcohol gedronken is kunnen de volgende schadelijke effecten optreden: black-out, gray-out, alcoholvergiftiging en een kater. Alcohol heeft effect op de organen. Zo kunnen de lever, maag en hart- en bloedvaten aangetast worden. Vooral voor het ‘puberbrein’ zijn de gevolgen van alcoholgebruik verwoestend. Het Trimbos instituut heeft jarenlang uitgebreid onderzoek gedaan naar de risico’s van alcoholgebruik door jongeren. Uit onderzoek blijkt dat alcohol het brein verandert. Na de geboorte groeien de menselijke hersenen nog ongeveer 24 jaar door. Pas dan zijn de hersenen ook daadwerkelijk volledig volgroeid. De hersenschade door alcoholgebruik is voor een deel te herstellen. Hersencellen die kapot zijn gegaan komen nooit meer terug. De schade die is opgelopen aan de hersenen kan zich echter wel herstellen. Een voorwaarde hiervoor is dat er voor langere tijd (meer dan enkele maanden), niet gedronken wordt. Alcoholgebruik is zeer ongezond voor kinderen en jongeren. In de puberteit groeien de spieren en botten in een versneld tempo (groeispurt). Onderzoek heeft aangetoond dat alcohol een remmend effect heeft op de groei en ontwikkeling van de botten (met name bij jongens). Dit is helaas niet het enige schadelijke effect van alcohol op een lichaam dat nog volop in ontwikkeling is. Het drinken van alcohol door jongeren veroorzaakt grote problemen. Zo zijn alcohol gerelateerde verkeersongelukken (voetgangers, fietsers, bromfietsers etc.) doodsoorzaak nummer één onder jongeren. Ook kan alcoholgebruik leiden tot drie andere veel voorkomende doodsoorzaken: moord, zelfmoord en de verdrinkingsdood. Daarnaast heeft alcohol soms als effect dat jongeren verder gaan op seksueel gebied. Jongeren worden op allerlei manieren verleid om te drinken. De laatste jaren zijn mixdrankjes vooral onder jongeren erg populair geworden. Alcohol is op veel plaatsen te zien en te koop. Op televisie zie je mensen alcohol drinken in series en talkshows, de sfeer is vaak gezellig en ontspannen. Ook in reclames wordt een positief beeld geschetst van alcohol en de mensen die het drinken. Als het gaat om middelengebruik, zijn leeftijdgenoten vaak het referentiepunt voor de levensstijl. Aansluiting zoeken bij groepen. Jongeren die neigen naar riskant gedrag zoeken elkaar vaak op en versterken dit bij elkaar. Dit kan ook ‘’groepsdruk’’ genoemd worden. De overheid wil drankgebruik onder jongeren terugdringen. Via campagnes en voorlichting wijst de overheid jongeren en hun ouders op de risico’s van alcohol. Het kabinet wil drinkende jongeren strenger aanpakken. Hiervoor wordt de Drank- en Horecawet aangepast op 1 januari 2013. Naast de nieuwe wet maakt de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) 6 miljoen euro vrij om jongeren te wijzen op de gevaren van alcohol. Via social
74
media en voorlichting op scholen moeten jongeren bewuster worden van de gevaren van alcohol. Bij de telefonische enquêtes is een aantal vragen gesteld over de schadelijke effecten van alcoholgebruik van kinderen in de leeftijd van 10 tot en met 18 jaar. 92 % van de respondenten denkt dat de schadelijke effecten op de gezondheid voor jongeren schadelijker zijn dan voor volwassenen. 7% denkt, dat de schadelijke effecten op de gezondheid voor jongeren en volwassenen even schadelijk zijn. 1% denkt dat de schadelijke effecten voor jongeren minder schadelijk zijn dan voor volwassenen. Daarnaast noemen veel respondenten verstoring van de hersenontwikkeling en hersenschade op wanneer ze gevraagd worden om spontaan schadelijke effecten van alcoholgebruik voor jongeren op te noemen. Aan de verkeersongevallen, fitheid, onveilige seks en schoolverzuim denken de ouders niet zo veel wanneer ze aan de schadelijke effecten van alcohol voor jongeren denken. De respondenten denken dat verstoring van de hersenontwikkeling en hersenschade het meeste voorkomt. Wat minder vaak genoemd wordt door de respondenten is het verhoogde cholesterolgehalte. Kortom, er zijn diverse factoren binnen de ontwikkeling en opvoeding van jongeren, die kunnen maken dat zij een goede balans vinden met betrekking tot het experimenteren en het gebruiken van alcohol. De negatieve effecten van alcoholgebruik door jongeren in de leeftijdscategorie van 10 tot en met 18 jaar zijn groot. Alcoholgebruik beïnvloedt diverse ontwikkelingsgebieden en kent grote nadelige gevolgen bij misbruik van het middel. Het feit dat alcohol op sociaal vlak geaccepteerd wordt binnen de Nederlandse samenleving, maakt dat adolescenten tot op de dag van vandaag last ondervinden van de schadelijke effecten die het gebruik van het middel met zich meebrengt.
75
6. Onderzoeksresultaten 2010-2012 (vergelijking) 6.1 Veranderingen van ouders met betrekking tot kennis, attitude en gedrag over alcoholgebruik In deze paragraaf wordt de volgende deelvraag beantwoord: Welke veranderingen met betrekking tot kennis, attitude en gedrag over alcoholgebruik, zijn er bij Hardenbergse ouders met jongeren in de leeftijd van 10-18 jaar, ten opzichte van oktober 2010, opgetreden? Deze deelvraag wordt beantwoord door middel van verschillende resultaten uit de telefonische enquêtes. Tevens wordt er een vergelijking gemaakt met de onderzoeksresultaten uit 2010. Om te kijken of de verschillen significant zijn, is er waar het kan, een T-toets uitgevoerd. Dit is door Arnout Schuitema gedaan, omdat wij hier niet bekend mee zijn. Hiervoor is gekozen, omdat deze gegevens later vanuit het lectoraat worden verwerkt in een artikel. De indeling van het vorige onderzoeksverslag hebben we aangehouden, om een goed overzicht te geven van de vergelijkingen die zijn gemaakt. De volgende paragrafen komen aan bod: het bereik van de interventie, agendasetting, sociale norm, kennis negatieve gevolgen, kennis alcohol in de opvoeding, kennis ouders over alcoholgebruik van de kinderen en gedrag ouders in de opvoeding. Daar waar het kon zijn er vergelijkingen gemaakt tussen de resultaten uit 2010 en 2012.
6.1.1 Samenstelling van de groep respondenten De groep respondenten bestond voor 25% uit mannen en voor 75% uit vrouwen, in 2010 bestond de groep respondenten voor 33% uit mannen en voor 67% uit vrouwen. In 93% van de gevallen betreft het een twee-oudergezin, in 2010 was dit 97%. De gemiddelde leeftijd van de respondenten is 46 jaar, in 2010 was de gemiddelde leeftijd ruim 45 jaar. Dit komt dus aardig overeen. De grootste groep respondenten heeft een gemiddeld opleidingsniveau (57%), in 2010 was dit 65%. Een hoog opleidingsniveau heeft 32% van de respondenten, in 2010 was dit 27%. En 11% van de respondenten heeft een laag opleidingsniveau, in 2010 was dit 8%. Gevraagd naar de leeftijd van het oudste inwonende kind is in dit onderzoek 52% van de kinderen jonger dan 16 jaar, in 2010 was dit 45%. Er zijn in dat onderzoek dus meer ouders met kinderen in de leeftijd van 16 jaar en ouder bevraagd. Dit kan verschillen in opvattingen van ouders verklaren.
6.1.2 Het bereik van de interventie Allereerst is aan de deelnemers aan het onderzoek gevraagd of zij bekend waren met de campagne “Fris over Drank”. Deze vraag werd door 46% van hen bevestigend beantwoord. In 2010 gaf 45% van de deelnemers aan de campagne te kennen, er is dus in twee jaar tijd weinig meer bekendheid met de campagne onder ouders verkregen. Het betreft hier een algemene vraag, bij volgende metingen zal er wat specifieker worden ingezoomd op te onderscheiden activiteiten. Hoewel niet zomaar mag worden aangenomen dat alle georganiseerde voorlichtingsavonden het resultaat zijn van de campagne, geeft het aantal bezochte voorlichtingsavonden wel een indicatie. Van de 198 (1 respondent heeft deze vraag niet beantwoord) respondenten gaf 41% aan wel eens een of meerdere voorlichtingsavond(en) te hebben bezocht. In 2010 was dit 29%. Voorlichtingsavonden worden tegenwoordig door de ouders dus beter bezocht, een stijging van 12%.
76
Het overgrote deel van de bezochte voorlichtingsavonden vond op school plaats (86%), bij het overige deel (14%) werden locaties genoemd als: werk, inwerkcursus, kerk, Tactus Verslavingszorg, gemeente en VV Bergentheim. In 2010 daarentegen vond de helft van de bezochte voorlichtingsavonden op school plaats, de andere helft op andere locaties. Tevens is gevraagd aan de respondenten of zij bekend waren met het geven van alcoholvoorlichting op school aan de kinderen. Deze vraag is door 196 (van de 199) respondenten ingevuld. In totaal zijn 156 van de respondenten wel bekend met dit fenomeen (80%). In 2010 was 74% bekend met dit fenomeen. Van de 156 respondenten maakte 47% melding van activiteiten op de basisschool, dit was 54% in 2010. Daarentegen wist 75% van voorlichtingsactiviteiten in het voortgezet onderwijs, in 2010 kwam dit neer op 81%. 34 respondenten (22%) hebben aangegeven dat ze op de hoogte waren van zowel de voorlichting in het basisonderwijs als de voorlichting in het voortgezet onderwijs. In 2010 was dit 35% in beide onderwijsfases. Kortom is de opkomst bij voorlichtingsavonden hoger dan in 2010, maar er zijn uitzonderingen op het gebied van kennis van ouders over alcoholvoorlichting voor de kinderen. Van de respondenten vond meer dan de helft (59%), dat er voldoende voorlichting wordt gegeven aan de kinderen, 23% vindt het onvoldoende. Vergeleken met de resultaten uit 2010, zijn beide percentages gestegen. Er zijn dus meer respondenten die een voldoende geven, maar ook meer respondenten die een onvoldoende geven, ten opzichte van 2010. Wat betreft voorlichting op school aan ouders waren 111 (56%) van de respondenten op de hoogte van activiteiten op school. In 2010 was dit 43%. Van de 111 respondenten kende 40% de voorlichtingsactiviteiten voor ouders op de basisschool, in 2010 was dit 27%. Daarentegen kende 70% de voorlichtingsactiviteiten uit het voortgezet onderwijs, in 2010 kwam dit neer op 83%. Van de respondenten wist 14% af van voorlichtingsactiviteiten binnen beide onderwijsfases. In 2010 wist 10% van de respondenten af van voorlichtingsactiviteiten in beide onderwijsfases. Kortom kijken ouders positiever aan tegen de voorlichting die er gegeven wordt aan ouders en weten zij ook vaker af van voorlichtingsbijeenkomsten die voor deze doelgroep georganiseerd worden door de basisschool in tegenstelling tot de voorlichtingsbijeenkomsten van het voortgezet onderwijs. Dit zou het gevolg kunnen zijn van het feit, dat er nu relatief minder voorlichtingsavonden voor ouders zijn in het voortgezet onderwijs, de nadruk ligt op het basisonderwijs.
6.1.3 Agendasetting Wat betreft de vraag of het alcoholgebruik van jongeren in Hardenberg normaal is te noemen heeft 27% hier geen specifieke mening over, 26% vindt het (helemaal) niet normaal en 18% vindt het (heel) normaal. De meeste respondenten vinden de aandacht in de media voor het overmatig alcoholgebruik van jongeren (helemaal) niet overdreven: 73%. Nadenken of praten over alcoholgebruik door jongeren en betrokkenheid bij het onderwerp is bij iets meer dan de helft van de respondenten te concluderen. In die zin is het interessant om de resultaten van het onderzoek te vergelijken met de resultaten van het onderzoek uit 2010. De gemiddelde scores van de gemeente Hardenberg uit de meting van 2010 zijn vergelijkbaar met de gegevens uit ons onderzoek, getuige onderstaande tabel (een hogere score is meer positief te noemen): Tabel 3: Agendasetting
1. Alcoholgebruik normaal te noemen 2. Media-aandacht overdreven
Hardenberg 2010 3.09 (max: 5) 4.37 (max: 5)
77
Hardenberg 2012 3.17 4.33
3. Laatste tijd nagedacht over thema 4. Laatste tijd gepraat over thema 5. Betrokkenheid bij thema
1.92 (max: 3) 1.87 (max: 3) 2.77 (max: 4)
1.90 2.06 2.74
Een T-toets kan hier niet zomaar uitgevoerd worden. Het gaat hier om ordinale variabelen: mee eens tot en met niet mee eens. Om een T-toets te kunnen doen moet je de afstand tussen punten serieus kunnen nemen als getal. Dat is bij deze variabelen niet zo: 2 punten verschil betekent niet echt iets in de zin van: dat verschil is twee keer zo groot als een verschil van 1 punt. Wanneer items worden samengevoegd (optelt in de juiste richting) benader je wellicht wel een intervalschaal. Je zou dan wel een T-toets kunnen doen. Dan moet de samenvoeging wel ergens op slaan. Daarom zijn de correlaties (samenhangen) berekend tussen de items. Wat hier uitkwam is dat items 3, 4 en 5 bij elkaar horen en items 1 en 2 eigenlijk niet met de andere items samenhangen en dus ook niet bij de schaal horen. Er is bij de items 3, 4 en 5 een T-toets afgenomen, hieruit kwam dat er geen significant verschil is. De items kunnen wel onafhankelijk van elkaar getoetst worden, met een non-parametrische toets. Alleen bij het item 4 is dan een significant verschil te zien in de data. In 2012 wordt er meer over gepraat dan in 2010. Maar er moet rekening mee gehouden worden dat dit een toevallig resultaat zou kunnen zijn.
6.1.4 Sociale norm Wat betreft sociale normen scoren ouders over het algemeen zeer positief. De vragen in het Hardenbergse onderzoek zijn in 2010 en 2012 op dezelfde manier gesteld, vandaar dat er een goede vergelijking te maken is. Er was echter een vraag die in 2010 wel gesteld is, maar in 2012 niet, vandaar dat de cel bij 2012 leeg is. Het valt op dat in 2012 bij iedere vraag hoger wordt gescoord, in vergelijking met 2010. Dit is met uitzondering van de vraag of het prima is dat kinderen van 15 tijdens het uitgaan 5 glazen alcohol op een avond drinken. Bij deze vraag zijn de resultaten gelijk gebleven. Tabel 4: Sociale norm (maximale score: 5)
1. 12-jarige met mixdrankje raar 2. Goede zaak als gemeente zich bemoeit met alcoholgebruik jongeren 3. Belangrijk alcoholgebruik van kinderen te monitoren 4. Het is prima dat kinderen van 15 tijdens het uitgaan 5 glazen op een avond drinken 5. Het is prima dat kinderen van 14 tijdens het uitgaan 5 glazen op een avond drinken
Hardenberg 2010 4.14 4.49
Hardenberg 2012 4.44 4.68
4.81
-
4.83
4.83
4.90
4.94
Bij deze tabel is dezelfde strategie, wat betreft de T-toets, toegepast als bij de vorige tabel (tabel 3). Alleen de items 4 en 5 hangen enigszins met elkaar samen. Maar dat komt door de formulering. Bij optelling van die items kun je niet van een schaal spreken. Non-parametrische toetsen voor de verschillen op de afzonderlijke items geven geen enkel significant verschil aan.
78
6.1.5 Kennis negatieve gevolgen van alcohol Er is een aantal gesloten vragen gesteld, om de kennis van de respondenten met betrekking tot de negatieve gevolgen van alcoholgebruik op kinderen te meten. Daarnaast is er een vraag gesteld waarbij spontaan schadelijke gevolgen genoemd moeten worden, hierbij had de enquêteur vooraf categorieën beschikbaar, waarop gescoord kon worden. Er is een vergelijking gemaakt met gemiddelden uit het onderzoek van 2010 en 2012. Hierbij wordt duidelijk zichtbaar dat de resultaten uit het onderzoek van 2012 allen net iets hoger uitvallen dan in 2010. In onderstaande tabel staan de scores op de gesloten vragen: Tabel 5: Kennis negatieve gevolgen (maximale score: 5 hoe hoger de score, hoe beter de kennis)
De gevolgen van overmatig alcoholgebruik door jongeren zijn zo ernstig dat er iets aan gedaan moet worden Denkt u dat de schadelijke effecten op de gezondheid voor jongeren even schadelijk, schadelijker of minder schadelijk zijn dan voor volwassenen Pas als jongeren zoveel alcohol drinken dat ze er aangeschoten of dronken van worden is het schadelijk voor hen
Hardenberg 2010 4.44
Hardenberg 2012 4.46
4.82
4.91
3.46
3.77
Geen van de items hangen met elkaar samen, er zijn dan ook geen significante verschillen aangetoond bij de non-parametrische toets. In onderstaande tabel (tabel 6) staan de scores op spontaan genoemde gevolgen van alcoholgebruik bij kinderen. Er zijn op een aantal punten verschillen vast te stellen tussen beide onderzoekspopulaties, maar opvallend is dat dezelfde trend optreedt: hersenschade wordt door beide populaties voor meer dan 80% benoemd, gezondheidsproblemen is in beide gevallen de tweede score, gevolgd door leerprestaties. Merkwaardig is ook dat in 2012, na twee jaar extra campagne voeren, maarliefst 90% van de respondenten spontaan ‘hersenschade’ benoemt als schadelijk gevolg bij kinderen. Dit gevolg werd in 2010 door 84% van de respondenten benoemd. Er is een stijging van 6% geconstateerd. Daarbij dient echter rekening te worden gehouden met het feit dat er ook landelijke campagnes lopen die nadruk leggen op dit gegeven. Tabel 6: Welke schadelijke gevolgen worden spontaan genoemd
1. Verstoring van de hersenontwikkeling/hersenschade 2. Gezondheidsproblemen op latere leeftijd 3. Leerprestaties 4. Misdragingen/agressie 5. Fitheid 6. Alcoholverslaving op latere leeftijd 7. Verkeersongevallen 8. Onveilige seks 9. Schoolverzuim 10. Anders
Hardenberg 2010
Hardenberg 2012
84%
90%
18%
18%
13% 9% 5% 4% 4% 1% 0% 31%
18% 10% 5% 11% 7% 4% 4% 25%
Het gaat hier niet om een T-toets, maar om een toets voor het verschil tussen onafhankelijke proporties. De volgende items zijn significant: 1,6 en 9.
79
Dat bepaalde zaken meer genoemd worden in 2012 is relatief: het gaat ook om het aantal nadelen dat wordt genoemd. Dat is in 2010 gemiddeld 1,7 aantal nadelen per persoon en in 2012 gemiddeld 1,9 aantal nadelen. Dit is een mooi resultaat. Een alternatieve verklaring voor het aantal genoemde verschillen kan zijn dat de telefonisten (van de telefonische enquêtes) beter zijn dan bij het vorige onderzoek (2010).
6.1.6 Kennis alcohol in de opvoeding Het is van belang dat ouders de juiste kennis hebben om het alcoholgebruik van hun kinderen in positieve zin te kunnen beïnvloeden. Geloof in eigen effectiviteit is een van de essentiële voorwaarden, om daadwerkelijk succes te kunnen boeken. Met het oog op tabel 5 komt duidelijk naar voren, dat bij alle vragen die in verband staan met kennis over alcohol in de opvoeding, de onderzoekspopulatie in 2012 hoger scoort dan in 2010: Tabel 7: Kennis alcohol in de opvoeding (maximale score: 5; hoe hoger de score, hoe beter de kennis)
1. Ik geloof dat je als ouder kunt voorkomen dat je kind veel alcohol gaat drinken 2. Als je kind eenmaal veel alcohol drinkt is het als ouder erg moeilijk daar nog iets aan te doen 3. Als ouders matig drinken, zullen kinderen ook matig drinken 4. Ouders kunnen het drinkgedrag van hun kinderen binnen de perken houden door duidelijke afspraken over alcoholgebruik te maken 5. Door open met kinderen over alcoholgebruik en de gevolgen te praten, zullen zij verstandiger met alcohol omgaan 6. Wat vindt u een geschikte leeftijd om voor het eerst met kinderen over alcoholgebruik en de gevolgen ervan te praten?
Hardenberg 2010 3.20
Hardenberg 2012 3.30
2.61
2.72
3.19
3.24
4.07
4.31
4.42
4.52
4.59
4.82
De items 1, 3, 4 en 5 lijken samen te hangen. De T-toets blijkt echter geen significant verschil uit te wijzen.
6.1.7 Kennis ouders over alcoholgebruik van de kinderen Gevraagd is naar de kennis die ouders hebben over het alcoholgebruik van hun kinderen. Daartoe is gevraagd of zij weten op hoeveel dagen hun kind de afgelopen 4 weken heeft gedronken. In deze periode heeft 43% van de kinderen volgens de ouders gedronken, 49% van de kinderen had in 2010 volgens de ouders gedronken (daling van 6%). Van de min 16jarigen heeft 9% gedronken, in 2010 was dit 13% (wederom een daling, in dit geval van 4%). In de leeftijdsklasse 12-15 jaar was dit 10%, in 2010 15%. Bij de jongeren van 16 jaar en ouder was dit 80%, in 2010 was dit 78% (stijging van 2%). In 2012 hebben de drinkende kinderen onder de 16 gemiddeld 2,80 glazen alcohol per gelegenheid gedronken (maximaal 7 glazen) In 2010 was het gemiddelde 3,16 (maximaal 13) glazen. Wij constateren een lichte daling per gelegenheid onder deze leeftijdsgroep, zowel wat betreft het gemiddeld aantal glazen als wat betreft het maximum aantal. In 2012 hebben kinderen van 16 jaar en ouder gemiddeld 4,40 glazen alcohol per gelegenheid gedronken (maximaal 15). In 2010 was dit 3,74 glazen (maximum 10). Geconstateerd kan worden, dat er in deze leeftijdsklasse juist iets meer gedronken wordt.
80
Van de ouders denkt 85% dat zij (redelijk) veel zicht hebben op het alcoholgebruik van hun kind, in 2010 was dit ruim 80% (stijging van ongeveer 5%). Het betreft hier ouders van alle leeftijdsklassen. Er is enig verschil tussen ouders van kinderen ouder dan 16 jaar en van kinderen beneden de 16 jaar. Van ouders met kinderen boven de 16 jaar vindt 49% (evenals in 2010) dat men hier veel zicht op heeft tegen 68% (en 61% in 2010) van ouders van jongere kinderen. Tabel 8: Kennis van ouders over alcoholgebruik van kinderen onder de 16 jaar (in procenten en aantallen)
Hoeveel procent van de kinderen heeft volgens hun ouders in de afgelopen 4 weken gedronken? Het gemiddeld aantal glazen dat de kinderen per gelegenheid hebben gedronken Denkt u dat u veel zicht heeft op het alcoholgebruik van uw kind?
Hardenberg 2010 13%
Hardenberg 2012 9%
3,16 glazen
2,80 glazen
61%
68%
Tabel 9: Kennis van ouders over alcoholgebruik van kinderen boven de 16 jaar (in procenten en aantallen)
Hoeveel procent van de kinderen heeft volgens hun ouders in de afgelopen 4 weken gedronken? Het gemiddeld aantal glazen dat de kinderen per gelegenheid hebben gedronken Denkt u dat u veel zicht heeft op het alcoholgebruik van uw kind?
Hardenberg 2010 78%
Hardenberg 2012 80%
3,74 glazen
4,40 glazen
49%
49%
6.1.8 Gedrag ouders in de opvoeding Waarschijnlijk zal de leeftijd van kinderen verschil uitmaken ten opzichte van het handelen van ouders in de opvoeding van hun kinderen. Om deze reden is er een splitsing gemaakt in opvoedingsstijl bij kinderen jonger dan 16 jaar en kinderen vanaf 16 jaar. Het gaat bij een aantal vragen alleen om kinderen of ouders die drinken. Uit de tabellen 10 en 11 wordt duidelijk, dat het tolerantieniveau bij de ouders stijgt, met het stijgen van de leeftijd van het kind. Het meest opvallende verschil tussen beide populaties is, dat er in 2012 door de ouders, ten opzichte van 2010, minder alcohol gekocht wordt voor hun kinderen (bij deze daling is er geen verschil tussen leeftijden onder of boven de 16 jaar).
81
Tabel 10: Gedrag in de opvoeding voor kinderen onder de 16 jaar (maximale score: 5; hoe hoger de score, hoe beter het gedrag)
< 16 jaar Gedrag ouder [1(stimuleren) tot 3 - 5 (remt) alcoholgebruik kind] 1. Keurt u het goed als uw kind alcohol drinkt? [1-4] 2. Heeft u er problemen mee als uw kind voor het uitgaan thuis alvast alcohol drinkt [1-3] 3. Koopt u weleens alcohol speciaal voor uw kind [1-5] 4. Als u bij uw kind bent drink u dan meer, minder of evenveel alcohol als wanneer hij/zij er niet bij is? [1-3] 5. Denkt u dat u zicht heeft op het alcoholgebruik van uw kind [1-4]
Hardenberg 2010
Hardenberg 2012
3.90
3.79
2.60
2.77
4.21
4.84
2.21
2.19
3.25
3.45
Deze vragen kunnen niet als een schaal opgevat worden, omdat het wel of niet beantwoorden van een vraag (bijv. koopt u weleens alcohol voor uw kind), afhangt van de andere vraag. Alleen bij items 1, 3 en 5 is een non-parametrische toets uitgevoerd, deze zijn in geen van de gevallen significant. Tabel 11: Gedrag in de opvoeding voor kinderen boven de 16 jaar (maximale score: 5; hoe hoger de score, hoe beter het gedrag)
> 16 jaar Gedrag ouder [1(stimuleren) tot 3 - 5 (remt) alcoholgebruik kind] 1. Keurt u het goed als uw kind alcohol drinkt? [14] 2. Heeft u er problemen mee als uw kind voor het uitgaan thuis alvast alcohol drinkt [1-3] 3. Koopt u weleens alcohol speciaal voor uw kind [1-5] 4. Als u bij uw kind bent drink u dan meer, minder of evenveel alcohol als wanneer hij/zij er niet bij is? [1-3] 5. Denkt u dat u zicht heeft op het alcoholgebruik van uw kind [1-4]
Hardenberg 2010
Hardenberg 2012
2.28
2.27
2.10
1.93
4.17
4.11
2.05
2.16
3.38
3.27
Bij deze tabel geldt hetzelfde als bij tabel 10, er zijn geen significante verschillen.
6.1.9 Kruisverbanden In deze paragraaf worden er verbanden gelegd tussen de gegevens vanuit de telefonische enquête van 2010 en 2012. Hierbij komen de leeftijd van de kinderen, het opleidingsniveau, de kennis van ouders en het drinkgedrag van ouders aan bod.
82
6.1.9.1 Leeftijd van de kinderen Uit een nadere analyse over de gegevens van 2010 en 2012 blijkt, dat gemiddeld genomen de ouders in 2010 wat eerder begonnen met het maken van afspraken. Tot en met het 12 e jaar van de kinderen maakte in 2010 55% van de ouders een afspraak over hun drankgebruik, in 2012 was dit bij 39% van de ouders het geval. Daar staat tegenover, dat we een lichte stijging zien van ouders die, ongeacht de leeftijd van het kind een afspraak maken. In 2010 maakte in totaal 63% van de ouders een afspraak, in 2012 was dit 69%.
6.1.9.2 Opleidingsniveau Van de 198 (bij 1 respondent was deze vraag niet ingevuld) respondenten gaf 41% aan wel eens een of meerdere voorlichtingsavond(en) te hebben bezocht. In 2010 was dit 29%. Vaak wordt er vanuit gegaan, dat ouders met een hogere opleiding relatief eerder een ouderavond van hun kind bezoeken (Bovens & Schuitema, 2011). Inderdaad blijkt dit in de gemeente Hardenberg ook het geval te zijn, maar de verschillen zijn niet spectaculair. Het blijkt dat eenderde deel (33%) van ouders met een laag opleidingsniveau een voorlichtingsavond bezoekt. Bij ouders met een gemiddeld- en hoog opleidingsniveau blijkt dit percentage hoger te liggen (41% en 44%). In 2010 blijkt daarentegen minder dan eenderde (27%) van de laag opgeleide ouders een voorlichtingsavond te bezoeken. Bij ouders met een gemiddeld opleidingsniveau is dit ongeveer gelijk (28%), bij een hoog opleidingsniveau blijkt dat dit percentage hoger ligt (35%). Kortom, in 2012 bezoekt een groter percentage van de ouders een voorlichtingsavond ten opzichte van 2010. Deze stijging doet zich bij ouders in alle opleidingsniveaus voor. Tabel 12: Bezoek voorlichtingsavonden naar opleidingsniveau van de ouder:
Opleidingsniveau Laag opleidingsniveau Gemiddeld opleidingsniveau Hoog opleidingsniveau
Hardenberg 2010 27% bezoek 28% bezoek 35% bezoek
Hardenberg 2012 33% bezoek 41% bezoek 44% bezoek
Uit de analyse (zie tabel 13) blijkt dat ouders met een gemiddelde opleiding het meest tolerant zijn, in 2010 waren dit nog de ouders met verhoudingsgewijs het laagste opleidingsniveau. De verklaring hiervoor kunnen wij niet geven, hiervoor zouden diepgaandere analyses op het materiaal moeten plaatsvinden. In overleg met onze begeleiders van het lectoraat hebben wij dit achterwege gelaten. Tabel 13: Goedkeuring ten aanzien van alcoholgebruik naar opleidingsniveau ouder
Opleidingsniveau Laag opleidingsniveau Gemiddeld opleidingsniveau Hoog opleidingsniveau
Hardenberg 2010 62% 56% 50%
Hardenberg 2012 45% 60% 41%
6.1.9.3 Kennis In de volgende tabel wordt een kruisverband zichtbaar gemaakt tussen het bijwonen van een voorlichtingsavond over alcohol en de kennis van ouders over alcohol(gebruik) onder jongeren. Wij hebben ervoor gekozen om deze vergelijking te maken, omdat deze naar ons idee waardevol is. Is de kennis bij ouders die een voorlichtingsavond bezoeken hoger? In 2010 is dit niet gedaan, waardoor wij deze resultaten (2012) niet kunnen vergelijken met die
83
uit 2010. De vraag die gesteld is, luidt: Hebt u in de afgelopen 2 jaar wel eens een voorlichtingsavond over alcohol bijgewoond? Deze vraag wordt afgezet tegen de volgende vragen: Denkt u dat de schadelijke effecten op de gezondheid voor jongeren even schadelijk, schadelijker of minder schadelijk zijn dan voor volwassenen? Hoeveel ouders noemen spontaan de verstoring van hersenontwikkeling/hersenschade als schadelijk gevolg van alcoholgebruik? Pas als jongeren zoveel alcohol drinken dat ze er aangeschoten of dronken van worden, is het schadelijk voor hen (helemaal mee oneens, een beetje mee oneens, niet mee eens/niet mee oneens, een beetje mee eens, helemaal mee eens)? In tabel 14 is te zien dat 95% van de ouders die een voorlichtingsavond hebben bezocht de effecten van alcohol voor jongeren schadelijker vindt dan voor volwassenen, daarentegen vindt 90% van de ouders die geen voorlichtingsavond hebben bezocht dit. Hierin is een verschil van 5%. Van de ouders die een voorlichtingsavond hebben bezocht, noemt 94% spontaan de verstoring van hersenontwikkeling en hersenschade als gevolg van alcoholgebruik bij jongeren. Hier tegenover staat 87% van de ouders die geen voorlichtingsavond hebben bezocht. Het verschil is 7%. 65% van de ouders die een voorlichtingsavond hebben bezocht is het niet eens met de stelling dat alcohol pas schadelijk is wanneer jongeren er aangeschoten of dronken van worden. Van de ouders die geen voorlichtingsavond hebben bezocht is 58% het eens met de stelling. Dit is ook een verschil van 7%. Kortom hebben de ouders die een ouderavond hebben bezocht betere kennis (overeenkomend met de werkelijkheid/feiten) over de schadelijke effecten van alcohol onder jongeren. Tabel 14: Voorlichtingsavond en kennis van ouders (met jongeren in de leeftijd van 10 t/m 18 jaar). Hoe hoger de percentages zijn, hoe positiever de uitkomst.
… % van de ouders vindt de effecten van alcohol voor jongeren schadelijker dan voor volwassenen
Bezoek 95% voorlichtingsavond: Ja Bezoek 90% voorlichtingsvond: Nee
Spontaan noemt … % van de ouders verstoring van de hersenontwikkeling/ hersenschade als gevolg van alcoholgebruik bij jongeren
… % van de ouders is het er helemaal niet mee eens dat alcohol pas schadelijk is wanneer jongeren er aangeschoten of dronken van worden
94%
65%
87%
58%
De resultaten uit deze tabel zijn niet vergeleken met de resultaten uit 2010. Hierdoor is er geen T-toets op uitgeoefend en is het niet bekend of de uitkomsten significant zijn.
6.1.9.4 Drinkgedrag Ouders die hoger scoren op de vragen die gaan over eigen alcoholgebruik uit de enquête (Audit-C), blijken op een aantal punten af te wijken van andere ouders.
84
1. Zij vinden het alcoholgebruik van jongeren in Hardenberg iets meer normaal (41% vindt dit tegenover 34% van de niet-problematisch scorende ouders). In 2010 was dit 44% tegenover 28%). Kortom vinden de matig problematisch scorende ouders het alcoholgebruik van jongeren in Hardenberg iets minder normaal dan twee jaar geleden (daling van 3%). De niet-problematisch scorende ouders vinden het alcoholgebruik van jongeren in Hardenberg echter normaler geworden (stijging van 6%). 2. Zij vinden de aandacht voor het onderwerp in de media vaker overdreven (32% vs. 12%). In 2010 was dit 22% vs. 10%. Hieruit kan opgemaakt worden dat er meer matig problematisch scorende ouders de aandacht voor het onderwerp in de media overdreven vinden, ten opzichte van 2010 (stijging van 10%). Bij de nietproblematisch scorende ouders is er een kleine stijging te zien van 2%. 3. Zij vinden het in iets mindere mate een goede zaak dat de gemeente zich bezighoudt met het onderwerp (74% vs. 96%). Uit de gegevens van 2010 komen de volgende percentages: 77% vs. 91%. Kortom vinden minder matig problematisch scorende ouders het goed dat de gemeente zich bezighoudt met het onderwerp, ten opzichte van 2010 (daling van 3%). Maar juist meer niet-problematisch scorende ouders vinden het goed dat de gemeente zich bezighoudt met het onderwerp (stijging van 5%). 4. Zij vinden praten met je kind over alcoholgebruik op het moment waarop het begint met alcohol drinken iets meer vroeg genoeg (21% vs. 17%). In 2010 kwamen de volgende percentages naar voren: 25% vs. 18%. Concluderend vinden minder van de matig problematisch en niet-problematisch scorende ouders het moment waarop ze praten met hun kind over alcoholgebruik vroeg genoeg, ten opzichte van 2010. Ouders beginnen ongeacht hun drinkgedrag dus eerder met het praten over alcoholgebruik met hun kind. Hierbij moet echter wel rekening gehouden worden met het feit dat in 2012 geen van alle ouders vindt dat er pas met kinderen over alcoholgebruik gepraat moet worden als het alcoholgebruik uit de hand dreigt te lopen. In 2010 waren er wel ouders die dit vonden. 5. Zij vinden ongeveer in gelijke mate alcohol bij kinderen pas schadelijk bij dronkenschap (32% vs. 30%). In 2010 lagen deze percentages echter hoger, namelijk: 56% vs. 36%. Kortom is de kennis bij ouders over de mate van schadelijkheid van alcohol bij kinderen toegenomen, dit resultaat is in twee jaar tijd positief veranderd (stijging van kennis bij ouders van 24% en 6%). 6. Zij hebben wat betreft de opvoeding (bijna) niet minder vertrouwen in de eigen effectiviteit ten aanzien van het alcoholgebruik van de kinderen: zij denken beiden ongeveer evenveel dat een open gesprek helpt (gemiddelde score 4.44 vs. 4.45). In 2010 dachten ouders die hoog scoorden op de Audit-C anders over de effectiviteit van een open gesprek (gemiddelde score 4.16 vs. 4.52). Hierbij geldt hoe hoger het gemiddelde, hoe positiever. Zij hebben er iets meer geloof in dat ze alcoholgebruik bij kinderen kunnen voorkomen: 58% vs. 57%. In 2010 was dit 53% vs. 60%. Ouders die matig problematisch scoorden hebben tegenwoordig meer geloof in het feit dat ze alcoholgebruik bij kinderen kunnen voorkomen (stijging van 5%). Echter hebben de niet-problematisch scorende ouders er minder geloof in (daling van 3%). Overigens blijkt dat onder de lager opgeleiden er relatief hogere scores (matig problematisch) op de alcoholtest voorkomen (19%). Bij ouders met een gemiddeld opleidingsniveau komt dit neer op 10% en bij ouders met een hoog opleidingsniveau is dit 6%. Om de veranderingen in (problematisch) alcoholgebruik ten opzichte van 2012 en 2010 inzichtelijk te maken, staan beide figuren van de Audit-C hieronder. Te zien is dat minder ouders van 10 tot en met 18 jarigen in de gemeente Hardenberg in 2012 een probleem hebben wat betreft eigen alcoholgebruik, ten opzichte van 2010.
85
Diagram 8: Audit-C 2012
Audit-C: mate van problematisch alcoholgebruik geen probleem
(matig) problematisch
10%
90%
Diagram 9: Audit-C 2010
Audit-C: Mate van problematisch alcoholgebruik 1%
28% geen probleem matig probleem problematisch 71%
6.2 Veranderingen in kennis, attitude en gedrag van ouders in combinatie met de preventieve aanpak van de gemeente Hardenberg De volgende deelvraag wordt in deze paragraaf beantwoord: In welke mate hebben de veranderingen in kennis, attitude en gedrag van ouders met jongeren in de leeftijd van 10-18 jaar uit de gemeente Hardenberg te maken met de preventieve aanpak van de gemeente Hardenberg? Hoe beperkt ook, we zien veranderingen, de kans is groot dat het aan de campagne ‘Fris over Drank’ ligt. In welke mate ligt het aan de campagne of aan invloeden van buitenaf? Om echt uitspraken te kunnen doen over het effect en of dit te maken heeft met de preventieve aanpak, moet er gekeken worden naar het effect van de preventieve aanpak van andere gemeentes of zelfs vergeleken worden met landelijke effecten. Hieruit zou moeten blijken of er een significant verschil is. Echter kunnen wij niet bij deze gegevens. Volgens de ouders die bij het diepte-interview aanwezig waren, doet de gemeente niet genoeg en zal zij nooit genoeg doen. Door de beperking van het aantal ouders dat aanwezig
86
was bij het diepte-interview, baseren we onze conclusies voornamelijk op de gegevens vanuit de telefonische enquêtes. Het aantal respondenten dat een of meerdere voorlichtingsavond(en) heeft bezocht is 41% (van de 198 respondenten, aangezien 1 respondent de vraag niet beantwoord heeft). In 2010 was dit 29%. Er bestaat dus een kans dat de campagne ‘Fris over Drank’ en de andere preventieve maatregelen die hierbij horen (door de gemeente Hardenberg) effect hebben op de ouders. De afgelopen jaren zijn er zowel regionaal als landelijk vele inspanningen verricht, om ouders ervan te overtuigen kinderen onder de 16 jaar geen alcohol te laten drinken. Dit beleid lijkt te werken. De opvattingen van ouders over alcoholgebruik door jongeren zijn de afgelopen jaren negatiever geworden, dit is terug te zien in de resultaten uit ons onderzoek (van Dorsselaer, de Looze, Vermeulen-Smit, de Roos, Verdurmen, ter Bogt & Vollebergh, 2010) . Doordat bij zowel regionale als landelijke campagnes ongeveer dezelfde trend te zien is, is het lastig om de effecten van beide aanpakken te meten. We kunnen dus niet met zekerheid zeggen dat de veranderingen in kennis, attitude en gedrag van ouders negatiever zijn geworden door de campagne ‘Fris over Drank’. We kunnen deze deelvraag volledig beantwoorden wanneer we een controle groep hebben, hier hebben we echter van tevoren niet aan gedacht. We kunnen over deze deelvraag geen uitspraak doen, omdat we hier geen gegevens over hebben. We hebben geprobeerd om vanuit het diepte-interview informatie te vergaren, zodat we toch nog een antwoord konden geven op deze deelvraag. Helaas hebben we door de beperking van het aantal ouders dat bij het diepte-interview aanwezig was, onvoldoende informatie verkregen om de deelvraag te beantwoorden.
87
7. Conclusie In dit hoofdstuk beantwoorden wij de centrale vraagstellingen. Op basis van de onderzoeksgegevens in hoofdstuk 5 en 6 kunnen onderstaande conclusies getrokken worden. De hoofdvragen worden apart beantwoord.
7.1 Beantwoording hoofdvraag 1 1. In welke mate zijn er veranderingen opgetreden met betrekking tot kennis, attitude en gedrag over alcoholgebruik, bij Hardenbergse ouders met kinderen in de leeftijd van 10-18 jaar, sinds oktober 2010? Bereik van de interventie Van de respondenten is 46% bekend met de campagne “Fris over Drank”. In 2010 gaf 45% van de deelnemers aan de campagne te kennen, er is dus in twee jaar tijd vrijwel geen extra bekendheid met de campagne onder ouders verkregen. Dit betreft dan de campagne ‘in enge zin’. Indien gekeken wordt naar de bekendheid van ouders met activiteiten, die tot de campagne gerekend kunnen worden (met name voorlichtingsactiviteiten voor ouders en voor kinderen) is de bekendheid hiermee bij ouders gestegen. Van de ouders geeft 56% in 2012 aan weet te hebben van ouderavonden (in 2010 was dit 43%), 80% weet van voorlichtingsactiviteiten voor kinderen op school (in 2010 was dit 74%). In 2012 bezoekt ook een groter percentage van de ouders een voorlichtingsavond ten opzichte van 2010 (41% tegenover 29%). Ook zijn de percentages, van 2010 in vergelijking met 2012, per opleidingsniveau (laag, middel en hoog) gestegen. Voorlichtingsavonden worden tegenwoordig door de ouders dus beter bezocht. Dit kan betekenen dat ouders door de voorlichtingsavonden ook meer kennis over alcohol(gebruik) bezitten ten opzichte van 2010. Agendasetting De gemiddelde scores op het gebied van attitude van ouders uit de gemeente Hardenberg van 2010 zijn vergelijkbaar met de gegevens uit ons onderzoek. Ouders zijn op het gebied van attitude dus ongeveer gelijk gebleven met ouders uit 2010. Kennis negatieve gevolgen van alcohol De kennis omtrent negatieve gevolgen van alcohol is bij ouders van 10 tot en met 18 jarigen in 2012 iets vergroot ten opzichte van 2010. Het is opvallend dat dezelfde trends optreden: hersenschade wordt door beide populaties voor meer dan 80% benoemd, gezondheidsproblemen is in beide gevallen de tweede score, gevolgd door leerprestaties. Merkwaardig is ook dat in 2012, na twee jaar extra campagne voeren, maarliefst 90% van de respondenten spontaan ‘hersenschade’ benoemt als schadelijk gevolg bij kinderen. Dit schadelijke gevolg werd in 2010 door 84% van de respondenten benoemd. Bij beide opvallendheden is niet duidelijk of de toename van kennis bij ouders vergroot is door landelijke campagnes of door de inzet en campagnes van de gemeente Hardenberg. Kennis alcohol in de opvoeding Wat betreft de algemene kennis over alcoholspecifieke opvoeding scoort de Hardenbergse populatie uit 2012 hoger dan die uit 2010. Ook wanneer het gaat om verwachtingen ten aanzien van eigen effectiviteit, scoren de ouders in 2012 hoger dan in 2010. Uit het feit, dat ouders op het moment dat hun kinderen jonger zijn dan 12 jaar relatief minder geneigd zijn om afspraken te maken met hun kind over alcoholgebruik dan in 2010 mag men afleiden, dat zij langer afwachten tot alcoholgebruik bij hun kind meer in beeld komt. Met als mogelijk gevolg, dat zij op dat moment al te laat zijn hiermee. Het kan ook zijn, dat ouders
88
later beginnen met het maken van afspraken, omdat de landelijke trend is, dat kinderen de laatste jaren later beginnen net het drinken van alcohol. Wellicht maken de ouders zich dus iets minder zorgen over het alcoholgebruik op deze leeftijd. Daar staat tegenover dat in de landelijke campagnes, en ook in ‘Fris over Drank’ wordt aangeraden duidelijk te stellen, dat kinderen niet mogen drinken voor hun 16 e jaar en hier afspraken over te maken. Ouders met een gemiddeld opleidingsniveau zijn het meest tolerant, in 2010 waren dit nog de ouders met verhoudingsgewijs het laagste opleidingsniveau. Kennis ouders over alcoholgebruik van de kinderen Volgens de ouders drinken hun kinderen in 2012 minder dagen dan in 2010. Minder kinderen onder de 16 jaar drinken in vergelijking met 2010 (9% resp. 13%) en ook het aantal glazen per gelegenheid in deze leeftijdsgroep vertoont een daling (van 3,16 naar 2,80 maximum aantal glazen daalt van 13 naar 7). Daar staat tegenover, dat bij de oudere leeftijdsgroep (vanaf 16 jaar) juist een stijging te zien valt in het aantal jongeren dat drinkt (80% versus 78%), het aantal glazen per gelegenheid (4,40 versus 3,74) en in het maximum aantal glazen (15 versus 10). Deze trend is in lijn met de trend, die landelijk wordt geconstateerd in het Peilstationsonderzoek van het Trimbos-instituut (Van Dorsselaer e.a., 2010). Het lijkt erop, dat vanaf 16 jaar de remmen los gaan bij jongeren. Niet voor niets wordt gepleit voor het ophogen van de leeftijdsgrens bij jongeren naar 18 jaar. Meer ouders denken in 2012 (redelijk) veel zicht te hebben op het alcoholgebruik van hun kinderen. De leeftijd van hun kinderen speelt hierbij wel een rol. Meer ouders denken in 2012 veel zicht te hebben op het alcoholgebruik van hun kinderen onder de 16 jaar. Gedrag ouders in de opvoeding Het tolerantieniveau bij de ouders stijgt met het stijgen van de leeftijd van het kind. Het meest opvallende verschil tussen beide populaties is, dat er in 2012 door de ouders, ten opzichte van 2010, minder alcohol gekocht wordt voor hun kinderen (bij deze daling is er geen verschil tussen leeftijden onder of boven de 16 jaar).
7.2 Beantwoording hoofdvraag 2 2. Wat zijn de oorzaken voor de mate van verandering met betrekking tot kennis, attitude en gedrag over alcoholgebruik, bij Hardenbergse ouders met kinderen in de leeftijd van 10-18 jaar? Duidelijk is dat er verandering in kennis, attitude en gedrag over alcoholgebruik bij Hardenbergse ouders met kinderen in de leeftijd van 10 tot en met 18 jaar is opgetreden. Een eerste indicatie is dat er veranderingen in kennis, attitude en gedrag over alcoholgebruik bij Hardenbergse ouders die voorlichtingsavonden hebben bijgewoond, zijn opgetreden in positieve zin. Ook kent een deel van de ouders de campagne ‘Fris over Drank’, dit is een iets groter deel dan in 2010. Om te meten wat de oorzaken zijn van deze veranderingen, is het nodig om een proef uit te voeren in een lab (intern), gedurende een bepaalde tijd. Waarbij een groep ouders in twee groepen wordt opgesplitst. De ene groep zal aan de preventieve aanpak van de gemeente Hardenberg (campagne ‘Fris over Drank’) worden blootgesteld. De andere groep niet (wordt dus aan geen enkele campagne blootgesteld). Deze situatie zou het meest gunstig zijn, maar is natuurlijk een illusie. De veranderingen die aangetroffen zijn, zijn wel in lijn met het beoogde effect van de campagne ‘Fris over Drank’. Wij kunnen niet zeggen of het helemaal afhankelijk is geweest hiervan, dit is met een onderzoek als deze helaas niet mogelijk. Maar zoals al eerder is gezegd, lopen de veranderingen dus wel ongeveer gelijk met de landelijke trend.
89
8. Aanbevelingen Hieronder staan in het kort de aanbevelingen beschreven voor de preventieve aanpak van de gemeente Hardenberg. Tevens zijn er aanbevelingen geschreven voor het verbeteren van dit onderzoek en voor nader onderzoek. Deze zijn opgesteld op basis van de resultaten uit de hoofd- en deelvragen en informatie die verschaft is naar aanleiding van de telefonische enquêtes en het diepte-interview. Eventueel kunnen deze aanbevelingen mondeling worden toegelicht.
8.1 Aanbevelingen op het gebied van de preventieve aanpak Onder de preventieve aanpak vallen de volgende onderwerpen die door ouders genoemd zijn: voorlichting, controle en zichtbaarheid. Wij hebben ervoor gekozen om aanbevelingen te doen, het zou mooi zijn als de gemeente deze zou kunnen realiseren. Echter moet de haalbaarheid van deze aanbevelingen nog getoetst worden door de gemeente. De gemeente zou buiten haar grenzen aanbevelingen door andere partijen uit kunnen laten voeren. De gemeente zou bijvoorbeeld in kunnen zetten op de eigen mogelijkheden van ouders, iets wat kenmerkend is voor deze tijd. Voorlichting: Hoe jonger de kinderen, hoe meer invloed ouders op hen hebben. Het is daarom van belang om het contact tussen ouders en hun kinderen goed te laten verlopen. Een aanpak die zich hierop richt is ‘Alcohol een ander verhaal’. Wij bevelen deze aanpak aan, omdat deze niet alleen gericht is op voorlichting, maar ook op de omgeving en communicatie. Alleen voorlichting werkt niet! Uit de gegevens van zowel de telefonische enquêtes, als het diepte-interview is gebleken dat de gemeente meer aandacht kan richten op het geven van voorlichting aan de kinderen door horecagelegenheden. Met als doel het promoten van feestjes/uitgaan met 0% alcohol op een positieve manier. Verder is voorlichting richting ouders en kinderen op sportverenigingen belangrijk. Bij deze voorzieningen moet meer gelet worden op het schenken van alcohol (IDcontrole) en op het teveel drinken van alcohol. Het gezondheidsbelang van kinderen moet bij deze voorzieningen op de eerste plek komen te staan. Ook moeten ouders voorgelicht worden over de gevaren van hokken en keten, zodat ouders bewust worden van deze gevaren en hun jongeren naar horecagelegenheden sturen, waar toezicht gehouden wordt. En de gemeente moet lespakketten en informatiepakketten over alcohol voor scholen subsidiëren, zodat scholen eerder geneigd zijn om hier gebruik van te maken, aangezien zij hier zelf dan geen kosten aan hebben en de gezondheid van kinderen door de school voorop gesteld wordt. Belangrijk is dat de gemeente voorlichting aanbiedt voor lager opgeleide ouders. Uit de resultaten blijkt namelijk dat zij minder kennis hebben over alcohol(gebruik) en de gevolgen hiervan. Controle: Volgens onze onderzoeksgegevens moet de gemeente horecagelegenheden er op toezien dat zij één lijn trekken in openings- en sluitingstijden. Liever eerder hun deuren openen en eerder sluiten. Zodat er minder gehangen wordt op straat en rondom de horecagelegenheden en de kans op indrinken en het drinken van grote hoeveelheden alcohol te verkleinen. Daarnaast dienen alcoholverstrekkers (supermarkten, slijterijen etc.) strenger gecontroleerd te worden door de gemeente op handhaving van regels rondom
90
alcoholverstrekking, bijvoorbeeld aan de hand van steekproeven, mystery-shopping en ID-controle. Zodat het verkrijgen van alcohol door jongeren minder makkelijk wordt. Verder is het belangrijk om de leeftijdsgrens van alcoholverkoop en alcoholgebruik geleidelijk te verhogen naar 18 jaar, zodat er minder gedronken wordt door jongeren onder de 18 jaar. Nu lijkt het onbedoelde effect van de campagne te zijn, dat jongeren vanaf 16 jaar juist meer gaan drinken. Verhoging van de leeftijdsgrens naar 18 jaar verkleint de kans op schadelijke gevolgen, bijvoorbeeld voor de hersenen.
Zichtbaarheid: De gemeente kan meer aandacht besteden aan het zichtbaar/herkenbaar maken van campagnes en voorlichtingen (flyers, aanplakbiljetten, folders, brochures, posters, krant, wijkbladen, TV etc.). Zodat ouders en kinderen bewust worden gemaakt en/of blijven van de schadelijke effecten van alcohol en er effectiever gecommuniceerd wordt. Tevens is social media een goed middel om in te zetten, om beter aan te sluiten bij de doelgroep jongeren. Daarnaast kan de gemeente erop letten dat alcohol(gebruik) op een negatieve, maar ook een educatieve manier in de media en op TV naar voren komt. Dus geen alcoholreclames meer die op een positieve manier aandacht schenken aan alcohol of aandacht schenken aan alcohol om het product te verkopen, zodat alcohol niet meer als ‘normaal’, spannend, positief en interessant gezien wordt. Verder kan de gemeente ouders en jeugd interesseren door te schrijven vanuit de doelgroep zelf, dit geeft hen herkenning en identificatie en maakt het voor hen op deze manier interessant om te lezen. En het deel in de krant (de Toren/de Stentor) dat gaat over het alcoholmatigingsbeleid van de gemeente, moet onder het ‘algemene deel’ geplaatst worden, in plaats van het’ gemeentelijke deel’. Aangezien veel ouders het gemeentelijke deel overslaan en deze informatie dus niet meekrijgen. Ook kan de gemeente Hardenberg duidelijker maken dat ‘Fris over Drank’ een campagne is die vanuit de gemeente komt, aangezien veel ouders niet weten dat dit het geval is. Hierdoor zal er ook meer bekendheid onder de ouders over de acties vanuit de gemeente komen. De rol van het CJG moet duidelijker worden. Ouders moeten het gaan zien als laagdrempelige opvoedingsondersteuning, wat het daadwerkelijk ook is. Het CJG kan een goede steun zijn voor ouders.
8.2 Aanbevelingen ter verbetering van dit onderzoek en voor nader onderzoek Wij zijn tijdens dit onderzoek op een aantal moeilijkheden gestuit, vandaar deze aanbevelingen ter verbetering van dit onderzoek: Het is van belang dat aan het begin van het telefoongesprek aangeven wordt dat het niet om verkoop gaat, maar om een telefonische enquête over alcohol en opvoeding. Hierdoor wordt voorkomen dat het gesprek bij ouders weerstand oproept, aangezien sommige ouders in het bel-mij-niet-register staan. Verder is het belangrijk om aan het begin van het gesprek de privacyrichtlijnen duidelijk te benoemen, om te voorkomen dat de respondenten de onderzoekers wantrouwen. Daarnaast is uit de resultaten van de telefonische enquête naar voren gekomen dat ouders geen koppeling leggen tussen de preventieve maatregelen van de gemeente Hardenberg en de campagne ‘Fris over Drank’. Hierdoor komt het voor dat zij antwoorden geven die niet kunnen kloppen met de werkelijkheid (zo zeiden een
91
aantal respondenten de campagne van TV te kennen). Om dit in de toekomst te voorkomen, bevelen wij aan om de telefonisten een aantal preventieve maatregelen van de gemeente Hardenberg te benoemen in een context. En vervolgens een aantal vragen te stellen over de preventieve aanpak van de gemeente, zodat ouders achtergrond informatie hebben en weten waarover zij praten. Wij vonden de telefonische enquête te lang duren, er zijn per respondent 72 vragen gesteld. Dit kan ingekort worden, zodat de aandacht (voor dit onderwerp) bij beide partijen aanwezig blijft. De uitkomsten van dit onderzoek zijn voor een deel gebaseerd op uitspraken van ouders, hierbij dient rekening gehouden te worden met het feit dat ouders sociaal wenselijk kunnen antwoorden. Wij hadden het gevoel dat dit nogal eens voorkwam. Dit is echter slecht te meten, maar het blijft een aandachtspunt. In ons onderzoek is aan de ouders een aantal vragen gesteld over het ingeschatte drinkgedrag van de kinderen. Dit geeft echter geen objectief beeld van het drinkgedrag van de kinderen, misschien drinkt een kind namelijk wel meer dan de ouder denkt. Vandaar dat wij aanbevelen om ook het oudst inwonende kind te interviewen of een diepte-interview te houden voor kinderen van 10 tot en met 18 jaar. Het is beter om alleen mannen of alleen vrouwen te spreken, omdat de meningen van mannen en vrouwen kunnen verschillen. Zo kan ook het eigen drinkgedrag van mannen en vrouwen verschillen. Wanneer gericht wordt op één geslacht, kunnen er betere uitspraken gedaan worden. Goed is het om elke twee jaar de ouderenquête af te nemen, om betere/hardere conclusies te kunnen trekken uit de gegevens Zoals al eerder is aangehaald, is het belangrijk om een onderzoek te doen naar de stand van zaken rondom de preventieve maatregelen van de gemeente Hardenberg. Zo kan duidelijk worden wat de gemeente al heeft ondernomen en wat er nog gedaan moet worden. Ook kunnen de effecten van deze preventieve maatregelen hierdoor beter zichtbaar worden. We zijn er bij dit onderzoek teveel vanuit gegaan dat ouders behoefte hebben aan steun, hierdoor hebben wij niet duidelijk gekregen of dit daadwerkelijk zo is. Door ons is er te weinig onderzoek gedaan naar de behoefte omtrent steun van ouders, om deze reden bevelen wij aan dat er bij nader onderzoek een aantal vragen, over steun en de behoefte hiernaar, worden toegevoegd aan de vragenlijst (van de telefonische enquêtes en/of het diepte-interview). Het diepte-interview heeft veel bruikbare en diepgaandere informatie opgeleverd. Wij bevelen aan om dit bij vervolgonderzoek weer toe te passen. Hierbij is het wel van belang om diverse data beschikbaar te hebben voor het plaatsvinden van het diepteinterview, zodat een zo groot mogelijke groep respondenten aanwezig kan zijn. Om de kwaliteit van dit onderzoek of bij nader onderzoek te verbeteren, is het van belang om kennis te hebben van en ervaring te hebben met de basisprincipes van Excel.
92
Bronvermelding Literatuur 1. Delfos, M. (2009). Ontwikkeling in vogelvlucht. Amsterdam: Pearson. 2. Dorsselaer, S. van, Looze, M. de, Vermeulen-Smit, E., Roos, S. de, Verdurmen, J., Bogt, T. ter & Vollebergh, W. (2010). Gezondheid, welzijn en opvoeding van jongeren in Nederland. Utrecht: Trimbos-instituut. 3. Rigter, J. (2008). Ontwikkelingspsychopathologie bij kinderen en jeugdigen. Bussum: uitgeverij Coutinho. 4. Verhoeven, N. (2007). Wat is onderzoek? Amsterdam: Boom Onderwijs. Rapporten 5. Bovens, R.H.L.M. (2010). Offerte/Evaluatieplan alcoholactiviteiten basisonderwijs 2010/2011 project “Lekker helder, 0% Alcohol”. Zwolle: Christelijke Hogeschool Windesheim. 6. Bovens, R.H.L.M., & Schuitema, A. (2011). Ouders over alcoholgebruik van kinderen in de gemeente Hardenberg: Resultaten van de enquete onder ouders in het kader van het project ‘’Fris over drank’’. Zwolle: Christelijke Hogeschool Windesheim. 7. Bovens, R.H.L.M. (2010). De preventiewerker centraal: een bijdrage aan de ontwikkeling van de verslavingspreventie. Zwolle: Christelijke Hogeschool Windesheim. 8. Kobus, E., Meines, S. & Rikxoort, R. (2010). ‘’Lekker helder, 0% alcohol’’. Zwolle: Hogeschool Windesheim. Websites 9. Centrum voor jeugd en gezin (CJG). (2012). Functie van het CJG. Geraadpleegd op: 2811-2012, van de URL: http://stichtingopvoeden.nl/wat-de-cjg-informatiebank 10. Gezondheidsraad. (2012). Gezonde voeding. Geraadpleegd op: 28-11-12, van de URL: http://www.gezondheidsraad.nl/nl/adviezen/gezonde-voeding 11. Nationaal kompas volksgezondheid. (2011). Wat is sociale steun? Geraadpleegd op: 2811-2012, van de URL: http://www.nationaalkompas.nl/gezondheidsdeterminanten/omgeving/leefomgeving/socialesteun/. 12. Volkskrant. (2012). Centra voor Jeugd en Gezin beter aansturen. Geraadpleegd op: 1812-12, van de URL: http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2686/Binnenland/article/detail/3270453/2012/06/13/Centravoor-Jeugd-en-Gezin-beter-aansturen.dhtml 13. Wegwijzer jeugd en veiligheid. Jeugd en alcohol. Geraadpleegd op: 05-09-12, van de URL: http://www.wegwijzerjeugdenveiligheid.nl./jeud_en_alcohol Overige bronnen 14. Bradley, K.A., Bush, K.R., Epler, A.J., Dobie, D.J., Davis, T.M., Sporleder, J.L. et al. (2003). Two brief alcohol-screening tests from the Alcohol Use Disorders Identification Test (AUDIT). Arch Intern Med 2003;163:821-9.
93
15. CBO. (2004). Handleiding focusgroepen. Utrecht: Kwaliteitsinstituut voor de gezondheidszorg CBO. 16. GGD IJsselland. (2012). Factsheet alcoholgebruik 2011 Regio IJsselland/Hardenberg ‘Jongerenmonitor’. GGD IJsselland. 17. Verdurmen, J., Monshouwer, K., Dorsselaer, S. van, Lokman, S., Vermeulen-Smit, E. & Vollebergh, W. (2012). Jeugd en Riskant gedrag 2011. Kerngegevens uit het peilstationsonderzoek scholieren. Utrecht: Trimbos-instituut.
94
Bijlagen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Transparantie/verantwoording Inleidende brief op de telefonische enquête Vragenlijst telefonische enquête Onderzoeksresultaten per vraag Diagrammen onderzoeksresultaten Inleidende brief op het diepte-interview Opzet diepte-interview Resultaten van het diepte-interview
95
Bijlage 1 Transparantie/verantwoording Om de lezers van dit onderzoeksverslag duidelijk te maken welke keuzes, overwegingen en gedachtegangen wij hebben gemaakt, is dit onderdeel geschreven. Hoofdvragen We hebben ervoor gekozen om de onderstaande hoofdvragen te stellen, omdat dit een vergelijkend onderzoek is. De beantwoording van deze hoofdvragen bestaat uit vergelijkende resultaten (2010 en 2012). Omdat de eerste hoofdvraag een gesloten vraag is, is ervoor gekozen om twee hoofdvragen te stellen. De eerste hoofdvraag omvat de kern van het onderzoek en is voorwaardelijk om het onderzoek uit te kunnen voeren. Deze eerste hoofdvraag kan om deze reden niet weggelaten worden. De tweede hoofdvraag is gesteld ter ondersteuning en verduidelijking van de eerste hoofdvraag. Verwacht werd dat met het meetinstrument (telefonische enquête) en het diepte-interview veel informatie vergaard zou worden, waardoor de tweede hoofdvraag te groot is om als deelvraag te stellen. Hieronder staan ze beide nogmaals beschreven: 1. In welke mate zijn er veranderingen opgetreden met betrekking tot kennis, attitude en gedrag over alcoholgebruik, bij Hardenbergse ouders met kinderen in de leeftijd van 10-18 jaar, sinds oktober 2010? 2. Wat zijn de oorzaken voor de mate van verandering met betrekking tot kennis, attitude en gedrag over alcoholgebruik, bij Hardenbergse ouders met kinderen in de leeftijd van 10-18 jaar? Deelvragen Wij hebben ervoor gekozen om andere deelvragen te stellen dan die in het onderzoek van 2010 gesteld zijn. Hoe hangen de verschillende deelvragen onderling samen en hoe met de hoofdvragen? 1. In welke mate voelen ouders van 10-18 jarigen uit de gemeente Hardenberg zich gesteund door de omgeving wat betreft alcohol en opvoeding? Deze deelvraag hebben wij gesteld, omdat deze vraag vanuit de gemeente Hardenberg voortkwam. Daarnaast wilden wij zelf ook weten of en welke invloed de omgeving heeft op ouders van 10-18 jarigen uit de gemeente Hardenberg. We waren hier benieuwd naar, omdat we vanuit de opleiding meekrijgen dat de omgeving een belangrijke rol speelt bij de socialisatie en opvoeding van kinderen en hun ouders. 2. Indien ouders van 10-18 jarigen uit de gemeente Hardenberg zich gesteund voelen, uit welke vorm van steun bestaat deze dan? Er zijn verschillende vormen van steun, wanneer duidelijk is welke vorm van steun de ouders ondervinden en/of missen kan hier op aangesloten worden (door de gemeente Hardenberg en/of andere instanties zoals het Centrum voor Jeugd en Gezin). Tevens is deze deelvraag gesteld om een koppeling te maken met de literatuur. 3. Welke preventieve maatregelen worden er door de gemeente Hardenberg genomen, om ouders te ondersteunen bij het alcoholgebruik van hun 10-18 jarigen? Deze deelvraag hebben wij gesteld als literatuur deelvraag. Wij wilden meer kennis vergaren over de preventieve maatregelen die de gemeente Hardenberg onderneemt op het gebied van alcohol.
96
4. In welke mate zijn ouders van 10-18 jarigen uit de gemeente Hardenberg bekend met de preventieve maatregelen van de gemeente Hardenberg? Om te kijken of de (uit de literatuur onderzochte) preventieve maatregelen van de gemeente Hardenberg bekendheid hebben, is deze deelvraag gesteld. Als zou blijken dat er weinig bekendheid mee is, dan kan de gemeente Hardenberg hier wat aan veranderen. 5. Wat is de mening van ouders van 10-18 jarigen uit de gemeente Hardenberg over de preventieve aanpak van deze gemeente? Om een goed beeld te krijgen van hoe ouders denken over de preventieve aanpak van de gemeente Hardenberg, is deze deelvraag toegevoegd. Deze mening is van belang om te kunnen meten of de ouders achter de preventieve aanpak van de gemeente Hardenberg staan. 6. Wat missen de ouders van 10-18 jarigen uit de gemeente Hardenberg op het gebied van alcoholpreventie binnen hun gemeente? Deze deelvraag is gesteld om een inventarisatie te kunnen maken van de aspecten die ouders missen op het gebied van alcoholpreventie binnen de gemeente. Uit de resultaten van deze deelvraag kunnen aanbevelingen geschreven worden. 7. Welke veranderingen met betrekking tot kennis, attitude en gedrag over alcoholgebruik, zijn er bij Hardenbergse ouders met jongeren in de leeftijd van 10-18 jaar, ten opzichte van oktober 2010, opgetreden? Het is bij een vergelijkend onderzoek belangrijk om de gegevens naast elkaar te leggen en te vergelijken. Zodoende hebben we dit ook met de gegevens van 2010 en 2012 gedaan. Door hier een deelvraag aan te wijden, wordt hier een helder beeld van geschetst. De resultaten die tot stand komen uit deze deelvraag hebben ook invloed op de beantwoording van de hoofdvraag. 8. In welke mate hebben de veranderingen in kennis, attitude en gedrag van ouders met jongeren in de leeftijd van 10-18 jaar uit de gemeente Hardenberg te maken met de preventieve aanpak van de gemeente Hardenberg? Om de veranderingen in kennis, attitude en gedrag van ouders te kunnen koppelen aan de preventieve aanpak van de gemeente Hardenberg, is deze deelvraag gesteld. Wij zijn benieuwd naar het effect van de preventieve aanpak van de gemeente Hardenberg, in combinatie met de veranderingen bij ouders. 9. Hoe kan de gemeente Hardenberg haar ondersteuningsaanbod gericht op ouders van 1018 jarigen zodanig inrichten, dat de kans op het beoogde resultaat vergroot wordt? Deze deelvraag is gesteld om erachter te komen wat de gemeente Hardenberg kan doen om haar ondersteuningsaanbod zodanig in te richten dat het beoogde resultaat vergroot word. Met de resultaten uit deze deelvraag, kunnen aanbevelingen geschreven worden voor de gemeente Hardenberg. 10. Wat zijn de schadelijke effecten van alcohol op jongeren in de leeftijd van 10-18 jaar? Wij zijn benieuwd naar de schadelijke effecten van alcohol op jongeren. Tijdens de opleiding is hier weinig tot geen aandacht aan besteed. Deze deelvraag is later toegevoegd, omdat we anders niet allebei een grote literatuur deelvraag hadden. Telefonische enquêtes We hebben ervoor gekozen om de respondenten telefonisch te enquêteren, omdat dit twee jaar geleden ook op deze manier gedaan is. Dit bleek een goede manier te zijn om veel gegevens te verzamelen. De respons was toen erg hoog, bijna 80%. Een bijkomend voordeel van telefonische enquêtes is dat er toelichting gevraagd en gegeven kan worden.
97
De vragen van de telefonische enquêtes zijn afgeleid van de vragen die twee jaar geleden gesteld zijn. Aangezien er een vergelijking gemaakt moest worden, mochten de vragen uit onze enquête niet afwijken met de vragen die gesteld werden in 2010. Wel hebben wij een aantal vragen weggelaten en toegevoegd. Diepte-interview We hebben ervoor gekozen om een diepte-interview te organiseren. Deze keuze is gebaseerd op het feit dat we uit de telefonische enquêtes niet voldoende diepgaande informatie konden verzamelen over alcohol en opvoeding. Tijdens de telefonische enquêtes konden wij dus niet dieper op de achterliggende redenen en meningen van ouders in gaan. Dit vonden wij erg jammer. Wij hebben ervoor gekozen om het diepte-interview te laten plaatsvinden als een groepsgesprek. Er was namelijk een beperkt deel van de respondenten (van de telefonische enquêtes) die zich hadden aangemeld voor het diepte-interview. Het voorbereiden, uitvoeren, verwerken en analyseren van interviews is een intensieve en tijdrovende bezigheid, om deze reden is ervoor gekozen om de alle respondenten in een groepsgesprek uit te nodigen. Dit leek ons ook interessanter, omdat er dan waarschijnlijk veel interactie zou plaatsvinden tussen de respondenten. Hierdoor zouden zij nog meer geprikkeld kunnen worden om hun mening te geven. We hebben het focusgesprek als leidraad voor ons diepte-interview gebruikt. Dit hebben we gedaan, omdat deze goed aansloot bij onze ideeën over een diepte-interview. Een focusgroep is namelijk vooral bruikbaar voor beleidsontwikkeling. De gegevens die verzameld zijn door middel van de focusgroep, hebben bijgedragen aan het schrijven van aanbevelingen voor de gemeente Hardenberg. De vragen die wij gesteld hebben zijn tot stand gekomen met behulp van de deelvragen. We hebben de belangrijkste onderwerpen (zoals omgeving, gemeente, specifieke opvoedingsondersteuners etc.) uit de deelvragen als hoofdlijnen voor de vragen uit het diepte-interview genomen. Onder deze belangrijkste onderwerpen hebben wij de vragen geplaatst. Het was de bedoeling dat de vragen als richtlijnen zouden gelden, dus dat niet per se iedere vraag gesteld zou worden. Bij het diepte-interview hebben wij ervoor gekozen om een gespreksleider aan te stellen. Dit is Anja van de Riet, medewerkster van Tactus Verslavingszorg geworden, omdat zij veel ervaring heeft met voorlichting geven (rondom alcohol) aan ouders. Eerst hebben we een kennismakingsgesprek met Anja gehad, om de punten en vragen van het diepte-interview door te nemen. Hierin zijn vragen gesteld en onduidelijkheden verhelderd. We hebben na het diepte-interview ook een nabespreking met haar gehad, zodat we elkaar feedback konden geven. Onze rol tijdens het diepte-interview was om ouders te ontvangen, drinken aan te bieden, regels van het diepte-interview te benoemen, een inleiding over alcohol en opvoeding te geven, belangrijke resultaten uit het onderzoek weer te geven, vragen te stellen over de telefonische enquêtes, aantekeningen te maken, de tijd te bewaken en vragen van de ouders te verhelderen. Daarnaast hebben wij de ouders bedankt met een goodiebag (informatiefolders, shampoo ‘Fris over Drank’ en een boekenbon). Werken met Thesistools en Excel We hebben ervoor gekozen om de telefonische enquête te verwerken in Thesistools, omdat we de gegevens dan online zouden hebben, waardoor we deze niet (snel) kwijt zouden kunnen raken. Daarnaast kunnen er meerdere mensen tegelijk de enquête invullen en de resultaten (onbewerkt) worden door dit programma automatisch in Excel gezet. Rob raadde ons tevens aan om met dit programma te werken, omdat dit twee jaar geleden ook op deze manier gedaan is en dit goed bleek te werken.
98
We hebben ervoor gekozen om de gegevens te verwerken in Excel, omdat dit programma twee jaar geleden ook gebruikt is. Op deze manier konden we goede vergelijkingen en verschillen aantonen. Tevens kwamen de gegevens, zoals hierboven al eerder genoemd wordt, vanuit Thesistools in Excel bestanden te staan. Diagrammen en tabellen De onderbouwing van de verschillen en vergelijkingen hebben wij aangetoond met een aantal diagrammen en tabellen. Dit is voornamelijk gedaan vanwege het visuele aspect. Door middel van een diagram en/of tabel is er in één oogopslag te zien wat de resultaten zijn. Percentage weergave Aangezien ons onderzoek een vervolgonderzoek is, waarbij we veel gegevens met elkaar moesten vergelijken, is het naar onze mening het meest overzichtelijk wanneer dit gebeurd aan de hand van percentages. Vandaar dat we bij het beantwoorden van veel deelvragen gebruik hebben gemaakt van deze notatie. Hoofdstuk 5 en 6 onderzoeksresultaten Wij hebben onze onderzoeksresultaten opgesplitst. Hoofdstuk 5 bestaat uit de resultaten van de gegevens uit het onderzoek van 2012. Hoofdstuk 6 bestaat uit onderzoeksresultaten uit 2010 en 2012 die met elkaar vergeleken zijn. We hebben dit gedaan om een beter overzicht te creëren van alle onderzoeksresultaten. Het is van belang om hierbij rekening te houden met de (deel)vragen die er in 2010 gesteld zijn en die in 2012 gesteld zijn, deze komen echter niet allemaal overeen.
99
Bijlage 2 Inleidende brief op de telefonische enquête Hardenberg, oktober 2012 Beste ouder/verzorger, De gemeente Hardenberg besteedt veel aandacht aan alcoholmatiging onder jongeren. Om te kijken wat de effecten zijn van deze werkzaamheden, wordt u binnenkort gebeld met de vraag om deel te nemen aan een onderzoek. In deze brief leggen we u hier meer over uit. Hogeschool Windesheim doet onderzoek naar de effecten van het Hardenbergse alcoholmatigingsbeleid. Dit gebeurt onder meer door het afnemen van een telefonische enquête onder ouders. De eerste peiling was in 2010; nu wordt het herhalingsonderzoek uitgevoerd. Via een steekproef uit het adresbestand van de gemeente bent u hiervoor toevallig geselecteerd. Binnen twee weken wordt u ’s avonds gebeld door studenten van Hogeschool Windesheim, met het verzoek een vragenlijst met ze door te nemen. Dit telefonische gesprek duurt maximaal 20 minuten. Gegevens worden anoniem verwerkt en zijn dus op geen enkele manier tot u te herleiden. Het is voor de gemeente van groot belang dat de respons op dit onderzoek hoog is. Hoe meer ouders meewerken, hoe betrouwbaarder de uitkomsten zijn. Ik vertrouw erop dat u meedoet aan dit onderzoek: uw mening doet ertoe! Voor uw medewerking wil ik u alvast hartelijk bedanken! Heeft u vragen over dit onderzoek, of stelt u prijs op het ontvangen van het onderzoeksrapport, neemt u dan contact op met Geeske Roos:
[email protected]
Met hartelijke groet, Jannes Janssen Wethouder gemeente Hardenberg
100
Bijlage 3 Vragenlijst telefonische enquête
Vragenlijst alcohol Dan wil ik beginnen u acht stellingen voor te leggen waarover we graag uw mening willen weten. Ik lees telkens een stelling voor en dan wil ik u vragen na iedere stelling aan te geven of u het met de uitspraak eens bent of niet. U kunt daarbij ook nog onderscheid maken of u het er helemaal mee eens of een beetje mee eens bent. Of wanneer u het niet met de stelling eens bent, of u het er helemaal niet mee eens of een beetje mee oneens bent. En wanneer u geen mening over de uitspraak heeft mag u dat natuurlijk ook aangeven. De stellingen gaan over jongeren in Hardenberg, en daarmee bedoelen we jongeren van 10 tot en met 18 jaar. Oke, dan beginnen we nu met de eerste stelling…….. 1. Het alcoholgebruik van jongeren in Hardenberg is normaal te noemen 1. helemaal niet mee eens 2. een beetje mee oneens 3.niet mee eens/niet mee oneens 4.een beetje mee eens 5.helemaal mee eens 6. weigert 2. De aandacht in de media voor overmatig alcoholgebruik van jongeren is overdreven. 1. helemaal niet mee eens 2. een beetje mee oneens 3.niet mee eens/niet mee oneens 4.een beetje mee eens 5.helemaal mee eens 6. weigert 3. Ik zou raar opkijken als ik een jongen van 12 jaar oud een mixdrankje met alcohol zie drinken 1. helemaal niet mee eens 2. een beetje mee oneens 3.niet mee eens/niet mee oneens 4.een beetje mee eens 5.helemaal mee eens 6. weigert 4. Het is prima dat kinderen van 15 tijdens het uitgaan 5 glazen alcohol op een avond drinken 1. helemaal niet mee eens 2. een beetje mee oneens 3.niet mee eens/niet mee oneens 4.een beetje mee eens 5.helemaal mee eens 6. weigert
101
5. U zegt dat over een 15-jarige, maar als we nu de leeftijd veranderen. Het is prima dat kinderen van 14 tijdens het uitgaan 5 glazen alcohol op een avond drinken 1. helemaal niet mee eens 2. een beetje mee oneens 3.niet mee eens/niet mee oneens 4.een beetje mee eens 5.helemaal mee eens 6. Weigert 6. Het is een goede zaak als de gemeente zich met het alcoholgebruik van jongeren bezighoudt. 1. helemaal niet mee eens 2. een beetje mee oneens 3.niet mee eens/niet mee oneens 4.een beetje mee eens 5.helemaal mee eens 6. weigert 7. De gevolgen van overmatig alcoholgebruik door jongeren zijn zo ernstig dat er iets aan gedaan moet worden. (waaraan? aan het overmatige alcoholgebruik van jongeren) 1.Helemaal niet mee eens 2.een beetje mee oneens 3.niet mee eens/niet mee oneens 4.een beetje mee eens 5.helemaal mee eens 6. weigert Dit waren tot zover de stellingen, dan gaan we nu verder met een aantal gewone vragen. 8. Wat vindt u een normale leeftijd om te beginnen alcohol te drinken? (daarmee bedoel ik dan niet heel af en toe een slokje, maar minimaal 1 glas alcohol bij bijvoorbeeld gelegenheden zoals een feestje, kerst, oud&nieuw of gewoon thuis een glaasje meedrinken, wat vindt u een normale leeftijd om daarmee te beginnen?) ……. jaar (range 0-99) 9. Wat vindt u in dat verband van de plannen van de meerderheid in de tweede en de eerste kamer om de leeftijd waarop aan jongeren alcohol verkocht mag worden, waarop ze alcohol in hun bezit mogen hebben en dus pas legaal mogen drinken wordt verhoogd naar 18 jaar? 1. zeer goed 2. goed 3. neutraal 4. niet goed 5. helemaal niet goed 10. Per 1 januari 2013 kunnen jongeren in de leeftijd tot 16 jaar die alcohol in hun bezit hebben in het openbaar een boete opgelegd krijgen. Wat vindt u daarvan? 1. zeer goed 2. goed 3. neutraal 4. niet goed 5. helemaal niet goed
102
11. Heeft u de laatste tijd weleens nagedacht over alcoholgebruik van jongeren in Hardenberg? antwoorden opnoemen 1. ja, regelmatig/ vaak 2. weleens 3. zelden tot nooit 12. Heeft u de laatste tijd weleens met anderen gepraat over alcoholgebruik van jongeren in Hardenberg? antwoorden opnoemen 1. ja, regelmatig/ vaak 2. weleens 3. zelden tot nooit 13. Voelt u zich betrokken, of heeft u iets met het onderwerp ‘jongeren en alcoholgebruik’? antwoorden opnoemen 1. ja, zeker 2. tamelijk 3. een beetje 4. nee Dan wil ik u nu een aantal vragen met betrekking tot uw oudste inwonende kind in de leeftijd van 10-18 jaar stellen. 14. Welke leeftijd heeft uw oudste inwonende kind in de leeftijd van 10-18 jaar? ……jaar (range 10-18) 15. Is het een jongen of een meisje? 1. jongen 2. meisje 16. Keurt u het goed als uw kind alcohol drinkt? (hiermee bedoel ik niet zomaar een slokje, maar minstens een heel glas) antwoord =4 : door naar vraag 20. antwoorden opnoemen 1. ja, door de week en in het weekend 2. ja, maar alleen in het weekend 3. bij uitzondering 4. nee, dat keur ik niet goed 17. Heeft u er problemen mee als uw kind voor het uitgaan thuis alvast alcohol drinkt? 1. mijn kind gaat nooit uit/drinkt nooit 2. ja, dat sta ik niet toe 3. zolang het bij 1 of 2 drankjes blijft vind ik het niet erg 4. nee, daar heb ik geen problemen mee 18. Keurt u het goed als uw kind thuis alcohol drinkt? antwoord=2: door naar vraag 20 1. ja 2. nee 19. Koopt u weleens alcohol speciaal voor uw kind, bijvoorbeeld mixdrankjes? antwoorden opnoemen 1. wekelijks 2. eens in de 2 of 3 weken
103
3. eens per maand 4. zeer zelden 5. nooit 20. Denkt u dat u zicht heeft op het alcoholgebruik van uw kind? antwoorden opnoemen (Wat bedoelt u? --> denkt u dat u weet hoeveel alcohol uw kind drinkt?) 1. ja, veel zicht 2. tamelijk veel zicht 3. weinig zicht 4. geen zicht 21. Op hoeveel dagen denkt u dat uw kind in de afgelopen maand alcohol heeft gedronken? antwoord=0 : door naar vraag 23 …….. dagen (range 0-31) 22. Hoeveel glazen alcohol denkt u dat uw kind toen meestal per avond heeft gedronken? ……... glazen (range 0-50) 23. Maakt u zich zorgen over het alcoholgebruik van uw kind? antwoorden opnoemen 1. ja, vaak 2. regelmatig 3. heel soms 4. nee 24. Wat vindt u een geschikte leeftijd om voor het eerst met kinderen over alcoholgebruik en de gevolgen ervan te praten? antwoorden opnoemen / eventueel leeftijd opschrijven 1. tijdig, bv al op basisschool 2. als ze beginnen alcohol te drinken 3. als hun alcoholgebruik uit de hand dreigt te lopen 25. Heeft u in de afgelopen maand open met uw kind over alcoholgebruik en de gevolgen ervan gepraat? antwoord= Ja: door naar vraag 27. 1. ja 2. nee 26. Heeft u wel eens met uw kind over alcoholgebruik en de gevolgen ervan gepraat? 1.ja 2. nee 27. Heeft u duidelijke afspraken met uw kind over zijn/haar alcoholgebruik? 1. ja 2. nee 28. Als u bij uw kind bent, drinkt u dan meer, minder of evenveel alcohol als wanneer hij/ zij er niet bij is? 1. meer 2. minder 3. evenveel 4. ik drink geen alcohol
104
Er wordt regelmatig gezegd dat overmatig alcoholgebruik van jongeren verschillende schadelijke gevolgen kan hebben. 29. Denkt u dat de schadelijke effecten op de gezondheid voor jongeren even schadelijk, schadelijker of minder schadelijk zijn als voor volwassenen? 1. even schadelijk 2. schadelijker 3. minder schadelijk 4. weet niet 30. Welke schadelijke gevolgen zou u zo spontaan kunnen bedenken? (het kan dan zowel om directe gevolgen als gevolgen op latere leeftijd gaan, u mag er even rustig over nadenken hoor….) 1. gezondheidsproblemen op latere leeftijd 2. alcoholverslaving op latere leeftijd 3. verkeersongevallen 4. misdragen/agressie 5. onveilige seks 6. schoolverzuim 7. leerprestaties 8. fitheid 9. verstoring van de hersenontwikkeling/ hersenschade 10. anders, nl………………………………………… Dan noem ik nu achtereenvolgens een aantal problemen, die vaak als gevolg van overmatig alcoholgebruik van jongeren worden genoemd. Dit kunnen weer zowel gevolgen op de lange als op de korte termijn zijn, maar ze kunnen ook onzin zijn. Ik wil u vragen telkens aan te geven of u denkt dat overmatig alcoholgebruik op een jonge leeftijd het genoemde probleem heel vaak, regelmatig, weleens of nooit tot gevolg heeft. 31. een slechte conditie/ verminderde fitheid (op jonge leeftijd) dus denkt u dat overmatig alcoholgebruik heel vaak regelmatig, weleens of nooit een slechte conditie tot gevolg heeft? 1. heel vaak 2. regelmatig 3. weleens 4. nooit 5. weet niet 32. misdragingen of betrokkenheid bij een vechtpartij na het drinken van alcohol gebeurt dit naar uw idee vaak, soms of nooit? 1. heel vaak 2. regelmatig 3. weleens 4. nooit 5. weet niet 33. onveilige seks na het drinken van alcohol 1. heel vaak 2. regelmatig 3. weleens 4. nooit 5. weet niet
105
34. schoolverzuim 1. heel vaak 2. regelmatig 3. weleens 4. nooit 5. weet niet 35. verstoring van de hersenontwikkeling/ hersenschade 1. heel vaak 2. regelmatig 3. weleens 4. nooit 5. weet niet 36. verminderde leerprestaties 1. heel vaak 2. regelmatig 3. weleens 4. nooit 5. weet niet 37. alcoholverslaving op latere leeftijd 1. heel vaak 2. regelmatig 3. weleens 4. nooit 5. weet niet 38. een verhoogd cholesterolgehalte 1. heel vaak 2. regelmatig 3. weleens 4. nooit 5. weet niet Dan volgen er nu weer een aantal mee eens/ niet mee eens stellingen. Het gaat bij deze stellingen weer net zoals aan het begin. Wilt u na iedere stelling weer aangeven in hoeverre u het met de stelling eens bent? Wat vindt u van de volgende uitspraak: 39. Pas als jongeren zoveel alcohol drinken dat ze er aangeschoten of dronken van worden is het schadelijk voor hen. 1. helemaal niet mee eens 2. een beetje mee oneens 3.niet mee eens/niet mee oneens 4.een beetje mee eens 5.helemaal mee eens 6. weigert 40. Het is als ouder belangrijk te weten hoeveel alcohol je kind drinkt 1. helemaal niet mee eens 2. een beetje mee oneens 3.niet mee eens/niet mee oneens 4.een beetje mee eens 5.helemaal mee eens 6. weigert
106
41. Ik geloof dat je als ouder kunt voorkómen dat je kind veel alcohol gaat drinken 1. helemaal niet mee eens 2. een beetje mee oneens 3.niet mee eens/niet mee oneens 4.een beetje mee eens 5.helemaal mee eens 6. weigert 42. Als je kind eenmaal veel alcohol drinkt, is het als ouder erg moeilijk daar nog iets aan te veranderen. 1. helemaal niet mee eens 2. een beetje mee oneens 3.niet mee eens/niet mee oneens 4.een beetje mee eens 5.helemaal mee eens 6. weigert 43. Als ouders matig drinken, zullen kinderen ook matig drinken 1. helemaal niet mee eens 2. een beetje mee oneens 3.niet mee eens/niet mee oneens 4.een beetje mee eens 5.helemaal mee eens 6. weigert 44. Ouders kunnen het drinkgedrag van hun kinderen binnen de perken houden door duidelijke afspraken over alcoholgebruik te maken. 1. helemaal niet mee eens 2. een beetje mee oneens 3.niet mee eens/niet mee oneens 4.een beetje mee eens 5.helemaal mee eens 6. weigert 45. Door open met kinderen over alcoholgebruik en de gevolgen te praten, zullen zij verstandiger met alcohol omgaan. 1. helemaal niet mee eens 2. een beetje mee oneens 3.niet mee eens/niet mee oneens 4.een beetje mee eens 5.helemaal mee eens 6. weigert 46. Weet u of er op school bij uw kind (of kinderen) voorlichting gegeven wordt over alcohol aan de kinderen? (meer antwoorden mogelijk) (ook naam school noteren, meer basisschoolnamen zijn mogelijk bij kinderen op verschillende scholen) nee op basisschool op voortgezet onderwijs 47. En aan de ouders? (meer antwoorden mogelijk) (ook naam school noteren, meer basisschoolnamen zijn mogelijk bij kinderen op
107
verschillende scholen) nee op basisschool op voortgezet onderwijs 48. Vindt u dat er voldoende voorlichting aan kinderen is op school over alcohol? 1. ruim voldoende 2. voldoende 3. niet voldoende/niet onvoldoende (neutraal) 4. onvoldoende 5. ruim onvoldoende 49. Vindt u dat ouders voldoende voorlichting krijgen over alcohol? 1. ruim voldoende 2. voldoende 3. niet voldoende/niet onvoldoende (neutraal) 4. onvoldoende 5. ruim onvoldoende 50. Hebt u in de afgelopen 2 jaar wel eens een voorlichtingsavond over alcohol bijgewoond? (meer antwoorden mogelijk) 1. nee 2. ja op school 3. ja, elders nl.(plaats en organisator noemen) 51. Kent u de campagne ‘Fris over drank!’? 1. Nee (door naar vraag 54) 2. Ja 52. Waar kent u de campagne van (meerdere antwoorden mogelijk) 1. Uit de pers 2. Van ouderavond(en) 3. Posters 4. Internet 5. Van kennissen, vrienden, familie 6. Van mijn kind(eren) 7. Anders, nl…………….. 53. Welk rapportcijfer krijgt deze van u? (cijfer 0 tot 9) 54. Hebt u wel eens gehoord van het Centrum voor Jeugd en Gezin? (bij nee: ga door naar vraag 56) 1. Nee 2. Ja 55. Wist u dat u bij het Centrum voor Jeugd en Gezin terecht kunt voor vragen over alcohol en opvoeding? (bij nee: ga door naar vraag 56) 1. Nee 2. Ja 56. Hebt u hier wel eens gebruik van gemaakt? 1. Zeer vaak 2. Vaak
108
3. Af en toe 4. Bijna niet 5. Nooit 57. Wat kan de gemeente Hardenberg doen, om de preventieve aanpak rondom alcohol en opvoeding, meer onder de aandacht te brengen? (meer antwoordmogelijkheden) (Open vraag) (noteren wat er genoemd wordt!) 58. Welke partijen, behalve de gemeente, zouden actief aan signalering en preventie moeten doen als het gaat over overmatig alcoholgebruik onder de jeugd? (meer antwoordmogelijkheden) (Open vraag) (noteren wat er genoemd wordt!) 59.Welk rapportcijfer geeft u de preventieve aanpak van de gemeente Hardenberg? (cijfer 0-9) Dan wil ik tot slot nog een aantal vragen over uw algemene gegevens stellen 60. Wat is uw geboortejaar? …. (range 1900-1999) 61. Wat zijn de vier cijfers van uw postcode? ….(range 0000-9999) 62. Wat is uw burgerlijke staat? 1. gehuwd 2. samenwonend 3. ongehuwd, nooit gehuwd geweest 4. gescheiden, gescheiden levend 5. weduwe weduwnaar 63. Uit hoeveel personen bestaat het huishouden waartoe u behoort? (uzelf meegerekend) ……(range 1-15) 64. Heeft u thuiswonende kinderen die jonger dan 10 jaar zijn? 1. ja 2. nee 65. Hoeveel thuiswonende kinderen in de leeftijd van 10-18 jaar heeft u? ….Meisjes ….jongens 66. Heeft u thuiswonende kinderen die ouder dan 18 jaar zijn? 1. Ja 2. nee 67. Wat is uw hoogst voltooide opleiding? 1. laag - geen opleiding, lager onderwijs (basisschool of speciaal onderwijs), lager of voorbereidend beroepsonderwijs 2. middel - mavo, mulo, mbo-kort, mbo, mts, bol, bbl 3. hoog - havo, vwo, hbo, hts, heao, universiteit 68. Wat is uw nationaliteit? 1. Nederlandse 2. Turks 3. Marokkaans
109
4. Duits 5. Anders En dan zou ik u als laatste nog naar uw eigen alcoholgebruik willen vragen. 69. Hoe vaak drinkt u alcohol? (Bij 'nooit' door naar vraag 72) 1. Nooit 2. 1 keer per maand of nog minder 3. 2 tot 3 keer per week 4. 4 keer of vaker per week 5. 2 tot 4 keer per maand 70. Hoeveel drinkt u op een typische dag als u alcohol drinkt? Aantal glazen: 71. Hoe vaak drinkt u meer dan 6 glazen per gelegenheid? 1. Nooit 2. Minder dan 1 keer per maand 3. Maandelijks 4. Wekelijks 5. (Bijna) dagelijks 72. Noteer het geslacht van de respondent 1. Man 2. Vrouw
110
4. Onderzoeksresultaten per vraag 1. Het alcoholgebruik van jongeren in Hardenberg is normaal te noemen 1. helemaal niet mee eens 50 (26.18 %) 2. een beetje mee oneens 28 (14.66 %) 3. niet mee eens/niet mee 40 (20.94 %) oneens 4. een beetje mee eens 27 (14.14 %) 5. helemaal mee eens 35 (18.32 %) 6. weigert 11 (5.76 %) n = 191 # 191
2. De aandacht in de media voor overmatig alcoholgebruik van jongeren is ov... 1. helemaal niet mee eens 143 (72.59 %) 2. een beetje mee oneens 21 (10.66 %) 3. niet mee eens/niet mee 5 (2.54 %) oneens 4. een beetje mee eens 11 (5.58 %) 5. helemaal mee eens 17 (8.63 %) 6. weigert 0 (0 %) n = 197 # 197
3. Ik zou raar opkijken als ik een jongen van 12 jaar oud een mixdrankje me... 1. helemaal niet mee eens 20 (10.1 %) 2. een beetje mee oneens 7 (3.54 %) 3. niet mee eens/niet mee 1 (0.51 %) oneens 4. een beetje mee eens 12 (6.06 %) 5. helemaal mee eens 159 (80.3 %) 6. weigert 0 (0 %) n = 198 # 199
111
4. Het is prima dat kinderen van 15 tijdens het uitgaan 5 glazen alcohol op... 1. helemaal niet mee eens 184 (92.93 %) 2. een beetje mee oneens 6 (3.03 %) 3. niet mee eens/niet mee 1 (0.51 %) oneens 4. een beetje mee eens 3 (1.52 %) 5. helemaal mee eens 4 (2.02 %) 6. weigert 0 (0 %) n = 198 # 198
5. U zegt dat over een 15-jarige, maar als we nu de leeftijd veranderen. He... 1. helemaal niet mee eens 189 (96.92 %) 2. een beetje mee oneens 3 (1.54 %) 3. niet mee eens/niet mee 0 (0 %) oneens 4. een beetje mee eens 3 (1.54 %) 5. helemaal mee eens 0 (0 %) 6. weigert 0 (0 %) n = 195 # 195
6. Het is een goede zaak als de gemeente zich met het alcoholgebruik van jo... 1. helemaal niet mee eens 3 (1.52 %) 2. een beetje mee oneens 5 (2.53 %) 3. niet mee eens/niet mee 5 (2.53 %) oneens 4. een beetje mee eens 26 (13.13 %) 5. helemaal mee eens 159 (80.3 %) 6. weigert 0 (0 %) n = 198 # 198
7. De gevolgen van overmatig alcoholgebruik door jongeren zijn zo ernstig d... 1. helemaal niet mee eens 4 (2.06 %) 2. een beetje mee oneens 10 (5.15 %) 3. niet mee eens/niet mee 17 (8.76 %) oneens 4. een beetje mee eens 23 (11.86 %) 5. helemaal mee eens 138 (71.13 %) 6. weigert 2 (1.03 %) n = 194 # 194
112
9. Wat vindt u in dat verband van de plannen van de meerderheid in de tweed... 1. zeer goed 106 (53.54 %) 2. goed 54 (27.27 %) 3. neutraal 14 (7.07 %) 4. niet goed 17 (8.59 %) 5. helemaal niet goed 7 (3.54 %) n = 198 # 198
10. Per 1 januari 2013 kunnen jongeren in de leeftijd tot 16 jaar die alcoh... 1. zeer goed 87 (43.94 %) 2. goed 85 (42.93 %) 3. neutraal 5 (2.53 %) 4. niet goed 17 (8.59 %) 5. helemaal niet goed 4 (2.02 %) n = 198 # 198
11. Heeft u de laatste tijd weleens nagedacht over alcoholgebruik van jonge... 1. ja, regelmatig/ vaak 70 (35.35 %) 2. weleens 40 (20.2 %) 3. zelden tot nooit 89 (44.95 %) n = 198 # 199
12. Heeft u de laatste tijd weleens met anderen gepraat over alcoholgebruik... 1. ja, regelmatig/ vaak 76 (38.38 %) 2. weleens 58 (29.29 %) 3. zelden tot nooit 64 (32.32 %) n = 198 # 198
13. Voelt u zich betrokken, of heeft u iets met het onderwerp ‘jongeren en ... 1. ja, zeker 85 (42.93 %) 2. tamelijk 28 (14.14 %) 3. een beetje 34 (17.17 %) 4. nee 51 (25.76 %) n = 198 # 198
113
15. Is het een jongen of een meisje? 1. jongen 2. meisje
93 (46.97 %) 106 (53.54 %) n = 198 # 199
16. Keurt u het goed als uw kind alcohol drinkt? (hiermee bedoel ik niet zo... 1. ja, door de week en in het 7 (3.54 %) weekend 2. ja, maar alleen in het 75 (37.88 %) weekend 3. bij uitzondering 25 (12.63 %) 4. nee, dat keur ik niet goed 93 (46.97 %) n = 198 # 200
17. Heeft u er problemen mee als uw kind voor het uitgaan thuis alvast alco... 1. mijn kind gaat nooit 27 (16.88 %) uit/drinkt nooit 2. ja, dat sta ik niet toe 68 (42.5 %) 3. zolang het bij 1 of 2 34 (21.25 %) drankjes blijft vind ik het niet erg 4. nee, daar heb ik geen 36 (22.5 %) problemen mee n = 160 # 165
18. Keurt u het goed als uw kind thuis alcohol drinkt? 1. ja 2. nee
94 (60.26 %) 62 (39.74 %) n = 156 # 156
19. Koopt u weleens alcohol speciaal voor uw kind, bijvoorbeeld mixdrankjes... 1. wekelijks 6 (4.05 %) 2. eens in de 2 of 3 weken 5 (3.38 %) 3. eens per maand 8 (5.41 %) 4. zeer zelden 35 (23.65 %) 5. nooit 95 (64.19 %) n = 148 # 149
114
20. Denkt u dat u zicht heeft op het alcoholgebruik van uw kind?(Wat bedoel... 1. ja, veel zicht 119 (60.1 %) 2. tamelijk veel zicht 51 (25.76 %) 3. weinig zicht 15 (7.58 %) 4. geen zicht 15 (7.58 %) n = 198 # 200
23. Maakt u zich zorgen over het alcoholgebruik van uw kind? (antwoorden op... 1. ja, vaak 2 (1.08 %) 2. regelmatig 12 (6.49 %) 3. heel soms 8 (4.32 %) 4. nee 163 (88.11 %) n = 185 # 185
24. Wat vindt u een geschikte leeftijd om voor het eerst met kinderen over ... 1. tijdig, bv al op basisschool 164 (82.83 %) 2. als ze beginnen alcohol te 38 (19.19 %) drinken 3. als hun alcoholgebruik uit 0 (0 %) de hand dreigt te lopen n = 198 # 202
25. Heeft u in de afgelopen maand open met uw kind over alcoholgebruik en d... 1. ja 118 (59.6 %) 2. nee 80 (40.4 %) n = 198 # 198
26. Heeft u wel eens met uw kind over alcoholgebruik en de gevolgen ervan g... 1. ja 115 (87.12 %) 2. nee 17 (12.88 %) n = 132 # 132
115
27. Heeft u duidelijke afspraken met uw kind over zijn/haar alcoholgebruik? 1. ja 139 (70.2 %) 2. nee 59 (29.8 %) n = 198 # 198
28. Als u bij uw kind bent, drinkt u dan meer, minder of evenveel alcohol a... 1. meer 1 (0.51 %) 2. minder 24 (12.12 %) 3. evenveel 104 (52.53 %) 4. ik drink geen alcohol 69 (34.85 %) n = 198 # 198
29. Denkt u dat de schadelijke effecten op de gezondheid voor jongeren even... 1. even schadelijk 13 (6.57 %) 2. schadelijker 183 (92.42 %) 3. minder schadelijk 1 (0.51 %) 4. weet niet 1 (0.51 %) n = 198 # 198
30. Welke schadelijke gevolgen zou u zo spontaan kunnen bedenken? (het kan ... 36 1. gezondheidsproblemen op latere (18.56 leeftijd %) 21 2. alcoholverslaving op latere leeftijd (10.82 %) 16 (8.25 3. verkeersongevallen %) 20 4. misdragen/agressie (10.31 %) 7 (3.61 5. onveilige seks %) 7 (3.61 6. schoolverzuim %) 35 7. leerprestaties (18.04 %) 10 (5.15 8. fitheid %) 9. verstoring van de 179
116
hersenontwikkeling/ hersenschade
(92.27 %) 46 (23.71 %) n = 194 # 377
10. anders, nl…………………………………………
31. een slechte conditie/ verminderde fitheid (op jonge leeftijd) 1. heel vaak 2. regelmatig 3. weleens 4. nooit 5. weet niet
87 (43.94 %) 66 (33.33 %) 29 (14.65 %) 8 (4.04 %) 8 (4.04 %) n = 198 # 198
32. misdragingen of betrokkenheid bij een vechtpartij na het drinken van al... 1. heel vaak 130 (65.66 %) 2. regelmatig 51 (25.76 %) 3. weleens 15 (7.58 %) 4. nooit 0 (0 %) 5. weet niet 2 (1.01 %) n = 198 # 198
33. onveilige seks na het drinken van alcohol 1. heel vaak 2. regelmatig 3. weleens 4. nooit 5. weet niet
117
106 (53.54 %) 62 (31.31 %) 17 (8.59 %) 1 (0.51 %) 12 (6.06 %) n = 198 # 198
34. schoolverzuim 1. heel vaak 2. regelmatig 3. weleens 4. nooit 5. weet niet
45 (22.73 %) 84 (42.42 %) 48 (24.24 %) 11 (5.56 %) 11 (5.56 %) n = 198 # 199
35. verstoring van de hersenontwikkeling/ hersenschade 1. heel vaak 2. regelmatig 3. weleens 4. nooit 5. weet niet
36. verminderde leerprestaties 1. heel vaak 2. regelmatig 3. weleens 4. nooit 5. weet niet
156 (78.79 %) 29 (14.65 %) 12 (6.06 %) 0 (0 %) 1 (0.51 %) n = 198 # 198
128 (64.65 %) 52 (26.26 %) 15 (7.58 %) 3 (1.52 %) 1 (0.51 %) n = 198 # 199
37. alcoholverslaving op latere leeftijd 1. heel vaak 2. regelmatig 3. weleens 4. nooit 5. weet niet
52 (26.26 %) 66 (33.33 %) 48 (24.24 %) 16 (8.08 %) 17 (8.59 %) n = 198 # 199
118
38. een verhoogd cholesterolgehalte 1. heel vaak 2. regelmatig 3. weleens 4. nooit 5. weet niet
24 (12.12 %) 20 (10.1 %) 34 (17.17 %) 28 (14.14 %) 93 (46.97 %) n = 198 # 199
39. Pas als jongeren zoveel alcohol drinken dat ze er aangeschoten of dronk... 1. helemaal niet mee eens 121 (61.11 %) 2. een beetje mee oneens 14 (7.07 %) 3. niet mee eens/niet 3 (1.52 %) meeoneens 4. een beetje mee eens 16 (8.08 %) 5. helemaal mee eens 44 (22.22 %) 6. weigert 0 (0 %) n = 198 # 198
40. Het is als ouder belangrijk te weten hoeveel alcohol je kind drinkt 1. helemaal niet mee eens 2. een beetje mee oneens 3. niet mee eens/niet mee oneens 4. een beetje mee eens 5. helemaal mee eens 6. weigert
41. Ik geloof dat je als ouder kunt voorkómen dat je kind veel alcoh... 1. helemaal niet mee eens 2. een beetje mee oneens 3. niet mee eens/niet mee oneens 4. een beetje mee eens 5. helemaal mee eens 6. weigert
119
6 (3.05 %) 1 (0.51 %) 3 (1.52 %) 19 (9.64 %) 168 (85.28 %) 0 (0 %) n = 197 # 197
42 (21.32 %) 29 (14.72 %) 13 (6.6 %) 51 (25.89 %) 60 (30.46 %) 2 (1.02 %) n = 197 # 197
42. Als je kind eenmaal veel alcohol drinkt, is het als ouder erg moeilijk ... 1. helemaal niet mee eens 46 (23.59 %) 2. een beetje mee oneens 23 (11.79 %) 3. niet mee eens/niet mee 18 (9.23 %) oneens 4. een beetje mee eens 44 (22.56 %) 5. helemaal mee eens 63 (32.31 %) 6. weigert 1 (0.51 %) n = 195 # 195
43. Als ouders matig drinken, zullen kinderen ook matig drinken 1. helemaal niet mee eens 2. een beetje mee oneens 3. niet mee eens/niet mee oneens 4. een beetje mee eens 5. helemaal mee eens 6. weigert
51 (25.89 %) 24 (12.18 %) 13 (6.6 %) 43 (21.83 %) 65 (32.99 %) 2 (1.02 %) n = 197 # 198
44. Ouders kunnen het drinkgedrag van hun kinderen binnen de perken houden ... 1. helemaal niet mee eens 9 (4.59 %) 2. een beetje mee oneens 11 (5.61 %) 3. niet mee eens/niet mee 11 (5.61 %) oneens 4. een beetje mee eens 45 (22.96 %) 5. helemaal mee eens 120 (61.22 %) 6. weigert 0 (0 %) n = 196 # 196
120
45. Door open met kinderen over alcoholgebruik en de gevolgen te praten, zu... 1. helemaal niet mee eens 6 (3.05 %) 2. een beetje mee oneens 9 (4.57 %) 3. niet mee eens/niet 4 (2.03 %) meeoneens 4. een beetje mee eens 40 (20.3 %) 5. helemaal mee eens 138 (70.05 %) 6. weigert 1 (0.51 %) n = 197 # 198
46. Weet u of er op school bij uw kind (of kinderen) voorlichting gegeven w... 1. nee 40 (20.41 %) 2. op basisschool 73 (37.24 %) 3. op voortgezet onderwijs 117 (59.69 %) n = 196 # 230
47. En aan de ouders? (meer antwoorden mogelijk) 1. nee 2. op basisschool 3. op voortgezet onderwijs
86 (43.65 %) 48 (24.37 %) 81 (41.12 %) n = 197 # 215
48. Vindt u dat er voldoende voorlichting aan kinderen is op school over al... 1. ruim voldoende 20 (10.53 %) 2. voldoende 92 (48.42 %) 3. niet voldoende/niet 35 (18.42 %) onvoldoende (neutraal) 4. onvoldoende 39 (20.53 %) 5. ruim onvoldoende 4 (2.11 %) n = 190 # 190
121
49. Vindt u dat ouders voldoende voorlichting krijgen over alcohol? 1. ruim voldoende 2. voldoende 3. niet voldoende/niet onvoldoende (neutraal) 4. onvoldoende 5. ruim onvoldoende
24 (12.5 %) 90 (46.88 %) 24 (12.5 %) 48 (25 %) 6 (3.13 %) n = 192 # 192
50. Hebt u in de afgelopen 2 jaar wel eens een voorlichtingsavond over alc... 1. nee 116 (58.59 %) 2. ja op school 71 (35.86 %) 3. ja, elders nl.(plaats en 14 (7.07 %) organisator noemen) n = 198 # 201
51. Kent u de campagne ‘Fris over drank!’? 1. nee 2. ja
52. Waar kent u de campagne van? (meerdere antwoorden mogelijk) 1. uit de pers 2. van ouderavond(en) 3. posters 4. internet 5. van kennissen, vrienden, familie 6. van mijn kind(eren) 7. anders, nl……………
107 (54.04 %) 91 (45.96 %) n = 198 # 198
32 (36.78 %) 11 (12.64 %) 22 (25.29 %) 15 (17.24 %) 5 (5.75 %) 7 (8.05 %) 43 (49.43 %) n = 87 # 135
54. Hebt u wel eens gehoord van het Centrum voor Jeugd en Gezin? 1. nee 2. ja
122
87 (44.16 %) 110 (55.84 %) n = 197 # 197
55. Wist u dat u bij het Centrum voor Jeugd en Gezin terecht kunt voor vrag... 1. nee 41 (34.45 %) 2. ja 78 (65.55 %) n = 119 # 119
56. Hebt u hier wel eens gebruik van gemaakt? 1. zeer vaak 2. vaak 3. af en toe 4. bijna niet 5. nooit
62. Wat is uw burgerlijke staat? 1. gehuwd 2. samenwonend 3. ongehuwd, nooit gehuwd geweest 4. gescheiden, gescheiden levend 5. weduwe, weduwnaar
0 (0 %) 0 (0 %) 6 (6.06 %) 2 (2.02 %) 91 (91.92 %) n = 99 # 99
179 (90.4 %) 6 (3.03 %) 3 (1.52 %) 8 (4.04 %) 2 (1.01 %) n = 198 # 198
64. Heeft u thuiswonende kinderen die jonger dan 10 jaar zijn? 1. ja 2. nee
59 (29.8 %) 139 (70.2 %) n = 198 # 198
65. Hoeveel thuiswonende kinderen in de leeftijd van 10-18 jaar heeft u? meisjes: 146 (74.49 %) jongens: 143 (72.96 %) n = 196 # 289
123
66. Heeft u thuiswonende kinderen die ouder dan 18 jaar zijn? 1. ja 2. nee
67. Wat is uw hoogst voltooide opleiding? 1. laag - geen opleiding, lager onderwijs (basisschool of speciaal onderwijs), lager of voorbereidend beroepsonderwijs 2. middel - mavo, mulo, mbokort, mbo, mts, bol, bbl 3. hoog - havo, vwo, hbo, hts, heao, universiteit
46 (23.23 %) 152 (76.77 %) n = 198 # 198
21 (10.66 %)
112 (56.85 %) 64 (32.49 %) n = 197 # 197
68. Wat is uw nationaliteit? 1. Nederlandse 2. Turks 3. Marokkaans 4. Duits 5. anders, nl.
196 (98.99 %) 0 (0 %) 0 (0 %) 0 (0 %) 2 (1.01 %) n = 198 # 198
69. Hoe vaak drinkt u alcohol? 1. nooit 2. 1 keer per maand of nog minder 3. 2 tot 3 keer per week 4. 4 keer of vaker per week 5. 2 tot 4 keer per maand
61 (30.81 %) 35 (17.68 %) 51 (25.76 %) 19 (9.6 %) 32 (16.16 %) n = 198 # 198
124
71. Hoe vaak drinkt u meer dan 6 glazen per gelegenheid? 1. nooit 2. minder dan 1 keer per maand 3. maandelijks 4. wekelijks 5. (bijna) dagelijks
72. Noteer het geslacht van de respondent 1. man 2. vrouw
Legenda: n = aantal respondenten dat de vraag heeft gezien # = aantal ontvangen antwoorden
125
124 (72.94 %) 31 (18.24 %) 11 (6.47 %) 4 (2.35 %) 0 (0 %) n = 170 # 170
50 (25.38 %) 147 (74.62 %) n = 197 # 197
5. Diagrammen onderzoeksresultaten 1. Het alcoholgebruik van jongeren in Hardenberg is normaal te noemen 1. helemaal niet mee eens 2. een beetje mee oneens 3.niet mee eens/niet mee oneens 4.een beetje mee eens 5.helemaal mee eens 6. weigert
Het alcoholgebruik van jongeren in de gemeente Hardenberg is normaal te noemen 1
2
3
4
5
6
6% 26%
18%
14%
15% 21%
2. De aandacht in de media voor overmatig alcoholgebruik van jongeren is overdreven. 1. helemaal niet mee eens 2. een beetje mee oneens 3.niet mee eens/niet mee oneens 4.een beetje mee eens 5.helemaal mee eens 6. weigert
De aandacht in de media voor overmatig alcoholgebruik van jongeren is overdreven 1
2
3
4
5
6
0% 2%
5%
9%
11% 73%
126
3. Ik zou raar opkijken als ik een jongen van 12 jaar oud een mixdrankje met alcohol zie drinken 1. helemaal niet mee eens 2. een beetje mee oneens 3.niet mee eens/niet mee oneens 4.een beetje mee eens 5.helemaal mee eens 6. weigert
Ik zou raar opkijken als ik een jongen van 12 jaar oud een mixdrankje met alcohol zie drinken 1
2
3
4
5
6
0% 4%
0% 6%
10%
80%
4. Het is prima dat kinderen van 15 tijdens het uitgaan 5 glazen alcohol op een avond drinken 1. helemaal niet mee eens 2. een beetje mee oneens 3.niet mee eens/niet mee oneens 4.een beetje mee eens 5.helemaal mee eens 6. weigert
Het is prima dat kinderen vn 15 tijdens het uitgaan 5 glazen alcohol op een avond drinken 1
2
0% 3%
2%
3 4 5 2% 0%
6
93%
127
5. U zegt dat over een 15-jarige, maar als we nu de leeftijd veranderen. Het is prima dat kinderen van 14 tijdens het uitgaan 5 glazen alcohol op een avond drinken 1. helemaal niet mee eens 2. een beetje mee oneens 3.niet mee eens/niet mee oneens 4.een beetje mee eens 5.helemaal mee eens 6. Weigert
U zegt dit over een 15-jarige, maar als we nu de leeftijd veranderen naar 14? 1
2
3 4 5 2% 0% 0% 0% 1%
6
97%
6. Het is een goede zaak als de gemeente zich met het alcoholgebruik van jongeren bezighoudt. 1. helemaal niet mee eens 2. een beetje mee oneens 3.niet mee eens/niet mee oneens 4.een beetje mee eens 5.helemaal mee eens 6. weigert
Het is een goede zaak als de gemeente zich met het alcoholgebruik van jongeren bezig houdt. 1
2
3 0%
4 1%
5
3%
6
3%
13%
80%
128
7. De gevolgen van overmatig alcoholgebruik door jongeren zijn zo ernstig dat er iets aan gedaan moet worden. 1.Helemaal niet mee eens 2.een beetje mee oneens 3.niet mee eens/niet mee oneens 4.een beetje mee eens 5.helemaal mee eens 6. weigert
De gevolgen van overmatig alcoholgebruik door jongeren zijn zo ernstig dat er wat aan gedaan moet worden 1
2 1%
3
4
5
6
2% 5% 9% 12%
71%
8. Wat vindt u een normale leeftijd om te beginnen alcohol te drinken? ……. jaar (range 0-99)
Wat vindt u een normale leeftijd om te beginnen met alcohol te drinken? 14
15
15,5 0%
2%
16
17 0%
18
19
1% 1% 2%
21 4%
39%
44%
7%
129
0%
24
16+
18+
9. Wat vindt u in dat verband van de plannen van de meerderheid in de tweede en de eerste kamer om de leeftijd waarop aan jongeren alcohol verkocht mag worden, waarop ze alcohol in hun bezit mogen hebben en dus pas legaal mogen drinken wordt verhoogd naar 18 jaar? 1. zeer goed 2. goed 3. neutraal 4. niet goed 5. helemaal niet goed
Wat vindt u in dat verband van de plannen van de meerderheid in de tweede en eerste kamer om de leeftijd te verhogen naar 18 jaar? 1
2
3
4
5
3% 7%
9%
54%
27%
10. Per 1 januari 2013 kunnen jongeren in de leeftijd tot 16 jaar die alcohol in hun bezit hebben in het openbaar een boete opgelegd krijgen. Wat vindt u daarvan? 1. zeer goed 2. goed 3. neutraal 4. niet goed 5. helemaal niet goed
Per 1 januari 2013 kunnen jongeren in de leeftijd tot 16 jaar die alcohol een boete opgelegd krijgen? 1
2
3
4
5
2% 2%
9% 44%
43%
130
11. Heeft u de laatste tijd weleens nagedacht over alcoholgebruik van jongeren in Hardenberg? 1. ja, regelmatig/ vaak 2. weleens 3. zelden tot nooit
Heeft u de laatste tijd weleens nagedacht over alcoholgebruik van jongeren in de gemeente Hardenberg 1
2
3
35%
45%
20%
12. Heeft u de laatste tijd weleens met anderen gepraat over alcoholgebruik van jongeren in Hardenberg? 1. ja, regelmatig/ vaak 2. weleens 3. zelden tot nooit
Gepraat over alcoholgebruik 1
32%
2
3
39%
29%
131
13. Voelt u zich betrokken, of heeft u iets met het onderwerp ‘jongeren en alcoholgebruik’? 1. ja, zeker 2. tamelijk 3. een beetje 4. nee
Voelt u zich betrokken, of heeft u iets met het onderwerp ‘jongeren en alcoholgebruik´? 1
2
3
4
26% 43%
17%
14%
14. Welke leeftijd heeft uw oudste inwonende kind in de leeftijd van 10-18 jaar? ……jaar (range 10-18)
Leeftijd oudst inwonend kind (10-18 jaar) 10
11
12
13
14
15
4% 5%
16
5%
19% 11% 21%
13% 9% 13%
132
17
18
15. Is het een jongen of een meisje? 1. jongen 2. meisje
Is het een jongen of een meisje? 1
2
47% 53%
16. Keurt u het goed als uw kind alcohol drinkt? 1. ja, door de week en in het weekend 2. ja, maar alleen in het weekend 3. bij uitzondering 4. nee, dat keur ik niet goed
Keurt u het goed als uw kind alcohol drinkt? 1
2
3
4
3%
47%
37%
13%
133
17. Heeft u er problemen mee als uw kind voor het uitgaan thuis alvast alcohol drinkt? 1. mijn kind gaat nooit uit/drinkt nooit 2. ja, dat sta ik niet toe 3. zolang het bij 1 of 2 drankjes blijft vind ik het niet erg 4. nee, daar heb ik geen problemen mee
Alcohol voor het uitgaan 1
2
3
4
16%
22%
21% 41%
18. Keurt u het goed als uw kind thuis alcohol drinkt? 1. ja 2. nee
Keurt u het goed als uw kind thuis alcohol drinkt? 1
2
40% 60%
134
19. Koopt u weleens alcohol speciaal voor uw kind, bijvoorbeeld mixdrankjes? 1. wekelijks 2. eens in de 2 of 3 weken 3. eens per maand 4. zeer zelden 5. nooit
Koopt u weleens alcohol speciaal voor uw kind? 1
2
3
4
5
4% 3%
5%
24% 64%
20. Denkt u dat u zicht heeft op het alcoholgebruik van uw kind? 1. ja, veel zicht 2. tamelijk veel zicht 3. weinig zicht 4. geen zicht
Denkt u dat u zicht heeft op het alcoholgebruik van uw kind? 1
2
3
4
8% 8%
25%
59%
135
21. Op hoeveel dagen denkt u dat uw kind in de afgelopen maand alcohol heeft gedronken? …….. dagen (range 0-31)
Aantal dagen gedronken (afgelopen maand) 0
1
2
3
4
5
1%
1%
6
7
8
9
10
15
n.v.t
1%
0%
0%
2%
8%
4% 11%
56%
5% 6% 5%
22. Hoeveel glazen alcohol denkt u dat uw kind toen meestal per avond heeft gedronken? ……... glazen (range 0-50)
Glazen per avond 0
1
2
3
4
5
6
7
8
10
26%
0%
33%
1% 2%
2% 1% 3%
4%
5% 6%
10%
7%
136
12
15
n.v.t
23. Maakt u zich zorgen over het alcoholgebruik van uw kind? 1. ja, vaak 2. regelmatig 3. heel soms 4. nee
Maakt u zich zorgen over het alcoholgebruik van uw kind? 1
2
3
4
1% 4% 7%
88%
24. Wat vindt u een geschikte leeftijd om voor het eerst met kinderen over alcoholgebruik en de gevolgen ervan te praten? 1. tijdig, bv al op basisschool 2. als ze beginnen alcohol te drinken 3. als hun alcoholgebruik uit de hand dreigt te lopen
Geschikte leeftijd 1
2
3
0% 19%
81%
137
25. Heeft u in de afgelopen maand open met uw kind over alcoholgebruik en de gevolgen ervan gepraat? 1. ja 2. nee
Heeft u in de afgelopen maand open met uw kind over alcoholgebruik en de gevolgen ervan gepraat 1
2
40% 60%
26. Heeft u wel eens met uw kind over alcoholgebruik en de gevolgen ervan gepraat? 1.ja 2. nee
Wel eens gepraat over alcoholgebruik en de gevolgen? 1
2
13%
87%
27. Heeft u duidelijke afspraken met uw kind over zijn/haar alcoholgebruik? 1. ja 2. nee
Heeft u duidelijke afspraken met uw kind over zijn/haar alcoholgebruik? 1
2
30% 70%
138
28. Als u bij uw kind bent, drinkt u dan meer, minder of evenveel alcohol als wanneer hij/ zij er niet bij is? 1. meer 2. minder 3. evenveel 4. ik drink geen alcohol
Als u bij uw kind bent, drinkt u dan meer, minder of evenveel alcohol? 1
2
3
4
0% 12% 35%
53%
29. Denkt u dat de schadelijke effecten op de gezondheid voor jongeren even schadelijk, schadelijker of minder schadelijk zijn als voor volwassenen? 1. even schadelijk 2. schadelijker 3. minder schadelijk 4. weet niet
Denkt u dat de schadelijke effecten op de gezondheid voor jongeren even... 1
2 0%
3
4
1% 7%
92%
139
30. Welke schadelijke gevolgen zou u zo spontaan kunnen bedenken? 1. gezondheidsproblemen op latere leeftijd 2. alcoholverslaving op latere leeftijd 3. verkeersongevallen 4. misdragen/agressie 5. onveilige seks 6. schoolverzuim 7. leerprestaties 8. fitheid 9. verstoring van de hersenontwikkeling/ hersenschade 10. anders, nl………………………………………… Hier kan geen diagram van gemaakt worden, omdat dit meer dan 100% bevat. 31. een slechte conditie/ verminderde fitheid (op jonge leeftijd) 1. heel vaak 2. regelmatig 3. weleens 4. nooit 5. weet niet
Een slechte conditie/ verminderde fitheid (op jonge leeftijd) 1
2
3
4
5
4% 4%
15%
44%
33%
140
32. misdragingen of betrokkenheid bij een vechtpartij na het drinken van alcohol gebeurt dit naar uw idee vaak, soms of nooit? 1. heel vaak 2. regelmatig 3. weleens 4. nooit 5. weet niet
Misdragingen of betrokkenheid bij een vechtpartij na het drinken van alcohol 1
2
3
4
5
1%
0%
7% 26% 66%
33. onveilige seks na het drinken van alcohol 1. heel vaak 2. regelmatig 3. weleens 4. nooit 5. weet niet
Onveilige seks na het drinken van alcohol 1
2
3
4
5
0%
6% 9%
31%
54%
141
34. schoolverzuim 1. heel vaak 2. regelmatig 3. weleens 4. nooit 5. weet niet
Schoolverzuim 1
2
3
4
5
5% 6% 23% 24%
42%
35. verstoring van de hersenontwikkeling/ hersenschade 1. heel vaak 2. regelmatig 3. weleens 4. nooit 5. weet niet
Verstoring van de hersenontwikkeling/ hersenschade 1 0%
2
3
4
0% 6%
15%
79%
142
5
36. verminderde leerprestaties 1. heel vaak 2. regelmatig 3. weleens 4. nooit 5. weet niet
Verminderde leerprestaties 1
2
3
4
5
0%
2% 8%
26% 64%
37. alcoholverslaving op latere leeftijd 1. heel vaak 2. regelmatig 3. weleens 4. nooit 5. weet niet
Alcoholverslaving op latere leeftijd 1
2
3
4
5
9% 8%
26%
24% 33%
143
38. een verhoogd cholesterolgehalte 1. heel vaak 2. regelmatig 3. weleens 4. nooit 5. weet niet
Een verhoogd cholesterolgehalte 1
2
3
4
5
12% 10% 47% 17%
14%
39. Pas als jongeren zoveel alcohol drinken dat ze er aangeschoten of dronken van worden is het schadelijk voor hen. 1. helemaal niet mee eens 2. een beetje mee oneens 3.niet mee eens/niet mee oneens 4.een beetje mee eens 5.helemaal mee eens 6. weigert
Schadelijkheid alcohol 1
2
3
4
5
6
0% 22%
8%
61% 2%
7%
144
40. Het is als ouder belangrijk te weten hoeveel alcohol je kind drinkt 1. helemaal niet mee eens 2. een beetje mee oneens 3.niet mee eens/niet mee oneens 4.een beetje mee eens 5.helemaal mee eens 6. weigert
Het is als ouder belangrijk te weten hoeveel alcohol je kind drinkt 1
2
3
4
5
0% 3%
0%
6 2%
10%
85%
41. Ik geloof dat je als ouder kunt voorkómen dat je kind veel alcohol gaat drinken 1. helemaal niet mee eens 2. een beetje mee oneens 3.niet mee eens/niet mee oneens 4.een beetje mee eens 5.helemaal mee eens 6. weigert
Alcoholgebruik voorkomen 1
2
3
4
5
6
1% 21%
30% 15% 26%
7%
145
42. Als je kind eenmaal veel alcohol drinkt, is het als ouder erg moeilijk daar nog iets aan te veranderen. 1. helemaal niet mee eens 2. een beetje mee oneens 3.niet mee eens/niet mee oneens 4.een beetje mee eens 5.helemaal mee eens 6. weigert
Moeilijk te veranderen 1
2
3
4
5
6
0% 24% 32% 12% 9%
23%
43. Als ouders matig drinken, zullen kinderen ook matig drinken 1. helemaal niet mee eens 2. een beetje mee oneens 3.niet mee eens/niet mee oneens 4.een beetje mee eens 5.helemaal mee eens 6. weigert
Als ouders matig drinken, zullen kinderen ook matig drinken 1
2
3
4
5
6
1%
26%
33%
12%
22%
6%
146
44. Ouders kunnen het drinkgedrag van hun kinderen binnen de perken houden door duidelijke afspraken over alcoholgebruik te maken. 1. helemaal niet mee eens 2. een beetje mee oneens 3.niet mee eens/niet mee oneens 4.een beetje mee eens 5.helemaal mee eens 6. weigert
Drinkgedrag binnen de perken houden 1
2
3
4
5
6
0% 4%
6% 6%
23% 61%
45. Door open met kinderen over alcoholgebruik en de gevolgen te praten, zullen zij verstandiger met alcohol omgaan. 1. helemaal niet mee eens 2. een beetje mee oneens 3.niet mee eens/niet mee oneens 4.een beetje mee eens 5.helemaal mee eens 6. weigert
Open praten over alcoholgebruik en de gevolgen 1
2
3
4
0% 3% 5%
5
6
2%
20%
70%
147
46. Weet u of er op school bij uw kind (of kinderen) voorlichting gegeven wordt over alcohol aan de kinderen? 1. nee 2. op basisschool 3. op voortgezet onderwijs
Voorlichting voor kind op school 1
2
3
17%
51% 32%
47. En aan de ouders? 1. nee 2. op basisschool 3. op voortgezet onderwijs
En aan de ouders? 1
2
38%
3
40%
22%
148
48. Vindt u dat er voldoende voorlichting aan kinderen is op school over alcohol? 1. ruim voldoende 2. voldoende 3. niet voldoende/niet onvoldoende (neutraal) 4. onvoldoende 5. ruim onvoldoende
Voldoende voorlichting voor kinderen op school over alcohol? 1
2
3
4
5
2% 11% 21%
18%
48%
49. Vindt u dat ouders voldoende voorlichting krijgen over alcohol? 1. ruim voldoende 2. voldoende 3. niet voldoende/niet onvoldoende (neutraal) 4. onvoldoende 5. ruim onvoldoende
Vindt u dat ouders voldoende voorlichting krijgen over alcohol? 1
2
3
4
5
3%
12% 25%
13%
47%
149
50. Hebt u in de afgelopen 2 jaar wel eens een voorlichtingsavond over alcohol bijgewoond? 1. nee 2. ja op school 3. ja, elders
Bijwonen voorlichtingsavond 1
2
3
7%
35% 58%
51. Kent u de campagne ‘Fris over drank!’? 1. nee 2. ja
150
52. Waar kent u de campagne van? 1. uit de pers 2. van ouderavond(en) 3. posters 4. internet 5. van kennissen, vrienden, familie 6. van mijn kind(eren) 7. Anders, nl……………..
Waar kent u de campagne van? 1
2
3
4
5
6
7
24%
32%
8%
5%
16%
11%
4%
53. Welk rapportcijfer krijgt deze van u? (cijfer 0 tot 9)
Rapportcijfer campagne 5
6
7
7,5
8
8,5
9
n.v.t
0% 8% 14% 2%
62%
12%
0% 2%
151
54. Hebt u wel eens gehoord van het Centrum voor Jeugd en Gezin? 1. nee 2. ja
Hebt u wel eens gehoord van het Centrum voor Jeugd en Gezin? 1
2
44% 56%
55. Wist u dat u bij het Centrum voor Jeugd en Gezin terecht kunt voor vragen over alcohol en opvoeding? 1. nee 2. ja
Wist u dat u bij het Centrum voor Jeugd en Gezin terecht kunt voor vrag... 1
2
34% 66%
56. Hebt u hier wel eens gebruik van gemaakt? 1. zeer vaak 2. vaak 3. af en toe 4. bijna niet 5. nooit
Hebt u hier wel eens gebruik van gemaakt? 1
2
3
0%
0%
6%
92%
152
4 2%
5
57. Wat kan de gemeente Hardenberg doen, om de preventieve aanpak rondom alcohol en opvoeding, meer onder de aandacht te brengen?
Preventieve aanpak Weet niet Voorlichting op basisscholen aan kinderen en ouders Voorlichting op middelbare scholen aan kinderen en ouders Voorlichting door ervaringsdeskundige Voorlichting bij horecagelegenheden aan kinderen Voorlichting bij sportverenigingen aan kinderen en ouders
Voorlichting bij bibliotheken aan kinderen en ouders Horecagelegenheden eerder open en eerder dicht Horecagelegenheden strenger controleren bij de deur Horecagelegenheden promoten van 0% alcohol feestjes
0%
0%
0%
2%
1%
1%
1%
5% 0%
0%
8%
5% 19%
5%
7% 1% 0% 2% 3% 1%
18% 4% 5%
2%
0%
3% 1% 2%
153
58. Welke partijen, behalve de gemeente, zouden actief aan signalering en preventie moeten doen als het gaat over overmatig alcoholgebruik onder de jeugd?
Preventieve partijen Weet niet
School
Ouders
Docenten
Zorgcoördinatoren
Politie
Sportverenigingen
Buurt- en clubhuizen
Supermarkten
Schoolarts
Horecagelegenheden
Slijterijen
Tactus Verslavingszorg
Geen
GGD
Politiek
Jongerencentra
Kerk
Ziekenhuis
Overheid
Jongerenwerkers
GGZ
Jongeren zelf
Alle partijen
Ervaringsdeskundigen
Media
CJG
Bureau Jeugdzorg
Verenigingen
Maatschappelijk werkers
Consumentenbond
Huisarts
Werkgevers
Medische wereld
Bibliotheek
Jeugdstichtingen
0%
1% 1%
1% 0% 0% 0% 1% 0% 0% 1% 0% 1% 1% 1%
1%
4%
1%
1% 2%
1%
1%
1%
2%
23%
1% 2%
15% 12%
1%
5%
2% 14%
0%
154
1% 0%
59.Welk rapportcijfer geeft u de preventieve aanpak van de gemeente Hardenberg? (cijfer 0-9)
Rapportcijfer preventieve aanpak 3
4
5
5,5
6
6,5
1% 15%
6,6
7
7,5
8
3% 1%
10%
6% 16% 3%
44%
1%
60. Wat is uw geboortejaar? …. (range 1900-1999)
Geboortejaar 1950
1955
1956
1957
1958
1959
1960
1961
1962
1963
1964
1965
1967
1968
1969
1970
1971
1972
1973
1974
1975
1976
1978
1980
3%
1% 1% 1% 1% 2%
2% 1% 2%
3%
4%
2% 1%
3%
5% 5%
7%
7%
6%
5% 9% 10% 6% 9%
155
9%
1966
61. Wat zijn de vier cijfers van uw postcode? ….(range 0000-9999)
Cijfers postcode 3071
3072
6691
7691
7692
7693
7701
7702
7707
7771
7772
7775
7776
7777
7778
7781
7784
7787
7791
7792
7797
9247
1% 2% 1% 1% 1% 1% 1%
1% 2%
1%
1%
1%
10% 7%
1%
3% 4%
5%
14% 26% 9% 11% 1%
62. Wat is uw burgerlijke staat? 1. gehuwd 2. samenwonend 3. ongehuwd, nooit gehuwd geweest 4. gescheiden, gescheiden levend 5. weduwe weduwnaar
Burgerlijke staat 1
2
4% 3%2%
3
4
5
1%
90%
156
7773
63. Uit hoeveel personen bestaat het huishouden waartoe u behoort? ……(range 1-15)
Aantal personen huishouden 2
3
4
5
6
1%
1%
6%
7
8
9
1% 9%
15%
38% 29%
64. Heeft u thuiswonende kinderen die jonger dan 10 jaar zijn? 1. ja 2. nee
Heeft u thuiswonende kinderen die jonger dan 10 jaar zijn? 1
2
30%
70%
157
65. Hoeveel thuiswonende kinderen in de leeftijd van 10-18 jaar heeft u? 1.….meisjes 2.….jongens
Hoeveel thuiswonende kinderen in de leeftijd van 10-18 jaar heeft u? 1
2
49% 51%
66. Heeft u thuiswonende kinderen die ouder dan 18 jaar zijn? 1. ja 2. nee
Heeft u thuiswonende kinderen die ouder dan 18 jaar zijn? 1
2
23%
77%
158
67. Wat is uw hoogst voltooide opleiding? 1. laag - geen opleiding, lager onderwijs (basisschool of speciaal onderwijs), lager of voorbereidend beroepsonderwijs 2. middel - mavo, mulo, mbo-kort, mbo, mts, bol, bbl 3. hoog - havo, vwo, hbo, hts, heao, universiteit
Wat is uw hoogst voltooide opleiding? 1
2
3
11% 32%
57%
68. Wat is uw nationaliteit? 1. Nederlandse 2. Turks 3. Marokkaans 4. Duits 5. Anders
Wat is uw nationaliteit? 1 2 3 0% 0% 0%
4
5
1%
99%
159
69. Hoe vaak drinkt u alcohol? 1. nooit 2. 1 keer per maand of nog minder 3. 2 tot 3 keer per week 4. 4 keer of vaker per week 5. 2 tot 4 keer per maand
Hoe vaak drinkt u alcohol? 1
2
3
4
5
16% 31% 9%
26%
18%
70. Hoeveel drinkt u op een typische dag als u alcohol drinkt?
Aantal glazen op een typische dag 1
2
3
4
5
6
7
17%
30%
28%
1% 2% 4%
6%
12%
160
n.v.t
71. Hoe vaak drinkt u meer dan 6 glazen per gelegenheid? 1. nooit 2. minder dan 1 keer per maand 3. maandelijks 4. wekelijks 5. (bijna) dagelijks
Hoe vaak drinkt u meer dan 6 glazen per gelegenheid? 1
2
3
2%
4
5
0%
7% 18%
73%
72. Noteer het geslacht van de respondent 1. man 2. vrouw
Noteer het geslacht van de respondent 1
2
25%
75%
161
Bijlage 6 Inleidende brief op het diepte-interview Hardenberg, 1 november 2012
Beste ouder(s)/verzorger(s), De gemeente Hardenberg besteedt veel aandacht aan alcoholmatiging onder jongeren. Om te kijken wat de effecten zijn van deze werkzaamheden, zijn er een aantal ouders gebeld met de vraag om deel te nemen aan een onderzoek. Twee studenten (Dominique Kramer en Mariël Handstede) van Hogeschool Windesheim doen een afstudeeronderzoek naar de effecten van het Hardenbergse alcoholmatigingsbeleid. De eerste peiling was in 2010; nu wordt het herhalingsonderzoek uitgevoerd. Via een steekproef uit het adresbestand van de gemeente zijn ouders geselecteerd die kinderen hebben in de leeftijd van 10 t/m 18 jaar. Deze studenten zijn op zoek naar ouders die willen praten en discussiëren over de preventieve aanpak van de gemeente Hardenberg rondom het thema alcohol en opvoeding. Anja van de Riet, werkzaam bij Tactus Verslavingszorg, zal de bijeenkomst gaan leiden. Tevens zullen de studenten, die dit onderzoek doen als afstudeerproject aanwezig zijn. Deze bijeenkomst is op maandag 12 november 2012 van 19.30-21.00 uur. Locatie: Gemeentehuis Hardenberg (Stephanuspark 1, 7772 HZ Hardenberg) Het is voor de gemeente en voor de studenten van groot belang dat de respons op deze bijeenkomst hoog is. Hoe meer ouders meewerken, hoe betrouwbaarder de uitkomsten zijn. Uw mening telt! Hebt u interesse in de bijeenkomst? Meldt u zich dan vóór 8 november aan! Telefoonnummer: 06-28698806 Emailadres:
[email protected]
Met hartelijke groet, Dominique Kramer Mariël Handstede
162
Bijlage 7 Opzet diepte-interview Wat moeten we regelen voor het diepte-interview (groepsbijeenkomst/focusgesprek):
Locatie: gemeentehuis Hardenberg Datum en tijdstip: Maandag 12 november 19.30-21.00 uur (week 46) Duur van het gesprek: Maximaal 1,5 uur Uitnodigingen: Mariël en Dominique bellen de geïnteresseerden voor het diepteinterview en nodigen ze uit. Ook vragen wij met hoeveel personen ze verwachten te komen. Gespreksleidster: Anja van de Riet van Tactus Verslavingszorg Koffie/thee en koekjes: Hoeveelheid hangt af van het aantal personen Vragenlijst en onderwerpen: Zie hieronder Opname: Voice-recorder (memo), daarnaast schrijven Mariël en Dominique belangrijke punten/hoofdpunten op. Aankleding: Posters/folders over campagnes van de gemeente Hardenberg Gadget voor ouders (bedankje): Goodiebag met boekenbon Zeker weten aanwezig: Anja van de Riet, Mariël Handstede en Dominique Kramer
Opzet diepte-interview:
Welkom/voorstellen Dominique: Welkom! Fijn dat u allen gekomen bent. Ik ben Dominique Kramer en dit is Mariël Handstede. Wij zijn allebei 20 jaar oud en studeren allebei Pedagogiek aan de Hogeschool Windesheim te Zwolle. Wij zitten in ons afstudeerjaar en doen dit afstudeeronderzoek samen. Ik heb ons nu voorgesteld, we zijn benieuwd wie u bent, wil u zich allen voorstellen?
Introductie onderwerp/doel Dominique: De gemeente Hardenberg besteedt aandacht aan alcoholmatiging onder jongeren. Om te kijken wat de effecten zijn van deze werkzaamheden, zijn onder andere jullie gebeld met de vraag om deel te nemen aan dit onderzoek middels een telefonische enquête. Wij hebben deze bijeenkomst georganiseerd, omdat we diepgaandere informatie willen over alcohol en opvoeding, zodat wij aanbevelingen kunnen doen aan de gemeente Hardenberg. U kunt tijdens de bijeenkomst vragen over de volgende onderwerpen verwachten: omgeving, specifieke opvoedingsondersteuners, school en de gemeente. Ter afsluiting willen wij nog een paar vragen stellen over de telefonische enquêtes. Ik geef nu het woord aan Mariël. Het gaat over de rol van de ouders, hun opvattingen t.a.v. alcoholgebruik, welke boodschap zij afgeven aan hun kinderen en wat zij (al dan niet) aan ondersteuning ervaren op dit vlak van andere partijen. Waaronder de gemeente, maar ook sportverenigingen, onderwijs, horeca etc. De insteek is niet om 'Fris over Drank' als aanpak te bespreken; het gemeentelijke beleid staat niet ter discussie - alhoewel daar natuurlijk best opmerkingen over gemaakt kunnen worden. Afgeleid hiervan zie ik geen rol of inbreng voor de gemeente weggelegd tijdens het diepteinterview. Sterker: ik denk dat mijn aanwezigheid afleid van waar het om gaat en minder informatie oplevert.
Feiten Mariël: Uit de telefonische enquêtes zijn gegevens gekomen die wij vergeleken hebben met het onderzoek van twee jaar geleden. We willen een paar hiervan alvast
163
met u delen. Het eerste feit gaat over het alcoholgebruik van jongeren in de gemeente Hardenberg. Uit het onderzoek van 2010 is gebleken dat 20% van de opvoeders het alcoholgebruik van jongeren in de gemeente Hardenberg normaal vinden. Daarentegen is uit ons onderzoek gebleken dat 18% van de opvoeders het alcoholgebruik van jongeren in de gemeente Hardenberg normaal vinden. Dit is maar een klein verschil van 2%. Waar denkt u dat dit aan ligt? Mariël: Het tweede en laatste feit gaat over de campagne ‘Fris over drank’, dit is de alcoholmatigingscampagne van de gemeente Hardenberg. Uit het onderzoek van 2010 is gebleken dat 45% van de opvoeders de campagne kent. Uit ons onderzoek is gebleken dat 46% de campagne kent. Dit is wederom een klein verschil. Hoe komt volgens u dat de campagne in de afgelopen twee jaar vrijwel niet bekender is geworden?
Regels van de focusgroep Mariël: Graag willen wij uw om toestemming vragen om de bijeenkomst op te nemen op een voice-recorder. De informatie wordt strikt vertrouwelijk behandeld en anoniem verwerkt. De gegevens worden na het uitwerken vernietigd. Het diepte-interview duurt tot 21.00 uur. Wij verzoeken u tijdens deze bijeenkomst niet door elkaar te praten. Wij zijn benieuwd naar ieders mening, daarbij is het van belang dat u eerlijk bent. We vragen tevens om respect voor elkaars mening. Ik geef het woord nu aan Anja van de Riet.
Anja stelt zich in het kort voor en geeft een inleiding over alcohol en opvoeding. Ook vraagt gespreksleidster naar aanleiding van de komst van de opvoeders. Vervolgens gaan we met het diepte-interview van start.
Algemeen - Hoe zou u de drinkcultuur en de normen in de gemeente Hardenberg willen omschrijven rondom alcoholgebruik onder jongeren? - Ziet u verschillen met vroeger? - Wat is het ideaalbeeld/wensen dat/die u voor zich heeft wat betreft jongeren en alcoholgebruik? Omgeving - Welke moeilijkheden/weerstanden op het gebied van alcohol en opvoeding komt u tegen? - Hoe is dit voor u? - Roept dit bij u vragen op? Zo ja, welke? - Voelt u zich gesteund door de omgeving wat betreft alcohol en opvoeding (personen, instellingen, organisaties verenigingen waar de ouders mee in contact zijn en/of komen etc.)? Zo ja, door wie of wat voelt u zich gesteund? Zo nee, door wie of wat zou je gesteund willen worden? - Waaruit bestaat deze steun, waar blijkt dit uit? - Hoe belangrijk is deze steun voor u cijfer 0-10? - Wordt u beïnvloed door andere opvoeders omtrent alcohol en opvoeding? Zo ja, negatief of positief? - In welke mate wordt u beïnvloed door andere opvoeders? - Waar ligt volgens u de grens tussen opvoeding vanuit de omgeving en vanuit het gezin? Specifieke opvoedingsondersteuners - Bent u bekend met specifieke opvoedingsondersteuners? (CJG bijv.) Zo ja, Welke? - Heeft u hier wel eens gebruik van gemaakt? - Heeft u hier behoefte aan?
164
-
Welke vorm moet deze ondersteuning volgens u hebben (informatieavond, helpdesk, spreekuren etc.)? - Waar ligt volgens u de grens tussen opvoeding vanuit de specifieke opvoedingsondersteuners en vanuit het gezin? School - Heeft school voor u een ondersteunende rol rondom alcohol en opvoeding? Zo ja, waaraan merkt u dit? Zo nee, mist u dit? (zo ja, wat mist u?) - Wat vindt u wat de taak van school is, betreft alcohol en opvoeding? - Wat is de volgens u de grens tussen opvoedingstaken van school en ouders? - Wat moeten de scholen doen, om de opkomst van alcohol en opvoedingsvoorlichting te vergroten? - Waar ligt volgens u de grens tussen opvoeding vanuit de school en vanuit het gezin? Gemeente - Merkt u iets van de preventieve maatregelen van de gemeente Hardenberg omtrent alcohol en opvoeding? Zo ja, wat merkt u? Zo nee, wat mist u? - Hebben de preventieve maatregelen van de gemeente Hardenberg effect op u? Zo ja, op welke manier? - Hebben de preventieve maatregelen van de gemeente Hardenberg effect op de jongeren? Zo ja, op welke manier? - Wat is het effect van de preventieve maatregelen volgens u? - Kan dit effect volgens u vergroot worden? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet? - Waar ligt volgens u de grens tussen opvoeding vanuit de gemeente en vanuit het gezin? Afsluiting Anja maakt een korte samenvatting van het diepte-interview en vraagt of er nog vragen of opmerkingen zijn. Zij geeft daarna het woord aan Mariël en Dominique. Dominique: Tot slot nog een aantal vragen over de telefonische enquêtes: - Wat vond u van de vorm van de enquête (telefonische enquête)? - Wat vond u van de telefonisten? - Wat vond u van de vragen uit de enquête? - Wat vond u van de duur van de enquête? - Wat zijn positieve punten uit de enquête? - Wat zijn verbeterpunten uit de enquête? - Heeft u twee jaar geleden ook meegewerkt aan het onderzoek? - Is er in die tijd nog wat in uw gedachtegang (kennis, attitude en gedrag) over alcohol en opvoeding veranderd? Op basis van deze bijeenkomst maken wij een samenvatting, indien u hier belangstelling voor heeft, kunt u deze krijgen. Tenslotte willen wij u ontzettend bedanken voor uw medewerking, tijd en openheid tijdens dit diepte-interview. Als bedankje hebben wij nog een kleinigheidje voor u.
165
Bijlage 8 Resultaten van het diepte-interview Uitwerking Diepte-interview Feiten Voordat het diepte-interview van start ging, hebben wij de interesse van de ouders proberen te wekken door middel van twee vergelijkende feiten vanuit het onderzoek uit 2010 en 2012 (ons onderzoek). Uit het onderzoek van 2010 is gebleken dat 20% van de ouders het alcoholgebruik van jongeren in de gemeente Hardenberg normaal vinden. Daarentegen is uit ons onderzoek uit 2012 gebleken dat 18% van de ouders het alcoholgebruik van jongeren in de gemeente Hardenberg normaal vinden. Dit is maar een klein verschil van 2%. De vraag die wij gesteld hebben is: waar denkt u dat dit aan ligt? Volgens de ouders ligt dit aan wie er geënquêteerd zijn en of het een man of een vrouw betreft. De vrouw pakt namelijk vaker de telefoon op dan de man, concluderen zij. Daarnaast vinden zij dat de samenleving tegenwoordig een negatief beeld schetst over alcohol in de publiciteit. De problemen over drank komen steeds meer in het nieuws. Verder is er volgens hen meer bewustwording onder mensen van de problemen en schade die alcohol kan aanrichten. De campagne ‘Fris over Drank’ loopt al een aantal jaar, toch blijkt dat de campagne onder ouders niet veel meer bekendheid heeft gekregen. Uit het onderzoek van 2010 is namelijk gebleken dat 45% van de ouders de campagne kent. In 2012 was dit 46%, wat neer komt op een stijging van 1%. Wij hebben de ouders gevraagd hoe het volgens hen komt dat de campagne in de afgelopen twee jaar vrijwel niet bekender is geworden? De ouders denken dat twee jaar lang campagne voeren niet altijd wat zegt over de werking en bekendheid ervan. De meeste aanwezige ouders kennen de campagne namelijk niet. Volgens de ouders kan de campagne meer bekendheid krijgen door via de Stentor (krant) of via digitale media mensen te schokken met bijvoorbeeld het overlijden van een scholier nadat hij/zij overmatig alcohol heeft gebruikt. Daarnaast geeft de ene ouder duidelijk zijn/haar standpunt weer, door een aantal keer te benadrukken dat er meer richting de kinderen gewerkt moet worden, in plaats van het doel via ouders te bereiken. Deze ouder denkt dat dit kan via het geven van voorbeelden over de risico’s van alcohol en de verpleegkundige die op school komt. Verder bereiken nieuwsberichten op school de kinderen volgens deze ouder. Als voorbeeld wordt het schokkende bericht genoemd, over de jongen die zich op 20-jarige leeftijd van het leven heeft beroofd, omdat hij zijn hele leven gepest is. Volgens deze ouder bereikt dat de jeugd, omdat het een onderwerp is dat leeft. Belangrijk is dus om onderwerpen zoals alcohol ook leefbaar te maken. Algemeen Hoe zouden jullie de drinkcultuur en de normen in de gemeente Hardenberg willen omschrijven als het gaat om alcoholgebruik onder jongeren? Het is volgens de ouders algemeen geaccepteerd dat jongeren alcohol drinken, zowel onderling als thuis. Ook wordt de drinkcultuur door de ouders als heftig gezien, er wordt veel gedronken. Het alcoholgebruik onder jongeren wordt tegenwoordig door ouders als normaal gezien, het is blijkbaar het nieuwe normaal. Iets wat deze ouders absoluut niet normaal vinden. Tegenwoordig getuigt het bij ouders niet altijd van consequent gedrag tegenover de kinderen, oppert een ouder na het verhaal wat door een andere ouder verteld werd. Hierin kwam naar voren dat een meisje van 16 met twee vriendinnetjes een verjaardagsfeestje gaf wat helemaal uit de hand liep, nadat er door de ouders vier kratten bier in huis werden gehaald. In de omgeving van de ouders wordt er naar eigen zeggen schokkend veel gedronken, al is dit voor hun eigen kinderen (nog) niet van toepassing. Het drankgebruik is
166
sociaal-cultureel gebonden, ook wat het effect is op de samenleving. Met een alcoholbeperkend beleid kan volgens een ouder wel eens het tegenovergestelde effect bereikt worden. Is de norm/cultuur rondom alcohol in de gemeente Hardenberg veranderd ten opzichte van vroeger? Het gebruik van drugs wordt cultureel sociaal bepaald en als de cultuur en de sociale samenstelling veranderen, dan is te verwachten dat het gebruik van drugs ook mee veranderd. Een term die hier passend bij is, is consumptief hedonisme: je leeft hier en nu, je moet het nu leuk hebben, dus drink je nu dat biertje. Wat volgens een ouder opvalt ten opzichte van vroeger, is dat jongeren op een jongere leeftijd uitgaan. Daarnaast liggen de toegangsprijzen en de prijzen van consumpties bij uitgaansgelegenheden hoog. Tegenwoordig is de jeugd dus al dronken als ze eenmaal bij de uitgaansgelegenheden aankomen. Hierdoor worden er ook meer vernielingen aangericht door jongeren. Vroeger ging de jeugd ook naar jeugdsoozen, wat dichterbij was en waarbij toezicht werd gehouden door jongerenwerkers. De ouders zijn het er mee eens dat het van belang is dat er in de dorpen zelf iets leuks georganiseerd wordt voor jongeren, zodat ze niet te ver weg hoeven naar uitgaansgelegenheden en dat het allemaal wat toegankelijker wordt. Daarbij zal het drankgebruik onder jongeren uit verveling volgens een ouder ook afnemen. Toen je zelf 15/16 was, was het alcoholgebruik onder jongeren toen anders? De ouders denken niet dat het alcoholgebruik onder jongeren vroeger (toen zij zelf die leeftijd hadden) anders was. Een ouder geeft als voorbeeld dat hij/zij vroeger op vakantie bij het kampvuur ook flessen drank hadden die de kring rond gingen, al dronk hij/zij zelf vrijwel niets mee, omdat hij/zij het niet lekker vond. Het gebeurde vroeger ook en het was toen thuis ook al vanzelfsprekend, ook al is hij/zij conservatief opgevoed in de zin van alcohol met mate. Een andere ouder is ook passief opgevoed wat betreft alcoholgebruik en hoefde het hierdoor ook niet. Hij/zij vindt dat de jeugd tegenwoordig op jongere leeftijd begint met het nuttigen van alcohol, veel eerder dan in zijn/haar eigen tijd. De rest sluit zich hierbij aan. Verder zijn zij het er allen over eens dat de jeugd tegenwoordig ’s nachts veel later thuis komt dan vroeger. Vroeger gingen de uitgaansgelegenheden om 02.00 uur dicht, terwijl sommige uitgaansgelegenheden nu pas rond 05.00 uur sluiten. De jeugd zit tegenwoordig ook steeds vaker voor het uitgaan bij elkaar thuis om alcohol te nuttigen. Vroeger had dit een ander karakter, de jeugd zat even bij elkaar om te verzamelen en daarna fietste men door naar de uitgaansgelegenheid. Dit verzamelen omvatte toen ongeveer een half uur tot een uur, waarbij de ouders aanwezig waren en ook gezellig een praatje met de jongeren maakten. Doordat tegenwoordig de term ‘indrinken’ wordt gebruikt, krijgt het al een bepaalde lading, een hele andere lading dan vroeger. Dit heeft volgens een ouder te maken met groepsdruk, want doordat de term ‘indrinken’ wordt gebruikt, is het stoer om dit te doen. Als de jeugd deze term blijft gebruiken, dan zal er geen afname zijn van alcoholgebruik onder de jeugd. Daarbij geven zij ook aan dat wanneer de term ‘indrinken’ een andere naam zou krijgen, dat het dan niet leuk en niet stoer meer voor jongeren zal zijn. De naam trekt de jeugd dan niet meer aan. Wat is jullie ideaalbeeld als het gaat om alcohol en jongeren? Een ouder zegt dat het goed is dat de leeftijdsgrens wat betreft alcohol omhoog gaat, dus dat er vanaf 18 jaar pas alcohol gekocht mag worden. Daarnaast vindt deze ouder dat ‘indrinken’ een ander karakter moet krijgen, dat het meer zoals vroeger moet zijn. Het zou weer meer een sociaal karakter moeten krijgen, een gezellig evenement. Een biertje mag best, maar belanden op de Intensive Care is niet de bedoeling. We zouden ervoor moeten zorgen dat jongeren beslissen om niet te drinken, in ieder geval niet te veel (één of twee biertjes voor het uitgaan is leuk, maar meer niet). Een andere ouder zegt dat zijn/haar ideaalbeeld zou zijn, dat je als ouder je kinderen zo op
167
kunt opvoeden, dat zij leren omgaan met alcohol op een goede manier en daarbij weten dat alcohol een gevaarlijke, zeer verslavende drug is. Daarnaast wil hij/zij dat kinderen het gebruik van alcohol op moeilijke momenten zo veel mogelijk beperken. De anderen sluiten zich hierbij aan, tevens wordt er een aanvulling gegeven: het ideaalbeeld zou zijn dat je als ouder een goede gesprekspartner bent voor je kind. Hiermee wordt bedoeld dat je als ouder ervaringsdeskundig bent, dat je als ouder je kinderen voorlichting kunt geven over alcoholgebruik. En dat je hierbij ook weet waar je het over hebt (niveau van kennis over alcohol), als ouder informeer je jezelf hierover en maak je jezelf bewust. Daarnaast is het leggen van passende verantwoordelijkheid bij het ontplooiende kind volgens een ouder ook iets dat in het ideaalplaatje past. Volgens alle ouders moet drinken van alcohol moet onder jongeren niet verboden worden, maar het moet ook niet gestimuleerd worden, er moet een goede middenweg in gevonden worden. School Wat is volgens jullie de rol van de school rondom dit onderwerp? Heeft de school hierin ook een taak of verantwoordelijkheid? Hoe zien jullie dit? De school heeft volgens de ouders zeker een taak wanneer het gaat om het onderwerp alcohol en opvoeding. School is verantwoordelijk voor de ondersteuning. In eerste instantie heeft school een informatieve en educatieve taak. Een ouder geeft aan dat wanneer de school ook een ‘’opvoedende’’ taak op zich zal nemen rondom het onderwerp alcohol en opvoeding, ze het de ouders wel erg gemakkelijk maken. Een andere ouder zegt dat leerkrachten op school ouders niet kunnen vertellen hoe ze hun kinderen op moeten voeden. De primaire taak (de eerste taak) ligt bij de ouders. De rol van de ouders is om hun eigen kinderen voor te lichten over alcohol en het gebruik ervan. De meningen van de ouders zijn gelijk over de taak en verantwoordelijkheid van de school. Echter verschillen de meningen wanneer het gaat om het vrijblijvende karakter van scholen en de gemeente. Hiermee bedoelt een ouder dat de gemeente een verplichtende voorlichtingsmaatregel zou kunnen treffen richting basisscholen. Zodat alle basisscholen ook daadwerkelijk actief zijn op het gebied van alcoholvoorlichting. Daarnaast is het volgens deze ouder belangrijk om de voorlichting over alcohol vanaf groep 7 te geven, in verband met late leerlingen, die op dat gebied verder zijn dan klasgenoten. Scholen kunnen de voorlichting gemakkelijk aanpassen aan de leeftijdsgroep, bijvoorbeeld met behulp van poppetjes. Het visuele aspect van een voorlichting is het meest belangrijk. De ouder vindt dat binnen scholen tijdens projectweken het onderwerp alcohol geïntegreerd moet worden. De mening van deze ouder samengevat: de gemeente moet ingrijpen en alle basisscholen verplichten om aan de leerlingen alcoholvoorlichting te geven, visueel, educatief en klassikaal. Volgens een andere ouder zijn er wel meerdere thema’s belangrijk voor een voorlichting. Een thema als alcohol kun je als ouder niet alleen neerleggen bij school. School heeft dan wel een ondersteunende rol, maar ouders en school moeten op dit gebied samenwerken. School kan het eigenlijk niet zonder de ouders en de ouders kunnen het niet zonder de school. Ze moeten elkaar helpen op het gebied van alcohol(voorlichting). Volgens de ouders zijn niet alle scholen benaderd voor een project rondom alcohol en voorlichting. Bijvoorbeeld scholen in Dedemsvaart, zij maken zelf de keuze of ze mee willen werken en met welke organisatie. Vanuit de gemeente is het lastig om te verplichten om het op een bepaalde manier te doen. Scholen hebben een aantal kerntaken en doelen die ze willen bereiken. Daar staat alcohol niet expliciet in genoemd. School heeft een belangrijke ondersteunende taak. Het verplichten van alcoholvoorlichting is naar voren gekomen, maar er zijn ouders die het hier niet mee eens zijn. Ze vragen zich af of dit wel effect heeft. Het onderwerp alcohol in het algemeen en voorlichting over alcohol moeten minder vrijblijvend zijn, maar niet verplicht volgens deze ouders. In Dedemsvaart zijn er ‘’Moedige Moeders’’ die alcoholvoorlichting geven op scholen, maar hier is een ouder niet enthousiast over. Het is belangrijk dat ouders zich eerst zelf verdiepen in het onderwerp alcohol, voordat ze dit overbrengen op hun kinderen. Ouders moeten
168
zichzelf voorlichten in boeken, via internet en ze moeten aanwezig zijn bij ouder- of informatieavonden. Het punt van de ouders tijdens dit gesprek is helder. School heeft een ondersteunde taak, de primaire taak is voor ouders. Er zijn twee doelgroepen voor de school: de kinderen en de ouders van deze kinderen. Gemeente Merken jullie iets van de preventieve maatregelen van de gemeente Hardenberg op het gebied van alcohol? Er zijn ouders die zeggen dat ze niks van de preventieve maatregelen van de gemeente Hardenberg hebben gemerkt. Losstaand van het feit dat er een telefonische enquête is gehouden. Ze hebben geen folders/flyers of ouderavonden aangeboden gekregen van de gemeente of vanuit de scholen. Ze denken dat dit ook te maken kan hebben met het feit dat de kinderen niet in Hardenberg uitgaan. Aangezien ze naar omliggende steden en dorpen gaan, zijn de campagnes niet goed in het zicht. Een andere ouder heeft wel wat gemerkt van de preventieve maatregelen van de gemeente. De ouder heeft regelmatig van een alcohol voorlichting gehoord van scholen, zowel voor kinderen als voor ouders. Tevens is er een project op de basisschool genaamd ‘’alcohol een ander verhaal’’. Dit is een programma voor kinderen, die op een educatieve manier kinderen betrekt en bewust maakt rondom alcohol en alcoholgebruik. Vinden jullie dat er een gemeentelijke verantwoordelijkheid is rondom dit onderwerp? Het onderwerp alcohol is zeker iets om op de gemeentelijke agenda te zetten, volgens een ouder. Vooral omdat de gemeente de huidige cijfers kent vanuit de GGD monitor. Het is belangrijk dat de gemeente het belang van alle inwoners kan inschatten. De gemeente moet daarbij volgens de ouder meer een aansturende taak en een overkoepelende rol hebben. Op dit moment kan de gemeente niet doordringen tot in de huiskamer volgens deze ouder. Een andere ouder vraagt zich af wat de gemeente eigenlijk wil op basis van de cijfers die er bekend zijn. Aangezien de cijfers over alcoholgebruik onder jongeren in de gemeente Hardenberg hoger liggen dan in de omliggende gemeenten. De ouder vraagt zich af wanneer je als gemeente je maatschappelijke verantwoordelijkheid neemt. Het is volgens een ouder wel belangrijk dat de gemeente wat doet aan alcoholmatiging onder jongeren. Er moet actie ondernomen worden. Alcohol is een onderwerp dat als ‘normaal’ wordt gezien. De uitdaging ligt bij de gemeente om daar iets aan te veranderen. De ouder stelt zichzelf de vraag: Ga je als gemeente kinderen en ouders uitdagen of laat je de situatie zoals het is? Kortom, de gemeente heeft zeker een verantwoordelijkheid rondom dit onderwerp. De gemeente moet meer en beter doordringen tot in de huiskamer. Met andere woorden, de gemeente moeten de kinderen en ouders meer bewust maken en met de neus op de feiten drukken. De huidige cijfers liegen er volgens de ouders niet om. Wat zou de rol van de gemeente moeten zijn? Volgens een ouder moet de gemeente lespakketten en informatie pakketten faciliteren voor kinderen en hun ouders. De gemeente moet dus een faciliterende rol op zich nemen. Faciliteren betekent volgens deze ouder verzorgen van pakketten of voorlichtingen die de inwoners van de gemeente Hardenberg kunnen gebruiken en volgen. Gezien het beperkte budget van scholen, kan faciliteren ook subsidie of het betalen van deze pakketten en voorlichtingen betekenen. De subsidie of betaling kan dan een goed middel zijn om de scholen over te halen. Volgens een andere ouder zet je het onderwijs (zowel het basisonderwijs als het voortgezet onderwijs) op deze manier wel voor het blok als de gemeente dit niet gaat subsidiëren. Volgens deze ouder zien scholen het nut van de pakketten en voorlichting wel in, maar als ze het zelf moeten betalen dan ineens niet meer. Het gaat in het onderwijs over kosten besparen en beheersen. Tevens stelt deze ouder zichzelf de vraag of de gemeente dit allemaal wel zou kunnen bekostigen, aangezien ze op deze sectoren ook bezuinigen.
169
Een andere ouder zegt dat elke gemeente kampt met een aantal problemen en dat het aan de overheid ligt om hier keuzes in te maken. Maar als je volgens deze ouder het percentage alcoholgebruikers naar beneden kan halen, haal je daar een grote maatschappelijke winst uit. Los van alle andere harddrugs, is alcohol er een die het hoogst scoort in de maatschappij. Alcohol is een speerpunt in onze maatschappij, het is sociaal cultureel aanvaard, de meesten vinden het al ‘normaal’. Hier kan de gemeente wel een rol in spelen, door er veel meer aandacht aan te besteden. De ouder denkt dan voornamelijk aan de gevolgen die het alcoholgebruik met zich meebrengt. Tevens maakt de ouder een koppeling met de effecten van roken. Het idee van verrotte longen op de voorkant van een pakje sigaretten of een fles wijn met een etiket van een auto opgekruld rondom een boom is volgens deze ouder precies hetzelfde. De ouder vindt het vreemd dat er geen discussie ontstaat rondom alcohol, terwijl het volgens deze ouder zelfs erger is dan roken. Het gaat over alcohol, dan moet er net zo’n discussie ontstaan als die over de schadelijke gevolgen van roken. Maar die discussie komt volgens de ouder niet voor in de maatschappij. Het heeft te maken met de preventie rondom roken, dat het gewoon niet mag en dat je met grote letters wordt geïnformeerd dat roken dodelijk is. Waarom dan ook niet ook op drankflessen en bierkratten? De reden dat dit niet gebeurd is volgens de ouder, omdat alcohol en het alcoholgebruik maatschappelijk geaccepteerd is. De facilitaire rol wordt vaak genoemd. Tevens is er een rol voor de gemeente, om het alcoholgebruik te verminderen door etiketten op flessen wijn en kratten bier te plaatsen. Mensen bewust maken van de gevaren van alcoholgebruik, is ook een rol voor de gemeente volgens de ouders. Wat betekent de rol van de gemeente, voor alcohol en opvoeding? Een ouder stelt ons een retorische vraag: Wat maakt dat iemand teveel drinkt? Volgens de ouder zijn er verschillende factoren die meespelen. Het genetische materiaal/erfelijkheid en de omgeving. De ouder heeft de indruk dat iemand verslaafd raakt wanneer er iets in iemand zelf zit wat niet goed is. Het maakt niet uit welke verslaving, gokken, alcohol, roken, medicijnen, het lijkt alsof het al in de persoon zelf zit. De ouder vindt dat je erachter moet komen als ouder, of je kind dit ’mechanisme’ ook kan hebben. En als dit zo is, dan moet je er als ouder op gaan sturen. Een andere ouder denkt dat daar de grootste uitdaging ligt. Dit omdat je dan veel bewustwording en besef gaat vragen van ouders, die misschien op een hele andere manier met de opvoeding omgaan. Deze ouder vindt dit een ideaalbeeld die moeilijk na te streven is. De norm van het aantal glazen alcohol dat normaal gevonden wordt verschilt per persoon, dus is het lastig om te sturen op dit onderwerp. Zou de gemeente dingen anders kunnen doen? Wanneer is het effectief? Zou het effect vergroot kunnen worden? De gemeente moet effectiever communiceren. Tevens moet de gemeente zorgen voor een goed beleid, die ook wordt gecontroleerd. De doelgroep moet veranderd worden, dus niet alleen de kinderen bereiken maar ook de ouders! Hier zijn alle ouders het over eens. Een andere ouder denkt dat meer flyeren en reclame maken effect zou kunnen hebben. Op het gebied van toezicht en handhaving rondom alcoholgebruik en alcoholbeleid onder jongeren, kan nog veel bereikt worden, hier zijn alle ouders over eens. Mystery shopping (kijken of 15-jarigen aan alcohol kunnen komen) kan hierbij helpen volgens een ouder. Ook het benaderen en het inzetten van social media, internet, regionale pers en radio kan een groot effect hebben volgens de ouders. Een ouder kent een radio programma over alcohol en jongeren. Dit kan de gemeente bekostigen en promoten. De radioshow is dan voor jongeren en door jongeren. Jeugd op jeugd werkt volgens deze ouder het beste. Elke maand staat er iets in de krant (de Toren/de Stentor) over het alcoholmatigingsbeleid van de gemeente. Het moet volgens de ouders staan in het algemene deel, in plaats van in het gemeentelijke deel. Wanneer je ouders wilt interesseren, dan moet er meer geschreven
170
worden vanuit de kinderen of vanuit de ouders. Mensen die er zelf ervaringen mee hebben gehad. Dus benader ouders en kinderen vanuit de doelgroep, zo krijg je herkenning. Een ouder noemde dit identificatie. Het is niet goed om alcohol gerelateerde onderwerpen te publiceren onder het kopje van de gemeente, want dat slaan mensen over, dat wordt niet gelezen. Hier zijn alle ouders het over eens. Een ouder maakt de vergelijking met Amerika en het beleid dat daar gevoerd wordt. Daar mag je alcohol drinken vanaf 21 jaar. Alcoholholische drank mag niet op straat worden gedronken, maar alleen thuis of in een kroeg. Misschien moet de gemeente of overheid dit strenge beleid ook toepassen? Als laatste wordt er genoemd dat er meer aandacht besteedt mag worden aan gezondheidsonderzoeken vanuit de GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst). Hierbij moeten ze volgens de ouder meer aandacht besteden aan het vragen naar het alcoholgebruik van de ouders. Dus het eigen drinkgedrag van de ouders bevragen aan ouders zelf en hun kinderen. Het is volgens de ouder niet gemakkelijk om het boven tafel te krijgen, er schuilen natuurlijk veel risico’s. Het is wel een aspect dat vroegtijdige signalering kan stimuleren, waardoor betere preventie teweeg gebracht kan worden. De gemeente moet enige openheid over alcoholgebruik in een gezin creëren. Dit kan bereikt worden door meer aandacht te besteden aan het alcoholgebruik van ouders. Dus niet alleen aandacht besteden aan het kind, hoewel dit nog steeds erg belangrijk is volgens de ouders! De gemeente moet op een kritische manier kijken welke communicatiekanalen er worden gebruikt. Ook moet de gemeente publiceren vanuit de doelgroep zelf. Dus vooral effectieve communicatie strategieën toepassen. Specifieke opvoedingsondersteuners Zijn jullie bekend met instellingen (bijv. CJG) die ondersteuning bieden op het gebied van alcohol en opvoeding? Een ouder is niet bekend met instellingen die ondersteuning bieden op het gebied van alcohol en opvoeding. De andere ouders zijn wel op de hoogte van instellingen die ondersteuning bieden op dit gebied. Zij noemen de volgende instellingen: GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) en Dimence. Zouden instellingen hier ook een bepaalde rol in moeten spelen (bijv. CJG)? Hier is tijdens de bijeenkomst geen (duidelijk) antwoord op gegeven. Omgeving Jullie hebben zelf een mening over dit onderwerp en er worden zorgen uitgesproken. Hoe is dat in jullie omgeving? Komen jullie weerstand tegen in jullie omgeving? Weerstand wordt niet opgemerkt. Het is geen onderwerp van gesprek, er wordt niet veel met anderen uit de omgeving over gepraat. Dit komt ook doordat de ouders (nog) geen kinderen in de leeftijd hebben die met alcohol bezig zijn of risicovol gedrag op dat gebied vertonen. Er worden volgens de ouders in het algemeen onder ouders echter veel verschillende meningen en opvattingen gedeeld wat betreft alcoholgebruik onder jongeren. Er zijn ouders die goede normen en waarden kennen, maar die hun kinderen toch op jonge leeftijd alcohol laten drinken, dit zijn ouders waarvan dit niet verwacht wordt. Een ouder geeft aan dat hij/zij het lastig vindt om andere kinderen aan te spreken op hun drinkgedrag, vooral als hun ouders erbij zijn. Terwijl deze ouder wel het gevoel heeft dat hij/zij jongeren die teveel drinken moet remmen in hun gedrag, deze ouder vindt ook dat het niet zijn/haar taak is om andermans kinderen op te voeden. Verder vindt deze ouder het lastig om alcoholgebruik tijdens een feestje van zijn/haar dochter te verbieden, deze dochter drinkt zelf niet, maar haar vriendinnen wel. Want ook al drinkt de dochter van deze ouder niet, moet hij/zij de vriendinnen van deze dochter dan verbieden om te drinken? Deze ouder lost dit op de volgende manier op: er wordt alcohol gekocht voor het feestje van de dochter, maar er wordt wel uitgerekend hoeveel er per persoon maximaal gedronken kan worden uit de flessen die in huis worden gehaald. Hierdoor heeft deze ouder toch grip op de situatie.
171
Een ouder noemt dat hij/zij via haar werk regelmatig hoort dat er in de regio Hardenberg vaak crisis op het gebied van alcohol, er komt regelmatig alcoholverslaving voor. Dit is een beeld dat zich dan ook onder de mensen vormt. Waardoor dit komt is de grote vraag? Genoemd wordt dat het misschien komt vanuit verveling onder jongeren, dat als er een zinvolle invulling is van de omgeving, er minder gedronken wordt. Of juist doordat alcohol toch teveel sociaal geaccepteerd wordt in deze maatschappij. De ouders geven aan dat wat jongeren door hun omgeving aangeboden krijgen, dat is waaraan zij zich meten. Als een held van een jongere vaak in de media komt terwijl hij een glas alcoholhoudende drank nuttigt, dan gaan jongeren dat gedrag imiteren. Op TV wordt veelal het beeld geschetst dat het nuttigen van alcohol positief is, bij bijvoorbeeld GTST wordt er tijdens (bijna) elke aflevering een blikje bier geopend of wijn gedronken en het is alleen maar gezellig. Volgens de ouders moet dit juist op een negatieve manier in beeld komen. Dus dat er bijvoorbeeld in een serie laten zien wordt wat alcohol met iemand kan doen (overgeven, vallen, geen controle etc.), op een educatieve manier. Telefonische enquête Wat vonden jullie van de vorm van de enquête (telefonisch)? Volgens de meeste ouders was hun eerste reactie dat zij in de verdediging schoten (weerstand), omdat zij in het bel-mij-niet-register staan. Een tip van de ouders aan ons is om van tevoren bij het telefoongesprek aan te geven, dat het niet om de verkoop van producten gaat, maar om een telefonische enquête over alcohol en opvoeding. Een andere ouder is het hier niet mee eens, omdat aan het begin van het telefoongesprek de gemeente Hardenberg vermeld werd. Wat vonden jullie van de duur van de enquête? De duur van de enquête is volgens de ouders niet van belang, mits het moment waarop zij gebeld worden niet uit komt. Hierbij worden de volgende voorbeelden gegeven: tijdens het koken is het niet handig als een enquête lang duurt en ook niet als je op het punt staat om weg te gaan. Maar als zij de tijd hebben, dan duurt de enquête volgens hen niet te lang. Daarnaast ligt het volgens de ouders aan hun eigen interesse in en het enthousiasme over het onderwerp. Omdat dit onderwerp hen aansprak, waren zij bereid om er tijd voor vrij te maken en was de duur van de enquête voor hen niet erg van belang. Daarbij was het volgens hen wel van belang dat er door de telefonisten goed naar de antwoorden geluisterd werd en dat zij serieus genomen werden. Wat zijn positieve punten aan de enquête? De ouders gaven allen aan dat de telefonisten hen serieus namen en dat zij dit op prijs stelden. De vraagstellingen vonden zij goed, ook het onderwerp en de manier waarop dit gebracht werd sprak hen aan. Hierdoor kregen zij nog meer enthousiasme voor de enquête. Verder vonden ze de enquête laagdrempelig, toegankelijk en volledig. De telefonisten waren volgens de ouders niet opdringerig en de ouders hebben het als plezierig ervaren om de enquête met hen in te vullen. Kortom de telefonisten hebben het volgens de ouders goed gedaan! Wat zijn verbeterpunten aan de enquête? Er was een ouder die het lastig vond om vertrouwen te hebben in het waarborgen van de privacy door de telefonisten. Dit is op alle telefonische enquêtes gericht (niet alleen bij ons) Deze ouder stelt zijn/haar privacy zeer op prijs. Een tip van deze ouder aan ons is om aan het begin van de enquête duidelijk te vermelden wat de privacyrichtlijnen zijn.
172