Voorwoord Deze dissertatie behandelt een thema dat totnogtoe slechts in zeer geringe mate aandacht kreeg in wetenschappelijk onderzoek, namelijk muziek en homoseksualiteit. Geen alledaags onderwerp om je meesterproef rond te schrijven. En weinig literatuur om op te kunnen steunen. Bovendien is het niet vanzelfsprekend om een ogenschijnlijk intuïtief en populair onderwerp wetenschappelijk te onderbouwen. Toch wou ik de uitdaging aangaan omdat ik persoonlijk heel wat homo’s in mijn vriendenkring tel en hun wereld en feestjes me telkens weer positief verbazen. Daarenboven was ik zelf enorm nieuwsgierig naar de verklaringen achter de roze luchtkastelen die het homohabitat kent. Met deze eindverhandeling krijg ik de kans om aan die curiositeit tegemoet te komen en de kers op mijn studietaart op een ludieke, maar wetenschappelijke manier in te vullen. De invalshoek die hiertoe gebruikt wordt, is de Homo Top 100. Als niche in wetenschappelijk onderzoek en inherent deel van onze popcultuur, is deze hitlijst het absoluut waard om eens deftig onder de loep genomen te worden. Vooral de reden achter de homoseksuele muzieksmaak is een onontgonnen terrein dat smeekt om een nadere verklaring. Met dit onderzoek wordt een eerste aanzet gegeven om de grondslagen te leggen voor verder onderzoek. Het onderzoek zelf kent drie luiken. Vooreerst wordt de beschikbare literatuur over het thema onderzocht. Elk relevant aspect wordt vanuit verschillende perspectieven en auteurs besproken. Deze monden uit in negen onderzoekshypothesen die tijdens latere diepteinterviews nauwgezet onder de loep worden genomen. Vervolgens is er een klein intermezzo onder de vorm van een verkennend vooronderzoek. Hierin worden het ontstaan en de doelstellingen van de Homo Top 100 toegelicht. Verder schets ik mijn wedervaren tijdens de Homo Top 100-fuif. In het tweede luik van deze thesis wordt de Top 100 zelf geanalyseerd. De vijf bestaande hitlijsten worden met elkaar vergeleken en trends worden opgespoord. Enkele opvallende categorieën en het fenomeen ‘homo-iconen’ worden apart behandeld. Het derde en laatste luik betreft vijftien diepte-interviews,
1
afgenomen bij holebi’s, aan de hand waarvan een antwoord op de negen hypothesen geformuleerd wordt. Ten slotte wordt in de conclusie de kern van de resultaten nog eens bondig samengevat.
2
1. Probleemstelling en onderzoeksvraag De Homo Top 100 is een hitlijst die jaarlijks door de geïnteresseerde internetbezoeker wordt samengesteld op de gelijknamige website http://www.homotop100.be . Enkele maanden lang krijgt de Vlaming de kans om zijn muzikale mening te geven. Dat betekent dat niet enkel homoseksuelen, maar ook andersgeaarden hun stem kunnen uitbrengen op wat zij een absoluut top-homonummer vinden. Het resultaat is een mengeling van disco, dramatische vrouwen, Eurosong en lichte pop. De betere kermismuziek, wordt wel eens gezegd. En of ze dat nu willen of niet, holebi’s worden ermee geassocieerd. Naast de reeds vermelde ondervertegenwoordiging van wetenschappelijke literatuur omtrent het thema, is ook dit een deel van de problematiek. Holebi’s worden steeds weer in hokjes geduwd en gereduceerd tot alomtegenwoordige stereotypen. Zo ook op het domein van muziek. Daarbij komt nog dat jammer genoeg alle holebi’s over dezelfde kam worden geschoren. Dat terwijl er gewoonweg te weinig geweten is over het onderwerp om zulke uitspraken te mogen doen. Hoog tijd voor nuances dus. Vorig jaar maakte Koen Van den Zegel zijn dissertatie1 rond gender en populaire muziek. Hij maakte daarbij een vergelijking tussen de Homo Top 100 en een gewone Top 100. De thesis beperkte zich tot het vergelijken van de uiterlijke kenmerken, karaktertrekken en genderdisplays van de twee hitlijsten. Dit alles werd bekeken vanuit een genderbending-benadering. Als conclusie vermeldde Van den Zegel dat het proces van identificatie met een uitvoerder en zijn/haar interpretatie van het begrip gender een rol zou kunnen spelen bij de muziekkeuze van het holebi-publiek. Hij merkte daarbij op dat er nood was aan diepgaand publiekonderzoek om na te gaan welke motieven en behoeften bij holebi’s meespelen in hun muziekkeuze.
1
VAN DEN ZEGEL, K., Gender en populaire muziek: analyse van de covers uit hitparades, Leuven, Katholieke Universiteit Leuven, 2008 (Diss. Lic.), 89 p.
3
Deze meesterproef is erop gericht dit publieksonderzoek te realiseren. Hierbij ligt de focus op muziekvoorkeuren, subculturen en stereotypering. Ook de concrete doelstellingen van de Homo Top 100 zullen geëvalueerd worden. Daarenboven zal er een analyse gemaakt worden van de hitlijst. Welke categorieën kunnen er ontdekt worden en waarvoor staan ze? De muziek zou typerend zijn voor de gay community, maar welk element zit er dan precies in vervat opdat men zich ermee kan vereenzelvigen? Het gehele onderzoek zal zich concentreren rond de volgende hoofdvraag: Wat is het belang van de Homo Top 100 voor holebi’s? Na het literatuuronderzoek zal deze onderzoeksvraag uitgesplitst worden in verschillende hypothesen Laat ik hier reeds opmerken dat ik met holebi’s zowel homoseksuele mannen, lesbische vrouwen en biseksuelen bedoel.
4
2. Methodologie In de volgende paragraaf wordt de voor deze dissertatie gehanteerde methodologie nauwgezet uit de doeken gedaan. De opmerking dient gemaakt te worden dat het hier gaat om verkennend onderzoek aangezien het onderwerp voordien slechts in geringe mate bestudeerd werd. Een allereerste indruk van het homomilieu kreeg ik op de Homo Top 100-fuif, die ik in november bezocht. Via participerende observatie vormde ik mij een momentaan sfeerbeeld van zulke gay parties en de mensen die er rondlopen. Korte interviews via bandopnemer gaven me een eerste, oppervlakkig inzicht in de problematiek. Deze inzichten kunnen gebruikt worden voor de latere diepte-interviews. Vervolgens werden publicaties gezocht die een stand van zaken weergaven met betrekking tot het onderwerp. Zoals reeds werd aangehaald, is er veel literatuur verschenen over homoseksualiteit, doch niet over hun muzikale voorkeuren. Uit verschillende bronnen werden die elementen gefilterd, die de theoretische grondslagen voor deze dissertatie aanleveren en aanleiding kunnen geven voor het opstellen van een topiclijst. De volgende stap was de eigenlijke analyse van de Homo Top 100-hitlijst. Vooreerst werd een globale indruk weergegeven. Nadien begon de eigenlijke analyse; alle hitlijsten van de voorbije vijf jaar werden naast elkaar gelegd om trends op het spoor te komen. Wie daalt er of verdwijnt geheel en wie krijgt alsmaar een hogere plaats toebedeeld? Heeft dat iets te maken met gebeurtenissen in de actualiteit of verandert de homosmaak gewoon? Wie zijn de vaste waarden en wie moet het stellen met een ééndagsvliegstatus? Op basis van deze resultaten werd nagegaan of bepaalde genres of artiesten populairder zijn dan andere, en welke dat dan juist zijn. Voorzichtig werden labels aangebracht, die meer duidelijkheid scheppen rond deze genres en artiesten. Deze labels zijn niet uit de lucht gegrepen, maar zijn gestoeld op de bevindingen uit het literatuuronderzoek. Na voltooiing van de analyse werd de topiclijst voor de diepte-interviews opgesteld. Deze is gebaseerd op alle informatie die voordien reeds ingezameld werd. Om de betrouwbaarheid van dit
5
meetinstrument te garanderen, werden tips en instructies opgevolgd uit twee methodologische bronnen, namelijk ‘Een samenleving onderzocht’2 en ‘Analyseren in kwalitatief onderzoek’3. Om de topiclijst verder te valideren werd hij uitgetest op twee respondenten. Als bleek dat de formulering van de vragen open, correct, duidelijk en onbevooroordeeld was, kon hij voor de diepte-interviews gebruikt worden. Indien niet, moest hij aangepast worden. Vervolgens was het tijd voor de daadwerkelijke interviews. Om geldigheid te bereiken in kwalitatief onderzoek, had ik minstens 15 respondenten nodig. Te veel was niet optimaal, aangezien de informatie dan onoverzichtelijk wordt en niet meer te analyseren valt. De populatie waaruit een steekproef getrokken werd, is de algemene Vlaamse holebipopulatie. Enkel zij kunnen uiteraard vertellen waarom homomuziek is wat het is. Daarom werden geen hetero’s opgenomen in de steekproef. Hun antwoorden zouden te weinig meerwaarde kunnen bieden en zeer waarschijnlijk vooral in de richting van de eeuwenoude stereotypen gaan. Verder mogen de holebirespondenten jong of oud, janet of macho,.. zijn. Het speelt allemaal geen rol. Ik wou zoveel mogelijk diversiteit in mijn antwoorden. Die representativiteit bereikte ik via sneeuwbalsteekproeven met verschillende ingangen. Op basis van toevallige ontmoetingen of bewuste contactnames in holebicafé’s kom ik mijn eerste respondenten op het spoor en breng zo mijn sneeuwballen aan het rollen. Steeds werd aan de respondent gevraagd of hij/zij nog iemand kende die mogelijk geïnteresseerd was in medewerking aan het onderzoek. Op geregelde tijdstippen werd nagegaan of de respondenten voldoende divers blijven en ik niet in dezelfde vriendenkring bleef steken. Dit ging op die manier door totdat ik genoeg respondenten verzameld had en ik een saturatiepunt bereikte.4 Aanvullend werden interviews afgenomen met de organisatoren van de Homo Top 100-fuif, namelijk Ward Ramaekers 2
BILLIET, J. & WAEGE, H. ; Een samenleving onderzocht : methoden van sociaal-wetenschappelijk onderzoek; De Boeck; Antwerpen; 2003; 390 p. 3 BOEIJE, H. ; Analyseren in kwalitatief onderzoek; Boom Onderwijs; Boom; 2005; 179 p. 4 Zie 6.1 Representativiteit van de respondenten, p. 37.
6
(DJ) en Seppe Geerts (Enig Verschil). Deze dienen om hier en daar zaken te verduidelijken en meer inzicht in het evenement zelf te verkrijgen, zoals de ontstaansgeschiedenis en de doelstellingen. De interviews zelf werden afgenomen op een rustige plaats naar keuze. De respondent bepaalde dus individueel waar hij het liefst zijn/haar interview gaf. Dit om vertrouwd terrein te verschaffen en de respondent op zijn gemak te stellen. Elk gesprek werd volledig opgenomen door middel van een dictafoon – mits toestemming – en achteraf zo snel mogelijk uitgetypt. Daarna werden anekdotes, concepten en overkoepelende thema’s in de interviews opgespoord om ze vervolgens te linken aan de negen hypothesen. Op die manier werden de antwoorden uit de interviews stap voor stap gecodeerd. Via nauwkeurige kwalitatieve analyse konden uiteindelijk de onderzoeksvraag en –hypothesen beantwoord worden. Deze resultaten kunnen uiteindelijk een eerste aanzet geven voor de beeldvorming rond homoseksualiteit en muziek. Verder kunnen ze in de toekomst een leidraad zijn voor kwantitatief onderzoek rond dit thema. Kwantitatief onderzoek kan immers tegemoet komen aan de tekortkomingen van kwalitatief onderzoek en zo eventueel geldige veralgemeningen toelaten.
7
3. Literatuuronderzoek en theorie Hoewel er vele wetenschappelijke werken gewijd zijn aan homoseksualiteit, vaak vanuit een sociologische benadering, is er bitter weinig verschenen over homoseksualiteit gecombineerd met muziek. De holebicultuur wordt dikwijls uitgebreid besproken, maar van muziek zal zelden met geen woord gerept worden. In dit literatuuronderzoek zal ik me dus beperken tot een opsomming van publicaties die mijn onderwerp toch enigszins aansnijden en de problematiek aan het licht brengen. Theorieën en sleutelconcepten die iets vertellen over de onderzoeksvraag, worden gekoppeld aan onderzoekshypothesen.
3.1 Muzikaliteit = homoseksualiteit? Om het thema te kaderen is ‘Queering the pitch: the new gay and lesbian musicology’5 interessant. Hierin worden een aantal essays gebundeld, die aantonen hoever terug in de geschiedenis de relatie tussen homoseksualiteit en muziek te vinden is. De auteurs klagen vooral het gebrek aan een homoseksueel perspectief op musicologie aan. Het boek kent zijn ontstaan in 1989, toen de American Musicology Society op het idee kwam om de eerste Gay and Lesbian Study Group op te richten. Voor de eerste keer werd seksualiteit met muziek verbonden. Auteur Philip Brett stelt dat homoseksualiteit steeds veroordeeld werd in de samenleving. Het betrof immers deviant gedrag dat via sociale controle onderdrukt diende te worden. Maar ook muzikaliteit zou vroeger bestraft zijn door onze maatschappij. Het ene taboe gaat dan ook hand in hand met het andere. ‘A friend of Dorothy’ zijn is bijvoorbeeld zowel een uitdrukking om homoseksualiteit, als muzikaliteit aan te duiden. De oorsprong hiervan is te vinden in de klassieke tijden waarin opera’s en symfonieën hoogtij vierden. Deze muziek werd soms gezien als voor mietjes, ‘faggots’. Vele componisten werden tevens als homoseksueel gelabeld (bv. de discussie die nu nog steeds gevoerd 5
BRETT, P., Queering the pitch: the new gay and lesbian musicology, New York, Routledge, 1994, p. 1-23.
8
wordt rond Schubert). Klassieke opera’s horen nochtans niet meer thuis in het repertoire van de moderne Homo Top 100. Tot daar reikt dus de relevantie voor mijn vakgebied. Kortom, een interessante publicatie die het belang van de problematiek aanstipt en illustreert dat er reeds eeuwenlang muziek bestaat die een roze label opgekleefd krijgt.
3.2 Disco en dansen Meer recent werd in De Standaard een artikel gepubliceerd dat een poging doet om de Top 100 te verklaren. Het artikel maakt gewag van enkele concepten en verklaringen die me op weg helpen met deze eindverhandeling. De auteur nam de lijst ‘jeanettenmuziek’ nader onder de loep en concludeerde dat de inhoud vooral bestaat uit “jaren-zeventigdisco, kleverige middle-of-the-roadballads, glimmende glamrock en platte elektropop”6. Laten we beginnen met het eerst vernoemde verder te duiden, namelijk ‘disco’. Nadine Hubbs van de University of Cambridge schreef een essay7 over jaren-zeventigdisco en meer bepaald over de wereldhit ‘I Will Survive’ van Gloria Gaynor. Ze definieerde disco als een muzikale, sociale en culturele ruimte met kritische Afrikaans-Amerikaanse, Latino/a en homo-invloeden. Vooral dit laatste stuitte op verzet. In de jaren zeventig was homoseksualiteit immers nog een taboe dat sociaal gesanctioneerd werd. De populariteit van discomuziek werd daarom tegengegaan met een soort homoseksuele paniek en agressieve reacties. Met als hoogtepunt de rellen in Comiskey Park in de zomer van 1979. Toen werden bergen discoplaten collectief opgeblazen onder luid gejuich van heteroseksuele rockers. Disco werd dus verafschuwd, niet alleen als muziek, maar ook als sociaal en cultureel fenomeen. Voor homo’s was disco in die tijd een uitlaatklep. De muziek werd 6
HEREMANS, T., “Een hitparade met dubbele bodem” in De Standaard, 16 november 2008, p. 18-19. 7 HUBBS, N., ‘I Will Survive’: musical mappings of queer social space in a disco anthem, in Popular Music, Cambridge University Press, 2007, p. 231244.
9
gedraaid in dansclubs in de centra van Manhattan en Chicago, waar het voor homo’s synoniem stond voor mogelijkheden tot contact met nieuwe mensen, veiligheid, aanvaarding en bovenal een bevestiging van hun bestaan! Voordien werd de gay community namelijk letterlijk doodgezwegen. Homobars werden plaatsen van kermis en omkering van sociale normen en hiërarchieën. Vandaar dus de sterke affiniteit van homo’s en discomuziek. Het wortelt in de tijdsgeest en sociale omstandigheden van die periode. Concreter met betrekking tot Gaynor’s plaat ‘I Will Survive’ gaat die relatie nog dieper. Hubbs analyseerde de muzikale aspecten van het nummer en sprak van een dramatisch begin dat dan overgaat in een meer upbeat groove dancetrack. In de tekst zit dan weer een serieuze dosis ‘emotionalisme’ – dit is de neiging om te vertrouwen op of te veel waarde te hechten aan gevoelens; het getuigt van een kwetsbare nederigheid en zuivere erkenning van ‘la condition humaine’. Iets dat blijkbaar gesmaakt werd door homoseksuelen. Het nummer omvat een rijk web van betekenisvolle elementen, zowel muzikaal, tekstueel, als sociaal. Zo wordt de semiotische potentie van het nummer en de zangeres als gay-disco embleem duidelijk. Bovendien kreeg de tekst nog een diepere betekenis naar aanleiding van de AIDS-epidemie in de jaren tachtig, die als homo-ziekte gezien werd. Het lied werd daaropvolgend een strijdkreet van de roze gemeenschap: ondanks de onderdrukking en dodelijke ziektes, wij zullen overleven. Maar waarom juist discomuziek en geen andere genres? Een mogelijke theorie wordt aangereikt door Andy Bennett. Hij legde zich toe op het dansbare effect van disco in een heel boek over culturen in populaire muziek8. Dit geeft een mogelijk inzicht aan over de overvloed aan dansmuziek in de Top 100. Echte ‘dance music’ ontstond in de jaren zeventig en was toen synoniem voor ‘disco music’. Het belang van disco voor de gay community werd hierboven al uitgelegd. Bennett gaat echter verder door de hedendaagse dancecultuur te bekijken. Deze is namelijk vooral aantrekkelijk voor vrouwen omdat ze zich bevrijd voelen tijdens het 8
BENNETT, A., Cultures of popular music, Buckingham Philadelphia, Open University Press, 2001, p. 118-134.
10
dansen. Men voelt zich sexy en kan al dansgewijs een partner zoeken. Dit gaat in een gewone bar niet zo simpel. Misschien kan dit gegeven ook een verklaring bieden voor de populariteit van dansmuziek bij holebi’s. H1: Holebi’s houden van disco en andere dansmuziek omdat ze zich hierdoor vrij voelen én via dansen een partner kunnen leren kennen.
3.3 Studio 54 glittert verder Maar ook de tijdsgeest en cultuur die rond ‘disco’ hing, onthullen belangrijke elementen. Nog voor ‘disco’ als muziekstijl doorbrak, ontstonden de eerste discotheken in Parijs. Toen Hitler’s troepen binnenvielen, werd het nachtleven onder de grond gedreven. Live muziek werd vervangen door het draaien van plaatjes. De eerste echte discotheek werd in 1941 in Parijs geopend en was genaamd ‘Le Discotheque Club’9. Vandaar de naam. Al snel doken er overal soortgelijke discotheken op. Ze functioneerden als plaatsen waar mensen konden ontsnappen aan de macabere realiteit van de oorlog en waar men simpelweg de nacht kon wegdansen. De meest befaamde discotheek ooit was ongetwijfeld ‘Studio 54’ in New York. De discotheek opende op 26 april 1977, tijdens de gloriedagen van de rasechte disco, haar deuren onder leiding van eigenaars Steve Rubell en Ian Schrager. Het was een flamboyante nachtclub die geroemd werd voor de aanwezigheid van talrijke celebrities uit de film-, mode- en muziekwereld. Een paleis voor wie van drugs, drank, vrije seks en glamoureuze decadentie hield. Ron Galella, één van de allereerste paparazzi, schetst letterlijk een beeld van de Studio 54-magie in het fotoboek ‘Disco Years’10. Het boek gonst van de extravaganza: taferelen van mannen in strings, borsttonende vrouwen, SM, travestieten,… wisselen elkaar af. Maar meer nog dan dat, is het allemaal gewoon schoon volk dat een flagrante nacht 9
GALELLA, R., Disco years, Brooklyn, Powerhouse Books, 2006, ongepag. 10 GALELLA, R., Disco years, Brooklyn, Powerhouse Books, 2006, ongepag.
11
vertier beleeft. Galella zegt zelf: “self-indulgence was the rage”. Ook hier weer is er sprake van ontsnapping, namelijk aan het Amerika van de jaren zeventig met haar naweeën van de Vietnam- en Watergate-toestanden. Studio 54 was dé plek bij uitstek om het allemaal te vergeten en jezelf als een ster op een Hollywoodfilmset te voelen. Alles mocht en alles kon. Disco ontstond als de grote gelijkmakende ‘good time’. Zwarten en multiseksualiteit werden zonder meer aanvaard. Hiermee was Studio 54 een uiterst revolutionaire plek en één van de zeldzame trefplaatsen voor homoseksuelen. Michael Musto, een gelukkige getuige, beschrijft de club als “the seventies most head-spinning palace of disco hedonism”. Een toch wel rake samenvatting van het fenomeen. Alle voorgaande trefwoorden kunnen immers teruggebracht worden tot de hedonistische levensstijl van het genieten en profiteren van het leven. Kortom: carpe diem! Specifieker is het hedonisme een filosofische leer die plezier en genot als hoogste goed ziet. Dat is het meest belangrijke element in het streven naar humaniteit. Moderne hedonistische subculturen gaan terug op het bohemien gedachtegoed. Volgens Young11 zoekt de bohemien zijn identiteit door te streven naar ondergrondse waarden. “He is intent on creating a culture which is short term, hedonistic, spontaneous, expressive, excited and unalienated. Hallicogen drugs facilitate such aims admirably.” De bekendste hedonistische subcultuur is die van de hippies. De hippiesubcultuur dekt een waaier van bohemien en studentensubculturen. Ze hanteerden een losse transcendente ethiek die ten dienste stond van het eigen genot12. Verder waren ze ook gekend voor hun druggebruik en anti-politieke standpunten. H2: Hedonisme is een waarde die hoog wordt aangeschreven door holebi’s.
11
BRAKE, M., The sociology of youth culture and youth subcultures, London, Routledge & Kegan Paul, 1980, p. 95. 12 BRAKE, M., The sociology of youth culture and youth subcultures, London, Routledge & Kegan Paul, 1980, p. 92-95.
12
3.4 De holebi-/homosubcultuur Dat hedonisme speelt dus in meerdere subculturen een voorname rol. Maar eerst zullen we verduidelijken wat subculturen juist zijn. Het concept van de ‘subcultuur’ werd als eerste door Albert Cohen13 omschreven. Cohen sprak over individuen die de waarden van de samenleving trachten na te streven, maar er niet in slagen zich aan te passen, gefrustreerd geraken en ten slotte uitgesloten worden. Vervolgens gaan ze op zoek naar een nieuw referentiekader dat andere waarden nastreeft. Wanneer deze individuen in contact komen met anderen die dezelfde problemen ondervinden (“shopping for kindred souls”) en daarmee gaan interageren, dan ontstaan er nieuwe waarden en standaarden die onderling bekrachtigd worden door sociale beloningen. Een nieuwe cultuur of wereld binnen de bredere maatschappij en wereld is ontstaan, namelijk de subcultuur. Het lijkt erop dat dit fenomeen zich eveneens voordeed in de homoscène van de jaren zeventig. Eén van de culturele vormen die kenmerkend zijn voor een subcultuur is het symbolisch gebruik van stijl. Hieronder vallen onder meer kleren, smaken (!), conversaties, opinies en specifieke patronen van mediagebruik.14 Brake15 onderscheidt drie soorten stijl: imago, lichaamstaal en jargon. De aanwezigheid van elk van deze kenmerken in de holebi-subcultuur kan worden nagegaan in de diepte-interviews. Vervolgens somt Roe de functies op van een subcultuur: subculturen bieden een (denkbeeldige) oplossing voor bepaalde structurele socio-economische problemen. Ze bieden een cultuur aan, waarbij bepaalde elementen van stijl, waarden, ideologieën en levensstijlen geselecteerd worden, die men gebruikt om een verworven identiteit te ontwikkelen, buiten de toegeschreven identiteit. Zo ervaren de leden een alternatieve vorm van de sociale realiteit. Subculturen bieden, door hun expressieve elementen, ook 13
ARNOLD, D., Subcultures, Berkeley, The Glendessary Press, 1970, p. 96-108. 14 ROE, K., Cursus Mediasociologie, Katholieke Universiteit Leuven, 2008, onuitgeg. 15 BRAKE, M., The sociology of youth culture and youth subcultures, London, Routledge & Kegan Paul, 1980, p. 12.
13
een zinvolle manier van leven tijdens de vrije tijd. Het is een manier van leven verwijderd van de werkwereld. Ten slotte reiken subculturen het individu oplossingen aan voor existentiële dilemma’s. Men bricoleert een stijl om buiten het werk of school een identiteit te creëren. Roe geeft bovendien te kennen dat subculturen vooral mannelijke leden tellen, en dan voornamelijk jonge mannen uit de arbeidersklasse. H3: Bepaalde holebi’s verzamelen zich in een subcultuur waarin ze volledig zichzelf kunnen zijn. De hoeksteen van de meeste moderne subculturen is vaak een bepaalde muzieksoort die gebruikt wordt om de groepsidentiteit te versterken. Voorbeelden zijn de Teddy Boys, de Mods, de Rockers, etc. De Homo Top 100 zou eveneens zo’n muzieksoort ter bevestiging van de groepsidentiteit kunnen zijn. De Top 100-fuif is immers ook een plek waar mensen samenkomen rond populaire muziek: men sluit nieuwe vriendschappen en bouwt gezamenlijk associaties op, gebaseerd op gedeelde smaken in muziek, mode en lifestyle. Dat brengt me terug bij Andy Bennett en zijn werk over muziekculturen16, waaronder ook minderheden, zoals zwarten. Zwarten gebruikten muziek om alternatieve levensstijlen te verspreiden die de westerse politieke en culturele hegemonie verwierpen. (Hubbs had het ook over homobars als omkering van sociale normen en hiërarchieën.) Zo ontstond een tegencultuur die de ‘black pride’ propageerde. Dit wordt bijvoorbeeld perfect uitgedrukt door het nummer ‘Respect’ van Aretha Franklin. Een nummer dat tevens hoog in de Homo Top 100 staat. Daar is het dan weer een anthem om de ‘gay pride’ te verkondigen. Wellicht loopt het proces van subcultuurvorming, zoals dat zich bij zwarten voordeed, dus parallel bij homoseksuelen. Zij gebruiken dan wel een ander soort muziek om zichzelf en hun tegencultuur te profileren in een dominant heteroseksuele wereld. Het genre dat bij vele holebi’s in de smaak lijkt te vallen is muziek gemaakt door sterke vrouwen en 16
BENNETT, A., Cultures of popular music, Buckingham Philadelphia, Open University Press, 2001, p. 34-36.
14
holebi’s zelf, discomuziek en light pop. Kortom, de muziek die kan gecategoriseerd worden als ‘roze muziek’. H4: De holebisubcultuur is georganiseerd rond ‘roze muziek’, zoals die van de Homo Top 100. Wat zeker niet buiten beschouwing mag gelaten worden, is het sterk masculiene karakter van subculturen. En dit heeft een weerslag op de levens van holebi’s. Subculturele studies van jongeren spreken nooit over homoseksuelen. Dit is volgens Brake nauwelijks verrassend gezien die masculiene klemtoon in bijna alle jeugdsubculturen. Holebi-jongeren waren steeds onzichtbaar. Jonge mensen zijn zich meestal bewust dat ze ‘anders’ zijn op tienjarige leeftijd. Tegen hun puberteit zijn ze zich er over het algemeen bewust van wat dat anders zijn precies inhoudt. Het probleem is dat ze dit niet durven toegeven aan zichzelf of aan anderen totdat ze een ondersteunende subcultuur hebben gevonden. Gezien de obsessie van jongerensubculturen met heteroseksueel succes en identiteit, is het niet vanzelfsprekend om andere homoseksuelen te vinden, zegt Brake. Vaak gebeurt dit pas wanneer ze het ouderlijke huis uit zijn. Dan kunnen ze terecht in vele homogemeenschappen. We moeten er wel rekening mee houden dat Brake’s publicatie ietwat gedateerd is en dit proces in de hedendaagse samenleving enigszins anders zal verlopen. Voor jonge lesbische meisjes is de situatie moeilijker. Er zijn wel organisaties die ontmoetingen en sociale evenementen houden voor homoseksuele tieners en telefoonlijnen waar je om raad kan vragen. En lesbische meisjes uit de werkende klasse weten die organisaties te vinden, volgens Brake, maar omwille van de grote secretie rond homoseksualiteit gecombineerd met secretie over vrouwelijke seksualiteit in het algemeen, zijn lesbische meisjes veel minder aanwezig in de gay scene. In de middenklasse kunnen ze er nog bij terecht komen via gay studentenclubs, maar daarbuiten is het moeilijk. Vrouwen zoeken ook andere relaties dan homo’s, die vaak gelegenheidsseks zoeken (volgens Brake) en dat past in de dominante heteroseksuele cultuur. Lesbische vrouwen willen een diepe affectieve relatie die tekenend homoseksueel is en dus minder aanvaard. Dit kan een verklaring bieden voor de minder talrijke
15
opkomst van lesbische meiden op de Homo Top 100-fuif en andere holebi-feestjes. H5: Lesbische meisjes zijn minder actief in de holebi-gemeenschap door het grotere taboe dat op vrouwelijke homoseksualiteit ligt.
3.5 De paradox van de stereotypering Ondertussen is homoseksualiteit meer en meer zichtbaar geworden. In de jaren negentig werd de roze brigade zelfs zó populair dat Suzanna Walters17 spreekt van een heuse “gay boom”. Hierin zijn tv en film de grootste spelers. Het probleem van de gay nineties is dat deze nieuwe zichtbaarheid steeds vervalt in beperkende stereotypen. Stereotypen zijn hulpmiddelen om iets te verklaren, energiebesparende middelen en gedeelde groepsovertuigingen18. Ze verschaffen verklarende kennis die de observator helpen om aspecten van groepen en hun leden te begrijpen, alsook relaties tussen groepen. Het gaat dus steeds over al dan niet juiste opvattingen over groepen, in vergelijking met andere groepen. Heteroseksuelen hanteren deze stereotypen om voor zichzelf bepaalde zaken over holebi’s te kunnen verklaren, en daarbij ligt de nadruk op de verschillen met de eigen groep. Verder geven de roze jaren negentig de indruk dat homoseksualiteit nu altijd en overal aanvaard is. Dit is een te positieve voorstelling. Homo’s zijn trouwens niet gelijk aan hetero’s in een modieuze outfit, zoals de stereotypen ons vaak willen doen geloven. Dit beeld promoot tevens assimilatie, terwijl er sprake moet zijn van integratie. Dat is ook hetgeen de gay community wil duidelijk maken via hun aparte levensstijl en subcultuur. Ze willen zich ergens nog kunnen onderscheiden. Via bijvoorbeeld een komische hitlijst met een feestneus. Dat brengt echter een vreemde 17
WALTERS, S., All the rage: the story of gay visibility in America, Chicago en Londen, The University of Chicago Press, 2001, p. 3-29. 18 MCGARTY, C., Stereotypes as explanations: the formation of meaningful beliefs about social groups, Cambridge, Cambridge University Press, 2002, p. 2-16.
16
paradox aan het licht: de Homo Top 100 staat immers vol stereotype ‘janettenmuziek’ die tóch weer hun andersheid benadrukt. Ook Brake19 stipt dit aan als een effect van de masculiene bovencultuur: vreemd genoeg presenteren homo’s die uit de kast zijn zich soms als regelrechte queens. Ze versterken deze rol nog door het gebruik van scherpzinnigheid en gevatte uitspraken. Zo bekomen ze aanvaarding door een goede grap te zijn, een niet-bedreigende mascotte. Deze tegenstelling van het streven naar gelijkheid via andersheid moet zeker voorgelegd worden in de diepte-interviews. H6: Stereotypen worden gebruikt om aanvaarding via integratie – niet assimilatie – te bewerkstelligen.
3.6 De preferentie voor vrouwelijke karakteristieken en tragiek Even terug naar het basisartikel in De Standaard: in een interview beschrijft radio- en tv-maker Lieven Vandenhaute de inhoud van de hitlijst als “kermismuziek met dat ietsje meer, disco met een kwaliteitslabel en een gevoel voor tristesse”. Verder stelt Vandenhaute dat één en al te maken heeft met identificatie, vooral dan met tragische vrouwen. Homo’s en vrouwen zouden namelijk iets gemeen hebben: miserie met de verkeerde mannen. Het principe van tragische vrouwen gaat terug tot in het Oude Griekenland en haar welgekende tragedies. In deze dramaspelen kregen vrouwen vaak verrassend grote rollen toebedeeld. Hiermee schiepen de tragedies een denkbeeldige, aristocratische wereld die vaak opzettelijk de culturele norm verstoorde20. Vrouwen mochten in die tijd immers nog niet deelnemen aan het publieke leven en geen beslissingen nemen zonder mannen. Tragische vrouwen konden daarentegen wél autonoom beslissen en ontsnapten aan de autoriteit van hun man. Reeds in de tweede eeuw schreef Lucian tragedies waarin vrouwen 19
BRAKE, M., The sociology of youth culture and youth subcultures, London, Routledge & Kegan Paul, 1980, p.148-153. 20 FOLEY, H., Female acts in Greek tragedy, Princeton and Oxford, Princeton University Press, 2001, p. 233-242.
17
de mannen die ze haten of liefhebben doden. Telkens weer werden sterke vrouwen ten tonele gebracht. Het contrast tussen de dominante rol van vrouwen in tragedies en hun onzichtbaarheid in het sociale leven vormt een vreemde paradox21. Aan de ene kant werden ze bewonderd en sterk geëerbiedigd, aan de andere kant werden ze streng gecontroleerd en gepatroniseerd door de masculiene samenleving. In Griekse tragedies kwamen ze helemaal los van die controle en waren zij zelf het sterke geslacht. Bovendien was pathetiek vaak een centraal kenmerk in de tragedies. Dit ‘emotionalisme’ werd als iets typisch vrouwelijk gezien. Vrouwen gebruikten meer expliciete taal, grote gebaren en specifieke argumenten en perspectieven. Daarmee stonden ze op een hogere sport van de emotionele ladder dan mannen. Deze sterke emotionele ingesteldheid wordt ook in de Top 100 geapprecieerd. Het zich losmaken van de dominante mannenwereld en een onderdrukking te boven komen zijn eveneens duidelijke gemeenschappelijke kenmerken. En dat vind je ook in de liedjeskeuze van de Top 100 terug. Diva’s zijn ieder jaar weer sterke spelers in de lijst. Hun nummers worden bovendien met dramatische dansbewegingen uitgebeeld door de aanwezige homo’s op de Top 100-dansvloer. H7: ‘Tragische vrouwen’ staan in de Homo Top 100 door hun groot gevoel voor dramatiek en onafhankelijkheid van mannen.
3.7 Identiteit en identificatie Dit draagt ertoe bij dat de holebi-gemeenschap zich kan identificeren met de tragische vrouwen uit de Homo Top 100. Het concept ‘identificatie’, en daarmee ook ‘identiteit’, brengt me bij auteurs als Van Steenderen en Bussink. 22 Volgens het constructivisme en het interactionisme wordt de homoseksualiteit verworven door processen 21
DES BOUVRIE, S., Women in Greek tragedy, Oslo, Norwegian University Press, 1990, p. 27-32. 22 BUSSINK, B., Homoseksueel zijn: een sociologische beschouwing over de ontwikkeling van een homoseksueel zelfbeeld, Zeist, Nederlands Instituut voor social sexuologisch onderzoek, 1979, p. 2-75.
18
van sociale interactie. Men beweert dat homoseksualiteit niet gereduceerd mag worden tot een anderssoortige seksuele voorkeur. Het is een combinatie van identiteit en levenswijze die vele aspecten van het sociale en persoonlijke leven van de betrokkene bestrijkt. De labelling-theorieën van Goffman gaan hierop verder. Homoseksualiteit wordt hierin beschouwd als seksuele deviantie want men wijkt af van de norm. Homoseksualiteit ontstaat dan via interactie, processen van etikettering, door benoeming en zelfbenoeming. Die etikettering kan leiden tot een identiteitscrisis omdat het homo-label zo negatief is. Bussink schrijft dan weer een zeer geringe rol toe aan etikettering. Bij hem is de persoonlijke bewustwording het beginpunt van de homoseksuele ontwikkeling en aanvaarding. In de volgende etappe - namelijk het vormgeven aan de eigen gevoelens en klaarheid bereiken omtrent de eigen seksualiteit - spelen andere homo’s en subculturen een belangrijke rol. In datzelfde werk wordt daaraan toe gevoegd dat bij sommigen de (homoseksuele) identiteit uiteindelijk een heel centrale plaats krijgt in het zelfbeeld. We kunnen dus afleiden dat de homoseksuele identiteit (nota bene: niet homoseksualiteit zelf) sociaal geconstrueerd word en ontstaat in interactie met anderen, via subculturen bijvoorbeeld. Verder zullen sommige homo’s zichzelf geheel in het licht van hun homoseksualiteit bekijken; ze zijn dan bijvoorbeeld in de eerste plaats homo, en dan pas student, zoon, sporter,… In haar eindverhandeling herhaalt Annelies De Peuter min of meer bovenstaande bevindingen en analyseert verder het mediagebruik van holebi-jongeren23. Uit die analyse blijkt dat holebijongeren vooral luisteren Donna, Q-Music en in mindere mate 4FM. Dit zijn de eerder commerciële radiozenders in Vlaanderen en die liggen in lijn met de commercialiteit van de Homo Top 100-inhoud. Bovendien concludeerde De Peuter dat holebi’s de media gebruiken voor identificatie met invloedrijke mediapersonen en rolmodellen, en voor bevestiging van de nagestreefde waarden. Bepaalde rolmodellen zijn hierin heel belangrijk, zoals bijvoorbeeld nieuwsanker Wim De 23
DE PEUTER, A., Mediagebruik bij holebi-jongeren : een terreinverkenning, Leuven, Katholieke Universiteit Leuven, 2006 (Diss. Lic.), p. 53-54; 70-71.
19
Vilder (VRT). Zoals hierboven reeds was aangegeven, kunnen de “tragische vrouwen” uit de Top 100 ook functioneren als rolmodellen voor identificatie zoals ook Lieven Vandenhaute beweerde. Maar ook anderen kunnen hiervoor in aanmerking komen. H8: Bepaalde artiesten fungeren als rolmodellen waarmee holebi’s zich kunnen identificeren.
3.8 De affiniteit met ‘camp’ Vandenhaute diept de term ‘kermismuziek’ verder uit met woorden als ‘dubbele bodem’, ‘glamour en glitter’ en ‘carnavaleske popidolen’. Termen die ook vaak in de mond genomen worden wanneer men het heeft over ‘camp’! Expert in het domein is Susan Sontag24. Zij was in 1964 de eerste om ‘camp’ te verklaren. In haar tekst zitten enorm veel overeenstemmingen met het aanbod van de Top 100. Een opsomming/bloemlezing: een liefde voor extravagante inhoud en rijke vorm, overdreven stijl, het androgyne, dubbele betekenissen, alles tussen aanhalingstekens zetten, het naïeve, glamoureus, theatraal, ouderwets, pathos, gedetacheerd, komische, spitsvondige kijk op de wereld, camp-canon verandert in de tijd, dandy-isme, passionele inzet voor een zaak die faliekant faalt,… Sontag besluit dat vanuit een serieus standpunt ‘camp’ als slechte kunst of kitsch beschouwd zou worden. En dat is precies de stempel die op veel muziek uit de Top 100 gezet wordt. Even opmerken dat deze omschrijving ook de aanwezigheid van Daan in de hitlijst verklaart. De man vertelde zelf in De Standaard dat hij op een bepaald moment een ironische dosis ‘camp’ in zijn muziek is gaan steken, en zichzelf een dandy-imago heeft aangemeten. Ongetwijfeld heeft de roze liefde voor het Songfestival hier ook haar wortels. In een artikel van Steven De Foer25 was te lezen 24
SONTAG, S., Notes on ‘camp’ (1964), laatst geraadpleegd op 09/07/2009, http://interglacial.com/~sburke/pub/prose/Susan_Sontag__Notes_on_camp.html. 25 DE FOER, S., Eurovisie Gay Festival, laatst geraadpleegd op 09/07/2009, http://www.standaard.be/Artikel/Detail.aspx?artikelId=IV2ACLE9.
20
hoe de liedjeswedstrijd vooral het laatste decennium is uitgegroeid tot een fenomenaal stokpaardje van de homogemeenschap. Niet alleen ondernemen duizenden homoseksuelen jaarlijks de reis naar het gastland om het Eurovisiefeest bij te wonen, ook opvallend veel homoseksuele journalisten (90%!) zakken af naar precies dit Festival. Om nog te zwijgen van de deelnemers waarvan 60% een roze onderbroek droegen in 2009. De affiniteit onder bepaalde homo’s voor de Uberkitsch van het Songfestival kan dus niet onder stoelen of banken gestoken geworden. Het is eerder een vaststaand feit. Sontag spreekt trouwens over de cultuur van de speciale smaak; de goede smaak van de slechte smaak. Vroeger heerste deze onder de aristocratie en nu leeft ze volgens Sontag verder bij homo’s. Ze bevestigt ook dat er een grote affiniteit en overlap is tussen homosmaak en ‘camp’. Er is dezelfde zin voor ironie en esthetiek en beide hanteren de metafoor van het leven als een theater. Toch is camp meer dan alleen maar homosmaak. Benieuwd of het omgekeerde ook geldt. Richard Dyer gaat nog verder door te stellen dat ‘camp’ de enige stijl, taal en cultuur is die distinctief, ondubbelzinnig homo is 26. Het is het enige ding dat het homo-zijn uitdrukt en bevestigt. Het gaat om een vorm van zelfverdediging; menselijk, ‘witty’ en vitaal zijn zonder heteroseksueel mannelijk te zijn. Op die manier vormt ‘camp’ mee de homoseksuele identiteit. Er zit echter ook een negatief kantje aan het felle camp-gebruik. Het kan namelijk niets serieus nemen en leidt tot het verlies van diepgaande gevoelens. Het bevat een vorm van zelfspot om zichzelf te beschermen. Maar dit kan corrosief werken. Dyer zegt immers dat ‘camp’ homo’s kan doen geloven dat ze een beetje zielig zijn. Te veel zelfrelativering zou dus kunnen leiden tot een ontkenning van de eigen identiteit. Homoseksuelen gebruiken ‘camp’ om zich uit te drukken tegen hetero’s. Omgekeerd gebruiken heteroseksuelen het even goed tegen hen. Men kan de spitsvondigheid wel appreciëren, maar men ziet niet in waarom het nodig is. In de media wordt het beeld van homo’s trouwens vaak afgeschilderd als ‘camp queen’, aldus Dyer. Men ziet bovendien niet in dat niet alle homo’s even ‘camp’ zijn. De 26
DYER, R., The culture of queers, Londen, Routledge, 2002, p. 49-61.
21
gevoeligheid voor ‘camp’ is dus heel erg het product van hun onderdrukking. Het laat zien dat wat de media en kunst tonen, slechts verzinsels, fabricaties zijn en niet de waarheid. Deze scheppen een kunstmatige wereld. H9: Bepaalde homo’s zijn gevoelig voor ‘camp’ omdat ze het leven ironisch/theatraal bekijken. In Dyer’s boek ‘The culture of queers’ wordt verder nog aandacht besteed aan de relatie tussen homo’s en vrouwen. Velen (doch niet allen) adoreren vrouwen zoals Judy Garland, Liza Minelli en Kylie Minogue. Bovendien ook vaste waarden in de Homo Top 100. Maar Dyer stelt zich vragen bij die adoratie. Hij merkte op dat men vooral personages tof vindt die extremiteiten vertonen (Dyer spreekt over het afschieten van pingpongballen met de vagina..) en de ‘bitch’ uithangen. Dyer besluit dat het vooral gaat om een interesse in vrouwelijkheid, niet in vrouwen op zich. Bovendien schrijft hij iets over de objectivisering van vrouwen. Vrouwen worden onderdrukt aangezien ze, volgens Dyer, inferieur zijn aan mannen. Ze moeten er immers goed en weelderig, luxueus uitzien voor hun mannelijke partners. En dit geeft de ‘gay camp professionals’ precies hun legitimiteit. Zij kunnen vrouwen namelijk die stijl verschaffen. Dat doen ze door hun vrouwelijkheid extra in de verf te zetten, hetgeen homo’s juist benijden… of niet? Stof genoeg om verder uit te diepen tijdens de diepte-interviews. Zoals in voorgaande werd aangetoond, heeft wetenschappelijke literatuur vele aspecten uit de homocultuur belicht; van film tot identiteitsvorming, van ‘camp’ tot subculturen. Ondanks die diversiteit aan informatie, blijft de relatie tussen homoseksualiteit en (hun) muziek zo goed als onbesproken. Uit publicaties over muziekculturen kan al wat gehaald worden, maar met ogenschijnlijk logische gevolgtrekkingen voor de homocultuur moet precair omgegaan worden. Toegespitst onderzoek dringt zich op. Met deze eindverhandeling wil ik het startschot geven om deze niche op te vullen.
22
4. Verkennend vooronderzoek: de Homo Top 100-fuif in Red&Blue (Antwerpen)
4.1 Ontstaansgeschiedenis De Homo Top 100 is een idee dat overgewaaid is vanuit Nederland. Al sinds 1999 wordt daar jaarlijks de Homo 100 opgesteld om er vervolgens een uitbundig feestje aan te breien. BNN, een Nederlandse commerciële omroep, nam destijds het initiatief en sindsdien is de party uitgebreid met activiteiten zoals een tochtje op de Lesboot tijdens de Amsterdamse Gay Canal Parade. Het hoogtepunt van de Homo 100 blijft hoe dan ook de jaarlijkse fuif. “Dat kunnen wij ook”, dachten Ward Ramaekers (DJ Don Johnson van TBC Events) en Greetje Van Haleweyck (journaliste bij Evita magazine). Ramaekers draaide al jaren met DJ-team ‘The Breakfast Club’ op 80’s parties in Zaal Jakob te Antwerpen. Regelmatig werden daar ook holebi-fuiven georganiseerd door de Antwerpse holebi-vereniging Enig Verschil. Deze organisatie verschaft al 15 jaar lang aan jongeren “een plek waar ze zichzelf kunnen ontdekken, zichzelf kunnen zijn, zich kunnen amuseren en mensen kunnen ontmoeten”, vertelde voorzitter Seppe Geerts. Het feit dat Zaal Jakob een gezamenlijke uitgaansplaats was voor holebi’s en hetero’s zorgde ervoor dat het publiek, dat voornamelijk uit studenten bestond, van de 80’s parties wel eens op een holebi-fuif terechtkwam en omgekeerd. Ook de organisatoren van de verschillende evenementen kwamen met elkaar in aanraking en er ontstond een aangename samenwerking tussen muziekkenner Ramaekers en holebi-expert Geerts. Met Van Haleweyck mee aan het roer kreeg de Homo Top 100 stilaan vorm. Niettemin de hitlijst doelt op een holebi-publiek, werd als naam de ‘Homo Top 100’ gekozen. Vergezochte verklaringen hiervoor zijn er niet. Het bekt, aldus de organisatoren, beter dan ‘Holebi Top 100’ en de Nederlanders deden het immers ook zo. De lijst wordt opgesteld door zowel hetero- als homoseksuelen en wordt vol gestemd met de volgens het publiek beste holebi-nummers. Opvallend is dat de Homo Top 100 in Vlaanderen alternatiever is dan de Homo 100 in Nederland. In Nederland wordt veel
23
clichématiger gestemd, waardoor er veel meer “muziek met pluimen” in staat. Ramaekers is ervan overtuigd dat de echte roze platen vooral gekozen worden door het heteropubliek, en dat een alternatiever nummer veel vaker toegeschreven kan worden aan het stemgedrag van het holebi-publiek. Het zijn waarschijnlijk de heteroseksuelen die steeds teruggrijpen naar de stereotiepen. Jammer genoeg bestaan er geen gegevens over wie op wat stemt, dus kan er geen bewijs voorgelegd worden dat hetero’s het effectief bonter maken. In 2004 werd in Zaal Jakob de eerste Vlaamse Homo Top 100-fuif georganiseerd als hét ultieme verbroederingsfeestje tussen holebi’s en hetero’s. Volgens Ramaekers is het de laatste stap in de emancipatie van andersgeaarden: “Vroeger werd er niet zo openlijk over gedaan. Het is pas sinds de jaren ’90 dat de emancipatie omtrent dit thema is doorgebroken. En nu doet het er gewoon allemaal niet meer toe”. Holebi’s en hetero’s zijn dus evenzeer welkom op de fuif, aldus Geerts. De hitlijst bevat immers een flinke dosis ironie en gekte die, los van eender welke geaardheid, door een zeer breed publiek kan geapprecieerd worden. “Door het cliché zo hard in de verf te zetten, relativeer je het ook een beetje. Je creëert een leuk forum, een vet feestje, veel volk, media-aandacht, etc. Ik denk niet dat we ontevreden moeten zijn met wat we bereiken.” Na twee jaar werd aangekondigd dat Zaal Jakob haar deuren sloot dus moest de Top 100-fuif nieuw onderdak gaan zoeken. De meest voor de hand liggende plek die nog steeds binnen het concept paste, was de homodiscotheek Red & Blue in Antwerpen. Deze verandering heeft er wel voor gezorgd dat het publiek er ietwat anders uit ging zien. Lesbische vrouwen en hetero’s kwamen wat minder talrijk opdagen. Ramaekers gokt op een 20 à 30 % hetero’s. Ook het studentenpubliek is sindsdien in mindere mate aanwezig, waarschijnlijk vanwege het duurdere prijskaartje van de Red & Bluediscotheek. Doorheen de jaren werd er bovendien geëxperimenteerd met andere samenwerkingen, uitzendingen op onafhankelijke radio’s, vakjury’s, acts, etc. Ondertussen is de Homo Top 100 uitgegroeid tot een volleerd initiatief en een vaste jaarlijkse waarde op de holebikalender.
24
4.2 Sfeerverslag Ieder jaar als de Homo Top 100 goed en wel is samengesteld, hoort daar uiteraard een party bij. In homodiscotheek Red & Blue (Antwerpen) werd op vrijdag 21 november ’08 voor de vijfde keer een dergelijke fuif georganiseerd. De lijst wordt dan van nummer 100 tot nummer 1 integraal afgespeeld. Als onderzoekster en gedeeltelijk als fuifnummer, trok ik gewapend met een dictafoon naar Red & Blue. Mijn doelstelling was om via participerende observatie meer te ontdekken over het waarom van de Top 100 en het milieu van de gay community. Ik heb dus getracht me zoveel mogelijk te integreren in het feestgedruis en met zoveel mogelijk bezoekers te praten. Bij sommige bezoekers ging dit gepaard met het gebruik van de dictafoon. Daarbij stelde ik reeds enkele verkennende vragen die later in de diepte-interviews verder onderzocht zullen worden. De deuren gingen reeds open om 22 uur. Maar zoals dat gaat bij heuse discotheken, start het feest altijd wat later. Rond 24 uur kwam ik met een bevriend homokoppel aan in Antwerpen. Aan de ingang van de discotheek stonden twee buitenwippers in smoking, die het roodfluwelen touw bedienden. Mijn vrienden wisten me te vertellen dat er normaal gezien een lange wachtrij aan de inkom staat, wat die vrijdag niet het geval was. Zaterdag is immers de vaste uitgaansdag en bovendien was er nog een populaire holebifuif in Leuven aan de gang. Aan de kassa betaalde ik acht euro. Nietstudenten moesten tien euro neertellen. Gangbare prijzen voor een discotheek, dacht ik zo. Na langs de vestiaire gepasseerd te zijn, konden we de feesttempel zelf binnenstappen. De trendy, chique inrichting met flitsende verlichting zette de toon. Wat meteen opviel was het geringe aantal vrouwen. Dat lag misschien aan het feit dat vrouwen, en daarmee ook heteroseksuelen, niet welkom zijn op de gewoonlijke Red & Blue-party. In de kranten van die week werd de Homo Top 100-fuif verkocht als het ultieme verbroederingsfeest tussen holebi’s en hetero’s. Jammer dat de vrouwen en hetero’s zodanig in de minderheid waren. Aan de bar stonden groepjes mannen te praten en mee te zingen met de hits die op hen af werden geslingerd. Meer naar achter
25
toe, was een drukbezette dansvloer voorzien. Ook de enkele kleine podia werden praktisch continu bevolkt met een schare enthousiastelingen. Wat kledij en het verdere uitzicht van de feestgangers betrof, was er – op een enkele ontblote borstkas na – minder extravaganza dan ik verwachtte. De meesten droegen een deftig hemd of casual tshirt. De knoopjes stonden doorgaans wel wat verder open en de kleren zaten strakker dan op een andere fuif, maar daar bleef het bij. Geen opvallende hoeveelheid leder, latex, glitter of halskettingen. De gemiddelde look was die van een verzorgde nette jongeman, met zin voor stijl. Qua leeftijd was er een grote diversiteit. Ik heb mannen gesproken tussen 18 en 52 jaar. Laat ik hierbij opmerken dat de beschrijvingen die ik hier maak, geen goede weerspiegeling zijn van de gehele Vlaamse homopopulatie. De Homo Top 100-fuif trekt waarschijnlijk een welbepaald publiek aan, en dit is slechts een klein segment van de populatie. Hetgeen vooral in het oog sprong, was de vrije dansstijl van de mannen. De bewegingen waren veel vrouwelijker, uitdagender en dramatischer dan ik gewoon was… bij mannen dan toch. Hier en daar stonden duo’s vol overgave tegen elkaar te dansen, schijnbaar onbewust van het publiek dat zich rond hen bevond. Toen ‘Je t’Adore’ losbrak, de nummer vier in de Top, begon de ganse club enthousiast te kniezwengelen. Het was ietwat surreëel om zien hoe sommigen op het podium er nog net dat ietsje over gingen. Met meer zelfzekerheid en minder schroom dan de grootste diva, waanden ze zich Kate Ryan haarzelve die haar publiek moest weten te boeien via zang – playback hier – en dans. Mét succes. Ik kon mijn ogen willens nillens niet van het tafereel houden. Zo nu en dan nam ik een interviewtje van een vijftal minuten af bij een willekeurige persoon. Er was slechts één enkele weigering van een koppel dat net wilde vertrekken. De anderen participeerden stuk voor stuk met veel plezier. Ze leken het tof te vinden om hun mening te kunnen geven en de stereotypes van de Homo Top 100 te doorbreken. Het hoogtepunt van de fuif was uiteraard de nummer één: ‘Soldiers of Love’ van Liliane Saint-Pierre. Binnen vijf seconden veranderde de Red & Blue in een massa met denkbeeldige revolvers zwaaiende jongeren die elkaar vol liefde schoten. En luidkeels
26
meezongen natuurlijk. Daarna ging het dj-team over op het draaien van andere dansbare muziek. Tegen vier uur vonden we dat het tijd was om stilaan ons bed op te zoeken. Het was een enorm interessante en aangename avond. En één ding zal ik alvast niet vergeten: die homo’s kunnen een deftig beentje zwieren.
4.3 Reacties In totaal heb ik een tiental mensen kort bevraagd, d.m.v. van enkele verkennende vragen zoals: - Is dit nu typische homomuziek? Zegt deze muziek iets over wie jullie zijn? - Luister je thuis ook naar zulke muziek? - Vind je ook andere genres goed? Welke? - Waarom denk je dat deze muziek zo goed in de smaak valt in de gay community? (Vooral deze vraag bleek heel moeilijk te zijn; een smaak valt immers niet rationeel te verklaren. Dit zal bijgevolg duidelijk geoperationaliseerd moeten worden in het verdere onderzoek.) - Wat is er zo speciaal aan bv. Kylie Minogue? De reacties overlapten elkaar af en toe. Maar ook nieuwe aspecten werden aangereikt. Ter illustratie wordt er hieronder één weergegeven. “Ik denk dat homo’s sommige artiesten leuk vinden omdat ze daar sterke persoonlijkheden in zien. Een beetje drama, dat is ook heel homo. Dat wij vs. de rest-gevoel. (…) Gloria Gaynor en Nathalia zien ze ook altijd graag, zo’n vrouw die stevig in haar schoenen staat. Zo’n beetje vechten tegen de rest. (…) Disco staat er inderdaad vaak in, rock helemaal niet. Misschien heeft dat te maken met het Studio 54-gevoel van vroeger? Feesten, dansen, een beetje stout en uitdagender dan rock-muziek. Thuis luisteren wij meer naar Stubru-muziek, dat vind ik eigenlijk leuker. (…) Deze muziek zegt echt in de verste verte niks over ons. Het is gewoon dat samenhorigheidsgevoel van “wij zijn anders en moeten ons wat
27
afzetten tegen de rest”. Maar dat zit vooral in hun hoofd, denk ik. Dat is niet meteen gerelateerd aan hun eigen leven. Ze zullen misschien wel eens een keer liefdesverdriet hebben en dat dramatiseren ze dan en zo vinden ze troost in liedjes van Natalia. Het is echt een soort subcultuur. Maar daarbinnen heb je dan ook nog soorten. Sommige zullen eerder dragqueen- en Donna Summergerichter zijn, anderen zijn dan weer meer voor techno en ga zo maar door. Je hebt verschillende soorten hetero’s, zo heb je ook verschillende soorten homo’s.” Verder kreeg ik de kans om ook een lid van het DJ-team van de avond, David. A. Fox van firma ‘The Breakfast Club’, aan de tand te voelen: “Alles wat gay is of erop zinspeelt is een garantie voor het publiek hier uit de bol te doen gaan. Heel veel nummers hebben impliciet iets met homofilie te maken. Maar ook bijvoorbeeld ‘Soldiers of Love’ spreekt hen aan. Ze moeten vechten voor de liefde. Alles wat discoachtig is, vinden ze ook goed. Ik denk dat dat te maken heeft met de lichtvoetigheid. Disco was in de jaren zeventig iets voor kokette mensen. Rock sprak dan weer een helemaal ander publiek aan. Er is een link tussen de leuke dansjes doen en homo’s. (…)Dit jaar was de volledige top tien gelinkt met het Eurovisiesongfestival. Maar ik denk dat ze thuis nog wel naar andere dingen luisteren, dit is gewoon party. Hier kunnen ze zichzelf zijn. Er zijn ook niet overal homocafé’s, dus het is tof dat ze zich hier eens kunnen uitleven. Antwerpen is vrij, hier mag dat. En daarom is de stad ook zo geliefd bij homo’s. (…) We draaien ook op heteroseksuele fuiven. Daar durven we ook wel eens een plaatje uit de Top 100 te draaien, maar toch in beperkte mate. ABBA gaat er wel eens in, na drie of vier uur. Hier daarentegen is dat de topact.”
28
4.4 Kort besluit Dit verkennend vooronderzoek is erop gericht een eerste indruk te krijgen van het milieu en de problematiek. Het is een kennismaking, maar eveneens de eerste stap die tot uitgebreider onderzoek leidt. Sommige aspecten kwamen meermaals bovendrijven: Vooreerst dient de Homo Top 100 om te dansen. Het is één grote party. Maar dat wil niet zeggen dat holebi’s enkel naar deze muziek luisteren. Velen beweerden immers ook andere genres te kunnen smaken. Bovendien prefereerde ook elk individu andere nummers uit de hitlijst. De reden achter de Top 100 en het soort muziek ligt vooral bij het zich kunnen onderscheiden van de rest. Op dit vlak is er soms sprake van het bestaan van een subcultuur. De genres die ze in die subcultuur gebruiken zijn vaak te herleiden tot disco en eurosong (carnaval). Veel heeft ook te maken met dramatiek en vrouwenbewondering, vandaar hun sterke aanwezigheid in de lijst. Maar ook identificatie speelt een zekere rol. In het verdere verloop van deze eindverhandeling zullen deze elementen meer diepgaand behandeld worden. Toch is het van belang ze nu reeds in het achterhoofd te houden. Zo ontstaat er meer oplettendheid wanneer een mogelijke relatie met één dezer elementen opduikt.
29
5. De Homo Top 100: een analyse
5.1 De lijst De globale indruk die de Homo Top 10027 maakt als je hem voor het eerst naderbij bekijkt, ligt veelal in lijn met de bemerkingen van Lieven Vandenhaute: “Het is kermismuziek, maar dan met dat ietsje meer. Hoempamuziek met stijl, zo je wilt. Muziek waar je stijve hemdsboord meteen slap van gaat hangen. Disco, maar dan met een kwaliteitslabel en met gevoel voor tristesse. En met een dubbele bodem.”28 Verder zou je kunnen zeggen dat er golden oldies in staan, maar ook enkele van de meest recente hits. Er lijkt op het eerste gezicht ook een overwicht te bestaan aan vrouwen, en dan zijn het vooral de diva’s die eruit springen. Zware muziek zit er niet echt in, eerder lichte pop en dansbare nummers. Het is dat, dat me in deze eindverhandeling interesseert: het genre en het type artiesten dat bij de holebi-populatie in de smaak valt. Maar vooraleer ik hier uitspraken over mag doen, heb ik meer nodig dan indrukken. In dit hoofdstuk zal daarom een korte analyse van de lijst uitgevoerd worden.
5.2 Trends en vergelijkingen De Homo Top 100 bestaat ondertussen al vijf jaar. Dat levert dus vijf hitlijsten29 op die vergeleken kunnen worden. Door de jaren heen is er heel wat veranderd. Let wel, er zijn dus maar data uit vijf jaren om uitspraken over te doen. Echte vaste trends zijn hier nog niet duidelijk te ontdekken. Je ziet dat er in de eerste lijst (2004) nog heel erg gezocht werd naar wat er nu precies in een Homo Top 100 thuishoort. De eerste 20 nummers zijn veelal instant classics, verder achteraan 27
Zie bijlage: 10.1 Homo Top 100 – Vlaanderen (2008-2004), p. 88. HEREMANS, T., “Een hitparade met dubbele bodem” in De Standaard, 16 november 2008, p. 18-19. 29 Zie bijlage: 10.1 Homo Top 100 – Vlaanderen (2008-2004), p. 88. 28
30
duiken echter veel alternatievere en onbekendere songs op. De lijst, en daarmee ook het initiatief, had dat eerste jaar nog niet zo denderend veel bekendheid. Het logische gevolg is dat het stemmende publiek in die tijd eveneens nog wat moest groeien. Vandaar de opvallend grote aanwezigheid van verrassende nummers. Bij weinig stemmen tellen individuele voorkeuren immers feller door. Ondertussen kiezen zo’n 700 à 800 mensen hun favoriete holebi-platen via http://www.homotop100.be. In 2005 ziet de Top er meteen helemaal anders uit. Welgeteld 50 nummers verlaten de lijst en worden vervangen door andere, vaak meer typische holebi-liedjes. Vervolgens zijn er in 2006 nog 25 nieuwkomers. Bovendien zien we 14 nummers uit 2004 weer terugkeren. In totaal zijn dat dus 39 songs die anders zijn dan in het vorige jaar. Ook in 2007 zijn er 25 nieuwkomers (11 terugkomers) en tenslotte daalt het aantal nieuwkomers in 2008 naar 20 nieuwkomers. Het aantal terugkomers neemt dan weer toe tot 24. Tabel 1: Overzicht verschillen over vijf jaar
Jaartal 2004 2005 2006 2007 2008
Aantal nieuwkomers 100 50 25 25 20
Aantal terugkomers / / 14 11 24
Totaal verschil / 50 39 36 44
Het totaal aantal verschillende nummers is steeds zeer groot. Het getuige van een grote variatie in het stemgedrag. Het aantal echte nieuwkomers is wel langzaam aan het dalen. Er komt dus een zekere stabiliteit in. Toch lijkt het er niet op dat er ooit een vaste Homo Top 100 zal bestaan. Daarvoor zijn de variaties te sterk. Andere Top 100en, zoals die van radiozender Klara en ‘De Tijdloze’ van Studio Brussel, vertonen veel minder variatie. Daar zijn elk jaar maar een tiental nieuwkomers en ook binnen de lijst zelf cirkelen de nummers vaak rond dezelfde positie. Het zal wel steeds moeilijker worden om met geheel nieuwe nummers op de proppen te komen. Ook zal de
31
harde kern door de jaren heen wellicht dezelfde blijven: zo zijn er 30 platen die al vijf jaar lang de Homo Top 100 sieren en daarmee de absolute holebi-classics zijn in Vlaanderen. Zij staan ook meestal het hoogst genoteerd. Ze worden hieronder weergegeven volgens hun huidige positie in 2008. Tabel 2: De harde kern van de Homo Top 100
Huidige positie 1
Gem. positie 28
2 5
5 27
8 9 10 14 16
19 26 6 8 18
18 19 21 23 26
12 25 51 40 23
29
41
30 31 32 33 47 51 53 61
27 38 12 67 26 49 28 31
Titel
Uitvoerder
Soldiers of Love
Liliane StPierre Dancing Queen ABBA Diva Dana International Believe Cher Diep Get Ready! I Will Survive Gloria Gaynor I’ve Only Begun to Fight Natalia Like The Way I Do Melissa Etheridge Vogue Madonna Gimme! Gimme! Gimme! ABBA Nobody’s Wife Anouk Not An Addict K’s Choice Can’t Get You Out Of My Kylie Minogue Head Ich Bin Wie Du Marianne Rosenberg Like A Virgin Madonna Smalltown Boy Bronski Beat Meisjes Aan De Macht Yasmine I Am What I Am Shirley Bassey This Is My Life (La Vita) Shirley Bassey Crying At The Discotheque Alcazar I’m So Excited Pointer Sisters YMCA Village People
32
62 65 67 78 85 89
31 43 67 52 67 51
95
76
100
42
9 To 5 I’m Coming Out Tainted Love Higher Than The Sun Vlieg Met Me Mee Goeiemorgen, morgen
Dolly Parton Diana Ross Soft Cell Natalia Paul de Leeuw Nicole & Hugo You Spin Me Round (Like A Dead Or Alive Record) It’s Raining Men Weather Girls
De harde kern bestaat vooral uit sterke/tragische vrouwen, holebiartiesten en enkele camp-nummers. Deze lijken dus het belangrijkst te zijn voor de Homo Top 100. Het zijn eveneens stuk voor stuk echte dansplaten, waar het ritme van afspat. Dat geldt trouwens voor de gehele lijst. Zo’n 81 songs zijn duidelijk gemaakt om de voetjes op te bewegen. Opvallend is bovendien de grote aanwezigheid van Vlaamse artiesten. Ze zijn verantwoordelijk voor wel zeven nummers uit de classics. Natalia spant de kroon met zelfs twee liedjes. Ook andere (buitenlandse) artiesten staan er tweemaal in: ABBA, Madonna en Shirley Bassey krijgen dezelfde eer. In de gehele Top 100 gaat ABBA met de grootste buit lopen. Zij staan dit jaar immers met zomaar eventjes vijf platen in de lijst. In vergelijking met de Nederlandse Homo 10030 is de Vlaamse versie toch een heel stukje alternatiever. Nederland gaat nog iets verder met rasechte disco en allerlei nummers die mogelijke toespelingen op het holebi-zijn maken (vb. Bearforce 1, Gay Bar, Shoot Your Shot, …). Dit beaamde ook DJ Ward Ramaekers: “Pluimen en ontblote lijven hebben weinig te maken met onze Top 100. Bovendien zijn lesbische vrouwen bij ons ook duidelijk deel van het publiek.” In Vlaanderen krijgen daardoor softrock en gewone pop meer krediet, terwijl Nederland alle mogelijke stereotiepen in de lijst stemt. De Vlaamse harde kern is dan weer wel voor de helft (17 liedjes) terug te vinden in de Homo 100 van 2008. De zeven Vlaamse artiesten staan er uiteraard niet bij. De rest is echter voor 30
Zie bijlage: 10.2 Homo 100 – Nederland (2008), p. 109.
33
het leeuwendeel ook in Nederland terug te vinden. Over de grenzen – wat Nederland betreft tenminste – heen blijven de classics en de homo-iconen dus ongeveer dezelfden.
5.3 Opvallende categorieën Bepaalde soorten muziek en artiesten kennen een opvallende aanwezigheid in de Homo Top 100. Niet al deze types vallen duidelijk af te bakenen. Bijvoorbeeld: ondanks de grote aanwezigheid van disco-achtige nummers, kan deze categorie niet gebruikt worden. De lichtvoetigheid en kenmerken van disco komen immers ook in andere liedjes terug, die niet echt raszuivere disco zijn. Enkele categorieën hebben wel goed afgebakende grenzen, nl. holebi-artiesten, vrouwen en Eurosong. Deze worden hieronder geoperationaliseerd. -
Holebi-artiesten: Dit zijn alle artiesten die openlijk homo, lesbisch of biseksueel zijn. Over enkele personen bestaat geen officiële zekerheid. Wanneer de geruchten echter zozeer uitgesproken zijn dat over het algemeen hun geaardheid in twijfel wordt getrokken, zal de desbetreffende artiest/e eveneens in deze categorie vallen. Muziekgroepen die in deze categorie thuishoren, vereisen dat de belangrijkste figuren uit de groep holebi zijn.
-
Eurosong: Hierbij zitten alle nummers die ooit een inzending op het Eurovisiesongfestival waren. Omdat het hier een Vlaamse hitlijst betreft, worden ook de Belgische kandidaatliedjes voor het Songfestival, die niet als officiële inzending gekozen werden, tot deze categorie gereken.
-
Vrouwen: Uiteraard is het heel simpel om dit onderscheid te maken. Laat me nochtans opmerken dat ik Dana International (een bekende travestie) als vrouw meetel. Bij groepen moet de volledige band uit vrouwen bestaan om in deze categorie te komen.
34
Indien de categorieën worden geteld, komen deze resultaten te boven: Tabel 3: Aantallen per categorie
Categorie Holebi-artiesten Eurosong Vrouwen
Aantal keer in de Top 100 29 12 49
Nog geen derde van de 100 songs werden door holebi-artiesten gemaakt. De stereotiepe opvatting dat de lijst vol staat met homo’s klopt dus niet. Natuurlijk is het wel vanzelfsprekend dat er sowieso holebi-artiesten instaan. Of identificatie of gewoon het muziekgenre daarvoor verantwoordelijk is, zullen we pas na de diepte-interviews ontdekken. Verder waren twaalf nummers ooit Eurosong-toppers. Er is dus wel degelijk sprake van een voorliefde voor het Songfestival bij holebi’s. Bovendien zijn er nog heel wat andere nummers in de lijst Eurosong-gerelateerd. Bijvoorbeeld deze van artiesten die ooit door het Festival faam verwierven, maar met een ander liedje dan die inzending in de Top 100 staan. Deze werden niet meegeteld bij de categorie omdat de grenzen dan te vaag zouden worden. Deze artiesten zijn echter wel populair bij het holebi-publiek omdat ze ooit voor die Eurovisiesongfestivalinzending hebben gezorgd. Kijk maar naar een groep zoals ABBA. Wat ten slotte geslacht betreft, is de Homo Top 100 mooi in balans. Aangezien de groepen die niet enkel door vrouwen bezet zijn niet werden meegeteld, is er uiteindelijk misschien een licht overwicht aan vrouwen. Opmerkelijker is het soort vrouwen die in de lijst staan. Hier wordt een aparte paragraaf aan gewijd.
5.4 Homo-iconen De solo-zangeressen in de lijst zijn grotendeels van een bepaald type. Het zijn heel vaak sterke vrouwen die de mannen nonchalant van
35
zich afschoppen. Zangeressen die idealiter zingen over hun vrijgevochten status, onafhankelijkheid en daarbij ook nog eens hevig staan te shaken. De regelrechte diva’s of ook wel tragische vrouwen dus! Over het algemeen gaat het gewoon over knappe vrouwen die op hun eentje stevig in hun schoenen staan en daardoor een zekere adoratie bij homoseksuelen teweeg brengen. Zij krijgen meestal het label van ‘homo-icoon’ opgekleefd. In de krant De Standaard verscheen dit jaar een artikeltje over dit fenomeen. 31 Concreet ging het om een ludieke opsomming van voorwaarden waaraan een homo-icoon zou moeten voldoen. Grappig genoeg lijken deze gedeeltelijk ook te kloppen. Journalist Tom Heremans spreekt zelf over “diva-achtige chansons met veel schaamteloos gezwollen pathos voor disco met de nodige tristesse”. Verder schrijft Heremans dat de inhoud moet gaan over “herwonnen zelfrespect, strijdbare liederen, de strijd tegen de onderdrukker”. Deze uitspraken komen nagenoeg letterlijk overeen met wat in het literatuuronderzoek over vrouwen in Griekse tragedies werd verteld. We zouden bijna kunnen zeggen dat homo-iconen de nieuwe tragische vrouwen zijn. Eerder camp-getint zijn Heremans’ voorwaarden om dubbele boodschappen of (homo-)seksuele toespelingen in de liedjestekst te steken of over-the-topkleren en decors te gebruiken. Dit laatste om het nummer populair te maken voor dragqueens. Kenmerken die eigen zijn aan ‘camp’ en tegelijk verbonden worden aan homo’s. Van Heremans’ intuïtieve opmerkingen is met andere woorden wel degelijk iets van aan. Als we vervolgens alle voorgaande aspecten toepassen op de Top 100 zijn de homo-iconen verantwoordelijk voor zo maar eventjes 26 nummers uit de lijst. Eén vierde valt dus te herleiden tot zangeressen met een hoge likability bij homo’s. Wellicht zal het element van identificatie eveneens een factor zijn die deze vrouwen tot iconen schopt. Hoe dat voor lesbo’s en bi’s is, valt nog af te wachten.
31
HEREMANS, T., “Een hitparade met dubbele bodem” in De Standaard, 16 november 2008, p. 18-19.
36
6. Diepte-interviews: de resultaten De tot hier toe gevonden resultaten worden in dit hoofdstuk getoetst en verdiept. Aan de hand van diepte-interviews met vijftien holebi’s wordt gezocht naar een antwoord op de tien hypothesen en uiteindelijk ook op de onderzoeksvraag. Hieronder worden de resultaten per hypothese uiteengezet. Maar eerst nog een woordje over de representativiteit.
6.1 Representativiteit van de respondenten Vijftien interviews laten uiteraard geen veralgemeningen toe naar de ganse holebi-populatie. Maar dat is ook niet het doel van deze eindverhandeling. Het is de bedoeling om via kwalitatieve interviews die veel open ruimte laten aan de respondenten, verschillende inzichten op het spoor te komen met betrekking tot de onderzoeksvraag. Diversiteit en relevantie van de respondenten waren daarom sleutelwoorden in hun selectie. Wat diversiteit betreft, zijn de demografische gegevens hiervoor van belang. De respondenten waren tussen 20 en 34 jaar oud en beoefenden beroepen gaande van kapper en architect tot onderzoeksassistent aan de K.U. Leuven. Ze woonden in kleine gehuchten of grote steden en waren getrouwd of waren helemaal single. Het merendeel van de respondenten studeerden nog. Dat met het oog op de relevantie voor de onderzoeksvraag. De Homo Top 100 richt zich immers op een jong publiek en dan kom je automatisch bij o.a. studenten terecht. Zij maken alleszins een belangrijk aandeel van de doelgroep uit, naast jonge werkende/werkloze mensen die ook onder de respondenten vertegenwoordigd worden. De liedjes zijn dan ook veel beter bekend bij een jong publiek. Hierbij sluit de verdeling van het geslacht en de geaardheid van de respondenten aan. Acht homo’s werden geselecteerd, vijf lesbiennes en twee biseksuelen, waaronder één jongen en één meisje. Het overwicht aan homo’s kan verklaard worden door de inhoud van de Homo Top 100. Het is eerder een homo- dan wel een holebilijst. De songs worden eerder aan de stereotype homoseksueel toegeschreven dan aan de twee andere
37
categorieën. En dan is het praktisch om toch iets meer homo’s in de selectie op te nemen. Daarenboven zijn de onderzoekshypothesen veelal gericht naar homo’s, minder naar lesbiennes en biseksuelen. Er zijn maar twee biseksuelen onder de respondenten omdat deze moeilijker te vinden waren en vaak nog op zoek zijn naar een definitieve keuze in hun geaardheid. Het is daarom niet zeker of ze in de juiste categorie werden ondergebracht. De geselecteerde respondenten zijn dus op weloverwogen wijze opgenomen in de steekproef. Hun representativiteit werd zo veel mogelijk gegarandeerd. Dit laat me toe om een uitgebreide en veelzijdige verkenning van de redenen en verklaringen achter de Homo Top 100 uit te voeren.
6.2 Analyse: resultaten per hypothese In dit hoofdstuk worden de resultaten van het onderzoek hypothese per hypothese op een rijtje gezet. Onder elke hypothese horen telkens meerdere concepten thuis, die verder zullen toegelicht worden.
6.2.1 H1: Holebi’s houden van disco en andere dansmuziek omdat ze zich hierdoor vrij voelen én via dansen een partner kunnen leren kennen. Wat disco zelf betreft, is de link met de jaren zeventig volgens de respondenten grotendeels verdwenen. Sommigen weten niet eens meer hoe het komt dat homo’s zozeer met disco worden verbonden. Anderen zijn nog wel op de hoogte van wat de jaren zeventig als ontvoogdingsperiode voor holebi’s betekenden, maar zijn ervan overtuigd dat dit besef niet meer leeft onder de huidige generatie. De kennis die ervan overblijft, werd ingepeperd via holebifuiven waar discomuziek regelmatig op de platendraaier ligt. Maar de ideologie die erachter zit, is met de jaren teloorgegaan. “(Dat besef) wordt toch wel overgedragen. Als ‘I Will Survive’ die stempel krijgt, wordt dat overgedragen naar nieuwe generaties van homo’s. Ze draaien dat ook heel vaak op homofuiven. (…) Ze
38
wennen eraan en leren die muziek met homoseksualiteit te associëren.” (Yannick) Enkel de mensen die het moeilijk hebben met hun ‘coming out’, zouden dat besef in stand houden. Zij zouden sneller terugblikken op die periode omdat het hen troost kan bieden. Het is verder niet louter disco die zozeer bij holebi’s in de smaak valt. Waar het in essentie om gaat, is dansmuziek in het algemeen. En disco is de voorbode van geweest van de manier van dansen die nu nog steeds in zwang is. Bijna alle respondenten spraken dan ook over ‘dansbare’ muziek als centraal concept voor hun favoriete uitgaansmuziek. Bij sommigen was vooral disco het uitgelezen genre om hen ‘danskriebels’ te bezorgen. Veel heeft te maken met de kenmerken van disco, die even goed in actuele nummers zitten en daarom ook bij het holebipubliek in de smaak vallen. Het lichtvoetige ritme en de vrolijke melodie zijn de succesingrediënten. “ABBA is disco zoals het was, maar Mika en de Scissor Sisters kan je ook in die categorie steken. Dat is gegroeid vanuit de discoperiode. Homo’s gingen daar toen keihard voor en dat is blijven doorleven.” (Ellen) Dansen is bovendien iets dat eigen is aan de uitgaanscultuur van holebi’s. In bijna elk interview werd vermeld dat er op holebifeestjes telkens meer en uitbundiger wordt gedanst dan op de gemiddelde heterofuif. Verder zouden ze ook een eigen stijl van dansen hebben. Dit gaat dan vooral over homo’s en is verbonden aan het zich aantrekkelijk voelen. Vele respondenten schreven het hevige dansen toe aan homo’s, en minder aan lesbiennes. “Ik kan mij inbeelden dat homo’s zich daar geweldig op kunnen amuseren. Bij mannen is trouwens de liesstreek de meest gevoelige en aantrekkelijke zone van het lichaam. Dus als ze dat dan kunnen uitspelen… ” (Annelies) Echter niet alleen de mannen tonen graag hun danscapaciteiten. De respondenten duidden erop dat ook de vrouwen zich eens graag laten gaan. Bepaalde respondenten haalden aan dat holebifuiven de
39
feesttempels bij voorkeur zijn om je de remmen eens los te gooien. Omdat niemand met een opgetrokken wenkbrauw toekijkt, voelen de bezoekers zich vrijer in hun gedragingen. Daar valt de gemeenschappelijke holebi-band voor te bedanken. Die creëert volgens de respondenten toch een zeker samenhorigheidsgevoel op zulke fuiven. De Homo Top 100 is een uitstekende hitlijst om dit vrije dansgevoel naar boven te halen, omdat het allemaal regelrechte commerciële dansschijven zijn. Op basis van dat feestcriterium lijken de nummers ook allemaal te zijn gekozen. “Dat moet echt het grootste feestje van het jaar zijn als al die nummers worden afgespeeld op één avond. Amai, ik sta daar op het podium met mijn handen in de lucht!” (Soetkin) Het dansen is praktisch om op te merken wie interessant zou kunnen zijn, maar meestal legt men contacten door de andere persoon gewoonweg aan te spreken. Doorgaans leggen holebi’s best snel contact met een onbekende. Dit is te wijten aan de open en meer spontane sfeer die heerst op zulke parties. Daarenboven zijn holebifuiven vaak specifiek georganiseerd om mensen met elkaar in contact te brengen, ook op relationeel vlak. Een bijzonder fenomeen is hierbij de kusjesdans. Die wordt – in feestzaal Lido in Leuven althans – regelmatig afgespeeld om eventuele koppeltjes te vormen. Dat blijkt daar een succesformule te zijn. Nochtans beweerden de respondenten (op één na) steeds die kusjesdans te vermijden, wegens “te marginaal”. De hypothese lijkt dus gedeeltelijk op te gaan. Holebi’s voelen zich vrijer wanneer ze dansen. Disco en andere lichtvoetige muziek zijn perfect om hier uiting aan te geven. Maar de reden waarom ze zich zo vrij voelen in hun dansen, is de locatie: holebiaangelegenheden waar iedereen iets gemeen heeft. Door de meer spontane sfeer worden daarom ook sneller contacten gelegd.
40
6.2.2 H2: Het hedonisme is een waarde die hoog wordt aangeschreven door holebi’s. Wanneer werd gevraagd wat de respondent zoal belangrijk vindt in het leven was het standaard antwoord ‘geluk’. Men kan zich afvragen of sowieso niet iedereen dit antwoord zou geven, dus dit is geen directe aanwijzing voor een hedonistische levensstijl. Wat echter wel soms werd geantwoord, was letterlijk vrij zijn en kunnen doen wat je graag doet. En dit komt al heel wat dichter bij onze hypothese. Verder sprong in het oog dat de nadruk werd gelegd op het belang van vrienden, veeleer dan op een relatie. Het idee dat vrienden er door dik en dun zijn, leefde blijkbaar heel sterk bij de respondenten. En wat deden ze graag met die vrienden? Uitgaan. Bijna iedereen gaf aan dat ze graag en veel uitgingen. Aangezien ik geen cijfers heb over hetero’s in dit verband, kan ik jammer genoeg geen vergelijkingen maken. Het is echter zeer aannemelijk dat hetero’s evenzeer graag uitgaan met vrienden. Bovendien zijn de respondenten nog redelijk jong en dan wordt er uiteraard al wat meer uitgegaan. Al bevestigden de dertigers dat ze ook nog regelmatig een stapje in de wereld zetten. Of holebi’s daadwerkelijk anders feesten dan hetero’s werd in het begin twijfelachtig onthaald. Wanneer ze erover nadachten beaamde toch het merendeel deze stelling, vaak met de redenering dat holebi’s – zoals reeds gezegd – meer en uitbundiger dansen, en dat ze ook minder alcohol nodig hebben om in een feeststemming te geraken. Ze zouden van nature ‘feestelijk’ zijn aangelegd. ‘Uitgelatenheid’ was hierbij het centrale concept. “En dan is er nog een verschil, dat zich vooral situeert bij late twintigers, begin dertigers. Hetero’s zitten dan thuis want die krijgen kindjes, en dat is niet zo bij homo’s dus die feesten dan veel meer. En uitbundiger hé. Homo’s generen zich niet om zich eens goed uit te leven en stevig te staan dansen. Heteromannen hebben op dat gebied toch veel meer gêne. Dat is bij homo’s zo’n beetje het ‘m’as-tu vueffect’ hé. Ze willen gezien worden. “Catch me!” Zo dat hé.” (Tom) Of ze ook daadwerkelijk hedonistischer zouden zijn dan de gemiddelde hetero, werd door bijna alle respondenten bevestigd.
41
Holebi’s zouden graag de grenzen aftasten van wat kan en niet kan. Vooral bepaalde homo’s zouden deze levensstijl nastreven. Ze zouden meer kunnen genieten van het leven. “Ja, dat is het ‘happy homogevoel’ hé. Ik vind dat homo’s veel enthousiaster door het leven gaan dan hetero’s. Dus dat hedonisme leeft er wel ja. Dat zoeken naar kicks. Homo’s hebben sneller kicks nodig. Omdat ze zich op sommige momenten moeten inhouden om zichzelf te kunnen zijn, en dat moet dan gecompenseerd worden door eens een kick op te zoeken.” (David) Meer nog, omdat ze een beter relativeringsvermogen hebben dan hetero’s, zouden ze zich minder druk maken om alledaagse klachten (zoals het weer, financiën of wat hoofdpijn), en bijgevolg minder te lijden hebben onder stress. Dit relativeringsvermogen is wellicht te wijten aan de identiteitscrisis en bijhorende moeilijke tijd die ze reeds hebben doorgemaakt tijdens de zoektocht naar hun geaardheid en die kleine problemen in een ander licht zet. Een respondent vermeldde overigens dat het hedonisme eigenlijk overeen komt met het outingsproces bij holebi’s. Je moet zijn wie je bent, doen wat je wil, zonder je iets aan te trekken van de meningen van anderen. Uiteraard is het niet zo dat alle holebi’s of alle homo’s actief het hedonisme naleven. Enkele respondenten wezen me erop dat het absoluut niet per se harder zou heersen bij holebi’s. Hetero’s werken even goed een week lang om zich vervolgens “lam te zuipen” in het weekend. Het hedonisme zou zich gewoon verfijnder uiten bij holebi’s, meer specifiek bij homo’s. Bovendien heeft deze hedonistische ingesteldheid ook een negatieve kant. Extreem leven kan bijvoorbeeld ook door excessief drank- en druggebruik of overdreven seksuele contacten. Dit exuberant gedrag zou vooral te vinden zijn bij holebi’s die zich niet zo goed in hun vel voelen. Vaak is dit terug te brengen tot een slechte aanvaarding in de omgeving of door het individu zelf. “Via overmatig druggebruik, overspeligheid, extreem leven. Bij vrouwen ook te veel drinken en roken. Niet goed op zichzelf letten, slecht eten en veel uitgaan. (…) Het lijkt soms op een soort zelfhaat.
42
Maar dat zijn er heel wat (die zich niet aanvaard voelen), heb ik gemerkt. En dat heeft veel tijd nodig.” (Maite) De gelijkenis met het hedonisme ten tijde van Studio 54 lijkt het sterkst op te gaan. Het uit zich dan ook vooral tijdens het uitgaan. Voor de rest van de tijd moeten holebi’s natuurlijk ook werken, studeren en de eindjes aan elkaar knopen zoals anderen. Het is pas in hun vrije tijd, dat dit duidelijk naar boven komt. Decadentie, glitter&glamour waren woorden die steeds weer terugkwamen. En het werd vaak door de respondenten zelf verbonden met de holebicultuur. Veel geld uitgeven werd hier ook aan gelinkt. “Omdat homo’s geen kinderen hebben en er dus financieel vaak rijkelijker voor staan. En ze kunnen zonder kinderen ook op latere leeftijd tot een kot in de nacht uit gaan. Daarom kom je misschien ook oudere mannen tegen in dat circuit.” (Ruben) Bovendien bezit de Homo Top 100-muziek zelf kenmerken van het vroegere Studio 54. Een respondent had het over pluimen, glitters, halfnaakte dansers, de show. Al mag dit niet te ver doorgetrokken worden. Het is vooral de filosofie achter het historische Studio 54 die nog steeds wordt nagevolgd. Op zich heeft de kitsch en carnaval van nu weinig te maken met de vintage van de ’70. De hedendaagse holebi geeft er dus zijn/haar eigen interpretatie aan. “Homo’s zien dat graag hé. Op die feestjes kun je dan het alledaagse leven van je afzetten en je gewoon amuseren.” (Bram) Dat brengt me ook ineens bij de escapistische functie van muziek en uitgaan. Dat wegvluchten van de realiteit is eveneens een waarde die in het hedonisme terugkomt. Uitgaan kan dan een moment van totale verlossing zijn, los van de problemen waarmee men overdag geconfronteerd wordt. Discotheken hadden die bevrijdende functie ten tijde van de oorlog al. Bij Studio 54 ging het toen om de economische depressie, de naweeën van de Vietnam-oorlog en de problemen van de Koude Oorlog. Ten slotte is ook extreem seksueel gedrag iets dat van Studio 54 werd doorgetrokken naar holebi-feestjes. Een aantal respondenten
43
beweerden dat het er nogal los aan toe gaat op seksueel vlak bij bepaalde holebi’s. Opnieuw, dit geldt niet voor iedereen natuurlijk. Vooral holebifeestjes staan hier voor bekend. “Het gaat er wel uitbundiger aan toe hé. Dat is uiteraard zo, want je hebt ze daar allemaal bijeen hé. Dat is een berg testosteron. Je moet er ook niet van verschieten dat er in het passeren een onbekende op uw gat klopt. (…) Dus ik denk dat de sfeer daar zeker meer uitgelaten is omdat je daar alle homo’s op een stokje hebt. (lacht)” (Arnout) Zowel bij homo’s, als bij lesbiennes zou die seksuele sfeer in de lucht hangen op zulke fuiven. Een meisje had het over vergaande contacten voor slechts één avond, en dat men niet voor niets spreekt over “één pot nat”. Die seksuele losbandigheid zou bij hetero’s toch maar in veel mindere mate voor komen. De twee biseksuele respondenten voelden zich eerder gespannen bij dit aspect op een holebifuif en gedijden daarom beter op een gewone heterofuif. Sommige anderen spraken heel deze seksuele sfeer dan weer volledig tegen. Het zou gewoon hard opvallen als er een handvol mensen extreem seksuele handelingen stellen op een feestje. De 95% andere mensen die er rondlopen, nemen hier even goed volledig afstand van. Het hedonisme lijkt inderdaad sterk te leven bij een deel holebi’s. Het uit zich vooral in de vrije tijd en is verbonden aan het outingsproces. Wanneer dit moeizaam verloopt, kan het hedonisme een zelfdestructieve vorm aannemen. Voor het overige zou de levensvisie van hetzelfde caliber zijn als ten tijde van Studio 54. Niet voor niets wordt er maandelijks een gelijknamige holebifuif in discotheek Red&Blue georganiseerd. Niettemin ze het concept hebben overgenomen, werd het wel ietwat anders ingevuld. Met meer carnavaleske accenten, die in de vroegere Studio 54 eerder afwezig waren. Toch blijven glitters, show, escapisme en losbandigheid de sleutelwoorden. En zo leeft de mythe verder. Over extreem seksueel gedrag waren de meningen verdeeld, al was het merendeel van de respondenten het er eerder mee eens. Of het hedonisme daadwerkelijk harder leeft bij holebi’s dan hetero’s blijft de vraag.
44
6.2.3 H3: Bepaalde holebi’s verzamelen zich in een subcultuur waarin ze volledig zichzelf kunnen zijn. De definitie van de subcultuur32 doet vermoeden dat vooral individuen die zich niet aanvaard voelen, terecht komen in een subcultuur. Ze ontstaan immers vanuit een niet-thuishoren in de maatschappij en haar vastgeroeste waarden. Hiervoor werd echter geen bevestiging gevonden in de diepte-interviews. Slechts drie personen hadden een uitgesproken negatieve coming-out doorworsteld maar geen van hen gaf aan daadwerkelijk in een subcultuur te zitten. Eén van hen beweerde wel dat het omgaan met holebi’s leuker is en dat ze het aangenaam vond om zich binnen die minderheid te bewegen. Want dat waren toch de mensen bij wie ze zich meer op haar gemak voelde. Bij de andere respondenten was er hoegenaamd geen sprake van echte subcultuurvorming, zeker niet op permanente wijze. (Sommigen spraken van een soort subcultuur als ze bijvoorbeeld uitgingen) Allemaal hadden ze ongeveer evenveel hetero- als holebivrienden en vonden ze het niet nadrukkelijk leuker om met holebi’s om te gaan. Ze gingen zich met andere woorden niet afzonderen in holebigroepen. Behalve als het om specifieke ‘holebigerelateerde’ zaken gaat. “Dat is wel anders in de zin dat je bepaalde ervaringen met hen kan delen, die ze beter begrijpen dan heterovrienden. Hoe de eerste keer was dat je het tegen iemand vertelde, hoe ze thuis reageerden. Zo die zaken. En ik heb de indruk dat het bij velen een gevecht is.” (Soetkin) Op de vraag of er verschillende soorten holebi’s bestaan, antwoordde iedereen volmondig ‘ja’. Er zijn gradaties en en diverse opdelingen in het holebi zijn. Vaak worden die soorten herleid tot de mate waarin een individu zich profileert als zijnde ‘holebi’. Anderen hadden het over uitgesproken uiterlijke karaktertrekken. Bovendien worden hier voor het eerst ook subculturen genoemd. 32
Zie 3. Literatuuronderzoek en theorie, p. 13.
45
“Ten eerste is er het klassieke nichterige, verwijfde homotype, dat geen kans onbenut laat om zijn geaardheid ten toon te spreiden. Dat zie je goed op de Gay Pride waar mannen met het onwaarschijnlijke pluimen in hun gat-verhaal zitten rond te paraderen. (…) Daarnaast heb je de heel klassieke, bijna Hyacinth Boucquet-achtige gays met een floeren broek en een debardeurke. Een beetje English-style. Dan heb je ook nog de hippere en modebewuste Antwerpse homo’s op sneakers. En zo kan je nog wel een tijdje doorgaan.” (David) Volgende respondent stelt het bondiger: “Je hebt zo de echte verwijfde types; de janetten. Je hebt de meer mannelijke; de ‘bears’, en dan heb je de normalere. Daar reken ik mij bij. (lacht)” (Eric) Dat brengt me meteen bij het volgende punt. Stuk voor stuk plaatsten de respondenten zich ‘tussenin’ in dat spectrum en bestempelden ze zichzelf als normaal. De twee biseksuelen plaatsten zich daarentegen aan de heterokant. Daarbij kwam nog dat enkele holebi’s de opmerking maakten dat je die verschillen en soorten even goed bij hetero’s terugvindt. Wat best aannemelijk is, maar waar minder bij stil wordt gestaan. Bij homo’s zouden die uiterlijkheden gewoonweg harder opvallen. Het bestaan van een holebigemeenschap werd door ongeveer alle respondenten bevestigd. Toch rekent de meerderheid zich niet tot deze gemeenschap. De meeste koppelden het immers meteen aan het verenigingsleven onder holebi’s. “Dat is een ghetto hé. Dat is één familie nichten. (…) Je moet homo’s hebben in alle facetten van de maatschappij. En geen homozuil, zoals die café’s en sportclubs dat in de hand werken. (…) Dan maak je juist ghetto’s en clichés. Ik vind dat fout. Ik ben er manifest tegen dat je zo die specifieke homohokjes maakt. (…) Dat is geen integratie hé. Dat is separatie, dat is segregatie. En ik heb daar dezelfde mening over bij andere minderheden, zoals de islamitische bevolking in ons land. Als je aparte zuilen gaat oprichten, gaat het fout.” (Arnout)
46
Arnout was niet de enige die er zo over dacht. Hokjes en aparte faciliteiten, specifiek gericht op holebi’s, werden veelal niet geapprecieerd. Respondente Ellen bevestigde dat aparte cafés en fuiven zorgen voor een eigen wereldje. Daarbij wees ze trouwens op het ontstaan van een aparte cultuur voor homo’s én een voor lesbiennes. Een uitzondering waren de verenigingen die jongeren helpen hun weg te zoeken en opkomen voor gelijke rechten. Dergelijke verenigingen werden door de meeste noodzakelijk geacht. Anderen gaven aan dat het toch wel leuk was dat er zoveel rond holebi’s georganiseerd wordt. Dat leidde tot tegenstrijdige gevoelens: tegen separatie, maar voor holebi-evenementen. “Dat is een dubbel gevoel trouwens. Ik vind dat we moeten vechten voor gelijke rechten en behandeling en dergelijke. Maar langs de andere kant ben ik tegen het zich groeperen in verschillende verenigingetjes en groepjes van homo’s. Want daarmee gaan ze gewoon toch weer erkennen van “ja, wij zijn toch nog iets anders”. Alle minderheidsgroepen klitten wel eens samen en willen zich laten gelden en daarvoor opkomen. Dus dat is niet abnormaal dat je dat bij homo’s ook hebt. Maar ik ben er niet zo voor.” (Tom) Verder werd in verband met de holebigemeenschap gesteld dat het bestaan ervan heden ten dage minder prominent is dan vroeger door het toenmalige minder aanvaarde aspect ervan en de afwezigheid van het internet als ontmoetingsplaats. Als je de vraag over diverse soorten holebi’s en de holebigemeenschap samenneemt, kom je sowieso terecht bij het effectieve bestaan van subculturen. Vooreerst werd er vaak gezegd dat échte subculturen hier niet aan de orde zijn, aangezien je voor subculturen kiest. En voor je geaardheid kan je uiteraard niet kiezen. Deze opmerking in beschouwing genomen, werd er toch gesproken over specifieke holebisubculturen, waarbij homo’s en lesbiennes hun eigen subculturen hadden. Bij homo’s zou je de stereotype ‘janetsubcultuur’ hebben: de verwijfde typetjes met strakke kleren en grote gebaren. Verder werd er nog gesproken over de ‘bears’: meer mannelijke, stoere homo’s met baarden en een moto. Bij lesbiennes werd er gesproken over de stereotype ‘tankers’: vrouwen met kort
47
haar, mannelijk gekleed en wat teruggetrokken. Deze subculturen hebben uitdrukkelijk een eigen stijl. Vaak werd het bestaan van subculturen gelinkt aan het uitgaansleven. Wanneer bepaalde holebi’s verzanden op een holebifeestje, ontpoppen ze zich tot een individu dat in een subcultuur geplaatst kan worden. Daarbuiten zijn ze volstrekt onopvallend. “Kijk, op dat moment is dat een subcultuur. Maar dat is een momentopname, een occasionele subcultuur. Want de dag erna worden die gasten wakker in hun bed, gaan die gewoon naar hun werk of een pint pakken met hun vrienden. En dan staan die niet meer met hun glittertruitjes te shaken op Britney Spears of Kylie Minogue. Dan zijn die plots uit die subcultuur.” (Ruben) Het gaat dus om tijdelijke subculturen, maar dat is eveneens zo bij andere subculturen. Een subcultuur ontstaat immers in de vrije tijd om los te komen van de dagelijkse beslommeringen in de dominante maatschappij. Daarenboven werd aangestipt dat sommige aspecten van een holebisubcultuur internationaal universeel zijn. “Er is echt een transnationale cultuur met dezelfde muziek, dezelfde symbolen, dezelfde series waar je naar kijkt, dezelfde iconen. Je hebt ook de Gay Pride die elk jaar doorgaat. Dat zijn misschien allemaal heel westerse concepten. Of dat in Afrika en Azië ook zo leeft, weet ik niet. Maar in bepaalde landen daar alleszins wel. En zeker in Europa en Amerika is er wel zoiets als een global network. Het is een kleine wereld.” (Maite) Het werd enorm gecontesteerd dat de holebigemeenschap één grote subcultuur was. Het is dus absoluut niet zo dat als je holebi bent, dat je dan per definitie in een subcultuur met een bepaald soort stijl zit. Integendeel. Er bestaan gewoon kleine subculturen binnen de holebiwereld. Net zoals je die bij hetero’s hebt. Bovendien zitten sommige holebi’s ook in subculturen die doorgaans als hetero gezien worden, zoals de emo- of de gabbersubcultuur. “Ik denk dat er binnen die homogemeenschap kleine subcultuurtjes zijn. Heel die gemeenschap een subcultuur noemen, zou ik raar
48
vinden want dat is zó divers. Je hebt daar zoveel verschillen, zowel bij mannen als bij vrouwen. Je hebt natuurlijk de ‘bears’ en de onwaarschijnlijk verwijfde ‘Get Ready’s’… Maar het zou kort door de bocht zijn om heel de homogemeenschap als één subcultuur te bestempelen.” (David) “Ja, misschien zijn zij die het er dik opleggen, hun geaardheid accentueren wel een subcultuur. Dat zijn mensen die heel erg binnen dat ene milieu lijven, en die doen dat om zich goed te voelen, denk ik. Maar dat zijn verschillende subculturen binnen die gemeenschap dus.” (Maite) Soorten holebi’s en subculturen werden trouwens in een zeer brede variëteit opgenoemd. De meest voorkomende werden hierboven beschreven, maar niet alle vermeende groepen werden opgesomd wegens hun té subjectieve aard. De indrukken die de respondenten hierover hadden, waren immers zeer uiteenlopend. Er moet dus benadrukt worden dat holebi’s én hun subculturen even divers zijn dan hetero’s. De algemene opvatting dat holebi’s stuk voor stuk ‘roze nichten’ zijn, gaat niet op en betreft slechts een zeer klein segment van de holebigemeenschap. De gemeenschap bestaat onder de vorm van zeer uiteenlopende holebiverenigingen en werd op ambigue wijze onthaald door de respondenten. Hokjesdenken en afscheidingspraktijken waren niet aan hen besteed. Verder zijn subculturen occasioneel; ze bestaan slechts op bepaalde plaatsen onder bepaalde omstandigheden en op bepaalde momenten. De leden ervan hebben daarnaast ook een doordeweeks leven zoals iedereen. Dé holebisubcultuur bestaat niet. Er zijn veel verschillende vormen. Ze kennen vaak wel enkele gedeelde aspecten die bovendien universeel blijken te zijn.
49
6.2.4 H4: De holebisubcultuur is georganiseerd rond ‘roze muziek’, zoals die van de Homo Top 100. Ten eerste moet ik hier opmerken dat, zoals bovenvermeld, er dus geen één holebisubcultuur bestaat. De hypothese moet bijgevolg aangepast worden door te stellen dat sommige holebisubculturen zich organiseren rond ‘roze muziek’. Deze muziek is althans een gedeeld universeel aspect. De muziekvoorkeuren van de vijftien respondenten bleken enorm divers te zijn. Thuis luisterden ze zoal naar rock, pop, folk, Franse chansons, alternatieve muziek, jazz, lounge, … noem maar op. Wat opviel was dat de lesbische respondentes op één na allemaal een voorkeur vertoonden voor singer-songwriters, met inbegrip van de Vlaamse varianten zoals Eva De Roovere. Gevoelige muziek met een verhaal en inhoud. Maar deze opdeling kan toevallig zijn, aangezien het lage aantal vrouwelijke respondenten. Slechts twee personen – en dat waren homo’s – gaven aan thuis vaak naar ‘roze muziek’ te luisteren. Qua uitgaansmuziek kwamen er eveneens verschillende genres aan bod. Echter alle stijlen concentreerden zich rond het vanzelfsprekende concept: dansbaarheid. We mogen stellen dat dit eveneens het geval zou zijn wanneer heteroseksuelen bevraagd worden. Ook hier is weer een onderscheid op te merken tussen homo’s en lesbiennes. Waar homo’s het eerder over “slettenmuziek”, sterke vrouwen, ambi-muziek en uiteraard gewoonweg dansmuziek hadden, viel het op dat lesbiennes vooral elektro en nineties-muziek prefereerden tijdens het uitgaan. Al deze genres komen trouwens terug in de Homo Top 100. De lijst staat vol met uitgaansmuziek. Bijna alle homo’s beaamden bovendien dat ze die ‘roze muziek’ vooral fantastisch vinden in het uitgaansmilieu. Thuis zullen ze het nauwelijks opzetten, om uit te gaan des te meer. De redenen achter deze voorkeuren waren eveneens zeer uiteenlopend en moeilijk om te analyseren. Het ging dan ook vooral om persoonlijke en moeilijk te verwoorden redenen. Laat ik hier opmerken dat als er één genre was, dat de meeste holebi’s naar oordopjes deed grijpen, het ongetwijfeld ‘metal’ was. Deze muziek lijkt heel ver van de gemiddelde holebi-, en vooral homosmaak, te staan vanwege het agressievere en donkere karakter ervan. Daar
50
tegenover stond hun voorkeur voor zonnige, zomerse muziek, zoals de exotische salsa en afrikaanse klanken. Het is opvallend dat enkele respondenten spontaan vermelden dat ze echte zomermensen waren, dat ze daar blij en energiek van worden en bijgevolg graag muziek horen die dat zonnige gevoel uitstraalt. Dat hangt mogelijk samen met hun optimistische, uitgelaten ingesteldheid. “Ik ben fan van de zomer, die geeft mij altijd zoveel energie. En salsamuziek geeft mij ook die energie omdat dat mij daaraan doet denken, ook al is het winter. Die muziek legt die band daartussen. Vandaar dus.” (Arnout) Wat radiozenders betreft, gingen de voorkeuren vooral naar Studio Brussel en MNM bij de homo’s, Radio 1 of 2 (waar de (Vlaamse) singer-songwriters veel gedraaid worden), Studio Brussel of QMusic bij de lesbiennes. Maar ook hier weer diversiteit. Vanzelfsprekend was hun muziekkeuze afhankelijk van factoren als gemoed, plaats en omstandigheden. Zo is er een bepaald muziekgenre voor elk bepaald moment. “De ‘mood’ natuurlijk hé. Als ik echt niet goed gezind ben of ik wil even rustig op mijn gemak zijn… dan doe je een kaarsje aan, leest een boek en dan zet je iets rustigs op. Dan kan ik Britney absoluut niet appreciëren. Maar om mij wakker te maken: Britney absoluut wel. of op een feestje. Je buldert dan alles bij elkaar. Dan is dat zalig, dat is pure ambiance. Dus dat is puur van de ‘mood’ afhankelijk en waar je bent hé. In de auto zet je andere muziek op dan als je alleen thuis bent.” (Soetkin) Vervolgens mochten de respondenten de Homo Top 100-lijst van naderbij bekijken en hun ongezouten oordeel vellen. Ook die reacties waren uiteenlopend. Sommigen vonden het een zeer cliché en stereotypische lijst, anderen vonden hem verrassend variërend en divers. Hoe ze de muziek zelf bestempelden, werd samengevat door Bram: “Glitters, pluimen in hun gat, vrouwen die zingen, homo’s zelf… dat is gewoon allemaal gay muziek. ABBA, Cher, Madonna… (…) Dat
51
hoge showgehalte. Dat vinden gays wel altijd leuk. Dit zijn ook de liedjes die de travestieten op Studio 54 in de Red&Blue brengen.” (Bram) Vaak werd aangehaald dat de Homo Top 100 echte foute partymuziek is. Er staan inderdaad veel nummers in die dagelijkse kost zijn op de zogeheten ‘foute parties’. Sommige nummers worden universeel beschouwd als zijnde holebi. Maar er zijn er ook veel bij die universeel gewoonweg als feestmuziek functioneren. “Maar stel de vraag eens omgekeerd: als je aan mensen zou vragen ‘stel dat je DJ bent en je moet draaien op een feestje waar iedereen van het land heen komt, welke liedjes zou je dan draaien?’ En dan kom je precies dezelfde nummers uit.” (Annelies) Het begrip ‘roze muziek’ is dus relatief. De harde kern33 van de Homo Top 100 is op en top holebi. Hiermee drukken ze op feestjes uit wie ze zijn en wordt de groepsidentiteit versterkt. De meeste andere liedjes zijn gewoon pure fuifnummers, die door een veel breder publiek dan enkel holebi’s goed bevonden worden. Tegenover het initiatief om een Homo Top 100 op te starten stonden de meeste respondenten neutraal, of eerder positief. Het moest niet noodzakelijk bestaan, maar men vond het wel leuk dat het er was. Er was enigszins twijfel door de reeds vernoemde vrees voor het ontstaan van een geïsoleerde holebicultuur. Maar aangezien de Homo Top 100 doelt op een zowel holebi- als heteropubliek, is deze vrees grotendeels ongegrond. “Voor mij hoeft dat niet. Maar als mensen dat willen, moeten ze dat zeker doen. Ik zal mij niet aangesproken voelen en alleen naar die nummers luisteren omdat die in de Homo Top 100 staan of zo. (Interviewer: Maar het mag wel van jou.) Ja, natuurlijk. Elke reden om een feestje te kunnen bouwen, is goed hé.” (Yannick) De kwaliteit van de muziek in de Homo Top 100 werd zeer verschillend onthaald, met meningen gaande van echt goed tot zeer 33
Zie 5. De Homo Top 100: een analyse, p. 35.
52
slecht (slechts één respondent vond dit). De meeste respondenten vonden de lijst over het algemeen goed. Bij sommigen leefde de ergernis dat het een beetje in het belachelijke getrokken was. De lesbiennes benadrukten dat de Homo Top 100 ook echt een HOMOlijst was en dus eerder homogetint. Men benadrukte ook dat de mainstream holebi de lijst zeker wel goed vindt. Het antwoord op de hypothese is hier tweedelig, in lijn met de vorige hypothese. De verschillende subculturen die bestaan bij holebi’s hebben allemaal hun eigen muziekstijl. Toch is algemeen geweten wat holebimuziek is en kunnen ze zich erin vinden op die momenten dat ze zich in zulke subcultuur of onder holebi’s bevinden. Die momenten vallen dan ook vooral samen met het uitgaan. De mensen die ook overdag en thuis kiezen voor ‘roze muziek’, maken slechts een zeer klein segment uit van de gehele holebigemeenschap. “Je hebt er hé, die opstaan en gaan slapen met ‘Désenchantée’ van Kate Ryan. Maar ik vind niet dat het over de algemene homogemeenschap iets zegt. Misschien over die kleinere subcultuur wel.” (Tom) Tijdens het uitgaan en wanneer men zich onderdompelt in een holebisubcultuur, organiseert men zich dus (soms) rond ‘roze muziek’ als een gedeeld, universeel holebisymbool. Dan is deze feestmuziek ideaal om zich ongegeneerd te uiten. Buiten deze occasionele uitingen, zijn de muziekvoorkeuren zeer uiteenlopend en absoluut niet beperkt tot de Homo Top 100. Bovendien valt veel muziek uit dit genre in de smaak van een veel breder publiek, dat zeker niet alleen holebi is. Het label ‘roze’ is dan ook tot stand gekomen in haar holebi-context, en is zeker geen inherente eigenschap van het genre.
53
6.2.5 H5: Lesbische meisjes zijn minder actief in de holebigemeenschap door het grotere taboe dat op vrouwelijke homoseksualiteit ligt. We beginnen met het ontrafelen van deze hypothese bij de verschillen tussen de homo- en lesbische (sub)cultuur. Zowel homo’s als lesbiennes gaven te kennen dat ze bijna allemaal weinig contact hadden met holebi’s van het andere geslacht. Blijkbaar – en zoals reeds vermeld bij de derde hypothese – zijn deze culturen afgescheiden fenomenen met grote onderlinge verschillen. “Je merkt dat die twee groepen eigenlijk niet zo goed met elkaar overeen komen. Dat is niet altijd hé. Ik heb zelf veel homo’s te vriend. Maar ik denk dat dat vooral het geval is bij de meer uitgesproken homo’s en lesbo’s. Dat klikt niet zo goed. Daar zitten twee culturen.” (Ellen) En die twee culturen durven nogal eens te botsen. Het gemeenschappelijke kenmerk van “die andere geaardheid” is dus niet altijd voldoende om een duurzame band te creëren. Vanuit de kant van de homo-respondenten kwam ook naar boven dat ze weinig van elkaar wisten en dan zélf gebruik maakten van de bestaande stereotypen. “Nee, om de een of andere reden klikt het niet tussen mij en lesbo’s. Ik heb vroeger wel eens een lesbische vriendin Wendy gehad. Dat was een dikke, met korte pinnekes en een snor waar van dat groene zweet in hing. Dus misschien zit ik met dat prototype van lesbo’s in mijn hoofd, dat niet klopt. Want als ik dan Yasmine zie, denk ik dat die best cool is. Ik ben gewoon vaak foutieve (niet-representatieve) lesbiënnes tegengekomen.” (David) Lesbische meisjes hebben over het algemeen weinig gemeen met homo’s, qua bezigheden en vrijetijdsbestedingen. Ook hun (kleding)stijl en mentaliteit liggen te ver uit elkaar om te kunnen spreken van een gedeelde cultuur.
54
“Vrouwen zijn rustiger. Die houden meer van een rustig gesprek en gezellig thuis zitten of rustig op café gaan met de vriendinnen. Terwijl homo’s vaak echte feestbeesten zijn.” (Merel) “Ik ken er geen (lesbiënnes). Maar volgens mij amuseren die zich nooit zoals ons. Die zijn wel op die fuiven, maar die staan stil en lelijk te wezen. (lacht – humoristisch bedoeld) En op Studio 54 zie je die ook niet. Die komen vooral naar de Lido-feestjes omdat dat goedkoper is of zoiets?” (Bram) De decadentie en het zware party-gedrag dat je vaak terug ziet komen bij homo’s, is dus vaak minder aanwezig bij lesbiënnes. Ook wat muziek betreft, zijn er grote verschillen – wat eveneens aan bod kwam in de vorige hypothese. De Homo Top 100 blijft een homolijst en vrouwen zijn gewoonweg minder bezig met die ‘roze muziek’. “Maar ik vind die liedjes doorgaans echt wel plat. Omwille van de weinig diepgang die daarin zit. Ik denk dat dat sowieso wel een pak minder leeft bij lesbiënnes. Zij zijn, volgens mij, over het algemeen gewoon minder bezig met dat upbeat, levendige gedoe. Terwijl ik homo’s zo al stiekem voor de spiegel zie staan oefenen. Dat is echt zo.” (Soetkin) Dat, samen met het feit dat Red&Blue eerder homogericht is, kan verklaren waarom lesbiënnes in zulke geringe mate aanwezig waren op de Homo Top 100-fuif. De respondentes vertelden ook zelf dat ze niet vaak op een holebi-fuif kwamen, omdat het hen gewoon niet zozeer aansprak. De homo’s onder de respondenten kwamen dan weer allemaal regelmatig op holebi-aangelegenheden. Het lijkt er dus inderdaad op dat lesbische meisjes minder actief zijn in de holebigemeenschap. Er zijn verschillende factoren die hiertoe kunnen bijdragen. Lesbiënnes hebben een kleinere en minder opvallende cultuur dan homo’s. Buiten de bestaande holebi-verenigingen, wordt er veel minder georganiseerd voor lesbische meisjes apart. De behoefte om zich te groeperen en een eigen leefwereld te creëren is dan ook, volgens de respondentes, veel minder prominent dan bij homo’s.
55
“Ik denk niet dat zij daar zo mee bezig zijn. Zeker niet zoals homo’s. Lesbiennes lijken mij veel introverter. Zij hebben niet die behoefte om zich te uiten en te laten zien.” (Merel) “Ik weet dat er in Leuven één café is, de Oase. Dat is officieus een lesbisch café, maar dat is alleen maar omdat die bazin lesbisch is. En daar komen er dan ook veel. Maar dat is zeker niet officieel zo’n café. Geen idee of er zo echt bestaan. Het zal wel zeker?” (Soetkin) De reden voor die kleinere en vagere cultuur is ambigu. Een respondente zei dat lesbiënnes soms “minder open” zijn en liever wat afstand behouden, dan hun mannelijke tegenhangers die graag “iedereen te vriend” hebben. Een ander meisje vertelde dan weer dat ze graag met andere lesbiënnes om ging, maar dat dat niet zo vanzelfsprekend was. “Minder lesbische vriendinnen eigenlijk, niet zoveel nee. Het is ook moeilijker om ze te vinden. Ze vallen vaak ook minder op.” (Maite) Of er ook werkelijk sprake is van een taboe dat ligt op vrouwelijke homoseksualiteit door de dominante masculiene cultuur, is niet geheel duidelijk. Het lijkt erop dat dit taboe heden ten dage grotendeels doorbroken is. Alle respondenten vonden dat holebi zijn nog steeds niet volledig aanvaard wordt, maar van een heus taboe werd niet gesproken. Toch zijn er aanwijzingen dat het voor lesbische meisjes nog steeds minder gemakkelijk is dan voor homo’s. “Goh… Homo’s vallen altijd harder op en lesbiënnes zitten meer op de achtergrond. En hoe komt dat? Omdat vrouwen nog altijd een moederfiguur zijn. Bij mannnen is het iets meer aanvaard dat ze wat afwijken want de gevolgen zijn minder groot. De moederfiguur neemt in onze cultuur nog altijd een vrij centrale positie in. Bij mij is dat beginnen dagen in Barcelona. Als de bomma’s daar twee jongens samen zagen, wat dat oké. (…) Twee meisjes, dat was absoluut ‘not done’. Ongehoord. Dat is ‘la mama’, dat kan niet. En ergens kan ik dat nog wel begrijpen. Als vrouw ben je zo’n beetje de spil van het gezin en ik denk dat dat de reden is waarom vrouwen minder fel zijn.” (Annelies)
56
Het is dus duidelijk dat lesbische meisjes inderdaad minder vaak actief zijn in de holebiwereld. Hier zijn echter meerdere factoren verantwoordelijk voor. Ze hebben vaak geen grote band met homo’s en hebben dan ook weinig contact met hen. Hun aparte lesbische cultuur is veel minder aanwezig omdat ze er niet de behoefte aan hebben en het ook niet gemakkelijk is om elkaar te vinden. Daarbij komt nog dat er volgens de respondenten toch een iets groter taboe op lesbische meisjes rust dan op homo’s in de heersende westerse cultuur.
6.2.6 H6: Stereotypen worden gebruikt om aanvaarding via integratie – niet assimilatie – te bewerkstellingen. Beeldvorming over holebi’s gebeurt vaak door middel van stereotypen. Er bestaan dan ook enorm veel stereotypen omtrent holebi’s. Deze (foutieve) beelden worden nog eens versterkt door de media. De meeste respondenten bevestigden de confrontatie met deze stereotypen, maar gaven aan dat sommige clichés wel degelijk opgaan. Homo’s bevestigden over zichzelf dat ze goed met vrouwen kunnen opschieten, modieus zijn, fijngevoelig, etc. Lesbische vrouwen waren het evenzeer eens dat er achter sommige stereotypen een klinkende waarheid zat. Echter niet alle stereotypes kloppen. En zelfs als er iets van klopt, geldt dat nooit voor iedereen, en in dezelfde mate. Er wordt over het hoofd gezien dat holebi’s geen uniforme groep zijn en veel bredere interesses en persoonlijkheden hebben dan de stereotype beelden beweren. De respondenten vonden het daarom niet altijd leuk gereduceerd te worden tot zulk een stereotype. Sommigen zeiden dat ze zich er zelfs expliciet tegen afzetten. “Je hebt van alles stereotypen hé. En die zijn er ook om een reden. Er is echt wel iets van aan. En ik denk ook dat sommigen zich express stereotyp willen gedragen. Ik wil dat niet. Ik ben er echt op gaan letten sinds ik uit de kast ben dat ik af en toe eens rokjes draag en zo. Terwijl ik daar vroeger helemaal niet mee bezig was. Maar nu wel omdat ik mij gewoon wil afzetten tegen de stereotypen.” (Soetkin)
57
Ook de Homo Top 100 is zo’n stereotype. Het is een lijst vol nummers die steeds opnieuw aan holebi’s toegeschreven worden. De respondenten vonden het veelal oké dat ze met deze muziek geassocieerd werden. Hun mening hierover was uiteraard afhankelijk van hun mening over de Homo Top 100. Opnieuw benadrukten ze hierbij dat hun eigen muzieksmaak veel ruimer was dan wat de lijst te bieden had. “Dat (die associatie) vind ik niet erg. Want het klopt dus wel voor een deel. Het is niet geheel onterecht dat mensen dit zien als typische homomuziek. Maar er zijn er dus evenveel die andere muziek leuk vinden, of deze muziek gewoonweg helemaal niet leuk vinden.” (Tom) Uiteindelijk beweerden ze zo goed als allemaal dat ze er niets mee in zaten wat anderen dachten of waarmee ze hen associeerden. Wanneer men een stapje verder gaat in dat associëren, is er bij sommigen wel wat wrevel. “Ik denk dat het probleem verder ligt: waarom associëren mensen homo’s met ‘janetterie’? Dat is de volgende stap na deze lijst. Dat mensen nog altijd rondlopen met een stereotyp beeld… tja, ik had dat liever anders gezien. Maar het is eigen aan de mensen om simplistisch na te denken en met stereotypen te werken. Als je mij vraagt naar een ‘pot’, heb ik daar ook meteen een beeld van. Zo werkt dat hé. Mensen gebruiken graag stereotypen, niet om te kwetsen, maar omdat het gemakkelijk is. Dat stoort mij niet.” (Yannick) Ondanks die lichte frustratie omtrent stereotypen, valt het op dat bepaalde holebi’s – zoals tijdens de Gay Parade – zélf op zoek gaan naar deze typische beelden en ze actief gaan bekrachtigen. Deze paradox, die in het literatuuronderzoek verder werd besproken, werd voorgelegd aan de respondenten. De gesprekken die erop volgden, leiden tot verschillende inzichten. Allemaal waren ze te herleiden tot het proces van aanvaarding.
58
“Ze willen aanvaard en gerespecteerd worden, maar ik denk dat dat heel vaak niet samen gaat met als gelijken beschouwd worden. Want heel veel homo’s beschouwen zich als ‘anders’. (…) Veel homo’s zijn heel lang op zoek geweest naar hun identiteit en ze hebben het er moeilijk mee gehad. En als ze er dan eindelijk uit zijn, gaan ze die stereotypen gebruiken om aan de wereld te laten zien ‘kijk, ik heb mijzelf gevonden en ik schaam mij daar niet over, ik zit goed in mijn vel.’ En in die zin willen ze wel gerespecteerd worden, maar niet gelijk beschouwd worden aan andere mensen. Ze willen laten zien dat ze wel een tikkeltje anders zijn, maar daar trots op zijn.” (Ruben) Wanneer men merkt dat ze dit respect niet krijgen, gaan ze zich nog extra profileren. Bijvoorbeeld door luidkeels met de Top 100-muziek mee te zingen. Ze willen hiermee geen sociaal oordeel uitlokken, maar gewoon laten zien wie ze zijn. Veel heeft met andere woorden te maken met een gevoel van onderdrukking. Hoe meer men zich tekort gedaan voelt, hoe meer men de stereotypen aanwendt om van zich te laten horen. Voor anderen gaat het om zelfrelativering. Ze weten dat de stereotypen bestaan en kunnen ermee lachen. Daarom worden ze af en toe graag uit de kast gehaald om zichzelf én de stereotypische opinies van anderen te relativeren. Bovendien bieden ze een soort van veiligheid; men uit zich op een manier die zo van hen verwacht wordt. “Mensen tonen ook maar het tipje van de ijsberg hé. Van wat er onder water zit, zie je niets. En ze tonen dus alleen maar wat veilig is. En er is niks zo veilig als een dansende club goedgezinde mensen die in love en peace geloven en daarmee naar buiten komen.” (Annelies) De hypothese spreekt verder van integratie in plaats van assimilatie. Bij integratie wordt men ingesloten in de samenleving met behoud van de eigen verschillen. Assimilatie veronderstelt eveneens een inclusieve samenleving, maar op voorwaarde dat men zich volledig aanpast aan de heersende waarden en normen. Verschillen moeten dus gelijkenissen worden. En dat is het struikelblok waar holebi’s wel eens over vallen. Door het gebruik van stereotypen willen ze juist hun andersheid benadrukken.
59
“Ik ga ervan uit dat als je minderheden gelijk behandelt, je ze eigenlijk negeert. Omdat ze een minderheid zijn, hun eigenheden hebben en omdat ze nog niet helemaal geaccepteerd zijn door de maatschappij. Een gelijke behandeling is vaak hetzelfde als hen een beetje in een donker hoekje steken. (…) Ze gebruiken die stereotypen dan om aan te geven dat ze bestaan.” (Ellen) Integratie is dus het sleutelwoord om aanvaard te worden in onze maatschappij. Assimilatie negeert de verschillen die holebi’s zo hard nodig hebben om zichzelf te kunnen zijn. Men vecht om het recht om anders te zijn. Het gaat daarom niet zozeer om gelijkheid, maar om het krijgen van gelijke rechten. “Ik denk ook niet dat iedereen gelijk wil zijn. Ze willen wel gelijk behandeld worden, maar verschillen zijn heel rijk. Zeker in de maatschappij van vandaag is het belangrijk om niet op zoek te gaan naar aspecten van gelijkheid, maar wel van gelijkwaardigheid. Gelijke rechten op gebied van trouwen, adoptie… Zo lang dat dat er niet is, kan je niet zeggen dat holebi zijn volledig aanvaard is. Want dan wordt er nog steeds een verschil gemaakt.” (Annelies) Niet alle holebi’s doen een beroep op stereotypen. Tijdens de Gay Parade worden enkel de extremen in de nieuwsberichten getoond, terwijl er veel meer holebi’s in gewone kleren meelopen, die vaak ook strijden voor die gelijke rechten. Bij sommige holebi’s zit hier een zekere frustratie omtrent het extreme gedrag van bepaalde holebi’s. “Ja, als ze willen strijden voor gelijke rechten, dat ze het dan doen op een fatsoenlijke manier in plaats van zich belachelijk te maken. Hoe geloofwaardig is dat dan? Dan hebben ze het aan zichzelf te danken dat er zo weinig rechten voor homo’s zijn. Als ze daar gewoon als deftig geklede jongens zouden staan die met een goed argument naar voor komen, heeft dat toch veel meer impact?! Ze worden nu gewoon niet au serieux genomen.” (Manuel) De meeste hadden echter helemaal geen probleem met dit opvallende
60
gedrag. Het was naar hun mening hun volste recht om zich op die manier te uiten. “Ze willen de vrijheid om anders te mogen zijn. De Gay Parade is altijd een mix van veel mainstream mensen en dan een aantal extravagante holebi’s. Veel holebi’s ergeren zich aan die Gay Parade, maar ik eigenlijk niet. Dat zijn vaak gefrustreerde mensen die daar een probleem mee hebben. Laat ze doen, waarom niet? Het gaat om gelijke rechten, maar het gaat ook om even de stad te kunnen bezetten en jezelf te laten zien, want meestal ben je onzichtbaar.” (Maite) Stereotypen worden dus gebruikt door zowel hetero’s als holebi’s. Door hetero’s om vat te kunnen krijgen op iets dat ze niet kennen (waar holebi’s doorgaans niet al te zwaar aan tillen), door holebi’s om te laten zien dat ze bestaan en respect verdienen, ondanks hun andersheid. De hypothese wordt dus bevestigd: integratie, niet assimilatie, wordt nagestreefd met de stereotypen. Verder wordt ze aangevuld met de inzichten dat minder extreme holebi’s hier doorgaans geen probleem mee hebben, en dat de stereotypen enerzijds een middel zijn om een gevoel van onderdrukking aan te vechten, anderzijds om zelfrelativering te bewerkstelligen.
6.2.7 H7: ‘Tragische vrouwen’ staan in de Homo Top 100 door hun groot gevoel voor dramatiek en onafhankelijkheid van mannen. We beginnen de analyse van deze hypothese bij het bekijken van de vriendschapsrelaties van holebi’s. Er bleek bij homo’s een grote sympathie te bestaan voor vrouwen. Ze vertelden dat ze redelijk veel vriendinnen hadden omdat ze op dezelfde golflengte zaten met meisjes, qua denken en doen. Ze voelden zich er meer verwant mee, dan met hetero mannen, en soms zelfs dan met homoseksuele mannen. Dat had bovendien te maken met het feit dat er geen seksuele spanning tussen vrouwen en homo’s zitten.
61
“Maar bij vriendinnen zit je dus niet met dit probleem omdat die relationele spanning er niet is. En dat maakt ook dat vrouwen je gemakkelijker toelaten in hun persoonlijke denkwereld, waardoor die band ook vaak sterker is.” (Ruben) Ze begrijpen elkaar goed, delen veel met elkaar en één respondent stelde zelfs dat hij enkel bij zijn vriendinnen volledig zichzelf kan zijn. Lesbiënnes daarentegen hadden veel minder vriendinnen en gaven aan niet veel gemeen te hebben met heteroseksuele vrouwen. De twee biseksuele respondenten hadden ook niet per se een speciale band met meisjes. “Ik ben vrijdag met drie vrouwen op café gegaan. En eentje had nieuwe schoenen gekocht en daar ging het dan de eerste drie kwartieren over. Toen ging het over de oorbellen van de andere en een topje. En toen heb ik gezegd dat ik me niet goed voelde en ben ik naar huis gegaan. (…) Dat is ook zo’n stereotyp beeld dat homo’s beter met vrouwen kunnen praten. Maar dat slaat meer op de echte homo homo dan op mij.” (Steven) Naast die sterke vriendschappelijke band met vrouwen, is er de adoratie voor tragische vrouwen. De mannelijke respondenten bevestigden dat deze trend inderdaad bestond onder homo’s. Ontkend werd echter dat ze zélf bij de grote bewonderaars hoorden. Ze vonden de diva-muziek wel goed, maar verder gingen hun gevoelens niet. Redenen waarom sommige andere homo’s zo opkeken naar tragische vrouwen, waren uiteenlopend. Ten eerste werd er gesproken over een soort compensatiedwang die in twee richtingen gaat. Men imiteert en identificeert zich met tragische vrouwen omdat dat compenseert voor de tijd van opkropping die aan hun outing vooraf ging. Hun grote gebaren en sterk emotionalisme bekrachtigt het gewonnen vrijheidsgevoel. Aan de andere kant compenseren de krachtige liefdesliedjes voor de nood aan affectie die zou leven bij bepaalde homo’s. Bij de hypothese over hedonisme werd reeds vermeld dat er onder homo’s wel eens sprake is van vluchtige, kortstondige relaties. Door het gemis aan die warme relaties, vraagt men via die liedjes om aandacht en oprechte liefde.
62
Ten tweede is er het aspect van verdrukking. Hoe meer men heeft gevochten met de eigen onderdrukking als zijnde homo – door zichzelf of anderen, hoe meer men opkijkt naar de kracht die uitstraalt van tragische vrouwen. Zij lijken hetzelfde te hebben meegemaakt en delen die gevoelens van onderdrukking. Ook vrouwen hebben het immers moeilijk gehad in onze masculiene samenleving.34 “Homo’s die zichzelf wat onderdrukt voelen, wat onzeker en zielig zijn, die gaan opkijken naar zo’n sterke vrouw die stevig in haar schoenen staat. (…) Ja, ‘you go girl’! Dat vrijgevochten zijn.” (Yannick) In dat verband is er ook sprake van een soort verbergen, het schuilen achter een masker wanneer men eigenlijk een groot verdriet herbergt. Tragische vrouwelijke artiesten zijn ook steeds heel glamoureus en maken een heuse show van hun optredens. Homo’s die het moeilijk hebben gehad, gebruiken die glamour als façade om zich achter te verschuilen. Men heeft dan nood aan die sterke vrouwen, die ook de nodige dramatiek achter de rug hebben, als verzetje om weer vooruit te gaan. Wanneer adoratie aanwezig is, durft die bovendien wel eens over te gaan in identificatie. Ze willen even sterk zijn en dat laten zien. Alle homoseksuele respondenten waren dan ook tuk op vrouwen die zich niet laten doen en hun mannetje kunnen staan. “Ik hou daar gewoon van. Van vrouwen die niet op hun mond zijn gevallen en mij eens op mijn plaats durven zetten. Ik hou daar echt van. Van zwakke vrouwen zonder mening kan ik het op mijn zenuwen krijgen. Ze moeten lef hebben. (…) Maar ik kan heel veel bewondering hebben voor vrouwen die opkomen voor hun zaak, hun been stijf houden, opkomen voor de feministische gedachte.” (Arnout) “Mijn beste vriendinnen zijn allemaal sterke vrouwen. Dat kunnen soms echte ‘bitchen’ zijn. Die durven hun vent al eens een mot geven. 34
Zie 3.4 De holebi-/homosubcultuur, p. 20.
63
Als die ambras hebben met iemand, die kloppen er al eens op. Die hebben een grote mond. Die deinzen voor niks terug. Allez, die zijn heel gevoelig hé. Die hebben ook hun momenten, maar ze zullen zich niet laten doen.” (Manuel) Daarbij komt nog een ander gemeenschappelijk punt, namelijk het sterker uit een verloren relatie komen. Veel tragische vrouwen zingen over hun herwonnen onafhankelijkheid en dat spreekt homo’s eveneens bijzonder aan. Ze gebruikten hun muziek dan ook als opkikkertje wanneer het slechter gaat en willen ermee laten zien dat ze ook “taaie tantes” kunnen zijn. “Het gaat ook vaak om een slechte lover die ze willen dumpen of vergeten of achter hen laten. En dat komt ook altijd terug in die nummers. Daar staat altijd iets in van ‘ik ben een vrouw en ik ben onafhankelijk en ik heb geen vent nodig’. En dat spreekt heel wat homo’s wel aan, denk ik. Want ze hebben dat allemaal al wel eens meegemaakt. En dan kunnen ze letterlijk zeggen: ik ben ‘Nobody’s Wife’.” (David) Om dit onafhankelijke gevoel ten top over te brengen, gaat de gemiddelde diva-muziek gepaard met flink wat pathos en theatraliteit. Hoe meer emotie er in het nummer zit, hoe meer het homopubliek zich erin vindt. Dat intense, soms overdreven, gevoel gebruiken ze om hun boodschap extra kracht bij te zetten. “Deze muziek zegt dat de holebigemeenschap wel houdt van een beetje pathetiek, van enige vorm van tristesse. Enige vorm van ‘fuck you’, zo van ‘nu ben ik hier en iedereen uit de weg’, ook dat ‘it’s my party and I cry if I want to’-gevoel. Dat met de nodige pathetiek, een smartlap en een dosis nostalgie. Dat is het, naar mijn gevoel.” (David) Deze inzichten staan volledig achter onze hypothese. Toch waren er ook respondenten die deze redeneringen veel te ver gezocht vonden. Zij vonden dat diva’s gewoonweg leuke, energieke muziek maken, die een fijne afwisseling biedt tussen hun andere muziekvoorkeuren.
64
Eén respondent draaide de relatie geheel om; hij stelde dat homo’s niet naar vrouwen trekken, maar juist omgekeerd dat homo’s vrouwen aantrekken. Meisjes zouden vallen op hun ‘way of living’, het vrijgevochten gevoel dat eigen is aan homo’s (niet aan tragische vrouwen) en hun feestgedrag. Een andere respondent zag dan weer helemaal niets in diva’s. Hij hield niet van die valse glitter en glamour, die niks inhoud te bieden had. Bovendien vond hij dat het niet om de muziek als dusdanig ging, maar de persoonlijkheden die erachter zaten. Hoe tragischer, hoe beter voor sommige homo’s. Lesbiënnes lieten de band met tragische vrouwen geheel aan zich voorbij gaan. Ze zagen zichzelf ook wel graag als een sterke vrouw, in de zin van zelfstandig te zijn en te vechten voor hun eigen zaak, maar ze hielden doorgaans absoluut niet van de theatrale pathetiek waarmee tragische vrouwen zich profileren. Ze hielden daarentegen wel van artiesten als Pink, Yasmine, Sarah Bettens… maar gaven daarbij zelf aan dat dat niet echt diva’s met grote emoties zijn, maar eerder sterke vrouwen met een mannelijk kantje. “Dat zijn vrouwen met ballen. En daar identificeer je je natuurlijk graag mee. Zoals ik al zei, zitten er in mijn vriendenkring geen meisjes meisjes. Dat zijn meisjes met echte ballen aan hun lijf. Maar voor de rest zie ik niet in waarom ik mij met hen zou kunnen identificeren.” (Annelies) We mogen besluiten dat de zevende hypothese opgaat, als de nodige nuances worden gemaakt. Zo betreft ze enkel sommige homo’s, in veel mindere mate lesbiënnes of biseksuelen. Ten tweede is de drama-/pathetiek en onafhankelijkheid van mannen slechts één van meerdere verklaringen voor de hoge scores van tragische vrouwen. Daarnaast spelen de dubbelzijdige compensatiedwang en het gevoel van onderdrukking een rol. Dit alles in het teken van identificatie met de persoonlijkheden achter de emotionele strijdliederen. Voor anderen is de enige reden het feit dat tragische vrouwen gewoonweg leuke, energieke muziek brengen. We mogen dus niet te eenzijdig kijken naar de verklaringen achter de Homo Top 100.
65
6.2.8 H8: Bepaalde artiesten fungeren als rolmodellen waarmee holebi’s zich identificeren. Belangrijke aspecten van deze hypothese werden in het vorige onderdeel al behandeld. Tragische vrouwen zijn voor sommige homo’s dus wel degelijk rolmodellen vanwege de bravoure waarmee zij hun onderdrukking en verloren liefdes trotseren. Er zijn echter nog andere rolmodellen waarmee men zich graag identificeert, en uiteraard andere aspecten die in rekening genomen moeten worden. Eerst een woordje over identiteit. Geen enkele respondent beschreef zichzelf als een individu dat in de eerste plaats holebi is. Hun andere geaardheid maakte ergens wel deel uit van wie ze zijn, maar bepaalde niet hun ganse identiteit. Wanneer gevraagd werd naar hun rolmodellen in het algemeen, kwamen regelmatig vrienden aan bod. Zij zijn dan ook in praktisch alle gevallen het meest belangrijk in hun leven. Het liefst zou men verschillende eigenschappen bij verschillende mensen in hun omgeving bijeen rapen. Elke vriend/in heeft wel iets om naar op te kijken en binnen dezelfde vriendengroepen heersen veelal dezelfde waarden. Dat argument ondersteunt de opvatting dat identiteiten sociaal geconstrueerd worden, in interactie met de omgeving. Soms werd de vraag ook in het licht geplaatst van welke ambities men nastreeft. Mensen die deze ambities waarmaken, kunnen dan functioneren als rolmodellen. Wanneer specifieker gevraagd werd naar een rolmodel uit de Homo Top 100 kwamen bij de homo’s Mika, Yasmine, Britney Spears, Michael Stipe (REM), Madonna en Christina Aguilera aan bod. Bij de lesbiënnes waren dit Yasmine, Pink, Sarah Bettens en Kylie Minogue. Absolute winnaar met vier voorkeuren van de acht homoseksuele respondenten was Mika. Meerdere redenen werden gegeven voor zijn hoog rolmodelgehalte; zijn multiculturele achtergrond, zijn niet misse uiterlijk, zijn onduidelijkheid over al dan niet homo te zijn, zijn ongegeneerdheid om ergens voor te durven gaan, iets nastreven,… Bij zowel vrouwen als mannen werd Yasmine vernoemd als rolmodel. Hierbij dien ik op te merken dat de respondenten bevraagd werden voordat de zangeres/presentatrice een einde aan haar leven maakte. Dit kan dus geen intermediërende factor zijn. De
66
respondenten bewonderden haar omwille van haar kunnen en het feit dat ze geen issue maakt van haar geaardheid. Bovendien wordt ze serieus genomen in haar werk en niet bekeken of beoordeeld in functie van die geaardheid. “Ik vind dat persoonlijk een straffe madam die sterke dingen doet en die komt ook gewoon voor haar mening uit. En het feit dat ze lesbisch is, is geen issue voor haar. Ze heeft een vriendin, punt. Maar ze gaat daar niet over vertellen in de boekskes. Ze kan er ook mopkes over maken op tv. Ja, eigenlijk vind ik die heel tof.” (Ruben) Ook bij Michael Stipe (REM), Wim De Vilder, Sarah Bettens en Madonna werd die nuchterheid, dat ‘down-to-earth’ zijn enorm geapprecieerd. Het vermogen om hun geaardheid te relativeren en ondanks de bestaande stereotypen een serieuze job uit te oefenen, was blijkbaar niet vanzelfsprekend voor de respondenten. Mensen die het er op die manier succesvol van af brengen, zijn voor hen echte rolmodellen. Een respondent bevestigde dan ook dat we naar een maatschappij zouden moeten gaan waar holebi zijn niet langer een issue is, maar algemeen aanvaard en niet bepalend voor de identiteit beschouwd moet worden. Naast de reeds vernoemde rolmodellen kreeg ook Britney Spears twee stemmen van de homoseksuele respondenten. De redenen hierachter zijn van een heel andere aard en sluiten aan bij het thema van de vorige hypothese; haar sterke vrouw-gehalte. Daarbij waren haar persoonlijke diepte- en hoogtepunten een belangrijke reden ter identificatie. “Wat voor miserie dat ze de laatste jaren heeft gehad, en dan nog die kut Kevin Federline die haar zit af te zeiken. Dat meisje wordt overal afgeschilderd als een slechte moeder. Maar wat wil je met zo’n rotvent? En die paparazzi die daar heel de dag achter zit. Ja sorry, zou jij ook niet ‘freaken’ en je haar afscheren en iemand op zijn smoel slaan? Ik vind dat ze al heel veel jaren heeft doorgebracht zonder zoiets te doen. Ik heb heel veel compassie met dat meisje. En ik kijk er heel hard naar op dat ze nu weer zo sterk in haar schoenen staat.” (Manuel)
67
“Die heeft het moeilijk gehad, maar nu is ze er weer helemaal doorgekomen. Die is echt zo sterk. En dan ik mij daar wel in vinden.” (Bram) Sarah Bettens kon rekenen op de sympathie van de lesbische respondenten. Zij werd zelfs door een respondente beschouwd als een regelrecht statussymbool voor lesbiënnes. Opnieuw was daarbij haar nuchtere kijk, het met de twee voeten op de grond staan en serieus genomen worden van belang. “Ik ben eigenlijk fan geworden van K’s Choice. Dat was in een periode dat ik heel hard met de lesbowereld bezig was en ik wist dat Sarah Bettens ook nog niet lang ge-out was. En toen vond ik dat wel een coole madam. (…) Kijk eens hoe ver die het geschopt heeft, terwijl heel de wereld weet dat ze lesbisch is. Die krijgt zoveel erkenning en die is gewoon heel goed in wat ze doet.” (Carolien) Ook de holebi-wereld kent dus bepaalde rolmodellen. Enkele namen kwamen meermaals naar boven en daarbij was een onderscheid op te merken tussen homo’s en lesbiënnes. Naast Mika, waren Yasmine en Britney Spears de grootste voorbeelden voor de mannelijke respondenten. Zij konden zichzelf soms dus ook identificeren met vrouwen. De vrouwelijke respondenten kozen uitsluitend voor vrouwelijke artiesten, met Yasmine, Sarah Bettens en Pink op kop. Bijzonder bij Yasmine is dat haar manier van omgaan met haar seksualiteit blijkbaar zowel een voorbeeld voor vrouwen, als voor mannen was. Wat nu precies iemand tot een rolmodel maakt, is erg uiteenlopend. Naast uiterlijk, sterke persoonlijkheden35 en vele andere factoren, was er toch een verklaring die met stip op één stond. Namelijk het feit dat men geen issue maakt van zijn/haar geaardheid. Mensen die er niet te veel woorden aan vuil maken en het naar buiten brengen als een alledaags gegeven, kunnen op de meeste sympathie rekenen. Er leeft bij bepaalde holebi’s een behoefte aan erkenning en respect, los van hun geaardheid. Ze willen de mogelijkheid hebben 35
Zie 6.2.7 H7: ‘Tragische vrouwen’ staan in de Homo Top 100 door hun groot gevoel voor dramatiek en onafhankelijkheid van mannen, p. 66.
68
om een serieuze job uit te oefenen, waarbij hun seksualiteit van geen belang is en daarin gerespecteerd te worden.
6.2.9 H9: Bepaalde homo’s zijn gevoelig voor ‘camp’ omdat ze het leven ironisch/theatraal bekijken. Homo’s zouden een sterke affiniteit hebben met ‘camp’ en alle concepten die daarachter zitten. Tijdens de diepte-interviews trachtte ik te achterhalen of dat effectief het geval is, en de reden daarvoor. Grotendeels bevestigden de respondenten de stelling en ongeveer de helft van de homoseksuele respondenten gaven aan zélf een boon te hebben voor ‘camp’, met name het ‘over the top’-aspect, de glitter en het theatrale. Dat vonden ze leuk en ze konden er vooral erg om lachen, wat opnieuw wijst in de richting van zelfrelativering. Waarom nu juist ‘camp’ zo expliciet in de homosmaak valt, is te wijten aan meerdere aspecten. De meest uitgesproken inzichten worden hieronder weergegeven. “Misschien, ik weet het niet hé, omdat we allemaal iets lang hebben moeten onderdrukken en er nu voor mogen uitkomen. En ook het rijker zijn dan anderen, zodat ze zich die glitter kunnen veroorloven. En het heeft ook een heel vrouwelijke kant hé.” (Eric) Dat gevoel van onderdrukking en de nood aan een soort compensatie komt dus ook hier weer terug. ‘Camp’ met haar theatraliteit, glitter en overdrijvingen zijn immers zeer uitgesproken uitingen die een periode van onderdrukking in zekere mate kunnen compenseren op een manier die de reeds besproken holebi-uitgelatenheid accentueert. En des te groter het gevoel van onderdrukking, des te heviger de ‘camp’-stijl. “Dat heeft te maken met die aanvaarding. Het homo zijn is nog niet helemaal aanvaard en homo’s trekken zich dat niet aan en doen er dan nog een schepje bovenop. Met die kitsch zeggen ze gewoon van ‘foert, wij vinden dit leuk’.” (Bram)
69
Eric haalde eveneneens de aandacht voor het vrouwelijke aan bij ‘camp’. Er zijn inderdaad heel wat vrouwelijke accenten te leggen in kitsch. Dat benadrukt de homoseksuele fijne besnaardheid en die gevoeligheid voor hun vrouwelijke kant. Naast compensatie, werd ook weer de mogelijkheid om zich te onderscheiden vermeld ter verklaring. “Dat gaat opnieuw uit van dat uiterlijke. Pracht en praal, ik heb het al duizend keer gezegd. Dat is ook weer heel vrouwelijk. Zo spulletjes en decoratie… Dat is die behoefte om extra vrouwelijk en extravagant te zijn. Om zich te kunnen onderscheiden.” (Merel) Verder is de gemiddelde homo betrekkelijk veel bezig met uiterlijkheden, volgens sommige respondenten. Bepaalde homosubculturen willen eeuwig jong zijn en zich nooit gedragen naar hun leeftijd. Die jeugdigheid is eveneens verbonden aan ‘camp’. Een ander inzicht is dat van de eenzaamheid. Artiesten die zó hard willen, maar zó hard niet kunnen, krijgen sympathie. “En het is ook zo dat wanneer de makers het opzettelijk fout willen maken, dat homo’s daar niks meer in zien. Zoals die van K.I.A. en ‘Al wie dat niet springt’ en zo. Het moet waarachtig zijn. Als Phil Kevin zingt ‘komaan en doe het, doe het’, dan méént hij dat. (…) Eenzaamheid. Dat zit er ook een beetje in. (…) Maar ik denk dat dat tegemoet komt aan je eigen eenzaamheid, als je zo iemand ziet die zich zo’n beetje belachelijk maakt.” (David) Zoals verwacht, zijn lesbiënnes niet meteen te vinden voor ‘camp’. Ze wisten wel dat homo’s er gevoelig voor waren, maar zelf waren ze er niet meteen voor te vinden. Bovendien was één van de respondentes bevriend met enkele homo’s die toneel speelden. Het acteren, zich anders voordoen op een theatrale manier, was voor haar iets typisch homo. Maar enkel op het podium wat opnieuw wijst op het tijdelijke van ‘typische homotrekjes’. “Kitsch. Dan denk ik aan homo’s eigenlijk.(…)Lelijke dingen die nog lelijker worden gemaakt, zodat ze weer cool zijn. Zoiets. (…) Je ziet dat ook aan het aantal homo’s in de toneelwereld. Ze vinden dat ‘life as a stage’ heel tof. Dat showgehalte, dat verkleden, op een scène
70
staan en jezelf uiten. Of iemand anders spelen, dat vinden ze top. Ze hebben ook heel sterk die dubbele kant. Als ze buiten komen, gaan ze er zo sterk over en gaan ze zo ver in het bevestigen van de clichés dat ze ze tegelijk ook weer ontkrachten. En dat is die zelfrelativering ook weer. Ze hebben dat ergens nodig. Maar als ze gewoon thuis zijn, zijn ze vaak veel stiller en rustiger dan je zou verwachten.” (Ellen) Naast algemene ‘camp’, is het natuurlijk ‘camp’-muziek die hier aan de orde is. De Homo Top 100 bevat immers heel wat nummers die als kitsch of ‘camp’ beschouwd worden. Het feestelijke en de overdrevenheid waren, volgens de respondenten, de redenen voor deze muziekvoorkeur. Hoewel ze niet echt begrepen wat artiesten als Laura Lynn in het lijstje deden. Homo’s zijn niet echt gek op schlagers en daarom was met name ‘Je hebt me 1000 keer belogen’ voor hen de rare eend in de bijt. Er is dus meer nodig dan een commerciële schlager. De koningin van de roze muziek en tegelijkertijd het ‘camp’gevoel is uiteraard het Eurovisiesongfestival. De typische Eurosongnummers krijgen dan ook dikwijls zowel een ‘gay’- als ‘camp’-stempel. Ongeveer de helft van de homoseksuele respondenten waren fervente Songfestivalkijkers. Bij lesbiënnes kwam dit opnieuw in mindere mate naar boven. Zij vertelden dat je onder vrouwen integendeel wordt uitgelachen als je met zulke kitsch bezig bent. De reden voor de Songfestivalliefhebberij onder homo’s heeft niet enkel te maken met kitsch, maar ook met het elitaire element dat ervan uitstraalt, en waarbij het onderscheidende potentieel weer aan de oppervlakte komt. “Ja, die (gevoeligheid) valt niet te ontkennen natuurlijk. Dat is een huizenhoog cliché dat klopt. Dat heeft volgens mij te maken met het feit dat het Songfestival vroeger 20.000 keer meer glamour had en protocol. (…) Het Songfestival was bijna elitair hé, dat was een glamourwereld op zich. Dat was bijna onaantastbaar. Met een jury en een orkest en noem maar op. Ik denk dat dat theatrale van het Festival veel homo’s heeft geïntrigeerd. (…) Het showbizzleventje, het boven de massa staan. Jezelf diversifiëren van het publiek door te zeggen ‘wij zijn de showbizz, de glamour’.” (David)
71
David – tevens een heuse Songfestivalkenner – dacht dat deze affiniteit bij homo’s de laatste jaren gedaald was. Anderen dachten dat die gevoeligheid alsmaar groeide omdat er elk jaar meer kitsch aan het Songfestival te pas komt. Verder zou de mediahype die er jaarlijks rond gecreëerd wordt, homo’s aanspreken. Het is dan ook een absoluut mediacircus dat met veel toeters en bellen aan de man gebracht wordt. Bovendien lijkt het Festival steeds meer in te spelen op hun grote homopubliek. De artiesten weten wie er stemt en waarop ze stemmen. Dat geeft aanleiding voor veel stereotype inzendingen in de camp-/homostijl. “Dat komt vooral omdat het Festival bevolkt werd met tal van cliché homonummers. De grootse gevoelens in een geweldig gevoelig, pathetisch, bombastisch popliedje. ABBA heeft ooit ook gewonnen. Dat is waar homo’s van houden: de zeer grote gevoelens verpakt in een opgewekt en volumineus kleedje. Het zijn die nummers die ook altijd winnen. Het is ook het showelement hé.” (Ellen) Net zoals bij de andere hypothesen mag hier weer niet veralgemeend worden. Niet alle homo’s zijn verzot op carnavaleske Eurosongtoestanden. En naast homo’s kijken ook tal van andere mensen steeds reikhalzend uit naar de nieuwe editie. Het Festival zit immers vol aanstekelijke muziek en geeft een goede reden om een leuk avondje tv-plezier met familie of vrienden te organiseren. “Ik heb er zelf ook altijd graag naar gekeken. Vroeger stelde ik ook statistiekjes op met mijn broer, die trouwens volbloed hetero is. Dat is dan ook weer opvallend; hij kon daar evenzeer in opgaan.” (Ruben) Of homo’s het leven effectief ironisch en theatraal bekijken, kan niet sluitend aangetoond worden. Er zijn elementen die erop wijzen, maar het is aannemelijker dat er meerdere verklaringen aan de basis liggen van de homoseksuele affinititeit met ‘camp’. Onderdrukking, aanvaarding en compensatie spelen daarbij de hoofdrol. Maar ook het theatrale en het elitaire van zoiets als het Eurovisiesongfestival staan hoog op ons lijstje. Dit laatste is tevens gegroeid in de
72
homocultuur als zijnde een homosymbool, waar bijgevolg gretig gebruik van gemaakt wordt.
73
7. Conclusie Graag zou ik deze meesterproef besluiten met de woorden dat de Homo Top 100 een aantal inherente holebi-kenmerken bevat. De hitlijst barst van de kapot gedraaide clichés, die meestal niet volledig uit de lucht gegrepen zijn. Daarnaast herbergt de Top 100, en trouwens holebi-muziek in het algemeen, eveneens verschillende aspecten die een niet te missen symbolische betekenis hebben voor de holebi-gemeenschap. Uit de Top 100-analyse blijkt dat de hitlijst de voorbije vijf jaar is geëvolueerd naar een divers aanbod van nummers met een harde kern van precies 30 songs die de Top al vijf jaar bereikt hebben. De artiesten uit die kern zijn vooral de sterke/tragische vrouwen, holebi-artiesten en ‘camp’-groepen. Bovendien zijn alle 30 platen enorm dansbaar. Dat zijn dan ook meteen de sleutelwoorden voor ‘roze muziek’ in het algemeen: camp met een vleugje Eurosong, dramatiek en sterke vrouwen, holebi-artiesten, maar vooral en bovenal dansbaarheid. De verklaringen voor de muziek en haar centrale concepten werden gevonden aan de hand van de diepte-interviews. De holebicultuur kent enkele universele en transnationale symbolen, maar daarnaast en sterker nog, is de gemeenschap opgedeeld in zeer veel en enorm diverse kleine subculturen, die zeker niet noodzakelijk afwijken van heterosubculturen. Qua muziek worden, door de subculturen heen, eveneens bijzonder uiteenlopende genres geprefereerd. Het is in geen geval zo dat holebi’s enkel naar Gloria Gaynor luisteren. Het is gewoon de betekenis die erachter zit die van de disco queen een regelrecht homo-icoon gemaakt heeft. Holebi’s hebben een soort gedeelde ervaring door het proces van uit de kast te komen en de aanvaarding van die andere geaardheid door henzelf en door hun omgeving. Die gedeelde ervaring schept een zekere band op momenten dat men in de vrije tijd met elkaar in contact komt, zoals op holebi-aangelegenheden. Het is dan dat er sprake kan zijn van een occasionele holebisubcultuur. Occasioneel in de zin dat men er niet permanent lid van is. Bovendien zijn er vaak op dat moment toch nog verschillen tussen homo’s en lesbiennes. Ook dan worden de universele holebi-
74
symbolen, zoals ‘roze muziek’, gebruikt om het samenhorigheidsgevoel te benadrukken. De reden waarom precies die muziek gebruikt wordt, hangt nauw samen met dat gevoel van onderdrukking die de meesten in min of meerdere mate ervaren hebben, en die via ‘roze muziek’ gecompenseerd wordt. Ten eerste en als allerbelangrijkste is het loeiharde dans- en feestmuziek; ritmes die je voeten in vervoering brengen en teksten die smeken om meegebruld te worden. Dat creëert een soort vrijheid die in fel contrast staat tegenover de periode van opkropping die aan hun outing vooraf gaat. Holebifeestjes zijn voor hen dé gelegenheden bij uitstek om zich ongegeneerd ‘te smijten’ en op te gaan in de muziek, zonder je zorgen te maken over ongewenste blikken of opmerkingen. In die zin kan ook gesproken worden van de escapistische functie van muziek. Die uitgelatenheid is bovendien één van de verklaringen waarom holebi’s soms als hedonistischer worden beschouwd. Ze zien het leven doorgaans door een rooskleurige bril en hebben een groter relativeringsvermogen omdat ze reeds een moeilijke levensperiode hebben doorworsteld en daar meestal sterker zijn uitgekomen. Identificatie is een volgend scharnierpunt in de Homo Top 100. Artiesten die aangeven een zelfde periode van onderdrukking achter de rug te hebben, tijdens een relatie of meer algemeen in onze samenleving, kunnen vaak rekenen op de sympathie van holebi’s. Daar heerst een soort van wederzijds respect. Dat verklaart de grote aanwezigheid van tragische/sterke vrouwen in de hitlijst. Al speelt compensatie hier eveneens een rol. Sommige homo’s nemen al eens de dramatische gebaren en bombastische emotionaliteit van die vrouwen over om ergens aan een behoefte tegemoet te komen. OF gewoon om zich extra te amuseren op de leuke muziek. Identificatie is uiteraard ook een belangrijke reden voor de aanwezigheid van de 29 holebi-artiesten in de Top 100. Sommigen functioneren daarenboven als rolmodel. Met presentatrice/zangeres Yasmine op kop voor zowel homo’s als lesbiënnes. Dat heeft ze te danken aan haar zelfrelativeringsvermogen. Bij veel holebi’s leeft immers het verlangen naar een maatschappij waar holebi zijn geen issue meer is, en waar ze serieus genomen worden.
75
De gevoeligheid voor ‘camp’ heeft eveneens te maken met zelfrelativering. Sommige homo’s houden ervan, desalniettemin kunnen ze vooral heel erg lachen om kitsch en glitter. Het theatrale, het extravagante en de vrouwelijke kant zijn dan weer opnieuw terug te brengen tot de nood aan compensatie. Bovendien zijn deze opvallende uitingen manieren om je te kunnen onderscheiden. En dat brengt me bij het laatste concept van de resultaten. Holebi’s hebben net zoals iedereen soms de behoefte om zich te onderscheiden. Om te laten zien wie ze zijn en dat ze bestaan. Daaraan komen regelmatig de holebi-symbolen aan te pas, die eveneens als stereotypen functioneren. Ze worden gehanteerd door zowel hetero’s als holebi’s. Deze laatste groep gebruikt ze om te vechten voor het recht om anders te zijn en integratie, niet assimilatie, in de samenleving te bewerkstelligen. Dat is ook waarom de Homo Top 100 een stokpaardje voor de gay community kan zijn. De stereotypen hoeven immers niet noodzakelijk negatief te zijn. Ze tonen op een zelfrelativerende wijze aan waar de holebigemeenschap voor staat en via de Homo Top 100-fuif kan ze die integratieve functie vervullen als zijnde ‘het ultieme verbroederingsfeestje voor hetero’s en holebi’s’. Want zoals Ron Galella destijds al bont stelde: “The disco era is over, but today as always, dancing will live forever.”36 En dat geldt voor iedereen. Laat ik ten slotte nogmaals ten stelligste benadrukken dat deze verklaringen slechts opgaan voor een segment van de holebigemeenschap. Het betreft hier immers een eerste verkennend onderzoek. Om meer algemene uitspraken mogelijk te maken, is het interessant in de toekomst kwantitatief onderzoek met een groot aantal respondenten te voeren. Verder onderzoek is bovendien ook aan te raden om tegemoet te komen aan de tekortkomingen van deze eindverhandeling, zoals de moeilijk af te bakenen Homo Top 100categorieën, het lage respondentenaantal, het ontbreken van heteroseksuele respondenten en de geringe toegankelijke literatuur m.b.t. het onderwerp.
36
GALELLA, R., Disco Years, Brooklyn, Powerhouse Books, 2006, ongepag.
76
8. Dankwoord Vooreerst bedank ik uiteraard mijn promotor, professor Gust de Meyer, om me de kans te geven dit geweldige onderwerp te mogen exploreren en me vol enthousiasme op weg te helpen. Ik heb deze thesis (bijna altijd!) met veel plezier geschreven. Wie ik daarbij zeker niet mag vergeten is Yves Van Rompaey. Je hebt mijn regelmatige kantoorbezoekjes nooit afgeslaan, mijn vele vragen steeds vriendelijk beantwoord en mijn thesis telkens weer van correcte commentaar voorzien. En je hebt me daarbij mijn eigen weg laten gaan. Bedankt! Uiteraard wil ik al mijn vijftien respondenten hartelijk bedanken om, zonder enige wederdienst, tijd te willen vrij maken, verplaatsingen te doen en het achterste van jullie tong te laten zien. Zonder jullie hulp had deze meesterproef simpelweg niet kunnen bestaan. Ward Ramaekers en Seppe Geerts. Heel erg bedankt om mijn vragen zo gewillig van een antwoord te voorzien en de moeite te nemen om dit zo volledig te doen. Het was trouwens heel tof om zo’n enthousiaste respons te krijgen wanneer jullie vernomen wat het onderwerp van mijn thesis was. Mijn ouders wil ik eventjes apart bedanken om mijn immense humeurschommelingen, afhankelijk van de stand van deze eindverhandeling, te tolereren. Bovendien hebben jullie mij vijf jaar lang financieel en moreel gesteund en onvermoeid gesupporterd wanneer het eens eventjes minder goed ging. Bedankt lieve oudjes! Broer Kevin om al op dag één van mijn opzoekwerk welluidende titels te bedenken voor deze meesterproef. Je wordt ongetwijfeld een fantastische letterkundige. Natuurlijk ook een zeer warme dankuwel aan mijn vrienden; Leen, Kathleen, Katrijn, Jozien, Gerdien, Tess, Gretel, Kirsten, Kristof, Simon, Thomas, Torrie (voor het dictafoontje)... Jullie hebben me telkens weer goede moed gegeven en aangespoord om door te gaan.
77
Daarnaast hebben jullie mij ook regelmatig op vakkundige wijze van mijn werk afgehouden met verfrissende cocktails, parkbroodjes, terrasjes, shoppingtripjes… Ook daarvoor bedankt, want het was altijd een zeer welgekomen ontspanningsmomentje! In het bijzonder wil ik mijn vrienden Diederic en Ruben bedanken. Jullie hebben met gemotiveerde expertise artikels en extra bronnen aangeleverd, die voor een frisse wind in mijn meesterproef zorgden. Ook Bram en Yannick, die zo vriendelijk waren om me te vergezellen naar de Homo Top 100-fuif. Jullie waren fijne fuifvrienden en we hebben ons goed geamuseerd. Dat doen we volgend jaar opnieuw! Ten slotte wil ik Facebook bedanken om me – wanneer ik echt niemand meer vond – via via via nieuwe respondenten aan te leveren. U bent een ware virtuele vriend. Er zijn uiteindelijk zoveel mensen die ik hier zou willen noemen. Iedereen in mijn omgeving heeft op zijn/haar eigen manier, via een schouderklopje of een laatste ‘komaan!’, wel een steentje bijgedragen. Daarom hierbij nog een laatste dikke merci aan iedereen die er de laatste maanden voor me was.
78
9. Referentielijst ARNOLD, D., Subcultures, Berkeley, The Glendessary Press, 1970, 171 p. BENNETT, A., Cultures of popular music, Philadelphia, Open University Press, 2001, 194 p.
Buckingham
BILLIET, J. & WAEGE, H. ; Een samenleving onderzocht : methoden van sociaal-wetenschappelijk onderzoek; De Boeck; Antwerpen; 2003; 390 p. BOEIJE, H. ; Analyseren in kwalitatief onderzoek; Boom Onderwijs; Boom; 2005; 179 p. BRAKE, M., The sociology of youth culture and youth subcultures, London, Routledge & Kegan Paul, 1980, 204 p. BUSSINK, B., Homoseksueel zijn: een sociologische beschouwing over de ontwikkeling van een homoseksueel zelfbeeld, Zeist, Nederlands Instituut voor social sexuologisch onderzoek, 1979, 117 p. BRETT, P., Queering the pitch: the new gay and lesbian musicology, New York, Routledge, 1994, 355 p. CORVINO, J., Same sex: debating the ethics, science and culture of homosexuality, Lanham, Rowman & Littlefield, 1997, 394 p.
DE FOER, S., Eurovisie Gay Festival, laatst geraadpleegd op 09/07/2009, http://www.standaard.be/Artikel/Detail.aspx?artikelId=IV2AC LE9. DE MEYER, G., Cultuur met een kleine c, Leuven, Acco, 2004, 351 p.
79
DE MEYER, G. & ROE, K., Het zijn maar liedjes: Handboek populaire muziekstudies, Leuven, Acco, 1999, 287 p. DE PEUTER, A., Mediagebruik bij holebi-jongeren : een terreinverkenning, Leuven, Katholieke Universiteit Leuven, 2006 (Diss. Lic.), 89 p. DES BOUVRIE, S., Women in Greek tragedy, Oslo, Norwegian University Press, 1990, 394 p. DYER, R., The culture of queers, Londen, Routledge, 2002, 244 p. EETEZONNE, W., “Holebi’s en hetero’s zetten Kate Ryan op 1 in homo top 100” in De Morgen, 21 april 2006, p. onbekend. FOLEY, H., Female acts in Greek tragedy, Princeton and Oxford, Princeton University Press, 2001, 410 p. GALELLA, R., Disco Years, Brooklyn, Powerhouse Books, 2006, ongepag. GROSS, L., Up from invisibility: lesbians, gay men, and the media in America, New York, Columbia University Press, 2001, 295 p. GROSS, L., WOODS, J., The Columbia reader on lesbians and gay men in media, society, and politics, New York, Columbia University Press, 1999, 665 p. HAGGERTY, G., A companion to lesbian, gay, bisexual transgender and queer studies, Malden, Blackwell, 2007, 478 p. HALL, S., JEFFERSON, T., Resistance through rituals: youth subcultures in post-war Britain, 1976, 287 p. HEREMANS, T., “Een hitparade met dubbele bodem” in De Standaard, 16 november 2008, p. 18-19.
80
HUBBS, N., ‘I Will Survive’: musical mappings of queer social space in a disco anthem, in Popular Music, Cambridge University Press, 2007, p. 231-244. HUMPHREYS, L. , Out of the closets : the sociology of homosexual liberation , New Jersey, Prentice Hall, Inc., 1972, 176 p. LANDELOOS, T., Vergelijkend literatuuronderzoek over seksualiteit en identiteitsconstructie: constructietheorieën over (homo)seksualiteit, Leuven, Katholieke Universiteit Leuven, 1999 (Diss.Lic.), 87 p. LEWIN, E., LEAP, W.L., Out in theory: the emergence of lesbian and gay anthropology, Urbana, University of Illinois press, 2002, 329 p. LYONS, D., Gender and immortality: heroines in ancient Greek myth and cult, Princeton, Princeton University Press, 1997, 270 p. MCGARTY, C., Stereotypes as explanations: the formation of meaningful beliefs about social groups, Cambridge, Cambridge University Press, 2002, 231 p. NARDI, P. M., SCHNEIDER, B.E. (ed.), Social perspectives in lesbian and gay studies, Londen, Routledge, 1998, 625 p. PICKERY, J., NOPPE, J., Vlamingen over homo’s: loopt het beleid voorop?, Brussel, Studiedienst van de Vlaamse Regering, 2007, p. 199-224. POWELL, A., Euripides, women and sexuality, Londen, Routledge, 200 p. RINGER, J., Queer words, queer images, New York, New York University Press, 1994, 348 p.
81
SONTAG, S., Notes on ‘camp’ (1964), laatst geraadpleegd op 09/07/2009, http://interglacial.com/~sburke/pub/prose/Susan_Sontag__Notes_on_camp.html. STAVROPOULOS, G., Licht in je lijf: een kwalitatieve studie van een zomerweek voor Vlaamse en Nederlandse homo- en biseksuele mannen, Leuven, Katholieke Universiteit Leuven, 1999 (Diss. Lic.). VAN DEN ZEGEL, K., Gender en populaire muziek: analyse van de covers uit hitparades, Leuven, Katholieke Universiteit Leuven, 2008 (Diss. Lic.), p. 89. WALTERS, S., All the rage: the story of gay visibility in America, Chicago en Londen, The University of Chicago Press, 2001, 338 p.
82
10. Bijlagen 10.1 Homo Top 100 – Vlaanderen (2008-2004)
JAAR Vlaand er en s Eers t e H O MO T OP 100 , Jaar gan g 2008
© T bc E v ents (Th e Br ea kfas t Club)
( ): P ositi e in 2007 - (N ): Nieu w - (RE): T eru g
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
SOLDIERS OF LOVE - LILIANE SAINTPIERRE (57) Dancing Queen - ABBA [Nr. 1 2007] (1) Hung Up - Madonna (4) Je T'Adore - Kate Ryan [Nr. 1 2006] (9) Diva - Dana International (14) Relax (Take It Easy) - Mika (N) Take My Love - Good Shape (RE) Believe - Cher (6) Diep - Get Ready! (22) I Will Survive - Gloria Gaynor [Nr. 1 2004] (2) U + Ur Hand - Pink (N) Fascination - Alphabeat (N) I Don't Feel Like Dancing - Scissor Sisters (7) I've Only Begun To Fight - Natalia [Nr. 1 2005] (12) All The Things She Said - t.A.t.U. (72) Like The Way I Do - Melissa Etheridge (27) Take Me To Your Heaven - Charlotte Nilsson (N) Vogue - Madonna (15) Gimme! Gimme! Gimme! (A Man After Midnight) - ABBA (16) Crucified - Army Of Lovers (94) Nobody's Wife - Anouk (93) 83
22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53
You're Gonna Want Me - Tiga (RE) Not An Addict - K's Choice (50) Désenchantée - Kate Ryan (RE) Tragedy - Steps (N) Can't Get You Out Of My Head - Kylie Minogue (40) Rood - Marco Borsato (N) Scared Of Yourself (Peter Luts Remix) - Zornik (100) Ich Bin Wie Du - Marianne Rosenberg (21) Like A Virgin - Madonna (44) Smalltown Boy - Bronski Beat (13) Meisjes Aan De Macht - Yasmine (8) I Am What I Am - Shirley Bassey (62) Losing My Religion - REM (RE) Alexandrie, Alexandra - Claude François (3) Mamma Mia - ABBA (39) Porselein - Yasmine (34) No Stress - Laurent Wolf (N) Sexyback (Dirty) - Justin Timberlake (32) Barbie Girl - Aqua (RE) I Am What I Am - Gloria Gaynor (46) Sacha - Liliane Saint-Pierre (48) Love Today - Mika (N) Sweet Dreams - Eurythmics (74) Gelukkig Zijn - Ann Christy (58) Dirrty - Christina Aguilera Feat. Redman (RE) This Is My Life (La Vita) - Shirley Bassey (25) Sing Hallelujah - Dr. Alban (N) Freed From Desire - Gala (N) Swedish Designer Drugs - Daan (RE) Crying At The Discotheque - Alcazar (73) Don't Stop The Music - Rihanna (N) I'm So Excited - Pointer Sisters (33) 84
54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86
Sing It Back - Moloko (84) In My Arms - Kylie Minogue (N) Yes Sir, I Can Boogie - Baccara (64) Grace Kelly - Mika [Roze Alarmschijf 2007] (N) Toxic - Britney Spears (RE) I Want To Break Free - Queen (RE) Waterloo - ABBA (N) YMCA - Village People (37) 9 To 5 - Dolly Parton (17) Ma Baker - Boney M (N) La Vie En Rose - Grace Jones (56) I'm Coming Out - Diana Ross (11) J'Aime La Vie - Sandra Kim (18) Tainted Love - Soft Cell (99) Narcotic - Liquido (96) Wake Me Up Before You Go-Go - Wham! (RE) Enamorada - Belle Perez (RE) Marjolein - Get Ready! (N) Karma Chameleon - Culture Club (RE) Je Hebt Me 1000 Maal Belogen - Laura Lynn (RE) Relax (Suck It) - Frankie Goes To Hollywood (RE) Hé Lekker Beest - Isabelle A (36) A Far L'Amore Comincia Tu - Raffaella Carrà (N) Zeil Je Voor Het Eerst - Bart Kaëll (RE) Higher Than The Sun - Natalia (61) Lay All Your Love On Me - ABBA (28) Billie Jean - Michael Jackson (RE) Simarik - Tarkan (RE) Love Is In The Air - John Paul Young (N) Dit Is De Allereerste Keer - Rita Deneve (69) All That Jazz - Liza Minelli (RE) Vlieg Met Me Mee - Paul de Leeuw (10) I'm Too Sexy - Right Said Fred (RE) 85
87 88
89 90 91 92 93 94 95
96 97 98 99 100
Finally - Ce Ce Peniston (RE) Do You Wanna Funk - Patrick Cowley Feat. Sylvester (91) Goeiemorgen, Morgen - Nicole Josy - Hugo Sagal (Nicole & Hugo) (68) Holding Out For A Hero - Jennifer Saunders (RE) Don't Leave Me This Way - Communards (RE) Too Shy - Kajagoogoo (RE) Hot Stuff - Donna Summer (5) Give It To Me - Madonna (N) You Spin Me Round (Like A Record) - Dead Or Alive (19) You're My Heart, You're My Soul - Modern Talking (97) Freedom - George Michael (RE) Voyage Voyage - Kate Ryan (N) Love Shack - B-52's (79) It's Raining Men - Weather Girls (49) Roze Alar ms chijf 2008: Man, I F eel Lik e A Woman – U do
Vlaander ens E er st e H OM O TOP 100, Jaar gang 2007
© T bc E v ents (Th e Br ea kfas t Club)
( ): P ositi e in 2006 - (N ): Nieu w - (RE): T eru g 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Dancing Queen – A BB A (2 ) I Will Sur vive – Glo ria Ga ynor [N r. 1 2004] (5) Alexandrie, Al exandra – Claude F rançois (12) Hung U p – Madonna (9) Hot Stuf f – Donna Sum m er (18) Beli ev e – Ch er (20 ) I Don' t F eel Lik e Dancing – S cisso r Sist er s ( N) Meisj es Aan De Mach t – Ya smin e (16 ) Je T' Ad or e – Kat e R yan [ Nr . 1 2006 ] (1 )
86
10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54
Vlieg M et M e M ee – Paul de L eeuw (64) I'm Comin g Ou t – Diana Ro ss (54) I've Onl y B egun To Fight – Na talia [N r. 1 2005 ] (3) Smallto wn Boy – B rons ki B ea t (29) Diva – Dana In t ernational (8 ) Vogu e – Madonna (17) Gimm e! Gim m e! Gim me! ( A Man Af ter Midnigh t) – ABBA (11) 9 To 5 – D olly Parton (4 ) J'Ai m e La Vie – San dra Kim (34) You S pin M e Roun d ( Lik e A Recor d) – D ead O r Alive (71) I Feel Lov e – Donna Su mm er (6 ) Ich Bin Wi e Du – Mariann e Ros en b er g (35 ) Diep – G et Rea dy ! (23 ) Hous ewife – Daan (37 ) When Th e R ain B egins T o Fall – J er maine Jac kson Pia Zado ra (100) This Is M y Lif e (La Vita) – Shirl ey Ba ss ey (24) Risin' – Na talia (19) Lik e Th e Wa y I Do – Melis sa Eth eri dg e (25) Lay All Your Lo ve On M e – AB B A (73) Ang els – Ro b bie Willia ms (14) You' re Th e Fir st , M y Last , My E v er ythin g – Barr y White (RE) Beau tiful – Chris tina A guilera (61) Sexyba ck (Dir ty) – Ju stin Timberlake ( N) I'm So E xci ted – P ointer Sist ers (10) Pors elein – Yas mine (RE) Exp ress Your s elf – Ma donna (9 1) Hé L ekk er B ees t – I sab elle A (26) YMCA – Villag e P eo ple (27) Jump – Ma donna ( N) Mamma Mia – ABBA (87) Can't G et You Ou t Of M y H ead – Kylie Minogu e (13) Rejection – Mar tin Sol vei g ( N) Finally – Ce C e P enist on (RE) A B rand N ew Day – Wiz Sta rs (22) Like A Virgin – Ma donna ( 31) It' s Raining M en – G eri Halliwell (32 ) I A m What I A m – Gloria Ga ynor (47) Sist er s Ar e Doin g I t Fo r Th em s elv es – Na talia Meets The P ointer Sisters (40) Sacha – Liliane Saint -Pierre ( N) It' s Raining M en – Wea ther Gi rls (15 ) Not An A d dict – K' s Choic e (98 ) Think – Natalia (N) Fame – I ren e Ca ra (28) Mooi – Ya smin e (N) Ne Pa rt ez Pas Sans Moi – C éline Dion (N )
87
55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100
Follow M e – Aman da Lea r (74 ) La Vi e En Ros e – Gra ce Jon es (42) Soldi ers O f Lo v e – Liliane Saint -Pierr e (38) Gelu kki g Zijn – Ann Chris ty (RE) Don't Go – Yazo o ( N) You' re B eautiful – Ja m es Blunt ( 55) High er Than Th e Sun – Na talia (50) I Am What I Am – Shirley Bas sey (72) Boys Don 't C ry – Th e Cu re (N ) Yes Si r, I Can Bo ogi e – Bacca ra ( N) Why T ell M e Wh y – Anita M ey er (N) Think – Ar etha F ranklin ( N) Ghost bo y – Gab riel Rios (N ) Goei em or gen , Mor g en – Ni cole Jos y - Hu go Sagal (Nicol e & Hugo ) (21 ) Dit Is D e Aller eers t e Keer – Rita Den eve (N ) Manea ter – Nell y Fur tad o ( N) Just Like A Pill – Pink ( N) All The Things Sh e Said – t.A.t.U . (RE ) Crying A t Th e Dis co thequ e – Al caza r (44) Sw eet Dr eam s – Eu ry thmic s (96 ) She's Madonna – Robbi e Williams ( N) A Lo v e Bizar r e – Sh eila E (59 ) Knoc k On Woo d – Amii St ewa rt (60) Beli ev e – K's Choi ce (RE) Love Shac k – B-52 's (N ) Daddy Cool – Bon ey M (N ) Bea ts Of Lo v e – Na cht Un d Neb el (39 ) Xanadu – Olivia Newton-John / Elect ric Ligh t Or chest ra ( N) So Man y M en , S o Lit tle Tim e – Miqu el Bro wn (RE) Sing I t Bac k – M oloko (N ) Comfortabl y Num b – Scis sor Sis ters [Roze Alarmschijf 2004 ] (67) Club Tro picana – Wham! (49) Ain't No Mountain High Enou gh/R em em b er M e – Boys T own Gang (RE) Like A Pra yer – Madonna (33) (I'll N ev er B e) Maria Ma g dalena – Sand ra (88 ) Voya g e Vo ya ge – D esir el es s ( N) Do You Wanna Fun k – Pat ric k Co wley F eat . Syl vest er (63) Boy s ( Sum m er tim e L ov e) – Sa brina (RE ) Nobo dy's Wif e – An ouk (48) Crucified – Ar my O f Lo v er s (51 ) Slow – Kylie Minogu e (57) Narc otic – Liqui do ( N) You' re M y H ea rt , You 'r e My Soul – Mod ern Talking (RE) For ev er Mo r e – Molo ko (N ) Tainted Lov e – Sof t C ell (45) Scar ed Of Y ours elf (Pet er Lut s R emix ) – Zorni k
88
Roze Alar ms chijf 2007: Grac e Kelly – Mika
Vlaander ens E er st e H OM O TOP 100, Jaar gang 2006 © T bc E v ents (Th e Br ea kfas t Club) [ ]: P ositi e in 2005 - [N ]: Nieu w - [RE]: T er
1 J e T 'A do r e – Kat e R yan [N ] 2 Dancing Qu een – A BB A [1 3] 3 I've Onl y B egun To Figh t – Na talia [1] 4 9 To 5 – Dolly Pa rton [7] 5 I Will Sur vive – Gloria Ga ynor [10] [1, 2004] 6 I F eel Lo ve – Donna Sum mer [65 ] 7 Je H ebt Me 1000 Maal Belo g en – Laura Lynn [N] 8 Diva – Dana Int erna tional [42] 9 Hung Up – Ma donna [ N] 10 I' m So Ex cit ed – Point er Sist ers [3] 11 Gimm e! Gi mm e! Gim m e! ( A Man Af t er Midnigh t) – ABBA [40] 12 Alexandrie, Alexandra – Claude F rançois [24] 13 Can't Get Y ou Ou t Of My H ead – Kylie Minogu e [8 ] 14 Ang els – Rob bie Williams [21]
89
15 It 's Raining Men – W eath er Girls [36] 16 Mei sjes Aan D e Ma cht – Yas mine [4] 17 Vogu e – Ma donna [5] 18 Hot S tuff – D onna Su mm er [N ] 19 Risin' – Na talia [38] 20 B eliev e – Cher [14 ] 21 Go eiemor g en, Mor g en – Nicole Jo sy - Hu go Sagal ( Nicol e & Hu go ) [33] 22 A Brand New Da y – Wiz Stars [45] 23 Diep – G et Rea d y! [15] 24 This I s M y Life (La Vita ) – Shi rley Ba ss ey [27] 25 Lik e The Wa y I Do – M elissa Eth erid ge [16] 26 H é L ekk er B ees t – Isa bell e A . [2 ] 27 Y. M.C .A . – Village P eo ple [20] 28 Fam e – I r ene Ca ra [ N] 29 Smallto wn Bo y – B rons ki Bea t [93 ] 30 Sw edish D esign er Dru gs – Daan [56] 31 Like A Vi rgin – Madonna [11] 32 It 's Raining Men – G eri Halliw ell [18] 33 Lik e A Pra y er – Ma donna [19] 34 J' Aim e La Vi e – San dra Ki m [44 ]
90
35 Ich Bin Wie Du – Ma rianne Ro sen b er g [62 ] 36 B et ter Th e D evil You Kno w – Kylie Mino gu e [6] 37 Hous ewif e – Daan [34 ] 38 Soldi er s Of L ov e – Liliane Sain t-Pierr e [28] 39 B eats Of Lo v e – Nacht Und N eb el [RE] 40 Sist ers Ar e D oing I t Fo r Th ems elv es – Na talia Meets The P ointer Sisters [N] 41 Fade To Grey – Visage [N] 42 La Vi e En Ro se – G rac e Jon es [RE] 43 Z eil Je Voo r Het E er st – Bar t Ka ëll [26] 44 Cryin g A t Th e Di sco thequ e – Alcaza r [54 ] 45 Tainted Lo ve – So ft C ell [30] 46 Call On M e – E ric Pr ydz [82] 47 I A m What I A m – Gloria Ga ynor [ N] 48 No body's Wif e – Anouk [50] 49 Club T ropi cana – Wham ! [ N] 50 High er Than Th e Sun – Natalia [12] 51 Crucified – Ar m y Of L overs [RE ] 52 H eb J e Ev en Voor Mij – F rans Bauer [ N] 53 Res p ec t – Ar etha F ranklin [ N] 54 I'm Comin g Out – Diana Ross [70]
91
55 You' r e B eautiful – Jam es Blunt [N ] 56 S ex y Boy – Air [N ] 57 Slow – Kylie Minogu e [RE] 58 Désen chant ée – Kat e R yan [47 ] 59 A L ov e Bizar r e – Sheila E. [N ] 60 Kno ck On Wo od – A mii St ewar t [ N] 61 B eautiful – Chris tina A guilera [31] 62 I' m Too S exy – Right Said Fr ed [71] 63 Do You Wanna Fun k – Pa tric k Co wl ey F ea t. Syl vest er [RE] 64 Vlieg M et M e Mee – Paul d e L eeu w [97 ] 65 Kis s – Prin ce An d Th e R ev olution [ N] 66 A Diff er en t Corn er – G eo rg e Micha el [87] 67 Comfo rta bly Num b – Scis sor Sis t er s [9] [Ro ze Alarmschijf, 2004] 68 I Want To Br eak Fr ee – Qu een [55] 69 Big In Ja pan – Al phaville [N ] 70 Flashdanc e… What A F eeling – Ir en e Cara [N ] 71 You S pin M e Roun d ( Lik e A Reco rd ) – D ead O r Alive [95] 72 I A m What I A m – Shirl ey Bas s ey [83] 73 Lay All You r Lo ve On M e – A BB A [86 ] 74 Follow M e – A manda L ear [RE]
92
75 Billie J ean – Michael Jac kson [68] 76 Doc tor P r essu r e – Mylo Vs . Mia mi Soun d Machine [N] 77 Take My Lo ve – Go od Shape [RE] 78 You're Gonna Wan t M e – Tiga [N] 79 Go W es t – P et Sho p Bo y s [RE] 80 Wake M e U p Before Y ou Go -Go – Wham! [81] 81 Barbie Girl – Aqua [60] 82 Lo ve To Lo ve You Bab y – D onna Su mm er [N ] 83 Relax (Su ck It ) – F ranki e Go es To Holly woo d [RE] 84 Ca Plane Pour Moi – Plas tic B er tran d [ N] 85 Contro v er sy – Princ e [51] 86 Zom bi e – Cran b er ries [73 ] 87 Mamma Mia – ABBA [59] 88 (I'll Nev er B e) Maria Mag dalena – Sand ra [49] 89 Don't Lea ve M e Thi s Way – Com munar ds [RE] 90 Too Shy – Kaja goo goo [RE ] 91 Exp r es s You rs elf – Madonna [N ] 92 Wea k – S kun k Anan sie [99] 93 I'm You r Man – Wham! [RE]
93
94 Lo ve G eneration – Bo b Sin clar F eat . Ga ry Pine [N] 95 Missin g – E verything But Th e Girl [RE] 96 Sw eet Dr ea ms – Eu ry thmi cs [RE] 97 Dirr ty – Chris tina A guilera Fea t. R edman [41] 98 Not An Ad dic t – K' s Choic e [22 ] 99 Dang er ! Hi gh V oltag e – Elec tri c Si x [ N] 100 When The Rain Begins To Fall – J ermaine Jackson Pia Za do ra [66 ]
Roze Alarms chijf 2006: Gis Gi s Gis (Wie Hou dt Van Jou) – M eeuw
Vlaander ens E er st e H OM O TOP 100, Jaar gang 2005
© T bc E v ents (Th e Br ea kfas t Club)
( ): P ositi e in 2004
1. Na talia – I've Only Begun T o Figh t (11 ) 2. Isa b elle A. – H é L ek k er B eest (- ) 3. Point er Sis ters – I 'm So E xcit ed (40 ) 4. Yas mine – M eisj es Aan D e Mach t (2) 5. Ma donna – Vogu e (7) 6. Kylie Mino gue – B et t er The D evil You Kno w (-) 7. Dolly Pa rton – 9 To 5 (67 )
94
8. Kylie Mino gue – Can't G et You Out Of M y H ea d ( 27) 9. S cisso r Sist ers – Co mfo rta bly Num b (-) (Roze Alarmschijf 2004 ) 10. Glo ria Gayno r – I Will Sur vive (1 ) 11. Ma donna – Like A Virgin (20 ) 12. Na talia – High er Than The Sun (61 ) 13. A BB A – Dancing Qu een (5) 14. Cher – B elieve (48) 15. G et Rea dy ! – Di ep (60 ) 16. M elissa E th erid g e – Lik e The Wa y I Do (4) 17. B ritn ey S p ears – To xic (-) 18. G eri Halliw ell – It 's Raining M en (34) 19. Ma donna – Lik e A Pra y er (-) 20. Villag e P eo ple – Y. M.C .A . (10 ) 21. Rob bi e Williams – Ang els (83) 22. K' s Choic e – Not An A d dict (6) 23. Da ve McCull en – B *tch (- ) 24. Claud e F rançois – Al exan dri e, Alexan dra (-) 25. B ritn ey S p ears – I 'm A Sla v e 4 U ( 31) 26. Ba rt Ka ëll – Z eil J e Voor H et E ers t (58 ) 27. Shirl ey Ba ss ey – This Is M y Lif e (La Vida) (8) 28. Liliane Saint-Pi er r e – S oldiers Of Lo v e (14 )
95
29. Mo djo – La dy (H ea r M e Tonight ) ( -) 30. So ft C ell – Taint ed L ov e (9 5) 31. Chris tina A guilera – B eautiful ( -) 32. Blu r – Girl s An d Boys ( -) 33. Nic ole Jos y - Hu go Sagal – Goei em or g en, Mor g en (42) 34. Daan – Hous ewife (- ) 35. Whitn ey Hou ston – I Wanna Danc e Wi th So m eb ody (-) 36. W eath er Girls – It 's Raining M en (9 ) 37. Evan es c enc e – My Im mor tal ( -) 38. Na talia – Risin' ( -) 39. P et Shop Bo ys – A bsolu tel y Fa bulous ( -) 40. A BB A – Gim me! Gi mm e! Gim m e! (A Man Af t er Midnigh t) (3 9) 41. Chris tina A guilera Fea t. Redman – Dir rt y (18 ) 42. Dana In ternational – Di va (64 ) 43. t .A .t .U. – All Th e Things Sh e Sai d ( -) 44. San dra Kim – J 'Ai me La Vie (-) 45. Wiz Sta rs – A Bran d New Da y ( -) 46. K' s Choic e – Beli ev e (37) 47. Kat e Ryan – D és enchan tée (-)
96
48. Bo ys To wn Gan g – Ain't No Moun tain High Enou gh () 49. San dra – (I 'll N ev er B e) Ma ria Mag dal ena (- ) 50. Anou k – No body's Wif e (41 ) 51. Prince – C ontroversy (66 ) 52. R.E .M . – Losing M y R eligion (68) 53. O-Z one – Dra gos t ea Din T ei ( -) 54. Alca zar – Cr ying At Th e Dis coth eque (21) 55. Queen – I Want To Br eak Fr ee (3 ) 56. Daan – Sw edish D esign er Dru gs (-) 57. Xan d ee – 1 Lif e (-) 58. F elix Da Hous ecat – Mada m e Holly wood (Ti ga' s Mist er Holl ywoo d V er sion) ( -) 59. ABBA – Mamma Mia (-) 60. A qua – Barbie Girl (60 ) 61. Zo rnik – S car ed Of You rs el (P et er Lu ts R emix) (-) 62. Ma rianne Ro sen b er g – Ich Bin Wie Du (57) 63. Ann Ch rist y – G eluk kig Zijn (-) 64. Ram ses Shaf fy – We Zullen Door gaan ( -) 65. Donna Sum mer – I F eel Lo ve (96) 66. J er maine Jac kson Pia Za dora – Wh en The Rain Begins To Fall (29) 67. R.E .M . – Shiny Hap py Peo pl e ( -)
97
68. Micha el Ja ck son – Billie J ean ( -) 69. Li za Min elli – All That Jaz z (81 ) 70. Diana Ros s – I 'm C oming Ou t (15 ) 71. Right Said Fr ed – I 'm Too S ex y (1 6) 72. J ennifer Saund er s – Holdin g Ou t Fo r A H ero ( -) 73. Cran b er ries – Z om bie (-) 74. Ya smin e – Por s elein ( -) 75. Mo d ern Talking – You 'r e My H ear t, You 'r e M y S oul (22) 76. Ba rry White – You're Th e First, My Las t, M y Ever ything (-) 77. Th e Cardigan s – Love F ool (- ) 78. B ritn ey S p ears – Cra zy (- ) 79. Zo rnik – It 's So Un r eal (- ) 80. A rman d Van H eld en – M y M y M y (-) 81. Wham ! – Wa ke M e U p B efo r e You Go - Go (74 ) 82. Eric Pr yd z – Call On M e ( -) 83. Shirl ey Ba ssey – I Am What I Am (52 ) 84. Plac ebo – Nan cy Bo y (26 ) 85. S t ep s – La st Thi ng On My Mind (-) 86. A BB A – Lay All You r L ove On M e (-) 87. G eo rg e Michael – A Diff er ent Co rner ( -)
98
88. La Bouch e – Be My Lo ver ( -) 89. S tijn – S exjunki e (- ) 90. Viola Wills – If You Coul d Rea d My Mind (- ) 91. Cyn di Lau p er – Girls Jus t Want To Hav e Fun (- ) 92. T exas – Blac k Eyed Boy (- ) 93. B rons ki B ea t – Smallto wn Boy (24) 94. Elton J ohn – I 'm Still S tandin g (- ) 95. D ead O r Ali ve – You Spin M e Round (Li ke A R ec ord ) (99) 96. G eo rg e Michael – Ou tsi de (12) 97. Paul d e Leeu w – Vlieg M et M e Mee (80 ) 98. Shania T wain – Man ! I Feel Lik e A Woman (53) 99. S kunk Anansi e – W ea k (28 ) 100. M ylèn e Fa rm er – Lib er tine (-)
Roze Alar ms chijf 2005: D een – In Th e Dis co
Vlaander ens E er st e H OM O TOP 100, Jaar gang 2004 © T bc E v ents (Th e Br ea kfas t Club) Roze Alar ms chijf: Co mfor tabl y Nu m b – S cis sor Sis t er s
1. I Will Su rvi ve – Glo ria Gayno r
99
2. M eisj es Aan D e Macht – Ya smin e 3. I Wan t To B rea k F ree – Qu een 4. Li ke Th e Wa y I D o – M elissa Eth eri dg e 5. Dancin g Qu een – AB BA 6. No t An A ddi ct – K’s Choi ce 7. Vo gu e – Madonna 8. This Is My Lif e – Shirley Bas sey 9. I t’ s Raining M en – W eath er Girl s 10. Y MCA – Village Peopl e 11. I ’v e Only B egun To Fi ght – Natalia 12. Outsi d e – G eo rg e Micha el 13. Slo w – Kylie Minogu e 14. Sol diers Of Lo v e – Liliane Saint-Pi er r e 15. I ’m Co ming Ou t – Diana Ros s 16. I ’m Too Sexy – Righ t Sai d F red 17. I Am What I A m – Glo ria Gayn or 18. Dirrt y – Ch ristina Aguilera f t. R edman 19. Ma terial Girl – Madonna 20. Li ke A Vir gin – Ma donna 21. Cr ying At Th e Dis coth eque – Alca zar 22. You ’r e My H ear t, You ’r e M y Soul – M od ern Talki ng
100
23. Rela x ( Suc k I t) – Fran kie Go es To Holly wood 24. S mallto wn Bo y – Br ons ki B eat 25. Fr eedom – G eor g e Mi chael 26. Nan cy Bo y – Plac ebo 27. Can’ t G et You Out Of M y Hea d – Kylie Minogu e 28. W eak – S kunk Anansi e 29. Wh en Th e Rain B egins To Fall – Jac kson & Za do ra 30. I k B en E en Ven t – Jimm y B. 31. Sla ve For You – Bri tney Sp ear s 32. Go W est – Pet Sh op Bo ys 33. Don ’t L eav e Me This Wa y – Co mmuna rd s 34. I t’ s Raining M en – Geri Halliw ell 35. S tron g Enou gh – Ch er 36. Kar ma Cham eleon – Cultur e Clu b 37. B eliev e – K’s Choic e 38. D és enchan tée – M ylèn e Fa rm er 39. Gim m e! Gim me! Gi mm e! – A B BA 40. I ’m So E xcit ed – Point er Si st er s 41. No bo dy’s Wife – Anou k 42. Go ei emo rg en , Mo r gen – Nicol e & Hugo 43. Bol er o – Fanc y
101
44. A r e Fri end s Elect ric – Gar y Numan & Tub eway Ar my 45. Cru cified – Ar my Of Lo v er s 46. I t’ s A Sin – P et Sho p Bo y s 47. S w eet D r eam s – Eur yth mic s 48. B eliev e – Ch er 49. This Cha rmin g Man – Smiths 50. I ’m Your Man – Wha m! 51. Ta ke My Love – Goo d Sha pe 52. I Am What I Am – Shi rley Ba ss ey 53. Man ! I F eel Li ke A W oman – Shania T wain 54. Candl e In The Wind – Elt on John 55. Maniac – Micha el S emb ello 56. Ga y Ba r – El ec tric Six 57. I ch Bin Wi e Du – Mariann e Ros enb erg 58. Z eil J e Voor H et Eers t – Bart Ka ëll 59. L es La cs Du Connemara – Mich el Sa rd ou 60. Di ep – G et R ea dy ! 61. Hi gher Than Th e Sun – Natalia 62. Milk shak e – Kelis 63. Mis sing – Ev er y thing Bu t Th e Girl 64. Diva – Dana In ternational
102
65. So m eti mes – Era sur e 66. Cont ro vers y – P rinc e & Th e R ev olution 67. 9 To 5 – Dolly Parton 68. Lo sing My Religion – REM 69. Mu rd er On Th e Danc efloo r – Sophi e Ellis- Bex tor 70. I Wan t To Fuc k You In Th e Ass – Outh er e Bro th er s 71. I ’m So Hot For You – Bo bb y O. 72. I B eliev e In A Thing Called Lo ve – Th e Da rkn es s 73. La Vie En Ros e – Grac e Jon es 74. Wak e M e Up B efo re You Go - Go – Wham ! 75. W e A r e Family – Sis t er Sled ge 76. B ea ts Of Lo ve – Na cht Un d N eb el 77. Th e Final Count do wn – Euro pe 78. Finally – C e C e P eniston 79. Glad To Be Ga y – Tom Ro binson Band 80. Vli eg M et Me M ee – Paul d e L eeu w 81. All Tha t Ja zz – Liza Min elli 82. Enamo rada – B elle P erez 83. An g els – Ro bbi e Williams 84. So Man y M en, So Lit tle Tim e – Miqu el B ro wn 85. Do You Wanna Funk – Pat ric k Co wley & S ylv est er
103
86. Follow M e – Aman da L ea r 87. Too Sh y – Kajago ogoo 88. Tou ch Me – Saman tha Fo x 89. Bo y s ( Sum merti me Lo v e) – Sa brina 90. Reli ght My Fir e – Ta k e Tha t 91. Free Y our Mind – En Vo gue 92. Lu v 4 Luv – Robin S. 93. W e Don ’t Hav e To Tak e Our Clo thes Off – J er m aine S tewar t 94. Sho rt Dic k Man – 20 Fing er s 95. Taint ed L ov e – Sof t Cell 96. I F eel Lo v e – D onna Su mm er 97. Shoo t Y our Shot – Divin e 98. Si marik – Ta rkan 99. You S pin M e Round (Li k e A R ec or d) – Dea d Or Alive 100. Free – Ul tra Naté
10.2 Homo 100 – Nederland (2008) 1
YMCA
2
Grace Kelly
Village People Mika
3
I'm too sexy
Right Said Fred
4
Dancing Queen
Abba
5
I Don't Feel Like Dancin'
Scissor Sisters
6
It's raining men
Weather Girls
7
Bearforce 1
Bearforce 1
104
8
Why tell me why
9
Relax (take it easy)
Anita Meyer Mika
10
Ich bin wie du
Mari ann e Rosenb erg
11
Smalltown boy
Bronski Beat
12
Crucified
Army of lovers
13
Dragoste din tei
O-zone
14
Gay bar
Electric Six
15
Don't leave me this way
Communards
16
Mee Me Gek
Gerard Joling
17
I Want To Break Free
Queen
18
This is my life
Shirley Bassey
19
Fascination
Alphabeat
20
Crying at the discotheque
Alcazar
21
Go West
Pet Shop Boys
22
Shut up (and sleep with me)
Sin With Sebastian
23
I Will Survive
Gloria Gaynor
24
Tainted Love
Soft Cell
25
Step Right Up
Jamai
26
Brand New Day
Wizz Stars
27
Big Girl (You Are Beautiful)
Mika
28
Club Tropicana
Wham
29
Like the way I do
Melissa Etheridge
30
Outside
George Michael
31
You're my heart, you're my soul
Modern Talking
32
Vogue
Madonna
33
Wake me up (before you go go)
Wham
34
Girls Just Wanna Have Fun
Cyndi Lauper
35
Sexy Boy
Air
36
Mamma Mia
Abba
37
Viva la diva
Dana International
38
Kylie
Akcent
39
Can't get you out of my head
Kylie Minoque
40
Love me just a little bit more
Dolly Dots
41
Quit playing games with my heart
Back Street Boys
42
All The Things She Said
Tatu
43
Vlieg met me mee
Paul de Leeuw
44
I'm coming out
Diana Ross
45
Karma chameleon
Culture Club
46
Let me entertain you
Robbie Williams
47
Don't talk just kiss
Right Said Fred
48
Shoot your shot
Divine
49
Daddy Cool
Boney M
50
Wow
Kylie Minoque
51
Copacabana
Barry Manilow
105
52
New York City Boy
Pet Shop Boys
53
To deserve you
Bette Midler
54
Stayin' Alive
Bee Gees
55
Believe
Cher
56
Born to be alive
Patrick Hernandez
57
Sexbomb
Tom Jones & Mousse T
58
(Tell it all about) Boys
Dolly Dots
59
Simarik
Tarkan
60
Why?
Bronski Beat
61
Relax
Franky Goes To Hollywood
62
Baby, One more time
Britney Spears
63
You're the greatest lover
Luv
64
I believe in a thing called love
The Darkness
65
Blijf je vanavond
Monique Smit
66
It's raining men
Geri Halliwell
67
Back For Good
Take That
68
Hung Up
Madonna
69
In The Navy
Village People
70
Beautiful
Christina Aguilera
71
You can if you want
Modern Talking
72
I wanna dance with somebody
Whitney Houston
73
Take your mama
Scissor Sisters
74
Respect
Aretha Franklin
75
Que si que no
Jody Bernal
76
It's a sin
Pet Shop Boys
77
Finally
Ce Ce Peniston
78
Mercy
Duffy
79
Kiss
Prince
80
Express Yourself
Madonna
81
Push Up
Freestylers
82
As long as you love me
Back Street Boys
83
Voulez-vous
Abba
84
Samen zijn
Willeke Alberti
85
You Make Me Feel Mighty Real
Sylvester
86
Loveshack
B52's
87
I Feel Love
Donna Summer
88
When you say nothing at all
Ronan Keating
89
Tragedy
Bee Gees
90
A natural woman
Aretha Franklin
91
Waterloo
Abba
92
Viva Espagna
Imca Marina
93
When will i be famous
Bros
94
In My Arms
Kylie Minoque
95
I'm so excited
Pointer Sisters
96
Don't let the sun go down on me
Elton John & George Michael
106
97
Venus
98
Show me love
Bananarama Robin S
99
Relight My Fire
Dan Hartman
100
Man, I feel like a woman
Shania Twain
10.3 Topiclijst
Topiclijst DEMOGRAFISCHE GEGEVENS -
geslacht geboortejaar woonplaats job/studie geaardheid relatiegegevens
ZELFBESCHRIJVING -
-
Vertel eens wat over jezelf : wie ben je, waar ben je mee bezig, wat vind je belangrijk in het leven, .. ? Zit je in bepaalde verenigingen? Hoe lang ben je al ge-out? Hoe waren de reacties? Wat betekent voor jou homo/biseksualiteit? Is holebi zijn in deze tijd helemaal aanvaard, volgens jou? Vind jij jouw andere geaardheid belangrijk? Denk je dat er verschillende soorten holebi’s/homo’s bestaan? Zitten er gradaties in volgens jou? Waar zou je jezelf plaatsen? Zijn er veel holebi’s in je vriendenkring? (Zo ja: waarom? Leuker, meer jezelf zijn, toevallig, …? Zo neen, waarom?) 107
-
Zijn er veel vrouwen/mannen (afhankelijk van geslacht respondent) in je vriendenkring? Waarom wel/niet? Hetero’s?
UITGAANSLEVEN & HOLEBICULTUUR -
Hoe ziet jouw gemiddelde weekend eruit ? Hoe vaak ga je uit? Waar ga je uit? (gewoon café, echte fuiven, wat voor fuiven?) Met wie? Wat doe je zoal als je op een feestje staat? (dansen, toog hangen, praten, …?) Heb je al veel mensen leren kennen via het uitgaan? Wat vind je van holebifuiven? Kom je daar liever dan op een andere fuif? Hoe vaak? Beschrijf eens hoe zo’n holebifuif verloopt? De sfeer? Denk je dat holebi’s/homo’s anders feesten dan hetero’s? Heb je het gevoel dat er een echte holebigemeenschap bestaat? Behoor jij daartoe? Kan die beschouwd worden als een soort subcultuur zoals andere muziek/jeugdsubculturen (eigen stijl, jargon, attitude)? Wat zijn dan de kenmerken van die subcultuur? (eventueel wat uitleggen) En hoe zit dat met de homosubcultuur?
MUZIEKVOORKEUR -
Waar luister je zoal naar als je thuis bent ? (specifieke radiozenders, genres, artiesten, …?) Waarom spreekt die muziek je aan? Heeft dat iets te maken met wie je bent?
108
-
Waarvan is jouw muziekkeuze – als je thuis/uit bent – afhankelijk? Als je uitgaat, welke muziek hoor je dan graag? Wat is echte feestmuziek voor jou?
HOMO TOP 100 -
-
-
Wat vind je ervan dat er jaarlijks een Homo Top 100 wordt opgesteld? Waarom? (lijst rustig laten bekijken) Wat vind je van de muziek die erin staat? Hoe zou je deze muziek zelf benoemen? Vind je deze muziek goed? Waarom wordt dit als holebimuziek gezien? Zegt het iets over de holebigemeenschap? Wat vind je ervan dat de maatschappij holebi’s met deze muziek associeert? De lijst staat vol stereotiepen. Paradox met aanvaarding als gelijke? (Zelfrelativering?) Is er een groep/artiest die ontbreekt volgens jou? Of wie hoort er daarentegen niet thuis in de lijst? Heb jij een rolmodel? Met wie identificeer je je het meest uit de lijst? Er staan veel zogeheten diva’s in de lijst? Kan je jezelf met hen identificeren? Of adoratie, of gewoon muziekstijl,…? Waar komt die gevoeligheid onder de holebigemeenschap voor het Eurovisiesongfestival vandaan? Ben je zelf ook een fan? Kijk je er graag naar? Waaraan denk je bij de term ‘camp’? (eventueel uitleggen) Waarom denk je dat bepaalde holebi’s/homo’s dat leuk vinden?
109
-
-
-
-
Er staat heel veel disco-muziek in de lijst. Waarom is dat zo, denk je? “ glamrock, softrock? Het tijdperk van Studio 54 kan je ook in deze muziekperiode plaatsen. Waar denk je aan bij die? Welke sfeer roept dat op bij jou? (hedonisme) Denk je dat er onder homo’s een bepaalde nostalgie leeft naar die periode? Valt deze muziek ook/eerder in de smaak bij lesbische vrouwen/biseksuelen? Waarom wel/niet? (vraag afhankelijk van respondent) Ben je ooit op een Homo Top 100-fuif geweest? Wat vond je ervan?
Heb je nog vragen/opmerkingen? Ken je iemand die ik eventueel ook kan interviewen? Bedankt!!
10.4 Interviews (werden verwijderd om een inbreuk op de schending van de privacy te vermijden)
110