gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan
afbakening van het VSGB en aansluitende open ruimtegebiedencluster Zaventem
Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften
Provincie Vlaams- Brabant- Gemeente Kraainem, Machelen, Steenokkerzeel- Zaventem
gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan
afbakening van het VSGB en aansluitende open ruimtegebiedencluster Zaventem
de ontwerpers
Peter David
-
Eva Vercamst
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering van houdende de definitieve vaststelling van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘afbakening van het VSGB en aansluitende open ruimtegebieden- cluster Zaventem’.
de Minister-president van de Vlaamse regering
de Vlaams minister van Omgeving, Natuur en Landbouw
Geert Bourgeois
Joke Schauvliege
Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00464_00001 ‘afbakening van het VSGB en aansluitende open ruimtegebiedencluster Zaventem’
Bijlage II Stedenbouwkundige Voorschriften 2
Verordenende stedenbouwkundige voorschriften
Symbolische aanduiding / overdruk Artikel C0.2. Hoogspanningsleiding In het gebied, aangeduid met deze overdruk, zijn alle handelingen toegelaten voor de aanleg, de exploitatie en de wijzigingen van een hoogspanningsleiding en haar aanhorigheden. De aanvragen voor vergunningen voor een hoogspanningsleiding en aanhorigheden worden beoordeeld rekening houdend met de in grondkleur aangegeven bestemming. De in grondkleur aangegeven bestemming is van toepassing voor zover de aanleg, de exploitatie en wijzigingen van de hoogspanningsleiding niet in het gedrang worden gebracht. Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming zijn toegelaten voor zover ze niet strijdig zijn met de gangbare luchtvaarterfdienstbaarheden of een gevaar opleveren voor de luchtverkeersveiligheid.
Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00464_00001 “afbakening van het VSGB en aansluitende open ruimtegebiedenCluster Zaventem”
Bijlage II Stedenbouwkundige voorschriften 1
Dit gebied behoort tot de bestemmingscategorie ‘overig groen’. Artikel C4.1. Parkgebied Artikel C4.1.1 Het gebied is bestemd voor de instandhouding, het herstel en de ontwikkeling van een park of parken. Dit gebied heeft ook een sociale functie. Binnen dit gebied zijn natuurbehoud, bosbouw, landschapszorg en recreatie nevengeschikte functies. Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor deze functies zijn toegelaten. De inrichting kan de vorm aannemen van een agrarisch landschapspark.
Artikel C4.1.2 Voor zover ze door hun beperkte impact de realisatie van de algemene bestemming niet in het gedrang brengen, zijn volgende handelingen eveneens toegelaten: -
het aanbrengen van kleinschalige infrastructuur gericht op het al dan niet toegankelijk maken van het gebied voor educatief of recreatief medegebruik, waaronder het aanleggen, inrichten of uitrusten van paden voor niet-gemotoriseerd verkeer;
-
het herstellen, heraanleggen of verplaatsen van bestaande openbare wegen en nutsleidingen.
Artikel C4.1.3 In bestaande vergunde of vergund geachte gebouwen kunnen behalve de activiteiten voor de realisatie van de in de overige artikels vermelde functies, ook de volgende activiteiten toegelaten worden: -
wonen;
-
nuts- en gemeenschapsvoorzieningen;
-
socio-culturele voorzieningen;
-
toeristisch-recreatieve voorzieningen;
-
horeca en toeristische logies;
-
kantoor- of dienstenfunctie;
Ten behoeve van deze functies is het toegelaten: -
Bestaande vergunde of vergund geachte gebouwen te verbouwen, uit te breiden of te herbouwen. Indien de gebouwen niet aangesloten zijn op een riolering, wordt de vergunningsaanvraag afhankelijk gemaakt van de aanleg van een installatie voor het behandelen van afvalwater.
-
kleinschalige infrastructuur aan te brengen die nodig of nuttig is voor het goed functioneren van de toegelaten activiteiten.
Er moet rekening gehouden worden met de schaal en de ruimtelijke impact van deze activiteiten. Daarbij wordt, onverminderd de bepalingen van artikel C4.1.1, ten minste aandacht besteed aan: -
de relatie met de in de omgeving aanwezige functies;
-
de invloed op de omgeving wat betreft het aantal te verwachten gebruikers of bezoekers;
-
de invloed op de mobiliteit en de verkeersleefbaarheid;
Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00464_00001 ‘afbakening van het VSGB en aansluitende open ruimtegebiedencluster Zaventem’
Bijlage II Stedenbouwkundige Voorschriften 2
-
de relatie met de in de omgeving van het gebied vastgelegde bestemmingen.
Artikel C4.1.4 In voorkomend geval is landbouw is een nevengeschikte functie. Handelingen die nodig of nuttig zijn voor de landbouwbedrijfsvoering van de bestaande landbouwbedrijven zijn toegelaten. Een landbouwbedrijfszetel mag enkel de noodzakelijke bedrijfsgebouwen en de woning van de exploitanten bevatten, evenals verblijfsgelegenheid, verwerkende en dienstverlenende activiteiten voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaken. Nieuwe landbouwbedrijfszetels, gebouwen voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven, glastuinbouw, toeleverende, verwerkende en dienstverlenende activiteiten en landbouwverwante activiteiten zijn niet toegelaten. Artikel C4.1.5 Voor zover ze door hun beperkte impact de realisatie van de algemene bestemming niet in het gedrang brengen, zijn de volgende handelingen toegelaten : handelingen die nodig of nuttig zijn voor: -
het behoud en herstel van het waterbergend vermogen van rivier- en beekvalleien,
-
het behoud en herstel van de structuurkenmerken van de rivier- en beeksystemen, de waterkwaliteit en de verbindingsfunctie,
-
het behoud, het herstel en de ontwikkeling van overstromingsgebieden, het beheersen van overstromingen of het voorkomen van wateroverlast in voor bebouwing bestemde gebieden,
-
het beveiligen van vergunde of vergund geachte bebouwing en infrastructuren tegen overstromingen.
Artikel C4.1.6 Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming zijn toegelaten voor zover ze niet strijdig zijn met de gangbare luchtvaarterfdienstbaarheden of een gevaar opleveren voor de luchtverkeersveiligheid. Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor het vrijwaren van de luchtvaartveiligheid zijn toegestaan.
Dit gebied behoort tot de bestemmingscategorie ‘bos’. Artikel C4.3 Bosgebied Artikel C4.3.1 Het gebied is bestemd voor de instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van bos. Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de aanleg, het beheer en de inrichting van bos zijn toegelaten. Alle handelingen voor de instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van de natuur, het natuurlijk milieu en de landschapswaarden zijn toegelaten. Artikel C4.3.2 Tot aan de realisatie van de bestemming zijn per perceel de handelingen, voorzieningen en inrichtingen toegelaten die nodig of nuttig zijn voor de landbouwbedrijfsvoering van landbouwbedrijven met uitsluiting van het oprichten van gebouwen en gelijkaardige constructies. Artikel C4.3.3 Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00464_00001 ‘afbakening van het VSGB en aansluitende open ruimtegebiedencluster Zaventem’
Bijlage II Stedenbouwkundige Voorschriften 3
Handelingen die nodig of nuttig zijn voor: -
het behoud en herstel van het waterbergend vermogen van rivier- en beekvalleien,
-
het behoud en herstel van de structuurkenmerken van de rivier- en beeksystemen, de waterkwaliteit en de verbindingsfunctie,
-
het behoud, het herstel en de ontwikkeling van overstromingsgebieden, het beheersen van overstromingen of het voorkomen van wateroverlast in voor bebouwing bestemde gebieden,
-
het beveiligen van vergunde of vergund geachte bebouwing en infrastructuren tegen overstromingen
zijn toegelaten. De in artikel C4.3.1 tot en met C4.3.2 genoemde handelingen kunnen slechts toegelaten worden voor zover ze verenigbaar zijn met de waterbeheerfunctie van het gebied en het waterbergend vermogen van rivier- en beekvalleien niet doen afnemen. Artikel C4.3.4 Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming zijn toegelaten voor zover ze niet strijdig zijn met de gangbare luchtvaarterfdienstbaarheden of een gevaar opleveren voor de luchtverkeersveiligheid. Alle werken, handelingen of wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor het vrijwaren van de luchtvaartveiligheid zijn toegestaan.
Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00464_00001 ‘afbakening van het VSGB en aansluitende open ruimtegebiedencluster Zaventem’
Bijlage II Stedenbouwkundige Voorschriften 4
Dit gebied behoort tot de bestemmingscategorie industrie’ Artikel C5.1. Specifiek regionaal bedrijventerrein voor luchthavengebonden bedrijven Artikel C5.1.1 Het bedrijventerrein is bestemd voor bedrijven met luchthavengebonden karakter. Een bedrijf is luchthavengebonden als de activiteiten ervan noodzakelijk of ondersteunend zijn voor de werking van de luchthaven of als ze afhankelijk zijn van de luchtvaart. De hoofdactiviteiten van die bedrijven zijn: -
transport, distributie en logistiek;
-
op- en overslag, voorraadbeheer, groepage, fysieke distributie en logistiek;
-
dienstverlening met een fysieke binding met de luchthaven;
-
productie en verwerking van goederen;
Het bedrijventerrein is tevens bestemd voor alle activiteiten die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de openbare nutsfunctie van de luchthaven, met inbegrip van luchtvaartactiviteiten, luchtvrachthaven, waterzuivering, vluchtelingencentrum, taxiwegen, stallen van vliegtuigen en signalisatie-, communicatie- en veiligheidsinfrastructuur. Daarnaast zijn installaties voor het opwekken van hernieuwbare energie of energierecuperatie toegelaten. De volgende hoofdactiviteiten zijn niet toegelaten: -
autonome kleinhandel;
-
autonome kantoren.
Artikel C5.1.3 Bij een vergunningsaanvraag voor een project van minstens 1000 m² bruto vloeroppervlakte wordt een inrichtingsstudie gevoegd. De inrichtingsstudie is een informatief document voor de vergunningverlenende overheid met het oog op het beoordelen van de vergunningsaanvraag in het kader van de goede ruimtelijke ordening en de stedenbouwkundige voorschriften voor het gebied. De inrichtingsstudie zal tenminste aantonen hoe het parkeren wordt georganiseerd, hoe de ontsluiting zal verlopen, hoe de fasering van ontwikkeling zal verlopen en hoe de waterhuishouding wordt geregeld. De inrichtingsstudie geeft ook aan hoe het voorgenomen project zich verhoudt tot wat al gerealiseerd is in het gebied en/of tot de mogelijke ontwikkeling van de rest van het gebied. De inrichtingsstudie maakt deel uit van het dossier betreffende de aanvraag van stedenbouwkundige vergunning en wordt als zodanig meegestuurd aan de adviesverlenende instanties overeenkomstig de toepasselijke procedure voor de behandeling van de aanvragen. Elke nieuwe vergunningsaanvraag kan een bestaande inrichtingsstudie of een aangepaste of nieuwe inrichtingsstudie bevatten.
Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00464_00001 ‘afbakening van het VSGB en aansluitende open ruimtegebiedencluster Zaventem’
Bijlage II Stedenbouwkundige Voorschriften 5
Artikel C5.1.4 Handelingen die tegelijk aan de onderstaande voorwaarden voldoen, zijn slechts toegelaten voor zover de externe risico’s verbonden aan deze gevaarlijke stoffen in het bedrijf voldoen aan de in Vlaanderen geldende risicocriteria. - Het gaat over handelingen voor een nieuwe inrichting die vallen onder de toepassing van het samenwerkingsakkoord van 21 juni 1999 tussen de federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest betreffende de beheersing van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken. - De geplande inrichting is gelegen binnen een straal van 2 km van een gebied waar wonen is toegelaten, of van een aanwezige of geplande cluster van ten minste vijf niet-onteigende woongelegenheden, of van een gebied waar een ziekenhuis of een school of een verzorgingsinstelling of een door publiek bezochte plaats of gebouw met inbegrip van recreatiegebied, aanwezig of gepland is. Artikel C5.1.5 gebied voor militaire activiteiten
aanduiding in overdruk Het gebied behoort tot de bestemmingscategorie van de grondkleur Het in overdruk aangeduide gebied is bestemd voor militaire activiteiten.
Artikel C5.1.6 Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming zijn toegelaten voor zover ze niet strijdig zijn met de gangbare luchtvaarterfdienstbaarheden of een gevaar opleveren voor de luchtverkeersveiligheid. Alle werken, handelingen of wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor het vrijwaren van de luchtvaartveiligheid zijn toegestaan.
Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00464_00001 ‘afbakening van het VSGB en aansluitende open ruimtegebiedencluster Zaventem’
Bijlage II Stedenbouwkundige Voorschriften 6
Dit gebied behoort tot de bestemmingscategorie ‘overig groen’. Artikel C6.4. Parkgebied Artikel C6.4.1 Het gebied is bestemd voor de instandhouding, het herstel en de ontwikkeling van een park of parken. Dit gebied heeft ook een sociale functie. Binnen dit gebied zijn natuurbehoud, bosbouw, landschapszorg en recreatie nevengeschikte functies. Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor deze functies zijn toegelaten.
Artikel C6.4.2 Voor zover ze door hun beperkte impact de realisatie van de algemene bestemming niet in het gedrang brengen, zijn volgende handelingen eveneens toegelaten: -
het aanbrengen van kleinschalige infrastructuur gericht op het al dan niet toegankelijk maken van het gebied voor educatief of recreatief medegebruik, waaronder het aanleggen, inrichten of uitrusten van paden voor niet-gemotoriseerd verkeer;
-
het herstellen, heraanleggen of verplaatsen van bestaande openbare wegen en nutsleidingen.
-
Het verplaatsen van de afrit van de ring R0 in functie van de toegankelijkheid van het reconversiegebied Vilvoorde-Machelen aan de westzijde van de Woluwelaan
Artikel C6.4.3 In bestaande vergunde of vergund geachte gebouwen kunnen behalve de activiteiten voor de realisatie van de in de overige artikels vermelde functies, ook de volgende activiteiten toegelaten worden: -
wonen;
-
nuts- en gemeenschapsvoorzieningen;
-
socio-culturele voorzieningen;
-
toeristisch-recreatieve voorzieningen;
-
horeca en toeristische logies;
-
kantoor- of dienstenfunctie;
Ten behoeve van deze functies is het toegelaten: -
Bestaande vergunde of vergund geachte gebouwen te verbouwen, uit te breiden of te herbouwen. Indien de gebouwen niet aangesloten zijn op een riolering, wordt de vergunningsaanvraag afhankelijk gemaakt van de aanleg van een installatie voor het behandelen van afvalwater.
-
kleinschalige infrastructuur aan te brengen die nodig of nuttig is voor het goed functioneren van de toegelaten activiteiten.
Er moet rekening gehouden worden met de schaal en de ruimtelijke impact van deze activiteiten. Daarbij wordt, onverminderd de bepalingen van artikel C6.4.1, ten minste aandacht besteed aan: -
de relatie met de in de omgeving aanwezige functies;
Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00464_00001 ‘afbakening van het VSGB en aansluitende open ruimtegebiedencluster Zaventem’
Bijlage II Stedenbouwkundige Voorschriften 7
-
de invloed op de omgeving wat betreft het aantal te verwachten gebruikers of bezoekers;
-
de invloed op de mobiliteit en de verkeersleefbaarheid;
-
de relatie met de in de omgeving van het gebied vastgelegde bestemmingen.
Artikel C6.4.4 In voorkomend geval is landbouw is een nevengeschikte functie. Handelingen die nodig of nuttig zijn voor de landbouwbedrijfsvoering van de bestaande landbouwbedrijven zijn toegelaten. Een landbouwbedrijfszetel mag enkel de noodzakelijke bedrijfsgebouwen en de woning van de exploitanten bevatten, evenals verblijfsgelegenheid, verwerkende en dienstverlenende activiteiten voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaken. Nieuwe landbouwbedrijfszetels, gebouwen voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven, glastuinbouw, toeleverende, verwerkende en dienstverlenende activiteiten en landbouwverwante activiteiten zijn niet toegelaten. Artikel C6.4.5 Handelingen die nodig of nuttig zijn voor: -
het behoud en herstel van het waterbergend vermogen van rivier- en beekvalleien,
-
het behoud en herstel van de structuurkenmerken van de rivier- en beeksystemen, de waterkwaliteit en de verbindingsfunctie,
-
het behoud, het herstel en de ontwikkeling van overstromingsgebieden, het beheersen van overstromingen of het voorkomen van wateroverlast in voor bebouwing bestemde gebieden,
-
het beveiligen van vergunde of vergund geachte bebouwing en infrastructuren tegen overstromingen
zijn toegelaten. De in artikel C6.4.1 tot C6.4.4 genoemde handelingen kunnen slechts toegelaten worden voor zover ze verenigbaar zijn met de waterbeheerfunctie van het gebied en het waterbergend vermogen van rivier- en beekvalleien niet doen afnemen. Artikel C6.4.6 Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming zijn toegelaten voor zover ze niet strijdig zijn met de gangbare luchtvaarterfdienstbaarheden of een gevaar opleveren voor de luchtverkeersveiligheid.
Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor het vrijwaren van de luchtvaartveiligheid zijn toegestaan.
Dit gebied behoort tot de bestemmingscategorie ‘recreatie’. Artikel C6.5 Gebied voor recreatie Artikel C6.5.1 Het gebied is bestemd voor dagrecreatie. Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor het realiseren van de bestemming, zijn toegelaten. De volgende handelingen zijn eveneens toegelaten: −
het aanbrengen van kleinschalige infrastructuur, gericht op de recreatieve functie van het gebied,
Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00464_00001 ‘afbakening van het VSGB en aansluitende open ruimtegebiedencluster Zaventem’
Bijlage II Stedenbouwkundige Voorschriften 8
waaronder sanitaire gebouwen of schuilplaatsen van één bouwlaag met een oppervlakte van ten hoogste 100 m². Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming zijn toegelaten voor zover ze wat schaal en ruimtelijke impact betreft verenigbaar zijn met de omgeving. Daarbij wordt ten minste aandacht besteed aan: - De relatie met de in de omgeving aanwezige functies; -
De invloed op de omgeving wat betreft het aantal te verwachten gebruikers, bewoners of bezoekers;
-
De invloed op de mobiliteit en de verkeersleefbaarheid;
-
De relatie met de in de omgeving vastgelegde bestemmingen;
Artikel C6.5.2 In het gebied zijn eveneens toegelaten, voor zover de hoofdbestemming niet in het gedrang komt, voor zover in overeenstemming met of aangewezen in de watertoets, alle handelingen in functie van het bereiken van de randvoorwaarden die nodig zijn voor het behoud van de watersystemen en het voorkomen van wateroverlast buiten de natuurlijke overstromingsgebieden.
Artikel C6.5.3 Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming zijn toegelaten voor zover ze niet strijdig zijn met de gangbare luchtvaarterfdienstbaarheden of een gevaar opleveren voor de luchtverkeersveiligheid.
Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor het vrijwaren van de luchtverkeersveiligheid zijn toegelaten.
Dit gebied behoort tot de bestemmingscategorie ‘gemeenschapsvoorzieningen – nutsvoorzieningen’. Artikel C6.6 Gebied voor gemeenschaps- en openbare nutsvoorzieningen Artikel C6.6.1 Het gebied is bestemd voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen. Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor het aanbieden van gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen zijn toegelaten.
Artikel C6.6.2 De gebouwen zijn meerlagig indien de activiteit dit toelaat. Bestaande gebouwen die hieraan niet voldoen kunnen behouden blijven. Constructies die verbonden zijn met sportvelden moeten hieraan niet voldoen. Parkeren wordt gegroepeerd. Het gebied kan enkel naar de Kennedylaan worden ontsloten. Op de percelen 68, 69a en 69b worden slechts constructies toegelaten die verbonden zijn met sportvelden. De aanleg van niet-bebouwde en niet-verharde ruimtes moet zodanig gebeuren dat het geheel een parkkarakter verkrijgt. Afsluitingen worden verwerkt in groenelementen. Waardevolle boselementen worden maximaal gevrijwaard. Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00464_00001 ‘afbakening van het VSGB en aansluitende open ruimtegebiedencluster Zaventem’
Bijlage II Stedenbouwkundige Voorschriften 9
Artikel C6.6.3 Bij de aanleg van het terrein wordt het waterbergend vermogen van het gebied zoveel mogelijk behouden en het overstromingsrisico beperkt. In het gebied zijn eveneens toegelaten, voor zover de hoofdbestemming niet in het gedrang komt, voor zover in overeenstemming met of aangewezen in de watertoets, alle handelingen in functie van het bereiken van de randvoorwaarden die nodig zijn voor het behoud van de watersystemen en het voorkomen van wateroverlast buiten de natuurlijke overstromingsgebieden. Artikel C6.6.4 Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming zijn toegelaten voor zover ze niet strijdig zijn met de gangbare luchtvaarterfdienstbaarheden of een gevaar opleveren voor de luchtverkeersveiligheid. Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig luchtverkeersveiligheid zijn toegelaten.
zijn voor het vrijwaren van de
Dit gebied behoort tot de bestemmingscategorie ‘bedrijvigheid’. Artikel C6.7 Gebied voor gemengde activiteiten V Artikel C6.7.1 Het gebied is bestemd voor de verweving van handel, horeca en toeristische logies, openbare en private nuts- en gemeenschapsvoorzieningen, openbare groene en verharde ruimten, socio-culturele inrichtingen, recreatieve voorzieningen bedrijven, kantoren en diensten,. Wonen is niet toegelaten, behalve in het gebied grenzend aan de Zaventemsesteenweg, voor zover de woningen voorzien worden voor de herhuisvesting van de huidige bewoners van de Blaironstraat en Veldweg en voor zover er bovendien woningen aan de Blaironstraat en Veldweg verdwijnen. De volgende hoofdactiviteiten zijn niet toegelaten: -
afvalverwerking logistiek (op- en overslag, voorraadbeheer, fysieke distributie en groupage), groothandel en bedrijven die omwille van de schaal en ruimtelijke impact niet verenigbaar zijn met de omgeving.
Artikel C6.7.2 Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming zijn toegelaten voor zover ze wat schaal en ruimtelijke impact betreft verenigbaar zijn met de omgeving. Daarbij wordt ten minste aandacht besteed aan: -
de relatie met de in de omgeving aanwezige functies;
-
de invloed op de omgeving wat betreft het aantal te verwachten gebruikers, bewoners of bezoekers;
-
de invloed op de mobiliteit en de verkeersleefbaarheid;
-
de relatie met de in de omgeving vastgelegde bestemmingen;
-
de inpassing in de omgeving.
Elke aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning zal worden beoordeeld aan de hand van volgende criteria: -
zorgvuldig ruimtegebruik;
Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00464_00001 ‘afbakening van het VSGB en aansluitende open ruimtegebiedencluster Zaventem’
Bijlage II Stedenbouwkundige Voorschriften 10
- een kwaliteitsvolle aanleg van het plangebied; - de afwerking van de gebouwen; - het groeperen en organiseren van parkeermogelijkheden De activiteiten zijn toegelaten onder de volgende voorwaarden: De totale oppervlakte voor kantoren, diensten en bedrijven is beperkt tot 5% van de oppervlakte van het gebied.
Artikel C6.7.3 Bij een vergunningsaanvraag voor een project van minstens 1000 m² bruto vloeroppervlakte wordt een inrichtingsstudie gevoegd. De inrichtingsstudie is een informatief document voor de vergunningverlenende overheid met het oog op het beoordelen van de vergunningsaanvraag in het kader van de goede ruimtelijke ordening en de stedenbouwkundige voorschriften voor het gebied. De inrichtingsstudie zal tenminste aantonen hoe de functies worden verweven, hoe het parkeren niet wordt afgewenteld op het openbaar domein, op welke wijze wordt ingespeeld op de bereikbaarheid met het openbaar vervoer, hoe de ontsluiting zal verlopen en hoe de waterhuishouding wordt geregeld. De inrichtingsstudie geeft ook aan hoe het voorgenomen project zich verhoudt tot wat al gerealiseerd is in het gebied en/of tot de mogelijke ontwikkeling van de rest van het gebied. De inrichtingsstudie maakt deel uit van het dossier betreffende de aanvraag van stedenbouwkundige vergunning en wordt als zodanig meegestuurd aan de adviesverlenende instanties overeenkomstig de toepasselijke procedure voor de behandeling van de aanvragen. Elke nieuwe vergunningsaanvraag kan een bestaande inrichtingsstudie of een aangepaste of nieuwe inrichtingsstudie bevatten. Artikel C6.7.4 In het gebied zijn eveneens toegelaten, voor zover de hoofdbestemming niet in het gedrang komt, voor zover in overeenstemming met of aangewezen in de watertoets, alle handelingen in functie van het bereiken van de randvoorwaarden die nodig zijn voor het behoud van de watersystemen en het voorkomen van wateroverlast buiten de natuurlijke overstromingsgebieden. Artikel C6.7.5 Inrichtingen die vallen onder de toepassing van het samenwerkingsakkoord van 21 juni 1999 tussen de federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest betreffende de beheersing van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken zijn niet toegelaten. Artikel C6.7.6 De bestaande activiteiten of functies die niet inbegrepen zijn in artikel C6.7.1 en die aanwezig zijn in dit gebied op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan kunnen blijven bestaan tot de stopzetting. Alle handelingen die nodig zijn om een bestaande activiteit of functie te bestendigen zijn toegelaten. De uitbreiding van de bestaande activiteiten of functies is beperkt tot de percelen in eigendom of gebruik voor de bestaande activiteit in dit gebied op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Artikel C6.7.7 Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming zijn toegelaten voor zover ze niet strijdig zijn met de gangbare luchtvaarterfdienstbaarheden of een gevaar opleveren voor de luchtverkeersveiligheid. Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor het vrijwaren van de luchtverkeersveiligheid zijn toegelaten.
Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00464_00001 ‘afbakening van het VSGB en aansluitende open ruimtegebiedencluster Zaventem’
Bijlage II Stedenbouwkundige Voorschriften 11
Artikel C8.1 Gebied voor spoorinfrastructuur Dit gebied behoort tot de bestemmingscategorie Lijninfrastructuur, verkeers- en vervoersinfrastructuur Artikel C8.1.1 Dit gebied is bestemd voor spoorinfrastructuur en aanhorigheden. In dit gebied zijn alle handelingen toegelaten voor de aanleg, het functioneren of aanpassing van die spoorweginfrastructuur en aanhorigheden. Daarnaast zijn alle handelingen met het oog op de ruimtelijke inpassing, buffers, ecologische verbindingen, kruisende infrastructuren, leidingen, telecommunicatie infrastructuur, lokaal openbaar vervoer, lokale dienstwegen, jaagpaden, recreatienetwerk en paden voor niet-gemotoriseerd verkeer toegelaten. Gronden die niet voor de inrichting of het functioneren van de verkeers- en vervoersinfrastructuur gebruikt worden, worden op een kwaliteitsvolle manier geïntegreerd in de omgeving.
Artikel C8.1.2 Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming zijn toegelaten voor zover ze niet strijdig zijn met de gangbare luchtvaarterfdienstbaarheden of een gevaar opleveren voor de luchtverkeersveiligheid. Alle werken, handelingen en wijzigingen die nuttig en nodig zijn voor het vrijwaren van de luchtverkeersveiligheid zijn toegelaten.
Artikel C8.2. Parkgebied Dit gebied behoort tot de bestemmingscategorie ‘overig groen’. Artikel C8.2.1 Het gebied is bestemd voor de instandhouding, het herstel en de ontwikkeling van een park of parken. Dit gebied heeft ook een sociale functie. Binnen dit gebied zijn natuurbehoud, bosbouw, landschapszorg en recreatie nevengeschikte functies. Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor deze functies zijn toegelaten.
Artikel C8.2.2
Voor zover ze door hun beperkte impact de realisatie van de algemene bestemming niet in het gedrang brengen, zijn volgende handelingen eveneens toegelaten: -
bebouwing in functie van jeugdwerking en sport..
Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00464_00001 ‘afbakening van het VSGB en aansluitende open ruimtegebiedencluster Zaventem’
Bijlage II Stedenbouwkundige Voorschriften 12
Artikel C8.2.3 In bestaande vergunde of vergund geachte gebouwen kunnen behalve de activiteiten voor de realisatie van de in de overige artikels vermelde functies, ook de volgende activiteiten toegelaten worden: -
wonen;
-
nuts- en gemeenschapsvoorzieningen;
-
socio-culturele voorzieningen;
-
toeristisch-recreatieve voorzieningen;
-
horeca en toeristische logies;
-
kantoor- of dienstenfunctie;
Ten behoeve van deze functies is het toegelaten: -
Bestaande hoofdzakelijk vergunde gebouwen te verbouwen, uit te breiden of te herbouwen. Indien de gebouwen niet aangesloten zijn op een riolering, wordt de vergunningsaanvraag afhankelijk gemaakt van de aanleg van een installatie voor het behandelen van afvalwater.
-
kleinschalige infrastructuur aan te brengen die nodig of nuttig is voor het goed functioneren van de toegelaten activiteiten.
Er moet rekening gehouden worden met de schaal en de ruimtelijke impact van deze activiteiten. Daarbij wordt, onverminderd de bepalingen van artikel C8.2.1, ten minste aandacht besteed aan: -
de relatie met de in de omgeving aanwezige functies;
-
de invloed op de omgeving wat betreft het aantal te verwachten gebruikers of bezoekers;
-
de invloed op de mobiliteit en de verkeersleefbaarheid;
-
de relatie met de in de omgeving van het gebied vastgelegde bestemmingen.
Artikel C8.2.4 In voorkomend geval is landbouw is een nevengeschikte functie. Handelingen die nodig of nuttig zijn voor de landbouwbedrijfsvoering van de bestaande landbouwbedrijven zijn toegelaten. Een landbouwbedrijfszetel mag enkel de noodzakelijke bedrijfsgebouwen en de woning van de exploitanten bevatten, evenals verblijfsgelegenheid, verwerkende en dienstverlenende activiteiten voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaken. Nieuwe landbouwbedrijfszetels, gebouwen voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven, glastuinbouw, toeleverende, verwerkende en dienstverlenende activiteiten en landbouwverwante activiteiten zijn niet toegelaten. Artikel C8.2.5 Handelingen die nodig of nuttig zijn voor: -
het behoud en herstel van het waterbergend vermogen van rivier- en beekvalleien,
-
het behoud en herstel van de structuurkenmerken van de rivier- en beeksystemen, de waterkwaliteit en de verbindingsfunctie,
-
het behoud, het herstel en de ontwikkeling van overstromingsgebieden, het beheersen van overstromingen of het voorkomen van wateroverlast in voor bebouwing bestemde gebieden,
-
het beveiligen van vergunde of vergund geachte bebouwing en infrastructuren tegen overstromingen
zijn toegelaten. De in artikel C8.2.1 tot C8.2.4 genoemde handelingen kunnen slechts toegelaten worden voor zover ze verenigbaar zijn met de waterbeheerfunctie van het gebied en het waterbergend vermogen van rivier- en beekvalleien niet doen afnemen.
Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00464_00001 ‘afbakening van het VSGB en aansluitende open ruimtegebiedencluster Zaventem’
Bijlage II Stedenbouwkundige Voorschriften 13
Artikel C8.2.6 Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming zijn toegelaten voor zover ze niet strijdig zijn met de gangbare luchtvaarterfdienstbaarheden of een gevaar opleveren voor de luchtverkeersveiligheid.
Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor het vrijwaren van de luchtverkeersveiligheid zijn toegelaten.
Artikel C8.3 Gemengd open ruimtegebied Dit gebied behoort tot de bestemmingscategorie ‘overig groen’. Artikel C8.3.1 Binnen dit gebied zijn natuurbehoud, bosbouw, landbouw, landschapszorg en recreatie nevengeschikte functies. Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor deze functies zijn toegelaten, met uitzondering van het oprichten van gebouwen behoudens de overige bepalingen van dit artikel. Artikel C8.3.2 Voor zover de ruimtelijk-ecologische draagkracht van het gebied niet wordt overschreden zijn, in uitzondering op het onbebouwde karakter van het gebied, de volgende handelingen toegelaten: -
het aanbrengen van kleinschalige infrastructuur die gericht op de sociale, educatieve of recreatieve functie van het gebied, waaronder sanitaire gebouwen of schuilplaatsen van één bouwlaag met een oppervlakte van ten hoogste 100 m² met uitsluiting van elke verblijfsaccomodatie;
-
het aanbrengen van kleinschalige infrastructuur die gericht is op het gebruik van het gebied voor landbouw of hobbylandbouw;
Artikel C8.3.3 Indien een woning niet aangesloten is op een riolering, wordt de vergunningsaanvraag afhankelijk gemaakt van de aanleg van een installatie voor het behandelen van afvalwater. Artikel C8.3.4 Handelingen die nodig of nuttig zijn voor: -
het behoud en herstel van het waterbergend vermogen van rivier- en beekvalleien,
-
het behoud en herstel van de structuurkenmerken van de rivier- en beeksystemen, de waterkwaliteit en de verbindingsfunctie,
-
het behoud, het herstel en de ontwikkeling van overstromingsgebieden, het beheersen van overstromingen of het voorkomen van wateroverlast in voor bebouwing bestemde gebieden,
-
het beveiligen van vergunde of vergund geachte bebouwing en infrastructuren tegen overstromingen
zijn toegelaten. De in artikel C8.3.1 tot C8.3.3 genoemde handelingen kunnen slechts toegelaten worden voor zover ze verenigbaar zijn met de waterbeheerfunctie van het gebied en het waterbergend vermogen van rivier- en beekvalleien niet doen afnemen.
Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00464_00001 ‘afbakening van het VSGB en aansluitende open ruimtegebiedencluster Zaventem’
Bijlage II Stedenbouwkundige Voorschriften 14
Artikel C8.3.5 Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming zijn toegelaten voor zover ze niet strijdig zijn met de gangbare luchtvaarterfdienstbaarheden of een gevaar opleveren voor de luchtverkeersveiligheid.
Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor het vrijwaren van de luchtverkeersveiligheid zijn toegelaten. Artikel C8.3.6
Aanduiding in overdruk Het gebied behoort tot de bestemmingscategorie van de grondkleur. Het in overdruk aangeduide gebied is een natuurverwevingsgebied waarbij de functie natuurbehoud nevengeschikt is aan de overige functies in het gebied.
Artikel C8.4 Bouwvrij agrarisch gebied Dit gebied behoort tot de bestemmingscategorie ‘landbouw’ Artikel C8.4.1 Het gebied is bestemd voor de beroepslandbouw. Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de landbouwbedrijfsvoering van landbouwbedrijven zijn toegelaten. Het oprichten van gebouwen en gelijkaardige constructies is niet toegelaten. Artikel C8.4.2 Voor zover ze door hun beperkte impact de realisatie van de algemene bestemming niet in het gedrang brengen, zijn de volgende handelingen toegelaten : handelingen die nodig of nuttig zijn voor: -
het behoud en herstel van het waterbergend vermogen van rivier- en beekvalleien,
-
het behoud en herstel van de structuurkenmerken van de rivier- en beeksystemen, de waterkwaliteit en de verbindingsfunctie,
-
het behoud, het herstel en de ontwikkeling van overstromingsgebieden, het beheersen van overstromingen of het voorkomen van wateroverlast in voor bebouwing bestemde gebieden,
-
het beveiligen van vergunde of vergund geachte bebouwing en infrastructuren tegen overstromingen
Artikel C8.4.3 Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming zijn toegelaten voor zover ze niet strijdig zijn met de gangbare luchtvaarterfdienstbaarheden of een gevaar opleveren voor de luchtverkeersveiligheid. Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor het vrijwaren van de luchtverkeersveiligheid zijn toegelaten.
Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00464_00001 ‘afbakening van het VSGB en aansluitende open ruimtegebiedencluster Zaventem’
Bijlage II Stedenbouwkundige Voorschriften 15
Dit gebied behoort tot de bestemmingscategorie ‘landbouw’. Artikel C8.5 Agrarisch gebied Artikel C8.5.1 Het gebied is bestemd voor de beroepslandbouw. Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de landbouwbedrijfsvoering van landbouwbedrijven zijn toegelaten. Een landbouwbedrijfszetel mag alleen de noodzakelijke bedrijfsgebouwen en de woning van de exploitanten bevatten, alsook verblijfsgelegenheid, verwerkende en dienstverlenende activiteiten voor zover die een integrerend deel van het bedrijf uitmaken. Artikel C8.5.2 In het gebied zijn ook aan de landbouw verwante bedrijven toegelaten voor zover hun aanwezigheid in het agrarisch gebied nuttig of nodig is voor het goed functioneren van de landbouwbedrijven in de omgeving. Die bedrijven moeten een directe en uitsluitende relatie hebben met de aanwezige landbouwbedrijven door afname of toelevering van diensten of producten. Primaire bewerking of opslag van producten kan worden toegelaten. Verwerking van producten is uitgesloten, met uitzondering van mestbehandeling en mestvergisting. Er moet rekening gehouden worden met de schaal en het ruimtelijke impact van deze bedrijven. Daarbij wordt ten minste aandacht besteed aan: -
de relatie met de in de omgeving aanwezige functies;
-
de invloed op de omgeving wat betreft het aantal te verwachten gebruikers of bezoekers;
-
de invloed op de mobiliteit en de verkeersleefbaarheid;
-
de relatie met de in de omgeving van het gebied vastgelegde bestemmingen.
Artikel C8.5.3 Indien een woning niet aangesloten is op een riolering, wordt de vergunningsaanvraag afhankelijk gemaakt van de aanleg van een installatie voor het behandelen van afvalwater.
Artikel C8.5.4 In de delen van dit gebied waarvoor op het ogenblik van de totstandkoming van dit plan een gemeentelijk of provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan van kracht is met voorschriften voor bestaande woningen, bedrijven, gebouwen of constructies waarvan de functie geen verband houdt met de algemene bestemming van het gebied, blijven de bepalingen van dat gemeentelijk of provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan gelden en hebben ze voorrang op de voorschriften opgenomen onder de artikels C8.5.1 tot C8.5.3. Artikel C8.5.5 Windturbines zijn niet toegelaten. Voor zover ze door hun beperkte impact de realisatie van de algemene bestemming niet in het gedrang brengen, zijn installaties voor de productie van (hernieuwbare) energie of energierecuperatie toegelaten. De mogelijke effecten van de inplanting ten aanzien van efficiënt bodemgebruik, eventuele verstoring van de uitbating(smogelijkheden) en landschappelijke kwaliteiten dienen in een lokalisatienota te worden beschreven en geëvalueerd. Artikel C8.5.6 Voor zover ze door hun beperkte impact de realisatie van de algemene bestemming niet in het gedrang brengen, zijn de volgende handelingen toegelaten : handelingen die nodig of nuttig zijn voor: Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00464_00001 ‘afbakening van het VSGB en aansluitende open ruimtegebiedencluster Zaventem’
Bijlage II Stedenbouwkundige Voorschriften 16
-
het behoud en herstel van het waterbergend vermogen van rivier- en beekvalleien,
-
het behoud en herstel van de structuurkenmerken van de rivier- en beeksystemen, de waterkwaliteit en de verbindingsfunctie,
-
het behoud, het herstel en de ontwikkeling van overstromingsgebieden, het beheersen van overstromingen of het voorkomen van wateroverlast in voor bebouwing bestemde gebieden,
-
het beveiligen van vergunde of vergund geachte bebouwing en infrastructuren tegen overstromingen
Artikel C8.5.7 Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming zijn toegelaten voor zover ze niet strijdig zijn met de gangbare luchtvaarterfdienstbaarheden of een gevaar opleveren voor de luchtverkeersveiligheid. Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor het vrijwaren van de luchtverkeersveiligheid zijn toegelaten.
Artikel C8.6 Gemengd regionaal bedrijventerrein Dit gebied behoort tot de bestemmingscategorie ‘bedrijvigheid’. Artikel C8.6.1 Het bedrijventerrein is bestemd voor bedrijven met de volgende hoofdactiviteiten: -
productie, opslag, bewerking en verwerking van goederen;
-
productie van energie , met uitzondering van windturbines;
-
onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten.
-
op- en overslag, voorraadbeheer, groepage, fysieke distributie en groothandel;
De volgende hoofdactiviteiten zijn niet toegelaten: -
kleinhandel;
-
agrarische productie;
-
autonome kantoren;
-
afvalverwerking met inbegrip van recyclage;
-
verwerking en bewerking van mest of slib;
-
verwerking en bewerking van grondstoffen met inbegrip van delfstoffen.
Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00464_00001 ‘afbakening van het VSGB en aansluitende open ruimtegebiedencluster Zaventem’
Bijlage II Stedenbouwkundige Voorschriften 17
Artikel C8.6.2 Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming zijn toegelaten voor zover ze rekening houden met zuinig ruimtegebruik. Daarbij wordt minstens aandacht besteed aan: -
het optimaal gebruiken van de percelen, echter rekening houdend met de verplichtingen inzake veiligheid;
-
de mogelijkheid om bepaalde diensten onder te brengen in gemeenschappelijke gebouwen op het bedrijventerrein;
-
het groeperen en organiseren op het bedrijventerrein van parkeermogelijkheden voor de gebruikers en bezoekers
Gemeenschappelijke en complementaire voorzieningen, inherent aan het functioneren van het regionaal bedrijventerrein, zijn toegelaten. Kantoren en toonzalen met beperkte vloeroppervlakte, ondergeschikt en gekoppeld aan de productieactiviteit van individuele bedrijven, zijn toegelaten voor zover die activiteiten geen loketfunctie hebben en geen autonome activiteiten uitmaken. De toonzalen mogen maximaal 10% van de gelijkvloerse bebouwde oppervlakte innemen, ongeacht op welk niveau de toonzalen worden ingericht, en de toonzaaloppervlakte mag maximaal 500 m² zijn. Inrichtingen voor de huisvesting van bewakingspersoneel van maximaal 200 m² vloeroppervlakte, geïntegreerd in het bedrijfsgebouw, zijn toegelaten. Indien het noodzakelijk is voor de veiligheid van het bewakingspersoneel is de niet-integratie toegelaten.
Artikel C8.6.3 Bij een vergunningsaanvraag voor een project van minstens 1000 m² bruto vloeroppervlakte wordt een inrichtingsstudie gevoegd. De inrichtingsstudie is een informatief document voor de vergunningverlenende overheid met het oog op het beoordelen van de vergunningsaanvraag in het kader van de goede ruimtelijke ordening en de stedenbouwkundige voorschriften voor het gebied. De inrichtingsstudie zal tenminste aantonen hoe de functies worden verweven, hoe het parkeren niet wordt afgewenteld op het openbaar domein, op welke wijze wordt ingespeeld op de bereikbaarheid met het openbaar vervoer, hoe de ontsluiting zal verlopen en hoe de waterhuishouding wordt geregeld. De inrichtingsstudie geeft ook aan hoe het voorgenomen project zich verhoudt tot wat al gerealiseerd is in het gebied en/of tot de mogelijke ontwikkeling van de rest van het gebied. De inrichtingsstudie maakt deel uit van het dossier betreffende de aanvraag van stedenbouwkundige vergunning en wordt als zodanig meegestuurd aan de adviesverlenende instanties overeenkomstig de toepasselijke procedure voor de behandeling van de aanvragen. Elke nieuwe vergunningsaanvraag kan een bestaande inrichtingsstudie of een aangepaste of nieuwe inrichtingsstudie bevatten. Artikel C8.6.4 Inrichtingen die vallen onder de toepassing van het samenwerkingsakkoord van 21 juni 1999 tussen de federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest betreffende de beheersing van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken zijn niet toegelaten. Artikel C8.6.5 Bestaande activiteiten of functies die niet vermeld zijn in artikel C8.6.1 als een activiteit waarvoor dit gebied is bestemd, kunnen tot aan de stopzetting van deze activiteit of functie blijven bestaan, voor zover ze reeds aanwezig zijn in dit gebied op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Alle handelingen die nodig zijn om een bestaande activiteit of functie te bestendigen zijn toegelaten. De uitbreiding van de bestaande activiteiten of functies is beperkt tot de percelen in eigendom of gebruik voor de bestaande activiteit in dit gebied op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00464_00001 ‘afbakening van het VSGB en aansluitende open ruimtegebiedencluster Zaventem’
Bijlage II Stedenbouwkundige Voorschriften 18
Artikel C8.6.6 Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming zijn toegelaten voor zover ze niet strijdig zijn met de gangbare luchtvaarterfdienstbaarheden of een gevaar opleveren voor de luchtverkeersveiligheid.
Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor het vrijwaren van de luchtverkeersveiligheid zijn toegelaten.
Dit gebied behoort tot de bestemmingscategorie ‘gemeenschapsvoorzieningen – nutsvoorzieningen’. Artikel C8.7 Gebied voor gemeenschaps- en openbare nutsvoorzieningen Artikel C8.7.1 Het gebied is bestemd voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen. Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor het aanbieden van gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen zijn toegelaten Artikel C8.7.2 De aanleg van niet-bebouwde en niet-verharde ruimtes moet zodanig gebeuren dat het geheel een parkkarakter verkrijgt. Afsluitingen worden verwerkt in groenelementen. Waardevolle boselementen worden maximaal gevrijwaard.
Artikel C8.7.3 Bij de aanleg van het terrein wordt het waterbergend vermogen van het gebied zoveel mogelijk behouden en het overstromingsrisico beperkt. In het gebied zijn eveneens toegelaten, voor zover de hoofdbestemming niet in het gedrang komt, voor zover in overeenstemming met of aangewezen in de watertoets, alle handelingen in functie van het bereiken van de randvoorwaarden die nodig zijn voor het behoud van de watersystemen en het voorkomen van wateroverlast buiten de natuurlijke overstromingsgebieden. Artikel C8.7.4 Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming zijn toegelaten voor zover ze niet strijdig zijn met de gangbare luchtvaarterfdienstbaarheden of een gevaar opleveren voor de luchtverkeersveiligheid.
Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor het vrijwaren van de luchtverkeersveiligheid zijn toegelaten.
Dit gebied behoort tot de bestemmingscategorie ‘ontginning en waterwinning’ in het bijzonder tot de subcategorie ‘gebied voor de winning van oppervlaktedelfstoffen’
Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00464_00001 ‘afbakening van het VSGB en aansluitende open ruimtegebiedencluster Zaventem’
Bijlage II Stedenbouwkundige Voorschriften 19
Artikel C8.12 ontginningsgebied met nabestemming bouwvrij agrarisch gebied Artikel C8.12.1 Bestemming Het gebied is bestemd voor de ontginning van oppervlaktedelfstoffen. Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor het winnen en mechanisch behandelen van klei zijn toegelaten voor zover het tijdelijke infrastructuur betreft, wat moet blijken uit de fasering van de ontginning en de eindafwerking met het oog op de realisatie van de nabestemming. Verwerking is uitgesloten. Als het noodzakelijk is voor de ontginning van klei en/of de kwalitatieve inrichting met het oog op de nabestemming van het gebied, is het herstellen, heraanleggen of verplaatsen van bestaande ondergrondse transportleidingen eveneens toegelaten. Bij het ontginnen moet de ruimtelijke, landschapsecologische en milieuhygiënische impact van de ontginning op het gebied en de omgeving geminimaliseerd worden. Ontginning van een delfstof is slechts toegelaten na het voorleggen van een inrichtingsstudie bij de vergunningsaanvraag. De inrichtingsstudie is een informatief document voor de vergunningverlenende overheid met het oog op het beoordelen van de vergunningsaanvraag in het kader van de goede ruimtelijke ordening en de stedenbouwkundige voorschriften voor het gebied. De inrichtingsstudie zal tenminste het volgende aantonen: de diepte van de ontginning, de fasering van de ontginning, de geluidsbuffer per ontginningsfase en de opvulling met het oog op de realisatie van de nabestemming.
Overdruk - symbolisch Deze overdruk heeft geen eigen bestemmingscategorie maar volgt de bestemmingscategorie van de grondkleur. Artikel C8.12.2 Nabestemming bouwvrij agrarisch gebied Artikel C8.12.2.1 Het gebied is bestemd voor de beroepslandbouw. Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de landbouwbedrijfsvoering van landbouwbedrijven zijn toegelaten. Het oprichten van gebouwen en gelijkaardige constructies is niet toegelaten. Artikel C8.12.2.2 Handelingen die nodig of nuttig zijn voor: -
het behoud en herstel van het waterbergend vermogen van rivier- en beekvalleien,
-
het behoud en herstel van de structuurkenmerken van de rivier- en beeksystemen, de waterkwaliteit en de verbindingsfunctie,
-
het behoud, het herstel en de ontwikkeling van overstromingsgebieden, het beheersen van overstromingen of het voorkomen van wateroverlast in voor bebouwing bestemde gebieden,
-
het beveiligen van vergunde of vergund geachte bebouwing en infrastructuren tegen overstromingen
zijn toegelaten. De in artikel C8.12.1 genoemde handelingen kunnen slechts toegelaten worden voor zover ze verenigbaar zijn met de waterbeheerfunctie van het gebied en het waterbergend vermogen van rivieren beekvalleien niet doen afnemen. Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00464_00001 ‘afbakening van het VSGB en aansluitende open ruimtegebiedencluster Zaventem’
Bijlage II Stedenbouwkundige Voorschriften 20
Artikel C8.12.2.3 Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming zijn toegelaten voor zover ze niet strijdig zijn met de gangbare luchtvaarterfdienstbaarheden of een gevaar opleveren voor de luchtverkeersveiligheid.
Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor het vrijwaren van de luchtverkeersveiligheid zijn toegelaten.
Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00464_00001 ‘afbakening van het VSGB en aansluitende open ruimtegebiedencluster Zaventem’
Bijlage II Stedenbouwkundige Voorschriften 21