Aelman
Momenteel ligt het ontwerp-reconstructieplan Noord- en Midden-Limburg ter visie. Het plan heeft alleen betrekking op de Limburgse concentratiegebieden. Het grondgebied van de voormalige gemeente Echt vormt de zuidgrens van het concentratiegebied. Zuid-Limburg valt dus geheel buiten dit plan. Vergelijkbare plannen zijn in ontwikkeling voor delen van Noord Brabant. Deze zullen later ter visie gelegd worden. Vanaf 8 oktober kunt u gedurende vier weken het Limburgse reconstructieplan inzien. Tijdens deze periode kunt u tevens op dit ontwerp inspreken. Voordat Provinciale Staten het plan vaststellen, zal het op basis van de reacties mogelijk worden aangepast.
16
nieuwsbrief
no oktober 2003
Reconstructieonderwerpen als de zonering intensieve veehouderij en varkensvrije zones gaan rechtstreeks doorwerken in streekplannen en bestemmingsplannen. Het reconstructieplan zorgt tevens voor een wijziging van of aanvulling op het Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL). Voor de intensieve veehouderij ontstaan landbouwontwikkelingsgebieden, verwevingsgebieden en extensiveringsgebieden, terwijl de varkensvrije zones op kavelniveau begrensd zullen worden. Het reconstructieplan geeft verder aan welke uitbreidingen van bestaande bouwkavels mogelijk zijn en waar nieuwvestiging van intensieve veebedrijven mogelijk is. Kortom, in alle gevallen van groot belang voor u en uw toekomstplannen. Maak daarom een afspraak bij ons op kantoor om de plannen in te zien en laat zonodig uw stem horen! (Zie ook pagina 8)
Voorwoord Veranderingen zijn aan de orde van de dag. Daarmee vertel ik u niets nieuws. Soms volgen de veranderingen zich op in een vast ritme, zoals dag en nacht en de wisseling van de seizoenen. Sommige veranderingen gaan echter verder en laten een sector of een land op de grondvesten schudden. De jongste afspraken over de hervorming van het Europese landbouwbeleid vallen onder de laatste categorie. Ze beogen aanpassingen van de landbouwbedrijven met betrekking tot de wijze van produceren, de aard van de bedrijfsvoering en de doelstellingen van de bedrijven. Onder het motto van ‘meer voor minder’ wordt de flexibiliteit en innovatieve kracht van de ondernemers weer danig op de proef gesteld. Dichter bij huis gaat de vernieuwing van wet- en regelgeving gestaag door; ditmaal geen aardverschuiving, maar een geleidelijk proces. Dit is deels ingegeven door de verdergaande harmonisatie van wetgeving tussen de verschillende EU-landen, maar ook door de drang van de overheid om de in het verleden vaak gehanteerde vormen van ‘reparatiewetgeving’ over boord te zetten en te vervangen door een hedendaags stelsel van bij de tijd zijnde en flexibeler regels. Dat de nieuwe wetgeving regelmatig in het voordeel van de overheid uitvalt is duidelijk. Wat hier ook van zij, we hebben gemeend ook in deze AelmanScoop u een breed aanbod van actualiteiten en wijzigingen te presenteren. Neem de informatie tot u en doe er uw voordeel mee. Jo Aelmans pagina pagina pagina pagina pagina pagina
2 3 4 5 6 7
pagina pagina
8 9
pagina10/11 pagina
Scoop nr 16 okt. 2003
3
12
Bouwkavel op maat plus (BOM+) Bosaanleg, een interessante optie! Fiscale actualiteiten Gewijzigde wetgeving rondom koop en huur www.aelmans.com vernieuwd EU beleid op de schop: meer vragen dan antwoorden Reconstructie Noord- en Midden-Limburg Regelingen: fusie van uitvoeringsorganen 2005 Inzicht in uw cijfers; ofwel hoe hou ik als ondernemer de vinger aan de pols Scharrelkippenhouder Hub Gerrekens
29-10-2003, 10:19
Inhoud
Plannen reconstructie Noord- en MiddenLimburg ter visie
Vanaf 1 september is in de Provincie Limburg de regeling BOM+ (Bouwkavel op maat plus) van kracht. Voor agrarische bedrijven die zich willen ontwikkelen is deze regeling van belang. BOM+ houdt agrarische bedrijfsontwikkelingen mogelijk, maar zorgt er tegelijkertijd voor dat winst in de omgevingskwaliteit (aldus de Provincie) wordt behaald: winst voor de ondernemer én de omgevingskwaliteit. BOM+ is geen nieuw provinciaalbeleid.
Bouwkavel op Maat Plus BOM+ is een nieuwe manier om de gevolgen voor de omgeving, als gevolg van een gewenste bedrijfsontwikkeling, inzichtelijk te maken. Binnen de ruimte van het Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL), respectievelijk het reconstructieplan, kan een betere ruimtelijke afweging gemaakt worden. In de praktijk komt BOM+ erop neer dat een bedrijf, dat zich verder wil ontwikkelen, het initiatief neemt en de plannen bespreekt met de gemeente. De gemeente maakt hierna een afweging op hoofdlijnen. Belangrijk is dat er niet alleen winst voor het bedrijf ontstaat, maar ook winst voor de omgevingskwaliteit. In deze systematiek is niet exact omschreven hoe winst kan worden behaald in de kwaliteit van de omgeving. Dit is onder andere afhankelijk van de gewenste bedrijfsontwikkeling en de mogelijkheden die de omgeving biedt. De te behalen winst in de omgevingskwaliteit geldt in elk geval als tegenprestatie voor het mogelijk maken van een agrarische bedrijfsontwikkeling bij nieuwvestiging, vergroting of overschrijding van de maximale bouwkavelmaat en bij het aantasten van bijzondere omgevingskwaliteiten. De omvang van de tegenprestatie is afhankelijk van de specifieke situatie: welk effect heeft de bedrijfsontwikkeling op de omgeving? Als hulpmiddel zijn drie pakketten geïntroduceerd: het basispakket, het basispakket-plus en het basispakket-extra. • Het basispakket is verplicht en bevat eigenlijk de normale vereisten bij een bedrijfsontwikkeling. In die zin is niet echt sprake van een tegenprestatie. Ze maken onderdeel uit van de normale vereisten waaraan een bedrijf moet voldoen. Bijvoorbeeld een juiste afstemming van het bouwwerk op de omgeving en/of de aanleg van een infiltratievoorziening van hemelwater. • Het basispakket-plus is aan de orde bij alle nieuwvestigingen, uitbreidingen met overschrijding van de bovenmaten van de bouwkavel en ontwikkelingen waarbij omgevingswaarden worden aangetast. Dit pakket bestaat uit diverse onderdelen zoals de architectonische vormgeving, opruimen van oude gebouwen, hemelwatervoorzieningen in de vorm van poelen of het inpassen van de gebouwen in het landschap.
• Het basispakket-extra is met name van toepassing bij grondgebonden bedrijven in gebieden met bijzondere omgevingswaarden. In dit pakket draagt de ondernemer zelf maatregelen aan, gericht op de gronden buiten de bouwkavel. Deze keuze is vrijwillig, maar is hier eenmaal voor gekozen, dan is uitvoering van de maatregelen verplicht. Bij deze maatregelen kunt u denken aan duurzaamheidaspecten, aanvullende waterbeheermaatregelen of erosiebeperkende maatregelen. Welke keuzes u in de tegenprestaties dient te maken is afhankelijk van uw concrete situatie. Welk type bedrijf en welke omgevingswaarden zijn aan de orde? Belangrijk is de tegenprestatie zo te kiezen dat er een redelijke verhouding ontstaat tussen de aard en de omvang van de agrarische ontwikkeling in relatie tot de effecten op de omgevingskwaliteit. De Provincie heeft als inspiratiebron een “voorbeeldboek” samengesteld, die het maken van keuzes kan vergemakkelijken. Centraal in de regeling staat het Bedrijfsontwikkelings plan (BOP). Dit plan moet u verplicht opstellen indien voor uw nieuwe vestiging of uitbreiding een wijziging van het bestemmingsplan noodzakelijk is. Het BOP is gedigitaliseerd bij de Provincie verkrijgbaar en kunt u in beginsel zelf invullen. Nadat u de ontwikkeling heeft omschreven en de effecten op de omgevingskwaliteit zichtbaar worden, maakt u al meteen (de eerste) keuze in de te leveren tegenprestaties. Met deze beschrijving kunt u het gesprek met de gemeente aangaan. Overigens is het van belang om reeds bij het eerste gesprek met de gemeente een duidelijk, goed onderbouwd, plan klaar te hebben. Past de ontwikkeling in het bestemmingsplan, dan zal alleen het verplichte basispakket toegepast moeten worden. Past de ontwikkeling in het POL respectievelijk het reconstructieplan, maar is een wijziging van het bestemmingsplan noodzakelijk, dan zult u een compleet BOP moeten opstellen en zal een duurzame tegenprestatie uit de basispakketten vereist worden. Past de ontwikkeling niet binnen de genoemde kaders, dan zult u naar andere mogelijkheden moeten zoeken. Hub Steins/Hans Engelen
2
Scoop nr 16 okt. 2003
4
29-10-2003, 10:19
Ontspannen wandelen door een mooi aangeplant bos in het Limburgse Heuvelland of elders in de Provincie. Een aantrekkelijke optie voor een vrije zondagmiddag. En wat te bedenken als dat bos dan ook nog uw eigendom is en er een behoorlijk rendement mee te behalen valt? Dat is zeker aantrekkelijk. Deze optie is mogelijk voor diegene die daarop hun ondernemerschap willen aanpassen en de uitdaging willen aangaan. Met diverse regelingen gericht op particulier natuurbeheer stimuleert de overheid deze ontwikkeling. Onderstaand een kort overzicht van de mogelijkheden.
Bosaanleg, een interessante optie! Programma Beheer
Onderhoud en houtopbrengsten
Sinds enkele jaren is het Programma Beheer van het ministerie van LNV gericht op subsidie verlening voor natuurbeheer (SN). In deze regeling is onder andere opgenomen dat, indien een grondeigenaar bos (natuur) aanlegt met een minimale oppervlakte van 5 ha (2 ha indien het nieuwe bos aan bestaand bos wordt aangesloten), hij gedurende 30 jaar in aanmerking kan komen voor een subsidie. Deze subsidie compenseert de waardedaling van de grond, die ontstaat door het wijzigen van dure landbouwgrond in goedkoop natuurterrein. Voor gronden in Zuid-Limburg is deze jaarlijkse bijdrage € 2.101,- per ha en voor Midden- en Noord-Limburg € 1.565,(conform normen 2003). Deze 30-jaarlijkse bedragen kunnen ook ineens tot uitkering worden gebracht. Dit middels een voor-financiering door het Nationaal Groenfonds. Dit levert u een contant bedrag op van 2 2 circa € 3,50/m respectievelijk circa. € 2,60/m (bij 4,3% rente). Het exacte bedrag is afhankelijk van het rentepercentage. Daarnaast vergoedt de regeling u 95% van de daadwerkelijke inrichtingskosten van het bos (o.a. het inrichtingsplan, de advieskosten, het aanplanten, het plantmateriaal e.d.) , tot een maximum van € 6.800,-/ha. Na de aanplant van het bos behoudt u de bosgrond in eigendom met een marktwaarde van 2 circa € 0,50/m .
Overige subsidiebijdragen Naast de bijdragen vanuit Programma Beheer kunt u ook subsidie ontvangen van bijvoorbeeld het Nationaal Groenfonds. Hier kan men een eenmalige bijdrage ontvangen voor boscertificaten (CO2-certificaten). Deze bijdrage is afhankelijk van aanplant, grondsoort, beheer e.d. en kan variëren van € 4.500,- tot € 6.800,- per hectare. Ook de Provincie Limburg verstrekt soms extra subsidies voor bos of natuuraanleg. Met name voor plekken waar extra bos gewenst is (bijvoorbeeld dicht bij stedelijke gebieden).
Een aangelegd bos vraagt de eerste jaren enig onderhoud; u moet rekenen op 30 tot 50 uur per hectare per jaar. De werkzaamheden omvatten met name snoeien en maaien. Zijn de bomen eenmaal ‘op gang’, dan vragen ze nauwelijks onderhoud. Hierna begint het grote wachten. Pas na 15 tot 20 jaar kan er een uitdunning plaatsvinden en kunt u serieuze houtopbrengsten verwachten. Pas na circa 30 jaar is het bos volgroeid en heeft er een geleidelijke uitdunning plaatsgevonden. Van de aangeplante 6.500 boompjes zullen er dan nog slechts 200 tot 300 bomen per hectare staan.
Ruimtelijke ordening Indien u bos wilt aanleggen dan dient dit uiteraard plaats te vinden op een plek die in overeenstemming is met het Provinciale beleid. Deze plaatsen zijn vastgelegd in de zogenaamde stimuleringsplannen. Voor het verkrijgen van de noodzakelijke vergunningen is de medewerking van de gemeente vereist.
Praktijk De praktijk leert ons dat de overheden niet altijd betrouwbare (subsidie)partners zijn en dat de ambtelijke molens vaak erg langzaam malen. Voorop staat echter dat u met het nodige doorzettingsvermogen, een goede begeleiding en vertrouwen in het eigen plan succesvol de eindstreep kunt halen. Neemt u gerust vrijblijvend contact met ons op om uw mogelijkheden te bekijken. Wij zijn u graag van dienst en kunnen u enkele recent aangelegde projecten tonen. Ettien Eijssen
Rekenvoorbeeld bosaanleg Wat kan me de aanplant van 5 ha bos in Zuid-Limburg opleveren? Functieveranderingssubsidie: € 2.101,-/ha/jr, contant gemaakt met 4,3% rente Inrichtingssubsidie, € 6.800,-/ha. CO2-certificaten, minimaal € 4.500,-/ha. Overige subsidies
€ 231.500,Totale inkomsten Begrote kosten inrichting bos, ca. € 7.160,-/ha. € 35.800,- -/Contante opbrengst bij aanleg 5 ha. bos .
3
Scoop nr 16 okt. 2003
5
€ 175.000,€ 34.000,€ 22.500,PM +
29-10-2003, 10:20
ca.
195.700,-
Het fiscale landschap blijft in beweging. Nieuwe wetgeving, jurisprudentie en aanschrijvingen volgen elkaar in rap tempo op. In dit artikel stellen wij een selectie uit de fiscale actualiteiten aan de orde.
Fiscale actualiteiten Overbrengen woonhuis van bedrijfsvermogen naar privé Sinds 27 juni 2000 is de landbouwvrijstelling niet meer van toepassing op de ondergrond van de bedrijfswoning. Vanaf deze datum is het verschil tussen de vrije verkeerswaarde van de grond (WEV) en waarde bij agrarische bestemming (WEVAB) belast. Om de bedrijfswoning nog op een relatief gunstige wijze over te brengen naar privé hebben veel agrariërs er voor gekozen om per 26 juni 2000 hun woning te heretiketteren. In beginsel is de belastingdienst hier niet mee akkoord. De belastingrechter van het Gerechtshof te Leeuwarden heeft over deze kwestie nu als eerste beslist. Volgens dit Hof mag her-etikettering niet plaatsvinden per 26 juni 2000. Er moet dus rekening worden gehouden met de nieuwe, ongunstigere, wetgeving waardoor het verschil tussen WEV en WEVAB van de ondergrond van de woning belast is. Ook is beslist dat de ondergrond van de woning niet los van de woning zelf kan worden overgeheveld naar privé. We moeten afwachten hoe de andere gerechtshoven en ook de Hoge Raad zich over deze zaak zullen uitspreken. Zeker is in ieder geval dat degenen die een vaststellingsovereenkomst met de Belastingdienst hebben afgesloten tot die tijd geen belasting hoeven te betalen. Na de uitspraak van de Hoge Raad kan nog altijd worden beslist of gebruik wordt gemaakt van deze keuzeherziening.
Voortzettingswaarde Sinds 1 januari 2002 is er een nieuwe wetgeving rondom schenkingen bij een bedrijfsovername. Kort gezegd komt het erop neer dat als het bedrijf wordt overgenomen voor minimaal 70% van de voortzettingswaarde (going concern) geen direct schenkingsrecht verschuldigd is. Belangrijkste voorwaarde hierbij is dat de bedrijfsopvolger het bedrijf nog minimaal 5 jaar voortzet. Om de voortzettingswaarde te kunnen bepalen dient het over te nemen landbouwbedrijf derhalve gewaardeerd te worden tegen de voortzettingswaarde. Hoe deze waarde wordt bepaald is nog steeds niet duidelijk. Het Ministerie van Financiën en diverse landbouworganisaties worden het maar niet eens over deze waardebepaling. Dit zorgt bij bedrijven, die momenteel in een overnameproces zitten, voor grote onzekerheid ten aanzien van het schenkingsrecht. Kiest u ervoor om, ondanks deze onzekerheid, de bedrijfsovername toch door te zetten, dan adviseren wij u om in de akte een clausule op te nemen die het mogelijk maakt de waardering opnieuw te bekijken als uiteindelijk duidelijk is hoe de waardering bepaald kan worden.
Emigrerende agrariër Agrariërs die hun bedrijf willen verkopen om in het buitenland een nieuwe toekomst op te bouwen, worden in Nederland geconfronteerd met belastingheffing over de stakingswinst. Om belastingheffing te voorkomen wordt, voorafgaand aan de staking, de onderneming vaak ingebracht in een besloten vennootschap (BV). Deze BV verkoopt vervolgens (een gedeelte van) het oorspronkelijke bedrijf. De ondernemer bedingt voor de stakingswinst, die is ontstaan bij ruisende inbreng in de BV, een lijfrente bij z’n eigen BV. Het voordeel van deze constructie is dat de liquide middelen binnen het bedrijf blijven en dus gebruikt kunnen worden voor de aankoop van een nieuw bedrijf in het buitenland.Op 16 januari 2003 heeft de staatssecretaris van Financiën enkele standpunten aangenomen over deze constructie. Het spreekt voor zich dat deze standpunten minder ruimte laten dan voordien.
Meerwaardeclausule Bij het Hof in Den Bosch is wederom uitspraak gedaan over de fiscale gevolgen van doorbetaling op basis van een meerwaardeclausule. De meerwaardeclausule houdt vaak in dat een bedrijfsopvolger bij het voortijdig verkopen van het bedrijf de meerwaarde van gebouwen, quota en landerijen moet verrekenen met zijn ouders of broers en zussen. In genoemd arrest was de opvolger van mening dat hij het uit te keren bedrag aan zijn broers en zussen in mindering kon brengen op de belaste winst. Echter de opvolger heeft bij de overname gebruik gemaakt van de doorschuiffaciliteit hetgeen volgens het Hof inhoudt dat het redelijk en billijk is dat de doorgeschoven boekwinst in zijn geheel door de bedrijfsopvolger bij zijn stakingswinst dient te worden meegerekend. De meerwaardeclausule dient derhalve zodanig geformuleerd te worden dat eventuele belastingbetalingen in mindering strekken op de af te dragen meerwaarde. Fabienne Beusmans 4
Scoop nr 16 okt. 2003
6
29-10-2003, 10:20
Met name in de sfeer van de consumentenbescherming zijn onlangs een aantal veranderingen doorgevoerd. In dit artikel staan we stil bij de nieuwe regels die gelden bij aan- en verkoop van onroerende zaken en de vernieuwde huurwetgeving.
Gewijzigde wetgeving rondom koop en huur Nieuwe regels bij de aan- en verkoop van onroerende zaken Met ingang van 1 september 2003 worden consumenten beter beschermd bij de koop van een woning of een appartement. Het aangepaste Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek (BW) bevat nieuwe consumentbeschermende regels ten aanzien van de koop en bouw van woningen. De aangepaste wet voorziet in een vijftal maatregelen.
1. De koop van een tot woning bestemde onroerende zaak door een consument moet schriftelijk worden aangegaan. Een mondelinge koopovereenkomst is niet meer bindend. 2. Invoering van een wettelijke bedenktijd van 3 werkdagen bij de koop van een woning door een consument (artikel 7:2 BW). Gedurende deze 3 dagen bedenktijd kan de koper de koopovereenkomst zonder opgaaf van reden ontbinden. De 3 dagen gaan in op de dag na de dag waarop de koper de getekende koopovereenkomst heeft ontvangen. De ontbinding moet uiterlijk op de laatste dag van de bedenktijd ingeroepen worden. In het buitenland is een bedenktijd bij de koop van een huis al langer gebruikelijk. 3. Mogelijkheid om alle koopovereenkomsten via een notariële verklaring in te schrijven in de openbare registers, de zogenaamde “vormerkung” (artikel 7:3 BW). 4. Bij de koop van een nieuwbouwwoning/ appartement door een consument geeft de wet de mogelijkheid om maximaal 5% van de aanneemsom te storten bij de notaris als waarborg voor een juiste oplevering van de woning (artikel 7:8 BW).
5. Een consumentkoper kan niet verplicht worden om de koopprijs van een woning geheel of gedeeltelijk vooruit te betalen. Alleen het storten van een waarborgsom van maximaal 10% van de koopprijs bij de notaris is toegestaan (artikel 7:26 lid 4 en 5 BW). De hierboven beschreven veranderingen zijn niet van toepassing op koopovereenkomsten gesloten vóór 1 september 2003.
Vernieuwde huurwetgeving De eerste huurregelingen stammen uit het jaar 1838. Vanaf toen zijn de huurregels vaak gewijzigd en in verschillende wetten ondergebracht. De bedoeling van de op 1 augustus 2003 in werking getreden nieuwe Huurwet is dat er algemene regels zijn voor alle huurovereenkomsten en bijzondere regels voor de huurwoningen, de huurprijzen van woningen en de huur van bedrijfsruimten. In een aantal gevallen blijft het mogelijk om op de betreffende situatie toegespitste afspraken vast te leggen. Soms kan dit alleen als deze afwijking van de wet niet nadelig is voor de huurder. Voor de meeste omstandigheden is het verplicht de bepalingen van de Huurwet te volgen. De belangrijkste wijzigingen in het nieuwe huurrecht hebben vooral betrekking op een vernieuwing van de huurovereenkomst in het algemeen en de regelingen betreffende de huur van een woonruimte. Daarnaast worden oplossingen voorgesteld voor een aantal actuele problemen, zoals de renovatie van een woon- of bedrijfsruimte, de veranderingen in het gehuurde door zelfwerkzaamheid van de huurder en de versterking van de positie van de huurder bij achterstallig onderhoud. De aanpassing van de regels met betrekking tot huur van bedrijfsruimte zijn te vinden in artikel 7:215 en 7:244 BW. Arno Beckers
Scoop nr 16 okt. 2003
7
29-10-2003, 10:20
Website Aelmans Adviesgroep vernieuwd De eerste stappen op het internet De Aelmans Adviesgroep heeft sedert het begin van 1999 een eigen website. Via www.aelmans.com kon de bezoeker meer lezen over de groep en haar diensten en zelfs reageren via een reactieformulier. Interactiviteit is vanaf het prille begin een belangrijk aandachtspunt geweest. Na korte tijd werd de website verder uitgebreid. Naast het met regelmaat plaatsen van actueel nieuws op de homepage, kwam het objectenaanbod van Aelmans Rentmeesters & Makelaars online. Gaandeweg voldeed de achterliggende techniek echter niet meer, reden waarom onlangs de gehele website vernieuwd is.
De nieuwe Aelmans.com Op het internet volgen de ontwikkelingen zich in ras temo op; nieuwe technologieën en mogelijkheden verhogen de gebruikservaring voor het immer stijgende aantal internetters. Ook de wensen en eisen met betrekking tot de internetpresentatie van een bedrijf veranderen met de tijd. Met de betrokkenheid van het hele bedrijf heeft dochteronderneming A3 Web & IT Service BV de compleet nieuwe website ontwikkeld. Bij deze bouw hebben twee uitgangspunten een hoofdrol gespeeld; gebruiksgemak voor enerzijds de bezoekers, anderzijds voor de beheerders.
Gebruiksgemak en actualiteit voor de bezoeker Een website scoort door inhoud, ontwerp en actualiteit. Er is op de eerste plaats dus veel aandacht besteed aan het opzetten van een heldere en duidelijke structuur. Met behulp van een doordacht navigatie-menu kan de bezoeker dan ook met één klik de hele site bereiken. Het ontwerp is gebaseerd op de nieuwe huisstijl van de Aelmans Adviesgroep, waarbij het merendeel van de pagina’s wordt gesierd door mooie sfeerfoto’s. Toch blijft de site rustig, duidelijk en vooral snel. Met betrekking tot de actualiteit worden bijna dagelijkse updates doorgevoerd;
• Actueel nieuws op de homepage; •
•
Actualiteiten uit de sectoren waarin de Aelmans Adviesgroep actief is Nieuwe objecten van Aelmans Rentmeesters & Makelaars; Aanvullingen op het objectenaanbod, met uitgebreide beschrijvingen, diverse foto’s en reactiemogelijkheden Nieuwe productierechten van Aelmans Agrarische Advisering;
Actuele aanbiedingen, waaronder melk- en bietenquota en mestproductie- en dierrechten. Uitbreidingen van het bedrijf, de werknemers en de diensten. Updates van de diverse pagina’s over de Aelmans Adviesgroep en haar vier dochterondernemingen
•
Gebruiksgemak voor de beheerder Om te voldoen aan de bovenstaande eisen is de complete website voorzien van een beheermodule. Dit zogenaamde Content Management Systeem is een gebruiksvriendelijk programma waarmee alle hiertoe geautoriseerde werknemers van de Aelmans Adviesgroep de site kunnen beheren. Zonder enige technische kennis of speciale software logt een werknemer in op de website om teksten te wijzigen, nieuws-items te plaatsen of objecten toe te voegen. Op deze manier lééft de website; iedereen werkt mee om het geheel te laten groeien en actueel te houden. Via de beheermodule kunnen tevens uitgebreide statistieken worden geraadpleegd. Zo wordt het bezoek van de website duidelijk in kaart gebracht; nauwkeurig is te zien welke nieuwsitems worden gelezen en welke objecten in trek zijn bij de bezoekers.
Neem een kijkje op Aelmans.com Genoeg redenen om onze website blijvend in de gaten te houden of als favoriet toe te voegen aan uw index. Heeft u opmerkingen of suggesties met betrekking tot onze nieuwe site? Reageer via het reactieformulier; uw input is meer dan welkom. Voor meer informatie over de website, de techniek of een vrijblijvende offerte voor uw eigen internet toepassingen kunt u contact opnemen met ondergetekende, onder andere te bereiken via www.aelmans.com. Martijn Hoes
6
Scoop nr 16 okt. 2003
8
29-10-2003, 10:20
Op 27 juni j.l. hebben de landbouwministers van de EU-lidstaten een akkoord gesloten over de hervormingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid. In de komende periode moeten de Europese Commissie en de Europese landbouwministers nog veel besluiten nemen om het bereikte akkoord in de praktijk tot uitvoering te brengen. Op dit moment zijn er nog zoveel zaken onduidelijk dat er meer vragen dan antwoorden zijn.
Hervormingen EU landbouwbeleid: meer vragen dan antwoorden Het akkoord houdt in het kort in dat in de toekomst het grootste gedeelte van de subsidies los van de omvang van de productie wordt betaald. De zogenaamde ontkoppeling. Mogelijk dat lidstaten ervoor kunnen kiezen de subsidies gedeeltelijk gekoppeld te laten. Dit moet voorkomen dat in bepaalde regio’s producties (bv. zoogkoeienhouderij) verdwijnen. Deze nieuwe vorm van inkomenssteun, de zogenaamde toeslagrechten, worden slechts toegekend als aan een reeks voorwaarden is voldaan. U kunt denken aan voorwaarden op het vlak van milieu, voedselveiligheid en dierenwelzijn. Hoe deze aanvullende voorwaarden precies gaan uitzien is nu nog niet duidelijk. Volgens de Ministerraad moeten deze landbouwhervormingen zorgen voor een ontkoppeling van productie en subsidies en dat de landbouwers in de EU meer gaan concurreren en marktgerichter gaan handelen. In de praktijk wordt deze opvatting nauwelijks gedeeld. Op basis van de informatie zoals deze nu beschikbaar is geven wij u reeds enkele praktische aandachtspunten.
toeslagrechten is alleen toegestaan met grond. Toeslagrechten die 3 jaar niet gebruikt zijn vervallen aan de nationale reserves.
Zuiveltoeslag In de periode 2004-2007 wordt ieder jaar op 31 maart vastgesteld wie het melkquotum gebruikt. De gebruiker van het melkquotum heeft recht op de zuiveltoeslag die oploopt van 11,81 per ton in 2004
Toeslagrechten Basis van de toeslagrechten vormen de in de referentieperiode 2000/2002 aangevraagde aantal hectares en daaraan gekoppelde steun (akkerbouw-, zoogkoeien-, stieren- en slachtpremie). Vervolgens wordt het toeslagrecht per hectare berekend door het gemiddelde steunbedrag per jaar te delen door het gemiddeld aantal beteelde hectares (inclusief voederareaal) in de periode 2000/2002.
Benutting toeslagrechten De benutting kan slechts plaatsvinden als voor elk te benutten toeslagrecht een subsidiabele hectare aanwezig is. Onder subsidiabele hectare rekent men alle percelen, met uitzondering van gronden die voor groenten, fruit, consumptieaardappelen en blijvende teelten (bv. bosbouw) worden geëxploiteerd.
tot 35,50 per ton vanaf 2006. De zuiveltoeslag wordt met ingang van 2008 opgenomen in de eerder genoemde bedrijfstoeslag. Dus voor de periode 2004-2007 is 31 maart steeds bepalend. Op het moment dat de zuiveltoeslag in de bedrijfstoeslag wordt opgenomen is waarschijnlijk 31 maart 2007 of 31 maart 2008 bepalend. Wellicht dat het voorgaande heeft geleid tot nog meer vragen en onduidelijkheden. Om reden dat de hervormingen nog op uitvoeringsniveau moeten worden ingevuld kunnen wij u helaas nog niet de finesses aangeven. In de volgende editie van de AelmanScoop hopen wij u meer praktische handvaten te kunnen aanreiken.
Overdracht van toeslagrechten Onder voorwaarden is het mogelijk toeslagrechten over te dragen aan een andere landbouwer. Dit kan door verkoop met of zonder grond. Verhuur van
Ettien Eijssen/Fabienne Beusmans
7
Scoop nr 16 okt. 2003
9
29-10-2003, 10:20
Reconstructie Noord- en Midden-Limburg Het ontwerp-reconstructieplan Noord- en MiddenLimburg ligt momenteel ter visie. Doel van het reconstructieplan is om de ruimtelijke structuur te verbeteren in de concentratiegebieden waartoe ook Noord- en Midden-Limburg behoren. De ingrepen zullen verband houden met het stimuleren van ontwikkelingen en het oplossen van problemen in het gebied. Noord- en Midden-Limburg heeft veel landbouw maar ook grote bos-, natuur- en watergebieden. Welke ontwikkelingen moeten waar worden gestimuleerd? Waar doen zich problemen voor en zijn er mogelijkheden om de gestelde doelen te realiseren? De doelen zijn bijvoorbeeld het verminderen van de veterinaire risico’s in de veehouderij en het verbeteren van de kwaliteit van natuur, landschap, milieu en water. Bovendien houdt het reconstructieplan rekening met aspecten als recreatie, leefbaarheid, infrastructuur en de economische structuur. Het lijkt een bijna onmogelijke opgave! Het door Provinciale Staten vast te stellen reconstructieplan zal aangeven wat de doelstellingen binnen ieder deelgebied zijn en hoe deze gehaald dienen te worden. De plannen dragen een integraal karakter, dus alles wordt in samenhang bezien. Voor iedereen is het van groot belang kennis te nemen van de reconstructieplannen in de directe omgeving. Basis van het ontwerp-reconstructieplan is de “Reconstructiewet concentratiegebieden”. Dit betekent dat het plan een aantal onderwerpen moet bevatten. Zoals; • het stimuleren van de extensivering in de grondgebonden landbouw en de omschakeling naar biologische teelten; • het verminderen van de veterinaire kwetsbaarheid van de intensieve sector; • het verminderen van het aantal stankgehinderde en de nitraatbelasting; • het aanwijzen van varkensvrije zones; • het revitaliseren van het landschap; • het behoud van cultuurhistorische aspecten • het verbeteren van de recreatie, infrastructurele werken en de leefbaarheid van de kernen. Na de vaststelling van het reconstructieplan door Provinciale Staten nemen de zes districten de uitvoering ter hand. In het reconstructieplan Noord- en Midden-Limburg vormen een aantal concrete doelstellingen de vertrekpunten van de uitvoering. Een doelentabel in het reconstructieplan geeft voor elk thema de doelstelling aan voor 4 jaar (het Operationeel Doel) en 12 jaar (het Lange Termijn Doel). In het plan
staat ook waar deze doelen bij voorkeur moeten worden gerealiseerd. De wijze waarop de districten deze doelen denken te realiseren kunnen zij zo veel mogelijk zelf invullen. Om dit in de praktijk zo goed mogelijk te laten verlopen, benoemen GS voor elk district een gebiedscommissie. Deze gebiedscommissies stellen steeds voor een periode van 4 jaar een uitvoeringsprogramma met projecten op. Daarmee geven ze aan hoe zij uitvoering denken te geven aan de doelen van het reconstructieplan.
Gevolgen van het plan Onderwerpen als de zonering intensieve veehouderij en varkensvrije zones zullen rechtstreeks doorwerken in streekplannen en bestemmingsplannen. Het reconstructieplan zorgt tevens voor een wijziging van of aanvulling op het Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL). Voor de intensieve veehouderij ontstaan landbouwontwikkelingsgebieden, verwevingsgebieden en extensiveringsgebieden, terwijl de varkensvrije zones op kavelniveau begrensd zullen worden. Aangegeven wordt welke uitbreidingen van bestaande bouwkavels mogelijk zijn en waar nieuw vestiging van intensieve veebedrijven mogelijk is. Soms zal de gemeente ook bestemmingsplannen moeten aanpassen. Het reconstructieplan geldt dan als voorbereidingsbesluit. Bij het indienen van een aanvraag om een bouwvergunning is dat direct merkbaar. Voor iets wat conform het bestemmingsplan wel mogelijk is maar conform het reconstructieplan niet, mag de gemeente geen bouwvergunning afgeven. De aanvraag wordt dan aangehouden totdat het bestemmingsplan is aangepast en vervolgens geweigerd. Andersom is ook mogelijk. In dat geval geldt het reconstructieplan als een vrijstelling in het kader van de ruimtelijke ordening en kan de gemeente de bouwvergunning in beginsel wel verlenen. Met het reconstructieplan treedt tevens een verordening inwerking die moet voorkomen dat opstallen in varkensvrije zones gebruikt worden voor het bedrijfsmatig houden van varkens. De varkensvrije zones, aangegeven op de Themakaart Zonering Intensieve Veehouderij, zullen de gemeenten ook in hun bestemmingsplannen vastleggen. Nu is het moment aangebroken om het ontwerpreconstructieplan nader te bestuderen. Samen met u kunnen we de consequenties van het ontwerp-reconstructieplan, die vaak bepalend zijn voor de toekomst van uw bedrijf in beeld brengen. Ton Crasborn /Hans Engelen
8
Scoop nr 16 okt. 2003
10
29-10-2003, 10:20
Komend jaar fuseren Bureau Heffingen (BHF), Laser, Dienst Basisregistratie (DBR) en het LNV-loket. Vooral efficiencymaatregelen liggen ten grondslag aan deze samenvoeging. Vanaf 2005 komt er bovendien één registratienummer per bedrijf.
Fusie Bureau Heffingen, Laser, Dienst Basisregistratie en het LNV-loket Redenen voor de samenvoeging van de vier LNV instanties zijn:
• vermindering administratieve lasten voor zowel de agrariër als de overheid;
• eenvoudiger maken van de uitvoering van het mestbeleid;
• beter aansluiting van de werkelijke situatie op de geregistreerde gegevens;
• het aanpassen van het toekomstig mestbeleid aan het Europees beleid;
• eenvoudigere registratie gegevens t.b.v. toekomstig EU-beleid/EU-subsidies.
Eén bedrijfsnummer Met ingang van 1 januari 2005 is het de bedoeling dat alle registraties van een bedrijf worden samengevoegd onder één bedrijfsnummer. Het huidige BRS-nummer van Laser wordt gekozen als basis waar de andere gegevens “onder” komen te hangen. Bedrijven met meerdere mestnummers krijgen verplicht één BRS nummer. In eerste instantie blijft het I&R bureau buiten schot bij deze samenvoeging. Het I&R bureau is wel bij de voorbereiding betrokken, zodat ze in de toekomst ook kan integreren in de nieuwe organisatie. In het kader van de diergezondheidszorg is het wenselijk/noodzakelijk om de dieren aan een UBN-nummer toe te kunnen wijzen. In de toekomst zal een bedrijf met één BRS-nummer meerdere UBN-nummers kunnen hebben. Ons advies naar u toe: zorg, om problemen bij de samenvoeging te voorkomen, dat uw registraties op orde zijn.
Nieuwe openstelling KKA-regeling Het ziet er naar uit dat er rond 20 oktober 2003 een tweede openstelling van de “Kaderregeling kennis en advies” (de zgn. KKA-regeling) voor akkerbouw– en vollegrondsgroentebedrijven komt. Met de KKA-regeling kunnen ondernemers, die een hiervoor genoemd bedrijf uitoefenen of een dergelijk bedrijf willen gaan uitoefenen, subsidie krijgen voor de volgende zaken, te weten: • Inhuren van deskundigen met het oog op de bedrijfsontwikkeling of - beëindiging. • Het laten verrichten van bedrijfsdoorlichtingen door deskundigen (met uitzondering van kwaliteits- en productcontroles). • Het laten verrichten van onderzoek door deskundigen met het oog op de ontwikkeling van landbouwproducten van hoge kwaliteit (met uitzondering van kwaliteits- en productcontroles). Het budget zal, naar het zich laat aanzien, vergelijkbaar zijn met de vorige openstelling, welke op de eerste dag van inschrijving meteen werd overschreden. Als gevolg komt er waarschijnlijk tevens een openstelling voor jonge agrariërs met een akkerbouw- of vollegrondsgroentebedrijf.
Ettien Eijssen/Fabienne Beusmans
9
Scoop nr 16 okt. 2003
11
29-10-2003, 10:20
Inzicht in uw cijfers; ofwel hoe hou ik als ondernemer de vinger aan de pols Door allerlei omstandigheden lijkt de trend van schaalvergroting een extra impuls te krijgen. Denkt u maar aan bijvoorbeeld:
• de stagnerende groei van de vraag naar “biologische” producten: de overstap wordt minder lucratief; • de herstructurering van het EU-landbouwbeleid: inkomenstoeslagen worden afgebouwd; • verkrapping van de marge: het verschil tussen melkopbrengst en toegerekende kosten wordt kleiner; • de N-richtlijn: deze maakt areaaluitbreiding noodzakelijk. Opschaling is echter niet zonder meer de richting en al helemaal niet de garantie voor inkomensverbetering. Het besluit hiertoe is afhankelijk van een aantal factoren waarbij als de belangrijkste zijn aan te merken:
• de financieringsstructuur van de bestaande situatie, mede in verhouding tot de mogelijke verkoopopbrengst; • de kostenstructuur binnen het huidige bedrijf; • de wil en het kunnen van de ondernemer en zijn gezin. De adviespraktijk leert dat bij de ondernemers (te) vaak onvoldoende inzicht en bewustzijn aanwezig is ter zake bovengenoemde beoordelingscriteria. Inzicht in de eigen financieel-economische bedrijfssituatie is goed te verkrijgen door een korte analyse op de door de accountant opgemaakte jaarrekening los te laten. Mijn ervaring is dat dit in de praktijk te weinig gebeurt. De oorzaak is het feit dat ondernemers de jaarrekening vaak zien als een noodzakelijk kwaad ten behoeve van de fiscus én het feit dat vaak de analysesystematiek niet bekend is. Analyse kan op verschillende manieren worden uitgevoerd, doch de wijze van presentatie moet aansluiten op de daartoe gemaakte afspraken. Dit betekent dat de uitgangspunten uniform gehanteerd dienen te worden. De input is immers bepalend voor de kwaliteit van de output. De resultaten moeten vergelijkbaar zijn met die van andere bedrijven. Zo dient eenduidigheid te bestaan
10
Scoop nr 16 okt. 2003
12
29-10-2003, 10:20
over o.a. de begrippen saldo en/of voerwinst. Over deze begrippen zijn landelijk afspraken gemaakt die zijn terug te vinden in de door Praktijkonderzoek Veehouderij samengestelde Kwantitatieve Informatie Veehouderij (KWIN). Vaak maken bedrijven gebruik van managementprogramma’s waaruit de technische en economische prestaties als gevolg van de gehanteerde bedrijfsvoering voortvloeien. Hierbij geldt nog nadrukkelijker dat de kwaliteit van het gepresenteerde eindresultaat afhankelijk is van de invoer in deze managementsystemen. Maar al te vaak wordt met deze resultaten geen aansluiting gevonden bij het feitelijk uit de jaarrekening blijkend financieel resultaat. Bovendien hanteren deze programma’s vaak een andere interpretatie van het begrip saldo, waardoor de vergelijking tussen bedrijven en de verschillende managementprogramma’s stuk loopt. In zijn algemeenheid, zeer zeker bij de melkveehouderij, geldt dat een korte uniforme en consequente analysetechniek, toegepast op de jaarrekening, ruim voldoende inzicht geeft in zowel de technische als de financiële prestaties. Presentatie van de gegevens in een meerjarenoverzicht op één blad geeft enerzijds helderheid omtrent ontwikkelingen binnen het bedrijf en anderzijds inzicht in de kostenbelading en opbrengstontwikkeling. Deze wijze van presenteren van de bovengenoemde analysecijfers zorgt vaak voor een verrassing bij de ondernemer. Met het oog op de snelle (economische) ontwikkelingen is het noodzakelijk een vinger aan de financiële en technische “pols” te houden. Dit is goed mogelijk door inzicht te hebben en te houden in het financiële reilen en zeilen van uw bedrijf. Vervolgens moet u met dit inzicht natuurlijk iets doen! Vanuit dit inzicht moet u de knelpunten binnen uw bedrijf opsporen. De knelpunten kunnen bijvoorbeeld liggen op het technische vlak: huisvestings-, voer- of melksysteem. Zaken die een directe invloed hebben op het technisch resultaat en vervolgens automatisch doorwerken in het financieel resultaat. De knelpunten kunnen ook puur op het financiële vlak liggen: hoogte van de financiering per kilogram melk, huisvestingskosten, machinekosten enz. Als dit significante knelpunten zijn, betekent dit dat de vaste kosten per kg melk te hoog zijn/worden.
In alle andere gevallen zullen andere aspecten, zoals financieringsniveau, eigen vermogen, toekomstperspectief van de gegeven bedrijfsomvang enz., bij de beoordeling een (doorslaggevende) rol gaan spelen. Het is in uw belang uw bedrijf cijfermatig inzichtelijk te maken en daarmee de trend in beeld te krijgen. Dit kan door de jaarrekening van een drietal achtereenvolgende jaren uit te werken tot op saldoniveau.
-/-
Opbrengsten toegerekende kosten
-/-
saldo niet toegerekende kosten
-/-/-
brutowinst afschrijvingen (= aflossingen) rentelasten nettowinst
Bereken hieruit het saldo per kilo melk, de kritische kostprijs van een kilo melk, de voerkosten per kilo melk. Bereken ook eens de financiering per kilo melkquotum en de daaruit voortvloeiende financieringslasten per kilo melkquotum. Zoek binnen het bedrijf naar de oorzaak van de afwijkingen ten opzichte van het sectorgemiddelde. Met stijgende verbazing zult u kennis nemen van uw eigen bedrijfssituatie. Mocht u behoefte hebben aan hulp of aan een schematische opstelling van de uit te werken gegevens, neemt u dan gerust contact met ons op. Een verhelderend overzicht kost vaak minder tijd dan u denkt en kan een goede hulp vormen bij verdere verbetering van uw resultaat. Jan Horsmans
Zijn de knelpunten binnen het bedrijf bekend, dan kunt u mogelijk bijsturen en daarmee de inkomenscapaciteit van het bedrijf verbeteren. Pas na het verhelpen van de knelpunten is de keuze van opschaling aan de orde. Wanneer opschaling resulteert in het verlagen van de vaste lasten per eenheid product is de actie in deze richting op economische gronden verantwoord.
11
Scoop nr 16 okt. 2003
13
29-10-2003, 10:21
Kun je door het beperkte bouwblok niet meer in de breedte of lengte uitbreiden dan moet je maar de hoogte in. Met het bouwen van de eerste emissiearme twee verdiepingen tellende scharrelkippenstal brengt Hub Gerrekens uit Reijmerstok dit in de praktijk.
Scharrelkippenhouder gaat de lucht in met de uitbreiding In de nieuwe stal kunnen, verdeeld over de twee verdiepingen, 13.000 kippen lopen. De stal vervangt enerzijds een oude stal en vormt anderzijds een uitbreiding van de pluimveestapel. In eerste instantie wilde Gerrekens een reguliere stal van één verdieping laten bouwen. Om toch de gewenste bedrijfsomvang te realiseren zou deze stal een zodanige omvang krijgen dat deze voor het grootste deel buiten de bouwkavel zou komen te liggen. Daarvoor kreeg hij van de Provincie geen toestemming. En zonder ‘verklaring van geen bezwaar’ van de Provincie kon hij de stal niet bouwen. Toen broedde Hub Gerrekens het idee uit om met de stal meer de lucht in te gaan. Door de stal dieper in de helling te graven kon hij een hogere stal bouwen die uit landschappelijk oogpunt ook de goedkeuring kon dragen.
Op vrijdag 7 november a.s. tussen 13.00 en 17.00 uur en zondag 9 november tussen 12.00 en 17.00 uur houdt de heer Hub Gerrekens een open-dag in zijn nieuwe twee etage hoge scharrelkippenstal gelegen aan de Reijmerstokkerdorpstraat 123 te Reijmerstok.
Geen bezwaar Om overlast voor de bebouwde kom te voorkomen is de bedrijfsontwikkeling gericht op het creëren van voldoende afstand tot de bebouwing. In 1996 werd een nieuwe scharrelkippenstal voor 6.750 kippen gebouwd op circa 100 meter afstand van de woningen. Om te kunnen overleven en vanwege toenemende vraag naar scharreleieren besloot Gerrekens in het najaar van 2000 een nieuwe scharrelkippenstal te bouwen. Opvallend is dat, ondanks de ligging van het bedrijf midden in de dorpskern, niemand uit de omgeving bezwaar aantekende tegen de vergunningverlening. “Ik kan goed met de mensen overweg. Bovendien schuift het emissiepunt van de nieuwe stal een heel stuk op. Het bevindt zich nu op circa 140 meter van de eerste bebouwing”, legt Hub Gerrekens uit. Vanaf het eerste contact met de gemeente heeft de uiteindelijke procedure toch bijna drie jaar in beslag genomen.
Stalinrichting De nieuwe kippenstal is gebouwd met prefabbetonpanelen en voorzien van een demontabele houten vloer op de eerste verdieping. “Daardoor is de stal ook geschikt voor mogelijk andere functies”, legt Gerrekens uit. In de stal zelf heeft hij gekozen voor het Farmer-Automatic Scharrelmatic systeem met
In de stal van Hub Gerrekens beschikken de scharrelkippen over twee verdiepingen. mestbanden onder de roosters, waarbij de mest tweemaal per week wordt afgedraaid. De stal is voorzien van lengteventilatie. Voor alle kippen zijn er verhoogde zitstokken die aan portalen hangen. Andere kenmerken zijn de betere temperatuurverdeling en de zeer lage ammoniakuitstoot. “Uit TNO onderzoek blijkt dat dit stalsysteem een emissiewaarde heeft van slechts 65 gram ammoniak per dierplaats per jaar, terwijl 325 gram normaal is”, weet Hub Gerrekens. Door een optimale verdeling van de kippen wordt het ziekterisico verkleind en de “Van Gent-legnesten” garanderen een zeer goede ei kwaliteit. Colofon
Afzet Een groot deel van de IKB-eieren zet Gerrekens onder de naam ‘Vrij en Blij’ af bij ZuidLimburgse winkeliers en boerderijwinkels. De rest vindt via de groothandel de weg naar de consument. Het voerrantsoen van de scharrelkippen bestaat voor 50% uit graan (tarwe en geplette maïs) afkomstig van de eigen Heuvellandakkers. Waardoor de eieren van scharrelkippenfarm Vrij en Blij ook nog een streekproduct vormen. Guus Queisen
12
Scoop nr 16 okt. 2003
2
29-10-2003, 10:19
AelmanScoop is een periodieke uitgave voor relaties van Aelmans Adviesgroep Kerkstraat 4, 6367 JE Voerendaal Tel. (045) 575 32 55 Fax (045) 575 15 09 Abenhofweg 2, 6095 NE Baexem Tel. (0475) 459 260 Fax (0475) 459 282 internet: www.aelmans.com e-mail:
[email protected] Redactie M&O Guus Queisen Vof, Sittard Fotografie M&O Guus Queisen Vof, Sittard en Twan Wiermans fotografie Ontwerp P&P Company BV, Beek Druk Comar BV, Margraten Overnemen met bronvermelding is toegestaan. Deze uitgave van AelmanScoop is met veel zorg samengesteld. De lezer dient er echter rekening mee te houden dat de regel- en wetgeving bijzonder gecompliceerd is. Bovendien is deze voortdurend aan verandering onderhevig. Wij kunnen dan ook geen enkele verantwoordelijkheid aanvaarden voor hetgeen men zonder deskundig advies naar aanleiding van de inhoud van deze publicatie onderneemt.