X
Advocatenkantoor Van Mierio
Postbus 141
z
5240 AC Rosmalen Pioenroosstraat 20 5241 AB Rosmalen Tel: (073) 521 90 55 Fax: (073) 521 69 12 E-mail:
[email protected] www.advocatenkantoorvanmierlo.nl KvK: 17262504 btw-nr.: 80.34.88.294.BOI
AANTEKENEN Gemeenteraad van Roosendaal Postbus 5 0 0 0 4 7 0 0 KA
ROOSENDAAL
mr. J.C.B.C. Geerts mr. H.C.A. van de Ven mr. M. Bos mr. C.G.J.M. Termaat mr. l.A.J.M. van Eijk-Fransen mr. drs. W.J.W. van Eijk mr. O. Diemei mr. S.J.H.G.M. Schils mr. A. Bijl
Rosmalen, 1 september 2 0 1 1
Inzake
Suiker Unie/Roosendaal
Ref.
6 0 0 5 8 2 / 1 1 - 2 1 8 1 0 8 MB/MvW
E-mailadres
bos(5)advmierlo.nl
Geachte raad, Namens cliënte. Koninklijke Coöperatie Cosun U.A., Van de Reijtstraat 15, 4 8 1 4 NE Breda, dien ik de navolgende zienswijze in met betrekking tot het ontwerp-herstelbesluit bestemmingsplan "Spoorhaven l ^ f a s e " . Artikel 3.6.1 Blijkens het herstelbesluit wordt aan sublid a in lid 3.6.1 van de planregels toegevoegd: "en tevens onn ter plaatse van de aanduiding "wro-zone ontheffingsgebied-1 "uitbreiding van het ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf-1 "aanwezige bedrijf mogelijk te maken, indien uit milieu-onderzoek blijkt dat de geluidsbelasting van het bedrijf ook na de uitbreiding zal voldoen aan de geldende grenswaarden ingevolge industrielawaai en dat geen geurhinder zal optreden buiten het perceel". (onderstreping MB). Cliënte heeft bezwaar tegen de hiervoor onderstreepte passage van de toevoeging. In de eerste plaats is cliënte van oordeel, dat de geluidsbelasting geen relevant aspect is voor de beoordeling van de vraag of ontheffing kan worden verleend. Zoals ook in de Nota van zienswijzen met betrekking tot het bestemmingsplan "Spoorhaven l ' ' fase" onder de punten g.2 (blz. 43) en g.5 (blz. 44) is overwogen, blijft het aspect "geluid" bij deze toetsing buiten beschouwing, omdat de milieuzonering in dit bestemmingsplan geen betrekking heeft op het ./.
aspect geluid (zie bijlage 1). In dit verband zij tevens verwezen naar het gestelde op blz. 3 9 , eerste alinea van "bijlage 1 , resultaten uitgevoerd milieu-onderzoek", onderdeel van de bijlage
./.
milieu bij het bestemmingsplan (zie bijlage 2). In de tweede plaats is cliënte van oordeel dat de formulering van de toevoeging in strijd is met de rechtszekerheid. In de overwegingen van het herstelbesluit (blz. 8) wordt gesteld, dat
Op alle opdrachten die door ons kantoor worden aanvaard zijn onze algemene voorwaarden van toepassing. Deze voorwaarden bevatten een aansprakelijkheidsbeperking. De tekst van onze voorwaarden is afgedrukt op de achterzijde van deze brief. Stichting Beheer Derdengelden Advocatenkantoor Van Mierio Rabobank 's-Hertogenbosch e.o. 11.94.80.190
ALGEMENE VOORWAARDEN VAN ADVOCATENKANTOOR VAN MIERLO TE ROSMALEN Artikel 1 Advocatenkantoor Van Mierio, verder ook te noemen "het kantoor" en/of "de maatschap" is een maatschap waarvan de leden besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid zijn. Een lijst van leden van de maatschap wordt op verzoek toegezonden. Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op alle opdrachten die de cliënten van Advocatenkantoor Van Mierio aan de maatschap, aan hun afzonderlijke leden, dan wel aan hun bestuurders of de werknemers van de maatschap verstrekken voor het verlenen van juridische bijstand als advocaat en/of fiscaal jurist. Artikel 2 Het kantoor geldt steeds als opdrachtnemer. Opdrachten worden, met terzijdestelling van artikel 7;404 B.W. uitsluitend aanvaard en uitgevoerd door de maatschap. Dit houdt in dat de cliënt ermee instemt dat de maatschap de opdracht aanvaardt onder haar verantwoordelijkheid en laat uitvoeren door een of meerdere aan de maatschap verbonden advocaten. Het kantoor zal de rechtsbijstand naar beste weten en kunnen verlenen. De vennoten, hun bestuurders, alsmede degenen die voor de maatschap werkzaam zijn, zijn niet persoonlijk gebonden of aansprakelijk.
Het tarief kan van jaar tot jaar per 1 januari in verband met kostenstijgingen worden verhoogd. De kosten zullen bij wege van voorschot en voor het overige maandelijks in rekening worden gebracht. Betaling van de voorschotnota dient per omgaande te geschieden. Betaling van de maandelijkse declaraties dienen binnen drie weken na de factuurdatum door bijschrijving op de op de declaratie vermelde kantoorrekening te geschieden. Geschillen over de hoogte van de kosten voor rechtsbijstand in burgerlijke zaken worden overeenkomstig de Wet Tarieven in Burgerlijke Zaken beslist door de Raad van Toezicht van de Orde van Advocaten te 's-Hertogenbosch. In zaken die worden behandeld op basis van het wettelijk systeem van gefinancierde rechtshulp, is de declaratie beperkt tot die kosten die op grond van de toevoegingsbeslissing voor rekening van de cliënt komen.
Artikel 4 Voor zover deze niet door cliënt zijn teruggenomen, worden originele dossierstukken tot 7 jaar na sluiting van het dossier bewaard, waarna zij zullen worden vernietigd.
Artikel 5 Het kantoor is verzekerd voor de aansprakelijkheid wegens beroepsfouten jegens cliënten en/of derden. De polis ligt op kantoor ter inzage. Het kantoor ziet zich genoodzaakt iedere aansprakelijkheid wegens beroepsfouten uitdrukkelijk uit te sluiten indien en voor zover de beroepsaansprakelijkheidsverzekering geen aanspraak op dekking of uitbetaling geeft. Indien het kantoor bij de uitvoering van een opdracht gebruik maakt van de hulp van derden is zij voor hun gedragingen niet aansprakelijk. Bij de keuze van deze derden zal het kantoor de vereiste zorgvuldigheid betrachten en indien dit redelijkerwijs mogelijk is met de cliënt omtrent de inschakeling van derden overleggen. De verplichting om overleg te plegen geldt niet voor inschakeling van koeriers en deurwaarders.
Artikel 3 Voor verleende rechtsbijstand is, behoudens andersluidende afspraak, door cliënt aan het kantoor vergoeding verschuldigd op basis van de bestede tijd en het geldende tarief. Hèt uurtarief is gebaseerd op de ervaringsjaren van de behandelende advocaten. De vergoeding bestaat uit het honorarium, een opslag daarover van 7% voor kantoorkosten, te vermeerderen met btw en verschotten.
Deze voorwaarden zijn niet alleen bedongen ten behoeve van de vennoten van de maatschap, maar ook ten behoeve van de bestuurders van de praktijkvennootschappen die daarvan deel uitmaken, alsmede ten behoeve van al diegenen die voor de maatschap werkzaam zijn. Van deze voorwaarden afwijkende nadere afspraken kunnen uitsluitend schriftelijk worden aangegaan. Op de overeenkomst van partijen is Nederlands recht van toepassing. Geschillen zullen uitsluitend worden berecht door de bevoegde Nederlandse rechter, met uitsluiting van de hiervoor genoemde geschillen omtrent de hoogte van de kosten voor rechtsbijstand in burgerlijke zaken. De Nederlandse tekst van deze algemene voorwaarden is bepalend voor de uitleg daarvan.
^
Advocatenkantoor Van Mierio
voldaan moet worden aan "de geldende grenswaarden voor het industrieterrein". Verderop in de tekst wordt evenwel gesproken over het voldoen aan "de geldende grenswaarden inzake geluid". In het besluitonderdeel (blz. 23) wordt weer een andere formulering gebruikt, te weten het voldoen aan "de geldende grenswaarden ingevolge industrielawaai". Het is onduidelijk wat daarmee nu precies bedoeld wordt. Zijn dat de grenswaarden zoals opgenomen in de vigerende omgevingsvergunning of de grenswaarden zoals opgenomen/op te nemen in de nieuwe omgevingsvergunning voor het aspect milieu (na uitbreiding van de inrichting) of zijn dat de grenswaarden die gelden op de zone ingevolge de Wet geluidhinder of zijn dat de MTG's die gelden voor bepaalde woningen binnen de geluidzone. Kortom, het toetsingskader "geldende grenswaarden ingevolge industrielawaai" is niet eenduidig en mitsdien in strijd met de rechtszekerheid. Gelet op het vorenstaande verzoekt cliënte u primair om de gewraakte passage in artikel 3.6.1 (zie onderstreepte gedeelte) te schrappen. Subsidiair wordt verzocht om de geluidtoets te beperken tot de geldende grenswaarde van 50 dB(A) op de zone van het gezoneerde industrieterrein en de geldende hogere waarde(n). Artikel 1 0 . 2 , onder y De intentie van deze planregel is om op de balkons van de woningen waarvoor een stap 3 besluit is genomen, nog een acceptabel geluidniveau te garanderen. Balkons behoeven alleen bescherming in de dag- en avondperiode, zodat in deze planregel alleen de dag- en avondperiode wordt genoemd. De hogere waarde voor deze stap 3 woningen bedraagt maximaal 60 dB(A). In de planregel wordt als te realiseren geluidniveau 4 8 dB genoemd voor alleen de dag- en avondperiode. Het is daarbij niet volstrekt duidelijk of hier een waarde uitgedrukt in dB(A) wordt bedoeld of een waarde uitgedrukt in dB. Per definitie geldt dat een dB de eenheid is voor een geluidbelasting uitgedrukt in Lden. Een Lden staat voor de geluidbelasting gemiddeld over de dag-, avond- en nachtperiode (den staat voor day, evening, night). Dus als de gemeente daadwerkelijk als eenheid dB heeft bedoeld, dient ook de nachtperiode in de bepaling van de geluidbelasting te worden meegenomen en zou er dus ook maar één waarde voor de geluidbelasting moeten zijn (nl. de gemiddelde waarde over de dag, avond en nacht). Naar het oordeel van cliënte dient deze onduidelijkheid uit een oogpunt van rechtszekerheid te worden weggenomen. Normaliter wordt industrielawaai uitgedrukt in dB(A). In de planregel zou derhalve de maximaal toelaatbare geluidimmissie (het zogenaamde langtijdgemiddelde beoordelingsniveau) over de dag- en nachtperiode uitgedrukt moeten worden in dB(A). Cliënte verzoekt u dan ook de aanduiding 4 8 dB in artikel 1 0 . 2 , onder y te wijzigen in 4 8 dB(A). In afwachting van uw nadere berichten, verblijf ik, hoogachtend,
J^^-<j^ 1 Samenvatting en beantwoording zienswijzen
c.
d.
e.
f.
g.
I
43
Het op een grotere afstand situeren van de gevoelige functies is echter niet mogelijk en zoals uit het onderzoek is gebleken, ook niet nodig om het duurzaam blijvend functioneren van het bedrijf te waarborgen. Er is geen aanleiding te veronderstellen dat de gemeente het bedrijf in de toekomst verplicht tot het treffen van maatregelen als gevolg van de woningbouwplannen. Immers uit onderzoek blijkt niet dat hiertoe een noodzaak zal bestaan. Daaruit vloeit voort dat geen kosten nodig zijn voor het treffen van bronmaatregelen. Het zonder meer toezeggen van het vergoeden van kosten die voortvloeien uit eventuele aanscherping van regelgeving is niet mogelijk. Daarbij is van belang dat die maatregelen ook zonder de woningbouwontwikkeling hadden moeten worden getroffen in verband met bestaande woningen in de omgeving. Dit laatste is ook van betekenis voor de toekomstige uitbreidingen. Bij die uitbreidingen zou ook zonder woningbouwontwikkeling rekening moeten worden gehouden met bestaande woningen in de omgeving. Op basis van uitvoerig verkeerkundig onderzoek is gebleken dat de kruispunten Borchwerf/ Industriestraat en Borchwerf/Stepvelden in de toekomst problemen kennen in de verkeersafwikkeling. Dit wordt met name veroorzaakt door autonome groei. De realisatie van SpoorHaven draagt hier slechts in beperkte mate aan bij. Voor 2013 wordt de capaciteit op beide kruispunten vergroot. Bij de nadere uitwerking van de plannen zal zorgvuldig rekening worden gehouden met het aspect verkeersveiligheid. De inrichting wordt echter in het bestemmingsplan niet vastgelegd. Binnen het plangebied zal het langzaam verkeer gemengd met het autoverkeer worden afgewikkeld. Reclamant dringt met klem aan op realisatie van een vrijliggend fietspad aan de westzijde van de Oostelijke Havendijk (Vlietzijde) uit het oogpunt van verkeersveiligheid (scheiding vrachtwagens en langzaam verkeer). Uitgangspunt op dit moment is om dit ook op deze wijze te realiseren. Zoals in het ontwerpbestemmingsplan al is aangegeven en onderbouwd, is de bereikbaarheid van de bestaande bedrijventerreinen in de toekomstige situatie voldoende gewaarborgd. Venwezen wordt naar paragraaf B1.1 in bijlage 1 van de plantoelichting. Voor wat betreft de ontsluiting en bereikbaarheid van het bedrijf zelf zijn in ovedeg met het bedrijf een aantal mogelijkheden benoemd. Deze zijn binnen het bestemmingsplan inpasbaar. De uitlaat van koelwater wordt in de plannen inderdaad gewaarborgd. Het bedrijf maakt al sinds vele jaren geen gebruik van de binnenvaart ten behoeve van de aan- en afvoer van goederen. Het betreffende deel van de Vliet is nu te ondiep voor gebruik door de binnenvaart. In de afweging van belangen kan de gemeente geen rekening houden met een op dit moment niet aantoonbare wens van het bedrijf om daar wellicht in de toekomst weer wel gebruik van te maken. Aan het verzoek van het bedrijf om aanpassing van de plankaart kan op diverse punten tegemoet worden gekomen. 1. Op de plankaart zal voor alle gronden die thans voor het bedrijf in gebruik zijn, de aanduiding (sb-1) worden opgenomen. De plankaart wordt hierop aangevuld. 2. De gronden die thans in gebruik zijn voor het bedrijf, zullen worden voorzien van de aanduiding (sb-1). Dit betekent onder meer een toevoeging voor een strook aan de westzijde van het bedrijfsperceel. Nabij de woning Industriestraat 19 is het echter niet mogelijk de aanduiding (b=2) te laten vervallen. De algemene toelaatbaarheid moet hier beperkt blijven tot maximaal categorie 2. Voor het specifieke bedrijf van reclamant is dat nauwelijks belemmerend omdat het meest relevante aspect geluid bij deze toetsing buiten beschouwing blijft (zie ook de overwegingen onder g5). Een toetsing is in de praktijk (vooral nog) nodig ten aanzien van het aspect geur. Gelet op de bepaling in de geldende milieuvergunning (geen geurhinder op de grens van de inrichting) zou het bedrijf deze toetsing in het kader van een vrijstelling in beginsel succesvol kunnen doorstaan. Op dit moment zijn evenwel geen concrete, toetsbare uitbreidingsplannen beschikbaar, zoals ook tijdens de hoorzitting is gebleken. 3. De bouwgrens wordt aangepast en afgestemd aan de bestaande bebouwing. 4. De bouwmogelijkheden aan de west-, zuid- en oostzijde worden zo veel mogelijk verruimd. 5. Bij nader inzien blijkt dat de WRO-zone 2 op het reserveterrein kan komen te vervallen. De betreffende gronden kunnen echter niet rechtstreeks een aanduiding "(sb-1)" krij-
^*"«''"^f"^°' Rotterdam / Middelburg
736.007920.70
<,
Samenvatting en beantwoording zienswijzen
I
44
gen. Hierbij is overwogen dat voor nieuwe bedrijfsontwikkelingen in het bestemmingsplan volgens vaste jurisprudentie een milieuzonering moet worden opgenomen rekening houdend met de richtafstanden van de VNG-brochure Bedrijven en milieuzonering. Tijdens de hoorzitting heeft het bedrijf verzocht niet uit te gaan van die richtafstanden uit de VNG-brochure. Echter, in recente uitspraken heeft de Afdeling bestuursrechtspraak opnieuw aangegeven dat deze richtafstanden een indicatie geven van de afstanden, die ter voorkoming van hinder voor omwonenden uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening gewenst zijn. Daarbij dient inzichtelijk te worden gemaakt welke gevolgen de uitbreiding van een bestaand bedrijf heeft voor het woon- en leefklimaat van omwonenden (10 september 2008; 200704707/1). De VNG-brochure kan ook voor bestaande bedrijven een indicatie vormen voor de te venwachten mate van hinder (19 november 2008; 20070795/1). Gelet op de richtafstanden volgens de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering geldt voor de onder "(sb-1)" toegestane activiteit een richtafstand voor geur in een gemengd gebied van 50 meter. Aan deze afstand wordt nu zowel ten opzichte van de bestaande woningen als de nieuwe woningen niet voldaan. Vandaar dat aan het bedrijf geen directe uitbreidingsmogelijkheden kunnen worden geboden. Bedrijfsuitbreiding kan overigens wel plaatsvinden via de ontheffing van de categorieindeling (artikel 3.6). Omdat de milieuzonering in dit bestemmingsplan geen betrekking heeft op het aspect geluid, behoeft in het kader van de ontheffing vooral te worden getoetst aan het aspect geur. Gelet op het gestelde in de geldende milieuvergunning van het bestaande bedrijf (geen geurhinder buiten de inrichting) kan worden venwacht dat een ontheffing voor gelijksoortige activiteiten in de praktijk goed haalbaar is. 6. Het is zeker niet de bedoeling om woningen op een kortere afstand van het bedrijf dan Westelijke Havendijk 3 te realiseren. De uitwerkingsregels worden op dat punt aangevuld. Ook aan het verzoek van het bedrijf om aanpassing van de regels kan op een aantal punten tegemoet worden gekomen; op enkele andere echter niet. 1. Het algemeen toestaan van categorie 3.2-bedrijven op het bestaande bedrijfsterrein is op grond van vaste jurisprudentie niet mogelijk. In beginsel is de gemeente, bereid om ten aanzien onder de aanduiding (sb-1) toegelaten bedrijfsactiviteiten enige flexibiliteit te bieden. Gebleken is echter dat de SBl-code 1584 al vele activiteiten bevat (verwerking cacaobonen en venwerking chocolade en suikenwerk). De aangrenzende codes omvatten zodanige activiteiten dat een verruiming van de aanduiding niet verantwoord is. Tevens blijkt dat het aspect geurhinder voor Industriestraat 19 van betekenis is voor de toetsing van de aanvaardbaarheid van de uitbreidingsplannen. 2. De bouwhoogte voor tanks kan worden verhoogd naar 8 meter, door deze categorie toe te voegen aan de hoogtebepalingen. 3. Vaste jurisprudentie geeft aan dat in het ruimtelijke spoor, voorafgaande aan het milieuspoor, een eigen afweging moet plaatsvinden (zie onder b). Uit de milieuonderzoeken is gebleken dat een optimale situering van gebouwen relevante invloed kan hebben op de milieusituatie in de omgeving. Zoals in de toelichting van het bestemmingsplan is gemotiveerd, lopen de belangen van het bedrijf en de gemeente hier in vergaande mate parallel. Dat betekent dat door het stellen van nadere eisen naar verwachting geen inbreuk wordt gedaan op de ontwikkelingsmogelijkheden van het bedrijf, maar slechts wordt verzekerd dat door optimale ruimtelijke oplossingen, milieuhinder wordt voorkomen. Uit het voorgaande blijkt dat uitbreiding van het bedrijf niet via een wijzigingsbevoegdheid hoeft te verlopen, maar kan worden volstaan met een ontheffingsbevoegdheid. Om ervoor te zorgen dat de nadere eisen inzake situering van gebouwen, ook ter plaatse van het uitbreidingsgebied kunnen worden gesteld (zonder de aanduiding (sb-1), wordt de nadere eisenregeling hierop aangevuld. 4. In verband met een aanscherping van regelgeving inzake externe veiligheid is het noodzakelijk om in een bestemmingsplan specifiek dergelijke activiteiten uit te sluiten en hiertoe zo nodig extra" duidelijkheid te bieden. 5. Zoals onder ovenweging g5 is aangeven komt de wijzigingsbevoegdheid (WROzone 2), naar aanleiding van deze zienswijze, te vervallen. Voor een uitbreiding van het
Ti,^^^"'^Z'^I,°L Rottertiam / Middelburg
736.007920.70
A%Jul Bijlage 1. Resultaten uitgevoerd milieuonderzoek
39
industrieterrein (en de betreffende bedrijven) en de gevoelige functies (woningen en ondenwijsinstellingen) in de omgeving van het industrieterrein. Vanwege de status als gezoneerd industrieterrein en de regulering van het geluidsaspect via de Wet geluidhinder, heeft de milieuzonering met behulp van de SvB "gezoneerd industrieterrein" geen betrekking op het aspect geluid, maar alleen op de aspecten geur, stof en gevaar. De SvB "gezoneerd industrieterrein" is gebaseerd op de richtafstandenlijst uit de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering (2007), met uitzondering van het aspect geluid. Ad 2 SvB "functiemenging" De SvB "functiemenging" is gebaseerd op de "voorbeeld Staat van Bedrijfsactiviteiten functiemenging" uit de VNG-publicatie "Bedrijven en milieuzonering" (VNG 2007). De SvB "functiemenging" wordt gehanteerd in gemengde gebieden. Om de toelaatbaarheid van milieubelastende activiteiten te bepalen wordt hierbij niet uitgegaan van aan te houden afstanden, maar van activiteiten die toelaatbaar zijn naast of onmiddellijk boven woonbebouwing. Voor een nadere toelichting op de aanpak van de milieuzonering met behulp van de beide Staten van Bedrijfsactiviteiten wordt venwezen naar bijlage 14. Onderzoek milieuzonering gezoneerd industrieterrein Algemeen Een deel van het plangebied aan de oostzijde van de Vliet maakt onderdeel uit van het gezoneerd industrieterrein Borchwerf/Stationsgebied. De geluidsbelasting van de bedrijven op dit gezoneerde industrieterrein wordt bij dit industrieterrein gereguleerd via de Wet geluidhinder, de Wet milieubeheer (milieuvergunningverlening en meldingen/maatwerkvoorschriften) en het zonebeheer van de gemeente Roosendaal. Hiermee wordt zorg gedragen voor een goede afstemming tussen de geluidsbelasting van het industrieterrein (en de betreffende bedrijven) en de gevoelige functies (woningen en ondenwijsinstellingen) in de omgeving van het industrieterrein. Voor de milieuzonering in dit bestemmingsplan wordt derhalve gebruik gemaakt van de SvB "gezoneerd industrieterrein", waarbij het aspect geluidhinder niet is opgenomen. Bij de milieuzonering van het industrieterrein wordt rekening gehouden met verschillende (in meer of mindere mate) milieugevoelige gebiedstypen/functies in het plangebied en de directe omgeving. Hierna wordt per gebiedstype/ functie nader ingegaan op de milieuzonering. Vanwege de nabijheid van (onder andere reeds aanwezige) gevoelige functies is de toelaatbaarheid van zware bedrijven (op andere milieuaspecten dan geluid) in het plangebied niet mogelijk. Venwezen wordt tevens naar figuur BI.10. Gemengd gebied In de directe omgeving van de bedrijven op het gezoneerde industrieterrein zijn verschillende gebieden aanwezig met woningen en/ of ondenwijsinstellingen die behoren tot het omgevingstype "gemengd gebied": op het Kadeplein is sprake van functiemenging met een combinatie van functies zoals woningen, horeca, detailhandel en kantoren; ten oosten van het industrieterrein is het ROC geprojecteerd in een gebied omgeven door bedrijven, gemengde functies (zoals bijvoorbeeld detailhandel) en aan de overzijde van de Vliet een gasontvangstation en woningen); in de huidige situatie zijn op het gezoneerde industrieterrein langs de Industriestraat verschillende woningen gesitueerd. Het betreft een historisch gegroeide situatie. Voor deze woningen gelden geen geluidsnormen conform de Wet geluidhinder. In de milieuzonering wordt rekening gehouden met deze woningen, die gelet op hun ligging op het gezoneerde industrieterrein kunnen worden beschouwd als "gemengd gebied". Ten opzichte van de genoemde woningen en ondenwijsinstelling worden de richtafstanden conform het omgevingstype "gemengd gebied" gehanteerd. Rustige woonwijk De overige woongebieden gelegen ten westen van de Vliet die relevant zijn voor de milieuzonering van het industrieterrein behoren tot het omgevingstype "rustige woonwijk". In
Adviesbureau RBOI Rotterdam/Middelburg
-,. nmoon nn 736.007920.00