Adviesrapport Subsidieonderzoek
Financiering van onderzoek in de sport
1 september 2013
Financiering van onderzoek in de sport Project Datum Opdrachtgever Contactpersoon
: : : :
Subsidieonderzoek 1 september 2013 NOC*NSF Mevrouw Dr. N.H.M.J. Schipper-Van Veldhoven
Inhoudsopgave 1.
Inleiding 1.1 Subsidieonderzoek 1.2 NOC*NSF Sportonderzoek 1.3 Structuur rapportage
Blz. 2 2 3 3
2.
Subsidies en fondsen 2.1 Wat zijn subsidies en fondsen? 2.2 Uitgangspunten en criteria 2.3 Succes met subsidies 2.4 De aanvraag
4 4 5 6 7
3.
Subsidieverstrekkers in beeld 3.1 Verschillende niveaus 3.2 Provincies 3.3 Rijksoverheid 3.4 Europese Unie
9 9 10 10 12
4.
Financiering van onderzoek 4.1 Inleiding 4.2 Nationale subsidies 4.3 Europese subsidies voor onderzoek 4.4 Internationale subsidies en overige fondsen 4.5 Rol van het bedrijfsleven
17 17 17 23 25 25
5.
Relevante subsidies en fondsen 5.1 Praktijkvoorbeelden 5.2 Regelingen per thema 5.3 Beoordeling regelingen
28 28 29 34
6.
Conclusies en aanbevelingen 6.1 Conclusies 6.2 Aanbeveling: Strategisch subsidiebeleid
37 37 38
De auteur Bijlage1: Overzicht subsidieregelingen en fondsen Bijlage 2: Samenvatting regelingen en fondsen
Blz. 1
40 41 43
Financiering van onderzoek in de sport
1. Inleiding 1.1 Subsidieonderzoek In 2009 heeft Moonen Sport & Leisure in opdracht van NOC*NSF onderzoek gedaan naar de subsidiemogelijkheden voor sportonderzoek. Dat heeft geresulteerd in het rapport 'Financieel fundament onder 'Olympisch' sportonderzoek' (d.d. 8 januari 2010). Het doel van deze publicatie was om de financieringsmogelijkheden van de onderzoeksagenda van NOC*NSF in kaart te brengen, in lijn met het Sectorplan Sportonderzoek en -Onderwijs 2011-2016 (kortweg Sectorplan Sport en de Sportagenda 2016). Inmiddels zijn we enkele jaren verder. Zowel binnen als buiten de spotsector is er veel veranderd. Het Olympisch Plan ligt achter ons en door alle geledingen is duidelijk dat de crisis haar sporen heeft nagelaten. Geld is een schaars goed geworden. Dat heeft ook consequenties voor de financieringsmogelijkheden. Veel subsidieregelingen zijn geschrapt of budgetten verlaagd. Bij fondsen (als particuliere instellingen) is dat in mindere mate het geval. Die zijn minder afhankelijk van overheidsbeleid. Maar zowel bij subsidies als fondsen geldt dat het aantal aanvragers enorm is gestegen. Partijen die voorheen zelf hun projecten financierden, kijken nu ook met een begerige blik naar de subsidiemogelijkheden. Consequentie is dat de concurrentie heviger is en de lat veel hoger ligt. Subsidiegevers hebben minder geld, voor minder projecten en zijn dus kritischer op de projecten die ze toekennen. Reden voor NOC*NSF om een actueel overzicht te hebben van de mogelijkheden voor financiering van het huidige onderzoeksprogramma. Moonen Sport & Leisure heeft daartoe een uitgereid subsidieonderzoek uitgevoerd. Dit was de basis voor de actualisering van het eerdere onderzoek uit 2010.Het resultaat ligt voor u. Afbakening Het subsidieonderzoek is afgebakend tot de vijf onderzoeksthema's uit het Sectorplan Sport. Deze thema's zijn: 1. Talentvol Nederland (topsport, presteren, talentontwikkeling) 2. Meedoen in Nederland (breedtesport, sportparticipatie, welzijn) 3. Vitaal Nederland (welzijn, participatie, gezondheid) 4. Nederland in Beeld (economie, evenementen, media) 5. Kaart van Nederland (ruimte en sportaccommodaties) Doelen Doelen van het subsidieonderzoek zijn: 1. Actualisering van het rapport 'Financieel fundament onder 'Olympisch' sportonderzoek' op bestaande thema's; 2. In kaart brengen van de mogelijkheden van partnerships met het bedrijfsleven. Werkzaamheden De volgende werkzaamheden maken deel uit van het subsidieonderzoek: Oriëntatie op de beoogde activiteiten van opdrachtgever en partners; Inventarisatie en beoordeling van relevante fondsen en subsidieregelingen;
Blz. 2
Financiering van onderzoek in de sport
Opstelling van een geactualiseerde rapportage die desgewenst via de website van NOC*NSF toegankelijk kan worden gemaakt. In een aparte bijlage (niet voor publicatie) worden samenvattingen van de geselecteerde subsidies en fondsen opgenomen; Overleg met medewerker(s) van opdrachtgever.
1.2 NOC*NSF Sportonderzoek Strategie Sportonderzoek NOC*NSF heeft een Masterplan Sport en Wetenschap opgesteld, dat eind 2009 is vastgesteld. Het doel was: sportonderzoek naar Olympisch niveau. Belangrijk uitgangspunt is het dichten van de kloof tussen sportpraktijk en wetenschap door beter met elkaar samen te werken met een gezamenlijke onderzoeksagenda. Het beleid richt zich op drie pijlers: 1. Verbeteren van de samenwerking waardoor sportonderzoek en sportpraktijk meer naar elkaar toegroeien en van elkaar kunnen profiteren. 2. NOC*NSF streeft naar een inhoudelijke programmering van het sportonderzoek, samen met haar partners op dit terrein. Deze programmering is vastgelegd in de onderzoeksagenda 2011-2016. 3. Naast programmering is ontsluiting van kennis een belangrijke stap, alsook weten wie wat doet. Het Masterplan Sport en Wetenschap bestaat uit een aantal verschillende projecten, gecoördineerd door Nicolette van Veldhoven. Sectorplan Sportonderzoek en -onderwijs 2011-2016 In 2010 is het plan Fundament onder de Olympische ambities - Sectorplan sportonderzoek en onderwijs 2011-2016 tot stand gekomen in samenwerking met ministeries, hogescholen, universiteiten, onderzoeksinstituten, NOC*NSF, sportbonden, sportserviceorganisaties en CTO's. Vanaf 2011 is dit plan met vereende krachten ook tot uitvoer gebracht. Dit sectorplan is het vervolg van de in 2009 ontwikkelde brochure 'Fundament onder Olympische ambities, Nederlands sportonderzoek in de komende jaren'. Het sectorplan Sportonderzoek en -onderwijs geeft aan wat er de komende jaren in het sportonderwijs en sportonderzoek op hogescholen en universiteiten moet gebeuren, om te komen tot Olympisch niveau. De brede samenwerking laat zien dat het plan door de sector wordt gedragen. In gezamenlijkheid wordt er voor gezorgd dat goede mensen worden opgeleid, sportonderzoek versterkt wordt en kennis goed verspreid wordt.
1.3 Structuur rapportage Het adviesrapport bestaat uit enkele onderdelen. Op de eerste plaats wordt een introductie gegeven op subsidies en fondsen. Wat is het? Welke criteria en randvoorwaarden zijn in algemene zin relevant? In het derde hoofdstuk wordt het brede scala van subsidieverstrekkers behandeld. Welke provinciale, landelijk en Europese verstrekkers zijn er zoal? In het volgende hoofdstuk zoomen we in op de financieringsstromen voor onderzoek. Vervolgens worden kansrijke regelingen en fondsen opgesomd. In de bijlage is van iedere regeling en fonds een samenvatting opgenomen, inclusief een link naar de betreffende website waar meerinformatie te vinden is. Tenslotte worden in hoofdstuk 6 conclusies getrokken en aanbevelingen gedaan ten aanzien van de financiering voor sport en onderzoek.
Blz. 3
Financiering van onderzoek in de sport
2. Subsidies en fondsen Wie veel ervaring heeft met subsidies denkt gemakkelijk dat er altijd wel geld beschikbaar is voor een goed idee. Dit optimisme berust natuurlijk op een goede beheersing van kansen zien en creëren, aanvragen en projectmanagement. Toch is de stelling ‘een goed idee is geld waard’ in de kern juist. De belangrijkste succesvoorwaarde is dat je in samenwerking met anderen in staat bent om een probleem (met een financieel tekort) om te vormen in een project dat interessant is voor subsidieverstrekkers of andere financiers. Dit hoofdstuk geeft meer informatie over subsidies en fondsen. Het biedt u handvatten zodat u meer gevoel krijgt wat de subsidiekansen van uw onderzoeksproject zijn. Welke 'extra's' zijn van belang en waarvoor zijn minder subsidiemogelijkheden.
2.1 Wat zijn subsidies en fondsen? Wat is subsidie? Een subsidie betekent dat de overheid op grond van het algemeen belang een deel van de kosten betaalt die de subsidieontvanger heeft gemaakt. In artikel 4:21, art.1 van de Algemene Wet Bestuursrecht1 wordt de volgende definitie gegeven: ‘De aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten.’ De overheid gebruikt stimuleringsregelingen met het doel haar beleid te verkopen. Zo stimuleert de overheid bedrijven om mensen te scholen, investeringen te plegen, te exporteren, onderzoek te doen naar nieuwe technologieën, en deze toe te passen. Subsidievormen Op subsidiegebied is grofweg onderscheid te maken in de volgende subsidievormen: Subsidie: Een bijdrage van de overheid (ministerie, provincie, Europese Unie of organisatie die geld van de overheid krijgt) aan een aanvrager, die niet terugbetaald hoeft te worden; Fiscale subsidie: Een van de normale procedure afwijkende fiscale behandeling, waarvoor apart een aanvraag moet worden ingediend; Lening/krediet: Een bijdrage die terugbetaald moet worden. Het gaat om middelen voor zowel de langlopende als kortlopende termijn, al dan niet rentedragend en al dan niet tussentijds opzegbaar; Garantie: De bereidverklaring van de ene partij (meestal de overheid) om, indien de aanvrager niet aan zijn verplichtingen aan derden kan voldoen, deze verplichtingen over te nemen; Participatie: Deelname in het aandelenkapitaal van een onderneming, meestal gecombineerd met een achtergestelde/converteerbare lening; Subsidie is dus per definitie publieke financiering: het geld is afkomstig van de overheid. Dit kan bijvoorbeeld de Rijksoverheid (ministeries) zijn, maar ook de Europese Unie. 1
Ars Aequi Wetseditie: Algemene wet bestuursrecht 2006/2007:, Nijmegen 2006
Blz. 4
Financiering van onderzoek in de sport
Fondsen Een fonds is private financiering: het geld is niet afkomstig van een overheid. Meestal is het geld ondergebracht in een stichting. In Nederland bestaan er drie typen fondsen: geldwervende fondsen; loterijfondsen; vermogensfondsen. Geldwervende fondsen zamelen geld in bij het Nederlandse publiek om dit te besteden aan hun eigen doelstellingen. Voorbeelden van geldwervende fondsen zijn KWF Kankerbestrijding en het Aids Fonds. Loterijfondsen verkrijgen hun inkomsten uit de opbrengsten van aangesloten loterijen en verdelen dit rechtstreeks onder goede doelen. Een voorbeeld hiervan is Stichting de Nationale Sporttotalisator, die de gelden van de Lotto verdeelt. Het grootste deel van de fondsen zijn vermogensfondsen. Vermogensfondsen hebben hun vermogen gekregen door bijvoorbeeld legaten en erfstellingen en verdelen dit onder maatschappelijke en sociale doelen.
2.2 Uitgangspunten en criteria Wat wel en wat niet? De overheid gebruikt subsidies dus met het doel haar beleid te verkopen. Zo stimuleert de overheid organisaties om mensen te scholen, investeringen te plegen, te exporteren, onderzoek te doen naar nieuwe technologieën, etcetera. Succesvol subsidiebeleid richt zich dan ook op de inhoud van dat beleid. Op welke wijze kunnen we invulling geven aan de doelen en wensen van de subsidieverstrekker? Om inzicht te krijgen in de haalbaarheid van subsidies en bijdragen van fondsen, is het goed te weten wat de algemene uitgangspunten van subsidiegevers en fondsen zijn: 1. Projecten die commercieel interessant zijn en zichzelf kunnen bedruipen worden niet ondersteund; 2. Reguliere activiteiten van aanvragers worden niet ondersteund; 3. Er is geen subsidie voor kosten die al via een andere regeling gesubsidieerd zijn; 4. Subsidie en fondsbijdragen aanvragen doe je voordat je het project gaat uitvoeren af en de middelen krijgen doe je achteraf. Voor de onderzoekswereld betekent dit dat het geen zin heeft om subsidie aan te vragen voor regulier onderzoek. Het doel is juist om onderzoek te doen dat maatschappelijk relevant is of dat echt vernieuwend is. Bijzonder onderzoek dus. Bij de afweging die subsidiegevers daarbij maken, kan in het algemeen worden gesteld dat de subsidiekansen van het project stijgen naarmate er: aansluiting gevonden wordt bij maatschappelijke doelen; sprake is van samenwerking met betrouwbare partijen; sprake is van een innovatief project; een goed doortimmerd projectplan en een degelijke begroting is; sprake is van cofinanciering (welke bijdrage kunnen NOC*NSF en/of sportbonden leveren, welke andere financiers zijn er, welke financieringsbehoefte is er?).
2.3 Succes met subsidies Subsidie wordt nog te vaak gezien als een 'trucje' om ad hoc gaten in de begroting te dichten. Onze pleidooi is dat je subsidies een structurele plek moet geven. Het willen benutten van subsidiegelden is
Blz. 5
Financiering van onderzoek in de sport
een strategisch besluit, dat ook consequenties heeft voor de manier waarop je georganiseerd bent. Het begint ermee dat je ervoor moet zorgen dat er zowel op bestuurlijk als uitvoerend niveau aandacht is voor, en kennis is van subsidies. Om subsidiekansen te creëren moet je: 1. Kansen zien en creëren (initiëren van nieuwe projecten). 2. Een goede aanvraagprocedure doorlopen (aanvragen voorbereiden en indienen). 3. Het projectmanagement op orde hebben (projecten realiseren conform aanvraag).
1. Initiëren
3. Realiseren
2. Aanvragen
Deze drie stappen hebben alles met elkaar te maken en worden continue doorlopen. De belangrijkste succesvoorwaarden zijn echter aandacht en enthousiasme voor subsidies bij medewerkers en bestuur en de interesse om met anderen (overheden, bedrijven of onderzoeksinstellingen) samen te werken. Naar buiten kijken dus. Kansen zien en creëren De eerste stap in de waardeketen is het maken van een match tussen uw project en een subsidieregeling. Kortom: uw idee. Dit vraagt om kennis van de doelen van belangrijke subsidieverstrekkers en samenwerking met die subsidieverstrekkers en eventueel met anderen. Dat laatste is bijvoorbeeld van belang voor veel Europese aanvragen. Een goede aanvraag De kans is gecreëerd, het indienen van een aanvraag is kansrijk. De volgende stap is het opstellen en indienen van een goede aanvraag. Wat zijn de belangrijkste voorwaarden voor een succesvolle subsidieaanvraag? Het belangrijkste motto daarbij is: ‘doe het goed of doe het niet’. Daarbij is van belang: Voldoende capaciteit: Voldoende capaciteit, in tijd, kundigheid en samenwerking met de subsidieverstrekker.
Steun en draagvlak: Subsidiesucces genereert een organisatie meestal niet alleen. Het is belangrijk om veel aandacht te besteden aan het bouwen van draagvlak voor de aanvraag. Leden en bestuurders kunnen hun netwerk benutten om het draagvlak te vergroten. Als zij hun collegabestuurders bij subsidieverstrekkers kunnen overtuigen van de kwaliteit van de plannen, schept dit een prima uitgangspunt voor een kansrijke subsidieaanvraag. In het bestuurlijke contact moet niet het probleem (en het gebrek aan financiën) centraal staan, maar vooral de kans die het project
Blz. 6
Financiering van onderzoek in de sport
biedt voor de subsidieverstrekker om samen beleidsdoelen te realiseren. Bij voorkeur wordt al contact gelegd als er nog voldoende tijd is om samen een voor subsidie kansrijk project te ontwikkelen.
Creativiteit: Een succesvolle match tussen een project/idee en een subsidieregeling vraagt om creativiteit op drie gebieden: inhoudelijk, financieel en communicatief. Inhoudelijke creativiteit vraagt om het afstemmen van een project op een subsidieregeling. Kernpunt is meerwaarde creëren voor de subsidieverstrekker (terwijl je natuurlijk je eigen doelen wel moet vasthouden).Financiële creativiteit vraagt om het creëren van een zo breed mogelijk basis aan eigen financiële inbreng. Subsidies zijn immers nooit 100% van de kosten, je hebt altijd eigen geld nodig. Creatieve communicatie vraagt om een scherpe blik op hoe en wie je moet overtuigen zodat een aanvraag leidt tot een positieve beschikking. Wat is er voor nodig om je in positieve zin te onderscheiden? Subsidieverstrekkers willen in de aanvraag graag snel en toegankelijk lezen dat de aanvrager goed begrepen heeft wat voor de subsidieverstrekker belangrijk is. Ook zijn ze op zoek naar een betrouwbare aanvrager die beloften waarmaakt en zich net wat extra wil inspannen om de doelstellingen van de subsidieregeling te realiseren.
2.4 De aanvraag Een subsidieaanvraag bestaat uit een aantal documenten, zoals een aanvraagformulier, een projectbeschrijving, een projectbegroting en bijlagen als offertes, overeenkomsten, tekeningen, jaarverslagen e.d. Enkele tips voor het schrijven van een aanvraag Vraag subsidies tijdig aan. De aanvraag moet enkele maanden voor de startdatum voor uw project binnen zijn. Een goede aanvraag is vloeiend. Hiermee wordt bedoeld dat de diverse losse onderdelen op elkaar aansluiten en als het ware in elkaar over gaan. Een positieve en optimistische schrijfstijl is van belang maar alles moet wel goed onderbouwd zijn. Een realistische kijk op zaken is dus ook van belang. Hiertussen moet de juiste balans gevonden worden. Vermijd teveel vaktermen en jargon omdat degene die het moet lezen in veel gevallen geen deskundige is ten aanzien van de sport. Houd de aanvraag kort en bondig en blijf gericht op de kernpunten. Dit moet niet ten koste gaan van de kwaliteit van de aanvraag. Pas de aanvraag aan op het gewenste format dat de verstrekker wil zien. Kijk goed naar de specifieke eisen die de verstrekker stelt aan de aanvraag.
Projectplan Het projectplan geeft de inhoud van het project weer. In dit document wordt ingegaan op aspecten als bijvoorbeeld doelen, activiteiten en samenwerking. Ook wordt er inzicht gegeven in de fasering en planning van het project. In vrijwel alle gevallen moet in de projectbeschrijving worden aangesloten op de doelstelling en de beoordelingscriteria van de betreffende subsidieregeling. Projectbegrotingen dekkingsplan De projectbegroting geeft het project weer in financiële omvang. In de subsidieregeling wordt aangegeven welke kosten subsidiabel zijn. De kosten moeten per kostensoort worden geschat voor het gehele project. Het totaal aan kosten vormt de projectbegroting, waarover een bepaald percentage subsidie kan worden verkregen. Belangrijk is het om in dit stadium rekening te houden met de wijze waarop kosten in de onderneming worden geadministreerd. Goede aansluiting op de (project-
Blz. 7
Financiering van onderzoek in de sport
)administratie zorgt voor een soepeler afhandeling van latere declaraties. Naast de begroting dient ook een dekkingsplan worden opgenomen. De bomen en het bos Een vaak gehoorde opmerking is dat het lastig is om subsidies te vinden. 'Er is zoveel en hoe vind ik nu wat voor mij relevant is?' Begrijpelijk. Anderzijds is het in dit digitale tijdperk juist eenvoudig want iedere subsidieregeling of fonds is op het internet te vinden. Als u met Google begint door het invoeren van de zoektermen 'subsidie' in combinatie met het maatschappelijk doel dat u nastreeft, zult u merken dat u meteen tot over uw oren in het subsidienieuws terecht komt. Daarnaast zijn er op de social media allerlei groepen te vinden waarvoor u zich kunt aanmelden, zodat u op de hoogte blijft van het actuele subsidienieuws. Enkele websites die u kunnen helpen zijn: www.europa.eu www.antwoordvoorbedrijven.nl www.agentschapnl.nl www.fondsen.org www.vindsubsidies.nl www.sportsubsidie.nl www.loketgezondleven.nl www.vu.nl/nl/onderzoek/subsidie-fondsen www.nwo.nl www.knaw.nl
Blz. 8
Financiering van onderzoek in de sport
3. Subsidieverstrekkers in beeld Een veelgehoorde opmerking is dat de subsidiewereld een ondoorzichtige wereld. De subsidiewereld is een jungle van allerlei aanbieders en er is een woud aan regelingen. Dit hoofdstuk geeft inzicht in die 'jungle'. In dit hoofdstuk worden diverse subsidiërende instanties beschreven.
3.1 Verschillende niveaus In totaal zijn er ongeveer 750 subsidieverstrekkende overheidsinstellingen, zoals: Europese verstrekkers: de EU Landelijke verstrekkers: de ministeries Provinciale verstrekkers Regionale verstrekkers, zoals waterschappen Lokale verstrekkers: gemeenten In het kader van dit onderzoek worden de gemeentelijke subsidies buiten beschouwing gelaten.
Lokaal: gemeenten Provincie Landelijk Europa
Buiten de subsidiemogelijkheden van de overheid, worden door fondsen bijdragen verstrekt. Het aantal Nederlandse fondsen is onbekend. Schattingen geven aantallen aan tot 30.000 fondsen! Er zijn ongeveer 300 fondsen die bovenlokaal actief zijn en een actief donatiebeleid voeren.
3.2 Provincies De provincies vormen het middenbestuur tussen de nationale overheid en de gemeenten. De leden van Provinciale Staten (PS) worden elke vier jaar rechtstreeks gekozen door de inwoners van hun provincies. Het dagelijks bestuur van de provincie, het college van Gedeputeerde Staten (GS), wordt gekozen door PS. Voorzitter van PS en GS is de Commissaris van de Koningin, voor zes jaar benoemd door de Kroon. Provincies zijn voor hun inkomsten voor het overgrote deel afhankelijk van de rijksoverheid. Een deel van de inkomsten komt uit het zogenaamde Provinciefonds, een fonds waarin het Rijk jaarlijks een deel van de belastingopbrengst stopt en verdeelt over de twaalf provincies. Deze inkomsten mag de provincie naar eigen inzicht besteden. Naast inkomsten uit het Provinciefonds ontvangen de provincies zogenaamde doeluitkeringen van het Rijk, uitkeringen voor een vast omschreven doel zoals openbaar vervoer, jeugdhulpverlening of bodemsanering. Provincies kunnen ook zelf belasting heffen. Via de provincies worden veel subsidieprogramma's uitgevoerd. De actuele ontwikkeling is wel dat de provincie steeds minder subsidieert en steeds meer financiert. In plaats van een subsidiebedrag verstrekt de provincie dan een bijdrage die na verloop van tijd weer moet worden terugbetaald. Sport Iedere provincie heeft beleid op het vlak van sport en vrije tijd, sociale cohesie en dergelijke. In tegenstelling tot ministeries hebben provincies wel open regelingen. Tenslotte is de provincie een
Blz. 9
Financiering van onderzoek in de sport
interessante partij omdat ze als loket fungeert voor diverse structuurfondsen (EU-subsidiestromen, met name POP2 en de Operationele Programma’s).
3.3 Rijksoverheid De rijksoverheid is de bestuurslaag op landelijk niveau en wordt gevormd door alle ministeries en de uitvoeringsorganisaties die onder de verantwoordelijkheid van een ministerie vallen. De rijksoverheid houdt zich bezig met de voorbereiding en de uitvoering van plannen van de regering en het parlement. Sport valt binnen het werkterrein van het ministerie van VWS. Buiten VWS is er bij nagenoeg ieder ministerie een link te leggen met sport. We noemen enkele dwarsverbanden: Ministerie
Aangrijpingspunt
Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gezond leven en preventie Ethiek (waarden en normen, alcohol- en drugsgebruik) Doelgroepen (chronisch zieken, jeugd, ouderen) Vrijwilligers WMO
Economische Zaken
Innovatie Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen Research & Development (WBSO/RDA) (Duurzame) energie Infrastructuur Bestrijdingsmiddelen Ondernemers in de sport Toerisme en Recreatie
Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
Samenwerking Buurt, Onderwijs, Sport Combinatiefuncties Emancipatie (Sportieve) Brede School Lichamelijke Opvoeding
Infrastructuur en Milieu
Leefomgeving en wijken Ruimtelijke ordening Bodem en ondergrond Duurzaamheid en milieu Mobiliteit en bereikbaarheid Ruimtelijke ordening en gebiedsontwikkeling (Zwem)water
Buitenlandse Zaken
Vrouwenemancipatie
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Leefbaarheid op Caribische deel van het Koninkrijk
Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Werkgelegenheid in de sport Re-integratie Discriminatie
Blz. 10
Financiering van onderzoek in de sport
Ministerie
Aangrijpingspunt
Seksuele intimidatie Inburgering en integratie
Veiligheid en Justitie
Jeugdbescherming en -criminaliteit Criminaliteit Risicojongeren Voetbalvandalisme Kansspelen
Financiën
Wonen, werk en inkomen
Sportregelingen Onder invloed van de crisis en het kabinetsbeleid van de afgelopen jaren is er flink gesnoeid in het aantal subsidies. Toch zijn er nog steeds honderden subsidieregelingen over. Echter, als we kijken naar de specifieke sportregelingen, is het resultaat beperkt. Op rijksniveau hebben we het programma 'Veilig sportklimaat' en het programma 'Sport en bewegen in de Buurt' en de bijbehorende 'Sportimpuls'.
Het actieplan ‘Naar een veiliger sportklimaat’ is opgezet om gewenst gedrag te stimuleren en ongewenst gedrag in en rondom sport aan te pakken. Dit programma wordt uitgevoerd door de sportbonden en NOC*NSF (met KNVB, KNHB en NOC*NSF als voortrekkers) en heeft de steun van het ministerie van VWS, het ministerie van Veiligheid en Justitie, de Vereniging Nederlandse Gemeenten en de MOgroep.
Sport en Bewegen in de Buurt wil gemeenten ondersteunen in het creëren van voldoende sporten beweegaanbod voor alle inwoners van jong tot oud. Dat doen ze door te investeren in de uitbreiding en een bredere inzet van combinatiefuncties met extra buurtsportcoaches. Bijna drieduizend buurtsportcoaches gaan actief aan de slag. Doordat zij zowel werkzaam zijn bij een sport- of beweegaanbieder als in tenminste één andere sector onderwijs, (zorg, welzijn, kinderopvang, jeugdzorg of bedrijfsleven), dragen zij eraan bij dat meer mensen in hun eigen omgeving kunnen sporten en bewegen. De sport is dus een cruciale partner en kan allerlei initiatieven nemen om hier actief mee aan de slag te gaan. Dat begint met het kennismaken met de buurtsportcoaches en het afstemmen van ideeën en plannen.
De Sportimpuls is een subsidieregeling die lokale sport- en beweegaanbieders financieel ondersteunt bij de opzet van activiteiten die ze ondernemen om meer mensen te laten sporten en bewegen. Deze activiteiten bestaan uit het opstarten en aanbieden van sportactiviteiten voor mensen die niet of nauwelijks sporten en bewegen. Samenwerking is daarbij essentieel; tussen sport- en beweegaanbieders onderling, maar ook tussen sportaanbieders en gemeenten, onderwijs-, welzijns-, zorginstellingen, GGD’en en het bedrijfsleven. Door gebruik te maken van elkaars sterke punten kan gezamenlijk de sportparticipatie op lokaal niveau worden gestimuleerd en levert iedereen een belangrijke maatschappelijke bijdrage aan de leefbaarheid in de buurt.
Binnen het rijkssportbeleid was in de begroting van 2010 3,5 miljoen euro (2% van de begrote uitgaven) bestemd voor onderzoek en innovatie: 1 miljoen euro binnen het programma Meedoen, en 2,5 miljoen euro binnen het programma Topsport.
Blz. 11
Financiering van onderzoek in de sport
Opvallend in het huidige subsidiebeleid van de ministeries is dat ze voor de uitvoering van hun subsidieregelingen exclusief gebruik maken van partners (zoals NISB, NOC*NSF, VNG/VSG, e.d.) en dat er slechts zeer beperkt mogelijkheden zijn voor ‘losse’ aanvragen van derden. AgentschapNL Voor de uitvoering van subsidieregelingen maakt de overheid gebruik van agentschappen AgentschapNL is een goed voorbeeld. AgentschapNL is een agentschap van het ministerie van Economische Zaken. Namens de overheid bieden ze een groot aantal regelingen en programma’s aan op het gebied van duurzaamheid en innovatie. Deze regelingen zijn bedoeld om bedrijven, overheden, kennisinstellingen en in enkele gevallen ook consumenten te ondersteunen bij duurzame of innovatieve projecten. De ondersteuning van AgentschapNL kan bestaan uit financiële steun, advies, kennis of hulp bij het zoeken van partners en contacten in binnen- en buitenland.
3.4 Europese Unie De EU is een uniek economisch en politiek partnerschap van 27 landen in Europa die samen een groot deel van dit continent beslaan. Naast deze 27 leden is er een aantal andere Europese landen dat lid wil worden. De EU heeft zich ontwikkeld tot één grote markt met de euro als gemeenschappelijke munt. Wat als een zuiver economisch project is gestart, is inmiddels uitgegroeid tot een organisatie die zich bezighoudt met alle beleidsterreinen, van innovatie tot milieu. EU-Doelstelling ‘Europa moet de meest concurrerende en dynamische kenniseconomie worden, waarbij een duurzame economische groei leidt tot meer en betere banen en een hechtere sociale samenhang’ EU-begroting 2007 t/m 2013 De Europese begrotingscyclus duurt 7 jaar. De huidige cyclus loopt van 2007 t/m 2013 en voor het gros van de Europese regelingen geldt dat dit ook de looptijd is van de subsidieregelingen. Op 1 januari 2014 start een nieuwe cyclus van 7 jaar. Nederland droeg in 2010 ca. 5,74 miljard af aan de EU. In hetzelfde jaar ontvingen we 2,27 miljard aan Europese steun. Deze positie als netto-betaler bestaat voor Nederland sinds 1991. Nederland was in de periode 1981-1990 een netto-ontvanger. In de jaren daarvoor wisselde de positie regelmatig. Sinds 2007 krijgt Nederland een jaarlijkse korting van een miljard euro op haar afdrachten. Subsidies van de Europese Unie Een aanzienlijk deel van de uitgaven van de Europese Unie is bestemd voor subsidieregelingen. Deze zijn bedoeld om de doelstellingen te realiseren die zijn vastgesteld voor de beleidsterreinen van de EU. De subsidies die de Europese Unie verleent zijn altijd bedoeld als cofinanciering. De lidstaten zullen in de meeste gevallen minimaal 50% van de kosten voor hun rekening moeten nemen. Financiering van projecten kan via twee wegen lopen: 1. de Europese Commissie delegeert de financiering aan de lidstaten. Het geld kan in beheer komen bij nationale of regionale autoriteiten. Dit geldt vooral voor het gemeenschappelijk landbouwbeleid en het regionaal beleid 2. de Europese Commissie verleent subsidies rechtstreeks aan begunstigden, zoals universiteiten, bedrijven, belangengroepen en niet-gouvernementele organisaties (NGO's)
Blz. 12
Financiering van onderzoek in de sport
De EU heeft regels opgesteld om de subsidieverlening zo helder mogelijk te laten verlopen: Subsidie is alleen mogelijk via een oproep tot het indienen van voorstellen. Dit heet ook wel call for proposal (CfP). Binnen de EU is alleen deelfinanciering mogelijk. Subsidieverlening mag niet leiden tot winst voor de begunstigden. Subsidiering met terugwerkende kracht is niet mogelijk. Europese tenders Veel Europees geld wordt uitgezet via openbare aanbestedingsprocedures (tenders) in plaats van via open calls for proposals. Alle Europese aanbestedingsopdrachten worden gepubliceerd op de Tenders Electronic Daily (TED) website. Op de website van de Europese Commissie is een overzicht te vinden van tenders op onderwerp (www.europa.eu). Centraal versus decentraal Subsidies zijn een belangrijk instrument voor de EU. In algemene zin is onderscheid te maken tussen subsidie die centraal in Brussel aangevraagd moet worden en subsidies die decentraal (in Nederland) aan te vragen zijn. Gecentraliseerde programma's, zoals het Health-programma of het programma Europa voor burgers, worden beheerd op EU-niveau door de Europese Commissie en/of een uitvoerend agentschap. Daarentegen worden gedecentraliseerde programma's, zoals Jeugd in actie, beheerd op nationaal niveau door een Nationaal Agentschap. De structuurfondsen zijn een speciaal geval omdat ze worden beheerd en uitgevoerd door de nationale en regionale overheden. In algemene zin geldt dat het eenvoudiger is subsidies aan te vragen voor decentrale dan centrale programma's. EU-programma's In deze paragraaf lichten we enkele grote subsidieprogramma's van de EU kort toe. Structuurfondsen en Cohesiefonds Met geld uit de structuurfondsen verkleint de Europese Unie de welvaartsverschillen tussen de regio's en tussen de lidstaten onderling. Dit past binnen het regionaal beleid. De structuurfondsen vormen ongeveer een derde van de EU-begroting. De grote structuurfondsen zijn: Europees Fonds Regionale Ontwikkeling (EFRO): Het fonds is bedoeld om de belangrijkste economische onevenwichtigheden tussen de Europese regio's terug te dringen. Europees Sociaal Fonds (ESF): Dit structuurfonds is opgericht om het vinden van werk en het overstappen naar een nieuwe baan makkelijker te maken. Cohesiefonds: Het structuurfonds is bedoeld om EU-lidstaten te ondersteunen waar het bruto nationaal inkomen (BNI) per inwoner onder de 90% van het EU-gemiddelde ligt. Landbouw en plattelandsontwikkeling Sinds 2007 is het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) vervangen door het Europees Garantiefonds voor de Landbouw (EGFL), en door het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling. Het voordeel is dat er nu een duidelijke scheiding is tussen plattelandsontwikkeling en landbouwsubsidies. Onderzoek en technologie (KP7: Zevende Kaderprogramma) De op EU-niveau ondernomen onderzoeksactiviteiten en de financiering ervan worden sinds 1984 georganiseerd in het kader van meerjarenprogramma's voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie. In de loop van de tijd zijn de begrotingen voor die programma's aanzienlijk toegenomen: van 3,3 miljard euro voor het eerste kaderprogramma (1984-1987) tot 50,5 miljard voor
Blz. 13
Financiering van onderzoek in de sport
het zevende kaderprogramma (2007-2013). Binnen het Kaderprogramma voor onderzoek bestaan meerdere programma's, zoals TMR en COST. Zie verder hoofdstuk 4. Onderwijs en beroepsopleiding De EU-lidstaten zijn zelf verantwoordelijk voor de inhoud en organisatie van het onderwijs. De EU draagt wel bij aan de ontwikkeling van onderwijs, ondersteunt de activiteiten van de lidstaten op het gebied van onderwijs en beroepsopleiding, bijvoorbeeld met het programma Life Long Learning. Milieu Het belangrijkste programma van de Europese Unie op het gebied van milieu is LIFE+. Dit instrument heeft als doel: bijdragen aan de ontwikkeling van innoverende technieken en methoden op milieugebied en aan de verdere ontwikkeling van het milieubeleid van de Europese Unie. Jeugd in Actie Het doel van dit programma is het betrekken van jongeren bij de democratie en het zorgen voor een actievere rol van jongeren in de maatschappij. Het programma heeft een budget van 785 miljoen euro. Europa voor de burger Dit programma is een initiatief waarmee de Europese Unie burgers actief wil maken voor de Europese samenleving. Burgers die actief bezig zijn met de Europese integratie zorgen ervoor dat meer kennis is van, en meer begrip voor de samenwerking van de Europese landen. Sport Sport speelt een belangrijke rol in het leven van veel Europeanen. Volgens een onderzoek van Eurobarometer uit maart 2010 doet ongeveer 85% van de Europeanen aan sport of een andere vorm van lichaamsbeweging. Van deze groep is 65% minimaal eenmaal per week fysiek actief. De Europese Commissie ziet het belang van sport voor de maatschappij in en onderzoekt of de rol van Europa in de sportwereld groter moet worden. Vanuit de EU kunnen ook sportprojecten worden gefinancierd. Ook al is er geen specifieke programma voor de sport. Via de diverse bestaande programma's kunnen ook sportprojecten en sportonderzoeken gefinancierd worden. Call for Sport Ter voorbereiding op een eventueel sportprogramma zijn erde afgelopen jaren meerdere 'calls for proposals' geweest voor Europese sportprojecten. Deze oproepen richten zich op transnationale projecten die door publieke organen of maatschappelijke organisaties worden ingediend om geschikte netwerken en goede praktijken op sportgebied te identificeren en te testen, en wel op de volgende gebieden: Strengthening of good governance and dual careers in sport through support for the mobility of volunteers, coaches, managers and staff of non-profit sport organizations; Protecting athletes, especially the youngest, from health and safety hazards by improving training and competition conditions; Promoting traditional European sports and games Als je op de hoogte wilt blijven van het meeste recente nieuws uit de EU is een abonnement op de nieuwsbrief van het EOC EU-office in Brussel mogelijk interessant. Wanneer je een abonnement op deze nieuwsbrief wil kun je een mail sturen aan
[email protected]
Blz. 14
Financiering van onderzoek in de sport
EU 2014-2020 Op dit moment lopen de onderhandelingen over een meerjarig financieel kader van de EU. Hierin wordt bepaald welke subsidiebudgetten beschikbaar komen voor de periode 2014-2020. Inmiddels is duidelijk dat de Commissie slechts draagvlak heeft gekregen voor een lichte groei van het budget voor van 976 miljard naar 996,8 miljard.
Artikel: De Volkskrant, 28 juni 2013 Duidelijk is dat de grote programma’s (zoals de structuurfondsen en cohesiefondsen) overeind blijven. Dat geldt voor het merendeel van de programma’s. Niet duidelijk is wat de precieze budgetten zijn en in hoeverre er andere voorwaarden en doelstellingen van toepassing zijn. Op onderzoeksvlak wordt Horizon de opvolger van KP7 (zie paragraaf 4.3).
Blz. 15
Financiering van onderzoek in de sport
Sport: Erasmus+ Het lijkt erop dat er budget komt voor een Europees sportprogramma ’Erasmus +’. De signalen zijn dat daarvoor vanaf 2014 tot 2020 1,8% van totale Erasmus budget (wat neer zou komen op 238 miljoen euro) beschikbaar komt. Niettemin moet er nog over dit programma en het budget gestemd worden in de plenaire sessie van Europees Parlement en dient het goed te worden gekeurd door de Council. Succesfactoren in beeld Het vakblad Binnenlands Bestuur heeft onderzoek gedaan naar EU-subsidies voor gemeenten2. Dit geeft ook een beeld voor de mogelijkheden voor de sport. We geven enkele conclusies weer. Grote gemeenten profiteren aanmerkelijk meer van EU-subsidies dan kleine gemeenten; Met name de scoringskans van de EU-subsidies die in Nederland kunnen worden aangevraagd (de relatief laagdrempelig bereikbare structuurfondsen EFRO en ESF en de Interreg-subsidies) hebben een grote kans op toezegging (boven de 75%). De centrale EU-subsidies hebben een lagere kans op toezegging; EU-subsidies lonen. De gemeenten die aan het onderzoek deelnamen hebben in 2006 een bedrag van circa 100 miljoen euro toegezegd gekregen. Voor de verwerving en realisatie van de subsidies hebben de gemeenten ongeveer 100 fte ingezet. Een opbrengst van één miljoen euro per fte. EU-subsidies zijn moeilijk bereikbaar, al blijkt dat vooral voor de gemeenten zonder ervaring met EU-aanvragen. De onderzoekers hebben ook enkele succesvoorwaarden opgesteld, zoals: 1. Een directie die EU-subsidies aanjaagt heeft een positieve invloed op subsidieverwerving. 2. Maak van EU-subsidieverwerving een specifiek beleidsdoel. 3. Maak voldoende mensen en middelen vrij. 4. Probeer ervaring op te doen. Begin ergens! 5. Doe aan bevordering van competenties door middel van opleidingen. 6. Een subsidiecoördinator draagt bij aan de succeskans. 7. Besteed aandacht aan lobby en netwerken.
2
Bekkers, M.P.F.M., Land van 't G.J.: EU-subsidies voor gemeenten, succesfactoren in beeld, Kluwer 2007
Blz. 16
Financiering van onderzoek in de sport
4. Financiering van onderzoek 4.1 Inleiding Wetenschappelijk onderzoek is steeds meer afhankelijk van externe financiering. Verschillende organisaties en instellingen subsidiëren of financieren wetenschappelijk onderzoek. Dit hoofdstuk geeft informatie over deze instanties en de regelingen die ze bieden, ingedeeld op nationale,Europese en internationale subsidieregelingen en fondsen. Ieder jaar wordt in Nederland ongeveer 8 miljard euro uitgegeven aan wetenschappelijk onderzoek. Ongeveer de helft daarvan komt voor rekening van het bedrijfsleven, patiëntenorganisaties en fondsen en ander bronnen. De andere helft komt van de overheid. Qua financiering wordt onderscheid gemaakt tussen drie geldstromen: Eerste geldstroom Tweede geldstroom Derde geldstroom Eerste geldstroom De rijksoverheid zorgt voor de publieke financiering van het wetenschappelijk onderzoek en is betrokken bij de eerste twee geldstromen. De eerste geldstroom bestaat uit ongeveer twee miljard euro die wordt verdeeld over de twaalf Nederlandse universiteiten, dus zonder tussenkomst van intermediairs als NWO en KNAW. De universiteiten moeten dit geld besteden aan onderwijs en onderzoek en hebben grote vrijheid in hoe ze dit precies aanpakken. Tweede geldstroom De tweede geldstroom bestaat ook uit ongeveer twee miljard euro dat door de overheid wordt uitbetaald aan NWO en KNAW. Deze organisaties verdelen dit geld aan de hand van subsidies aan wetenschappers en onderzoeksgroepen aan universiteiten en onderzoeksinstellingen en geven op die manier richting aan het onderzoek. Als belangrijkste doelstellingen voor de tweede geldstroom worden genoemd 'massa maken' en focus aanbrengen op die terreinen waar het noodzakelijk is voor topkwaliteit en vernieuwing van het gehele onderzoeksbestel. Daarnaast is een belangrijke doelstelling van de tweede geldstroom de bevordering van excellentie van het wetenschappelijk onderzoek aan de universiteiten en van de onderzoekers. Derde geldstroom De derde geldstroom bestaat uit inkomsten die wetenschappers ergens anders dan bij de overheid weten te vinden. Bijvoorbeeld bij bedrijven, NOC*NSF en sportbonden, fondsen, subsidies van ZonMw, VWS en Europese subsidies.
4.2 Nationale subsidies Hier vindt u een korte omschrijving van de belangrijkste nationale organisaties die subsidies verstrekken voor onderzoek. Voor actuele informatie over openstaande regelingen en deadlines van deze organisaties verwijzen we naar hun websites.
Blz. 17
Financiering van onderzoek in de sport
KNAW Als forum, geweten en stem van de wetenschap bevordert de KNAW de kwaliteit en de belangen van de wetenschap en zet zij zich in voor een optimale bijdrage van de Nederlandse wetenschap aan de culturele, sociale en economische ontwikkeling van de samenleving. De KNAW-instituten verrichten fundamenteel en fundamenteelstrategisch onderzoek op de gebieden levenswetenschappen en geestes- en sociale wetenschappen. Taken: Advisering op het gebied van de wetenschapsbeoefening; Beoordeling van de kwaliteit van het wetenschappelijk onderzoek (peer review); Forum voor de wetenschappelijke wereld en bevordering van internationale samenwerking; Koepelorganisatie voor wetenschappelijke onderzoeksinstituten. De KNAW: verstrekt beurzen voor onderzoek, congresbezoek of voor verblijf in het buitenland; draagt bij in de organisatiekosten van internationale congressen, workshops en colloquia in Nederland; stimuleert internationale contacten en samenwerkingsinitiatieven. Programma Akademiehoogleraren Akademiehoogleraren worden door de Akademie in de gelegenheid gesteld om zich vijf jaar lang geheel naar eigen inzicht bezig te houden met innovatief onderzoek en onderwijs, zonder de bestuurlijke verplichtingen die normaal gesproken tot hun functie behoren. De KNAW financiert het salaris van de Akademiehoogleraar en een onderzoeksbudget (bij elkaar 200.000 euro per hoogleraar). Jaarlijks worden in de regel vier Akademiehoogleraren benoemd. Programma Akademie-assistenten Doel van dit programma is om talentvolle studenten in de masterfase in een vroeg stadium te interesseren voor het wetenschappelijk onderzoek en een wetenschappelijke loopbaan. Faculteiten van alle Nederlandse Universiteiten kunnen een subsidieaanvraag indienen. Voor het Programma Akademie-assistenten is in totaal een bedrag beschikbaar van 4 miljoen euro. Per akademie-assistent wordt maximaal 7.500 euro per aanstellingsjaar vergoed. NWO NWO (Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek) is de belangrijkste financier van onderzoek in Nederland. NWO, heeft diverse kerntaken: NWO is in Nederland de grootste fondsenverstrekker voor wetenschappelijke innovatie en opereert als intermediair tussen onderzoekers, (internationale) wetenschapscentra en samenleving; NWO financiert, coördineert en monitort jaarlijks duizenden onderzoeksprojecten en talloze samenwerkingsverbanden in alle wetenschappen en bemiddelt in het gebruik van geavanceerd materieel – zoals telescopen en supercomputers; NWO is de nationale partner als het gaat om kennisuitwisseling en wetenschappelijke samenwerking met landen in en buiten Europa; NWO promoot (het gebruik van) nieuwe wetenschappelijke inzichten uit het gesubsidieerde onderzoek in de Nederlandse samenleving en industrie.
Blz. 18
Financiering van onderzoek in de sport
NWO wil bewerkstelligen dat de Nederlandse wetenschap tot de wereldtop blijft behoren en dat de huidige sterke positie verder wordt verstevigd. NWO streeft er ook naar dat de resultaten van wetenschappelijk onderzoek sneller zichtbaar worden in de samenleving – als nieuwe knowhow of praktische toepassingen. NWO kent acht aandachtsgebieden waarvan MaGW (Maatschappij en Gedragswetenschappen) voor de sport de belangrijkste zijn. NWO kent een breed scala aan subsidie-instrumenten. De belangrijkste programma’s zijn: Vrije competities van de acht wetenschapsgebieden Programma’s (bijvoorbeeld binnen de NWO thema’s) Persoonsgebonden subsidies, bijvoorbeeld Vernieuwingsimpuls, Rubicon en Mozaïek. Subsidies voor samenwerking, reis- en verblijfskosten of de organisatie van congressen Subsidies voor Investeringen in apparatuur of toegang tot grote onderzoeksfaciliteiten Vernieuwingsimpuls: deze impuls bestaat uit drie financieringsvormen voor talentvolle, creatieve onderzoekers die vernieuwend onderzoek doen, te weten: o Veni,voor pas gepromoveerde onderzoekers o Vidi, voor onderzoekers die na hun promotie al enkele jaren onderzoek hebben verricht o Vici, voor senior onderzoekers die hebben aangetoond een eigen onderzoekslijn te kunnen ontwikkelen STW De STW financiert toepassingsgericht technisch-wetenschappelijk onderzoek. Onderzoeksinstituten kunnen bij STW, naast beurzen voor personen, aanvragen indienen voor financiering van projecten of programma's. STW is onderdeel van NWO. De belangrijkste subsidie-instrumenten van STW zijn: Het Open Technologie Programma: Binnen het OTP kunnen onderzoeksaanvragen met een utilisatieaspect (d.w.z. kans op mogelijke toepassing) worden ingediend. Aanvragen kunnen het gehele jaar door worden ingediend. Potentiële gebruikers van de onderzoeksresultaten moeten nauw bij elk project worden betrokken. Casimir: Het is sinds begin 2009 mogelijk om bij een OTP-aanvraag een positie voor een Casimir-kandidaat aan te vragen. Dit is een academisch opgeleide werknemer van een Nederlands bedrijf of een bedrijf met een Nederlandse vestiging die wordt gedetacheerd bij de universiteit die het OTP project uitvoert. De Valorisation Grant: Dit programma heeft tot doel de commercialisatie van kennis en kunde binnen onderzoeksinstellingen te bevorderen. Valorisation Grants kunnen worden gebruikt voor haalbaarheidsstudies (fase 1, verplicht) en de daadwerkelijke valorisatie (fase 2). Thematische Programma’s: Sommige van deze programma’s worden volledig gefinancierd en uitgevoerd door STW, andere programma’s vinden plaats in samenwerking met andere organisaties. STW biedt ook jaarlijks een mogelijkheid voor het indienen van voorstellen voor nieuwe programma’s. Partnership: Nederlandse bedrijven kunnen via de Partnership regeling een programma aanvragen dat voor 50% door het bedrijf wordt gefinancierd en voor 50% voor STW. STW organiseert vervolgens een call for proposals voor deze programma’s waarop universitaire onderzoekers kunnen indienen.
Blz. 19
Financiering van onderzoek in de sport
ZonMw De Nederlandse organisatie voor gezondheidsonderzoek en zorginnovatie (ZonMw) stimuleert en financiert onderzoek, ontwikkeling en implementatie ter verbetering van preventie, zorg en gezondheid. ZonMw werkt op het snijvlak van gezondheidsonderzoek, beleid en zorginnovatie. ZonMw maakt deel uit van NWO. Bij ZonMw staat een hoge kwaliteit van wetenschap en gezondheidszorg voorop. Door duidelijke selectiecriteria komen alleen de beste voorstellen in aanmerking voor subsidie. Voorstellen voor onderzoek en praktijkinnovatie moeten passen binnen de programma’s. De programmatische werkwijze zorgt voor uitkomsten van onderzoeks- en vernieuwingsprojecten die toepasbaar zijn in de gezondheidszorg en verder wetenschappelijk onderzoek. Regelmatig stellen de ZonMw-programma’s subsidierondes open. Daarbinnen kunnen onderzoekers (van fundamenteel tot toegepast) en zorgverleners subsidie aanvragen voor onderzoek en innovatieprojecten. ZonMw besteedt bij de selectie van projectvoorstellen veelal speciale aandacht aan het patiëntenperspectief (zijn burgers en patiënten voldoende bij het project betrokken?) en aan ‘diversiteit’ (verschillen in cultuur, geslacht of leeftijd). Topsectoren Het kabinet wil topsectoren waarin Nederland wereldwijd uitblinkt, nog sterker maken. Om dat te bereiken, gaan overheid, bedrijfsleven, universiteiten en onderzoekscentra samen werken aan kennis en innovatie. De afspraken hierover zijn vastgelegd in zogeheten innovatiecontracten. Topsectoren zijn gebieden waar het Nederlandse bedrijfsleven en onderzoekscentra wereldwijd in uitblinken. Het bedrijfsleven, universiteiten, onderzoekscentra en de overheid werken samen aan kennis en innovatie om deze positie nog sterker te maken. Binnen iedere Topsector hebben de partijen zich gebundeld in Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI). De TKI’s hebben onderzoeksagenda’s en doelstellingen opgesteld voor de komende jaren. Samenwerken en innoveren De samenwerking tussen het bedrijfsleven, wetenschappelijke instellingen, regio's en overheid is belangrijk. Het kabinet wil daarom doorgaan met het topsectorenbeleid. Zo blijft er via de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) €275 miljoen beschikbaar voor programmatisch onderzoek. Er komt €150 miljoen extra om fundamenteel onderzoek (kennisontwikkeling) te versterken, waarvan €50 miljoen door herprofilering. Er komt €110 miljoen voor samenwerking tussen bedrijven en kennisinstellingen. Hier staat tegenover dat de generieke subsidies omlaag gaan. Dit bedrag wordt vrijgemaakt door subsidies via belastingen te verlagen. In 2015 wordt een winstbox ingevoerd. Zo komt er een gelijkmatige belastingheffing bij ondernemers en werknemers.
Blz. 20
Financiering van onderzoek in de sport
Iedere innoverende ondernemer kan aansluiten bij de Topsectoren. Dat geldt ook voor mkbondernemers. Iedere Topsector heeft eigen mogelijkheden waar bedrijven gebruik van kunnen maken. Denk bijvoorbeeld aan financiering van R&D-projecten (research & development), onderzoekers inhuren voor innovatieprojecten of het vinden van samenwerkingspartners. Raak: Regionale Aandacht en Actie voor Kenniscirculatie RAAK werd in het leven geroepen door Stichting Innovatie Alliantie – een verbintenis van MKB Nederland, de HBO-raad, TNO en Syntens – met als doel de uitwisseling van kennis tussen MKB-ondernemers, hogescholen, BVE-instellingen en TNO. RAAK-PUBLIEK RAAK-Publiek richt zich voonamelijk op de sectoren: zorg, welzijn, veiligheid, volkshuisvesting, kunst, cultuur en onderwijs. Het doel van RAAK-Publiek is het creëren van ruimte voor praktische innovaties door samenwerking en kennisuitwisseling tussen professionals uit de publieke sector en kennisinstellingen in de regio. De innovatievraag van de professional vormt de basis voor de innovatiebenadering van RAAK-Publiek. Uitgegaan wordt van projecten met een looptijd van één tot twee jaar. De maximale subsidiebijdrage bedraagt € 250.000,-. RAAK-MKB Het innoverend vermogen van de ondernemers in het midden- en kleinbedrijf is een voorwaarde voor de Nederlandse economie om te kunnen blijven concurreren. De RAAK-MKB regeling kan worden benut voor innovatie binnen uiteenlopende bedrijfstakken, van dienstverlening en logistiek tot techniek en industrie. SIA ziet graag dat kennis circuleert tussen hogeschool en ondernemers en dat ‘best practices’ gedeeld worden. Uitgegaan wordt van projecten met een looptijd van één tot twee jaar. De maximale subsidiebijdrage bedraagt € 300.000,-. RAAK-PRO Het doel van RAAK-PRO is een verdieping van de onderzoekspraktijk van hogescholen. Bij RAAK-PRO staan de verbinding met andere kennisinstellingen, de relatie met de praktijk (privaat en/of publiek) en de link met het onderwijs centraal. Uitgegaan wordt van projecten met een looptijd van vier jaar. De maximale subsidiebijdrage bedraagt € 700.000,-. Onderzoeksprogramma Sport 2013-2016 In 2012 is het onderzoeksprogramma Sport in het leven geroepen. Het Onderzoeksprogramma zal het wetenschappelijk onderzoek op het terrein van (top)sport versterken en duurzame kennis voor beleid en praktijk opleveren. Het programma is een mooi voorbeeld van samenwerking tussen bovengenoemde instituten. Het ministerie van VWS en NOC*NSF hebben de Technologiestichting STW, de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek Geesteswetenschapen en ZonMw de opdracht gegeven een integraal onderzoeks-programma Sport te ontwikkelen. Dit in samenwerking met de Stichting Innovatie Alliantie (SIA). Met dit programma wordt mede uitvoering gegeven aan het Sectorplan sportonderzoek en –onderwijs 2011-2016 Fundament onder de Olympische Ambities. Sport concentreert zich op de volgende pijlers: Presteren, gericht op het optimaliseren van (top)sportprestaties en bevorderen van innovaties;
Blz. 21
Financiering van onderzoek in de sport
Meedoen, gericht op sportparticipatie, en de betekenis daarvan voor de samenleving; Vitaal, gericht op het bevorderen van vitaliteit en gezondheid door sportief bewegen.
Deze drie terreinen vormen de pijlers waaruit het programma is opgebouwd. Het gaat nadrukkelijk om een integraal programma, met zoveel mogelijk dezelfde procedures, randvoorwaarden en beoordelingscriteria. Het onderzoeksprogramma Sport heeft een budget van 10,4 miljoen euro. Projectaanvragen konden per pijler worden ingediend. De looptijd is 2013 – 2016. De ambitie is dat nog andere stakeholders zich bij het onderzoeksprogramma aansluiten en dat het volume ervan uitgebreid wordt. Van groot belang is dat de ontwikkelde kennis wordt ingezet voor beleid en praktijk. Het gaat dan om landelijk en lokaal beleid, de praktijk van de sportsector, het onderwijs, de zorg etc. InnoSportNL / NISSI In 2006 is door NOC*NSF en TNO de stichting InnoSportNL opgericht, met steun van het ministerie van VWS. Met de subsidiering van InnoSportNL heeft het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport een belangrijke impuls gegeven aan het tot stand brengen van deze vernieuwingen en innovaties in de sport. De subsidie betrof oorspronkelijk een bijdrage vanuit het Fonds Economische Structuurversterking die is omgezet naar een VWS-subsidie. InnoSportNL (en haar rechtsopvolger NISSI) onderscheidt zich van de gangbare innovaties in de sport door uit te gaan van de vraagsturing en behoefte van de sport zelf. Door de combinatie van sport, bedrijfsleven en kennisinstellingen kunnen kennis en deskundigheid vanuit verschillende bronnen omgezet worden in nieuwe methoden en systemen, innovatieve producten en diensten en in sommige gevallen zelfs in nieuwe bedrijvigheid. InnoSportNL streeft de volgende doelen na: Sport: Verbetering van (sport-)prestaties en bijdragend aan de ambitie van Nederland om bij de beste tien landen van de wereld op sportgebied te horen. Vergroting van gezonde sportparticipatie. Er aan bijdragen dat meer mensen veiliger en met minder blessures gaan sporten. Bedrijfsleven: Economische groei door het realiseren van nieuwe business binnen bestaande bedrijven en/of creatie van nieuwe bedrijvigheid. Kennis: Structurele versterking van de Nederlandse kennisinfrastructuur ten behoeve van de sport en valorisatie naar economische groei. InnoSport NL gaat medio 2013 op in het nieuwe instituut NISSI (Netherlands Institute for Sports and Innovation). NISSI brengt wetenschap en praktijk, zowel sportpraktijk als bedrijfsleven, in en rond de sport bij elkaar. Met als ambitie het leveren van een bijdrage aan een vitale en gezonde samenleving, waarbij Nederland op het gebied van de topsport bij de beste 10 landen van de wereld hoort. NISSI is een initiatief van NOC*NSF, VU/VUmc, RUG/UMCG en InnoSportNL. De opzet van NISSI is het bundelen van de Nederlandse expertise op het gebied van sportonderzoek, sportonderwijs en sportinnovatie. Inhoudelijk is NISSI de doorontwikkeling van het sectorplan Sport Onderzoek en Onderwijs en een voorzetting van de werkzaamheden van InnoSportNL op het gebied van sportinnovatie.
Blz. 22
Financiering van onderzoek in de sport
NISSI is een netwerkorganisatie waarin partners uit het gouden vierkant (kennisinstellingen, bedrijfsleven, sport en overheid) elkaar vinden en samenwerken. NISSI ontwikkelt zich tot een sportwetenschappelijk kennis- en innovatienetwerk dat zich kan meten met de topinstituten in de wereld. Het zal centrale ondersteuning geven aan de identificatie van excellente kennisgebieden, de coördinatie van activiteiten, de ontwikkeling van gezamenlijke programma’s, de verruiming van financieringsmogelijkheden, de internationale profilering en de aantrekking van private partners.
4.3 Europese subsidies voor onderzoek Deze overkoepelende organisatie van nationale science foundations biedt verschillende subsidies gericht op Europese samenwerking in onderzoek. Daarnaast beheert het Europees Sociaal Fonds (ESF) het COST. European Cooperation in Science and Technology (COST) is een van de langstlopende Europese instrumenten die samenwerking tussen wetenschappers en onderzoekers uit heel Europa ondersteunt. Eén van de 8 domeinen is 'Individuals, Societies, Cultures and Health' Het belangrijkste Europese subsidieprogramma voor onderzoek is het EU 7de Kaderprogramma voor Onderzoek en Ontwikkeling (KP7). KP7 is het subsidieprogramma van het EU Directoraat Generaal (DG) Research. Ook andere DG’s hebben subsidieprogramma’s waarin soms ruimte is voor onderzoek. KP7: het 7e kaderprogramma en Horizon 2020 Het 7e Kaderprogramma krijgt een totaalbudget van circa 48 miljard euro. Dit kaderprogramma richt zich op onderzoek en innovatie (R&D). Het bedrijfsleven, onderzoeksinstellingen en universiteiten kunnen van dit programma gebruik maken. Jaarlijks worden er periodiek calls opengesteld waarop kan worden ingeschreven. KP7 borduurt voort op eerdere Kaderprogramma's en maakt financiering mogelijk van verschillende soorten onderzoeksprojecten, technologieactiviteiten en beurzen voor onderzoekers. Training en Mobiliteit Onderzoekers (TMR) Dit programma (afgekort TMR) kent beurzen toe aan onderzoeksorganisaties die onderzoekers ontvangen om een project uit te voeren. De onderzoeker moet afkomstig zijn uit een land dat deelneemt aan het TMR-programma. De beurzen staan beter bekend als de Marie Curie-beurzen. COST Dit subsidieprogramma van de Europese Unie heeft als doel om de vorming van internationale netwerken tussen onderzoekers te bevorderen. COST draagt bij aan de doelstellingen van het zevende kaderprogramma voor onderzoek . Voor de periode 2007-2013 beschikt COST over een budget van 240 miljoen euro. Vanaf 2007 ondersteunt het kaderprogramma voor innovatie en concurrentievermogen het kaderprogramma voor onderzoek. Kaderprogramma voor innovatie en concurrentievermogen Dit kaderprogramma (afkorting CIP) heeft als doel het vermogen te ontwikkelen van bedrijven in het midden- en kleinbedrijf (MKB) om te groeien en te innoveren. Hierbij wordt van belang geacht dat steun aan die bedrijven op een eenvoudige wijze wordt aangeboden. CIP zal aanvullend zijn op het
Blz. 23
Financiering van onderzoek in de sport
zevende kaderprogramma voor onderzoek. Ook bedrijven uit landen van het Euro-Mediterraan Partnerschap mogen aan het programma deelnemen. EUROSTARS Dit subsidieprogramma heeft als doel het ondersteunen van onderzoeks- en innovatieprogramma's van kleine en middelgrote bedrijven (MKB). Samenwerking op nationaal en Europees niveau moet hiermee op zowel het publieke als het private vlak worden versterkt. Binnen dit programma krijgen onderzoeksteams van bedrijven de kans om samen te werken met collega-experts uit de rest van Europa.
Het achtste kaderprogramma voor onderzoek (KP8), dat loopt van 2014-2020, heeft als doel het Europese beleid op het gebied van onderzoek en innovatie beter af te stemmen op de economische en sociale ambities van de Europese Unie (EU 2020-strategie). Omdat KP8 de EU 2020-doelstelling van de 'Innovatie-Unie' dient te verwezenlijken, is besloten om het achtste kaderprogramma voor onderzoek te hernoemen tot Horizon 2020. Horizon 2020 brengt de opvolgers van bestaande onderzoek- en innovatiefinancieringen, zoals het Zevende kaderprogramma, CIP en EIT, samen in één programma. Met een voorgesteld budget van 80 miljard euro moet Horizon 2020 het makkelijker maken voor onderzoekers en instellingen om financiering te verkrijgen en om goede ideeën op de markt te brengen. Horizon 2020 heeft drie centrale doelstellingen: 1. Uitstekend onderzoek (excellent science): investeringen op het gebied van toponderzoek in Europa, waaronder een verhoging van het budget van de Europese Onderzoeksraad van 77 procent (budget: 24,6 miljard euro); 2. Concurrerende industrie (industrial leadership): investeringen op het gebied van de ontwikkeling van nieuwe technologieën, betere toegang tot kapitaal voor ondernemers en ondersteuning van het midden- en kleinbedrijf (budget: 17,9 miljard euro); 3. Een betere samenleving (societal challenges): aandacht voor zaken als klimaatverandering, duurzaam transport en mobiliteit, duurzame energie, voedselveiligheid en -zekerheid, en vergrijzing van de Europese bevolking (budget: 31,7 miljard euro). Vereenvoudiging in programmastructuur In grote lijnen is het nieuwe programma erop gericht om de Europese financiering van onderzoek- en innovatieprojecten eenvoudiger te maken dan tot nu toe het geval is. Deze vereenvoudiging moet zowel in de programmastructuur als in de regels voor deelname terugkomen. Verder moet Horizon 2020 een instrument zijn dat innovatie aanmoedigt, onderzoekssamenwerking met derde landen bevordert en de Europese onderzoeksruimte (ERA) versterkt. Als laatste wil de EC met het nieuwe programma jonge en veelbelovende wetenschappers van adequate financiering voorzien. Uiteindelijk moeten via Horizon2020 onderzoek en innovatie beter integreren door te voorzien in een coherente financiering.
Blz. 24
Financiering van onderzoek in de sport
European Research Council Een ander belangrijk onderdeel is de Europese Onderzoeksraad. Vergelijkbaar met NWO in Nederland, financiert deze organisatie op basis van een strenge selectie grensverleggend wetenschappelijk onderzoek. Daarnaast worden de succesvolle Marie Curie-onderzoeksbeurzen voortgezet met meer aandacht voor onderzoekersloopbanen en publiek-private mobiliteit. Ook ondersteunt de EU de ontwikkeling van nieuwe onderzoeksinfrastructuren. De European Research Council heeft de start bekend gemaakt van het ERC Grant Scheme. Dit is een subsidieprogramma voor onderzoek dat vergelijkbaar is met de vid- en vici- steunvormen binnen de Vernieuwingsimpuls van NWO. Het programma richt zich op excellente onderzoekers die voorstellen voor vernieuwend onderzoek willen indienen. Er zijn twee steunvormen, de ERC Starters Grants en ERC Advanced Grants. De eerste vorm richt zich op onderzoekers die minimaal twee en maximaal negen jaar geleden zijn gepromoveerd en die voor het eerst een eigen onderzoeksgroep opzetten. De tweede vorm richt zich op onderzoekers die minimaal negen jaar geleden zijn gepromoveerd en die al ervaring hebben als leider van een eigen onderzoeksgroep. Overige Europese organisaties
EUROHORCs (Europese voorzitters van organisaties voor wetenschappelijk onderzoek); EURYI-programma (Initiatief van ESF / EUROHORCs dat bestaat uit een jaarlijkse prijs aan jonge veelbelovende onderzoekers, met als doel hen voor de Europese wetenschap te winnen of te bewaren).
4.4 Internationale subsidies en overige fondsen
VS National Science Foundation (NSF) en National Institutes of Health (NIH): De subsidieprogramma’s van de NSF en NIH bieden in beperkte mate mogelijkheden voor samenwerking met niet-Amerikaanse partners. In de meeste gevallen is de Amerikaanse partner de hoofdaanvrager. AXA Foundation: Subsidies voor onderzoeksprojecten en fellowships Bill & Melinda Gates Foundation: Onderzoeksfinanciering is met name beschikbaar binnen het ‘Global Health Program’ Canon Foundation: Fellowships voor onderzoek in Japan Foundation Center: Hier vindt u informatie over een groot aantal filantropische instellingen in de Verenigde Staten Fulbright Programma: Het Fulbright programma kent een aantal fellowships waarmee studenten, promovendi en onderzoekers in de VS onderzoek kunnen doen.
4.5 Rol van het bedrijfsleven Bedrijven zijn particuliere organisaties. In de meeste projecten zullen bedrijven een rol spelen. We laten enkele rollen de revue passeren: Bedrijfsleven als subsidieaanvrager Of bedrijven als aanvrager kunnen fungeren, hangt af van de individuele regeling. Voor sommige regelingen geldt dat expliciet is bepaald wie mag aanvragen, voor andere is dat open gelaten. IN algemene zin kunnen bedrijven aanvragen indienen voor projecten gericht op thema's als innovatie, R&D en vaak ook onderzoek. Voor maatschappelijke projecten zijn bedrijven vaak uitgesloten en kunnen alleen verenigingen of stichtingen aanvragen.
Blz. 25
Financiering van onderzoek in de sport
Bedrijfsleven als financier In dit kader is sponsoring interessant, hoewel dat in crisistijd niet eenvoudiger is geworden. Anderzijds wordt in Nederland nog steeds voor vele tientallen miljoenen sponsorgeld in de sport gestoken. Een andere optie is dat bedrijven hun maatschappelijke verantwoordelijkheid willen nemen. Sommige bedrijven doen dat bijvoorbeeld door hun medewerkers gelegenheid te bieden om onder werktijd werkzaamheden te verrichten. Grote bedrijven doen dat steeds vaker door het instellen van een fonds waaruit maatschappelijke projecten gefinancierd worden. Denk aan financiële instellingen (Rabobank Foundation, SNS Reaal Fonds, etc.) maar ook bedrijven als Philips of Arcadis hebben fondsen. Bedrijfsleven als consortiumpartner bedrijven zijn zeer interessant als consortiumpartner. Niet alleen omdat ze kennis inbrengen, maar ook omdat ze als cofinancier kunnen fungeren. In bijna alle gevallen geldt dat met subsidies slechts een deel van de kosten kunnen worden gedekt. Subsidiegevers stellen eisen aan vereiste cofinanciering. Deze cofinanciering kan bestaan uit een eigen bijdrage van de aanvragen, uit andere subsidies of fondsbijdragen, maar ook uit sponsoring of donaties van bedrijven. Als een project afkomstig is van een samenwerkingsverband van verschillende partijen, is tenslotte een voordeel dat per subsidieregeling bekeken kan worden welke partij het beste kan optreden als subsidieaanvrager. Dat vervolgens wel goede afspraken gemaakt moet worden over de administratie e.d. is evident. Neth-ER: Studie naar succesvolle commercialisering van EU-gefinancierd onderzoek De recentelijk gepubliceerde studie 'Innovation: How to convert research into a commercial success story' heeft een analyse gemaakt van succesvolle commercialisering van EU-gefinancierd onderzoek. De resultaten geven aanbevelingen voor beleidsmakers en een handzame gids ter ondersteuning van innovatiemanagement voor projecten met Key Enabling Technologies(KETs). Eén studie, drie delen In opdracht van de Europese Commissie hebben onderzoekers van het Oostenrijkse instituut voor mkb onderzoek (KMU Forschung Austria) en het Scandinavische Oxford Research onderzocht op welke wijze de resultaten van 40 door de EU gefinancierde projecten hebben geleid tot commercieel succes. De omvangrijke studie bestaat uit drie delen: 1. Analysis of EU-funded research projects in the field of industrial technologies 2. Analysis of innovation successes in the field of industrial technologies 3. Innovation Management for Practitioners De eerste twee delen analyseren de weg van onderzoek naar commercialisering van EUgefinancierde projecten binnen industrial technologies. Deel 1 doet enkele aanbevelingen aan beleidsmakers en zijn onderverdeeld in Smart Funding, Smart Project Management en Smart Framework. Het tweede deel van de studie doet aanbevelingen die specifiek van toepassing zijn voor projecten in Nano Science, Nano technology, New Materials en Production Processes (NMP). Op basis van deze studies is in het derde deel van de studie een handleiding samengesteld voor onderzoekers, die betrokken zijn bij projecten die vanuit de EU zijn gefinancierd. Het doel van dit deel is duidelijk te maken wat innovatiemanagement is en welke ondernemerschap aspecten nodig zijn om onderzoekresultaten te commercialiseren. Onderzoekers kunnen op basis van dit rapport hun projecten zodanig inrichten dat de (commerciële) exploitatie van de resultaten makkelijker wordt. Het betreft vooral projecten op het gebied van de KETs.
Blz. 26
Financiering van onderzoek in de sport
Economische en maatschappelijke kansen voor partners in sportonderzo ek, -innovatie en –onderwijs. Vanuit het Sectorplan Sportonderzoek en onderwijs 2011-2016 heeft de sport zijn eigen kennis- en innovatieagenda. Deze agenda biedt voor zowel het bedrijfsleven als maatschappelijk organisaties veel aanknopingspunten. In dit kader heeft NOC*NSF in 2013 de brochure 'Winst met sportonderzoek en –onderwijs!' ontwikkeld. Deze is hier online te lezen.
Blz. 27
Financiering van onderzoek in de sport
5. Relevante subsidies en fondsen Zoeken naar subsidieregelingen kan op verschillende manieren. Op de eerste plaats beschikt Moonen Sport & Leisure over een subsidiedatabank waarin meer dan 1.300 regelingen zijn opgenomen. Daarnaast biedt het internet enorme mogelijkheden om op zoek te gaan naar subsidies of praktijkvoorbeelden. Tenslotte zijn de websites van de logische partners belangrijke bronnen van informatie. In dit hoofdstuk geven we de resultaten van dat zoekproces weer.
5.1 Praktijkvoorbeelden Partijen die in het verleden sportonderzoek hebben gefinancierd, zijn wellicht ook geïnteresseerd in toekomstig sportonderzoek. Daarbij kan ook geleerd worden van de inspanning die eerder zijn gedaan om onderzoeksprojecten gesubsidieerd te krijgen. Om een beeld te krijgen op welke wijze onderzoekers in het verleden hun projecten hebben gefinancierd, zijn onderstaande praktijkvoorbeelden bekeken. Onderzoek Penvoerder Periode Financier
Sport en Bewegen in de opvang (Meedoen Sport en Bewegen) Verwey Jonker Instituut 2011 - maart 2013 Ministerie VWS Skanfonds Oranje Fonds Kinderpostzegels
Onderzoek Penvoerder Periode Financier
Kijkgedrag bij het basketbalshot Vrije Universiteit Amsterdam 2012-2013 Innosport
Onderzoek
School, sport and exercise; the influence of the school environment on young peoples sport and exercise behaviour WJH Mulierinstituut 01/2008-onbekend ZonMw
Penvoerder Periode Financier Onderzoek Penvoerder Periode Financier
Lifelines (gezondheidsonderzoek in Noord-Nederland) Universitair Medisch Centrum Groningen 2006-onbekend Fonds Economische Structuurversterking (bijdrage: 40 miljoen) NWO (Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek) Samenwerkingsverband Noord-Nederland (EU-subsidie) Nierstichting Diabetesfonds Rijkuniversiteit Groningen Provincie Groningen Ministerie EZ
Blz. 28
Financiering van onderzoek in de sport
Onderzoek Penvoerder Periode Financier
Sportdeelname van gehandicapten WJH Mulierinstituut 01/2009-01-2015 Ministerie VWS
Onderzoek Penvoerder Periode Financier
Uitspoeling van meststoffen op sportvelden Nutriënten Management Instituut 01/2007-03/2009 Provincie Noord-Brabant Ministerie van VROM Waterschappen Aa en Maas, Brabantse Delta, Rivierenland, De Dommel
Onderzoek Penvoerder Periode Financier
De sportvereniging: tussen traditie en transitie Utrechtse school voor bestuurs- en organisatiewetenschap 01/2007-12/2010 Ministerie VWS / NOC*NSF
Onderzoek Penvoerder Periode Financier
Topsportklimaat in Nederland, 2-meting WJH Mulierinstituut 04/2007-01/2009 Ministerie VWS / NOC*NSF
Onderzoek Penvoerder Periode Financier
FreeMotion - Beweging in de gezondheidszorg Roesing Research & Development (ism TNU, VU, UT et al.) 01/2005-01/2009 Ministerie EZ
Onderzoek Penvoerder Periode Financier
Bestrijdingsmiddelen op sportvelden en golfbanen HLB, Alterra 05/2009-04/ 2011 Ministerie LNV Provincie Noord-Brabant Stichting Kennisontwikkeling Bodem
Onderzoek
Development and evaluation of a bicycle test and training protocol for adults with cerebral palsy Duyvensz-Nagel Onderzoekslaboratorium ism Revalidatiecentrum Amsterdam 2008-onbekend Phelps-Stichting voor Spastici
Penvoerder Periode Financier
Onderzoeksprogramma Sport 2013 -2016 In het vorige hoofdstuk is een kader gewijd aan dit unieke onderzoeksprogramma (zie: www.onderzoeksprogrammasport.com). Inmiddels hebben 23 projecten een toekenning ontvangen uit het subsidiebudget van 9,75 miljoen. We noemen een paar voorbeelden uit de drie pijlers Presteren, Meedoen en Vitaal. Pijler: Presteren: Realtime Feedback over afzet tijdens schaatsen Voortstuwing door en over water
Blz. 29
Financiering van onderzoek in de sport
Trainingsstrategieën voor optimaal piek- en duurvermogen voor schaatsers en roeiers
Pijler: Meedoen: Naar een optimale inzet van sportvoorzieningen ter stimulering van sportdeelname Lid van de club: georganiseerde sporten en duurzame sociale verbondenheid Een gunstig sportklimaat voor kwetsbare jongeren Pijler: Vitaal Schoolzones – veilig sporten voor kinderen Verbinding zorg, sport & bewegen Sporten voor chronisch zieke kinderen en jongeren
5.2 Regelingen per thema Bij de speurtocht naar interessante subsidiemogelijkheden zijn we thematisch te werk gegaan. Aan de hand van de thema's uit het Sectorplan NOC*NSF worden deze als volgt gegroepeerd: 1. 2. 3. 4. 5.
Talentvol Nederland (topsport, talentontwikkeling) Meedoen in Nederland (breedtesport, sportparticipatie, welzijn) Vitaal Nederland (welzijn, participatie, gezondheid) Nederland in Beeld (economie, evenementen, media) Kaart van Nederland (ruimte en sportaccommodaties)
Op basis hiervan hebben we onze database met ruim 1.300 subsidies en fondsen geraadpleegd. Op de volgende pagina's wordt per thema een overzicht gepresenteerd met de subsidieregelingen en fondsen die zijn geselecteerd. Talentvol Nederland Subsidieregelingen en fondsen
Verstrekker
Akademie Colloquia Bezoekersbeurzen European Science Foundation Gratama Stichting L’Oréal-Unesco For Women in Science Programme Lectorenfonds Leids Universiteits Fonds NWO-Spinozapremie Programma Investeringen-middelgroot Progr. stimulering internat. samenwerking bedrijven/onderzoeksinstellingen Programma Vernieuwingsimpuls Regels subsidieprioritair programma topsectoren en innovatie Regionale actie en aandacht voor kenniscirculatie Stichting Groninger Universiteitsfonds Stichting Nijmeegs Universiteitsfonds Stichting Universiteitsfonds Delft Stichting Universiteitsfonds Twente Subsidieregeling sport Noord-Brabant 2013-2016 TNO Cofinancieringsprogramma
Blz. 30
KNAW NWO EU-JU Artemis Univ.fonds Groningen/Leiden Unesco Commissie SKO HBO LUF NWO NWO Eureka NWO Provincie Gelderland SIA RU Groningen Nijmeegs Univ.Fonds Univ.Fonds Delft Univ.Fonds Twente Provincie Noord-Brabant TNO
Financiering van onderzoek in de sport
Subsidieregelingen en fondsen
Verstrekker
TKI - Subsidieregeling sterktes in innovatie Universiteitsfonds Limburg/SWOL VSBfonds Beurs Wageningen Universiteits Fonds Wet vermindering afdracht loonbelasting... (WBSO) Zevende kaderprogramma - Capaciteit, onderdeel 6 Zevende kaderprogramma - programma Ideeën Zevende kaderprogramma - Mensen ZonMw
Agentschap NL SWOL VSB Fonds Fonds Agentschap NL EU EU EU ZonMw
Meedoen in Nederland Subsidieregelingen en fondsen
Verstrekker
Akademie Colloquia Bezoekersbeurzen Diabetes Fonds Nederland Elisabeth Kinder Fonds Erasmus voor iedereen European Science Foundation Fonds Psychische Gezondheid Gratama Stichting Horizon 2020 Interreg IVA Euregio Maas-Rijn Interreg IVA Nederland-Duitsland Johanna KinderFonds Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen L’Oréal-Unesco For Women in Science Programme Lectorenfonds Leids Universiteits Fonds NWO - Maatschappij en gedragswetenschappen NWO-Spinozapremie Programma Investeringen-middelgroot Progr. stimulering internat. samenwerking bedrijven/onderzoeksinstellingen Programma Vernieuwingsimpuls Regels subsidieprioritair programma topsectoren en innovatie Regionale actie en aandacht voor kenniscirculatie Skanfonds Small Business Innovation Research Programma Stichting Beatrixoord Noord-Nederland Stichting Groninger Universiteitsfonds Stichting Nijmeegs Universiteitsfonds Stichting Universiteitsfonds Delft Stichting Universiteitsfonds Twente Subsidieregeling sport Noord-Brabant 2013-2016 TNO Cofinancieringsprogramma TKI - Subsidieregeling sterktes in innovatie Universiteitsfonds Limburg/SWOL VSBfonds Beurs
Blz. 31
KNAW NWO Fonds Prins Bernhard Cultuurfonds EU-EACEA EU-JU Artemis Fonds Univ.fonds Groningen/Leiden EU EU EU Fonds KNAW Unesco Commissie SKO HBO LUF NWO NWO NWO Eureka NWO Provincie Gelderland SIA Fonds Agentschap NL Beatrixoord RU Groningen Nijmeegs Univ.Fonds Univ.Fonds Delft Univ.Fonds Twente Provincie Noord-Brabant TNO Agentschap NL SWOL VSB Fonds
Financiering van onderzoek in de sport
Subsidieregelingen en fondsen
Verstrekker
Wageningen Universiteits Fonds Wet vermindering afdracht loonbelasting... (WBSO) Zevende kaderprogramma - Capaciteit, onderdeel 6 Zevende kaderprogramma - programma Ideeën Zevende kaderprogramma - Mensen ZonMw
Fonds Agentschap NL EU EU EU ZonMw
Vitaal Nederland Subsidieregelingen en fondsen
Verstrekker
Akademie Colloquia Bezoekersbeurzen Diabetes Fonds Nederland Erasmus voor iedereen European Science Foundation Fonds Psychische Gezondheid Fonds Wetenschappelijk Onderzoek Seksualiteit Gratama Stichting Horizon 2020 Innovatiefonds Zorgverzekeraars Internationalisering geesteswetenschappen Interreg IVA Euregio Maas-Rijn Interreg IVA Nederland-Duitsland Johanna KinderFonds L’Oréal-Unesco For Women in Science Programme Lectorenfonds Leids Universiteits Fonds Mkb Innovatiestimulering Topsectoren Nederlandse Hartstichting NWO - Maatschappij en gedragswetenschappen NWO-Spinozapremie Prinses Beatrix Fonds Programma Investeringen-middelgroot Progr. stimulering internat. samenwerking bedrijven/onderzoeksinstellingen Programma Vernieuwingsimpuls Regels subsidieprioritair programma topsectoren en innovatie Regionale actie en aandacht voor kenniscirculatie Revalidatiefonds Skanfonds Small Business Innovation Research Programma Stichting Amsterdams Universiteitsfonds Stichting Anna Fonds/NOREF Stichting Beatrixoord Noord-Nederland Stichting Groninger Universiteitsfonds Stichting Nijmeegs Universiteitsfonds Stichting Universiteitsfonds Delft Stichting Universiteitsfonds Twente Subsidieregeling sport Noord-Brabant 2013-2016
Blz. 32
KNAW NWO Fonds EU-EACEA EU-JU Artemis Fonds Fonds Univ.fonds Groningen/Leiden EU Fonds NWO EU EU Fonds Unesco Commissie SKO HBO LUF Agentschap NL Fonds NWO NWO Fonds NWO Eureka NWO Provincie Gelderland SIA Fonds Fonds Agentschap NL AUF Fonds Beatrixoord RU Groningen Nijmeegs Univ.Fonds Univ.Fonds Delft Univ.Fonds Twente Provincie Noord-Brabant
Financiering van onderzoek in de sport
Subsidieregelingen en fondsen
Verstrekker
Subsidieregeling TOP-subsidies TNO Cofinancieringsprogramma TNO Small Business Innovation Research Programme TKI - Subsidieregeling sterktes in innovatie Topsectorenbeleid Universiteitsfonds Limburg/SWOL Vierde programma Preventie VSBfonds Beurs Wageningen Universiteits Fonds Wet vermindering afdracht loonbelasting... (WBSO) Zevende kaderprogramma - Capaciteit, onderdeel 6 Zevende kaderprogramma - programma Ideeën Zevende kaderprogramma - Mensen ZonMw
ZonMw TNO TNO Agentschap NL Agentschap NL SWOL ZonMw VSB Fonds Fonds Agentschap NL EU EU EU ZonMw
Nederland in Beeld Subsidieregelingen en fondsen
Verstrekker
Akademie Colloquia Bezoekersbeurzen European Science Foundation Gratama Stichting Interreg IVA Euregio Maas-Rijn Interreg IVA Nederland-Duitsland L’Oréal-Unesco For Women in Science Programme Lectorenfonds Leids Universiteits Fonds NWO-Spinozapremie Programma Investeringen-middelgroot Progr. stimulering internat. samenwerking bedrijven/onderzoeksinstellingen Programma Vernieuwingsimpuls Regels subsidieprioritair programma topsectoren en innovatie Regionale actie en aandacht voor kenniscirculatie Stichting Groninger Universiteitsfonds Stichting Nijmeegs Universiteitsfonds Stichting Universiteitsfonds Delft Stichting Universiteitsfonds Twente Subsidieregeling sport Noord-Brabant 2013-2016 TNO Small Business Innovation Research Programme TKI - Subsidieregeling sterktes in innovatie Universiteitsfonds Limburg/SWOL VSBfonds Beurs Wageningen Universiteits Fonds Wet vermindering afdracht loonbelasting... (WBSO) Zevende kaderprogramma - Capaciteit, onderdeel 6 Zevende kaderprogramma - programma Ideeën Zevende kaderprogramma - Mensen
Blz. 33
KNAW NWO EU-JU Artemis Univ.fonds Groningen/Leiden EU EU Unesco Commissie SKO HBO LUF NWO NWO Eureka NWO Provincie Gelderland SIA RU Groningen Nijmeegs Univ.Fonds Univ.Fonds Delft Univ.Fonds Twente Provincie Noord-Brabant TNO Agentschap NL SWOL VSB Fonds Fonds Agentschap NL EU EU EU
Financiering van onderzoek in de sport
Kaart van Nederland Subsidieregelingen en fondsen
Verstrekker
Akademie Colloquia Bezoekersbeurzen ERA-net (European Research Area Networks) European Science Foundation Gratama Stichting Interreg IVA Euregio Maas-Rijn Interreg IVA Nederland-Duitsland L’Oréal-Unesco For Women in Science Programme Lectorenfonds Leids Universiteits Fonds NWO-Spinozapremie Programma Investeringen-middelgroot Progr. stimulering internat. samenwerking bedrijven/onderzoeksinstellingen Programma Vernieuwingsimpuls Regionale actie en aandacht voor kenniscirculatie Stichting Groninger Universiteitsfonds Stichting Nijmeegs Universiteitsfonds Stichting Universiteitsfonds Delft Stichting Universiteitsfonds Twente Subsidieregeling sport Noord-Brabant 2013-2016 TNO Small Business Innovation Research Programme TKI - Subsidieregeling sterktes in innovatie Universiteitsfonds Limburg/SWOL VSBfonds Beurs Wageningen Universiteits Fonds Wet vermindering afdracht loonbelasting... (WBSO) Zevende kaderprogramma - Capaciteit, onderdeel 6 Zevende kaderprogramma - programma Ideeën Zevende kaderprogramma - Mensen
KNAW NWO EU-NWO EU-JU Artemis Univ.fonds Groningen/Leiden EU EU Unesco Commissie SKO HBO LUF NWO NWO Eureka NWO SIA RU Groningen Nijmeegs Univ.Fonds Univ.Fonds Delft Univ.Fonds Twente Provincie Noord-Brabant TNO Agentschap NL SWOL VSB Fonds Fonds Agentschap NL EU EU EU
5.3 Beoordeling regelingen Er bestaan grote inhoudelijke en procedurele verschillen tussen de verschillende regelingen en fondsen. Om hierin meer inzicht te geven is iedere regeling gescreend op de zwaarte en complexiteit en de kans op succes (+, + -, -). Bovendien wordt een indicatie gegeven van de aan te vragen bedragen. Voor de goede orde: deze beoordeling is een indicatie en hieraan kunnen geen rechten worden ontleent. Categorie De categorie (kolom 'Cat') is een indicator van de zwaarte en complexiteit van de regeling. Daarbij onderscheiden we de volgende categorieën: 1. Zeer zware eisen aan de aanvraag, subsidiebeheer en verantwoording 2. Zware eisen aan de aanvraag, subsidiebeheer en verantwoording 3. Relatief eenvoudige aanvraagprocedure, lichte eisen aan subsidiebeheer en verantwoording
Blz. 34
Financiering van onderzoek in de sport
Kans Dit is een inschatting van de kans op succes. Er worden drie categorieën onderscheiden: + Goede kans op een succesvolle aanvraag (± > 60%) +- Redelijke kans op een succesvolle aanvraag. De concurrentie is groot en de eisen aan het project zijn hoog (± 25-60%) Kleine kans op een succesvolle aanvraag ( ± 10-25%). Zeer veel concurrentie en zeer hoge eisen aan het project, samenwerking, borging e.d. Nederland Bedrag (x 1000) Subsidieregelingen en fondsen
Cat.
Kans
< 10
10-50 50-100
>100
• •
1
Akademie Colloquia
3
+
2
Bezoekersbeurzen
3
+-
3
Diabetes Fonds Nederland
3
+
4
Elisabeth Kinder Fonds
3
+
5
Fonds Psychische Gezondheid
3
+
6
Fonds Wetenschappelijk Onderzoek Seksualiteit
3
+
7
Gratama Stichting
3
+-
8
Innovatiefonds Zorgverzekeraars
2
+-
9
Johanna KinderFonds
3
+
10
Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen
3
+-
11
Lectorenfonds
2
+
12
Leids Universiteits Fonds
3
+-
13
Mkb Innovatiestimulering Topsectoren
1
+-
14
Nederlandse Hartstichting
2
+-
15
NWO - Maatschappij en gedragswetenschappen
2
+-
16
NWO-Spinozapremie
2
-
17
Prinses Beatrix Fonds
2
+-
18
Programma Investeringen-middelgroot
2
+-
19
Progamma stimulering internat. samenwerking bedrijven en onderzoeksinstellingen
1
-
20
Programma Vernieuwingsimpuls
1
+-
21
Regels subsidie prioritair programma topsectoren/innovatie
2
+-
• •
22
Regionale actie en aandacht voor kenniscirculatie
2
+-
•
23
Revalidatiefonds
3
+
24
Skanfonds
3
+
25
Small Business Innovation Research Programma
2
+-
26
Stichting Amsterdams Universiteitsfonds
3
+-
Blz. 35
• •
• • • • • •
•
• • •
• •
• • • • • • •
•
• • •
•
•
Financiering van onderzoek in de sport
Bedrag (x 1000) Subsidieregelingen en fondsen
Cat.
Kans
< 10
• • • • • •
27
Stichting Anna Fonds/NOREF
3
+
28
Stichting Beatrixoord Noord-Nederland
3
+
29
Stichting Groninger Universiteitsfonds
3
+
30
Stichting Nijmeegs Universiteitsfonds
3
+
31
Stichting Universiteitsfonds Delft
3
+
32
Stichting Universiteitsfonds Twente
3
+
33
Subsidieregeling sport Noord-Brabant 2013-2016
2
+
34
Subsidieregeling TOP-subsidies
2
+-
35
TNO Cofinancieringsprogramma
2
+-
36
TNO Small Business Innovation Research Programme
2
+-
37
TKI - Subsidieregeling sterktes in innovatie
1
+-
38
Topsectorenbeleid
1
-
39
Universiteitsfonds Limburg/SWOL
3
+
40
Vierde programma Preventie
2
+-
41
VSBfonds Beurs
3
+
42
Wageningen Universiteits Fonds
3
+-
43
Wet vermindering afdracht loonbelasting ... (WBSO)
3
+
44
ZonMw
2
+
10-50 50-100
>100
• • • • • • • • • •
• •
• •
Europa / internationaal Bedrag (x 1000) Subsidieregelingen en fondsen
Cat.
Kans
< 10
10-50 50-100
>100
• • • • • •
1
ERA-net (European Research Area Networks)
1
-
2
Erasmus voor iedereen
2
+-
3
European Science Foundation
2
+-
4
Horizon 2020
1
+-
5
Interreg IVA Euregio Maas-Rijn
2
+-
6
Interreg IVA Nederland-Duitsland
2
+-
7
L’Oréal-Unesco For Women in Science Programme
2
+-
8
Progamma stimulering internat. samenwerking bedrijven en onderzoeksinstellingen
1
-
•
9
Zevende kaderprogramma - Capaciteit, onderdeel 6
1
-
10
Zevende kaderprogramma - programma Ideeën
1
-
11
Zevende kaderprogramma - Mensen
1
-
• • •
Blz. 36
•
•
Financiering van onderzoek in de sport
6. Conclusies en aanbevelingen 6.1 Conclusies Op basis van de beschikbare informatie zijn de volgende conclusies getrokken: 1. Bezuinigingen en veranderd overheidsbeleid hebben ertoe geleid dat er, in vergelijking met het vorige subsidieonderzoek (januari 2010), beduidend minder subsidies en fondsen beschikbaar zijn voor onderzoek. Tientallen regelingen zijn vervallen en onderzoeksbudgetten zijn ingekrompen. Desondanks zijn er nog ruim 50 subsidieregelingen en fondsen beschikbaar voor onderzoek. 2. Vanuit subsidieoogpunt zijn de thema's 'Vitaal Nederland' en 'Meedoen in Nederland' het meest interessant. Binnen deze thema's is er veel aandacht voor onderwerpen als gezondheid, leefbaarheid en innovatie. Minder interessant zijn 'Talentvol Nederland' en 'Kaart van Nederland'. Topsport wordt veelal niet als een maatschappelijk onderwerp gezien. Het onderwerp 'accommodatie' wordt veelal als een lokale verantwoordelijkheid gezien. 3. Voor veel onderzoekssubsidies geldt dat de afbakening ligt bij het type onderzoek en minder bij de thematische invulling. Dit biedt kansen voor de sport om met kwalitatief hoogwaardige onderzoeksvoorstellen gebruik te maken van de beschikbare middelen. 4. 'Europa' is een steeds belangrijker partner voor grote, grensoverschrijdende onderzoeksprojecten. Het is van belang om te investeren in kennis en internationale netwerken. 5. Binnen Nederland worden de belangrijkste onderzoekssubsidies verstrekt door een beperkt aantal instanties (KNAW, NWO, STW, SIA, ZonMw). Een goede relatie en kennisuitwisseling met deze partijen is cruciaal. 6. Bij het ontwikkelen van onderzoeksvoorstellen is -naast de inhoudelijke onderzoeksvraag- van belang met welke partners wordt samengewerkt. Bij onderzoek is de betrokkenheid van universiteit(en) en bedrijfsleven van meerwaarde, zowel op het vlak van kennisbundeling als van financiering. 7. In het algemeen geldt dat hoe groter de subsidiebedragen, hoe zwaarder en risicovoller het traject om subsidie te verwerven. Echter, ervaring leert dat subsidieverwerving loont! Van NOC*NSF vergt dit dat enerzijds duidelijke keuzes voor de langere termijn gemaakt dienen te worden. Anderzijds moet de bereidheidaanwezig zijn om te investeren in menskracht en deskundigheid voor het open uitbouwen van netwerken en doorlopen van subsidietrajecten. Het is daarbij goed om te realiseren dat subsidietrajecten niet alleen een geldelijk gewin kunnen opleveren. Ook de positionering, administratieve organisatie, imago en dergelijke krijgen een 'boost' door dergelijke trajecten te doorlopen. Zie de aanbevelingen uit het onderzoek van Binnenlands bestuur (blz. 12). 8. Voor veel subsidieregelingen geldt dat samenwerking cruciaal is. Aandacht voor partnerships is belangrijk om enerzijds benodigde kennis te koppelen en anderzijds de afweging te kunnen maken welke partner het beste als penvoerder voor subsidieaanvragen kan optreden.
Blz. 37
Financiering van onderzoek in de sport
6.2 Aanbeveling: Strategisch subsidiebeleid De ambitie om optimaal subsidies en fondsen voor sportonderzoek te willen verwerven is een strategisch besluit, met consequenties voor de doelen en inrichting van de organisatie. Dat geldt zowel voor NOC*NSF als voor partners als NISSI. Subsidiebeleid begint met het vergaren van kennis over subsidiemanagement en het beschikken over informatie over relevante subsidies en fondsen, maar dit is slechts een eerste stap. Uit onderzoek blijkt dat succesvolle partijen zorgdragen voor: • Een aanjager in bestuur en een aanjager in de organisatie; • Een pragmatische aanpak: wat vinden we echt belangrijk?; • Een focus op de buitenwereld (partners, netwerken, lobby); • Samenwerking en draagvlak; • Het opbouwen van kennis; • Een bestuurlijke drive en sturing; • Tijd om ervaring op te doen. In hoofdlijnen adviseren we om met deze punten aan de slag te gaan. Door kennis en ervaring op te bouwen zal de effectiviteit en efficiency bij het verwerven van subsidies alleen maar toenemen. Maak subsidies onderdeel van beleid en geef subsidies een plek in de organisatie. Ook bij subsidieverwerving gaan de kosten helaas voor de baten. We achten het van belang om te investeren in kennis en expertise. Denk daarbij aan scholing en het inschakelen van externe organisaties waardoor op korte termijn kennis binnen de organisatie gehaald kan worden.
Netwerken en lobby horen bij het verwerven van subsidies. De overweging is om te investeren in een man/vrouw die contacten ontwikkeld bij zowel nationale partners als in Brussel. Ook op dit vlak kan snel effect worden behaald door bijvoorbeeld gebruik te maken van lobbyisten die al in Brussel actief zijn.
Blz. 38
Financiering van onderzoek in de sport
Subsidie verwerven kost tijd. Een doorlooptijd van een jaar is heel normaal. Dit vraagt dus een planmatige aanpak bij de ontwikkeling van nieuwe projecten. Voor NOC*NSF betekent dat een planning op middenlange termijn opgesteld moet worden. Welke onderzoeksprojecten willen NOC*NSF en haar partners vanaf medio 2014 initiëren en welke subsidies en fondsen passen bij de projecten.
Blz. 39
Financiering van onderzoek in de sport
De auteur Drs. Ben Moonen is specialist in subsidie– en fondsenwerving in de sportbranche. Ben kent de wereld van de sport en de subsidiebranche en heeft een zeer ruime ervaring met subsidieaanvragen voor sportorganisaties. Na diverse functies bij sportorganisaties te hebben bekleedt, richtte Moonen in 2003 het adviesbureau Moonen Sport & Leisure op. Sindsdien heeft Ben Moonen talloze sportorganisaties ondersteund bij het vinden en aanvragen van subsidies en fondsen. Contact Ben Moonen T: 06- 22 19 72 23 www.sportsubsidie.nl
Blz. 40
Financiering van onderzoek in de sport
Bijlage 1: Overzicht subsidieregelingen en fondsen Subsidieregelingen en fondsen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36
Verstrekker
Akademie Colloquia Bezoekersbeurzen Diabetes Fonds Nederland Elisabeth Kinder Fonds ERA-net (European Research Area Networks) Erasmus voor iedereen European Science Foundation Fonds Psychische Gezondheid Fonds Wetenschappelijk Onderzoek Seksualiteit Gratama Stichting Horizon 2020 Innovatiefonds Zorgverzekeraars Internationalisering geesteswetenschappen Interreg IVA Euregio Maas-Rijn Interreg IVA Nederland-Duitsland Johanna KinderFonds Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen L’Oréal-Unesco For Women in Science Programme Lectorenfonds Leids Universiteits Fonds Mkb Innovatiestimulering Topsectoren Nederlandse Hartstichting NWO - Maatschappij en gedragswetenschappen NWO-Spinozapremie Prinses Beatrix Fonds Programma Investeringen-middelgroot Progr. stimulering internat. samenwerking bedrijven/onderzoeksinstellingen Programma Vernieuwingsimpuls Regels subsidieverstrekking prioritair programma topsectoren en innovatie Regionale actie en aandacht voor kenniscirculatie Revalidatiefonds Skanfonds Small Business Innovation Research Programma Stichting Amsterdams Universiteitsfonds Stichting Anna Fonds/NOREF Stichting Beatrixoord Noord-Nederland
Blz. 41
KNAW NWO Fonds Prins Bernhard Cultuurfonds EU-NWO EU-EACEA EU-JU Artemis Fonds Fonds Univ.fonds Groningen/Leiden EU Fonds NWO EU EU Fonds KNAW Unesco Commissie SKO HBO LUF Agentschap NL Fonds NWO NWO Fonds NWO Eureka NWO Provincie Gelderland SIA Fonds Fonds Agentschap NL AUF Fonds Beatrixoord
Financiering van onderzoek in de sport
Subsidieregelingen en fondsen 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55
Verstrekker
Stichting Groninger Universiteitsfonds Stichting Nijmeegs Universiteitsfonds Stichting Universiteitsfonds Delft Stichting Universiteitsfonds Twente Subsidieregeling sport Noord-Brabant 2013-2016 Subsidieregeling TOP-subsidies TNO Cofinancieringsprogramma TNO Small Business Innovation Research Programme TKI - Subsidieregeling sterktes in innovatie Topsectorenbeleid Universiteitsfonds Limburg/SWOL Vierde programma Preventie VSBfonds Beurs Wageningen Universiteits Fonds Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie volksverzekeringen (WBSO) Zevende kaderprogramma - Capaciteit, onderdeel 6 Zevende kaderprogramma - programma Ideeën Zevende kaderprogramma - Mensen ZonMw
Blz. 42
RU Groningen Nijmeegs Univ.Fonds Univ.Fonds Delft Univ.Fonds Twente Provincie Noord-Brabant ZonMw TNO TNO Agentschap NL Agentschap NL SWOL ZonMw VSB Fonds Fonds Agentschap NL EU EU EU ZonMw
Financiering van onderzoek in de sport
Bijlage 2: Samenvatting regelingen en fondsen De volgende subsidies zijn -in alfabetische volgorde- geselecteerd.
Akademie Colloquia - KNAW Het doel van de regeling Akademie Colloquia van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) is een bijdrage te leveren aan de uitwisseling van informatie tussen wetenschappers uit Nederland en het buitenland. Looptijd: Onbepaald
Aanvraagtermijn: Vooraf
Budget
Onbepaald
De bijdrage is maximaal € 6500 per dag. Voor de organisatie van een bijbehorende masterclass met ten minste vijftien promovendi kan een aanvullende bijdrage van maximaal € 3500 worden verkregen. Daarnaast biedt de KNAW kosteloos organisatorische en administratieve ondersteuning aan de organisator.
Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) Postbus 19121 1000 GC AMSTERDAM Tel: +31 (0)20 551 07 47
Bezoekersbeurzen - NWO Het doel van het programma Bezoekersbeurzen is het bevorderen van internationale samenwerking tussen Nederlandse en buitenlandse onderzoekers. Looptijd: Onbepaald
Aanvraagtermijn: Vooraf
Budget
Jaarlijks € 240.000
Er kan een bijdrage gevraagd worden in de verblijfkosten en de internationale reiskosten. Hiervoor gelden de volgende tarieven: o verblijfkosten: de verblijfkosten worden per aanvraag vastgesteld op basis van een bedrag van € 1750 per maand voor een ervaren senioronderzoeker en € 2000 per maand voor een hoogleraar; o internationale reiskosten: de vergoeding voor de internationale reiskosten is gebaseerd op de kosten voor een treinticket tweede klas of een vliegticket tourist class, met een maximum afhankelijk van de plaats van bestemming. Aan onderzoekers uit Europa wordt maximaal € 500 vergoed en aan onderzoekers uit landen buiten Europa ten hoogste € 1500. Financiering van verblijfkosten en internationale reiskosten uit andere bronnen wordt door NWO in mindering gebracht. Onderzoekskosten komen niet voor subsidiëring door NWO in aanmerking.
Blz. 43
Financiering van onderzoek in de sport
NWO - Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek Postbus 93138 2509 AC 'S-GRAVENHAGE Tel: +31 (0)70 344 05 27
Descartes-Huygensprijs - KNAW Het doel van de Descartes-Huygensprijs is het bevorderen van de Nederlands-Franse wetenschappelijke samenwerking. Looptijd: 01.01.1995 - onbepaald
Aanvraagtermijn: Vooraf
Budget
Jaarlijks: € 23.000
De prijs bestaat uit een toelage van € 23.000 die bedoeld is om de kosten te dekken van een onderzoeksverblijf van een Franse onderzoeker in Nederland. Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) Postbus 19121 1000 GC AMSTERDAM Tel: +31 (0)20 551 08 10
Diabetes Fonds Nederland Het doel van het Diabetes Fonds Nederland is het bevorderen en financieel ondersteunen van wetenschappelijk onderzoek op het gebied van diabetes. Looptijd: 08.08.1978 - onbepaald
Aanvraagtermijn: Vooraf
Budget
Onbepaald
De hoogte van de bijdrage wordt per geval bepaald. Diabetes Fonds Stationsplein 139 3818 LE AMERSFOORT Tel: +31 (0)33 - 462 20 55
Elisabeth Kinder Fonds - PBC Het doel van het Elisabeth Kinder Fonds is het financieel ondersteunen van wetenschappelijke studies en onderzoek naar het welzijn van jonge kinderen. Looptijd: Onbepaald
Aanvraagtermijn: Vooraf
Budget
Onbepaald
De bijdrage verschilt per geval.
Blz. 44
Financiering van onderzoek in de sport
Prins Bernhard Cultuurfonds Postbus 19750 1000 GT AMSTERDAM Tel: +31 (0)20 520 61 30
ERA-net (European Research Area Networks) Het doel van ERA-net is versnippering van onderzoek in Europa tegen te gaan en de kwaliteit te stimuleren. Looptijd: 01.01.2002 - onbepaald Budget
Aanvraagtermijn: Vooraf Verschilt per ERA-net. Voor KP7-oproep 2013: € 61,1 miljoen
De bijdrage verschilt per ERA-net. NWO - Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek Postbus 93138 2509 AC 'S-GRAVENHAGE Tel: +31 (0)70 344 06 40 Commissie van de Europese Unie/200 Wetstraat 200 B-1049 BRUSSEL BELGIE Tel: +32 (0)2 299 11 11 Agentschap NL - vestiging Den Haag Postbus 93144 2509 AC 'S-GRAVENHAGE Tel: +31 (0)88 602 50 00
Erasmus voor iedereen Erasmus voor iedereen wordt de naam van het nieuwe ondersteuningsprogramma voor onderwijs, opleiding, jongeren en sport in de periode 2014-2020. Het programma richt zich op het verbeteren van onderwijs- en trainingsmogelijkheden over de grens. Status Looptijd: 01.01.2014 t/m 31.12.2020 Budget
Niet (of nog niet) open voor het indienen van aanvragen Aanvraagtermijn: Vooraf Voor de hele periode: € 19 miljard (waarvan € 1,8 miljard voor internationale samenwerking)
Nog nader te bepalen.
Blz. 45
Financiering van onderzoek in de sport
Uitvoerend Agentschap Onderwijs, audiovisuele media en cultuur (EACEA) Bourgetlaan 1 B-1049 BRUSSEL BELGIE Tel: +32 (0)2 295 00 17
European Science Foundation De European Science Foundation beoogt de ontwikkeling van wetenschap en onderzoek te bevorderen. Looptijd: 01.01.1974 - onbepaald
Aanvraagtermijn: Vooraf, afhankelijk van het programmaonderdeel
Budget
Onbepaald
De hoogte van de bijdrage verschilt per programma. European Science Foundation Postbus 90015 F-67080 STRASBOURG CEDEX Tel: +33 (0)3 88 76 71 00
European Technology Platforms en Joint Technology Initiatives (ETPJTI) Binnen European Technology Platforms stellen bedrijven en onderzoeksinstellingen samen een strategische onderzoeksagenda vast voor een specifiek technologiegebied.De Europese Commissie heeft geen actieve rol binnen de ETP’s en de deelnemers aan een ETP krijgen dan ook geen structurele financiering vanuit het Zevende Kaderprogramma (KP7). Looptijd: Variabel
Aanvraagtermijn: Na publicatie oproep
Budget
Variabel
De hoogte van de bijdrage is afhankelijk van de JTI. Agentschap NL - Expertisecentrum voor internationaal Onderzoek en Innovatie Postbus 93144 2509 AC 'S-GRAVENHAGE Tel: +31 (0)88 602 52 50 JU Artemis Joint Undertaking (JTI) TO 56 5/23 1049 BRUSSEL Tel: +32 (0)2 221 81 22 E-Mail:
[email protected]
Blz. 46
Financiering van onderzoek in de sport
Europees Universitair Instituut Het doel van het Europees Universitair Instituut is het ondersteunen van (post)doctoraal onderzoek op het gebied van geschiedenis en cultuurwetenschappen, economische wetenschappen, rechtswetenschappen en politieke en sociale wetenschappen aan het Europees Universitair Instituut in Florence, Italië. Looptijd: Onbepaald
Aanvraagtermijn: Onbepaald
Budget
Onbepaald
De beurs bestaat uit een toelage van € 1530 per maand gedurende drie jaar. Naast de toelage ontvangt de student ook een jaarlijkse reiskostenvergoeding van € 315. Het collegegeld van € 12.000 per jaar wordt volledig door de beurs gedekt. Er is ook een partner- en/of gezinstoelage beschikbaar. De partnertoelage bedraagt € 250 per maand en de kindtoelage bedraagt € 90 per maand. De partner ontvangt ook een jaarlijkse reiskostenvergoeding van € 315. Het programma biedt de mogelijkheid om ook in het vierde jaar in aanmerking te komen voor een onderzoeksbeurs, afhankelijk van de behaalde resultaten in het derde jaar. Academic Service European University Institute Via dei Roccettini 9 San Domenico di Fiesole I - 50016 (FI) - ITALY E-Mail:
[email protected]
Fonds Psychische Gezondheid Het doel van het Fonds Psychische Gezondheid is informatie en voorlichting geven, wetenschappelijk onderzoek ondersteunen naar nieuwe behandelmethoden en psychiatrische patiënten laten deelnemen aan de samenleving. Looptijd: 01.01.1949 - onbepaald
Aanvraagtermijn: Vooraf
Budget
Jaarlijks: circa € 750.000
De bijdrage wordt per geval bepaald. Fonds Psychische Gezondheid Stationsplein 125 3818 LE Amersfoort Tel: +31 (0)33 421 84 10 E-Mail:
[email protected]
Fonds Wetenschappelijk Onderzoek Seksualiteit Het doel van het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek Seksualiteit is het bevorderen van de seksueel-emotionele gezondheid, met name van kinderen en jeugdigen. Looptijd: Onbepaald
Aanvraagtermijn: Vooraf
Budget
Onbepaald
Blz. 47
Financiering van onderzoek in de sport
De bijdrage wordt per geval bepaald. Fonds Wetenschappelijk Onderzoek Seksualiteit Fie Carelsenlaan 50 3584 GK Utrecht Tel: +31 (0)30 25 142 25 E-Mail:
[email protected]
Gratama Stichting - Universiteit Leiden en Rijksuniversiteit Groningen Doel van de Gratama Stichting is het financieel ondersteunen van bijzondere wetenschappelijke projecten van kleinere omvang. Looptijd: 01.01.1925 - onbepaald
Aanvraagtermijn: Vooraf
Budget
€ 125.000
Het maximale subsidiebedrag bedraagt € 25.000. De Gratama Wetenschapsprijs bedraagt € 25.000 en dient door de winnaar te worden besteed aan een doel dat bijdraagt aan verdere wetenschappelijke ontplooiing. Privébestedingen zijn derhalve niet toegestaan, maar bijvoorbeeld wel de bekostiging van een studiereis c.q.-verblijf, documentatie, apparatuur, of (student-) assistentie bij het onderzoek.
Leids Universiteits Fonds Rapenburg 61 2311 GJ Leiden Tel: +31 (0)71 - 513 05 03 E-Mail:
[email protected] Stichting Groninger Universiteitsfonds Postbus 559 9700 AN Groningen E-Mail:
[email protected]
Horizon 2020 Het toekomstige Kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (Horizon 2020) moet na 2013 het huidige Zevende kaderprogramma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (KP7), het Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (CIP) en het Europees Instituut voor Technologie en Innovatie (EIT) opvolgen.
Looptijd: 01.01.2014 t/m 31.12.2020
Niet (of nog niet) open voor het indienen van aanvragen Aanvraagtermijn: Vooraf
Budget
Voor de hele periode: € 80 miljard
Status
De voorgestelde budgetten per pijler zijn: Uitmuntende wetenschap: € 24,6 miljard; Industrieel leiderschap: € 17,9 miljard waarvan € 13,7 miljard in sleuteltechnologieën als fotonica, micro- en nano-elektronica, nanotechnologieën, geavanceerde materialen, geavanceerde fabricage &
Blz. 48
Financiering van onderzoek in de sport
verwerking en biotechnologie, alsmede een betere toegang tot kapitaal en steun aan het mkb. Hiervoor is respectievelijk € 3,5 miljard en € 2,5 miljard gereserveerd; Maatschappelijke vraagstukken: € 31,7 miljard; Voor de activiteiten van het EIT is € 2,8 miljard voorgesteld.
DG Onderzoek en innovatie (RTD) SDME 2/2 1049 BRUSSEL
Innovatiefonds Zorgverzekeraars Het doel van het Innovatiefonds Zorgverzekeraars (IZ) is het ondersteunen van initiatieven die de gezondheidszorg beter, eenvoudiger en slimmer maken, met het perspectief van de patiënt als uitgangspunt. Looptijd: 01.01.1999 - onbepaald
Aanvraagtermijn: Vooraf
Budget
Jaarlijks € 5 miljoen
De bijdrage wordt per geval bepaald. Niet/subsidiabele kosten zijn: o overheadkosten zoals personeelskosten en andere kosten die tot de normale exploitatie van een instelling horen. o drukkosten van proefschriften; o kosten die gefinancierd kunnen worden uit de reguliere geldstromen van de AWBZ of de Zorgverzekeringswet. Innovatiefonds Zorgverzekeraars Postbus 304 3700 AH ZEIST Tel: +31 (0)30 698 85 00 E-Mail:
[email protected]
Internationalisering geesteswetenschappen - NWO Het doel van de subsidieregeling Internationalisering geesteswetenschappen is het bevorderen van de internationale samenwerking tussen Nederlandse onderzoeksgroepen en hun buitenlandse collega's. Looptijd: Onbepaald
Aanvraagtermijn: Vooraf
Budget
Voor 2013: € 300.000
De aanvraag kan worden samengesteld uit de volgende componenten en de daarbij horende normbedragen: o reeks wetenschappelijke bijeenkomsten, € 5000 per bijeenkomst, maximaal vier bijeenkomsten in een reeks (€ 20.000); o publicatiebijdragen voor zover die gekoppeld zijn aan de internationale bijeenkomsten, normbedrag per publicatie € 3300, maximaal drie publicaties (€ 10.000); o vrijstellingssubsidie voor het schrijven van een internationale subsidieaanvraag en/of nietNederlandstalige synthese, vervanging op niveau 10.5 of 11.0, voor maximaal een jaar 0,25 fte (maximaal € 12.000). De vrijstellingssubsidie mag worden ingezet voor het schrijven van een subsidieaanvraag in het kader van het Europese Zevende Kaderprogramma (KP7);
Blz. 49
Financiering van onderzoek in de sport
o
kosten voor uitwisseling van onderzoekers, uitwisseling maximaal € 2500 (voor reis- en verblijfkosten) per persoon per keer, met een totaal maximum van € 25.000; o eenmalige kosten voor het opstarten van een netwerk (niet voor vervolgaanvragen), opstart maximaal € 7500; o materiële kosten (onderzoekskosten, website et cetera), maximaal € 10.000. Voor een website mogen uitsluitend de kosten voor het hosten door de provider en de technische ondersteuning worden opgevoerd; o vertaalkosten voor het laten vertalen van een internationale aanvraag, maximaal € 2000. Personele kosten worden niet vergoed. De bijdrage is nooit meer dan € 56.250. Van de betrokken buitenlandse instelling(en) of onderzoeksgroep(en) wordt een bijdrage in de kosten van de samenwerking verwacht (minimaal 25% van het aan NWO gevraagde bedrag in geval van een eerste aanvraag, 50% in het geval van een vervolgaanvraag).
NWO - Geesteswetenschappen (NWO-GW) Postbus 93425 2509 AK 'S-GRAVENHAGE Tel: +31 (0)70 344 08 29 E-Mail:
[email protected]
Interreg IVA Euregio Maas-Rijn Het doel van het programma Interreg IVA Euregio Maas-Rijn is het duurzaam stimuleren van de totstandkoming van een op economisch, ruimtelijk en sociaal gebied coherente Euregio Maas-Rijn (EMR). Looptijd: 01.01.2007 t/m 31.12.2013 Budget
Aanvraagtermijn: Vooraf € 144.089.686 (voor de gehele looptijd), waarvan € 72.044.843 uit het EFRO
De EFRO-subsidie is maximaal 50% van de totale subsidiabele kosten van een project. Stichting Euregio Maas-Rijn Gospertstrasse 1 B-4700 EUPEN Tel: +32 (0)87 789 640 E-Mail:
[email protected]
Interreg IVA Nederland-Duitsland Het programma Interreg IVA Nederland-Duitsland is gericht op de ontwikkeling en versterking van een grensoverschrijdende en innovatieve economische ruimte, een duurzame regionale ontwikkeling alsmede de maatschappelijke integratie in het grensgebied. Looptijd: 01.01.2007 t/m 31.12.2013 Budget
Aanvraagtermijn: Vooraf € 293.946.168 (voor de gehele looptijd), waarvan € 138.653.853 uit het EFRO
De EFRO-subsidie is maximaal 50% van de totale subsidiabele kosten van een project. De totale subsidiale kosten bedragen minimaal € 100.000.
Blz. 50
Financiering van onderzoek in de sport
Subsidiabele kosten moeten vallen onder de volgende posten: o personele kosten; o materiële kosten (waaronder aanschaf van investeringsgoederen, reiskosten, representatie- en cateringkosten; bij uitzondering de aankoop van grond en roerende goederen; o externe kosten (kosten voor vertalingen, studies, onderzoeken, coördinatie); o overige kosten. De cofinanciering door de nationale regeringen bedraagt maximaal 30% van de kosten. Ten minste 20% van de kosten dient afkomstig te zijn van uit de regio afkomstige eigen middelen van de projectdrager en/of van derden.
Euregio Postbus 6008 7503 GA ENSCHEDE Tel: +31 (0)53 460 51 51 E-Mail:
[email protected]
Johanna KinderFonds Het Johanna KinderFonds ontwikkelt en steunt wetenschappelijk onderzoek en projecten die een directe bijdrage leveren aan de kwaliteit van leven van kinderen en jongeren met een lichamelijke beperking. Dat gebeurt bij voorkeur in samenwerking met instellingen met een soortgelijke doelstelling. Looptijd: 01.01.1990 - onbepaald
Aanvraagtermijn: Vooraf
Budget
Onbepaald
De bijdrage wordt per geval bepaald. Alleen kosten die direct samenhangen met het realiseren van het project komen in aanmerking voor een bijdrage. Bijvoorbeeld: o personele kosten; o reis- en accommodatiekosten; o drukwerkkosten; o bepaalde materiële kosten. De volgende kosten komen niet in aanmerking voor een bijdrage: o exploitatiekosten; o kosten die door de lokale of landelijke overheden gedragen zouden moeten worden. Kosten voor symposia, congressen en studiedagen worden alleen in uitzonderlijke gevallen gefinancierd. Johanna KinderFonds Heijenoordseweg 3 6813 GG ARNHEM Tel: +31 (0)26 352 69 81 E-Mail:
[email protected]
Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen Het doel van de Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen is het bevorderen van wetenschap en het stimuleren van contact tussen wetenschap en samenleving. Looptijd: 01.01.1752 - onbepaald
Aanvraagtermijn: Onbepaald
Budget
Onbepaald
Blz. 51
Financiering van onderzoek in de sport
Aan de verschillende prijzen zijn de volgende geldbedragen verbonden o de AkzoNobel Science Award: één prijs van € 50.000; o de Boerhaave Biografie Prijs: een gouden medaille; o de Dirk Jacob Veegens Prijs: één prijs van € 12.500; o de Hollandsche Maatschappij Prijzen voor Jong Talent: afstudeerprijzen van € 5000, € 2000 en € 1000, en aanmoedigingsprijzen van € 500; o de J.C. Baak Prijs: één prijs van € 2000; o de Johannes Cornelis Ruigrok Prijs: één prijs van € 12.000; o de Keetje Hodshon Prijs: één prijs van € 12.000; o de Martinus van Marum Prijs: één prijs van € 12.000; o de Nederlandse Gasindustrie Prijs: één prijs van € 6000, twee prijzen van € 4000 en drie prijzen van € 2000; o de Nederlandse Prijs voor ICT-onderzoek: één prijs van € 50.000; o de Profielwerkstukprijzen: twee prijzen van € 500; o de Radèn Ajeng Kartini Prijzen: twee prijzen van € 1250; o de Van der Knaap Prijs: één prijs van € 10.000. De hoogte van een stipendium wordt per geval bepaald.
Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen Postbus 9698 2003 LR Haarlem Tel: +31 (0)23 532 17 73 E-Mail:
[email protected]
L’Oréal-Unesco For Women in Science Programme Het doel van het L’Oréal-Unesco For Women in Science Programme is het belonen van excellente vrouwelijke wetenschappers en het verlenen van beurzen aan jonge vrouwelijke onderzoekers. Looptijd: 01.01.1998 - onbepaald
Aanvraagtermijn: Vooraf
Budget
Onbepaald
De voorwaarden en hoogte van de bijdrage verschillen per onderdeel. Nationale UNESCO Commissie Nederland Postbus 29777 2502 LT 'S-GRAVENHAGE Tel: +31 (0)70 426 02 66 E-Mail:
[email protected]
Lectorenfonds Het doel van het Lectorenfonds is het versterken van de kennisoverdracht en -verspreiding, kenniscirculatie en kennisontwikkeling in het hoger beroepsonderwijs door de inzet van lectoren. Looptijd: 01.01.2001 - onbepaald
Aanvraagtermijn: Vooraf
Budget
Jaarlijks € 30,4 miljoen
Blz. 52
Financiering van onderzoek in de sport
De Vereniging Hogescholen bepaalt aan de hand van het marktaandeel van een hogeschool het trekkingsrecht. De hogeschool kan, afhankelijk van de aanstellingsomvang, zoveel lectoren aanstellen als het trekkingsrecht voor een bepaald jaar mogelijk maakt. Stichting Kennis en Ontwikkeling HBO (SKO) Postbus 123 2501 CC 'S-GRAVENHAGE Tel: +31 (0)70 312 21 65 E-Mail:
[email protected]
Leids Universiteits Fonds Het doel van het Leids Universiteits Fonds is het verbeteren van de kwaliteit van wetenschappelijk onderzoek en onderwijs aan de Universiteit Leiden. Looptijd: 30.06.1890 - onbepaald
Aanvraagtermijn: Vooraf
Budget
Onbepaald
De bijdrage wordt per geval bepaald. Leids Universiteits Fonds Rapenburg 61 2311 GJ Leiden Tel: +31 (0)71 - 513 05 03 E-Mail:
[email protected]
Mkb Innovatiestimulering Topsectoren (TKI mkb-versterking en Mkb innovatiestimulering Topsectoren) - Subsidieregeling sterktes in innovatie Doel van het onderdeel Mkb Innovatiestimulering Topsectoren (MIT) is het stimuleren dat mkb-ondernemingen aansluiten bij innovatieactiviteiten binnen de topsectoren. Looptijd: 22.03.2013 t/m 30.09.2017
Aanvraagtermijn: Vooraf
Budget
Zie bijdrage
Budget 2013: HTSM: o MIT-kennisvouchers: € 1,9 miljoen (506 MIT-kennisvouchers); o MIT-R&D-samenwerkingsprojecten: € 1,9 miljoen; o Netwerkactiviteiten: € 200.000. T&U: o MIT-haalbaarheidsstudies: € 100.000; o MIT-R&D-samenwerkingsprojecten: € 1,55 miljoen; o Netwerkactiviteiten: € 100.000; o Innovatiemakelaars: € 250.000. Life Sciences and Health: o Netwerkactiviteiten: € 100.000; o Innovatiemakelaars: € 200.000;
Blz. 53
Financiering van onderzoek in de sport
o o Water: o o o o o
MIT-haalbaarheidsstudies: € 500.000; MIT-R&D samenwerkingsprojecten: € 1,2 miljoen. Netwerkactiviteiten: € 100.000; Innovatiemakelaars: € 47.250; MIT-haalbaarheidsstudies: € 900.000; MIT- kennisvoucher: 86 MIT-kennisvouchers; MIT-R&D samenwerkingsprojecten: € 628.500.
Mkb-innovatiestimulering (MIT) Agentschap NL - vestiging Den Haag Postbus 93144 2509 AC 'S-GRAVENHAGE Tel: +31 (0)88 602 51 14 E-Mail:
[email protected]
Nederlandse Hartstichting De Nederlandse Hartstichting stelt zich ten doel hart- en vaatziekten, zowel preventief als curatief, te bestrijden. Looptijd: 29.01.1964 - onbepaald
Aanvraagtermijn: Vooraf
Budget
Onbepaald
De hoogte van de subsidie verschilt per onderdeel. Nederlandse Hartstichting Postbus 300 2501 CH DEN HAAG Tel: +31 (0)70 315 55 55 E-Mail:
[email protected]
Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek - Maatschappij en gedragswetenschappen Maatschappij en Gedragswetenschappen is een zogenaamd wetenschapsgebied van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). Het NWO-gebied Maatschappij- en Gedragswetenschappen (MaGW) stimuleert en financiert hoogwaardig onderzoek op het gebied van de maatschappij- en gedragswetenschappen. Looptijd: 01.01.1950 - onbepaald
Aanvraagtermijn: Variabel
Budget
Onbepaald
De hoogte van de bijdrage is afhankelijk van het programma waarop de aanvraag betrekking heeft. NWO - Maatschappij- en Gedragswetenschappen (NWO-MAGW) Postbus 93461 2509 AL 'S-GRAVENHAGE Tel: +31 (0)70 344 09 44 E-Mail:
[email protected]
Blz. 54
Financiering van onderzoek in de sport
Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek Het doel van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) is het stimuleren en financieren van onderzoek in alle denkbare wetenschapsrichtingen. Looptijd: 01.01.1950 - onbepaald
Aanvraagtermijn: Variabel
Budget
Jaarlijks in totaal circa € 500 miljoen
De hoogte van de bijdrage is afhankelijk van het programma waarop de aanvraag betrekking heeft. NWO - Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek Postbus 93138 2509 AC 'S-GRAVENHAGE Tel: +31 (0)70 344 06 40 E-Mail:
[email protected]
NWO-Spinozapremie - NWO Het doel van de NWO-Spinozapremie is het stimuleren van toponderzoekers om baanbrekend en inspirerend onderzoek te verrichten. Looptijd: 01.01.1995 - onbepaald
Aanvraagtermijn: Vooraf
Budget
Jaarlijks € 10 miljoen
De winnaars van de NWO-Spinozapremie ontvangen elk € 2,5 miljoen. De premie moet worden besteed aan onderzoek en hieraan gerelateerde zaken, zoals: o personeel (zowel wetenschappelijk als niet-wetenschappelijk); o materieel; o investeringen; o reis- en verblijfskosten; o overkomst van buitenlandse onderzoekers et cetera. De premie moet binnen een periode van maximaal vijf jaar worden besteed.
NWO - Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek Postbus 93138 2509 AC 'S-GRAVENHAGE Tel: +31 (0)70 344 08 48 E-Mail:
[email protected]
Prinses Beatrix Fonds Het Prinses Beatrix Fonds stimuleert wetenschappelijk onderzoek gericht op de verdieping van inzicht in de ontstaanswijze, diagnostiek, behandeling en/of het voorkomen van neuromusculaire ziekten (spierziekten) en bewegingsstoornissen. Looptijd: 03.05.1956 - onbepaald
Aanvraagtermijn: Vooraf
Budget
Onbepaald
Blz. 55
Financiering van onderzoek in de sport
Wetenschappelijk onderzoek De bijdrage bedraagt maximaal € 250.000 per project. Subsidiabel zijn de kosten die rechtstreeks door het in het projectvoorstel beschreven onderzoek worden veroorzaakt en die niet uit het universiteits- of instituutsbudget kunnen worden gefinancierd. In aanmerking komen onder meer kosten van voor het onderzoek aan te stellen personeel, verbruiksgoederen en proefdieren. Wetenschappelijke onderzoeksstages De beurs voor wetenschappelijke onderzoeksstages omvat uitsluitend de reis- en huisvestingskosten van een student en bedraagt maximaal € 2000. Dit bedrag kan nooit worden overschreden. Kosten die door instituten, universiteiten of instellingen worden berekend voor het verlenen van medewerking aan het onderzoek worden in principe door het fonds vergoed. Voor congresbezoek wordt geen scholarship verleend. Stichting Prinses Beatrix Fonds Postbus 85810 2508 CM 'S-GRAVENHAGE Tel: +31 (0)70 360 76 07 E-Mail:
[email protected]
Programma Investeringen-middelgroot - NWO Het doel van het Programma Investeringen-middelgroot is het bevorderen van investeringen in wetenschappelijk vernieuwende apparatuur of dataverzamelingen van (inter)nationaal belang. Looptijd: 01.02.2007 - onbepaald
Aanvraagtermijn: Vooraf
Budget
Jaarlijks: circa € 15 miljoen (totaal)
De bijdrage wordt per geval bepaald. De eigen bijdrage van de instelling dient minimaal 25% te bedragen van de kosten van de investering. De direct aan de ontwikkeling en bouw gerelateerde personeelskosten kunnen als eigen bijdrage worden opgevoerd. Daarnaast dient een bijdrage geleverd te worden in de materiële kosten van de benodigde investering. In aanmerking voor subsidie komen: o kosten voor wetenschappelijke investeringen; o personeelskosten voor het opzetten van databases en de initiële digitalisering van het bibliografisch apparaat, indien deze niet gekocht kunnen worden; o personeelskosten voor medewerkers met een specifieke en essentiële technische expertise, noodzakelijk voor de ontwikkeling of bouw van een investering die niet elders ingekocht kan worden. Niet in aanmerking voor subsidie komen: o kosten voor infrastructurele voorzieningen, zoals kosten voor gebouwen of aanpassingen daarvan en voorzieningen die tot de gebruikelijke infrastructuur gerekend kunnen worden voor de desbetreffende discipline; dataverzamelingen, en eventuele bijbehorende software en bibliografieën, die reeds op andere wijze beschikbaar zijn; overige personeelskosten, waaronder personeelskosten voor de exploitatie en het uitvoeren van onderzoek met de faciliteit; onderhoud en gebruik van apparatuur (exploitatiekosten).
Blz. 56
Financiering van onderzoek in de sport
NWO - Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek Postbus 93138 2509 AC 'S-GRAVENHAGE Tel: +31 (0)70 344 06 44 E-Mail:
[email protected]
Programma ter stimulering van de internationale samenwerking tussen bedrijven en onderzoeksinstellingen in Europa Eureka is een intergouvernementeel netwerk dat marktgerichte innovatie- en onderzoeks- & ontwikkelingsprojecten van bedrijven, onderzoeksinstellingen en universiteiten ondersteunt in verschillende technologische sectoren.
Looptijd: 01.06.1985 - onbepaald
Niet (of nog niet) open voor het indienen van aanvragen Aanvraagtermijn: Vooraf, voor een bepaalde datum
Budget
Onbepaald
Status
De subsidie verschilt van land tot land. In Nederland kan gebruik worden gemaakt van de regeling Internationaal innoveren (IISIO). Eureka-Secretariaat Postbus 93144 2509 AC 'S-GRAVENHAGE Tel: +31 (0)88 602 54 10
Programma Vernieuwingsimpuls - NWO Het doel van het programma Vernieuwingsimpuls is vernieuwing en verjonging van wetenschappelijk onderzoek.
Looptijd: 01.01.1996 - onbepaald
Niet (of nog niet) open voor het indienen van aanvragen Aanvraagtermijn: Vooraf/Achteraf
Budget
Jaalijks circa € 150 miljoen
Status
De Veni-subsidie bedraagt maximaal € 250.000 voor een periode van drie jaar. De Vidi-subsidie bedraagt maximaal € 800.000 voor een periode van vijf jaar. De Vici-subsidie bedraagt maximaal € 1,5 miljoen voor een periode van vijf jaar. Het ministerie van OCW stelt jaarlijks € 2 miljoen voor vrouwen beschikbaar. De begroting wordt gebaseerd op de voor het onderzoek subsidiabele directe personeelskosten en directe materiële kosten: o bij de personeelskosten wordt uitgegaan van de werkelijke brutosalarissen en de opslagen opgenomen in het akkoord 'Bekostiging wetenschappelijk onderzoek', met uitzondering van de indexering en einde-projectvergoeding; o voor de bepaling van de hoogte van de opslagen worden jaarlijks bepaalde normpercentages vastgesteld; o bij een Veni-premie is het niet mogelijk additioneel wetenschappelijk personeel aan te stellen. Na toekenning dient de Veni-onderzoeker toestemming te vragen aan NWO bij het aanstellen van overig additioneel personeel;
Blz. 57
Financiering van onderzoek in de sport
o
o
o o
o
de directe materiële kosten hebben betrekking op de algemene materiële kosten, kosten voor kennisoverdracht en kennisvalorisatie en kosten voor internationalisering. Niet voor vergoeding in aanmerking komen de kosten voor infrastructuur (huisvesting en kantoorautomatisering) en overhead; de ingediende begroting wordt door NWO getoetst. In het geval dat de ingediende begroting het premiebedrag van de subsidie overschrijdt dient de instelling of het bedrijf bij indiening van de aanvraag een garantie af te geven dat zij de overschrijding voor haar rekening neemt. Deze garantstelling vindt plaats door middel van een per post gestuurde en door de instituutsmanager/decaan of iemand die tekenbevoegd is binnen het bedrijf. De brief dient geadresseerd te worden aan het NWO-gebied waar ingediend wordt; het samengestelde percentage voor de Vernieuwingsimpuls wordt jaarlijks vastgesteld. Deze opslagen gelden voor al het personeel dat de instelling in het kader van het project aanstelt; indien de aanvrager maximaal 25% van de aanstelling aan nevenwerkzaamheden (zoals onderwijs, bestuur en beheer) besteedt, dan mag hij/zij het gehele salaris ten laste van de subsidie brengen; indien de aanvrager meer dan 25% van de aanstelling aan nevenwerkzaamheden besteedt, dan mag de aanvrager alleen de salarislasten voor het deel van de aanstelling dat aan onderzoek wordt besteed ten laste van de subsidie brengen.
Coördinator Vernieuwingsimpuls NWO - Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek Postbus 93138 2509 AC 'S-GRAVENHAGE Tel: +31 (0)70 344 09 40 E-Mail:
[email protected] ZonMw Postbus 93245 2509 AE 'S-GRAVENHAGE Tel: +31 (0)70 349 51 11 E-Mail:
[email protected]
Regels subsidieverstrekking prioritair programma topsectoren en innovatie - provincie Gelderland Het doel van de Regels subsidieverstrekking prioritair programma topsectoren en innovatie is het stimuleren van projecten binnen de prioritaire Programma's Topsectoren en Innovatie (food, health en maakindustrie). Looptijd: 01.01.2013 - onbepaald Budget
Aanvraagtermijn: Vooraf Per onderdeel bepaald (zie onder Bijdrage)
Bevorderen van innovaties Food, Health en Maakindustrie: De subsidie bedraagt maximaal € 200.000. Het subsidieplafond bedraagt € 1,5 miljoen. Projectsubsidie: De subsidie bedraagt maximaal 40% van de subsidiabele kosten tot een maximumbedrag van € 250.000. Het subsidieplafond bedraagt € 3 miljoen. Collectief onderzoek: De subsidie bedraagt maximaal 30% van de subsidiabele kosten tot een maximumbedrag van € 50.000.
Blz. 58
Financiering van onderzoek in de sport
Het subsidieplafond bedraagt € 500.000.
Innovatie-infrastructuur: De subsidie bedraagt maximaal € 150.000. Het subsidieplafond bedraagt € 150.000. Provincie Gelderland Postbus 9090 6800 GX ARNHEM Tel: +31 (0)26 359 91 11
Regionale actie en aandacht voor kenniscirculatie Het doel van de Regionale actie en aandacht voor kenniscirculatie (RAAK) is de kennisuitwisseling tussen hogescholen, het mkb, publieke en kennisinstellingen en buitenlandse partners te verbeteren en het innovatief vermogen van mkb-ondernemingen te bevorderen. Niet (of nog niet) open voor het Status indienen van aanvragen Looptijd: Aanvraagtermijn: 01.12.2004 t/m 31.12.2013 Vooraf Budget
€ 66,9 miljoen (periode 2010-2013) De bijdrage is maximaal 70% van de totale projectkosten, tot hoogstens € 300.000 (MKB, Publiek en Internationaal) dan wel € 700.000 (PRO). Projectkosten (inclusief de niet verrekenbare btw) zijn de noodzakelijke, rechtstreeks aan de uitvoering van een project toe te rekenen gemaakte en/of betaalde kosten gebaseerd op kostprijs. Tot de projectkosten horen de volgende kostenposten: o loonkosten van de hogeschool: dit zijn de loonkosten van personeel dat rechtstreeks productieve arbeid verricht ten behoeve van het project; o kosten van consortiumleden (zowel Nederlands als internationaal) en/of niet consortiumleden: bepaling uurtarief is in principe 'vrij' (en dient altijd in euro’s verantwoord te worden). In totaal kan slechts 25% van het toekenningsbedrag ten bate komen aan deze groep. Indien het uitbesteding betreft aan consortiumleden, dan wordt dit binnen het consortium afgestemd. Betreft het uitbesteding aan niet consortiumleden, dan dient de offerte goedgekeurd te worden door het consortium; o overige (materiële) kosten: de aan de uitvoering van het project verbonden kosten als verbruik van materialen, hulpmiddelen en reis- en verblijfkosten. Voor machines en apparatuur kunnen slechts aan het project toe te rekenen afschrijvingskosten of leasetermijnen worden opgevoerd. Maximaal 10% van de toekenningsgelden mag gebruikt worden voor projectmanagement.
Stichting Innovatie Alliantie Postbus 10236 2501 HE 'S-GRAVENHAGE Tel: +31 (0)70 312 21 22 E-Mail:
[email protected]
Revalidatiefonds Het doel van het Revalidatiefonds is de positie van mensen met een lichamelijke handicap of chronische ziekte in de samenleving te verbeteren.
Blz. 59
Financiering van onderzoek in de sport
Looptijd: 20.05.1960 - onbepaald
Aanvraagtermijn: Vooraf
Budget
Onbepaald
De hoogte van de bijdrage wordt per geval bepaald. Revalidatiefonds J.F. Kennedylaan 99 3981 GB Bunnik Tel: +31 (0)30 657 20 22 E-Mail:
[email protected]
Skanfonds Het doel van het Skanfonds is mensen met een kwetsbare positie te stimuleren om mee te doen in de Nederlandse samenleving. Looptijd: 07.09.1957 - onbepaald
Aanvraagtermijn: Vooraf
Budget
Jaarlijks: circa € 11 miljoen
De hoogte van de bijdrage wordt per geval bepaald en ligt doorgaans tussen € 1000 en € 250.000, afhankelijk van de grootte van het project. Skanfonds Postbus 156 1200 AD HILVERSUM Tel: +31 (0)35 624 96 51 E-Mail:
[email protected]
Small Business Innovation Research Programma Het doel van het Small Business Innovation Research Programma is een impuls te geven aan het innovatieve vermogen van bedrijven en tegelijkertijd meer gebruik te maken van onderzoek en ontwikkeling door bedrijven bij het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Looptijd: Onbepaald
Aanvraagtermijn: Na publicatie tender
Budget
Onbepaald
De omvang van de opdracht in fase 1 varieert van circa € 20.000 tot maximaal € 50.000. De omvang van de opdracht in fase 2 varieert van circa € 200.000 tot maximaal € 450.000.
Agentschap NL - vestiging Den Haag Postbus 93144 2509 AC 'S-GRAVENHAGE Tel: +31 (0)88 602 55 97
Blz. 60
Financiering van onderzoek in de sport
Stichting Amsterdams Universiteitsfonds Het doel van de Stichting Amsterdams Universiteitsfonds is de behartiging van de belangen van de Universiteit van Amsterdam (UvA) en van haar studenten. Looptijd: Onbepaald
Aanvraagtermijn: Onbepaald
Budget
Onbepaald
De hoogte van de bijdrage wordt per geval bepaald. Stichting Amsterdams Universiteitsfonds Postbus 94325 1090 GH AMSTERDAM Tel: +31 (0)20 525 20 67 E-Mail:
[email protected]
Stichting Anna Fonds/NOREF Het doel van de Stichting Anna Fonds/NOREF is het ondersteunen van onderzoek op het gebied van de preventie en behandeling van ziekten en gebreken van het menselijk steun- en bewegingsstelsel. Looptijd: 01.01.1989 - onbepaald
Aanvraagtermijn: Vooraf
Budget
Onbepaald
De subsidie voor onderzoek bedraagt maximaal € 15.000 per project. Aanvragen van regionale orthopedische opleidingsclusters krijgen prioriteit.
Subsidiabele kosten zijn: o salaris van een onderzoeksassistent, maar niet van gesalarieerde medewerkers van een onderzoeksinstituut; o methodologische ondersteuning; o verbruiksmaterialen en investeringen in apparaten tot € 5000; o dierproeven eveneens tot maximaal € 5000; Niet-subsidiabele kosten zijn: o secretariële ondersteuning; o ICT hard- en software, zoals personal computers, smart phones; o als standaard te beschouwen kosten voor een onderzoeksinstituut; o woon-werk reiskosten.
Stichting Anna Fonds/NOREF Postbus 1021 2340 BA Oegstgeest Tel: +31 (0)71 523 22 24 E-Mail:
[email protected]
Blz. 61
Financiering van onderzoek in de sport
Stichting Beatrixoord Noord-Nederland Het doel van de Stichting Beatrixoord Noord-Nederland is het stimuleren van projecten gericht op de revalidatie en (re-)integratie van personen met een lichamelijke handicap, een chronische ziekte of tuberculose. Looptijd: 19.10.1905 - onbepaald
Aanvraagtermijn: Onbepaald
Budget
Jaarlijks: circa € 30.000
De bijdrage bestaat uit een gift of garantstelling. De bijdrage verschilt per project. Stichting Beatrixoord Noord-Nederland p/a Sylviuslaan 6 9728 NS GRONINGEN
Stichting Groninger Universiteitsfonds - Rijksuniversiteit Groningen Het doel van de Stichting Groninger Universiteitsfonds is het bevorderen van de studie aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG). Looptijd: 08.03.1893 - onbepaald
Aanvraagtermijn: Vooraf
Budget
Onbepaald
De bijdrage varieert per geval. De subsidies voor persoonlijke aanvragen liggen tussen € 140 en € 320. De beurzen voor excellente studenten bedragen € 1.000.
Stichting Groninger Universiteitsfonds Postbus 559 9700 AN Groningen E-Mail:
[email protected]
Stichting Nijmeegs Universiteitsfonds Het doel van de Stichting Nijmeegs Universiteitsfonds is het stimuleren van activiteiten voor studenten van de Radboud Universiteit Nijmegen (RU). Looptijd: Onbepaald
Aanvraagtermijn: Vooraf
Budget
Onbepaald
De bijdrage bedraagt voor: Individuele reissubsidies: o voor landen binnen Europa: € 200 per maand, voor maximaal 4 maanden; o voor landen buiten Europa: € 300 per maand, voor maximaal 4 maanden; o de bijdrage is bestemd voor extra kosten in verband met het verblijf in het buitenland, zoals tickets, visa, huurlasten en vaccinaties. Co-schappen: o voor landen binnen Europa: € 150 euro per maand, voor maximaal 4 maanden; o voor landen buiten Europa: € 200 euro per maand, voor maximaal 4 maanden.
Blz. 62
Financiering van onderzoek in de sport
Stichting Nijmeegs Universiteitsfonds Postbus 9102 6500 HC NIJMEGEN Tel: +31 (0)24 - 361 29 93
Stichting Universiteitsfonds Delft Het doel van de Stichting Universiteitsfonds Delft is het stimuleren van technische wetenschappen en technischwetenschappelijk onderwijs in het algemeen en de belangen van de Technische Universiteit Delft in het bijzonder. Looptijd: Onbepaald
Aanvraagtermijn: Vooraf
Budget
Onbepaald
De subsidiebijdrage wordt per geval bepaald. Het bedrag van de prijzen verschilt: o UfD-Leermeesterprijs: € 15.000. o UfD-Marina van Damme beurs: een onbepaald geldbedrag. o UfD-E.ON Teamworkprijs: hoofdprijs van € 10.000 en drie aanmoedigingsprijzen van € 2000. o UfD-IMTECH Bachelor Grants: vijf beurzen ad € 2000. o UfD-Cofely Energy Efficiency Prijzen: een prijs van € 7500 en twee prijzen van € 2500. o UfD-Mecanoo Prijzen: acht cheques ad € 1000.
Stichting Universiteitsfonds Delft Aula Congrescentrum TU Delft Mekelweg 5 2628 CC DELFT Tel: +31 (0)15 278 64 09 E-Mail:
[email protected]
Stichting Universiteitsfonds Twente Het doel van de Stichting Universiteitsfonds Twente is het bevorderen van excellentie in onderwijs en onderzoek van de Universiteit Twente. Looptijd: Onbepaald
Aanvraagtermijn: Vooraf
Budget
Onbepaald
De bijdrage verschilt per geval. De Marina van Damme-beurs bestaat uit een bedrag van € 9000. De Professor De Winter-beurs bestaat uit een bedrag van € 7500.
Stichting Universiteitsfonds Twente Postbus 217 7500 AE Enschede Tel: +31 (0)53 - 489 80 57 E-Mail:
[email protected]
Blz. 63
Financiering van onderzoek in de sport
Subsidieregeling sport Noord-Brabant 2013-2016 - provincie Noord-Brabant Het doel van de Subsidieregeling sport Noord-Brabant 2013-2016 is het versterken van de sportinfrastructuur in de provincie Noord-Brabant. Looptijd: 01.04.2013 - onbepaald Budget
Aanvraagtermijn: Vooraf Per paragraaf bepaald (zie onder Bijdrage)
Fieldlabs voor (top)sportonderzoek De hoogte van de subsidie bedraagt 50% van de subsidiabele kosten, tot een maximum van € 250.000. Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen alle kosten voor het project voor subsidie in aanmerking. De volgende kosten komen in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking: o kosten voor het verrichten van een haalbaarheidsonderzoek; o aanbestedingskosten; o exploitatiekosten; o kosten gerelateerd aan kantineruimte en -inventaris; o eigen apparaatskosten van de subsidieaanvrager; o kosten van leges en vergunningen; o kosten van gerechtelijke of juridische procedures. Het subsidieplafond voor de tender van 1 april 2013 tot en met 31 december 2016 bedraagt: o € 0 voor hockey; o € 200.000 voor hippische sport; o € 200.000 voor wielrennen; o € 250.000 voor zwemmen; o € 170.000 voor atletiek; o € 0 voor turnen; o € 0 voor voetbal. Bevoorschotting vindt plaats op aanvraag. Gehandicaptensport De hoogte van de subsidie bedraagt 50% van de subsidiabele kosten tot een maximum van: o € 50.000 per project gericht op deelname van gehandicapten aan sport door deskundigheidsbevordering; o € 100.000 per project gericht op deelname van gehandicapten aan sport door het aanbieden van sportactiviteiten. Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen de volgende kosten in ieder geval voor subsidie in aanmerking: o loonkosten voor de uitvoering van het project door de subsidieaanvrager; o kosten van advisering, bemiddeling of begeleiding ten behoeve van het project; o huurkosten van de sportaccommodatie voor de uitvoering van het project; o reis- en verblijfkosten van de gehandicapte; o huurkosten van de accommodatie voor het sportloket; o inrichtingskosten van het sportloket; o voorlichtings- en promotiekosten ten behoeve van het project. De volgende kosten komen in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking: o kosten voor het verrichten van een haalbaarheidsonderzoek; o aanbestedingskosten; o kosten ten behoeve van de aanpassing van de sportaccommodatie; o exploitatiekosten; o kosten gerelateerd aan kantineruimte en -inventaris; o kosten van activiteiten met een commercieel oogmerk;
Blz. 64
Financiering van onderzoek in de sport
o kosten van leges en vergunningen; o kosten van gerechtelijke of juridische procedures. Het subsidieplafond voor de tender van 1 april 2013 tot en met 31 december 2013 bedraagt € 500.000. Bevoorschotting vindt plaats op aanvraag.
Provincie Noord-Brabant Postbus 90151 5200 MC 'S-HERTOGENBOSCH Tel: +31 (0)73 681 28 12 E-Mail:
[email protected]
Subsidieregeling TOP-subsidies - ZonMw Het doel van de Subsidieregeling TOP-subsidies is het beste gezondheidsonderzoek van de beste onderzoek(er)s(groepen) te stimuleren. Looptijd: 01.01.2005 - onbepaald
Aanvraagtermijn: Vooraf
Budget
Looptijd: € 5,9 miljoen
De subsidie bedraagt maximaal € 675.000. ZonMw Postbus 93245 2509 AE 'S-GRAVENHAGE Tel: +31 (0)70 349 51 11 E-Mail:
[email protected]
TNO Cofinancieringsprogramma Met het TNO Cofinancieringsprogramma biedt TNO cofinanciers de mogelijkheid om bij TNO een strategische kennispositie te ontwikkelen waar ze op termijn hun concurrentiekracht mee kunnen versterken. Looptijd: 01.01.1997 - onbepaald
Aanvraagtermijn: Vooraf
Budget
Onbepaald
De bijdrage van TNO varieert van 50% tot 90% en wordt bepaald aan de hand van de volgende criteria: o aard resultaat (toepassingsperspectief); o vernieuwend karakter; o strategische waarde; o time to market. De projectomvang varieert van minimaal € 100.000 tot maximaal € 1 miljoen per jaar.
Cofinancierings- en SBIR-programma TNO - locatie Eindhoven Postbus 6235 5600 HE EINDHOVEN Tel: +31 (0)88 866 64 13 E-Mail:
[email protected]
Blz. 65
Financiering van onderzoek in de sport
TNO Small Business Innovation Research Programme Via het Small Business Innovation Research Programme van TNO kunnen mkb-ondernemingen een innovatief productidee van TNO verder ontwikkelen en op de markt brengen met financiële ondersteuning van TNO.
Looptijd: 29.01.2007 - onbepaald
Niet (of nog niet) open voor het indienen van aanvragen Aanvraagtermijn: Vooraf
Budget
Onbepaald
Status
De maximale TNO-bijdrage voor een haalbaarheidsstudie is € 32.500 voor een periode van maximaal vier maanden. De maximale TNO-bijdrage voor valorisatie is € 250.000 voor een periode van maximaal anderhalf jaar. De volgende kosten in het valorisatietraject zijn subsidiabel: o loonkosten van de onderneming; o loonkosten van tijdelijk personeel in dienst van een kennisinstelling/adviesbureau tot een maximum van 40%; o kosten van gebruiksgoederen, kleine instrumenten en hulpmiddelen; o inzet van apparatuur; o reis- en verblijfskosten; o overige in het bestedingsplan opgevoerde kosten, mits deze door de beoordelingscommissie zijn goedgekeurd.
Cofinancierings- en SBIR-programma TNO - locatie Eindhoven Postbus 6235 5600 HE EINDHOVEN Tel: +31 (0)88 866 64 13 E-Mail:
[email protected]
Toeslag voor Topconsortia voor Kennis en Innovatie - Subsidieregeling sterktes in innovatie Het doel van de Toeslag voor Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI-toeslag) is het stimuleren van privaatpublieke samenwerking binnen de programma’s van de Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI’s) door een impuls te geven aan de private bijdragen aan de TKI-programma’s. Looptijd: 01.10.2012 t/m 30.09.2016
Aanvraagtermijn: Vooraf
Budget
Vanaf 2013: € 90 miljoen per jaar
De algemene bepalingen van het Kaderbesluit EZ-subsidies (KEZS) zijn van toepassing. De hoogte van de toeslag bedraagt 25% van de som van alle private bijdragen die voor de samenwerkingsprojecten van het TKI-programma in dat jaar aan onderzoeksorganisaties verschuldigd zullen zijn. Over de eerste € 20.000 van de som van de private bijdragen van een bepaalde deelnemer aan samenwerkingsprojecten van het TKI-programma in dat jaar bedraagt de hoogte van de toeslag echter 40%. De ontvanger van TKI-toeslag wendt de TKI-toeslag zodanig aan voor samenwerkingsprojecten dat voor fundamenteel onderzoek, industrieel onderzoek en experimentele ontwikkeling in totaal een private bijdrage van respectievelijk minimaal 15%, 50% en 75% van de financiering van het desbetreffende onderzoek gerealiseerd wordt.
Blz. 66
Financiering van onderzoek in de sport
De ontvanger van TKI-toeslag wendt de TKI-toeslag zodanig aan dat het totale bedrag aan steun dat voor een samenwerkingsproject beschikbaar is niet meer bedraagt dan: o 85% van de subsidiabele kosten voor zover deze betrekking hebben op fundamenteel onderzoek; o 50% van de subsidiabele kosten voor zover deze betrekking hebben op industrieel onderzoek; en o 25% van de subsidiabele kosten voor zover deze betrekking hebben op experimentele ontwikkeling. De ontvanger van TKI-toeslag wendt de TKI-toeslag zodanig aan dat het totale bedrag aan subsidie dat voor de innovatie activiteiten beschikbaar is niet meer bedraagt dan: o 50% van de kosten van mkb-ondernemers voor technische haalbaarheidstudies; o 75% van de kosten met een maximum van € 10.000 over een periode van drie jaar ten behoeve van innovatieadviesdiensten en diensten inzake innovatieondersteuning voor mkbondernemers; o 50% gedurende maximaal drie jaar ter ondersteuning voor het uitlenen van hooggekwalificeerd personeel aan mkb-ondernemers; o 50% gedurende maximaal vijf jaar ter ondersteuning van de exploitatie van innovatieclusters.
Agentschap NL - vestiging Den Haag Postbus 93144 2509 AC 'S-GRAVENHAGE Tel: +31 (0)88 602 50 00
Topsectorenbeleid Doel van het topsectorenbeleid is het versterken van de sectoren waarin Nederland wereldwijd uitblinkt. Om dat te bereiken werken overheid, bedrijfsleven, universiteiten en onderzoekscentra samen aan kennis en innovatie. De afspraken hierover zijn vastgelegd in zogeheten innovatiecontracten. Daarnaast zijn ook human capital agenda’s opgesteld. Deze agenda’s dienen het onderwijs beter te laten aansluiten op de arbeidsmarkt. Looptijd: 01.01.2012 - onbepaald Budget
Aanvraagtermijn: Variabel Voor 2012: circa € 2,8 miljard (bedrijven, overheid en kennisinstellingen)
De hoogte van de bijdrage verschilt per topsector. Ministerie van Economische Zaken (Algemeen EZ) Postbus 20101 2500 EC 'S-GRAVENHAGE Tel: +31 (0)70 379 89 11
Universiteitsfonds Limburg/SWOL Het doel van het Universiteitsfonds Limburg/SWOL is het vergroten van de maatschappelijke betekenis van de Universiteit Maastricht (UM) en het bijdragen aan een ondernemende kenniseconomie. Looptijd: 01.01.1965 - onbepaald
Aanvraagtermijn: Vooraf
Budget
Onbepaald
Blz. 67
Financiering van onderzoek in de sport
De hoogte van de bijdrage wordt per geval bepaald, maar bedraagt minimaal € 2000 en maximaal € 10.000. Er worden geen voorschotten verstrekt. Universiteitsfonds Limburg/SWOL Postbus 616 6200 MD MAASTRICHT Tel: +31 (0)43 388 25 56 E-Mail:
[email protected]
Vierde programma Preventie - ZonMw Het doel van het Vierde programma Preventie is het verkrijgen van nieuwe inzichten op het gebied van preventie en het ontwikkelen, evalueren, verspreiden en implementeren van kennis op dit gebied. Looptijd: 01.01.2009 t/m 31.12.2014
Aanvraagtermijn: Vooraf
Budget
Looptijd: € 55.500.000
De hoogte van de bijdrage verschilt per deelprogramma. ZonMw Postbus 93245 2509 AE 'S-GRAVENHAGE Tel: +31 (0)70 349 51 11 E-Mail:
[email protected]
VSBfonds Beurs - VSB Het doel van de VSBfonds Beurs is het ondersteunen van studenten die na afronding van hun opleiding aan een Nederlandse hogeschool of universiteit, een studie in het buitenland willen volgen of onderzoek willen doen. Looptijd: Onbepaald
Aanvraagtermijn: Jaarlijks tot en met 1 maart
Budget
Onbepaald
De VSBfonds Beurs bedraagt maximaal € 10.000. Dit maximale bedrag wordt alleen uitgekeerd aan studenten die een studie of onderzoek van twee academische jaren gaan doen. Voor alle andere studies, onderzoeken en opleidingen geldt een maximum van € 7000. De aanvraag moet voorzien zijn van een realistische en gemotiveerde begroting, waaruit tevens de financiële noodzaak blijkt voor het aanvragen van een beurs. Kosten die geen betrekking hebben op de vervolgstudie kunnen niet worden opgevoerd.
NUFFIC PO box 29777 2502 LT DEN HAAG NEDERLAND Tel: +31 (0) 70 426 026 0 E-Mail:
[email protected]
Blz. 68
Financiering van onderzoek in de sport
Wageningen Universiteits Fonds Het doel van het Wageningen Universiteits Fonds is het bevorderen van de bloei van Wageningen Universiteit door initiatieven te stimuleren die een toegevoegde waarde leveren aan de universiteit en excellent onderwijs en onderzoek bevorderen. Looptijd: 01.01.1951 - onbepaald
Aanvraagtermijn: Vooraf
Budget
Onbepaald
De hoogte van de bijdrage verschilt per fonds. Wageningen Universiteits Fonds Postbus 9101 6700 HB Wageningen Tel: +31 (0)317 48 40 54 E-Mail:
[email protected]
Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen (WBSO) Het doel van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen - S&Oafdrachtvermindering (WBSO) is het stimuleren van speur- en ontwikkelingswerk (S&O) in het bedrijfsleven. Looptijd: 13.05.1994 - onbepaald
Aanvraagtermijn: Vooraf, voor een bepaalde datum
Budget
Voor 2013 € 735 miljoen.
De bijdrage bestaat voor S&O-inhoudingsplichtigen uit een vermindering van de af te dragen loonbelasting en voor S&O-belastingplichtigen uit een verhoging van de zelfstandigenaftrek. Starters krijgen extra vermindering dan wel aftrek (startersaftrek). Het bedrag aan S&O-afdrachtvermindering is 38% van de eerste € 200.000 van de totale S&O-loonsom en 14% van de resterende S&O-loonsom. Het S&O-loon wordt berekend door het S&O-uurloon te vermenigvuldigen met de toegekende S&Ouren. Het S&O-uurloon is een vast gemiddeld bedrag per uur dat geldt voor alle S&O-medewerkers en voor een heel kalenderjaar. Het S&O-uurloon wordt als volgt berekend: (∑ loon van alle S&O-medewerkers) gedeeld door (0,85 x ∑ verloonde uren van alle S&O-medewerkers). De uitkomst wordt afgerond naar boven op een bedrag in hele euro’s. Het totaal van de S&O-afdrachtvermindering over een kalenderjaar bedraagt per S&Oinhoudingsplichtige maximaal € 14.000.000 dan wel, ingeval de inhoudingsplichtige deel uitmaakt of in een deel van het kalenderjaar heeft uitgemaakt, van een fiscale eenheid, per fiscale eenheid. In het laatste geval wordt in de S&O-verklaring vastgesteld welk deel van het bedrag van € 14.000.000, betrekking heeft op de S&O-inhoudingsplichtige.
Helpdesk WBSO Agentschap NL - vestiging Zwolle Postbus 10073 8000 GB ZWOLLE Tel: +31 (0)88 602 35 54 E-Mail:
[email protected]
Blz. 69
Financiering van onderzoek in de sport
Zevende kaderprogramma - Specifiek programma Capaciteit, onderdeel 6: samenhangende ontwikkeling van het onderzoeksbeleid Het Specifiek programma Capaciteit dient ter versterking van de onderzoeks- en innovatiecapaciteit in geheel Europa en ter waarborging van een optimaal gebruik ervan. Looptijd: 01.01.2007 t/m 31.12.2013
Aanvraagtermijn: Na publicatie oproep
Budget
€ 70 miljoen (voor de gehele looptijd)
De hoogte van de ondersteuning wordt per geval bepaald. Commissie van de Europese Unie/200 Wetstraat 200 B-1049 BRUSSEL BELGIE Tel: +32 (0)2 299 11 11
Zevende kaderprogramma - Specifiek programma Ideeën Het Specifiek programma Ideeën heeft tot doel de dynamiek, creativiteit en topkwaliteit van Europees grensverleggend onderzoek te vergroten door het ondersteunen van door onderzoekers geïnitieerde onderzoeksprojecten die op alle gebieden door op Europees niveau concurrerende individuele teams worden uitgevoerd. Looptijd: 01.01.2007 t/m 31.12.2013
Aanvraagtermijn: Na publicatie oproep
Budget
€ 7,51 miljard (voor de gehele looptijd)
De hoogte van de ondersteuning wordt per geval bepaald. De ondersteuning wordt verleend door middel van twee typen beurzen: o de EOR onafhankelijke startbeurzen voor onderzoekers (EOR Startbeurzen). Het doel hiervan is om steun te verlenen aan de onafhankelijke loopbanen van uitstekende onderzoekers. Onafhankelijk van hun nationaliteit, werken ze ofwel gelokaliseerd ofwel komen ze naar de EU (en geassocieerde landen) als ze zich bevinden in het stadium waar ze hun eerste onderzoeksgroep of -programma opstarten; o de EOR gevorderde onderzoeksbeurzen (EOR Gevorderdenbeurzen). Het doel hiervan is om excellente onderzoeksprojecten te steunen geleid door gevestigde onderzoekers (onafhankelijk van hun nationaliteit) en dit over alle EU-lidstaten (en geassocieerde landen) heen.
Commissie van de Europese Unie/200 Wetstraat 200 B-1049 BRUSSEL Tel: +32 (0)2 299 11 11 Agentschap NL - Expertisecentrum voor internationaal Onderzoek en Innovatie Tel: +31 (0)88 602 52 50
Blz. 70
Financiering van onderzoek in de sport
Zevende kaderprogramma - Specifiek programma Mensen (Marie Curie-acties) Het Specifiek programma Mensen heeft tot doel het menselijk potentieel in onderzoek en technologie in Europa kwantitatief en kwalitatief te versterken, door mensen te stimuleren om het beroep van onderzoeker te kiezen, Europese onderzoekers aan te moedigen in Europa te blijven, onderzoekers uit de hele wereld naar Europa te halen en Europa aantrekkelijker te maken voor de beste onderzoekers. Aan de acties van het programma is de naam van Marie Curie verbonden. Looptijd: 01.01.2007 t/m 31.12.2013
Aanvraagtermijn: Na publicatie oproep
Budget
€ 4,75 miljard (voor de gehele looptijd)
De hoogte van de ondersteuning wordt per geval bepaald. Commissie van de Europese Unie/200 Wetstraat 200 B-1049 BRUSSEL Tel: +32 (0)2 299 11 11 mw. G.C. Millenaar Agentschap NL - Expertisecentrum voor internationaal Onderzoek en Innovatie Tel: +31 (0)88 602 52 58 E-Mail:
[email protected]
ZonMw ZonMw fungeert als intermediair tussen maatschappij en wetenschap en stimuleert onderzoek en vernieuwingen in de gezondheidszorg en bevordert het gebruik daarvan in de praktijk. Looptijd: 01.05.2001 - onbepaald
Aanvraagtermijn: Vooraf
Budget
Onbepaald
De hoogte van de bijdrage is afhankelijk van het thema waarop de aanvraag betrekking heeft. ZonMw Postbus 93245 2509 AE 'S-GRAVENHAGE Tel: +31 (0)70 349 51 11 E-Mail:
[email protected]
Blz. 71
Moonen Sport & Leisure Statenlaan 53 5121 HA Rijen Telefoon: 0161-222 808
[email protected] www.sportsubsidie.nl
Blz. 72