2013 Adviesrapport
Collectief (on)beveiligd Organisatie van beveiliging op de bedrijventerreinen in de gemeente ‘s-Hertogenbosch
Seth Swaans & Mark van Uden 2034171 & 2013483 Gemeente ‘s-Hertogenbosch 05-02-2013 Versie: 1.0
Collectief (on)beveiligd Een onderzoek naar de organisatie van de beveiliging op de bedrijventerreinen in de gemeente 's-Hertogenbosch.
Seth Swaans & Mark van Uden. 5 februari 2013, ’s-Hertogenbosch. Gemeente ’s-Hertogenbosch. Avans Hogeschool.
2012 – Gemeente ’s-Hertogenbosch. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteurs.
1
Colofon
Auteurs / Onderzoekers:
Seth Swaans Nevenakker 24 5688PK Oirschot Studentnummer: 2034171
Mark van Uden Heilige Stokstraat 17 5473GK Heeswijk- Dinther Studentnummer: 2013483
Onderzoeksinstelling:
Gemeente ‘s-Hertogenbosch 5200 GZ Postbus 12345 (073) 615 51 55
Opdrachtgever:
Bart Venrooij, hoofd afdeling Openbare Orde & Veiligheid, Gemeente ’s-Hertogenbosch.
Opleiding:
HBO- Integrale Veiligheid Avans Hogeschool ’s-Hertogenbosch Onderwijsboulevard 215 (073) 629 52 95
Versiebeheer Versie 0.1
Datum 21-11-2012
Status Concept
0.2
26-11-2012
Concept
0.3
05-12-2012
Concept
0.4
10-12-2012
Concept
0.5
17-12-2012
Concept
0.6
04-01-2013
Concept
0.7
23-01-2013
Concept
1.0
05-02-2013
Definitief
Auteurs S.A.J. Swaans & M.P.L. van Uden. S.A.J. Swaans & M.P.L. van Uden. S.A.J. Swaans & M.P.L. van Uden. S.A.J. Swaans & M.P.L. van Uden. S.A.J. Swaans & M.P.L. van Uden. S.A.J. Swaans & M.P.L. van Uden. S.A.J. Swaans & M.P.L. van Uden. S.A.J. Swaans & M.P.L. van Uden.
Verspreiding J. Bergman. Geen. J. Bergman. J. Bergman. J. Bergman. J. Bergman, R. Hammer J. Bergman. J. Bergman, R. Hammer
2
Voorwoord Voor de opleiding Integrale Veiligheid van Avans Hogeschool te ’s-Hertogenbosch is het een vereiste om te bewijzen dat men aan het verwachte niveau en beroepsprofiel voldoet. Dit wordt ook wel de ‘meesterproef’ genoemd. Om met succes de opleiding af te ronden moet men de meesterproef middels een onderzoek in de praktijk, voldoende afsluiten. Dit praktijkonderzoek wordt uitgevoerd bij een bedrijf of organisatie. Wij, Seth Swaans en Mark van Uden hebben voor de gemeente ’s-Hertogenbosch een onderzoek uitgevoerd naar de organisatie van beveiliging op bedrijventerreinen in ’s-Hertogenbosch. Dit onderzoek was nooit zonder bepaalde personen tot stand gekomen. Daarom willen wij graag Jack Bergman en Huub van de Langerijt bedanken voor hun begeleiding. Daarnaast willen we Marieke Postulart en Sytske Klarenbeek bedanken voor hun hulp en medewerking gedurende de afstudeerperiode. Tenslotte ook nog een dankwoord voor alle personen die de moeite hebben genomen om de enquête in te vullen en de personen die bereid waren ons te woord te staan.
Graag wensen wij u veel leesplezier toe! ’s-Hertogenbosch,februari 2013. Seth Swaans & Mark van Uden
3
Managementsamenvatting Aanleiding Stichting Beveiliging Bedrijventerrein 's-Hertogenbosch (SBB) kent de laatste jaren financiële problemen. Hierdoor kan de stichting niet meer aan de verplichtingen uit haar statuten voldoen en heeft het algemeen bestuur de begroting voor 2013 niet goedgekeurd. Om deze reden worden vanaf 2013 de diensten overgedragen naar beveiligingsbedrijf Fair. Daarmee dringt de vraag op, of de manier waarop de beveiliging op bedrijventerreinen in 's-Hertogenbosch op dit moment is georganiseerd wel de beste manier is. Onderzocht is op welke manier de beveiliging van bedrijventerreinen in de gemeente 's-Hertogenbosch geoptimaliseerd kan worden. Onderzoeksmethoden Om dit te onderzoeken is gebruik gemaakt van zowel kwantitatieve als kwalitatieve onderzoeksmethoden, waaronder interviews, een enquête en literatuuronderzoek. Op basis van de resultaten van dit onderzoek, zijn een aantal conclusies getrokken. Conclusies Er wordt in de huidige situatie niet optimaal samengewerkt door de betrokken partijen. Ten tweede zijn er beperkte onveiligheidsgevoelens onder ondernemers en is de criminaliteit laag op de bedrijventerreinen in 's-Hertogenbosch. Daarnaast blijkt uit het onderzoek dat de door de SBB georganiseerde collectieve surveillance geen bewezen preventieve werking heeft en geen optimale manier van beveiligen is. Tenslotte heeft de SBB in zijn huidige vorm geen bestaansrecht. Aanbevelingen Op basis van de getrokken conclusies bevelen wij aan om niet door te gaan met de huidige vorm van de SBB en wordt aan de gemeente 's-Hertogenbosch geadviseerd hierin niet te investeren. Het toekomstperspectief van de SBB wordt klein geacht omdat uit het onderzoek blijkt dat weinig ondernemers bekend zijn met de SBB, de stichting een relatief gering aantal leden heeft dat naar verwachting verder terugloopt en omdat de SBB financieel niet gezond is. De collectieve beveiliging in 's-Hertogenbosch kent niet genoeg draagvlak onder de ondernemers om deze tot een succes te laten uitgroeien, zo is gebleken. In de plaats van collectieve beveiliging, bevelen wij aan om gebruik te maken van individuele beveiliging, waarbij ieder bedrijf de afweging kan maken welk beveiligingsniveau nodig is en op basis daarvan zijn eigen beveiligingsmaatregelen nemen. Op deze manier is meer maatwerk mogelijk, en bovendien is preventie door middel van individuele beveiliging effectiever dan (collectieve) surveillance, zo blijkt uit onderzoek. Omdat iedere ondernemer passende beveiligingsmaatregelen kan kiezen, waar onder voorwaarden subsidies voor beschikbaar zijn en is gebleken dat een groot gedeelte van de ondernemers zelf al maatregelen heeft genomen, is dit een aantrekkelijke manier van beveiligen. In deze opzet worden de ondernemersverenigingen het aanspreekpunt voor de gemeente. Zo kan er contact worden gehouden met ondernemers en blijft het overleg tussen verschillende veiligheidspartners behouden. Vanuit de ondernemersverenigingen, in samenwerking met de ondernemers, is het ook mogelijk om een traject tot het verkrijgen van een Keurmerk Veilig Ondernemen Bedrijventerrein (KVO-B) op te starten. Middels een KVO-B kan de veiligheid op het bedrijventerrein geborgd worden. Indien er veranderingen gaan plaatsvinden in de manier waarop er beveiligd wordt op de bedrijventerreinen, zou de criminaliteit op de bedrijventerreinen kunnen stijgen. Daarom bevelen wij aan om de criminaliteit op de bedrijventerreinen periodiek te monitoren. Omdat ondernemers geen zicht hebben op criminaliteitscijfers en afhankelijk zijn van signalen uit de omgeving, is dit een taak voor de gemeente samen met de politie. Het is aan de gemeente aanbevolen om het criminaliteitsniveau te monitoren en indien nodig, actie te ondernemen om samen met veiligheidspartners de problematiek aan te pakken. 4
Inhoudsopgave
Colofon .................................................................................................................................................... 2 Versiebeheer ........................................................................................................................................... 2 Voorwoord ............................................................................................................................................... 3 Managementsamenvatting ...................................................................................................................... 4 Inhoudsopgave ........................................................................................................................................ 5 1.
Inleiding ............................................................................................................................................ 7
2.
Onderzoeksopzet ............................................................................................................................. 8
3.
2.1
Aanleiding ................................................................................................................................ 8
2.2
Doelstelling .............................................................................................................................. 9
2.3
Centrale vraag ......................................................................................................................... 9
2.4
De deelvragen ......................................................................................................................... 9
2.5
Afbakening ............................................................................................................................... 9
2.6
Onderzoeksmethoden ............................................................................................................. 9
Bedrijventerreinen en partners in 's-Hertogenbosch ...................................................................... 14 3.1 3.1.1 3.2
4.
5.
6.
Omgevingscontext ................................................................................................................. 14 Introductie bedrijventerreinen ............................................................................................ 15 De organisatie van beveiliging op bedrijventerreinen............................................................ 16
3.2.1
Veiligheidspartners ............................................................................................................ 16
3.2.2
Stichting Beveiliging Bedrijventerreinen ’s-Hertogenbosch ............................................... 19
Criminaliteit ..................................................................................................................................... 21 4.1
Subjectieve veiligheid ............................................................................................................ 21
4.2
Objectieve veiligheid .............................................................................................................. 23
4.2.1
Politiecijfers ........................................................................................................................ 23
4.2.2
Dark number ...................................................................................................................... 25
4.3
Relatie tussen objectieve en subjectieve veiligheid .............................................................. 25
4.4
Kern ....................................................................................................................................... 26
Belangrijkste resultaten .................................................................................................................. 27 5.1
Bekendheid en lidmaatschap. ............................................................................................... 28
5.2
Diensten ................................................................................................................................. 28
5.3
Samenwerking en verantwoordelijkheid ................................................................................ 29
5.4
Financiën ............................................................................................................................... 31
5.5
Vooruitzicht ............................................................................................................................ 31
Mogelijkheden en constructies ....................................................................................................... 33 6.1 6.1.1
Organisatorische mogelijkheden ........................................................................................... 33 Organisatie door een overkoepelend orgaan .................................................................... 33 5
6.1.2
Individuele beveiliging........................................................................................................ 34
6.1.3
Organisatie van beveiliging door de beveiligingsbedrijven ............................................... 35
6.2 6.2.1
Financiering door contributie van vrijwillige leden ............................................................. 35
6.2.2
Verplichting tot deelname aan SBB door gronduitgifte ...................................................... 36
6.2.3
Financiering door belasting ............................................................................................... 36
6.3
7.
Financiële mogelijkheden ...................................................................................................... 35
OBE-maatregelen .................................................................................................................. 37
6.3.1
Surveillance ....................................................................................................................... 37
6.3.2
Toegangscontrole .............................................................................................................. 37
6.3.3
Crime Prevention Through Environmental Design ............................................................ 38
6.3.4
Cameratoezicht .................................................................................................................. 38
Conclusie en aanbevelingen .......................................................................................................... 39 7.1
Conclusie ............................................................................................................................... 39
7.2
Aanbevelingen ....................................................................................................................... 40
8.
Literatuurlijst ................................................................................................................................... 43
9.
Lijst van geïnterviewde personen ................................................................................................... 45
6
1.
Inleiding
Als bedrijf kan men te maken krijgen met criminaliteit. Deze criminaliteit kan uiteenlopen van overlast van hangjongeren tot een gewapende overval. Eén ding hebben deze verschillende vormen van criminaliteit gemeen, namelijk dat het voor het bedrijf in kwestie nare gevolgen met zich mee kan brengen, zoals bijvoorbeeld imagoschade, ziekteverzuim of gederfde omzet. Daarom is het voor bedrijven van belang om zich te beschermen tegen criminaliteit. Bedrijven proberen zich vaak tegen criminaliteit te beschermen door maatregelen te nemen binnen het bedrijf. Soms hebben bedrijven echter ook behoefte aan een “extra laag” van bescherming buiten het bedrijf, op het bedrijventerrein. Bedrijven en overheid gaan om die reden soms een samenwerking aan. In ’s-Hertogenbosch is er onder de naam Stichting Beveiliging Bedrijventerreinen ’s-Hertogenbosch e.o. (SBB) een samenwerking aangegaan om de veiligheid bij bedrijven op de bedrijventerreinen te verbeteren. De SBB kent als doelstelling: “het bevorderen van een ongestoord en veilig gebruik van goederen en zaken op bedrijventerreinen in ’s-Hertogenbosch en omgeving” en levert diensten om aan deze doelstelling te kunnen voldoen. Voorbeelden hiervan zijn het surveilleren op de verschillende bedrijventerreinen en het deelnemen aan veiligheidsprojecten. De laatste jaren wordt het voor de stichting moeilijker om het hoofd boven water te houden. Daarmee dringt steeds vaker de vraag op, of de manier waarop de beveiliging op bedrijventerreinen in 's-Hertogenbosch op dit moment is georganiseerd wel de beste manier is. Dit was dan ook voor de gemeente aanleiding tot het laten uitvoeren van een onderzoek. Doelstelling van het onderzoek was antwoord te verkrijgen op de centrale vraag, waarin wordt gevraagd op welke manier de organisatie van de beveiliging van de bedrijventerreinen in de gemeente 's-Hertogenbosch geoptimaliseerd kan worden. De resultaten van dit onderzoek moeten inzicht geven op de mogelijkheden hiervan. In hoofdstuk 2 is de onderzoeksopzet beschreven. Hierin wordt duidelijk wat er precies onderzocht wordt en op welke manier. Hoofdstuk 3 geeft aan hoe de context van organisatie van beveiliging op de bedrijventerreinen eruit ziet. Hierin worden de verschillende partners en bedrijventerreinen weergegeven. Het vierde hoofdstuk gaat in op de criminaliteit. De subjectieve- en objectieve veiligheid komen hierbij aan bod. In hoofdstuk 5 wordt de analyse weergegeven. Hier staan de meningen, opvattingen en feiten over de SBB centraal. In het daaropvolgende hoofdstuk worden de mogelijkheden en constructies voor de organisatie van de beveiliging van bedrijventerrein geformuleerd. Tot slot volgt de conclusie en de aanbevelingen in hoofdstuk 7.
7
2.
Onderzoeksopzet
In dit hoofdstuk komt als eerst de aanleiding van dit onderzoek aan bod. Vervolgens wordt er in gegaan op wat het doel van het onderzoek is en wat er precies onderzocht is. Tenslotte leest men op welke manier dit onderzoek heeft plaats gevonden.
2.1
Aanleiding
In 1994 is door een samenwerking van bedrijven, politie en gemeente de Stichting Beveiliging Bedrijventerreinen ‘s-Hertogenbosch (SBB) opgericht. De stichting heeft tot doel “het bevorderen van een ongestoord en veilig gebruik van goederen en zaken op de bedrijventerreinen in 's-Hertogenbosch en omgeving door de bij de stichting aangesloten ondernemers en organisaties en voorts al hetgeen met een en ander rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin des woords” (SBB, Home, 2012). Ondernemers betalen middels deze Stichting gezamenlijk voor beveiliging van bedrijventerreinen in ‘s-Hertogenbosch. De stichting heeft sinds 1994 jarenlang gefunctioneerd en een ledenbasis op kunnen bouwen. Helaas zijn er een aantal dingen veranderd. Niet alle bedrijven willen nog meebetalen aan de SBB. Hierdoor ontstaan de zogenoemde freeriders die gratis meeprofiteren van genomen maatregelen. Eén bedrijventerrein heeft besloten om beveiliging zelf te gaan regelen, in plaats van centraal via het SBB. De aanwas van nieuwe leden weegt niet op tegen de terugloop door faillissementen, verhuizingen en bezuinigingsrondes. De omzet daalde in 3 jaar tijd met 25% waardoor de financiële middelen van de stichting afnemen. Men kan niet meer aan de statutaire verplichting voldoen om de kosten van beveiliging voor 6 maanden vooruit in kas te hebben. Om het hoofd boven water te houden, heeft het SBB de gemeente ‘s-Hertogenbosch gevraagd om een financiële bijdrage te leveren. Allereerst is de gegeven situatie natuurlijk een probleem voor de stichting en de bedrijven die voor hun beveiliging afhankelijk zijn van deze stichting. De gemeente is echter ook belanghebbende omdat de gemeente een belang heeft bij het veilig houden van de bedrijventerreinen. Veiligheid zorgt namelijk voor een gunstiger ondernemingsklimaat, waardoor bedrijven zich relatief liever in 's-Hertogenbosch vestigen. Dit komt ten goede van de werkgelegenheid in de stad. Er is dus een belang bij de gemeente om de beveiliging op de bedrijventerreinen op peil te houden. De gemeente vraagt zich echter af of het concept van de SBB verouderd is en of er geen betere constructies zijn om de beveiliging te organiseren. Dit is dan ook de aanleiding voor de gemeente ‘s-Hertogenbosch om een onderzoek te laten plaatsvinden naar de mogelijkheden van het organiseren van de beveiliging van bedrijventerreinen.
8
2.2
Doelstelling
Doelstelling van het onderzoek was antwoord krijgen op de vraag, op welke manier de organisatie van de beveiliging van de bedrijventerreinen in de gemeente 's-Hertogenbosch geoptimaliseerd kan worden.
2.3
Centrale vraag
“Op welke manier kan de organisatie van de beveiliging van bedrijventerreinen in de gemeente ‘s-Hertogenbosch geoptimaliseerd worden?”
2.4
De deelvragen
1.
Hoe is de Stichting Beveiliging Bedrijventerreinen ’s-Hertogenbosch georganiseerd en welke organisatorische en operationele bijdrage leveren zij aan de beveiliging van de bedrijventerreinen in de gemeente ’s-Hertogenbosch?
2.
Welke partijen zijn er betrokken bij de organisatie van de beveiliging van bedrijventerreinen in de gemeente ’s-Hertogenbosch en wat zijn hun belangen en verantwoordelijkheden?
3.
Op welke manier verhouden de criminaliteitscijfers en subjectieve (on)veiligheidsgevoelens zich ten opzichte van de organisatie van de beveiliging van de bedrijventerreinen in de gemeente ‘s-Hertogenbosch?
4.
Hoe ziet de organisatie van de beveiliging van de bedrijventerreinen in Nederland eruit?
2.5
Afbakening
De adviesnota betreft enkel de gemeente ’s-Hertogenbosch. Het onderzoek heeft betrekking op beveiliging van de bedrijventerreinen en de manier waarop dat georganiseerd wordt. Het gaat hier om de bedrijventerreinen: de Rietvelden, de Vutter, de Vliert, Empel-Maasakkers, Kruisstraat, Maaspoort, de Herven, de Brand en Boschveld. Alle bedrijventerreinen waar minder dan 40 ondernemingen zijn gevestigd, zijn niet meegenomen in het onderzoek. Daarnaast is er vergelijkend onderzoek gedaan bij andere gemeenten om inspiratie op te doen en resultaten te vergelijken. Er is niet onderzocht hoe het staat met de fysieke veiligheid met betrekking tot de bedrijventerreinen. Hiermee is het onderzoek afgebakend tot de sociale veiligheid.
2.6
Onderzoeksmethoden
In dit onderzoek zijn er verschillende onderzoeksmethoden gebruikt. Middels de verschillende onderzoeksmethoden is er geprobeerd antwoord te krijgen op de deelvragen. Met de antwoorden op de deelvragen kon vervolgens een antwoord worden gevormd op de centrale vraag van het onderzoek. Hieruit konden de conclusies opgemaakt worden. Belangrijk was om voor ogen te hebben welke informatie nodig was en naar welke informatie dus gezocht moest worden. Allereerst is er onderzocht om welk gebied het precies ging. Het was voor het 9
onderzoek van groot belang om duidelijk afgebakend te hebben welke straten precies behoren bij het bedrijventerrein en welke er niet bij thuis horen. Dit om er voor te zorgen dat cijfers over incidenten buiten bedrijventerreinen gescheiden bleven van de cijfers die wel over bedrijventerreinen gingen. Er waren namelijk geen gegevens te verkrijgen die al gefilterd zijn voor bedrijventerreinen. Vervolgens is er onderzocht om welke betrokken partijen het ging. Hierdoor werd duidelijk welke bedrijven en ondernemers zich hebben gevestigd op de verschillende bedrijventerreinen. Daarnaast is er onderzoek gedaan naar vergelijkbare situaties op bedrijventerreinen en naar oplossingen van andere gemeenten met vergelijkbare problemen. Hieruit zijn er alternatieven en mogelijkheden gevonden die als oplossing kunnen dienen voor het probleem in ’s-Hertogenbosch. Deze maatregelen zijn aan de hand van verschillende invalshoeken uitgelicht en vergeleken.
Literatuurstudie Binnen het onderzoek is gebruik gemaakt van een literatuurstudie, die zowel kwantitatief als kwalitatief van aard is. De literatuurstudie bestond uit verschillende onderzoeken, rapporten, boeken, websites en notulen. De literatuurstudie is gebruikt om te kijken of er vergelijkbare onderzoeken zijn uitgevoerd en om zoveel mogelijk gegevens te verzamelen over het onderwerp. De kwantitatieve literatuurstudie heeft er voor gezorgd, dat het werkelijke aantal incidenten die plaats vonden op de bedrijventerreinen in de gemeente 's-Hertogenbosch in beeld is gebracht. Dit is van belang om de subjectieve (on)veiligheidsgevoelens te vergelijken met de objectieve cijfers. Daarnaast is er ook gekeken naar de subjectieve (on)veiligheidsgevoelens en de objectieve cijfers in relatie met de organisatie van beveiligen van bedrijventerreinen in ’s-Hertogenbosch.
Kwalitatief onderzoek Interviews Om goed in kaart te brengen wat de meningen en belangen van de verschillende partijen zijn, hebben er interviews plaatsgevonden. De geïnterviewde personen zijn gekozen op basis van welke rol zij spelen bij het vraagstuk: “Op welke manier kan de organisatie van de beveiliging van bedrijventerreinen in de gemeente ‘s-Hertogenbosch geoptimaliseerd worden?”. Hiervoor zijn de voorzitter, secretaris en projectleider van de SBB en de contactpersoon van de gemeente ‘s-Hertogenbosch geïnterviewd. Om een duidelijk beeld te hebben hoe de verschillende partijen zich verhouden ten opzichte van elkaar, is er een krachtenveldanalyse opgesteld. Hiermee is duidelijk geworden hoe de belangen en machtsverhoudingen in elkaar steken. Dit is voor de aanbeveling van belang, om te weten wat haalbaar is. Daarnaast zijn er nog verschillende deskundigen geïnterviewd op het gebied van dergelijke stichtingen die zich bezig houden met de beveiliging van bedrijventerreinen of hierbij betrokken zijn. Deze deskundigen zijn de voorzitter van de SBB in Breda, een werknemer van de meldkamer in Moerdijk, de directeur van stichting Criminee! en betrokkenen vanuit gemeente 's-Hertogenbosch en Tilburg. Dit is gedaan om te kijken naar wat de mogelijkheden zijn als het gaat om het organiseren van de beveiliging van bedrijventerreinen. Beveiligingsbedrijf Fair is na vele pogingen niet bereikbaar geweest en zodoende niet geïnterviewd. Ondanks meerdere pogingen om telefonisch contact te krijgen en enkele mailberichten is hier geen reactie verkregen.
10
Observatie Om duidelijk te krijgen hoe de omgeving eruit ziet, is er gekeken op alle locaties die betrekking hebben op het onderzoek. Het doel hiervan is om alle resultaten en informatie die gevonden zijn beter te kunnen plaatsen in de praktijk.
11
Kwantitatief onderzoek Enquête Er is een enquête gehouden met als doel de meningen van de ondernemers die gevestigd zijn op de bedrijventerreinen te achterhalen. De enquête is verspreid onder ondernemers die gevestigd zijn op de volgende bedrijventerreinen (zie figuur 2): De Rietvelden De Vutter De Vliert Empel-Maasakkers Kruisstraat Hightech Maaspoort De Herven De Brand Boschveld
1; 2; 3; 4; 5; 6; 7; 8; 9.
Figuur 2
Plattegrond van de onderzochte bedrijventerreinen (bron: Gemeente 's-Hertogenbosch, Stad in kaart, 2012)
Van de 1320 ondernemers zijn er naar 1307 ondernemers een enquête gestuurd. Dit verschil is te verklaren door het feit dat de gegevens over het aantal bedrijven, en de adressenlijst van tijdsperiode verschillen. In de brief is aangegeven wie er verzocht wordt om de enquête in te vullen. Op die manier wordt er geprobeerd de enquêtes in te laten vullen door ondernemers of veiligheidsdeskundigen binnen het bedrijf. De enquête geeft over verschillende aspecten van de organisatie van de beveiliging van de bedrijventerreinen resultaten weer. Deze resultaten zijn vergeleken met de politiecijfers en geanalyseerd op onderlinge verbanden. De enquête heeft digitaal plaatsgevonden. Dit wil zeggen dat alle ondernemers een brief hebben gekregen met daarin een website waar ze naar toe konden gaan, om de enquête in te vullen. Daarnaast is er de mogelijkheid gegeven om het schriftelijk enquête te ontvangen, dit kon men telefonisch of via de mail aanvragen. Hier hebben 5 mensen gebruik van gemaakt. Uiteindelijk is gekozen om gebruik te maken van de website Google Docs, op http://docs.google.com, omdat deze website de meest efficiënte manier leek om een enquête uit te zetten. De grote voordelen van Google Docs zijn dat er geen restricties zijn aan het aantal vragen en respons, dat het gratis is en dat de resultaten direct te downloaden zijn naar bijvoorbeeld Exel. Dit maakt de analyse van de resultaten makkelijker. Aan Google Docs zitten helaas twee nadelen; de website is namelijk voor iedereen die bekend is met de specifieke link toegankelijk en men kan de enquête meerdere keren invullen. Om dit tegen te gaan is de link alleen bekend gemaakt voor de bestemde populatie. Daarnaast zijn de resultaten gefilterd op de juiste bedrijventerreinen. De resultaten van respondenten die aangeven dat zij op een ander bedrijventerrein zijn gevestigd dan de onderzochte bedrijventerreinen zijn niet meegenomen. De mogelijkheid dat men de enquête meerdere keren in heeft gevuld is onwaarschijnlijk, maar wel meegenomen in de afweging van de keuze, voor een website waarop de enquête uitgezet zou worden. Het feit dat er gekozen is voor een website, die het 12
mogelijk maakt dat de enquête meerdere keren door een persoon ingevuld wordt, is dus een bewuste keus geweest. De enquête heeft plaatsgevonden van 1 tot en met 28 november 2012. De enquête heeft in totaal vier weken open gestaan. Om een zo groot mogelijk respons te krijgen, zijn de ondernemersverenigingen op de hoogte gesteld van de enquête en hebben zij de enquête bij haar leden gepromoot. Op 16 november 2012 is er via de ondernemingsverenigingen een herinneringsmail gestuurd naar de ondernemers. De gehele enquête is te vinden in bijlage 1.
Politiecijfers Aan de hand van de wijkcodes van de bedrijventerreinen zijn bij de toenmalige Politie Brabant-Noord cijfers opgevraagd uit de Basisvoorziening Handhaving (BVH). Op de betrokken bedrijventerreinen bevinden zich in totaal 1320 bedrijven. Uit de lijst met beschikbare cijfers zijn de voor de beveiliging van bedrijventerreinen meest relevante incidenten geselecteerd om op te vragen. Deze incidenten zijn vernieling, diefstal van motorvoertuigen, diefstal uit of vanaf motorvoertuigen, diefstal/inbraak in bedrijven en kantoren, overvallen, vandalisme/baldadigheid en jeugdoverlast. De cijfers gaan terug tot 2009. Voor 2009 werd namelijk een ander registratiesysteem gebruikt en daarom zijn de cijfers uit jaren voor 2009 niet te vergelijken met de jaren daarna. De complete tabel met politiecijfers over incidenten is te vinden in bijlage 3 van dit rapport.
13
3.
Bedrijventerreinen en partners in 's-Hertogenbosch
Dit hoofdstuk beschrijft eerst de bedrijventerreinen in de gemeente 's-Hertogenbosch in zijn geheel. Vervolgens wordt er kort in gegaan op de specifieke eigenschappen per bedrijventerrein. Daarna zal het gaan over de organisatie van beveiliging in 's-Hertogenbosch. Hierbij komen de verschillende veiligheidspartners en de SBB aan bod.
3.1
Omgevingscontext
In de gemeente ’s-Hertogenbosch zijn verschillende bedrijventerreinen aanwezig. Met het begrip bedrijventerrein wordt dan formeel bedoeld : “Een werklocatie van minimaal 1 ha bruto bestemd en geschikt voor gebruik door handel, nijverheid en industrie. Op deze terreinen kan ook enige commerciële en niet commerciële dienstverlening (zoals kantoorgebouwen, detailhandel) aanwezig zijn, maar deze hebben samen een minderheidsaandeel in de terreinoppervlakte” (IBIS, 2009). Op onderstaande plattegrond (figuur 3) is te zien welke bedrijventerreinen aanwezig zijn in de gemeente, en op welke plaats deze liggen.
Figuur 3
Plattegrond van alle bedrijventerreinen in 's-Hertogenbosch (bron: SBB, Bedrijventerreinen, 2012)
Omdat er binnen de verschillende bedrijventerreinen grote verschillen aanwezig zijn, zoals bijvoorbeeld in de oppervlakte en het aantal bedrijven, is er een selectie gemaakt van bedrijventerreinen die groot genoeg zijn om uitspraken over te kunnen doen. De afweging is gemaakt om een ondergrens van 40 bedrijven op een bedrijventerrein te hanteren. 14
Naast deze afweging heeft er ook een samenvoeging van bedrijventerreinen plaatsgevonden. Het komt namelijk voor dat een bedrijventerrein aan de ene kant van de weg een andere naam heeft dan het terrein aan de andere kant van de weg, maar dat ondernemers samen wel verenigd zijn in één ondernemersvereniging. Zo hebben bijvoorbeeld De Rietvelden en De Vutter een gezamenlijke ondernemersvereniging, en hebben het High Tech Park en Maaspoort zich ook verenigd. In het rapport zijn High Tech Park en Maaspoort samengevoegd, omdat deze qua ligging aan elkaar grenzen, ondernemers gezamenlijk verenigd zijn, en ook in de beschikbare cijfers deze bedrijventerreinen als één worden gerekend. Bovendien beschikt High Tech ook alleen over meer dan 40 bedrijven als deze is samengevoegd met Maaspoort. Bedrijventerrein De Rietvelden omvat in dit rapport ook Het Ertveld en het Veemarktkwartier. De politiecijfers van het gebied De Rietvelden bevatten namelijk ook de cijfers van Het Ertveld en het Veemarktkwartier. De Rietvelden en De Vutter zijn wel als aparte bedrijventerreinen gezien omdat hier in bronnen zoals de politiecijfers ook een scheiding in is.
3.1.1
Introductie bedrijventerreinen
Om een beeld te kunnen schetsen van de overeenkomsten en verschillen tussen de bedrijventerreinen worden de onderzochte bedrijventerreinen in deze paragraaf kort en algemeen toegelicht. Een weergave toegespitst op de bedrijventerrein is in de bijlage te vinden. Bedrijventerrein
Totale Aantal Aantal landoppervlak bedrijven inwoners [ha] Boschveld 46,1 71 3.167 De Brand 148,9 146 0 De Herven 133,2 173 54 De Rietvelden 199,9 475 11 De Vliert 76,2. 46 3.347 Bedrijventerrein ca. 12 De Vutter 37,5 97 110 Empel-Maasakkers 82,7. 47 2.695 Bedrijventerrein ca. 6 High Tech Park 26 30 0 Maaspoort 45 118 21 Kruisstraat 35 117 105 Figuur 3.1 Oppervlakte, aantal bedrijven en aantal inwoners van de bedrijventerreinen (bron: Gemeente ’s-Hertogenbosch, Gemeentelijke basisadministratie, 2012 en Gemeente 's-Hertogenbosch , Vestigen, 2012) In figuur 3.1 is te zien dat de bedrijventerreinen uiteenlopende kenmerken hebben. Opvallend is dat de verschillen in landoppervlak groot zijn. De Rietvelden is het grootste bedrijventerrein en is groter dan High Tech, Maaspoort, Kruisstraat, Boschveld en De Vutter samen. Op De Rietvelden zijn ook veruit de meeste bedrijven gevestigd. Het landoppervlak hangt echter niet altijd samen met het aantal bedrijven. Zo is De Herven 3 keer zo groot als Maaspoort maar de verhouding in het aantal bedrijven 118 tot 173. Dit heeft natuurlijk ook te maken met de aard van de bedrijven die op het bedrijventerrein zijn gevestigd. Een fabriek neemt vaak meer plaats in dan bijvoorbeeld een garagebedrijf. Een ander opvallend gegeven is dat enkele wijken grote aantallen inwoners kennen. Dit zijn Empel-Maasakkers, Boschveld en De Vliert. Dit zijn bedrijventerreinen die gelegen zijn in een woonwijk in de gemeente ’s-Hertogenbosch. De gegevens gaan in deze gevallen over de gehele wijk en bevatten daarom grote aantallen inwoners. Met het feit dat deze cijfers naast het bedrijventerrein 15
ook van woonwijken afkomstig zijn, wordt in het onderzoek rekening gehouden. Enkele criminaliteitscijfers kunnen daardoor namelijk lager of hoger zijn vergeleken met de bedrijventerreinen met minder inwoners. Interessant voor de organisatie van beveiliging van bedrijventerreinen is, of op het bedrijventerrein gelegen bedrijven verenigd zijn in een ondernemersvereniging. Een ondernemersvereniging is namelijk een aanspreekpunt voor bijvoorbeeld gemeente, politie en SBB. Daarnaast zetten sommige ondernemersverenigingen zich ook actief in voor veiligheid. De meeste onderzochte bedrijventerreinen kennen een ondernemersvereniging, zoals het RiVu voor De Rietvelden en De Vutter, De Herven voor het gelijknamige bedrijventerrein, Bedrijvenpark De Brand, Ondernemersvereniging Empel en Ondernemersvereniging Bedrijvenparken High Tech & Maaspoort. Enkele bedrijventerreinen kennen geen eigen ondernemersvereniging, maar zijn opgenomen in een groter geheel, zoals het Rosmalens Ondernemers Contact, waar bedrijven van onder andere de Kruisstraat en De Vliert bij zijn aangesloten. Boschveld kent ook geen eigen ondernemersvereniging, maar ondernemers kunnen zich aansluiten bij de vereniging van de Spoorzone waarin Boschveld gelegen is. Twee bedrijventerreinen beschikken over een certificering Keurmerk Veilig Ondernemen Bedrijventerrein (KVO-B), hierna te noemen KVO. Bij het proces tot het verkrijgen van een KVO gaan bedrijven en ondernemersverenigingen aan tafel zitten met onder andere gemeente en politie en wordt er geïnventariseerd wat er moet gebeuren om het bedrijventerrein veiliger te maken. Daarna wordt er een Plan van Aanpak opgesteld waarin staat hoe men dit aan gaat pakken. Het doel van het verkrijgen van een KVO is het laten afnemen van bedrijfsschade en het verbeteren van het imago van het bedrijventerrein. Van de onderzochte bedrijventerreinen beschikt de Kruisstraat, en daarnaast De Rietvelden en De Vutter gezamenlijk over een KVO. Bedrijventerrein de Herven is sinds het voorjaar van 2012 met een KVO traject gestart (Gemeente 's-Hertogenbosch, Veiligheidsmonitor 2012, 2012).
3.2
De organisatie van beveiliging op bedrijventerreinen
In deze paragraaf wordt de organisatie van beveiliging op de bedrijventerreinen in 's-Hertogenbosch weergegeven. Eerst worden de verschillende veiligheidspartners beschreven, vervolgens wordt er ingegaan op de SBB.
3.2.1
Veiligheidspartners
Er zijn verschillende partijen met verschillende achtergronden betrokken bij de beveiliging van de bedrijventerreinen. Samen werken zij aan de veiligheid op de bedrijventerreinen. De belangen en achtergronden van alle veiligheidspartners zijn verschillend, mede hierdoor zijn de meningen over de meest geschikte vorm van beveiligen verdeeld. Daarom worden hierna de belangen en achtergronden van de verschillende veiligheidspartners inzichtelijk gemaakt. Hierdoor moet duidelijker worden waarom en op welke manier men betrokken is bij de organisatie van de beveiliging op de bedrijventerreinen. Gemeente 's-Hertogenbosch De gemeente ’s-Hertogenbosch heeft een belang bij veiligheid op de bedrijventerreinen binnen de gemeente. Zij ziet veiligheid op de bedrijventerreinen namelijk als een belangrijk onderdeel van een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor ondernemers. De gemeente ’s-Hertogenbosch bundelt daarom ook haar krachten samen met verschillende partners op het gebied van veiligheid. De gemeente heeft de Stichting Beveiliging Bedrijventerreinen ’s-Hertogenbosch mede opgericht. Tegenwoordig zit
16
namens de gemeente ’s-Hertogenbosch Frank Remmen (Sector Stadontwikkeling, afdeling Economische Zaken) in het algemeen bestuur van de stichting. De rol van de gemeente in de stichting is een coördinerende en stimulerende rol, met als doel een bijdrage te leveren aan een goed investerings- en vestigingsklimaat voor ondernemers. Voorbeelden hiervan zijn het plaatsen van borden in de openbare ruimte, maar ook het schrijven van een acquisitieplan (SBB, Gemeente, 2012). De burgemeester is vanuit de gemeentewet artikel 172 belast met de handhaving van de openbare orde (Besselink, et al., 2012). De burgemeester is dus verantwoordelijk voor de openbare orde op bedrijventerreinen in de gemeente 's-Hertogenbosch. Politie eenheid Oost-Brabant De kerntaken van de politie zijn zorgen voor veiligheid, het voorkomen en bestrijden van criminaliteit, de openbare orde bewaken, strafbare feiten opsporen, hulp verlenen bij nood en het uitvoeren van politietaken voor Justitie (Politie, 2012). Op 18 februari 2011 heeft de Minister van Veiligheid en Justitie, de Tweede Kamer op de hoogte gesteld van het uit te voeren landelijk beleid van 2011 tot en met 2014. Hiermee zijn de landelijke prioriteiten van de politie weergegeven. Delicten met betrekking tot bedrijventerreinen zijn niet specifiek genoemd in de landelijke prioriteiten (Opstelten, 2011). Ondernemers De hoofddoelstellingen van ondernemers zijn het genereren van winst en het zorgen voor continuïteit. Criminaliteit in en rondom het bedrijf kan schade aanrichten, zoals bijvoorbeeld imagoschade, extra kosten doordat spullen gestolen zijn of gederfde inkomsten. Criminaliteit brengt hiermee de winst en continuïteit van de onderneming mogelijk in gevaar. De ondernemers financieren de collectieve beveiliging op de bedrijventerreinen middels lidmaatschap van het SBB of een beveiligingsbedrijf. Daarnaast zijn enkele ondernemers actief binnen de SBB, zoals bijvoorbeeld voorzitter Martien van den Bouwhuijsen. Ondernemersverenigingen Ondernemersverenigingen hebben als doel om de belangen van haar leden te behartigen. Dit doet men, door een gesprekspartner te zijn namens de ondernemers naar de lokale partners toe, zoals bijvoorbeeld de SBB en de gemeente 's-Hertogenbosch. Daarnaast zijn de ondernemingsverenigingen in het leven geroepen om het maximale voordeel uit de verschillende leden te halen, door op sommige vlakken samen te werken, te netwerken, of gezamenlijk in te kopen. Ondernemersverenigingen vertegenwoordigen hun leden en behartigen de belangen van de ondernemers. Omdat de beveiliging op bedrijventerreinen een belang is voor de meeste ondernemers, is dit ook een belang dat de ondernemersverenigingen moeten behartigen. Dit is ook de reden dat ondernemersverenigingen baat hebben bij een goed georganiseerde beveiliging van de bedrijventerreinen. Enkele ondernemersverenigingen in ’s-Hertogenbosch zijn daadwerkelijk actief bezig met beveiliging, zoals bijvoorbeeld de ondernemersvereniging van Bedrijvenpark De Brand die een eigen collectieve beveiliging hebben opgezet, het RiVu die een traject voor een Keurmerk Veilig Ondernemen hebben ingezet en afgerond op De Rietvelden en De Vutter, en het Rosmalens Ondernemers Contact die op de Kruisstraat een Keurmerk Veilig Ondernemen hebben gerealiseerd. De ondernemersvereniging zijn daarnaast ook vertegenwoordigd in het algemeen bestuur van de SBB.
17
Beveiligingsbedrijven De beveiligingsbedrijven zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de beveiliging op de bedrijventerreinen. Zij verzorgen beveiligingsdiensten voor bedrijven met wie zij een contract afgesloten hebben. Eén bedrijf wordt door de SBB gecontracteerd voor de verzorging van de surveillance voor collectieve beveiliging. Dit bedrijf is genaamd beveiligingsbedrijf Fair B.V., hierna te noemen als Fair. De belangrijkste beveiligingsbedrijven die gevestigd zijn binnen de gemeente ‘sHertogenbosch, zijn: Fair, Securitas, van Gijn, PSS-security, FSS & Trigion. In figuur 3.2 is de mate waarin de verschillende partijen een belang en invloed hebben bij de organisatie van de beveiliging op de bedrijventerreinen in 's-Hertogenbosch weergegeven. Dit is naar eigen inzicht van de auteurs, vanuit het perspectief van de gemeente beschreven. De SBB heeft een groot belang bij de organisatie van beveiliging, zij vertegenwoordigen die organisatie en is hiervoor in het leven geroepen. De invloed die de SBB heeft is groot, dit komt doordat zij invulling geven aan de organisatie en besluiten nemen voor de organisatie van beveiliging van bedrijventerreinen. De ondernemers hebben belang bij een organisatie van beveiliging, echter zijn ze er niet afhankelijk van want dan zou iedereen lid zijn. Aangezien de ondernemers de inkomstenbron zijn van de SBB hebben ze veel invloed op de organisatie van beveiliging. Gemeente 's-Hertogenbosch heeft baat bij een goed ondernemersklimaat. Daarnaast hebben zij veel invloed omdat ze eventueel kunnen subsidiëren en omdat ze goedkeuring geven aan beleid, waar wet- en regelgeving aan te pas komt. Het belang van de politie is weinig criminaliteit op de bedrijventerreinen, alleen de prioriteiten liggen ergens anders. De invloed van de politie is laag omdat zij vanwege de prioriteiten geen middelen inzetten op het gebied van beveiliging van bedrijventerreinen. De politie heeft een kleine rol binnen de SBB. Beveiligingsbedrijven hebben een groot belang bij de organisatie van beveiliging, omdat de SBB een klant is en dus zorgt voor inkomsten. Verder hebben zij weinig invloed op de organisatie, dit komt doordat zij ingehuurd worden door de SBB en moeten concurreren met andere beveiligingsbedrijven. Tenslotte de ondernemersverenigingen, zij vertegenwoordigen de ondernemers en willen een veilig bedrijventerrein met een goed imago. Doordat de ondernemersverenigingen vertegenwoordigd zijn in het bestuur van de SBB hebben zij wel iets te zeggen, vandaar dat zij een middelmatige invloed hebben.
Figuur 3.2
Partijen bij beveiliging van bedrijventerreinen in ‘s-Hertogenbosch
18
3.2.2
Stichting Beveiliging Bedrijventerreinen ’s-Hertogenbosch
Op 4 oktober 1994 is de Stichting Beveiliging Bedrijventerreinen ’s-Hertogenbosch in het leven geroepen. De stichting is tot stand gekomen op initiatief van de toenmalige burgemeester van 's-Hertogenbosch, de districtschef van de politieregio Brabant-Noord en de voorzitter van de stichting Belangenbehartiging Bedrijfsleven 's-Hertogenbosch, een overlegorgaan van ondernemersverenigingen (Huijbregts Notarissen , 1994). De stichting heeft als doel: “Het bevorderen van een ongestoord en veilig gebruik van goederen en zaken op de bedrijventerreinen in ’s-Hertogenbosch en omgeving door de bij de stichting aangesloten ondernemers en organisaties en voorts al hetgeen met een en ander rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin des woords” (SBB, Home, 2012). Hier geeft de SBB invulling aan door middel van preventieve surveillance, alarmopvolging, gestructureerde controles van de panden van de leden en schouw van het openbare gebied. Deze diensten zijn uitbesteed aan Fair. De SBB speelt ook een rol bij verschillende projecten op het gebied van beveiliging zoals het Keurmerk Veilig Ondernemen in de Kruisstraat, De Rietvelden en De Vutter (SBB, Folder 'Samen Sterk', 2012). De meeste leden van de SBB zijn ondernemers van de volgende bedrijventerreinen: de Rietvelden, de Vutter, Empel-Maasakkers, Spoorzone, High Tech Maaspoort, de Herven, Treurenburg en de Kruisstraat.
Organisatiestructuur De SBB bestaat uit het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur, daarnaast is er een projectleider en secretariaat, zie figuur 3.3. Het secretariaat houdt zich bezig met secretariële taken, relatiebeheer en administratie. Het secretariaat zit alle vergaderingen bij. Verder voert het secretariaat samen met de projectleider vijf maal per jaar werkoverleggen met de beveiliger, Fair. Tevens is zij verantwoordelijk voor het organiseren van evenementen voor leden, verspreiden van de nieuwsbrief en het verspreiden van de verslagen. Het algemeen bestuur bestaat uit verschillende veiligheidspartners, namelijk een accountmanager van de gemeente ’s-Hertogenbosch, een leidinggevende politiefunctionaris, een vertegenwoordiger per deelnemend bedrijventerrein en een vertegenwoordiger van de Brabants-Zeeuwse Werkgeversvereniging. Zij komen twee keer per jaar bij elkaar om te overleggen over het te volgen beleid en de kaders die gesteld worden aan het dagelijks bestuur. Het algemeen bestuur is verantwoordelijk voor het besturen van de stichting. Dit wil zeggen dat zij het vermogen beheren en hierover beschikken. Zij hebben dan ook de bevoegdheid om overeenkomsten aan te gaan. Het algemeen bestuur maakt haar besluiten in overleg met de bestuursleden, mocht het niet tot een beslissing komen dan wordt er gestemd. Over het algemeen kan het algemeen bestuur tot een beslissing komen en hoeft er niet te worden gestemd. Dit heeft in de praktijk ook nog niet plaatsgevonden. Het dagelijks bestuur wordt gevormd door twee ondernemers uit het algemeen bestuur en een leidinggevende politiefunctionaris. De twee ondernemers bekleden de functie voorzitter en penningmeester en de leidinggevende politiefunctionaris bekleedt de functie secretaris. In de praktijk wordt er door de SBB met ondernemers, leden en veiligheidspartners gecommuniceerd via het dagelijks bestuur. Het dagelijks bestuur komt vier keer per jaar bij elkaar en is verantwoordelijk voor de lopende bestuurswerkzaamheden. Zoals vermeld in de statuten zal het dagelijks bestuur dit
19
realiseren binnen de aanwijzingen die het algemeen bestuur heeft gegeven, wat betreft het te volgen beleid. Tevens moet het dagelijks bestuur volgens de statuten 2 keer per jaar een overleg hebben met de gemeente 's-Hertogenbosch. Het afgelopen jaar heeft er met name overleg plaatsgevonden over de huidige probleemsituatie. Hierin werd bijvoorbeeld besproken hoe de organisatie van beveiliging van de bedrijventerreinen eruit komt te zien en over een mogelijke bijdrage vanuit de gemeente ‘s-Hertogenbosch. Daarnaast neemt er ook een delegatie van het bestuur van de SBB deel aan de ledenvergaderingen van de Bossche ondernemersverenigingen. Naast de van tevoren afgesproken overleggen, is er genoeg ruimte om tussendoor te overleggen. Gezien de huidige problematiek is er in het afgelopen jaar vaker overlegd. De uitvoering van de diensten die de SBB levert ligt bij de gecontracteerde beveiliger. De projectleider houdt hier toezicht op (SBB, Folder 'Samen Sterk', 2012).
Algemeen bestuur
Dagelijks bestuur
Secretariaat
Projectleider
Figuur 3.3
Het organogram van de SBB (bron: SBB, Folder ‘Samen Sterk’, 2012)
20
4.
Criminaliteit
Om conclusies te kunnen trekken over de organisatie van beveiliging op de bedrijventerrein in de gemeente ’s-Hertogenbosch is het van belang om inzicht te hebben in de veiligheidssituatie op de bedrijventerreinen. Er kan dan gekeken worden naar de aard en hoeveelheid van de criminaliteit. Dit bepaalt in welke mate er beveiliging nodig is om de veiligheid te borgen. In dit hoofdstuk wordt eerst beschreven hoe de verschillende veiligheidspartners denken over de criminaliteit en wat de (on)veiligheidsgevoelens van ondernemers zijn. Vervolgens wordt de objectieve veiligheid weergegeven. Daarna worden de objectieve en subjectieve veiligheid vergeleken. Tenslotte volgt de kern van het hoofdstuk in de laatste paragraaf.
4.1
Subjectieve veiligheid
Subjectieve veiligheid gaat over de beleving van veiligheid en is voor iedere persoon anders . Iedereen ervaart een omgeving anders, vangt andere prikkels op en interpreteert deze prikkels op een andere manier. Het gevolg hiervan is dat men een bepaald gevoel van veiligheid of onveiligheid heeft. Ook verschillende partijen bij beveiliging van bedrijventerreinen hebben een beleving van veiligheid of onveiligheid. Huub van de Langerijt en Bart Venrooij van de gemeente ’s-Hertogenbosch (Sector Bestuurszaken, afdeling Openbare Orde en Veiligheid) denken dat er niet veel criminaliteit voorkomt op de bedrijventerreinen. Dit gevoel is gebaseerd op ervaring die zij daarmee hebben en het feit dat zij hiervan weinig signalen ontvangen. Daarnaast wordt dit bevestigd door cijfers die staan in de Integrale Veiligheidsmonitor van 2012. In deze Integrale Veiligheidsmonitor staat dat het aantal bedrijfsdiefstallen per 1000 inwoners op dit moment al lager is, dan de streefwaarde is voor 2014, zie hiervoor figuur 4.1. De gemeente voldoet daarmee dus aan haar doelstelling op het gebied van bedrijfsdiefstallen. Het lage criminaliteitsniveau kan volgens Huub van de Langerijt en Bart Venrooij (deels) voortkomen uit de collectieve beveiligingsmaatregelen die er op dit moment zijn, gecombineerd met de individuele beveiligingsmaatregelen die de bedrijven hebben genomen.
Figuur 4.1
Aantal incidenten van bedrijfsdiefstal per 1.000 inwoners (bron: Gemeente 's-Hertogenbosch, Veiligheidsmonitor 2012, 2012)
Jan Kort (plaatsvervangend districtschef) van de Politie eenheid Oost-Brabant is van mening dat het met de criminaliteit op bedrijventerreinen meevalt. Er is namelijk waar te nemen dat de criminaliteit daalt. Dit is niet alleen waar te nemen in ’s-Hertogenbosch maar ook op landelijk niveau. Jan Kort zegt dat de ondernemers ondanks de daling wel onveiligheidsgevoelens hebben, maar dat ondernemers de zaak vaak overdrijven.
21
Martien Bouwhuijsen, voorzitter van de SBB ’s-Hertogenbosch, geeft aan dat er volgens hem niet veel criminaliteit is op de bedrijventerreinen. Met name met zware criminaliteit zou men hier niet veel te maken hebben. De reden voor de lage criminaliteit is volgens Martien Bouwhuijsen niet direct te zoeken in het feit dat in ’s-Hertogenbosch de beveiliging erg goed geregeld zou zijn. Het kan namelijk zo zijn dat de criminaliteit uit zichzelf laag is en dat het daardoor lijkt alsof het goed geregeld is. De criminaliteit die wel voorkomt bestaat volgens Martien Bouwhuijsen onder andere uit inbraak en poging tot inbraak, maar het gros is overlast en vernieling. Geen enkele van de geïnterviewde partijen is van mening dat er veel sprake is van criminaliteit op de bedrijventerreinen in ’s-Hertogenbosch. Volgens Berry Bruekers (sector Stadsontwikkeling, afdeling Economische Zaken), namens de gemeente ’s-Hertogenbosch betrokken bij bedrijvenpark De Brand, is de criminaliteit daar een aantal jaren terug wel gestegen. De komende jaren wordt vanwege de nieuwe beveiligingsmaatregelen daar, zoals bijvoorbeeld cameratoezicht, wel weer een daling verwacht. Verschillende partijen, zoals bijvoorbeeld de SBB en de gemeente, denken wel dat de criminaliteit vaak hoger is dan de cijfers doen vermoeden. Dit zou komen doordat ondernemers niet altijd aangifte doen van wanneer zij slachtoffer zijn geworden van criminaliteit. Volgens Peter van den Ende van stichting Criminee! gebeurt dit meestal zelfs alleen als de verzekering dit van de ondernemer eist voor vergoeding van de schade. De reden hiervoor zou volgens de partijen zijn, dat de ondernemers het doen van aangifte te veel moeite vinden, vaak ook omdat de politie er volgens de ondernemers toch niet veel mee doet. 1 In het overleg tussen gemeente ’s-Hertogenbosch en SBB is ook de aangiftebereidheid ter sprake geweest. Men hoort weinig over incidenten op bedrijventerreinen, omdat bedrijven geen aangifte doen. De partijen weten niet hoe hoog of laag de aangiftebereidheid daadwerkelijk is en hebben hier geen kijk op. Partijen geven aan dat zij denken dat ondernemers toch een gevoel van onveiligheid hebben. Dit is 2 besproken op het intern overleg van de gemeente over de beveiliging op bedrijventerreinen . Deze onveiligheidsgevoelens zijn volgens de literatuur te verklaren door bijvoorbeeld een tekort aan kennis over de daadwerkelijke situatie, slachtofferschap van criminaliteit, maar ook materiële omgevingskenmerken en de sociale omgevingskenmerken (Craen, van & Ackaert, 2006). Cijfers op het gebied van onveiligheidsgevoelens zijn terug te vinden in het rapport plan van aanpak voor hercertificering van de verschillende KVO trajecten die in ’s-Hertogenbosch hebben plaatsgevonden. Hierin staat dat er op de Rietvelden/De Vutter 11% van de ondernemers wel eens een onveiligheidsgevoel heeft (Keuker, Plan Van Aanpak na Audit KIWA, 2012). Op de Kruisstraat is dit gemeten bij de start van het traject in 2009. Het percentage ondernemers dat toen aangaf zich wel eens onveilig te voelen op het bedrijventerrein was 17,6% (Keuker, Definitieve versie veiligheidsanalyse, 2009). Ook in de enquête die werd gehouden onder ondernemers die gevestigd zijn op bedrijventerreinen in de gemeente ‘s-Hertogenbosch werden vragen gesteld over onveiligheidsgevoelens. Uit de respons op de enquête blijkt dat 64 van de 172 respondenten het gevoel heeft dat zijn of haar bedrijf kwetsbaar is voor criminaliteit. Dat komt neer op 37%. Ruim 63% procent van de respondenten heeft dus niet het gevoel dat zijn of haar bedrijf kwetsbaar is voor criminaliteit. Het is dus niet zo dat alle ondernemers een gevoel van onveiligheid hebben. De vraag is of de mate waarin ondernemers zich onveilig voelen in ’s-Hertogenbosch veel of weinig is. De onveiligheidsgevoelens van ondernemers op bedrijventerreinen in ’s-Hertogenbosch kunnen worden 1
(30-08) Huub van de Langerijt (Gemeente), Frank Remmen (Gemeente, SBB) , Martien van den Bouwhuijsen (SBB), Seth
Swaans en Mark van Uden. 2
(03-09) Huub van de Langerijt (Gemeente), Frank Remmen (Gemeente, SBB), Bart Venrooij (Gemeente), Sjef de Pont
(Gemeente), Seth Swaans en Mark van Uden
22
vergeleken met de onveiligheidsgevoelens van de Nederlandse bevolking. Uit cijfers uit de Integrale Veiligheidsmonitor van 2011 blijkt dat in 2011, 25% van de bevolking van 15 jaar en ouder zich wel eens onveilig voelt (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2012). De cijfers op de Rietvelden/De Vutter en de Kruisstraat zijn dus lager dan het percentage aantal Nederlanders dat zich volgens de Integrale Veiligheidsmonitor van 2011 wel eens onveilig voelt. Relatief gezien zijn er volgens die gegevens dus niet veel ondernemers op de bedrijventerreinen die zich onveilig voelen. De respondenten van de enquête voelen zich wel wat vaker onveilig. Anderzijds geeft de enquête ook een ander beeld. De relatief lage respons op de enquête kan geïnterpreteerd worden als een signaal dat de mate waarin ondernemers zich onveilig voelen beperkt is. Er mag namelijk verondersteld worden dat ondernemers met veel onveiligheidsgevoelens daar verandering in willen zien en behoefte hebben aan beveiliging. Het zou dan voor de hand liggen dat zij een enquête van de gemeente over de beveiliging op het bedrijventerrein wel invullen. Daarmee ligt de kans dat een ondernemer met onveiligheidsgevoelens de enquête invult hoger. Daarnaast geeft het feit dat ongeveer 86% van de ondernemers de keuze heeft gemaakt om de enquête niet in te vullen aan, dat de beveiliging van de bedrijventerreinen geen prioriteit heeft bij de ondernemers en zij niet of nauwelijks onveiligheidsgevoelens zullen kennen. Tevens werd de vraag gesteld hoeveel inbraak, diefstal en vernieling er naar het idee van de respondenten voorkomt op het bedrijventerrein waar zijn of haar bedrijf is gevestigd. Slechts 12% (inbraak), 14% (diefstal) en 23% (vernieling) geeft aan dat deze incidenten nooit of bijna nooit voorkomen. Op basis van de antwoorden op deze vraag is de conclusie getrokken dat de respondenten over het algemeen het gevoel hebben dat inbraak, diefstal en vernieling wel plaatsvinden op zijn of haar bedrijventerrein. Als deze gegevens vergeleken worden met die van de vraag of de respondent het gevoel heeft of zijn of haar bedrijf kwetsbaar is voor criminaliteit, dan ziet men dat respondenten vaak wel het gevoel hebben dat er iets op het bedrijventerrein kan gebeuren, maar zelf geen onveiligheidsgevoelens hebben. Dit wijst erop dat de van burgers vaak gehoorde uitspraken ‘het zal mij wel niet overkomen’ en ‘het gaat slecht hier maar met mij gaat het goed’ van toepassing lijken te zijn op deze ondernemers. Deze ondernemers hebben dus wel het gevoel dat er criminaliteit is, maar hebben zelf geen onveiligheidsgevoelens.
4.2
Objectieve veiligheid
Veiligheid wordt vaak gemeten aan de hand van cijfers van misdrijven of incidenten. Het gaat dan om objectieve veiligheid. Objectieve veiligheid gaat over veiligheid die meetbaar is, bijvoorbeeld aan de hand van het aantal gemeten incidenten (Raad voor het openbaar bestuur, 2011).
4.2.1
Politiecijfers
De politie houdt incidenten, misdrijven en aangiften bij in het politieregistratiesysteem Basisvoorziening Handhaving (BVH). Incidenten zijn alle voorvallen die bij de politie ter kennis zijn gekomen. Dit kunnen meldingen zijn, zonder dat er aangifte is gedaan. Onder de incidenten vallen ook de niet-strafbare feiten, bijvoorbeeld jeugdoverlast. Misdrijven zijn alle strafbare feiten die bij de politie ter kennis zijn gekomen, en die door de wet als misdrijf zijn aangemerkt. Aangiften zijn alle strafbare feiten waarvan door burgers officieel melding is gedaan bij de politie. Uit de cijfers afkomstig uit het BVH-systeem van 2009 tot en met 2012 is op te maken dat de criminaliteit in de onderzochte buurten en bedrijventerreinen in 2010 en 2011 gedaald is ten opzichte van 2009. In de prognose die was opgesteld voor 2012 schiet dit aantal echter weer wat terug richting 23
het niveau van 2009. In totaal is er voor 2009, 2010, 2011 en de prognose voor 2012, sprake van 2309 incidenten op de opgevraagde bedrijventerreinen. De criminaliteit is het grootst bij De Vliert, Boschveld en in mindere mate Empel-Maasakkers, De Herven en De Rietvelden. Gedeeltelijk valt dit te verklaren door het feit dat De Vliert, Boschveld en Empel-Maasakkers naast bedrijventerreinen ook woonwijken zijn. Tevens bevinden zich op deze bedrijventerreinen woon/werkkavels waar ondernemers bij het bedrijf wonen. Het feit dat deze bedrijventerreinen ook woonwijken zijn, is de reden dat incidenten als jeugdoverlast, vernieling, diefstal uit/vanaf motorvoertuigen, diefstal van motorvoertuigen en vandalisme/baldadigheid relatief vaak plaatsvinden in deze buurten. Op het gebied van diefstal of inbraak in bedrijven en kantoren zijn de cijfers van De Vliert en Empel-Maasakkers relatief juist laag. De Rietvelden en De Herven kennen juist relatief hoge cijfers op het gebied van diefstal of inbraak in bedrijven. Op deze bedrijventerreinen bevinden zich echter ook de meeste bedrijven. De verhouding is daarom anders. We kunnen het aantal diefstallen en inbraken in bedrijven en kantoren vergelijken met het aantal bedrijven op zo’n bedrijventerrein. Deze verhoudingen geven een betere weerspiegeling van de relatieve hoeveelheid criminaliteit op het bedrijventerrein. Deze vergelijking wordt weergegeven in figuur 4.2. Bedrijventerrein
2009
2010
2011
Prognose 2012
Aantal bedrijven
Verhouding inbraken en diefstallen uit bedrijven / aantal bedrijven De Brand 7 11 10 13 146 0,28 De Vliert 5 2 2 3 46 0,26 De Kruisstraat 6 5 4 4 117 0,16 De Herven 41 23 18 31 173 0,65 Maaspoort 13 10 7 6 148 0,24 Boschveld 8 0 6 12 71 0,37 De Rietvelden 67 33 46 68 475 0,45 De Vutter 9 0 8 8 97 0,26 Maasakker 1 1 4 1 47 0,15 Gemiddeld 0,31 Figuur 4.2 Incidenten op bedrijventerreinen – 2009, 2010, 2011 en prognose 2012 (bron: Politie Brabant-Noord, 2012)
Uit de vergelijking van de verhoudingen blijkt dus dat in verhouding op De Herven veruit de meeste inbraken en diefstallen uit bedrijven zijn, ook De Rietvelden en Boschveld kennen een bovengemiddeld aantal diefstallen en inbraken. Op de Kruisstraat en Empel-Maasakkers is de verhouding het laagst. De andere bedrijventerreinen scoren enigszins vergelijkbaar onder het gemiddelde. In totaal is er sprake van 493 incidenten die te maken hebben met diefstal of inbraak in bedrijven en kantoren. Van de 493 incidenten worden er 146 incidenten verwacht in 2012. Dit cijfer geeft aan dat in de vier jaar waarover wordt gerapporteerd 347 incidenten hebben plaatsgevonden en er 146 daarbij worden verwacht voor 2012. Met 1320 bedrijven op deze bedrijventerreinen, betekent dit dat gemiddeld 1 op de 2,67 bedrijven of kantoren, de afgelopen vier jaar te maken heeft gehad met inbraak of diefstal. Met andere woorden zegt dit dat er relatief gezien bij 37,35% van de bedrijven of kantoren een incident plaats heeft gevonden. We maken hierbij de kanttekening, dat een enkel bedrijf of kantoor ook meerdere keren te maken kan hebben gehad met een incident en dat de spreiding in werkelijkheid dus kleiner kan zijn.
24
Het percentage bedrijven dat volgens deze gegevens met incidenten te maken heeft gehad is te vergelijken met een percentage dat komt uit onderzoek van TNS-Nipo voor de Monitor Criminaliteit Bedrijfsleven 2010. In dit onderzoek onder bedrijven uit verschillende sectoren bleek dat 58% van deze bedrijven in 2010 van één of meer incidenten melding heeft gedaan bij de politie (TNS-Nipo, 2011). Dit onderzoek was niet specifiek gericht op bedrijven die gevestigd zijn op bedrijventerreinen. Ondanks dat de cijfers niet exclusief over bedrijventerreinen gaan, is het verschil tussen 37% over vier jaar en 58% in één jaar groot. De vergelijking tussen de cijfers uit dit onderzoek en de cijfers voor de bedrijventerreinen in 's-Hertogenbosch laten zien dat de criminaliteit op de bedrijventerreinen in 's-Hertogenbosch laag is.
4.2.2
Dark number
Politiecijfers zijn helaas niet altijd compleet. Doordat er niet altijd een melding wordt gedaan van criminaliteit, niet juist geregistreerd wordt of doordat de criminaliteit geheel onopgemerkt blijft, ontstaat er een verschil tussen de daadwerkelijke criminaliteit en de criminaliteitscijfers. Dit verschil wordt het ‘dark number’ genoemd. Het dark number staat voor de verborgen criminaliteit (Stol, Rijpma, Tielenburg, Veenhuysen, & Abbas, 2008). Uit gesprekken met vertegenwoordigers van de Politie eenheid Oost-Brabant, ondernemersverenigingen, de gemeente ’s-Hertogenbosch en Stichting Beveiliging Bedrijventerreinen ’s-Hertogenbosch blijkt het ook in ’s-Hertogenbosch voor te komen dat bedrijven een inbraak, vernieling of diefstal niet aangeven bij de politie. Door het verschijnsel dark number geven de politiecijfers geen volledig beeld van de veiligheidssituatie. Waarschijnlijk is het aantal inbraken en diefstallen hoger dan gemiddeld één inbraak of diefstal per 2,67 bedrijven in 2009 tot en met 2012. Er kunnen echter geen valide uitspraken gedaan worden over hoe hoog het aantal daadwerkelijk zou liggen. Uit de politiecijfers van de bedrijventerreinen die zijn onderzocht, bleek dat de verhouding tussen het aantal incidenten en het aantal bedrijven ongeveer 37% was. In vier jaar tijd (2009, 2010, 2011 en prognose 2012) heeft er dus iets meer dan één incident per drie bedrijven plaatsgevonden. De enquêteresultaten gaven weer dat ongeveer 43% van de respondenten in de afgelopen drie jaar met criminaliteit te maken hebben gehad. Deze cijfers zijn niet precies met elkaar te vergelijken omdat de politiecijfers een langere periode beslaan dan de resultaten van de enquête. Toch zijn er in de enquêteresultaten relatief meer bedrijven die aangeven in de afgelopen drie jaar slachtoffer te zijn geweest van criminaliteit dan uit de politiecijfers is gebleken van de afgelopen vier jaar. Er lijkt op basis van die gegevens wel sprake te zijn van een dark number.
4.3
Relatie tussen objectieve en subjectieve veiligheid
De objectieve veiligheid en subjectieve veiligheid vertonen vaak verschillen. Tegelijkertijd zijn er ook relaties tussen de objectieve en subjectieve veiligheid. Als de politiecijfers bijvoorbeeld laten zien dat er veel criminaliteit is, kan bij burgers en ondernemers die hiervan weten het onveiligheidsgevoel omhoog gaan. Deze relatie loopt echter niet één op één en hierop zijn meerdere factoren van invloed. Zo’n 37% van de respondenten van de enquête gaf aan dat hij of zij het gevoel heeft dat zijn of haar bedrijf kwetsbaar is voor criminaliteit. Dit is iets minder dan het aantal respondenten dat aangaf slachtoffer te zijn geweest van criminaliteit, maar loopt gelijk met het relatieve aantal bedrijven dat volgens de politiecijfers slachtoffer is geworden van criminaliteit in de afgelopen vier jaar.
25
Er lijkt sprake te zijn van een dark number vanwege een lage aangiftebereidheid, waardoor het politiecijfer lager is dan het werkelijke aantal incidenten. Hoe hoog het dark number is, is onbekend. Subjectieve veiligheid en objectieve veiligheid lijken aan de hand van de beschikbare cijfers in ’s-Hertogenbosch dicht bij elkaar te liggen.
4.4
Kern
Op basis van de objectieve en subjectieve veiligheid is de conclusie getrokken dat het criminaliteitsniveau op de bedrijventerreinen in ‘s-Hertogenbosch laag is. Uit de beschikbare cijfers kwam naar voren dat relatief gezien bij iets meer dan één op de drie bedrijven of kantoren in de afgelopen vier jaar een incident plaats heeft gevonden. Er is geen kijk op de hoogte van de aangiftebereidheid en het dark number van criminaliteit op bedrijventerreinen in ‘s-Hertogenbosch. Het is daardoor niet duidelijk hoe hoog de werkelijke criminaliteit precies is. Partijen geven aan dat zij denken dat ondernemers onveiligheidsgevoelens hebben. Relatief gezien zijn er volgens beschikbare cijfers echter niet veel ondernemers op de bedrijventerreinen die zich onveilig voelen. Daarnaast geeft de lage respons op de enquête aan dat de beveiliging van de bedrijventerreinen geen prioriteit heeft bij de ondernemers en zij niet of nauwelijks onveiligheidsgevoelens kennen. De respondenten van de enquête voelden zich wel vaker onveilig dan geconcludeerd werd uit andere gegevens.
26
5.
Belangrijkste resultaten
Het onderzoek bestaat uit enquêteresultaten, resultaten uit interviews en literatuur. Doordat er gebruik gemaakt is van semigestructureerde interviewvragen over dezelfde onderwerpen, zijn de antwoorden op de interviewvragen te vergelijken, zie hiervoor bijlage 8. In dit hoofdstuk wordt er in gegaan op de resultaten van de enquête en verschillende thema’s bij de SBB. Tevens worden de meningen en verschillende opvattingen over de verschillende thema’s weergegeven. Respons op de enquête In totaal zijn 1307 brieven verstuurd met daarin de link naar de enquête. Hiervan hebben 177 ondernemers of veiligheidsdeskundigen de enquête ingevuld, dit is afgerond 14%. Hierbij is nog geen rekening gehouden met de 86 brieven die teruggestuurd zijn omdat de aangeschreven onderneming failliet is gegaan of verhuisd is. Deze ondernemingen moeten daarom uit de telling van de populatie worden gehaald. De respons is dan iets hoger dan 14%. Van de 177 resultaten zijn 5 resultaten niet meegeteld, omdat deze een foutief doorgestuurd resultaat waren of omdat de respondent niet gevestigd was op een bedrijventerrein waarop de enquête zich richt. Ondanks het feit dat de respons niet representatief is en de resultaten niet valide, worden er toch uitspraken gedaan over de bedrijven op de bedrijventerreinen in 's-Hertogenbosch. De enquêteresultaten zijn getoetst aan de andere bronnen zoals interviews en literatuur. In figuur 5.1 kan men zien wat de respons per bedrijventerrein is. In het schema is duidelijk te zien dat met 26% de Brand de meeste respons heeft opgeleverd. Op de Brand hebben dus ongeveer 1 op de 4 ondernemers of veiligheidsdeskundigen de enquête ingevuld. De Vliert komt daar net onder met 21%, hier hebben ongeveer 1 op de 5 ondernemers of veiligheidsdeskundigen de enquête ingevuld. De overige bedrijventerreinen zitten bijna allemaal tussen de 10% en 20%. Ondanks dat er van De Rietvelden de meeste reacties zijn gekomen, is procentueel de respons op dit bedrijventerrein bijna het laagst met 8,84% respons. Dit wil zeggen dat iets minder dan 1 op de 10 ondernemers of veiligheidsdeskundigen de enquête ingevuld heeft. Boschveld heeft de minste respons met 7,81%. De resultaten geven indicaties over wat de ondernemers vinden van de situatie op het bedrijf, de situatie op het bedrijventerrein en van de Stichting Beveiliging Bedrijventerreinen ‘s-Hertogenbosch. Naar mate de respons hoger is kunnen er representatieve uitspraken gedaan worden over het betreffende bedrijventerrein. In enkele gevallen is de respons te laag. Er worden dan uitspraken gedaan over de respondenten afkomstig uit dat bedrijventerrein en niet over de gehele populatie van dat bedrijventerrein. Bedrijventerrein:
Aantal ingevuld:
Aantal enquêtes gestuurd:
De Rietvelden 38 De Vutter 12 De Brand 36 Boschveld 5 De Vliert 9 Empel-Maasakkers 9 Hightech Maasakker 16 De Herven 29 Kruisstraat 18 Totaal 172 Figuur 5.1 De respons op de enquête
475 97 146 71 46 47 135 173 117 1307
Aantal enquêtes teruggestuurd: 45 2 10 7 4 2 2 12 2 86
Aantal aangekomen enquêtes: 430 95 136 64 42 45 133 161 115 1221
Verhouding in %: 9% 13% 26% 8% 21% 20% 12% 18% 16%
27
De respons van alle ondernemers is 14%. De uitspraken op basis van de resultaten uit de enquête zijn dus niet valide. Ondanks het feit dat de resultaten uit de enquête niet tot valide uitspraken leiden, worden er toch bewust generaliserende uitspraken gedaan. Deze uitspraken zijn kritisch vergeleken met de verschillende resultaten uit andere bronnen zoals literatuur en interviews.
5.1
Bekendheid en lidmaatschap.
Momenteel telt de SBB 199 leden. Op 1 januari 2012 telde de SBB nog 210 leden, in 2011 was dit 194 en in 2010 was dit 204. Het aantal leden dat de stichting heeft schommelt de laatste jaren dus rond de 200. Van de 1320 ondernemers is dus 15% lid van de SBB. De stijging die voor 2012 te zien was, is te danken aan extra inspanningen die destijds gemaakt zijn om extra leden te krijgen. In vergelijking met het aantal ondernemers dat er in totaal op de bedrijventerreinen in 's-Hertogenbosch gevestigd is, kent de SBB weinig leden. Daarnaast vindt de SBB het zorgelijk dat zij zien dat de bedrijven die er bij komen, kleiner zijn dan de bedrijven die het lidmaatschap opzeggen. Grote bedrijven betalen meer contributie en leveren dus meer omzet op. Doordat er nu alleen kleinere bedrijven bij komen en grote bedrijven weggaan, neemt de omzet af. Volgens voorzitter Martien Bouwhuijsen en projectleider Jacques Habraken is dit grotendeels te danken aan de crisis. Veel bedrijven gaan failliet of bezuinigen op beveiliging. De SBB heeft een eigen acquisitieplan waarmee zij proberen nieuwe leden te verkrijgen. Op nieuwe bedrijventerreinen zijn ondernemers bij gronduitgifte verplicht om lid te worden, maar op oude bedrijventerreinen is dit nog niet het geval. Daar probeert men door middel van bedrijfsbezoeken en het versturen van brieven, de ondernemers over te halen om lid te worden. De SBB is wel bezig met het verkrijgen van meer leden. Toch geven Jacques Habraken en Martien Bouwhuijsen van de SBB zelf aan dat ze verwachten dat op dit gebied nog resultaat te behalen valt. Uit de huidige situatie blijkt dat de marketing niet heeft geleid tot meer leden en dus niet effectief is geweest. Een ander zorgelijk punt is de bekendheid van de SBB. Aan respondenten werd de vraag gesteld of zij bekend zijn met de SBB. 48% van de respondenten gaf aan niet bekend te zijn met de SBB. Daarbij moet rekening gehouden worden met het feit dat het waarschijnlijk is dat ondernemers die betrokken zijn bij de SBB of geïnteresseerd zijn in beveiliging, de enquête vaker invullen dan ondernemers die dat niet zijn. Het is daarom waarschijnlijk dat meer dan 48% van de ondernemers niet bekend is met de SBB. De SBB is als vertegenwoordiger van collectieve beveiliging onbekend onder de ondernemers.
5.2
Diensten
Over het nut van de diensten, en met name het surveilleren, wordt verschillend gedacht. De verschillende partijen zijn het er in ieder geval over eens dat surveillance beter is dan geen beveiliging, en dat het op deze manier toegevoegde waarde heeft voor de beveiliging van de bedrijventerreinen in 's-Hertogenbosch. De preventieve werking van surveillance wordt door enkele partijen onderschreven en door anderen betwist. Projectleider Jacques Habraken van de SBB, gelooft in surveillance en zegt dat dit een grote preventieve werking heeft. Ook Jan Kort zegt dat hij in deze preventieve werking gelooft. Martien Bouwhuijsen vindt de huidige manier vooral niet efficiënt en geeft aan dat er gezocht moet worden naar een nieuwe manier. Bart Venrooij en Huub van de Langerijt van de gemeente 's-Hertogenbosch zijn van mening dat surveilleren nauwelijks een preventieve werking heeft. Zij zien het nut van surveillance niet in de preventieve werking maar meer in de signalering, bijvoorbeeld wanneer Fair verdachte situaties treft, er een signaal uit gaat naar de politie. De voorzitter en 28
secretaris van de SBB denken dat er op het gebied van deze informatie-uitwisseling ook nog winst te behalen valt. Enkele bedrijventerreinen in andere gemeenten in de regio blijken in de afgelopen jaren gestopt te zijn met surveillance als belangrijkste beveiligingsmaatregel. Men gaat over op verminderde surveillance, maar deze wordt gestuurd door middel van cameratoezicht. Een voorbeeld hiervan is bedrijventerrein Ekkersrijt in de gemeente Son en Breugel. De gemeente, de bedrijven en de politie werken daar samen in de Stichting Beveiliging Bedrijven Ekkersrijt. Onderdeel van dit project was een collectieve surveillancedienst. In 2003 bleek daar dat die manier van surveilleren niet goed werkte. In 2004 had één derde van de ondernemingen te maken met overlast en één derde van de medewerkers op Ekkersrijt voelde zich onveilig. Na een aantal incidenten was de maat vol. De ondernemers van Ekkersrijt wilden zich opnieuw gezamenlijk inspannen om de criminaliteit te bestrijden. Daarbij is onder andere gebruik gemaakt van cameratoezicht (Ministerie van Economische Zaken, 2010). Naar de preventieve werking van surveillance is literatuuronderzoek gedaan. Hierbij is er geen wetenschappelijk bewijs gevonden voor de preventieve werking van surveillance. Daarnaast is het een feit dat op andere plaatsen het gebruik van surveillance als beveiligingsmaatregel minder wordt. Tevens is op bedrijventerrein Ekkersrijt ondanks surveillance de criminaliteit in 2003 gestegen. Al met al geeft dit aan dat de preventieve werking van surveillance niet vaststaat. In de enquête werd de vraag gesteld wat de respondenten vinden van de diensten van de SBB. Opvallend was dat de respondenten het meeste kozen voor weet niet/geen mening. In totaal koos 57% van de respondenten voor deze optie, 17% vond dat de kwaliteit hoger moet, 16% vond de verhouding goed en 9% vond dat de prijs lager moet. Onder de respondenten die lid zijn van de SBB vindt 30% de verhouding goed, 25% zegt dat de kwaliteit hoger moet, 13% vindt dat de prijs lager moet, 30% heeft weet het niet of heeft geen mening ingevuld en 3% heeft anders geantwoord. Merkwaardig is dat onder de niet-leden die wel bekend zijn met de SBB, 83% niet weet wat ze vinden van de prijs/kwaliteit verhouding of hier geen mening over hebben. Hieruit trekken wij de conclusie dat er maar een kleine groep is die zondermeer tevreden is over de prijs/kwaliteit verhouding van de diensten. Daarnaast is er een grote groep die niet weet wat ze vinden van de prijs/kwaliteit verhouding of geen mening hebben. De respondenten hebben geen duidelijk beeld over de diensten van de SBB.
5.3
Samenwerking en verantwoordelijkheid
Op het gebied van de beveiliging van bedrijventerreinen werken verschillende partijen samen. Iedere partij heeft zijn eigen verantwoordelijkheden en belangen, maar ook verwachtingen van andere partijen. Daarnaast is er een gezamenlijk belang waarvoor de verschillende partijen zich inzetten, namelijk het beveiligen van de bedrijventerreinen. Hierbij heeft iedere partij zijn eigen rol. Uit analyses van lokale veiligheidsnetwerken blijkt dat samenwerking tussen politiemensen, particuliere beveiligers en andere veiligheidsfunctionarissen niet altijd vanzelf gaat. Soms treden spanningen op of ontstaat er onduidelijkheid over wie waarvoor verantwoordelijkheid draagt (Terpstra & Kouwenhoven, 2004). Ook in ’s-Hertogenbosch zijn er spanningen en onduidelijkheden aanwezig bij partners. Met name over de rol van de gemeente ’s-Hertogenbosch wordt op het moment veel gesproken. Dit komt onder andere doordat er door de SBB hulp is gevraagd aan de gemeente. De vraag welke rol de gemeente speelt of zou moeten spelen bij de organisatie van beveiliging op de bedrijventerreinen komt dan logischerwijs aan de orde.
29
De SBB De SBB hoopt op steun van de gemeente op financieel gebied. Een garantstelling of bijdrage van de gemeente zou volgens hen kunnen helpen om een financieel toekomstbestendige stichting te realiseren. Volgens Martien Bouwhuijsen, Jan Kort en Jacques Habraken mist de SBB op dit moment vooral betrokkenheid vanuit de gemeente, terwijl zij toch medeoprichter van de stichting zijn. De gemeente zou volgens hen bijvoorbeeld meer kunnen doen op het gebied van de communicatie naar ondernemers en het werven van leden. De gemeente De gemeente beroept zich op de verantwoordelijkheid die zij volgens artikel 172 van de gemeentewet heeft. In deze artikel staat dat de burgemeester verantwoordelijk is voor de openbare orde. Huub van de Langerijt van de gemeente ‘s-Hertogenbosch vindt dat zij slechts een verantwoordelijkheid hebben voor een veilige openbare ruimte en niet voor de beveiliging van individuele bedrijven. De oplossing voor het probleem zoekt Huub van de Langerijt wel in de samenwerking, maar niet tussen de gemeente en de SBB. Om de efficiëntie van de diensten van de SBB te vergroten zou er een intensievere samenwerking moeten komen tussen politie en beveiligingsbedrijf. Dit zou tot een doelgerichtere aanpak en een hogere pakkans leiden, omdat de beveiligers dan zouden kunnen werken gericht op de informatie die van de politie afkomt. Doordat er dan efficiënter gewerkt kan worden, zijn de kosten voor surveillance minder. Deze samenwerking bestaat voor een deel al. Jacques Habraken zegt dat Fair een melding maakt bij de politie als er iets aan de hand is De politie De politie geeft geen prioriteit aan veiligheid op bedrijventerreinen. Jan Kort geeft aan dat delicten met menselijke slachtoffers zoals zedenzaken, geweldsdelicten of woninginbraken prioriteit hebben en dat de politie door de capaciteitsproblemen slechts bepaalde steun geeft aan criminaliteit op bedrijventerreinen. Meldingen waarbij er kans is op een betrapping op heterdaad hebben wel altijd prioriteit. De politie werkt samen met Fair, zij geven soms kentekens door die verdacht zijn. Andersom vraagt de politie ook wel eens aan Fair of ze naar een bepaald gebied willen rijden om ergens op af te gaan. Ondanks de beperkingen van de Wet politiegegevens is er nog verbetering en uitbreiding van informatie-uitwisseling mogelijk, aldus Jan Kort. Jan Kort geeft aan dat de manier waarop de politie de samenwerking met de SBB nu invult in 2013 gaat veranderen, ongeacht de ontwikkelingen die te maken hebben met de SBB. In 2013 is de politie namelijk overgegaan naar een landelijke politieorganisatie. Gevolg hiervan is dat er een reorganisatie gaande is waardoor de functies binnen de politie anders ingevuld gaan worden. Jan Kort denkt dat de politie meer een adviserende rol moet gaan aannemen binnen de SBB, en niet meer als bestuurslid of secretaris. In de rol van secretaris wordt ook niet optimaal gebruik gemaakt van de kracht en kennis van de politie. De ondernemers Uit de enquête blijkt dat 78% van de ondernemers vindt dat beveiliging van bedrijventerreinen een gezamenlijke verantwoordelijkheid is van ondernemers en overheid. 17% vindt dat beveiliging van bedrijventerreinen de verantwoordelijkheid is van alleen de overheid. Slechts 4% van de respondenten vindt beveiliging van bedrijventerreinen een verantwoordelijkheid van alleen de ondernemers. Primair zijn ondernemers zelf verantwoordelijk voor de beveiliging van hun onderneming. Uit het onderzoek blijkt ook dat ondernemers deze verantwoordelijkheid nemen, 96% van de respondenten
30
heeft één of meerdere beveiligingsmaatregelen genomen. 79% Van de respondenten is van mening dat de genomen maatregelen voldoende zijn en 21% denkt dat er nog meer of betere maatregelen genomen kunnen worden. Als het gaat om de veiligheid van het bedrijventerrein waar ondernemers gevestigd zijn, vindt iets meer dan een kwart van de ondernemers dat de beveiliging op orde is. 43% van de ondernemers is van mening dat hun bedrijventerrein niet voldoende beveiligd is en 31% weet het niet of heeft geen mening. Op de vraag wie waarvoor verantwoordelijk is kan het antwoord terug gevonden worden in het Handboek Keurmerk Veilig Ondernemen (Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid, Handboek Keurmerk Veilig Ondernemen, 2008). Hieruit blijkt dat ondernemers zelf verantwoordelijk zijn voor hun eigen bedrijf en de gemeente voor de openbare ruimte op de bedrijventerreinen. De kern is dat ondernemers zelf de verantwoordelijk nemen voor beveiliging van hun eigen bedrijf. Beveiligen van de bedrijventerreinen vindt 78% van de respondenten een gedeelde verantwoordelijkheid. Uit het Handboek Keurmerk Veilig Ondernemen blijkt dat ondernemers verantwoordelijk zijn voor hun onderneming en de gemeente voor de openbare ruimte op de bedrijventerreinen.
5.4
Financiën
De contributie die de SBB ontvangt van haar leden vormen samen met financiële baten de inkomsten van de stichting (SBB, Begroting voor 2013, 2012). Op basis van de begroting, die te vinden is in bijlage 9, kan er gezegd worden dat de huidige financiële situatie niet gezond is. De SBB kan niet meer voldoen aan haar statutaire verplichtingen. De SBB is namelijk verplicht om ten minste 6 maanden de beveiligingsdiensten vooruit te kunnen betalen. Dit is op het moment niet het geval. Daarom kan de begroting voor 2013 door het algemeen bestuur niet worden goedgekeurd. De begroting van 2012 is destijds ook niet goedgekeurd. Daarentegen wordt er over het jaar 2012 wel een positief resultaat verwacht van €31.317,- . Volgens voorzitter Martien Bouwhuijsen komt dat door een korting die Fair heeft gegeven op de surveillancediensten en enkele wanbetalers waarvan betalingen zijn geïnd. Naar eigen zeggen is dit echter een “eenmalige meevaller”. Verwacht wordt dat in 2013 de omzet daalt van €236.298,- naar €192.013,-. Dit wordt verwacht op basis van het aantal leden dat aangegeven heeft de lidmaatschap op te zeggen in 2013 (SBB, Toelichting op de begroting 2013, 2012). Volgens de voorzitter van de SBB wordt er een schuld van ongeveer €20.000,- opgebouwd aan het eind van 2013, als de SBB op dezelfde manier door blijft gaan. Het algemeen bestuur heeft de afgelopen twee jaar de begroting niet goedgekeurd. Daarnaast wordt er verwacht dat de inkomsten dalen. Tevens is het zo dat op deze manier de SBB in de schulden komt. Al met al heeft de SBB niet genoeg inkomsten om financieel gezond te blijven.
5.5
Vooruitzicht
De huidige problematiek op het gebied van het ledenaantal en de omzet heeft er toe geleid dat de SBB haar begroting niet sluitend heeft weten te krijgen. De SBB heeft vanwege het niet kunnen voldoen aan de statuten en het vooruitzicht voor 2013 besloten om het contract met Fair op te zeggen. Per 1 januari 2013 voert Fair nog wel de collectieve beveiliging uit in samenwerking met de SBB middels een raamovereenkomst. Dit is een overeenkomst waarin voor toekomstige opdrachten voorwaarden worden opgesteld. In de raamovereenkomst tussen Fair en de SBB is afgesproken, dat Fair verantwoordelijk wordt voor de facturatie, acquisitie van leden en de financiële risico’s van de
31
collectieve beveiliging. Dit betekent dat Fair verantwoordelijk wordt voor het verkrijgen van leden en het zorgen dat de leden voor de beveiliging betalen. Volgens voorzitter Martien van den Bouwhuijsen moet de SBB deze stap nemen om opbouw van schulden te kunnen voorkomen. Voor 2013 is dus het vooruitzicht dat de diensten van de SBB stopgezet zullen worden. Daarmee komt de collectieve beveiliging van de bedrijventerreinen (voorlopig) in private handen. Het is niet duidelijk of dit ook definitief de opheffing van de stichting gaat worden. Dit ligt er aan of er misschien een andere rol komt voor de SBB binnen de organisatie van beveiliging op de bedrijventerreinen, of dat men de financiering nog rond gaat krijgen. Voorzitter Martien Bouwhuijsen zegt dat hij het niet goed zou vinden als er definitief gestopt wordt, maar hij geeft ook aan dat het zonde is om er tijd en middelen in te steken als de SBB toch niet functioneert. Huub van de Langerijt van de gemeente ’s-Hertogenbosch geeft aan dat de gemeente het liefst zou zien dat de SBB blijft bestaan. De SBB organiseert nu de beveiliging op de bedrijventerreinen en door het op deze manier te blijven organiseren kost dit de minste inspanning omdat dan niet alles hoeft te veranderen. Bovendien verwacht Huub van de Langerijt dat als de SBB stopt en er niks voor terug komt, dat dan de criminaliteit op de bedrijventerreinen stijgt. Dit wordt in het vooruitzicht voor 2013 echter al deels opgevangen door Fair. Voor de gemeente is in ieder geval van belang dat de criminaliteit niet groeit. Men moet ervoor waken dat de gemeente ’s-Hertogenbosch niet achter gaat lopen vergeleken met andere gemeenten. Dit is naar voren gekomen op een overleg tussen 3 verschillende personen van verschillende afdelingen van de gemeente . Als de SBB doorgaat, wat voor de gemeente de voorkeur heeft, is het wel belangrijk dat de toekomst van de organisatie financieel geborgd is. Daarnaast moeten er wellicht verbeteringen komen in de manier waarop de organisatie georganiseerd is en de manier waarop men de bedrijventerreinen blijft beveiligen. Jan Kort geeft aan dat er in ieder geval een samenwerkingsverband van ondernemers moet blijven bestaan, dat afspraken maakt met beveiligingsbedrijven. Zijn verwachting is namelijk dat zonder een vorm van collectieve beveiliging de criminaliteit omhoog gaat.
3
(03-09) Huub van de Langerijt (Gemeente), Frank Remmen (Gemeente, SBB), Bart Venrooij (Gemeente), Sjef de Pont (Gemeente), Seth Swaans en Mark van Uden.
32
6.
Mogelijkheden en constructies
Beveiliging van bedrijventerreinen kan op verschillende manieren georganiseerd worden. Niet overal is dat op dezelfde manier geregeld. Aan iedere constructie kleven voor- en nadelen. In dit hoofdstuk worden de mogelijke maatregelen weergegeven. Allereerst de verschillende organisatorische maatregelen, daarna de bouwkundige en elektronische maatregelen.
6.1
Organisatorische mogelijkheden
Bij het optimaliseren van de organisatie van de beveiliging op de bedrijventerreinen in 's-Hertogenbosch staat de organisatie centraal. Hierna zullen de belangrijkste organisatievormen aan bod komen.
6.1.1
Organisatie door een overkoepelend orgaan
Organisatie van beveiliging op bedrijventerreinen kan plaatsvinden door een overkoepelend orgaan, zoals bijvoorbeeld door een stichting. Het overkoepelend orgaan vertegenwoordigt de op bedrijventerreinen gevestigde ondernemers en zet zich in voor de belangen van deze ondernemers. In ’s-Hertogenbosch is beveiliging op bedrijventerreinen door een overkoepelend orgaan georganiseerd, namelijk de Stichting Beveiliging Bedrijventerreinen ’s-Hertogenbosch. Ook een ondernemersvereniging kan een overkoepelend orgaan zijn dat collectieve beveiliging organiseert voor bedrijventerreinen, zoals bijvoorbeeld op bedrijvenpark De Brand. Het grote voordeel van het organiseren van beveiliging door een overkoepelend orgaan is het behalen van schaalvoordelen. Doordat men op grotere schaal veiligheidsdiensten inkoopt zoals surveillance, zal er meer korting worden gerealiseerd en betalen ondernemers relatief minder. Een ander voordeel is dat het collectieve orgaan het werk uit handen neemt van ondernemers. Het overkoepelend orgaan maakt afspraken, sluit contracten af en neemt de verantwoordelijkheid en de risico’s op zich. Zij kan bovendien controle houden op de beveiligingsbedrijven. Voor partners zoals de beveiligingsbedrijven, maar ook gemeente of politie is het een voordeel dat er één aanspreekpunt is voor de collectieve beveiliging. Het nadeel van collectieve beveiliging door een overkoepelend orgaan is dat het vaak moeilijk is om ondernemers te verplichten om mee te doen. Dat wil zeggen dat het collectieve orgaan afhankelijk is van de bereidheid van de ondernemers om mee te doen. Ondernemers die zich niet achter het initiatief scharen moet men overtuigen om mee te doen. Door de freeriders heeft het collectieve orgaan last van inkomstenderving. Als de freeriders wel lid waren geweest dan had het collectieve orgaan hiervoor contributie ontvangen. Een ander nadeel van organisatie van beveiliging van bedrijventerreinen door middel van een overkoepelen orgaan is voor ondernemers dat zij minder invloed hebben op de mate en wijze van beveiliging dan wanneer zij dit zelf regelen. Een overkoepelend orgaan in de vorm van een stichting is de manier waarop de meeste bedrijventerreinen in Nederland collectieve beveiliging georganiseerd hebben. Indien er collectieve beveiliging georganiseerd is, is dat vrijwel altijd met behulp van een overkoepelend orgaan. Zo zijn er verschillende Stichtingen Beveiliging Bedrijventerreinen te vinden, zoals bijvoorbeeld in Breda, Oirschot, Almere, Dordrecht, Tiel, Vianen, Veghel, Oosterhout, Goes, Eindhoven, Son en Breugel (Ekkersrijt). Soms doet het collectieve orgaan meer dan het alleen organiseren van beveiliging. Het collectieve orgaan kan bijvoorbeeld parkmanagement aanbieden. Bij parkmanagement biedt het collectieve orgaan een groter dienstenpakket aan. Dit pakket omvat bijvoorbeeld nutsvoorzieningen als gas, 33
water en stroom, maar ook beheer en onderhoud van het terrein, beveiliging en afvalinzameling. Op deze manier probeert men gezamenlijk inkoopvoordeel te verkrijgen op meerdere gebieden en kan men van het gezamenlijk geld de kwaliteit van het bedrijventerrein behouden of verhogen. Parkmanagement ziet men bijvoorbeeld in Tilburg, Assen, Waalwijk en op bedrijvenpark De Brand in ’s-Hertogenbosch.
6.1.2
Individuele beveiliging
Met individuele beveiliging wordt bedoeld dat iedere ondernemer zelf beveiliging organiseert voor zijn of haar eigen bedrijf. Er is dan dus geen overkoepelend orgaan die de verantwoordelijkheid op zich neemt en afspraken maakt. Iedere ondernemer is vrij om de maatregelen te nemen die het best bij het bedrijf passen. Een overgang van collectieve beveiliging als samenwerking van overheid en bedrijfsleven naar individuele beveiliging past in overheidsbeleid gericht op het responsibiliseren, het meer verantwoordelijk maken van de burger en de samenleving (van Steden, 2007). Het voordeel van individuele beveiliging is dat iedere ondernemer zelf kan beslissen welke en in welke mate beveiligingsmaatregelen nodig zijn voor zijn of haar bedrijf. De maatregelen die de ondernemer neemt sluiten aan op de behoeften van het bedrijf. Er is dus meer maatwerk mogelijk. Een voordeel van individuele beveiliging voor de ondernemers is dat zij dit kunnen realiseren door middel van een veiligheidsscan, die via http://www.hoeveiligisuwzaak.nl onder bepaalde voorwaarden gratis is. Bovendien wordt aan de ondernemers ook een pakket aan organisatorische, bouwkundige, elektronische en digitale maatregelen aangeboden, waarvan een bedrag tot €1000,- gesubsidieerd wordt (Centrum Criminaliteitspreventie Veiligheid, 2013). De verantwoordelijkheid voor beveiliging ligt bij de ondernemer, wordt men slachtoffer van criminaliteit, dan zal men zelf beter moeten beveiligen. Doordat ieder bedrijf voor zijn eigen beveiliging zorgt en men niet van collectieve maatregelen kan profiteren zijn er geen freeriders meer. Het nadeel van individuele beveiliging is dat er zonder collectief orgaan geen afstemming meer is. Initiatieven kunnen makkelijker langs elkaar heen lopen en er wordt wellicht meerdere keren betaald voor dezelfde dienst door meerdere bedrijven. Tevens is er geen aanspreekpunt voor overheden indien het fout gaat. Een mogelijkheid om de nadelen te compenseren is om een orgaan te creëren dat (kosteloos of tegen kleine vergoeding) de ondernemers adviseert bij het maken van beslissingen op het gebied van beveiliging en het geheel op elkaar afstemt. Op deze manier kunnen de bedrijven de juiste beslissingen maken en op de juiste manier beveiligen. Daarnaast is er zo afstemming mogelijk in de maatregelen en is er een aanspreekpunt voor partners. Middels een dergelijk platform wordt bijvoorbeeld afstemming over beveiliging mogelijk gemaakt in Alphen aan den Rijn. Indien er op de bedrijventerreinen individueel beveiligd wordt, is het voor de gemeente en de politie belangrijk om de veiligheidssituatie op die bedrijventerreinen te monitoren. Er kunnen dan op tijd maatregelen worden genomen indien het mis dreigt te gaan. De gemeente speelt hierin een belangrijke rol, omdat burgers pas laat beseffen dat de criminaliteitscijfers stijgen, zo zegt ook criminoloog Jan van Dijk (Kas, 2012). Burgers krijgen slechts signalen mee uit de omgeving en hebben geen beschikking over criminaliteitscijfers. De gemeente heeft wel cijfers over de criminaliteit. Op dit moment monitort de gemeente door middel van de jaarlijkse Integrale Veiligheidsmonitor. Hierin wordt het aantal incidenten van bedrijfsdiefstallen gemeten.
34
6.1.3
Organisatie van beveiliging door de beveiligingsbedrijven
Met organisatie van beveiliging door de beveiligingsbedrijven wordt bedoeld dat de beveiligingsbedrijven naast het uitvoeren van de collectieve beveiliging, deze ook zelf gaan organiseren. Zij worden daarbij zelf verantwoordelijk voor de financiën en acquisitie van nieuwe leden. Vanaf 2013 gaat collectieve beveiliging in ’s-Hertogenbosch op deze manier over van de SBB naar Fair. Het voordeel van het organiseren van collectieve beveiliging door de beveiligingsbedrijven is dat deze dan direct betrokken zijn bij de acquisitie van leden. Als zij meer leden krijgen, vergroot dit direct de omzet van het bedrijf en kan het bedrijf meer winst maken. Dit kan leiden tot een hogere motivatie tot het verkrijgen van leden. Indien er meer leden komen is de financiële situatie minder onzeker en blijft er een vorm van collectieve beveiliging aanwezig Daarnaast maakt een sterkere financiële situatie ook meer mogelijk op het gebied van beveiliging. Er zou meer financiële ruimte kunnen komen voor technologie en innovatie. Hierdoor kan de kwaliteit van de collectieve beveiliging omhoog gaan. Het nadeel van organisatie van beveiliging door de beveiligingsbedrijven is dat er dan geen controle is op de beveiliging. Het overkoepelend orgaan is dan namelijk weggevallen. Er is dan geen controle op de vraag in hoeverre er daadwerkelijk collectief wordt beveiligd. De kwaliteit zou dan omlaag gebracht kunnen worden om kosten te besparen of de prijs zou omhoog kunnen gaan. De individuele klant heeft dan weinig inspraak, vergeleken met een collectief orgaan dat een grote opdracht geeft aan een beveiligingsbedrijf. Dit nadeel wordt deels gecompenseerd door het feit dat het bedrijf moet concurreren met andere beveiligingsbedrijven. Zij zullen daarom zichtbaar willen blijven en kwaliteit willen leveren tegen een goede prijs, omdat bedrijven anders voor een ander beveiligingsbedrijf zullen kiezen. Gevaar hierbij is wel dat er (prijs)afspraken gemaakt kunnen worden door de beveiligingsbedrijven, waardoor de concurrentie wegvalt. Een ander nadeel is dat een beveiligingsbedrijf ook geen totale financiële zekerheid biedt. Als er door de crisis bedrijven weg blijven vallen en zij moeite hebben met het werven van nieuwe leden, kunnen zij in de financiële problemen komen. Dit kan gevolgen hebben voor de kwaliteit van de diensten en kan ervoor zorgen dat de collectieve beveiliging moet stoppen of in een uiterst geval zorgen voor faillissement van het beveiligingsbedrijf. Er is bij het organiseren van beveiliging door de beveiligingsbedrijven dus niet direct financiële zekerheid.
6.2
Financiële mogelijkheden
Om collectieve beveiliging op bedrijventerreinen te organiseren heeft men inkomsten nodig. Het vergaren van de inkomsten kan op verschillende manieren. Deze manieren zijn hieronder weergegeven.
6.2.1
Financiering door contributie van vrijwillige leden
Financiering door middel van contributie van leden is de manier waarop de SBB op dit moment haar inkomsten verkrijgt. Ondernemers die lid zijn van de SBB betalen maandelijks een bepaald bedrag als contributie. De SBB kan dit bedrag gebruiken om de collectieve beveiliging te organiseren.
35
Voordeel van deze manier van financiering is dat het relatief makkelijk te realiseren is. Het betalen van contributie is politiek goed te verantwoorden en bovendien kan er een eerlijke betalingsverdeling gemaakt worden door middel van categorieën (op basis van bedrijfsgrootte en bestaande risico’s). Het nadeel van financiering door middel van contributie van vrijwillige leden is het feit dat ondernemers vrij zijn in de keuze om lid te worden. Niet iedere ondernemer zal deelnemen, en daardoor loopt het collectieve orgaan inkomsten mis. Daarnaast komt ook het fenomeen freeriders hier weer bij kijken. Daarbij komt ook nog eens dat het relatief makkelijk is om te stoppen met het betalen van contributie. Men is namelijk vrij om te besluiten of men lid wil blijven. Momenteel heeft de SBB veel last van bedrijven die het lidmaatschap opzeggen, met name door de financiële crisis. Potentieel is financiering door middel van contributie van vrijwillige leden de gemakkelijkste manier om financiering van collectieve beveiliging te organiseren. Een lage bereidheid om mee te doen gecombineerd met het vrijwillige karakter van deze manier van financieren zorgt echter voor problemen.
6.2.2
Verplichting tot deelname aan SBB door gronduitgifte
In sommige gevallen kunnen ondernemers verplicht worden om lid te worden van een collectief orgaan dat collectieve beveiliging op bedrijventerreinen organiseert. De gemeente kan voor nieuwe bedrijventerreinen de grond opkopen en vervolgens betrokken zijn bij de ontwikkeling van de grond. Dit houdt in dat zij algemene gronduitgifte voorwaarden kan stellen, zoals bijvoorbeeld het verplicht deelnemen aan het collectief orgaan (Vereniging van Nederlandse Gemeenten, 2012). Het grootste voordeel hiervan is dat een bedrijf dat zich wil vestigen op dat stuk grond, mee moet doen met het collectief orgaan voor dat bedrijventerrein. Als dit op alle bedrijventerreinen zou kunnen, zou dit betekenen dat iedere ondernemer verplicht is om mee te doen aan het collectief. Daarmee krijgt het collectieve orgaan meer financiële middelen binnen en is er meer zekerheid over de continuïteit. Het nadeel is dat dit alleen mogelijk is op nieuwe bedrijventerreinen en niet op de bestaande bedrijventerreinen. Bij de bestaande bedrijventerreinen heeft de gronduitgifte namelijk al plaatsgevonden en kan dus de eis dat men lid moet worden van het collectief orgaan niet meer toevoegen. Op bestaande bedrijventerreinen kan men middels deze methode de ondernemers niet verplichten om lid te worden. Momenteel is er bij de bedrijventerrein de Brand vanuit de gronduitgifte verplicht om deel te nemen aan de coöperatieve vereniging. Bij bedrijventerreinen Empel-Noord, Empel-Zuid en Treurenburg is vanuit gronduitgifte verplicht om deel te nemen aan ondernemersvereniging en de SBB. Voor de toekomst is het een mogelijke maatregel om nieuwe bedrijventerreinen te beveiligen met behulp van financiering uit de gronduitgifte.
6.2.3
Financiering door belasting
Een van de mogelijkheden om de organisatie van beveiliging op de bedrijventerreinen in 's-Hertogenbosch te financieren, is door een vorm van belasting op te leggen. Voorbeelden hiervan zijn onder andere OZB-belasting en het BIZ-model. Omdat de belastingen in de praktijk moeilijk te realiseren zijn en niet wenselijk zijn voor financiering van beveiliging van bedrijventerreinen in ‘s-Hertogenbosch, worden de verschillende belastingvormen in bijlage 7 verder beschreven.
36
6.3
OBE-maatregelen
Organisatorisch en financieel beleid vormen de basis voor de organisatie van beveiliging op de bedrijventerreinen. De vraag is dan op welke Organisatorisch, Bouwkundige en Elektronische manier men invulling kan geven aan deze beveiliging. Hieronder worden de mogelijke OBE-maatregelen weergegeven.
6.3.1
Surveillance
Collectief surveilleren wil zeggen dat een beveiligingsbedrijf of meerdere beveiligingsbedrijven samen rondrijden en toezicht houden op bepaalde gebieden. Vaak rijden hiervoor beveiligers rond in een auto, die routes rijdt langs de te beveiligen gebieden. Voordeel van surveilleren is dat het vrijwel overal mogelijk is en dat het makkelijk realiseerbaar is. Een ander voordeel is dat beveiligers als zij iets zien meteen in kunnen grijpen en een einde kunnen maken aan een incident. Beveiligers kunnen ook gekoppeld worden aan de alarmopvolging. Als er ergens een alarm afgaat, dan kunnen de surveillerende beveiligers daar meteen op afgaan. Indien er een samenwerking is tussen het beveiligingsbedrijf en politie dan kan het beveiligingsbedrijf ook afgaan op meldingen die van de politie afkomen. Op deze manier zijn de beveiligers sneller ter plaatse en voor meerdere doeleinden inzetbaar. Het nadeel van surveillance is dat de dienst vaak weinig zichtbaar is. Indien meerdere bedrijventerreinen beveiligd moeten worden door middel van de surveillance, dan moet de tijd die de beveiligers hebben ook verdeeld worden over deze bedrijventerreinen. De surveillance kan niet overal tegelijk plaats vinden, en daarom kunnen er op plaatsen waar de surveillance op een bepaald moment niet is, best een incident plaatsvinden. Daarnaast is het ook niet duidelijk of surveillance daadwerkelijk preventieve werking heeft. Hierin spreken partijen elkaar vaak tegen en heeft niemand echt wetenschappelijk bewijs. Enerzijds wordt gezegd dat er een preventieve werking is omdat niemand gaat inbreken als er beveiligers langsrijden, anderzijds denkt men dat criminelen of kwaadwillenden slim genoeg zijn om weg te duiken of op de wacht te gaan staan voor surveillance. De preventieve werking van surveillance is in ieder geval niet overtuigend wetenschappelijk aangetoond of ontkracht. Veel bedrijventerreinen in de regio stappen over op andere beveiligingsmethoden. Tevens is preventie via anti-inbraaktips, alarmsystemen en goede sloten goedkoper en effectiever bij de bestrijding van criminaliteit dan extra agenten of beveiliging op straat. Dat is de conclusie die criminoloog en hoogleraar Jan van Dijk trok nadat hij onderzoek deed naar inbraken (Kas, 2012).
6.3.2
Toegangscontrole
Met toegangscontrole wordt bedoeld dat het niet iedereen zomaar vrij staat om het bedrijventerrein te betreden. Zo kan er bijvoorbeeld een controle plaatsvinden op wie het bedrijventerrein betreedt of kan er op bepaalde tijden een slagboom dicht gaan. Op deze manier kan men reguleren wie of op welke tijden men het bedrijventerrein kan betreden. Deze toegangscontrole kan worden gecombineerd met het cameratoezicht, zodat er bij de in- en uitgangen beelden en registraties worden gemaakt van welke personen en voertuigen het bedrijventerrein betreden. Deze manier van beveiligen lijkt erg effectief.
37
Het nadeel van deze toegangscontrole is dat het bedrijventerrein er al enigszins op ontworpen moet zijn. Zo zijn er in 's-Hertogenbosch enkele bedrijventerreinen met een groot aantal in- en uitgangen. Op deze manier is het bedrijventerrein goed bereikbaar, maar is het lastig om een dergelijke toegangscontrole toe te passen. Doordat bij iedere in- en uitgang toegangscontrole toegepast moet worden, gaan de kosten van deze toegangscontrole omhoog. Daarnaast is het lastiger om meerdere toegangen tegelijk te controleren en reguleren. Daardoor kan toegangscontrole niet effectief op ieder bedrijventerrein worden toegepast.
6.3.3
Crime Prevention Through Environmental Design
Crime Prevention Through Environmental Design, ook bekend als CPTED, staat voor het voorkomen van criminaliteit door het op een juiste manier ontwerpen van de omgeving. Toegepast op bedrijventerreinen betekent dit dat het ontwerp van het bedrijventerrein van invloed kan zijn op de hoeveelheid criminaliteit die er plaats vindt (Luten, 2008). Bij toegangscontrole kwam ter sprake dat de hoeveelheid in- en uitgangen invloed heeft op de vraag of toegangscontrole een passende maatregel is voor beveiliging op bedrijventerreinen. Minder toegangswegen betekent minder toegankelijkheid van het bedrijventerrein maar ook minder wegen om toegangscontrole op te houden en minder vluchtwegen voor kwaadwillende. Op deze manier zijn meer omgevingsfactoren van invloed op de criminaliteit in een gebied. Met CPTED moet bij het ontwerp en de aanleg van een bedrijventerrein al rekening worden gehouden. Men kan dan maatregelen nemen die op een later tijdstip niet of nauwelijks meer mogelijk zijn. CPTED is omdat het bij het ontwerp al meegenomen moet worden geen oplossing voor problemen die nu spelen. Het is wel aan te raden om bij toekomstig te ontwerpen of te veranderen bedrijventerreinen rekening te houden met CPTED en dit in het ontwerp te verwerken.
6.3.4
Cameratoezicht
Cameratoezicht is een manier van beveiligen waar steeds meer bedrijventerreinen gebruik van maken. Grootste voordeel hiervan is dat er continu zicht is op de plaats waar de camera hangt en dat de surveillance door middel van camera’s informatiegerichter te werk kan gaan. Zo kunnen er bijvoorbeeld camera’s opgehangen worden bij de in- en uitgangen van het bedrijventerrein. Met behulp van deze camera’s kunnen de kentekens van passerende auto’s gescand en herkend worden. Aan de hand van een lijst van bijvoorbeeld politie kan bij verdachte kentekens alarm geslagen worden en kunnen surveillanten hier gericht toezicht op houden. Het camerasysteem gecombineerd met opvolging door surveillanten zorgt voor een adequate aanpak van criminaliteit. Voor de collectieve beveiliging in gemeente 's-Hertogenbosch is cameratoezicht moeilijk te realiseren. Naast de juridische beperkingen zoals het proportionaliteit- en subsidiariteitsbeginsel, vormt het draagvlak onder ondernemers tevens een probleem. De camera’s en opvolging moeten vanuit het collectief betaald worden. Aangezien dat de huidige collectieve beveiliging niet genoeg leden en middelen kent om cameratoezicht in te voeren, zijn de verdere juridische beperkingen, voordelen en de nadelen in bijlage 7.1.4 weergegeven.
38
7.
Conclusie en aanbevelingen
In dit rapport wordt verslag gedaan van het onderzoek naar verschillende aspecten van de organisatie van beveiliging van bedrijventerreinen in de gemeente ‘s-Hertogenbosch. In dit onderzoek stond de volgende onderzoeksvraag centraal: “Op welke manier kan de organisatie van de beveiliging van bedrijventerreinen in de gemeente ‘s-Hertogenbosch geoptimaliseerd worden?” Enerzijds is gekeken naar de verschillende partijen die betrokken zijn, waarbij de Stichting Beveiliging Bedrijventerreinen in het bijzonder werd uitgelicht. Er wordt ingegaan op de samenwerking en meningen van de betrokken actoren binnen het krachtenveld. Anderzijds is er gekeken naar de uitkomsten van de enquête onder ondernemers. Daarnaast is er onderzoek gedaan naar criminaliteitscijfers binnen de gemeente ’s-Hertogenbosch, en is bekeken welke mogelijke maatregelen elders zijn genomen. Allereerst zal de conclusie worden weergegeven, daarna worden aanbevelingen gedaan.
7.1
Conclusie
Aan de hand van de belangrijkste resultaten zijn conclusies geformuleerd, die hierna beschreven zullen worden.
-
Surveillance heeft geen bewezen preventieve werking en is geen optimale manier van beveiligen.
Tot dusver werd de collectieve beveiliging ingevuld door middel van surveillance door beveiligers. Hoewel deze vorm van beveiliging makkelijk realiseerbaar en flexibel is, is het niet zichtbaar voor de klanten en betrokken actoren en staat de preventieve werking niet vast. Tevens is preventie door middel van individuele beveiliging effectiever en goedkoper dan surveillance. Partijen waren het er over eens dat deze manier van beveiligen niet optimaal is, maar dat het in ieder geval beter is dan niets.
-
Onveiligheidsgevoelens onder ondernemers zijn beperkt en de criminaliteit op de bedrijventerreinen is laag.
Uit de politiecijfers kan de conclusie getrokken worden dat de criminaliteit de afgelopen jaren gedaald is. De prognose voor 2012 heeft een kleine stijging weergegeven. Gezien over vier jaar heeft volgens deze cijfers iets minder dan 1 op de 3 bedrijven te maken gehad met een incident. Hierbij moet wel rekening gehouden worden met een dark number. Dit zorgt ervoor dat de politiecijfers waarschijnlijk lager zijn dan de daadwerkelijke criminaliteit. Uit de criminaliteitscijfers blijkt dat het niet zo is dat er nooit criminaliteit plaatsvindt op de bedrijventerreinen. Anderzijds is in vergelijking met cijfers uit andere onderzoeken, de criminaliteit op bedrijventerreinen in ‘s-Hertogenbosch laag. Men moet wel rekening houden met het zogenaamde waterbed effect. Dit effect kan ontstaan als het beveiligingsniveau van de bedrijventerreinen in omliggende gemeenten omhoog gaat, en het beveiligingsniveau op bedrijventerreinen in de gemeente ‘s-Hertogenbosch niet of in mindere mate stijgt. De kans bestaat dat in die situatie de criminaliteit zal stijgen. Enkele betrokkenen gaven aan bezorgd te zijn over het veiligheidsgevoel onder ondernemers op de bedrijventerreinen in gemeente ’s-Hertogenbosch. Uit de enquête is gebleken zo’n 37% van de respondenten het gevoel heeft dat zijn of haar bedrijf kwetsbaar is voor criminaliteit. Dit percentage 39
was grotendeels gelijk aan het aantal respondenten dat aan heeft gegeven dat zij te maken hebben gehad met criminaliteit, en is ook vrijwel gelijk aan de politiecijfers. Er kan dus geconcludeerd worden dat er onder de respondenten geen overdreven sterk onveiligheidsgevoel is.
-
In de huidige situatie wordt niet optimaal samengewerkt door betrokken partijen.
Partijen zijn het er over eens dat de informatie-uitwisseling en samenwerking beter kan. Er wordt bijvoorbeeld binnen de SBB niet optimaal gebruik gemaakt van de kracht en kennis van de politie. Momenteel vervult Jan Kort namelijk namens de politie de rol van secretaris binnen de SBB. In deze rol wordt niet optimaal gebruik gemaakt van de kennis en expertise van de politie. Daarnaast zijn de onderlinge partijen het niet eens over de verantwoordelijkheden die zij hebben bij beveiliging van de bedrijventerreinen. Zo vindt de voorzitter van de SBB dat de gemeente meer verantwoordelijkheid moet nemen, terwijl de gemeente van mening is dat zij slechts verantwoordelijk zijn voor de openbare ruimte en de burgemeester verantwoordelijk is voor de openbare orde op de bedrijventerreinen. Over de invulling van deze verantwoordelijkheden zitten zij niet op één lijn. Daarnaast zitten de verschillende partijen niet op één lijn over de uitvoering van de diensten. De voorzitter gaat uit van een preventieve werking van surveillance. De gemeente denkt daar anders over en gelooft niet in de preventieve werking. Deze verschillen van inzicht op het gebied van de uitvoering en verantwoordelijkheden leiden er toe dat op dit moment niet optimaal samengewerkt word door de verschillende partijen.
-
Stichting Beveiliging Bedrijventerreinen ‘s-Hertogenbosch is in zijn huidige vorm overbodig.
De afgelopen jaren is de SBB financieel in de problemen gekomen. De aanwas van nieuwe leden voor de stichting weegt is kleiner dan de terugloop van het aantal leden in de laatste jaren. Hierdoor is de omzet in de afgelopen drie jaar met 25% gedaald. De laatste jaren schommelt het aantal leden van de stichting rond de 200, dit is op de 1320 ondernemers op de bedrijventerreinen die meegenomen zijn in dit onderzoek een percentage van ongeveer 15%. Uit de enquête is gebleken dat 48% van de respondenten niet bekend is met de stichting. Deze feiten geven aanleiding tot de conclusie dat de SBB te weinig leden heeft en onbekend is op de bedrijventerreinen. De vraag en interesse vanuit ondernemers naar collectieve beveiliging is laag en blijkbaar is de marketing die in het verleden is uitgevoerd niet effectief geweest. De lage bekendheid en het relatief lage aantal leden heeft er middels de omzetverlaging voor gezorgd dat de SBB financieel gezien niet meer aan haar statuten kan voldoen. Om deze reden heeft het algemeen bestuur de begroting voor 2013 niet goedgekeurd, en worden voor het jaar 2013 de diensten overgedragen naar Fair. Doordat deze diensten afgestoten zijn, is de SBB alleen nog een overkoepelend platform waarin zij overleggen met veiligheidspartners. Het overleg tussen veiligheidspartners is ook in de toekomst nuttig, het is echter niet nodig om dit in de vorm van een stichting te organiseren. Omdat de diensten overgedragen zijn aan Fair en het overleg niet persé plaats hoeft te vinden via een stichting, is de SBB in zijn huidige vorm overbodig.
7.2
Aanbevelingen
Met de aanbevelingen wordt antwoord gegeven op de centrale onderzoeksvraag: “Op welke manier kan de organisatie van de beveiliging van bedrijventerreinen in de gemeente ‘s-Hertogenbosch geoptimaliseerd worden?” 40
Antwoord op deze vraag is tevens een antwoord op de vraag van de gemeente ’s-Hertogenbosch of zij moeten investeren in de SBB in de huidige vorm. Op basis van de getrokken conclusies is het aanbevolen om niet door te gaan met de huidige vorm van de SBB en wordt aan de gemeente ‘s-Hertogenbosch geadviseerd om hierin niet te investeren. Het toekomstperspectief van de SBB in de huidige vorm wordt namelijk klein geacht. Enerzijds komt dit doordat de diensten al door de SBB zijn afgestoten. Anderzijds brengt de geringe bekendheid, het relatief geringe aantal leden en de totale financiële situatie het risico met zich mee dat de huidige situatie zich gaat herhalen en dat men ook in de toekomst middelen tekort gaat komen. Daarnaast zijn de diensten die de SBB levert niet zichtbaar en is de effectiviteit ervan niet bewezen. De vraag komt naar voren wat de optimalisatie bij deze aanbeveling dan inhoudt en op welke manier er wel beveiligd moet worden. De optimalisatie van de organisatie zit bij deze aanbeveling in het besparen van geld, tijd en energie. De vraag is ook of het in tijden van crisis politiek verantwoord is om geld te investeren in een stichting waarvan de toekomst onzeker is en de nut en de noodzaak betwijfeld wordt. De ondernemers die de afgelopen jaren de kar hebben getrokken, zouden zich af moeten vragen of ze hun tijd en energie niet beter ergens anders in kunnen steken. Blijkbaar sluiten de ambitieuze plannen van deze kartrekkers niet aan bij de beleving van de achterban, namelijk de ondernemers. -
Criminaliteitspreventie middels individuele beveiliging.
Voorzien wordt dat ondernemers individueel voor eigen veiligheid en beveiliging gaan zorgen. Maar liefst 96% van de respondenten van de enquête gaf al aan dat zijn of haar bedrijf zelf maatregelen had genomen op het gebied van beveiliging. Het geld dat ondernemers uitgaven aan collectieve veiligheid kunnen zij nu gebruiken om zelf extra beveiligingsmaatregelen te nemen. Daarnaast kunnen deze ondernemers een gratis veiligheidsscan en subsidie op beveiligingsmaatregelen aanvragen. Met behulp van deze middelen kan het beveiligingsniveau van de individuele bedrijven stijgen. Tevens is er met individuele beveiliging meer maatwerk mogelijk. -
Ondernemersverenigingen zijn het aanspreekpunt.
Aanspreekpunt voor de gemeente zijn de ondernemersverenigingen. Zij vertegenwoordigen de ondernemers in de huidige situatie al op meerdere gebieden en hebben contact met de gemeente. Zij zijn daarmee een aanspreekpunt van de ondernemers voor de gemeente. Daarnaast kan er via deze ondernemersverenigingen ook input komen vanaf de ondernemers naar de gemeente. Op enkele bedrijventerreinen hebben trajecten plaatsgevonden voor het verkrijgen van een Keurmerk Veilig Ondernemen Bedrijventerrein. Mochten ondernemers behoefte hebben aan verdere maatregelen op het bedrijventerrein en aan borging van het veiligheidsniveau, dan kan men samen met de ondernemersvereniging beslissen om een dergelijk traject in te zetten. Wij bevelen de gemeente aan om deze initiatieven te faciliteren en te ondersteunen. -
Monitoring van het criminaliteitsniveau door de gemeente.
Gezien ontwikkelingen in de omgeving, waarbij bedrijventerreinen beter beveiligd worden, lijkt het mogelijk dat er zonder collectieve beveiliging een waterbedeffect plaats kan gaan vinden waarbij de criminaliteit op bedrijventerreinen in ’s-Hertogenbosch stijgt. Het is daarom van belang om de criminaliteit te monitoren en daarnaast actie te ondernemen indien de criminaliteit stijgt. Omdat de gemeente in tegenstelling tot burgers beschikt over criminaliteitscijfers en burgers pas laat beseffen dat de criminaliteit stijgt, is het aanbevolen om de gemeente te laten monitoren. De gemeente monitort door middel van de Integrale Veiligheidsmonitor al jaarlijks het veiligheidsniveau. Het is aan de
41
gemeente aanbevolen vaker te meten dan eens per jaar, en behalve bedrijfsdiefstal ook inbraak, vernieling en overlast te meten.
42
8.
Literatuurlijst
Besselink, L., Emmerik, M., Groenhuijsen, M., Hartlief, T., Kortmann, S., Kratsborn, B., et al. (2012). VNW staats- en bestuursrecht. Den Haag: Sdu Uitgevers. Brabant Wonen. (2012, Januari 6). Boschveld winkelcentrum. Opgeroepen op November 15, 2012, van Brabant Wonen: http://www.brabantwonen.nl/af/uploads/c/512x230s/4/7/boschveldwinkelcentrum-brabantwonen.jpg Centraal Bureau voor de Statistiek. (2012). Integrale Veiligheidsmonitor 2011. Opgeroepen op januari 10, 2012, van Centraal Bureau voor de Statistiek: http://www.cbs.nl/NR/rdonlyres/8E28C12B892B-479E-9CCD-39B9122494A7/0/2012integraleveiligheidsmonitor2011pub.pdf Centrum Criminaliteitspreventie Veiligheid. (2013, Januari). Aanpak veiligheid kleine bedrijven. Opgeroepen op Januari 21, 2013, van Hoe veilig is uw zaak?: http://www.hoeveiligisuwzaak.nl/vkb/ Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid. (2008). Handboek Keurmerk Veilig Ondernemen. Utrecht: Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid. Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid. (2012). Juridische grondslag. Opgeroepen op December 2, 2012, van Het CCV: http://www.hetccv.nl/instrumenten/Cameratoezicht+publiek+privaat/menu4/index Craen, van, M., & Ackaert, J. (2006). De Veiligheidsscan - Instrument voor een lokaal veiligheids- en leefbaarheidsbeleid. Antwerpen - Apeldoorn: Maklu. Gemeente 's-Hertogenbosch. (2012). Digitaal Loket: Onroerendezaakbelasting. Opgeroepen op December 20, 2012, van Gemeente 's-Hertogenbosch: http://www.shertogenbosch.nl/digitaal-loket/producten///onroerendezaakbelastingen/?tx_alternetpdc_pi3%5BaVAC%5D=4795&cHash=aebc957235c7a3cc3d29a 398754aaade#tab-description Gemeente 's-Hertogenbosch. (2012, Januari 1). Gemeentelijke Basisadministratie. 's-Hertogenbosch. Gemeente 's-Hertogenbosch. (2012, Oktober 2). Stad in kaart: 's-Hertogenbosch. Opgeroepen op Januari 10, 2013, van geoportal: http://geoproxy.s-hertogenbosch.nl/apps1/geoportal.html Gemeente 's-Hertogenbosch. (2012). Veiligheidsmonitor 2012. 's-Hertogenbosch: Gemeente 'sHertogenbosch. Gemeente 's-Hertogenbosch. (2012). Vestigen. Opgeroepen op November 15, 2012, van Gemeente 's-Hertogenbosch: http://www.s-hertogenbosch.nl/ondernemer/vestigen/vestigen/ Huijbregts Notarissen . (1994, Oktober 4). Afschrift van oprichting stichting van Stichting Beveiliging Bedrijventerreinen 's-Hertogenbosch en omgeving. 's-Hertogenbosch. IBIS. (2009). Toelichting IBIS begrippen en definities. Opgeroepen op Oktober 1, 2012, van bedrijvenlocaties.nl: http://www.bedrijvenlocaties.nl/publicaties/handleidingen/66839.aspx Kamer van Koophandel. (2011, Maart). Samen investeren in bedrijventerreinen of winkelgebieden. Opgeroepen op December 20, 2012, van Kamer van Koophandel: http://www.kvk.nl/download/KvK_coll_financieren_web_tcm14-268695.pdf Kas, A. (2012, December 8). 'Inbraken voorkom je met goede sloten, niet met agenten'. NRC Handelsblad, p. 4. Keuker, O. (2009). Definitieve versie veiligheidsanalyse. 's-Hertogenbosch: MKB Nederland. Keuker, O. (2012). Plan Van Aanpak na Audit KIWA. 's-Hertogenbosch: MKB Nederland. Luten, I. (2008). Handboek Veilig Ontwerp en Beheer. Bussum: Uitgeverij THOTH. Ministerie van Economische Zaken. (2010, December). Samen de boef de baas. Opgeroepen op Januari 8, 2013, van Rijksoverheid: http://www.rijksoverheid.nl/documenten-enpublicaties/brochures/2010/12/01/samen-de-boef-de-baas.html Opstelten, I. (2011, Mei 2). Brief aan de Voorzilter van de Tweede Kamer. Landelijke prioriteiten politie. Den Haag. Politie. (2012). Politietaken. Opgeroepen op November 2012, 15, van Politie: http://www.politie.nl/onderwerpen/politietaken.html 43
Politie Brabant-Noord. (2012, November 14). Basisvoorziening Handhaving. 's-Hertogenbosch, NoordBrabant. Raad voor het openbaar bestuur. (2011, Januari). Objectieve en subjectieve veiligheid . Opgeroepen op November 19, 2012, van Scribd: http://nl.scribd.com/doc/54472247/13/Objectieve-ensubjectieve-veiligheid SBB. (2012). Bedrijventerreinen. Opgeroepen op November 15, 2012, van Stichting Beveiliging Bedrijventerreinen 's-Hertogenbosch: http://www.sbbdenbosch.nl/content.asp?id=28 SBB. (2012). Begroting voor 2013. 's-Hertogenbosch: SBB. SBB. (2012). Folder 'Samen Sterk'. Opgeroepen op November 14, 2012, van Stichting Beveiliging Bedrijventerreinen 's-Hertogenbosch: http://www.sbbdenbosch.nl/images/upload/sbb/Folder%20compleet.doc SBB. (2012). Gemeente. Opgeroepen op November 15, 2012, van Stichting Beveiliging Bedrijventerreinen 's-Hertogenbosch: http://www.sbbdenbosch.nl/content.asp?id=38 SBB. (2012). Home. Opgeroepen op september 4, 2012, van Stichting Beveiliging Bedrijventerreinen 's-Hertogenbosch: http://www.sbbdenbosch.nl/index.asp SBB. (2012). Toelichting op de begroting 2013. 's-Hertogenbosch: SBB. Stichting Criminee! (2012). Algemeen. Opgeroepen op December 27, 2012, van Stichting Criminee!: http://brabant.criminee.nl/index.php?option=com_content&view=article&id=94&Itemid=166 Stol, W., Rijpma, J., Tielenburg, C., Veenhuysen, H., & Abbas, T. (2008). Basisboek Integrale Veiligheid. Bussum: Coutinho. Terpstra, J., & Kouwenhoven, R. (2004). Samenwerken en netwerken in de lokale veiligheidszorg. Zeist: Kerckebosch. TNS-Nipo. (2011). Monitor Criminaliteit Bedrijfsleven 2010. Opgeroepen op Januari 10, 2013, van WODC: http://wodc.nl/images/volledige-tekst_tcm44-355356.pdf van Schijndel, A., Schreijenberg, A., Homburg, G., & Dekkers, S. (2012, Februari 6). Daders over Cameratoezicht. Opgeroepen op September 20, 2012, van Politie & Wetenschap: http://www.politieenwetenschap.nl/pdf/PK41.pdf van Steden, R. (2007). Moratorium nodig op veiligheidsbranche. Opgeroepen op Januari 15, 2013, van Wiardi Beckman Stichting: http://oud.wbs.nl/uploads/publicaties/steden_ronald_van_moratorium_nodig_op_beveiligingsb ranche_sd2007_6.pdf Vereniging van Nederlandse Gemeenten. (2012). Gronduitgifte. Opgeroepen op Januari 15, 2013, van Vereniging van Nederlandse Gemeenten: http://www.vng.nl/onderwerpenindex/recht/grondzaken/gronduitgifte
44
9.
Lijst van geïnterviewde personen
Martien van den Bouwhuijsen, voorzitter van Stichting Beveiliging Bedrijventerreinen ’s-Hertogenbosch, bouwbedrijf van den Bouwhuijsen BV. Jacques Habraken, projectleider van Stichting Beveiliging Bedrijventerreinen ’s-Hertogenbosch, Habracon. Frank Remmen, algemeen bestuurslid van Stichting Beveiliging Bedrijventerreinen ’s-Hertogenbosch, accountmanager Economische Zaken, Gemeente ‘s-Hertogenbosch. Jan Kort, secretaris van Stichting Beveiliging Bedrijventerreinen ’s-Hertogenbosch, plaatsvervangend districtschef, Politie Brabant-Noord. Huub van de Langerijt, bestuurlijk-juridisch adviseur Openbare Orde en Veiligheid, gemeente ’sHertogenbosch. Bart Venrooij, afdelingshoofd Openbare Orde & Veiligheid, gemeente ’s-Hertogenbosch. Berry Bruekers, accountmanager Economische Zaken, gemeente ’s-Hertogenbosch. Louis Seeuwen, voorzitter van Stichting Beveiliging Bedrijventerreinen Breda, MKB afdeling Breda, eigenaar Kinderdagverblijf de Krokofant. Rob Degreef, bestuurslid Coöperatie Bedrijvenpark De Brand, Degreef & Partner BV. Peter van den Ende, directeur van stichting CRIMINEE!.
45