Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding MUZIEKTHERAPIE ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten Enschede
Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding MUZIEKTHERAPIE voltijd CROHO: 39206
ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten Enschede
Hobéon® Certificering BV Datum: december 2009 Auditteam: G. Stoltenborg L. Vis A. Hensen B. Maris M. Rutten K. Veekmans S. Groote K. Nijs Secretaris R. Stapert
INHOUDSOPGAVE
1. 1.1. 1.2. 1.3. 1.4. 1.5. 1.6. 1.7. 1.8.
INLEIDING Functie van het rapport Bereik van de beoordeling Aanpak Beslisregels Hobéon Certificering Algemeen beeld van de opleiding Muziektherapie Auditteam Deelnemers visitatie Programma visitatie 30 september en 01 oktober 2009
2.
BEVINDINGEN EN BEOORDELING Onderwerp 1: Doelstellingen opleiding Facet 1.1. Domeinspecifieke eisen Facet 1.2. Niveau Bachelor Facet 1.3. Oriëntatie HBO Onderwerp 2: Programma Facet 2.1. Eisen hbo Facet 2.2. Relatie tussen Doelstellingen en Inhoud Programma Facet 2.3. Samenhang programma Facet 2.4. Studielast Facet 2.5. Instroom Facet 2.6. Duur Facet 2.7. Afstemming tussen vormgeving en inhoud Facet 2.8. Beoordeling en Toetsing Onderwerp 3: Inzet van personeel Facet 3.1. Eisen hbo Facet 3.2. Kwantiteit personeel Facet 3.3. Kwaliteit Personeel Onderwerp 4: Voorzieningen Facet 4.1. Materiële voorzieningen Facet 4.2. Studiebegeleiding Onderwerp 5: Interne Kwaliteitszorg Facet 5.1. Evaluatie resultaten Facet 5.2. Maatregelen tot verbetering Facet 5.3. Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld Onderwerp 6: Resultaten Facet 6.1. Gerealiseerd niveau Facet 6.2. Onderwijsrendement
9 9 9 11 12 13 13 15 16 17 18 19 20 22 24 24 25 26 27 27 28 29 29 31 33 34 34 36
3. 3.1.
OORDEELSCHEMA OPLEIDING MUZIEKTHERAPIE Integraal oordeel/ advies aan NVAO
37 38
BIJLAGE I Curricula Vitae auditoren en onafhankelijkheidsverklaringen BIJLAGE II Programma Visitatie 30 september en 01 oktober 2009
1 1 1 1 4 5 7 8 8
1.
INLEIDING
1.1.
Functie van het rapport
Het onderhavige rapport bevat het advies aan de NVAO dat door Hobéon Certificering als Visiterende Beoordelende Instantie is opgesteld ten behoeve van de accreditatie van de in paragraaf 1.2 genoemde hbo bacheloropleiding.
1.2.
Bereik van de beoordeling
ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten, in casu de FaculteitMuziek, verzorgt de opleidingen Muziek, Muziektherapie, Muziektherapie en Muziekprogrammering. Het onderhavige rapport heeft betrekking op
hbo bacheloropleiding Muziektherapie, voltijd
Croho nr. 39206
De basis voor het onderzoek van Hobéon Certificering werd gevormd door Management Review Muziektherapie (juli 2009). Zie voorts 1.3.3.
1.3.
Aanpak
1.3.1. Bij zijn beoordeling van de opleiding is Hobéon Certificering, i.c. het door hem geformeerde auditteam, uitgegaan van het NVAO-“Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs”. Daarin staan de onderwerpen en facetten vermeld waarop een VBI zich bij de beoordeling van een hbo opleiding moet richten. Voorts zijn daarin opgenomen de criteria aan de hand waarvan een VBI moet bepalen of de basiskwaliteit van de betreffende opleiding als voldoende kan worden beoordeeld. 1.3.2. Het auditteam heeft het opleidingsspecifieke referentiekader beoordeeld en vervolgens vastgesteld, dat het in voldoende mate gespecificeerd is en ook passend is voor een opleiding Muziektherapie op hbo-niveau. (Zie onder facet 1.1.: “Domeinspecifieke Eisen”). Het auditteam heeft dit kader in zijn beoordeling betrokken.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Muziektherapie, ArtEZ –december 2009 ⏐ 1
1.3.3. De beoordelingsprocedure van Hobéon Certificering kent twee hoofdmomenten:
Documentanalyse Het gaat hier om een analyse en beoordeling van de door de opleiding aangeleverde schriftelijke informatie:
Management Review 2009 Rapport Toets Nieuwe Opleiding 2005 Programmabeschrijving; Onderwijs- en Examenreglement – OER; De in het kader van de interne sturingscyclus opgeleverde managementrapportages; Onderliggende documentatie betrekking hebbend op bijvoorbeeld: onderwijsbeleid interne organisatie; de (systematiek van) interne kwaliteitszorg en de daarmee samenhangende evaluaties en verbetermaatregelen; (visie op) ontwikkelingen in het beroepenveld; beroeps- en opleidingsprofielen; (validatie) eindkwalificaties; curriculumontwikkeling en - actualisering; didactisch concept en werkvormen; toetsing en beoordeling; kwantitatief en kwalitatief personeelsbeleid; externe relaties / alumni; internationalisering; instroombeleid; studiebegeleiding; rendement.
De documentatie is Hobéon Certificering ter beschikking gesteld via het digitale documentbeheersysteem DigOport van ArtEZ en via additionele schriftelijke informatie. Op basis van deze door de opleiding aangeleverde documentatie, heeft het auditteam zich een beeld kunnen vormen van de primaire en secundaire processen van de opleiding. Het auditteam heeft dit beeld getoetst aan zaken als: ambitieniveau, toekomstgerichtheid, innovatief vermogen, kwaliteitsbewaking via interne en externe evaluatie, werkveldrelevantie, resultaatgerichtheid, continuïteit, studenten- en docentenbelangen. Voorafgaand aan de visitatie (zie hieronder) werd het management van de opleiding op de hoogte gesteld van de voorlopige bevindingen van het auditteam op basis van zijn documentanalyse.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Muziektherapie, ArtEZ –december 2009 ⏐ 2
Audit De audit was gericht op een actieve ‘controle’ door middel van een tweedaagse visitatie, uitgevoerd door een auditteam waarvan deel uitmaakten vijf externe onafhankelijke deskundigen op het gebied van Muziek, Muziektherapie en Muziektherapie1, twee studenten uit verwante opleidingen, één lead auditor vanuit Hobéon Certificering en één auditor / onderwijsdeskundige, eveneens vanuit Hobéon Certificering. Laatstgenoemde trad ook op als secretaris. Onder ‘controle’ moet hier worden verstaan dat het auditteam op verschillende niveaus (management, coördinatie, examencommissie, docenten, studenten, staf) heeft getoetst (i) of de in de documentatie beschreven beleidsvoornemens en de daaraan gerelateerde uitvoeringsprocessen zijn geïmplementeerd en (ii) of de overige in de documentatie vervatte informatie verifieerbaar is. Deze verificatie door het auditteam geschiedde enerzijds door hetzelfde onderwerp meerdere malen en met verschillende geledingen te bespreken en anderzijds aan de hand van additionele (tijdens de visitatie verstrekte) documentatie en -daar waar het de ruimtelijke en materiële voorzieningen betreft- ook door eigen waarneming. Hieronder volgen enkele voorbeelden van de door het auditteam tijdens en/of onmiddellijk na de visitatie geraadpleegde additionele documentatie:
overzicht van de samenstelling van de werkveld-gremia waarmee de opleiding overleg voert; verslagen van bijeenkomsten met het werkveld; overzicht CV’s van (gast)docenten; netwerkoverzicht docenten; verslagen van de functioneringsgesprekken met docenten; verslagen van docentevaluaties; verslagen van studievoortgangsgesprekken met studenten; detailbeschrijving van modules; portfolio’s van studenten en de (schriftelijke weergave van de) beoordeling daarvan door docenten; afstudeerwerkstukken; literatuurlijst.
Aldus had Hobéon Certificering voldoende instrumenten om zich op de hoogte te stellen van doelstelling, inhoud, opzet, uitvoering en resultaten van het opleidingsprogramma en van de daarmee samenhangende personele, organisatorische, materiële en ruimtelijke voorzieningen. Hobéon Certificering heeft alle in het NVAO-Accreditatiekader vermelde facetten beoordeeld, op basis waarvan een samenvattend oordeel per onderwerp is gegeven. Het voorliggend rapport is de weergave van het oordeel van Hobéon Certificering met daarbij de gronden waarop dat oordeel is gebaseerd.
1
Visitatie heeft plaatsgevonden op 30 september en 01 oktober 2009. Tijdens deze visitatie zijn ook de hbo
bacheloropleidingen Muziek (Arnhem, Enschede, Zwolle) en Muziektherapie (Enschede, Zwolle) beoordeeld. De bevindingen van het auditteam m.b.t. de hbo bacheloropleidingen Muziek en Muziektherapie zijn neergelegd in afzonderlijk rapporten.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Muziektherapie, ArtEZ –december 2009 ⏐ 3
1.4.
Beslisregels Hobéon Certificering
Volgens de NVAO-Beslisregels Accreditatie kan een onderwerp slechts ‘onvoldoende’ of ‘voldoende’ scoren. Een facet kan evenwel, volgens diezelfde regels, ‘onvoldoende’, ‘voldoende’, ‘goed’ of ‘excellent’ scoren. Met dit als uitgangspunt, heeft Hobéon onderstaande beslisregels toegepast. Onderwerp A. Een onderwerp scoort ‘voldoende’, indien alle facetten van dat onderwerp tenminste ‘voldoende’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ en de overige tenminste ‘voldoende’ hebben gescoord, mits een acceptabel verbeterplan beschikbaar is voor het facet met de score ‘onvoldoende’. B. Een onderwerp scoort ‘onvoldoende’, indien één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord en voor dit facet geen acceptabel verbeterplan beschikbaar is. C. Een onderwerp scoort ‘onvoldoende’, indien meer dan één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord, ongeacht of er voor die facetten acceptabele verbeterplannen zijn. Facet D. Binnen de beoordeling van een facet is ruimte voor een eigen afweging van het auditteam: uitvoering/praktijk weegt zwaarder dan beleid/theorie: beter een goed functionerende regeling die slecht is opgeschreven, dan omgekeerd; primaire processen wegen zwaarder dan secundaire. Extra aantekening E. Indien voor een onderwerp een hogere score dan ‘voldoende’ gerechtvaardigd is, wordt dat als ‘extra aantekening’ vermeld en wel met inachtneming van onderstaande regels: een onderwerp krijgt de extra aantekening ‘goed’, indien alle facetten van dat onderwerp ‘goed’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘voldoende’ en de overige facetten ‘goed’ of ‘excellent’ hebben gescoord;2 een onderwerp krijgt de extra aantekening ‘excellent’, indien alle facetten van dat onderwerp ‘excellent’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘goed’ en de overige facetten ‘excellent’ hebben gescoord; een onderwerp krijgt geen extra aantekening, indien één van de facetten van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord.
2
Het NVAO-Accreditatiekader onderscheidt bij onderwerp 2 (“Programma”) acht facetten. Eén ervan betreft de duur van de opleiding. Het daarbij vermelde criterium (240 ECTS) is evenwel geen criterium, maar een wettelijke vereiste waaraan het programma van een hbo bacheloropleiding moet voldoen, wil zij überhaupt in aanmerking kunnen komen voor accreditatie. ‘Duur’ is derhalve van een andere orde dan -bijvoorbeeld‘Kwaliteit personeel’ of ‘Onderwijsrendement’. Bij de beslissing of het onderwerp “Programma” een extra aantekening ‘goed’ dan wel ‘excellent’ verdient, wordt het facet ‘Duur’ dan ook buiten beschouwing gelaten.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Muziektherapie, ArtEZ –december 2009 ⏐ 4
1.5.
Algemeen beeld van de opleiding Muziektherapie
De opleiding Muziektherapie Muziektherapie is het klinisch en op wetenschappelijk of praktijkgericht onderzoek gebouwde gebruik van muzikale interventies om individuele doelstellingen te verwezenlijken van verandering, ontwikkeling, stabilisatie of acceptatie op emotioneel, gedragsmatig, cognitief, sociaal of lichamelijk gebied vanuit een therapeutische relatie door een professional, die een erkende muziektherapie opleiding heeft afgerond. Dit vraagt van een muziektherapeut dat hij kan functioneren als musicus en therapeut, vaardig is op deze beide gebieden en in staat is zichzelf te blijven ontwikkelen op beide gebieden. De vierjarige fulltime muziektherapieopleiding aan het ArtEZ conservatorium te Enschede is een opleiding tot “musicus die zijn muzikale competenties toepast in een therapeutische setting”. De opleiding is erop gericht om de student aan het eind van de opleiding deze beide competenties op minimaal voldoende niveau te laten beheersen. Kenmerkend voor de opleiding is dat zij sterk muzikaal en werkveldgericht is. Dit impliceert het essentiële belang van het zijn van een ‘allround’ musicus: een goede muziektherapeut moet in staat zijn om zowel improviserend als muzikaal begeleidend op een grote verscheidenheid aan instrumenten, alsook via het hanteren van gecomponeerde of overgeleverde ‘muziek door de eeuwen en culturen heen’ cliënten te helpen bij herstel, behoud en ontwikkeling. Tijdens de lessen wordt het muziektherapeutische handelen geanalyseerd aan de hand van de stappen volgens het methodisch model (probleemidentificatie, doelstelling, interventie, toepassen, resultaat observeren/registreren, evalueren en herhalen). Binnen de opleiding wordt gewerkt vanuit algemene (psychotherapeutische) kaders en actuele methodieken. Er wordt onder meer ingegaan op muziektherapeutische behandeling van mensen met psych(iatr)ische stoornissen zoals bijvoorbeeld schizofrenie en depressie en de muziektherapeutische begeleiding van mensen met autisme, verstandelijke en lichamelijke handicaps. Naast de sterk muzikaal gerichte aard van de opleiding ligt er ook een zwaar accent op het wetenschappelijke en professionaliserende karakter. De wetenschappelijke inslag komt tot uitdrukking in zelfstandige bestudering van de internationale literatuur, resultaten van wetenschappelijk onderzoek en in de inhoud en omvang van de eindproduct. Professionalisering houdt in: de voorbereiding op de praktische, organisatorische, zakelijke en coöperatieve aspecten van het toekomstige beroep Toets Nieuwe Opleiding – 2005 Naar aanleiding van de beoordeling Toets Nieuwe Opleidingen in 2005 is de opbouw van het curriculum gewijzigd. Het auditteam constateert, dat thans (i) in een vroeger stadium sprake is van een confrontatie met het daadwerkelijke beroep, (ii) de eerste twee studiejaren een verminderde studiebelasting kennen en (iii) de muziektherapiestage vanaf 2011 parttime zal zijn, zodat er meer ruimte zal zijn voor lesstof en terugkoppeling van ervaring naar theorie binnen de opleiding. Sinds augustus 2008 is de opleiding muziektherapie begonnen met de implementatie van dit nieuw programma. Zie voor een nadere uitwerking: Hoofdstuk 2 ‘Bevindingen en Beoordeling’. Algemeen beeld Het algemeen beeld van het auditteam is, dat het hier gaat om een opleiding Muziektherapie, die afgestudeerden aflevert die ontegenzeggelijk op bachelorniveau gekwalificeerd zijn en goed op hun beroepsuitoefening zijn voorbereid: als musicus die zijn muzikale vaardigheden op systematische, therapeutische en doelgerichte wijze kan toepassen.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Muziektherapie, ArtEZ –december 2009 ⏐ 5
Oordeel per Onderwerp Doelstellingen opleiding Het auditteam beoordeelt alle facetten van dit onderwerp positief. Het oordeel over dit onderwerp is dan ook ‘voldoende’. De doelstellingen zijn, naar het oordeel van het auditteam, werkvelddekkend zowel qua aard als qua niveau. Anders gezegd, de eisen die het (internationale) werkveld articuleert in het beroepsprofiel, zijn in de doelstellingen zichtbaar gemaakt als eindkwalificaties die voorts vanuit onderwijskundige optiek vertaald zijn in opleidingsdoelstellingen en wel zodanig concreet dat zij inderdaad richting kunnen geven aan de programmatische opbouw en inhoud van de opleiding. Programma Het auditteam beoordeelt alle facetten van dit onderwerp positief. Het oordeel over dit onderwerp is dan ook ‘voldoende’. Inhoudelijk en in termen van competenties is het programma veeleisend. In dat opzicht komt het overeen met het hoge niveau van de doelstellingen. Iets wat ook zichtbaar wordt in bijvoorbeeld de sterke interactie met de beroepspraktijk, de grote aandacht voor de ontwikkeling van onderzoeksvaardigheden, de balans tussen (integratie van) muzikale vorming en therapeutische scholing en de zorgvuldige wijze van toetsen en beoordelen. Inzet van personeel Het auditteam beoordeelt alle facetten van dit onderwerp positief. Het oordeel over dit onderwerp is dan ook ‘voldoende’. De kwaliteit van het docentencorps is hoog. Wat vakkennis betreft en wat betreft kennis van het beroepenveld (het overgrote deel van het corps is ook werkzaam in de beroepspraktijk). Nog belangrijker evenwel is de vaststelling, dat de docenten hun (kennis en) werkervaring actief en systematisch binnen de opleiding brengen. Dit heeft niet alleen een zeer positief effect op het programma als zodanig, maar ook en vooral op het opleidingsproces: voor studenten betekent interactie met docenten een interactie met ervaren beroepsbeoefenaren. Voorzieningen Het auditteam beoordeelt alle facetten van dit onderwerp positief. Het oordeel over dit onderwerp is dan ook ‘voldoende’. De huisvesting (Enschede) en de materiële voorzieningen zijn ruimschoots toereikend om het programma van de opleiding Muziektherapie te realiseren. De mediatheek is zeer wel voorzien en van hoge kwaliteit, als zelfstandige informatiebron (brede en diepe collectie) en als toegang tot externe bronnen. De studiebegeleiding vindt gestructureerd plaats via een scala aan voorzieningen met duidelijke doelstellingen die verband houden met studievoortgangsbewaking & -bevordering en met het ontwikkelen van professionele competenties. Interne kwaliteitszorg Het auditteam beoordeelt alle facetten van dit onderwerp positief. Het oordeel over dit onderwerp is dan ook ‘voldoende’. Het door de opleiding Muziektherapie gehanteerde kwaliteitszorgsysteem is goed en uitvoerig gedocumenteerd. De implementatie van het systeem vindt controleerbaar plaats via op ArtEZ-niveau vastgelegde procedures. De opleiding Muziektherapie betrekt op systematische wijze interne en externe partijen bij haar evaluaties. Evaluaties die aantoonbaar leiden tot verbetermaatregelen. Resultaten Het auditteam beoordeelt alle facetten van dit onderwerp positief. Het oordeel over dit onderwerp is dan ook ‘voldoende’. De informatie vanuit het beroepenveld (werkveldcommissie, overige experts) laat zien, dat het afnemende werkveld het gerealiseerde niveau als goed beschouwt in relatie tot de eisen die de praktijk stelt aan de competenties van een beginnend muziektherapeut. Het auditteam heeft (at random) een aantal scripties ingezien. Ook het oordeel daarover is positief. De thematiek is actueel voor de muziektherapie en de benadering persoonlijk en gedegen.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Muziektherapie, ArtEZ –december 2009 ⏐ 6
1.6.
Auditteam
Het auditteam was als volgt samengesteld: Panelleden
expertise
expertise
expertise
expertise
expertise
- audit
- onderwijs
- werkveld
- vak
- student
- kwaliteitzorg Voorzitter
x
x
G.Stoltenborg Expert
x
x
x
x
x
x
x
x
x
L. Vis Expert A. Hensen Expert B. Maris Expert
x
x
x
M. Rutten Expert
x
x
x
K. Veekmans Student
x
S. Groote Student
x
K, Nijs Secretaris
x
x
R. Stapert
Bij het samenstellen van het auditteam heeft Hobéon Certificering er zorg voor gedragen, dat de voor de beoordeling van de opleiding noodzakelijke expertise aanwezig is. Expertise met betrekking tot de onderwijskundige aspecten (i.c. het primaire proces, de ondersteunende processen en de organisatorische context) en expertise met betrekking tot de inhoudelijke aspecten (i.c. het programma in relatie tot het specifieke domein). Hans Stoltenborg, werkt op onderwerpen als marktonderzoek (deels samen met TNS NIPO), ontwikkeling van nieuwe opleidingen, competentiegericht leren, kwaliteitszorg en accreditatie. Ook voert hij het projectmanagement van innovatieprojecten en is hij betrokken bij internationale onderwijsprojecten. Zie voor beknopt CV de Bijlage. Lucas Vis, doceert aan het Conservatorium van Amsterdam, waarvan hij van 1998 tot 2005 artistiek directeur was, orkestdirectie, evenals aan het Koninklijk Conservatorium te Den Haag. Lucas Vis dirigeert met grote regelmaat de orkesten van de verschillende Duitse radiostations in Keulen, Frankfurt, Stuttgart, München en Berlijn. Zie voor beknopt CV de Bijlage. Ageeth Hensen, sinds 2007 voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Muziektherapie, heeft een jarenlange ervaring als muziektherapeute. Bij de Dagopvang voor Ouderen te Wageningen (1990- 19992), Bartiméushage te Doorn(1990-1995), Stichting De Driestroom te Elst (1991-2008) en Novadic-Kentron te Breda (2009 – heden). Zie voor beknopt CV de Bijlage. Bart Maris is at present guest-teacher at the Ghent Conservatorium, for the class of improvised music, and jazz-trumpet. He won zamu-award best Belgium musician in 1999 and was nominated in 2006 for the Paul Ackett-award at North-sea Jazzfestival (before named Birdtrophee). His experience as musician and performer is extensive. Zie voor beknopt CV de Bijlage.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Muziektherapie, ArtEZ –december 2009 ⏐ 7
Marc Rutten, heeft grote ervaring in het onderwijs (Hogeschool Zuyd). Als tutor (faculteit Social Studies, 1997 – 2001), stagecoördinator en -begeleider (Conservatorium, 1997-2001), docent vakdidactiek (Conservatorium, 1997 – 2000), als docent Poppracticum en Popgeschiedenis, docent methodiek OMB (1997 – heden), afdelingshoofd opleiding Muziektherapie, 2002 – heden), stafmedewerker algehele besluitvorming en beleid, (2003 – heden). Zie voor beknopt CV de Bijlage. Katia Veekmans, is sinds 1994 verbonden als docent piano aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel. Tevens is zij docent piano aan de Faculteit Muziek van Utrecht en de Hogeschool Zuyd van Maastricht. Zij zetelt regelmatig als jurylid in nationale en internationale pianowedstrijden en geeft vele internationale Master Classes voor piano in binnen- en buitenland. Zie voor beknopt CV de Bijlage. Sophie Groote is student Muziek (3e jaars - altviool) – Koninklijk Conservatorium Den Haag. Kim Nijs is student Muziektherapie (3e jaars) – Codarts Hogeschool voor de Kunsten Rotterdam. Robert Stapert is werkzaam in het kader van accreditatieonderzoeken die door Hobéon Certificering worden uitgevoerd. Daarnaast is hij intensief betrokken bij de beoordeling van EVC aanbieders. Ten slotte was hij tot voor kort werkzaam als interim coördinator “Interne kwaliteitszorg” bij twee hogescholen die buiten de accreditatieonderzoeken van Hobéon Certificering vallen. Voor de curricula vitae: zie Bijlage I.
1.7.
Deelnemers visitatie
Het auditteam heeft tijdens de visitatie gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers vanuit de verschillende geledingen van de opleiding: management, coördinatoren, docenten, studenten en staf. Voor een volledig overzicht van de deelnemers aan de visitatie: zie Bijlage II.
1.8.
Programma visitatie 30 september en 01 oktober 2009
Zie Bijlage II.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Muziektherapie, ArtEZ –december 2009 ⏐ 8
2.
BEVINDINGEN EN BEOORDELING
Onderwerp 1: Doelstellingen opleiding Drie facetten: 1. domeinspecifieke eisen; 2. niveau bachelor; 3. oriëntatie hbo. Facet 1.1. Domeinspecifieke eisen Criterium Het facet ‘Domeinspecifieke eisen’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Sluiten de eindkwalificaties van de opleiding aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk)?
Oordeel: goed Inleiding De opleiding muziektherapie is sinds 2006 een zelfstandige opleiding binnen het ArtEZ conservatorium en de enige muziektherapieopleiding in Nederland. Ze heeft momenteel 46 studenten over 4 jaar verspreid, die na afronding van de opleiding de titel Bachelor of Music Therapy (BMTh) verwerven. De muziektherapieopleiding leidt op voor beginnend beroepsbeoefenaar. Dit zijn muziektherapeuten die binnen een instelling zelfstandig muziektherapie kunnen verzorgen voor diverse cliënten. Zowel groeps- als individuele therapieën en in nauw overleg met een BIG-geregistreerd beroepsbeoefenaar (als psychiater, GZ-psycholoog). De opleiding Muziektherapie biedt direct toegang tot de Master Studiengang Muziektherapie aan de Universiteit van Münster. Ook voldoet de opleiding (als enige in Nederland) aan de voorgestelde domein specifieke competenties om afgestudeerden na 2 jaar werkervaring toe te kunnen laten als Graduate member van het Europese Muziektherapie Register. Competenties De opleiding heeft eigen opleidingscompetenties ontwikkeld in mei 2004. De opleidingscompetenties en het daarbij behorende curriculum zijn ontwikkeld naar het model van de internationaal gangbare opleidingscompetenties; in overleg met de beroepenveldcommissie en de jarenlange praktijkervaring van de hoofdvakdocenten. Deze opleidingscompetenties zijn verder gebaseerd op de Dublin- en HBO- descriptoren, opleidingscompetenties Opleiding Docent Muziek, opleidingscompetenties Creatieve Therapie (CT) en het beroepsprofiel van de vaktherapeut en de muziektherapeut, zoals geformuleerd door de Federatie Vaktherapeutische Beroepen (FVB) en de Nederlandse Vereniging voor MuziekTherapie (NVvMT). Actualisering De opleidingscompetenties muziektherapie bestaan uit 16 hoofdcompetenties die weer onderverdeeld zijn in een aantal subonderdelen. Deze zijn geaccordeerd door de beroepenveldcommissie. De subonderdelen van de opleidingscompetenties worden jaarlijks aangepast n.a.v. de ervaringen van docenten, studenten en werkveldontwikkelingen zoals geconstateerd tijdens werk, stages en studiedagen. Vervolgens worden alle (subonderdelen van de) opleidingscompetenties iedere vijf jaar voorgelegd aan de beroepenveldcommissie (laatste keer 22 april 2009). Doelstellingen 1. Creërend vermogen: De beginnend muziektherapeut bezit het vermogen om muzikaal artistieke ideeën om te zetten in muziek, improvisaties, producten of therapeutische interventies 2. Visie: De beginnend muziektherapeut bezit het vermogen om opvattingen en overtuigingen op het eigen vakgebied te verwerven, te ontwikkelen en zichtbaar te maken in het eigen werkveld. 3. Vermogen tot samenwerking: De beginnend muziektherapeut bezit het vermogen om vanuit zijn eigen specifieke expertise multidisciplinair samen te werken.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Muziektherapie, ArtEZ –december 2009 ⏐ 9
4. Communicatief vermogen: De beginnend muziektherapeut bezit het vermogen om zijn visie en handelen in woord en geschrift over te brengen, af te stemmen en te verantwoorden. 5. Ambachtelijk vermogen: De beginnend muziektherapeut bezit het vermogen om een breed scala aan instrumentele en ambachtelijke kennis en vaardigheden efficiënt en effectief toe te passen in de beroepspraktijk. 6. Ondernemerschap: De beginnend muziektherapeut bezit het vermogen om zelfstandig vorm te geven aan een professioneel bestaan binnen de beroepspraktijk. 7. Omgevingsgerichtheid: De beginnend muziektherapeut bezit het vermogen om relevante ontwikkelingen te signaleren, met eigen ervaringen te verbinden en te integreren in de beroepspraktijk. 8. Lerend vermogen: De beginnend muziektherapeut bezit het vermogen om te leren, en zich blijvend (muzikaal) te ontwikkelen. 9. Reflectief vermogen: De beginnend muziektherapeut bezit het vermogen om te reflecteren op het eigen handelen om tot betere prestaties te komen. 10. Innovatief vermogen: De beginnend muziektherapeut bezit het vermogen om veranderingen in de maatschappij te signaleren, te onderzoeken en de resultaten hiervan te vertalen naar het eigen musiceren en beroepsperspectief. 11. (Ped)agogisch vermogen en attitude: De beginnend muziektherapeut bezit het vermogen om een veilige en stimulerende therapieomgeving te scheppen, vanuit zijn persoon en deskundigheid, aangepast aan zijn cliënten/doelgroep. 12. Organisatorisch vermogen: De beginnend muziektherapeut bezit het vermogen om te organiseren. 13. Initiërend vermogen: De beginnend muziektherapeut bezit het vermogen om de muziektherapie en behandeling te initiëren vanuit een muzikale, muziektherapeutische en psychologische visie. 14. Diagnosticerend vermogen: De beginnend muziektherapeut bezit het vermogen om vanuit de muziek en het musiceren een muziektherapeutische diagnose te stellen en deze aan derden te verklaren en toe te lichten. 15. Therapeutisch vermogen: De beginnend muziektherapeut bezit het vermogen om de muziektherapie en behandeling door te voeren en bij te stellen vanuit een muzikale, muziektherapeutische en psychologische visie. 16. Evaluerend vermogen: De beginnend muziektherapeut bezit het vermogen om de muziektherapie en behandeling te evalueren en af te ronden, vanuit een muzikale, muziektherapeutische en psychologische visie. Samenvattend De doelstellingen reflecteren de eisen van het beroepenveld, worden periodiek geëvalueerd / geactualiseerd en zijn zodanig concreet dat zij inderdaad richtinggevend kunnen zijn voor het programma. Positief vindt het auditteam voorts, dat de opleiding in haar doelstellingen geen holle internationale frasen heeft opgenomen. Dat strookt ook met haar ambities: professionals opleiden die een belangrijke impuls kunnen geven aan de muziektherapie in Nederland. Anders gezegd, de doelstellingen zijn werkveld relevant, onderwijskundig verantwoord en geloofwaardig. Reden voor het auditteam dit facet als ‘goed’ te kwalificeren.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Muziektherapie, ArtEZ –december 2009 ⏐ 10
Facet 1.2. Niveau Bachelor Criterium Het facet ‘Niveau Bachelor’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Sluiten de eindkwalificaties van de opleiding aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een Bachelor?
Oordeel: goed Eindkwalificaties heeft de opleiding gekoppeld aan de Dublin Descriptoren en wel als volgt: Kennis
Toepassen
Oordeels-
Communicatie
Leer-
en
kennis en
vorming
inzicht
inzicht
XX
XX
XX
XX
XX
XX
XX
XX
XX
XX
XX
XX
XX
XX
XX
XX
XX
XX
XX
vaardigheden
Opleidingscompetenties Muziektherapie 1. Creërend vermogen 2. Visie
XX
3. Vermogen tot samenwerking 4. Communicatief vermogen
XX
5. Ambachtelijk vermogen
XX
6. Ondernemerschap
XX XX
7. Omgevingsgerichtheid
XX
XX
XX
8. Lerend vermogen
XX
XX
XX XX
XX
9. Reflectief vermogen
XX
XX
10. Innovatief vermogen
XX
XX
XX
XX
XX
XX
XX
11. (Ped)agogisch vermogen
XX
en attitude 12. Organisatorisch vermogen 13. Initiërend vermogen
XX
14. Diagnosticerend vermogen
XX
XX
XX
XX
XX
XX
XX
XX
XX
XX
XX
XX
15. Therapeutisch vermogen
XX
XX
XX
XX
XX
16. Evaluerend vermogen
XX
XX
XX
XX
XX
Kennis en inzicht: de muzikale kennis en vaardigheden van de studenten op zang, piano, slagwerk, popinstrumentarium, zowel van gecomponeerde als geïmproviseerde muziek als op het eigen instrument wordt verder verdiept. Zij krijgen een gedegen muziektheoretische basis van muziektheorie en muziekgeschiedenis, passend bij de vaardigheden van een improviserend musicus. Toepassen kennis en inzicht: de verworven kennis wordt aan de orde gesteld in practica binnen diverse vakken als methodiek, zelfervaring, studiegroep en via verschillende stages verweven door alle jaren. Oordeelsvorming: oordeelsvorming staat centraal binnen onder meer de vakken gezondheidsleer en theorie muziektherapie, en binnen de studiegroep. Hier worden vaardigheden geleerd om (digitale) bronnen te vinden, deze te beoordelen en te verwerken binnen publicaties en van argumentatie te voorzien. Communicatie: het curriculum kent een opbouw waarin de student in toenemende mate zelfstandig informatie over het vak weet uit te dragen via workshops en presentaties. Leervaardigheden: De opbouw van het curriculum is gekenmerkt door competentie gericht werken, beroepsgerichtheid, internationalisering en stimulering naar steeds zelfstandiger werken.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Muziektherapie, ArtEZ –december 2009 ⏐ 11
De hierboven beschreven dimensies die de H van de hbo-opleiding markeren, zijn overigens reeds in de onder facet 1.1 gepresenteerde eindkwalificaties zichtbaar. Anders gezegd, analyse van de eindkwalificaties van de opleiding laat zien, dat zij qua bereik en complexiteit volledig in overeenstemming zijn met het bereik en de complexiteit waarnaar de Dublin Descriptoren verwijzen. Iets wat vervolgens, zie bij Onderwerp 2, in de programmering van de opleiding wordt geoperationaliseerd.
Facet 1.3. Oriëntatie HBO Criteria Het facet ‘Oriëntatie HBO’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Zijn de eindkwalificaties van de opleiding mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties? Sluiten de eindkwalificaties van de opleiding aan bij het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor de betreffende opleiding vereist of dienstig is?
Oordeel: goed “Oriëntatie HBO” kent twee dimensies. Hoger onderwijs enerzijds, beroepsonderwijs anderzijds. Hoger Onderwijs Het beroepsprofiel en de daarmee samenhangende beroepscompetenties van de opleiding beschrijven een hoog niveau van beroepsuitoefening (zie onder facet 1.1.) en sluiten aantoonbaar aan (zie onder facet 1.2.) bij de beschrijving van het bachelor niveau in de Dublin Descriptoren. Daarmee is aangegeven dat de opleiding gerekend kan worden tot het hoger onderwijs. Het auditteam beoordeelde facet 1.2. reeds als goed. De opleiding heeft de Dublin Descriptoren rechtstreeks in verband gebracht met het programma en met de daarin gehanteerde werkvormen. In de programmabeschrijving wordt dit verband expliciet en inzichtelijk gemaakt. Op deze wijze heeft de opleiding de dimensie hoger onderwijs aantoonbaar in haar programma verankerd. Beroepsonderwijs De competenties van de opleiding zijn geformuleerd in termen van beroepscompetenties die aantoonbaar (zie 1.1) in samenspraak met het beroepenveld zijn opgesteld en door dat beroepenveld (ook internationaal) zijn gevalideerd. Daarmee is op het niveau van opleidingsdoelstellingen de oriëntatie op het werkveld geborgd. Anders gezegd: de opleiding is een beroepsopleiding. Het auditteam beoordeelde facet 1.1. reeds als goed.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Muziektherapie, ArtEZ –december 2009 ⏐ 12
Onderwerp 2: Programma Acht facetten: 1.eisen hbo; 2. relatie tussen doelstellingen en inhoud; 3. samenhang programma; 4. studielast; 5. instroom; 6. duur; 7. afstemming tussen vormgeving en inhoud; 8. beoordeling en toetsing. Facet 2.1. Eisen hbo Criteria Het facet ‘Eisen hbo’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Vindt kennisontwikkeling van studenten plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek? Heeft het programma aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline? Waarborgt het programma de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft het aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk?
Oordeel: goed Inleiding Het curriculum van de opleiding muziektherapie kent vier clusters: ‘muziek domein’, ‘muziektheorie’, ‘muziektherapeutische domein’ en ‘praktijktoetsing’, verdeeld over de vier jaren van de opleiding.
Het muziekdomein omhelst vakken als piano, zang, eigen instrument, muzikale presentaties, slagwerk, popensemble, keuzevakken (zoals gitaar, improvisatie over akkoordenschema’s, latin percussion), piano-improvisatie, stemimprovisatie, koor (conservatorium breed), projectweek improvisatie, ArtEZ- projectweek, enz.
Muziektheorie omhelst analyse, harmonie, solfège, improvisatieanalyse, muziekgeschiedenis, gehoortraining (allemaal vanuit klassiek en pop), algemene muziek leer, liedrepertoire, nietwesterse muziek, musiconomie, enz.
Binnen het muziektherapeutische domein vallen de vakken: methodiek, theorie muziektherapie, gezondheidsleer, zelfervaring, muziektherapie projectweek, professionalisering, studiegroep, enz.
Ieder jaar is daarnaast sprake van een praktijktoetsing in de vorm van stages, oplopend van vooral observerend en muzikaal participerend gedurende 16 weken 1 dagdeel in het eerste jaar, tot min of meer zelfstandig muziektherapie verzorgend binnen een instelling gedurende minimaal 1 dag per week in het vierde studiejaar.
Het HBO-niveau wordt zeker gesteld door kennisontwikkeling via literatuurstudie, praktijk- en onderzoekservaring van hoofdvakdocenten en jaarlijkse uitnodiging van diverse gastdocenten. De opleiding participeert binnen het Landelijk Overleg Opleidingen Creatieve Therapie, binnen KenVak, Kenniskring Kennisontwikkeling Vaktherapieën en de masteropleiding in Arts Therapies. De docenten verbonden aan de opleiding muziektherapie waren nauw betrokken bij de organisatie van het 7th European Music Therapy Congress, 2007 in Nederland in samenwerking met de beroepsverenigingen NVvMT en Stichting Muziektherapie (hoofdorganisator: docent theorie muziektherapie / voorzitter Stichting Muziektherapie: hoofd afdeling muziektherapie). Interactie student en praktijk De opleiding is opgebouwd rond stages en opdrachten (cases, praktijkprojecten, stageopdrachten, enz.) die de actuele ontwikkeling en/of probleemstellingen in het vakgebied reflecteren. Daarnaast voorziet het opleidingsprogramma in werkvormen met behulp waarvan student getraind worden in de vereiste generieke beroepsvaardigheden.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Muziektherapie, ArtEZ –december 2009 ⏐ 13
Stagementoren beoordelen het niveau van de studenten aan het eind van de stage meestal met goede tot zeer goede cijfers. Jaarlijks worden externe muziektherapeuten gecommitteerden voor eindtentamens. Hoofdvakdocenten nemen deel aan KenVaK en docenten en medewerkers van KenVaK geven lezingen en workshops op de opleiding. Via één van de leden van de beroepveldcommissie is een direct contact met de CONO-kamer en de daar belangrijke ontwikkeling geoptimaliseerd. Docenten en praktijk Het afdelingshoofd muziektherapie, de docenten zelfervaring en methodiek muziektherapie zijn werkzaam als praktiserend muziektherapeut. De docent methodiek en theorie muziektherapie promoveren aan de Universiteit van Groningen, beiden op onderzoek naar de effecten van muziektherapie (forensische psychiatrie en dementie). De docenten publiceren met regelmaat in (inter)nationale vaktijdschriften over muziektherapie zowel praktische als theoretische kennis wordt zo wekelijks ingebracht tijdens de lessen. Binnen de Kenniskring Vaktherapie is één van de doelstellingen het bachelor onderwijs te voorzien van kennisproducten op het gebied van vaktherapie. Via deze wijze wordt het onderwijs van actuele kennis voorzien op gebied van muziektherapie en relevante andere beroepen in het domein vaktherapie. Daarnaast is de docent theorie van muziektherapie ook lid van het kernteam van de Masteropleiding Vaktherapie, waar zij lessen verzorgt op het gebied van kwantitatief onderzoek en Evidence Based werken. Het curriculum wordt jaarlijks bijgesteld, na bespreking met de opleidingscommissie, naar aanleiding van tussentijdse vakken/stage-evaluaties, overleg met stagementoren, beroepenveldcommissie, oud-studenten op alumnibijeenkomsten en recente ontwikkelingen. Gastdocenten Tenslotte vindt via het onderwijsprogramma voeding uit de praktijk door regelmatig externe gastdocenten uit te nodigen, die via workshops uitleg geven over hun werkwijze. De opleiding muziektherapie is hierin selectief: alleen gastdocenten worden uitgenodigd die veel beroepservaring hebben. Verder worden zij geselecteerd om te compenseren voor hiaten in het geboden onderwijs: zoals bijvoorbeeld muziektherapie in de ziekenhuiszorg. Literatuur Het auditteam heeft inzage gehad in de literatuur en (andere) studie- en onderzoeksmaterialen die studenten tijdens de opleiding gebruiken. De vakliteratuur is actueel, veelzijdig en van hoog niveau. De studiematerialen zijn aantoonbaar aan de praktijk ontleend. Samenvattend Het auditteam constateert, dat interactie met het beroepenveld een wezenlijk onderdeel is van het programma. Studenten participeren in reële beroepssituaties (stages, muziekproducties), docenten zijn actief in het beroepenveld en brengen hun ervaring (en hun netwerk) binnen de opleiding. Deze beide elementen ‘dragen’ en sturen de opleiding. Reden voor het auditteam dit facet als ‘goed’ te kwalificeren.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Muziektherapie, ArtEZ –december 2009 ⏐ 14
Facet 2.2. Relatie tussen Doelstellingen en Inhoud Programma Criteria Het facet ‘Relatie tussen Doelstellingen en Inhoud Programma’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Is het programma een adequate concretisering van de eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen? Zijn de eindkwalificaties adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma? Biedt de inhoud van het programma studenten de mogelijkheid de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken?
Oordeel: goed Uit de voorhanden documentatie (matrix waarin de relatie tussen eindkwalificaties en doelen is zorgvuldig en concreet is weergegeven, per jaar en per cluster) heeft het auditteam zich op gedetailleerd niveau een beeld kunnen vormen over doelen en inhoud van de opleiding. Duidelijk is, dat de opleiding leerdoelen heeft geformuleerd die telkens herkenbaar aansluiten bij de respectieve opleidingskwalificaties (eindcompetenties) dat zij die leerdoelen per studiejaar en per programmaonderdeel op een transparante wijze heeft uitgewerkt. Transparant voor de studenten, maar ook in die zin, dat zij richtinggevend zijn voor de wijze waarop de opleiding haar studenten toetst. Ook de zwaartepunten (zie facet 1.1.) zijn expliciet en op voorbeeldige wijze in de leerdoelen verwerkt. De opleiding heeft op deze wijze kunnen aantonen, dat alle leerdoelen binnen het programma traceerbaar zijn richting competenties. Tevens heeft de opleiding de competenties, werkvormen en inhoud aan elkaar gerelateerd. De vormgeving van de programmaonderdelen gaat uit van een leeromgeving waarin het leerproces van de student centraal staat en waarbij hij de door hem verworven kennis dient te activeren, wil de student de opdrachten met succes kunnen uitvoeren. Onderdeel van het leerproces is tevens zelfreflectie en zelfregulatie die de student inzicht geven in zijn eigen leerproces en leerstijl. Inhoud en vormgeving van de afzonderlijke programmaonderdelen bieden de student de gelegenheid om de vereiste competenties en doelstellingen te verwerven, de wijze waarop vervolgens de programmaonderdelen in een in complexiteit opklimmende reeks in het totale programma zijn gepositioneerd, maakt het de student mogelijk de competenties en de hiervan afgeleide doelstellingen te verwerven. Samenvattend Het beeld is duidelijk: het programma is een voortreffelijke en zeer transparante concretisering van de eindkwalificaties, en de successieve leerdoelen zijn aantoonbaar afgeleid van die eindkwalificaties.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Muziektherapie, ArtEZ –december 2009 ⏐ 15
Facet 2.3. Samenhang programma Criterium Het facet ‘Samenhang programma’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Is het studieprogramma inhoudelijk samenhangend?
Oordeel: goed De curriculum opbouw gaat van breed (1e jaar) naar specifiek (4e jaar) qua lessen en leerstof. Het eerste studiejaar staat in het teken van oriëntatie op het beroep en de verschillende vaardigheden die dat vraagt. Het twee studiejaar staat in het teken van integratie van de verschillende vakken en de voorbereiding voor de muziektherapiestage. Het derde jaar staat in het teken van verdieping en het leren van de basisvaardigheden van het werken als muziektherapeut. In het vierde jaar krijgt de student ruimte voor professionalisering en specialisering. Per studiejaar zijn doelstellingen geformuleerd die zijn gekoppeld aan de opleidingscompetenties. Doelstellingen van de opleiding zijn verdeeld over de 4 clusters. De clusters bestaan uit verschillende vakken die in onderlinge samenhang werken aan de doelstelling van dat jaar. Daarbij worden een aantal leerlijnen uitgezet. In het eerste studiejaar komen zoveel mogelijk opleidingscompetenties in basale vorm reeds in het programma voor. Deze zijn per vak (en les) weer in doelstellingen onderverdeeld. Ieder jaar komen deze competenties terug, waarbij de student een steeds verdere verdieping, complexiteit en beheersing van de competenties verwerft (concentrisch). Aldus kent het curriculum een consequente verticale opbouw. De horizontale samenhang wordt gerealiseerd doordat de clusters Muziekdomein en Muziektheorie telkens parallel lopen met de domeinen Praktijktoetsing en Muziektherapie. De opleiding heeft dat via een matrix inzichtelijk gemaakt. Samenvattend Naar het oordeel van het auditteam is de relatie tussen de leerdoelen van de programmaonderdelen (en daarbinnen van projecten en/of opdrachten) helder en logisch. Voorts maakt de concentrische opbouw (leerdoelen en opdrachten worden telkens complexer of ruimer) de verticale samenhang tussen de onderscheiden programmaonderdelen manifest.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Muziektherapie, ArtEZ –december 2009 ⏐ 16
Facet 2.4. Studielast Criterium Het facet ‘Studielast’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Is het programma studeerbaar doordat factoren die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren, zoveel mogelijk worden weggenomen?
Oordeel: voldoende Studielast De opleiding Muziektherapie kent veel contacturen en diverse stages en werkveldcontacten gedurende de hele studie. Dit heeft als gevolg dat er ook een relatief hoge studielast is. Die werd in het verleden als (te) zwaar ervaren, hoewel studenten aangaven dat ze deze studiebelasting er graag voor over hadden. Met het nieuwe curriculum is de studiebelasting gewijzigd, zodat de studiedruk beter verspreid ligt over meerdere jaren (naar tevredenheid van de studenten, zo blijkt uit studieloopbaangesprekken). Studenten Muziektherapie zijn vaak zeer gemotiveerde jongen mensen, met liefde voor muziek en een hart voor andere mensen. Zij werken erg hard om hun studie te behalen en ervaren het curriculum als pittig doch haalbaar. Ondanks de studielast is er weinig uitval, omdat de opleiding kan voorselecteren en op meerder manieren werkt aan een effectieve studievoortgang (zoals studieloopbaanbegeleiding, op tijd bekend maken van roosters en tentamenroosters). Jaargroepgesprekken en Studieloopbaan (SLB) gesprekken. Minimaal 1 x per jaar vinden er jaargroepgesprekken plaats waarin ondermeer de studiebelasting besproken wordt. Daarnaast is er tijdens de individuele SLB gesprekken aandacht voor de studielast. Dit laatste is van belang omdat de studielast niet altijd als een op zichzelf staand iets ervaren wordt door studenten. Verschillende factoren kunnen mede een rol spelen, zoals persoonlijke omstandigheden, gezondheid of financiële omstandigheden. Uit de jaargroepgesprekken en SLB gesprekken blijkt dat de studielast de afgelopen 2 jaar niet langer als te hoog wordt ervaren. Samenvattend Ook het auditteam is van mening, dat het programma over het algemeen eerder zwaarder dan lichter is dan de aangegeven studielast in uren. Het effect daarvan wordt nog versterkt doordat studenten sterk de neiging hebben meer te doen dan in het programma is opgenomen. Bovendien -en dat is kenmerkend voor opleidingen in de kunstsector - is het merendeel van de studenten zeer betrokken en ambitieus. Kortom het begrip ‘studielast’ heeft voor de opleidingen een zeer specifieke lading. De last is hoog en studenten accepteren dat. Het is dan ook aan de opleidingen studenten op gezette tijden enigszins af te remmen. Het auditteam heeft geconstateerd, dat de opleiding dat op verantwoorde wijze doet.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Muziektherapie, ArtEZ –december 2009 ⏐ 17
Facet 2.5. Instroom Criterium Het facet ‘Instroom’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Sluit het programma qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: VWO, HAVO, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek?
Oordeel: voldoende Instroomeisen. De aankomend student moet voldoen aan de wettelijke eis en beschikken over een afgeronde vooropleiding HAVO, VWO, MBO-4 of Abitur (Duitse studenten). Hierbij wordt geen specifiek profiel gevraagd. MBO-ers kunnen toegelaten worden, maar struikelen in de praktijk vaak op taalachterstand, doordat vakliteratuur vaak in Nederlands, Duits en Engels is geschreven en problemen met het abstraherend niveau. Er wordt tijdens de studie aan deze studenten dan wel extra studieloopbaanbegeleiding aangeboden, maar dit haalt de achterstand meestal niet weg. Anderstalige studenten moeten voor aanvang van de opleiding een Nederlandse taalcursus doen. Wanneer de student niet over de vereiste vooropleiding beschikt maar toch een voldoende toelatingsniveau heeft op muzikaal/muziektheoretisch gebied, bestaat de mogelijkheid om een aanvullende HBO competentietoets te doen (o.a. de 21+ onderzoek). Naast de wettelijke eis heeft de opleiding ook een toelatingstentamen. Om toegelaten te worden tot de opleiding moet de student over goede muzikale kwaliteiten beschikken. Daarvoor toetst een team bestaand uit (externe) muziektherapeuten en muziekdocenten de aankomend student op technische en uitdrukkingsvaardigheden op het hoofdinstrument. Ook let men op kwaliteit en ontwikkelbaarheid van de stem en het vermogen via geïmproviseerde muziek zich te uiten, aan te passen en initiatief te nemen. Aanvullend wordt gelet op attitude en motivatie. Een muziektheoretische toetsing behoort ook tot de selectieprocedure. Deze sluit aan bij het instroomniveau zoals voor de verschillende afdelingen binnen het conservatorium. Vooropleiding. Wanneer een student nog niet voldoende muziektheoretisch niveau heeft om in te stromen in het propedeusejaar bestaat de mogelijkheid om een vooropleidingsjaar te volgen. In dit jaar volgt de aankomend student lessen in muziektheoretische vakken, lessen op zijn hoofdinstrument en kan al deelnemen aan koorklas, colleges theorie muziektherapie en groepslessen gezondheidsleer. Spoedcursus theorie. De mogelijkheid bestaat om een spoedcursus muziektheorie te volgen, ter voorbereiding op een toelatingsexamen. Deze regeling is speciaal voor die studenten die wel aan de toelatingscriteria voldoen m.b.t. het hoofdvak maar nog onvoldoende niveau hebben op muziektheoriegebied. Samenvattend Het auditteam kwalificeert het facet ‘Instroom’ als voldoende op grond van de hierboven beschreven bevindingen, die het auditteam hier kort samenvat: De opleiding besteedt zorg aan het beoordelen van het kwalificatieniveau van studenten die in aanmerking willen komen voor de opleiding Muziektherapie. Zij doet dat op professionele wijze door meerdere beoordelaars in te schakelen. Een en ander is vastgelegd in eenduidige en relevante (valide) criteria. Belangrijk is voorts de observatie, dat het restrictieve aannamebeleid door de opleidingen wordt gebruikt als een kwaliteitsinstrument. Zowel richting student (geen irreële beloften of voorspellingen) als richting opleiding zelve: de studentenpopulatie is van voldoende niveau.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Muziektherapie, ArtEZ –december 2009 ⏐ 18
Facet 2.6. Duur Criterium Het facet ‘Duur’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium:3 Voldoet de opleiding aan de formele eis (240 EC) m.b.t. de omvang van het curriculum van een HBO bachelor opleiding?
Oordeel: voldoende Het totale aantal studiepunten van de opleiding, zo blijkt uit de programmabeschrijving, bedraagt 240 ec’s. Daarmee voldoet de opleiding aan de formele, kwantitatieve eis die aan HBO bachelor opleidingen wordt gesteld.
3
In feite gaat het hier niet om een criterium, maar om een formele vereiste. Zie de voetnoot bij beslisregel E.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Muziektherapie, ArtEZ –december 2009 ⏐ 19
Facet 2.7. Afstemming tussen vormgeving en inhoud Criteria Het facet ‘Afstemming tussen vormgeving en inhoud’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Is het didactisch concept in lijn met de doelstellingen? Sluiten de werkvormen aan bij het didactisch concept?
Competentiegericht leren. De student werkt via een gericht onderwijs programma en een vrije keuze ruimte aan het verwezenlijken van de opleidingscompetenties; De student wordt opgeleid tot musicus en tot therapeut. Daarbij is er sprake van een aantal verplichte onderdelen, randvoorwaarden om aan de Europese normen te voldoen. In het eerste studiejaar krijgt de student voor zijn oriëntatiestage zijn te leren competenties uitgewerkt. Tijdens de OPMD-stage ontwikkelt de student zijn leerdoelen in directe samenspraak met medestudenten en docent. Voor de muziektherapiestage stelt een student zelf zijn leerdoelen op in een stappenplan in overleg met de stagementor en focust zijn ontwikkeling op deze punten. Daarbij maakt hij uiteraard gebruik van de kaders zoals gegeven binnen de opleidingcompetenties. Voor het praktijkproject in het vierde jaar formuleert en stuurt de student zijn eigen te ontwikkelen competenties, kiest een daarbij passende leeromgeving en stelt de competentie zelfstandig bij. De student leert op deze wijze in 4 jaar eigen competenties te verwoorden, sturen en verwerven. Leren van zelfstandig werken. In eerste instantie ontvangt de student veel begeleiding en sturing tijdens de opleiding. De directe sturing van docenten neemt steeds af, zodat de student meer zelfstandig richting gaat geven aan de praktijk en steeds grotere verantwoordelijkheid hierin draagt. Deze opbouw is duidelijk terug te zien in de 4 jaar. De student begint van een toegewezen stageplek met wekelijkse terugkoppeling op meerdere plekken, via muziektherapiestage met gedeeltelijke terugkoppelingen en stagebezoek naar zelfstandig vormgeven van een praktijkproject, voor zover haalbaar binnen de capaciteiten van een student. De opdrachten worden dus complexer. Beroepsgerichtheid. De student wordt vanaf de eerste studieweek geconfronteerd met de beroepspraktijk. Tijdens de introductieweek verzorgen 4e jaarsstudenten presentaties over hun stagejaar en wordt er een bezoek afgelegd aan een instelling waar een muziektherapeut werkt (zo mogelijk van één van de docenten). In het eerste jaar neemt de student vooral een observerende rol en leert muziek aanbieden als vermaak of activiteit. Via ortho(ped)agogisch werken en muziektherapiestages leert de student zelfstandig het vak vormgeven binnen een instelling. Reflectief leren is gericht op het steeds professioneler functioneren, het reflecteren op de verwerving van beroepscompetenties, op het ‘leren leren’ en op het persoonlijk functioneren. Daarnaast is dit uitgangspunt gericht op ‘het reflecteren’ als competentie. Reflectieve praktijkvoering en ethische reflectie nemen hierbij een centrale plaats in en zijn daarmee onlosmakelijk gekoppeld aan de beroepsgerichtheid. Daarnaast voorziet het opleidingsprogramma in werkvormen met behulp waarvan student getraind worden in de vereiste generieke beroepsvaardigheden. Werkvormen
Begeleiding
Beoordeling
Groepsvorm
Leerlijn
Begeleiding persoonlijke
Studieloopbaan
POP
Individueel
Competentie
leerweg Zelf assessment
begeleider
Het werken aan
Hoofdvakdocenten
Beroepsproducten
competentiegroei via
Muziekdocenten,
Competentieniveau jaargroep /
totstandbrenging van
stagementoren
beroepsproducten a.d.h.v.
gerichtheid Studiegroep/ Individueel
Beroeps gerichtheid en Competentie gerichtheid
studiegroepverslagen, groeps-,
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Muziektherapie, ArtEZ –december 2009 ⏐ 20
individuele lessen, rollenspelen, presentaties, jaarlijks stages, gastdocenten, lezingen, hoor-, werk colleges, interviews, workshops, ensembles, audioen beeldmateriaal uit de praktijk en van zichzelf Reflectieve praktijkvoering,
Methodiek docent,
Terugkoppeling op
Individueel/
Zelfervaring, supervisie,
zelfervaring docent,
alle vormen van
groep
Ethische reflectie, Reflectie op
studieloopbaan
reflectie
leerproces, persoon en beroep
begeleider, supervisor
Studiegroepverslagen,
Student (docenten als
Beroepsproducten
rollenspelen, beeldmateriaal
adviseur te
Competentieniveau jaargroep /
van zichzelf, Praktijkproject,
raadplegen)
Studiegroep/
Reflectief leren
Zelfstandig werken
Individueel
intervisie, eindproduct
Samenvattend Het auditteam kwalificeert het facet ‘Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud’ als goed en wel op basis van de volgende observaties: (i) het didactisch concept maakt het mogelijk de student te sturen en hem/haar de ruimte te bieden tot eigen ontwikkeling. In die zin past het didactisch concept bij de doelstellingen van de opleidingen: opleiden tot professionele muziektherapeuten. (ii) Het didactisch concept leidt tot flexibiliteit in de programmering en tot een grote variëteit in de werk- en interactievormen.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Muziektherapie, ArtEZ –december 2009 ⏐ 21
Facet 2.8. Beoordeling en Toetsing Criterium Het facet ‘Beoordeling en Toetsing’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Wordt door de beoordelingen, toetsingen en examens adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd?
Oordeel: goed De beoordeling en toetsing van de diverse competenties vindt op verschillende manieren plaats. Zo is er een doorlopende toetsing en bijsturing door middel van de verschillende lesopdrachten en speelmomenten (formatieve toetsing), maar ook zijn er formele afsluitende toetsen per semester. Studenten waarderen de variëteit, maar vinden toetsen niet altijd even duidelijk van te voren gespecificeerd voor wat exact getoetst gaat worden. Voorbeelden van toetsvormen per jaar per cluster: Cluster:
Muziektherapeutisch
Jaar:
domein
Muziekdomein
Muziektheorie
Praktijktoetsing
Prope-
Geïntegreerde
Voorzing – en
Individuele
Observatie
deutisch
studiegroep opdracht
speelavond
solfège
opdrachten en
oriëntatie
n.a.v. gegeven casus
voorzingtest
concert of muzikale
jaar
(video van sessie,
activiteiten
intakegesprek, verslag) Tweede
Rollenspelen en
Voorspelen met
Klassikale
verbreding
presentaties over
popensemble
gehoortoets
jaar
specifieke methodes en
Portfolio over OPMD
doelgroepen Derde
Bespreking video’s over
Kunnen toepassen
Analyseren via
Verslaglegging van
hoofd-fase
eigen werkwijze
van verschillende
improvisatie
stageproces
jaar (per
muziekstijlen
analyse methoden
a.d.h.v. opleidings-
2010)
binnen de stage
van stage
competenties
improvisaties Vierde
Samenstellen eigen
Gezamenlijk
speciali-
eindproduct (cd, scriptie,
muzikale
opzetten
satie jaar
video, module,
eindpresentatie
muziektherapie
onderzoek)
n.v.t.
Zelfstandig
plek
Eindtoetsing. De eindtoetsing vindt plaats in jaar 4, aan het eind van het 8e semester, of zoveel eerder/later als voor de individuele student mogelijk is. Deze eindtoetsing bestaat uit een theoretisch, muzikaal en muziektherapeutische/methodisch deel en is deels openbaar en deels een eindtoets achter gesloten deuren. Bij de eindtoetsing is altijd een extern gecommitteerde aanwezig. De extern gecommitteerde is een deskundige uit het werkveld en niet direct betrokken bij de opleiding. Deze beoordeelt de gevolgde procedure en ziet erop toe of het HBO niveau wordt behaald. De extern gecommitteerden zijn tot op heden zeer te spreken over het niveau van de studenten en de afgenomen tentamens. Stage en praktijkervaring. De stages spelen een belangrijke rol in de competentieontwikkeling van de muziektherapiestudent. Gedurende alle stages worden er deelcompetenties getoetst en beoordeeld door zowel de stagementor uit het werkveld als door de stagedocent.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Muziektherapie, ArtEZ –december 2009 ⏐ 22
Samenvattend Het auditteam is van mening dat de opleiding het beoordelen en toetsen zeer zorgvuldig uitvoeren, veelal aan de hand van heldere (en strenge) criteria. De gevarieerde toetsvormen sluiten goed aan bij de werkvormen en de respectieve leerdoelen. De gehanteerde methoden zijn valide en betrouwbaar. Sterk punt vindt het auditteam de frequentie waarin en de wijze waarop studenten tussentijds formatief worden getoetst.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Muziektherapie, ArtEZ –december 2009 ⏐ 23
Onderwerp 3: Inzet van personeel Drie facetten: 1. eisen hbo; 2. kwantiteit personeel; 3. kwaliteit personeel. Facet 3.1. Eisen hbo Criterium Het facet ‘Eisen hbo’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Wordt het onderwijs voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk?
Oordeel: goed Het kernteam van de afdeling muziektherapie bestaat uit het hoofd van de opleiding en vier hoofdvakdocenten (methodiek muziektherapie, theorie muziektherapie,, zelfervaring en gezondheidsleer). De (meeste) kerndocenten van Muziektherapie hebben een sterke link met de praktijk, doordat ze (senior) geregistreerd, praktiserend muziektherapeut zijn en/of werkzaam zijn als onderzoeker in dit beroep. Opname in het beroepsregister is een kwaliteitscriterium vanuit de beroepsvereniging NVvMT / FVB. Alle kerndocenten die werkzaam zijn als muziektherapeut zijn ook geregistreerd. De meeste kerndocenten zijn master opgeleid en als promovendi betrokken bij beroepsgericht onderzoek. Uit de contacten van de docenten worden gastdocenten gerekruteerd voor workshops, gastlessen, projectweken, beroepenveldcommissie , gecommitteerden voor eindtentamen, studiedagen, stagebegeleiding, enz. Daarbij probeert de opleiding zoveel mogelijk geregistreerde muziektherapeuten te contracteren uit binnen- en buitenland en actieve muziektherapeuten die door publicaties en werkervaring een substantiële bijdrage leveren aan (nieuwe) ontwikkelingen binnen het werkveld. De docenten zijn actieve leden binnen de beroepsvereniging NVvMT, Stichting Muziektherapie, Vaktherapiegroep Gelderse Roos, (keynote) sprekers, workshopleiders en (mede)organisatoren van (inter)nationale muziektherapiecongressen. Regelmatig publiceren zij in (inter)nationale tijdschriften en boeken binnen hun eigen vakgebied. Netwerken van deze docenten betreffen verschillende sectoren in de gezondheidszorg (psychiatrie, ouderenzorg, cliënten met een (verstandelijk) handicap, eigen praktijk). Samenvattend Het auditteam kwalificeert het facet ‘Eisen hbo’ als goed en wel vanuit de volgende overwegingen: (i) De huidige praktijk laat zien dat docenten zeer frequent en intensief contacten onderhouden met het werkveld en door middel van deze contacten een concrete verbinding leggen tussen werkveld en programma. Dit geldt a fortiori voor die docenten (het overgrote deel van het docentcorps) die zelf in de beroepspraktijk werkzaam zijn. (ii) De verbinding tussen opleidingsprogramma en werkveld wordt nog eens versterkt doordat de opleiding gebruik maakt van gastdocenten.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Muziektherapie, ArtEZ –december 2009 ⏐ 24
Facet 3.2. Kwantiteit personeel Criterium Het facet ‘Kwantiteit Personeel’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Wordt er voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen?
Oordeel: voldoende De docentformatie is voldoende om het opleidingsprogramma uit te voeren. In totaal is er 3,3 fte toegekend aan onderwijzend personeel voor 46 studenten. Dit komt neer op een ratio 1:14. Dat de opleiding deel uit maakt van het Conservatorium heeft voor het formatiebeleid van de opleiding diverse voordelen: Veel docenten werken bij verschillende opleidingen; dat bevordert de afwisseling in het werk en daarmee de arbeidssatisfactie. Door de schaalgrootte van het Conservatorium is het mogelijk docenten op verschillende, en op specifieke deskundigheidsgebieden in te zetten, ondanks het feit dat de opleiding Muziektherapie zelf vrij gering van omvang is. Door de inbedding in het Conservatorium –en in breder verband de inbedding binnen de ArtEZ Hogescholen- kan de opleiding beschikken over een uitgebreide administratieve en facilitaire ondersteuning (decanen; onderwijsbureau, studieloopbaanadviseurs; media-en ict-adviseurs enz). Samenvattend De huidige omvang van de formatie is voldoende en stelt de opleiding zeer wel in staat het opleidingsprogramma uit te voeren. Gelet op de thans aanwezige deskundigheid van de docenten (zie onder facet 3.1en 3.3.) en gelet op het feit, dat zij doorlopend en zeer gericht bezig met deskundigheidsbevordering is de opleiding bovendien zeer wel in staat de gewenste kwaliteit te leveren.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Muziektherapie, ArtEZ –december 2009 ⏐ 25
Facet 3.3. Kwaliteit Personeel Criterium Het facet ‘Kwaliteit Personeel’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Is het personeel gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma?
Oordeel: goed Het auditteam heeft de CV’s van docenten beoordeeld. Hieruit blijkt dat de docenten hooggeschoold zijn en in het beroepenveld werkzaam zijn. Ook heeft de opleiding het auditteam een lijst met gastdocenten overhandigd. Ook van hen heeft het auditteam de CV’s geraadpleegd. Het auditteam beoordeelt op grond daarvan de expertise en ervaring van deze gastdocenten als positief. Het auditteam heeft geconstateerd, dat de opleiding in haar aannamebeleid kwaliteitseisen stelt aan haar personeel en dan niet alleen in termen van opleiding en scholing (vakkennis, onderwijskundige en/of organisatorische expertise) maar vooral in termen van competenties en werkervaring. Daarbij is het auditteam gebleken dat de opleidingen een sterk accent leggen op het werven van praktijkgeoriënteerde docenten, die naast hun docentschap in de beroepspraktijk werkzaam zijn. Het auditteam acht dit een sterk punt, omdat het juist die docenten zijn die op een ‘natuurlijke’ en vanzelfsprekende wijze actuele expertise en ontwikkelingen binnen het opleidingsprogramma brengen. Het Afdelingshoofd voert in samenwerking met de afdeling Onderwijs & Kwaliteitszorg structurele evaluaties van het onderwijs uit. Resultaten van deze evaluaties worden meegenomen in het gesprek met de docent. Zowel in de officiële functionerings- en beoordelingsgesprekken, als in de informele gesprekken over functioneren en kwaliteit van het onderwijs. Ook is er een scholingbeleid en worden docenten gestimuleerd en ondersteund in het volgen van opleidingen en cursussen ten behoeve van de eigen vakinhoudelijke ontwikkeling. Samenvattend Het auditteam kwalificeert het facet ‘Kwaliteit Personeel’ als goed en wel op grond van de volgende observaties: (i) Qua vakdeskundigheid en inzicht in de werkveldontwikkelingen zijn de docenten ruim voldoende geëquipeerd om de opleiding op een hoog niveau te verzorgen. (ii) Bijna alle docenten zijn actief werkzaam in het werkveld en brengen hun expertise consequent en voortdurend binnen het programma. (iii) Het zorgvuldig opgezette aannamebeleid en de functioneringsgesprekken (die ook tot het definiëren van scholingsbehoeften leiden) zijn belangrijke instrumenten om de didactische kwaliteit van het docentencorps te borgen.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Muziektherapie, ArtEZ –december 2009 ⏐ 26
Onderwerp 4: Voorzieningen Twee facetten: 1. materiële voorzieningen; 2. studiebegeleiding. Facet 4.1. Materiële voorzieningen Criterium Het facet ‘Materiële voorzieningen’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Zijn de huisvesting en de materiële voorzieningen toereikend om het programma te realiseren?
Oordeel: goed De opleiding Muziektherapie, het Conservatorium Enschede en het Muziekcentrum Enschede zijn in één gebouw gehuisvest. Er is sprake van een goede regeling voor gezamenlijk ruimtegebruik. Dat betekent dat de opleiding kan beschikken over goede ruimtelijke voorzieningen. Studenten kunnen via een reserveringssysteem ruimten reserveren, voor individuele oefening en studie, of voor projecten, studiegroepopdrachten, decanaat, studieloopbaanbegeleiding. Via de uitleenservice kan tevens de benodigde apparatuur worden gereserveerd: instrumenten, geluidsapparatuur; videoapparatuur; enz. Studenten en docenten muziektherapie kunnen gebruik maken van de bibliotheek-, de mediatheek van ArtEZ als ook de bibliotheek van Saxion raadplegen voor meer medische- en psychologische handboeken. Studenten en docenten kunnen verder gebruik maken van Teamsites, waarop studiematerialen kunnen worden geplaatst en waarop aan studiegroepopdrachten kan worden gewerkt. Jaarlijks vindt er een plenaire vergadering plaats met de docenten en het ondersteunend personeel waarbij onderwerpen als voorzieningen de revue passeren. Indien er wensen zijn (bijvoorbeeld het aanschaffen of vervangen van materiaal) probeert het management zoveel mogelijk aan de verzoeken te voldoen als ze relevant en uitvoerbaar zijn . Met de studenten worden regelmatig evaluaties gehouden waarin ook dit soort onderwerpen aan bod komen. De werk- en studiesfeer in het conservatorium is zodanig dat studenten en docenten klachten informeel kunnen aangeven. Voor meer informatie over de materiële voorzieningen wordt verwezen naar het faculteitsportfolio. Samenvattend Het auditteam kwalificeert het facet ‘Materiële Voorzieningen’ als goed. En wel vanwege het volgend: (i) huisvesting (Enschede) en materiële voorzieningen zijn ruimschoots toereikend om het programma van de opleiding te realiseren. (ii) De ICT-voorzieningen in alle twee locaties zijn upto-date, ook in het perspectief van het ‘effectief en rechtstreeks gebruikmaken van externe deskundigen’. (iii) De mediatheek is zeer wel voorzien en van hoge kwaliteit, als zelfstandige informatiebron (brede en diepe collectie) en als toegang tot externe bronnen.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Muziektherapie, ArtEZ –december 2009 ⏐ 27
Facet 4.2. Studiebegeleiding Criteria Het facet ‘Studiebegeleiding’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Zijn de studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten adequaat met het oog op de studievoortgang? Sluiten de studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten aan bij de behoefte van de studenten?
Oordeel: goed Studievoortgangbegeleiding Het conservatorium maakt gebruik van een studievolgsysteem (Aurora) waarmee de studievoortgang van studenten gevolgd wordt en tijdig gesignaleerd kan worden wanneer er remediërende maatregelen getroffen moeten worden. In elk studiejaar vinden er minimaal 2 x per jaar vinden er studieloopbaangesprekken plaats tussen de student en het hoofd van de afdeling. Soms worden hier ook docenten bij betrokken wanneer daar aanleiding toe is. Wanneer er studievertraging optreedt wordt de frequentie van de SLB gesprekken opgevoerd en worden afspraken m.b.t. voortgang en begeleiding vastgelegd. Waar nodig wordt de student doorverwezen naar de decaan of naar externe begeleiders of zorgverleners (psycholoog, huisarts, haptonoom) Propedeusegesprekken; bij studievertraging of een negatief studieadvies worden extra SLB gesprekken gevoerd door afdelingshoofd en methodiekdocent. Informatievoorziening De informatievoorziening aan studenten vindt plaats in gesprekken (individueel, jaargroep), via de mail (elke student heeft een ArtEZ mailaccount) , via de teamsite, de nieuwsbrief en via de informatieborden. Lesroosters worden voor studenten meestal uiterlijk de week voor aanvang van het semester bekend gemaakt. De tentamenroosters worden vaak 2 maanden van te voren samengesteld en zo snel mogelijk na ratificatie van de docenten aan de studenten ter beschikking gesteld. Ouderejaars studenten zijn betrokken bij informatieoverdracht aan medestudenten (uit andere jaren) over stageplekken, werkveldcontacten, praktijkprojecten, in samenspeelweken en projectweken en in de intervisie jaargroepen. Samenvattend Het auditteam kwalificeert het facet ‘Studiebegeleiding’ als goed en wel op grond van de volgende observaties: De studiebegeleiding vindt gestructureerd plaats via scala aan voorzieningen met duidelijke doelstellingen die verband houden met studievoortgangsbewaking & -bevordering en met het ontwikkelen van professionele competenties.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Muziektherapie, ArtEZ –december 2009 ⏐ 28
Onderwerp 5: Interne Kwaliteitszorg Drie facetten: 1. evaluatie resultaten; 2. maatregelen tot verbetering; 3. betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld. Facet 5.1. Evaluatie resultaten Criterium Het facet ‘Evaluatie resultaten’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Wordt de opleiding periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen?
Oordeel: voldoende De opleiding Muziektherapie besteedt, getuige de hoeveelheid documenten, veel aandacht aan beleid en evaluaties en wordt daarbij adequaat ondersteund door ArtEZ, in casu de Afdeling ‘Onderwijs en Kwaliteit. De tool ter ondersteuning van dit het ArtEZ kwatieitszorgsysteem is DigOport. Het voordeel van deze tool is dat een opleidingsteam continu informatie kan opslaan over de onderwijsvernieuwingen en dat men gebruik kan maken van multimedia als bewijsmateriaal. Dit laatste past goed bij kunstopleidingen. Het auditteam merkt op, dat het DigOport-systeem bij het opstellen van de voorliggende rapportage geschikt is gebleken: in de teksten wordt verwezen naar documenten waar vervolgens ‘op geklikt’ kan worden. Projecten en vakken worden na afloop zowel mondeling als schriftelijk geëvalueerd: onderdeel van de programma-evaluaties door studenten. Feedbackinstrumenten Activiteit
Wie
Wanneer
Omzetten faculteitsplan naar opleidingsplan
hoofd
1 keer per jaar
Formuleren van verbeterplan met prioritering van
hoofd
1 keer per jaar
hoofd
2 keer per jaar
hoofd
in overleg met de
voorgenomen actiepunten (als onderdeel van het opleidingsplan) Onderhouden van Digitaal Opleidingsportfolio: - verouderde informatie bijwerken; -nieuwe informatie over onderwijsontwikkeling /personeel/voorzieningen toevoegen; - evaluatieresultaten toevoegen; - verbeterplannen toevoegen. vaststellen evaluatiekalender voor de komende 3 jaar (indien kalender is opgesteld, 1 keer per jaar
afdeling Onderwijs &
nagaan of bijstelling gewenst is)
Kwaliteit
Coördineren afnemen van evaluaties
hoofd
Zie evaluatiekalender
Uitkomsten van evaluaties vertalen naar door te
docenten
Na afloop van elke
voeren verbeteringen
evaluatie
Bespreken onderwijsevaluaties, verbeterplannen en
hoofd
Jaarlijks
al door gevoerde verbeteringen in het onderwijs
docenten
(onderwijspersoneel met
tijdens functionering- en beoordelingsgesprekken
coördinatoren
aanstelling kleiner dan 0,4 fte eens per 2 jaar)
Professionalisering van docenten en medewerkers
directie
n.a.v. evaluaties,
O&K
functioneringsgesprekken of eigen behoefte
Kengetallen opnemen in DigOport
O&K
1 keer per jaar
Uitkomsten van kengetallen vertalen naar door te
directie
1 keer per jaar
voeren verbeteringen
hoofd
Communicatie naar belanghebbenden: studenten,
hoofd,
In opleidings- en
docenten, werkveld, alumni.
coördinatoren
werkveldcommissie
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Muziektherapie, ArtEZ –december 2009 ⏐ 29
Samenvattend Het auditteam kwalificeert het facet ‘Evaluatie resultaten’ als voldoende. En wel op grond van de volgende observaties: (i) het door de opleiding gehanteerde kwaliteitszorgsysteem is goed en uitvoerig gedocumenteerd; (ii) de implementatie van het systeem vindt controleerbaar plaats via op ArtEZ-niveau vastgelegde procedures; (iii) het in 2004 geïntroduceerde DigOport-systeem betekent een substantiële ondersteuning bij de implementatie van de pdca-cylus, (iv) in de interne managementrapportages van de opleiding staan de streefdoelen concreet aangegeven; (v) de streefdoelen worden periodiek (per kwartaal en per jaar) geëvalueerd.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Muziektherapie, ArtEZ –december 2009 ⏐ 30
Facet 5.2. Maatregelen tot verbetering Criterium Het facet ‘Maatregelen tot verbetering’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAOcriterium: Vormen de uitkomsten van periodieke evaluaties van de opleiding de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen? Oordeel: voldoende Genoemde evaluaties en enquêtes leiden tot de volgende verbeteracties. Aan de acties zijn personen gekoppeld, een tijdpad met een prioriteitstelling: WAT/ACTIVITEIT
WIE
HOE
WANNEER
Nieuwe curriculum
Opleiding breed
Verder implementeren en ontwikkelen van het nieuwe curriculum
continu
Studielastmeting
Opleiding breed
Implementeren (half)jaarlijkse meting van studiebelasting
2010
Integratie muzikale vakken in hoofdvak
Kerndocenten; zangdocenten
Gezamenlijke lessen
2010
Integratie muzikale vakken in hoofdvak
Kerndocenten; hoofdinstrument docenten
Gezamenlijke lessen
2011
Integratie muzikale vakken in toetsing
Kerndocenten; zangdocenten
Geïntegreerde toetsing bespreken en ontwikkelen
2011
Integratie muzikale vakken in toetsing
Kerndocenten; hoofdinstrument docenten
Geïntegreerde toetsing bespreken en ontwikkelen
2012
Kerndocenten
1. Voorbeelden zoeken in andere vakgebieden 2. Bespreken bruikbare toetscriteria per vak 3. Aanpassen bruikbare toetscriteria aan toetsen en hoofdvakken
2011
1. Voorbeelden zoeken in andere vakgebieden en uit hoofdvak 2. Bespreken bruikbare toetscriteria 3. Aanpassen bruikbare toetscriteria aan toetsen en hoofdvakken
2012
1. Voorbeelden zoeken in andere vakgebieden en uit hoofdvak 2. Bespreken bruikbare toetscriteria 3. Aanpassen bruikbare toetscriteria aan toetsen en hoofdvakken
2012
Nieuwe curriculum
Verder ontwikkelen toetscriteria Ontwikkelen toetscriteria stages en muziektherapeutische vakken
Ontwikkelen toetscriteria muzikale vakken
Ontwikkelen toetscriteria muziektheoretische vakken
Docenten muziekvakken
Docenten muziektheorie
doorlopend 2012
doorlopend 2013
doorlopend 2013
Kwaliteitszorg Kwaliteitevaluatie
Opleiding breed
Implementeren (half)jaarlijkse anonieme meting van kwaliteit van de vakken en het genoten onderwijs
2010
Kwaliteitsverbetering
Opleiding breed
Implementeren (half)jaarlijkse terugkoppeling van de uitkomsten van de anonieme meting van kwaliteit naar docenten
2011
Secretariële ondersteuning
Docenten en het opleidingshoofd
Door uren vanuit secretariaat te geven aan de opleiding door directie
z.s.m.
Eigen muziektherapie-ruimte
Opleiding breed
Inrichten ruimte specifiek aangepast aan lesinhoud van muziektherapie
z.s.m.
Periodieke evaluatie studiebegeleiding en informatievoorziening
ArtEZ breed
Via zelfde systeem als kwaliteitsevaluatie
2012
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Muziektherapie, ArtEZ –december 2009 ⏐ 31
Samenvattend Het auditteam heeft met opzet de verbeterplannen zo volledig mogelijk in dit rapport opgenomen. Twee zaken blijken daaruit. (i) De evaluaties leiden zichtbaar tot een groot aantal verbeteracties. (ii) De doelstellingen van die verbeteracties zijn niet in alle gevallen gedefinieerd op een wijze die hen meetbaar maakt. Dit laatste is voor het auditteam reden om zich te beperken tot een kwalificatie ‘voldoende’. Voor het overige is het auditteam zeer te spreken over het functioneren van het interne kwaliteitszorgsysteem.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Muziektherapie, ArtEZ –december 2009 ⏐ 32
Facet 5.3. Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld Criterium Het facet ‘Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Zijn -en zo ja op welke wijze- medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld actief betrokken bij de interne kwaliteitszorg van de opleiding?
Oordeel: voldoende Studenten Opleidingscommissie: de opleidingscommissie adviseert over het curriculum, wijzigingen in het curriculum en in het OER. Studenten uit elke jaargroep participeren in het OC. Daarnaast maken studenten uit alle jaargroepen gebruik van elkaars muzikale kwaliteiten door te begeleiden of te participeren tijdens tentamens en voorspeelmomenten. Docenten Jaarlijks vinden minimaal 4 beleidsdagen plaats met het kernteam, eventueel aangevuld met docenten uit de andere clusters. Tijdens deze bijeenkomsten wordt het korte en lange termijn beleid besproken, evenals de curriculumontwikkelingen, de studievoortgang van studenten, taakverdelingen binnen het team, nieuwe ontwikkelingen in het werkveld, en de invulling van de studiegroepen. Alumni Alumni ontvangen vragenlijsten en informatie ter inventarisatie van nascholingswensen en worden door eindexamenkandidaten benaderd als werkvelddeskundigen voor de afstudeeronderzoeken. Als gastdocenten binnen de opleiding, als stagementoren en als lid van de werkveldcommissie hebben alumni ook nadrukkelijk een aandeel in de kwaliteitszorg. Ook geven alumni inzicht in hun beroepspraktijk door te schrijven in de opleidingsnieuwsbrief en worden ze benaderd door studenten om deel te nemen aan afstudeerprojecten en onderzoek. Werkveld Jaarlijks vindt er een ‘stagementorendag’ plaats waarin de stagementoren zich uitspreken over het opleidingsniveau en de aansluiting van de opleiding bij de beroepspraktijk. Stagementoren worden ook ingezet als gastdocenten binnen de opleiding. Een extern gecommitteerde uit het werkveld neemt deel in de eindexamencommissie. Zij vormen een externe controle op het uitstroomniveau van de opleiding. Beroepenveldcommissie: minimaal 1 x per jaar komt de beroepenveldcommissie bij elkaar. Deze bestaat uit gerenommeerde vertegenwoordigers uit het werkveld, verdeeld over diverse doelgroepen, zowel uit Nederlandse als Duitse taalgebied. De beroepenveldcommissie wordt gevraagd om adviezen m.b.t. de nieuwste ontwikkelingen en het niveau van de studenten. Voorstellen voor verandering worden besproken met alle andere leden, docenten en de als toevoeging of verandervoorstel binnen het onderwijs aanbod aangeboden aan de Samenvattend Het auditteam kwalificeert dit facet als voldoende. De bevindingen zoals hierboven vermeld zijn voor het auditteam reden om tot dit oordeel te komen. Studenten, docenten en het beroepenveld zijn betrokken bij de evaluatie van de opleiding. Via (i) interne evaluaties op opleidingsniveau en op hogeschoolniveau en (ii) externe onderzoeken en enquêtes.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Muziektherapie, ArtEZ –december 2009 ⏐ 33
Onderwerp 6: Resultaten
Twee facetten: 1. gerealiseerd niveau; 2. onderwijsrendement. Facet 6.1. Gerealiseerd niveau Criterium Het facet ‘Gerealiseerd niveau’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Zijn de gerealiseerde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties?
Oordeel: goed Uit het commentaar van de commissie van de Toets Nieuwe Opleiding in 2005 bleek dat men het afstudeerniveau eigenlijk wat te hoog vond. De afgeleverde scripties hadden bijna het niveau van een Master thesis. Alumni geven daarentegen aan zich goed voorbereid te voelen als ze de beroepspraktijk ingaan. Ook de beroepenveldcommissie en de stagementoren geven aan zeer tevreden te zijn met het niveau van de studenten muziektherapie. De opleiding is daarom trots op dit goede niveau van haar studenten, maar merkte ook dat niet alle studenten hierdoor tot hun recht kwamen. Daarop heeft de opleiding besloten vanaf afstudeerjaar 2009-2010 in plaats van scripties ook meer praktijkgerichte afstudeerprojecten te accepteren. De student moet tijdens zijn eindtentamen aantonen over alle opleidingscompetenties op minimaal voldoende niveau te beschikken. Daarvoor bestaat het eindtentamen uit verschillende onderdelen. Er is een muzikale eindpresentatie, waar de student zijn muzikale eindcompetenties presenteert. Daarnaast verzorgt de student een (openbare presentatie van zijn) eindproduct (was tot 2009 scriptie), waarin theoretische en methodische aspecten van het beroep samen komen. Als derde demonstreert de student via beeldmateriaal of rollenspel over methodische vaardigheden op het gebied van muziektherapie te beschikken. Daar wordt de student vanuit het docententeam en het werkveld op bevraagd. Beoordeling van de eindtentamen onderdelen gebeurt aan de hand van vastgelegde criteria. Tijdens de eindtentamens van studenten is een extern gecommitteerde muziektherapeut aanwezig om het niveau van de studenten te controleren en de gevolgde procedures te beoordelen. Samenvattend Om een antwoord te krijgen op de vraag of de feitelijk gerealiseerde eindkwalificaties overeenkomen met de nagestreefde, is het auditteam nagegaan of, en zo ja hoe, de opleiding het beroepenveld daarbij betrekt en tot welke conclusie dat heeft geleid. Welnu: de opleiding heeft van de feitelijk gerealiseerde eindkwalificaties een goed beeld op grond van de informatie die zij van het werkveld verkrijgen. Voorts zijn vertegenwoordigers uit het beroepenveld betrokken bij de eindbeoordeling van studenten. Aldus maakt de opleiding gebruik van de belangrijkste bron om informatie over het gerealiseerde (eind)niveau te verkrijgen. Die informatie laat zien dat het beroepenveld (werkveldcommissie, overige experts) het gerealiseerde niveau als meer dan voldoende beschouwt in relatie tot de eisen die de praktijk stelt aan de competenties van een beginnend beroepsbeoefenaar. Het auditteam heeft zelf afstudeerwerkstukken beoordeeld. Zijn oordeel is dat de werkstukken in professionaliteit en qua onderzoek ver uitstijgen boven de middelmaat. De door het auditteam beoordeelde afstudeerwerkstukken weerspiegelen de creativiteit en de ernst waarmee de studenten te werk zijn gegaan om tot een persoonlijke uitdrukking te komen. De thematiek en de specifieke onderzoeksonderwerpen zijn actueel voor de muziektherapiepraktijk en de benadering is persoonlijk.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Muziektherapie, ArtEZ –december 2009 ⏐ 34
Binnen de afstudeerwerkstukken komt de onderzoekscomponent (de theoretische dimensie) zeer goed tot zijn recht. Het auditteam kwalificeert het gerealiseerd niveau als ‘goed’
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Muziektherapie, ArtEZ –december 2009 ⏐ 35
Facet 6.2. Onderwijsrendement Criteria Het facet ‘Onderwijsrendement’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Zijn er, al dan niet in samenspraak met verwante opleidingen, streefcijfers geformuleerd in vergelijking met andere relevante opleidingen? Voldoet het onderwijsrendement aan deze streefcijfers?
Oordeel: voldoende De opleiding heeft geen streefcijfers voor de rendementen geformuleerd maar er wordt wel naar gestreefd dat studenten in 4 jaar hun studie afronden. Dit is in tegenstelling tot de meer gemakkelijke houding die men in het verleden had. Een analyse van de rendementsgegevens geeft het beeld dat de rendementen weliswaar stijgen maar bij sommige afdelingen nog steeds aan de lage kant zijn. Vanaf 2006 wordt er bewuster op gestuurd dat studenten sneller doorstromen en in vier jaar hun studie afronden. De volgende acties zijn de afgelopen jaren ingezet om deze doorstroming te verhogen:
De ondergrens om over te gaan van het eerste naar het tweede studiejaar is verhoogd van 30 EC naar 40 ec’s.
De studiebegeleiding is nu op alle locaties goed geregeld.
Op alle locaties is de werkwijze van de examencommissie vergelijkbaar, aangescherpt en wordt er door examencommissies i.s.m. studieloopbaanbegeleiders gewerkt om onnodige uitstroom te voorkomen en doorstroom c.q. tijdig afstuderen te bevorderen.
Het studievolgsysteem Aurora is op iedere locatie ingevoerd.
Hieronder een overzicht van de gerealiseerde rendementen: Cohort
Uitstroom na 4 jaar in %
Uitstroom na 5 jaar in %
02-03
22
67
03-04
22
67
04-05
43
72
05-06
53
Samenvattend De reeds in gang gezette en door het auditteam als ‘goed’ beoordeelde studiebegeleiding (facet 4.2.) en de volledige invoering van Aurora wekken het vertrouwen, dat het onderwijsrendement zich in positieve zin zal blijven ontwikkelen. Wat daarbij overigens ook een belangrijke rol zal spelen, zijn: de strakkere en transparante programmering, de frequente informele beoordelingen en de maatregel m.b.t. de propedeuse.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Muziektherapie, ArtEZ –december 2009 ⏐ 36
3.
OORDEELSCHEMA OPLEIDING MUZIEKTHERAPIE
De oordelen in hoofdstuk 2 m.b.t. de opleiding Muziektherapie geven we hieronder schematisch weer: HBO BACHELOR OPLEIDING Muziektherapie, voltijd Onderwerp / Facet 1. Doelstellingen Opleiding 1.1. Domeinspecifieke eisen 1.2. Niveau bachelor 1.3. Oriëntatie HBO
Oordeel V4 G G G
2. Programma 2.1. Eisen HBO 2.2. Relatie doelstellingen en inhoud programma 2.3. Samenhang programma 2.4. Studielast 2.5. Instroom 2.6. Duur 2.7. Afstemming tussen vormgeving en inhoud 2.8. Beoordeling en toetsing
G G G V V V G G
3. Inzet van personeel 3.1. Eisen HBO 3.2. Kwantiteit personeel 3.3. Kwaliteit personeel 4. Voorzieningen 4.1. Materiële voorzieningen 4.2. Studiebegeleiding 5. Interne kwaliteitszorg 5.1. Evaluatie resultaten 5.2. Maatregelen tot verbetering 5.3. Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld 6. Resultaten 6.1. Gerealiseerd niveau 6.2. Onderwijsrendement Samenvattend oordeel
4
V
V4 G V G V4 G G V V V V
V4 G V V
Extra aantekening: goed.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Muziektherapie, ArtEZ –december 2009 ⏐ 37
3.1.
Integraal oordeel/ advies aan NVAO
Op basis van zijn bevindingen met betrekking tot alle in het NVAO-Accreditatiekader vermelde onderwerpen en facetten, concludeert het auditteam dat de door de ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten, in casu de Faculteit Muziek, verzorgde hbo bacheloropleiding Muziektherapie (voltijd) in aanmerking komt voor accreditatie door de NVAO. Conform de “Beslisregels Accreditatie” zoals vastgelegd in het NVAO Accreditatiekader, kan een Onderwerp niet hoger scoren dan ‘voldoende’. Het auditteam beoordeelt evenwel alle facetten van het onderwerp “Doelstellingen opleiding” als goed. Dit rechtvaardigt (zie § 1.4. onder E) een kwalificatie ‘goed’ voor dit onderwerp. Reden voor het auditteam deze kwalificatie als extra aantekening aan zijn oordeel toe te voegen. Het auditteam beoordeelt evenwel twee facetten van het onderwerp “Inzet van personeel” als goed en één als voldoende. Dit rechtvaardigt (zie § 1.4. onder E) een kwalificatie ‘goed’ voor dit onderwerp. Reden voor het auditteam deze kwalificatie als extra aantekening aan zijn oordeel toe te voegen. Het auditteam beoordeelt evenwel alle facetten van het onderwerp “Voorzieningen” als goed. Dit rechtvaardigt (zie § 1.4. onder E) een kwalificatie ‘goed’ voor dit onderwerp. Reden voor het auditteam deze kwalificatie als extra aantekening aan zijn oordeel toe te voegen. Het auditteam beoordeelt evenwel twee facetten van het onderwerp “Resultaten” als goed en één als voldoende. Dit rechtvaardigt (zie § 1.4. onder E) een kwalificatie ‘goed’ voor dit onderwerp. Reden voor het auditteam deze kwalificatie als extra aantekening aan zijn oordeel toe te voegen.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Muziektherapie, ArtEZ –december 2009 ⏐ 38
BIJLAGE I: Curricula Vitae en Onafhankelijkheidsverklaringen Hans Stoltenborg Stoltenborg studeerde psychologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en was al gedurende zijn studie werkzaam in projecten op het terrein van onderwijs en opleiding. Na een aantal jaren in de onderwijsresearch werkte hij op het gebied van het post-HBO en andere vormen van commerciële dienstverlening vanuit onderwijsinstellingen. Door een stationering in Brussel leerde hij de EU en het internationale projectenbeleid goed kennen. De afgelopen jaren werkt hij vanuit het kantoor in Den Haag op onderwerpen als marktonderzoek (deels samen met TNS NIPO), ontwikkeling van nieuwe opleidingen, competentiegericht leren, kwaliteitszorg en accreditatie. Ook voert hij het projectmanagement van innovatieprojecten en is hij betrokken bij internationale onderwijsprojecten. Lucas Vis Vis studeerde aan het Muzieklyceum te Amsterdam (1962-1969), cello bij Reinier Bresser en orkestdirectie bij Jaap Spaanderman. In de zomer van 1967 volgde hij een directiecursus in Salzburg bij Bruno Maderna en kreeg als beste deelnemer een onderscheiding van Radio Salzburg. Hij nam deel aan cursussen van Pierre Boulez (in Bazel) en bij Jean Fournet, Marius Constant en Dean Dixon, Paul Hupperts (beide in Hilversum). Voorts studeerde hij op advies van Maderna en Boulez compositie. Zijn compositiedocent was Jan van Vlijmen. Gedurende het seizoen 1968/1969 was hij cellist en assistent-dirigent van het toenmalig Amsterdams Philharmonisch Orkest. Vanaf 1967 was hij werkzaam als gastdirigent en gaf hij concerten met o.a. het Nederlands Kamerorkest, het Residentie Orkest en het Concertgebouworkest. Van 1969 tot 1973 assisteerde hij Bruno Maderna bij diens directie- en compositiecurcussen te Salzburg, Darmstadt en Tanglewood (VS). In de zomer van 1970 assisteerde hij Milan Horvat bij diens directiecursus te Salzburg. Bij uitvoeringen van Stockhausens Carré, voor vier koren en vier orkesten in 1971 te Den Haag en Parijs, was hij één van de dirigenten. Naast Carre, dat hij sindsdien nog vele malen uitvoerde, dirigeerde hij vele andere werken van Stockhausen.In 1973 dirigeerde hij de opera Satyricon van Bruno Maderna in de Scala van Milaan en in Amsterdam. Van 1976 tot 1979 was hij dirigent van het Balletorkest en van 1979 tot 1982 was hij vaste dirigent van het Brabants Orkest. In 1980 werd hij hoofddocent directie aan de Conservatoria van Maastricht en in 1981 ook in Den Haag. Bij de Nederlandse Operastichting dirigeerde hij naast Naima van Theo Loevendie en Ithaka van Otto Ketting opera’s van Puccini (Butterfly), Busoni (Faust), Oliver Knussen (Max en de Maximonsters) en Mozart (Entführung aus dem Serail). Aan het Conservatorium van Amsterdam, waarvan hij van 1998 tot 2005 artistiek directeur was, doceert hij orkestdirectie, evenals aan het Koninklijk Conservatorium te Den Haag. Lucas Vis dirigeert met grote regelmaat de orkesten van de verschillende Duitse radiostations in Keulen, Frankfurt, Stuttgart, München en Berlijn. Daarnaast is hij een veelgevraagd dirigent van ensembles voor nieuwe muziek, zoals het Nieuw Ensemble en ensemble recherche (Freiburg). Met het Arditti Quartet en ensemble recherche maakte hij opnamen van Funérailles van Brian Ferneyhough en voerde hij deze compositie uit tijdens de Salzburger Festspiele 2005.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Muziektherapie, ArtEZ –december 2009 ⏐ 39
Ageeth Hensen - Cornelisse Hensen, sinds 2007 voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Muziektherapie, heeft een jarenlange ervaring als muziektherapeute. Bij de Dagopvang voor Ouderen te Wageningen (199019992), Bartiméushage te Doorn(1990-1995), Stichting De Driestroom te Elst (1991-2008) en Novadic-Kentron te Breda (2009 – heden). Voorts heeft Hensen ervaring in het onderwijs. Als docent (’t Venster te Wageningen, 1998-2003), Lindenborgh College te Geldermalsen (2008-2009). Als gastdocent (Hogeschool Arnhem-Nijmegen, 2001-2002). Als assessor ((Hogeschool Arnhem-Nijmegen, 2001-2002). Bij de Stichting De Driestroom heeft zij behalve als muziektherapeut ook andere functies vervuld. Voorzitter Vakgroep Muziektherapie (1995-2007) en voorzitter Expertisecentrum (2004-2006). Sinds 2008 heeft zij een eigen muziektherapie praktijk. Voorts is Hensen actief als koordirigent. Bart Maris Maris is at present guest-teacher at the Ghent Conservatorium, for the class of improvised music, and jazz-trumpet. He won zamu-award best Belgium musician in 1999 and was nominated in 2006 for the Paul Ackett-award at North-sea Jazzfestival (before named Birdtrophee). His experience as musician and performer can be summarized as follows. Music theatre performance ‘Some voices’ for vzw ‘van zilverpapier en spiegeltjes’ with Antonio Tavares, Mekki Benyoussef, Peter Flynn, Frank Lateur. After earlier miniproduction with the same cast (derelict), and now back for a new production as composer musicianwith Luanda Casella, a confrontation of voice and trumpet in a ‘spoken-jazz-context: ‘virgula, what happened in the pauze’. Making and composing music for cartoons, and movies ( ‘Dju’-cosmo cino, ‘Knokke La Soupe’, ‘Tam Tam’, ‘Hot Dogs’-trope films, Mijn zus Zahra). Llive music for dance-performances from Meg Stuart, David Hernandez, Pe Vermeersch, Irene K. With german Alto-saxplayer Jan Klare, he formed the akoestiek quartet 1000, With Wilbert dejoode and Michael Vatcher. He played and still is playing in many bands: Gent-based avant-rock-bands, Antwerp-based groups, world-folk oriented bands. He was and still is involved in music projects such as: projects of Fred Frith with Han Bennink and others. ‘Zappa’-project with the Muffinmen and Robert Martin and the Flemish Radio Orchestra. Marc Rutten Rutten heeft grote ervaring in het onderwijs (Hogeschool Zuyd). Als tutor (faculteit Social Studies, 1997 – 2001), stagecoördinator en -begeleider (Conservatorium, 1997-2001), docent vakdidactiek (Conservatorium, 1997 – 2000), als docent Poppracticum en Popgeschiedenis, docent methodiek OMB (1997 – heden), afdelingshoofd opleiding Muziektherapie, 2002 – heden), stafmedewerker algehele besluitvorming en beleid, (2003 – heden). Rutten is auteur en redacteur van muziekeducatieve leermiddelen en literatuur waaronder Muziek Venters (SLO, 1999), Muziek Leren (2005) en Muziekstrategie (2005), Music Strategy (2008). Initiator Opleidersoverleg Muziektherapie Nederland O2DM (2005-heden). Curriculumontwikkeling voor conservatorium Amman, Jordanië in het kader van het project Music in Middle East.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Muziektherapie, ArtEZ –december 2009 ⏐ 40
Katia Veekmans - Cieszkowski Veekmans is sinds 1994 verbonden als docent piano aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel. Tevens is zij docent piano aan de Faculteit Muziek van Utrecht en de Hogeschool Zuyd van Maastricht. Zij zetelt regelmatig als jurylid in nationale en internationale pianowedstrijden en geeft vele internationale Master Classes voor piano in binnen- en buitenland. Veekmans behoort tot de kleine kring van toonaangevende Belgische musici in de klassieke muziek. Zij studeerde piano bij André De Groote aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel waar zij de hogere diploma’s piano en kamermuziek behaalde met grote onderscheiding. Tevens volgde zij een opleiding tot concertpianist aan het Conservatoire Nationale Supérieur de Paris bij Brigitte Engerer en kamermuziek bij Ruben Lifschitz. Aan het Koninklijk Conservatorium van Den Haag behaalde zij vervolgens cum laude het diploma Master of Music bij Naum Grubert. Veekmans was prijswinnares van heel wat nationale- en internationale wedstrijden, zoals de Internationale Sergey Rachmaninov Wedstrijd, de Robert Schumann Prijs en de Internationale Domenico Sarro Wedstrijd in Italië. Zij gaf vele concerten in binnen- en buitenland met bekende orkesten onder leiding van vooraanstaande dirigenten. Ook verleende zij haar medewerking aan belangrijke festivals zoals het Internationaal Chopin Festival, het Festival van Vlaanderen, het Mozart Festival, het Festival van Russische Muziek, het Festival Midis-Minimes, het Festival van Beloeil en het Festival Juillet Musical. Sophie Groote Student altviool (3e jaars), Koninklijk Conservatorium te Den Haag. Kim Nijs Student Muziektherapie (3e jaars), Codarts Hogeschool voor de Kunsten – Rotterdam. Robert Stapert Stapert was tot 1981 was hij als docent (Nederlands) werkzaam in Suriname. Nadien is hij betrokken geweest bij de ontwikkeling van het HBO (Lerarenopleidingen, fusie-operatie, Informatica Stimuleringsplan), Vanaf 1992 tot 2001 heeft hij in enkele Oost-Europese landen als long-term expert de uitvoering begeleid van EU Phare programma’s, gericht op innovatie van het middelbaar beroepsonderwijs en de introductie van hoger beroepsonderwijs. Van 2001 tot 2005 was hij intensief betrokken bij het management en coördinatie van het landelijk AXIS-programma gericht op een brede invoering van techniek in het Nederlandse basisonderwijs en de PABO’s. Thans is hij werkzaam in het kader van accreditatieonderzoeken die door Hobéon Certificering worden uitgevoerd. Daarnaast is hij intensief betrokken bij de beoordeling van EVC aanbieders. Ten slotte was hij tot voor kort werkzaam als interim coördinator “Interne kwaliteitszorg” bij twee hogescholen die buiten de accreditatieonderzoeken van Hobéon Certificering vallen.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Muziektherapie, ArtEZ –december 2009 ⏐ 41
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Muziektherapie, ArtEZ –december 2009 ⏐ 42
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Muziektherapie, ArtEZ –december 2009 ⏐ 43
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Muziektherapie, ArtEZ –december 2009 ⏐ 44
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Muziektherapie, ArtEZ –december 2009 ⏐ 45
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Muziektherapie, ArtEZ –december 2009 ⏐ 46
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Muziektherapie, ArtEZ –december 2009 ⏐ 47
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Muziektherapie, ArtEZ –december 2009 ⏐ 48
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Muziektherapie, ArtEZ –december 2009 ⏐ 49
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Muziektherapie, ArtEZ –december 2009 ⏐ 50
BIJLAGE II Programma audit bacheloropleidingen Muziek, Muziektherapie, Muziektherapie ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten Woensdag 30 september 2009 – Arnhem
Gesprekspartners 08.30 – 09.45 09.45 – 10.45
Auditoren Auditteam
Directie Faculteit Muziek
Auditteam
Onderwerpen Voorbespreking Strategisch beleid / Locatiebeleid Marktpositie en instroom
Juul Diteweg
Personeel
(faculteitsdirecteur a.i.)
Kwaliteitszorg
Wim Fiselier / Thom Koldenhof
Resultaten / rendementen Relatie beroepenveld / Alumnibeleid Internationalisering Lectoraat / onderzoek
10.45 – 11.00 11.00 – 12.00
Auditteam Hoofden van de Afdelingen
Auditteam
Relatie beroepenveld Onderwijsontwikkeling
Muziek
Eindkwalificaties
Yke Toepoel
(klassiek)
Michiel Braam
(jazz&pop)
Samenhang programma
Davy de Wit
(popacademie)
Inhoud programma
Peter Leutscher
(mediamusic)
Toetsen en beoordelen
Instroom / Toelating
Praktijkcomponent/stages
Thom Koldenhof (muziektheater)
Internationalisering
Muziektherapie
Studiebegeleiding
Ab Sandbrink
Onderzoek
Muziektherapie
Afstuderen Lectoraat
Carola Werger 12.00 – 12.30
Interne overleg / verificatie
Examencommissie
Auditteam
Ton Lamers
Toelating / Vrijstellingen
Ton de Bruijn
Studeerbaarheid
Henk de Velde
Kwaliteit afstudeerders
Jean Marc Bouyeure
Evaluatie van resultaten
Hoofd Onderwijs & Kwaliteit
Maatregelen tot verbetering
Iris van de Kamp 12.30 – 13.15
Positie, bevoegdheid examen cie. Kwaliteitsborging toetsen/ beoordelen
Betrekken medewerkers e.a. Auditteam
Lunch en intern overleg Vaststelling pending issues
13.15 – 14.00
Docenten Jazz & Pop Hans Voogt Sebastian Altekamp Clemens Horn
Auditteam
Relatie beroepenveld / netwerk Kwaliteitsborging programma Onderwijsontwikkeling Deskundigheidsbevordering Inhoud programma / theorie
John Hondorp
Toetsen en beoordelen
Jean Marc Bouyeure
Praktijkcomponent
Maarten Helsloot Tilmar Junius
Internationalisering Studiebegeleiding Onderzoek
Frans Vermeerssen
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Muziektherapie, ArtEZ –december 2009 ⏐ 51
14.00 – 14.45
Studenten Jazz & Pop
Auditteam
Aansluiting op vooropleiding / intake Deskundigheid docenten
Froukje Swart
Niveau opleiding
Joyce van Gils
Studielast / Studiebegeleiding
Beate Wolff
Informatievoorziening
Guido Wilbers
Inhoud programma / theorie
Monique Zwiggelaar
Onderzoek Praktijkcomponent Medezeggenschap Voorzieningen
14.45 – 15.15
Auditteam
Interne overleg / verificatie Vaststelling pending issues
15.15 – 16.00
Docenten Muziektheater
Auditteam
Relatie beroepenveld / netwerk Kwaliteitsborging programma
Caroline Almekinders
Onderwijsontwikkeling
Marielle Vester
Deskundigheidsbevordering
Marcel Savelkoul
Inhoud programma / theorie
Irene Maessen
Toetsen en beoordelen
Lorenzo Borella
Praktijkcomponent Internationalisering Studiebegeleiding Onderzoek
16.00 – 16.45
Studenten Muziektheater
Auditteam
Aansluiting op vooropleiding / intake Deskundigheid docenten
Tom Kortbeek
Niveau opleiding
Inge de Haan
Studielast / Studiebegeleiding
Tom Schraven
Informatievoorziening
Marinke Hamer
Inhoud programma / theorie Onderzoek
Marianne Kloeze
Praktijkcomponent
Miriam Koetsier
Medezeggenschap
Nadya van ’t Hoff
Voorzieningen
Deborah ten Holte 16.45 – 17.15
Nader te bepalen
Auditteam
Eventueel bespreking pending issues
17.15 – 18.00
Directie
Auditteam
Rondleiding / voorzieningen
18.00
Vertrek naar Enschede
19.30
Diner
20.30
Rondleiding en video conference (MediaMusic)
22.00
Einde programma 1e dag
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Muziektherapie, ArtEZ –december 2009 ⏐ 52
Donderdag 01 oktober 2009 – Enschede 0830 – 9.00
09.00 – 09.45
Voorbespreking auditteam Gesprekspartners
Gesprekspartners
Auditoren
Doc. Muziektherapie
Docenten Klassiek
Annemiek Vink
Frank Deiman
Laurien Hakvoort
Ati Gottschal
Jaap Orth
Gijs van Schoonhoven
Margreet van Til
Riekje Bakker
Hanneke te Winkel
Manja Smits
Ton de Bruijn
Frank Peters
Hans v.d. Werf
Marjolijn van Roon
Internationalisering
Alex Manassen
Studiebegeleiding
Relatie werkveld / netwerk Kwaliteitsborging programma Onderwijsontwikkeling Deskundigheidsbevordering Auditteam
Inhoud programma / theorie
splitst zich
Toetsen en beoordelen Praktijkcomponent
Onderzoek
Geert Christenhusz
09.45 – 10.30
Onderwerpen
Stud. Muziektherapie
Studenten Klassiek
Hanna Turwitt
Niels Pol
Mirte de Groot
Esther van Zijl
Karin Hukker
Niels Kuipers
Julia Weber
Sarah Brouwers
Max Nawroth
Sjors Holleboom
Miranda de Geus
Jasper Arts
Iris de Kroes
Grace van Dorsten
Onderzoek
Maartje van de Ree
Evelien v. der Weijden
Praktijkcomponent
Aansluiting op vooropleiding Intake Deskundigheid docenten Niveau opleiding Auditteam
Studielast / begeleiding
splitst zich
Informatievoorziening Inhoud programma / theorie
Medezeggenschap Voorzieningen
10.30 - 10.45
Auditteam
10.45 -11.30
Auditteam
Docenten Muziektherapie
Interne terugkoppeling Relatie werkveld / netwerk Kwaliteitsborging
Marja Reinders
Onderwijsontwikkeling
Frans Haverkort
Deskundigheidsbevordering
Eleonore Riksen
Inhoud programma /
Leon Vliegen
theorie Toetsen en beoordelen
Jan Wessels
Praktijkcomponent
Susan van Opstal
Internationalisering
Mariska v.d. Vaart
Studiebegeleiding Onderzoek
11.30 -12.15
Studenten Muziektherapie
Auditteam
Aansluiting op vooropleiding
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Muziektherapie, ArtEZ –december 2009 ⏐ 53
Maya Aerts
Intake
Julia Tuller
Deskundigheid docenten Niveau opleiding
Carlijn Otten
Studielast / begeleiding
Janneke Boomsma
Informatievoorziening
David Otten
Inhoud programma /
Gerja van der Beek
theorie Onderzoek
Arjan Dunning
Praktijkcomponent Medezeggenschap Voorzieningen
12.15 - 13.00 13.00 - 13.45
Auditteam Docenten Popacademie
Auditteam
Lunch en intern overleg Relatie werkveld / netwerk Kwaliteitsborging
Danny Sahupala
programma
Gerard Peters
Onderwijsontwikkeling
Arno Schlijper
Deskundigheidsbevordering
Anneloes Verveld
programma / theorie Toetsen en beoordelen
Rene Engel
Praktijkcomponent
Ton Lamers
Internationalisering Studiebegeleiding Onderzoek
13.45 - 14.30
Studenten Popacademie
Auditteam
Intake
Steven Lugger
Deskundigheid docenten
Sem Christoffels
Niveau opleiding
Gert Zomer
Studielast / begeleiding
Ines Klink
Informatievoorziening Inhoud programma/ theorie
Brenda van Aarsen
Onderzoek
Lorenz Grunewald
Praktijkcomponent
Rutger Smit
Medezeggenschap
Ilona Zijp
Voorzieningen
14.30-14.45 14.45 - 15.30
Auditteam Docenten MediaMusic
Auditteam
Intern overleg Relatie werkveld / netwerk Kwaliteitsborging
Aart de Jong
Onderwijsontwikkeling
Danny Weijermans
Deskundigheidsbevordering
Gert Minnee
nhoud programma/ theorie
Rob Horsting
Toetsen en beoordelen Praktijkcomponent
Floris Schreuder
Internationalisering
Tom Salisbury
Studiebegeleiding
Reinout Vrijhoef
15.30 - 16.15
Aansluiting op vooropleiding
Studenten MediaMusic Roel Pothoven Robin van Beijeren
Onderzoek
Auditteam
Aansluiting op vooropleiding Intake Deskundigheid docenten Niveau opleiding Studielast / begeleiding
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Muziektherapie, ArtEZ –december 2009 ⏐ 54
Jan Koornstra
Informatievoorziening
Victoria Bensoussan
Inhoud programma / theorie
Nico Hertel
Onderzoek
Dominik Symann
Praktijkcomponent
Joram Gabriel
Medezeggenschap
Nick Smeenk
Voorzieningen
16.15 - 17.15
Auditteam
Intern beraad Eventueel bespreking pending issues
17.15 - 18.00
Auditteam
Directie Hoofden van de Afdelingen Hoofd Afdeling Onderwijs & Kwaliteit
Terugkoppeling hoofdlijnen conclusies
Auditteam Hans Stoltenborg
voorzitter – Hobéon Certificering
Lucas Vis
vak- en werkvelddeskundige Muziek
Ageeth Hensen
vak- en werkvelddeskundige Muziektherapie
Bart Maris
vak- en werkvelddeskundige Muziek (jazz & pop)
Marc Rutten
vak- en werkvelddeskundige Muziektherapie
Katia Veekmans
vak- en werkvelddeskundige Muziek (klassiek)
Sophie Groote
student Klassieke Muziek
Kim Nijs
student Muziektherapie
Robert Stapert
deskundige onderwijs / secretaris – Hobéon Certificering
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport hbo bacheloropleiding Muziektherapie, ArtEZ –december 2009 ⏐ 55