jaargang 2 juni 2008 nummer
Advies&Educatie
2
Vaktijdschrift voor onderwijsadviseurs, schoolleiders en intern adviseurs
Interview met Kete Kervezee, voorzitter PO-Raad
Passend onderwijs moet leiden tot regionale samenwerking
De school is geen attractiepark
Colofon Jaargang 25, nummer 2, juni 2008 Verschijnt 6 keer per jaar Vaktijdschrift Advies&Educatie is een voortzetting van School&Begeleiding. Advies&Educatie is het onafhankelijke vakblad van Sdu Uitgevers voor en door professionals op het gebied van onderwijsadvies en is bedoeld voor onderwijsadviseurs, schoolleiders en intern adviseurs. Advies&Educatie biedt in de eerste plaats verdiepende artikelen, maar biedt daarnaast praktische informatie en achtergrondartikelen over het vak van onderwijsadviseur en over ‘good practices’ op het gebied van onderwijsvernieuwing en -verbetering. EDventure, vereniging van onderwijsadviesbureaus werkt bij de uitgave van Advies&Educatie samen met Sdu Uitgevers.
Redactieadres: Sdu Uitgevers t.a.v. redactie Advies&Educatie Postbus 20025 2500 EA Den Haag telefoon (070) 378 05 42
[email protected]
Hoofdredacteur: Ruud Gorter (senior adviseur EDventure en lector Educatieve dienstverlening, Hogeschool INHOLLAND)
Redactie: Dolf Janson (Marant) Ronald te Loo (Organise to Learn) Wim Meijer (zelfstandig onderwijsadviseur) Erik Vercammen (projectcoördinator KHM)
Bureauredacteur Sdu: Mariska Hazeleger
Uitgever: Roel Langelaar
Vormgeving: FIZZ reclame + communicatie, Meppel
Drukwerk: Giethoorn Ten Brink, Meppel
Abonnementen Een jaarabonnement kost E 72,00 (excl. btw) voor EDventureleden en E 90,00 (excl. btw) voor niet-leden. Losse nummers zijn E 17,00 (excl. btw). Een abonnement kan op elke moment ingaan en heeft een looptijd van een jaar. Het abonnement wordt automatisch verlengt, tenzij twee maanden voor afloop van de abonnementsperiode schriftelijk wordt opgezegd.
12
De stropdas Kete Kervezee
Kete Kervezee is per 1 maart aangetreden als
Abonnementenadministratie Sdu Klantenservice Postbus 20014 2500 EA Den Haag www.sdu.nl/service
Advertenties Sdu Uitgevers Evelyn de Groot
[email protected]
Kopijdata (
[email protected]) Nummer 3 Personeelsbeleid: 23 mei Nummer 4 Basisvaardigheden: 21augustus Nummer 5 Doorgaande leerlijnen: 1 oktober Nummer 6 Leiderschap: 19 november Auteursrecht voorbehouden. © Sdu Uitgevers © EDventure ISSN 1876-2042
Advies&Educatie juni 2008
de eerste voorzitter van de nieuw opgerichte PO-Raad. Zij hoopt met ingang van het nieuwe schooljaar full swing uit de startblokken te komen. ‘We willen er geen groot instituut van maken, maar liever een netwerkorganisatie.’
Inhoud Inhoud
6
19
Niet te missen Successen organiseren
Leerling en zorg Zorgkwaliteit in het onderwijs
Werk maken van passend
Zorg voor leerlingen is een
onderwijs moet leiden tot
kerntaak van basisonder-
regionale samenwerking. De
wijs. Maar onderwijszorgta-
basis voor die samenwerking
ken worden vaker in
moet vooral worden gevonden
verband gebracht met het
in het primaire proces van de
werk van (externe)
deelnemende scholen. Vanuit
deskundigen dan met dat
de wetenschap is er inmiddels
van leerkrachten. Daarmee
wel het een en ander bekend
versmalt men de leerkracht-
over hoe we in die scholen
bijdrage ten onrechte tot
successen voor leraren en leerlin-
‘overleg voeren met
gen kunnen organiseren.
anderen’.
en verder... De Stelling
Column
15 16
Wetenschap
21
De Keuze
4
Actualiteit: Leerklimaat
9 10
Praktijk: Succesvolle schoolontwikkeling
Nieuw jasje Voor u ligt het eerste nummer van het tijdschrift Advies&Educatie, de
jaar zijn medewerking verlenen. Als
opvolger van School & Begeleiding, het vaktijdschrift voor onderwijs-
nieuw redactielid heten we Ronald
adviseurs. Daarmee heeft het tijdschrift inmiddels evenzoveel
te Loo van het adviesbureau O2L,
eigenaars gekend als de schoolbegeleiding zelf. Geen beter bewijs
Organize to Learn uit Rotterdam
dan dat het met zijn tijd meegaat!
welkom. O2L is de eerste, niet
Advies&Educatie is eigendom van een commerciële uitgever. EDven-
traditionele schoolbegeleidings-
ture, de brancheorganisatie van onderwijsadviesbureaus, heeft het
dienst, die lid is geworden van
uitgeven van dit tijdschrift toevertrouwd aan Sdu Uitgevers, sterk in
EDventure. Tegelijkertijd nemen we
onderwijsinformatie. EDventure blijft wel betrokken bij de redactie.
afscheid van Nanne Osinga, die sinds de oprichting van School &
De opzet van het nieuwe blad houdt rechtstreeks verband met de
Begeleiding bij de redactie betrok-
uitkomsten van het lezersonderzoek van vorig jaar. Advies&Educatie
ken was. Graag maken we van de
gaat geheel in gedrukte vorm verschijnen en neemt afscheid van het
gelegenheid gebruik hem hartelijk dank te zeggen voor zijn inzet. Die
downloaden van internet. Het blad past in elke tas van de adviseur
dank geldt ook voor Loes de Vries, ook zij stopt als redactielid. Simone
en gaat zes keer in plaats van vier keer per jaar verschijnen. Zo wordt
Doolaard blijft als wetenschappelijk onderzoekscorrespondent aan
beter op de actualiteit ingespeeld. Gaat dit nummer vooral over het
het tijdschrift verbonden.
leerklimaat, de volgende nummers in deze jaargang stellen de thema’s lezen en rekenen, passend onderwijs, doorgaande leerlijnen
Elke adviseur weet het: een verandering hoeft nog geen verbetering
en aansluiting tussen de schooltypen centraal. In de colofon vindt u
te zijn. Wie echter goed naar zijn klant luistert, komt een heel eind.
de thema’s en de deadlines voor het inleveren van de kopij. Schrijf
Daarom vertrouwen wij er op dat Advies&Educatie een waardig
vooral zelf als onderwijsadviseur! Niet alleen voor uw personal
opvolger mag zijn van School & Begeleiding. Uw reactie wordt zeer
branding maar om scholen nieuwsgierig te maken naar maatwerk!
op prijs gesteld!
De actualiteit krijgt vorm door het interview en door de column. Voor die laatste rubriek tekent, op persoonlijke titel, Peter van Dijvenboden.
Namens de redactie,
Hij is een door de wol geverfde Pabo-docent en kan goed achter-
Ruud Gorter,
en vooruit kijken en zal als columnist tot het einde van het kalender-
Hoofdredacteur
Advies&Educatie juni 2008
Leerklimaat De inschatting van leerkrachten en schoolleiders hoe zij op school kunnen leren
door Jan-Jos Janssen
Er is hernieuwde belangstelling voor het leraarschap en de professionalisering daarvan. De belangstelling richt zich vooral op de motivatie van leerkrachten voor hun beroep. Het recent verschenen rapport van de Parlementaire Commissie Onderzoek Onderwijsvernieuwingen (2008) wijst op het belang van de verhoging van de kwaliteit van leraren. Een jaar eerder wordt in de nota ‘Advies van de Commissie
uit zes dimensies: managementstijl, mogelijkheden tot ontwikke-
Leraren, de leraar anno 2007 ‘ (2007, pag. 45) gesteld: ‘Een
ling, tijd, teamfunctioneren, visie en tenslotte werksfeer.
goede leraar zal zich voortdurend verder willen ontwikkelen.
In een onderzoek onder 642 leerkrachten en schoolleiders op 49
Daarvoor is vooral bekwaamheid van belang. De verdere
scholen voor basisonderwijs is door middel van een vragenlijst
ontwikkeling van de leraar vloeit vooral voort uit zijn vermogen
nagegaan hoe zij het leerklimaat op hun school inschatten. Deze
tot kritische reflectie op het eigen handelen en op het functione-
leerklimaatvragenlijst bestaat uit 52 items. Per item hebben de
ren van de school als organisatie. Zijn onderzoekende vaardighe-
respondenten op een vijfpuntschaal aangegeven in welke mate
den zijn van belang om op basis daarvan de eigen resultaten en
zij instemmen met de gegeven stelling. De gebruikte scores lopen
die van de school als geheel te verbeteren. Daarmee kan de
van ‘zeer oneens’ via ‘oneens’, ‘niet eens/niet oneens’ en ‘eens’
leraar steeds gerichter bijdragen aan het functioneren van de
naar ‘zeer eens’.
school als organisatie, waarbij het optimaliseren van leerproces-
Op basis van ons onderzoek zijn twee vragen gesteld: Hoe ervaren
sen en leerresultaten centraal staat.’
leerkrachten in het basisonderwijs in Nederland het leerklimaat op
Onderzoek naar leerklimaat Een belangrijke voorwaarde voor het leren van leerkrachten is de wijze waarop zij het leerklimaat in scholen ervaren. Als er sprake is
Opvattingen van leraren over hun eigen leerproces zijn belangrijk
hun school? Hoe liggen de onderlinge verhoudingen van de dimensies binnen het leerklimaat? Na uitvoerige statistische bewerking zijn we tot de onderstaande conclusies gekomen.
Onze bevindingen Op de vraag hoe leerkrachten het leerklimaat in scholen voor basisonderwijs in Nederland ervaren, is te constateren dat de respondenten over het algemeen een positieve waarneming hebben van de factoren op school die met leren samenhangen. Dit geldt met name voor mogelijkheden tot ontwikkeling en
van een goed leerklimaat, zo luidt de redenering, zal het leren
managementstijl. Daarentegen neigt het oordeel over tijd eerder
van leraren, schoolleiders en uiteindelijk ook leerlingen worden
naar neutraal. Teamfunctioneren, visie en werksfeer zitten er tussenin.
bevorderd. In dit artikel staat de studie naar leerklimaat in
Op de vraag hoe de dimensies van leerklimaat zich tot elkaar
scholen voor basisonderwijs centraal. Leerklimaat is een verschijn-
verhouden is vast te stellen dat er een bepaalde samenhang van
sel waarvan verondersteld wordt dat het op gerichte wijze te
dimensies van leerklimaat is. Visie en managementstijl bepalen
begrijpen en te beïnvloeden is.
(mits op elkaar afgestemd) in belangrijke mate het functioneren
LCQ Tot nu toe is er nog niet veel bekend over de ervaring van leerkrachten en schoolleiders met het leerklimaat op scholen. Goede instrumenten die onderbouwde argumenten opleveren om hierover uitspraken te doen, ontbreken tot nu toe. In Engeland hebben Bartram, Foster, Lindley, Brown en Nixon (1993) onderzoek verricht naar invloeden op het leren van individuen op de werkplek. Zij hebben voor de inschatting van het leerklimaat de Learning Climate Questionnaire (LCQ) ontwikkeld. De LCQ bevat zeven dimensies. Deze dimensies zijn alle gericht op bepaalde aspecten van leren. Met de dimensies van de LCQ als uitgangspunt, is de LCQ aangepast aan het Nederlandse basisonderwijs. Uiteindelijk is een vragenlijst ontwikkeld bestaande
Advies&Educatie juni 2008
Dimensies van leerklimaat: Mogelijkheden tot ontwikkeling: De mate waarin leerkrachten ervaren inspraak en mogelijkheden te hebben om zich te ontwikkelen. Managementstijl: De mate waarin de leerkrachten ervaren dat de schoolleiding behulpzaam is bij het oplossen van problemen in het werk en de mate waarin hij/ zij leerkrachten stimuleert zelf met oplossingen te komen Teamfunctioneren: De mate waarin leerkrachten bij het uitvoeren van activiteiten ervaren op hulp van collega’s te kunnen rekenen. Tijd: De mate waarin de leerkrachten ervaren voldoende tijd te hebben om activiteiten in school voor te bereiden en erop te kunnen reflecteren. Visie:
Meer onderzoek naar leerklimaat is echt nodig
De mate waarin leerkrachten ervaren dat op het werk aandacht wordt besteed aan gedeelde doelstellingen
ding af te leggen over die onderwijskwaliteit.
over het onderwijs in de eigen school.
De belangstelling voor leren is van alle tijden. Net zoals we dit
Werksfeer:
artikel begonnen met een citaat, willen we er ook mee eindigen:
De mate waarin leerkrachten ervaren dat er een prettige
‘De beste remedie tegen droefheid’, antwoordde Merlijn (…), ‘is
stemming op het werk heerst.
iets te leren. Dat is het enige dat nooit faalt en je helpt, als je oud en bibberig wordt, als je ’s nachts wakker ligt en luistert naar de ontreddering van je aderen (…) als de wereld om je heen
van het team, mogelijkheden tot ontwikkeling en de tijd. Samen
verwoest wordt door boosaardige gekken, of je weet dat je eer
bepalen deze vijf variabelen op directe en indirecte wijze de
wordt vertrapt in de riolen van lagere geesten. Dan is er maar
werksfeer.
één ding te doen – te leren. Leren waarom de wereld draait
Interne organisatie
zoals-ie draait en waardoor hij zo gaat. Dat is het enige wat de geest nooit kan uitputten, nooit kan vervreemden, waardoor hij
De bevindingen zijn in lijn te plaatsen met nationale en internatio-
nooit gekweld kan worden, nooit kan vrezen of wantrouwen, en
nale onderzoeksresultaten. In alle gevallen wordt het belang
nooit een ogenblik spijt zal hebben. Leren is wat je nodig hebt.’
onderstreept om een goed inzicht te hebben in de interne
(White, 1967, pag. 197).
❰❰
organisatie van een school. Een goed inzicht zorgt ervoor dat maatregelen genomen kunnen worden die de motivatie van de
Jan-Jos Janssen is werkzaam als teamleider en adviseur bij M&O-
medewerkers in stand houdt en vergroot. Daardoor worden de
onderwijsadvies Nederland BV. Voor vragen en/of opmerkingen kunt u
organisatieleden gestimuleerd om zich voor de organisatie in te
contact opnemen met de auteur:
[email protected]. Dit
zetten, te leren en indien nodig hun gedrag aan te passen. Ons
artikel is een korte samenvatting van een uitgebreider onderzoek over
onderzoek heeft duidelijk gemaakt dat een schoolleider die als
leerklimaat.
ondersteunend wordt ervaren, een duidelijke visie vertegenwoordigt en deze ook uitdraagt, sterk bijdraagt aan een positieve perceptie van het leerklimaat. Leerkrachten die het leerklimaat op hun school positief waarderen, zullen eerder optimale ervaringen opdoen en in een ‘positive flow’ terecht komen (Csikszentmihalyi, 1999, Korthagen & Vasalos, 2003; Korthagen, 2005). Dit onderzoek heeft verder opgeleverd dat de dimensies van leerklimaat in een bepaalde samenhang moeten worden bezien. Leerklimaat is geen diffuus geheel, maar een met elkaar samenhangende set van dimensies die bepalend kan zijn voor de ontwikkelingsrichting van een school.
Verder onderzoek nodig Voor de dagelijkse schoolpraktijk is verder onderzoek naar leerklimaat van belang. Schoolbesturen en scholen zijn in toenemende mate zelf verantwoordelijk voor het formuleren van doelen in de onderwijskwaliteit, het realiseren van kwalitatief
Literatuur: Bartram, D., Foster, J., Lindley, P.A., Brown, A.J. & Nixon, S. (1993). The Learning Climate Questionnaire. Employment Service and Newland Park Associates Ltd. Commissie Leraren (2007). Rapport Commissie Leraren. Den Haag: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Commissie Parlementair Onderzoek Onderwijsvernieuwingen (2008). Tijd voor onderwijs. ’s-Gravenhage: SDU uitgeverij, Csikszentmihalyi, M. (1999). Flow. Psychologie van de optimale ervaring. Amsterdam: Boom. Korthagen, F. & Vasalos, A. (2003). Flow in werken en leren: competentieontwikkeling op basis van persoonlijke reflectie en bezieling. Opleiding & Ontwikkeling, 5 , 13 – 17. Korthagen, F. (2005). “Met flow leer je sneller.” Didaktief, 35, 5, 26 – 27. White, T.H. (1967). Arthur, Koning voor eens en altijd. Utrecht: Prisma boeken.
goed onderwijs en het zoeken naar middelen om verantwoor-
Advies&Educatie juni 2008
Successen organiseren Werk maken van passend onderwijs
door Dolf Janson
Werk maken van passend onderwijs moet leiden tot regionale samenwerking. De basis voor die samenwerking moet vooral worden gevonden in het primaire proces van de deelnemende scholen. Vanuit de wetenschap is er inmiddels wel het een en ander bekend over hoe we in die scholen successen voor leraren en leerlingen kunnen organiseren. ‘Het team is goed bezig’, vertelde de directeur, met duidelijk
In de studie Worstelen met werkdruk (Ballet & Kelchtermans
genoegen. ‘Iedereen heeft al gewerkt met het plannetje dat ze
2008) signaleren de onderzoekers dat leraren dergelijke
op de studiedag hebben opgesteld. Het leuke is dat er nu ook in
oproepen ’filteren’: leraren geven betekenis aan veranderingen
de pauzes over gesproken wordt. Men informeert bij elkaar hoe
vanuit hun persoonlijke opvattingen over ‘goed onderwijs’.
het gaat en vertelt eigen succesjes. Natuurlijk zijn er ook nog wel
In de uitgevoerde gevalsstudies blijkt gehoorzaamheid de
twijfels hier en daar en kost het sommigen meer moeite oude
dominante houding tegenover deze oproepen, zelfs als dat leidt
gewoontes los te laten, maar de omslag is gaande, dat is
tot taakverzwaring. Tegelijk probeert ieder daaraan toch een
duidelijk! Daar kan ik alleen maar van genieten.’
persoonlijke draai te geven, er is sprake van ‘strategische
Het is prettig om te merken dat de aanzet tot verandering in een
gehoorzaamheid’. Die pragmatische houding kan worden
team is aangeslagen. Vanuit allerlei graag geciteerde bronnen
opgevat als een overlevingsstrategie, ook wel aangeduid als
zoals Senge, Fullan en Marzano, weten we wat werkt als het om
coping-strategie.
duurzame verbeteringen van de onderwijspraktijk gaat. Toch is het geruststellend als blijkt dat een team zich aan die theorie houdt. Zeker bij een van buitenaf aangedragen concept als
Copinggedrag kan worden onderverdeeld in vier hoofd-
passend onderwijs, kleeft daaraan een extra risico. Het streven
categorieën (IPT z.j.)
om alle leerlingen in het funderend onderwijs het arrangement te
1. G edrag dat gericht is op de situatie: confrontatie,
bieden dat zij nodig hebben voor een optimale ontwikkeling, kunnen we zonder terughoudendheid opvatten als een (poging tot) duurzame verbetering van de onderwijspraktijk. Dat betekent weliswaar dat de hierboven bedoelde theorieën van toepassing
vermijding, niets doen. 2. G edrag dat gericht is op het beïnvloeden van de perceptie en evaluatie: optimisme, aanvaarding, berusting, pessimisme, klagen
zijn op dit proces, maar bij opgelegde vernieuwingen spelen ook
3. G edrag dat gericht is op de reductie van spanning
andere wetmatigheden een rol. Onderwijsadviseurs en onderwijs-
4. Het uiten van emoties
managers zullen, ieder vanuit hun eigen rol en verantwoordelijkheid, bij hun streven onderwijs ‘passend’ te maken hiermee terdege rekening moeten houden.
Strategische gehoorzaamheid
Werkdruk wordt vergroot Een concept als passend onderwijs refereert aan een door veel leraren gedeeld ideaal, namelijk dat aan de ontwikkeling van
Passend onderwijs kan worden gezien als (de zoveelste) ‘oproep
alle leerlingen recht gedaan moet worden. Tegelijk leidt het
tot verandering’.
werken aan het passend maken van het eigen onderwijs tot allerlei overleg, nieuwe afspraken en het aanleren van nieuwe routines. Dat betekent meer werk, of op zijn minst de beleving meer werk te hebben. Dat leidt tot ambivalente gevoelens en dus ook tot coping-strategieën. Leraren willen controle houden over de veranderende omstandigheden. Het gevolg kan zijn dat de gevraagde veranderingen op een ‘aangepaste wijze’ worden geïmplementeerd. Er is dan volgens Smylie en Perry (1998) sprake van symbolische implementatie, waarbij de kans bestaat dat vooral uiterlijke aspecten (bijvoorbeeld het invullen van een lijst) worden ingevoerd, maar de kern (bijvoorbeeld de bijbehorende routine) niet verandert. Het gevolg is dan dat door het stapeleffect, in plaats van het bedoelde inruileffect, de werkdruk voor de leraar juist wordt vergroot, terwijl deze juist dacht op deze manier die druk tegen te gaan.
Advies&Educatie juni 2008
Schoolcultuur Naast wat hiervoor is beschreven, roept dat gevoel van intensivering van de taak van leraar bij hen ook de fundamentele vraag op ‘Ben ik nog wel een goede leraar?’ Kelchtermans (1994) spreekt in dat verband van de evaluatieve en normatieve aspecten van het ‘professioneel zelfverstaan’ door de leraren en schoolleiders. Als zij deze oproep zouden negeren, lopen zij voor hun gevoel niet alleen het risico als ‘niet-competent’ beschouwd te worden. Het negeren van die ‘oproep’ leidt bovendien tot een schuldgevoel ten opzichte van de leerlingen. Juist tegenover hun leerlingen, en zeker tegenover leerlingen die meer dan de gewone aandacht nodig hebben, willen leraren niet tekort schieten. De schoolleiding en de cultuur van de school spelen een cruciale rol bij de betekenisverlening aan dergelijke oproepen tot verandering. Als de gevraagde veranderingen binnen de schoolcultuur passen (‘wij willen de beste school van de wijk zijn’ of ‘wij willen er zijn voor onze leerlingen’), kan dat de druk
Samenhang lesgeven en zorgbehoefte
opvoeren en de oproep verder versterken. Past het juist niet zo
Bij een verandering, zoals bij Passend onderwijs wordt beoogd, is
erbij dan kan die cultuur de oproep ook afzwakken en relative-
systeemdenken essentieel. Het gevaar is anders groot dat
ren. Een directeur die het team gerust stelt met de uitspraak ‘…
onderwijs geven en zorg organiseren, resp. de rol van de
dat wij ons niet gek moeten laten maken’ of ‘dat de soep niet zo
directeur en die van de intern begeleider, als losstaand worden
heet hoeft te worden gegeten als die door anderen wordt
beleefd en daardoor ook gehanteerd. Dat kan tot gevolg
opgediend…’ verleent een geheel andere betekenis aan de
hebben dat het lesgeven niet verandert, maar wel de vraag om
oproep tot het realiseren van passend onderwijs dan de
specifieke ‘zorg’ toeneemt. Door juist de samenhang tussen
directeur die aan het begin van dit artikel werd geciteerd.
lesgeven en zorgbehoefte tot onderwerp van doordenken te
Kritische succesfactoren
maken kan dat leiden tot andere oplossingen en een beter evenwicht tussen de rollen van directeur en intern begeleider.
Laten we daarom nog eens nagaan wat kritische succesfacto-
Een kritische succesfactor blijkt dat alle actoren in de school hun
ren blijken te zijn bij een dergelijk veranderingsproces. De vijf
taken en verantwoordelijkheden betrekken op hetzelfde doel en
disciplines van Senge (zie kadertekst) veronderstellen niet alleen
samen nagaan welke rol men heeft en neemt in het proces van
een sfeer van gezamenlijkheid binnen een school, maar ook de
verandering. Daarin zijn dan ook het persoonlijk meesterschap,
individuele verantwoordelijkheid voor de eigen bijdrage daarin.
de gehanteerde mentale modellen, de gedeelde visie en het teamleren verdisconteerd.
Peter Senge noemt vijf factoren (disciplines) die bepalend
Leraargedrag
blijken te zijn voor duurzame veranderingen:
Onderwijsverbeteringen zijn altijd gebaseerd op concrete
1. W erken aan persoonlijk meesterschap: door zorgvuldig
beslissingen van directie en team, als het goed is, voortkomend
om te leren gaan met de spanning tussen hun persoon-
uit het schoolplan. Een nieuwe methode aanschaffen, het
lijke overtuigingen en de actuele werkelijkheid, leert
klassenmanagement verbeteren, coöperatief leren invoeren;
iedere medewerker betere keuzes te maken en zo meer
elke school neemt jaarlijks dergelijke beslissingen. Wat soms
van de gewenste resultaten te realiseren.
teveel impliciet blijft, is de vraag of de leerlingen zich daardoor
2. Bewust worden van mentale modellen en manier waarop
beter gaan ontwikkelen en beter leren. Wat is goed voor de
veronderstellingen en ondoordachte conclusies gedach-
leerlingen? Onder welke condities is het passend maken van het
ten en interacties kleuren. Door op dergelijke beelden te
eigen onderwijs inderdaad beter voor de leerlingen?
reflecteren leren mensen hun acties beter te sturen.
De neiging om vooral vormen, materialen en organisatiesche-
3. D e mensen in de schoolorganisatie hebben een
ma’s in te voeren en het bijbehorende leraargedrag minder
❱❱
gedeelde visie, een gemeenschappelijk doel waaraan ieder commitment ontleent. 4. Leren doet men als team, waarbij het totale talent groter is dan de optelsom van ieder individueel talent. 5. Systeemdenken, waardoor mensen leren de onderlinge samenhang en verandering beter te begrijpen. Groei én stabiliteit in een cyclisch proces, waarin feedback en leren van ervaringen zorgen voor het noodzakelijke evenwicht. Naar Peter Senge e.a.(2000); De dans der verandering – nieuwe uitdagingen voor de lerende organisatie; Schoonhoven: Academic Service.
Advies&Educatie juni 2008
Het leren met en van elkaar en van anderen staat centraal in de visie van Fullan.
Verandering volgens Fullan: 1. Je begint met geloof, overtuigingen. 2. Daarna kijk je goed naar wat er toe doet. 3. om met die gegevens tot actie over te gaan 4. waarbij je een gezamenlijke taal opbouwt 5. zodat je meer kunt leren (Look wider). 6. O m toekomstgerichte oplossingen te vinden is reflectie op wat je deed van belang. Uit: Van Sluis en Wiegman 2007
Tenslotte De kwaliteiten en opvattingen van de leraar blijken in alle studies over onderwijsveranderingen essentieel voor het succes. Het ligt voor de hand bij een grootschalig en langdurig veranderingsproces, zoals passend onderwijs zal zijn, ook de leraar als insteek voor het proces te nemen. De toevoeging van Marzano, dat het
❱❱
aandacht te geven, laat staan de hieronder schuil gaande
effect dat de verandering op de ontwikkeling en het leren van
overtuigingen, is door mij al eerder beschreven (Janson 2005). Uit
de leerlingen heeft, bepalend moet zijn, lijkt een belangrijk
onderzoeken die Marzano (2003) heeft beschreven blijkt in
uitgangspunt bij het kiezen van configuraties (Hoe gaat het eruit
hoeverre het effect wordt bepaald door schoolfactoren of
zien?) en interventies (Hoe gaan we dat aanpakken?). De roep
leraargedrag: het is een verhouding van 1:2, ofwel het leraarge-
om ‘veranderingen die zijn gebaseerd op onderzoek en eerdere
drag heeft tweemaal zoveel effect op de prestaties en de
succeservaringen’ zal de komende tijd blijven klinken. Dat hoeft
ontwikkeling van de leerlingen als de factoren die op schoolni-
geen grote problemen op te leveren, zo blijkt uit het voorgaan-
veau aangepakt kunnen worden. Dat wil zeggen dat de didacti-
de. De kunst is nu om niet alleen te komen tot strategische
sche aanpak (op basis van een uitgebreid repertoire aan
veranderingen, maar tot echte veranderingen. Veranderingen
strategieën afstemmen op de onderwijsbehoeften van leerlingen),
waar de leerlingen veel positiefs van merken.
het klassenmanagement (de gehanteerde routines en regels in de klas, omgaan met ongewenst gedrag, de relatie tussen de leraar en de leerlingen en de mentale beelden over leerlingen en leren die de leraar hanteert), en het herontwerpen van het programma (wat onder meer betekent dat de les wordt afgestemd op de leerlingen en een methode wordt gebruikt en niet alleen uitgevoerd) onderwerp van verbetering en leren door de leraar dienen te zijn. Wanneer we dat vertalen naar de bedoeling van passend onderwijs, dan blijkt (verandering van) leraargedrag een kritische succesfactor voor het realiseren van onderwijs dat voor alle leerlingen leren en ontwikkelen mogelijk maakt.
Leren met en van elkaar De tegenwoordig in Nederland weer populaire Canadese onderwijskundige Michael Fullan noemt zelf een hele reeks aan succesfactoren, die samen zijn te vatten in drie hoofdfactoren: a. O rganiseren van schoolbrede contexten, dat wil zeggen dat de school als lerende gemeenschap van leraren en leerlingen een basaal gegeven is. Dat betekent onder meer dat gebruik wordt gemaakt van de kwaliteiten van de leraren, maar ook dat zij weten langs welke fasen implementatie verloopt, zodat ze daarin zelf actief en verantwoordelijk kunnen handelen. b. Verbeteren van het werken in de klas, wat zoveel inhoudt als mikken op betrokkenheid van de leerlingen, hen leren te leren en zorgen dat er transfer van het geleerde plaats vindt. c. S teunen van passie en betrokkenheid, waarbij in de schoolgemeenschap een voortdurende drive tot kwaliteitsverbetering en leren ontstaat, altijd uitmondend in concrete actie en reflectie daarop.
Advies&Educatie juni 2008
Literatuur Ballet, K., Kelchtermans, G. (2008); Worstelen met werkdruk. De ervaring van intensificatie bij leerkrachten in het basisonderwijs; In: Pedagogische Studiën 2008 (85) 32-48; VOR/VFO IPT (z.j.); Coping, omgaan met problemen; op 20-4-2008 gevonden op http://www.ipt-site.nl/int-3.html; Janson, D.J. (2005); Stapelen maar!; in: School & Begeleiding 3 p 16; Den Haag: EDventure. Marzano, R.J., Kopmels, D. (2007) Wat werkt bij onderwijsverbetering?; in: Basisschoolmanagement 20 (4) 36-40. Deventer: Kluwer. Senge, P. e.a. (2000); De dans der verandering. Nieuwe uitdagingen voor de lerende organisatie; Schoonhoven: Academic Service. Sluis, G. van, Wiegman, R (2007) Fullan op de werkvloer; onderwijsverbetering door verbetering van leerplekken (Raakproject “Ver zien en breed kijken” Onderzoeksresultaten betreffende de methodiek van Michael Fullan); op 20-4-2008 gevonden op http:// www.hanze.nl/NR/rdonlyres/E735EB5F-E057-45E2-85873732CC114B34/0/Fullanopdewerkvloergerichtoponderwijsverbetering.doc Kelchtermans, G. (1994); De professionele ontwikkeling van leerkrachten basisonderwijs vanuit het biografisch perspectief (Studia Paedagogica 17); Leuven (B): Universitaire Pers; Smylie, M.A., Perry, G.S.Jr. (1998); Restructuring schools for improving teaching. In: Hardgraves, A., Lieberman, A., Fullan, M., Hopkins, D. (Eds.), International handbook of educational change (pp. 976-1005); Dordrecht (NL): Kluwer Academic Publishers.
❰❰
Column Hindermacht De overheid beschrijven als hindermacht, het had een neologisme van Koot en Bie kunnen zijn. Niet dit illustere duo, maar SGP-voorzitter Van der Vlies nam het woord in de mond tijdens het debat over het parlementair onderzoek naar onderwijsvernieuwingen. Wat een juiste typering van de overheid! In plaats van garant te staan voor deugdelijk onderwijs ontpopten de autoriteiten zich de afgelopen decennia als drammers en doordrukkers. Natuurlijk, we leven in een democratie, we hebben onze leiders zelf gekozen. Je zou die hele pan met onderwijsinnovatiesoep zo op het bordje van alle onderwijsmensen kunnen kieperen. Met de managers als eerste aan tafel en duizenden collega’s als brave meelopers in hun kielzog, lepel in de hand.
Maar het was nog niet genoeg. De hindermacht hield onveran-
Maar dat beeld is niet volgens de waarheid. De beschuldi-
derd stand onder de visieloze PvdA-bewindslieden van de jaren
gende vingers horen te wijzen naar het ministerie van onderwijs
’90. De onderbouw van het middelbaar onderwijs versleutelden
dat zich ontwikkelde tot een systeem binnen het systeem, een
zij onder het mom van onderwijskansen tot een smakeloze een-
autocratie in de democratie, het politbureau van de lage
heidsworst. Elk kind dezelfde basis. De ouderwetse, ongeëman-
landen.
cipeerde LTS-er die lekker met de handen wilde werken werd
Overvloedig waren de decreten die in hoge frequentie op de
getrakteerd op maar liefst vijftien vakken, grotendeels theorie.
deurmat van de scholen vielen. Gestaag groeide de weerzin
Wie bedenkt zoiets?
tegen deze top-down-overheid. Leerkrachten voelden zich
Volgden nog het echec van de tweede fase, de mislukking
keer op keer aangetast in hun autonomie. Ze waren tijdens hun
van het VMBO en het fiasco van het competentiegerichte
studie goed voorbereid op de weerbarstige klassenpraktijk, het
leren in het MBO. Grootschalige operaties waarin wederom
creëren van een goed pedagogisch klimaat, lastige ouders en
leerlingen en leraren de dupe werden. En nieuwe plannen die-
moeilijke leerlingen. Maar met de hindermachtigheid van het
nen zich aan: de maatschappelijke stage van scholieren en de
bestuurlijk gezag dat als een dreigende donderwolk bij voort-
toets voor vierjarige kleuters. Houdt het dan nooit op?
during boven het werkveld hing, wist men geen raad.
Het moet over zijn nu. De overheid dient niet te hinderen, mag
Onthutst over het verraad van hun eigen ministerie
zich niet schuldig maken aan spelbederf, is geen postorderbe-
kwamen de leraren die zich wél lieten horen tot een
drijf die klanten bedelft onder onbestelde pakketten. De com-
flauw en zwak protest. Vakbonden lieten het stelselmatig
missie Dijsselbloem heeft gesproken, de Tweede Kamer heeft
afweten en keken toe hoe in de jaren ’80 minister
de boter op het hoofd erkend en verbetering in de toekomst is
Deet -het verkeerde- man overging tot de afbraak van het
aangekondigd.
onderwijs. Het samengaan van de kleuterschool en de la-
De commissie Dijsselbloem stelt een zogenaamde uitvoerings-
gere school tot één basisschool leek zo’n aardig plan. Maar
toets voor waarin elke onderwijsinnovatie wordt onderworpen
hij bracht het als een bezuinigingsmaatregel die leidde tot
aan een haalbaarheidstoets. Kamerlid Dezentjé-Hamming van
bevroren salarissen en ongebreidelde fusies.
de VVD zou deze toets graag boven het bed van alle betrok-
Schaalvergroting werd het toverwoord, niet de leerlingen
ken onderwijsvernieuwers willen zien. Goed plan. Kan het naast
en leerkrachten stonden centraal, maar de financiën. Een
het tegeltje met de tekst: de overheid is geen hindermacht,
onvoorstelbaar uitgangspunt. Het onderwijs als sluitstuk van
maar laat onderwijs leven!
de begroting in plaats van investering in de toekomst van je kinderen, je land, je economie. Gebrek aan visie die leidde tot
Peter van Duijvenboden, opleidingsdocent
grote leerfabrieken in het voortgezet onderwijs waarin leraren en leerlingen zich verloren voelden.
Advies&Educatie juni 2008
9
Wetenschap
w
Immers, bij het eerste type zouden effecten verwacht kunnen worden op (leer)prestaties van leerlingen, maar bij het tweede type is het niet aannemelijk dat de (leer)prestaties van leerlingen beter zouden worden. Uit onderzoek naar de effecten bleken leerlingen van het eerste type scholen inderdaad tussen groep 4 en 8 een grotere leerwinst te boeken dan leerlingen in een representatieve steekproef. Leerlingen van reguliere basisscholen in dezelfde omstandigheden als de onderzochte brede scholen laten echter eenzelfde leerwinst zien. Directeuren op de brede scholen schrijven de leerwinst ook niet toe aan het breed zijn van de school maar aan verbeteringen in het lesgeven. Juist deze verbeteringen hebben zich ook op de vergelijkbare niet-
Explosieve groei brede scholen
brede basisscholen voorgedaan.
Mening van experts De onderzoeksresultaten zijn met een
Sinds de eerste brede scholen in het laatste decennium van de vorige eeuw van start zijn gegaan, is er sprake van een explosieve groei van deze vorm van samenwerking tussen scholen en instellingen op het terrein van zorg en welzijn. In bijna alle gemeenten worden momenteel initiatieven ontplooid om deze basisvoorziening voor kinderen en jongeren te realiseren. Daar zijn vaak onderwijsadviseurs bij betrokken om gemeenten en besturen te adviseren of mee te denken over de organisatie en vormgeving van de brede school.
aantal experts besproken. Zij zijn van mening dat in aanvulling op de criteria ook de aard van de leerlingpopulatie, nadruk op compenserende activiteiten, kwaliteit van het aanbod en de situering van de regiefunctie onderscheidende kenmerken zijn. Met de kwaliteit van het aanbod bedoelden zij dat op sommige brede scholen meer gekwalificeerd personeel wordt ingezet voor allerlei
Door Simone Doolaard
activiteiten, dat leerlingen verplicht
Variatie in brede scholen en hun effecten Adrie Claassen, Coen Knipping, Annette Koopmans, Herman Vierke (ITS)
langer op school blijven om aan deze buitenschoolse activiteiten deel te nemen en dat de groepsleerkrachten meer tijd hebben om aan de kernvakken
Omdat de plaatselijke omstandigheden
eerder relatief dan absoluut. Contacten
te besteden.
sterk van elkaar verschillen, is er sprake
en samenwerking met een voorschoolse
Aanvullend op de al aangegeven
van grote variatie binnen de brede
instelling of kinderopvang zijn er vanuit
moeilijkheden bij het vaststellen van
scholen die tot stand gekomen zijn. Het
alle scholen, of ze nu breed zijn of niet.
effecten, noemden deze experts ook
ITS heeft in opdracht van de Commissie
Globaal blijven er twee, voor de hand
nog het feit dat veel activiteiten niet voor
beleidsonderzoek primair onderwijs
liggende varianten over: brede scholen
alle kinderen verplicht zijn en dat
(BOPO) onderzocht welke varianten er te
met een kansen- en verrijkingsprofiel (veel
daardoor ook geen stijging op schoolni-
onderscheiden zijn en of er effecten bij
achterstandsleerlingen, nadruk op
veau verwacht mag worden. Aan een
leerlingen vast te stellen zijn.
compenserende activiteiten) en brede
effectstudie zou een heel gedetailleerde
scholen met een wijk- en opvangprofiel
analyse van deelname van kinderen aan
(weinig achterstandsleerlingen, nadruk
activiteiten ten grondslag moeten liggen.
Het was niet eenvoudig om verschillende
op het gebruik van een multifunctioneel
Tenslotte zou er meer aandacht moeten
varianten brede scholen te onderschei-
gebouw). De onderzoekers signaleren in
zijn voor het kiezen van die activiteiten
den. Voor een deel heeft dit te maken
Nederland en in het buitenland een
die ook daadwerkelijk de beoogde
met de vraag wat kenmerkend is voor de
trend om beide profielen te combineren.
effecten zouden kunnen bewerkstelligen,
Varianten
brede school en welke activiteiten
10
dus voor evidence-based activiteiten.
worden uitgevoerd ‘onder de paraplu’
Effecten
van de brede school. De verschillen
De moeilijkheden met de indeling in
Meer informatie bij Dr. A.W.M Claassen,
tussen scholen die zichzelf breed noemen
varianten maakt het ook moeilijk om
Radboud Universiteit Nijmegen, Instituut voor
en de scholen die dat niet doen, zijn
effecten te verwachten en te meten.
Toegepaste Sociale Wetenschappen (ITS)
Advies&Educatie juni 2008
Wetenschap
Meer variatie in VVE
Effecten van VVE In dit onderzoek zijn maar heel spora-
Recent heeft zich een aantal veranderingen voorgedaan in de financiering, de aansturing en de professionaliseringsmogelijkheden van voor- en vroegschoolse educatie. De voorschoolse instellingen worden anders gefinancierd dan de vroegschoolse, de aansturing is gedecentraliseerd waardoor meer variatie kan ontstaan en de mogelijkheden voor professionalisering zijn verruimd.
disch enkele (positieve) effecten van VVE gevonden. Scholen die als zwak uit het onderzoek naar voren kwamen, hadden vaak het idee dat de invoering van VVE hen van boven af was opgelegd. Het aanpassen van het programma aan de leerlingpopulatie of aan de beschikbare tijd wordt op zowel
Door Simone Doolaard
zwakkere als betere scholen gedaan, alleen op de sterke scholen wordt beter
VVE onder de loep
en bewuster overwogen wat en
Elma Nap-Kolhoff (Babylon), Tamara van Schilt-Mol (IVA), Marjolein Simons (Babylon), Linda Sontag (IVA), Roel van Steensel (IVA), Ton Vallen (Babylon)
waarom geschrapt of veranderd wordt.
Betekenis voor VVE-beleid
Onderwijsadviseurs hebben met VVE te
kenheid. Uit interviews blijkt echter dat
De uitkomsten van dit onderzoek zijn voor
maken in het geven van scholing en
het contact tussen basisschool en
de auteurs aanleiding om twee aanbe-
advies of het begeleiden van uitvoerders
peuterspeelzaal op veel plaatsen toch
velingen te doen. In de eerste plaats
bij hun werk. In dit onderzoek wordt
nog vaak problematisch is. Opvallend is
moet de samenwerking en afstemming
onder andere nagegaan wat effectbe-
dat op plaatsen waar de VVE pas laat
tussen scholen en voorschoolse instellin-
vorderende kenmerken zijn van VVE-
op gang gekomen is, de situatie minder
gen blijvend aandacht hebben. Een
programma’s, welke effecten de
positief is. Er worden minder themabij-
belangrijke voorwaarde is dat personeel
programma’s hebben en wat dat
eenkomsten georganiseerd, ouderbe-
van beide instellingen zekerheid moeten
betekent voor het VVE-beleid.
trokkenheid wordt minder gestimuleerd
hebben ten aanzien van de financiering
en er is minder vaak een dubbele
in de toekomst.
bezetting. Dit laatste punt is nu juist een
De tweede aanbeveling volgt op de
Tussen 2002 en 2005 heeft de VVE zich
van de meest krachtige kenmerken van
eerste: om een gelijkwaardige partner te
gunstig ontwikkeld: samenwerking en
effectieve VVE. De onderzoekers geven
zijn, moet het opleidingsniveau van de
afstemming tussen scholen en peuter-
aan dat dit wellicht ook met de
peuterspeelzaalleidsters opgehoogd
speelzalen groeide, het aantal dagde-
invoering van de lumpsum te maken
worden van mbo- naar hbo-niveau.
len per week groeide, evenals het
heeft, VVE moet nu concurreren met
aantal trainingen en de ouderbetrok-
allerlei andere prioriteiten.
Ontwikkelingen vanaf 2002
Meer informatie bij www.iva.nl
Advies&Educatie juni 2008
11
De Stropdas Voorzitter PO-Raad Kete Kervezee:
‘Het is belangrijk dat scholen zich nu verenigen’ Kete Kervezee is per 1 maart aangetreden als de eerste voorzitter van de nieuw opgerichte PO-Raad. Zij hoopt met ingang van het nieuwe schooljaar full swing uit de startblokken te komen. ‘We willen er geen groot instituut van maken, maar liever een netwerkorganisatie.’ Na de HBO-Raad, de MBO-Raad en de VO-Raad heeft nu ook
persoonlijk verantwoordelijk voor voelen. De inspectie komt in
het primair onderwijs een eigen sectororganisatie waarin
principe één keer per vier jaar langs, het team is er elke dag.’
besturen uit het primair onderwijs - basisscholen, speciale basis-
Na een uitstapje van een jaar, waarin zij inspecteur-generaal
scholen en scholen voor speciaal onderwijs – zich hebben
van de Inspectie Werk en Inkomen bij het ministerie van
verenigd. De PO-Raad gaat de gemeenschappelijke belan-
Sociale Zaken en Werkgelegenheid was, is zij nu teruggekeerd
gen van de sector op het gebied van bekostiging, goed
op het oude nest. ‘Ik heb mij laten verleiden. Ja, absoluut. In
werkgeverschap en de hoofdlijnen van het onderwijsbeleid
de inspectierol zit je meer aan de reflectiekant; ik realiseerde
behartigen. Tot nu toe werd die functie vervuld door verschil-
mij dat ik in de vier of vijf jaar die ik nog fulltime wil werken
lende, keurig in zuilen verdeelde, besturenorganisaties. Dat nu
eigenlijk aan de voorkant actief wil zijn. Meedenken over hoe
in gezamenlijkheid wordt opgetrokken mag als winst worden
je het onderwijs kunt versterken, processen agenderen en
aangemerkt. De belangen van het primair onderwijs kunnen
faciliteren. Dat is eigenlijk ook mijn stiel, mijn profiel. Toen deze
steviger en eenduidiger over het voetlicht worden gebracht,
functie langskwam gingen mijn vingers jeuken. Al die ervaring
aldus de allereerste PO-Raad voorzitter Kete Kervezee. ‘De
die ik de afgelopen dertig jaar heb opgedaan en al die
andere sectoren hebben zich de afgelopen twintig jaar veel
netwerken waarin ik mij bevind wil ik verzilveren aan de
beter georganiseerd. Telkens als er op macroniveau middelen
voorkant. Ik vond dat ik mij voor één keer wel de luxe mocht
te verdelen zijn, zoals bij het ontstaan van nieuwe kabinetten,
permitteren om al na één jaar van baan te veranderen. Ik ben
weten zij veel duidelijker hun agenda en wensenlijst op tafel te
nog steeds gepassioneerd voor onderwijs.’
leggen. Het primair onderwijs is daarmee een onderschatte sector, jarenlang kon het positiespel niet goed worden
Netwerkorganisatie
gespeeld.’
Het ruikt nog nieuw in het Utrechtse kantoorpand waar de PORaad een verdieping huurt. De meeste kantoorvertrekken zijn
Kervezee, juriste en pedagoge, kent het veld goed. Zij was
nog in afwachting van medewerkers die de organisatie
onder andere leraar, faculteitsdirecteur en procesmanager
gezicht moeten geven. Kervezee: ‘We moeten het bureau
‘Wat ik heel erg hoop is dat de trots en het zelfbewustzijn in de sector primair onderwijs terugkeren’
12
voor het lerarenonderwijs. Brede bekendheid verwierf zij vooral
letterlijk nog inrichten. We willen er niet een al te groot bureau
als inspecteur-generaal van het onderwijs, een functie die zij
van maken, liever een netwerkorganisatie dan een heel groot
van 2001 tot 2007 bekleedde. Zij maakte zich in die periode
instituut. Maar ja, twintig mensen heb je wel nodig, variërend
sterk voor het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs,
van het secretariaat tot mensen die al die activiteiten die wij
waarbij het de inzet was om de verantwoordelijkheid daarvoor
willen vormgeven gaan oppakken. Daarvoor worden kandi-
primair bij de scholen zelf neer te leggen. ‘Mijn opvatting is dat
daten voorgedragen vanuit onze founding fathers. Van
de enige basis om tot kwaliteitsverbetering te komen, plaats
gedwongen winkelnering is daarbij geen sprake. Als mensen
vindt als de persoon voor de klas en de teamleider zich daar
goed zijn, zijn ze welkom. Het is niet meer dan fatsoenlijk
Advies&Educatie juni 2008
Kete Kervezee
wanneer je eerst de mensen een kans geeft van de besturen-
Het is vooral die eenheid waar Kervezee op blijft hameren. Het
organisaties die moeten inkrimpen. Ik zou heel tevreden zijn als
primair onderwijs moet zich naar haar overtuiging beter en
we het nieuwe schooljaar, zeg maar 1 september, full swing uit
krachtiger weren in het ‘Haagse’. Vooral ook omdat in deze
de startblokken kunnen komen. De eerste ledenvergadering is
sector de basis gelegd wordt voor later. ‘Wanneer je als kind in
op 16 juni. Wat voor ons in eerste instantie heel belangrijk is, is
de eerste twaalf levensjaren achterstand oploopt, is dat bijna
dat scholen en schoolbesturen zich massaal aansluiten.
niet meer te repareren. De basis ligt echt in het primair
Daarvoor loopt nu een wervingscampagne. Het is dus niet zo,
onderwijs. Dus investeer dan ook vooral aan de voorkant. Zorg
zoals velen denken, dat je automatisch lid bent. Het is in het
dat kinderen van 4 jaar al niet met een achterstand binnen
belang van de scholen zelf dat ze zich verenigen. Laten wij
komen. Wat mij betreft is het belang van voor- en vroeg-
ons ook in deze sector realiseren dat eenheid kracht maakt. En
schoolse educatie ook heel erg hoog. Zet maximale onder-
dan kun je heus ook de bestaande diversiteit in denominaties,
steuning op kinderen die uit een taalarme omgeving komen.
grote of kleine scholen en diverse pedagogische richtingen
Ik denk dat weinigen zich realiseren dat Nederland 1,2 miljoen
blijven accepteren.’
laaggeletterden telt. En dan gaat het dus echt niet alleen om
❱❱
Advies&Educatie juni 2008
13
De Stropdas ❱❱
allochtonen. Een eenvoudige bijsluiter bij een medicijn kunnen zij niet lezen. Dan ben je in ons rijke en hoogopgeleide land echt gehandicapt. Een voorwaarde voor democratie is goed onderwijs, een voorwaarde voor gezondheid is goed onderwijs, een voorwaarde voor een plek op de arbeidsmarkt is goed onderwijs. Ik heb het dus niet over het minste onderwerp!’
Kerntaken Wat ziet zij als de belangrijkste taken van de PO-Raad en welke thema’s spelen volgens haar momenteel een rol? Kervezee: ‘Onze belangrijkste taak is natuurlijk de werkgeversfunctie. Daar gaan we de komende periode met onze leden over in gesprek. Belangrijk daarin is een goede rechtspositie en meer doorstroommogelijkheden, zodat het een aantrekkelijke sector is om in te willen en te blijven werken. Een andere belangrijke functie is om een aantal inhoudelijke trajecten vanuit het platform kwaliteit en innovatie goed vorm te geven. Daarin zijn we faciliterend, zonder naar blauwdrukken te willen streven. Een derde thema is het verbeteren van de materiële voorwaarden van het onderwijs. Kijk bijvoorbeeld naar de kwaliteit van het binnenmilieu waarvan het nog zeker vijftien jaar gaat duren voordat die op een acceptabel niveau is. Weet je dat er nog scholen zijn waar oorlogsglas (dun glas van een slechte kwaliteit – red) in de ramen zit! Haal je eens voor ogen wat er gebeurt als er een lichte explosie plaatsvindt. Zetten we als welvarend land onze kleuters in zo’n lokaal!? Daarvan kun je toch niet zeggen dat daar onze toekomst ligt.
collega’s over het vak kunt praten, als je deskundigheid wilt
Ik begrijp goed dat dit een grote sector is, met een enorme
delen. Het leuke van kennis delen is dat je twee keer zoveel
vermenigvuldigingsfactor. Maar als je ziet welke kosten je moet
hebt. Deel je een reep dan heb je ieder de helft. Ik geloof sterk
maken om achteraf te repareren dan zijn het verantwoorde
in onderwijskundig leiderschap. Ik vind de functie van bestuur
investeringen. Rijkswaterstaat komt ook niet met plannen van
en schoolleider essentieel. Die rol zullen we dan ook vanuit de
vier jaar om Nederland droog te kunnen houden. Je spreekt
PO-Raad gaan versterken, zonder de rol van de leerkrachten
over generatieproducten. In het onderwijs wordt vaak zo kort
te onderschatten.’
en fragmentarisch aangestuurd.
Ook als het gaat om de rol van de onderwijsadviesbureau’s
Als PO-Raad gaan wij heel sterk aandacht vragen voor lange
ziet zij mogelijkheden tot verbetering. Zeker waar het gaat om
doorlooptijden, lange adem en stabiliteit. Bij al dit soort punten
goed opdrachtgeverschap. ‘Bij veel van die organisaties zit expertise die heel kostbaar is. Maar je kunt er niet als vanzelf-
‘Laten wij ons ook in deze sector realiseren dat eenheid kracht maakt’
sprekend vanuit gaan dat scholen hun vraag helder kunnen
is het basisonderwijs toch echt een beetje achteraan blijven
Kete Kervezee maakt tijdens het interview een strijdlustige
lopen. Wij moeten prioriteiten durven stellen.’
indruk. In elk geval niet die van een vrouw die een laatste
articuleren. In de voorfase moet beter geanalyseerd worden waar een school staat en waar het naartoe wil. De match van vraag en aanbod verdient meer aandacht.’
kunstje mag doen voordat de kleinkinderen een belangrijke De vraag is of de PO-Raad, indachtig de commissies Rinnooy
dagvulling worden. ‘Gemotiveerd? Absoluut! Inmiddels zie je
Kan en Dijselbloem, wel op het juiste moment komt. Het
dat mensen aangemoedigd worden om tot hun zeventigste
primaat moet terug bij de man en de vrouw voor de klas, zo
te blijven werken. Als ik gezond blijf zal ik niet zeggen dat dit
klinkt het. Vormt de raad dan niet een nieuwe bestuurslaag
mijn laatste kunstje is. Wel is het reëel om te denken dat ik dan
van nog meer bobo’s? Kervezee: ‘Juist niet. Met één organisa-
minder dagen zou gaan werken, en daarvoor is deze functie
tie voor het primair onderwijs wordt het juist veel overzichtelij-
niet geschikt. De komende vier, vijf jaar geef ik graag al mijn
ker. Maar dan wel met een kleine en flexibele organisatie. Als
energie aan deze functie. Wat ik heel erg hoop is dat de trots
mensen zeggen ‘ruimte voor de professional’ dan ben ik het
en het zelfbewustzijn in de sector primair onderwijs terugkeren.
daar mee eens als men bedoelt: ruimte voor het team van
En dat ik daar dan een bijdrage aan heb kunnen leveren.’
professionals. Tien diva’s geeft een vals koor. Ik denk dat de
14
mentaliteit van baas in het eigen lokaal het onderwijs de das
Meer informatie over werk en activiteiten van de PO-Raad:
om heeft gedaan. Je kunt alleen van elkaar leren als je met
www.poraad.nl
Advies&Educatie Advies&Educatie april juni 20082008
❰❰
De Stelling Voortaan mag een onderwijsverbetering of -vernieuwing alleen maar worden ingevoerd indien uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat die aanpak werkt; experimenteren wordt alleen onder strenge onderzoekseisen toegestaan.
Oneens!
Mee eens!
Wilmad Kuiper, Universiteit Twente Ik ben het ermee eens, alhoewel de stelling me te sterk gestoeld is op de rigide gedachte dat een onderwijsvernieuwing pas mag plaatsvinden als wetenschappelijk bewijs beschikbaar is voor de effectiviteit ervan. Ik herken daarin de stem van de Onderwijsraad die in een welbekend advies uit Koeno Gravemeijer, Technische Universiteit Eindhoven
2006 pleit voor een meer gefaseerde aanpak voor meer evidence-based onderwijs, waarbij het uiteindelijk draait om
Het experimenteren in, en reflecteren op, de eigen onderwijs-
het vinden van zo hard mogelijk bewijs voor de effectiviteit
praktijk is volgens mij een vorm van leren van leraren die een
(‘wat werkt’) van verbeteringen of vernieuwingen. Naar de
noodzakelijke voorwaarde vormt voor onderwijsverbetering en
mening van de raad is gerandomiseerd experimenteel
-vernieuwing, of het nu gaat om het uitbouwen van praktijk-
onderzoek de sleutel daartoe, zulks naar goed voorbeeld van
kennis of om het inpassen en benutten van wetenschappelijke
de gezondheidszorg waar medicijnen pas op de markt komen
kennis in de eigen onderwijspraktijk. In een recent artikel wijst
als de werkzaamheid wetenschappelijk is bewezen.
de bekende innovatiedeskundige Michael Fullan erop, dat je
Het is mij niet duidelijk wat in de stelling onder “strenge eisen”
hier een cultuur van professioneel leren voor nodig hebt,
wordt verstaan, maar het roept bij mij de associatie op met de
waarbinnen leraren individueel en gemeenschappelijk werken
experimentele onderzoeksbenadering waar de Onderwijsraad
aan een continu proces van ‘beter worden in datgene wat je
het over heeft. Nu heb ik helemaal niets tegen een dergelijke
in de eigen klas doet’. Hij wijt het feit, dat veel onderwijsinno-
onderzoeksaanpak, maar alles op z’n tijd.
vaties komen en gaan zonder veel sporen na te laten, aan het ontbreken van gunstige condities voor een dergelijke vorm
Eerst gedegen investeren in de relevantie, consistentie en
van professioneel leren. Een middel om dit te verbeteren is
bruikbaarheid van de verbetering of vernieuwing (tot op het
volgens hem het creëren van professionele leergemeenschap-
niveau van leeropbrengsten) en vervolgens, in het eindsta-
pen, die de problemen en uitdagingen van de praktijk
dium van ontwikkeling, nagaan (via experimenten) hoe
onderzoeken met het doel die praktijk te verbeteren. Dit is
effectief dat allemaal is, lijkt mij productiever dan direct en
precies wat in het Japanse innovatiemodel gebeurt, dat
eenzijdig inzetten op het laatste. Onmisbare ingrediënten van
bekend is geworden onder de naam ‘lesson studies’. En waar
een dergelijke onderwijskundige engineering benadering zijn:
het gebruik van wetenschappelijk onderzoek en de samen-
een goed onderbouwde, op recente wetenschappelijke
werking met wetenschappers, een mijns inziens essentieel
inzichten gebaseerde probleemanalyse en een zorgvuldige
onderdeel van uitmaakt. Onderwijsinnovatie volgens dit
wetenschappelijke validering van de verbetering of vernieu-
(gebleken werkzame model) biedt een alternatief voor het in
wing op basis van (her)ontwikkelen, uitproberen en formatief
de stelling gesuggereerde top-down model van onderwijsin-
evalueren in de praktijk. Een dergelijke benadering biedt
novatie dat zijn werkzaamheid naar mijn idee nog niet
daarmee tevens betere condities voor een doeltreffende
overtuigend bewezen heeft.
transfer van onderzoeksresultaten naar de praktijk.
Advies&Educatie juni 2008
1
Praktijk De besturingsfilosofie en bestuur lijke constellatie zijn de afgelopen periode gewijzigd. Een terugtredende overheid, een grotere beleidsruimte voor de scholen zelf, nadruk op het belang van beleidsvoerend en innoverend vermogen, netwerkvorming en educatief partnerschap zijn enkele recente noties. In dit artikel is de stelling dat de uitoefening van sterk onderwijskundig leiderschap met een krachtige transformatieve inslag een onmisbare kwaliteitsfactor is. Wat houdt dit precies in?
Succesvolle schoolontwikkeling Onderwijskundig en transformatief leiderschap is een must! Door Nanne Osinga, oud-stafdirecteur Cedin De directeur ziet het als één van de
Vijf basisvragen
van het plan en dragen het.
hoofdtaken om de cyclus van planma-
In een zorgvuldige planvorming
Planvorming is de neerslag van reflectie
tig werken als leidraad te gebruiken bij
behoren de volgende onderdelen aan
op planuitvoering en tevens van
de ontwikkeling van zijn school. Het gaat
de orde te komen:
voorbereiding op het realiseren van
hierbij niet om een strikt procedurele
16
nog betere lespraktijken.
aanpak. Belangrijke stappen en
Functie en kwaliteit van planvorming
mijlpalen vergroten de duidelijkheid en
versterken.
Kwaliteitsvisie ontwikkelen.
geven overzicht, maar ruimte voor
Het schrijven van plannen is een
De directeur ontwikkelt samen met het
flexibel en creatief inspelen op zich
regelmatig terugkerende taak. Immers,
team een geprononceerde en com-
onverwacht voordoende mogelijkheden
reflectie op de voortgang en stagnatie
pacte visie op kwaliteit. Er zijn diverse
blijft nodig.
van verbeterprocessen vereist tegen-
schoolexterne ontwikkelingen te
De directeur bouwt met het team aan
woordig een schriftelijke neerslag. Niet
benoemen die de resultaten van de
een gezamenlijke visie, missie en
alleen ten dienste van de verantwoor-
inspanningen van het team tegenwer-
collectieve ambitie. Hij is in dit proces,
ding naar de inspectie of andere
ken. Een team dat zich serieus neemt,
om te komen tot ‘corporatieve spirituali-
externe belanghebbenden, maar
stelt voortdurend de vraag naar de
teit’, voortrekker en inspirator. Dromen,
vooral ook met het oog op de interne
kwaliteit van de eigen bijdrage. De
passie en bezieling zijn hier kernwoorden,
communicatie met teamleden, bestuur
drang naar vooruitgang en continue
evenals zorg dragen voor open relaties
en ouders.
zelfverbetering is onmiskenbaar. De rol
en eerlijke communicatie.
De directeur ziet zichzelf als hoofdver-
van de schoolleider is hier te typeren als
De uitdaging voor de directeur ligt in
antwoordelijke en daarmee ‘eige-
‘aanjager’.
het bij elkaar brengen van de persoon-
naar’ van het proces van kwaliteits-
Het ‘multi-level model’ is een handig
lijke doelen van leerkrachten enerzijds
ontwikkeling binnen zijn school. Bij
ordeningskader dat een aantal niveaus
en de doelen van de school als geheel
deze positie past geen uitbesteding
onderscheidt in een schoolorganisatie.
anderzijds. Een niet te onderschatten
van schriftelijke planvorming. Wel is
Dit zijn respectievelijk de individuele
‘tour de force’ om een team met de
het mogelijk een collega-directeur of
leerkrachten, het team, de (boven-
nodige binding en synergie te vormen.
een adviseur als ‘tegenlezer’ in te
schoolse) directie en ‘staf’, en de
Meedenken is noodzakelijk om zich
schakelen. Alle teamleden denken
context van de school. Alle verbeterin-
eigenaar te gaan voelen.
mee, zijn sterk betrokken op de inhoud
gen op de verschillende niveaus, in
Advies&Educatie juni 2008
samenhang en elkaar versterkend,
exploreren van nieuwe
worden uiteindelijk zichtbaar in het
kennisbronnen (internet).
functioneren en de resultaten van de leerlingen. Prestatiegeoriënteerde cultuur en
Kennisuitwisseling faciliteren Het zwaartepunt van
resultaatgerichte aanpak benadrukken.
investeringen en inspannin-
De directeur die kiest voor een resultaat-
gen dient te liggen bij de
gerichte insteek, zonder hierbij de kwaliteit
schoolspecifieke processen
van leerprocessen over het hoofd te zien,
van kwaliteitsontwikkeling.
is een must. Het is essentieel dat leerlingen
Een belangrijke taak van
zich uitgedaagd voelen door betekenis-
de directeur ligt bij het
volle taken, hierdoor meer leren, zich
goed functioneren van de
competenter gaan voelen en vaker
school als professionele
succes ervaren.
kennis- en leergemeen-
Alle inspanningen en activiteiten die de
schap, waarin individuele
school onderneemt hebben zo recht-
en collectieve reflectie-
streeks mogelijk verband met en invloed
vaardigheden van
op het bereiken van de beoogde
centrale betekenis zijn.
effecten voor leerlingen. In een dergelijke
De bestaande menselijke
benadering komt een opbrengstgerichte
infrastructuur in een school
houding tot uiting.
moet de vernieuwing incorporeren, zowel
Prioriteiten bepalen en vasthouden.
individueel als collectief.
De directeur dient veel belang te hechten
Dus een professionele
aan het stellen van prioriteiten en het
cultuur ‘met en van elkaar
bewaken van de kerntaken. Dit komt de
leren’, gebruik makend
concentratie ten goede. Pas op voor
van en voortbouwend op
rusteloos, kortademig gedrag. Scherm de
het in de school beschik-
school daarom af voor ‘wanen van de
bare collectieve kennisre-
dag’. Dus niet meebewegen met de
pertoire, is van belang. Het team gaat op
over de bestaande situatie en een gevoel
hectiek veroorzaakt door vaak momen-
deze manier steeds meer zelf over
van urgentie, begint een oriëntatie op de
tane wensen van belangengroepen en
expertise beschikken en wordt ‘self-
gewenste situatie. Na het vaststellen van
overheden. Taal/lezen (geletterdheid!) en
supporting’.
de beginsituatie kan het traject van
rekenen/wiskunde zijn en blijven van
verandering worden bepaald. Dan volgt
Veranderkundige kennis en vaardigheden zich eigen maken
de daadwerkelijke invoering van de
De ‘hogere cognitieve vaardigheden’ als
Alle inspanningen in het onderwijs die
leerkrachten. Dit vraagt de nodige
focus van beleid maken.
vallen onder de noemer innovatie draaien
aandacht en tijd, evenals de borging van
De focus en het perspectief van onderwij-
om een werkelijke verbetering van de
de nog prille veranderingen.
zen dient vanaf groep 1 sterker te liggen
mensen in de onderwijspraktijk. Het
Een realistische inschatting van de
bij de verwerving van de zogenaamde
leveren van ‘toegevoegde waarde’ in de
benodigde tijd en inspanning om
‘hogere cognitieve vaardigheden’. Deze
groepen, vraagt van betrokken leerkrach-
bepaalde doelen te bereiken is cruciaal.
spelen een rol bij het begrijpend lezen van
ten beter en anders lesgeven. De kern
Scholen blijken hier vaak veel te optimis-
informatieve teksten, het productief
van kwaliteitsverbetering en schoolontwik-
tisch. Een overzichtelijk en consequent
schrijven van zakelijke teksten (stellen) en
keling is professionalisering van leerkrach-
meerjarenprogramma van activiteiten
het oplossen van reken/wiskundige
ten. Dit betekent ingeslepen werkwijzen,
voorkomt half werk, een onnodig hoge
opgaven.
gedragsmatige routines en daaraan ten
werkdrukbeleving bij de teamleden en
Het gaat om vaardigheden als het
grondslag liggende overtuigingen
onvoldoende succeservaringen. Verande-
kunnen kiezen uit en toepassen van
(werkconcepten, praktijkkennis) loslaten
ren is immers balanceren!
verschillende leer- en oplossingsstrate-
en aanpassen. Grondige kennis en
gieën, het logisch en creatief (divergent)
vaardigheden op het terrein van veran-
Co-creëren
denken, het geleerde zelf wendbaar
derkunde is onontbeerlijk. Waarom en hoe
Veranderen is meer ‘co-creëren’ dan
kunnen toepassen in andere min of meer
veranderen mensen? Wat zijn succesfac-
implementeren. Dit betekent met elkaar
afwijkende situaties (transfer), het kunnen
toren en faalfactoren? Welke fasen zijn te
oplossingen bedenken, invloed hebben
controleren en bijsturen van eigen
onderscheiden?
op werkomstandigheden en vervolgens in
leerprocessen (metacognitie), het leren
Een veranderingsproces dient een aantal
de praktijk toepassen. Het invoeren van
argumenteren, het zoeken en kritisch
stadia te doorlopen. Na ontevredenheid
door anderen bedachte oplossingen blijkt
cruciaal belang.
verandering in de organisatie en bij de
Advies&Educatie juni 2008
❱❱
17
Praktijk ❱❱
bij leerkrachten weinig vruchtbaar te zijn.
voor een deel te leren door de juiste taken
behalve de kernkwaliteiten, valkuilen en
Sluit in eerste instantie aan bij werkcon-
te kiezen en belangrijke vaardigheden te
allergieën ook eventuele onverwerkte
cepten van leerkrachten.
oefenen. Wie leiding wil geven dient
ervaringen, onbewuste emoties en fixaties
Veranderen is beslist niet gemakkelijk. Het
voldoende zelfkennis (‘ken u zelve’) te
op het spoor te komen, Onderdrukte
gaat dikwijls gepaard met ‘veel gedoe’.
hebben en in staat te zijn tot zelfmanage-
emoties belemmeren een heldere stijl van
Veranderen impliceert in de eerste plaats
ment. Grondig zelfonderzoek is nodig om
leidinggeven.
❰❰
afleren, loslaten van vertrouwde routines, afstand doen van comfortabele posities en andere zekerheden of beleefde
Literatuur
voordelen. Veranderen grijpt soms diep in
Berg, R. van den @ R. Vandenberghe. (1999). Succesvol leiding geven aan onderwijsinnovaties. Alphen aan den Rijn: Samsom. Bertrams, J. (2006). Op naar de top. Schiedam: Scriptum. Creemers, B. P. M. (2006). Educational effectiveness. University of Groningen: Faculty of behavioural and social sciences. Csikszentmihalyi, M. (2003). Flow in zaken. Amsterdam: Boom. De Caluwé, L. @ H. Vermaak. (2006). Leren veranderen. Deventer: Kluwer. Dixon, N. D. (2002). De organisatieleercyclus: hoe we collectief kunnen leren. Amsterdam: Nieuwezijds. Fullan, M. G. (2005). Forces for leaders of change. In: NSD, Volume 26. no. 4. Ghoshal, S. @ C. A. Bartlett. (1999). De geïndividualiseerde onderneming.
en gaat gepaard met emoties die vergelijkbaar zijn met ‘rouw’. De schoolleider schenkt meer aandacht aan psycho- en groepsdynamische processen. Een te eenzijdig inhoudelijke, maar ook ‘mechanistische en instrumentele’ benadering werkt niet. En leidt zeker niet tot werkelijke en duurzame veranderingen.
Afronding In het voorgaande is gebleken dat een schoolleider een rol speelt in een veelzijdig geheel van doelen, taken, procedures, maar ook gevoelens, verlangens,
Schiedam: Scriptum. Grün, A. (2002). Bezielend leidinggeven. Baarn: Ten Have. Hamel, G. @ B. Breen. (2008). Het einde van management zoals wij het kennen. Amsterdam: Business Contact. Kets de Vries, M. (2001). Leiderschap ontraadseld: een handleiding. Amsterdam: Nieuwezijds. Marzano, R. J. (2007). Wat werkt op school. Middelburg: Bazalt. Osinga, N., R. Gorter @ J. Halin. (2007). Educatieve dienstverlening: op zoek naar werkzame interventies. Den Haag: Hogeschool INHOLLAND/EDventure. Schaveling, J. (1997). Succesvol organisaties ontwikkelen. Assen: Van Gorcum. Sleegers, P. (1999). Leiding geven aan leren. Den Haag: PMPO.
behoeften en interacties. Leiding geven is
Leden met het Keurmerk Onderwijsadvies ABC Onderwijsadviseurs www.hetabc.nl BCO Onderwijsadvies www.bco-onderwijsadvies.nl Begeleidingsdienst voor vrijescholen www.vrijescholen.com Cedin www.cedin.nl Centraal Nederland www.centraalnederland.nl
EDventure Keurmerk Onderwijsadvies
Ds. G.H. Kerstenonderwijscentrum
Vanaf 1 januari 2008 zijn goed presterende, klantgerichte en innovatieve onderwijsadviesbureaus te herkennen aan het EDventure Keurmerk Onderwijsadvies. Onderwijsadviesbureaus met dit keurmerk voldoen aan hoge kwaliteitseisen. Voor scholen, gemeenten en andere klanten biedt het Keurmerk direct duidelijkheid over de betrouwbaarheid en kwaliteit van een onderwijsadviesbureau.
DOBA Onderwijsadviseurs www.doba.nl Driestar educatief www.driestar-educatief.nl Edux Onderwijsadviseurs www.edux.nl Giralis www.giralis.nl HCO www.hco.nl Marant | Adviseurs in leren & ontwikkeling www.marant.nl MHR architecten in leren www.mhr.nl
Keurmerk Onderwijsadvies = ISO 9001 certificaat voor interne kwaliteitszorg Cedeo-erkenning voor klanttevredenheid Altijd vooruitstrevend door kennisdeling en innovatie
Meer weten over het Keurmerk Onderwijsadvies? Kijk op www.keurmerkonderwijsadvies.nl. Hier leest u precies wat het keurmerk inhoudt en wat u van een onderwijsadviesbureau met het keurmerk mag verwachten.
OCGH Advies www.ocghadvies.nl OnderwijsAdvies www.onderwijsadvies.nl RPCZ Experts in Leren en Ontwikkeling www.rpcz.nl Schoolbegeleiding Zaanstreek-Waterland www.sbzw.nl SOM Onderwijsadviseurs www.som-net.nl Uiterlijk half april 2008 zullen de volgende organisaties het keurmerk dragen: ABCG www.abcg.nl Consent www.obd-consent.nl De Kempen Schoolbegeleidingsdienst
EDventure, vereniging van onderwijsadviesbureaus
[email protected] www.edventure.nu
www.dekempensbd.nl Eduniek www.eduniek.nl GH-GPC www.gh-gpc.nl OBD Noordwest www.obdnoordwest.nl SAD Wassenaar www.sadwassenaar.nl
0256.1013 Basis Adv Keurmerk_1901 1
18
Advies&Educatie juni 2008
11-12-07 10:49:21
Zorgkwaliteiten in het onderwijs Een bijdrage aan visieontwikkeling
door Wim Meijer
Zorg voor leerlingen is een kerntaak van basisonderwijs. Maar onderwijszorgtaken worden vaker in verband gebracht met het werk van (externe) deskundigen dan met dat van leerkrachten. Daarmee versmalt men de leerkrachtbijdrage ten onrechte tot ‘overleg voeren met anderen’. Dit artikel is een oproep aan onderwijsadviseurs om bij de visieontwikkeling over passend onderwijs, expliciet aandacht te besteden aan de opvoedingstaken van leerkrachten en aan de dialoog tussen school en ouders. Want een school is geen fabriek, geen attractiepark en geen therapeutisch behandelcentrum.
School als hefboom Zorg voor leerlingen is niet nieuw. Meester Staal, alter ego van Theo Thijssen, maakte in 1926 zijn klas niet alleen gelukkig met didactische kwaliteiten maar zette zich evenzeer in voor minder en meer bedeelde leerlingen. Hij gebruikt de school als hefboom om de standenmaatschappij te doorbreken. Zoals hij twijfelt over leerlingen die wel en niet naar Franse les mogen, vanwege de grote gevolgen van zo’n besluit op tienjarige leeftijd voor het verdere leven van het kind. Niet direct aan het werk, maar een vervolgopleiding volgen…
Standen en zuilen
in verband gebracht met de inzet van externe deskundigen. Maar dat laat onverlet dat zorg een appèl doet op pedagogische kwaliteiten van leerkrachten. Het actuele onderwijsbeleid
Het tafereel speelt in een maatschappij met vaste groepsver-
wil ouders meer stem geven. Ouders en leerkrachten krijgen
banden: standen en zuilen. De namen van de schooltypes
meer met elkaar te maken. Alleen al daarom is het nuttig om stil
herinneren daar nog aan. De lagere school en ulo waren het
te staan bij de overeenkomsten die er bestaan tussen ouders en
eindonderwijs voor de lagere stand en arbeiders. Burgers
leerkrachten: het zijn beiden opvoeders.
hadden de hogere burger school; het gymnasium als entree naar de universiteit. Ieder kind bezocht een school die paste bij
Spanningsveld
de stand en zuil. Min of meer vanzelfsprekend was er een zekere
Opvoeden is werken in een permanent spanningsveld (Door-
overeenstemming in opvoedingsgedrag thuis en op school. Ook
nenbal, 2007). Enerzijds streeft elke opvoeder een ideaal na. Hij
de zorg voor kinderen die faalden was standgebonden. De
wil graag dat het kind later een goed mens is dat anderen niet
zoon van de notaris die moeite had op het gymnasium, kreeg
kwetst; zijn verstand naar vermogen gebruikt; verantwoordelijkheden op zich neemt; voor anderen zorgt, etc. Maar kinderen
De school is geen attractiepark
moeten permanent op hun tenen lopen als je hen dat eindideaal alsmaar voorhoudt. Kinderen moeten ook gelukkig zijn in het hier en nu. In de praktijk laveren opvoeders continu tussen ruimte geven aan kinderen en structuur aanbrengen. Een goede
eindeloos bijles voor Latijn. Voor slimme rooms katholieke
opvoeder geeft kinderen de ruimte om met vallen en opstaan
arbeiderszonen was er het internaat.
iets te leren. Maar stelt ook grenzen om te voorkomen dat
Zorg is een relatief begrip en maatschappelijke veranderingen
kinderen te veel vallen of in chaos terechtkomen. Hij creëert
zijn van alle tijden. Ook opvoedingsideeën veranderen. Als
situaties waarin kinderen fouten kunnen maken, zonder de
veranderingen langzaam gaan, hoeven opvoeders niet na te
relatie met de opvoeder te verspelen. Bij kind-zijn hoort dat je
denken. Ze kopiëren hun eigen opvoeding. Bij snelle veranderin-
fouten kunt maken waar je wijzer van wordt. Als leerlingen extra
gen ontstaan er verschillen tussen generaties en moeten
zorg nodig hebben komen deze opvoedkwaliteiten prominent
opvoeders improviseren.
aan het licht.
Zorgkwaliteiten van leerkrachten
Beslissingen nemen
Zorg voor leerlingen werd de afgelopen decennia een kerntaak
Opvoeden is vermoeiend en uitdagend. Net als ouders moeten
van het onderwijs. De uitvoering van die zorgtaken wordt vaak
leerkrachten vaak snel beslissen.
❱❱
Advies&Educatie juni 2008
19
worden ‘afgerekend’ op (cito)prestaties van kinderen, waardoor het idee kan postvatten dat scholen productiebedrijven zijn. De gezonde twijfel, die bij opvoeding hoort, kan gemakkelijk omslaan in paniek, als een leerling niet direct de juiste prestaties levert. Ouders moeten leerkrachten de ruimte bieden hun opvoedende rol te vervullen. Omdat omgangsregels per school kunnen verschillen, moeten leerkrachten ze met kinderen bespreken. En hen leren ze te hanteren. Van ouders verwachten we dat ze hun kinderen leren dat omgangsregels op school anders kunnen zijn dan thuis of bij een vriendje. 2 Besef dat er bij onderwijsproblemen veel van opvoeders wordt gevergd. Scholen zijn geen fabrieken of attractieparken, en evenmin
❱❱
• Wat te doen als blijkt dat kinderen de lesstof niet begrijpen?
therapeutisch behandelcentra. Bij zorgleerlingen ontstaat al snel
• Hoe te reageren als een leerling weigert om de sommen te
het idee dat therapie nodig is naast onderwijs. In werkelijkheid
maken, of in huilen uitbarst?
doen zorgleerlingen een beroep op de veranderingscapaciteit
• Hoe te reageren als een leerling een ander uitlacht?
van een leerkracht. Onderwijsproblemen doen zich altijd voor in
• Hoe te reageren op een kind dat zich niet aan afspraken
een concrete onderwijsleersituatie. Leerkrachten kiezen taken
houdt?
en opdrachten en geven daarbij instructie en begeleiding aan
En net als ouders voelen leerkrachten zich gelukkig als beslissin-
leerlingen. Dat doen ze om leerlingen kennis te laten vergaren,
gen goed uitpakken. Maar bij het beroep hoort ook dat je
strategieën aan te leren, hen uit te dagen om problemen
onzeker wordt als zaken anders verlopen dan je had gehoopt.
planmatig aan te pakken, etc. Als het gewenste effect uitblijft, is
Twijfel, teleurstelling, tevredenheid, trots; betrokkenheid en
er een probleem. Kennelijk gaat er iets mis in deze fijnmazige
afstand kunnen nemen: het zijn allemaal wezenlijke kenmerken
interactie. Oorzaken krijgen vaak overmatig veel aandacht
van opvoeden.
terwijl men vergeet dat vrijwel elke oplossing erop neerkomt dat
Aandachtspunten bij visieontwikkeling
In onze samenleving verdwijnen vanzelfsprekendheden
In onze dynamische samenleving verdwijnen vanzelfsprekendheden. Ouders hebben uiteenlopende opvoedingsidealen, die lang niet altijd uigesproken worden. De kans dat ouders en leerkrachten langs elkaar heen praten is groot. Daarom is het noodzakelijk om regelmatig de opvoedingsdoelen/idealen te
een leerkracht anders moet gaan werken: anders les gaan
updaten. Van scholen mag worden verwacht dat ze duidelijk
geven, anders met het kind omgaan, zich anders voor een
maken welke doelen/idealen ze op lange termijn nastreven. Een
groep gedragen. Kortom, een andere manier van opvoeden
dialoog is gewenst om de noodzakelijke helderheid en overeen-
moet aanleren. Dat is nogal wat. Een leerkracht is weliswaar
stemming te creëren. Geef als school aan het begin van het
professional, maar als opvoeder toch niet helemaal van elastiek.
schooljaar aan wat je plannen zijn. Bespreek ze met ouders en
Net als ouders verdient een leerkracht in die gevallen erkenning
leerlingen. Van ouders mag worden verwacht dat ze er naar
en ondersteuning.
vragen; en dat ze de doelen, uitgangspunten en idealen onderschrijven.
3 Accepteer dat onderwijsproblemen alleen met maatwerk en
Vervolgens is het belangrijk dat iedereen de school weer
Van leerkrachten mogen we verwachten dat ze ouders duidelijk
(h)erkent als opvoedingssituatie. Over het omgaan met kinderen
maken wat binnen school wel en niet haalbaar is, en waarom.
ontstaan regelmatig meningsverschillen; een dialoog is dan
Van ouders mogen we verwachten dat zij hun kinderen duidelijk
lastig, maar extra nodig. Om haar richting te geven formuleren
maken wat de school van hen verwacht, en waarom. Een
we enkele spelregels.
optimale situatie dwing je niet af met juridische maatregelen.
onderling overleg opgelost kunnen worden.
Verschil van mening vraagt om dialoog. En een oplossing vraagt 1 Accepteer dat onderwijs per definitie nooit tegemoet kan komen aan alle denkbare verschillen tussen kinderen. Natuurlijk verwachten ouders dat leerkrachten rekening houden
om samenwerking. Als ouders en leerkrachten inzien dat zij beiden opvoeders zijn, zullen ze ook begrip hebben voor de twijfels die daarbij horen.
met hun kind. Maar dat gebeurt binnen de grenzen van het redelijke en het mogelijke. De dialoog gaat over die grenzen. Sommige kinderen en ouders menen dat de school altijd leuk moet zijn. Ten onrechte; een school is geen attractiepark. Anderen zijn geobsedeerd door eindprestaties. Dat leidt tot ongelukken in het hier-en-nu. De pedagogische taak komt in het gedrang als leerkrachten het gevoel krijgen dat ze eenzijdig
20
Advies&Educatie juni 2008
Literatuur: Doornenbal, J.M. (2007) Ploegen en bouwen. Groningen: Hanzehogeschool Thijssen Theo (1926) De gelukkige klas. Van Dishoeck (eerste druk)
❰❰
boek
De Keuze
Michael Fullan (2007) Leiderschap in een cultuur van verandering Boekbespreking door Wim Meijer
Eind 2007 verscheen een vertaling van Leading in a Culture of Change (2001) van de Canadese emeritus hoogleraar Fullan. Dat hij momenteel adviseur is van staatssecretaris Sharon Dijksma maakt het extra interessant om Fullans ideeën te bestuderen. Wellicht krijgen we meer inzicht in de visie van de overheid op Passend Onderwijs. Hoe vat men het veranderingsproces op? Op welke manier wordt de operatie geleid? Welke ervaring wordt benut?
De titel van het boek geeft al aan dat
niet gaat om een simpel rijtje waaraan
de nadruk ligt op leiderschap. Ook wordt
een onderwijsveranderaar zich moet
snel duidelijk dat leiding geven betrek-
houden.
king heeft op de aanpak van ingewikkelde problemen waarvoor geen
Toegespitst op onderwijsadviseurs
simpele oplossingen bestaan. Het boek
omschrijven we de vijf basiscompeten-
bevat dus geen recepten voor leiders
ties kort, als aansporing om in het boek
die graag een checklist afwerken om
op zoek te gaan naar alle nuances die
veranderingen te realiseren. Stappen-
erachter schuil gaan.
plannen en lijstjes met concrete aanbe-
1 Een effectieve leider van onderwijsver-
velingen worden met de nodige scepsis
anderingsprocessen streeft morele
behandeld. Dat is geruststellend in een
doelen na. Hij wil een positieve invloed
tijd vol simplificerende discussies over de
hebben op de levens van mensen,
manier waarop onze bewindslieden
‘klanten’ en de maatschappij als
onderwijsveranderingen aanpakten. Het
geheel. Soms liggen er ogenschijnlijk
onderwijsveld kan dus gerust zijn: hier
tegenstrijdige motieven aan ten
4 Een effectieve leider is continu bezig
wordt geen rigide werkwijze bepleit.
grondslag, zoals aandacht voor
met ontwikkelen en vergroten van
Kunnen onderwijsadviseurs ook gerust
zorgleerlingen én hoge leerresultaten.
kennis. Hij vindt het delen van kennis
zijn? Krijgen zij de nodige handvatten
2 Een effectieve leider leidt een
omgaan met emoties van cruciaal belang.
een kernwaarde van scholen, omdat
aangereikt? Fullan wil geen goeroe zijn.
onderwijsverandering op basis van
Dat blijkt als hij met instemming Drucker
inzicht in veranderingsprocessen en
aanhaalt, die ooit beweerde dat
heeft respect voor de complexiteit
mensen het over ‘goeroes’ hebben,
ervan. Hij is geen autoritair of geobse-
onevenwichtige wereld met continue
omdat ze het woord ‘charlatan’ niet
deerd leider, maar kan naar behoefte
veranderingen en talloze, elkaar
kunnen spellen.
een mix van democratische, visionaire,
beconcurrerende vernieuwingsproces-
harmoniserende en coachende leider-
sen op het goede moment samen-
Het boek zal onderwijsadviseurs uitda-
schapsstijlen inzetten. Hij vermijdt
hang. Soms indirect door maatregelen
gen om hun eigen innovatievermogen
oppervlakkige vernieuwingen maar
die tot ‘beroering’ leiden, soms
te vergroten. Fullan ordent zijn kennis en
streeft een cultuurverandering na. Hij
rechtstreeks door uiteenlopende
ervaring aan de hand van vijf basiscom-
waardeert weerstanden, gaat kritisch
acties te focussen op bijvoorbeeld
petenties van leiderschap en drie
om met eensgezindheid en is voorbe-
één doel: verbetering van leerling
karaktereigenschappen: energie,
reid op ‘implementatiedips’.
prestaties.
enthousiasme en hoop. De basiscompe-
het ombuigen van informatie tot kennis een sociaal proces is. 5 Een effectieve leider creëert in een
3 Een effectieve leider geeft om mensen
tenties worden in vijf hoofdstukken
en begrijpt dat onderwijsmensen
Het boek is aangevuld met twee
beschreven geïllustreerd met voorbeel-
alleen gemobiliseerd worden door
hoofdstukken waarin Marlou van Beek
den uit onderwijs en bedrijfsleven en
aandacht en respect. Om betere
Fullans gedachtegoed vertaalt naar de
doorspekt met waarschuwingen tegen
leerresultaten te behalen zullen
Nederlandse context. Aan de orde
versimpeling en het kopiëren van
effectieve leiders de verandercapaci-
komen algemene onderwerpen als duur-
succesverhalen. Keer op keer worden
teit van scholen vergroten. Daarbij is
zame organisatieontwikkeling en de
de nodige dwarsverbanden aangege-
het opbouwen van relaties, het
school als lerende organisatie. Over
ven. Daarmee onderstreept hij dat het
bevorderen van interactie en het
Passend Onderwijs geen woord.
Advies&Educatie juni 2008
21
De Keuze
congres
Kennis-maken met VELON Door Margreet Bos. Zij is lid van de kenniskring van het lectoraat Educatieve Dienstverlening en docent Pedagogiek en Onderwijskunde aan Hogeschool INHOLLAND.
VELON is de Vereniging voor Lerarenopleiders Nederland. In Vlaanderen zijn de lerarenopleiders verenigd in de VELOV. Beide verenigingen dragen onder andere zorg voor de registratie van lerarenopleiders. Jaarlijks wordt een tweedaags congres georganiseerd, met dit jaar als thema: ‘Kennismaken’. Steeds vaker spelen opleidingen en dus ook opleiders een rol bij schoolontwikkeling, door ontwikkelingen als Opleiden in de school en de Academische basisschool. Voor onderwijsadviseurs is het van belang hiervan op de hoogte te zijn. Daarom een korte impressie.
dingen is het advies om deze referentieniveaus te implementeren, en vervolgens de instroomeis voor taal en rekenen te verhogen. Bovendien moet er meer eenheid komen in de eisen aan taal en rekenen in de opleidingen. Marc Vermeulen geeft aan dat onderwijs, naast zorg en veiligheid, valt onder de publieke dienstverlening en daarmee draait om de publieke waarde. Het is werken in de frontlinie: alle ogen zijn erop gericht. Onderwijs moet in zijn ogen van een frontlinie-fixatie (mijn school, mijn idee, mijn waarneming) naar een breder perspectief gaan: van ‘mijn idee’ naar ‘onderwijs in het algemeen’. Vermeulens advies is om gebruik te maken van andere disciplines, zoals sociologie, economie en bestuurskunde. In vijf parallelsessies met 100 verschillende deelthema’s komt onder andere onderzoek naar voren naar opleidings-
Het VELONcongres bracht op 31 maart
consequenties voor lerarenopleidingen
scholen. Aan de Hogeschool van Arnhem
en 1 april meer dan 600 bevlogen
van het eindrapport van de Expertgroep
en Nijmegen is een zelfanalyse-instrument
onderwijsmensen bij elkaar in Veldhoven.
Doorlopende Leerlijnen Taal en Rekenen
ontwikkeld dat als thermometer voor
Opvallend is het grote aantal onderzoeks-
(2008). Prof. Dr. Marc Vermeulen (hoogle-
interne kwaliteitszorg kan fungeren.
resultaten dat gepresenteerd wordt. Door
raar Onderwijssociologie UvT) besteedt
Piet van der Ploeg (Lector Vernieuwings-
kenniskringen van hogescholen wordt op
aandacht aan de macro-context van het
onderwijs, Saxion Hogescholen) benoemt
verschillende gebieden kennis ontwikkeld
onderwijs.
in een lezing de crisis in de relatie tussen het werkveld en het wetenschappelijk
Congres
en verspreid en deze kennis is steeds
22
vaker gebaseerd op onderzoek. Lectoren
Robert-Jan Simons opent het congres met
onderzoek. Werkveld en onderzoek leven
die een kenniskring leiden, verzamelen
een betoog tegen het negativisme in het
langs elkaar heen. Een kloof wordt
docenten, leerkrachten en anderen uit
onderwijsdebat. In vergelijking met
zichtbaar als de wetenschap stelt dat de
het werkveld om zich heen op terreinen
andere Europese landen scoort Neder-
praktijk geen gebruik maakt van de
als ‘Geïntegreerd pedagogisch hande-
land bij de beste tien landen (PISAonder-
kennis uit wetenschappelijk onderzoek en
len’, ‘Lesgeven in de multiculturele
zoek) en terug naar vroeger kan eenvou-
de praktijk vindt dat onderzoeksresultaten
school’, ‘Ontwikkelingsgericht onderwijs’,
dig niet omdat de samenleving is
niet overtuigend of bruikbaar zijn. Ook de
‘Vernieuwingsonderwijs’, ‘E-learning’ en
veranderd. Hij benadrukt dat de profes-
nabijheid kan problemen opleveren,
‘Leren in leerwerkgemeenschappen’. Dit
sionele ontwikkeling van leraren gekop-
benadrukt Van der Ploeg. Theorie kan te
levert veel nieuwe inzichten en producties
peld moet worden aan schoolontwikke-
simpel toegepast worden in de praktijk of
op en een levendig discours.
ling.
er wordt selectief in de theorie gezocht
Naast workshops, lezingen en presentaties
Joke Snippe noemt vier referentieniveaus,
naar wat bruikbaar is in de praktijk. Hij
zijn er drie keynote-speakers. Prof. dr.
van basisonderwijs tot en met voortgezet
waarschuwt tegen een te gemakkelijk
Robert-Jan Simons (hoogleraar Onderwijs-
onderwijs, waarmee algemene basisken-
omgaan met onderzoek in het hoger
sociologie IVLOS, UU) becommentarieert
nis en basisvaardigheden voor taal en
onderwijs en het onderwijswerkveld.
het Rapport Dijsselbloem (2008). Mevrouw
rekenen worden omschreven door de
dr. Joke Snippe (lid college van bestuur
Expertgroep doorlopende leerlijnen
Tot zover deze kennismaking met VELON.
Hogeschool INHOLLAND) bespreekt de
(commissie Meijerink). Voor lerarenoplei-
Voor meer informatie: www.VELON.nl.
Advies&Educatie juni 2008
De Keuze
tijdschrift Caleidoscoop, maart-april 2008 Door Erik Vercammen
Dit themanummer gaat over gezondheidsbeleid op school en de medisch preventie zoals ze door centra voor leerlingenbegeleiding gezien wordt. Er gaat in het CB-werk vandaag nogal wat aandacht naar probleemgericht werken. Probleemgericht denken zit in de hulpverleningscultuur ingebakken.
Vlaanderen. Zowel het vaccinatieschema als de vaccinatiegraad in Vlaanderen worden besproken. Ze pleiten tevens voor een voorzichtige aanpak bij nieuwe vaccins en vooral voor een transparante communicatie waarbij men vooral ook
Maar als men echt het verschil wil maken
(die sinds 2002 in Vlaanderen hoog in het
dan moet men van koers veranderen
politieke vaandel staan) ook ‘gelijke
betoogt An Victoir in het woord vooraf. Je
gezondheidskansen’ betekenen. Sociale
wordt meer beloond voor het oplossen van
verschillen veroorzaken wel degelijk een
een crisis dan voor het versterken van wat
gezondheidskloof. De vraag is uiteraard
goeds in de kinderen. In dit nummer wordt
hoe werken we deze verschillen weg. Van
echter veel aandacht geschonken aan het
daaruit gaat de auteur op zoek naar wat
proactief en preventief werken en het zet
een gezondheidsbevorderende school
dus aan tot een bezinning op de gangbare
doet. Een aparte alinea wijdt ze hier aan
praktijk. Het geeft ‘food for thought’.
het verborgen curriculum van de gezond-
moet ingaan op geglobaliseerde informatie.
heidsbevorderende school. Een rijk artikel Bie Melis, Welke preventie willen wij, p.6-11
voor scholen en onderwijsondersteuners.
De auteur vertrekt van de stelling dat preventie zowel gaat over een goed
Ilse Bernaert, Alcohol-en andere drug-
(school)beleid als over het zoeken naar
preventie op school, een uitdaging voor
oplossingen voor problemen van leerlin-
het secundair en basisonderwijs, p. 20-25
gen. Ze gaat in op preventie-initiatieven
Ilse Bernaert is medewerker van de
en initiatieven met een preventieve
Vereniging voor Alcohol- en andere
Trees Ameloot, Van beschermen tot
waarde en op individuele preventie en
drugproblemen. Vooreerst geeft ze een
ontmoeten. Waarom medische consulten
algemene preventie. Al deze initiatieven
stand van zaken voor Vlaanderen. Hoe zit
op het CLB? p. 36-41
gaan hand in hand. In een laatste deel
het eigenlijk met het druggebruik bij
Monique Frederix, Het medisch onderzoek
van haar artikel gaat ze in op wat
jongeren? Nadien gaat ze in op drugedu-
in het CLB. Hoe de beschikbare middelen
wenselijke preventie is. Ze pleit daarbij voor
catie waarbij ze pleit voor een drugbeleid
zo efficiënt mogelijk benutten? p. 40-41
een keuze voor offensiviteit die in feite een
op school en ook ingaat op evidence
De zogenoemde ‘medische onderzoe-
keuze voor emancipatie is: het zijn acties
based onderzoek. Drugeducatie, stelt ze
ken’(periodieke individuele gezondheids-
die keuzemogelijkheden van mensen
daarbij, moet over een langere periode
onderzoeken op school) van het CLB zijn in
verruimen en zodoende de kansen op
lopen, zeker en vast ingaan op de
Vlaanderen alom gekend. Deze onderzoe-
emancipatie verhogen. Bovendien is
verkeerde beeldvorming bij jongeren over
ken bestaan –weliswaar met de nodige
werken aan preventie geen zaak van
druggebruik bij leeftijdgenoten en een
aanpassingen ‘onderweg’-reeds sedert de
eenmalige korte acties en het persoons-
aandachtspunt maken van persoonlijke
twintiger jaren uit de vorige eeuw. De
gerichte en structuurgerichte moeten
en sociale vaardigheden van jongeren. In
auteur bespreekt de voor- en nadelen van
hand in hand gaan. Een goed artikel, de
het laatste deel van haar artikel gaat ze in
dergelijke onderzoeken en vraagt zich af of
moeite waard om er eens op na te slaan.
op de drugeducatie in het basisonderwijs.
deze onderzoeken ook als een echte
Een goed gedocumenteerd artikel!
screening van de jongeren bevolking
Greet Caris, Gezondheidszorg op
kunnen doorgaan. Dergelijke consulten zijn
school, p. 12-18
Heidi Theeten en Pierre Van Damme,
in elk geval een informatiebron voor de
De auteur van dit artikel is gezondheids-
Vaccinatie. Eén voor allen en allen voor
volksgezondheid en contact- en informa-
coördinator bij de Vlaamse Onderwijs-
één? p. 30-35.
tiemomenten van een arts naar jongeren
raad (Vlor). Ze trekt er het project
Beide auteurs zijn verbonden aan de
toe en naar de ouders. Tegen die achter-
gezondheisbevordering. Dat project
universiteit Antwerpen en gaan hierbij in op
grond gaat Monique Frederix in een
ondersteunt scholen bij het uitstippelen
de rol van vaccinatie bij preventie. Ze
tweede kort artikel verder op de medische
van een gezondheidsbeleid op maat van
bespreken zowel wat vaccinatie in het
onderzoeken in vanuit aandachtspunten in
hun leerlingen. In haar artikel vertrekt ze
verleden ‘verwezenlijkt’ heeft en hoe de
de jeugdgezondheidszorg. Ze werkt daarbij
van de vraag of ‘gelijke onderwijskansen’
vaccinatie vandaag gezien wordt in
beknopt een voorstel voor de toekomst uit.
Advies&Educatie juni 2008
23
Ontdek een nieuwe manier van coachen En spijker al luisterend uw kennis bij! Als schoolleider bent u voortdurend bezig met het coachen van anderen. Goed coachen geeft u de mogelijkheid uw eigen kwaliteiten en competenties te ontwikkelen, met plezier en resultaatgericht te werken en de zelfverantwoordelijkheid van anderen te stimuleren.
Verbeter uw technieken! Om het coachen nog beter in de vingers te krijgen, bieden wij u graag een helpende hand! Met Coachen in het onderwijs heeft u een luisterboek (boek + audio cd) in handen dat actuele situaties aanpakt uit de schoolpraktijk. De cd bevat thematische ‘tracks’ doorspekt met tal van voorbeelden, als: de oudere werknemer, ziekteverzuim en re-integratie. U verrijkt en actualiseert al luisterend uw kennis!
Beluister de demo op www.sdu.nl/onderwijs Auteurs: A. Vermeulen en S. de Vries Prijs: € 57,–. (incl. btw en excl. verzend- en administratiekosten) ISBN: 978 90 12 11801 9
Bestel via www.sdu.nl/onderwijs,mail naar
[email protected] of bel (070) 378 98 80 Onze uitgaven zijn ook verkrijgbaar via de boekhandel
Tijd voor Onderwijs Het eindrapport van de Commissie Dijsselbloem in vogelvlucht Het eindrapport van de parlementaire commissie onderwijsvernieuwingen, beter bekend als de ‘Commissie Dijsselbloem’, heeft in de pers al veel aandacht getrokken. Om te voorkomen dat de honderden pagina’s tekst een hinderpaal zouden zijn bij het lezen, hebben de samenstellers de tekst ingekort tot: Tijd voor Onderwijs: Eindrapport van de Commissie Dijsselbloem in vogelvlucht. Tijd voor een kritische analyse De basisvorming, de tweede fase, het vmbo en ‘het nieuwe leren’ zijn de vier belangrijke aandachtsgebieden geweest van de parlementaire onderzoekscommissie. Wanneer je de relatie tussen overheid en scholen onderzoekt, is de factor tijd een terugkomend thema. Goed beleid en goed onderwijs vragen om tijd. Tijd voor een kritische analyse, tijd om zorgvuldig in te voeren en tijd om zo nu en dan eens achterom te kijken.
A t Auteurs: mr. G.J.J. Goetheer, mr. J. van der Vlugt ISBN: 978 90 12 12787 5 Prijs: € 18,50 (incl. btw)
Bestel via www.sdu.nl/onderwijs, of bel (070) 378 98 80