Abstract
A Aanbodgeïnduceerde vraag Het verschil tussen de door zorgverleners verstrekte hoeveelheid zorg en de door een even goed geïnformeerde patiënt gewenste hoeveelheid zorg. Verwante term: vraaginductie.
7
a
Aanbodgestuurde zorg Zorg die zó is ingericht dat zorgverleners en zorginstellingen bepalen welke zorg daadwerkelijk wordt verleend. Verwante term: vraaggestuurde zorg. Aangifteplicht Verplichting tot melding van bepaalde besmettelijke ziekten – namelijk de A-, de B- en de C-ziekten – aan de GGD. Dit geldt onder andere voor polio, kinkhoest, meningokokkenziekte en legionellose. De GGD geeft de melding door aan de landelijke inspectie. Sinds de inwerkingtreding van de Infectieziektewet op 1 april 1999 is de aangifteplicht voor hepatitis B verbreed van acute, symptomatische gevallen naar alle nieuw gediagnosticeerde infecties, dus ook subklinische en chronische infecties. Ook is een aangifteplicht ingevoerd voor nieuw gediagnosticeerde gevallen van hepatitis C. Tegelijkertijd is het aantal te registreren gegevens per aangifte gereduceerd omdat surveillance van infectieziekten geen primair doel meer is van de aangifteplicht. Om surveillance toch mogelijk te maken en te bevorderen heeft het RIVM, op verzoek van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ), een systeem van vrijwillige registratie opgezet. In dit systeem verzamelt het RIVM aanvullende gegevens van bij IGZ aangegeven gevallen. Als de actualiteit erom vraagt, is er soms een tijdelijke aangifteplicht, bijvoorbeeld bij H1N1. Verwante term: Infectieziektewet. Aansprakelijkheid Tot schadevergoeding aangesproken kunnende worden, vooral na het maken van een fout die tot aantoonbare schade heeft geleid, zoals een gemiste diagnose, een fout bij een operatie of het toedienen van verkeerde medicijnen. Aansprakelijkheid heeft diverse dimensies, zoals een juridische, een professionele en een financiële. Aanstellingskeuring Keuring in verband met het aangaan en/of wijzigen van een arbeidsverhouding, indien binnen de functie zogenaamde bijzondere functie-eisen aanwezig zijn die bijzondere eisen stellen op het punt van de medische geschiktheid van de werknemer – bijzondere belastbaarheidseisen. De keuring mag alleen een bedrijfsarts uitvoeren. ABSG Samenwerkingsverband van de Nederlandse Vereniging voor Verzekeringsgeneeskunde (NVVG), de Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB) en de Koepel Artsen Maatschappij en Gezondheid (KAMG). Het Accreditatiebureau Sociale Geneeskunde (ABSG) verzorgt de accreditatie van deskundigheidbevorderende activiteiten ten behoeve van de herregistratie van sociaal geneeskundigen door de SGRC. Abstract Samenvatting van een wetenschappelijk onderzoek ten behoeve van een publicatie of een presentatie op een wetenschappelijk congres.
glossarium kw_zorg.indd 7
10-11-10 08:22
8
Acceptatieplicht
Acceptatieplicht Wettelijke plicht van alle zorgverzekeraars om iedereen tegen dezelfde voorwaarden te accepteren voor de basisverzekering ongeacht geslacht, leeftijd of gezondheid. De acceptatieplicht geldt niet voor de aanvullende verzekeringen. Accreditatie Erkenning, door middel van een systematisch en onafhankelijk onderzoek, van het kwaliteitssysteem in de instelling of dienst/afdeling, gebaseerd op geaccepteerde normen van het Nederlands Instituut voor Accreditatie in de Zorg (NIAZ). De term ‘accreditatie’ wordt ook wel gebruikt voor het toetsen van certificerende instanties door de Raad voor Accreditatie. Daarnaast kan accreditatie de erkenning betekenen van na- en bijscholing van medisch specialisten, huisartsen, verpleegkundigen en andere groepen zorgverleners. Verwante term: certificatie. Accreditatieovereenkomst De schriftelijke overeenkomst tot deelname aan het accreditatieprogramma van het NIAZ, gesloten voor onbepaalde tijd tussen de instelling en het NIAZ. De overeenkomst die standaard is per soort accreditatie die het NIAZ uitvoert, beschrijft de belangrijkste wederzijdse rechten en verplichtingen. Voorbeeld: de standaard accreditatieovereenkomst voor de accreditatie van een gehele zorginstelling. Accreditatieprocedure Een beschrijving van de stappen die de zorginstelling en het NIAZ moeten doorlopen voor het verkrijgen van een accreditatiestatus. De jaarlijks opnieuw vast te stellen procedure geeft aanwijzingen voor onder meer termijnen en noodzakelijke documenten. Accreditatiepunten Systematiek gehanteerd bij gecertificeerde nascholing. Aan die nascholing worden ‘punten’ toegekend, al naar gelang het ‘gewicht’ van de inhoud van de nascholing. Elke professionele zorgverlener is verplicht jaarlijks een minimumaantal accreditatiepunten te behalen, om de registratie als zorgverlener te behouden. ActiZ Landelijke organisatie van zorgondernemers. ActiZ zet zich in voor een succesvol ondernemerschap in de markt van zorg, wonen, welzijn, preventie en daaraan verwante diensten. ActiZ discussieert mee in landelijke debatten en is spreekbuis voor de achterban in gesprekken met onder meer ministeries, zorgverzekeraars, gemeenten en cliëntenorganisaties. Als werkgeversorganisatie onderhandelt ActiZ met de vakorganisaties over een cao voor de 400.000 mensen die in verzorging, verpleging en thuiszorg werken. ADAPTE Methodiek om bestaande richtlijnen aan te passen voor specifieke doelgroepen. Het ADAPTE-proces is ontwikkeld door de ADAPTE Collaboration, een internationaal samenwerkingsverband van onderzoekers, richtlijnontwikkelaars en personen die bij de implementatie van richtlijnen zijn betrokken. Het doel van het samenwerkingsverband is om waar mogelijk dubbel werk te voorkómen en de ontwikkeling en het gebruik van richtlijnen aan de hand van reeds bestaande richtlijnen te stimuleren. De belangrijkste missie van de ADAPTE Collaboration is om een generiek aanpassingsproces te ontwikkelen dat leidt tot valide en kwalitatief hoogwaardige aangepaste richtlijnen. De richtlijnen moeten zo goed aan de doelgroep
glossarium kw_zorg.indd 8
10-11-10 08:22
AGREE-instrument
worden aangepast dat de eindgebruikers het gevoel hebben dat het hier een volwaardige en eigen evidence-based richtlijn betreft. Adequaat Voldoet aan eisen van doeltreffendheid, doelmatigheid en veiligheid. Adherentie (adherence) 1. Mate waarin adviezen uit een richtlijn of protocol worden opgevolgd. 2. Mate waarin een behandelend arts de adviezen opvolgt die in een intercollegiaal consult gegeven worden. 3. Verzorgingsgebied van een zorginstelling.
9
a
ADL Zie algemene dagelijkse levensverrichtingen. ADL-beperkingen Maatstaf voor beperkingen in de algemene dagelijkse levensverrichtingen, waar men moeite heeft met of alleen met hulp van anderen in staat is tot het verrichten van dagelijkse activiteiten. Advanced nursing practice (ANP) Verpleegkundige praktijkvoering waarin academische competenties zijn geïntegreerd en worden verleend door de advanced practice nurse (APN). De centrale deskundigheid van de APN is het geven van hooggekwalificeerde zorg in zeer complexe zorgsituaties bij een specifieke categorie patiënten. Adverse event (‘ongewenste gebeurtenis’) Incident met schade. Onbedoelde uitkomst die is ontstaan door het handelen (error of commission) of niet handelen (error of omission) van een zorgverlener en/of door het zorgsysteem met ernstige schade voor de patiënt, zoals een tijdelijke of permanente beperking of zelfs overlijden. Men spreekt van een ‘vermijdbare adverse event’ als na systematische analyse van de gebeurtenis(sen) blijkt dat bepaalde maatregelen het incident hadden kunnen voorkomen. Bij een ‘verwijtbare adverse event’ is de zorgverlener in ernstige mate tekortgeschoten en/of onzorgvuldig geweest in vergelijking met wat van een gemiddeld ervaren en bekwame beroepsgenoot in gelijke omstandigheden verwacht had mogen worden. In medicatietrials, waarbij de werking van het geneesmiddel onderwerp van studie is, wordt vaak van ‘(serious) adverse events’ gesproken als het om (ernstige) bijwerkingen gaat waarvoor iemand bijvoorbeeld in het ziekenhuis moet worden opgenomen. Verwante termen: (bijna-)ongeval, incident, near miss, calamiteit, verwijtbaar. Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) Instelling voor vragen of meldingen van (seksuele) kindermishandeling. Geeft advies en onderzoekt – vermoedelijke – situaties van kindermishandeling en brengt zo nodig de juiste hulp op gang. AGREE-instrument Appraisal of Guidelines for Research and Evaluation (AGREE). Instrument, bestaande uit 23 criteria in zes domeinen, om de kwaliteit van zorgrichtlijnen te beoordelen en evalueren, ontwikkeld door een internationaal samenwerkingsverband van onderzoekers uit dertien landen. De criteria geven ook aan welke elementen in het richtlijndocument moeten worden vermeld. Derhalve kan het AGREE-instrument ook als leidraad worden gebruikt bij het ontwikkelen en schrijven van richtlijnen. Verwante termen: AIRE-instrument, GRADE.
glossarium kw_zorg.indd 9
10-11-10 08:22
10
AIRE-instrument
AIRE-instrument Appraisal of Indicators through Research and Evaluation (AIRE). Instrument bestaande uit twintig criteria om de kwaliteit van indicatoren te beoordelen en evalueren. De criteria geven ook aan welke elementen in het indicatordocument zouden moeten worden vermeld. Daardoor kan het AIRE-instrument ook als leidraad worden gebruikt bij het opstellen van indicatoren. Verwante termen: AGREE-instrument, GRADE. Alfahulp Beperkte huishoudelijke hulp zoals ramen wassen, stofzuigen en dergelijke voor maximaal twaalf uur per week, verdeeld over twee dagen. Deze hulp kan voorkomen dat langdurig zieken of ouderen in een verzorgings- of verpleeghuis moeten worden opgenomen. Alfahulpen zijn in loondienst of werkzaam voor de cliënt zelf. Een thuiszorginstelling kan bemiddelen bij vraag en aanbod. Via de Wmo wordt alfahulp deels gefinancierd. Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) Wet die voor alle burgers de verplichte verzekering regelt van de langdurige zorg en de risico’s die niet verzekerd kunnen worden, gefinancierd uit inkomensafhankelijke bijdragen. Via de AWBZ kunnen patiënten hulp of zorg krijgen als dat door ziekte of een beperking nodig is: verpleging, verzorging, begeleiding of behandeling. De verschillende soorten hulp of zorg worden ‘zorgfuncties‘ genoemd. Voor welke zorgfunctie(s) men in aanmerking komt, bepaalt het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) via een zogenoemd indicatiebesluit. Sinds 2009 worden stapsgewijs veranderingen doorgevoerd in de AWBZ. Verwante term: Wet maatschappelijke ondersteuning. Algoritme (klinisch) Expliciete beschrijving van een systematisch zorgproces van opeenvolgende stappen waarbij elke stap afhangt van de uitkomst van de vorige, vaak weergegeven in een stroomdiagram. Verwante term: beslisboom. Ambulancezorg Nederland Branche-organisatie die zich primair richt op de Regionale Ambulance Voorzieningen (RAV) in Nederland. Voor deze RAV’en voert Ambulancezorg Nederland verschillende taken uit, zoals belangenbehartiging, informatie- en serviceverlening en beleidsontwikkeling. Daarbij gaat het om thema’s zoals sociale zaken en werkgelegenheid, kwaliteitsbeleid, financiering en sturing. Ambulante begeleiding/ondersteuning Begeleiding die vanuit een instelling thuis, op school of op het werk wordt gegeven, waarbij de cliënt niet bij de instelling, die deze begeleiding geeft, woont of de dagbesteding heeft. Te denken valt onder andere aan: ADL-hulp (hulp bij algemene dagelijkse levensverrichtingen), begeleiding binnen regulier onderwijs, begeleiding bij vrijetijdsbesteding, financiële/administratieve ondersteuning/begeleiding, gezinsondersteuning, huishoudelijke ondersteuning, hulp bij bezoeken instanties, hulp bij netwerkontwikkeling en integrale vroeghulp. Het betreft dus niet-medische en niet-paramedische begeleiding. Ambulante instelling voor de verslavingszorg Regionale voorziening voor opvang, verzorging en/of behandeling van verslaafden, voornamelijk gelokaliseerd in de grote steden. Het betreft enerzijds voorzieningen
glossarium kw_zorg.indd 10
10-11-10 08:22
Arbeids- en bedrijfsgeneeskunde
die verslaving min of meer als gegeven accepteren en proberen te voorkomen dat de verslaafde verder achteruitgaat in lichamelijk en sociaal opzicht. Daarnaast betreft het hulpverleningsinstellingen die meer op behandeling gericht zijn. Hiertoe behoren de Consultatiebureaus voor Alcohol en Drugs (CAD’s). De vestigingen kunnen onderling verschillen in het type verslavingshulp dat geboden wordt, de doelgroep, soorten opvang en/of werkgebied.
11
a
Ambulantisering Streven om mensen met een beperking zo ‘normaal’ mogelijk te laten participeren en de benodigde hulp aan huis te bieden. De geboden hulp aan huis kan variëren van een of twee contacten per week tot elke dag intensieve thuishulp, crisisopvang aan huis of intensieve gedragskundige begeleiding. Verwante term: (maatschappelijke) participatie. AMK Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK). Anamnese Voorgeschiedenis van een ziekte, zoals de patiënt die op vragen van zijn/haar arts vertelt over de periode voorafgaande aan de ziekte (welbevinden, klachten, symptomen) en eerdere doktersbezoeken; met andere woorden: de ziektegeschiedenis. Een anamnese kan ook tot stand komen via informatie verstrekt door mensen uit de directe omgeving van de patiënt (heteroanamnese). Het betreffen algemene vragen omtrent naam, sekse, leeftijd, adres, beroep, medische voorgeschiedenis, geneesmiddelengebruik, intoxicaties, overgevoeligheid e.d. Verwante term: heteroanamnese. ANP Zie advanced nursing practice. Appraisal of Guidelines for Research and Evaluation Zie AGREE-instrument. Appraisal of Indicators through Research and Evaluation Zie AIRE-instrument. Appraisal & Assessment Letterlijk ‘waarderen en vaststellen’; systeem waarmee het functioneren van de medisch specialisten wordt beoordeeld. Volgens het reglement gaat de ene medisch specialist in gesprek met een andere specialist. Tijdens de gesprekken wordt vastgelegd wat goed gaat en wat verbeterpunten zijn, en afgesproken hoe de verbeterpunten daadwerkelijk tot verbetering leiden. De medisch specialist draagt deze punten niet alleen zelf aan, ook de medewerkers met wie hij dagelijks samenwerkt doen dat. Dit systeem stimuleert tot continue verbetering van de medisch specialisten. APZ Algemeen psychiatrisch ziekenhuis. Arbeids- en bedrijfsgeneeskunde Wetenschappelijk onderzoeksterrein waarbij men zich richt op de invloed die arbeid en arbeidsomstandigheden uitoefenen op de gezondheid, en de eisen die de gezondheid stelt aan omvang en aard van het werk. ‘Bedrijfsgeneeskunde’ is de toepassing van de geneeskunde in arbeidssituaties, rekening houdend met de resultaten van arbeidsgeneeskundig onderzoek. Verwante termen: bedrijfsarts, bedrijfsgezondheidszorg.
glossarium kw_zorg.indd 11
10-11-10 08:22
12
Arbeidshygiëne
Arbeidshygiëne Toegepaste wetenschap gericht op het geheel van belastende factoren dat in of door de werksituatie kan ontstaan en dat de gezondheid of het welzijn van de werkende mens beïnvloedt. Deze wetenschap is gebaseerd op het herkennen, evalueren en beheersen van vooral fysische, chemische en biologische factoren. Arbeidshygiëne is één van de vier kerndisciplines die in het Arbobesluit worden genoemd. Arbeidsinspectie Overheidsinstantie die door overleg, voorlichting, toezicht en handhaving bevordert dat de wetgeving over veiligheid en gezondheid op het werk wordt nageleefd. Bovendien bestrijdt ze illegale tewerkstelling en oneerlijke concurrentie. Daarbij geeft de Arbeidsinspectie prioriteit aan de aanpak van ernstige schendingen van de wet. Het motto luidt: ‘hard waar het moet en zacht waar het kan’. Dit betekent dat zij bij haar inspecties rekening houdt met de wijze waarop afzonderlijke sectoren en bedrijven zelf hun verantwoordelijkheid nemen. Arbeidsintegratie Het – weer – gaan werken door mensen met een uitkering of vanuit een ziekteverzuimsituatie mensen terugbrengen in het arbeidsproces. Verwante term: re-integratie. Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet) Wet die tot doel heeft dat de arbeidsomstandigheden bij alle werkgevers in Nederland, ongeacht het aantal werknemers, gelijkwaardig en veilig zijn. Werkgevers zijn primair verantwoordelijk voor de arbeidsomstandigheden in hun bedrijf/ organisatie. Werkgevers en werknemers werken samen aan het verbeteren van de arbeidsomstandigheden. De Arbeidsinspectie ziet erop toe dat werkgevers de Arbowet naleven. De taken van de werkgever waarvoor hij zich moet laten bijstaan door de bedrijfsarts zijn: indien van toepassing het uitvoeren van aanstellingskeuringen, risicoinventarisatie en -evaluatie, het houden van een arbeidsomstandighedenspreekuur, het uitvoeren van arbeidsgeneeskundig onderzoek, de begeleiding van zieke werknemers, verzuimbeleid, preventie van ongevallen en beroepsziekten, plus voorlichting aan de werknemers.Een aanscherping van de Arbowet is de Wet Verbetering Poortwachter. Uitgangspunt daarvan is dat werknemers geen arbeidsongeschiktheidsuitkering krijgen voordat alle mogelijkheden tot re-integratie zijn uitgeput. Bij de aanvraag van een uitkering, toetst de overheid het doorlopen re-integratietraject daarom streng (de zogenoemde Poortwachterstoets). Verwante termen: Arbobesluit, arbodienst, Wet Verbetering Poortwachter. Arbeidsongeschikt De mate waarin iemand niet productief is in het arbeidsproces. In Nederland bestaan meerdere definities van arbeidsongeschiktheid. De Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wia) maakt onderscheid tussen volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid: ‘volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is hij die als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling duurzaam slechts in staat is om met arbeid ten hoogste 20% te verdienen van het maatmaninkomen per uur‘ en gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid: ‘gedeeltelijk arbeidsgeschikt is hij die als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling slechts in staat is met arbeid ten hoogste 65% te verdienen van het maatmaninkomen per uur, doch die niet volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is‘.
glossarium kw_zorg.indd 12
10-11-10 08:22
Artseneed
Arbeidsongeschiktheidsverzekering Verzekering die een zelfstandige ondernemer – inclusief zzp’er en freelancer – kan afsluiten om bij ziekte of beperking teruggelopen inkomsten uit arbeid – deels – op te vangen. De arbeidsongeschiktheidsverzekering keert een vooraf afgesproken bedrag uit voor iedere dag dat de verzekerde door medisch vast te stellen gevolgen van ongeval en/of ziekte geheel of gedeeltelijk ongeschikt is tot het verrichten van arbeid. Dit bedrag is veelal gebonden aan een bepaalde termijn van arbeidsongeschiktheid en een percentage afhankelijk van de mate van arbeidsongeschiktheid.
13
a
Arbocuratieve zorg Zorg die, zowel vanuit de arbozorg als door de curatieve gezondheidszorg, wordt toegepast voor een werknemer met een aandoening die, al dan niet veroorzaakt door het werk, in alle gevallen het functioneren op het werk nadelig beïnvloedt. Het doel van de zorg is om tijdige terugkeer naar het werk mogelijk te maken. Arbodienst Dienst voor bedrijfsgezondheidszorg, geregeld in de Arbowet, die gericht is op het beschermen en bevorderen van de gezondheid van werknemers. Bestaat ten minste uit een bedrijfsarts, arbeidshygiënist, veiligheidsdeskundige en arbeids- en organisatiedeskundige. Daarnaast zijn er ook vaak werkzaam: arboverpleegkundigen, klinisch psychologen, ergonomen, maatschappelijk werkers, fysiotherapeuten en personeels- en organisatiefunctionarissen. Arbowet Arbeidsomstandighedenwet. Arbozorg Het geheel van voorzieningen (technisch en organisatorisch) dat helpt bij het op verantwoorde wijze uitvoeren van het arbeidsomstandighedenbeleid van een onderneming. Arts-assistent Afgestudeerd arts die in het ziekenhuis wordt opgeleid tot specialist. Hij of zij is verbonden aan een bepaalde afdeling. Vaak is hij/zij de behandelend arts, echter altijd onder eindverantwoordelijkheid van de specialist. Artsen zonder Grenzen (Médecins Sans Frontières) Onafhankelijke, van oorsprong Franse, internationale medische noodhulporganisatie die wereldwijd mensen helpt, ongeacht hun afkomst, religie of politieke overtuiging. Voorop staat het redden van levens en het verlenen van medische hulp aan slachtoffers van rampen, oorlogen en epidemieën. Door eigen teams te sturen kan Artsen zonder Grenzen snel en effectief handelen. Samen met medewerkers uit de landen zelf, geven zij ter plaatse directe steun aan de bevolking, waarbij onder steun ook verstaan wordt hulp bij wederopbouw en het inrichten van bijvoorbeeld vaccinatieprogramma’s. Artseneed Een beroepscode, vroeger vooral bekend als de eed van Hippocrates, die van oudsher bij het afleggen van het artsexamen aan de meeste Nederlandse medische faculteiten wordt voorgelezen. Het is een persoonlijke verklaring van toewijding en houding tegenover de patiënt en verantwoording tegenover de maatschappij. De code bevat ook een aantal elementen die aansluiten bij huidige discussies rond de beroepsethiek, zoals de toetsbare opstelling van de arts (transparantie over pres-
glossarium kw_zorg.indd 13
10-11-10 08:22
14
Aselecte steekproef
tatiegegevens, openheid inzake klachten en fouten) en de erkenning van de eigen beperkingen (op tijd doorverwijzen). Aselecte steekproef Steekproef waarbij elk element uit een populatie op basis van toeval dezelfde kans heeft om in de steekproef te worden opgenomen. Synoniem: willekeurige steekproef. Assessment Het systematisch verzamelen, ordenen en interpreteren van informatie over een persoon en diens situatie met het oog op een eventuele behandeling. Vast onderdeel van een assessment is het verzamelen van ziektesymptomen. At risk Een populatie ‘at risk voor een bepaalde aandoening’ loopt het risico een bepaalde aandoening te krijgen. Audit Toetsing waarmee op basis van expliciete criteria, bijvoorbeeld ontleend aan (evidence-based) richtlijnen, het zorgproces wordt geanalyseerd om vast te stellen en te beoordelen of wordt voldaan aan bepaalde eisen en om risico’s voor de kwaliteit en verbetermogelijkheden te inventariseren. Een audit wordt uitgevoerd door (deskundige) personen die zelf niet bij de uitvoering zijn betrokken of daarvoor verantwoordelijkheid dragen en kan leiden tot accreditatie of certificatie. Het biedt zorgprofessionals gestructureerde en systematische feedback over de feitelijk verleende zorg en aanknopingspunten voor verbetering. Men onderscheidt wel interne audit (door de eigen organisatie) en externe audit (door een andere organisatie). Een andere indeling onderscheidt vijf verschillende vormen: opleidingenvisitatie, kwaliteitsvisitatie door beroeps/wetenschappelijke verenigingen, interne kwaliteitsaudit, certificerende audit en interne klinische audit. Een audit door collega’s wordt ook wel ‘peer review’ (intercollegiale toetsing) genoemd. Auditor Een meestal gecertificeerde of speciaal opgeleide functionaris die een audit uitvoert. Autonome ontwikkeling Ontwikkeling in de maatschappij, die een (veronderstelde) invloed heeft op het gezondheidsbeleid, de determinanten van gezondheid en/of de gezondheidszorg en waarop de bij het gezondheids(zorg)beleid betrokken actoren niet of slechts in beperkte mate kunnen sturen. Autonomie, patiënt Beginsel in geneeskunde en medische ethiek. Autonomie (of zelfbeschikking) betekent letterlijk ‘jezelf’ (het Griekse ‘autos’) de wet (‘nomos’) stellen. Het zelfbeschikkingsrecht ligt verankerd in de Grondwet. Het verwijst allereerst (negatief) naar niet-inmenging, vrij van bemoeienis en controle door anderen, en impliceert uiteenlopende noties zoals zelfbestuur, vrijheidsrechten, privacy, individuele keuze en eigen wilsbeschikking. Daarnaast verwijst autonomie nog naar een tweede (positieve) notie: het vermogen (de capaciteit) tot zelfbepaling. Sommige mensen, zoals baby’s en demente mensen, missen immers in belangrijke mate capaciteiten die nodig zijn om autonoom te handelen, terwijl anderen daarbij ondersteund moeten worden om autonomer te worden (‘empowerment’). Verwante termen: regie, zeggenschap, zelfredzaamheid, professionele autonomie.
glossarium kw_zorg.indd 14
10-11-10 08:22
Basispakket
Autonomie, professionele Verantwoordelijkheid en daaraan verbonden bevoegdheid van een professional om in een organisatie zelfstandig en onafhankelijk van personen te handelen of te besturen, overeenkomstig de bestaande professionele normen en richtlijnen. In de zorg bestaat professionele autonomie alleen in het individuele contact tussen professional en zijn patiënt/cliënt met wie hij/zij de behandelopties doorneemt en vaststelt. Nauw gekoppeld aan professionele autonomie is de vanzelfsprekende noodzaak om hierover wel verantwoording af te leggen aan collega’s en verantwoordelijke bestuurders. Verwante termen: eigen regie, zeggenschap, zelfredzaamheid.
15
b
AWBZ Zie Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten.
B Balanced scorecard (BSC) Model om multidisciplinair de prestaties van een instelling te meten, door deze te projecteren in vier domeinen: innovatie/leren, organisatie, klant en financieel. Ten behoeve van het meten van de kwaliteit van de geleverde zorg zijn deze domeinen geoperationaliseerd in: doelstellingen, metingen, streefcijfers en initiatieven. Balansmodel Model waarmee verschillende (omgevings)factoren – die van invloed kunnen zijn op de ontwikkeling van een kind – tegen elkaar afgewogen kunnen worden. Vervolgens kan beoordeeld worden of die factoren met elkaar in evenwicht zijn. Basisbehoeften De behoefte van een mens aan eten/drinken, woonruimte, kleding maar ook psychosociale behoeften, onderdak, bescherming en seks. Basisgezondheidszorg Gezondheidszorg die in principe vrij toegankelijk, kosteloos en goed bereikbaar is. Kent vooral preventieve taken, zoals de opsporing en de bestrijding van (besmettelijke) ziekten. De basisgezondheidszorg heeft de volgende kenmerken: populatiegericht (gericht op de hele bevolking of groepen daaruit), permanent (continu of intermitterend, bijvoorbeeld jeugdgezondheidszorg, bevolkingsonderzoek), programmatisch (planmatig en doelgericht) en professioneel (gespecialiseerde professionele activiteit). De uitvoering van dit alles ligt in handen van de Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD, zie aldaar). Verwante termen: publieke gezondheidszorg, community health care, public health, GGD. Basispakket Standaardpakket, door de overheid vastgesteld, van noodzakelijk geachte zorg (verplichte verzekering) dat een zorgverzekeraar aanbiedt. Aard en omvang van het pakket zijn dynamisch. Verwante termen: basiszorgverzekering, basisgezondheidszorg.
glossarium kw_zorg.indd 15
10-11-10 08:22