Inhoud VOORWOORD ................................................................................................................. 3 VAN ONZE AFDELING ..................................................................................................... 4 BEZOEK AAN HET HOLOCAUSTMUSEUM IN MECHELEN............................................................ 4 WINTERCONCERTEN ......................................................................................................... 5 NIEUWJAARSRECEPTIE....................................................................................................... 6 VERSLAGEN GRIJZE GEUZEN ............................................................................................... 7 Een proeverij van culinaire romans .......................................................................... 7 Vriendschap, zelfs in de Middeleeuwen ................................................................... 8 Historische bronnen voor het Museum Kazerne Dossin........................................... 9 EEN LEZING OVER DE OORSPRONG VAN DE LIEFDE ................................................................ 10 VERSLAG ALGEMENE LEDENVERGADERING HVV VLAAMS-BRABANT ....................................... 10 ACTIVITEITEN EN MEDEDELINGEN VAN HIER EN ELDERS ........................................... 11 ACTIVITEITENKALENDER ................................................................................................... 11 AANKONDIGINGEN EN MEDEDELINGEN GRIJZE GEUZEN......................................................... 12 Bedankt Jef! ............................................................................................................ 12 Proficiat Guido en Chris!......................................................................................... 12 Activiteiten april – mei – juni.................................................................................. 12 Depressie bij senioren – 25/04 ............................................................................... 13 Alma, de verleidster met de blauwe ogen… - 16/05 .............................................. 13 Bezoek aan het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika (KMMA) in Tervuren – 20/06 ...................................................................................................................... 14 BEZOEK PARLAMENTARIUM ............................................................................................. 14 AANKONDIGINGEN VAN HET AUGUST VERMEYLENFONDS VILVOORDE ..................................... 15 Lidmaatschap August Vermeylenfonds Vilvoorde ................................................. 15 SmartReading®. Lees een boek per uur .................................................................. 15 MEDEDELINGEN HUMANISTISCH-VRIJZINNIGE VERENIGING ................................................... 16
1
Word lid van het beschermcomité van het Feest Vrijzinnige Jeugd Vilvoorde! ..... 16 Lidmaatschap HVV Vilvoorde ................................................................................. 17 Als het kind maar een naam heeft ......................................................................... 17 BERICHTJE VAN KATHLEEN VERHELST ................................................................................. 17 ARTIKELS EN OPINIES ................................................................................................... 18 WE LEVEN NIET IN EEN GEÏNDIVIDUALISEERDE SAMENLEVING ................................................. 18 NEEM HET NIET! ............................................................................................................ 24 GEZONDHEID: EEN MENSENRECHT? ................................................................................... 26 DE SCHEIDING VAN KERK EN STAAT. OOK IN VILVOORDE? ...................................................... 30 DE VERTROEBELDE BLIK ................................................................................................... 34 KRONIEK VAN EEN AANGEKONDIGD ONHEIL......................................................................... 36 DE (ON)REDELIJKE AANPASSING (?) ................................................................................... 37 RUBRIEK VAN HET HUISVANDEMENS ................................................................................ 44 COLOFON ..................................................................................................................... 51
2
Voorwoord Beste lezer, We stellen je ons lentenummer voor, al was er bij het ter perse gaan heinde en verre nog geen teken van lente te bespeuren. Maar beterschap komt er vast. En laten we hopen dat het met de economie en de werkgelegenheid en zo ook binnen afzienbare tijd ook weer allemaal een beetje positiever wordt. Dat is broodnodig. We kunnen wel niet klagen over het entertainment de laatste tijd. Er is die verkiezing geweest in Rome. We hebben er zowaar een nieuwe BV (Bekende Vatikaner) bij. Met dank aan de media. Niet te geloven hoe in ons ontkerkelijkte land pers en TV uit de bocht kunnen gaan over aangelegenheden van een instelling die, althans in Europa, volledig gediscrediteerd is. En dat leesvoer over grote moordprocessen gretig aftrek vindt, is van alle tijden. Al zou het soms wat minder mogen zijn in de kranten en op tv. Laten we hopen dat het huidige debat over de uitbreiding van de euthanasiewet op serene wijze tot een goed einde wordt gebracht en dat het standpunt van humanisten en vrijzinnigen in de loop ervan duidelijk belicht wordt. Wij gaan in elke geval door met het aanreiken van informatie, artikels en opiniestukken over een breed gamma van onderwerpen. We hopen dat je er je gading onder zult vinden. De lidverenigingen brengen verslag uit over hun activiteiten. Bij de artikels vind je een analytische en kritische bespreking van het begrip ‘redelijke aanpassing’, een interview met Marc Elchardus, een stuk van onze vroegere medewerker Andries De Smet en Björn Siffer heeft het over de scheiding van kerk en staat op lokaal vlak. En er is nog heel wat meer. Vast genoeg om je enkele uren bezig te houden. En als je ons wil laten weten wat je ervan vond, aarzel dan niet. Veel leesgenot,
TS
3
Van onze afdeling Bezoek aan het Holocaustmuseum in Mechelen. De eerste activiteit die het VOC dit jaar inrichtte was, op 16 februari, een goed bijgewoond bezoek aan het nieuwe Holocaustmuseum in Mechelen. Van meet af aan word je met beelden geconfronteerd die je doen verstommen. Er is de muur, drie verdiepingen hoog, vol pasfoto’s van de mensen die uit de Kazerne Dossin naast het museum naar Auschwitz werden afgevoerd, grijs voor wie niet terug kwam, sepia voor hen die het overleefden. Onderaan, tussen de foto’s van de eerste transporten, zie je nauwelijks sepia, bovenaan wat meer. Maar er zijn er ontzettend weinig teruggekomen (5%) van die meer dan 25.000 mensen. Of neem de gang met achteraan een panoramische foto van de ingang van Birkenau, met op de rechterwand foto’s van gevangenen en op de linkerwand foto’s van het kamppersoneel, pret makend, stoeiend, wellicht slechts op enkele kilometer van het kamp vandaan. Al even pakkend zijn de individuele verhalen, kleine verhalen van gewone mensen, die vertellen hoe hun familie, gezin, of hoe ze zelf kapotgemaakt werden door het nazisysteem. Hoe het zo ver kwam verneem je ook, helemaal teruggaand tot het einde van WO I. De strategie bestond er in eerst bepaalde bevolkingsgroepen te stigmatiseren en de schuld voor alles te geven. Op die manier ontstaat een volledig gepolariseerde samenleving, waar geen plaats meer is voor nuance en pluralisme en dissidentie. Een boodschap om ook nu hier bij ons, en elders, niet uit het oog te verliezen? En hoe het er in België aan toe ging met de registratie van joden en hoe
niet alle burgemeesters even moedig optraden komt ook aan bod.
©Frans Ramael
Je kunt het in een enkel bezoek niet allemaal in je opnemen. Enkele deelnemers wilden beslist nog eens terug, op hun eentje. Interessant detail: wie jonger is dan 26 jaar betaalt maar een fractie van de normale ticketprijs. Een kleine geste die er mee voor kan zorgen dat de shoah niet wordt vergeten of geminimaliseerd. Later in de lente gaan we het Parlamentarium bezoeken, het bezoekerscentrum van het Europees Parlement, waar de geschiedenis wordt verteld van de Europese integratie, een reactie op de verschrikkingen van WO II. Meer hierover later in een Nieuwsbrief. https://www.kazernedossin.eu
TS
4
Winterconcerten Op zaterdag 23 februari organiseerde Jeugdhuis The Mood en Rock Houtem i.s.m. de Vilvoordse vrijzinnige verenigingen de Winterconcerten in en rond het Vrijzinnig Huis ‘Casa Libre’. Tijdens de namiddag kon je genieten van workshops, infostandjes en animatiekraampjes. ’s Avonds vonden er optredens plaats. Ondanks het gure weer was de opkomst naar behoren. Onze vrienden van het huisvandeMens entertainden jong en oud met spellen en gadgets en Hujo stelde zijn werking voor. Het August Vermeylenfonds had een soepstand opgezet en verkocht 3 ketels soep voor 20u! Het AVFV-bestuur, ondertussen expert in het bereiden van soep, maakt zich hiermee
Soepstand Vermeylenfonds © Greet De Gendt
reeds op voor het komende Vilvoordse internationaal soepfestival van 16 november. Deze concerten waren een leuke en spontane manier om kennis te maken met alle verenigingen en om een brug te slaan tussen jong en oud. Wij kijken alvast uit naar de volgende editie!
© Greet De Gendt
Workshop graffiti © Greet De Gendt
5
Nieuwjaarsreceptie De jaarlijkse gezamenlijke nieuwjaarsreceptie van het Vrijzinnig Ontmoetingscentrum R. Moucheron, huisvandeMens Vilvoorde, OudStudentenBond VUB en de Vilvoordse vrijzinnige verenigingen ging door op zaterdag 19 januari in het VOC. Een verslag. We zijn de avond traditioneel gestart met een receptie en de speechen van onze voorzitter Tony Scott en Brian Vatteroth van het huisvandeMens Vilvoorde. Voor het eerst hebben we niet gekozen voor muzikale begeleiding van een band maar wel voor een dansfeest met DJ Hotstuff, beter bekend als de feest-DJ die al
meermaals de nieuwjaarsfuiven van het KultuurKaffee van de VUB verzorgde. Er is een groot aantal bezoekers komen opdagen en de sfeer zat er goed in! Bedankt aan alle aanwezigen.
6
Verslagen Grijze Geuzen Een proeverij van culinaire romans Hoe kun je het jaar mooier afsluiten dan met een namiddag praten over culinaire romans? Geen kookprogramma dus, maar een literaire dwaaltocht door Belgische en internationale werken waarin eten een belangrijke rol speelt. Vast inspiratie voor diegenen die nog een cadeau zochten voor onder de kerstboom. I.s.m. HVV hebben we mevrouw Van Hecke uitgenodigd om op 20 december ll. meer te komen vertellen over dit onderwerp. Ze gaf aan haar lezing nog een feestelijk tintje door ook wat lekkers voor iedereen mee te brengen. Bij een lekkere kop koffie genoten we van een stuk chocoladetaart of een mousse au chocolat. Zelf schrijft mevrouw Van Hecke sprookjes en jeugdromans, maar dat ze ook veel afweet van het werk van andere auteurs, werd snel duidelijk. Uit een lange lijst van meer dan 100 romans die ‘eten’ als hoofdthema hebben, koos ze er een aantal waarover ze vertelde en waaruit ze voorlas. Enkele voorbeelden: Isabel Allende bundelt in het pittige Afrodite (Wereldbibliotheek, 1998) 'Liefdesverhalen en andere zinnenprikkels'. Ze gaat op zoek naar het ultieme afrodisiacum. Met veel recepten. Eric Bracke vertelt in O eetbaar België (Meulenhoff, 2005) het verhaal achter typische Belgische gerechten en producten. Met recepten. De bekende auteur Roald Dahl laat zijn familie en vrienden aan het woord in recepten in Koken met Roald Dahl (Fontein, 1996). Diane Mott Davidson schrijft met een moord voor chocola (De Boekerij, 1993) en een koekje van eigen deeg (De Boekerij, 1994) Amerikaanse culithrillers over een vrouw die catering doet. Mét recepten. Laura Esquivel brengt een ode aan de Mexicaanse keuken in Rode rozen en tortilla’s (Arena, 2002) een liefdesroman over een sterke passionele vrouw in de gedaante van een keukenmeid. Met recepten!
7
Joanne Harris zag haar Chocolat (De Kern, 2002) verfilmd met Juliette Binoche in de hoofdrol. Marisol heeft het in De dame, de keukenprinses en de courtisane (Vassalucci, 2004) over de regels in het familieleven in Latijns-Amerika. Shoba Narayan vertelt in Chutneys & Chapatibrood (Arena, 2003) een Indiase familiegeschiedenis met recepten. Een jonge Indische vrouw gaat studeren in de VS en beschrijft haar jeugd in India waar het leven wel om eten leek te draaien. Met recepten. Vegetarische culi-roman! Lily Prior heeft het in La cucina (Het Spectrum, 2001) over de keuken op Sicilië. Eén van de beste culinaire romans, met erotische inslag. Ruth Reichl vertelt haar levensverhaal in Zoeter dan wijn (De Kern, 2004). Ze brengt het van kok tot restaurantcriticus en reist doorheen de wereld. Mét recepten. Leonard Reinirkens brengt met De culinaire avonturen van Fra Bartolo (Globe, 1995) een grappige schelmenroman over het 18de eeuwse Toscane. Mét recepten. Andreas Staïkos doet elke vrouw wegdromen met Hoge hakken en peterselie (Arena, 2000), want daarin zijn twee buurmannen smoor op dezelfde vrouw. Ze proberen om het
lekkerst voor haar te koken. Met recepten uit de Griekse keuken. We werden ook vergast op een aantal lekkere recepten, waarvan het chocoladedessert ‘St. Emilion’ (8 personen) iedereen direct aansprak. Ingrediënten
250g verkruimelde amarettikoekjes 70 ml cointreau – of een andere zoete likeur 400 g pure chocolade 2 eierdooiers 5 à 6 dl room Boter
Bereidingswijze Week de amarettikruimels in de cointreau. Klop de room stijf. Smelt de chocolade au bainmarie – best in een grote kookpot laten smelten want straks moet je de room er nog bij roeren. Klop – weg van het vuur – geleidelijk de eierdooiers erdoor. Schep de room voorzichtig en luchtig door het chocolademengsel. Boter een bakblik in en maak lagen van de amaretti en het chocolademengsel. Laat dit een paar uur afkoelen tot het stevig is. Mevrouw Van Hecke bezorgde iedereen een zoete namiddag, die smaakte naar meer.
Vriendschap, zelfs in de Middeleeuwen De titel van de lezing (17/1/2013) van de heer Ysebaert had nogal wat nieuwsgierigheid opgewekt. I.s.m. UPV nodigden we hem dan ook graag uit om die koude januaridag op te warmen met verhalen over vriendschap. Hij is VUB-onderzoeker en medeoprichter van het British Academy Network for Medieval Friendship Networks en werkt thans aan een boek over middeleeuwse vriendschapsvormen. Hij bestudeerde vooral de wereld van de geestelijken uit de elfde en twaalfde eeuw. Daar is vooral sprake van een geïdealiseerde, spirituele vriendschap. In middeleeuwse teksten worden begrippen als vriendschap en liefde door elkaar gebruikt. Tussen personen van hetzelfde geslacht ging het bijna steeds over vriendschap; tussen man en vrouw eerder over liefde. Je komt begrippen als hoofse liefde en ridderlijke vriendschap tegen. Je kunt de middeleeuwse teksten niet bekijken door een 21ste eeuwse bril. Het was bijvoorbeeld niet ongewoon dat twee mannen een bed deelden, zolang ze maar geen seks hadden. Er bestonden verschillende soorten vriendschap: tussen gelijken, tussen personen die op
verschillende sporten van de sociale ladder staan. In een tekst uit de dertiende eeuw worden 27 types vrienden geclassificeerd. In gilden, ambachten en broederschappen werden vriendschapsbanden gesmeed. In een maatschappij waar nog geen sociale zekerheid bestond, waren die van levensbelang. Dat blijkt ook uit wetteksten die werden teruggevonden. Omdat er talrijke documenten over vriendschap uit de 12de eeuw zijn gevonden, wordt deze wel eens de eeuw van de vriendschap genoemd. Het begrip vriendschap kwam vaak in geschriften van monniken voor. Verder werden ook teksten uit de klassieke oudheid opnieuw populair – zo werd Cicero's boek over vriendschap herontdekt. Bij een kopje koffie konden de vriendschapsbanden tussen de Grijze Geuzen weer stevig worden aangehaald, wat we met veel plezier deden. De heer Ysebaert werd hartelijk bedankt voor zijn komst
8
Historische bronnen voor het Museum Kazerne Dossin De heer Van de Berghe, die over Auschwitz zou vertellen, moest zich ziek melden. Maar gelukkig was de heer Adriaens, conservator van museum Kazerne Dossin Mechelen bereid te komen uitleggen (14/2/2013) hoe we zoveel weten over diegenen die naar Auschwitz werden gestuurd – en meer bepaald over de Joden die vanuit de Dossin Kazerne in Mechelen vertrokken … en in vele gevallen nooit meer terugkeerden. 25.000 Joden vertrokken, slechts 1.200 van hen kwamen levend terug. De feiten vind je in de talrijke archieven die werden bewaard, sommige bewust, andere toevallig. Om het wat overzichtelijker te maken gebruikte de spreker de documenten die werden teruggevonden over de heer Natan Ramet. Hij was een Poolse Jood, en bijgevolg geregistreerd in de 3 miljoen dossiers van de vreemdelingenpolitie. Hoewel het in België reeds voor de oorlog verboden was in dossiers iemands overtuiging of religie te vermelden, stond deze wel op de paspoorten van de meeste buitenlanders, o.a. met een letter ‘J’ of het woord Jüde. Ook privé archieven worden gebruikt: brieven, persoonlijke gegevens, foto's, in totaal 12.000 dergelijke bewijsstukken worden bewaard en gecatalogeerd. De meeste informatie wordt echter gehaald uit de archieven. Uit de notulen van vergaderingen van de dienst die wordt opgericht door de Duitsers om zich bezig te houden met de Joden blijkt dat er in België wordt naar gestreefd de bevolking rustig te houden. Daarom worden eerst maatregelen getroffen om de Joden uit het straatbeeld te halen: geen school, geen openbaar vervoer, geen bioscoop of theater enz. In totaal 17 anti-Joodse wetten worden uitgevaardigd. Hiervan zijn talrijke documenten bewaard. Zo is het ook duidelijk hoe verschillend er in de diverse steden en gemeenten werd gereageerd. Deze moesten ook een Jodenregister bij de burgerlijke stand opstellen. Sommige besturen werkten zeer actief mee aan het registreren van de Joden, andere probeerden door het stellen van vragen tijd te winnen en gaven slechts noodgedwongen de gevraagde informatie vrij. 83.000 bladzijden werden teruggevonden.
9
Ook scholen werd gevraagd namen door te geven. Daarnaast hield de Jodenraad eveneens een register bij. De Joodse notabelen werd gevraagd in opvang te voorzien voor Joodse kinderen en bejaarden die uit de school of het tehuis waren gebannen. In totaal 33.000 Joden meldden zich in gezinsverband bij de Jodenraad. De Duitsers zelf werkten met een steekkaartensysteem, dat eveneens volledig bewaard bleef. Joden die als dwangarbeiders werden ingezet kregen dan weer een loonfiche, ook al kregen ze natuurlijk geen loon voor het geleverde werk. Toen de toevoer vanuit de Dossinkazerne minder bleek dan oorspronkelijk beloofd, werden ook de dwangarbeiders naar Auschwitz verstuurd. Per transport kan uit meerdere bronnen worden nagegaan wie op welke trein zat. Nabestaanden kunnen informatie over hun familieleden opvragen. Over de zigeuners die eveneens op transport werden gezet is er daarentegen weinig bekend. Voor politieke gevangenen en diegenen die verplicht werden tewerkgesteld is het Fort van Breendonk verantwoordelijk. Iedereen luisterde aandachtig en er kwamen meerdere vragen vanuit het publiek. Nadien werd er nog verder gepraat bij een deugddoende kop koffie. De heer Adriaens werd hartelijk bedankt voor de uiteenzetting. Een bezoek aan de Dossinkazerne loont zeker de moeite.
Juliette Verhulst
Een lezing over de oorsprong van de liefde Op Valentijnsdag heeft het August Vermeylenfonds i.s.m. UPV een succesvolle lezing georganiseerd over de oorsprong van de liefde. Het kon ruim 35 mensen – vooral vrouwen – bekoren. De penningmeester schreef 3 nieuwe leden in. Liefde doet dus inderdaad wonderen!
© Frans Ramael
© Frans Ramael
Verslag Algemene Ledenvergadering HVV Vlaams-Brabant Op 2 februari was het zover, HVV Vilvoorde trok met vier leden (Chris Foulon en Frans Ramael voor HVV Vilvoorde en Chris Roekens en Guido Prieus voor de Vilvoordse Grijze Geuzen) naar de Algemene Ledenvergadering die plaatsvond bij HVV Londerzeel. Tijdens de vergadering kregen we met het financieel jaarverslag een overzicht van de uitgaven en inkomsten voor 2012 en de vooruitzichten voor 2013. Vervolgens werd het Jaarplan 2013 onder de loep genomen en werd ons de nieuwe Raad van Bestuur voorgesteld. Twee jonge dames, beiden lerares zedenleer van de afdeling HVV/OVM uit Aarschot, zullen met de nodige assistentie de continuïteit van HVV Vlaams-Brabant verzekeren. Jong bloed doet goed! Dat moet! Moge hun enthousiasme onze verenigingen vooruit helpen! Voorzitter Ilka Van Criekinge zal worden bijgestaan door penningmeester Nele Wijns en het secretariaat zal worden waargenomen door Britt Ballings. Tezelfdertijd werd tevens onze Grijze Geus Guido Prieus verkozen als effectief bestuurslid van HVV Nationaal voor HVV
Vlaams-Brabant. Chris Roekens zal de taak van plaatsvervangend bestuurslid op zich nemen. HVV Londerzeel had er ter ere van hun 30jarig jubileum echt iets speciaals van gemaakt. Na de vergadering konden alle aanwezigen niet alleen proeven van een voor de gelegenheid lokaal ontwikkeld feestbier met de toepasselijke naam ‘Fakkel’ maar werden we ook vergast op een uitgebreid Breugels buffetfestijn met als afsluiter een spie lekkere Aalsterse Vlaai of een bord traditionele rijstpap, dit alles rijkelijk overgoten met een toepasselijke vloeistof en de meest verhelderende commentaren. Hierbij willen wij dan ook HVV Londerzeel hartelijk danken voor de goede ontvangst en een perfect georganiseerde viering. Guido Prieus
10
Activiteiten en mededelingen van hier en elders Activiteitenkalender April Ma 15
20u
Do 25
14u
Zo 28
11u
Ma 29
20u
‘SmartReading. Lees een boek per uur’ Lezing door Peter Plusquin ‘Depressie bij senioren’ Lezing door Frank De Fever Aperitiefconcert Optredens van de leerlingen van de Academie voor Muziek, Woord en Dans Vilvoorde ‘Als het kind maar een naam heeft’ Voordracht door Wendy Peerlings
Vermeylenfonds
VOC
Grijze Geuzen i.s.m. UPV Grijze Geuzen
VOC
HVV Londerzeel, i.s.m. HVV VlaamsBrabant en huisvandeMens Vilvoorde
Gemeenschapscentrum G. Walschap, SintJozefstraat 44, 1840 Londerzeel
Oude Gasthuiskapel Vlaanderenstraat, Vilvoorde
Mei Do 2 Vr 3 t.e.m. Zo 5 Do 16
14u 19u
Praatcafé Feest Vrijzinnige Jeugd
Grijze Geuzen HVV Vilvoorde
14u
Grijze Geuzen
Za 25
13u
‘Alma, de verleidster met de blauwe ogen’ Lezing door Jos Meersmans Bezoek Parlamentarium
VOC
VOC Hoge Rielen Kasterlee en CC Bolwerk Vilvoorde VOC
Parlamentarium Brussel
Juni Do 6 Do 13
14u 14u
Grijze Geuzen Grijze Geuzen
VOC VOC
Grijze Geuzen
Tervuren
13u30
Praatcafé ‘Vilvoorde anders bekeken’ Lezing i.s.m. de Vilvoordse film- en fotoclub Bezoek aan het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika Dag van de Mens
Do 20
10u45
Za 22
Alle Vlaams-Brabantse huizenvandeMens en vrijzinnig humanistische verenigingen
Brabanthal, Leuven
9u
Vrijzinnige concentratiedag
Federatie Vrijzinnige Centra
Bredene
Juli Za 6
11
Aankondigingen en mededelingen Grijze Geuzen Bedankt Jef! Jef Haesaerts is jarenlang enthousiast voorzitter geweest van de Grijze Geuzen. Daarnaast vertegenwoordigt hij de GG in VIAS (Vilvoordse Adviesraad voor Seniorenbeleid) en is hij lid van het Grijze Geuzen-platform. In de Raad van bestuur van dat platform is hij penningmeester maar daarvoor heeft hij zijn ontslag gegeven en hoopt hij op een vlugge vervanging. Hij vertegenwoordigt bovendien het platform in de Vlaamse Ouderenraad. Eind vorig jaar liet hij weten dat hij het wat rustiger aan wou gaan doen en meer tijd wou maken voor zichzelf en zijn familie. Hij zou wel gewoon bestuurslid blijven en de werking van de Grijze Geuzen blijven steunen. Linda Van-
binst werd bereid gevonden het voorzitterschap vanaf begin dit jaar over te nemen. Jef kon met gerust gemoed zijn voorzittershamer doorgeven. Jef, het bestuur en de leden stellen er prijs op je hartelijk te danken voor je jarenlange inzet als voorzitter van de Grijze Geuzen. Wij hopen je nog vele jaren in ons bestuur te mogen verwelkomen. Je ervaring kunnen we niet zomaar missen. Je blijft overigens onze vereniging vertegenwoordigen bij VIAS en het Grijze Geuzen-platform. Anderzijds, geniet ten volle van de vrijgekomen tijd!
Proficiat Guido en Chris! Op de algemene vergadering van 9 maart jl. van HVV-nationaal zijn onze bestuursleden Guido Prieus en Chris Roekens aangesteld als lid van de Raad van Bestuur van HVV, Guido als effectief lid en Chris als zijn plaatsvervanger. Zij vertegenwoordigen HVV VlaamsBrabant.
Onze felicitaties, Guido en Chris! Veel succes met jullie mandaat.
Linda Vanbinst
Activiteiten april – mei – juni De Grijze Geuzen blijven hun praatcafé openhouden iedere eerste donderdag van de maand (van 14u tot 16u30 in het VOC). Opgelet: er is geen praatcafé in april, wegens de Paasvakantie!
Iedereen is bovendien welkom op onze volgende voordrachten (telkens om 14u in het VOC): Donderdag 25 april: ‘Depressie bij Senioren’ door prof. Fr. De Fever (i.s.m. UPV)
12
Donderdag 16 mei: ‘Alma, verleidster met de blauwe ogen’, door de heer Jos Meersmans Donderdag 13 juni: ‘Vilvoorde anders bekeken’ (i.s.m. de Vilvoordse film- en fotoclub).
Verder nodigen we iedereen uit op : Zondag 28 april: ‘Aperitiefconcert’ door de leerlingen van de Stedelijke Muziekacademie. Het concert vindt plaats in de oude OCMW-kapel (Vlaanderenstraat) van 11 tot 12 uur.
Aansluitend wordt u een aperitief aangeboden. Donderdag 20 juni: bezoek aan het Koninklijk Museum voor MiddenAfrika in Tervuren. Chris Roekens leidt er ons rond. Afspraak aan het museum om 10u45. Nadien is er, na een (klein) middagmaal in de cafetaria, gelegenheid om het museum vrij te bezoeken. Er zijn afspraken mogelijk voor wie geen vervoer heeft.
Depressie bij senioren – 25/04 Wij willen jullie ook eens meer inzicht geven in een delicaat onderwerp en tevens een veel voorkomende ziektevorm bij senioren. Daarom denken wij dat Professor emeritus Frank De Fever, psycholoog en gedragstherapeut, de geschikte persoon is om op donderdag 25 april 2013 om 14u in het VOC, Frans Geldersstraat 21 te Vilvoorde, een voordracht te houden over ‘Depressie bij senioren’ i.s.m. UPV. Het is er vooral om te doen eventuele oor-
zaken van depressie te kennen, hoe ze te voorkomen en de medische behandelingsmethoden te onderscheiden. Wij willen jullie in geen geval depressief naar huis laten gaan maar wel vol van raadgevingen van een persoon met jarenlange ervaring in deze materie. Laat ons verder onze gezonde levensstijl behouden, onszelf actief houden en volop trachten van de mooie natuur rondom ons te genieten in dit aangename seizoen. Wij worden er alleen maar beter van!
Alma, de verleidster met de blauwe ogen… - 16/05 Op 16 mei om 14u voorzien wij een muzikale causerie in het VOC, Frans Geldersstraat 21 te Vilvoorde. De heer Jos Meersmans zal de vele facetten van een temperamentvolle en gekwelde vrouw belichten, haar moeilijke rol als echtgenote van Gustave Mahler, haar frustratie omdat haar eigen muzikaal talent naar de achtergrond verdwijnt, haar verhoudingen met Walter Gropius, Oscar Kokoschka, Klimt,
13
enz: ‘Alma, de verleidster met de blauwe ogen…’. De levensloop van één van de felst gesproken vrouwen uit de 20ste eeuw zal iedereen kunnen boeien. Het programma omdat: vertellen, citeren en acteren, gemengd met de mooie muziek van Gustave Mahler. Het is een uitzonderlijke aanrader!
Bezoek aan het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika (KMMA) in Tervuren – 20/06 Dit museum is één van de boeiendste en mooiste Afrika-instituten ter wereld. Midden 2013 sluit het wegens renovatie zijn deuren voor een periode van drie jaar. Wanneer het museum in mei 2016 opnieuw opent, zal het grondig van aanblik veranderd zijn. Daarom brengen wij het nog een bezoek op donderdag 20 juni. Afspraak om 10u45: Bij mooi weer buiten aan de trappen voor de ingang (nu achteraan, aan de vijvers). Bij regenweer verzamelen we in de inkomhal. Ingang: 3 € Programma: Eerst wil Chris ons rondleiden en begeleiden. Om 12 uur kunnen we nagenieten en napraten in het museumcafé. Een snelle hap, een fris biertje of een echte Afrikaanse lunch. Het kan allemaal!
Specialiteit van het huis is het Congolese gerecht Moambe, kip bereid in palmnotenolie met saka saka (maniokbladeren) en rijst. Voor een sandwich, een spaghetti of een salade kun je er natuurlijk ook terecht. Daarna is iedereen vrij om verder het museum te verkennen! Geïnteresseerd? Schrijf je voor 6 juni in bij Chris Roekens met vermelding van je naam en het aantal personen. Ook mag je aangeven of je met eigen vervoer komt of beroep wenst te doen op vervoer.
Bezoek Parlamentarium Op zaterdag 25 mei organiseert het VOC een bezoek aan het Parlamentarium in Brussel. Dit bezoekerscentrum van het Europees Parlement is een interessante plek om meer te weten te komen over de geschiedenis van de Europese integratie en de impact daarvan op ons dagelijks leven. Je krijgt er een dynamische en interactieve multimediarondleiding. De toegang is tevens gratis. Adres: Wiertzstraat 60 te Brussel. We spreken af aan het station van Vilvoorde om 13u of aan het Parlamentarium om 14u. Bevestig je aanwezigheid via
[email protected].
14
Aankondigingen van het August Vermeylenfonds Vilvoorde Lidmaatschap August Vermeylenfonds Vilvoorde Het lidgeld blijft € 10. Een gezin sluit aan voor € 15 en jongeren tot 25 jaar en werklozen betalen € 6. U wordt lid door het juiste bedrag te storten op rekening BE92-001-3227040-23 van onze afdeling met als mededeling
‘uw naam + lidgeld AVF 2013‘. Fiscaal aftrekbare giften van minimaal € 40 kan u storten op hetzelfde rekeningnummer, maar met de expliciete vermelding ‘GIFT van (uw naam)’. Wij bezorgen u dan via het nationaal secretariaat een fiscaal attest.
SmartReading®. Lees een boek per uur Het Vermeylenfonds – i.s.m. UPV – heeft de eer u uit te nodigen op een infoavond over een methode die erop gericht is je lees- en begripsvermogen op korte tijd drastisch te verhogen. Op maandag 15 april komt Peter Plusquin meer uitleg geven over SmartReading. Plusquin is als zaakvoerder van het opleidingsinstituut Global Edutainment actief in het ontwikkelen van tijdsefficiënte programma’s. Zo geeft hij opleidingen in snel typen, optimaal time management en slimme internettools. Hij is tevens co-auteur van het boek ‘SmartReading: Lees een boek per uur’. Het motto klinkt alvast veelbelovend! De auteurs menen dat door de methode volledig onder de knie te hebben, je een gemiddeld non-fictie boek in een uur kan uitlezen. De klassieke leesmethode zou zich te veel focussen op de verklanking van woorden en daardoor het brein tot uitputtens toe lui maken. Met concentratieverlies, afdwaling en vergeetachtigheid tot gevolg. SmartReading belooft je het vermogen om op topsnelheid feilloos relevante informatie uit boeken en teksten samen te voegen, je geheugen te verbeteren en je concentratie te verhogen. Het gaat
15
om het vermogen om te lezen met de snelheid waarmee we zien – en niet die waarmee we spreken. Welkom om 20u in het VOC in de Frans Geldersstraat!
Mededelingen Humanistisch-Vrijzinnige Vereniging Word lid van het beschermcomité van het Feest Vrijzinnige Jeugd Vilvoorde! Dit jaar vieren we met 61 kinderen de overgang van kind naar jongvolwassene op 3, 4 en 5 mei 2013. Naar jaarlijkse traditie nemen we de Feestelingen mee op weekend naar de Hoge Rielen in Kasterlee en sluiten we af met een mooi evocatiemoment op zondag in het CC Bolwerk. Draag je het Feest een warm hart toe en wil je ons helpen dit feest te realiseren? Word lid van het Beschermcomité Feest Vrijzinnige Jeugd. Als lid van het Beschermcomité zorgen wij voor het volgende:
Je naam wordt in de Toorts vermeld, en dit vanaf de volgende editie. Je naam wordt vermeld in het programmaboekje van het Feest. Je kunt beschermlid worden door minimum 20 euro (per persoon of familie) te storten op rekeningnummer: BE79 8601 1535 7533. Zet als mededeling: ‘naam + lid Beschermcomité FVJ 2013’. Alvast hartelijk dank vanwege HVV Vilvoorde & de voltallige werkgroep Oudervereniging voor de Moraal.
16
Lidmaatschap HVV Vilvoorde Jouw lidmaatschap is belangrijk voor ons. Het geeft HVV de kans om de vrijzinnige boodschap uit te dragen want je ondersteunt er onze werking mee en bovendien geniet je van verscheidene voordelen: een lidkaart, tijdschrift Het Vrije Woord, De Toorts, de nieuws-
brief van Vrijzinnig Vilvoorde en een verzekering tijdens onze activiteiten. Stort 10 euro (per persoon) op rekeningnummer BE79 8601 1535 7533 met als mededeling ‘naam + lidgeld HVV Vilvoorde 2013’. Je bent dan lid tot einde december 2013.
Als het kind maar een naam heeft Een voordracht door Wendy Peerlings, Therapeute en opvoedingsdeskundige, op maandag 29 april om 20u. In gemeenschapscentrum Gerard Walschap, Sint-Jozefstraat 44, 1840 Londerzeel Zijn er nog ‘normale’ kinderen of hebben ze allemaal wel één of andere gedragsstoornis? Waar ligt de grens tussen normaal gedrag en probleemgedrag? Wanneer is medicatie aangewezen? Wendy Peerlings is therapeute, auteur en veelgevraagd spreker over opvoedings- en ontwikkelingsproblemen. Organisatie: HVV Londerzeel, i.s.m. HVV Vlaams-Brabant en huisvandeMens Vilvoorde
[email protected]
Tel: 052 301675 www.hvvlonderzeel.be
Berichtje van Kathleen Verhelst Dag lezer, Na 10 jaar werken als hulpverlener ga ik er een jaar tussenuit. Ik neem vanaf 1 april tijdskrediet in het ziekenhuis en zal daar op 1 mei 2014 weer van start gaan als moreel consulent. Tijdens mijn afwezigheid blijft het aanbod van vrijzinnig-morele bijstand voor patiën-
17
ten en hun naasten verzekerd! En spring gerust om de zoveel tijd eens binnen in AZJP: de kunsttentoonstellingen lopen het hele jaar door verder. Tot volgend jaar!
Kathleen Verhelst Moreel consulente Dienst patiëntenbegeleiding
Artikels en opinies We leven niet in een geïndividualiseerde samenleving Mark Elchardus over het kapitalisme van de begeerte De Belgische socioloog Mark Elchardus schetst een nieuw politiek project. Het doel is mensen te wapenen tegen de uniformerende kracht van de commercialisering en ze meer grip te geven op hun eigen denken, doen en voelen. De grote idee van de moderniteit is dat autonoom kiezen mogelijk, goed en wenselijk is, zonder dat er chaos ontstaat. MARCEL TEN HOOVEN vraagstukken ik mij verder ook bezighield. Weinig onderwerpen zijn zo controversieel als de theorie van de modernisering.’
© Dieter Telemans
Nergens anders dan in Noordwest-Europa is de modernisering zo diep in de genen van de maatschappij doorgedrongen. De mensen veroverden hun vrijheid door zich los te maken van gezagsstructuren die hen zonder respect voor het individu in het gareel hielden. De Belgische socioloog Mark Elchardus aarzelde dan ook niet lang over het onderwerp van het college waarmee hij onlangs afscheid nam van de Vrije Universiteit Brussel. ‘In onze geschiedenis is de modernisering een van de meest gewaagde en uitzonderlijke projecten’, zegt hij. ‘Vanaf het begin van mijn loopbaan heeft dat fenomeen mij gepassioneerd, met hoeveel
Hij koos dat onderwerp ook omdat dat grote project van de modernisering in zijn ogen nog allesbehalve is veiliggesteld. Ze wordt bedreigd door krachten die ze zelf oproept, de commercie in het bijzonder. De erkenning van het individu en zijn vrijheid is de grote winst van de modernisering, redeneert Elchardus, maar die vrijheid wordt illusoir als de commercie meer en meer richtinggevend wordt voor de keuzes van dat individu. In zijn afscheidsrede tekende hij daarom de contouren van een ‘progressief beleid’ dat mensen meer grip geeft op hun eigen denken, doen en voelen en hen wapent tegen uniformerende krachten als de commercialisering. Volgens Elchardus moeten sociaal-democraten daarvoor in de eerste plaats hun schroom afwerpen om een richtinggevend cultuur- en mediabeleid te voeren. In het vraaggesprek op de faculteit sociologie in Brussel werkt hij deze gedachte verder uit, om te beginnen met een
18
schets van de geschiedenis van de modernisering: ‘De spannende vraag van de modernisering is of een samenleving zonder disciplinerende en bindende krachten kan. Door de eeuwen heen zijn religie en schaarste, oftewel de dreiging van armoede, honger en kou de twee belangrijkste middelen geweest om mensen te disciplineren en hun gedrag te sturen. Machthebbers hadden een belang bij de instandhouding van schaarste, om hun onderdanen met het angstbeeld van nog meer armoede en honger in het gareel te houden. Religie was zo mogelijk een nog effectiever middel om mensen te disciplineren. Zij konden de kwaadwilligen die hen met armoe en honger bedreigden altijd nog in een donkere hoek drijven en een mes in de rug steken. Dat is lastiger met een opperwezen of een god. Vloeken stilt de honger niet.
hoede door Polen, Ierland en bovenal de Verenigde Staten.’
Meent u werkelijk dat machthebbers armoede doelbewust in stand houden? ‘Kijkt u naar de VS. Waarom denkt u dat Amerikaanse libertariërs en sociaalconservatieven expliciet zeggen dat ze niet willen dat Amerika wordt zoals Europa? Dat is omdat ze denken dat de welvaartsstaat de mensen lui en onverantwoordelijk maakt, de ontbinding van gezinnen in de hand werkt en hoge criminaliteit uitlokt. Naar hun overtuiging maakt de welvaartsstaat een chaos van de samenleving. Daarom menen ze dat ze Obama geen groter verwijt kunnen maken dan hem een Europeaan te noemen. Een Europeaan, dat is een socialist in hun ogen.’
U signaleert een relatie tussen beide methodes van disciplinering. ‘Ja. Er blijkt een vrij sterke correlatie tussen de opbouw van de verzorgingsstaat enerzijds en de mate van geloofsafval en ontkerkelijking anderzijds. Dat duidt erop dat als mensen enige mate van materiële zekerheid krijgen in het hier en nu ze minder behoefte hebben aan de soort zekerheid die kan worden ontleend aan het geloof in een god en een hiernamaals. In dat licht bezien is de modernisering een tamelijk gewaagd maatschappijproject om een
leefbare orde te scheppen. In plaats van de schaarste kwam de verzorgingsstaat. De stevige orde van de religie maakte plaats voor de heerschappij van de zachte vezels van de hersenen, om een mooi beeld van Michel Foucault te lenen. Universeel is het niet, dit spannende project. Het is een specifiek Europese vorm van modernisering, een Noordwest-Europese, om nog specifieker te zijn. De voorhoede wordt gevormd door de Scandinavische landen en Nederland, de achter-
19
De sociaal-conservatieven in de VS zijn voor hun politieke doel dus gebaat bij het bestaan van armoede en gebrek. ‘Als gij niet flink werkt, belandt gij in de armoede en we zullen geen stelsel voor u in het leven roepen om aan dat lot te ontsnappen. Anders wordt gij een onverantwoordelijk individu. In Europa vindt men dit vertoog wel bij sociaal conservatieven, hoewel het onderhevig lijkt aan fluctuaties. Het kwam hier sterk op in de jaren tachtig, in de tijd van Reagan en Thatcher. Toen werd de Amerikaanse litera-
tuur over de verzorgingsstaat die mensen lui, asociaal en crimineel maakt hier gretig vertaald en nagevolgd. Dat begon zelfs gematigde politici een beetje te besmetten. Sommige liberalen, zoals de nationalisten hier in Vlaanderen, raakten overtuigd van de juistheid van dat Amerikaanse verhaal en begonnen dat na te praten. Dat raakte naderhand weer wat op de achtergrond, toen de economie aantrok, maar door de crisis duikt dat verhaal over de verzorgingsstaat die pervers zou zijn nu weer op.’
Ook in het verhaal van sociaal-democraten zit tegenwoordig die morele boodschap dat de verzorgingsstaat de mensen te veel de verantwoordelijkheid voor zichzelf uit handen neemt. Lees het regeerakkoord dat de PvdA met de VVD sloot. De WW-duur wordt ingekort om mensen ‘te prikkelen’ om eerder werk te zoeken. ‘Het gevaarlijke element is die notie van eigen verantwoordelijkheid. Ik denk dat we daar heel voorzichtig mee moeten zijn. Het is zonder meer waar dat onze samenleving niet kan bestaan zonder mensen op hun verantwoordelijkheden aan te spreken. Dat geldt ook voor de verzorgingsstaat. De collectieve zorg voor elkaar is alleen houdbaar als mensen zich ook verantwoordelijk voelen voor de zorg voor zichzelf. Maar nu dreigt het door te slaan. Mensen worden persoonlijk verantwoordelijk gesteld voor van alles en nog wat waarvoor ze niet persoonlijk verantwoordelijk zijn. Dan wordt de eigen verantwoordelijkheid een dogma waarmee men de verzorgingsstaat diep in het hart kan raken. Men dreigt het systeem op te breken en de solidariteit kapot te maken. Het is dus hoog tijd de grens te trekken waar dat beroep op eigen verantwoordelijkheid overgaat in de afbraak van de verzorgingsstaat.’
In uw afscheidscollege zegt u dat we een harteloze samenleving dreigen te worden. Dat komt volgens u doordat de idee dat we alles uit vrije wil doen een obsessie is geworden. Doet iemand iets fout, dan is dat zijn eigen schuld. Zou dat een thema moeten zijn in de nieuwe progressieve politiek die u wenst?
welke mate mensen verantwoordelijk kunnen worden gesteld voor hun ziekte als ze roken. Een kwart van de ondervraagden was toen van oordeel dat de ziekteverzekering dan minder zou moeten vergoeden. Nu, iets meer dan tien jaar later, geeft 38 procent dat antwoord. Een spectaculaire, verontrustende stijging. Wie even nadenkt, weet dat het sociale verzekeringsstelsel naar de vaantjes gaat als mensen in de ziekteverzekering verantwoordelijk worden gesteld voor vermeende gevolgen van hun gedrag. Want waar ligt de grens? Willekeur ligt op de loer. De politiek kan zomaar beslissen wat wel en wat niet tot de persoonlijke verantwoordelijkheid moet worden gerekend.’
Het kan nog beangstigender worden, als de politiek van mensen gaat verlangen dat ze zich bewust worden van de kosten die ze maken als ze oud en versleten zijn. ‘Dan krijgen we akelige scènes aan het ziekbed. Dan worden mensen persoonlijk verantwoordelijk voor de kosten die het vergt om hen in leven te houden. Aan het overvragen in gezondheidszorg mag wel wat worden gedaan, maar het is het andere uiterste om mensen zelf verantwoordelijk te maken voor de afweging of ze nog even op aarde mogen blijven of niet. Zo wordt de solidariteit in de gezondheidszorg in morele zin om zeep gebracht.’
‘Zeker! Onze obsessie met de vrije wil dreigt potsierlijke proporties aan te nemen. We hebben een vrije wil, we kiezen dus geheel
Sociaal-conservatieve denkers zien de individualisering doorgaans als een proces waarin normloosheid ontstaat. U werpt daartegenin dat de modernisering de oude normerende instituties armoede en kerk heeft vervangen door nieuwe. Individualisering betekent niet dat we ons niets meer van elkaar aantrekken.
zelf en we moeten dan maar de gevolgen van die keuzes dragen. Mijn vakgroep heeft in 2001 ineen bevolkingsonderzoek gevraagd in
‘Ja, met dien verstande dat ik in die context bewust niet de term individualisering maar individualisme gebruik. Om zaken scherp te stellen maak ik een onderscheid tussen beide. Individualisme is een
20
isme, oftewel een levensovertuiging, waarin het individu en zijn recht op zelfbeschikking centraal staan. Daarnaast is het een politiek gedachtegoed, een ideologie, die zich vertaalt in wetgeving. Een goede indicator voor de groeiende invloed van het individualisme is de afschaffing van de doodstraf. Dat is een evident gevolg van de sacralisering van het individu. De gemeenschap heeft zich het recht ontzegd het leven van een individu te nemen, ongeacht de verschrikkelijke daden die dat individu op zijn geweten kan hebben. Andere indicatoren zijn het recht op euthanasie en abortus, het homohuwelijk en de mogelijkheid van homo’s om kinderen te adopteren. Individualisme is, met andere woorden, de grondslag van ons hedendaagse idee van waardigheid, een van de verworvenheden van de moderniteit. De conservatieven zeggen nu dat het ieder voor zich wordt als het individualisme heerst. De samenleving zal normloos worden. Dat is hetzelfde verhaal als zij ophangen over de verzorgingsstaat en de ontkerkelijking. Dat leidt allemaal maar tot chaos. Daar werp ik tegenin dat de landen waarin het individualisme dominant is de beter geordende landen zijn. Dat blijkt uit de cijfers. Ze hoeven minder mensen in de gevangenis te zetten om de orde te bewaren, meer mensen zeggen daar gelukkig te zijn, ze zijn gezonder dan elders en leven langer. De empirie spreekt de argumenten van de sociaalconservatieven dus tegen.’
Dat is de vergissing van rechts. Individualisme maakt geen losgeslagen bende van de samenleving. De vergissing van links is dat het een vals beeld schetst van individuen die allemaal in volle vrijheid en onafhankelijkheid hun keuzes maken. In werkelijkheid, zegt u, vertonen we in verregaande mate geconditioneerd gedrag. ‘We zijn nog steeds kuddedieren. In deze samenleving wordt enorm veel geïnvesteerd in de beïnvloeding van de keuzes die individuen maken. De disciplinering voltrekt zich niet meer door te dreigen met de straf van God of met armoede, mensen worden nu
21
in het gareel gezet door al die instellingen die hun dagelijks voorhouden hoe zij de wereld moeten zien en welke smaak ze moeten hebben. Dat is in de eerste plaats het onderwijs, waar we veel meer mensen veel langer
naartoe sturen dan vroeger. Ten tweede zijn er de oude en de nieuwe massamedia. En ten derde is er het kapitalisme van de begeerte. Zo noem ik het maar, dat hele goederen- en dienstencomplex dat geen ander doel heeft dan bij individuen de begeerte op te wekken zich van anderen te onderscheiden. Zo speelt de commercie in op het individualisme. Het kapitalisme van de begeerte creëert een band tussen individuen en bepaalde producten, door te speculeren op hun angst dat ze een sukkel zijn als ze dat product niet hebben. Als iemand een iPad heeft is dat zijn iPad, maar het is wel een massaproduct. We leven dus niet in een geïndividualiseerde samenleving. Het is echt een vergissing dat te denken. Ik heb zelfs het idee dat onze samenleving een grotere mate van gestandaardiseerd gedrag kent dan vroegere.’
We doen allemaal hetzelfde met het doel ons te onderscheiden? ‘De subtiliteit van het hedendaagse controlemechanisme is dat externe machten meer dan ooit onze keuzes trachten te sturen en wij ondertussen zelf denken onszelf te verwezenlijken. Er groeit een nieuwe voorspelbaarheid van het gedrag van mensen. We kunnen daarbij niet zozeer, zoals voorheen, steunen op statistieken over leeftijd, geslacht, religie, opleidingsniveau en beroep, maar te meer op de sporen die ieder van ons nu achterlaat door het gebruik van creditcards, gps, sms, Twitter, internet. Daardoor is het leven van een individu soms tot in detail te reconstrueren. Wie meester is over de analyse van die gegevens kan beter dan ooit voorspellen wat iemand gaat doen. Commerciële ondernemingen specialiseren zich daar nu in.’
De normerende instituties van de moderne samenleving zitten dus nogal in de commerciële sfeer. ‘Ik vrees zelfs dat dit de dominante normerende instituties zijn. Het is spijtig dat de sociologen daarvan nog weinig weten. Van het onderwijs, de massamedia en het kapitalisme van de begeerte speelt de laatste waarschijnlijk de belangrijkste rol in de beïnvloeding van gedrag en laat het zich tegelijkertijd het moeilijkst onthullen en bestuderen.’
Hoe werkt dat kapitalisme van de begeerte? ‘Het is een proces. Dankzij verfijnde beïnvloedingstechnieken nestelen producten zich in de psyche van de consument, waardoor hij er plots behoefte aan krijgt. Het gaat eigenlijk om een complex psychologisch proces. Mensen krijgen die behoefte omdat ze denken er niet meer bij te horen als ze iets niet hebben. Ze denken niet meer gelukkig te kunnen zijn zonder dat product.’
Als ik moet kiezen tussen religie als normerende institutie of Apple, de commerciële markt of media als GeenStijl, dan kies ik liever de religie met de boodschap over waardigheid, naastenliefde en rekening houden met een ander. ‘Ik heb me dikwijls afgevraagd of de ontwikkeling die ik schets positief of negatief is. Tegelijkertijd realiseer ik me dat die vraag niet zo veel zin heeft. Althans, de ontkerkelijking is onomkeerbaar. Er zijn weinig tot geen wegen terug. Nutteloos is uw vraag daarmee niet. De commercialisering van de cultuur is natuurlijk geen autonoom, niet te stuiten proces. De overheid hoeft daar niet machteloos tegenover te staan.’
Daarin schuilt het probleem. U constateert dat er eigenlijk geen sprake is van een cultuur en mediabeleid.
‘Echt beleid, dat zien we niet op het gebied van cultuur. Er is sprake van een cultuurbudgetbeleid, niet van een cultuurbeleid. In het politieke debat is veel ruzie over wie wat krijgt, maar over de inhoudelijke aspecten wordt besmuikt gezwegen, uit angst dat er dan veel protest komt tegen onterechte beïnvloeding door de overheid. Dat is toch merkwaardig. Aan de ene kant vinden we het kennelijk niet erg dat het kapitalisme van de begeerte meer dan ooit de mensen in zijn greep heeft. Aan de andere kant roepen we direct dat de vrijheid in het geding is, zodra iemand oppert dat de overheid daar wellicht cultuurbeleid tegenover moet stellen. Het lijkt erop dat we onszelf moedwillig blind maken voor de invloed van de commerciële cultuur en media, met de redenering dat we toch allemaal een vrije wil hebben en de gevolgen daarvan zelf maar moeten dragen.’
Hoe zou een cultuurbeleid eruitzien dat zich onttrekt aan dat verwijt dat het zich met van alles bemoeit? ‘De precieze contouren moeten nog vorm krijgen. Aan de hand van een vergelijking met de negentiende eeuw kan wel worden verduidelijkt waar het om gaat. Wie om mensen gaf en destijds getuige was van de gevolgen van het prille fabriekssysteem kon niet onverschillig blijven. De keuze was toen die tussen de machines vernielen of een andere oplossing zoeken. Gelukkig is die laatste weg bewandeld. Beetje bij beetje is gedurende een eeuw een sociaal beleid geconstrueerd dat van de industriële omwenteling uiteindelijk een bron van welvaart én van welzijn heeft gemaakt. We staan voor een gelijkaardige uitdaging met de gevolgen van het kapitalisme van de begeerte en de revolutie in ict, media, communicatie. Dat proces is nog volop bezig, dus welke vorm de tegenkrachten moeten krijgen weten we nog niet, maar vanuit een emancipatorisch perspectief, een perspectief dat trouw blijft aan de nadruk op vrijheid, is het doel wel duidelijk. Het gaat erom de mensen meer greep te geven op de factoren die hun leven bepalen en sturen, op de massacommunicatie die hen beïnvloedt, op de bedrijven die hen via het
22
planten van cookies in computers en telefoons meer en meer controleren.’
Met name de sociaal- en christen-democraten hebben met hun traditie een eer hoog te houden. ‘Inderdaad, de socialisten hadden een socialistisch en de christen-democraten een christendemocratisch cultuurbeleid. De overeenkomst was het emancipatoire karakter. De sociaaldemocraten hebben theaters gebouwd, bibliotheken, volkshuizen, met de idee betere burgers van de arbeiders te maken. Heel burgerlijk, ook heel nuttig. De grondtrekken van het cultuurbeleid van de christen-democraten waren dezelfde, zeker in Vlaanderen, waar de christelijke arbeidersbeweging waarschijnlijk een grotere invloed heeft gehad dan de socialistische. Het probleem met beide is dat ook zij gevoelig lijken voor de illusie dat mensen tegenwoordig in alles een vrije, individuele keuze maken.’
Zo tekenen zich de contouren af van het nieuwe progressieve beleid dat u voorstaat.
23
‘In de eerste plaats moet links zich niet laten meeslepen in die fixatie op eigen verantwoordelijkheid en daartegen een kritischer houding aannemen. In de tweede plaats vergt een progressief, emancipatoir project dat mensen meer vat krijgen op dat wat hun denken, hun gedrag, hun voelen vormt. Dat is de taak die de sociaaldemocraten zich vroeger stelden en die nog altijd hyperactueel is. De grote idee van de moderniteit is dat autonoom kiezen mogelijk, goed en wenselijk is, zonder dat er chaos ontstaat. Het is mede aan de sociaal-democraten die idee te bewaken. Alleen zeggen dat we niet harteloos mogen worden, dat helpt niet echt. Daarin ben ik een sociaal-democraat. Het gaat om macht. Mensen moeten controle kunnen uitoefenen over de krachten die hen beïnvloeden. Dus niet alleen zeggen dat we vriendelijk moeten zijn tegen elkaar. Een christen-democraat stopt waarschijnlijk daar, met een moreel beroep op mensen om fatsoenlijk tegenover elkaar te zijn, een sociaal-democraat gaat verder.’
Dit artikel verscheen eerder in het Nederlandse opinieweekblad de Groene Amsterdammer (www.groene.nl). We nemen het over met toestemming van de redactie van de Groene, waarvoor onze hartelijke dank.
Neem het niet! Het kan op financieel-economisch vlak in deze verwende verzorgingsmaatschappij ook even slecht gaan. Vette jaren worden onderbroken door magere, donkere periodes. De actuele crisistoestand veroorzaakt derhalve op het politiek-sociale vlak onrustige tijden. Het is zaak de samenleving op de best mogelijke manier door deze storm te loodsen zonder te veel schade voor de burgers te veroorzaken. In dat verband wordt veel verwacht van de in de 19e eeuw ontstane volkspartijen en aanverwante sociale bewegingen. Inderdaad, traditioneel en door de jaren heen hadden zij een sterk ideologisch programma en steunden ze op de kracht van een massa gelijkdenkenden. Maar daar waar vroeger deze volksbewegingen steeds zeker waren van hun achterban, blijkt deze zekerheid echter meer en meer twijfelachtig. De evolutie van zich steeds wijzigende behoeften van de burgers heeft een impact op de aanhang van de traditionele volkspartijen met een afgenomen macht als gevolg. Vooral de jongeren herkennen zich beter in bewegingen die actief zijn buiten de gevestigde partijen en vakbonden. Deze zijn vooral actief op een welbepaald maatschappelijk thema: de vredesproblematiek, het milieu, de mensenrechten. Vrij recent zijn echter niet-georganiseerde burgers op sociaal vlak actief geworden met de verontwaardiging als enige motivering. Vooral wantoestanden op sociaal-economisch en financieel gebied zijn het voorwerp van massamanifestaties die niet georganiseerd worden door gestructureerde bewegingen. De inspiratiebron is in vele gevallen het pamflet ‘Indignez-vous’ van de onlangs overleden Stephane HESSEL. Dit werk werd daarna nog aangevuld met ‘Engagez-vous’ en ‘Tous comptes faits… ou presque’. Zij vormden de basis van een gewijzigde vorm van sociaal engagement en gemotiveerd militantisme. Want in deze crisistijd zijn er toestanden genoeg dingen om over verontwaardigd te zijn: de geperverteerde financiële instituten, de afkalving van onze welvaart en de gevolgen voor de salarissen, de aanval op de sociale bescherming, de migranten.
Deze nieuwe sociale bewegingen: Indignados, UK Uncut, Occupy, Arabische lente, de Vijfsterrenbeweging, Syrizia, zijn amper georganiseerd of gestructureerd. Zij zijn echter efficiënt, slagvaardig en tegen elke gevestigde orde. De sociale media dienen als megafoon. Deze andersglobalistische bewegingen vallen de grote multinationals aan die amper belastingen betalen terwijl de burgers het slachtoffer van de crisis zijn. Het ganse herverdelingsmechanisme wordt daardoor vervalst. Met de aanvallen op de grote ondernemingen dwingen deze nieuwe sociale bewegingen ook de bestaande traditionele democratische volksbewegingen tot een zelfonderzoek van hun beleid en actiemethode.
Stéphane Hessel
Moeilijkheid blijft echter het inhoudelijke, de finaliteit, het bestuurbare van deze verontwaardigingsbewegingen. Want is het niet onrustwekkend bepaalde populistische protestbewegingen, die zich ook baseren op de verontwaardigingsidee, een extreem-rechtse en ultra-nationalistische koers te zien varen? Zij protesteren met een reactionair, autoritair,
24
zelfs dictatoriaal programma met afbraak en vreemdelingenhaat als resultaat. Zij die vóór de Tweede Wereldoorlog geboren werden, hebben als adolescenten tijdens de bezettingsjaren donkere, angstige jaren gekend. Deze periode heeft een blijvende aversie veroorzaakt voor elke autoritaire beweging die de democratie, de Rechten van de Mens en een solidaire samenleving in gevaar brengt.
Voor alerte, militante vrijzinnig-humanisten is derhalve waakzaamheid geboden, vooral in een beginnende pre-electorale periode. Een gezonde dosis koppige opstandigheid en onverzettelijkheid mag ons niet vreemd zijn. Neem het dus niet!
Felix Libeer Blijf steeds het korte gedicht ‘Muurbloem’ van de Nederlandse dichter Bertus AAFJES indachtig: Er zijn vele wegen, Maar de juiste weg Is de weg ertegen; Niet de weg eronder, Dat is onderkruiperij, Niet de weg erover, Dat is pluimstrijkerij Maar de weg ertegen, Tegen alle wegen in, En dat is van de wijsheid Nog maar het begin.
25
Gezondheid: een mensenrecht? Iedere dag sterven er duizenden mensen aan ziekten waarvoor werkende medicijnen bestaan. Onder de huidige wetgeving worden deze echter beschermd door een patent, waardoor ze onbetaalbaar blijken voor miljoenen armen. Daarnaast zijn er ook verschillende ziekten waarvoor het vanuit economisch oogpunt niet interessant is om een medicijn te ontwikkelen (de zogenaamde ‘neglected diseases’). Dergelijke ziekten treffen voornamelijk arme mensen waardoor de farmaceutische industrie er eenvoudigweg niet genoeg aan kan verdienen. Filosoof Thomas Pogge en econoom Aidan Hollis hebben een voorstel uitgewerkt, het Health Impact Fund, om dit dubbel probleem van ontwikkeling en verspreiding van levensnoodzakelijke medicijnen op te lossen. Vooraleer we dit verder uitwerken, is het aangewezen iets dieper in te gaan op de nadelen van het huidige systeem. Het ontwikkelen en op de markt brengen van een nieuw medicijn kost handenvol geld. De schattingen lopen uiteen (afhankelijk van de bron) maar 1 miljard euro is een vrij accuraat bedrag1. Om de farmaceutische bedrijven in staat te stellen hun investering terug te verdienen en winst te maken, wordt hen een patent toegekend. Andere bedrijven mogen het medicijn niet meteen namaken (de gekende generische varianten) en het innoverende bedrijf mag zelf de prijs bepalen – voor een periode van 20 jaar.
Thomas Pogge
Hier is op zich geen probleem mee. Voor 1994 kon elk land zelf bepalen of het intellectuele eigendomsrechten zoals patenten op medicijnen erkende. In de praktijk betekende dit 1
http://www.pfizer.be/sites/be/nl/about_pfizer/fa q/4_launch/Pages/06_Pricereduction.aspx
dat er in veel arme landen wel generische varianten op de markt waren. Maar door het TRIPS-akkoord werd het wereldwijd erkennen van deze patenten een voorwaarde om toe te treden tot de Wereldhandelsorganisatie (WTO). Hierdoor werden de generische varianten in de illegaliteit gedrongen en verdwenen deze van de markt. Levensreddende medicijnen werden zo onbetaalbaar. Deze hoge prijzen zijn het eerste nadeel dat Pogge en Hollis zien. De vraag in de rijke landen bepaalt de verkoopprijs en de afgesloten akkoorden garanderen dat deze overal dezelfde is. Zo worden arme bevolkingsgroepen afhankelijk van de liefdadigheid van anderen. Het tweede nadeel hebben we hierboven al aangeraakt. Aangezien farmaceutische bedrijven winst moeten maken richten zij zich op economisch rendabele ziekten. Ziekten die enkel armen treffen, zoals de ziekte van Chagas of de slaapziekte, worden daardoor genegeerd. Bovendien legt men de nadruk eerder op medicijnen die symptoombestrijdend werken dan op vaccins of curatieve medicijnen. Pogge zegt het met een (cynische) boutade: “de beste patiënt is diegene die niet geneest en niet sterft, maar elke week zijn medicijn moet kopen”. Het huidige patentregime wordt ook gekenmerkt door verspilling. Enorme sommen geld worden uitgegeven aan het verkrijgen van patenten
26
onder de verschillende nationale jurisdicties en aan ontelbare rechtszaken die voortkomen uit mogelijke schendingen. Aansluitend hierbij wordt er ook hallucinant veel besteed aan marketing, ofwel via de voorschrijvende dokters, ofwel rechtstreeks gericht op de consument.
in relatie tot de andere geregistreerde medicijnen. De pot wordt met andere woorden verdeeld over de verschillende deelnemende bedrijven op basis van hun bijdrage aan een betere wereldgezondheid.
De hoge prijzen geven ook aanleiding tot namaak. Hierdoor verkleint de winst voor de farmaceutische bedrijven en dus ook hun drang tot innovatie. Bovendien zijn deze vervalsingen vaak niet zonder gevaar voor hun gebruiker. Het laatste nadeel wordt het ‘last mile’-probleem genoemd. Hiermee bedoelt men dat de farmaceutische bedrijven er geen baat bij hebben om ervoor te zorgen dat patiënten de juiste dosissen nemen, op de gepaste momenten en gedurende de aangewezen periode. Zij worden enkel gemotiveerd om hun producten te verkopen. De zo belangrijke ‘laatste stap’ wordt op die manier niet genomen, wat onder andere kan resulteren in resistentie. Met hun voorstel van het Health Impact Fund (HIF) willen Pogge en Hollis deze nadelen opvangen. Zoals de naam doet vermoeden, is het HIF een fonds gericht op het verbeteren van de wereldgezondheid. Het is een Pay-forPerformance mechanisme, wat wil zeggen dat farmaceutische bedrijven betaald worden op basis van de impact die ze hebben op de wereldgezondheid, eerder dan door middel van de verkoop van medicijnen. Op die manier hoopt men zowel de innovatie te ondersteunen als een brede toegang tot deze medicijnen te garanderen. Dit vraagt om een woordje uitleg. Wanneer een farmaceutisch bedrijf een medicijn op de markt wil brengen, heeft het onder het HIF twee keuzes. Eén: het bedrijf kiest voor de status quo en neemt een normaal patent. Dit zal echter resulteren in de nadelen die we hierboven reeds besproken hebben. Twee: het bedrijf kiest ervoor zijn medicijn te registreren bij het HIF. Vanaf dan krijgt het ieder jaar (voor een periode van bijvoorbeeld 10 jaar) een deel van het fonds, proportioneel met de impact die dat medicijn dat jaar heeft gehad op de wereldgezondheid,
27
Om aanspraak te kunnen maken op deze inkomsten moeten deelnemende bedrijven een toegeving doen wat de prijs van het geregistreerde medicijn betreft. Of ze kiezen ervoor dit zelf aan te bieden aan een door het HIF bepaalde lage prijs, of ze laten de generische concurrentie spelen, waardoor de prijs onvermijdelijk zal zakken tot een niveau net boven de productiekosten op lange termijn. De farmaceutische industrie kan op die manier een nieuwe markt aanboren die onder het huidige patent-systeem niet bestaat wegens onvoldoende koopkracht. Ook de armen varen er wel bij aangezien ze toegang krijgen tot betaalbare essentiële medicijnen. Maar waar komt dit geld vandaan? De financiering van het HIF gebeurt door overheden of ‘partnerlanden’. Deze dragen jaarlijks een bepaald deel van hun bruto binnenlands product (BBP) af aan het fonds. Volgens Pogge en Hollis is hun voorstel werkbaar vanaf 6 miljard dollar per jaar, wat overeenkomt
met 0.01 % van het globale inkomen. Wanneer enkel de (rijke) landen die samen een derde van dit globale inkomen vertegenwoordigen meedoen, dan dienen ze dus 0.03 % van hun BBP te storten in het fonds. Met dit budget zou de farmaceutische industrie financieel voldoende gemotiveerd worden om elk jaar twee medicijnen bij het HIF te registreren. Een voor de hand liggend probleem hierbij is dat de uitbetaling gegarandeerd moet worden voor een periode van 10 jaar. In het huidige economische klimaat is dat geen sinecure. Daarnaast kunnen we ons ook afvragen of het voor ons als Westerling rationeel is om dit systeem te ondersteunen. Pogge ziet ook voor ons voordelen zoals goedkopere medicijnen, maar of dit effectief het geval zal zijn valt nog af te wachten. Dit neemt natuurlijk niet weg dat we op morele gronden verplicht kunnen zijn om het fonds te ondersteunen…
QALYs geproduceerd. Hierbij wordt dus zowel rekening gehouden met het kwantitatieve als het kwalitatieve aspect. Bedoeling is te onderzoeken hoeveel QALYs een bepaald medicijn wereldwijd heeft voortgebracht en op basis daarvan haar deel van het fonds te bepalen. Uiteraard stellen zich hier enkele problemen, maar deze lijken eerder pragmatisch dan fundamenteel van aard. Toegegeven: de implementatie van het HIF zal niet zonder slag of stoot gebeuren. Een dergelijke structuurwijziging brengt onzekerheid met zich mee en daar houden gevestigde spelers niet van. Toch is een dergelijke verandering van het grootste belang. Besluitend zetten we nog eens op een rijtje waarom. Met andere woorden, hoe zal het HIF de 7 nadelen van het huidige patent-systeem opvangen? Onder het HIF zijn hoge prijzen in principe onbestaande. Farmaceutische bedrijven zouden er ook geen baat bij hebben. Ze worden beloond op basis van hun impact op de wereldgezondheid, dus ze varen er best bij als zoveel mogelijk mensen toegang hebben tot hun medicijnen. Een hoge prijs verhindert deze toegang voor de vele armen, waardoor de netto-opbrengst lager zou uitvallen en vermijdbaar menselijk leed blijft voortbestaan. Ten tweede zou het probleem van de verwaarloosde ziektes worden opgelost. Dergelijke ziektes treffen heel veel mensen en hebben bovendien een grote negatieve impact op hun gezondheid en levenskwaliteit. Een betaalbaar medicijn voor bijvoorbeeld de slaapziekte zou dus een heel grote verbetering betekenen voor de wereldgezondheid. Het farmaceutisch bedrijf dat dit medicijn registreert onder het HIF zou dan beloond worden met een substantieel deel van het fonds. In Pogge’s woorden: hoe destructiever de ziekte, hoe lucratiever de opportuniteit.
Aidan Hollis
Een andere structurele vraag is hoe de impact op de wereldgezondheid wordt gemeten. Hiervoor zou het HIF gebruik maken van het concept ‘Quality-Adjusted Life Year’ of QALY. Wanneer een medicijn verantwoordelijk is voor 10 extra gezonde jaren, dan heeft het 10
Ook de nadruk op symptoombestrijding zou verdwijnen volgens dezelfde logica. Iemand genezen van een ziekte is een veel efficiëntere manier om zijn of haar gezondheid te verbeteren en zal dan ook beter beloond worden onder het HIF. Wat de verspilling betreft is het HIF eveneens veelbelovend. Aangezien de inkomsten van de farmaceutische bedrijven niet
28
langer afhankelijk zijn van hun hoge verkoopprijzen moeten ze minder toezien op de naleving van hun patent. Ze hebben er net baat bij dat hun product zo ruim mogelijk wordt verspreid, al dan niet door ‘concurrenten’. Iedere impact die wordt gerealiseerd op basis van hun chemische formule resulteert in een hoger aandeel in het fonds. De lage verkoopprijs heeft nog een bijkomend voordeel. Aangezien het verschil tussen productieprijs en verkoopprijs zo klein is, loont het niet langer om dergelijke medicijnen na te maken. Ook excessieve marketing wordt tegengegaan. Aangezien je enkel betaald wordt op basis van je bijdrage aan de wereldgezondheid, heeft het geen zin de patiënt te overtuigen over te stappen naar jouw gelijkaardig product. Zolang je product geen significante meerwaarde biedt, is investeren in reclame weggegooid geld. Indien je wel een meerwaarde hebt, zal het HIF je daarvoor belonen. Als farmaceutisch bedrijf wordt je dus aangespoord om te investeren in innovatieve medicijnen in plaats van het afsnoepen van klanten door middel van reclame. Het Pay-for-Performance principe lost meteen ook het ‘last mile’-probleem op. Onder het HIF worden farmaceutische bedrijven immers sterk gemotiveerd om ook na de verkoop van het medicijn te waken over het correcte ‘gebruik’. Hun aandeel van het fonds wordt bepaald op basis van hun impact op de wereldgezondheid en deze impact hangt samen met factoren als verspreiding, dosering, opvolging, … Bedrijven worden aangespoord om ook hier aandacht aan te besteden.
Tegenover het huidige patentsysteem kent het HIF dus vele voordelen. Toch zijn er ook enkele belangrijke werkpunten waardoor de implementatie op zich laat wachten. Zo bestaan er nog verschillende onduidelijkheden rond het beloningssysteem. Hoe zullen de evaluatie van de impact en de verdeling van de beloning in de praktijk gebeuren? En even belangrijk: door wie? Ook wat het werven van de nodige fondsen betreft zijn er nog onbeantwoorde vragen. Pogge, Hollis en hun team zijn zich hiervan bewust en proberen deze hindernissen weg te werken. De kern van hun voorstel is echter even vernieuwend als noodzakelijk. Gegeven de huidige stand van zaken moeten we proberen de motivatiestructuur van de farmaceutische industrie te veranderen. Hier ligt de kracht van het Health Impact Fund. Het HIF slaagt er in farmaceutische bedrijven te motiveren om innovatieve medicijnen te ontwikkelen zonder dat dit moet resulteren in torenhoge verkoopprijzen. Ze kunnen eigenlijk een nieuwe markt aanboren die onder het huidige systeem niet bestaat. Tegelijkertijd wordt de toegang tot essentiële medicijnen ook voor de armen gegarandeerd. Een uitzonderlijke prestatie.
Dit artikel is gebaseerd op Pogge, Thomas. “The Health Impact Fund: Boosting Pharmaceutical Innovation Without Obstructing Free Access.” Cambridge Quarterly of Healthcare Ethics 18, 1 (2009): 78 – 86. Meer informatie vindt u op: http://healthimpactfund.org http://www.ted.com/talks/thomas_pogge_me dicine_for_the_99_percent.html
Andries De Smet Aspirant FWO – Universiteit Gent
29
De scheiding van kerk en staat. Ook in Vilvoorde? De scheiding van kerk en staat is een belangrijk strijdpunt van de georganiseerde vrijzinnigheid. Het raakt de kern van onze finaliteit: ervoor ijveren dat de politiek gevrijwaard blijft van levensbeschouwelijke inmenging. En andersom, want alle duurzame afspraken zijn wederkerig. We weten stilaan wel dat art. 181 van de Grondwet de basis vormt van de levensbeschouwelijke erkenning en financiering in België en we weten ook vaag dat de gemeenten verplicht zijn de tekorten van de kerkfabrieken bij te passen. Maar weten we ook dat er op lokaal vlak, op het niveau van de eigen gemeente, eigenlijk heel veel ander werk aan de winkel is? Daarover gaat deze korte bloemlezing. Hoe kan een lokale vrijzinnige afdeling ervoor zorgen – liefst in samenspraak met haar bevriende lokale politieke mandatarissen – dat de seculiere basis van haar gemeente gevrijwaard blijft van godsdienstige voorrechten die op niets meer gebaseerd zijn dan op het schijnbaar oneindige respect voor ‘geloof’? En vooral ook: hoe kan de lokale vrijzinnige gemeenschap erbij winnen? Hieronder vind je vijf concrete actiepunten. Het is een selectie uit het ruime aanbod van het Witboek, een memorandum dat door de vrijzinnige gemeenschap werd bezorgd aan de politieke fracties in Vlaanderen. Naast de selectie hieronder, vind je er ook informatie over aparte zwemuren in openbare zwembaden, over religieuze symbolen in stembureaus, over kledij van overheidspersoneel, over de overdracht van gemeentescholen, over de collectievorming van bibliotheken, over pluralistische diensten in plaats van Te Deums, over het verdoofd slachten van dieren, over de aanwezigheid van moreel consulenten en de garantie op pluralistische geneeskunde (recht op abortus, op euthanasie,…) in het lokale ziekenhuis.
Gemeentelijke begraafplaatsen De aula’s van de gemeentelijke begraafplaatsen zijn ruimtes waar begrafenisplechtigheden worden gehouden. Ze hebben, net zoals de begraafplaats waartoe ze behoren, een neutraal karakter. Het zijn sfeervol ingerichte ruimtes, waar plechtigheden van gelijk welke levensbeschouwelijke overtuiging kun-
nen plaatsvinden. Maar meestal gaan hier burgerlijke of vrijzinnige begrafenissen door. De meeste gemeenten hebben een kerk – meestal een katholieke – waar (katholieke) begrafenisplechtigheden plaatsvinden. Maar zeker de kleinere gemeenten hebben geen (neutrale) begrafenisaula voor burgerlijke, vrijzinnige of andere begrafenisplechtigheden op hun begraafplaats. Veel burgerlijke of vrijzinnige begrafenissen kunnen doorgaan bij privébegrafenisondernemers die over een eigen infrastructuur beschikken, maar dat gaat lang niet op voor alle gemeenten en die zaaltjes zijn vaak te klein voor een grote groep rouwenden. Gezien de voortschrijdende secularisering van onze bevolking, ontstaat hier dus een behoefte die niet nieuw is, maar die wel steeds prangender wordt. Het komt ook vaak voor dat de aula van een stedelijke begraafplaats te klein is. Het is voor niemand leuk om afscheid te moeten nemen van een nabestaande, wanneer men niet kan zitten, of – erger nog – wanneer men de plechtigheid buiten moet volgen. Ook hier stellen we vast dat deze situatie zich steeds vaker voordoet, omdat er nu eenmaal meer en meer vrijzinnigen of ongelovigen zijn wiens begrafenis veel volk op de been brengt. Hoe is het gesteld met die aula in Vilvoorde? Op basis van een sociologisch onderzoek van haar inwoners, zou Vilvoorde eens kunnen bekijken of er een (neutrale) aula moet gebouwd worden op de gemeentelijke begraafplaats. Als er al een aula bestaat, kan er nagegaan worden of een uitbreiding wenselijk is. In Mechelen heeft de vrijzinnige gemeenschap ervoor geijverd om de aula van de stedelijke
30
begraafplaats uit te breiden van 99 naar 350 zitplaatsen. Na drie jaren van onderzoek en gesprekken met het stadsbestuur werd de uitgebreide aula feestelijk geopend op 25 oktober 2010.
Actie? Stap 1 – De lokale mandataris overlegt met de gemeentelijke diensten om het aanbod en de exploitatiecijfers van de gemeentelijke begraafplaats te bekijken. Stap 2 – Als er een behoefte bestaat voor de bouw van een aula of voor de uitbreiding van de bestaande aula, dan brengt de mandataris dit punt op de agenda van de gemeenteraad. Deze agendering kan gecombineerd worden met een visuele actie enkele dagen ervoor. Samen met een moreel consulent van deMens.nu en de vrijwilligers van een lokale vrijzinnige vereniging kan er een ludieke ‘vrijzinnige’ begrafenis geënsceneerd worden. Beelden van een doodskist doen het altijd goed in de media!
Herbestemming kerkgebouwen Vroeger was bijna iedereen in ons land katholiek. Door de secularisering en de komst van andere culturen en godsdiensten is dat vandaag niet meer het geval. Er gaan wekelijks nog 250.000 Vlamingen naar de kerk, dat is ongeveer 5%. Toch zijn er alleen al in Vlaanderen nog steeds ongeveer 1800 kerken en zes kathedralen. Ongeveer een derde daarvan is historisch beschermd. Leegstaande kerken zijn een verspilling van gemeenschapsgeld, omdat er altijd wel kosten aan verbonden blijven. Een gebouw dat leegstaat, is sneller onderhevig aan schade en verkrotting, waardoor er hoge onderhouds- en renovatiekosten ontstaan. Bovendien zijn veel gemeenten, waarschijnlijk ook Vilvoorde, (vruchteloos) op zoek naar ruimten voor collectieve voorzieningen. Steeds meer kerken krijgen daarom een herbestemming. Dat betekent dat ze gedesacraliseerd worden en dat ze een profane functie krijgen. Een ontwijding is daarbij niet strikt noodzakelijk, maar een desaffectatie
31
wel. Dat is een zuiver juridische procedure waardoor de parochiekerk niet langer een openbare functie heeft. Maar daarvoor is er altijd een kerkrechtelijke beslissing nodig, volgens de regels van het canoniek recht. Minister Bourgeois heeft de gemeentebesturen in Vlaanderen gevraagd om een langetermijnvisie uit te werken. In 2013 moet er een meerjarenplan uitgetekend zijn. Er zijn veel nieuwe functies mogelijk voor een kerkgebouw: appartementsgebouw, museum, gezondheidscentrum, bibliotheek, sociaal restaurant, hotel,… De uiteindelijke bestemming zal vaak afhangen van flankerende parameters zoals ruimtelijke ordening, lokale behoefte, mobiliteitsrapporten enz.
Actie? Het is zeer belangrijk om omzichtig om te gaan met dit soort van dossiers. Omdat de toestemming voor een herbestemming meestal van de bisschop moet komen en er dus veel diplomatie aan te pas komt. Het is dus beter om een gestructureerd en constructief overleg op te starten met de kerkfabriek, de bisschop en de bevoegde schepen of burgemeester, dan een ludieke actie te organiseren waarbij je voor een kerk gaat staan om ze ‘officieel te openen als bibliotheek of als zorgcentrum’. Na zo’n overleg kan het gemeenteraadslid op de gemeenteraad de vraag agenderen hoe de fasering inzake het opstellen van een beleidsnota voor herbestemming van religieuze gebouwen eruit ziet.
Controle op de kerkfabrieken Elke parochie in Vlaanderen heeft een kerk, waarvan het beheer meestal in handen is van een kerkfabriek. Die kerkfabriek beheert de materiële middelen die nodig zijn voor de uitoefening van de eredienst in de parochie. De gemeenten zijn verplicht om de tekorten van de kerkfabrieken bij te passen, net zoals de tekorten van de kathedrale kerkgemeenschappen, de orthodoxe kerken en de islamitische moskeeën door de provincies moeten worden bijgepast. Naast die tekorten moeten
de gemeenten ook een deel van de onderhoudskosten op zich nemen en een woonstvergoeding betalen aan priesters die niet over een pastorie beschikken. We danken dit systeem aan een Keizerlijk Decreet dat Napoleon in 1801 afsloot met paus Pius VII, waardoor de Belgen nog steeds afdragen, ook al zijn ze niet gelovig. Napoleon kocht namelijk de steun van de katholieke kerk door beloftes te maken die het verlies van de kerk – de Franse revolutionairen hadden de kerkelijke bezittingen genationaliseerd – moesten compenseren. Bij de stichting van België in 1830 werd deze regeling gewoon opgenomen in de Grondwet, waardoor wij vandaag nog steeds schulden afbetalen van de Franse revolutionairen. De dotatie van de Belgische gemeenten aan de kerkfabrieken bedroeg in 2010 ruim 75 miljoen euro. Deze kosten stijgen elk jaar met 4%. De kerkfabrieken kosten de gemeenten jaarlijks veel geld en controle is er nauwelijks. Vroeger kon de gemeenteraad een rekening of begroting slechts negatief adviseren, waarna ze naar de Bestendige Deputatie ging die ze alsnog kon goedkeuren. Vandaag echter kan een gemeenteraad zo’n rekening of begroting ook schorsen. Een kerkfabriek is een openbare instelling met rechtspersoonlijkheid en is gebonden aan de passieve openbaarheid van bestuur, zoals vastgelegd in artikel 32 van de Grondwet: ‘Iedereen heeft het recht elk bestuursdocument te raadplegen en er een afschrift van te krijgen, behoudens in de gevallen en onder de voorwaarden bepaald door de wet, het decreet of de regelgeving…’. De gemeenteraad moet de rekeningen en begrotingen van de kerkfabrieken strenger controleren. Het is aan te raden dat de gemeente de detailposten van de rekeningen en begrotingen van de kerkfabrieken zou opvragen. Vandaag heeft men meestal enkel inzage in de algemene posten. De gemeenteraad kan de meerjarenplannen van de kerkfabrieken, ingediend door het centraal kerkbestuur, afkeuren. De provinciegouverneur moet er zich dan over uitspreken. Zowel de kerkfabriek als de gemeentelijke overheid kunnen tegen die beslissing van de provinciegouverneur beroep aantekenen bij
de Vlaamse regering. Wanneer de gevraagde bijdrage in het jaarlijks budget de voorziene bijdrage in de meerjarenplanning overschrijdt, kan de gemeenteraad, zonder daartoe verplicht te zijn, het budget wijzigen, zodat het terugkeert binnen de perken van het meerjarenplan, behalve wat betreft ‘de kosten (…) die betrekking hebben op het vieren van de eredienst’. De gemeente moet die beslissing tot wijziging voorleggen aan de provinciegouverneur en de kerkfabriek kan ertegen in beroep gaan bij de provinciegouverneur. Over de jaarrekeningen van de kerkfabrieken heeft de gemeenteraad enkel adviesrecht. Hier is het dus de gouverneur die beslist. Men zou de kerkfabrieken ook kunnen laten fusioneren, naar analogie met de gemeentelijke fusies in 1976-77. Op die manier kan de solidariteit tussen de kerkfabrieken spelen: wat de ene kerkfabriek tekort komt, kan bijgepast worden door de andere(n). De oprichting van een centraal kerkbestuur doet geen afbreuk aan deze vraag, want het centrale kerkbestuur is slechts een overlegorgaan dat de belangen van de afzonderlijke kerkfabrieken in hun relatie met de gemeentelijke overheid behartigt en instaat voor het gecoördineerd indienen van het meerjarenplan, de budgetten en de jaarrekeningen van de kerkfabrieken. Van transfers van de ene naar de andere kerkfabriek is geen sprake. Een wijziging van deze regelgeving is materie voor het Vlaams Gewest, maar niets belet de lokale mandataris om zijn partij of lokaal parlementslid hierover aan te spreken.
Actie? Een bevriend gemeenteraadslid moet erop aandringen dat er zich binnen zijn fractie minstens één iemand bezighoudt met de agendapunten over de kerkfabrieken. Als er uit de detailposten van meerjarenplannen, jaarbudgetten en jaarrekeningen blijkt dat er door de kerkfabriek niet verantwoordelijk wordt omgesprongen met inkomsten en/of uitgaven, of als blijkt dat er onvoldoende transparantie bestaat, dan keurt het gemeenteraadslid en bij voorkeur de ganse fractie het agendapunt
32
niet goed, doet men een voorstel van wijziging of geeft men een negatief advies.
trokkenen bij de beslissing tot wijziging aangeschreven.
Actie?
Straatnaamgeving De meeste gemeenten hebben wel ergens een Leopoldlaan, een Kanunnik De Deckerstraat of een Pastoor Van Genechtendreef. Maar bestaan er ook veel straten die genoemd zijn naar atheïsten, naar seculiere wetenschappers of naar uitgesproken vrijzinnige humanisten? Ze bestaan ongetwijfeld, maar het mogen er gerust meer zijn, zeker als we hun aantal in de weegschaal leggen met het aantal straten die genoemd zijn naar katholieke voortrekkers. Wat denk je van een Darwinstraat? Of een Spinozalaan? Of een Karel Cuypersplein? Moeten het trouwens altijd mannen zijn? Is er al een Mary Wollstonecraftpark in België? De Darwinstraat in Elsene heette vroeger Rue des Barnabites (Barnabietenstraat), verwijzend naar de voormalige kapel (1897-1898) die nu vervangen is door de Barnabietenkerk (1905), gelegen op het einde van de straat in Vorst. De straat werd herdoopt tot Charles Darwinstraat, naar de befaamde Engelse natuuronderzoeker (1809- 1882). Volgens het Decreet tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen van 28 januari 1977 is de gemeenteraad bevoegd voor het vaststellen of wijzigen van een straatnaam. Een gemeentebestuur kan daarbij altijd een beroep doen op de Koninklijke Commissie van Advies voor Plaatsnaamgeving. Bij het vaststellen van een nieuwe straatnaam is het gebruikelijk dat er een advies wordt gevraagd aan de gemeentelijke cultuurraad, maar er is geen verplichting daartoe. Daarna stellen eerst het College van Burgemeester en Schepenen en de Gemeenteraad een voorlopige naam voor. Na een periode van 30 dagen (aanplakking) waarin er bezwaren kunnen geformuleerd worden, zal de Gemeenteraad definitief beslissen. Bij het wijzigen van een straatnaam volgt men dezelfde procedure, maar worden ook alle be-
De volgende legislatuur moet er minstens één straat genoemd of hernoemd worden naar een vrijzinnige humanist met lokale of bovenlokale verdiensten. De lokale afdeling of mandataris uit Vilvoorde kan een lijstje aanleggen van mogelijke personen naar wie een straat kan genoemd worden. Je kan bijvoorbeeld putten uit gegevens van de plaatselijke geschiedenis, het kunst- en cultuurleven, de toponymie en de volkskunde. Hou er rekening mee dat het Decreet voorschrijft dat men geen naam mag gebruiken van een nog levende persoon. Bovendien komen enkel de namen van uit historisch, wetenschappelijk of algemeen maatschappelijk oogpunt belangrijke figuren in aanmerking. Daarbij wordt de voorkeur gegeven aan figuren die voor de gemeente of voor de onmiddellijke omgeving van betekenis geweest zijn. Bespreek het voorstel met een aantal lokale politici die het voorstel waarschijnlijk wel genegen zijn en organiseer een feestelijke opening – met straatnaambord, hapjes en champagne – van de nieuwe ‘xxx-straat’. Nodig ook de pers en de lokale politici uit! Op deze manier zijn er nog tal van lokale voorstellen en acties mogelijk maar de ruimte is hier te beperkt om ze allemaal te bespreken. Wie geïnteresseerd is om actief verder te werken met deze dossiers, kan altijd terecht op de website van HVV (www.h-vv.be). Daar vind je een gans dossier over de scheiding van kerk en staat op lokaal niveau. Je klikt op ‘HVW Dossiers’ en je vindt bij ‘Scheiding kerk en staat’ het volledige dossier ‘Witboek 2012 – Memorandum gemeenteraadsverkiezingen’. Het is geschreven door HVV in opdracht van het Vrijzinnig Cultuurforum en uitgegeven door deMens.nu.
Björn Siffer woordvoerder van HVV
33
De vertroebelde blik Elk jaar komt de ngo ‘Reporters without Borders’ naar buiten met de publicatie van de door haar opgestelde wereldranglijst van de persvrijheid. Op een fraaie tweede plaats staat daar dit jaar buurland Nederland te pronken. België, enkele jaren geleden nog te bespeuren in de kop van het peloton, moet het ondertussen stellen met een 21ste plaats. Maar zegt de mate van persvrijheid wel iets over de kwaliteit van de journalistiek? Je kan in deze contreien dan wel schrijven wat je wilt zonder in angst te moeten leven een kopje kleiner te worden gemaakt, maar levert dat degelijke journalistiek op? Zijn het alleen kniesoren en querulanten die zich druk maken over wat de media ons presenteren, of is er meer aan de hand? In ‘De Nieuwsfabriek’, het nieuwe boek van Rob Wijnberg, wordt juist de kwaliteit van de hedendaagse journalistieke productie onder de loep gelegd. Wijnberg, van opleiding filosoof en van 2010 tot 2012 nog hoofdredacteur geweest van nrc.next, blijkt de aangewezen persoon om het mediacorpus met het fileermes te lijf te gaan. Hij windt er alvast geen doekjes om. Nieuws is de grootste onopgemerkte verslaving van onze tijd. Nu ja, onopgemerkt? Het is niet voor niets dat infobesitas hoe langer hoe meer als ziektebeeld ingeburgerd geraakt. Van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat word je bestookt met een overdaad aan nieuws. Op de radio, in kranten en tijdschriften, online, op televisie, het houdt gewoon niet op. Keer op keer dezelfde berichten met als je geluk hebt hier en daar een komma verschil.
voorziening en de teloorgang van arbeidsintensieve onderzoeksjournalistiek. De waan van de dag en het juk van de kijkcijfers en lezersaantallen. Vederlicht infotainment met – oh nee – sportjournalisten die politieke praatprogramma’s modereren. Don’t worry, be happy. De onbedwingbare neiging van de homo opiniens meningen te ventileren, liefst amper onderbouwd en liefst over de meest pietepeuterige niemendalletjes eerst. Schaamteloze schandpaaljournalistiek en het wegvallen van de grens tussen oordelen en veroordelen. Feiten checken? Ben je mal! En verder nog verklaringsdrift, ontknopingsdrang, soundbytejournalistiek, vooruitgangsblindheid, mediamythes… genoeg elementen die de moeite van het kritisch overdenken waard zijn.
Maar er valt meer op aan te merken. Je kan er moeilijk om heen dat je niet veel wijzer wordt van deze constante nieuwsstroom. De hoofdmoot van de hedendaagse berichtgeving is dusdanig oppervlakkig dat je je evengoed volledig niet met het nieuws kan bezighouden. Het nieuws vermijden levert zelfs verbluffende resultaten op, althans de door Wijnberg aangehaalde Zwitserse schrijver Rolf Dobelli: ‘Minder afleiding, meer tijd, minder angst, diepere gedachten en meer inzichten’.
Potentiële lezers die zich wellicht laten afschrikken door de veelvuldige verwijzingen naar de Nederlandse journalistieke context mogen gerust zijn. Net zoals ‘Je hebt het niet van mij, maar…’, de antropologische analyse van Joris Luyendijk over het Nederlandse Binnenhof, evengoed van toepassing is op Belgische Wetstraat, vallen de door Wijnberg neergeschreven bevindingen over het Nederlandse medialandschap om te zetten naar de Belgische context. Grosso modo zullen dezelfde marktmechanismen het medialandschap beïnvloeden.
Rob Wijnberg laat de meest heikele punten de revue passeren. Journalistiek ten dienste van de economie met als consequentie ‘het papegaaiencircuit’ van de hedendaagse nieuws-
Naast de kritische opsomming van wat er zoal in de nieuwsfabriek misloopt, geeft Rob Wijnberg ook een blauwdruk mee voor een ander soort journalistiek. Een beetje summier welis-
34
waar, maar de geschetste krijtlijnen doen het beste vermoeden voor zijn aangekondigd mediaproject. Een coöperatief model, waarbij de lezers aandeelhouders worden en adverteerders overbodig, zou best wel eens the next big thing kunnen zijn.
Meest gehoorde kritiek op dit boek tot nu toe is dat de gepresenteerde analyse niet nieuw is. Et alors? We gaan toch niet zeuren. Het feit dat er ondertussen reeds verschillende auteurs zijn geweest die zich geroepen voelden een soortgelijke stellingname te verdedigen, geeft alleen maar de noodzaak van de herhaalde analyse aan. Dat journalisten ondertussen al enkele jaren vertrouwd zijn met de door Wijnberg opgesomde bedenkingen, lijkt niet meer dan evident. Het zou eerder getuigen van een weinig professionele houding indien dit niet het geval zou zijn. Tegelijk kan je niet anders dan vaststellen dat ondanks het gegeven dat de analyse reeds enkele jaren geleden bekend is geraakt onder de spelers in het medialandschap, er nagenoeg niemand wezenlijke stappen heeft ondernomen om het
35
journalistieke niveau op te krikken. Grootste gevolg is dat meerwaardezoekers gedesillusioneerd afhaken. Weg dan maar met de dagelijkse krant. Het huis uit die televisie. Dan maar boeken lezen om relevante informatie te vergaren, zo luidt hun devies. De conclusie van Dobelli indachtig kan je hen geen ongelijk geven. De vlotte stijl van Rob Wijnberg maakt ‘De Nieuwsfabriek’ bovendien toegankelijk voor een breed publiek, wat een ruime verspreiding van deze analyse alleen maar kan bevorderen. Het merendeel van de bevolking bekijkt de werkelijkheid door de niet bepaald rooskleurige bril die de media voorhoudt, en staat er amper bij stil dat dit een vertekend mensen maatschappijbeeld oplevert. Omdat positieve verhaaltjes nu eenmaal niet zo vlot verkopen en niet helpen kijkcijfers op te krikken, wordt de perceptie hoofdzakelijk op een negatieve wijze vertroebeld door de doemscenario’s die dagdagelijks worden voorgeschoteld. Juist om mensen de mogelijkheid te bieden de mechanismen achter de media te vatten en, hierop anticiperend, hun visie op mens en maatschappij bij te schaven, is het wenselijk dat dit boek vlot over de toonbank gaat. En het zou helemaal mooi zijn als ‘De Nieuwsfabriek’ door leerkrachten opgepikt wordt. We hebben toekomstige generaties nodig die de nieuwsstroom met kritische blik bekijken. De bevindingen uit dit boek kunnen helpen deze blik te ontwikkelen. Agogisch verantwoord materiaal, lijkt mij. Een bank vooruit, Rob. Rob Wijnberg ‘De nieuwsfabriek. Hoe media ons wereldbeeld vervormen’ De Bezige Bij Amsterdam 2013 ISBN 978 90 234 7758 7
Tom Cools
Kroniek van een aangekondigd onheil Radicale islam in Vlaanderen Door Peter Calluy Met een voorwoord van Wim van Rooy en Johan Braeckman Beleidsvoerders en justitie spreken vandaag onophoudelijk hun verontwaardiging uit over het opruiende en antidemocratische gedrag van de radicale islam in Vlaanderen. Nochtans signaleert de auteur van dit boek, ex-straathoekwerker Peter Calluy uit Boom, al sinds 2004 dat er zich vanuit radicaal islamitische hoek verontrustende fenomenen voordoen die een bedreiging vormen voor de rechtstaat en die funest zijn voor de maatschappelijke visie en mentale integriteit van jongeren met een islamitische achtergrond. Peter Calluy, die als roepende in de woestijn en vechter tegen windmolens zijn baan verloor in zijn pogingen om op een integere manier het probleem aan de kaak te stellen, vertelt zijn persoonlijke verhaal en kadert dit in een brede analyse van een rampzalig Multiculturalisme dat weliswaar ‘politiek correct’ was, maar volledig gefaald heeft als project van maatschappelijke integratie. Calluy vertelt over de eerste radicale ‘experimenten’ van Fouad Belcacem (alias Abu Imran, woordvoerder van Sharia4Belgium) in 2004 aan de oevers van de Rupel. In dezelfde gemeente Boom ontstond toen ook de vzw Jongeren voor islam, de voorloper van de vereniging Al Mawada die in 2009 de hoofddoekenkwestie in de Antwerpse Athenea aanstuurde met hun ‘huisimam’ Nordin Taouil in een hoofdrol. Diezelfde vereniging organiseert congressen met bedenkelijke islamitische predikers die honderden jeugdige toehoorders lokken. Leden van Al Mawada geven trouwens mee de redactie vorm van de Moslim Televisie en Radio Omroep (MTRO) en poseren trots met beruchte terreurverdachten op internationale congressen.
Kroniek van een aangekondigd onheil is een aanklacht tegen een te lakse overheid die jarenlang heeft laten betijen en nu met pseudoverontwaardiging haar wonden likt. Maar het is vooral een eerlijk, moedig en onverholen pleidooi voor gelijke mentale en fysieke bescherming van overheidswege voor alle kinderen en jongeren, en dit in het licht van Artikels 28 en 29 van de Universele verklaring van de rechten van de mens. Peter Calluy (°1961) is autodidact, was als ‘Hand in hand’-militant van 1995 tot 2009 nauw betrokken bij het Mano Mundo festival in Boom, werd in 2003 wijkopbouwwerker bij het PRICMA en daarna straathoekwerker in Boom. Een boek dat, rekening houdende met de recente ontwikkelingen te Vilvoorde zeker gelezen moet worden. Het boek kost 24,95 euro en is uitgegeven bij Academic Scientific Publishers (ASP).
Alain Vannieuwenburg
36
De (on)redelijke aanpassing (?) “Ieder pleidooi voor tolerantie wordt ongeloofwaardig als het de grenzen van de verdraagzaamheid niet ontwikkelt. De vrijheid van geweten kan niet grenzeloos gelden. Volgens de Belgische wetgeving kan iets dat in strijd is met de openbare orde, gelegitimeerd worden op basis van de vrijheid van geweten (dienstweigering, weigering van vormen van contractuele arbeid op basis van de vrijheid van geweten). Maar wat als men vindt dat men belasting mag ontduiken op basis van een min of meer correct geformuleerd gewetensmotief?”
L. Apostel In deze bijdrage gaan we dieper in op een vrij praktische aangelegenheid: de ‘redelijke aanpassing’. De vragen om ‘redelijke aanpassing’ zijn slechts één van de zichtbare gevolgen van de herpositionering - o.a. op de werkvloer - van de ‘neutrale rechtstaat’ ten aanzien van nieuwe ‘religieuze systemen’. Redelijke aanpassing Culturele diversiteit (moeten we niet eerder spreken van religieuze diversiteit) op de werkvloer is een gegeven. Meer en meer komen echter vragen om, rekening houdende met deze diversiteit, zogeheten ‘redelijke aanpassingen’ door te voeren. Onder meer op de ‘Rondetafels van de Interculturaliteit’ (opgestart door toenmalig federaal minister van Gelijke Kansen, Joëlle Milquet) kwam dit aan bod. Zonder in te gaan op de veelheid aan ‘wensen’ en het ‘denkkader’ van deze ‘Rondetafels’ wijs ik op één van de aanbevelingen: ‘een grondige studie’ uitvoeren van de voor- en nadelen van de uitbreiding van het begrip ‘redelijke aanpassingen’, zoals bepaald in de antidiscriminatiewet van 10 mei 2007. Vragen rond de invloed van religieuze/culturele diversiteit op de werkvloer zijn niet nieuw maar sinds een aantal jaren is er een ‘extensie’ van het initiële doel van de ‘redelijke aanpassing’ opgedoken: dat van de uitbreiding van het toepassingsgebied van de redelijke aanpassing in relatie tot religieuze voorschriften. Voor ‘religieuze’ aangelegenheden is die wettelijke verplichting er immers niet, maar vooral sinds de Interculturele Dialoog is er aandacht voor die ruimere toepassing.
37
In concreto komt het er op neer dat men wil onderzoeken of er bijvoorbeeld geen specifieke ‘rechten’, ‘afwijkingen’, ‘faciliteiten’ gecreëerd kunnen worden zodat aanhangers van bepaalde religies/levensbeschouwingen hun levens- en wereldbeschouwing ten volle zouden kunnen beleven. Een gebedslokaal in een bedrijf, het dragen van een hoofddoek in openbare dienst, het aanvaarden dat een man weigert de hand van een vrouw te schudden, het toekennen van afwezigheidsdagen of van verlengde vakanties om familie te bezoeken of om deel te nemen aan religieuze evenementen… zijn slechts enkele van de vragen. Een handige ‘zet’… de Europese Richtlijn (2000/78/EG) met betrekking tot gelijke behandeling op gebied van arbeid en tewerkstelling van 27 november 2000 legde enkel een verplichting op tot ‘redelijke aanpassing’ voor personen met een handicap. Initieel ging het om bijvoorbeeld de verplichting om redelijke aanpassingen zoals het voorzien in afritten voor een rolstoel, belgeluiden voor blinden… Het begrip ‘redelijke aanpassing’ is opgenomen in de Belgische wetgeving sinds de inwerkingtreding van de wet van 25 februari 2003 ter bestrijding van discriminatie en in het decreet van 8 mei 2002 over de evenredige arbeidsparticipatie, beide gestoeld op de Europese richtlijn 2000/78/EG.
Het begrip ‘redelijke aanpassing’ komt nu in verschillende wetteksten voor: De federale anti-discriminatiewet (art.4, 12° en art.21) Het Vlaams decreet evenredige arbeidsparticipatie (art.5,4) Het Vlaams gelijke kansen- en gelijke behandelingsdecreet (art.15, 6° en art. 19). Het Vlaamse decreet van 8 mei 2002 houdende evenredige participatie op de arbeidsmarkt heeft de verplichting uitgebreid om redelijke aanpassingen uit te voeren voor diverse kansengroepen. Artikel 5, § 4 bepaalt dienaangaande dat ‘… Dit houdt in dat de organisaties en de werkgever …. in een concrete situatie passende maatregelen nemen om toegang tot arbeid te hebben, in arbeid te participeren of daarin vooruit te komen dan wel om een opleiding te genieten, tenzij deze maatregelen voor de werkgever een onevenredige belasting vormen.’ Recent onderzoek (VUB) bracht aan het licht dat bijvoorbeeld vooral welbepaalde groepen (positieve correlatie met scholingsniveau, bepaalde religies) vragen naar ‘redelijke aanpassingen’. Ook merk je dat hoe kleiner het aantal groepsleden, hoe minder aanpassingen worden gevraagd.
Er is meer… Wie kan iets hebben tegen dat wat op de rede stoelt. Er gaat echter veel meer schuil achter deze vraag om aanpassing. De klassieke monoculturele natiestaten verdwijnen. Autochtoniteit, nationaliteit, gemeenschappelijke taal, transnationaal burgerschap, positieve discriminatie… zijn heikele discussiepunten geworden. Hoe het nieuwe ‘samenlevingsmodel’ – rekening houdende met de culturele en religieuze diversiteit – er kan, mag, moet uitzien is niet duidelijk. Het blijft zoeken. En soms gaat men – overijverig – even uit de bocht. Zie onder andere het taalpuritanisme van de stad Gent, die op Orwelliaanse wijze zelfs het woord ‘allochtoon’ uit het vocabularium wilde schrappen. Benieuwd wat Klemperer hiervan zou denken.
Vaak zijn de ‘geïmporteerde’ religies niet echt vertrouwd met enkele elementaire beginselen van de rechtstaat (o.a. neutraliteit, tolerantie, scheiding van kerk en Staat). Zij eisen voor hun religie een plaats op in de samenleving. De plaats die religies voor o.a. uiterlijke symbolen, op het publieke forum opeisen, mede dank zij de cultuurrelativistische ideologie, is slechts een van deze ‘uitdagingen’. Er bestaat een de facto vrij grote pluraliteit aan waarden. Vraag is echter of er een ideaal patroon bestaat om al deze waarden harmonieus naast elkaar te laten bestaan. Niet zonder reden waarschuwde Isaiah Berlin er voor dat er wellicht vele waardevolle, maar ook, helaas ook, minder waardevolle doelen bestaan en dat er dus steeds een risico op conflicten aanwezig zal zijn. Thierry Baudet is wat pessimistischer en betoogt dat, bij gebrek aan een alternatief, zonder nationale soevereiniteit, de democratische rechtsstaat niet kan functioneren. Ons huidige systeem gaat uit van de nietinmenging van de Overheid in de aangelegenheden die te maken hebben met religies en levensbeschouwingen en benadrukt, conform de klassieke liberale traditie, dat van individuen verwacht mag en kan worden dat zij in staat zijn zelf te bepalen of zij – binnen bepaalde grenzen – al dan niet wensen aan te sluiten bij bepaalde maatschappelijke of culturele praktijken. Het individu is ‘zingever’. De vrije burger participeert aan de gemeenschap. Er is geen absoluut recht op afzondering. Grondrechten kunnen – in deze visie – niet worden miskend met als argument dat zoiets als ongebreidelde differentiatie van rechten kan. De burgers delen een veelheid aan relevante gemeenschappelijke waarden. De visie als zouden religies, levensbeschouwingen, de facto doorwerking moeten hebben in de ‘publieke’, de ‘openbare’ sfeer wordt niet zonder meer aanvaard. Er is een streven naar een ‘moreel Esperanto’. Deze liberale houding staat tegenover de visie van de communautaristen. Volgens de aanhangers van deze strekking (ook wel eens – in deze context – de multiculturalistische geheten) is het ‘individu’ niet los te zien van een
38
sociale praktijk, die allesbepalend is en die de waarden, de normen, het ‘zijn’ van een individu structureert. Culturele tradities moeten, in de ogen van deze ‘communautaristen’ dan ook worden uitgedragen, zichtbaar gemaakt, beschermd. De ‘rechten’ van de gemeenschap staan voorop. Er dient ruimte te worden gemaakt voor ‘redelijke aanpassingen’ waarbij als leidraad ‘differentiëren’ van rechten voorop staat. Gedifferentieerde toepassing van rechten is de norm.
Onredelijke aanpassing Dé centrale vraag is of een compromis haalbaar is. Een vergelijk waarbij wel aanvaard wordt dat bepaalde culturele eigenheden worden erkend? Maar waar legt men de grens? Hoe kan de Overheid deze diversiteit aan waarden valoriseren en er tezelfdertijd voor zorgen dat de diverse culturen en religies fundamentele grondwaarden in acht nemen. Kortom: bestaat de mogelijkheid om zoiets als een ‘liberaal multiculturalisme’ uit te werken dat niet ingaat tegen de ‘liberale rechten’ van individuen of ‘mensenrechten’. Zoals blijken zal is de discussie terug te brengen tot de tegenstelling tussen wat men de ‘assimilatievisie’ (je aanpassen aan de ontvangende cultuur) en de ‘multiculturalistische visie’ (de ontvangende cultuur past zich aan). De vragen zijn legio. Kan men (mensen)rechten zo maar aanvullen met specifieke ‘minderheidsrechten’, met ‘groepsrechten’? Kan men aanvaarden dat deze specifieke rechten bepaalde beperkingen inhouden die indruisen tegen de principes van de liberale rechtstaat (gelijkheid, vrouwenrechten, tolerantie, dialoog...). En tot waar kan er een scheiding zijn tussen dat wat er binnen en buiten de publieke/private sfeer mogelijk is? Is het socialiseren van vrouwen, binnen de private sfeer, tot een ondergeschikte rol, te aanvaarden?. En wat met het reeds vermelde taalpuritanisme? Artikel 9 van het EVRM bepaalt dat een ieder heeft recht op vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst; dit recht omvat tevens de vrijheid om van godsdienst of overtuiging te ver-
39
anderen, evenals de vrijheid hetzij alleen, hetzij met anderen, zowel in het openbaar als privé zijn godsdienst te belijden of overtuiging tot uitdrukking te brengen in erediensten, in onderricht, enz. zonder andere beperkingen dan die welke bij wet zijn voorzien en in een democratische samenleving noodzakelijk zijn (vb. openbare veiligheid en orde, bescherming van de rechten en vrijheden van anderen). Ook in het Internationaal Verdrag betreffende Burgerrechten en Politieke Rechten (BUPO) vinden we onder artikel 18 enkele relevante passages die stellen dat eenieder het recht heeft op vrijheid van denken, geweten en godsdienst en het beleven ervan. Op niemand mag dwang worden uitgeoefend die een belemmering zou betekenen van zijn vrijheid een door hemzelf gekozen godsdienst of levensovertuiging te hebben of te aanvaarden. Wel wordt expliciet gesteld dat wettelijke beperkingen mogelijk zijn, ook weer i.v.m. openbare orde, goede zeden enz. De begrippen ‘godsdienst’ en ‘overtuiging’ worden door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens op gelijkaardige manier behandeld. Het Hof en de Europese Commissie interpreteren de begrippen zeer ruim: niet alleen de traditionele godsdiensten, of de grote wereldreligies, maar ook zgn. minderheidsreligies of niet-religieuze levensbeschouwelijke overtuigingen worden onder het toepassingsgebied van het artikel 9 EVRM ondergebracht. Niet alle opinies en visies worden door het grondrecht beschermd: overreding, ernst, cohesie en belang moeten herkenbaar zijn om de bescherming van artikel 9 EVRM te genieten. Belangrijk in het artikel 9 is het element godsdienstbelijdenis. Artikel 9 § 1 van het EVRM geeft een uitgebreide definitie van deze belijdenis. De belijdenis is – samengevat – de daadwerkelijke uitoefening van een geloof, m.a.w. de interne organisatie, het deelnemen aan erediensten en het onderhouden van de geboden en voorschriften (kleding, voedselen begrafenisvoorschriften). Dit recht is echter niet absoluut. Een al te ruime invulling is onmogelijk. Zo gaat het Hof
na of het naleven van (religieuze) voorschriften op zich geen inbreuk op de ‘individuele vrijheid’ kan beteken. Zo was het Hof van oordeel dat het in welbepaalde omstandigheden bijvoorbeeld niet verboden is het dragen van een hoofddoek te regelen/te verbieden. Godsdienstvrijheid kan eveneens nooit gebruikt worden als excuus om de inbreuk op andere (grond)rechten te vergoelijken.
In recente adviezen van de Raad van State m.b.t. wetsvoorstellen tot wijziging van het Kieswetboek ten einde de neutraliteit van de kiesbureaus te waarborgen – meer bepaald m.b.t. het verbod om uiterlijke tekenen van een geloofs- of levensovertuiging te dragen – wordt door de Raad onder meer dieper ingegaan op de concepten ‘neutraliteit’, terughoudendheid inzake uitingen van godsdienstige, levensbeschouwelijke en politieke overtuigingen en de appreciatiemarge waarover de Overheden beschikken om ‘neutraliteit’ te garanderen. Deze problematiek maakt integraal deel uit van het (rechts)filosofische debat over de interpretatie en reikwijdte van het gelijkheids- en non-discriminatiebeginsel.
Professor E. Vermeersch stelde terecht de vraag “… of het praktische beleven van de godsdienst, zoals gegarandeerd door de godsdienstvrijheid, wel volledig van toepassing is op deze brede waaier van regels, gebruiken en attitudes die de islam (vul aan met andere godsdiensten, levensbeschouwingen) kenmerken”. Hij betoogt dat deze ‘nieuwe’ godsdiensten en dus ook de islam ons, in verband met deze rechten voor een totaal nieuw probleem stellen. De voorschriften ervan ordenen het gehele maatschappelijke leven. Het ‘tot uitdrukking brengen’ van het aanhanger zijn van een bepaalde godsdienstige/levensbeschouwelijke overtuiging heeft immers een brede sociale impact. Om te weten of iets tot de essentie van het geloof/de geloofsuiting moet worden gerekend, stelt hij een toetsing voor waarbij onderzocht wordt: De mate waarin een voorschrift tot de wezenskenmerken van een godsdienst behoort.
De mate waarin over secundaire voorschriften al dan niet unanimiteit heerst. De mate waarin een bepaald gedragstype op min of meer solide bezwaren stuit vanuit de autochtone maatschappij. De mate waarin een voorschrift de individuele vrijheid en ontplooiing van individuen kan beperken. De mate waarin een voorschrift aanleiding kan geven tot intimidatie en groepsdruk. De mate waarin de toepassing van een voorschrift een financiële of organisatorische belasting tot gevolg heeft.
Professor Vermeersch merkt op dat uitbreiding van de godsdienstvrijheid tot het onderhouden van alle voorschriften problemen kan geven, omdat een godsdienst zeer brede toepassingen heeft op talloze gebieden van het maatschappelijk leven. Hij merkt bijvoorbeeld op dat een bronnenstudie aan het licht brengt dat de interpretaties van de traditionele korangeleerden en de plaatselijke gebruiken, geen eenduidigheid aanleveren over bepaalde voorschriften. “Bij afwezigheid van een ondubbelzinnig voorschrift kan men onmogelijk tot een inbreuk op de godsdienstvrijheid besluiten.”
Aandachtspunten Het Centrum voor Gelijke Kansen (CGKR) is zelf zeer voorzichtig. Het CGKR is blijkbaar niet voor een wetswijziging waardoor de redelijke aanpassingen verplicht worden, zoals dat bijvoorbeeld bij gehandicapten het geval is. Zo merken zij zelf op dat er een onderscheid is tussen aanpassingen ‘nodig voor hun sociaal overleven’ (gehandicapten en wonen en werken) en aanpassingen op ‘religieuze gronden’. Ook vrezen zij voor tegenstand en problemen (op de werkvloer) wanneer men dit juridisch zou doordrukken. Er is momenteel trouwens veel onduidelijkheid over vragen die andere ‘religieuze’ of ‘levensbeschouwelijke’ overtuigingen zullen
40
aanleveren (voorbeeld: het dragen van de tulband, baard, het dolkje en de armband bij de Sikh). Er is ook weinig ‘doordenken’ in bepaalde aangelegenheden. Wie halal of koosjer wil eten, mag immers dieren onverdoofd de keel oversnijden. Wie niet gelovig is, eet vlees van dieren die verdoofd geslacht werden naar de letter van de Belgische wet . Vaak zijn de vragen niet ‘neutraal’. Er is bij alle religieuze en levensbeschouwelijke groepen al eens bekeringsijver, druk, proselitisme te onderkennen. Binnen alle strekkingen zijn er gematigden maar er zijn ook aanhangers van de ‘strikte observantie’. De vrijheid van gematigden kan groepsmatig onder druk worden gezet. Veel vragen voor redelijke aanpassing gaan vaak uit van een zeer enge interpretatie van de religieuze voorschriften. Professor Etienne Vermeersch onderstreepte in een recent interview dat vele voorschriften niet zo strikt zijn als vaak wordt voorgesteld. “Er staat op verschillende plaatsen in de Koran dat God barmhartig is wanneer je geconfronteerd wordt met een situatie van buitenaf waardoor je een bepaalde verplichting niet kan nakomen. Dat betekent: God zal het je niet kwalijk nemen wanneer je geen hoofddoek kan dragen. Wie daar heel fanatiek op staat, is in strijd met de Koran. ‘God is barmhartig’ is veel belangrijker dan al de rest wat in de Koran staat. Het bewijs: er zijn moslimlanden waar vrouwen geen hoofddoek dragen. Op de Marokkaanse tv moet je met een vergrootglas zoeken naar vrouwen met een hoofddoek. Je kunt dus als bedrijf perfect vragen aan een werknemer om geen hoofddoek te dragen. Bovendien bestaat er in veel bedrijven een zekere dresscode. De meeste banken vragen dat de mannen een das dragen. Wel, ik draag niet graag een das, maar als ik in een bank wil werken, moet ik een das dragen. Dat is duidelijk.” Hoe duidelijk maken dat er vele zachte regels zijn die evenzeer van belang zijn in ons maatschappelijk verkeer? Net die ongeschreven cultuurbepaalde regeltjes worden niet altijd begrepen, niet altijd aanvaard.
41
In landen die eerder met deze vragen in aanraking kwamen werden ondertussen een aantal stelregels ontwikkeld. De plicht tot redelijke aanpassingen ook met betrekking tot godsdienstige regels is bijvoorbeeld terug te vinden in de Verenigde Staten en in Canada. De ‘redelijke aanpassing’ reikt er verder dan de aanpassingen die gebeurden ten aanzien van gehandicapten. De Civil Rights Act uit 1964 voorziet in een verbod op discriminatie door werkgevers op basis van religie. In concreto: de werkgever moet tolerant en neutraal zijn. Dit houdt in dat werkgevers de werknemers niet mogen bevoordelen of benadelen. Er zijn echter duidelijke afspraken. Zo kan de werkgever “assert undue hardship to justify a refusal to accommodate an employee's need to be absent from his or her scheduled duty hours if the employer can demonstrate that the accommodation would require more than a de minimis cost”. In de Verenigde Staten en in Canada toetst men het centrale concept ‘reasonable accomodation’ aan drie criteria: de aanpassing mag de rechten van anderen niet schenden; de aanpassing mag niet leiden tot een financiële last voor de werkgever; de aanpassing mag ook geen hinder vormen voor de efficiëntie binnen het bedrijf.
Belgen houden niet van godsdienst op het werk ‘Belgen houden niet van godsdienst op het werk’, zo bleek uit een nationale online enquête van Vacature Magazine bij 2.481 respondenten. Net geen 80% van de ondervraagden vond dat er absoluut geen plaats is voor godsdienstbeleving of godsdienstige symbolen op het werk. 1 op 3 werknemers zou zelfs van werkgever veranderen mocht religie nadrukkelijk(er) aanwezig zijn. 74% vindt dat godsdienst en werk volledig gescheiden moeten zijn. In het onderwijs (67%) en de gezondheidszorg (63%) ligt dat percentage blijkbaar lager.
Vastgesteld werd eveneens dat er een verschillende acceptatie is in Vlaanderen dan in Wallonië. In Wallonië is men meer gehecht aan de neutraliteit van de overheid en er zijn ook veel minder ‘diversiteitsmedewerkers’ dan in Vlaanderen. In organisaties waar religie nadrukkelijk aanwezig is, zijn er meer conflictsituaties. In de gezondheidssector zegt 23% dat er al conflicten waren. Ook uitingen van religie op de werkvloer vonden maar weinig genade bij de respondenten. Zo vindt amper 25% het toestaan van expliciete religieuze symbolen, zoals hoofddoeken en andere kledij, op de werkvloer aanvaardbaar. Ook tegenover gebedsruimtes staan de meeste weigerachtig: slechts 22% vindt dit aanvaardbaar. 50% totaal onaanvaardbaar. In de praktijk hebben slechts 7% van de bedrijven een gebedsruimte, het meest voor christenen (6%) en moslims (4%). Aangepaste maaltijden kunnen wel: 56% vindt dat aanvaardbaar. 16% van de respondenten werken in een bedrijf het doet, in de eerste plaats voor moslims (15%) en christenen (8%) en joden (8%). Rond godsdienstbeleving op de werkvloer bestaat vooral veel onduidelijkheid. Volgens 42% is er daarom duidelijk nood aan een wetgevend kader. Vooral de verwachte groei van het aantal moslims in ons land maakt dat nog belangrijker.
Ter overweging Het blijft werken op diverse fronten. Positieve motivatie in een acculturatieproces is immers vaak ingegeven door de verwachting dat het ontlenen van andere cultuurinhouden verhoogd sociaal prestige, economisch gewin of een algemene statusverhoging zal meebrengen. Maar het is ook zo dat deze ontlening pas kan slagen wanneer deze aspecten op de één of de andere manier aansluiten/overeenkomen met bestaande cultuurinhouden of persoonlijkheidselementen. Acculturatie is een psychosociaal leerproces dat meestal moeizaam verloopt. Gebrek aan
inzicht in de betekenisinhoud en in de symboliek van de ‘betekenisdragers’ uit de ontvangende cultuur zal een sterke weerstand tegen bepaalde elementen oproepen. ‘Conservatism of personality’ is bij ieder van ons een feit. Een negatieve pathogene discrepantie tussen de uiterlijke gedragingen van het individu en zijn persoonlijkheid moet zeker worden vermeden. Een elementaire regel uit de acculturatie is dat overname van andere cultuurinhouden tegengewerkt wordt wanneer men zich terugplooit op de veiligheid in het traditionele cultuurmilieu. De (psychologisch begrijpbare) behoefte tot identiteitsversterking van minderheden in een ontvangend land kan gemakkelijk misbruikt worden. Men moet in deze dus discussiebereid, respectvol, informatief, helder, coherent en consequent handelen. De redelijke aanpassingen worden dus best gestuurd door zowel fundamentele principes als praktische voorwaarden. Neutraliteit waar het moet, tolerantie waar het kan. Steeds moet worden onderzocht of het gaat om daden die behoren tot de zogeheten ‘uitdrukkelijke expressie’, tot de essentie, van een godsdienst/levensbeschouwing. Deze daden moeten dus nauw verbonden zijn met en bovendien noodzakelijk zijn voor de godsdienstbeleving. Het moet gaan om handelingen die rechtstreeks door de godsdienst zijn ingegeven en waarvoor duidelijk geen enkel alternatief voorhanden is. De verplichting om een veiligheidshelm te dragen heeft niets met religieuze intolerantie te maken, al moet men bijvoorbeeld zijn tulband afnemen. Een ongeremde groei van verschillende systemen (faciliteiten voor deze of gene groep, vlees van dieren die volgens de religieuze overtuiging zijn geslacht…) moet worden vermeden. Het staat bijvoorbeeld moslims vrij om geen vlees te eten. Er wordt immers geen dwang uitgeoefend. Men moet (zie hiervoor) ook de nadruk durven leggen op de ‘flexibiliteit’ van bepaalde voorschriften. Voorbeeld: moslims kunnen hun gebed uitstellen tot de gangbare pauzes. Doorgaans vallen maximum twee van de vijf
42
verplichte gebeden van de islam tijdens een werkdag. Indien een moslim in de onmogelijkheid is om te bidden, kan het gebed uitgesteld en later ingehaald worden. Veel arbeidsreglementen zijn trouwens zeer flexibel. Zij laten al ‘glijdende’ werkuren toe en of zijn eveneens zeer soepel betreffende het opnemen van da-
gen vrijaf. De (subjectief aangevoelde) beperkingen zijn de facto dus vaak minimaal. Neutraliteit is – in een multireligieuze samenleving – in ieders voordeel.
Alain Vannieuwenburg
43
Beste lezer, de (hopelijk) laatste winterprik zindert nog na, hopelijk is het eindelijk lente als u dit leest. We beginnen met een oproep: we zoeken vrijwilligers voor onze vrijzinnige plechtigheden. We blikken vooruit op de Dag van de Mens, een groot feest in Leuven waarmee Wereldhumanismedag vieren (weliswaar 1 dag later, op 22 juni). We stellen een nieuwe aanwinst voor uit onze bibliotheek en geven een impressie van onze bijdrage aan de voorbije winterconcerten. We sluiten af met de nieuwjaarstoespraak die Brian Vatteroth naar goede traditie brac t op de nieuwjaarsreceptie in het voc R. Moucheron.
Vrijwilligers gezocht om vrijzinnig humanistisch plechtigheden te verzorgen. Zoals u wellicht weet bieden onze consulenten ondersteuning bij de invulling van vrijzinnig humanistische plechtigheden. Het kan daarbij gaan om afscheid van een dierbare, de viering van een relatie, een geboorte of adoptie… maar eigenlijk kan elk belangrijk moment aanleiding zijn voor een plechtigheid. Juist de persoonlijke betekenis van dat moment voor de betrokkenen staat hierbij centraal en dat maakt iedere plechtigheid uniek. Daar komt wel wat bij kijken: in voorbereidende gesprekken worden de mogelijkheden besproken. Er wordt een scenario opgesteld, vaak schrijft de consulent ook teksten en draagt ze voor. Aan deze dienstverlening bestaat duidelijk een behoefte, want de vraag neemt elk jaar toe. Daarom starten de huizen van de Mens in Vlaams-Brabant een vrijwilligerswerking op. Rubriek van het huisvandeMens
In Vilvoorde zitten vooral de relatieplechtigheden in de lift. In de eerste plaats zoeken we daar vrijwilligers voor, maar ook als u interesse heeft in andere plechtigheden mag u reageren: Ben je vrijzinnig humanist? Voel je je aangesproken om als vrijwilliger mee vorm en inhoud te geven aan vrijzinnig humanistische plechtigheden? Ben je empathisch, ruimdenkend en creatief? Je wordt opgeleid en opgevolgd door beroepskrachten en kan bij hen terecht voor steun en vragen. Lijkt dit iets voor jou? Bel of mail, of spring gerust eens binnen. Je krijgt voor elke plechtigheid een vrijwilligers- en onkostenvergoeding.
44
22 juni: Dag van de Mens in Leuven 21 juni is Wereldhumanismedag. Dat vieren de VlaamsBrabantse huizenvandeMens en vrijzinnige humanistische verenigingen op zaterdag 22 juni met een groot publieksevenement: Dag van de Mens. Een ontmoetingsmoment voor vrijzinnig humanisten, maar vooral een unieke gelegenheid voor het brede publiek om te komen proeven van wat de vrijzinnig humanistische beweging zoal te bieden heeft in Vlaams-Brabant. Er zijn optredens, infostandjes, lezingen, workshops, demonstraties, tentoonstellingen, (kinder)animatie… (Afdelingen van) volgende organisaties hebben hun medewerking reeds toegezegd: Humanistisch Vrijzinnige Vereniging, Oudervereniging voor Moraal Aarschot, Vermeylenfonds, Willemsfonds, Universitair Centrum voor Ontwikkelingssamenwerking, Oud Studenten Bond, De Maakbare Mens, Stichting Morele Bijstand aan Gevangenen, Stuurgroep Morele Bijstand, Uitstraling Permanente Vorming, vrijzinnig Vilvoorde en HuJo. Het wordt een echt feest voor groot en klein met de podiumshow van Radio Oorwoud met Dimitri Leue, Hannelore Bedert en een verrassingsgast. (www.radio-oorwoud.be). Radio Modern (The house of Swing!), vermaard om zijn ‘retroswing feesten’, komt een dansinitiatie geven, treedt op met live band en sluit het feest af met een dj-set: een dolle cocktail van retro-swing, rock&roll en electroswing ( www.radiomodern.be). Nog nét op tijd voor deze Toorts bevestigde J.P. Van Bendegem dat hij een lezing komt geven rond zijn boek ‘De Vrolijke Atheïst’. Hij zal ook een korte signeersessie geven aan de boekenstand. Maar er zit nog veel meer in de pijplijn! Vanaf april vind je het programma op www.dagvandemens.nu Aan dit evenement is ook nog een leuke facebooksmoelactie gekoppeld, dus hou de website in de gaten! Brabanthal Leuven, vanaf 13u30, gratis toegang, iedereen welkom!
45
WWF presenteert
Radio Oorwoud een beestig concert voor kinderen(en hun ouders!) WFF maakte met Hannelore Bedert en gastzangers Koen Wouters, Kommil Foo, Raymond vh Groenewoud, Wannes Capelle,Tine Embrechts, Nathalie Meskens, Pieter Embrechts, Sean Dhondt,Stijn Meuris, Dimitri Leue, een beestig leuke CD : RADIO OORWOUD. Deze CD wordt ondertussen grijsgedraaid in ruim 3000 lagere schoolklassen: achter de humor en muziek gaat immers een weldoordacht, educatief pakket schuil. Zo worden thema’s als ontbossing, klimaatverandering, ecologische voetafdruk … bespreekbaar gemaakt voor kinderen van 5 tot 12 jaar.
Zomer 2013 gaat RADIO OORWOUD op pad met een spetterend festivalconcert, een beestige rockshow voor kinderen en ouders. Een knotsgekke show waarin pinguïnmannen op hun vrouwen wachten en een nijlpaard de modder uit je oren rapt over thema's als ontbossing, klimaatverandering en ecologische voetafdruk. Op het podium vind je Hannelore Bedert en band en de ceremoniemeester van dienst is niemand minder dan Don Kyoto, Dimitri Leue! Zij worden elke keer bijgestaan door een gastzanger. 22 juni tijdens de Dag van de Mens in de Brabanthal in Leuven. Gratis!
Nieuw in onze bibliotheek: Documentaire ‘Beperkt houdbaar’ (Sunny Bergman, 2007) We stellen in deze rubriek regelmatig een nieuw boek voor uit onze collectie, maar u kunt bij ons ook een aantal interessante documentaires en films ontlenen. Onze nieuwste aanwinst is de documentaire ‘beperkt houdbaar’ van Sunny Bergman. Wie vorig jaar op 7 maart (wereldvrouwendag) de voor lezing van Celine Ledoux in het VOC bijwoonde, zal deze titel misschien bekend in de oren klinken. Zij verwees naar deze documentaire als middel om jongerenweerbaar te maken tegen het gefotoshopte vrouwbeeld dat hen (en de jongens/mannen) door mode en media wordt ingeprent. Een kunstmatig, onnatuurlijk vrouwbeeld dat leidt tot frustraties en obsessies, waar op allerhande manieren gretig geld aan verdiend wordt door ondermeer de cosmetica-industrie en plastische chirurgen. Sunny Bergmann stelt in deze spraakmakende documentaire zowel dat vrouwbeeld als de industrie die hierop teert aan de kaak. Ook zeer bruikbaar in de klas, om deze materie bespreekbaar te maken.
Sunny Bergman, links puur natuur, rechts gefotoshopt.
46
Het huis van de Mens was er bij op de Winterconcerten! Ook wij waren erbij tijdens de geslaagde 2e editie van de Winterconcerten (proficiat Rock Houtem en Jeugdhuis The Mood!). In het VOC was onze fototentoonstelling over vrijzinnig humanistische plechtigheden te bezichtigen en tekenlustigen konden zich uitleven aan de ‘mijn geestig portret’-tafeltjes. Op het festivalterrein ‘bemensden’ we een infostandje waar je leuke prijzen kon winnen met onze ‘bibberspiraal’. Nee dat is geen nieuw soort ‘genotsverschaffend’ anticonceptiemiddel. Maar we boden wél gratis condooms aan om te sensibiliseren rond sexueel overdraagbare aandoeningen.
foto’s winterconcerten: copyright Greet De Gendt
47
Nieuwjaarstoespraak Brian Vatteroth namens huisvandeMens-team Vilvoorde Beste vrienden, 2012 was een boeiend en rijkgevuld jaar voor ons huisvandeMens. In het kader van ons jaarthema armoede organiseerden we doorheen het jaar tal van activiteiten, in samenwerking met één of meerdere vrijzinnige verenigingen, of met andere partners zoals “(W)arm-kracht…armen aan het woord” en het Wijkgezondheidscentrum De Vaart. We werkten ook voor de derde keer mee aan de Wereldarmoededag in Vilvoorde. We brachten jongeren van het koninklijk atheneum in contact met senioren en rusthuisbewoners, om over armoede en crisis van gedachten te wisselen. Vanuit ons vrijzinnig humanistisch streven naar een inclusieve, warme en solidaire samenleving werkten we ook met LETS-Vlaanderen en lokale partners samen aan een heropstart van LETS-Vilvoorde, als een inclusieve ruilkring, waar mensen uit alle milieus iets waardevols kunnen betekenen voor elkaar. Als huisvandeMens nemen we zo onze verantwoordelijkheid in de lokale samenleving. We willen hiermee ook deuren openen voor vrijzinnig humanisten, om daarbij een rol te spelen. We hopen ook dat we zo aan brede lagen van de bevolking een beeld bieden, van welke samenleving vrijzinnig humanisten voor ogen staat. Zodat andersdenkenden, ook gelovigen, misschien gelijkenissen kunnen zien met wat zij nastreven, en in ons een partner kunnen zien om samen aan zo’n samenleving te bouwen. Want alleen kunnen we het niet. Of meer zelfs: het zou zo maar eens kunnen dat er mensen rondlopen die zich in ons mens- en maatschappijbeeld terugvinden, en denken ‘hé, ergens ben ik misschien ook wel een beetje vrijzinnig humanist’. Eigenlijk was dat de gedachte achter die slogan ‘meer mensen, meer zin
in deMens.nu’, de titel van het strategisch plan, waar ik het vorig jaar over had. Ondertussen zijn we een jaar verder, heeft een hele batterij van ‘themagroepen’ dit plan omgezet in concrete ideeën, is daar een ontwerp van beleidsplan uit gedistilleerd, en toen… tja, toen bleek dat binnen de georganiseerde vrijzinnigheid toch niet iedereen het er helemaal mee eens was. Niets nieuws onder de vrijzinnige zon. De voorzitter van demens.nu zei in zijn nieuwjaarsboodschap: “2 vrijzinnig humanisten geven 3 meningen, maar ook 3 paar handen om mee te bouwen aan deMens.nu”. Hij bekeek het natuurlijk positief, dat siert hem. Maar laat ons eerlijk zijn: 2 vrijzinnig humanisten kunnen dan ook 3 paar handen hebben, om elkaar in de haren te vliegen over die drie meningen. Bij wijze van spreken natuurlijk: vrijzinnig humanisten zijn vredelievend, vechten hun meningsverschillen uit met argumenten en respecteren daarbij elkaar, volgens de regels van het vrij onderzoek. Maar ook daarbij kan het er soms best hard aan toe gaan. Hoe dan ook: de discussie was duidelijk nog niet uitgeklaard. Kennelijk ging het voor sommigen te snel. Misschien hebben sommigen de discussie aan zich voorbij laten gaan, omdat ze dachten dat het toch allemaal zo’n vaart niet zou lopen? Wat er ook van zij, de trein stond amper op de rails of er werd aan de noodrem getrokken. Ze kreeg zelfs de kans niet om, zoals de ‘Fyra’, in pan te vallen en haar ondeugdelijkheid te bewijzen. En nu? Verdwijnt onze hoge snelheidstrein ook van de sporen? Wel, misschien moet het wat langzamer, waren er een paar stations gepasseerd, moet de dienstregeling aangepast worden of… misschien willen sommigen wel helemaal ergens anders naar toe? Misschien heeft deze valse start, want dat was het toch een beetje, iedereen wakker geschud. En kan de
48
discussie nu pas écht beginnen. We weten nu waar we het over moeten hebben. Het zal u hopelijk niet verbazen dat ik, als vrijzinnig humanistisch consulent, óók vrijzinnig humanist ben. En ja, ook zo één met drie paar handen, en een mening die anderhalve mening wordt als ik een andere vrijzinnig humanist tegenkom. Ik hoop dat de consulenten die in de huizenvandeMens werken ook volwaardig mogen mee discussiëren, en dat de discussie over hún rol in de toekomst van het vrijzinnig humanisme, niet over hun hoofden heen wordt beslecht. Onze overvloed aan handen, zoals reeds gezegd, 6 per mens, jeuken immers om aan die toekomst mee te bouwen. Maar als er eerst duchtig in elkaars haar gekrabd moet worden, dan krabben wij ook graag een handje mee. Ik wel, tenminste. U voelt mij al komen: ik ga mijn gedacht hierover zeggen. En ik wil daarvoor terug aanknopen bij het begin, over de kern van die slogan “meer mensen, meer zin in de mens nu”. Ik denk namelijk dat de huizen van de Mens een belangrijke rol kunnen spelen in de toekomst van het vrijzinnig humanisme, niet enkel ten dienste van de vrijzinnige verenigingen, maar ook complementair, náást de verenigingen. Want de vrijzinnig humanistische beweging is altijd breder geweest dan de ‘georganiseerde vrijzinnigheid’. UVV heeft altijd tot doel gehad om ook die ‘niet georganiseerde vrijzinnigen’ te bereiken. Voor nogal wat van die mensen maakt dat ‘niet georganiseerd zijn’ deel uit van hun invulling van vrijzinnig humanisme. Dat maakt hen moeilijker bereikbaar voor de verenigingen, maar via de huizen van de mens kán dit wel. In onze dagelijkse praktijk bereiken wij met onze dienstverlening een breed publiek van mensen die zich aangesproken voelen tot ons mens- en wereldbeeld, of tot belangrijke facetten daarvan.
49
Via onze vrijzinnig humanistische begeleiding waarmee we hen een niet oordelend luisterend oor bieden. Via vrijzinnig humanistische plechtigheden waarmee we hen helpen uitdragen wat belangrijke momenten in hun leven voor hén betekenen. Via onze hulp en advies bij de opstelling van documenten waarmee ze zelf de regie van hun levenseinde bepalen. En ja, ook via onze activiteiten waarmee we bijdragen aan een warme en solidaire samenleving, en een mensbeeld uitdragen waar zij zich mee kunnen identificeren. Kortom: wij kunnen meer mensen het gevoel geven dat ze, in meer of mindere mate, dat bepalen ze uiteraard zelf, bij ons horen. Wie lid wil worden van een vereniging vindt bij ons alle nodige informatie. Natuurlijk hopen wij dat het vrijzinnig verenigingsleven groeit en bloeit, en wij willen daar graag ons steentje toe bij te dragen. Maar het is óók belangrijk dat mensen weten dat het niet onze finale bedoeling is om hen ‘in te lijven’ in de georganiseerde vrijzinnigheid. Dat ze ook zonder dat, er bij kunnen horen, als ze dat willen. Zo kan de georganiseerde vrijzinnigheid er, via deMens.nu en de huizenvandeMens, toe bijdragen dat haar levensbeschouwing steun geniet bij brede lagen van de bevolking, die een beeld hebben van wat vrijzinnig humanisme is. En daar, beste vrienden, wil ik het graag bij laten. Volgens de maya’s was 21 december het einde van een tijdperk en het begin van een nieuw. Ik geloof niet in voorspellingen, maar toch wil ik besluiten met u allen, namens de mensen van het huisvandemens, niet gewoon een nieuw jaar, maar een schitterend nieuw tijdperk toe te wensen. Want daar kunnen we zelf samen voor zorgen. Als we dat willen. Dank u voor uw aandacht.
50
Colofon De Toorts is een driemaandelijkse publicatie van VOC Vilvoorde. Eindredactie: Tony Scott en Griet Maes p/a Frans Geldersstraat 21 1800 Vilvoorde 02-252 15 47 Alle artikels vallen onder de verantwoordelijkheid van de auteurs Stof voor de volgende Toorts? Heb je opmerkingen, vragen of suggesties? Contacteer de redactie op
[email protected]
51