Publicatieblad
C 256 A
van de Europese Unie
Uitgave in de Nederlandse taal
Mededelingen en bekendmakingen
58e jaargang 5 augustus 2015
Inhoud
V
Bekendmakingen BESTUURLIJKE PROCEDURES Comité van de Regio's
2015/C 256 A/01
NL
Kennisgeving van aanwerving nr. CDR/AD14/10BIS/2015 betreffende de functie van directeur (m/v) bij het directoraat Communicatie — Bekendmaking overeenkomstig artikel 29, lid 2, van het Statuut — Gelijktijdige bekendmaking overeenkomstig artikel 29, lid 1, van het Statuut. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
1
5.8.2015
NL
Publicatieblad van de Europese Unie
C 256 A/1
V (Bekendmakingen)
BESTUURLIJKE PROCEDURES
COMITÉ VAN DE REGIO'S KENNISGEVING VAN AANWERVING NR. CDR/AD14/10BIS/2015 betreffende de functie van DIRECTEUR (M/V) bij het directoraat Communicatie Bekendmaking overeenkomstig artikel 29, lid 2, van het Statuut Gelijktijdige bekendmaking overeenkomstig artikel 29, lid 1, van het Statuut (2015/C 256 A/01)
1. Functie: Directeur Rang: AD 14
2. Werkomgeving Het Europees Comité van de Regio’s (CvdR) is de politieke vergadering die bij de totstandbrenging van EU-beleid en -wetgeving als spreekbuis fungeert voor de lokale en regionale overheden. Het is een adviesorgaan dat in 1994 is opgericht. Dankzij deze adviserende taak kunnen de 350 CvdR-leden, en via hen de regionale en lokale overheden die zij vertegenwoordigen, deelnemen aan de besluitvorming van de Europese Unie. Het directoraat Communicatie bestaat uit drie afdelingen met alles bij elkaar circa 45 ambtenaren en andere personeelsleden. Tot de voornaamste taken behoren het uitwerken van concepten en strategieën om de resultaten van de wetgevende en politieke werkzaamheden van het CvdR met behulp van diverse communicatiemiddelen (contacten met de media, digitale communicatie met inbegrip van communicatie via het web en sociale media, conferenties, alsook evenementen en publicaties) onder de aandacht te brengen. Het directoraat is als volgt ingedeeld: — afdeling D.1 „Persvoorlichting en betrekkingen met de media”: deze afdeling werkt nauw samen met de twee directoraten Wetgevingswerkzaamheden en richt zich met name op het vergroten van de bekendheid van de werkzaamheden van de leden van het CvdR door het opstellen en publiceren van persberichten en van redactionele, opiniërende en andere artikelen, alsmede door het aanknopen van nauwe banden met pers en media; — afdeling D.2 „Evenementen”: deze afdeling is belast met de organisatie van uiteenlopende evenementen en conferenties, zowel in Brussel als op plaatselijk niveau, die verband houden met de activiteiten van het CvdR, waarbij met name aandacht wordt besteed aan de politieke prioriteiten en lopende advieswerkzaamheden. De afdeling heeft inmiddels een sterk partnerschap ontwikkeld met lokale en regionale overheden, en werkt in het kader van gemeenschappelijke evenementen op plaatselijk niveau steeds meer samen met de andere EU-instellingen; — afdeling D.3 „Sociale en digitale media, publicaties”: deze afdeling verzorgt de digitale communicatie en beschikt over een redactie die de door de andere afdelingen van dit directoraat en door de leden en beleidsdirectoraten aangeleverde informatie verwerkt en geschikt maakt voor communicatie via het web en sociale media. Ook de publicaties over de kernactiviteiten van het CvdR worden door deze afdeling samengesteld en geproduceerd.
C 256 A/2
NL
Publicatieblad van de Europese Unie
5.8.2015
3. Korte beschrijving van de voornaamste verantwoordelijkheden Onder rechtstreeks gezag van de secretaris-generaal draagt de directeur zorg voor de organisatie van, het toezicht op en de controle van de werkzaamheden van het directoraat Communicatie.
4. Taakomschrijving De taken van de directeur bestaan met name uit: — het ontwikkelen en uitvoeren van een communicatiestrategie voor de instelling, die gericht is op het ondersteunen van de missie van het CvdR om invloed uit te oefenen op het beleid en de wetgeving van de EU, het geven van een stem aan lokale en regionale overheden wat betreft hun behoeften en prioriteiten, alsmede het geven van ruchtbaarheid aan de werkzaamheden van de vergadering van het CvdR en zijn adviescommissies; — het ondersteunen van de voorzitter en andere politieke leiders van het CvdR alsook de secretaris-generaal bij het anticiperen en reageren op de van week tot week evoluerende beleidsagenda van de EU en het uitvoeren van communicatiemaatregelen op de beleidsterreinen van het CvdR en in verband met hun interinstitutionele cyclus; — het ondersteunen van de communicatieactiviteiten die worden geleid door de secretariaten van de fracties in het CvdR; — het aanhalen van de banden met de media en het versterken van de communicatieactiviteiten en activiteiten in de sociale media via internet; — het in samenwerking met sociaaleconomische actoren uitwerken van communicatiemaatregelen op gebieden die relevant zijn voor de belangrijkste beleidsterreinen van het CvdR; — het organiseren, coördineren en leiden van de werkzaamheden van de afdelingen van het directoraat en het uitoefenen van toezicht daarop; — het leveren van een bijdrage aan de besluitvorming door de bestuurders, onder leiding van de secretaris-generaal; — het beheren en ontwikkelen van de personele middelen van het directoraat; — het plannen en beheren van de aan het directoraat toegekende financiële middelen, het uitbrengen van verslag daarover en het opstellen van een betrouwbare projectbegroting en risicoanalyse; — het uitvoeren van de taken van gesubdelegeerde ordonnateur binnen de gestelde grenzen; — het onderhouden en verder uitbouwen van de betrekkingen met de andere EU-instellingen en het vertegenwoordigen van het CvdR bij de interinstitutionele organen.
5. Toelatingsvoorwaarden De selectieprocedure staat open voor alle kandidaten die op de uiterste datum voor de indiening van sollicitaties: — onderdaan zijn van een lidstaat van de Europese Unie; — in het genot zijn van de burgerrechten en in zedelijk opzicht de waarborgen bieden die voor de uitoefening van de functie vereist zijn; — hebben voldaan aan de wettelijke verplichtingen inzake de militaire dienstplicht; — de pensioengerechtigde leeftijd, die voor ambtenaren en andere personeelsleden van de Europese Unie is vastgesteld op het eind van de maand waarin de betrokkene 66 jaar wordt, nog niet hebben bereikt; — lichamelijk geschikt zijn voor de uitoefening van de taken, wat door de raadgevend arts van het CvdR zal worden beoordeeld tijdens een medisch onderzoek in het kader van de aanstelling van de gekozen kandidaat; — beschikken over een opleidingsniveau dat overeenstemt met een voltooide universitaire studie, afgesloten met een diploma, wanneer de normale duur van deze studie vier jaar of meer bedraagt, of beschikken over een opleidingsniveau dat overeenstemt met een voltooide universitaire studie, afgesloten met een diploma, en passende beroepservaring van ten minste één jaar wanneer de normale duur van deze studie ten minste drie jaar bedraagt;
5.8.2015
NL
Publicatieblad van de Europese Unie
C 256 A/3
— na het behalen van het bovenbedoelde universitaire diploma minstens vijftien jaar beroepservaring hebben opgedaan op een gebied dat verband houdt met de uit te oefenen functie, waarvan ten minste vijf jaar op het gebied van communicatie. Van deze vijftien jaar beroepservaring moet ten minste vijf jaar zijn opgedaan in een managementfunctie; — over de capaciteiten beschikken om de taken in het kader van het Europees openbaar ambt in overeenstemming met de methoden die eigen zijn aan een adviesorgaan van de Europese Unie uit te voeren; — een grondige kennis bezitten van een officiële taal van de Europese Unie en een op zijn minst goede kennis van een andere officiële taal van de Europese Unie; — om dienstredenen een goede kennis bezitten van het Engels of het Frans. Deze voorwaarde is gelet op de uit te oefenen taken noodzakelijk en vloeit voort uit een afweging tussen enerzijds de noodzaak een functionaris aan te stellen die uit het oogpunt van bekwaamheid, prestatievermogen en onkreukbaarheid aan de hoogste eisen voldoet, en anderzijds het dienstbelang, dat een kandidaat vereist die onmiddellijk operationeel is en in staat is in het kader van zijn dagelijkse werkzaamheden binnen de instelling efficiënt te communiceren in een van de talen die door de ambtenaren en andere personeelsleden van de Unie het meest als interne voertaal worden gebruikt. Het testen van de talenkennis van de kandidaten in het kader van de aanwervingsprocedure is daarom een redelijke manier om na te gaan of zij de functie van directeur van het directoraat Communicatie kunnen uitoefenen binnen de werkomgeving van het CvdR en de gezamenlijke diensten die het met het EESC deelt. Kandidaten die een van beide voornoemde talen als hoofdtaal hebben, zullen zich tijdens het sollicitatiegesprek tevens behoorlijk moeten kunnen uitdrukken in een andere officiële taal, aangezien die verplicht een andere taal moet zijn dan de hoofdtaal. Daarnaast is het vermogen om efficiënt te communiceren in nog andere officiële talen van de Europese Unie een pluspunt; — sollicitanten moeten in de verklaring op erewoord (zie punt 8.1) aangeven dat ze aan de taaleisen voldoen. Dit zal tijdens het sollicitatiegesprek worden nagegaan.
6. Voorselectiecriteria De voorselectie wordt uitgevoerd door een administratief panel en bestaat uit twee opeenvolgende fasen, waarbij kandidaten eerst schriftelijk en dan mondeling aan de tand worden gevoeld. Kandidaten die niet voldoen vallen af.
6.1. Schriftelijke voorselectie De kandidaten worden voorgeselecteerd door hun beroepservaring aan de hand van hun dossiers met elkaar te vergelijken. De voorkeur zal uitgaan naar kandidaten die beschikken over: 6.1.1.
leidinggevende capaciteiten — het vermogen om een internationale, meertalige en multiculturele organisatiestructuur doelmatig te leiden, waarbij het ook gaat om beheersing van managementmethoden en het vermogen om teams aan te sturen; — aantoonbare beroepservaring als leidend verandermanager, met name wat betreft de modernisering van de communicatiestrategie en -organisatie; — het vermogen om de activiteiten van een groot departement op een kosteneffectieve manier te leiden;
6.1.2.
onderhandelings- en communicatieve vaardigheden — onderhandelingsvaardigheden; — een uitstekend vermogen om te communiceren en een sterk gevoel voor public relations;
6.1.3.
kennis die verband houdt met de uit te oefenen werkzaamheden — een bewezen staat van dienst waaruit blijkt dat de kandidaten zijn opgewassen tegen actuele uitdagingen op communicatiegebied, in staat zijn om innovatieve strategieën vast te stellen, kunnen omgaan met doeltreffende instrumenten en nieuwe creatieve oplossingen kunnen toetsen; — kennis van strategische aangelegenheden in verband met de communicatiestrategie van de EU; — kennis van de begrotingsprocedures en van het rechtskader voor de werkzaamheden van de Europese instellingen;
C 256 A/4
NL
Publicatieblad van de Europese Unie
5.8.2015
— kennis van het beleid van de Europese Unie, met name op terreinen die verband houden met lokale en regionale overheden. 6.2. Bij de schriftelijke voorselectie van de kandidaten zal tevens worden gekeken in hoeverre zij gemotiveerd zijn om de functie van directeur van het directoraat Communicatie uit te oefenen, en wat hun visie is op de uitdagingen waarmee het directoraat te maken zal krijgen, op basis van hetgeen zij hierover in hun begeleidende brief uiteenzetten. 6.3. Aangezien het Comité van de Regio’s interne mobiliteit aanmoedigt, is het wenselijk dat de kandidaat beschikt over het vermogen om eventueel andere hoge leidinggevende functies uit te oefenen, bijvoorbeeld op het gebied van publiekrechtelijke instanties, advieswerkzaamheden en het beheer van relevante begrotings- en personele middelen. 6.4. Voorselectiegesprek De tweede voorselectiefase vindt plaats naar aanleiding van een gesprek, waarbij het administratieve panel de in deze fase overgebleven kandidaten een aantal gelijksoortige vragen zal stellen om hen met elkaar te vergelijken. Die vragen zullen in het bijzonder betrekking hebben op: — hun kennis van de uitdagingen waarmee het leiden van een bestuurlijke entiteit die is belast met de communicatie in het kader van het Europees openbaar ambt gepaard gaat; — hun vermogen om in samenwerking met de overige directeurs secretariaatsdiensten te verschaffen aan de politieke vergadering; — hun mondelinge communicatievaardigheden. Bij deze gelegenheid wordt tevens beoordeeld of de kandidaten beschikken over de talenkennis, en met name over een goede kennis van het Engels en het Frans, die voor het leiden van een bestuurlijke entiteit in het kader van het Europees openbaar ambt is vereist. 7. Selectiecriteria De selectie vindt plaats naar aanleiding van een gesprek waarbij een politiek panel (zie punt 8.3.5) de in deze fase overgebleven kandidaten een aantal gelijksoortige vragen zal stellen om hen met elkaar te vergelijken. Die vragen zullen in het bijzonder betrekking hebben op: — het vermogen van de kandidaten om vernieuwende strategieën vast te stellen en uit te voeren, om toekomstige doelstellingen voor het directoraat Communicatie te definiëren en om de te behalen resultaten te presenteren en toe te lichten; — hun bekwaamheid om de belangen van het CvdR op interinstitutioneel niveau te behartigen; — hun sociale vaardigheden. Tijdens de sollicitatiegesprekken zal het panel in het bijzonder de managementcapaciteiten, de communicatievaardigheden en de toegankelijkheid van de kandidaten beoordelen en erop letten of zij blijk geven van een open houding, gevoel voor onderhandelingen en een brede belangstelling. 8. Verloop van de procedure 8.1. Indiening van de sollicitatiedossiers Sollicitatiedossiers moeten per e-mail in pdf-formaat (maximale grootte 10 MB) worden gestuurd naar:
[email protected] Kandidaten met een handicap die het hun onmogelijk maakt om elektronisch te solliciteren, mogen hun sollicitatie per aangetekende post met ontvangstbevestiging sturen naar: Europees Comité van de Regio’s, ter attentie van het afdelingshoofd Aanwerving en Loopbaan, Belliardstraat 101, 1040 Brussel, BELGIË, met de volgende vermelding: „Confidentiel — avis de recrutement — à ne pas ouvrir par le service courrier”, uiterlijk op de in punt 8.2 hieronder vermelde datum, waarbij het poststempel geldt als bewijs. In dit geval moeten de kandidaten bij hun sollicitatie een door een bevoegde instantie afgegeven certificaat voegen waarin hun handicap wordt erkend. Tevens worden zij verzocht schriftelijk te vermelden welke voorzieningen zij nodig achten om hun deelname aan de aanwervingsprocedure te vergemakkelijken. Alle verdere correspondentie tussen het CvdR en deze kandidaten geschiedt per post.
5.8.2015
NL
Publicatieblad van de Europese Unie
C 256 A/5
Het sollicitatiedossier dient als onderwerp het kenmerk van de kennisgeving van aanwerving (CdR/AD14/10BIS/2015) te vermelden en moet het volgende bevatten: — een in het Engels of het Frans gestelde, ondertekende en gedateerde begeleidende brief (van ten hoogste vijf bladzijden) waarin de kandidaat uiteenzet waarom hij solliciteert, aantoont te beschikken over een bewezen staat van dienst op de in punt 6.1 genoemde terreinen en zijn visie geeft over de uit te stippelen communicatiestrategie van het CvdR en de wijze waarop hij de functie van directeur zal vervullen; — een actueel curriculum vitae (Europass-formaat), gesteld in het Engels of het Frans; — een gedateerde en ondertekende verklaring op erewoord (zie het formulier in bijlage I) waarin de kandidaat bevestigt dat is voldaan aan de in punt 5 vermelde toelatingsvoorwaarden; — de gedateerde en ondertekende checklist van bijlage II; — een kopie van een officieel identiteitsdocument van de kandidaat; — een kopie van het diploma dat voor de rang vereist is (zie punt 5); — kopieën van bewijsstukken in de vorm van getuigschriften aan de hand waarvan de vereiste beroepservaring van de kandidaat kan worden geverifieerd, overeenkomstig de in punt 5 genoemde voorwaarden. In de getuigschriften moet de duur van de beklede functies duidelijk staan aangegeven en moet zo mogelijk ook het verantwoordelijkheidsniveau worden vermeld. Bij het samenstellen van het sollicatiedossier is het niet noodzakelijk om de kopieën als eensluidend te laten waarmerken. Sollicitatiedossiers die onvolledig zijn, te laat worden ingediend of niet in overeenstemming zijn met de onderhavige indieningsvoorschriften worden niet in aanmerking genomen. Een valse verklaring heeft automatisch nietigverklaring van de sollicitatie tot gevolg. De kandidaten worden erop gewezen dat het niet is toegestaan persoonlijk contact op te nemen met de leden van het selectiepanel en dat pogingen daartoe uitsluiting van de procedure tot gevolg kunnen hebben.
8.2. Deadline voor het indienen van de sollicitatiedossiers: 21 september 2015 om 12 uur ’s middags (Brusselse tijd) De kandidaten krijgen via e-mail een ontvangstbevestiging van hun sollicitatiedossier. De ontvangst van sollicitatiedossiers die overeenkomstig punt 8.1 per aangetekende post zijn verstuurd, wordt per post bevestigd.
8.3. Behandeling van de sollicitatiedossiers, voorselectie en selectie Het tot aanstelling bevoegde gezag zal nagaan of in de vacature kan worden voorzien met inachtneming van de rangorde bepaald in artikel 29 van het Statuut: de beoordeling van de sollicitaties in het kader van artikel 29, lid 1, onder a) (overplaatsing, aanstelling of bevordering), vervolgens de sollicitaties in het kader van artikel 29, lid 1, onder b) (overgang tussen instellingen) en ten slotte de sollicitaties in het kader van artikel 29, lid 2. Deze volgorde zal in elk van de onderstaande fasen worden aangehouden. 8.3.1.
Het administratieve panel, bestaande uit de secretaris-generaal en een of meer directeurs van de CvdR, zal aan de hand van de verklaring op erewoord, de begeleidende brief, het cv en de kopieën van de in punt 8.1 van deze kennisgeving van aanwerving genoemde documenten nagaan of aan de toelatingsvoorwaarden wordt voldaan. De toelatingsvoorwaarden die in deze fase van de procedure worden gecontroleerd, worden beschreven in punt 5.
8.3.2.
De aan het eind van de in het bovengenoemde punt genoemde fase ingediende sollicitaties worden vervolgens door het administratieve panel aan een voorselectie onderworpen. Dat gebeurt op basis van het sollicitatiedossier. De namen van de maximaal zeven kandidaten die het best voldoen aan de criteria uit de punten 6.1 tot en met 6.3 van deze kennisgeving van aanwerving worden opgenomen op de zogeheten eerste shortlist. Met het oog op deze voorselectie op basis van de dossiers dienen de kandidaten in hun begeleidende brief duidelijk aan te geven welke aspecten van hun cv aansluiten bij de uit te voeren taken, en dienen ze in te gaan op hun motivatie en hun visie op de toekomstige uitdagingen waar het directoraat Communicatie voor staat.
8.3.3.
De op de eerste shortlist voorkomende kandidaten worden in het kader van de voorselectie uitgenodigd voor sollicitatiegesprekken met het administratieve panel. De namen van de maximaal vijf kandidaten die het best voldoen aan de criteria uit punt 6.4 van deze kennisgeving van aanwerving worden opgenomen op de zogeheten tweede shortlist.
C 256 A/6
NL
Publicatieblad van de Europese Unie
5.8.2015
8.3.4.
De op de tweede shortlist voorkomende kandidaten worden uitgenodigd voor een beoordeling in een „assessment centre”, waarvan programma en werkwijze te zijner tijd zullen worden meegedeeld. Deze beoordeling strekt ertoe om de managementvaardigheden van de kandidaten te evalueren (informatiebeheer, taakuitvoering, personeelsmanagement, persoonlijke omgang met mensen en het vermogen om doelstellingen te verwezenlijken). Deze beoordeling vormt een niet-bindend advies voor het politieke panel (zie punt 8.3.5) en de secretaris-generaal en is bedoeld om de secretaris-generaal meer informatie te verschaffen met het oog op de sollicitatiegesprekken.
8.3.5.
Vervolgens verzoekt de secretaris-generaal van het CvdR een politiek panel om een bijdrage te leveren aan de evaluatie van de kandidaten op de tweede shortlist door hen uit te nodigen voor een aanvullend sollicitatiegesprek overeenkomstig punt 7. Dit panel bestaat uit de voorzitter en de eerste vicevoorzitter van het CvdR en uit de voorzitters, of hun vertegenwoordigers, van de vijf CvdR-fracties.
8.3.6.
Na afloop van de sollicitatiegesprekken draagt de secretaris-generaal van het CvdR de kandidaat die als meest geschikt is beoordeeld om de functie van directeur van het directoraat Communicatie uit te oefenen, aan het bureau voor. Het bureau kan de door de secretaris-generaal voorgedragen kandidaat desgewenst horen.
Hierbij zij opgemerkt dat overeenkomstig het reglement van orde van het CvdR voor de aanstelling van ambtenaren in een hogere rang dan AD 12 de instemming van het bureau vereist is. Geeft het bureau deze instemming, dan draagt het de voorzitter van het CvdR op om de aanstellingsovereenkomst met de gekozen kandidaat te ondertekenen. 9. Aanstellingsvoorwaarden Indien de sollicitatie is ingediend in het kader van deze kennisgeving van aanwerving, wordt de gekozen kandidaat benoemd tot directeur van het directoraat Communicatie (rang AD14). 10. Opmerkingen De aanstelling zal afhankelijk van de beschikbaarheid van voldoende financiële middelen plaatsvinden. Het CvdR ziet erop toe dat de persoonsgegevens van de sollicitanten worden verwerkt met inachtneming van Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (1). De gekozen kandidaat moet beloven dat hij bepaalde beroepsregels in acht zal nemen. De aandacht van de kandidaten wordt gevestigd op de door het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie opgelegde beperkingen inzake externe activiteiten, mandaten of belangenconflicten (artikel 11, artikel 11 bis, artikel 12 ter, artikel 13 en artikel 15 van het Statuut). Overeenkomstig artikel 34 van het Statuut zal de gekozen kandidaat een proefperiode van negen maanden moeten doorlopen, tenzij hij al ambtenaar van de Europese Unie is. Als werkgever voert het CvdR een gelijkekansenbeleid waarbij iedere discriminatie is uitgesloten en heeft het de bescherming van het milieu hoog in het vaandel staan.
(1)
PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.
5.8.2015
NL
Publicatieblad van de Europese Unie BIJLAGE I
C 256 A/7
C 256 A/8
NL
Publicatieblad van de Europese Unie BIJLAGE II
5.8.2015
ISSN 1977-0995 (elektronische uitgave) ISSN 1725-2474 (papieren uitgave)
NL
