Resultaten meldpunt flexwerken in het onderwijs Meldpunt flexwerken in het onderwijs Onderwijswerkgevers maken steeds meer gebruik van flexibele arbeidsrelaties om normale risico’s af te wentelen op de werknemers. Dat heeft gevolgen voor de flexwerker die geen werkzekerheid heeft, zich niet kan ontwikkelen in een team, minder of geen scholingsrechten heeft en geconfronteerd wordt met ongelijke arbeidsvoorwaarden. Ook de vaste werknemers krijgen te maken met de extra werkdruk vanwege het steeds opnieuw inwerken van nieuwe collega’s, de cao wordt uitgehold en pensioenregelingen komen onder druk. De AOb wil dat de positie van mensen met een flexibel contract in het onderwijs net zo goed is als die van de mensen met een vast contract. Om uit te zoeken tegen welke problemen flexwerkers aan lopen en om een beter beeld te krijgen van het aantal flexwerkers dat actief is in het onderwijs was tussen 9 september en 9 november een meldpunt geopend. Flexwerkers konden hier digitaal hun verhaal kwijt. Algemene resultaten Er is een groot aantal meldingen binnengekomen bij het meldpunt, bijna 400. Dit aantal is dusdanig dat het beeld dat uit de meldingen naar voren komt serieus genomen kan worden. Meer dan de helft van de meldingen (60%) komt uit de sector primair onderwijs, maar er zijn ook meldingen van flexwerkers die werkzaam zijn in het voortgezet onderwijs (15%), middelbaar beroepsonderwijs (12%) en het hoger onderwijs (6%). Naast de onderwijssectoren kwamen ook meldingen binnen van mensen die werkzaam zijn als ambulant begeleider, N1 en N2 taaldocent en docent speciaal onderwijs (7%). De verwachting was dat de meeste meldingen over tijdelijke contracten zouden gaan. Verrassend genoeg 109 komen de meeste 93 meldingen van mensen die 55 36 5 39 21 13 22 op payrollbasis werken, bijna een op de drie meldingen betrof een payrollconstructie. Daarna volgt het tijdelijke contract (23%), vervanging via kortdurende contracten (14%) en oproepcontracten (10%).
Aantal per soort flexibel contract
Welke flexibele constructie aan de orde is, verschilt erg per onderwijssector. In de grootste onderwijssector met ook de meeste meldingen, primair onderwijs, ging het meestal over payroll en vervanging via kortdurende contracten. Bij het voortgezet onderwijs zien we een ander beeld. Daar werden de meeste meldingen gedaan over flexibele constructies, zoals tijdelijke contracten en tijdelijke contracten met uitzicht op vast. Payroll werd bij de sector vo bijna niet gemeld. Bij de onderwijssectoren mbo en hbo is het tijdelijke contract het meest favoriet. Zoals van te voren verwacht kwamen de meeste meldingen vanuit de groep starters in het onderwijs: bijna 60% is jonger dan 35 jaar. Opvallend is echter dat de groep 45 plus ook groot is. Een op de drie meldingen kwam van flexwerkers ouder dan 45 jaar. Het schrijnende van deze groep is dat het perspectief op een vaste baan nog kleiner is dan bij de groep starters.
Totaal
Van de melders hebben 344 een functie als docent, 50 flexwerkers hebben een andere functie. Onder andere klasse-assistenten, lerarenondersteuners, onderwijsassistenten en conciërges hebben gereageerd. Op basis van de gegevens van de meldingen is niet te zeggen dat flexwerken vooral voorkomt in de ondersteunende functies. Juist het tegenovergestelde komt naar voren. Onzekerheid Het grootste probleem dat bij bijna alle meldingen naar voren komt is de onzekerheid van werk. Heb ik volgende maand, komend half jaar, volgend jaar nog wel een baan en hoeveel inkomen heb ik dan? Ook geven mensen, op een enkeling na, aan dat ze niet vrijwillig kiezen voor een flexibel contract. Wat een van de melders treffend zegt: “liever flexwerk dan geen werk”. Dit geeft ook wel de schijn-keuzevrijheid aan die de flexwerkers in het onderwijs hebben. De onzekerheid die de mensen hebben over hun werk en inkomen in de toekomst duurt soms lang, bij sommigen meer dan 10 jaar. Vaak gaan ze van tijdelijk contract naar tijdelijk contract om na 3 jaar er 3 maanden uit te moeten, zodat de werkgever geen vast contract hoeft aan te bieden. Daarna begint de carrousel weer opnieuw. Dit werkt erg demotiverend en kan er toe leiden dat men, vaak met pijn in het hart, het onderwijs verlaat. “Omdat ik al bijna zes jaar op tijdelijke contracten werk voel ik me erg onzeker richting de toekomst. Er is sprake van krimp in het onderwijs. Per 01-08-2015 loopt mijn contract weer af. Wat gaan ze doen?” “Ik vervang helaas al 10(!) jaar in het onderwijs. Ik vind het een geweldig vak, maar als flexwerker kunnen ze alles met je doen. Ik kan er een boek over volschrijven. Drie weken voor de zomervakantie kreeg ik te horen dat ik toch niet nodig was na de zomervakantie. Ik zou kunnen werken tot december. Ik had vier jaar op die school vervangen en kon nu zo gaan. Mijn uitkering stopte na de vakantie. Dat ik een gezin heb om te onderhouden daar wordt totaal geen rekening mee gehouden. Alle formaties op andere scholen waren al rond, tot op heden solliciteer ik nog druk na een nieuwe vervanging. Helaas weet ik niet of ik dit financieel nog lang kan volhouden, anders zal ik het onderwijs met pijn in het hart moeten verlaten.” Kwaliteit onderwijs Het inzetten van steeds meer flexibele contracten door de onderwijswerkgevers heeft ook gevolgen voor de kwaliteit van het onderwijs. Van de melders geeft 35% aan dat ze geen tijd hebben om zich goed voor te bereiden, daarnaast geeft 40% aan geen zeggenschap te hebben over de inhoud van het werk. Bijna de helft van de flexwerkers meldt dat zij niet in de gelegenheid zijn om een scholing te volgen via de werkgever. Naast de gevolgen voor de kwaliteit van het onderwijs ondermijnt het continue gevoel van onzekerheid ook het zelfvertrouwen van de docenten. Een paar keer wordt het verwoord als “zich voelen als wegwerpartikel”. Ook zorgt het voor het gevoel dat men altijd nog meer moet presteren en nog beter zijn/haar best moet doen dan de collega’s met een vast contract. Onderstaande citaten gaan over de gevolgen voor zelfvertrouwen en ontwikkeling als docent:
“Dat ik hard werk, een goede leerkracht ben maar het schoolbestuur geen verplichtingen aan mij heeft en ik elk moment op straat kan worden gezet.” “Geen duidelijkheid over vast werk. Eigen klas en werkzaam binnen een team waar je bij hoort, zodat je kunt werken aan kwalitatief hoogwaardig onderwijs. Dat is waarvoor ik juf ben geworden. Je wilt de doorgaande leerlijnen waarborgen, maar dat is iets waar je voor je gevoel niet goed aan kunt werken als je korte periodes invalt. Aanvragen hypotheek bij de bank. Je hoort niet echt bij het schoolteam. Je bent invaller... geen leerkracht. Je voelt je niet gewaardeerd.” “Het draaideurprincipe betekent dat de teamgeest niet altijd op jou van toepassing is. Je moet veel meer je best doen om er bij te horen en volwaardig mee te draaien. Je kunt geen band met de klassen opbouwen, eigen opbouw in de lessen brengen, omdat je om de paar maanden andere klassen krijgt. Je moet zeer flexibel zijn, omdat je opdrachten/ klassen zeer wisselend zijn, je weinig inwerktijd krijgt, en net als je lekker draait, je weer op andere groepen of andere niveaus gezet kan worden.” “Ik voel me minder waard dan mijn collega's: Ik krijg geen opleidingen en heb iedere keer weer de onzekerheid of mijn contract verlengd wordt. Ik heb ‘t gevoel dat ik beter moet presteren dan mijn collega's, anders lig ik eruit.” “Dat ik wisselend wordt ingezet voor de groepen 1 t/m 8. Elk jaar op een andere school. Elk jaar weer heb ik het gevoel dat ik een starter ben. Nieuwe school, nieuwe kinderen, nieuwe ouders, nieuwe collega's, nieuwe groep. Ik heb niet het gevoel dat ik me ergens in specialiseer. Iedere keer loop ik tegen verschillen tussen scholen aan. Het kost mij heel veel moeite om steeds maar weer opnieuw te beginnen. Ik heb al afgeleerd om er 'te veel' tijd in te steken. Na een tijdje ga je toch weer weg. Je drive/motivatie wordt steeds minder. Er wordt nauwelijks nog rekening gehouden met je kwaliteiten. Ik sta nu op het punt mijn baan in het onderwijs op te zeggen. Het lukt me niet goed meer om alle wisselingen te combineren met mijn jonge gezin. Ik zou het erg jammer vinden!” Financieel/levenssfeer Naast de gevolgen voor de kwaliteit van het onderwijs heeft het werken met flexibele contracten essentiële gevolgen voor de privésfeer. Vier op de tien melders geven aan dat hun inkomen niet voldoende is om zelfstandig in hun levensbehoeften te voorzien. Dit komt omdat men niet voldoende uren kan werken in een maand of omdat het loon lager is. Een derde van de melders geeft aan dat het loon lager is dan de collega’s met een vast contract die hetzelfde werk doen. Daarbij speelt mee dat men niet in staat is naast het invalwerk/flexibele werk ander werk te doen om dit inkomen aan te vullen. Met het uitbetalen van het loon gaat ook veel mis. Vaak is het onduidelijk wat het loon is dat men verdiend heeft. Bevat het loon ook de reiskosten, eindejaarsuitkeringen of andere looncomponenten? Vaak zijn de reiskostenvergoedingen lager dan die volgens de onderwijs-cao’s of ze worden helemaal niet uitbetaald. Menigeen geeft aan dat de administratie om ervoor te zorgen dat je het juiste salaris krijgt uitbetaald, tijdrovend is. Een ander probleem dat naar voren komt is de tijdige uitbetaling van het loon. De betaling van het loon wordt soms te laat gedaan en soms zelfs helemaal niet. Deze
problematiek speelt vooral bij de payrollconstructies en het invallen via kortdurende contracten. Een ander groot probleem is het niet doorbetaald krijgen van de zomervakantie. 40% van de melders geeft aan hiermee te maken te hebben. Vaak is dit het gevolg van het feit dat het flexibel contract ophoudt voor de zomervakantie en dat het nieuwe tijdelijke contract pas ingaat na de zomervakantie. De flexwerker zal in de tussenliggende periode een beroep moeten doen op een uitkering, als men daar al recht op heeft. Dit kan een inkomensverlies van 30% opleveren. “Ik krijg in de vakantie nauwelijks doorbetaald. Voor en na iedere vakantie (dus ook Kerst, Pasen etc.) wordt mijn loon stopgezet en daarna nemen ze je weer opnieuw aan. Ook als je langdurig een collega met BAPO vervangt. Dat is oneerlijk. Want voor die collega gaat de BAPO ook in de vakanties door. Zo proberen ze nog winst te maken ook. Ik krijg ook meestal mijn salaris niet correct betaald. Vorig jaar heb ik zelfs juridische stappen moeten ondernemen om mijn achterstallig loon na 6 maanden betaald te krijgen. Het ging hier om een bedrag van minimaal 2x een fulltime maandsalaris.” In de onderwijs-cao’s is afgesproken dat werknemers recht hebben op doorbetaling tijdens ziekte van het volledige loon tijdens de eerste 12 maanden. Dit is niet altijd het geval bij de flexwerkers. Meer dan een derde geeft aan dat er niet doorbetaald wordt tijdens ziekte. Dit kan betekenen dat er eerst twee wachtdagen zijn, maar soms wordt er helemaal niet betaald en is men ook niet zeker van werk na de ziekteperiode. Onzekerheid in inkomen en werk voor de toekomst geeft weinig houvast om je leven te kunnen inrichten en op te bouwen. Veel melders geven aan het voor hen niet mogelijk is een hypotheek af te sluiten of een huurcontract. Een paar keer wordt zelfs aangegeven dat men maar wacht met het starten van een gezin. “Je hebt geen zekerheid. Met een flexibel/payrollcontract kunnen zij mij ieder moment ontslaan. Tevens is er ook weinig mogelijk op de woningmarkt. Aangezien je geen vast contract hebt, is een hypotheek vaak onmogelijk.” “Ik kan door de lange zomervakantie en minder werk in de maanden september en waarschijnlijk ook oktober mijn hypotheek niet betalen. Ik vind het jammer dat ik mij niet verder kan ontwikkelen. Ik vind het werk oppervlakkig doordat ik de kinderen en hun onderwijsbehoeften niet ken, geen band met de kinderen kan opbouwen. Ik vind het jammer dat ik geen deel uitmaak van een team. Ik heb nu al 35 sollicitaties gedaan op vacatures die ik goed zou kunnen vervullen wat betreft competenties (ervaring en opleiding). Ik heb elf jaar ervaring in de groepen drie tot en met zeven en heb de masterstudie taal en dyslexie afgerond. Ben echter weggepest en heb ontslag genomen daar ik anders depressief geworden was. Nu ben ik bang dat mijn sollicitatiebrieven in de prullenbak komen omdat ik 57 jaar ben. Gisteren heb ik mijn geboortedatum van mijn CV gehaald, misschien zal dat helpen. Ik houd van mijn werk en van kinderen en ik weet niet wat ik moet doen.” Wat willen flexwerkers? Bij het meldpunt werd ook aan de melders gevraagd wat zij graag verbeterd willen hebben en wat de rol van de AOb hierin kan zijn. Betere regelingen voor flexwerkers werd het meest genoemd. Bijvoorbeeld doorbetaling van de vakanties en tijdens ziekte
eerdere doorstroming van een flexibel naar een vast contract, de draaideurconstructies van drie maanden ertussenuit en dan weer opnieuw een tijdelijk contract onmogelijk maken. Sommige flexwerkers hebben weinig vertrouwen in de nieuwe Wet werk en zekerheid. Deze wet gaat in per 1 juli 2015 en houdt in dat de periode van de inzet van tijdelijke contracten verkort wordt naar 2 jaar. Ook wordt de periode tussen de ketens van tijdelijke contracten verlengd naar 6 maanden. Een aantal melders is bang dat ze door deze nieuwe wet nog eerder hun werk kwijt zijn en nog langer in de WW zitten. Meer duidelijkheid rondom de rechten en plichten van flexwerkers, vooral bij de verschillende contracten. Ook duidelijkheid wie waarvoor verantwoordelijk is. Vooral bij payrollconstructies weten flexwerkers niet altijd bij wie ze terecht kunnen voor bepaalde informatie. Met betere scholing en begeleiding kan ervoor gezorgd worden dat leraren met flexibele contracten zich beter kunnen ontwikkelen en dit bevordert de kwaliteit van het onderwijs. Eén ding dat iedere flexwerker wil, die zich gemeld heeft, is meer zekerheid in werk en in inkomen. En dit gaat nu nog toch steeds gepaard met het hebben van een vast contract. “Afspraken over vakanties, ook bij payroll. Verantwoordelijkheid bij organisaties om expertise op peil te houden (scholing, ook voor nieuwe medewerkers).” “Bemiddelen om een minimumurencontract aan te bieden, b.v. 24 uur, zodat we meer rechten hebben en niet steeds hoeven te solliciteren voor een uitkering.” “Bij schoolbesturen duidelijk maken dat deze onzekerheid negatief is voor kwaliteit van onderwijs.” “Ik vind dat er voor flexwerkers een percentage gereserveerd moet worden voor betaling in vakanties. Een systeem als dat van de bouwvakkers vroeger: de vakantiebonnen. Zelfs het uitzendwezen kent een dergelijke reservering!” “Dat het contract ook doorloopt in de zomervakantie, want een WW-aanvraag duurt een tijd voordat je het geld krijgt.” “De politiek duidelijk maken dat het onderwijs moet zorgen dat ze jonge leerkrachten behouden. Deze zijn erg belangrijk in de organisatie. Veel jongeren haken af doordat ze na een aantal jaren nog geen zekerheid hoeven te verwachten.” “Duidelijkheid scheppen wat het betekent en inhoudt en daarnaast ervoor zorgen dat ook wij door kunnen groeien in niveau en schaal. Ook bewaken dat flexwerkers geen pionnetjes worden die zo nooit vast aan het werk komen en daarnaast er wel lange periodes uitmoeten (wisselt van 3 tot 6 mnd.)” “Er moet rust komen in de scholen. Rust voor de leerkrachten, rust voor de kinderen. Als iemand langere tijd op zijn plek kan blijven, krijg je expertise! Dat krijg je niet door steeds maar weer wisseling. Het moet ook niet zo zijn (en dat is dan niet op mij van toepassing) dat leerkrachten na drie jaar er een aantal maanden uit moeten.” “Binnen de zorg krijg je als vervanger een toelage voor het stand-by staan. Ook als je niet opgeroepen wordt krijg je een compensatie. Als oproepkracht wordt van mij verlangd dat ik per direct beschikbaar ben. Daar staat niets tegenover. Een betere reiskostenregeling.”
Gegevens meldpunt 1 Sectoren Aantal meldingen per sector
Sector ho n.v.t. mbo overig po vo Eindtotaal
Aantal meldingen 25 1 47 28 235 57 393
2 Functies Aantal meldingen per functie
Functie anders (s.v.p. hieronder toelichten) conciërge directie docent ICT klasse-assistent lerarenondersteuner management onderwijsassistent
Aantal meldingen 77 3 1 284 1 2 1 2 18
3 Andere functie Aantal meldingen bij functie: anders Docent anders geformuleerd (eerkracht, groepsleerkracht etc.) Andere functie
4 Soorten flexcontract Aantal meldingen per soort flexibel contract
Flexibel contract anders namelijk (s.v.p. hieronder toelichting) n.v.t. oproepcontract (nul-uren, min-maxcontract) payroll tijdelijk tijdelijk met uitzicht tot vast uitzend vast met tijdelijke uitbreiding
Aantal meldingen 36 5 39 109 93 21 13 22
60 17
vervanging via kortdurende contracten Eindtotaal
55 393
5 Soorten flexcontract per sector Aantal meldingen per soort flexibel contract uitgesplitst per sector
Sector en soort contract Totaal ho anders namelijk (s.v.p. hieronder toelichting) oproepcontract (nul-uren, min-maxcontract) payroll tijdelijk tijdelijk met uitzicht tot vast uitzend
Aantal meldingen 25 7 4 2 7 3 2
Totaal mbo anders namelijk (s.v.p. hieronder toelichting) n.v.t. oproepcontract (nul-uren, min-maxcontract) payroll tijdelijk tijdelijk met uitzicht tot vast uitzend vast met tijdelijke uitbreiding vervanging via kortdurende contracten
47 2 1 3 9 15 3 5 6 3
Totaal overig anders namelijk (s.v.p. hieronder toelichting) n.v.t. oproepcontract (nul-uren, min-maxcontract) payroll tijdelijk tijdelijk met uitzicht tot vast uitzend vast met tijdelijke uitbreiding vervanging via kortdurende contracten
28 6 1 1 9 6 1 1 2 1
Totaal po anders namelijk (s.v.p. hieronder toelichting) n.v.t. oproepcontract (nul-uren, min-maxcontract) payroll tijdelijk tijdelijk met uitzicht tot vast uitzend vast met tijdelijke uitbreiding
235 18 1 28 83 42 3 4 9
vervanging via kortdurende contracten
47
Totaal vo anders namelijk (s.v.p. hieronder toelichting) n.v.t. oproepcontract (nul-uren, min-maxcontract) payroll tijdelijk tijdelijk met uitzicht tot vast uitzend vast met tijdelijke uitbreiding vervanging via kortdurende contracten
57 3 1 3 6 23 11 1 5 4
Eindtotaal
393
6 Leeftijd Aantal meldingen uitgesplitst in leeftijdscategorieën uitgedrukt in %
% per leeftijdscategorie 18-35 jaar
33%
36-45 jaar
57%
46-76 jaar
10%
7 Lid AOb Aantal meldingen die aangegeven hebben wel of geen lid te zijn van de AOb
Totaal 194
185 Totaal
14 Ja
Nee
(leeg)
8 Problemen flexwerkers Aantal meldingen per ja/nee-antwoord op vragen naar gevolgen flexwerken
ja nee (leeg)
Levensbehoefte
Vakantie
Ziekte
218 55% 169 43% 6
226 57% 158 40% 9
234 59% 144 36% 15
Zelfde loon collega 244 62% 122 31% 27
Zeggenschap inhoud werk
Zeggenschap uitvoering werk
Betrokkenheid
ja
227 57%
321 82%
nee
159 40%
(leeg)
7
293 75% 92 24% 8
Voorbereidingstijd 244 62% 139 35% 10
Pensioen ABP
Ander pensioen
Scholingsmogelijkheden
80 20% 271 69% 42
187 47% 196 49% 10
267 67% 114 29% 12
62 16% 10
Ontwikkelen kennis en vaardigheden 292 74% 92 23% 9
9 Onderwijsbevoegdheid Aantallen meldingen per soort onderwijsbevoegdheid in %
Totaal
Eerstegraads bevoegdheid
13% 0% 9%
Geen bevoegdheid
12%
Maak je keuze ----------
4%
Pabo-diploma Tweedegraads bevoegdheid 62%
(leeg)
10 Gemiddeld aantal uren Aantal meldingen per categorie gemiddeld aantal gewerkte uren per week
0 - 10 uur 10 - 20 uur
46 70
20 - 30 uur 30 - 38 uur fulltime n.v.t. (leeg)
119 77 76 5
11 Lengte flexibel contract Aantal meldingen uitgedrukt in % in categorieën van aantal jaren flexibel contract
Aantal jaar flexibel contract 0 - 1 jaar 1 - 2 jaar 2 - 3 jaar langer dan 3 jaar n.v.t./ leeg
Aantal meldingen in percentage 40% 18% 15% 26% 1%
12 Interesse netwerkgroep Aantal meldingen per ja/nee antwoord interesse netwerkgroep Ja
122
Nee (leeg) Eindtotaal
258 13 393