Aansprekend Terweijde We pakken het samen aan
Mei 2010
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Inleiding Hoofdstuk 2: Probleemanalyse en visie Hoofdstuk 3 Integrale sporenaanpak Paragraaf 3.1 Bewonersspoor Paragraaf 3.2 Zure spoor Paragraaf 3.3 Zorgspoor Paragraaf 3.4 Zoete spoor Hoofdstuk 4 Acties en doelstellingen 4.5.1 Bewonersspoor 4.5.2 Zure spoor 4.5.3 Zorgspoor 4.5.4 Zoete spoor Hoofdstuk 5 Kritische succesfactoren en projectstructuur Terweijde – 2015
2
3 4 9 9 11 13 15 18 18 18 19 19 21
23
Hoofdstuk 1: Inleiding De wijk Terweijde is om meerdere redenen al lange tijd een aandachtswijk. Hoewel veel bewoners er graag wonen, doen zich in delen van de wijk problemen voor die het woonplezier ernstig aantasten. Het overlastgevende gedrag van een aantal jongeren uit de buurt is het grootste probleem. De situatie is de laatste maanden dermate verslechterd dat dit uiteindelijk met oud en nieuw tot een dramatisch dieptepunt heeft geleid. Het overlastgevende gedrag van de, met name Marokkaanse en Molukse, jongeren staat niet op zichzelf, maar legt een dieperliggend probleem bloot. De jongeren kiezen ervoor onaangepast en normoverschrijdend gedrag te vertonen. Deze keuze hebben ze gemaakt omdat ze tot nu toe onvoldoende bagage hebben meegekregen of omdat ze geen toekomstperspectief hebben. De afgelopen jaren hebben alle betrokken instellingen veel geïnvesteerd in het oplossen van de problemen in het probleemgebied in de wijk Terweijde. Desondanks is het niet gelukt om grote openbare orde problemen tijdens de jaarwisseling 2009‐2010 te voorkomen. Daarom is in de regiegroep Veiligheid van 26 januari 2010 afgesproken om een meer integrale aanpak op te zetten. Het betreft hier een nieuwe bestuurlijk aangestuurde, integrale projectmatige aanpak op basis van een gezamenlijke analyse. Dit betekent dat de betrokken instellingen uit zowel de politie‐justitieketen als de hulpverleningsketen gezamenlijk met de gemeente eerst een afbakening hebben gemaakt van het precieze probleemgebied in de wijk Terweijde. Daarna heeft iedereen informatie over de aard en de omvang van de problemen in het betreffende gebied aangeleverd. Daarvan is een totaalbeeld gemaakt. Vervolgens is deze integrale probleemanalyse gebruikt als onderlegger voor dit plan “Aansprekend Terweijde”. Het plan “Aansprekend Terweijde” heeft als doel de leefbaarheid in de wijk Terweijde te verbeteren in de periode van 2010 tot 2012. Daarbij is de ambitie dat in 2015 de wijk een ‘normale’ wijk in Culemborg is. Dat wil zeggen dat regels nageleefd worden, instanties handhaven op overtredingen en de bewoners op een beschaafde manier met elkaar samenleven. Om dit te bereiken werkt de gemeente met haar partners integraal aan vier verschillende sporen: het bewonersspoor en het zure, zorg en zoete spoor. Deze integrale sporenaanpak wordt beschreven in hoofdstuk 3. In hoofdstuk 2 wordt de probleemanalyse en visie, die ten grondslag liggen aan dit plan van aanpak beschreven. Hoofdstuk 4 beschrijft de acties en doelstellingen voor de komende twee jaar. Tenslotte wordt in hoofdstuk 5 ingegaan op de kritische succesfactoren voor het welslagen van de aanpak.
3
Hoofdstuk 2: Probleemanalyse en visie De wijk Terweijde is een gemengde wijk. Het gebied waar het om gaat, wordt begrensd door de volgende straten: Noordzijde: Beethovenlaan‐Mozartlaan, Oostzijde: Parklaan, Zuidzijde: Olympiapad, Westzijde: Bachlaan‐Schaepmanlaan. Een groot deel van de woningen in de wijk is eigendom van corporatie KleurrijkWonen, hiervan bestaat meer dan de helft uit eengezinswoningen, de andere helft is flats en daarnaast zijn er nog enkele seniorenwoningen. Het beeld bestaat dat de registratie van bewoners in de wijk veel hiaten vertoond. Een vergelijking tussen GBA, bestand KleurrijkWonen en de daadwerkelijke bewoning levert naar verwachting veel punten op die tot nader onderzoek leiden.
Wat betreft etniciteit kent Terweijde een gemengde bevolkingssamenstelling: er wonen evenveel mensen van allochtone als van autochtone afkomst. Tweenenvijftig procent van de bewoners is van Nederlandse afkomst, 27 % van Marokkaanse, 7 % Moluks1 en 14 % overige nationaliteiten. Per leeftijdsgroep bekeken, is er een oververtegenwoordiging van allochtonen in de jongere leeftijdsgroepen en een oververtegenwoordiging van autochtonen in de oudere leeftijdsgroepen. Verder valt op dat er geen jongeren onder de 25 jaar zijn, die nog de Molukse nationaliteit hebben. Jongeren van Molukse ouders, die in Nederland zijn geboren, hebben de Nederlandse nationaliteit.
1 Ten aanzien van de bewoners van Molukse afkomst geldt dat dit cijfer niet alles zegt. Etniciteit wordt bepaald door de geboortelanden van ouders van een bewoner. Er is een derde generatie Molukse bewoners waarvan de ouders al in Nederland geboren zijn.
4
Verdeling van etniciteit
Leeftijdsverdeling probleemgebied in de wijk Terweijde ten opzichte van etniciteit
80 jr e.o.
20
0
75
75-79 jr
12
5
79 11
70-74 jr 7
65-69 jr 60-64 jr
15
70
11
77
11
6
74 14 12
55-59 jr
60
15
50-54 jr
22 47
12
45-49 jr
24
48
8
40-44 jr
31
7
35-39 jr
34
4
30-34 jr
50
22
0
20-24 jr
50
31
2
25-29 jr
41
56 28
55
0
15-19 jr
44
34 0
10-14 jr
54
27 1
5-9 jr
45
36 0
0-4 jr
39 0
10
20 nederlands
30
40
45
50 marokkaans
60
70 moluks
80
90
In het probleemgebied in de wijk Terweijde is sprake van een concentratie van relatief zwakke gezinnen. Het opleidingsniveau in het probleemgebied is gemiddeld genomen laag en ook beheersen veel mensen van allochtone afkomst de Nederlandse taal slecht tot matig. Professionals spreken over opvoedingsproblemen en ouders die geen idee hebben wat hun kinderen doen. Als deze ouders door
5
gezagsdragers worden aangesproken op het gedrag van hun kinderen is de eerste reactie ontkennen. Scholen voor voortgezet onderwijs constateren dat de betrokkenheid van allochtone ouders erg onder de maat blijft. Uit de analyse blijkt verder dat het maatschappelijk werk en stichting MEE in het probleemgebied beide tientallen cliënten hebben. Bij het meldpunt bijzondere zorg zijn 15 gezinnen bekend, met name rondom schuldenproblematiek en woonoverlast. Ook is er sprake van verslavingsproblematiek, deze bewoners komen echter zelden bij zorginstellingen terecht. Psychosomatische klachten als gevolg van stress komen veel voor. In de wijk wonen relatief veel mensen met een bijstandsuitkering: bijna een derde van het WWB‐bestand van de hele gemeente Culemborg woont in deze buurt. Twaalf uitkeringen zijn de laatste jaren onderwerp van onderzoek door de sociale recherche geweest, drie onderzoeken lopen nog. De bewoners met een uitkering zijn moeilijk tot zeer moeilijk bemiddelbaar naar werk. Het vermoeden bestaat dat er naast de WWB uitkeringen veel meer bewoners zijn met een WIA (voormalig WAO) uitkering. Dit laatste behoeft nog verder onderzoek. De professionals uit de wijk zien veel schuldenproblematiek. De Belastingdienst heeft een behoorlijk bedrag aan vorderingen openstaan in het gebied, waaronder een aantal substantiële bedragen dat door gezinnen nog afgedragen moet worden. In de wijk zijn al jaren groepjes jongeren actief, die verantwoordelijk zijn voor ernstige hinder en overlast. Er is daarnaast sprake van intimidatie en bedreiging van bewoners die daardoor niets meer durven te zeggen en geen aangifte durven te doen. Uit de vergelijking van de BPS (bedrijfsprocessensysteem) meldingen (2007‐april 2009) blijkt dat delicten als mishandeling en diefstal wel vaker voorkomen in het probleemgebied, maar dat de verschillen met de rest van Culemborg klein zijn (3,5% ten hoogste). Uit het verdachtensysteem van de politie HKS (herkenningsdienstsysteem) blijkt dat er in het probleemgebied in de wijk Terweijde in de periode 2008‐2009 67 verdachten geregistreerd staan. Het gaat met name om geweldsmisdrijven met meestal lichte straffen, vanwege de leeftijd van de daders. - 56% van de verdachten is tussen de 15‐29 jaar. - 77% van de delicten worden gepleegd door bewoners in deze leeftijdscategorie (zie tabel). - 54% van het totaal aantal verdachten is van Marokkaanse afkomst. - 20% van de delicten wordt in de eigen wijk gepleegd. - In totaal 261 delicten zijn geregistreerd in 2008‐2009.
6
Delicten uit HKS systeem afgezet tegen de leeftijd van de verdachten
Strafrechtelijke meldingen
7
Negatieve spiraal Armoede, werkloosheid en alle eerdergenoemde factoren samen vormen een voedingsbodem voor kinderen om te ontsporen. Al met al lijkt er sprake van een negatieve spiraal in het probleemgebied, die tijdens de jaarwisseling van 2009‐2010 zijn dieptepunt heeft bereikt. De problemen achter de voordeur zijn van invloed op het overlastgevend gedrag van jongeren. De sfeer in de wijk gaat daardoor achteruit, waardoor het imago van de wijk in de loop der jaren negatief is geworden. Daardoor hebben kansrijkere families de wijk verlaten. Het aantal positieve elementen, waaraan de mensen in het gebied zich kunnen optrekken, wordt steeds minder. De wijk komt verder in de problemen. De jongeren op straat krijgen steeds meer negatieve voorbeelden. De spanningen tussen groepen bewoners nemen toe. En zo ontstaat een negatieve spiraal, waardoor de wijk afglijdt. Iedereen is ervan overtuigd dat deze negatieve spiraal snel doorbroken moet worden en dat er weer geïnvesteerd moet worden in de opbouw van de wijk. Bewoners geven aan dat hun eerste behoefte ligt bij het terugdringen van de overlast. Dit is een belangrijke doelstelling voor de aanpak van de problemen in Terweijde. Op de lange termijn is echter meer nodig om de overlast te voorkomen. Dit betekent dat ook de dieperliggende oorzaken van de overlast moeten worden aangepakt. De dieperliggende oorzaken van de overlast worden met name veroorzaakt door: > Het ontbreken aan sociale samenhang in de buurt om dit probleem op te lossen. > Een te grote concentratie van bewoners met een lage sociaal economische status (taal‐ en onderwijsachterstand, werkloosheid, armoede, psychologische problemen). > Verveling bij kinderen die na school niet thuis terechtkunnen en jongeren die geen stage / werkplek kunnen vinden en vroegtijdig schoolverlaten. Een van de gevolgen hiervan die een grote impact op de wijk hebben is dat er een groot aantal jongeren is dat intimiderend gedrag vertoont. Omdat de ontstane situatie zowel voor de inwoners als voor de gemeente onaanvaardbaar is, is besloten tot een zeer intensieve aanpak op verschillende sporen: bewonersspoor en een zuur, zorg en zoet spoor. Deze sporen staan niet op zichzelf, maar hebben een grote mate van samenhang. Het uitgangspunt is dat de juiste combinatie van inzet van deze sporen in tijd, maar ook in zwaarte, de wijk normaliseert, maar ook bewoners bindt aan positieve elementen in de wijk. Hierdoor ontstaat een omslag in de wijk in cultuur, waarbij overtredingen worden aangepakt, bewoners meewerken aan een leefbare wijk en zwakkere gezinnen of personen de benodigde zorg krijgen. De verschillende sporen die gevolgd worden, moeten op korte termijn de situatie in de wijk normaliseren. Op de lange termijn moeten zij blijvend effect hebben op de leefbaarheid in de wijk. De ambitie van de gemeente is dat de wijk in 2015 een ‘normale’ wijk in Culemborg is.
8
Hoofdstuk 3 Integrale sporenaanpak Het plan ‘Aansprekend Terweijde’ heeft als doel de leefbaarheid in de wijk Terweijde te verbeteren in de periode van 2010 tot 2012. Daarbij is de ambitie dat in 2015 de wijk een ‘normale’ wijk in Culemborg is. De gezamenlijke doelstelling is tweeledig. Enerzijds voor de korte termijn, een half jaar, de ʹlont uit het kruitvat halenʹ zodat de dreiging tot openbare orde problemen weg is. Anderzijds voor de langere termijn het normaliseren van het probleemgebied Terweijde. Dat wil zeggen dat regels nageleefd worden, instanties handhaven op overtredingen en de bewoners op een beschaafde manier met elkaar samenleven. Om dit te bereiken werkt de gemeente met haar partners integraal aan vier verschillende sporen.
Paragraaf 3. 1 Bewonersspoor Doelstelling: het betrekken van bewoners bij hun wijk en de planvorming voor de wijk, ten einde de kwaliteit van de plannen te verbeteren, het draagvlak te verhogen en de sociale samenhang in de wijk te verbeteren. De afgelopen jaren is er veel contact geweest met bewoners. In Culemborg kennen we de wijkgerichte aanpak, waarbij op gebiedsniveau en waar nodig op buurtniveau afstemming wordt gezocht tussen gemeente, woningcorporatie, politie (de wijkagent), de welzijnsstichting en bewoners. Er is geen structureel overleg met bewoners, dat gebeurt wel rondom tijdelijke maatregelen. Zo maakt de woningcorporatie in Terweijde gebruik van een klankbordgroep van bewoners in verband met de renovatie en nieuwbouw. Daarnaast loopt de wijkagent regelmatig door de buurt en voert gesprekken met buurtbewoners. Ambulante jongerenwerkers hebben vrijwel dagelijks contact met jongeren op straat. Aanvullend is er via het (tijdelijke) Kleine Stedenbeleidprogramma sinds vorig jaar een buurt‐ en netwerkcoach actief die bewoners en initiatieven/activiteiten aan elkaar verbindt. Deze buurt‐ en netwerkcoach is aangesteld namens de gemeente en de woningcorporatie. Tot slot worden er regelmatig gesprekken gevoerd met de Marokkaanse moskee en met de Stichting Marokkaanse participatie onder andere over betrokkenheid bij de buurt. De afgelopen maanden is er nog intensiever overleg gevoerd met bewoners. Zo is er gesproken met een aantal gezinnen over hun leefomgeving en de ontstane situatie, zijn er bewonersavonden georganiseerd op straatniveau en zijn vanuit verschillende vertegenwoordigingen bijeenkomsten georganiseerd waarop de aanwezigen behalve het uiten van onvrede over de onveilige situatie, ook actief een aantal voorstellen hebben gedaan om de participatie van bewoners meer structureel handen en voeten te geven. In het bewonersspoor wordt inhoudelijk invulling gegeven aan een groot deel van de door bewoners geuite wensen. Daarnaast wordt er nog voldoende ruimte gelaten om in de nieuwe samenwerking met bewoners invulling te geven aan hun wensen. Bewonersoverleg Een representatieve groep die de wijk vertegenwoordigt en een actieve bijdrage levert aan het verbeteren van de leefbaarheid. Het bewonersoverleg is een gesprekspartner voor de gemeente. Het overleg is een redelijke afspiegeling van de samenleving en heeft het vertrouwen van (een groot deel van) de wijkbewoners. Het overleg is aanvullend op de bestaande overleggen ten behoeve van de verschillende lopende projecten. De doelstellingen van het bewonersoverleg zijn: > gevraagd en ongevraagd de gemeente adviseren over beleid en concrete maatregelen die gericht zijn op het verbeteren van de leefbaarheid in de wijk; > een verbindende rol spelen tussen de bewoners van Terweijde, met name ook de moeilijk bereikbare groepen bewoners; > met de bewoners in Terweijde activiteiten organiseren die bijdragen aan de leefbaarheid van de wijk.
9
Belteams Enkele wijkbewoners van Molukse en van Marokkaanse huize zijn bereid een telefonisch piket op zich te nemen om door bewoners gebeld te kunnen worden bij een dreigende geweldsescalatie. Deze teams fungeren als bemiddelaars en kunnen mogelijk de spiraal van actie‐reactie vroegtijdig onderbreken. De leden van de belteams hebben de 06‐nummers van de wijkagent(en) en de ambtenaren Openbare orde en Veiligheid van de gemeente. De belteams worden door de gemeente, in samenspraak met de politie en het welzijnswerk, getraind in gespreksvoering en conflictbeheersing. Buurtveiligheidsteam De inzet van buurtveiligheidsteams is een tweede belangrijke pijler van de bewonersactiviteiten in de wijk. Dertig personen hebben zich aangemeld om deel uit te maken van een buurtveiligheidsteam. De meeste aanmelders zijn jongeren. Uit gesprekken kwam al snel naar voren dat de aanmelders het belangrijk vinden om te investeren in de toekomst, niet alleen in hun eigen toekomst, maar vooral ook in die van de wijk. De belangrijkste doelstelling van het buurtveilligheidsteam is het herstellen van de sociale controle op straat. Buurtveiligheidsteams spreken mensen aan op gedrag en laten zien dat het ook anders kan. Tegelijkertijd krijgen deelnemers van de buurtveiligheidsteams de kans om een opleiding te volgen, een diploma te halen en door te stromen naar een vaste baan. De deelnemers doen onder professionele begeleiding werkervaring op in de wijk en investeren op die manier in zichzelf en in hun wijk. Samenwerken aan Terweijde Samen werken is essentieel in iedere wijk, en zeker ook in Terweijde. Er werken veel partijen aan de problemen en oplossingen van Terweijde, allen vanuit hun eigen vakdiscipline. In de wijkteams, waarin de beleidsmakers en uitvoerders van de gemeente, KleurrijkWonen, ELK en de politie elkaar treffen, worden kennis en ervaring uitgewisseld en oplossingsrichtingen besproken. Deze wijkteams worden eens per kwartaal uitgebreid tot ‘brede wijkteams’, waarin een specifiek onderwerp wordt behandeld, dat gekoppeld is aan de wijk. Hiervoor worden ook de andere partners uitgenodigd. Alle betrokkenen kennen elkaar, waardoor ook individuele afstemming regelmatig voorkomt. Voor en door bewoners Iedere activiteit in Terweijde wordt georganiseerd indien mogelijk met, voor en door de betrokkenen. De bedoeling is bewoners actief te betrekken bij het wat en waarom (doen we het goede, bereiken we de juiste doelgroep), maar ook bij de uitvoering. Bewoners gaan zich hierdoor eigenaar voelen van de activiteiten en de locaties, en voelen zich daardoor ook verantwoordelijk voor het goede verloop ervan. Conclusie Het bewonersspoor richt zich dus op de betrokkenheid van de wijkbewoners bij het realiseren en behouden van een weer veilige en leefbare wijk. Het oplossend vermogen van bewoners zelf is groot. Bovendien is het voor de sociale samenhang van de wijk essentieel dat bewoners zich betrokken voelen bij de wijk en alles wat daar gebeurt. Het bewonersspoor beslaat voor een groot deel de reguliere contacten met bewoners. Hierboven werd al gemeld dat inmiddels een aantal initiatieven is opgestart in samenwerking met bewoners, zoals het BEL‐ team en het buurtveiligheidsteam. Deze teams worden vanuit het bewonersspoor aangestuurd. Ook blijft de deelprojectleider bewoners in gesprek met de vertegenwoordiging van bewoners. Waarbij de keuze van deze vertegenwoordiging een aandachtspunt is en gezamenlijk met de deelprojectleider zuur bekeken moet worden. Dit om te voorkomen dat we als gemeente de verkeerde personen in de wijk in het zadel houden of helpen, waardoor zij hun positie verder uitbouwen, waar we die juist willen inperken.
10
Paragraaf 3.2 Het zure spoor Het zure spoor heeft twee doelen. Enerzijds het versterken van het gezag van de overheid in de wijk. Anderzijds het aanpakken van de individuen en gezinnen die een grote negatieve invloed op de sociale infrastructuur in de wijk hebben. Het zure spoor geeft een direct antwoord op de behoefte om overlast terug te dringen. Hierdoor ontstaat ook ruimte om de onderliggende problemen op te lossen. In dit spoor wordt op individueel niveau een strafrechtelijke aanpak, een bestuursrechtelijke aanpak en een civielrechtelijke aanpak gevolgd. Het zure spoor richt zich op het aanpakken van ‘normoverschrijdend’ gedrag van de echte raddraaiers. Ten behoeve van het zure spoor delen partijen informatie met elkaar. Belangrijk uitgangspunt hierbij is dat de handhaving niet gericht is op bepaalde (doel)groepen. In Culemborg wordt namelijk iedere inwoner gelijk behandeld. Er wordt gereageerd op individuele mensen die regels overtreden. Per overlastgever wordt een gezamenlijke probleemanalyse gemaakt, op basis waarvan een gezamenlijk plan van aanpak wordt opgesteld. Belangrijk hierin zijn de samenwerking tussen gemeente en haar veiligheidspartners. Ook is de koppeling tussen het zure spoor en de andere drie sporen essentieel. Screening In het zure spoor wordt gestart met de screening van de problematische gezinnen. Uit de bestandsanalyse zijn meer dan 30 gezinnen naar voren gekomen waar indicatoren aangeven dat zij tot de kern probleemgezinnen behoren. Deze gezinnen worden diepgaander integraal gescreend en op basis daarvan geprioriteerd in aanpak. Per gezin wordt een gezamenlijk doel bepaald. Deze screening en doelstelling gebeurt door gemeente, politie, Openbaar Ministerie, KleurrijkWonen en het meldpunt bijzondere zorg. Doelen in de aanpak van deze gezinnen kunnen zijn: uit de wijk plaatsen, strafrechtelijk vervolgen gezinsleden, onderzoek en aanpak belastingdienst of bijstandsfraude aanpakken. Uit de screening kan ook blijken dat een gezin eerder zorg nodig heeft dan een repressieve aanpak. Deze gezinnen worden overgeheveld naar de zorgaanpak. Hetgeen overigens niet wil zeggen dat binnen de zorgaanpak de repressieve middelen niet gebruikt worden. Juist wel om een stok achter de deur te creëren. Na de screening start het casusoverleg zuur. Hierbij worden de cases volgens prioritering besproken en worden er onderling afspraken gemaakt over de (volgorde van) acties van de diverse partners. Hierbij zijn in eerste instantie de gemeente (inclusief sociale recherche en gemeentebelastingen), politie, Openbaar Ministerie, KleurrijkWonen (en Belastingdienst) aanwezig. Wanneer noodzakelijk is een vertegenwoordiger van de zorgaanpak aanwezig of een van de andere partners die in die casus een rol heeft. De voortgang van de acties wordt in het casusoverleg bewaakt. De frequentie van dit casusoverleg is in eerste instantie eens in de twee weken. Interventieteam Het regionaal coördinatiepunt fraudebestrijding biedt de mogelijkheid tot het opstarten van een interventieteam. Hierbij wordt op basis van bestandsvergelijking tussen o.a. Belastingdienst, UWV, sociale dienst, SVB en DUO (voormaling IBG) een scan van het gebied gemaakt. Doel hiervan is fraude op te sporen en aan te pakken. De mogelijkheden tot de inzet van zo’n interventieteam in het probleemgebied in de wijk Terweijde worden in het eerst half jaar onderzocht, om het mogelijk in de latere anderhalf jaar in te zetten. Registratie bewoners De registratie van bewoners bij het GBA en KleurrijkWonen vergeleken met de werkelijke bewoning lijkt veel verwonderpunten op te leveren. Om dit beter in beeld te brengen vindt een bestandsvergelijking plaats tussen deze bestanden. Ook wordt de inschrijfprocedure bij het GBA in afstemming met
11
KleurrijkWonen kritisch bekeken. Het laatste kan al in het eerste half jaar plaatsvinden. Het eerste vindt plaats in de anderhalf jaar daarna. Mogelijk kan dit meegenomen worden in de inzet van het interventieteam.
12
Paragraaf 3.3 Het zorgspoor Het zorgspoor heeft als doel op individueel niveau problemen te signaleren en op te lossen. Het gaat daarbij om achterstanden, (opvoedings- en communicatie-) vaardigheden, financiële problemen, eenzaamheid, traumatisering en langdurige werkloosheid. Eigenlijk vormt het zorgspoor de belangrijkste basis voor de lange termijn verbetering van de wijk. Zorgproblematiek, zo blijkt uit de analyse, ligt vaak ten grondslag aan de problemen die zich manifesteren. Veel jongeren groeien op in een problematische gezinssituatie, waardoor zij zelf in de problemen komen. Uit de analyse blijkt dat de hoeveelheid gezinnen die op meerdere vlakken problemen hebben een groot deel van de bewoners betreft. Deze probleemgezinnen kunnen niet door een enkele partij naar een betere toekomst begeleid worden. Samenwerking tussen de verschillende partijen is daarvoor noodzakelijk. En die samenwerking geldt niet alleen voor zorgpartijen. In de praktijk blijkt namelijk dat veel gezinnen zorgmijdend zijn, veelal vanuit een vorm van schaamte. Soms is het daarbij nodig om repressie als stok achter de deur te gebruiken om zorg en hulpverlening bij het gezin binnen te krijgen. Dat vraagt dus om een nauwe samenwerking tussen veel partijen uit zowel de zorg en hulpverlening als de handhavende organisaties. Screening Gelijk aan het zure spoor start ook de zorgaanpak met een screening van problematische zorggezinnen. Uit de bestandsanalyse zijn meer dan 40 gezinnen naar voren gekomen die bekend zijn bij het maatschappelijk werk of bij het meldpunt bijzondere zorg. Deze gezinnen worden gescreend en op basis van de screening geprioriteerd. Hierbij is de afstemming met de casusaanpak zuur onontbeerlijk. Het screeningsoverleg start met een overleg tussen gemeente, politie, woningcorporatie en GGD. De partners die deelnemen aan het daaropvolgende casusoverleg zijn gemeente (incl. werk en inkomen), ELK, STMR, MEE, GGD, Gelderse Roos, RIBW, politie, Iriszorg en KleurrijkWonen. Ook dit overleg vindt in eerste instantie eens in de twee weken plaats. Niet alle partners zullen altijd aanwezig zijn. Beide overleggen worden voorgezeten door de gemeente Culemborg. De voorzitter van het casusoverleg nodigt afhankelijk van de agenda de benodigde partners uit. Opvoedingsondersteuning Belangrijk is de aandacht voor de opvoeding van de kinderen in de wijk. De scholen signaleren dat ouders niet goed in staat zijn om hun kinderen goed op te voeden, om grenzen te stellen en om hun kinderen aan te spreken. Via de scholen en de op te richten brede school wordt er geconcentreerde aandacht besteed aan de opvoedingsondersteuning. We beginnen hier zelfs al mee als kinderen nog heel jong zijn via het peuterspeelzaalwerk en de jeugdverpleegkundige. Hoe eerder de ouders leren hoe zij om moeten gaan met hun eigen kinderen des te beter het is. Ook jongeren die dreigen af te glijden naar ongewenst gedrag (schooluitval, criminaliteit, schulden) worden benaderd en desgewenst overgedragen aan de hulpverlening. Op basis van de analyse is extra inzet van schoolmaatschappelijk werk gewenst. Ook binnen de reguliere jeugdketen moet meer aandacht komen voor brede opvoedingsondersteuning. Signalen vanuit de basisscholen bereiken niet altijd de middelbare school of de opleiding daarna. De ZAT‐teams op scholen bespreken alleen kinderen waarvan de ouders toestemming geven voor bespreking. Er kunnen op basis van regelgeving veel meer kinderen wel besproken worden, ook zonder toestemming van ouders.
13
Aandacht voor ouderen Ook de ouderen in de wijk hebben behoefte aan aandacht en zorg. In de wijk neemt het aantal ouderen toe. Zij worden gestimuleerd om naar buiten te gaan, elkaar te ontmoeten en contact te hebben met elkaar en hun (vaak jongere) buren. We gaan hen uitdagen een belangrijke rol te vervullen in de sociale cohesie van de wijk. Een bijzondere categorie ouderen (van Marokkaanse en Molukse afkomst) vraagt om een specifieke aanpak. Door de specifieke persoonlijke aanpak, ook achter de voordeur bij alle doelgroepen, is er direct contact met de bewoners. Zo worden ook de moeilijk bereikbare bewoners bereikt. In dergelijke gesprekken worden behoeftes geïnventariseerd. Deze behoeftes worden via het wijkteam bij de gemeente neergelegd. Hieraan wordt in het wijkteam speciale aandacht gegeven. Werkloosheid Eén van de belangrijke oorzaken voor het overlastgevende gedrag van jongeren en de isolatie van sommige volwassenen is de hoge werkloosheid en de grote afstand tot de arbeidsmarkt van de werklozen. Met de Doenerij zet de gemeente al langere tijd in op deze groep, maar persoonlijke begeleiding blijkt essentieel. Vanuit het zorgspoor wordt ingezet op persoonlijke begeleiding van jongeren en volwassenen die moeite hebben met het vinden van werk. Conclusie Het zorgspoor voorziet dus in complexe zorg‐ en hulpbehoefte. Dit betreft enerzijds repressieve zorginzet (bijvoorbeeld dwingend interveniëren in multi probleemgezinnen waar minimaal een van de kinderen in aanraking is geweest met politie en justitie). Anderzijds betreft het de intensivering van de preventieve zorginzet en hulp aan hen die met name slachtoffer zijn. Het zorgspoor heeft als doel op individueel niveau problemen te signaleren en op te lossen. Het gaat daarbij om achterstanden, (opvoedings‐ en communicatie‐)vaardigheden, financiële problemen, eenzaamheid, traumatisering en langdurige werkloosheid).
14
Paragraaf 3.4 Het zoete spoor Het zoete spoor heeft als doel de sociale samenhang van de wijk te verbeteren en kinderen en jongeren een zinvolle vrijetijdsbesteding te bieden. Gelijktijdig wordt hen hierdoor bagage aangeboden om sterker in het leven te staan. Het zoete spoor richt zich op het, als positieve reactie op het zorg‐ en zure spoor, investeren in de leefbaarheid van Terweijde. De gemeente gaat (versneld) door met investeren in de wijk, mede op basis van de behoeftes die in de wijk leven. De jongeren krijgen daarbij in eerste instantie de hoogste prioriteit. En dat is niet omdat de andere doelgroepen minder belangrijk zijn, maar wel omdat het afglijdend gedrag van de overlastgevende groepen jongeren, de grootste problemen in de wijk veroorzaken. Op individueel niveau worden de jeugdgroepen dan ook gescheiden in slechtwillenden en goedwillenden. Deze eerste doelgroep is onderwerp van aanpak in het zure spoor en op de tweede doelgroep wordt intensief geïnvesteerd door het jongerenwerk. In tweede instantie wordt geïnvesteerd in de leefbaarheid voor alle bewonersgroepen. Het belangrijkste onderdeel van het zoete spoor in het eerste half jaar is de samenwerking tussen politie en jongerenwerk om het gedrag van de jongeren op straat in goede banen te leiden. Het scheiden van de kwaadwillenden en goedwillenden en het creëren van perspectief voor deze jongeren zijn onderdelen van deze aanpak. Het eerste halfjaar is ook de tijd om te komen tot een intensievere samenwerking met de scholen, primair en voortgezet onderwijs. De scholen zijn een vindplaats van vele jongeren, waar ook hun gedrag gevormd en ontwikkeld wordt. Kinderen Het investeren in kinderen, jongeren en hun ouders speelt een centrale rol. Door aantrekkelijke naschoolse en buitenschoolse activiteiten te organiseren, worden kinderen verleid om hun horizon te verbreden. Deze activiteiten op het gebied van sport en cultuur zorgen ervoor dat de kinderen van de straat zijn en hun vrije tijd op een leuke en leerzame manier kunnen besteden. Ze krijgen daarmee de bagage mee die voor hun toekomst van groot belang kan zijn. Dit is een aanvulling op alles wat ze op school en thuis leren. Jongeren Naast het investeren in kinderen, is ook het investeren in jongeren essentieel. In Terweijde ontbreekt een goede voorziening voor jongeren. Naast een fysieke ruimte is professionele begeleiding en een goed programma van groot belang. Het risico van een fysieke plek zonder programmering is dat deze door een bepaalde groep geclaimd kan worden. Door een gevarieerd en aantrekkelijk programma moet de jongerenvoorziening door meerdere groepen jongeren gebruikt kunnen worden. Succesvolle projecten uit het verleden, bieden handvaten voor de manier waarop zo’n programma tot stand kan komen. De betrokkenheid van jongeren bij het opstellen van een goed programma is lastig, omdat hun inzet vaak vluchtig is. Toch vinden we hun inbreng van essentieel belang. De inzet van een professionele jongerenwerker is daarom een vereiste om de continuïteit en aanwas van nieuwe actieve jongeren te waarborgen. Ouderen Een belangrijke bevolkingsgroep in de wijk Terweijde zijn de ouderen. Ook deze doelgroep kent problemen, met name op het gebied van eenzaamheid. Door het intimiderende gedrag van de jongeren wordt de drempel om naar buiten te gaan verder verhoogd. Door actief ouderen op te zoeken en te betrekken bij activiteiten moet Terweijde ook voor ouderen een aangenaam leefklimaat krijgen. Behalve de huisbezoeken worden ook specifieke activiteiten voor ouderen georganiseerd. Lang niet iedereen zal behoefte hebben aan een activiteitenprogramma, maar er zijn voldoende mogelijkheden om ook tegemoet te komen aan individuele wensen. Het minimabeleid van de gemeente Culemborg is voor de doelgroep
15
ouderen ruimhartig, maar wordt juist door deze groep slecht gebruikt. Verborgen armoede is bij deze groep een groot probleem. Het informeren over de mogelijkheden en het helpen bij het doen van een aanvraag kan ook het resultaat zijn van een huisbezoek en draagt op die manier bij aan het voorkomen van eenzaamheid. Onderling verbonden Naast de activiteiten voor de verschillende doelgroepen zijn juist ook activiteiten noodzakelijk die de onderlinge verbindingen tussen de doelgroepen versterken. Deze activiteiten moeten ertoe leiden dat wijkbewoners elkaar niet alleen kennen, maar elkaar respecteren en wederzijds begrip voor elkaar hebben. Wat betreft de methodiek wordt zoveel mogelijk geprobeerd de organisatie van de activiteiten met de betrokkenen te doen. Om de kwaliteit van de activiteiten te waarborgen, wordt een deel van de uitvoering aan professionele organisaties uitbesteed. Toch is het van groot belang dat de betrokken wijkbewoners een rol krijgen bij het uitvoeren van de activiteiten. Het organiseren van activiteiten is arbeidsintensief. Het formeren van stageplekken voor jongeren en het betrekken van de ouders van de kinderen bij de organisatie is een goede manier om de betrokkenheid te vergroten. Het geheim van het succes van activeringscentrum De Doenerij schuilt enerzijds in de verantwoordelijkheid die mensen zelf nemen, maar vooral ook in de bereidheid om verantwoordelijkheid uit handen te durven geven. Wederkerigheid Deze initiatieven zijn van groot belang, maar hebben wel een wederkerig karakter: “voor wat, hoort wat”. Met name voor de activiteiten die georganiseerd worden met en voor jongeren is het van groot belang dat zij de verantwoordelijkheid voelen om geen overlastgevend gedrag te vertonen. Als er opnieuw overlastgevend gedrag ontstaat, heeft dit direct gevolgen voor de investeringen die gedaan worden. Behalve het feit dat dit spoor een beter leefklimaat van Terweijde moet opleveren, heeft dit spoor ook een belangrijke rol in het verhogen van de sociaal economische status van een aantal bewoners van de wijk. Dit spoor sluit aan op al langer lopende projecten en activiteiten. Daarbij staat voorop dat de voorgenomen maatregelen gedoseerd en doelgericht ingezet worden. Het effect is voor een deel op de korte termijn zichtbaar, maar moet vooral ook op de lange duur merkbaar zijn. Leefbare wijk In de komende anderhalf jaar moet een werkwijze ontwikkeld worden waarin voor en liefst ook door bewoners gewerkt wordt aan een aantrekkelijke wijk. Dit kan door middel van aanpassingen in de openbare ruimte of woningen, maar ook door buurtactiviteiten en voorzieningen.
16
Paragraaf 3.5 Het verschil… Om de beschreven problemen aan te pakken worden binnen de verschillende sporen diverse maatregelen voorgesteld. Een deel van de aanpak binnen de sporen is nieuw, maar ook al ingezette acties en beleid worden binnen de sporen opgenomen. Daarnaast wordt op casusniveau gestart met de integrale aanpak van gezinnen. In de maatregelen is een knip gemaakt tussen het eerste half jaar van het project en de anderhalf jaar daarna. Het eerste halfjaar kenmerkt zich door de opstart van de casusaanpak en een goed samenspel op straat tussen de verschillende partners. Met name de samenwerking jongerenwerk‐politie is hierin een speerpunt om nieuwe openbare ordeproblemen te voorkomen. Kort samengevat zal de integrale samenwerking tussen uiteenlopende partijen in het zure, zorg en zoete spoor, het verschil tussen het verleden en de toekomst gaan maken. Deze samenwerking wordt gebaseerd op een gezamenlijke probleemanalyse en een gezamenlijk opgesteld en bestuurlijk afgekaart plan van aanpak, waarvan de voortgang onder regie van de gemeente gezamenlijk wordt bewaakt.
17
Hoofdstuk 4 Acties en doelstellingen Algemeen Doelstelling: Het plan ‘Aansprekend Terweijde’ heeft als doel de leefbaarheid in de wijk Terweijde te verbeteren in de periode van 2010 tot 2012. De gezamenlijke doelstelling is tweeledig. Enerzijds voor de korte termijn, een half jaar, de ʹlont uit het kruitvat halenʹ zodat de dreiging tot openbare orde problemen weg is. Anderzijds voor de langere termijn het normaliseren van het probleemgebied Terweijde. Daarbij is de ambitie dat in 2015 de wijk een ‘normale’ wijk in Culemborg is. Dat wil zeggen dat er geen sprake meer is van bovengemiddeld overlastgevend en strafbaar gedrag in de wijk, dat er geen sprake meer is van bovengemiddelde zorgproblematiek in de wijk en dat de door de bewoners ervaren leefbaarheid in de wijk weer een gemiddeld niveau heeft aangenomen. Speciaal in deze wijk is dat bewoners elkaar kennen en gekend worden. De bewoners hebben invloed in hun wijk, en voelen zich verantwoordelijk voor gedrag, inrichting en sfeer in de openbare ruimte. In de leefbaarheidsmonitor van 2013/2014 scoort Terweijde een 6.9.
4.1 Bewonersspoor Doelstelling: het betrekken van bewoners bij hun wijk en de planvorming voor de wijk, ten einde de kwaliteit van de plannen te verbeteren, het draagvlak te verhogen en de sociale samenhang in de wijk te verbeteren.
Acties Al gestart > Bewonersoverleg > Belteams > Buurtveiligheidsteams Tweede en derde kwartaal 2010 > Instellen veiliger wijkteam > Aanpak overlastgevende groep 2010 en verder > Monitoring en evalueren werkwijze belteams en buurtveiligheidsteams
4.2 Zure spoor Het zure spoor heeft twee doelen. Enerzijds het versterken van het gezag van de overheid in de wijk. Anderzijds het aanpakken van de individuen en gezinnen die een grote negatieve invloed op de sociale infrastructuur in de wijk hebben.
Acties Tweede en derde kwartaal 2010 > Onderzoek naar mogelijkheden tot de inzet van een interventieteam in het probleemgebied in de wijk Terweijde. > Opstarten screeningsoverleg voor screening en prioritering problematische gezinnen > Opstarten tweewekelijks casusoverleg > Voor 5 gezinnen is een plan van aanpak vastgesteld en in uitvoering (het betreft hier circa 25 individuele plannen van aanpak). > Bestandsvergelijking registratie van bewoners bij het GBA en KleurrijkWonen met de werkelijke bewoning.
18
>
Inzet van de ketenregisseur, die verplicht achter de voordeur komt bij multiprobleemgezinnen en hen in contact brengt met de juiste instanties.
>
Doelen in de aanpak kunnen zijn: uit de wijk plaatsen, strafrechtelijk vervolgen gezinsleden, onderzoek en aanpak belastingdienst of bijstandsfraude aanpakken.
2011 > >
Mogelijk inzetten van interventieteam. Voor 10 gezinnen is een plan van aanpak vastgesteld en in uitvoering (het betreft hier circa 50 individuele plannen van aanpak).
Eind 2012 > Voor 20 probleemgezinnen is een plan van aanpak gemaakt en in uitvoering (het betreft hier circa 100 individuele plannen van aanpak).
4.3 Zorgspoor
Het zorgspoor heeft als doel op individueel niveau problemen te signaleren en op te lossen. Het gaat daarbij om achterstanden, (opvoedings- en communicatie-) vaardigheden, financiële problemen, eenzaamheid, traumatisering en langdurige werkloosheid. Tweede en derde kwartaal 2010 > Start screening en prioritering van problematische zorggezinnen. > Start tweewekelijks casusoverleg. > Voor 5 gezinnen is een plan van aanpak vastgesteld en in uitvoering (het betreft hier circa 25 individuele plannen van aanpak). 2011 > >
>
> >
>
Voor 10 gezinnen is een plan van aanpak vastgesteld en in uitvoering (het betreft hier circa 50 individuele plannen van aanpak). Inzet van schoolmaatschappelijk werk met als doel het signaleren van opvoedings‐ en achterstandsproblemen en het geven van opvoedingsondersteuning. Ook zij leiden gezinnen met (enkelvoudige) problemen naar de juiste instanties. Huisbezoeken door de jeugdgezondheidszorg: het bezoek aan het consultatiebureau bij 18 maanden wordt vervangen door een huisbezoek van de verpleegkundige. Er wordt ruim de tijd genomen voor een gesprek en het inventariseren van de thuissituatie. Ook zij verwijzen de ouders door naar eventuele instanties of activiteiten ter bevordering van vaardigheden. Activerend huisbezoek voor senioren: alle senioren worden bezocht. Hun behoefte wordt geïnventariseerd en zij worden gestimuleerd om actief aan sociale activiteiten deel te nemen. Begeleiden van jongeren naar stage en werk: een coach begeleidt jongeren, met als doel de stage goed te laten verlopen, waardoor de jongere een betere kans op werk krijgt en bedrijven eerder een stageplaats aan jongeren uit de doelgroep zullen bieden. Kleinschalige taal‐ en activeringsprojecten: allochtone vrouwen worden in kleinschalige projecten begeleid en onderwezen in de Nederlandse taal en cultuur.
Eind 2012 > Voor 20 zorggezinnen is een plan van aanpak vastgesteld en in uitvoering (het betreft hier circa 100 individuele plannen van aanpak).
4.4 Zoete spoor
19
Het zoete spoor heeft als doel de sociale samenhang van de wijk te verbeteren en kinderen en jongeren een zinvolle vrijetijdsbesteding te bieden. Gelijktijdig wordt hen hierdoor bagage aangeboden om sterker in het leven te staan. Tweede en derde kwartaal 2010 > Jongerenwerk en politie werken samen. De jongeren die wel willen, komen in aanmerking voor activiteiten van het jongerenwerk. De rest komt in aanmerking voor repressie. > Aanbieden van een actief naschoolsprogramma voor basisschoolkinderen, met sport, spel, cultuur en huiswerkbegeleiding. Dit programma wordt gekoppeld aan het brede schoolconcept, waardoor ook betere menging van de kinderen wordt bevorderd. 2010 en verder > Aanleg en inrichting van een jongerenruimte, met begeleiding en programmering. In de programmering worden sport en cultuur gestimuleerd en wordt op een toegankelijke manier gewerkt aan vaardigheden van de jongeren. > Inrichting van een inloophuis voor volwassenen, budgetruimte om met bewoners invulling te geven aan een activiteitenprogramma voor deze doelgroep. > Inrichting en huur van een kleinschalige ontmoetingsplek voor senioren.
20
Hoofdstuk 5 Kritische succesfactoren en projectstructuur Om het probleemgebied in de wijk Terweijde binnen enkele jaren te normaliseren en daarmee het plan van aanpak tot een succes te maken is er een aantal kritische succesfactoren. In willekeurige volgorde gaat het daarbij om communicatie, een strakke projectstructuur, capaciteit en ondersteuning en financiën. Communicatie is onontbeerlijk om bewoners van het gebied, maar ook van de rest van Culemborg met de aanpak mee te krijgen. Het plan kan niet uitgevoerd worden zonder extra capaciteit vrij te maken, niet alleen bij de gemeente maar ook juist bij de overige partners. Binnen het project dient de structuur duidelijkheid over sturingsvraagstukken te geven. Een integrale aanpak vraagt om een strakke sturing op bestuurlijk en uitvoerend niveau. Hiervoor moeten de lijnen duidelijk zijn. Communicatie Voor een goede communicatie is stroomlijning en afstemming tussen de partners net zo belangrijk als tussen de ketenpartners bij het opstellen van de individuele aanpakplannen. Het is daarbij belangrijk de communicatie via de communicatieafdelingen van de verschillende ketenpartners te laten verlopen. Deze communicatieafdelingen stemmen onderling de boodschappen af. De gemeente heeft hierin de regie. Projectstructuur De bestuurlijke aansturing van het project ligt bij de integrale stuurgroep. Hierin zijn partners op strategisch niveau vertegenwoordigd. Daarnaast nemen de projectleider (secretaris) en communicatieadviseur deel. Deze stuurgroep komt het eerste half jaar zeker iedere maand samen. Spil in de aansturing is de burgemeester die het college vertegenwoordigt en ook in de gezagsdriehoek bestuurlijke aansturing vormgeeft. De ambtelijke verantwoordelijkheid voor het project ligt bij de adjunct‐ directeur. De operationele leiding over het project ligt bij de projectleider met zijn projectteam. Hierin hebben de deelprojectleiders zuur, zorg, zoet en bewoners zitting. Aangevuld met een communicatieadviseur en ondersteuning. Daarnaast is er een overleg tactisch niveau waarin projectleider en middenmanagers van de kernpartners deelnemen. Het gaat dan om politie, ELK, KleurrijkWonen, STMR, MBZ en MEE. In de casusoverleggen zuur en zorg hebben professionals uit de wijk zitting, deze vinden plaats onder regie van de gemeente. Capaciteit en ondersteuning Om de ambities ten aanzien van het probleemgebied in de wijk Terweijde waar te maken, is het noodzakelijk dat er capaciteit wordt vrijgemaakt voor deze aanpak. Vanuit het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is een projectleider beschikbaar voor 0,5 fte. Voor de gemeente worden deelprojectleiders 16 uur per week vrijgemaakt. Daarnaast is er ondersteuning noodzakelijk voor het project als geheel en de casusoverleggen zuur en zorg. Dit kan met 1 fte ondersteuning door een projectassistent. Om overzicht te houden in de casusaanpak is een goede wijze van informatiebeheer noodzakelijk. Afhankelijk van de wensen vanuit de casusoverleggen moet een systeem ontwikkeld of aangekocht worden. Financiën Bij de start van de aanpak is nog niet duidelijk of en zo ja welke middelen er vanuit het Rijk extra beschikbaar komen. Dit betekent dat tot die tijd alles binnen bestaande capaciteit en middelen gedaan moet worden. Er moet door herprioritering en verschuiving bij alle partners ruimte gemaakt worden voor de inzet ten bate van de uitvoering van deze integrale aanpak.
21
Organogram projectstructuur
22
Terweijde – 2015 De wijk Terweijde is een kleurrijke wijk met diversiteit in leeftijd en cultuur. Terweijde is een normale wijk in Culemborg geworden. Dat wil zeggen dat er geen sprake meer is van bovengemiddeld overlastgevend en strafbaar gedrag in de wijk, dat er geen sprake meer is van bovengemiddelde zorgproblematiek in de wijk en dat de door de bewoners ervaren leefbaarheid in de wijk weer een gemiddeld niveau heeft aangenomen. Dit resulteert in een gemiddelde score op de leefbarometer. Speciaal in deze wijk is dat bewoners elkaar kennen en gekend worden. De bewoners hebben invloed in hun wijk, en voelen zich verantwoordelijk voor gedrag, inrichting en sfeer in de openbare ruimte. De openbare orde wordt beheerst en strak gehandhaafd door de politie en het Openbaar Ministerie, diegene die zich misdraagt wordt aangegeven, opgepakt en naar behoren bestraft. De werkloosheid in de wijk is gemiddeld en waar aanwezig wordt gewerkt in maatschappelijke stages, of andere leerwerkprojecten van de gemeente en is het aantal vrijwilligers toegenomen. Jongeren gaan naar school en vinden een stageplek. Bij een aantal gezinnen wordt de intensieve begeleiding van de laatste jaren afgebouwd. Het is niet vreemd om hulp van buren en/of instanties te vragen bij problemen in het gezin. Er is een brede school in de buurt. In de school worden voorzieningen aangeboden voor kinderen en ouders. 's middags is er een activiteitenaanbod, waaraan jongeren zelf meewerken in de organisatie en uitvoering. Ouders voelen zich betrokken bij school en bij activiteiten in de buurt en voelen zich sterker/voldoende toegerust om hun kinderen goed op te voeden. Ook is er een jeugdhonk dat, onder begeleiding, door de jongeren zelf wordt beheerd. De buurt is gerenoveerd, woningen en openbare ruimte zien er prettig en verzorgd uit. Een deel van de sociale huurwoningen is verkocht. Oudere bewoners vinden een plek in de Troelstrahof, starters kunnen een ruime woning vinden, met in de buurt voorzieningen en groen. Kinderen en jongeren maken graag gebruik van de speelveldjes.
23