AANSPRAKELIJKHEID EN BESTUURDERS VAN VZW’S
SEMINARIE VOOR VZW’S ACTIEF IN DE SPORTWERELD.
Jos Renard. Bestuurder in Nv Feys, Renard, Bossuyt en Co. Verzekeringsmakelaar (CBFA 13371) Gentsesteenweg 67 te 8500 Kortrijk Tel. 056 231.870 Fax 056 22 35 41 e-mail :
[email protected] website : www.groepnba.com Bestuurder in Vzw VSDC Noordstraat 9 te 8560 Wevelgem – Moorsele Tel. 056 41 03 68 Fax 056 41 57 74 e-mail :
[email protected] website : www.vsdc.be
Aansprakelijkheid en bestuurders van VZW’s www.groepnba.com
Inleiding. Wanneer er gesproken wordt over aansprakelijkheid, dan begeven wij ons op een terrein dat zijn eigen limieten niet kent. Het betreft een materie die permanent in evolutie is, een spiegel van de wereld waarin wij leven, een realiteit die poogt antwoord te geven op een toenemende verantwoordelijkheidstelling. Soms terecht, soms niet. Vandaar dat wellicht menig persoon die zich actief inzet in een vereniging, zich reeds vaak de vraag gesteld heeft in hoeverre hij aansprakelijk kan gesteld worden voor datgene wat misgaat in zijn organisatie. Daar bovenop komt nog dat sport en recht in feite vrij moeilijk met elkaar te combineren zijn. Méér nog dan in het normale maatschappelijke leven zijn de verhoudingen binnen ieder sportgebeuren veel complexer. Er is niet enkel en alléén het element competitie dat een andere kleur geeft aan die menselijke interactie. Tevens spelen factoren als geldelijk belang en maatschappelijk aanzien een belangrijke rol. Het mediagebeuren zal aan dat alles ook zijn bijdrage leveren. In dit korte bestek zal ik dan ook pogen u enig inzicht te geven in deze ingewikkelde wereld. Proberen antwoord te geven op de vraag : “Welke aansprakelijkheid kan mij als speler, trainer, bestuurder aangerekend worden?”. Dit alles gezien vanuit de bril van een v.z.w. – structuur. Eerst en vooral zal ik een overzicht geven van de soorten aansprakelijkheden. Daarna zal dieper ingegaan worden op de figuur van de lasthebber. Vanuit deze kennis zullen we dan ook de aansprakelijkheid van de bestuurder van een sportvereniging beter kunnen belichten. Ik wens te benadrukken dat deze materie onderhevig is aan een permanente evolutie ( zie rechtspraak en rechtsleer ). Ook de economische realiteit waarin u zich als bestuurder bevindt, is geen vaststaand gegeven. Het is niet de bedoeling om in deze tekst alle juridische details ten gronde uit te spitten, maar wel om op een min of méér verstaanbare manier duidelijk te maken wat aansprakelijkheid is en met welke elementen men bewust rekening moet houden als men de functie van bestuurder op zich neemt.
Jos Renard Oktober 1999.
Feys, Renard, Bossuyt & co NV CBFA 13371
1/28
VSDC vzw
Aansprakelijkheid en bestuurders van VZW’s www.groepnba.com
SOORTEN AANSPRAKELIJKHEID.
Wat wordt er verstaan onder aansprakelijkheid ? Verschillende definities zijn gangbaar. Zonder echter in juridische terminologie te vervallen zouden we kunnen stellen dat het de vraag beantwoordt : “ Wanneer heeft men de verplichting tot schadeloosstelling ten aanzien van iemand die schade heeft geleden ?” Belangrijk hierbij is dat aan de basis van deze aansprakelijkheid een stramien te onderkennen valt. Een structuur die ons zal helpen antwoord te geven op bovengestelde vraag. Er zal namelijk altijd dienen gezocht te worden naar de volgende elementen : een FOUT, de SCHADE en het OORZAKELIJKE VERBAND tussen die beide elementen. Bijvoorbeeld. • Tijdens een voetbalmatch schopt een speler naar een tegenspeler, nadat de
bal reeds weg is, en mist hem. Quid ? • Een interculturele avond wordt georganiseerd door een plaatselijke vereni-
ging. Een aantal jongeren dringen het feest binnen zonder te betalen. Zij zoeken ruzie met de aanwezigen en tijdens het gevecht werpt iemand een bierflesje. Komt in het oog van een dame terecht. Heeft de organisator van die avond een fout begaan ?
• Een bokser slaat zijn tegenstander k.o. met blijvende hersenletsels tot ge-
volg. Is hij aansprakelijk ? In al deze gevallen zullen we moeten nagaan of die drie elementen aanwezig zijn teneinde een antwoord te kunnen geven op de aansprakelijkheidsstelling. Aan de hand van een aantal voorbeelden zullen we pogen het foutbegrip te omschrijven. Zullen we ook wijzen op het feit dat niet iedereen een fout kan begaan. Zal het ook duidelijk worden dat appreciatie hieromtrent op een specifieke manier gebeurt voor wat de sportwereld betreft. We zullen straks echter zien dat door de jaren heen aan dat stramien ofwel nuances werden aangebracht ofwel volledig afbreuk aan werd gedaan. Het is niet de bedoeling van deze elementen volledig te ontrafelen ( wat is fout, wat is schade, wat is oorzakelijk verband ), doch laten we onthouden dat Feys, Renard, Bossuyt & co NV CBFA 13371
2/28
VSDC vzw
Aansprakelijkheid en bestuurders van VZW’s www.groepnba.com
de AARD van de “ verkeerde gedraging ( of niet - gedraging ) bepalend zal zijn voor de soort aansprakelijkheid die men oploopt. Bijvoorbeeld. • Tijdens een fietstocht rijdt u iemand aan met lichamelijke letsels tot gevolg. • Een dakpan van de kantine van de vereniging is losgekomen en valt op iemand zijn hoofd. • Iemand komt zwaar ten val en al fluitend loopt u de zwaargekwetste voorbij zonder enige hulp te bieden. In deze voorbeelden zit impliciet de verwijzing naar een strafnorm. Een gedraging die gepenaliseerd wordt door onze strafwetgeving. U hebt in deze gevallen ofwel een zware overtreding op de verkeerswetgeving begaan, of u hebt door uw handelen of nalaten, een verkeerde gedraging gesteld die in een of andere wet de kwalificatie “ misdrijf “ met zich mee krijgt. Aldus spreken we hier van een STRAFRECHTELIJKE AANSPRAKELIJKHEID.
Uit de vooraf geciteerde voorbeelden kan nog een andere soort aansprakelijkheid ontstaan. Denken we terug aan de fietser die een ander persoon omver rijdt. Aan deze derde werd lichamelijke en stoffelijke schade berokkend. Bijvoorbeeld. • Een jeugdvereniging gaat kamperen. Bij het opbreken van het kamp vergeet
men het vuur te doven. Met een bosbrand tot gevolg. • Tijdens het voetbalspel wordt een bal over de omheining geshot, komt op de
openbare weg terecht en een geschrokken automobilist verliest de controle over het stuur. Hij rijdt het stamcafé binnen. In deze gevallen vindt de schade zijn oorsprong in een misdrijf of een oneigenlijk misdrijf. En aldus kan hier niet gesproken worden van een aansprakelijkheid die voortvloeit uit een vooraf bestaande juridische relatie tussen schadeverwekker en schadelijder. U had geen enkel contract gemaakt om de desbetreffende fietser omver te rijden. Feys, Renard, Bossuyt & co NV CBFA 13371
3/28
VSDC vzw
Aansprakelijkheid en bestuurders van VZW’s www.groepnba.com
Deze aansprakelijkheid noemen we de EXTRA - CONTRACTUELE AANSPRAKELIJKHEID.
Of nog anders, de aquiliaanse of burgerlijke aansprakelijkheid. Aan de basis van deze aansprakelijkheidsregeling liggen dan ook de artikels 1382 tot 1386 van het burgerlijk wetboek ( B.W. ). (* zie bijlage ) Belangrijk hierbij is dat de eerste twee artikels ( 1382 - 1383 B.W. ) de aansprakelijkheid behandelen voor een eigen daad , nalaten of onvoorzichtigheid. ( zie boven naar onze fietser; u dooft het kampvuur niet ) Men noemt dit de enkelvoudige aansprakelijkheid. We komen terug op wat reeds vroeger gesteld werd. Basis hiervan zijn terug de aanwezigheid van de elementen fout - schade- causaal verband. Toch even kort inhaken op volgende begrippen als ‘ fout ‘, ‘ risico – aanvaarding ‘ en ‘ oorzakelijk verband ‘
HET FOUTBEGRIP en de THEORIE VAN DE RISICO – AANVAARDING. Bijvoorbeeld. • Mag men normaal verwachten van een kind van 11-jaar dat zij alleen een drukke straat kan dwarsen ? Of beging de monitor een fout door het kind niet te helpen daarbij ? • Begaat de turnleraar een fout wanneer hij of zij op het einde van de les de sporthal verlaat terwijl nog een aantal leerlingen achter blijven ? Nadien kwetst een kind zich bij het spel. • Schiet de verplegingsinstelling tekort wanneer een van haar patiënten aan de aandacht van de verplegers ontsnapt ? Bij het buitenkomen van de instelling veroorzaakt deze persoon een ongeval. • Hebt u als manegehouder een fout begaan wanneer u een paard ter berijding aanbiedt aan een meisje van dertien jaar ? Tijdens deze rit wordt zij van het paard geworpen met letsels tot gevolg. • Een basketbalspeler blijft bij een ‘ dunk ‘ hangen aan de ring. Bord en ring begeven. Allemaal feiten die aanleiding zullen geven tot de vraag : “ Wat mag normaal verwacht worden van de betrokken personen in deze omstandigheden ? “ Feys, Renard, Bossuyt & co NV CBFA 13371
4/28
VSDC vzw
Aansprakelijkheid en bestuurders van VZW’s www.groepnba.com
Een fout begaan wil zeggen dat men zich verkeerd gedragen heeft. Daaruit blijkt dat men de normale voorzichtigheid niet in acht genomen heeft. Of dat een normaal zorgvuldig persoon niet op die manier gehandeld ( of niet - gehandeld ) zou hebben. De vraag die men zich hier terecht mag stellen is wat men dient te verstaan onder een “ normaal zorgvuldig of voorzichtig iemand “ ? M.a.w., de fout die men begaan heeft, komt deze gedraging al dan niet overeen met wat mag verwacht worden van een goede huisvader ( of moeder ) in deze concrete omstandigheden. U begrijpt onmiddellijk dat deze appreciatie door de rechter in casu wordt ingevuld. Dat deze beoordeling dan ook onderhevig is aan verandering, is een inherent gegeven. Maatschappelijke evoluties, leeftijd, opleiding, sociaal milieu zullen elementen zijn die de appreciatie zullen kleuren. Nog een aantal voorbeelden. • Begaat de wielrenner die tijdens een spurt ten val komt en daarbij een toe-
schouwer kwetst een fout ? • Begaat een voetballer een fout wannéér hij een karatesprong naar een toe-
schouwer maakt en deze laatste verwondt ?
• Begaat speler Desloovere een fout t.a.v. Lozano wanneer door de tussen-
komst van de eerste het steunbeen van de tweede persoon gebroken wordt? • Is het afwijken van uw lijn gedurende de spurt in de finale van een wereld-
kampioenschap, waardoor de andere persoon ten val komt, een fout die uw aansprakelijkheid met zich mee brengt ? • Een leerling judoka voert een beweging uit waardoor leermeester zwaar ten
val komt. Fout ? • Na het beëindigen van een game in het tennisspel slaat één van de speel-
sters een bal in de richting van haar tegenspeelster. Deze wordt gekwetst.
• Tijdens het opspringen naar de bal duwt de ene speler tegen de andere.
Deze wordt daardoor gekwetst. Fout ? • Een speler geeft aan ter verdediging dat hij tijdens het spel ‘ met open mond
tegen de neus van eiser viel ‘. De andere speler beweert dat hij gebeten werd.
Feys, Renard, Bossuyt & co NV CBFA 13371
5/28
VSDC vzw
Aansprakelijkheid en bestuurders van VZW’s www.groepnba.com
• De organisator van een veldwedstrijd legt een parcours aan in het bos. Hij
had daarbij toelating gevraagd en bekomen van de gemeentelijke overheid. Door de volkstoeloop wordt bos en beplanting beschadigd. Aansprakelijk ? • Tijdens een schietwedstrijd schampt één van de pijlen af op het houtwerk
van een nabijgelegen wip en komt in het oog terecht van een andere deelnemer. Wie is aansprakelijk ? Wat is de fout ?
Dit zijn allemaal voorbeelden uit de rechtspraak. Bepaalde voorbeelden behandelen de aansprakelijkheidsverhouding tussen sportbeoefenaars onderling. Andere zeggen méér over de relatie sporter – derde. Deze laatste kan zowel een toevallige voorbijganger zijn als een toeschouwer. Nog andere rechtspraak behandelt de aansprakelijkheid van de organisator. Bij de beoordeling van het begrip ‘ fout ‘ in de sport is er een appreciatiewijze ontstaan, eigen aan dat deel van het maatschappelijke leven. De onderscheiden artikels van het B.W. zijn van toepassing bij sportongevallen, doch de toepassing wordt verfijnd doordat de algemene zorgvuldigheidsnormen beoordeeld worden in functie van een aantal parameters. Zo zullen wijzigende omstandigheden ( aard van de sport ) , bijzondere kennis of vaardigheid ( professioneel of amateur ), referentiegedrag helpen om in de sport een eigen zorgvuldigheidsnorm te doen ontstaan. Zo zal een overtreding van een spelregel niet noodzakelijk aanleiding geven tot aansprakelijkheid. Anders, ondanks het feit dat men geen spelregel overtreden heeft, kan men toch veroordeeld worden. Opzet werd weerhouden en bewezen geacht via videobeelden. Belangrijk in gans deze problematiek is het begrip “ risico – aanvaarding “. In essentie betekent dat het volgende. Het slachtoffer ziet af om de volledige verantwoordelijkheid te willen afwentelen op de dader van een schadeverwekkend feit. M.a.w. , vanaf het ogenblik dat men instemt om deel te nemen aan een sportmanifestatie, dan wil dat zeggen dat men ieder normaal en voorzienbaar risico inherent aan die sportbeoefening heeft geaccepteerd. Dat geldt zowel in de verhouding tussen de spelers onderling als in de verhouding speler/organisator t.a.v. de toeschouwer. Voorbeeld. • Een bokser die klappen uitdeelt met hersenbeschadiging tot gevolg. • Voetbalspeler voert een sliding uit en kwetst daarbij tegenspeler. • De pijl die afschampt op een andere wip en in oog van een deelnemer te-
rechtkomt. • Bij het omhoogspringen wordt een duw gegeven en beide speler vallen op
elkaar met verwonding van één van hen.
Feys, Renard, Bossuyt & co NV CBFA 13371
6/28
VSDC vzw
Aansprakelijkheid en bestuurders van VZW’s www.groepnba.com
In de gevallen waar risico – aanvaarding werd weerhouden betekent dat in feite dat een nieuwe uitsluitingsgrond van extra –contractuele aansprakelijkheid werd geschapen( naast overmacht en fout van het slachtoffer enof derde). Elementair bij een beoordeling blijft tevens of de schadeveroorzaker wel schuld kan treffen ? Was het kind zich bewust van de eventuele gevolgen van z’n doen ? Bezat het reeds een onderscheidingsvermogen tussen goed en kwaad ? Bij jonge kinderen zal de rechter dan ook oordelen dat zij geen fout treffen. Dit betekent daarom niet dat de ouder, de inrichtende VZW, de opvoeders, leidinggevende of toezichthoudende personen niet verantwoordelijk zullen geacht worden ( zie verder ). Ook verenigingen die minderbegaafde personen begeleiden, kunnen aansprakelijk gesteld worden voor de daden van deze laatsten. Nochtans zal de schadeveroorzaker als niet - toerekeningsvatbaar beschouwd worden. Een regeling is echter voorzien in art.1386 bis B.W. Kort nog iets over “ het causaal of oorzakelijk verband”. • Bestuurder van een wagen rijdt een geparkeerde wagen aan. De vrouw van
het slachtoffer hoort het tumult, kijkt door het raam en zegt aan haar echtgenoot dat ook hun wagen goed is voor het autokerkhof. De man overlijdt kort daarna tengevolge van een hartinfarct. • Frans slachtoffer van een auto – ongeval wordt behandeld in zijn land met H.I.V. – besmet bloed. Autobestuurder en verzekeraar worden aansprakelijk gesteld. • U laat uw wagen ongesloten achter. De dief van uw auto veroorzaakt bij een ongeval schade aan een derde. Deze laatste stelt u aansprakelijk voor zijn schade. In elk geval dient nagegaan te worden of zonder die fout de schade zich zou voorgedaan hebben of in die mate. Causaliteit kan doorbroken worden door onder andere de eigen fout.
Feys, Renard, Bossuyt & co NV CBFA 13371
7/28
VSDC vzw
Aansprakelijkheid en bestuurders van VZW’s www.groepnba.com
De andere artikels ( 1384- 1386 B.W. ) behandelen de samengestelde aansprakelijkheid. Enkele voorbeelden. • De vereniging zet, naar aanleiding van een manifestatie, een tent op. Een koord breekt en de tent klapt toe. Mensen raken gewond. • Tijdens het spelen met een bal schopt uw kind de traditionele ruit van de gebuur kapot. • Gedurende het spel ( in het kader van een jeugdbeweging ) loopt een jongen de straat over en wordt aangereden. De leiding wordt aansprakelijk geacht. • Op de speelplaats werpen leerlingen naar elkaar met kastanjes. Een leerling wordt gekwetst. • Een vereniging heeft een aantal dieren ( pony, herten, hond ) onder z’n hoede. Een van de dieren ontsnapt en loopt op de openbare weg. Een botsing tussen twee wagens is het resultaat. • De VZW is eigenaar van een huis. Op een bepaalde dag valt de schoorsteen op een naburig pand. • Tijdens een voetbalmatch zakt de tribune in. Er zijn verschillende doden en gewonden. • Bij het uitvoeren van een turnsprong komt de turner slecht neer op de dunne mat. Deze voorbeelden hebben allen gemeenschappelijk dat ten aanzien van bepaalde personen ( ouders, leraars, werkgevers enz...) er een wettelijk vermoeden ontstaat waarbij verondersteld wordt dat ze aansprakelijk zijn voor iemands anders daden of zaken die ze onder zich hebben. Dat heeft tot gevolg dat er vermoed wordt dat er een fout aanwezig is t.a.v. die persoon. Soms bestaat de mogelijkheid voor de aansprakelijk geachte persoon van dat vermoeden te weerleggen. In andere gevallen weer niet. Bijvoorbeeld. • Het klimtouw breekt met lichamelijke schade voor de klimmer. Eenmaal de klimmer het gebrek in het touw heeft bewezen, kan de bewaarder van de zaak ( turnvereniging ) zijn aansprakelijkheid niet meer betwisten. Het vermoeden is hier absoluut. Feys, Renard, Bossuyt & co NV CBFA 13371
8/28
VSDC vzw
Aansprakelijkheid en bestuurders van VZW’s www.groepnba.com
Het bewijs zal bijvoorbeeld hier geleverd worden door aan te tonen dat iedere andere oorzaak van het ongeval uitgesloten is. Dit betekent niet dan men eventueel geen verhaal zou kunnen uitoefenen t.a.v. een derde. Dat vermoeden is niet absoluut t.a.v. ouders of leerkrachten voor respectievelijk de kinderen of de leerlingen. Anders dan weer m.b.t. de aangestelden van een vereniging. De VZW wordt geacht aansprakelijk te zijn voor de fout van personen waarover zij gezag en toezicht kan uitoefenen. Te noteren valt dat het niet vereist is dat een arbeidsovereenkomst tussen beiden zou bestaan. Rechtspraak aanzag de monitor van een VZW als een aangestelde. In bepaalde gevallen werd zelfs aan een vrijwilliger deze kwalificatie gegeven. Veelal wordt ook hier de ‘ orgaantheorie ‘ weerhouden. Meer daarover straks ( ook cfr. art. 14 VZW - wet ) Aldus worden leiders van jeugdbeweging, vakantiekolonies, jeugdtehuizen enz.. aanzien als orgaan. De VZW wordt in zo’n gevallen aansprakelijk geacht. Om de leider aansprakelijk te stellen dient een persoonlijke fout bewezen te worden ( cfr. 1382 - 1383 B.W. ) De implicatie van het creëren van dergelijke ( al dan niet weerlegbare ) vermoedens is de mogelijkheid voor de schadelijder om vergoeding te eisen op verschillende gronden of artikels. Ter verduidelijking. Een schadevergoedingseis kan tegen de VZW -werkgever ingesteld worden op basis van artikel 1384 lid 3 B.W. ( onweerlegbaar vermoeden van fout voor de werkgever ) en artikel 1382 ( persoonlijke fout van de aansteller ). De mogelijkheid om schadevergoeding te vorderen op basis van een extra – contractuele aansprakelijkheid verjaart na vijf jaar nadat de benadeelde kennis heeft of normaal hoorde te hebben van de schade en de aansprakelijke. Bij verzwaring geldt een bijkomende termijn van 5 jaar. In elk geval is 20 – jaar na de schadeverwekkende gebeurtenis de vordering verjaard.
Feys, Renard, Bossuyt & co NV CBFA 13371
9/28
VSDC vzw
Aansprakelijkheid en bestuurders van VZW’s www.groepnba.com
Een korte bemerking nog i.v.m. bevrijdings- of exonoratiebedingen. Wat is dat ? • “ De organisatie is niet verantwoordelijk voor gebeurlijke ongevallen “.
Ieder van ons kent deze vermelding. Soms terug te vinden op een groot bord in de hoek van een terrein, soms in minuscule letters afgedrukt achteraan op een toegangsbewijs. Het betreft hier dus een clausule waarin gesteld wordt dat de normale aansprakelijkheid beperkt wordt. Kan dat ? Uw aansprakelijkheid beperken kan inderdaad. Soms is het wenselijk van daarin te voorzien. Het kan deel uitmaken van een risico – en preventiebeleid van uw vereniging. Maar, aan de basis van een dergelijke aansprakelijkheidsbeperking ( zij het nu contractueel of extra – contractueel ) zal altijd een wilsovereenstemming moeten liggen. Aldus zal een louter éénzijdige vermelding van niet – aansprakelijk zijn geen enkele bindende kracht hebben voor betrokken partijen. Méér zelfs . Indien er een duidelijke wilsovereenstemming zou bereikt zijn tussen slachtoffer en bijvoorbeeld organisator of contracterende partij, dan nog legt de rechtspraak een dergelijk beding naast zich neer. Dat gebeurt o.a. wannéér zo’n beding strijdig zou zijn met de openbare orde of goede zeden. Een dergelijke clausule in een contract kan ook aanleiding zijn om te zeggen dat het contract zelf zonder voorwerp geworden is. Bijvoorbeeld. • U sluit een contract af met een firma die zal instaan voor het veilige verloop
van uw manifestatie. Daarin wordt vermeld dat firma X niet aansprakelijk is voor welke schade dan ook. Te noteren valt dat deze clausule geen enkele rechtskracht zal hebben wanneer één van de contracten een opzettelijke fout begaat.
Een derde soort aansprakelijkheid situeert zich op het vlak van de contractuele relaties. Feys, Renard, Bossuyt & co NV CBFA 13371
10/28
VSDC vzw
Aansprakelijkheid en bestuurders van VZW’s www.groepnba.com
DE CONTRACTUELE AANSPRAKELIJKHEID.
Samengevat : de aansprakelijkheid die voortvloeit uit een contract. Of nog beter, deze aansprakelijkheidsvorm vloeit voort uit het feit dat de aangegane verbintenissen t.a.v. de andere contracterende partij niet nagekomen worden of slecht worden uitgevoerd. Voorbeeld. • De VZW geeft een feest en staat de organisatie af aan firma X . Deze vergeet de nodige publiciteit te voeren. Het feest wordt een serieuze financiële kater. • De vereniging koopt een computer met bijhorende software. De apparatuur werkt niet. • De vereniging X vraagt aan deVZW Y om gedurende een tijd hun materiaal te mogen stapelen in de lokalen van Y. Op een nacht vernielt een brand het gebouw en de inhoud. • Een meisje op sportkamp loopt weg en wordt aangerand. De organisator wordt gedagvaard. Een zaak is hier belangrijk. Associeer niet het begrip ‘ contract ‘ met een geschrift. Zoals u kunt afleiden uit hogervermelde voorbeelden ligt een geschrift niet noodzakelijkerwijs aan de basis van de contractuele aansprakelijkheid. De juridische grondslag van deze aansprakelijkheid is terug te vinden in het contractenrecht. Cfr. Burgerlijk Wetboek vb. koop - verkoop; bewaargeving; lening; borgtocht enz.... Cfr. Bijzondere wetten vb. verkoop op afbetaling; verzekeringscontract; arbeidsovereenkomst, enz... Het contractenrecht heeft een aantal specifieke karakteristieken. Grosso modo kunnen we ze als volgt samenvatten. De overeenkomst strekt de partijen tot wet. (art. 1134 B.W. ) D.w.z. dat enerzijds de regels die bepaald worden tussen hen ( voor zover niet strijdig met een dwingende wetsbepaling of goede zeden ) bindend zijn. Noch door de rechter noch door een eenzijdige handeling kan aan het contract afbreuk worFeys, Renard, Bossuyt & co NV CBFA 13371
11/28
VSDC vzw
Aansprakelijkheid en bestuurders van VZW’s www.groepnba.com
den gedaan. Dat houdt dus ook in dat de engagementen ter goeder trouw dienen uitgevoerd te worden. Tenzij de uitvoer van een verbintenis niet mogelijk is omwille van toeval of overmacht. Al naargelang de soort verbintenis ( resultaatsverbintenis of middelverbintenis ) zal de bewijslast van de fout gemakkelijker zijn of niet. Een voorbeeld ter verduidelijking. • Bij de organisatie van het jaarlijkse ledenfeest van de vereniging laat u uitnodigingen drukken. Deze worden echter nooit gedrukt. • Bij de organisatie van een internationale voetbalmatch ontstaan er onlusten met tientallen gewonden en doden tot gevolg. In ons eerste geval blijkt duidelijk dat het niet uitvoeren van de prestatie aanleiding zal geven tot schadevergoeding. De drukkerij nam op zich het drukwerk te verzorgen. De vereniging dient enkel te bewijzen dat het drukwerk niet geleverd werd. In het tweede voorbeeld zullen de gewonden en de nabestaanden dienen te bewijzen dat de organisator tekort schoot in haar contractuele verplichting om de veiligheid van de toeschouwers te vrijwaren. Zij heeft niet alle middelen aangewend teneinde dergelijke feiten te vermijden. In casu : geen neutrale zone voorzien, geen afsluitingen aangebracht, geen nooduitgangen voorzien. Geoordeeld werd dat zij tekort schoot in haar contractuele bewakingsplicht. Andere voorbeelden van contractuele aansprakelijkheid. • Er wordt tussen speler en club overeengekomen dat een invaliditeitsverzekering zal afgesloten worden. Bij het opmaken van het verzekeringsvoorstel wordt door de clubverantwoordelijke een vroeger ongeval ‘ vergeten ‘ aan te geven. Er gebeurt een sportongeval. De verzekeringsmaatschappij weigert betaling. • Een clubdokter behandelt een speler met oxydatietherapietoestel. De voet-
baller sterft aan een luchtembolie. In dat laatste voorbeeld raken wij in feite ook een meer specifieke vorm van contractuele aansprakelijkheid aan, met name de ‘ beroepsaansprakelijkheid’. Zij valt te omschrijven als de aansprakelijkheid die voortvloeit uit een fout die rechtstreeks verband houdt met de aard van de uitgeoefende activiteit. Deze beroepsfout kan bestaan uit het plegen van een inbreuk op wetten en gebruiken die gelden in een bepaalde sector. Of uit een kennelijke beroepson-
Feys, Renard, Bossuyt & co NV CBFA 13371
12/28
VSDC vzw
Aansprakelijkheid en bestuurders van VZW’s www.groepnba.com
bekwaamheid, een grove nalatigheid of het overtreden van de elementaire normen van voorzichtigheid. Dat deze beroepsaansprakelijkheid echter ook aanleiding kan geven tot een extra - contractuele aansprakelijkheid, hoeft geen betoog. Doch de bespreking van de problematiek van de samenloop van contractuele en extra- contractuele aansprakelijkheid lijkt mij hier niet opportuun. Heel even nog een andere vorm van aansprakelijkheid. Deze zal mijn inziens in de toekomst nog voor heel wat ophef zorgen ( dit in het licht van de reeds bestaande rechtspraak ).
We praten hier over de OBJECTIEVE AANSPRAKELIJKHEID ook nog foutloze aansprakelijkheid genoemd. Denken we terug aan ons basisstramien : fout - schade - oorzakelijk verband. In deze context echter wordt de notie ‘ fout ‘ volledig opzij geschoven. M.a.w., men kan rechtsgeldig handelen en toch wordt men aansprakelijk gesteld. De eerste toepassingen zijn terug te vinden in een aantal specifieke wetsbepalingen. Vb. De arbeidsongevallenwetgeving, luchtvaart, enz.... Dat we echter deze weg verder ingeslagen zijn blijkt enerzijds uit een aantal nieuwe wettelijke bepalingen ( wetgeving i.v.m. de zwakke weggebruiker, objectieve aansprakelijkheid na brand en ontploffing, objectieve aansprakelijkheid van de milieuvervuiler ) en anderzijds de evoluerende rechtspraak. Meer bepaald artikel 544 B.W. of beter gekend onder burenhinder. Dat ook deze elementen verzekeringstechnisch van vrij groot belang zijn voor de vereniging hoeft geen verdere uitleg. Wellicht kan bij een andere gelegenheid hier dieper op ingegaan worden. Waarom deze weliswaar lange aanloop naar de aansprakelijkheid van de bestuurder van de VZW, zal u onmiddellijk duidelijk worden. Eerst en vooral zijn de voorop gestelde regels m.b.t. zowel extra- contractuele als contractuele aansprakelijkheid op iedereen van toepassing. Bijgevolg ook wanneer u als bestuurder optreedt binnen en buiten uw vereniging.
Feys, Renard, Bossuyt & co NV CBFA 13371
13/28
VSDC vzw
Aansprakelijkheid en bestuurders van VZW’s www.groepnba.com
Anderzijds bevindt u zich als bestuurder in een speciale situatie. Door het aanvaarden van het bestuursmandaat is er een contractuele relatie ontstaan tussen u en de VZW. Deze rechtsfiguur noemt men de lastgeving. Aldus zal de bespreking van deze rechtsfiguur ons helpen de positie van de bestuurder duidelijker te definiëren.
DE LASTGEVING. Artikel 1984 lid 1 B.W. : “ lastgeving of volmacht is een handeling waarbij een persoon aan een ander de macht geeft om iets voor de lastgever en in zijn naam te doen. “ Dus, m.a.w. de VZW geeft de bevoegdheid aan een bestuurder ( die aanvaardt ) om hem te vertegenwoordigen en in z’n naam en voor z’n rekening rechtshandelingen te stellen. Aldus ontstaat een verhouding VZW lastgever
BESTUURDER lasthebber
medecontractant derde
De rechtsfiguur van de lastgeving zal aldus bepalend zijn voor de relatie tussen de VZW en de bestuurder. Deze reglementering zal de relatie VZW - medecontractant- derde verduidelijken. Dit voor zover de bestuurders optreden in naam van de VZW en binnen de perken van de lastgeving. Met andere woorden, de aansprakelijkheidsbeoordeling zal afhankelijk zijn naar gelang men zich in de relatie lastgever - lasthebber begeeft of in de verhouding lasthebber - derde. Ter verduidelijking : de lasthebber die binnen z’n bevoegdheden optreedt en in naam van de lastgever, is zelf niet gebonden. Bijvoorbeeld. • De bestuurder koopt een autobus aan in naam en voor rekening van de VZW. De VZW betaalt echter niet. De bestaande schuldvordering in hoofde van de garagist zal door hem niet kunnen opgeëist worden t.a.v. de individuele bestuurder die de koopovereenkomst sloot.
Feys, Renard, Bossuyt & co NV CBFA 13371
14/28
VSDC vzw
Aansprakelijkheid en bestuurders van VZW’s www.groepnba.com
Relatie lastgever - lasthebber. De lastgeving is een middelenverbintenis . ( cfr. het onderscheid tussen resultaat- middelenverbintenis ) Dit wil dus niet zeggen dat het niet bereiken van het beoogde resultaat automatisch de verantwoordelijkheid van de bestuurder met zich mede zou brengen. Wel dient hij alle middelen aan te wenden teneinde z’n taak naar behoren te vervullen. U ziet dat wederom de appreciatie van de rechter ( wat wordt er verstaan onder normaal, zorgvuldig en voorzichtig beheer ?) een rol zal spelen bij het al dan niet aansprakelijk zijn. Dat deze beoordeling zal beïnvloed worden indien de bestuurder al dan niet een vergoeding ontvangt, is me dunkt ook logisch. Zich beroepen op z’n onkunde als bestuurder, zal zeker geen argument zijn om z’n aansprakelijkheid af te wimpelen. Het kan ook gebeuren dat men iemand aanduidt om een bepaalde taak binnen de vereniging te vervullen. Op dat ogenblik wordt men echter als Raad van Bestuur niet ontslagen van zijn verantwoordelijkheid. Wanneer blijkt dat de aangeduide persoon ( zoals de wet stelt in artikel 1994 lid 1 B.W. )onbevoegd of onvermogend is, dan draagt men de volledige verantwoordelijkheid. Blijkt het dat u zich hebt laten vertegenwoordigen zonder de toelating van de lastgever, dan bent u niet alleen aansprakelijk indien desbetreffende persoon onbevoegd zou blijken, maar ook voor iedere fout van de plaatsvervanger. De lasthebber en de medecontractant. Bepalend voor zijn aansprakelijkheid is of hij ( lasthebber dus ) handelde in naam en voor rekening van de lastgever ( I ) of in eigen naam en voor rekening van de lastgever (II ). I. Lasthebber in naam en voor rekening lastgever. De medecontractant zal zich altijd dienen te richten tot de lastgever, tenzij de lasthebber buiten zijn mandaat gehandeld heeft. In dat geval zal de lasthebber als contracterende partij beschouwd worden en is de lastgever niet aansprakelijk. Uitzondering : de medecontractant wist dat hij z’n mandaat te buiten ging.
Feys, Renard, Bossuyt & co NV CBFA 13371
15/28
VSDC vzw
Aansprakelijkheid en bestuurders van VZW’s www.groepnba.com
II. Lasthebber in eigen naam en voor rekening van lastgever. De lasthebber wordt aldus contracterende partij en is gehouden tot de overeenkomst en kan tevens persoonlijk aansprakelijk gesteld worden t.a.v. de lastgever. Deze wijze van benadering dient enigszins genuanceerd te worden. Het kan voorkomen dat de bestuurder buiten zijn mandaat optreedt doch dat de lastgever door zijn handelen of houding expliciet of impliciet te kennen heeft dat hij akkoord is. ( stilzwijgende of uitdrukkelijke bekrachtiging) Tevens wordt er door de rechtspraak aangenomen dat indien de medecontractant redelijk mocht verwachten dat de lasthebber bevoegd was dat dan ook de lastgever gebonden is ( schijnmandaat ). AANSPRAKELIJKHEID VAN DE BESTUURDERS IN DE VZW In deze bijdrage zal dus niet gesproken worden over de verantwoordelijkheid die de oprichters , leden en vereffenaars van de VZW kunnen dragen. Bij nader inzien kunnen we verschillende relaties onderkennen die ontstaan tussen de individuele bestuurder en andere betrokken partijen. U zult bemerken dat vele elementen die hierboven reeds besproken werden ook van toepassing zijn op de verhouding bestuurder- VZW, bestuurder - medecontractant, bestuurder- leden en bestuurder - derden. Wellicht is het ook aan te bevelen dat we de rechtspositie van de bestuurder bekijken vanuit een dubbele invalshoek. Denken we maar terug aan het belang dat we hechtten i.v.m. het onderscheid tussen de contractuele aansprakelijkheid en extra - contractuele aansprakelijkheid. Principe. Artikel 14 van de VZW -wet stelt uitdrukkelijk dat de bestuurder geen persoonlijke verplichting aangaan voor de verbintenissen van de vereniging. Hun aansprakelijkheid is beperkt tot de vervulling van de hun gegeven opdracht en de tot de in hun beheer bedreven misgrepen. Hier past het om toch even kort de notie ‘ orgaantheorie’ naar voor te brengen. Daarmede wordt bedoeld dat de personen die in het kader van de organisatie een functie uitoefenen of vertegenwoordigingsdaden stellen, en waarbij de wet uitdrukkelijk voorziet in het bestaan van een dergelijke vertegenwoordiging, dat deze personen ten aanzien van derden als orgaan worden beschouwd.
Feys, Renard, Bossuyt & co NV CBFA 13371
16/28
VSDC vzw
Aansprakelijkheid en bestuurders van VZW’s www.groepnba.com
Dat heeft voor gevolg dat de Raad van Bestuur als vertegenwoordiger beschouwd wordt ten aanzien van een derde en dat de fouten die gemaakt worden door dat orgaan rechtstreeks toegekend worden aan de VZW. Dit geldt zowel voor alle rechtshandelingen alsook voor onrechtmatig optreden van een bestuurder in deze functie. Dit houdt echter ook altijd in dat wie optreedt als orgaan de beperkingen van zijn mandaat dient te respecteren. Dit heeft aldus niet tot consequentie dat men als bestuurder niet meer aansprakelijk kan gesteld worden door derden of zelfs door de vereniging. Eerst wordt de verhouding bestuurder - VZW belicht, vervolgens de bestuurder- contractant, bestuurder- derde en bestuurder - lid.
DE BESTUURDERS EN HUN AANSPRAKELIJKHEID TEN AANZIEN VAN DE VZW.
• Contractuele aansprakelijkheid. Zoals reeds meerdere malen gesteld, ligt aan de basis van deze verhouding een contract, met name de rechtsfiguur van de lastgeving. Bijgevolg zijn de principes en bepalingen vervat in het Burgerlijk Wetboek ook hier van toepassing. (zie boven ) Doch niet enkel zullen deze elementen bepalend zijn voor de beoordeling van het al dan niet goed uitvoeren van zijn bestuursmandaat, doch ook statutaire bepalingen en de bepalingen die in de VZW - wet zijn opgenomen zullen de aansprakelijkheidsappreciatie beïnvloeden. Wij zijn zelfs de mening toegedaan dat de bestuurder niet enkel kan tekortschieten in zijn functie van vertegenwoordiger van de rechtspersoon, doch ook in datgene wat normaal mag aanzien worden als behorende tot de taak van bestuurder en die niet onmiddellijk iets te maken heeft met zijn vertegenwoordigingsbevoegdheid. Bijvoorbeeld : de normale bekwaamheid die mag verondersteld worden om een evenwichtig financieel beheer van de vereniging waar te nemen. In hoeverre de bestuurder in de uitoefening van zijn mandaat in de fout gegaan is, zal de rechter beoordelen. Hij zal dienen na te gaan in hoeverre mocht verwacht worden van een normaal vooruitziend en zorgvuldig bestuurder, in die concrete omstandigheden, dat hij op deze of gene manier gehandeld heeft. In de rechtsleer wordt hier veelal het begrip ‘ marginale toetsing’ aangehaald.
Feys, Renard, Bossuyt & co NV CBFA 13371
17/28
VSDC vzw
Aansprakelijkheid en bestuurders van VZW’s www.groepnba.com
Voorbeeld. • Het Hof van Beroep te Luik oordeelde dat de bestuurder het vermogen van iemand anders, zijnde de VZW, beheerde en aldus een zwaardere verantwoordelijkheid draagt dan een persoon die ten individuele titel handelingen stelt. • De bestuurder dienen bijvoorbeeld de algemene vergadering in te lichten wanneer zij zich bewust zijn dat de VZW niet langer zijn financiële verplichtingen kan nakomen. • In het kader van het nieuwe artikel 492 bis van het Strafwetboek ( misbruik van vennootschapsgoederen ) lijkt het mij ook aangewezen dat bij het vaststellen van dergelijke praktijken in de VZW, de bestuurder uitdrukkelijk voorbehoud maakt. Aldus zal het zich beroepen op zijn onkunde of het niet aanwezig zijn op de Raden van Bestuur beoordeeld worden als een tekort schieten in zijn plicht om als zorgvuldig bestuurder te handelen. Wel blijkt dat de beoordeling strenger is wanneer het mandaat van bestuurder bezoldigd wordt. Zijn alle bestuurders aansprakelijk ? In afwijking van het principe van hoofdelijkheid in vennootschappen, zijn de bestuurders in de VZW enkel aansprakelijk voor de schade veroorzaakt door hun persoonlijke fout. ( bepaalde uitzonderingen niet te na gesproken ). Men moet aldus het bewijs leveren dat men geen individuele fout begaan heeft. Vandaar ook het belang om als bestuurder, indien nodig, zijn bezwaar ten aanzien van een beslissing te laten notuleren. In de praktijk echter worden meestal de beslissingen in college genomen. Aldus zal een gemeenschappelijke fout de solidaire aansprakelijkheid tot gevolg hebben. En kan men aldus ook aangesproken worden voor de volledige betaling van de schade. De statuten kunnen echter wel voorzien dat de bestuurders hoofdelijk of solidair aansprakelijk zijn. Meer nog. De VZW - wet ( artikel 13 ) voorziet in een verzwaring van de aansprakelijkheid die normaal bij een lasthebber berust. Als Raad van Bestuur hebt u de mogelijkheid om een of meerdere bevoegdheden over te dragen aan een lid van de Raad of zelfs aan een derde. In dat geval bepaalt de wet dat de Raad van Bestuur aansprakelijk blijft voor de fouten Feys, Renard, Bossuyt & co NV CBFA 13371
18/28
VSDC vzw
Aansprakelijkheid en bestuurders van VZW’s www.groepnba.com
begaan door die lasthebbers. En aldus zal het niet of te weinig toezicht houden op de uitvoering van dit mandaat de aansprakelijkheid van de bestuurder tot gevolg hebben. De contractuele aansprakelijkheidsstelling van de bestuurder kan enkel gebeuren door de lastgever. De algemene vergadering kan beslissen de ‘ actio mandati’ in te stellen en dit bij gewone meerderheid. Diezelfde rechten worden ook toegekend aan eventuele vereffenaars. Bijvoorbeeld : de v.z.w. is onvermogend en een vereffenaar wordt aangesteld teneinde activa en passiva te realiseren. Een vordering t.a.v. de bestuurder voor slecht beleid kan door hem ingesteld worden. Van zodra door de algemene vergadering kwijting gegeven werd aan de bestuurder, verzaakt zij aan haar vorderingsrecht ten aanzien van de bestuurder. ( kan ook stilzwijgend gebeuren, namelijk wanneer de rekeningen van de vereniging goed gekeurd worden) De vergadering geeft echter enkel en alleen kwijting voor datgene wat uit de rekeningen kan afgeleid worden. Andere feiten die niet blijken uit de voorgelegde rekeningen kunnen aanleiding geven tot een vordering in aansprakelijkheid. Nog een aantal voorbeelden die geleid hebben tot aansprakelijkheidsstelling van de bestuurder. • •
• • • •
Een V.Z.W. wordt door een bestuurder gebruikt als commerciële dekmantel en dit wordt stilzwijgend door de andere bestuurder toegestaan. Bestuurder laten na van een mogelijke subsidie aan te vragen voor een activiteit. Na het plaats hebben van deze activiteit houden ze zich niet meer bezig met het bestuur van de vereniging. Onderscheiden schuldeisers hadden ondertussen reeds verschillende aanmaningen ter betaling van de aangegane schulden gestuurd, zonder gevolg. Leningen toestaan aan een bestuurder of werknemers. Uitgaven verrichten die niet in verhouding staan tot de verwachte inkomsten. Verbintenissen aangaan onder voorwaarden die duidelijk niet aan de normale marktvoorwaarden beantwoorden. Betaling verrichten van een niet – opeisbare schuld.
• Extra - contractuele aansprakelijkheid. Kan de bestuurder bij de uitoefening van zijn beheer ook een extra - contractuele fout maken ? Het antwoord is hier volmondig : ‘ Ja’.
Feys, Renard, Bossuyt & co NV CBFA 13371
19/28
VSDC vzw
Aansprakelijkheid en bestuurders van VZW’s www.groepnba.com
Kan de bestuurder dan ook op die basis ter verantwoording geroepen worden door de VZW ? Indien we voor zo een situatie staan spreekt men van ‘samenloop van aansprakelijkheden’. Bepaalde rechtsleer ziet een dergelijke keuzemogelijkheid in hoofde van de VZW aanwezig. Het Hof van Cassatie heeft samenloop echter reeds verworpen. Belangrijk hierbij echter is dat de kwijting die gegeven wordt door de algemene vergadering niet zal gelden voor de aansprakelijkheid die voortvloeit uit een fout die niets te maken heeft met het lastgevingscontract. In hoofde van de vereniging bestaat echter wel de keuzemogelijkheid ( contractuele vordering of extra - contractuele vordering ) wanneer de begane fout ook een overtreding inhoudt van een strafbepaling. ( zie verder ) Bijvoorbeeld, het niet betalen van R.S.Z., B.T.W., auteursrechten enz..
DE BESTUURDERS EN HUN AANSPRAKELIJKHEID TEN AANZIEN VAN DERDEN
Hier ook geldt de theorie van het orgaan. Aldus wordt verondersteld dat wanneer een handeling gesteld wordt door de bestuurder in naam en voor rekening van de v.z.w. , hij als orgaan optreedt. Bijgevolg wordt de handeling rechtstreeks toegewezen aan de rechtspersoon zelf. Vb. De bestuurder kopen voor de vereniging een computer aan. Men weigert echter de prijs te betalen aan de leverancier om een of andere reden. De leverancier kan enkel de vzw dagvaarden ter betaling van de prijs. Wanneer een foutief handelen gebeurt ten aanzien van een derde zal de vzw gehouden zijn hem te vergoeden. Van belang echter is dat bestuurder of college hun mandaat niet te buiten zijn gegaan. M.a.w. het gebrekkig uitvoeren van een overeenkomst kan geen aansprakelijkheid van de bestuurder tav een derde - contractant teweeg brengen. Tenzij natuurlijk de bestuurder buiten zijn mandaat is opgetreden. In dergelijk geval zal de derde de uitvoering van de overeenkomst van de bestuurder persoonlijk kunnen eisen of zal hij verbreking van de overeenkomst kunnen vragen met eventuele schadevergoeding. Feys, Renard, Bossuyt & co NV CBFA 13371
20/28
VSDC vzw
Aansprakelijkheid en bestuurders van VZW’s www.groepnba.com
Vb. De statuten voorzien dat de aankoop van onroerende goederen enkel kan gebeuren na goedkeuring door de algemene vergadering. Het compromis tot aankoop wordt door de Raad van Bestuur ondertekend. De goedkeuring wordt niet verleend door de algemene vergadering. De bestuurder zal gehouden zijn tot de uitvoering van het contract of tot betaling van een eventuele schadevergoeding aan de verkoper door de verbreking van de verkoop. Indien echter aangetoond wordt dat de derde kennis had dat de bestuurders handelden buiten hun mandaat ( bewijslast ? ), dan zullen en de v.z.w. en de bestuurders vrijuit gaan. Tevens kan de v.z.w. in zo’n geval de rechtshandeling van zijn bestuurder erkennen. De zaken liggen echter anders wanneer de bestuurder ( collectief of individueel ) een fout begaan die of een strafrechtelijke inbreuk of een onrechtmatige daad in de zin van artikel 1382 B.W. is. Op dat ogenblik is niet enkel de vereniging aansprakelijk doch wordt ook de persoonlijke aansprakelijkheid van de bestuurder betrokken. Een aantal voorbeelden zullen dit duidelijk maken. •
•
•
De bestuurders begaan een fout wanneer zij overgaan tot de aankoop van een onroerend goed, wetende dat op het ogenblik van het afsluiten van het compromis de financiële middelen ontoereikend zijn en geen leningsmogelijkheden aanwezig zijn. De bestuurders begaan een fout wanneer zij een begroting opmaken voor het inrichten van een bepaalde manifestatie en daarna ongeveer het dubbele van wat begroot was , uitgaven. Nadien bleek dat de opbrengst zwaar ontoereikend was en dat de bestuurder het zinkende v.z.w. – schip verlieten. Het niet betalen van R.S.Z. ( strafrechtelijke inbreuk ) is een onrechtmatige daad die de persoonlijke aansprakelijkheid van de bestuurder met zich mee brengt .
Feys, Renard, Bossuyt & co NV CBFA 13371
21/28
VSDC vzw
Aansprakelijkheid en bestuurders van VZW’s www.groepnba.com
DE BESTUURDERS EN HUN AANSPRAKELIJKHEID TEN AANZIEN VAN DE LEDEN
Principe Enkel de algemene vergadering kan normaal gezien de bestuurders voor hun verantwoordelijkheid stellen. Door het geven van de kwijting wordt de Raad van Beheer ontlast ten aanzien van de v.z.w. Echter, het individuele lid kan de bestuurder persoonlijk aansprakelijk stellen. Er dient wel een persoonlijke schade bewezen te worden . Vb. • De jaarlijkse korting toegekend aan ieder lid wordt hem ontzegd. • Hij ontvangt geen uitnodiging voor de jaarlijkse vergadering. Daarop worden er een aantal maatregelen gestemd waardoor hij benadeeld wordt.
DE AANSPRAKELIJKHEIDSVERZEKERING VOOR DE V.Z.W.
WIE KAN DE VERZEKERING ONDERSCHRIJVEN ? De vraag die menigmaal gesteld wordt is : “ Kan ik mij persoonlijk verzekeren tegen een eventuele aansprakelijkheid als bestuurder in het kader van de activiteiten van de v.z.w. “. Het antwoord hierop is : “neen”. Het is inderdaad zo dat het onderschrijven van een dergelijke verzekering niet ten individuele titel kan gebeuren. Daar is een dubbele reden toe. • Een verzekeringsmaatschappij wenst geen anti-selectie. Het spreekt voor zich dat bij eventuele aansprakelijkheidsvordering men eerder geneigd zal zijn de verzekerde persoon te dagvaarden dan de niet verzekerde. • Anderzijds is het te vermijden dat men antwoord dient te geven op de vraag : “ In welke mate is deze fout toe te wijzen aan een bestuurder. Vandaar dat de vereniging zelf de dekking dient te onderschrijven.
Feys, Renard, Bossuyt & co NV CBFA 13371
22/28
VSDC vzw
Aansprakelijkheid en bestuurders van VZW’s www.groepnba.com
“ In hoeverre de Raad van Bestuur bevoegd is om een dergelijke verzekering te onderschrijven”, is een ander probleem. Deze problematiek dient benaderd te worden in het licht van een eventuele belangenvermenging. Gezien echter in deze versie en de vereniging en de bestuurder en de leden kunnen genieten van de dekking, lijkt het mij geen inbreuk op dergelijk rechtsprincipe dat de Raad van Bestuur zijn normale rol hierin speelt. Anders zou het zijn wanneer als verzekerde enkel en alleen de bestuurder naar voren geschoven wordt.
WIE IS DE VERZEKERDE ? Het betreft hier iedere natuurlijke persoon die als bestuurder benoemd werd door de algemene vergadering. Het blijft dus belangrijk om op een regelmatige manier de bestuurders her te benoemen en de jaarlijkse neerlegging van de ledenlijst te verrichten.(natuurlijk voor zover een wijziging is opgetreden in de ledenlijst ). Niet onbelangrijk is ook dat als verzekerden beschouwd worden de eventuele erfgenamen en rechthebbenden van de verzekerde personen. Denken we maar aan de erfgenamen die de erfenis aanvaard hebben zonder voorbehoud van boedelbeschrijving en waarbij de nalatenschap gedagvaard wordt in vrijwaring. WAT IS HET VOORWERP VAN DE VERZEKERING OF WAT WORDT VERZEKERD ? Dat kan als volgt omschreven worden. “ het dragen van de financiële gevolgen voor de verzekerden, die ten hunne laste worden gelegd ten gevolge van een geschreven schade-eis tegen hen ingesteld gedurende de verzekerde periode en voor schade die zich in die periode heeft voorgedaan en dit naar aanleiding van fouten in het beheer “ Financiële gevolgen. Dit zijn de schadevergoedingen en de verdedigingskosten die naar aanleiding van een schade-eis dienen betaald te worden. De schadevergoeding is een bedrag dat men verschuldigd is aan de schadelijder.
Feys, Renard, Bossuyt & co NV CBFA 13371
23/28
VSDC vzw
Aansprakelijkheid en bestuurders van VZW’s www.groepnba.com
Deze tussenkomst is afhankelijk van het gekozen verzekerde bedrag ( vijf, tien of 20 miljoen BEF ). Het vermelde bedrag is de tussenkomst per schade-eis en per verzekeringsjaar. Hogere limieten kunnen aangevraagd worden. Er wordt een eigen risico ( franchise) van 10.000 fr. voorzien. Voor leden van VSDC die aansluiten aan de raampolis is er geen vrijstelling van toepassing. De verdedigingskosten, zijnde erelonen en diverse kosten zoals expertisekosten, zijn in het verzekerde bedrag begrepen. Eigen erelonen zijn echter niet opgenomen in de dekking. Artikel 82 van de wet op de landsverzekeringsovereenkomst voorziet ook dat de eventueel verschuldigde intresten op de hoofdsom van de schadevergoeding ook opgenomen zijn in de dekking. Schade – eis. Onder schade – eis wordt verstaan, zowel een dagvaarding als een geschreven aanspraak. M.a.w., niet enkel een vordering voor de rechtbank wordt in de dekking opgenomen, doch ook iedere schadeclaim die op een minnelijke basis kan geregeld worden. Het spreekt voor zich dat een dergelijke eis altijd in rechtstreeks verband dient te staan met de activiteiten van de v.z.w. Vb. Het behoort niet tot de normale activiteiten van een v.z.w. die zich bezig houdt met het promoten van het milieu, van op de beurs te speculeren. Vb. Het optreden van een bestuurder in een andere v.z.w. valt niet onder de dekking van de polis onderschreven door zijn v.z.w. Het is ook aan te raden om melding te maken van het feit dat er participatie of activiteit ontwikkeld wordt door een vzw in een andere vzw. Wordt de bestuurder opgedragen bepaalde externe mandaten op zich te nemen, dan is het ook aanbevelenswaardig van daarvan melding te maken. Uitsluitingen. Niet alle schade –eisen zijn gewaarborgd. Met andere woorden, wat wordt uitgesloten uit de dekking ? De schade – eisen die gebaseerd zijn op : •
Een persoonlijk voordeel van de verzekerde. Vb. een discussie die zou kunnen gevoerd worden tussen de bestuurders van de v.z.w. in verband met hun eventuele beheersvergoeding.
•
Een opzettelijke of bedrieglijke fout die aan de basis ligt van de vordering.
Feys, Renard, Bossuyt & co NV CBFA 13371
24/28
VSDC vzw
Aansprakelijkheid en bestuurders van VZW’s www.groepnba.com
De verzekeringswet laat niet toe dat opzet opgenomen wordt in de dekking van een polis. Aldus zal een bestuurder die op een frauduleuze manier handelt, niet kunnen genieten van een dergelijke dekking. •
Feiten die reeds voordien gekend waren door een van de verzekerden. Er werd echter uitdrukkelijk in de voorwaarden opgenomen dat de voorziene uitsluiting enkel tegenstelbaar is aan diegene die het persoonlijk voordeel geniet, met opzet heeft gehandeld of kennis had van de feiten die aanleiding zouden gegeven hebben tot deze vordering.
•
Schade –eisen of vorderingen die ingesteld werden voor de aanvang van de verzekering. Een huis dat in brand staat kan ook niet meer verzekerd worden.
•
Schade –eisen die ingesteld worden met het doel van een vergoeding te bekomen voor de lichamelijke, stoffelijke of daaruit voortvloeiende onstoffelijke schade. Vb. de schade die verzekerbaar is in het kader van een brandverzekering, een verzekering burgerlijke aansprakelijkheid uitbating en na levering, productaansprakelijkheid,enz…
•
Schade - eisen die verzekerbaar zijn in het kader van een verzekering beroepsaansprakelijkheid. Vb. De vordering door een patiënt ingesteld ten aanzien van het ziekenhuis omwille van een verkeerde ingreep door een van haar artsen . De vordering door een speler ingesteld tav de vereniging voor een foute behandeling door de clubdokter.
•
Boetes, zowel administratieve als strafrechtelijke.
•
Alle eisen i.v.m. vervuiling, milieu, nucleaire problematiek.
•
Schade –eisen die gebaseerd zijn op het niet naleven van zakelijke contracten zoals koop –verkoop, huur- , leasingovereenkomsten. Het is niet de bedoeling van de verzekeraar om een tekortkoming aan de contractuele verplichtingen van een vereniging te compenseren. Vb. De vereniging koopt een wagen aan. Er is echter een discussie omtrent de overeengekomen prijs. De niet – betaalde prijs of de eventuele schadevergoeding voortvloeiend uit een laattijdige betaling, zal niet ten laste genomen worden door de polis.
Feys, Renard, Bossuyt & co NV CBFA 13371
25/28
VSDC vzw
Aansprakelijkheid en bestuurders van VZW’s www.groepnba.com
Dit zijn de belangrijkste uitsluitingen. Gedurende de verzekerde periode. Aldus wordt hier bedoeld dat er dekking verleend wordt voor de schade – eisen die ingesteld worden gedurende de looptijd van het contract, voor zover de schade zich ook in diezelfde periode heeft voorgedaan. M.a.w. is het voldoende dat de vordering in desbetreffende periode ingesteld wordt, ongeacht het tijdstip waarop het schadeverwekkende feit zich heeft voorgedaan. Probleem van de posterioriteit. Zelfs wanneer de vereniging ontbonden wordt of in staat van onvermogen verklaard wordt of afziet van de verder zetting van een dergelijke polis dan is ( conform de wet op de landsverzekeringsovereenkomst ) de dekking verder geldig . De schade –eis dient wel ingesteld te zijn en gemeld te worden binnen de 36 maand na beëindiging van de overeenkomst en op voorwaarde dat ze natuurlijk betrekking hebben op feiten die zich voorgedaan hebben gedurende de looptijd van het contract. DUURTIJD VAN DE POLIS De duurtijd van de polis is een jaar. Er is een stilzwijgende verlenging tenzij een opzeg gebeurt drie maanden voor de vervaldag. GELDIGHEID VAN DE POLIS Waar geldt de polis ? De dekking is verworven over gans de wereld. WELKE ZIJN DE VERPLICHTINGEN VAN DE VERZEKERINGSNEMER In de aanvangsfase dient de verzekeringsnemer het voorstelformulier correct in te vullen. Indien erom gevraagd wordt, dient een actualiseringsformulier ingevuld te worden. Er wordt ook discretie en geheimhouding gevraagd omtrent het bestaan van een dergelijke verzekering in hoofde van de vereniging. Treden er belangrijke veranderingen op binnen de v.z.w. dan blijft het aan te raden deze aan de tussenpersoon schriftelijk mede te delen.
Feys, Renard, Bossuyt & co NV CBFA 13371
26/28
VSDC vzw
Aansprakelijkheid en bestuurders van VZW’s www.groepnba.com
De meest voorkomende mededeling zal bijvoorbeeld zijn : de verandering van het jaarbudget. Onder jaarbudget wordt verstaan : het bedrag van de door de algemene vergadering goedgekeurde begroting. Gedurende de looptijd van het contract zal iedere schade-eis, die zou kunnen aanleiding gegeven tot tussenkomst van de verzekeraar, zo spoedig mogelijk aangemeld worden. Al het nodige zal door de verzekerde gedaan worden teneinde zijn rechten te vrijwaren. Opgave zal gebeuren en van de aard en omstandigheden van de eis, bedrag van gevraagde vergoeding, kopij van ieder document die daarmede betrekking heeft. Een voorafgaande toestemming dient aan de maatschappij gevraagd te worden teneinde eventuele tussenkomst in verdedigingskosten te bekomen. De premie dient betaald te worden. De hoegrootheid wordt bepaald in functie van het gekozen te verzekeren bedrag en de grootte van het jaarbudget van de v.z.w.
Jos Renard. Bestuurder.
Feys, Renard, Bossuyt & co NV CBFA 13371
27/28
VSDC vzw