Meer info inzake aansprakelijkheid VZW en haar bestuurders DE BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID De persoon die schade aan iemand anders veroorzaakt, is verplicht die te herstellen. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen de contractuele en de aquiliaanse aansprakelijkheid. CONTRACTUELE AANSPRAKELIJKHEID De contractuele aansprakelijkheid betreft het niet, gedeeltelijk of slecht uitvoeren van een overeenkomst. Het gaat dus om schade veroorzaakt door een contracterende partij aan een medecontractant. BUITENCONTRACTUELE AANSPRAKELIJKHEID De aquiliaanse of extracontractuele aansprakelijkheid betreft de schade veroorzaakt aan derden, met andere woorden aan personen die niet door een overeenkomst met elkaar verbonden zijn. DE STRAFRECHTELIJKE AANSPRAKELIJKHEID Het is deze aansprakelijkheid die men heeft voor gedragingen die indruisen tegen strafrechtelijke normen, waarop de gemeenschap met een strafsanctie reageert. Het voornaamste verschil tussen strafrecht en burgerlijk recht is dat strafrecht de schuldige wenst te straffen, terwijl het burgerlijk recht het herstel van de veroorzaakte schade nastreeft.
HET ALGEMENE PRINCIPE: DE VZW IS AANSPRAKELIJK VOOR DE TEKORTKOMINGEN VAN HAAR LEDEN EN BESTUURDERS De algemene regel In het normale rechtsverkeer is het zo dat men een persoon kan aanspreken wanneer hij of zij bepaalde tekortkomingen heeft begaan. Die persoon zal deze tekortkomingen moeten rechtzetten. Ook een VZW, haar leden en haar bestuurders kunnen verschillende tekortkomingen begaan. De algemene regel luidt dan als volgt: Indien leden en bestuurders bepaalde tekortkomingen begaan, dan kan alleen de VZW worden aangesproken om deze tekortkomingen recht te zetten en/of te compenseren Met andere woorden: de leden en bestuurders van de VZW lopen in principe geen enkel risico. Indien de VZW een contractuele overeenkomst niet kan nakomen, kan men in principe enkel de VZW aanspreken. Indien de leden of bestuurders fouten maken in hun opdracht, zullen deze fouten in principe worden toegerekend aan de VZW
De algemene regel in de praktijk Hoe moet men zich deze algemene regel concreet voorstellen? Wel, door de “rechtspersoonlijkheid” wordt er als het ware een muur gebouwd tussen enerzijds de leden en bestuurders (die de organen vormen van de VZW) en anderzijds de buitenwereld.
Bij tekortkomingen kan men dan alleen de VZW zelf aanspreken en niet de bestuurders of leden, die zich achter de “muur” bevinden. Gedupeerde buitenstaanders kunnen zich hiervoor – in principe – enkel wenden tot de VZW zelf. Het is duidelijk dat door de “rechtspersoonlijkheid” het risico van de individuele leden en bestuurders naar de VZW zelf wordt verlegd.
F.A.Q. – Veel gestelde vragen Geldt deze algemene regel ook bij een feitelijke vereniging? Neen. Een feitelijk vereniging heeft geen rechtspersoonlijkheid. Dit betekent eigenlijk dat deze vereniging “feitelijk” wel bestaat, maar voor het recht als het ware niet bestaat. � Een feitelijke vereniging kan dan ook geen contracten afsluiten, mensen tewerk stellen, een clublokaal huren of kopen, enz. … Hoogstens zouden de leden van de feitelijke vereniging dit in eigen naam kunnen doen. � Bovendien heeft een feitelijke vereniging geen eigen vermogen. De bezittingen van de feitelijke vereniging zullen eigendom zijn van de leden persoonlijk. � Tenslotte bezit de feitelijke vereniging geen eigen aansprakelijkheid. Indien er iets mis zou lopen, komt men automatisch bij de leden van de feitelijke vereniging persoonlijk terecht.
GEVOLGEN VAN DE ALGEMENE REGEL
GEVOLG 1: Contractuele aansprakelijkheid van de VZW In de eerste plaats is de VZW aansprakelijk voor contractuele verbintenissen die worden aangegaan in naam en voor rekening van de VZW door leden, bestuurders en/of bevoegde derden. Dit wordt trouwens uitdrukkelijk in de VZW – wet aangehaald in art. 14bis: “De bestuurders gaan geen enkele persoonlijke verplichting aan inzake verbintenissen die de vereniging aangaat” Om te kunnen spreken van contractuele aansprakelijkheid van de VZW moeten twee voorwaarden zijn vervuld: In de eerste plaats moet er sprake zijn van een contract of overeenkomst aangegaan in naam en voor rekening van de VZW. Vervolgens moet er sprake zijn van een tekortkoming.
GEVOLG 2: Buitencontractuele aansprakelijkheid van de VZW In de tweede plaats is de VZW aansprakelijk voor fouten die worden begaan door leden en bestuurders. Dit is de zogenaamde buitencontractuele aansprakelijkheid van de VZW Dit wordt trouwens uitdrukkelijk in de VZW – wet aangehaald in art. 14: “De vereniging is aansprakelijk voor de fouten die kunnen worden toegerekend aan haar aangestelden of aan organen waardoor ze handelt” Om te kunnen spreken van buitencontractuele aansprakelijkheid van de VZW moeten twee voorwaarden zijn vervuld: In de eerste plaats mag er geen sprake zijn van een contract of overeenkomst. Vervolgens moet er sprake zijn van een tekortkoming.
GEVOLG 3: Strafrechtelijke aansprakelijkheid van de VZW
Tenslotte kan een VZW ook strafrechtelijk aansprakelijk gesteld worden. Art. 5 van het Strafwetboek stelt het volgende: “Een rechtspersoon is strafrechtelijk verantwoordelijk voor misdrijven die hetzij een intrinsiek verband hebben met de verwezenlijking van zijn doel of de waarneming van zijn belangen, of die, naar blijkt uit de concrete omstandigheden, voor zijn rekening zijn gepleegd” Het is duidelijk dat deze voorwaarden vervuld moeten zijn opdat een VZW zelf strafrechtelijk aansprakelijk kan worden gesteld. Indien een VZW strafrechtelijk aansprakelijk wordt gesteld, dan zal zij een bepaalde straf moeten ondergaan. Deze straf zal bestaan uit een geldboete.
WANNEER IS EEN BESTUURDER VAN DE VZW PERSOONLIJK AANSPRAKELIJK? A. DE RISICO’S Bestuurders lopen in twee richtingen een persoonlijk aansprakelijkheidsrisico. In de eerste plaats kan de bestuurder persoonlijk worden aangesproken vanuit de richting van de VZW zelf. Men spreekt dan van interne aansprakelijkheid. Vervolgens kan een bestuurder ook persoonlijk aangesproken worden vanuit de richting van derden. Men spreekt dan van externe aansprakelijkheid. Tenslotte loopt een bestuurder ook het risico om strafrechtelijk aansprakelijk te worden gesteld.
RISICO 1: Aangesproken vanuit de richting van de VZW zelf (Interne aansprakelijkheid) De aansprakelijkheid wegens bestuursfouten is een contractuele aansprakelijkheid Bestuurders worden immers benoemd door de algemene vergadering, waarna ze hun mandaat moeten aanvaarden. Op dat moment ontstaat er een contract tussen de VZW en de bestuurder. Dat contract wordt een “lastgevingcontract” genoemd en zal naar behoren moeten worden uitgevoerd. Indien de bestuurder dit contract niet nakomt, kan de bestuurder hiervoor door de VZW zelf persoonlijk aansprakelijk gesteld worden. Dit kan in drie gevallen: wanneer die bestuurders bestuursfouten maakt, de VZW – wetgeving schendt of een inbreuk maakt op de statuten..
1.1 Persoonlijke aansprakelijkheid van de bestuurder wegens bestuursfouten Men spreekt van een bestuursfout wanneer een bestuurder in de uitoefening van zijn mandaat tekort komt aan de verplichting om de VZW zorgvuldig te besturen, zoals van een normaal en zorgvuldig bestuurder in die positie redelijkerwijze mag worden verwacht. Men hanteert het criterium van de “goede huisvader”. De bestuursfout kan bestaan uit een beslissing, een handeling, een stilzitten, een onvoorzichtigheid, een vergetelheid, enz. Bij de beoordeling van het al dan niet bestaan van een bestuursfout zal de rechter zich in de plaats stellen van de bestuurder op het moment dat de zogezegde fout (a priori beoordeling). De rechter kan bovendien rekening houden met verschillende elementen, zoals de vorming van de bestuurder, het al dan niet bezoldigd zijn van het mandaat, enz. … (marginale toetsing). Voorbeelden van bestuursfouten zijn o.a.: � Ondertekening van contracten met duidelijk nadelige voorwaarden voor de VZW;
� Het gebruik van goederen voor een doel dat vreemd is aan het maatschappelijk doel van de VZW; � Verbintenissen aangaan terwijl men weet dat de VZW ze niet kan nakomen; � …
1.2. Persoonlijke aansprakelijkheid van de bestuurder wegens schending VZW – wetgeving Indien een bestuurder de VZW – wetgeving schendt, kan hij daarvoor door de VZW zelf aansprakelijk worden gesteld. De VZW zal dan de schending moeten aantonen, evenals de schade en het oorzakelijk verband tussen de schending en de schade. Onder de VZW – wetgeving wordt de VZW – wet en de bijhorende K.B.’s verstaan. De VZW – wetgeving voorziet verschillende verplichtingen, die op andere plaatsen in dit boek uitgebreid werden toegelicht. Telkens wanneer een bestuurder deze verplichtingen schendt, kan de VZW zelf hem hiervoor persoonlijk aansprakelijk stellen. De belangrijkste schendingen van de VZW – wetgeving zijn: � Het niet aanpassen van de statuten aan de nieuwe VZW – wetgeving; � Het niet voeren van de juiste en verplicht opgelegde boekhouding; � Het niet – naleven van de oproepingsvoorwaarden van de algemene vergadering; � … 1.3. Persoonlijke aansprakelijkheid van de bestuurder wegens schending statuten Ook indien een bestuurder de statuten schendt, kan hij daarvoor door de VZW zelf aansprakelijk worden gesteld. De VZW zal dan de schending moeten aantonen, evenals de schade en het oorzakelijk verband tussen de schending en de schade. De statuten kunnen bijkomende verplichtingen bevatten. Voorbeelden hiervan zijn: � Het niet – respecteren van strengere meerderheden en/of aanwezigheidsquora � Het niet – nakomen van bijkomende verplichtingen opgelegd in de statuten � Het benoemen van een dagelijks bestuur of een orgaan van vertegenwoordiging, terwijl deze mogelijkheid in de statuten niet werd voorzien
RISICO 2: Externe aansprakelijkheid Een bestuurder kan ook worden aangesproken vanuit de richting van een derde. Met deze derde heeft de bestuurder persoonlijk geen contractuele band. Deze derde kan de bestuurder dan ook niet aanspreken op basis van de contractuele aansprakelijkheid, maar zal dat moeten doen op basis van de buitencontractuele aansprakelijkheid.
2.1. Persoonlijke aansprakelijkheid van de bestuurder door buitencontractuele tekortkoming ten opzichte van derden Een derde kan een bestuurder persoonlijk aansprakelijk stellen wanneer deze bestuurder een buitencontractuele tekortkoming begaat. 2.2. Persoonlijke aansprakelijkheid van de bestuurder bij het niet-nakomen van contracten door de VZW Indien een derde een contract afsluit met een VZW, is die VZW in principe gehouden om dat contract na te komen. Toch bestaat er een situatie waarbij een bestuurder van een VZW toch persoonlijk aansprakelijk gesteld kan worden om de gevolgen van een contract met de VZW na te komen Hiervoor moeten volgende voorwaarden vervuld zijn: a) de derde moet een contractspartij zijn van de VZW Deze persoonlijke aansprakelijkheidsgrond geldt enkel wanneer de derde een overeenkomst heeft afgesloten met de VZW b) het contract tussen de VZW en de derde wordt niet naar behoren uitgevoerd, waardoor er een zekere schade ontstaat voor de derde Dit is de schade die men in principe op de VZW zou kunnen verhalen. c) er wordt tevens een buitencontractuele tekortkoming begaan door de desbetreffende bestuurder persoonlijk, waardoor er een zekere schade ontstaat voor de derde, maar de schade is niet dezelfde schade als bij b) Dit is de schade die men niet op de VZW kan verhalen. Dit is steeds het geval wanneer de desbetreffende bestuurder een strafrechtelijke inbreuk maakt: � Het niet – uitbetalen van een loon; � Het plegen van B.T.W – fraude; � … d) de desbetreffende bestuurder moet een uitvoerende taak hebben Volgens het Hof van Cassatie is de raad van bestuur steeds een uitvoerder
RISICO 3: Strafrechterlijke aansprakelijkheid Indien een bestuurder misdrijven pleegt, kan hij of zij hiervoor persoonlijk aansprakelijk worden gesteld.