AANLEVERPROTOCOL GEMEENTELIJKE MONITOR SOCIAAL DOMEIN
Doel van dit document Dit document beschrijft het aanleverproces en de aanleverrichtlijnen behorend bij de halfjaarlijkse gegevensaanlevering voor de gemeentelijke monitor Sociaal Domein. Dit protocol heeft alleen betrekking op de gegevens die ieder halfjaar door gemeenten worden aangeleverd aan het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het protocol beschrijft gedetailleerd welke definities worden gehanteerd bij aanlevering van de gegevens en hoe de gegevens zijn opgebouwd. Versie 15 december 2015
INHOUDSOPGAVE
Inleiding .........................................................................................................................................................................3 1.1.
Doel van het aanleverprotocol ................................................................................................................3
1.2.
Toelichting op het aanleverprotocol .......................................................................................................3
1.3.
Wijzigingen ten opzichte van de versie van 4 augustus 2015 .................................................................5
1.4.
Beheer en doorontwikkeling aanleverprotocol ......................................................................................6
1.5.
Opbouw aanleverprotocol ......................................................................................................................6
Deel I: Aanleverproces ..................................................................................................................................................7 Aanlevertermijnen ................................................................................................................................................7 Aanleverproces .....................................................................................................................................................7 Deel II: Aanleverrichtlijnen .........................................................................................................................................12 Niveau uitvraag gegevens ...................................................................................................................................12 Definities aan te leveren bestanden ...................................................................................................................12 Selecteren van de aan te leveren data ...............................................................................................................13 Leeswijzer ...........................................................................................................................................................13 2.
Wmo-maatwerkarrangementen ...................................................................................................................14 2.1.
Samenvatting bestandsspecificaties Wmo ...........................................................................................15
2.2.
Aanmaakdatum bestand .......................................................................................................................17
2.3.
Gemeentecode ......................................................................................................................................17
2.4.
Burgerservicenummer (BSN) .................................................................................................................17
2.5.
Type maatwerkarrangement (productcategorie) .................................................................................17
2.6.
Beoogde startdatum ondersteuning (ingangsdatum) ...........................................................................18
2.7.
Beoogde einddatum ondersteuning .....................................................................................................19
2.8.
Leveringsvorm (toewijzing) ...................................................................................................................19
2.9.
Datum start daadwerkelijke ondersteuning .........................................................................................20
2.10.
Einddatum ondersteuning ....................................................................................................................21
2.11.
Intensiteit van ondersteuning ...............................................................................................................21
2.12.
Daadwerkelijk betaald bedrag (kosten specialistische ondersteuning Wmo) ......................................25
2.13.
Reden beëindiging ondersteuning ........................................................................................................26
3.
Kosten sociale basisondersteuning ...............................................................................................................28
4.
Kosten ondersteuning Jeugd .........................................................................................................................29 4.1.
Kosten per type ondersteuning.............................................................................................................29
Bijlage I: Veelvoorkomende (technische) fouten in aangeleverd gegevensbestand (d.d. december 2015) ............32
2
Inleiding 1.1. Doel van het aanleverprotocol Dit document bevalt het aanleverproces en de aanleverrichtlijnen behorend bij de halfjaarlijkse gegevensaanlevering voor de gemeentelijke monitor Sociaal Domein aan het CBS. Dit protocol heeft alleen betrekking op de gegevens die ieder halfjaar door gemeenten worden aangeleverd aan CBS. Het protocol beschrijft gedetailleerd welke definities worden gehanteerd bij aanlevering van de gegevens en hoe de gegevens zijn opgebouwd. 1.2. Toelichting op het aanleverprotocol Gemeenten staan voor een grote veranderopgave om met minder middelen, kwalitatief goede zorg en ondersteuning te organiseren. Goede informatievoorziening is noodzakelijk voor het slagen van de gewenste transformatie. Adequate beleidsinformatie past binnen de maatschappelijke trend om naar de resultaten van zorg en ondersteuning te kijken. Voor dit doel is de gemeentelijke monitor Sociaal Domein ontwikkeld. Wat is de gemeentelijke monitor Sociaal Domein? De gemeentelijke monitor Sociaal Domein helpt gemeenten om beleidsinformatie voor het Sociaal Domein (Jeugd, Wmo en Participatiewet) integraal inzichtelijk te maken. De monitor biedt op termijn inzicht in de effecten van het beleid en in het antwoord op de vraag of de gestelde doelen zijn gehaald. In 2016 biedt de monitor inzicht in:
gemeenteprofiel1. gebruik van maatwerkvoorzieningen in het Sociaal Domein stapeling van gebruik binnen het Sociaal Domein kosten2 van de Wmo, Jeugd, Participatiewet en sociale basisondersteuning cliëntervaring en cliënttevredenheid Wmo en Jeugd3 publieke gezondheid en sociale veiligheid samenloop met Wet Langdurige Zorg (Wlz) en Zorgverzekeringswet (Zvw)
Tegelijk worden de indicatoren met gemeenten en andere stakeholders doorontwikkeld. Veel van bovenstaande informatie is bij CBS reeds beschikbaar. Voor informatie over de Participatiewet en de Jeugdwet wordt gebruik gemaakt van de gegevens die gemeenten, respectievelijk jeugdaanbieders al leveren aan CBS. Dit aanleverprotocol richt zich alleen op de gegevens die nog niet via een andere bron beschikbaar zijn bij het CBS, namelijk de specialistische ondersteuning Wmo, de kosten per voorziening voor Jeugd en de sociale basisondersteuning.
1 Voor een volledig overzicht van de doelstellingen en indicatoren van de monitor, zie www.visd.nl/beleidsinformatie 2 Afhankelijk van de betrouwbaarheid van de kosten worden de kosten gepubliceerd. Het CBS toetst de betrouwbaarheid van de kosten voor aanvang van iedere publicatie. 3 Onder voorbehoud van de voortgang van het landelijk ontwikkelingstraject dat op dit moment loopt voor beide wetten. De gemeentelijke monitor sluit hierbij aan en is afhankelijk van de voortgang van deze trajecten.
3
Welke gegevens moet ik aanleveren voor de gemeentelijke monitor Sociaal Domein? De gegevens die direct bij gemeenten worden uitgevraagd betreffen de volgende onderwerpen:
Maatwerkarrangementen in de Wmo (op BSN-niveau uitgevraagd). De aan te leveren set gegevens voor Wmo is gesplitst in een basisset en een facultatieve set. Bij het bepalen van de voor de monitor benodigde gegevens is aansluiting gezocht bij taal die wordt gebruikt bij de standaarden iWmo. Het gebruik van de iWmo-standaarden vergemakkelijkt het aanleveren van gegevens voor de monitor. In verband met de conversie van de iWmo standaarden 1.0 naar 2.0 tussen 1 januari en 1 april 2016 ondersteunt het aanleverprotocol de definities van beide versies van de iWmo standaarden (1.0 en 2.0). Een nadere toelichting staat beschreven in hoofdstuk 2. Kosten sociale basisondersteuning (aansluiting op niveau uitvraag van IV3-informatie en dus niet op persoonsniveau): informatie betreffende de kosten van sociale basisondersteuning. Deze gegevens worden reeds door gemeenten met meer dan 20.000 inwoners aan CBS geleverd. Echter, deze informatie wordt apart uitgevraagd, omdat gemeenten met minder dan 20.000 inwoners geen IV3informatie aanleveren bij CBS. Om een betrouwbare vergelijking van de kosten tussen gemeenten mogelijk te maken is sprake van een (aanvullende) levering voor de kosten van sociale basisondersteuning voor alle gemeenten gewenst. De kosten van sociale basisondersteuning worden verdeeld naar de relevante IV3 codes. Kosten ondersteuning Jeugd (op voorzieningenniveau en dus niet op persoonsniveau): informatie betreffende de kosten voor Jeugd.
Koppeling van deze gegevens aan andere beschikbare informatie: verrijking vermindert administratieve lasten In opdracht van de VNG, mede namens u, verzamelt het CBS de gegevens die zijn vastgesteld in de ALV. Het CBS verrijkt de gegevens per gemeente met reeds bij het CBS beschikbare informatie, zoals beleidsinformatie Jeugd, gebruik van Wlz en Zvw, en informatie over de publieke gezondheid en sociale veiligheid. Het CBS verstrekt vervolgens de uitkomsten op geaggregeerd niveau aan VNG/KING, die de gegevens ontsluit via www.waarstaatjegemeente.nl. De gegevens zijn dus niet te herleiden tot een individu of organisatie. Met het CBS als partner, is de privacy van de data geborgd. Voor statistisch en wetenschappelijk onderzoek ontvangt, beheert en verwerkt het CBS informatie over personen. De manier waarop dit plaatsvindt, is geregeld in wet- en regelgeving, namelijk in de CBS-wet en de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). Automatische upload van Wmo gegevens uit de gemeentelijke systemen In samenwerking met software leveranciers zijn programmatuur en query’s ontwikkeld waarmee de Wmo gegevens (op BSN niveau) automatisch uit de back office systemen van gemeenten getrokken kunnen worden. Dit heeft als doel om de administratieve lasten voor gemeenten zoveel als mogelijk te beperken. Iedere software leverancier heeft een programma/query ontwikkeld, toegepast op de eigen software. Neem contact op met uw software leverancier om gebruik te maken van de door hen ontwikkelde programmatuur of query. Kwaliteit data en publicatie: door middel van “opt in” kwaliteitscontrole door gemeenten U heeft als gemeente de mogelijkheid om een toets te doen op de kwaliteit van de aangeleverde gegevens voor de gemeentelijke monitor Sociaal Domein. Er dient onderscheid te worden gemaakt in enerzijds het toetsen van de kwaliteit van de aangeleverde data en anderzijds het verzoek om wel of geen akkoord te geven op het gebruik van de aangeleverde gegevens voor de publicatie van inzichten. 4
1) “Op orde”: Het CBS maakt op twee momenten een “op orde”-rapport van de aangeleverde gegevens, op basis waarvan uw gemeente de aangeleverde gegevens kan toetsen op juistheid en volledigheid. In deze rapportages zet CBS de aangeleverde gegevens af tegen een vergelijkbare groep van gemeenten. Op basis hiervan kunt u als gemeente beoordelen of de aangeleverde gegevens ‘op orde’ zijn, oftewel compleet en inhoudelijk correct zijn. Indien op basis van het eerste “op orde”-rapport blijkt dat de aangeleverde gegevens niet compleet of niet correct zijn, dan heeft een gemeente de mogelijkheid om een correctielevering te doen. Meer informatie over de “op orde”-rapporten vindt u in deel I “Aanleverproces”. 2) “Opt in”: als de aangeleverde gegevens volledig en correct zijn, dan kunt u in deze vervolgstap aangeven of de gegevens gebruikt mogen worden voor informatie, onderzoek en publicatie van inzichten (op hoger aggregatie niveau!) op Waarstaatjegemeente.nl, CBS StatLine en de CBS website. Zonder uw toestemming in de vorm van dit “opt in”- besluit, worden uw gegevens niet gebruikt voor deze doeleinden. CBS kan op haar beurt ook besluiten om data niet te publiceren, indien zij er niet van overtuigd is dat de data van voldoende kwaliteit zijn. In deel I wordt het proces van aanlevering tot publicatie verder toegelicht, evenals de “opt in”- keuze voor gemeenten. Let op: De gegevens zoals teruggekoppeld in het “op orde”-rapport worden niet op hetzelfde detailniveau gepubliceerd. De gegevens worden gebruikt om op hoger aggregatie niveau inzichten te ontsluiten. Op waarstaatjegemeente.nl kunt u de rapportage gemeentelijke monitor bekijken, dit geeft u meer inzicht over welk niveau van terugkoppeling van de gegevens u kunt verwachten. Voor het Wmo-bestand verleent u apart toestemming voor het gebruik van de basisset en de facultatieve set. Ontwikkeling aanleverprotocol De gemeentelijke monitor is net als het Sociaal Domein constant in ontwikkeling. Het aanleverprotocol wordt aan de hand van deze ontwikkelingen aangepast. 1.3. Wijzigingen ten opzichte van de versie van 4 augustus 2015 Het aanleverprotocol versie 4 augustus 2015 is gewijzigd. Onderstaand vindt u een overzicht van alle wijzigingen in het protocol na 4 augustus 2015.
De focus van de gegevensaanlevering voor Wmo ligt op de basisset. Dit komt tot uiting in: o het aanleverprotocol: hierin wordt het onderscheid tussen de basisset en facultatieve set beter benadrukt. o de technische toets: het Wmo-bestand wordt goedgekeurd wanneer geen technische fouten voorkomen in de basisset. Bij technische fouten in de facultatieve set wordt het bestand niet afgekeurd, maar krijgt een gemeente wel een terugkoppeling van de betreffende fouten. Wij adviseren om facultatieve gegevens wel te blijven aanleveren voor de doorontwikkeling van de gemeentelijke monitor. o “op orde”-rapport: het rapport koppelt ook facultatieve gegevens terug indien deze gegevens technisch goed zijn aangeleverd. o de “opt in”- functionaliteit: gemeenten geven apart toestemming over het gebruik van de basisset en de facultatieve set voor informatie, publicatie en onderzoek. 5
De AGB code is verwijderd in de gegevens uitvraag. Uit ervaring met de eerste aanleveringen blijkt dat de AGB code onvoldoende inzicht geeft in gebruik naar verschillende typen instelling. Daarnaast hebben gemeenten in diverse toetsingssessies aangegeven inzichten naar type instelling slechts beperkt relevant te vinden. Om deze reden is ervoor gekozen dit inzicht niet langer op te nemen in de gemeentelijke monitor. De wijziging van de iWmo standaarden naar versie 2.0 leidt ook tot een aantal wijzigingen in het aanleverprotocol in verband met de aansluiting van de gegevens uitvraag op de taal van de iWmo standaarden. Concrete wijzigingen betreffen: o Toevoeging van het gegeven ‘beschikte frequentie’. o Wijziging van codelijsten voor: Eenheid Reden beëindiging Reden intrekking o Voor leveringsvorm is geen equivalent meer beschikbaar in de iWmo standaarden 2.0. In verband met de relevantie van het gegeven houden we leveringsvorm wel in de uitvraag en sluiten we aan bij de originele categorieën zoals ondersteunt in de iWmo standaarden 1.0.
1.4. Beheer en doorontwikkeling aanleverprotocol Het aanleverprotocol wordt beheerd en ge-update door KING. Dit document wordt elke uitvraag aangepast ten behoeve van verbetering van de kwaliteit van de aanlevering. Ook wordt het document waar nodig aangepast ten gevolge van de inhoudelijke doorontwikkeling van de gemeentelijke monitor. U vindt de laatste versie van het protocol altijd op de website van KING en VNG onder het thema gemeentelijke monitor Sociaal Domein. Heeft u opmerkingen over dit protocol, neemt u dan contact op met KING via telefoonnummer 070 373 8008 of via e-mail
[email protected]. 1.5. Opbouw aanleverprotocol Het aanleverprotocol bestaat uit drie delen: Deel I bevat een beschrijving van de stappen die gemeenten zetten in het proces voorafgaand aan de data-aanlevering. Ook is een overzicht van de aanlevertermijnen opgenomen. Tevens bevat dit deel de praktische informatie met betrekking tot de gegevensaanlevering aan CBS. Deel II bevat de aanleverrichtlijnen, de daarbij horende definities en de opbouw van de gegevens. Het deel is opgesplitst in drie afzonderlijke hoofdstukken: o Hoofdstuk 2 heeft betrekking op de aanlevering van gegevens over de specialistische ondersteuning binnen de Wmo. o Hoofdstuk 3 heeft betrekking op de aanlevering van gegevens over de sociale basisondersteuning. o Hoofdstuk 4 heeft betrekking op de aanlevering van gegevens over de Jeugdwet
6
Deel I: Aanleverproces Aanlevertermijnen De perioden waarover u ieder halfjaar een gegevensset4 aanlevert zijn: H1: januari t/m juni H2: juli t/m december De komende aanlevertermijnen (onder voorbehoud) zijn weergegeven in de onderstaande tabel: Periode waarover gegevens worden aangeleverd (H1 2015 +)5 H2 2015 (H2 2015 +) H1 2016 (H1 2016 +) H2 2016
Moment van aanlevering Vanaf januari 2016 Vanaf juli 2016 Vanaf januari 2017
Aanleverproces Het aanleverproces bestaat uit verschillende stappen. Deze stappen staan hieronder gevisualiseerd en worden daarna achtereenvolgens beschreven.
Heeft u al een coördinator aangemeld en kunt u al inloggen op het up- en downloadportaal? Ga dan verder bij stap 3. Stap 1: Aanmelding coördinator Voor het zo veilig mogelijk uploaden en downloaden van gegevens over uw gemeente en het nemen van beslissingen omtrent publicatie is het belangrijk dat CBS beschikt over de contactgegevens van een coördinator. Deze coördinator is namens uw gemeente verantwoordelijk/gemachtigd voor:
Het aanleveren van een functioneel, niet-persoonsgebonden e-mailadres: een functioneel emailadres is niet persoonsgebonden en kan gebruikt blijven worden als in de toekomst iemand anders de rol van coördinator overneemt. Daarnaast kan de inbox van dit e-mailadres met meerdere
4
Een gegevensset bestaat uit drie aparte bestanden voor de verschillende onderdelen: Wmo, Kosten Jeugd en kosten sociale basisondersteuning. Een nader toelichting op de bestandsspecificaties per bestand vindt u in deel 2 ‘Aanleverrichtlijnen’ 5 Indien gewenst kan uw gemeente bij iedere uitvraag een correctielevering doen over het halfjaar ervoor.
7
personen worden gedeeld. Een voorbeeld van een functioneel emailadres is
[email protected] Het aanleveren van de juiste gegevens aan CBS Het verlenen van toestemming voor het gebruik van de gegevens voor informatie, onderzoek en publicatie van de gegevens door CBS en www.waarstaatjegemeente.nl
Dat betekent overigens niet dat deze coördinator al deze activiteiten ook daadwerkelijk zelf uit dient te voeren. Hij of zij is wel aanspreekpunt voor CBS voor deze drie punten; alle informatie-uitwisseling zal via deze coördinator verlopen. Per gemeente kan bij CBS maar één coördinator aangemeld worden. Dit omdat er één aanspreekpunt per gemeente dient te zijn t.b.v. het verkrijgen van toestemming voor publicatie. Het is mogelijk dat de gegevensaanlevering voor meerdere gemeenten door één contactpersoon en in dezelfde bestanden plaatsvindt. CBS verzoekt alle gemeenten hun coördinator door te geven. Indien u dit nog niet heeft gedaan, dan kunt u een e-mail sturen naar
[email protected] waarin u aangeeft contactpersoon te zijn. U ontvangt dan een registratieformulier. Na aanmelding van een coördinator, communiceert CBS over de inloggegevens voor het uploadportaal aan de door u doorgegeven coördinator. Let op: regel tijdig vervanging bij afwezigheid van de coördinator. Zorg daarnaast dat inlogcodes worden gedeeld met de vervangende perso(o)n(en). Stap 2: Inloggen op het up- en downloadportaal De coördinator ontvangt van CBS de inloggegevens voor het up- en downloadportaal. Er worden 2 portalen ingericht: een uploadportaal waar de gemeente de gegevensaanlevering richting CBS mee verzorgt en een downloadportaal. Dit is de omgeving waarin CBS de “op orde”-rapporten klaarzet voor u om te downloaden (de informatie op basis waarvan u uw keuze voor publicatie baseert, zie “aanleverproces” voor meer informatie). Zodra er gegevens van CBS voor gemeenten klaar staan ontvangt de gemeente hierover een e-mail met instructies om deze gegevens op te halen. De inlogcode voor het ophalen van gegevens ontvangt de coördinator tijdig per post. Stap 3: Gegevensaanlevering In de tijdslijn vindt u de startdatum van de eerstvolgende gegevensaanlevering. Vanaf deze startdatum levert u een gegevensset aan via het uploadportaal van het CBS. Een gegevensset bestaat uit drie aparte bestanden voor de verschillende onderdelen:
Wmo Jeugdwet Sociale basisondersteuning.
De bestandsspecificaties waaraan deze bestanden dienen te voldoen vind u in deel 2 ‘Aanleverrichtlijnen’.
8
Stap 3a: Technische toets De gemeente ontvangt na aanlevering van de gegevens zo spoedig mogelijk - maar uiterlijk binnen 3 werkdagen - een technische terugkoppeling van het CBS die betrekking heeft op de technische juistheid van de aangeleverde gegevens. Denk aan een controle op het bestandsformat en het juiste aantal tekens in kolommen. De technische terugkoppeling gaat altijd naar de gemeente die het bestand heeft aangeleverd. De terugkoppeling vindt per email plaats, geadresseerd aan de coördinator via het functionele emailadres. Indien sprake is van een foutieve upload kan direct een nieuwe aanlevering worden gedaan. U kunt meerdere keren aanleveren om te komen tot een technisch juist bestand. Een overzicht van veelvoorkomende fouten bij het aanleveren van gegevens aan CBS vindt u in bijlage I van dit document. Let op: het Wmo bestand wordt alleen afgekeurd bij technische fouten in de basisset. Bij fouten in de facultatieve set wordt het bestand niet afgekeurd, maar ontvangt u wel een terugkoppeling van de betreffende technische fouten. Op basis hiervan kunt u besluiten of u het bestand alsnog opnieuw wilt aanleveren. Een juiste aanlevering van gegevens uit de facultatieve set blijft gewenst in verband met de doorontwikkeling van de monitor en het controleren van de kwaliteit en betrouwbaarheid van de gegevens over tijd. Ook om die reden ondersteunt de programmatuur en query’s ontwikkeld door software leveranciers een automatische gegevensuitdraai van zowel de basis- als facultatieve set van het Wmo-bestand. Het Wmo bestand wordt door CBS in een aantal stappen op fouten gecontroleerd. Hierdoor kan het voorkomen dat u het bestand meerdere malen afgekeurd terug kan ontvangen, terwijl u eerdere aangegeven fouten wel correct heeft gecorrigeerd. De 3 stappen in de technische controle zijn of 1) het bestand de juiste bestandsnaam bevat; 2) de juiste kolommen bevat (aan de hand van een juist aantal en juiste namen van de kolommen) en 3) de vulling van de kolommen gevuld zijn met de juiste specificaties (lengte, type et cetera). Stap 3b: “Op orde”- rapport I Na de gegevensaanlevering maakt het CBS op twee momenten een rapport van de aangeleverde gegevens, op basis waarvan uw gemeente de aangeleverde gegevens kan toetsen op juistheid en volledigheid. In de “op orde” rapportages zet het CBS de aangeleverde gegevens af tegen een groep van gemeenten met een vergelijkbare grootte. Deze rapportages worden via het downloadportaal beschikbaar gesteld aan de coördinator van de desbetreffende gemeente. Op basis hiervan kunt u als gemeente beoordelen of de aangeleverde gegevens “op orde” zijn, oftewel compleet en inhoudelijk correct. Indien op basis van het eerste op-orde rapport blijkt dat de aangeleverde gegevens niet compleet of niet correct zijn, dan heeft een gemeente de mogelijkheid om een correctielevering te doen. Let op: u ontvangt “op orde”-rapport I alleen wanneer uw gegevens tijdig technisch correct zijn aangeleverd. Indien u de deadline voor het aanleveren van technische juiste gegevens niet haalt ontvangt u “op orde” -rapport I niet. U start dan met het aanleveren van gegevens in de periode van de correctielevering. Dit betekent dat u alleen “op orde”-rapport II ontvangt en hierna geen correctielevering meer kunt doen.
9
Stap 3c: Correctielevering Na beoordeling van de kwaliteit van de aangeleverde gegevens– op basis van “op orde” -rapport I - kunt u besluiten om de gegevens opnieuw aan te leveren tijdens de periode van de correctielevering. Deze periode duurt 3 weken. Stap 3d: “Op orde” -rapport II Na de correctielevering ontvangt u opnieuw een rapport van de aangeleverde gegevens, “op-orde”rapport II. Met dit rapport kan uw gemeente controleren of de aangeleverde gegevens nu wel correct en volledig zijn. Let op: Uw gemeente kan hierna geen correctielevering meer doen. Stap 4: Toestemming publicatie – “Opt in” Na ontvangst van het tweede “op orde”- rapport verstuurt het CBS de coördinator van de gemeente per e-mail het “opt in”-formulier. In dit formulier vraagt het CBS uw gemeente om toestemming om de aangeleverde gegeven te gebruiken voor informatie, onderzoek en publicatie van inzichten (op hoger aggregatie niveau!) op waarstaatjegemeente.nl, CBS StatLine en de CBS website. De coördinator koppelt de keuze van de gemeente al dan niet te publiceren of een correctielevering te doen terug aan CBS door het toestemmingsformulier ingevuld terug te sturen naar
[email protected]. Per aangeleverd bestand dient u één van de volgende keuzes doorgeven: 1. “Opt in”: gebruik van aangeleverde gegevens voor informatie, onderzoek en publicatie toegestaan. 2. “Opt out”: gebruik van aangeleverde gegevens voor informatie, onderzoek en publicatie niet toegestaan. Let op: Houd rekening met de uiterlijke datum waarop u de keuze van uw gemeente kunt doorgeven. U vindt de uiterlijke datum op de tijdslijn. Wij adviseren u om het besluitvormingsproces rondom de publicatie tijdig te organiseren. Voor het Wmo-bestand verleent u apart toestemming voor het gebruik van de basisset en de facultatieve set voor informatie, onderzoek en publicatie. U kunt geen toestemming geven voor het gebruik van een deel van de aangeleverde gegevens uit een gegevensset en/of bestand. Na het verkrijgen van toestemming voor publicatie start CBS met verrijken van de gegevens en het verwerken van de gegevens tot inzichten voor publicatie. Publicatie op Waarstaatjegemeente.nl vindt ongeveer 1-2 maanden na het “opt in”- besluit plaats. Tijdslijn Hieronder is de tijdslijn met bijbehorende stappen voor de komende gegevensaanlevering visueel weergegeven.
10
11
Deel II: Aanleverrichtlijnen Niveau uitvraag gegevens Voor de uitvraag over specialistische ondersteuning binnen de Wmo worden gegevens over cliënten uitgevraagd op persoonsniveau. Voor de identificatie van personen wordt gebruik gemaakt van het Burgerservicenummer (hierna: BSN). Op basis van dit nummer kan stapeling van gebruik van voorzieningen worden geïdentificeerd, kunnen andere persoonsgegevens worden opgehaald en kunnen de gegevens worden gekoppeld aan informatie over de wijk en gemeente waarin diegene is ingeschreven. Gegevens worden nooit op BSN-niveau gepubliceerd en zijn in de publicatie nooit herleidbaar naar individuen. Voor de sociale basisondersteuning en de Jeugdwet worden gegevens niet aangeleverd op persoonsniveau maar op gemeenteniveau.
Definities aan te leveren bestanden De gegevensset over ieder half jaar bestaat uit drie aparte bestanden voor de verschillende onderdelen: Wmo – niveau BSN Jeugdwet – niveau gemeente Sociale basisondersteuning – niveau gemeente De drie bestanden worden opgeslagen als .csv of .txt. Let op: indien u .csv gebruikt en het csv-bestand vervolgens opent in Excel, dan bestaat het risico dat veldnotaties veranderen. Na het uploaden van het bestand in CBS portaal keurt de technische toets uw bestand in dit geval af. CBS kan alleen bestanden inlezen met een juiste veldnotaties. Tip: open het csv-bestand –niet, of als .txt (Wordpad) indien u nog handmatig wijzigingen wilt doorvoeren. Naast de extensie .csv is ook .txt toegestaan. Maar dan wel met ; als scheidingsteken en de overige restricties. Het te hanteren scheidingsteken in zowel het .csv als .txt bestand is een ; (puntkomma). De naam van de bestanden begint met een vaste tekst, met daarna de code van de uitvraag. De code van de uitvraag bestaat uit de periode waarover het bestand gaat (H1 voor het eerste halfjaar en H2 voor het tweede halfjaar) en het desbetreffende jaar. Bijvoorbeeld H22015 voor een bestand over het tweede halfjaar van 2015. Eventueel kunt u na deze code gescheiden door een underscore zelf tekst toevoegen: o Bestandsnaam 1: WMO_[code uitvraag]_[vrije tekst].CSV (of .txt) o Bestandsnaam 2: SBO_[code uitvraag]_[vrije tekst].CSV (of.txt) o Bestandsnaam 3: JEUGD_[code uitvraag]_[vrije tekst].CSV (of .txt) Bijvoorbeeld: “WMO_H22015_gemeenteDenHaag.CSV” Let op: een correcte bestandsnaam is essentieel. Bij een foutieve bestandsnaam komt uw bestand niet door de technische toets. De volgende tekens zijn niet toegestaan in de naam van het bestand: :\ / ? ; * ” > <| ] [ en . (een punt kan alleen worden toegevoegd vóór de extensie csv of txt). De code uitvraag vult u dus altijd in. Het is niet nodig de gemeentecode of –naam op te nemen in de bestandsnaam, deze is onderdeel van het aanleverbestand zelf. Levert u een bestand aan voor meerdere gemeenten? Dan onderscheidt CBS de gegevens door middel van de gemeentecode in het bestand. 12
De drie bestanden bevatten alle drie één rij met kolomkoppen/veldnamen. Voor alle bestanden geldt dat bij het ontbreken van informatie, een cel leeg gelaten mag worden (met uitzondering van de verplicht te vullen velden). In iedere bestandslevering worden de aan te leveren bestanden gezipt naar één zip-bestand met de naam MSD.ZIP. Een praktische reden hiervoor is dat per upload slechts één bestand tegelijk geüpload kan worden. Dit is overigens niet verplicht: u kunt ook de verschillende bestanden apart uploaden in meerdere uploadsessies. Wanneer u één bestand upload, dan hoeft u dit bestand niet in een zipbestand te zetten.
Selecteren van de aan te leveren data
Wmo: het betreft individuele kosten van lopende Wmo voorzieningen die zijn gemaakt gedurende de verslagperiode. SBO: geboekte posten IV3 over de betreffende verslagperiode. Jeugd: het betreft de geaggregeerde kosten die naar verwachting zijn gemaakt voor lopende voorzieningen tijdens de verslagperiode. U neemt dus alleen de kosten behorende bij de desbetreffende periode op.
Zie voor een nadere toelichting op de restricties en de gehanteerde data, de toelichting in hoofdstuk 2, 3 en 4.
Leeswijzer
Opbouw gegeven Onder dit kopje wordt de opzet en opbouw van het gegeven beschreven. Ook is een tabel opgenomen waarin de volgende kolommen zijn opgenomen: o Type data In deze kolom staat het type data beschreven. In de dataset wordt alleen gebruik gemaakt van numerieke data. Deze vormen van data zijn enkel opgebouwd uit getallen. o Aantal tekens Deze kolom geeft de standaard voor het aantal tekens waaruit het betreffende gegeven is opgebouwd. Het aantal tekens is altijd gelijk; gegevens worden aangevuld met voorloopnullen. Velden zonder waardes blijven leeg6. o Opbouw gegevens Deze kolom geeft de opbouw van het gegeven weer. N: staat voor een cijfer tussen 0 en 9. EEJJMMDD: dit is de standaard opbouw voor data. Bijvoorbeeld: 2 januari 2015 wordt weergegeven als 20150102. Voor een aantal gegevens wordt ook UUMM toegevoegd: dit staat voor uren en minuten. o Aansluiting iWmo: bericht en aansluiting iWmo: veld Deze kolom geeft de aansluiting met de specificatie in iWmo weer waar van toepassing. Gebruik deze informatie (in samenhang met het veld) voor de exacte definitie.
6
In de iWmo-standaarden hebben velden zonder waardes ook nullen. Voor de gegevensaanlevering conform dit aanleverprotocol is het uitvullen van lege cellen met nullen niet nodig.
13
2.
Wmo-maatwerkarrangementen Onder de Wmo specialistische ondersteuning vallen alle vormen van ondersteuning die op grond van de Wmo verstrekt worden waarvoor in die gemeente een beschikking vereist is. De bestandsdefinitie van Wmo is via het veldnummer en de berichtcode direct gekoppeld aan de iWmostandaard. Het veldnummer en de berichtcode worden niet als veld opgenomen in het databestand, maar dienen als hulpmiddel voor u als gemeente en uw softwareleverancier om de gewenste bestanden samen te stellen. Voor de duidelijkheid is ook de iWmo-veldnaam opgenomen in de bestandsspecificatie. Let op: De gevraagde informatie over de Wmo betreft de maatwerkarrangementen die gemeenten bieden in het kader van de Wmo 2015. Het Wmo bestand bestaat uit een basis- en facultatieve set van gegevens. Er is geen wettelijke verplichting tot het aanleveren van gegevens voor de gemeentelijke monitor. Wel hebben gemeenten op 18 juni 2014 een resolutie aangenomen waarin zij zich hebben gecommitteerd aan het aanleveren van de gegevens die zijn opgenomen in de basisset. Aanlevering van de facultatieve set is optioneel. Het onderscheid tussen basis- en facultatieve gegevens wordt met verschillende kleuren duidelijk kenbaar gemaakt in het overzicht op paragraaf 2.1. Op dit moment wordt het berichtenverkeer of het GGK niet als bron gehanteerd. De bron blijft de gemeente (gegevens geregistreerd in de back office/financieel systeem). Om de definitie van de gevraagde informatie te vergemakkelijken, maken wij expliciet inzichtelijk dat wij dezelfde informatie opvragen als die wordt gebruikt voor het berichtenverkeer iWmo. Per 1 januari 2016 zijn de iWmo standaarden gewijzigd naar versie 2.0. Hiermee zijn ook een aantal bestandsspecificaties (i.e. veldnamen, berichtcodes en codelijsten) in het aanleverprotocol gewijzigd. De conversie naar de iWmo standaarden 2.0 vindt plaats tussen 1 januari tot 1 april 2016. Daarom wordt ook in het aanleverprotocol een overgangsperiode gehanteerd. Gegevens kunnen worden aangeleverd met bestandsspecificaties op basis van iWmo 1.0 óf met bestandsspecificaties op basis van iWmo 2.0. Let op: het onderscheid in bestandsspecificaties wordt alleen gemaakt voor gegevens waarvan de bestandsspecificaties zijn gewijzigd. Gebruik bij deze gegevens de voor uw gemeente relevante bestandsspecificaties. Neem bij vragen contact op met uw software leverancier. De gevraagde informatie betreft zowel Zorg in Natura (ZIN) als Persoonsgebonden Budget (PGB). In het geval van PGB zal informatie ontbreken, zoals het aantal geleverde producten. In het bestand wordt de beschikbare PGB-informatie meegenomen. Daar waar informatie ontbreekt, mag het desbetreffende veld leeg gelaten worden. Het aantal tekens in het Wmo-bestand moet exact overeenkomen met het aangegeven aantal tekens. Gebruik indien nodig voorloopnullen. Als er gegevens in het veld ontbreken kan het veld wel leeggelaten worden (met uitzondering van de verplicht te vullen velden), het veld hoeft dan niet volledig met nullen gevuld te worden. In alle drie de databestanden is een extra veld “Aanmaakdatum bestand” als veld opgenomen. Geef hier de datum en het tijdstip in waarop het bestand is aangemaakt. Elk record in één bestand dient dezelfde waarde voor dit veld te krijgen. Dit veld wordt gebruikt door CBS om gegevens van verschillende leveringen (door dezelfde gemeente) te allen tijde te kunnen onderscheiden.
14
2.1.
Samenvatting bestandsspecificaties Wmo
Basis gegeven = verplicht Reserve basis gegeven = verplicht, indien basis gegeven niet beschikbaar7 Facultatief gegeven = optioneel
Veldnaam
Veldnaam iWmo 1.0
Veldnaam iWmo 2.0
Rubriek nummer iWmo 1.0
Rubriek nummer iWmo 2.0
Berichtcode iWmo 1.0
Berichtcode iWmo 2.0
Type
Aantal posities
Aanmaakdatum bestand
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Num
12
Gemeentecode BSN
Gemeentecode BSN Productcategorie (toewijzing) Ingangsdatum
Gemeentecode BSN Productcategorie (toewijzing)
0105 0203
0105 0203
301 301
301 301
Num Num
4 9
EEJJMMDDUUM M NNNN NNNNNNNNN
1507
1507
301
301
Num
2
NN
Ingangsdatum
1514
1514
301
301
Num
8
EEJJMMDD
Einddatum
1515
1515
301
301
Num
8
EEJJMMDD
n.v.t.
301
n.v.t.
Num
1
N
0412
0412
303
303
Num
2
NN
0414
0414
303
303
Num
8
EEJJMMDD
Type maatwerkarrangement (toewijzing)8* Beoogde startdatum ondersteuning* Beoogde einddatum ondersteuning* Leveringsvorm (toewijzing)9 Type maatwerkarrangement (declaratie) Datum start daadwerkelijke ondersteuning
Einddatum Leveringsvorm (toewijzing) Productcategori e (declaratie) Begindatum product
n.v.t. Productcategori e (declaratie) Begindatum product
0915
Patroon
7
Voorbeeld: het gegeven ‘Type maatwerkarrangement (declaratie)’ is voor bepaalde cliënten nog niet beschikbaar, omdat de maatwerkarrangementen van deze cliënten nog niet zijn afgesloten. Vul voor deze cliënten de kolom ‘Type maatwerkarrangement (toewijzing)’. 8 Daar waar dit hulpmiddelen (zoals woningaanpassingen, rolstoelen e.d.) betreft, is dit expliciet ook onderdeel van de gevraagde informatie. 9 De leveringsvorm (toewijzing) wordt niet meer ondersteund door de iWmo-berichten (versie 2.0). In overleg met leveranciers blijft het gegeven behouden en wordt het gegeven aangeleverd volgens de categorieën die golden in de iWmo-berichten (versie 1.0).
15
Einddatum ondersteuning10 Intensiteit van ondersteuning (beschikt volume) Intensiteit van ondersteuning (beschikte eenheid) Intensiteit van ondersteuning (beschikte frequentie) Intensiteit van ondersteuning (geleverde eenheid) Intensiteit van ondersteuning (geleverd volume) Definitief betaald bedrag11
Einddatum product
Einddatum product
0415
0415
303
303
Num
8
EEJJMMDD
Volume
Omvang/ Volume
1517
1516
301
301
Num
8
NNNNNNNN
Eenheid
Omvang/ Eenheid
1518
1517
301
301
Num
2
NN
Frequentie
Omvang/ Frequentie
n.v.t.
1518
n.v.t.
301
Num
1
N
Tijdseenheid zorgperiode
Tijdseenheid zorgperiode
0419
0414
303
303
Num
2
NN
Aantal uitgevoerde producten n.v.t.
Aantal uitgevoerde producten n.v.t. Reden beëindiging Reden intrekking
0418
0413
303
303
Num
4
NNNN
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Num
8
NNNNNNNN
0612
0612
307
307
Num
2
NN
1516
1516
301
301
Num
1
N
Reden beëindiging
Mutatiecode
Reden intrekking
Reden intrekking
10
Daadwerkelijke einddatum ondersteuning is alleen verplicht bij afgesloten declaraties/maatwerkvoorzieningen.
11
Het definitief betaalde bedrag kent geen equivalent in de iWmo-berichten. Het betreft het bedrag per product per cliënt, dat in een half jaar (H1 en/of H2) van 2015 daadwerkelijk is uitbetaald.
16
2.2. Aanmaakdatum bestand De datum en het tijdstip waarop het bestand is aangemaakt door de gemeente. CBS gebruikt deze informatie om meerdere leveringen van elkaar te onderscheiden. Dit gegeven komt op iedere regel terug. Type data
Aantal tekens
Opbouw gegeven
Numeriek
12
EEJJMMDDUUMM
Aansluiting iWmo: bericht n.v.t.
Aansluiting iWmo: veld n.v.t.
2.3. Gemeentecode De gemeentecode voor iedere gemeente. CBS gebruikt deze informatie om de aangeleverde informatie te koppelen aan de desbetreffende gemeente. Het is mogelijk om in één bestand meerdere gemeentecodes te hanteren indien u voor meerdere gemeenten aanlevert. De gemeentecode komt op iedere regel terug. Type data
Aantal tekens
Opbouw gegeven
Numeriek
4
NNNN
Aansluiting iWmo: bericht 301
Aansluiting iWmo: veld 0105
2.4. Burgerservicenummer (BSN) Het unieke persoonsnummer waarmee de ontvanger van ondersteuning staat ingeschreven in de Basisregistratie personen (BRP). Voor maatwerkarrangementen waaraan geen BSN is gekoppeld – bijvoorbeeld een rolstoel in een verzorgingshuis – kan de waarde “999999999” worden gebruikt. Opbouw gegeven Het gegeven is opgebouwd uit het BSN van de cliënt. Type data Aantal tekens Opbouw gegeven Numeriek
9
NNNNNNNNN
Aansluiting iWmo: bericht 301
Aansluiting iWmo: veld 0203
2.5. Type maatwerkarrangement (productcategorie) Betreft het type ondersteuning dat de cliënt ontvangt. De typen maatwerkarrangementen zijn gelijk aan de productcategorieën die worden gehanteerd in de iWmo-standaarden. Opbouw gegeven Voor de specialistische ondersteuning die in het kader van de Wmo geleverd wordt, worden de typen maatwerkarrangementen onderscheiden, zoals die ook in de onderstaande tabel zijn opgenomen. De type maatwerkarrangementen zijn gelijk aan de productcategorieën in iWmo.
17
Categoriecode 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 17 18
Type maatwerkarrangement (productcategorieën iWmo) Hulp bij het huishouden Begeleiding Persoonlijke verzorging Kortdurend verblijf Woondiensten Overige ondersteuning gericht op het individu of huishouden/gezin Dagbesteding Vervoersdiensten Overige groepsgerichte ondersteuning Overige maatwerkarrangementen Rolstoelen Vervoervoorzieningen Woonvoorzieningen Overige hulpmiddelen Beschermd wonen Opvang Spoedopvang Overige bescherm wonen en opvang
Het betreft informatie over de toegewezen productcategorie (en niet de beschikte productcategorie) en de gedeclareerde productcategorie. De gedeclareerde categorie is leidend (waar beiden beschikbaar zijn, wordt gekeken naar ‘gedeclareerd’). Daar waar nog geen informatie over declaraties beschikbaar is, wordt ‘toegewezen’ gehanteerd. Type data
Aantal tekens
Opbouw gegevens
Numeriek
2
Gedeclareerd Numeriek
2
Toegewezen
Aansluiting iWmo: veld
NN
Aansluiting iWmo: bericht 301
NN
303
0412
1507
2.6. Beoogde startdatum ondersteuning (ingangsdatum) Betreft de datum van de beoogde start van zorg; ook wel de dag dat ondersteuning voor de eerste keer geleverd mag worden. Dit is dus niet de datum waarop de beschikking is afgegeven maar de datum waarop de zorg beoogd is te starten. Let op: De beoogde startdatum kan niet na de laatste dag van de verslagperiode liggen.
18
Opbouw gegeven De datum wordt weergegeven zonder streepjes en is als volgt opgebouwd: jaar-maand-dag. Type data
Aantal tekens
Opbouw gegevens
Numeriek
8
EEJJMMDD
Aansluiting iWmo: bericht 301
Aansluiting iWmo: veld 1514
2.7. Beoogde einddatum ondersteuning Wanneer bekend kunt u de beoogde einddatum van de ondersteuning invullen. De beoogde einddatum is de datum die aangeeft op welke dag de ondersteuning af dient te lopen en de ondersteuning voor de laatste keer geleverd dient te worden (beoogde einddatum). Dit is dus niet per definitie gelijk aan de datum waarop de ondersteuning daadwerkelijk voor de laatste keer wordt geleverd (zie voor die informatie “einddatum ondersteuning”). Let op: De beoogde einddatum mag nooit vóór de beoogde startdatum liggen. De beoogde einddatum mag nooit vóór de start van de verslagperiode liggen. Voor de volgende typen maatwerkarrangementen is de einddatum niet relevant wegens het materiële karakter. Voor deze typen ondersteuning hoeft dus geen einddatum te worden aangeleverd: Categorie 11: Rolstoelen Categorie 12: Vervoersvoorzieningen Categorie 13: Woonvoorzieningen Categorie 14: Overige hulpmiddelen Opbouw gegeven Er worden geen tussenstreepjes gebruikt en de volgorde jaar-maand-dag wordt gehanteerd. Type data
Aantal tekens
Opbouw gegevens
Numeriek
8
EEJJMMDD
Aansluiting iWmo: bericht 301
Aansluiting iWmo: veld 1515
2.8. Leveringsvorm (toewijzing) Betreft de leveringsvorm (ZIN dan wel PGB) waaronder het maatwerkarrangement wordt verleend. Het betreft de toegewezen leveringsvorm. Opbouw gegeven Onderstaand staat de codelijst voor leveringsvorm. Let op: in verband met het verwijderen van de rubriek ‘leveringsvorm’ in de iWmo standaarden 2.0 is er in deze versie van de standaarden geen equivalent meer beschikbaar die gebruikt kan worden bij het maken van een onderscheid naar PGB/ZIN in de gemeentelijke monitor Sociaal Domein. Gezien de 19
relevantie van dit gegeven voor beleidsinformatie, behouden we het gegeven leveringsvorm in de monitor en wordt onderstaande codelijst gebruikt. Deze codelijst is gebaseerd op de codelijst zoals gehanteerd in de iWmo standaarden 1.0. Codelijst toegestane waarden “Leveringsvorm” Code Betekenis 2 persoonsgebonden budget (PGB) 4 zorg in natura (ZIN)
2: persoonsgebonden budget (PGB) 4: zorg in natura (ZIN)
Let op: Alleen deze codes kunnen worden meegenomen kunnen door CBS niet worden ingelezen. Type data
Aantal tekens
Opbouw gegevens
Numeriek
1
N
Aansluiting iWmo: bericht 301
Aansluiting iWmo: veld 0915
2.9. Datum start daadwerkelijke ondersteuning Betreft de datum van de daadwerkelijke start van zorg; ook wel de dag dat ondersteuning voor de eerste keer geleverd is – onder verantwoordelijkheid van de gemeente. Dit is dus niet de datum waarop de beschikking is afgegeven of de beoogde startdatum maar de datum waarop de zorg daadwerkelijk is gestart onder verantwoordelijkheid van de gemeente. Let op: De daadwerkelijke startdatum kan niet vóór de beoogde startdatum liggen De daadwerkelijke startdatum mag nooit na de laatste dag van de verslagperiode liggen. De daadwerkelijke startdatum voor overgangscliënten (cliënten die de gemeenten heeft overgekregen vanuit de AWBZ) kan niet voor 1 januari 2015 liggen Opbouw gegeven De datum wordt weergegeven zonder streepjes en is als volgt opgebouwd: jaar-maand-dag. Type data
Aantal tekens
Opbouw gegevens
Numeriek
8
EEJJMMDD
Aansluiting iWmo: bericht 303
Aansluiting iWmo: veld 0414
20
2.10. Einddatum ondersteuning12 De einddatum ondersteuning is de datum die aangeeft op welke dag de ondersteuning af is gelopen en de ondersteuning voor de laatste keer geleverd is (daadwerkelijke einddatum en niet de beoogde of beschikte einddatum). Bij lopende voorzieningen kunt u dit veld leeg laten. Let op: De daadwerkelijke einddatum mag nooit vóór de daadwerkelijke startdatum liggen. De daadwerkelijke einddatum mag nooit vóór de eerste dag van de verslagperiode liggen De daadwerkelijke einddatum mag nooit na de beoogde einddatum liggen. Voor de volgende typen maatwerkarrangementen is de einddatum niet relevant wegens het materiële karakter. Voor deze typen ondersteuning hoeft dus geen einddatum te worden aangeleverd (het veld mag leeg gelaten worden): Categorie 11: Rolstoelen Categorie 12: Vervoersvoorzieningen Categorie 13: Woonvoorzieningen Categorie 14: Overige hulpmiddelen Opbouw gegeven Er worden geen tussenstreepjes gebruikt en de volgorde jaar-maand-dag wordt gehanteerd. Type data
Aantal tekens
Opbouw gegevens
Numeriek
8
EEJJMMDD
Aansluiting iWmo: bericht 303
Aansluiting iWmo: veld 0415
2.11. Intensiteit van ondersteuning Betreft het aantal keren, uren en de frequentie waarin ondersteuning wordt gegeven. Om de intensiteit te berekenen van een geleverde voorziening, zijn de volgende gegevens nodig: Begin- en einddatum periode (daadwerkelijke data) De (tijds)eenheid waarin de ondersteuning is geleverd (bijvoorbeeld in uren) Het aantal keer dat de ondersteuning is geleverd (bijvoorbeeld 10) Om de intensiteit te berekening van een beoogde voorziening, zijn de volgende gegevens nodig: Beoogde begin- en einddatum periode De (tijds)eenheid waarin de ondersteuning geleverd zal worden (bijvoorbeeld in uren) Het aantal keer dat de ondersteuning geleverd zal worden (bijvoorbeeld 10) De frequentie waarin de ondersteuning geleverd zal worden (bijvoorbeeld per week)13
12
Daadwerkelijke einddatum is alleen verplicht bij afgesloten declaraties/maatwerkvoorzieningen.
13
De kolom “Frequentie” is alleen van toepassing voor gemeenten met software gebaseerd op iWmo standaarden 2.0.
21
Voorbeeld 1 – geleverde voorziening: individuele begeleiding is daadwerkelijk geleverd tussen 1 juli 2015 en 31 december 2015. De tijdseenheid zorgproduct is “uren” en het aantal keer dat de ondersteuning is geleverd is “300”. Dat betekent dat 300 uur individuele begeleiding is geleverd in een periode van 26 weken. Dat betekent dat gemiddeld ongeveer 11,5 uur individuele begeleiding per week is geleverd. Voorbeeld 2 – beoogde voorziening: een cliënt heeft een beschikking voor huishoudelijke hulp. In deze beschikking staat dat de cliënt gedurende de periode 1 juli 2015 tot en met 31 december 2015 recht heeft op huishoudelijke hulp. De “eenheid/omvang” is “uren”, het aantal keer dat de huishoudelijke hulp geleverd gaat worden is “2”en de frequentie waarin huishoudelijke hulp geleverd zal worden is “per week”. Dat betekent dat in totaal (26 weken x 2 uur per week) 52 uur huishoudelijke hulp geleverd gaat worden aan deze cliënt gedurende het eerste half jaar van 2015. Voor de volgende typen maatwerkarrangementen is de intensiteit van ondersteuning wegens het materiële karakter niet relevant. Voor deze typen kunnen de desbetreffende velden dus leeg gelaten worden: Categorie 11: Rolstoelen Categorie 12: Vervoersvoorzieningen Categorie 13: Woonvoorzieningen Categorie 14: Overige hulpmiddelen Opbouw gegeven Omdat de intensiteit berekend dient te worden, worden een aantal gegevens uitgevraagd. Deze gegevens staan in onderstaande tabel weergegeven. Er wordt zowel naar beschikte als naar geleverde informatie gevraagd. Bij voorkeur wordt de geleverde informatie gebruikt. Indien deze informatie niet voorhanden is, wordt de beschikte informatie gebruikt. Let op: De volumes worden altijd in gehele getallen uitgedrukt, er mogen geen komma’s of punten als decimale scheidingstekens voorkomen. Pas in dat geval de eenheid aan, zodat het volume in gehele getallen kan worden uitgedrukt (verander bijvoorbeeld 1,5 uur in 90 minuten).
22
Type data Beschikt volume Beschikte eenheid Beschikte frequentie14 Geleverd volume Geleverde eenheid
Aantal Opbouw tekens gegevens
Numeriek 8
Aansluiting iWmo 1.0: bericht NNNNNNNN 301
Aansluiting Aansluiting Aansluiting iWmo 2.0: iWmo 1.0: iWmo 2.0: bericht veld veld 301 1517 1516
Numeriek 2
NN
301
301
Numeriek 1
N
n.v.t.
301
Numeriek 4
NNNN
303
Numeriek 2
NN
303
1518
1517
n.v.t.
1518
303
0418
0413
303
0419
0414
Onderstaand zijn de benodigde codelijsten opgenomen voor “beschikte eenheid”, “geleverde eenheid” en “beschikte frequentie”. We sluiten aan bij de definities die worden gehanteerd in de codelijsten van de iWmo standaarden 2.0.
14
Is de software van uw gemeente nog niet geconverteerd naar de iWmo standaarden 2.0, maar ondersteunt de software nog de iWmo standaarden 1.0? Dan hoeft u de kolom “beschikte frequentie” niet aan te leveren.
23
Toegestane waarden “beschikte eenheid” 15 Codelijst iWmo 1.016 Code Betekenis 01 Minuten per week 02 Uren per week 03 Dagdelen per week 04 Dagen per week 05 Etmalen per week 06 Minuten per maand 07 Uren per maand 08 Dagdelen per maand Dagen per maand Etmalen per maand Minuten totaal binnen geldigheidsduur beschikking 12 Uren totaal binnen geldigheidsduur beschikking 13 Dagdelen totaal binnen geldigheidsduur beschikking 14 Dagen totaal binnen geldigheidsduur beschikking 15 Etmalen totaal binnen geldigheidsduur beschikking 16 Stuks/aantal 17 Euro’s 18 Interval (klasse) Toegestane waarden “geleverde eenheid” Codelijst iWmo 1.0 Code Betekenis 01 Minuut 04 Uur 14 Etmaal (24 uur) 16 Dagdeel (4 uur) 81 Benodigde tijdsduur of tijdsonafhankelijk 00 Niet van toepassing
Codelijst iWmo 2.0 Code Betekenis 01 Minuut 04 Uur 14 Etmaal 16 Dagdeel 82 Stuks 83 Euro’s
09 10 11
Codelijst iWmo 2.0 Code Betekenis 01 Minuut 04 Uur 14 Etmaal (24 uur) 16 Dagdeel (4 uur) 21 Week 81 Benodigde tijdsduur of tijdsonafhankelijk 82 Stuks
15
Het is mogelijk om euro’s aan te geven in de velden van “beschikte eenheid”. De intensiteit van de geleverde voorzieningen wordt alleen in tijd en niet in euro’s uitgedrukt. 16 De codelijsten van de iWmo standaarden 1.0 en 2.0 staan beiden weergegeven. De codelijsten van de iWmo standaarden 2.0 zijn leidend. Ondersteunt de software van uw gemeente nog niet de iWmo standaarden 2.0, maar wel de iWmo standaarden 1.0? Hanteer dan de codelijsten van de iWmo standaarden 1.0.
24
Toegestane waarden “beschikte frequentie” Codelijst iWmo 2.017 Code Betekenis 1 Per week 2 Per maand 3 Per 4 weken 4 Per maand 5 Per jaar 6 Totaal binnen geldigheidsduur beschikking 2.12. Daadwerkelijk betaald bedrag (kosten specialistische ondersteuning Wmo) Betreft de kosten die gemaakt zijn voor de specialistische ondersteuning op persoonsniveau. Dit is een facultatief gegeven. Het daadwerkelijk betaalde bedrag kent geen equivalent in de iWmospecificaties. Het betreft het bedrag per product per cliënt, dat in het betreffende halfjaar daadwerkelijk is uitbetaald door de gemeente. H1: bedragen die daadwerkelijk zijn betaald tussen 1 januari en 30 juni. H2: bedragen die daadwerkelijk zijn betaald tussen 1 juli en 31 december. Onder de kosten vallen niet de uitvoeringskosten: de kosten die door gemeenten worden gemaakt voor de organisatie van ondersteuning, zoals kosten verbonden aan de toegang. Omdat niet alle voorzieningen binnen de Wmo op dezelfde manier worden gefinancierd duiden we met onderstaand voorbeeld nader hoe u de kosten dient aan te leveren: Voorbeeld: Kosten van hulpmiddelen Indien het gaat om een aangeschaft hulpmiddel: hiervoor dient alleen het daadwerkelijk betaalde bedrag voor een hulpmiddel in de betreffende periode te worden opgegeven: o H1: Wanneer het hulpmiddel is aangeschaft vóór 1 januari of na 30 juni dan hoeven de kosten niet te worden opgegeven. o H2: Wanneer het hulpmiddel is aangeschaft vóór 1 juli of na 31 december dan hoeven de kosten niet te worden opgegeven. Indien het gaat om een gehuurd hulpmiddel: hiervoor dienen de daadwerkelijk betaalde huurprijzen voor een hulpmiddel in de betreffende periode te worden opgegeven: o H1: daadwerkelijk betaalde huurprijzen tussen 1 januari en 30 juni opgeven. o H2: daadwerkelijk betaalde huurprijzen tussen 1 juli en 31 december opgeven. Let op: Een definitief betaald bedrag per product kan niet zonder daadwerkelijke startdatum van het desbetreffende product worden aangeleverd.
17
Is de software van uw gemeente nog niet geconverteerd naar de iWmo standaarden 2.0, maar ondersteunt de software nog de iWmo standaarden 1.0? Dan hoeft u de kolom “beschikte frequentie” niet aan te leveren.
25
NB. De aanlevering van kosten voor Wmo gaat uit van een gegeven per voorziening per cliënt. Gemeenten hanteren verschillende bekostigingsvormen, een klein deel van de gemeenten hebben gegevens over kosten vanwege gekozen bekostiging niet per individuele voorziening beschikbaar hebben. In de doorontwikkeling van de monitor wordt gewerkt aan een generieke oplossingsrichting voor verschillende bekostigingmodellen. Ook wordt bekeken of IV3 informatie bruikbaar is om een landelijk beeld over kosten te kunnen publiceren. Gemeenten die deze gegevens wel beschikbaar per individuele voorziening beschikbaar hebben, kunnen deze gegevens facultatief blijven aanleveren. Op die manier heeft een groot deel van de gemeenten wel de mogelijkheid om via de monitor verrijkt inzicht te krijgen in kosten Wmo. Opbouw gegeven Dit gegeven is opgebouwd uit het bedrag per product per cliënt, dat in daadwerkelijk is betaald. Het bedrag wordt uitgedrukt in eurocenten. Bijvoorbeeld: 00010000 = tienduizend eurocent; dit is 100 Euro. Er mogen geen komma’s of punten als decimaal scheidingsteken voorkomen. Type data Numeriek
Aantal tekens 8
Opbouw gegevens NNNNNNNN
Aansluiting iWmo: bericht n.v.t.
Aansluiting iWmo: veld n.v.t.
2.13. Reden beëindiging ondersteuning De reden van een beëindiging van de Wmo-ondersteuning bij cliënt. Dit gegeven kan op twee momenten ontstaan: bij beëindiging conform registratie bij de gemeente en beëindiging conform registratie bij de aanbieder. De tweede variant wordt op dit moment nog niet ondersteund door het berichtenverkeer en zal daarom veelal nog niet beschikbaar zijn bij gemeenten. Daarom worden twee velden opgenomen: reden intrekking en reden beëindiging. Indien reden beëindiging beschikbaar is, wordt dit veld meegenomen in de analyse. Let op: Reden beëindiging dient altijd te worden aangeleverd in combinatie met een ‘datum beëindiging’. Reden intrekking kan niet worden aangeleverd wanneer in dezelfde regel de daadwerkelijke startdatum is gevuld. Opbouw gegeven Dit gegeven is opgebouwd uit de code die hoort bij de reden van beëindiging van ondersteuning en de reden intrekking. Type data Reden intrekking
Numeriek
Aantal tekens 1
Reden beëindiging
Numeriek
2
Opbouw gegevens N
Aansluiting iWmo: bericht 301
Aansluiting iWmo: veld 1516
NN
307
0612
In de onderstaande codelijst zijn de verschillende redenen van beëindiging en intrekking en de bijbehorende codes opgenomen.
26
Toegestane waarden “reden beëindiging” Codelijst iWmo 1.0 Code Betekenis 02 Overlijden Cliënt wil nu de zorg en/of 12 ondersteuning (nog) niet Overplaatsing (er is een melding aanvang 17 ondersteuning) Aanbieder kan nu de zorg en/of 18 ondersteuning nog niet leveren Levering zorg en/of ondersteuning is 19 beëindigd - toewijzing sluiten Levering zorg en/of ondersteuning is 20 beëindigd - toewijzing aanhouden Overdracht toewijzing (er is geen 21 melding aanvang ondersteuning)
Toegestane waarden “reden intrekking” Codelijst iWmo 1.0 Code Betekenis 1 Cliënt overleden 2 Negatief indicatiebesluit 3 Herindicatie 4 Overplaatsing 5 Wijziging leveringsvorm 6 Uitstroom
Codelijst iWmo 2.0 Code Betekenis 02 Overlijden Levering zorg en/of ondersteuning is 19 beëindigd - toewijzing sluiten Levering zorg en/of ondersteuning is 20 beëindigd - toewijzing aanhouden 31 32
Verhuizing naar een andere gemeente Voortzetting ondersteuning in sociale basisondersteuning
33
Voortzetting in Zvw
34
Voortzetting in Wlz
Codelijst iWmo 2.0 Code Betekenis 1 Cliënt overleden 2 Negatief indicatiebesluit 3 Herindicatie 4 Overplaatsing 6 Uitstroom
27
3.
Kosten sociale basisondersteuning
Onder sociale basisondersteuning vallen alle vormen van ondersteuning waarvoor geen toegangsbesluit vereist is. Binnen de sociale basisondersteuning worden binnen deze monitor geen typen ondersteuning onderscheiden. Wel wordt een onderscheid gemaakt tussen de IV3-categorieën Sociale basisondersteuning algemene voorziening Wmo en Jeugd (670) en Sociale basisondersteuning eerstelijnsloket Wmo en Jeugd (671)18. Voor beide IV3- categorieën worden de gemaakte kosten uitgevraagd. Er wordt vooralsnog geen onderscheid gemaakt naar kostencategorieën. Nader onderzoek (met gebruikmaking van reeds bij CBS bekende informatie) kan uitsluitsel geven over de wenselijkheid dit in de toekomst te doen. Echter, omdat de IV3-codes recent zijn gewijzigd en naar verwachting het komend jaar wederom wijzigen, wordt er nu voor gekozen alle posten op de genoemde codes mee te nemen. Gemeenten met meer dan 20.000 inwoners leveren de gevraagde informatie al verplicht vier keer per jaar aan bij CBS. Er is voor gekozen deze informatie alsnog uit te vragen bij alle gemeenten, omdat gemeenten met minder dan 20.000 inwoners geen IV3-informatie aanleveren bij CBS. Om een betrouwbare vergelijking van de kosten tussen gemeenten mogelijk te maken is sprake van een (aanvullende) levering voor de kosten van sociale basisondersteuning voor alle gemeenten. Opbouw gegeven De bestandsdefinities voor het bestand SBO zijn als volgt: Veldnaam Type Aantal tekens* Aanmaakdatum Num 12 bestand Gemeentecode Num 4 IV3code Num 3 Kosten Num 8 * Het is niet verplicht met voorloopnullen te werken
Specificatie EEJJMMDDUUMM NNNN NNN NNNNNNNN
Let op: de kosten sociale basisondersteuning worden aangeleverd in een los bestand. Het kostenveld is opgebouwd uit de kosten in hele euro’s die de gemeente heeft gemaakt over de betreffende periode en is gekoppeld aan de IV3-codelijst. Let op: Decimale scheidingstekens (punten, komma’s) zijn niet toegestaan.) Codelijst IV3: - 670 Sociale basisondersteuning algemene voorziening Wmo en Jeugd - 671 Sociale basisondersteuning eerstelijnsloket Wmo en Jeugd
18
De definities van deze gegevens sluiten aan bij de Meicirculaire 2014
28
4.
Kosten ondersteuning Jeugd
Informatie over ondersteuning in het kader van Jeugdwet wordt slechts beperkt opgevraagd bij gemeenten. De monitor maakt namelijk gebruik van de gegevens die jeugdaanbieders reeds aan CBS aanleveren in het kader van Beleidsinformatie Jeugd19. Voor de gemeentelijke monitor Sociaal Domein worden alleen gegevens betreffende de kosten uitgevraagd. Dit wordt gedaan op een geaggregeerd niveau per type voorziening (en dus niet op persoonsniveau). Wel kunt u de gegevens samenstellen op basis van individuele gegevens. 4.1. Kosten per type ondersteuning Het betreft de totale gemaakte kosten in een gegeven periode, per type voorzieningen zoals die ook voor de beleidsinformatie Jeugd worden onderscheiden. De kosten zijn de kosten die gemaakt worden ten behoeve van het primaire proces, hier buiten vallen de uitvoeringskosten (bedrijfsmatige kosten die door gemeenten worden gemaakt t.b.v. de uitvoering van de ondersteuningstaken). Opbouw gegeven Dit gegeven is opgebouwd uit de code die behoort bij het type voorziening waar de kosten (2.2.2.) betrekking op hebben. In de onderstaande tabel “Codelijst Jeugd” zijn de verschillende typen voorzieningen en de bijbehorende codes opgenomen. Deze typelijst wordt gebruikt voor de gegevensaanlevering van aanbieders aan CBS (Beleidsinformatie Jeugd). Omdat alle overige informatie over Jeugd wordt hergebruikt uit die informatieset, wordt aangesloten bij deze typelijst. In het informatieprotocol Jeugd (pagina 10 en 11) vindt u een nadere toelichting per type voorziening. Deze toelichting kan u helpen bij het verdelen van uw gegevens naar de verschillende typen voorzieningen20. Let op: De kosten voor Jeugd worden aangeleverd in een los bestand. U kunt de gegevens voor meerdere gemeenten in één bestand opnemen. U dient wel per gemeente de juiste gemeentecode te hanteren. De bestandsdefinities voor het bestand JEUGD zijn als volgt: Veldnaam Type Aantal tekens* Specificatie Aanmaakdatum Num 12 EEJJMMDDUUMM bestand Gemeentecode Num 4 NNNN Type ondersteuning Num 2 NN Kosten Num 8 NNNNNNNN * Het is niet verplicht met voorloopnullen te werken
19
Deze gegevensaanlevering is wettelijk verplicht.
20
Inmiddels is informatieprotocol Jeugd versie 3.0 beschikbaar. Deze versie is bedoeld voor de aanlevering van Jeugd gegevens over 2016. Voor een toelichting op het onderscheid in typen voorzieningen kunt u gebruik maken van beide versies. De gehanteerde typelijst is niet gewijzigd in versie 3.0.
29
Opbouw kosten Het kostenveld betreft de geaggregeerde kosten die zijn gemaakt voor lopende voorzieningen tijdens de verslagperiode. U neemt dus niet de volledige toegewezen kosten voor een traject mee maar alleen de kosten die zijn gemaakt in de desbetreffende periode. Wanneer de gemaakte kosten nog niet beschikbaar zijn, maak dan een inschatting van de gemaakte kosten in de desbetreffende periode. Voorbeeld: Een cliënt ontvangt vanaf 1 januari jeugdhulp met een toegangsbesluit met een looptijd van 1 jaar. Conform het toegangsbesluit zijn de kosten voor het gehele traject 12.000 euro. Voor juli t/m december zijn de verdisconteerde kosten dus (12.000/12 maanden)*6 maanden = 6.000 euro.
30
Codelijst Jeugd Code Type individuele voorziening Jeugdhulp zonder verblijf- geleverd door het wijkteam 21 Geleverd door het wijkteam Jeugdhulp zonder verblijf- niet geleverd door het wijkteam 22 Jeugdhulp zonder verblijf – algemeen * 23 Ambulante jeugdhulp op locatie van de aanbieder 24 Daghulp op locatie van de aanbieder 25 Jeugdhulp in het netwerk van de jeugdige Jeugdhulp met verblijf 26 Pleegzorg 27 Gezinsgericht 28 Gesloten plaatsing 29 Verblijf bij een jeugdhulpaanbieder, anders dan bovenstaand verblijf Kinderbeschermingsmaatregelen 30 Kinderbeschermingsmaatregelen algemeen* 31 Voogdij 32 Voorlopige voogdij 33 Tijdelijke voogdij 34 Ondertoezichtstelling 35 Voorlopige ondertoezichtstelling Jeugdreclassering 36 Jeugdreclassering algemeen* 37 Toezicht en begeleiding: gedwongen kader 38 Toezicht en begeleiding: vrijwillig 39 Individuele trajectbegeleiding Harde Kern 40 Individuele trajectbegeleiding Criem 41 Scholings- en trainingsprogramma 42 Gedragsbeïnvloedende maatregel 43 Voorbereiding gedragsbeïnvloedende maatregel, voorwaardelijke sepot, schorsing voorlopige hechtenis, voorwaardelijke invrijheidsstelling Activiteiten in het preventief justitieel kader 44 Activiteiten in het preventief justitieel kader * U kunt de algemene codes gebruiken wanneer het niet mogelijk is om informatie nader op te splitsen. In het geval van jeugdreclassering bijvoorbeeld, komen kleine aantallen voor. Daarom kunt u er ook voor kiezen de algemene code te hanteren.
31
Bijlage I: Veelvoorkomende (technische) fouten in aangeleverd gegevensbestand (d.d. december 2015) Geconstateerde fouten in het structuur van het bestand
Bestanden kunnen niet worden ingelezen Als een bestand een verkeerde extensie heeft, kan het niet worden ingelezen. De bestanden in de zip-file kunnen alleen de extensie .csv of .txt hebben. Vaak bestaat een bestand alleen uit de kolomkoppen en verder niets. Zo’n bestand kan niet door het programma worden verwerkt. Onder de kolomkoppen moet minstens één regel met gegevens staan.
De naam van het bestand is niet goed De bestandsnaam moet beginnen met WMO, SBO of JEUGD en vervolgens de code van de uitvraag. De code van de uitvraag bestaat uit de periode waarover het bestand gaat (H1 voor het eerste halfjaar en H2 voor het tweede halfjaar) en het desbetreffende jaar. Bijvoorbeeld H22015 voor een bestand over het tweede halfjaar van 2015. Achter de code van de uitvraag kunt u een eigen toevoeging zetten. Bestandsnaam 1: WMO_[code uitvraag]_[vrije tekst].CSV (of .txt) Bestandsnaam 2: SBO_[code uitvraag]_[vrije tekst].CSV (of.txt) Bestandsnaam 3: JEUGD_[code uitvraag]_[vrije tekst].CSV (of .txt) Voorbeeld: WMO_H12015_gemeenteDenHaag.csv. Let op: Omdat de bestanden geautomatiseerd worden verwerkt is de goede bestandsnaam erg belangrijk. De volgende tekens zijn niet toegestaan in de naam van het bestand: :\ / ? : * ” > <| ] [
Eén van de verplichte velden is leeg Op alle regels moet in ieder geval de aanmaakdatum en tijd, de gemeentecode, en BSN zijn gevuld. Daarnaast moet het “Type maatwerkarrangement declaratie” zijn gevuld. Indien het declaratiegegeven niet beschikbaar is, dan kunt u het reserve veld “Type maatwerkarrangement toewijzing” vullen. Zorg ervoor dat op het einde van het bestand geen lege regels staan. Deze veroorzaken foutmeldingen bij de technische controle. In enkele regels in het bestand mist het BSN. Indien het BSN van een cliënt onbekend is, dan verzoeken wij u om hier de BSN-waarde ‘999999999’ in te vullen.
In het bestand staan ongeldige tekens Gebruik van onjuiste notaties In het veld “aanmaakdatum en -tijd bestand” komen we vaak een wetenschappelijke notatie tegen, bijvoorbeeld 2,01504 E+11. Het programma van CBS kan alleen bestanden inlezen met een juiste notatie van de aanmaakdatum. Als u de extensie van een bestand naar .csv moet omzetten, kunt u dat beter doen door op het bestand rechts te klikken en dan te kiezen voor “Naam wijzigen”. Als u het bestand in Excel aanmaakt, moet u de kolommen niet als getal maar als tekst opslaan. Excel zet een getalnotatie automatisch om in de wetenschappelijke notatie. Met tekst gebeurt 32
dit niet. Als u het bestand met kladblok of Wordpad opent, ziet u of deze kolom in wetenschappelijke notatie is opgeslagen. Gebruik van onjuiste waarden bij “leveringsvorm_toewijzing” In de bestanden over de WMO komt in het veld Leveringsvorm_toewijzing_301_0915 vaak de waarde VIN of FT voor. Volgens het aanleverprotocol mogen hier slechts de waarden 2 (voor PGB) of 4 (voor ZIN) voorkomen. Aanhalingstekens Zorg ervoor dat er in de regels geen aanhalingstekens staan. Vaak zien we bestanden, waarvan elke regel begint en eindigt met een aanhalingsteken (“). Door het bestand met Kladblok te openen en alle aanhalingstekens te vervangen door niets (met Zoek en Vervang), verwijdert u gemakkelijk alle aanhalingstekens uit het bestand. Velden bevatten ongeldige coderingen Gebruik de codes conform het aanleverprotocol. Het gebruik van ongeldige codes levert foutmeldingen op. Het Wmo-bestand bevat een onjuist aantal kolommen Het Wmo-bestand moet bestaan uit 18 kolommen, dat betekent dat in het bestand een regel 17 keer een puntkomma - als het scheidingsteken tussen de variabelen - voor moet komen. Let op: de laatste variabele van een regel moet worden afgesloten zonder puntkomma en mét een Enter.
Geconstateerde inhoudelijke fouten
Eén of meer velden bevat waarden die niet de juiste lengte hebben In het aanleverprotocol staat omschreven uit hoeveel tekens een waarde in een bepaald veld moet bestaan. Een BSN moet bijvoorbeeld 9 tekens bevatten. In het Wmo-bestand moeten de velden een exact aantal tekens hebben. Als een waarde minder tekens bevat, moet deze met voorloopnullen tot de juiste lengte worden aangevuld. Voorbeelden: In het veld “Intensiteit (geleverd volume)” komt het regelmatig voor dat hier te veel tekens staan. Let op: waar bij het beschikt volume 8 tekens zijn toegestaan, mogen in het geleverd volume maximaal 4 tekens voorkomen! Een veelvoorkomende fout is het veld “eenheid”. Dit veld moet 2 tekens bevatten, maar wordt vaak met 1 teken aangeleverd.
Eén of meer velden bevat ongeldige waarden Een aantal velden wordt gecontroleerd op toegelaten waarden. Bij een aantal velden worden ongeldige waarden genoteerd. Voorbeelden: Het BSN moet geldig zijn, dat wil zeggen dat deze moet voldoen aan de elfproef, of de waarde 999999999 heeft voor een onbekend BSN. De gemeentecode moet in de actuele lijst van CBS gemeentecodes voorkomen. In de velden “Intensiteit van ondersteuning (beschikte eenheid)” en “Intensiteit van ondersteuning (geleverde eenheid)”komen regelmatig dezelfde waarden voor. De codes voor geleverde eenheid zijn echter anders dan voor beschikte eenheid! De juiste codes vindt u in het aanleverprotocol op pagina 16.
33