AANDOENINGEN van het BLOED
H.H. TAN, arts 2015
BLOED
2
RODE BLOEDCELLEN (ERYTROCYTEN ; ♂ 4,5-5,5 x 1012/ltr, ♀ 4-5 x 1012/ltr) * Bestaan uit hemoglobine (eiwit globuline + 4 ijzerbevattende heemgroepen) * Vervoeren O2 naar het weefsel * Voeren CO2 af * Levensduur: 120 dagen * Aanmaak van ery wordt gereguleerd door het hormoon EPO (erythropoëtine) uit de nieren * Als ze bijna rijp zijn, verlaten ery het beenmerg als RETICULOCYTEN
BLOED
3
WITTE BLOEDCELLEN (LEUCOCYTEN) * Functie: verdedigen tegen infecties * Onderverdeeld in: • monocyten • lymfocyten • granulocyten BLOEDPLAATJES (TROMBOCYTEN) * Functie: dragen bij aan wondgenezing,
aktiveren de stollingsfactoren (vit. K-afh.)
BLOED
4
DIAGNOSTIEK * Bloedonderzoek * Beenmergpunctie ANEMIE
(BLOEDARMOEDE) * Aantal ery is verlaagd * Gehalte Hb is verlaagd
O2 voorziening van de cellen schiet tekort (hypoxie) * Oorzaak: bloedverlies, sterke afbraak van ery * Symptoom: vermoeidheid
* LO: bleekheid
BLOED
5
* ANEMIE door IJZERTEKORT (IJZERGEBREK ANEMIE) • Behoefte: ♂ 9 mg Fe/dag, ♀ 15 mg Fe/dag • Oorzaak: bloedverlies (menstruatie,
gastroïntestinale bloeding), verhoogde behoefte tijdens ZS (52%) • Symptoom: vermoeidheid
• Diagnose: bloedonderzoek, z.n. gastroscopie • Medicatie: orale ijzersupplementen
BLOED
6
* ANEMIE door VITAMINE B12 TEKORT (VITAMINE B12GEBREK ANEMIE) • Behoefte: 2,8 mg • Oorzaak: gestoorde opname (chron. ontsteking,
verwijdering van dunne darm), tekort aan INTRINSIEKE FACTOR PERNICIEUZE ANEMIE,
verhoogde behoefte (veganisten), verhoogde uitscheiding
BLOED
7
• Symptomen: buikklachten (M+B), brandend gevoel in tong, blauw-geel kleurenblindheid, doof gevoel (armen, benen),
krachtverlies • Therapie: vitamine B12 injectie i.m.
BLOED
8
* ANEMIE door GEBREK aan FOLIUMZUUR (FOLIUMZUURGEBREK ANEMIE)
• Oorzaak: ZS, borstvoeding, alcoholisme,
ziekte van Crohn, nieraandoening, • Diagnose: bloedonderzoek
• Therapie: medicatie
BLOED
9
* HEMOLITISCHE ANEMIE • t.g.v. versnelde afbraak in de milt
ery
• Oorzaak: erfelijke afwijking, infectie • Symptomen: geelzucht (icterus) t.g.v. bilirubine,
donkere urine • Diagnose: bloed- / urineonderzoek • Therapie: milt verwijderen bij erfelijke vorm
BLOED
10
HEMOGLOBINOPATHIE * bloedziekte t.g.v. stoornis in de structuur of aanmaak van hemoglobine * erfelijk - THALASSEMIE
* stoornis in de synthese van de α- of β-ketens van hemoglobine * erfelijk
* Wereld: 200 miljoen * vooral in Middellandse Zeegebied, Noord-Afrika, Midden-Oosten en Zuid-Azië
* ernstige thalassemie:
BLOED
11
* Symptomen: anemie, hyperreactiviteit van het rode beenmerg, miltvergroting, groeiachterstand, botdeformaties * Therapie: regelmatige bloedtransfusie (40 jr?) * Preventie: prenatale diagnostiek, vruchtwaterpunctie, vlokkentest
BLOED
12
- SIKKELCEL-ANEMIE (erycyten bevatten een abnormaal type hemoglobine HbS)) HEMOLITISCHE ANEMIE) * Preventie: hielprik in Nederland (2007) * Symptomen: perioden met pijnlijke crisis,
infecties * Diagnose: microscopisch onderzoek * Therapie: voorkomen van hemolytische crisis,
pijnbestrijding, z.n. morfine, regelmatige bloedtransfusie
BLOED
13
- POLYCYTEMA VERA * aandoening waarbij concentratie van erythrocyten
in het bloed is verhoogd * zeldzaam
STOORNISSEN in de HEMOSTASE * gaan gepaard met spontane, ernstige bloedingen * gestoorde stolling
* Oorzaak: verminderde werking van thrombocyten, tekort aan thrombocyten / vit. K, stollingsfactoren
BLOED
14
- THROMBOCYTOPENIE * tekort aan thrombocyten in het bloed, t.g.v.
• onderdrukking van de aanmaak van thrombocyten door kwaadaardige aandoening, vernietiging van beenmerg
(na chemotherapie, na bestraling) • versnellen van de afbraak van thrombocyten
ophoping in de milt door auto-immuunziekte
BLOED
15
* Symptomen: petechiën (kleine rode / paarse puntvormige bloedingen), ecchymose (grotere, paarsachtige bloeduitstortingen), spontane bloedingen (neus, maagdarmkanaal, urogenitaal stelsel)
* Therapie: bedrust, z.n. transfusie van thrombocyten
BLOED
16
- IDIOPATHISCHE THROMBOCYTOPENISCHE PURPURA
* t.g.v. verhoogde afbraak van thrombocyten na virale infectie • Symptoom: petechiën
• Diagnose: bloed + antistoffen • Medicatie: corticosteroïden
BLOED
17
STOLLINGSSTOORNISSEN * Bloedstolling is een uitermate complex proces,
waarbij de thrombocyten en verschillende plasmaeiwitten een belangrijke rol spelen. Het resultaat is een THROMBUS (een stolsel uit
een dicht fibrine netwerk met thrombocyten en erythrocyten. Een tekort aan stollingsfactoren kan ontstaan door
verstoorde aanmaak of versterkte afbraak. - STOLLINGSTOORNISSEN door VIT. K2 TEKORT
BLOED
18
ERFELIJKE STOLLINGSTOORNISSEN - HEMOFILIE A * geslachtsgebonden recessief (vnl. ♂) * Nederland: 1 : 12.000 * verminderde aktiviteit van factor VIII
• Symtomen: (v.a. 3e jaar) spontane bloedingen (knie, heup, elleboog),
ontsteking (pijn, zwelling), hersenbloeding • Daignose: bloedonderzoek
• Medicatie: factor VIII, desmopressine
BLOED
19
- ZIEKTE van VON WILLEBRAND * Nederland: 1 : 10-200 * tekort aan Von Willebrandfactor (vWF): transport tekort factor VIII • Symptomen: blauwe plekken,
bloedneus, nabloeding (tandarts, menstruatie, maag/darmbloeding, gewrichtsbloeding • Diagnose: bloedonderzoek • Medicatie: desmopressine
BLOED
20
DIFFUSE INTRAVASALE STOLLING is een levensbedreigende aandoening, waarbij de thrombocyten en de stollingsfactoren worden verbruikt.
O.a.:
bij sepsis, complicatie bij bevalling (loslaten van placenta),
maligniteit, ernstige immuunstoornissen THROMBINE-afgifte
+
coagulatie (stolling)
ISCHEMIE (vnl. nier, lever, longen)
BLOED
21
* Diagnose: bloed: thrombocyten , bloedingstijd verlengd, fibrine * Therapie: thrombocytenconcentraat toedienen,
geconcentreerde stollingsfactoren, iv stollingsremmer, heparine
BLOED
22
AFWIJKING VAN WITTE BLOEDCELLEN NEUTROPENIF - bacterie, schimmelinfectie - BW chemotherapie - immunosuppressing, - reumatoïde artritis - leverabcessen - sepsis
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~